WEEK LES WAT IS HET HUISWERK VOOR DIE LES? WAT GAAN WE IN DE LES DOEN? 34. bespreken opbouw boek: blz 4 en 5 17/8-21/8

Transcriptie

1 WEEK LES WAT IS HET HUISWERK VOOR DIE LES? WAT GAAN WE IN DE LES DOEN? 34 bespreken opbouw boek: blz 4 en 5 7/8-/8 bespreken titelblad hfd mk startopgaven hfd mk opdr. en 35 4/8-8/8 36 3/8-4/9 37 7/9-/9 38 4/9-8/9 Afkortingen: mk = maken lz = lezen lr = leren aantek = aantekeningen = paragraaf so = schriftelijke overhoring hfd = hoofdstuk curs = cursus opdr = opdracht oef = oefening vr = vraag lz start en : tekst lesboek mk opdr. t/m 3 lr : lesboek en opdr. t/m 3 mk opdr. 4 t/m 8 lr en : tekst lesboek mk opdr. t/m 8 lr mk 3 opdr. t/m 8 bespreken nakijken opdr. t/m 3 mk opdr. 4 t/m 8 bespreken wat is nodig bij kaartlezen? nakijken opdr. 4 t/m 8 mk opdr. en (topo) bespreken 3 nakijken opdr. t/m 8 mk 3 opdr. t/m 5 herhalen hfd :, en 3 nakijken 3 opdr. t/m 8 lr hfd :, en 3 bespreken 4 en verschillende schaalniveaus mk 4 opdr. t/m 5 bespreken 5 hulpmiddelen aardrijkskunde nakijken 4 opdr. t/m 5 mk 5 opdr. t/m 3 lr 4 mk 5 opdr. t/m 7 blz = bladzijde voorb = voorbereiden herh = herhalen voc = vocabulaire prac = practicum gramm = grammatica rek = rekenen topo = topografie tb = tekstboek wb = werkboek sprkb = spreekbeurt Schooljaar: Periode: Studiewijzer: AK Methode: de Geo Klas: AB Schooljaar: 0-03 bespreken 6 hoe gebruik je de atlas? nakijken 5 opgave t/m 7 39 /9-5/9 lr hfd, en 3 toets hfd, en 3 mk 6 opgave t/m 6 nakijken 6 opdr. t/m 8 lr hfd 4,5,6 herhalen hfd : 4,5,6

2 40 8/9-/0 lr hfd 4,5,6 toets 4,5,6 uitleg, bespreken / nakijken keuzemenu s e ronde keuzemenu s afmaken e ronde keuzemenu s bespreken / nakijken keuzemenu s e ronde topo Europa 4 5/0-9/0 TUSSENVAKANTIE 4 /0-6/0 afmaken topo Europa nakijken topo Europa lr topo Europa so topo Europa 43 lr hfd t/m 3 Bespreken/herhalen hfd t/m 3 9/0-3/0 Nabespreken topo Europa lr hfd 4 t/m 6 Bespreken/herhalen hfd 4 t/m /0-/ AFRONDINGSWEEK /-6/ Nabespreken toets, start H? uitleg Maken Start Nakijken start, maken opg. /-5/ Mk opg. Bespreken opg. mk opg mk opg Bespreken opg. 3 mk opg

3 Afkortingen: mk = maken lz = lezen lr = leren aantek = aantekeningen = paragraaf so = schriftelijke overhoring hfd = hoofdstuk curs = cursus opdr = opdracht oef = oefening vr = vraag blz = bladzijde voorb = voorbereiden herh = herhalen voc = vocabulaire prac = practicum gramm = grammatica rek = rekenen topo = topografie tb = tekstboek wb = werkboek sprkb = spreekbeurt Schooljaar: Periode: Studiewijzer: BV Klas: AB WEEK LES WAT IS HET HUISWERK VOOR WAT GAAN WE IN DE LES DOEN? DIE LES? 34 7/8-/8 - Algemene introductie Potlood bij je! (tekendoos) Oefening grijstonen, 35 4/8-8/8 Potlood bij je! (tekendoos) Potlood bij je! (tekendoos) 36 3/8-4/9 INLEVEREN: oefening grijstonen Meenemen: etui!! Meenemen: etui!! 37 7/9-/9 38 4/9-8/9 INLEVEREN: stilleven etui. Nadenken over het verhaal 39 /9-5/9 Landschap in vorm af 40 8/9-/0 4 5/0-9/0 tussenvakantie Uitleg structuren, stofuitdrukking, geometrische vormen Afmaken oefening grijstonen, geometrische vormen. Start stilleven in lijn. Stilleven in lijn/ vorm. Start toevoegen licht en donker, stofuitdrukking. Werken aan etui Afmaken stilleven etui juffrouw vertelt een verhaal, uitleg landschap Opdracht fantasie-eiland, uitleg diepte landschap Opdracht fantasie-eiland. Landschap in vorm af. Opdracht fantasie-eiland, kleuren Opdracht fantasie-eiland, kleuren Laatste les opdracht fantasie-eiland.

4 4 /0-6/0 43 9/0-3/0 44 6/0-30/0 45 /-6/ Periode 46 9/-3/ INLEVEREN: fantasie-eiland afrondingsweek Bespreken stof toetsweek. Uitleg structuren, oefenen arceren. Start opdracht pen en inkt. Bespreken stof toetsweek. Fantasiestructuren in cirkel Bespreken stof toetsweek. Fantasiestructuren in cirkel Bespreken stof toetsweek. Fantasiestructuren in cirkel Bespreken toets. Afmaken fantasiestructuren. Opdracht papier-mache Opdracht papier-mache

5 LEESVERSLAGEN ENGELS Voor onderbouw en vmbo-klassen Voor het vak Engels leg je een leesdossier aan. Je krijgt punten voor elk verslag en voor een netjes verzorgd leesdossier. Het gaat NIET om veel bladzijdes (wees papierbewust), print je verslagen in lettertype (kopjes iets groter) en gebruik geen plastic hoesjes voor je bladzijdes. Je leest 4 dunne boekjes, of in plaats van dunne dik boek dat voor periodes telt. Voor dunne boekjes uit de schoolbibliotheek geldt dat ze x tellen: GROEN = klas ; GEEL = klas ; BLAUW = klas 3 en ROOD = klas 3/4. Je mag boeken van thuis gebruiken en van een moeilijker niveau lezen. Breng je boek mee naar de les en toon het aan je docent, die bepaalt of het keer / keer / misschien ½ keer telt. Laat je docent de titel & schrijver bij jouw naam noteren, plus hoe vaak het boekje telt! Zoek Engelse boeken die je leuk vindt en die op jouw niveau zijn, dus niet te moeilijk en niet te makkelijk. Let op: kies van eenzelfde schrijver maar boek! Je moet Engels lezen en je verslag mag in het Engels of in het Nederlands, maar schrijf NIET over bv. Zweinstein in je Harry Potter boekverslag! TIP: Laat de opdrachten van Reading Matters ook aftekenen voor extra punten. Je moet ieder verslag uiterlijk op een vastgestelde datum aan het eind van iedere periode inleveren. Eerder inleveren is goed, want dan loop je geen risico op print- of computer problemen! Ben je laat dan kost het iets van je cijfer. Zorg voor een plastic Leitz-mapje met een doorzichtige voorkant en stop ieder verslag er bij. Zet duidelijk je naam op de voorkant en op elk verslag. Aan het eind van het jaar zitten al je oorspronkelijke PLUS je eventueel verbeterde boekverslagen in mapje, met: A. een passend voorkantje: noem het dossier Reading File B. een inhoudsopgave van al je boeken: List of Contents (Title Author - Page) Je krijgt een cijfer aan het einde van het jaar, waarbij wordt gelet op 0 items. NUMMER de items IN je verslag, houd de volgorde aan en let vooral op item 8, 9 en 0! Schrijf je antwoorden in volledige zinnen, dus zet NIET neer: 3. Science fiction maar: Item 3. Het genre is science fiction De 0 items voor je Reading File. Noteer jouw naam + de naam van de schrijver + de titel van het boekje boven ieder verslag.. Noteer de datum waarop je het verslag schrijft. 3. Geef aan wat het genre is (vb. detectieve verhaal, science fiction, roman, avontuur). 4. Omschrijf de hoofdpersoon (uiterlijk, karakter, hoe is en wat doet hij/zij?). 5. Vertel wie de belangrijkste bijpersonen zijn + geef er informatie over. 6. Waar en wanneer speelt het verhaal zich af + hoe lang is de tijdsduur van het verhaal? 7. a. Vertel waar het in het boek om gaat: het belangrijkste probleem en het belangrijkste moment b. Vertel hoe het verhaal afloopt. 8. a. Wat betekent de TITEL: verklaar waarom het boek zo heet. b. Bedenk alternatieve titel dat bij het boekje past + LEG UIT waarom die titel ook past. 9. Geef je MENING + VERKLAAR je mening. Gebruik: wat je het leukste moment vond + wat je niet leuk vond + wat was interessant of wat was spannend? 0. CITEER stukjes uit je boek m.b.t. VERSCHILLENDE items + noteer het nummer (3-9). Geef aan over welke (verschillende) items dit iets aantoont. TYP LETTERLIJK OVER

6 wat je citeert want je docent heeft het boekje niet + noteer de BLADZIJDE(N) waar het staat. Bijv.: Ik citeer blz, dat legt uit hoe de hoofdpersoon eruit ziet (= item 4) their son Harry had curly hair, wore glasses and had a scar on his forehead. (p.) Heel veel leesplezier en GOOD LUCK!

7 SPREEKBEURTEN ENGELS Voor klas en Voor het vak Engels moet je in klas en een spreekbeurt houden van minimaal 5 minuten. Er wordt zo spoedig mogelijk mee gestart, waarbij de betere leerlingen eerst ingedeeld worden en leerlingen die meer moeite met Engels hebben later aan de beurt zijn. Kies een onderwerp dat jij interessant vindt en waarover je al veel weet, dan is het makkelijker om uit je hoofd te vertellen en om vragen na afloop goed te beantwoorden. Let op: als je van een blaadje voorleest, krijg je géén voldoende! Geef van tevoren je onderwerp door, want een onderwerp mag niet x voorkomen in je klas. Bedenk een origineel en interessant onderwerp en schrijf je eigen tekst in het Engels. Als je jouw basistekst hebt vastgelegd maak je een lijstje sleutelwoorden / keywords om mee te oefenen. GEEF NA je spreekbeurt je gebruikte materiaal aan je docent. Als je iets wilt laten zien, toon het klassikaal en geef niets door tijdens de spreekbeurt, want dat leidt je klasgenoten af. Een stukje film laten zien of een liedje laten horen is toegestaan maar telt niet mee in je spreektijd. Organiseer van tevoren ZELF dat alles klaar staat! Als je m.b.v. de computer Powerpoint of Prezi wilt gebruiken, test je file en zorg dat er niet veel tekst in staat. Zorg voor een back-up op stick en stuur je materiaal per mail naar je docent. Tot slot: je spreektijd is zónder de vragen uit je klas. Bij een spreekbeurt korter dan 4 minuten of langer dan 0 minuten kun je geen voldoende krijgen Alles wat je zegt moet in het Engels (zelfs: Let me think en Oh, I forgot ) en je spreekbeurt moet pakkend en informatief zijn. Praat niet te snel want dan is het niet goed te volgen en dat zou jammer zijn. Je mag er vanuit gaan dat je toehoorders nauwelijks iets over het onderwerp weten, dus wees duidelijk en uitgebreid. Je wordt mede door je klasgenoten beoordeeld, die ook in het Engels moeten overleggen en hun beoordeling geven. Eén spokesperson per onderdeel (z.o.z.) moet het woord doen en iedere keer iemand anders. Door een goede vraag te stellen (max. per leerling per keer) en door spokesperson te zijn kan iedereen zijn uiteindelijke spreekbeurtcijfer een beetje ophogen. Om te helpen beoordelen wordt de klas in drieën gesplitst om per onderdeel een evaluatie te geven. Iedereen noteert tijdens de presentatie tips en opgemerkte taalfouten. Een vrijwillige spokesperson voert namens de groep het woord en als iedereen (inclusief de docent) feedback heeft gegeven volgt per groep een cijfervoorstel voor de GEHELE spreekbeurt. Bekijk de punten achterop dit blad goed en besluit in je groepje middels discussiëren in het Engels wat voor cijfer de HELE spreekbeurt waard is. Let op: jullie voorgestelde cijfers worden NIET berekend maar het cijfer wordt door je docent vastgesteld en ingevoerd in periode 4. p.t.o.

8 . PRESENTATION = de presentatie Hieronder vallen: a. preparation (= meegebracht materiaal / computer- en bordgebruik) b. attitude (= je houding & gebruik van je handen) c. eye contact (= je oogcontact met de klas) Breng iets mee om te laten zien, maak een poster of gebruik Powerpoint of Prezi met weinig tekst en passende plaatjes. Gebruik het whiteboard als je iets uitlegt; als je iets tekent of schetst tijdens je spreekbeurt komt dat actief over. Ga staan, dan is je spreekbeurt levendiger en kom je vriendelijker en meer betrokken over. Maak gebruik van je handen door dingen aan te wijzen en middels hand/armbewegingen kracht bij je woorden te zetten. Kijk zoveel mogelijk door de hele klas heen, je blik spreidend over al je klasgenoten en docent. Pas ervoor op dat je niet van je blaadje opleest (= een onvoldoende!) of dat je naar je leraar staart (dit gebeurt soms bij grote zenuwen). Als je durft, kijk je klasgenoten om beurten aan en als je dit niet durft is een handige tip: kijk een beetje over de hoofden heen of naar de neuzen? Probeer maar uit!. CONTENTS = de inhoud Hieronder vallen: klasgenoten) a. structure (= indeling in hoofdstukken en een lopend geheel ) b. clear (= is de INHOUD begrijpelijk en kan de klas het na vertellen?) c. interesting (= is het interessant en leuk gebracht voor je Zorg er in ieder geval voor, dat je T I T E L mooi en duidelijk leesbaar is, voor iedereen. Bedenk van tevoren of jouw onderwerp interessant is voor je klasgenoten en hoe je het boeiend kunt maken. Bedenk minimaal 5 hoofdstukken, die je opschrijft en aanwijst als je er bent; houd ze zichtbaar gedurende je spreekbeurt. Je hebt er zelf houvast aan en je verhaal wordt makkelijker te volgen, doordat iedereen ziet wat nog komt. Bij voorkeur geef je een korte inleiding, dan komt de body /kern van je verhaal en daarna je conclusie/afronding. Bied tot slot de gelegenheid tot vragen ( Are there any questions? ). 3. LANGUAGE = je taalgebruik Hieronder vallen: a. grammar (= grammaticale correctheid), b. fluency (= vlotheid/ of je verhaal lekker loopt) en c. pronunciation (= je uitspraak). Je moet de geleerde grammatica toepassen in praktijk. Anderen mogen tips geven door grammatica fouten te noemen. Zie dat niet als aanval maar probeer er wat van op te steken! Een spreker heeft zelf vaak niet eens in de gaten dat hij/zij soms een regel verkeerd toepast. Er wordt bij de evaluatie ook gelet op hoe je vlot je spreekbeurt loopt: niet stamelend of vol pauzes/stops maar ook niet te snel/onverstaanbaar. Zorg ervoor dat je klasgenoten je kunnen volgen (check dit?) zeker als je Engels beter dan het gemiddelde is! Over je uitspraak het volgende: met een Brits-Engelse uitspraak zit je altijd goed. Een Amerikaanse uitspraak is minder mooi (is eigenlijk een dialect ) maar niet van invloed op je cijfer. Wel wordt een typisch Nederlandse uitspraak je aangerekend. Hoe meer je in contact met (Brits) Engels komt, hoe beter je uitspraak en je taalvaardigheden zullen worden: probeer je hiervoor in te zetten als je wilt verbeteren. Tot slot: DIT STENCIL zul je nog vaak nodig hebben, dus houd het goed bij je!! GOOD LUCK!

9 Afkortingen: mk = maken lz = lezen lr = leren aantek = aantekeningen = paragraaf so = schriftelijke overhoring hfd = hoofdstuk curs = cursus opdr = opdracht oef = oefening vr = vraag blz = bladzijde voorb = voorbereiden herh = herhalen voc = vocabulaire prac = practicum gramm = grammatica rek = rekenen topo = topografie tb = tekstboek wb = werkboek sprkb = spreekbeurt Schooljaar: Periode: Studiewijzer: Engels Methode: Stepping Stones Klas: ab di 4 e + wo 3 e uur WEEK LES WAT IS HET HUISWERK VOOR DIE LES? WAT GAAN WE IN DE LES DOEN? 34 7-/8 - - Boeken mee Intro + brief schrijven over jezelf (in English!) /8 Af brief over jezelf in het Engels (gebruik info Bekijken TB + Bridging the Gap WB blz 30 + TB) + lr voc ABC TB Start hfd ABC + lr voc t/m D + Stone Af t/m oef 7 + lr voc t/m D TB blz.9/0 Instructievel Leesdossier + mk D+E (gramm) + bespreken/nakijken + lr voc t/m G 36 3/8-4/9 Af t/m oef 4 + lr voc t/m G TB p.9- Luist F/G + mk H+I+J + nakijken + mk TY (Test yourself) + lr Stones + Lr Stones ++ af t/m oef 7+ lr voc hfd Uitleg gramm + afmk hfd + nakijken + lr voc TB blz.9- + lr gramm hfd + Task hfd mk 37 7-/9 Lr alle voc hfd + afmk hfd incl TY SO voc hfd + Start hfd + afmk/bespr hfd Ma. Vespuccidag + alles nakijken incl TY + lr hfd + Task hfd Lr hfd voor PW: heb je vragen? Hfd mk ABC + bespreken/nakijken + lr hfd + mk Bridging the gap (WB blz 9) /9 Lr hfd Gram, voc, oef, aantek, Stones TOETS hfd Af hfd t/m oef 7 + lr voc ABC TB blz 33/4 Hfd mk D+E (gramm) + lr voc t/m D 39-5/9 Af t/m oef 4 + lr voc t/m D TB blz.33/4 + lr Luist F/G + Instructievel Spreekbeurten+ Stone 3 start indelen + mk H+I+J + lr voc t/m G Af t/m oef 8 + lr voc hfd TB blz lr Uitleg gramm + Indelen spreekb + afmk hfd + Stones gramm mk TY + lr voc hfd 40 8/9-/0 Lr alle voc hfd + af hfd incl TY SO voc hfd + nakijken hfd +Task hfd mk Lr hfd + herhaling/verrijking TB blz 37 Herhaling/verrijking hfd + doen / Task hfd 4 5-9/0 TUSSENVAKANTIE LEES je BOEK 4-6/0 - (mk Bridging the gap ) Mk herhaling/verrijking hfd + WB blz Ma. Studiedag indelen spreekb + zoek onderwerp Af herhaling Theme + mk boekverslag Hfd 3 ABC Voorbereiding spreekb: Listen to & retell a story /0 Af herhaling Theme + + mk boekverslag Nakijken herhaling + do verrijking + Start hfd 3 mk ABC BOEKVERSLAG af + af verrijking + hfd 3 ABC + lr hfd voor toetsweek INLEVEREN boekverslag + bespreken hfd + mk hfd 3 D+E

10 /0 Lr hfd Gram, voc, oef, aantek, Stones TOETS hfd Start periode 45-6/ / Hfd 3 af D+E + lr voc 3ABC + lr Stone sprkb voorbereiden Af t/m 6 + lr voc t/m D + lr Stone 9/0 + sprkb voorbereiden Lr alle voc hfd 3 + af hfd 3 incl TY + sprkb voorbereiden (afmk Bridging the gap ) + lr hfd 3 Luist F/G + mk H+I+J + nakijken + lr voc t/m G Sprkb... + nakijken + mk TY + lr voc hfd 3 + Stone 8 + gramm SO voc hfd 3 + nakijken hfd 3 +Task hfd 3 mk Sprkb... + Start hfd 4 mk ABC

11 Afkortingen: mk = maken lz = lezen lr = leren aantek = aantekeningen = paragraaf so = schriftelijke overhoring hfd = hoofdstuk curs = cursus opdr = opdracht oef = oefening vr = vraag blz = bladzijde voorb = voorbereiden herh = herhalen voc = vocabulaire prac = practicum gramm = grammatica rek = rekenen topo = topografie tb = tekstboek wb = werkboek sprkb = spreekbeurt Schooljaar: Periode: Studiewijzer: Frans Methode: Grandes Lignes Klas: ab WEEK LES WAT IS HET HUISWERK VOOR DIE LES? WAT GAAN WE IN DE LES DOEN? 34 7/8-/8 Introductieles 35 4/8-8/8 36 3/8-4/9 37 7/9-/9 Maandag Vespuccidag 38 4/9-8/9 39 /9-5/9 Meenemen A-boeken en plaatjes voor voorkantje. Aanmaken wrts account Leren voca. Mk bron C: 8, 9, 0 Schriftje mee Leren voca. Herhalen voca. Leren Grammaire D Meer oefenen I-clips Leren Phrases-clés E Leren getallen t/m 0 Leren voca.3 en.4 Herhalen voca. en. Mk bron J: 7 ( ), 8 Meer oefenen I-clips Leren Grammaire J Meer oefenen I-clips Leren Phrases-clés K Herhalen grammatica, vocabulaire, Phrasesclés D-toets ( ) Arrêt Inleiding: en bron A: 3 ( ), 4 bron B: 5, 6 ( )7 ( ) hoe leer ik woordjes? Nakijken t/m 0 bron D:, ( ), 3, 4 bron E: 5 ( ) bron E: 6, 7 bron F: 8, 9 ( ), 0 ( ) SO voc. en. Nakijken t/m 0 bron G: ( ) bron H:, 3 bron I: 4 ( ) bron J: 5, 6 bron K: 9 ( ), 30, 3 Tâche: stap t/m 4 Nakijken: t/m 3 Herhalen Francofolie / chanson / lecture Eindtoets

12 40 8/9-/0 Leren voca. Mk bron C: 8, 9, 0 Leren voca. Leren Grammaire D Herhalen voca. Meer oefenen I-clips 4 5/0-9/0 tussenvakantie 4 /0-6/0 Maandag studiedag Leren Phrases-clés E Leren kloktijden 43 9/0-3/0 Mk bron J: 4, 5, 6, 7 Leren voca.3 en.4 Herhalen voca. en. Meer oefenen I-clips Bespreken toets chapitre Begin chapitre : Inleiding: en bron A: 3 ( ), 4 bron B: 5 ( ), 6 ( ) 7 ( ) bron D:, ( ), 3, 4 bron E: 5 ( ) bron E: 6, 7 bron F: 8, 9 ( ) Nakijken: t/m 9 bron G: 0 ( ) bron H:, Grammaire J bron I: 3 ( ) bron K: 8 ( ), 9, 30 Nakijken: 0 t/m 30 Leren Phrases-clés K Tâche: stap t/m 4 Francofolies / chanson / lecture 44 6/0-30/0 afrondingsweek 45 /-6/ Start periode 46 9/-3/ Bespreken toets H Inleiding H3: en bron A: 3 ( ), 4 ( ) bron B: 5, 6, 7 ( ) Leren voca 3. Mk bron C: 8, 9 ( ), 0 Nakijken: t/m 0 Leren voca 3. Herhalen voca 3. SO voc 3. en 3. bron D:,, 4 bron E: 5 ( ), 6

13 Afkortingen: mk = maken lz = lezen lr = leren aantek = aantekeningen = paragraaf so = schriftelijke overhoring hfd = hoofdstuk curs = cursus opdr = opdracht oef = oefening vr = vraag blz = bladzijde voorb = voorbereiden herh = herhalen voc = vocabulaire prac = practicum gramm = grammatica rek = rekenen topo = topografie tb = tekstboek wb = werkboek sprkb = spreekbeurt Schooljaar: Periode: Studiewijzer: LO Methode: maandag e e uur buitenveld vespucci Klas: abc WEEK LES WAT IS HET HUISWERK VOOR DIE LES? WAT GAAN WE IN DE LES DOEN? 34 7/8-/8 Introductie uitleg+ regels + kleding passen tijdens kleding passen Slagbal a la schroeder school 35 4/8-8/8 Slagtechniek softbal + regels slaan. wedstrijdjes 36 3/8-4/9 gooien en vangen. inhaalsoftbal 37 7/9-/9 Geen les Maandag Vespuccidag Geen les 38 4/9-8/9 uitbranden. spel met uitbranden. 39 /9-5/9 Oefenen coopertest piramideloop Afsluiten gooien en vangen softbal. 40 8/9-/0 Oefenen coopertest minuten + uitleg om te oefenen. Voetbalspel. 4 5/0-9/0 tussenvakantie 4 /0-6/0 Coopertest afsluiten voor cijfer Maandag studiedag trefbal buiten spelen met 3 teams en regels. 43 9/0-3/0 44 6/0-30/0 Afrondingsweek theorietoets softbal. 45 /-6/ Start periode 46 9/-3/ P als we weer buiten hebben: sofbal bijzondere regels en spel toepassen.

14 Afkortingen: mk = maken lz = lezen lr = leren aantek = aantekeningen = paragraaf so = schriftelijke overhoring hfd = hoofdstuk curs = cursus opdr = opdracht oef = oefening vr = vraag blz = bladzijde voorb = voorbereiden herh = herhalen voc = vocabulaire prac = practicum gramm = grammatica rek = rekenen topo = topografie tb = tekstboek wb = werkboek sprkb = spreekbeurt Schooljaar: Periode: Studiewijzer: MN Methode:Vita Malmberg Klas: AB WEEK LES WAT IS HET HUISWERK VOOR DIE LES? WAT GAAN WE IN DE LES DOEN? 34 7/8-/8 - Introductie MN + Brugproject Brugproject 3 Module basisstof (blz 4-8) 4 Brugproject 3 5 Brug testen 35 4/8-8/8 Module basisstof (blz 4-8) Module basisstof (blz 9-) Prac:,3 (werken met een loep) 3 Module basisstof (blz 9-) Module basisstof 4 Module basisstof Module basisstof 3 5 Prac: 6,7,9 (microscoop) Prac: 3 (Non verbale communicatie) 36 3/8-4/9 Module basisstof 3 Module basisstof 4 Prac: Oplossing, emulsie, suspensie. 3 Module basisstof 4 Oefentoets 4 Oefentoets Vragen/oefenen toets 5 Materiaalbewerking : Dobbelsteen 37 7/9-/9 Lr Toets module basisstof -4 Mk Toets module basisstof -4 Materiaalbewerking : Dobbelsteen 3 Module basisstof 5 4 Module basisstof 5 Module basisstof 6 (blz 3-35) 5 Prac: Tekenregels voor cijfer 38 4/9-8/9 Module basisstof 6 (blz 3-35) Module basisstof 6 (blz 35-39) Prac: Lijndiagram tekenen op grafiekpapier 3 Module basisstof 6 (blz 35-39) Module basisstof 7 4 Module basisstof 7 Module basisstof Prac: 9,94,97 (uicel,bacteriekolonies,schimmel) 39 /9-5/9 Module basisstof 8 D-Toets Prac: 04 (Memoryspel indeling dierenrijk) 3 D-Toets Vragen/Oefenen Toets 4 Lr Toets module basisstof 5-8 Mk Toets module basisstof Prac: 6 (uitslag) 40 8/9-/0 Module basisstof

15 Prac: 6 (productinfo & vormgeving) 3 Module basisstof Module basisstof 4 Prac: Plattegrond op schaal 5 Prac: Plattegrond op schaal 4 5/0-9/0 tussenvakantie 4 /0-6/0 Module basisstof Module basisstof 3 Prac: Plattegrond op schaal 3 3 Module basisstof 3 Module basisstof 4 4 Module basisstof 4 D-Toets 5 Prac: 38 Geleiders/Isolatoren Prac: 39 Aansluiten lamp 43 9/0-3/0 D-toets Vragen/Oefenen Toets - Prac: 39 Aansluiten schakelaar/stekker 3 Herhalen Module 4 Prac: kwh meting 5 - Prac: 47 Temperatuur waarnemen Prac: 50 Temperatuur meten/schaalverdeling 44 6/0-30/0 Lr Eindtoets module & tot basisstof 4 Mk Eindtoets module & basisstof 4

16 Afkortingen: mk = maken lz = lezen lr = leren aantek = aantekeningen = paragraaf so = schriftelijke overhoring hfd = hoofdstuk curs = cursus opdr = opdracht oef = oefening vr = vraag blz = bladzijde voorb = voorbereiden herh = herhalen voc = vocabulaire prac = practicum gramm = grammatica rek = rekenen topo = topografie tb = tekstboek wb = werkboek sprkb = spreekbeurt Schooljaar: Periode: Studiewijzer: Nederlands Methode: NieuwNederlands Klas: ab WEEK LES WAT IS HET HUISWERK VOOR DIE LES? WAT GAAN WE IN DE LES DOEN? 34 7/8-/8 introductie H Lezen tekst 3 Lezen tekst 35 4/8-8/8 Lezen tekst 3 Lezen tekst 4 Oefenboek Lezen tekst, 3 Spreken/kijken/luisteren opdr,, /8-4/9 Spreken/kijken/luisteren opdr 4, 5 Schrijven opdr -5 3 Woordenboek meenemen Kijk op Taal 37 7/9-/9 Ma. Vespuccidag Woordenschat opdr -6 Woordenschat afmaken Oefenboek Woordenschat opdr -6 3 Bibliotheekbezoek 38 4/9-8/9 Fictieautobiografie Fictieautobiografie inleveren Grammatica zinsdelen 3 Oefenboek zinsdelen opdr -7 Grammatica woordsoorten 39 /9-5/9 Oefenboek woordsoorten opdr -8 Spelling Spelling/oefenboek spelling 3 Formuleren 40 8/9-/0 Oefenboek: formuleren opdr -5 Poezie en Fictie 3 Boek meenemen! Lekker lezen 4 5/0-9/0 tussenvakantie 4 /0-6/0 Ma. studiedag vragen stellen over de toets Maken Test H/Leren voor de toets 3 Leren H: Lezen, woordenschat, Toets H grammatica en spelling 43 9/0-3/0 Bespreken Toets H/Lezen H Oefenboek Lezen tekst, Woordenschat 3 Oefenboek Woordenschat 44 6/0-30/0 Afrondingsweek: Lezen H- 45 /-6/ Bespreken Toets Lezen

17 Start periode Grammatica: zinsdelen 3 Grammatica: woordsoorten 46 9/-3/ Oefenboek Zinsdelen opdr -8 Oefenboek woordsoorten -7 Spelling 3 Oefenboek Spelling

18 Afkortingen: mk = maken lz = lezen lr = leren aantek = aantekeningen = paragraaf so = schriftelijke overhoring hfd = hoofdstuk curs = cursus opdr = opdracht oef = oefening vr = vraag blz = bladzijde voorb = voorbereiden herh = herhalen voc = vocabulaire prac = practicum gramm = grammatica rek = rekenen topo = topografie tb = tekstboek wb = werkboek sprkb = spreekbeurt Schooljaar: Periode: Studiewijzer: Geschiedenis Methode: Feniks Klas: AB WEEK LES WAT IS HET HUISWERK VOOR DIE LES? WAT GAAN WE IN DE LES DOEN? 34 7/8-/8 Introductie en planning periode maken (HB en WB) lezen par.. en. 35 4/8-8/8 Aangekruiste huiswerkopdrachten maken Huiswerk bespreken en lezen par.. en.3 Aangekruiste huiswerkopdrachten maken Huiswerk bespreken en digitaal materiaal bekijken. Kennen en kunnen voor OH. 36 3/8-4/9 OH par.. t/m.3 Jagers en Boeren Lezen par..4 t/m keuzemenu Huiswerkvragen maken en digitaal materiaal bekijken. 37 7/9-/9 Maandag Vespuccidag Aangekruiste huiswerkopdrachten maken Huiswerk bespreken en digitaal materiaal bekijken. Kennen en kunnen voor OH. 38 4/9-8/9 OH par..4 t/m keuzemenu Jagers en Boeren OH bespreken en lezen H De Grieken par.. en.. Lesstof par.. en. bespreken 39 /9-5/9 Aangekruiste huiswerkopdrachten maken Huiswerk bespreken en digitaal materiaal bekijken. Lezen par..3 en.4 Huiswerkvragen maken en digitaal materiaal bekijken 40 8/9-/0 Lezen par..5 t/m keuzemenu Lesstof par..5 t/m keuzemenu bespreken. Huiswerkvragen maken W.v.t.t.k. H t/m keuzemenu 4 5/0-9/0 tussenvakantie 4 /0-6/0 Maandag studiedag Herhalen lesstof H en H Ophalen en herhalen lesstof H en H 43 9/0-3/0 Aangekruiste huiswerkopdrachten maken Oefentoetsen maken en bespreken. Kennen en kunnen voor de afrondingsweek 44 6/0-30/0 Afrondingsweek H Jagers en Boeren en H De Grieken

19 45 /-6/ Start periode 46 9/-3/

20 Afkortingen: mk = maken lz = lezen lr = leren aantek = aantekeningen = paragraaf so = schriftelijke overhoring hfd = hoofdstuk curs = cursus opdr = opdracht oef = oefening vr = vraag blz = bladzijde voorb = voorbereiden herh = herhalen voc = vocabulaire prac = practicum gramm = grammatica rek = rekenen topo = topografie tb = tekstboek wb = werkboek sprkb = spreekbeurt Schooljaar: Periode: Studiewijzer: Wiskunde Methode: Moderne Wiskunde 0 e editie Klas: ab WEEK LES WAT IS HET HUISWERK VOOR DIE LES? WAT GAAN WE IN DE LES DOEN? 35 4/8-8/8 hfst 3 hfst 3 hfst 4 3 hfst 4 hfst /8-4/9 hfst 5 hfst 6 hfst 6 hfst blz 40 en 4 3 PW hfst PW hfst 37 7/9-/9 Vespuccidag Vespuccidag hfst voorkenis 3 hfst voorkenis hfst 38 4/9-8/9 hfst hfst hfst hfst 3 3 hfst 3 hfst 4 39 /9-5/9 hfst 4 hfst 5 hfst 5 hfst blz. 64 en 65 3 PW hfst en PW hfst en 40 8/9-/0 Priemgetallen Rekenen hfst 3 voorkennis 3 hfst 3 voorkennis hfst 3 4 5/0-9/0 tussenvakantie tussenvakantie 4 /0-6/0 hfst 3 hfst 3 hfst 3 hfst hfst 3 3 hfst /0-3/0 hfst 3 4 hfst 3 5 hfst 3 5 hfst hfst 3 6 hfst 3 blz 06 en 07 afrondingsweek PW hfst en 3 PW hfst en 3