We hebben allemaal wat! Lespakket over het leven met een beperking voor het voortgezet onderwijs

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "We hebben allemaal wat! Lespakket over het leven met een beperking voor het voortgezet onderwijs"

Transcriptie

1 We hebben allemaal wat! Lespakket over het leven met een beperking voor het voortgezet onderwijs

2 Voorwoord 4 Lichamelijke beperking Bijbelverhaal Vrienden en de verlamde 6 Kennismaken met Chris 8 Bewegen is bijzonder 9 Ruimtelijke ordening Aanpassingen 10 Wat gaaf! 11 Pimp My Rolstoel 12 Help elkaar 13 Elkaar nodig 14 Sociale beperking Kennismaken met Ilse 16 Raad mijn emotie 17 Expertgroepjes 18 Reclame maken 19 Schoolfotograaf 20 Geheugen 21 Verstandelijke beperking Bijbelverhaal (Jona 3) 23 Kennismaken met Jitze 25 De Knoop 26 De Rups 27 2

3 Wat zijn jouw grenzen en hoe maak jij dat duidelijk? 28 Je hoort erbij! 30 Zintuiglijke beperking Kennismaken met Wouter 33 Bijbelverhaal 34 Liederen 35 Rollenspel 36 Hoe werkt mijn oor? 37 Kan ik wat een doof iemand kan? 38 Begrijp je mij? 40 Beperkte zintuigen 41 Doof in de kerk 42 Samenwerken zonder woorden 43 Mime 44 Tips en ideeën Tips en ideeën 46 Bijlage Lichamelijke beperking 49 Foto Chris Zegers 50 Verhaal Chris Zegers 51 Informatiebladen voor de les wat gaaf 52 Lied Hand en voet 60 Bronvermelding 61 3

4 Sociale beperking 63 Foto Ilse de Koning 64 Verhaal Ilse de Koning 65 Fragment uit het boek Het wonderbaarlijke voorval met de hond in de nacht 66 Voorbeelden van internetsites voor de expertgroepjes 68 Verstandelijke beperking 69 Foto Jitze Bontekoe 70 Verhaal Jitze Bontekoe 71 Jan is anders 72 Opdracht 73 Bronvermelding 74 Zintuiglijke beperking 75 Foto Wouter Zoer 76 Verhaal Wouter Zoer 77 Hoe is het om doof te zijn 78 Werkblad oor 80 4

5 Voorwoord Voor u ligt een lespakket met lessen over verschillende beperkingen. De volgende onderwerpen komen aan de orde: lichamelijke beperkingen, sociale beperkingen met de nadruk op autisme, verstandelijke beperkingen met de nadruk op het syndroom van Down en zintuiglijke beperkingen met de nadruk op doofheid. De nadruk ligt in dit project op het ervaren van de verschillende beperkingen en het ontdekken van talenten. Er worden veel verschillende lesideeën gegeven, u kunt hier zelf een selectie in maken. Daarnaast worden diverse tips en ideeën gegeven voor extra s tijdens het project. Wij wensen u veel succes en plezier toe bij het uitvoeren van deze lessen! 5

6 Lichamelijke beperking 6

7 Bijbelverhaal Vrienden en de verlamde Doel - De kinderen ontdekken hoe men in de Bijbel omgaat met mensen die meestal als anders of vreemd worden gezien. - De kinderen ontdekken in evangelieverhalen hoe Jezus nabij is bij kleine en beperkte mensen en wat die nabijheid voor die mensen betekent. - De kinderen ontdekken hoe belangrijk het is voor de verlamde man gedragen te worden door vier vrienden Werkvormen De leerlingen zoeken de verschillende rollen in het verhaal, bespreken ze kort en spelen dan het verhaal uit. De leerlingen verwoorden wat het betekent als je verlamd bent, ze diepen vooral de letterlijke betekenis uit. - Letterlijk: niet kunnen lopen, lichamelijk beperkt. - Symbolisch: te bang, te verdrietig zijn, om nog verder te kunnen in het leven, de moed niet meer hebben om recht te staan, gebukt gaan onder verdriet of spijt of, bij de pakken gaan neerzitten en niet meer verder kunnen. De docent licht toe hoe Jezus de man eerst vergeeft, dan pas kan hij weer rechtstaan en lopen. De leerlingen leven zich in, in de vier vrienden die de verlamde man bij Jezus brengen. Ze verwoorden hun hoop en vertrouwen in Jezus. Ze verwoorden ook hoe de vier vrienden zich evt. voelen nadat Jezus de verlamde man heeft genezen. De docent houdt met de kinderen een kringgesprek over het behulpzaam zijn Materiaal - Bijbel - Potlood - Stift - Krijt - Papier - Kleurplaat Tijd minuten Inleiding Luistervragen bij het verhaal: - Hoe is Jezus in dit verhaal? - Hoe gaan de mensen om met andere mensen - Hoe belangrijk zijn de vrienden voor de verlamde man? Kern Bijbelverhaal Marcus 2 vers

8 Afsluiting De leerlingen tekenen één fragment uit het verhaal dat hen het meest aansprak. Bij die tekening schrijven ze een passend gedicht. Door de tekeningen te bundelen kan een boek gemaakt worden bij het verhaal. 8

9 Kennismaken met Chris Doel De kinderen krijgen een eerste indruk van het leven van iemand die lichamelijk beperkt is en gaan hierover nadenken. Werkvorm Kringgesprek Materiaal: - Foto Chris (bijlage 1) - Verhaal Chris (bijlage 2) Tijd ± 20 minuten Inleiding De kinderen gaan kennismaken met Chris. Bekijk samen met de kinderen de foto van Chris. Wat zou er met hem aan de hand kunnen zijn? Ontdekken de kinderen iets aan hem? Kern Lees het verhaaltje over Chris voor en praat hier met de kinderen over door. Wat zal voor Chris lastig zijn in de klas? Hoe zal dat gaan met spelen? Hoe zal het zijn als hij groter wordt? En als hij bij ons in de klas zou zitten? Ga samen op zoek naar een aantal knelpunten en probeer oplossingen te vinden voor de problemen. Afsluiting Vat samen wat de kinderen in het gesprek hebben ontdekt. Chris is lichamelijk beperkt. Welke lichamelijke beperkingen zijn er? 9

10 Bewegen is bijzonder Doel De kinderen krijgen een praktische indruk van het leven van iemand die lichamelijk beperkt is door verschillende activiteiten binnen het bewegingsonderwijs. Werkvorm Zie bijlage Materiaal Zie bijlage Tijd ± 60 minuten Inleiding Korte uitleg van alle activiteiten. Kern Kokervoetbal Met kokers voor de ogen voetballen. Je krijgt een kokervisie. Daardoor is het moeilijk om te zien waar de bal is en is je oog-voetcoördinatie stukken minder. Ongelukstikkertje Als je getikt wordt moet je je hand op de plaats leggen waar je getikt bent. Hierdoor wordt het moeilijker om een ander te tikken. Duokorfbal Kinderen worden met de enkels aan elkaar vast gemaakt, waardoor ze een tweeling worden. Hierdoor moeten ze goed overleggen waar ze naartoe rennen, wie er gooit, etc. Afsluiting Mattrefbal Kinderen moeten gezamenlijk als team de mat staande houden. Maar ben je afgegooid met de bal? Dan moet je naar het achtervak. Vat samen wat de kinderen tijdens de gymles hebben geleerd. Tips Als u als school een vakdocent heeft, laat kort de lesvoorbereidingen zien. Vaak kennen de docenten deze spellen wel. Zijn de activiteiten iets te moeilijk voor de groep, probeer vrij te zijn in de regels en materialen. Bekijk de bijlage, dit zijn korte beschrijvingen. In de bijlage staan uitgebreide lessen beschreven. 10

11 Ruimtelijke ordening Aanpassingen Doel Kinderen bewust laten worden dat de omgeving om je heen erg belangrijk is. Voor kinderen in een rolstoel is het erg prettig als hun omgeving ook aangepast wordt. Materiaal - Bord - Krijt - Kladpapier - Gekleurd groot karton / papier - Scharen - Plakstiften - Tijdschriften (Wonen, Ikea, etc.) Tijd minuten Inleiding Kinderen denken na over hun eigen omgeving (kamer, keuken, slaapkamer, deuren) door middel van een woordweb op het bord of op een eigen vel papier. Kinderen maken een lijstje wat er allemaal aangepast moet worden in hun huis als ze in een rolstoel terecht komen. Kern Kinderen knippen uit tijdschriften plaatjes over de omgeving in hun huis, bijvoorbeeld een plaatje van een keuken of een slaapkamer. Kinderen plakken de plaatjes op een groot stuk papier / karton en schrijven daarbij wat er veranderd moet worden. Afsluiting Kinderen presenteren aan elkaar het gemaakte werk. De docent stelt gerichte vragen waardoor de kinderen bewust worden dat omgeving zowel voor jezelf als voor mensen met een beperking belangrijk is. De posters kunnen opgehangen worden in de klas of door school. Differentiatie Deze opdracht kan in verschillende groepsgrootte worden gemaakt. Alleen, twee- of viertallen. Kinderen kunnen op computer zoeken naar plaatjes. Kinderen kunnen als ze klaar zijn een lijstje maken wat er allemaal aangepast moet worden als iemand met een rolstoel bij hen op school zou in trekken. Maak een plattegrond van de school, wat zou er veranderen? Kinderen kunnen een brief naar de burgermeester sturen wat er allemaal in het winkelcentrum aangepast moet worden voor mensen met een beperking. Voorbeeld In de bijlagen vindt u een voorbeeld van de poster. Hoe kom ik nu weer boven?? Figuur 1 11

12 Wat gaaf! Doelen - Kinderen bewuster laten worden wat het leven met een handicap inhoudt. - Kinderen maken kennis met speciaal onderwijs, aangepaste sporten. - Kinderen kunnen door een tekst te lezen en dit te verwerken op een poster laten zien dat wat het onderwerp inhoudt. - Kinderen kunnen door te antwoorden op de luistervragen tijdens de presentatie laten zien dat ze van alle onderwerpen geleerd hebben. Werkvorm Expertgroepen Materiaal - Van elk onderwerp ongeveer 5 exemplaren informatieblad. - Grote kartonnen poster - Stiften - Plakstiften - Scharen - Potlood of markeerstift. Tijd minuten Inleiding Kinderen maken klassikaal op het bord een woordweb over lichamelijke beperkingen. De docent stuurt de klas door middel van gerichte vragen. Bijvoorbeeld: wat zal anders gaan in het leven van een lichamelijk beperkt iemand. En wat blijft juist hetzelfde? (10 min) Kern Als er genoeg onderwerpen / woorden op het bord staan kan de docent kort uitleggen wat de bedoeling is: - ieder groepje van ongeveer 5 mensen heeft een onderwerp; - iedereen in het groepje gaat individueel het informatieblad lezen en onderstrepen wat belangrijk is om aan de klas te vertellen (10 min); - als iedereen in het groepje klaar is met lezen wordt er overlegd wat belangrijk is om aan de klas te vertellen (5 min); - het groepje maakt een overzichtelijke aantrekkelijke poster met informatie om op het bord te hangen tijdens de presentatie (knippen plaatjes uit en maken met potloden en stiften een duidelijke titel) (15 min). Afsluiting Elk groepje houdt om de beurt een presentatie over het onderwerp waarin zij zich verdiept hebben. Van te voren bedenken de kinderen 2 luistervragen voor de klas. De klas beantwoordt de vragen op een blaadje (15 min). 12

13 Pimp My Rolstoel Doelen - Kinderen kunnen aan het eind van de les een rolstoel laten zien die echt kan bewegen. - Tijdens het maken en het spelen met de rolstoelen worden kinderen bewust hoe het is om met een rolstoel te rijden, waar je aanpassingen aan moet brengen (bijvoorbeeld drempels). Werkvormen Klassikaal, zelfstandig Materialen - Hout of stevig karton - Touw of wol - Zakdoek of stof - Gekleurd groot karton / papier - Schaar - Plakstiften of lijm - Naald - Boor of prikker Tijd minuten Inleiding Kinderen hebben al eerder op de dag gehoord over lichamelijke beperkingen. Kinderen luisteren naar een korte en duidelijke instructie. Het is handig om alvast een voorbeeldrolstoel te maken. Kern Kinderen maken van hout of karton een rolstoel. Kinderen zorgen ervoor dat de rolstoel ook echt kan rijden. Als de rolstoel echt kan rijden mogen de kinderen de rolstoel pimpen (stoerder, leuker maken). Afsluiting Kinderen mogen in groepjes met elkaar spelen. Kinderen krijgen als opdracht mee: kijken wat er nu moeilijker gaat. Kun je zomaar met je rolstoel overal komen? Alternatief Ontwerpwedstrijd: Wie maakt het beste hulpstuk voor iemand met een lichamelijke beperking? Kijk in de bijlage voor meer informatie over prothesen en orthesen. 13

14 Help elkaar Doel Kinderen bewust te laten worden dat elkaar helpen belangrijk is. Hele pauze hinkelend alles doen is niet haalbaar. Als iemand helpt ondersteunen gaat het al stukken beter. Werkvorm Tweetallen Materiaal Eventueel een stuk stof om arm of been vast te maken aan een ander lichaamsdeel. Tijd Pauze Inleiding Korte inleiding door uitleg van de opdracht. Kern Kinderen maken koppels en gaan elkaar helpen tijdens de pauze. Een van de kinderen speelt een kind met een beperking. Bijvoorbeeld hele pauze hinkelen of een arm achter op de rug. Er mag tijdens de pauze gewisseld worden. Afsluiting Kinderen bespreken na de pauze hun ervaringen. Hoe voelt het om iemand te helpen? Hoe voelt het om hulp te vragen? Waarom is dat zo moeilijk? Tips Wanneer er krukken, mitella s of rolstoelen aanwezig zijn op school, gebruik dit dan ook bij deze activiteit. Laat de kinderen ervaren wat het is om met krukken te lopen. Hoe kun je iemand helpen met een rolstoel. Hoe maak je schoolwerk met één hand? 14

15 Elkaar nodig! (muziek) Doelen - Kinderen bewust laten worden dat iedereen elkaar nodig heeft. - Kinderen bewust laten worden wat een voorrecht het is dat ze gezond mogen zijn. - Kinderen bewust laten worden dat mensen met een beperking niet zielig zijn maar ook juist een deel kunnen zijn van het lichaam. In de kerk of op school of op straat. Werkvorm Klassikaal en in groepjes Materiaal - Evt. een cd met het nummer Hand en Voet. - Evt. een muziekinstrument om te begeleiden als docent. - Evt. muziekinstrumenten waarmee de kinderen kunnen begeleiden. Tijd min Inleiding Is het lied nog niet bekend? Cd draaien of voorzingen. Is het lied al bekend? Samen zingen! Waar gaat het lied over? Kern (bijvoorbeeld in groepjes): Kinderen oefenen het lied. Kinderen spelen met muziekinstrument erbij. Kinderen bedenken er bewegingen bij. Afsluiting Kinderen presenteren aan de klas hun lied. Met evt. bewegingen en/of muziekinstrumenten. (voor het volledige lied, zie bijlage) 15

16 Sociale beperking 16

17 Kennismaken met Ilse Doel De kinderen krijgen een indruk van het leven van iemand met autisme en gaan hierover nadenken. Werkvorm Kringgesprek Materiaal - Foto Ilse (bijlage) - Verhaal Ilse (bijlage) Tijd ± 20 minuten Inleiding De kinderen gaan kennismaken met Ilse. Bekijk samen met de kinderen de foto van Ilse. Wat zou er met haar aan de hand kunnen zijn? Kern Lees het verhaaltje over Ilse voor en praat hier met de kinderen over door. Wat zal voor Ilse lastig zijn in de klas? Hoe zal het gaan met spelen? Tegen welke problemen kan Ilse aanlopen? Zoek voor deze knelpunten samen met de kinderen oplossingen. Kennen de kinderen ook andere kinderen met autisme? Afsluiting Vat samen wat de kinderen in het gesprek hebben ontdekt. Vertel de kinderen dat het vandaag over autisme gaat, maar dat er nog meer sociale beperkingen zijn. Sommige kinderen vinden het moeilijk om met andere kinderen contact te maken en om samen te spelen met kinderen. Ga hier kort op in. 17

18 Raad mijn emotie Doel Kinderen laten zien dat het niet altijd gemakkelijk is om aan iemands gezicht af te lezen welke emotie hij/zij toont. Tijd 30 minuten Materiaal Fragment uit het boek Het wonderbaarlijke voorval met de hond in de nacht (zie bijlage). 1 Inleiding Geef de kinderen het fragment uit het boek. Vertel dat het boek gaat over Christopher. Hij heeft het syndroom van Asperger, een vorm van autisme. Lees samen met de kinderen het fragment. Kern De kinderen gaan in tweetallen aan het werk. De een neemt een emotie in gedachten. Ze mogen deze emotie alleen met hun gezichtsuitdrukking uitbeelden. Er mag niet bij gepraat worden. De ander moet raden welke emotie wordt uitgebeeld. Zo wordt dat afgewisseld. Afsluiting Vraag de kinderen of het moeilijk was en wat er dan zo moeilijk aan was. Of was het juist heel gemakkelijk om een emotie alleen maar te zien aan een gezicht. Welke emoties waren gemakkelijk en welke waren moeilijker? 1 Van dit boek is een jeugdversie. In deze versie zijn de scheldwoorden en vloeken weggehaald. Deze versie kunt u gebruiken als u nog meer uit dit boek wilt gebruiken. In de fragmenten die zijn bijgevoegd staan geen vloeken of scheldwoorden. 18

19 Expertgroepjes Doel De kinderen leren dat er veel verschillende soorten zijn binnen het autistisch spectrum. Tijd 1 uur Materiaal - Een aantal computers - Voor ieder groepje een A2 papier Inleiding Leg de kinderen uit dat er verschillende soorten in het autisme zijn. De kinderen gaan door middel van expertgroepjes deze beperkingen onderzoeken. Verdeel de klas in zes groepen. Er zijn twee groepen die aan hetzelfde onderwerp werken. Ieder groepje krijgt de opdracht om een beperking te onderzoeken: - PDD-NOS - Asperger - Autistische stoornis (klassiek autisme) Kern Leg de kinderen de werkvorm expertgroepjes uit. Ze moeten de beperking die zij toegewezen hebben gekregen onderzoeken en na een half uur presenteren aan de rest van de groep. Deze presentatie kunnen ze doen aan de hand van de muurkrant die ze maken over de beperking. Dit kunnen ze doen met artikelen en plaatjes van internet, of door zelf dingen erbij te schrijven. Geef de kinderen wel duidelijke richtlijnen voor het zoeken op internet. In de bijlage staan al een aantal internetsites die de kinderen kunnen gebruiken. Afsluiting De kinderen presenteren hun muurkrant aan elkaar. Het is belangrijk dat ze in duidelijke, begrijpelijke taal uitleggen wat de beperking inhoudt. De andere kinderen luisteren naar de uitleg. 19

20 Reclame maken Doel De kinderen laten nadenken over de moeilijkheden waar kinderen met autisme tegenaan kunnen lopen en de kinderen daar een oplossing voor laten verzinnen. Tijd 1,5 uur Materiaal Geen extra materialen nodig. Inleiding Kijk nog even kort terug op de vorige les. Wat is autisme en wat is voor deze kinderen lastig? Bespreek dit kort met de kinderen en maak met de kinderen een woordweb over autisme. Kern We hebben nu uitgebreid besproken wat het is om autisme te hebben. Nu is het de bedoeling dat de kinderen gaan bedenken hoe we het voor de kinderen met autisme makkelijker kunnen maken op school. Laat de kinderen in groepjes van vier inventariseren wat er lastig zou kunnen zijn voor kinderen met autisme op school, bijvoorbeeld in de klas, met gym of op het schoolplein. De kinderen krijgen hiervoor vijftien minuten de tijd. Ze moeten dit opschrijven in een woordweb. Nadat dit besproken is in de klas, gaan de kinderen oplossingen bedenken om die problemen op te lossen. Er wordt eerst een top vijf gemaakt (ervan uitgaande dat er vijf groepjes zijn, als er meer groepjes zijn wordt de top langer). Deze onderwerpen worden uitgewerkt. Ieder groepje neemt een probleem voor zijn rekening en gaat hier een oplossing voor verzinnen. Deze oplossing presenteren ze in de vorm van een reclame spotje. Afsluiting De groepjes laten hun reclame zien. De rest van de klas kijkt goed en kijkt of het realistisch is, of het echt helpt en wat ze er van vinden. Aan het eind van de les wordt de beste oplossing gekozen. 20

21 Schoolfotograaf Doel van de les De kinderen leren de kwaliteiten kennen van kinderen met autisme. Tijd 0,5 uur Materiaal Geen verdere materialen nodig. Inleiding De kinderen gaan een spel spelen, de schoolfotograaf. Vertel het volgende. Vandaag is een van jullie de schoolfotograaf. Hij/zij komt een groepsfoto maken. Eerst zorgt hij/zij ervoor dat de hele groep op een rijtje staat. Als dat klaar is, komt de fotograaf er ineens achter dat hij zijn fototoestel vergeten is, de sufferd. Die moet hij dus even gaan ophalen, op de gang. Ondertussen zijn wij heel ondeugend, want een van de kinderen verstopt zich achter de groep. De fotograaf komt weer terug op het teken van de juf/meester. De kinderen tellen dan zachtjes af van tien naar nul. In die tijd moet de fotograaf raden wie zich achter de groep heeft verstopt. Kern Ga het spel spelen met de kinderen. Zorg ervoor dat de kinderen dicht op elkaar staan, zodat een ander kind zich goed achter de groep kan verstoppen. Het spel kan ook nog moeilijker gemaakt worden door kinderen van plek te laten verwisselen. Het is zelfs mogelijk om als grap een keer niemand te verstoppen. Afsluiting Praat met de kinderen na over het spel. Was het leuk? Vonden jullie het moeilijk, wat maakte het zo moeilijk? Etc. Benadruk nog een keer dat oog voor detail een van de talenten is van kinderen met autisme. 21

22 Geheugen Kinderen met autisme zijn ook erg goed in dingen onthouden. Speel daarom een aantal geheugenspelletjes met de kinderen: - Het langste getal De kinderen gaan achter hun stoel staan. Laat ze om de beurt een getal nazeggen. Begin met ieder kind een getal voor te leggen van vijf cijfers, bijvoorbeeld Degene die het goed nazegt, mag blijven staan. Een fout antwoord betekent dat het kind moet gaan zitten. De tweede ronde wordt gespeeld met de kinderen die nog staan. Noem nu een getal van zes cijfers. De derde ronde getallen van zeven cijfers. Ga door tot er nog maar één kind overblijft. - Welke voorwerpen heb je gezien? Leg vooraf een aantal voorwerpen door elkaar op de grond. Leg daar een doek over. Geef dan de opdracht: Je mag zo meteen dertig tellen kijken. Schrijf vervolgens zoveel mogelijk voorwerpen op die je hebt gezien. Een variant: leg tien voorwerpen neer. De kinderen bekijken ze. Daarna sluiten ze de ogen. Je neemt een van de voorwerpen weg. Welk voorwerp is weg? Bespreek aan het eind van de spelletjes met de kinderen hoe het ging. Was het moeilijk of juist niet? Wat vond je dan moeilijk, of waarom vond je het gemakkelijk? Benoem ook dat kinderen met autisme een goed geheugen hebben. Dit is één van hun talenten. 22

23 Verstandelijke beperking 23

24 Bijbelverhaal Materiaal - Het verhaal Niemand wordt voorgetrokken - Eventueel materialen bij het voorbeeld Tijd ± 45 minuten Inleiding Als docent kies je een kind uit dat je voor gaat trekken. Dit maak je duidelijk zichtbaar in de hele klas door daar alle aandacht op te richten. Bijvoorbeeld: Je komt kort terug op het gemaakte werk van de dag daarvoor. Je legt twee schriften naast elkaar die evenveel fouten hebben. Je bespreekt dat in de klas, door te zeggen. Jantje en Piet, kom eens naar voren. Jullie hebben allebei evenveel goed gemaakt. Nu vind ik Jantje veel leuker, dus ik geef hem een 8!.en Piet, jij krijgt een 6! Ga maar terug naar je plek. Als docenten kun je een voorbeeld naar voren halen dat bij de klas past en dat ook onopvallend gemaakt kan worden. Uiteindelijk is het de bedoeling dat je daar over gaat praten. De kinderen weten dat het veel fijner is wanneer we allemaal gelijk behandeld worden. Kern Niemand wordt voorgetrokken Zou Jona wel weten dat God van alle mensen houdt? Moet je hem daar nou zien zitten op de heuvel in zijn zelfgemaakte hutje. Wat kijkt hij boos, hè? Kom mee. We gaan hem even opzoeken. Op de zuidelijke berghelling zit Jona. Hij kijkt eens naar het kleedje dat hij die middag op de markt heeft gekocht en dan naar zijn takkenhut. Voor een paar dagen kan hij het er wel mee doen. Even een kussen maken van zijn jas, sandalen uit en dan onderuit. Hèhè! Wat was dat warm geweest vandaag. Zijn voeten doen pijn en in zijn hoofd draaien allerlei gedachten door elkaar. Gelukkig is hij nu klaar met zijn werk. Overal is hij geweest. In alle winkels, tempels, op alle markten en pleinen en bij het grote paleis heeft zijn luide, ernstige stem geklonken. Hij heeft zijn boodschap gebracht aan rijken en armen, de leerlooier met zijn bruinverkleurde handen en met zijn vlekken op zijn kleed, de moeders en de vele vele kinderen, soldaten, wevers, koperslagers. Iedereen heeft het woord van de Heer gehoord. Zelfs de koning, die net op leeuwenjacht zou gaan, is blijven staan. Jona schreeuwde tegen hem het hardst. Die roverkoning moest het maar eens goed horen en al die mensen uit die roversstad. Hij riep: 'God heeft alles gezien. Hij neemt het niet langer. De stad wordt over veertig dagen ondersteboven gekeerd.' De koning had hem niet eens laten grijpen. 't Had hem trouwens ook niks kunnen schelen als ze hem in de gevangenis hadden gestopt. Hij moest zijn werk doen. Jona komt half overeind en kijkt het dal in. Wat een stad! Mooi gezicht zou het zijn als die instortte. Hij zit hier prima. Een groepje boeren komt langs zijn hut in rouwkleren. Ginds lopen nog meer mensen. Ook al in rouwkleren. Jona kijkt nog wat scherper en dan ziet hij overal mensen in rouwkleren. Hij springt overeind en vraagt aan een man wat er aan de hand is. 'De koning heeft het bevolen.' zegt de man, 'Er is een profeet geweest, die gezegd heeft dat Ninevé verwoest zou worden en nu mogen mensen en dieren niets eten of drinken. Iedereen moet rouwkleren dragen.' Jona bedankt de man, die zijn weg al biddende vervolgt: 'Wees ons genadig. Vergeef ons onze zonden, God van Jona.' 24

25 'Nou nog mooier!' denkt Jona. 'Het is menens. Straks doet God het nog ook. Ja, de Heer zal alles vergeven, dan is mijn werk voor niks geweest.' Jona wilde wel dat hij dood was. Met een boos gezicht, z'n handen onder z'n hoofd, zit hij daar tot de zon ondergaat. De volgende ochtend wordt Jona wakker door een bromvlieg, die steeds op zijn gezicht gaat zitten. Waar is hij? O ja, in zijn hut. Wat is het hier heerlijk koel. Hij kijkt naar boven. Groene bladeren slingeren zich door de dorre takken van zijn hut. Wat is dat? Hij gaat het eens van buiten bekijken. Hé, dat is fijn! Er is een soort boompje gegroeid. Echt een wonder. Jona gaat in de schaduw naar Ninevé zitten kijken en eet ondertussen een stuk brood en drinkt wat water uit zijn waterzak. Er komt nog al wat gedruis uit de stad naar boven, anders dan anders. Het klinkt als een groot gehuil. Zelfs de dieren kun je horen loeien en blaten en krijsen en janken. Die hebben dorst en honger. Er trekt een lange optocht langs het paleis. Zo verstrijkt de dag en Jona wacht op Gods oordeel. De les, die God hem de volgende dag zou leren, zou hij zijn leven lang niet meer vergeten. Waar hij in zijn verdere leven ook zou komen, overal zou hij het vertellen. De mensen die het hoorden zouden het weer doorvertellen en tenslotte zou het verhaal in de Bijbel opgeschreven worden. Het verhaal van Gods liefde voor alle mensen. Luister maar hoe het verder ging. De boom is verdord. Hij zit vol bruine plekken. De zon schijnt door de takken heen recht op Jona's hoofd. Dan steekt er ook nog een hete oostenwind op. Jona valt bijna flauw en wordt opstandig tegen God. 'Ben je boos om die boom, Jona?' vraagt God vriendelijk. 'Ja,' schreeuwt Jona, 'Natuurlijk!' 'Die boom heb jij niet eens zelf gemaakt... Zou ik dan Ninevé niet sparen, die grote stad, waarin erg veel kleine kinderen zijn en vee?' Zo liefdevol is onze God. Hij vergeeft ons onze zonden als wij echt berouw hebben. Hij houdt van Turkse, Marokkaanse, Belgische, Surinaamse, Nederlandse kinderen. Hij houdt van kinderen met een verstandelijke beperking, lichamelijke beperking, zintuiglijke beperking en van jou! Niemand wordt voorgetrokken. Ik ga Hem ervoor danken. Jij ook? Afsluiting Je kunt goed een gesprekje aan het verhaal koppelen. Eventuele ideeën staan hieronder vermeld. Extra achtergrond informatie Ninevé was een reusachtige stad, ter grootte van drie dagreizen. Iedereen (niemand uitgezonderd), mens en dier, moet zich hullen in een boetekleed en luidkeels God aanroepen. Iedereen moest anders gaan leven en breken met het onrecht dat hij deed. Zowel hoog als laag gestelde mensen. Punten om over door te praten Jona kwam met een omweg aan bij de stad Ninevé. Dit omdat de Here God een plan had met hem. Toch was Gods plan anders dan dat Jona dacht. God heeft een plan Jona dacht dat God een heel ander plan had en dat Hij de woorden die Jona uitsprak ook werkelijk zou laten uitkomen. Hebben jullie ook een voorbeeld waarin dingen anders lopen dan dat je had verwacht? Is het dan onbegrijpelijk of kunnen we het overlaten aan onze God? Hoe kan je weten wat Gods wil is en zijn plan met jouw leven? Kunnen wij God van gedachte laten veranderen? Hoe pakt de stad Ninevé dat aan (vers 8)? Hoever kunnen wij hier in gaan? Kunnen wij ook bidden voor onze naasten die niet geloven? God heeft iedereen op het oog. niemand uitgezonderd!!! 25

26 Lesdoel De kinderen krijgen een beeld van iemand met het Downsyndroom. Werkvorm - Klassikaal - Tweetallen (schoudermaatjes) - Klassikaal Materiaal - Foto Jitze (bijlage 1) - Verhaal van Jitze (bijlage 2) - Schoolbord Tijd ± 15 minuten Kennismaking met Jitze Inleiding De kinderen gaan kennismaken met Jitze. Je wijst één kind aan die het verhaaltje aan de klas voorleest. Kern Mensen met het Downsyndroom hebben een lichte tot ernstige verstandelijke beperking. Mensen met een lichte verstandelijke beperking kunnen met enige ondersteuning zelfstandig functioneren. Naarmate de beperking ernstiger is, is meer begeleiding en hulp nodig. Wat is verstandelijk beperkt? Welke beperkingen zijn er nog meer? Waar kan dat door komen? Jitze heeft wel op een gewone basisschool gezeten. Waarom zou hij nu in het voortgezet onderwijs wel naar een speciale school moeten? Wat voor begeleiding zou hij dan kunnen krijgen? Laat de kinderen in tweetallen (schoudermaatjes) nadenken wat de voor- en nadelen zijn van naar speciaal voorgezet onderwijs gaan. Afsluiting Maak de voor- en nadelen klassikaal bespreekbaar. Zet de voor- en nadelen eventueel op het bord voor de duidelijkheid. Dit vraagt ook weer betrokkenheid. 26

27 De Knoop Lesdoelen - De kinderen leren samenwerken. - De kinderen leren hun grenzen kennen en deze aan te geven en met betrekking tot lichamelijk contact. Werkvorm Klassikaal. Eventueel in 2 á 3 groepen verdelen. Materiaal Geen Tijd ± 20 minuten Kern Iedereen gaat heel dicht bij elkaar staan. Eerst doet iedereen zijn rechterhand omhoog en pakt van iemand anders de hand. Daarna doet iedereen de linkerhand omhoog en pakt van een ander de linkerhand. Dit is het leukst om met ogen dicht te doen. Hierbij moet wel aangestuurd worden door de docent. Het hoeft niet met de ogen dicht. Wanneer iedereen de handen vast heeft, maakt de docent de handen los tussen twee personen. Uiteindelijk moeten de kinderen voor elkaar krijgen om één rij te vormen en uit de knoop te komen. Afsluiting Nabespreken van de activiteit. Waar liepen jullie tegen aan? Kan het beter, sneller, leuker? 27

28 De Rups Lesdoelen - De kinderen leren samenwerken. - De kinderen leren hun grenzen kennen en deze aan te geven met betrekking tot lichamelijk contact. Werkvorm Klassikaal. De groep wordt wel in 2 á 3 groepen verdeeld. Materiaal - 2 pionnen - eindstreep Tijd ± 15 minuten Inleiding Uitleg wordt gegeven. De kinderen worden verdeeld in minimaal twee groepen. Dit spel wordt uitgevoerd in competitievorm. De groepen gaan op de grond zitten. Elke groep gaat in een rij zitten. Degene die vooraan zit, pakt de enkels beet van degene die achter hem/haar zit. De tweede doet het zelfde met degene die achter hem/haar zit. Zo zit iedereen een beetje in elkaar geschoven. Nu heb je elkaar vast en ze mogen niet loskomen nadat het startsignaal is gegeven. Ze moeten zich voortbewegen, als een rups. Wanneer ze toch loskomen, moeten ze opnieuw beginnen. Kern Het spel wordt gespeeld. Dit zou je twee, drie keer kunnen doen, maar niet meer omdat het veel lichamelijke inspanning van ze vraagt. Afsluiting Nabespreken van de activiteit. Waar liepen jullie tegen aan? Kan het beter, sneller, leuker? 28

29 Wat zijn jouw grenzen en hoe maak jij dat duidelijk? Lesdoelen - De kinderen leren samenwerken. - De kinderen leren tactieken in te zetten. - De kinderen leren over hun eigen grenzen te praten. - De kinderen leren hun eigen grenzen aan te geven. Werkvorm De klas wordt opgedeeld in twee groepen die tegen elkaar gaan strijden. Materiaal - Lijnen Tijd ± 30 minuten Inleiding Uitleg van het spel. De kinderen worden verdeeld in twee groepen. Dit spel wordt uitgevoerd in competitievorm. Het gaat er om dat je met het aantal opgegeven voeten en handen de overkant haalt met de gehele groep. Dit is nog wel een estafette systeem. Wanneer de één over de streep is, mag de ander pas naar de overkant proberen te komen. Wanneer er twee groepen van acht zijn gemaakt, mogen er vijf voeten, acht handen en twee konten worden gebruikt om naar de overkant te komen. Je moet minimaal met zijn tweeën naar de overkant gaan. Dus continu moet je elkaar aanraken, maakt niet uit op welk manier. Wanneer ze loskomen van elkaar, moeten ze opnieuw beginnen. Het spel kan met een startsignaal beginnen. Het spel eindigt wanneer de eerste groep over de streep is. Kern Het spel wordt gespeeld. Dit zou je eventueel nog een keer kunnen doen met andere teams. Voordat je het nog een keer gaat spelen, is het handig om de afsluiting met de kinderen te bespreken zodat ze dat meteen kunnen toepassen. Afsluiting Nabespreken van de activiteit. Waar liepen jullie tegen aan? Kan het beter, sneller, leuker? Waar moet je aan denken? Daarnaast kun je praten op een heel ander niveau. Misschien vinden sommige kinderen het helemaal niet fijn om elkaar aan te raken of vast te houden. Hebben ze hun grenzen daarin verlegd of hebben ze dit aangegeven? Tip Het is het beste om dit buiten te doen! Je moet als docent wel qua lichamelijke krachten evenwichtige partijen maken. 29

30 Hoe kom je aan de overkant? - Door de kruiwagen-stand te gebruiken. - Lopend - Op de rug - Op de billen en met handen voort bewegen - Hinkelend - Op handen lopen 30

31 Je hoort er bij! Lesdoelen - Weten dat iemand zichzelf mag zijn, anders dan anderen. - Zich een mening kunnen vormen over Wat hoort en niet hoort. Materialen - Bijlage 2 - Bijlage 9 - Bijlage 10 Inleiding Vraag de leerlingen kort naar hun ervaringen met anders zijn dan anderen: - Wanneer heb je je wel eens buitengesloten gevoeld? - Hoe kwam dat? - Hoe voelde dat? Wat dacht je toen? Vertel de leerlingen dat het verhaal ook gaat over buitengesloten voelen. Laat de kinderen het verhaal van bijlage 9 Jan is anders lezen. Vraag de leerlingen: Waarom knikkert Jan niet mee? Wat vindt Victor ervan? Het verhaal van Jitze (bijlage 2). Vinden wij dat Jitze anders is? Zo ja, wat maakt hem dan anders? Zo niet, waarom niet? Kern De kinderen gaan over de volgende vragen/problemen nadenken: - Wat vinden de leerlingen van Jan? - Waarom? - Wat vindt Jan van zichzelf? - Moet Jan zich aanpassen aan de anderen, zodat hij niet meer anders is dan de rest? - Wat doen de andere leerlingen? - Waarom wil Victor Jan helpen? - Waarom twijfelt Victor om Jan te vragen of om iets tegen Rob te zeggen? - Moet Victor Jan helpen? Waarom wel of niet? Verdeel de klas in groepjes. Laat de leerlingen de opdracht van het kopieerblad maken. Speel met de leerlingen het debatprogramma Wat hoort?. Ieder groepje kiest een gespreksleider, de andere groepsleden mogen hem/haar eventueel helpen. Laat ieder groepje een probleemstelling kiezen en laat de gespreksleider vertellen hoe zij zouden reageren en waarom. Verdedig als docent een tegengestelde mening. Laat aan het einde van ieder debat de klas stemmen wat hoort en wat niet hoort. Schrijf dit in een schema op het bord (bijlage 10). Afsluiting Kijk met de leerlingen terug op de les met behulp van de volgende vragen: - Wat heb je geleerd? - Waarom mag iedereen zichzelf zijn? - Wat vind jij dat je wel mag doen en niet mag doen bij anderen? - Wanneer moet je nadenken over wat je vindt dat je wel en niet kunt doen tegen de ander? 31

32 Zintuiglijke beperking 32

33 Doel De kinderen krijgen een eerste indruk van het leven van iemand die doof is en gaan hierover nadenken. Werkvorm Kringgesprek Materiaal - Foto Wouter (bijlage) - Verhaal Wouter (bijlage) - Verhaal: Hoe is het om doof te zijn? (bijlage) Tijd ± 20 minuten Kennismaken met Wouter Inleiding De kinderen gaan kennismaken met Wouter. Bekijk samen met de kinderen de foto van Wouter. Wat zou er met hem aan de hand kunnen zijn? De kinderen zien waarschijnlijk het hoorapparaat. Laat ze vertellen wat ze weten over doof zijn. Misschien hebben ze zelf dove of slechthorende mensen in hun omgeving. Laat ze samen ervaringen delen. Kern Lees het verhaaltje over Wouter voor en praat hier met de kinderen over door. Lees hierna het verhaal: hoe is het om doof te zijn voor. Hierin krijgen de kinderen informatie over het leven met deze beperking. Stel nu dat Wouter bij hen op school zou komen, wat ouder zou zijn en volgende week bij hen in de klas zou komen. Wat zal dan voor Wouter lastig zijn in de klas? Hoe zal dat gaan met spelen tijdens de pauze of samenwerken in de klas? Hoe zouden ze het communicatieprobleem kunnen oplossen? Ga samen op zoek naar een aantal knelpunten en probeer oplossingen te vinden voor de problemen. Vertel de kinderen dat gebarentaal naast Nederlands en Fries een officiële taal is in Nederland. Laat de kinderen ook hun mening geven over zaken als: zouden al zijn klasgenootjes gebarentaal moeten leren? Laat ze hun mening duidelijk verwoorden naar elkaar. Probeer een discussie uit te lokken. Hoe zouden de kinderen het vinden om zelf gebarentaal te leren? Wat is het voordeel van gebarentaal? (in een ruimte met veel herrie of op grotere afstand kun je elkaar nog steeds begrijpen) Afsluiting Vat samen wat de kinderen in het gesprek hebben ontdekt. Vertel de kinderen dat het vandaag niet alleen gaat over doof zijn, maar ook over andere zintuiglijke beperkingen. 33

34 Bijbelverhaal Als tip voor de dagopening of voor de godsdienstles willen we een van de boeken van Max Lucado aandragen. De titel van het boek is: Speciaal voor jou. In dit boek gaat het om de gaven en talenten die iedereen van God heeft gekregen. Door hun gaven te gebruiken kunnen de Nerflanders elkaar helpen. Samen met de leerlingen kunt u op zoek gaan naar ieders gaven en talenten. Maar u kunt ook praten over de gaven van iemand met een beperking. Er zijn zoveel dingen te verzinnen waarin zij goed kunnen zijn. Wij zijn zo snel geneigd om alleen maar te kijken naar wat ze niet kunnen, maar er zijn enorm veel mooie dingen te ontdekken. 34

35 jbelverhaal Liederen De volgende liederen kunnen goed bij dit thema gezonden worden: Samen in de naam van Jezus E&R 168 U maakt ons één E&R 170 U die mij geschapen hebt E&R 349 Ik wil jou van harte dienen Opw 378 Heer u doorgrondt en kent mij Opw

36 Rollenspel Doel: De leerlingen worden bewust van de beperkingen van iemand die doof is De leerlingen kunnen zich inleven in de leefwereld van iemand die doof is Werkvorm: Rollenspel Materiaal: - Tijd: +/- 30 minuten Inleiding: Bedenk met de leerlingen in wat voor situaties een dove problemen ervaart. Deze situaties gaan de leerlingen straks uitspelen. Mochten ze er niet goed uitkomen dan volgen hier ook een aantal voorbeelden van situaties: - In de kerk (zonder aanpassingen kun je helemaal niets van de dienst meekrijgen) - In de winkel (er is niet te zien dat je wat mankeert, maar je kunt de caissière niet verstaan) - Op een feestje (iedereen praat, en er is niemand doe gebarentaal kan) - Op het voetbalveld (fluitje van de scheidsrechter niet kunnen horen) - Alarm (dove hoort hem niet afgaan) - Op het station (dove mist omroepbericht dat de trein vanaf een ander perron vertrekt) Kern: Laat de leerlingen in groepjes een rollenspel voorbereiden en uitvoeren voor de klas. Afsluiting: Bespreek de rollenspellen met de leerlingen, bedenk oplossingen voor de problemen. 36

37 Hoe werkt mijn oor? Doel De leerlingen leren de anatomie van het oor en weten aan het eind van de les wat er niet goed is aan het oor van een doof kind Tijd 1 uur Werkvorm: Samenwerkend leren Materiaal - afbeelding van het oor - werkblad het oor Inleiding Verdeel de groep in kleine groepjes. Zorg voor een even aantal groepjes. De leerlingen gaan op internet op zoek naar informatie over de werking van het oor en over het cochleair implantaat (een hulpmiddel voor mensen die doof zijn). Ze kunnen hiervoor de volgende links gebruiken: Informatie over de werking van het oor: Informatie over het cochleair implantaat (de CI): U kunt er natuurlijk ook voor kiezen om de iformatie uit te printen. Zeker als u gebrek heeft aan computeren. Oo kunt u de leerlingen meer vrijlaten in het zoeken naar informatie en zelf sites laten opzoeken. Kern De leerlingen gaan samen de informatie doorlezen en worden zo expert op dit gebied. Wat ze te weten komen moeten ze straks presenteren aan een ander groepje. Als de leerlingen genoeg informatie hebben en genoeg weten over hun onderwerp (na +/- 30 minuten) gaan ze hun kennis aan een ander groepje overdragen zodat elk kind over beide onderwerpen iets leert. Afsluiting Geef de leerlingen het werkblad. Laat ze het zelfstandig invullen. Als het goed is hebben ze inmiddels genoeg informatie om alle vragen te kunnen beantwoorden. Bespreek de opdrachten vervolgens na in de groep en laat de leerlingen vertellen over hun ervaringen in de les. 37

38 Kan ik wat een doof iemand kan? Doel: De leerlingen ervaren hoe het is om niets te horen De leerlingen oefenen het liplezen De leerlingen weten wat een naamgebaar is en kunnen een naamgebaar voor zichzelf of een ander bedenken De leerlingen kunnen gebaren bedenken voor de activiteiten die ze doen op school Werkvorm: Kring Materiaal: Video (Jeugd)journaal (met gebarentolk?) Tijd: +/- 45 minuten Inleiding: Bekijk met de leerlingen één onderwerp van het (jeugd)journaal. Zet het geluid daarbij uit! Hebben de leerlingen een idee waar het over gaat? Kijk nog een keer, laat de leerlingen nu proberen om te liplezen. Waar denken ze nu dat het over gaat? Zit er verschil in? Komen ze er nu beter uit? Draai het stukje vervolgens nog een keer af, nu met geluid. Klopte hun beeld? Wat voor informatie hebben ze gemist? Als u het (jeugd)journaar op heeft genomen met een gebarentolk kunnen de kinderen kijken waar ze het meeste steun aan hebben, de gebaren of het liplezen. Kern: In de kern van de les volgen diverse activiteiten op het gebied van liplezen en gebaren. 1 Vorm met uw lippen namen van een paar leerlingen. De leerlingen gaan liplezen. Als ze hun naam herkennen mogen ze gaan staan. Als het bewuste kind het niet ziet en het niet raad vraagt u de klas of er iemand is die denk dat hij het weet. Laat dat kind het zeggen. 2 Iemand die doof is heeft een eigen naamgebaar. Ook vrienden en familie van een dove hebben vaak een eigen naamgebaar. Een naamgebaar kan gebaseerd zijn op de achternaam van een persoon, uiterlijke kenmerken, opvallend gedrag, een hobby of een beroep. Vaak is dit gecombineerd met de eerste letter van de naam. Een voorbeeld: ik heet Marieke, ik draag een bril, mijn naamgebaar is het gebaar voor de letter M, waarbij ik met mijn vingers een rondje draai om mijn oog. Bedenk met de klas gebaren voor alle leerlingen. Indien dit te veel is kunt u ook een paar leerlingen selecteren en daar samen een gebaar voor bedenken. 3 bedenk met de klas een top tien van woorden waar ze een gebaar bij gaan bedenken. Welke woorden hebben zij op school het meest nodig? Dit kunnen bijvoorbeeld verschillende vakken zijn. Zet de top tien op het bord en bedenk samen bijpassende gebaren. 38

39 Afsluiting: Kunnen de leerlingen aan de hand van liplezen en de gebaren die ze bedacht elkaar een vraag stellen of een zin aan elkaar vertellen? 39

40 Begrijp je mij? Doel: - De leerlingen ervaren hoe lastig communiceren is als je niets hoort - De leerlingen oefenen de vaardigheden die nodig zijn om goed te kunnen liplezen - De leerlingen oefenen met lettergebaren - De leerlingen leren hun ervaringen onder woorden te brengen Werkvorm: Samenwerkend leren Materiaal: - Leesboekjes/ korte tekst uit lesmethode met niet teveel moeilijke woorden - lettergebaren (te vinden op onder gebarentaal handalfabet vingerspelling) Tijd: +/- 20 minuten Inleiding: Praat met de leerlingen over hoe het voor een doof iemand zal zijn als hij in een groep is waar niemand kan gebaren (ga hierbij ook in op de gevoelens). Hoe kan hij toch iets volgen van wat er gezegd wordt? Bij deze activiteit gaan de leerlingen ervaren hoe lastig dit is. Kern: De leerlingen gaan elkaar een stukje voorlezen. Maar niet zomaar voorlezen, ze moeten liplezen. Het ene kind leest een stukje voor aan het andere kind, die probeert daarna te vertellen waar het over ging (een paar regels is genoeg). Klopt dit met wat er verteld is? Probeer het daarna nog een keer. De leerlingen krijgen daarbij allebei een kaart met lettergebaren. De verteller begint alleen met liplezen, woord voor woord. Het luisterende kind zegt na elk woord wat hij denkt dat er gezegd werd. Is dit niet goed, dan gaat de verteller het woord gebaren. Misschien is het goed dat de luisteraar ook de woorden opschrijft. Door de hoge moeilijkheidsgraad is hij de draad van het verhaal waarschijnlijk erg snel kwijt. U kunt er ook juist bewust voor kiezen om dit niet te doen en bij de afsluiting te kijken hoeveel ze nog weten van het verhaaltje. Afsluiting: Laat de leerlingen vertellen over hun ervaringen. 40

41 Beperkte zintuigen Doel: De leerlingen kunnen samenwerken in een groep De kinderen kunnen informatie zoeken op internet De kinderen kunnen informatie aan elkaar overbrengen De kinderen weten wat het inhoudt als je een beperking hebt aan een van je zintuigen Werkvorm: Expertgroepen Materiaal: Pennen Papier Computers A2 vellen voor posters Tijd: +/- 1 uur Inleiding: Bekende zintuiglijke beperkingen zijn blindheid en doofheid. Maar het kan ook zijn dat andere zintuigen niet functioneren als je reuk en smaakzintuig niet goed functioneren noemen we dat Anosmie. Kern: Laat de leerlingen in drie of zes groepen uit elkaar gaan. (afhankelijk van wat u zelf het prettigst vind, grote of kleine groepjes) Elk groepje krijgt een van de drie onderwerpen: doofheid, blindheid of anosmie en gaat daar informatie over opzoeken. Dit gaan ze verwerken in een poster. Als alle groepjes klaar zijn (na +/ minuten) gaan ze de posters aan elkaar presenteren via een doordraaisysteem. Elk groepje heeft 5 minuten om hun informatie over te brengen aan het andere groepje. Op deze manier krijgt elk groepje van alle drie de beperkingen wat te weten. Afsluiting: Hang de posters op in de klas en geef de leerlingen nog even de mogelijkheid om de verschillende posters bekijken. 41

42 Doel: De leerlingen ontdekken hoe het voor een doof iemand is in de kerk De leerlingen bedenken oplossingen om te zorgen dan een doof iemand in de kerk ook mee kan doen. Werkvorm: Checking duo Samenwerkend leren Materiaal: Papier, pennen, stiften Tijd: 45 minuten Doof in de kerk Inleiding: Laat de leerlingen in koppels bij elkaar gaan zitten en geef ze een pen en het werkblad. Leg de volgende opdracht kort uit, waarna de leerlingen zelf aan de slag kunnen. De leerlingen gaan met z n tweeën een lijst maken van knelpunten voor dove mensen in de kerk. Dit doen ze door eerst zelf een aantal knelpunten op papier te zetten. Als ze hiermee beiden klaar zijn gaan ze vervolgens om de beurt een knelpunt noemen die ze opschrijven op hun gezamenlijke knelpuntenlijstje, net zolang totdat ze beiden door hun persoonlijke lijstje heen zijn. Is er nog tijd over dan bedenken ze samen nog nieuwe knelpunten. Als ongeveer alle groepjes klaar zijn maakt u met de klas op het bord een top 5 van knelpunten. Kern: Verdeel de groep in vijf groepen. Elke groep krijgt een knelpunt, waarvoor ze een oplossing gaan verzinnen. De uitvoering van de opdracht is in principe vrij, maar om een indruk te geven aan wat voor opdrachten wij ongeveer denken zijn hier een aantal voorbeelden: - een stukje schrijven voor het kerkblad - een poster maken - een actiedag/avond ontwerpen - een brief schrijven aan de kerkenraad - Afsluiting: De leerlingen presenteren hun oplossingen aan elkaar 42

43 Samenwerken zonder woorden Doel: De leerlingen ervaren hoe lastig het is om samen te werken als je niet met elkaar kunt praten De leerlingen ontdekken hoe ze wel met elkaar kunnen communiceren Werkvorm: Samenwerkend leren Materiaal: Verschillende (kosteloze) materialen Verschillende gereedschappen Oordopjes Tijd: +/- 1 uur Inleiding: Bespreek met de leerlingen hoe het zal zijn om samen te werken en daarbij niet te mogen praten. Hoe zouden ze dat oplossen? Kern: Verdeel de klas in 5 groepen. Elke groep krijgt een zintuig, waarover ze samen een creatief werkstuk gaan maken. Hoe ze dit doen en wat ze gaan maken mogen ze helemaal zelf beslissen. Dit maakt de opdracht tegelijk des te moeilijker, want dat kost meer overleg. Om te ervaren hoe lastig het is om samen te werken als je doof bent krijgen de leerlingen oordopjes in. Ze mogen wel liplezen, maar mogen niet schriftelijk met elkaar communiceren. Tekenen om te laten zien wat ze bedoelen mag wel. Ze moeten dus niet alleen creatief zijn in het werkstuk, maar ook in het communiceren. Hoe breng je je idee over op de rest? Daag de leerlingen uit door veel verschillende materialen uit te stallen. Afsluiting: De werkstukken worden tentoongesteld, de leerlingen vertellen hoe het proces is gegaan en hoe ze het hebben ervaren. 43

44 Mime Dove mensen doen veel met de expressie in hun gezicht. Kijk maar eens een stukje van het nieuws met een gebarentolk, de expressie wordt heel erg benadrukt. Omdat dove mensen niet kunnen horen worden andere zintuigen vaak beter ontwikkeld. Vooral in kijken zijn dove mensen goed. Doel: De leerlingen werken samen aan een creatieve opdracht Werkvorm: drama Materiaal: Bijbels Tijd: +/- 45 minuten Inleiding: Het leuke aan toneel is dat er heel veel te zien is en het voor een doof persoon dus ook leuk is. Tenminste, tot op zekere hoogte. De tekst kan hij niet horen. Maar er is ook een soort toneel waarbij niet gesproken wordt: mime. Bespreek met de leerlingen wat mime is. Laat daarbij zoveel mogelijk uit de leerlingen komen. Doe samen een aantal korte oefeningetjes om er even in te komen, zoals bijvoorbeeld de volgende: - een doos optillen - een deur opendoen - over de schutting kijken - bladeren in een boek - boos zijn - verlegen zijn - Kern: Deel de groep in vieren. De leerlingen gaan nu zelf een mimestuk maken aan de hand van een van de gelijkenissen uit de bijbel. Geef ze ongeveer twintig minuten om het stuk voor te bereiden. Daarna gaan ze de stukken aan elkaar laten zien. Afsluiting: Als u beschikking hebt over een videocamera is het leuk om de stukjes op te nemen. U kunt dan met de klas aan de hand van de video de les nabespreken en daarbij vooral de sterke punten laten zien. 44

45 Tips en ideeën 45

46 Tips en ideeën Lichamelijke beperking - Zorg dat er rolstoelen aanwezig zijn. De kinderen kunnen dan ervaren hoe het is om in een rolstoel te zitten en van een rolstoel afhankelijk te zijn. - Ga naar een instantie, bijvoorbeeld een zorgboerderij waar mensen met een lichamelijke beperking werken. - Nodig iemand uit, die met een lichamelijke beperking moet leven. Laat iets vertellen over zijn/haar ervaringen. Bedenk van te voren met de klas interviewvragen. Sociale beperking - Een orkest zonder dirigent. Dit is een beschrijving van de gebeurtenissen in het hoofd van een kind met autisme in sommige situaties. Dan lijkt het op een orkest zonder dirigent, een chaos. - Laat de kinderen eens een tijdje, zonder aankondiging, alleen in de klas. Vertel niet wat de bedoeling is en laat de kinderen alleen. Kom na tien à vijftien minuten weer terug in de klas en praat met de kinderen over de situatie van net. - Werk met pictogrammen, hang een dagprogramma op het bord. Er zijn een aantal voorbeelden bijgevoegd, voor meer pictogrammen kunt u kijken op: Verstandelijke beperking Ideeën voor lessen: - Wat werd er vroeger gedaan met mensen die een verstandelijke beperking hadden? Hoe wordt er nu mee om gegaan? - Welke plek nemen ze in de toekomst in? - Wat zijn de oorzaken van het Downsyndroom? - Welk werk verrichten ze zo al? - Bezoek samen een werkplaats voor mensen met een verstandelijke beperking. - Waar wonen ze? - Instrumenten bespelen door middel van kleur. Aanrader boek: The crippled lamb door Max Lucado. Uitgeven door Tommy Nelson. Het kreupele lammetje is een Engels boek, dat nog niet in het Nederlands is uitgegeven. Het is een heel mooi boek! Joshua is een lammetje dat zich altijd anders en verdrietig voelt, omdat hij zwarte vlekken heeft en een kreupel pootje. Als hij op een middag niet mee mag met de kudde naar een verre groene weide, voelt hij zich helemaal buitengesloten. Verdrietig gaat hij naar zijn enige vriend, Abigail de koe. Abigail vertelt Joshua altijd dat God een speciaal plekje heeft voor degenen die zich buitengesloten voelen en tijdens een bijzondere nacht ontdekt Joshua dat dat ook echt zo is. 46

Sociale beperking. Autisme en andere beperkingen. Ilse de Koning

Sociale beperking. Autisme en andere beperkingen. Ilse de Koning Sociale beperking Autisme en andere beperkingen Ilse de Koning Voorwoord 4 Onderbouw Kennismaken met Ilse 6 Tikkertje 7 Samen spelen 8 Oog voor detail 9 Memory 10 Nog een aantal spelletjes 11 Middenbouw

Nadere informatie

Leven met een lichamelijke beperking. Chris Zegers

Leven met een lichamelijke beperking. Chris Zegers Leven met een lichamelijke beperking Chris Zegers Voorwoord 4 Onderbouw Bijbelverhaal Vrienden en de verlamde 6 Kennismaking met Chris 7 Bewegen is bijzonder 8 Poppen bewegen 9 Help elkaar 10 Elkaar nodig!

Nadere informatie

De kinderen zitten in een hoefijzeropstelling, omdat er iets gaan gebeuren vooraan in de klas. Iedereen moet dat goed kunnen zien.

De kinderen zitten in een hoefijzeropstelling, omdat er iets gaan gebeuren vooraan in de klas. Iedereen moet dat goed kunnen zien. Foto s uitbeelden 1 Doel: de leerlingen kunnen een eenvoudige handeling uitbeelden in houding en mimiek Benodigdheden: een fototoestel De kinderen zitten in een hoefijzeropstelling, omdat er iets gaan

Nadere informatie

2 Ik en autisme VOORBEELDPAGINA S

2 Ik en autisme VOORBEELDPAGINA S 2 Ik en autisme In het vorige hoofdstuk is verteld over sterke kanten die mensen met autisme vaak hebben. In dit hoofdstuk vertellen we over autisme in het algemeen. We beginnen met een stelling. In de

Nadere informatie

en zelfbeeld Lichamelijke ontwikkeling Lesdoelen: Werkvormen: Benodigdheden: Kinderboeken: Les 1: Wie ben ik Lesoverzicht

en zelfbeeld Lichamelijke ontwikkeling Lesdoelen: Werkvormen: Benodigdheden: Kinderboeken: Les 1: Wie ben ik Lesoverzicht I Lichamelijke ontwikkeling en zelfbeeld Les 1: Wie ben ik Lesoverzicht Lesdoelen: Kinderen worden zich meer bewust van eigen talenten en eigenschappen en ontwikkelen een positief zelfbeeld. Kinderen kunnen

Nadere informatie

Tuin van Heden 3 en 4 Werken met kunst in de paasperiode. Kernles 1: Kunstenaar, wat vertel je mij?

Tuin van Heden 3 en 4 Werken met kunst in de paasperiode. Kernles 1: Kunstenaar, wat vertel je mij? Tuin van Heden 3 en 4 Werken met kunst in de paasperiode Opmerking vooraf: Voor de uitwerking van deze lessen hebben we doelen gehaald uit verschillende thema s van de betreffende graad. Na elk doel verwijzen

Nadere informatie

Verstandelijke beperking. Down Syndroom en andere verstandelijke beperkingen. Jitze Bontekoe

Verstandelijke beperking. Down Syndroom en andere verstandelijke beperkingen. Jitze Bontekoe Verstandelijke beperking Down Syndroom en andere verstandelijke beperkingen Jitze Bontekoe Voorwoord 4 Onderbouw Bijbelverhaal De goede Herder 6 Kennismaking met Jitze 9 Zakdoekje leggen/muziek maken 10

Nadere informatie

Eenzaam. De les. Inhoud. Doel. Materiaal. Belangrijk. les

Eenzaam. De les. Inhoud. Doel. Materiaal. Belangrijk. les 8 Inhoud 1 Eenzaam De Soms ben je alleen en vind je dat fijn. Als alleen zijn niet prettig aanvoelt, als je niet in je eentje wilt zijn, dan voel je je eenzaam. In deze leren de leerlingen het verschil

Nadere informatie

De Drakendokter: Gideon

De Drakendokter: Gideon De Drakendokter: Gideon Om hulp vragen Vervolgverhalen Groep 5 en 6 (SO en SBO) Overzicht De opdrachten zijn het leukst om te doen, als het hele boek in de klas is voorgelezen. Dit kan door elke dag in

Nadere informatie

Bijeenkomst over geloofsopvoeding Moeilijke kindervragen

Bijeenkomst over geloofsopvoeding Moeilijke kindervragen DOELSTELLINGEN De ouders hebben ervaren dat hun kind niet het enige is dat moeilijke vragen stelt en dat zij elkaar kunnen ondersteunen in de omgang hiermee. De ouders kunnen met hun kind in gesprek gaan

Nadere informatie

Knabbel en Babbeltijd.

Knabbel en Babbeltijd. Knabbel en Babbeltijd. (zorg ervoor dat je deze papieren goed leest, uitprint en meeneemt naar de VBW) Het thema van deze VBW-week is Zeesterren. Het thema is de titel van de week (dus geen kreet of korte

Nadere informatie

SOCIALE VAARDIGHEDEN MET AFLATOUN

SOCIALE VAARDIGHEDEN MET AFLATOUN SOCIALE VAARDIGHEDEN MET AFLATOUN Dit thema is opgesplitst in drie delen; gevoelens, ruilen en familie. De kinderen gaan eerst aan de slag met gevoelens. Ze leren omgaan met de gevoelens van anderen. Daarna

Nadere informatie

Huiswerk Spreekbeurten Werkstukken

Huiswerk Spreekbeurten Werkstukken Huiswerk Spreekbeurten Werkstukken - 2 - Weer huiswerk? Nee, deze keer geen huiswerk, maar een boekje óver huiswerk! Wij (de meesters en juffrouws) horen jullie wel eens mopperen als je huiswerk opkrijgt.

Nadere informatie

Workshop Handleiding. Verhalen schrijven. wat is jouw talent?

Workshop Handleiding. Verhalen schrijven. wat is jouw talent? Workshop Handleiding Verhalen schrijven wat is jouw talent? Inhoudsopgave Hoe gebruik je deze workshop? Hoe kun je deze workshop inzetten in je klas? Les 1: Even voorstellen stelt zich kort voor en vertelt

Nadere informatie

Jezus vertelt, dat God onze Vader is

Jezus vertelt, dat God onze Vader is Eerste Communieproject 26 Jezus vertelt, dat God onze Vader is Jezus als leraar In les 4 hebben we gezien dat Jezus wordt geboren. De engelen zeggen: Hij is de Redder van de wereld. Maar nu is Jezus groot.

Nadere informatie

Kringgesprek week 30 (Ong. 5 minuten) Lezen uit de bijbel 1 Joh.1: 5 10

Kringgesprek week 30 (Ong. 5 minuten) Lezen uit de bijbel 1 Joh.1: 5 10 Les 2 vakantie Lezen uit de bijbel 1 Joh.1: 5 10 God is licht, er is in hem geen spoor van duisternis. Als we zeggen dat we met hem verbonden zijn terwijl we onze weg in het duister gaan, liegen we en

Nadere informatie

Jezus geeft zijn leven voor de mensen

Jezus geeft zijn leven voor de mensen Eerste Communieproject 38 Jezus geeft zijn leven voor de mensen Niet iedereen gelooft in Jezus In les 5 hebben we gezien dat Jezus vertelt over de Vader. God houdt van de mensen. Hij vergeeft je zonden.

Nadere informatie

Bijeenkomst over geloofsopvoeding Communiceren met je puber Deze bijeenkomst sluit aan bij Moments, magazine voor ouders van jongeren van 12-18 jaar

Bijeenkomst over geloofsopvoeding Communiceren met je puber Deze bijeenkomst sluit aan bij Moments, magazine voor ouders van jongeren van 12-18 jaar DOELSTELLINGEN Ouders zijn zich ervan bewust dat je altijd en overal communiceert Ouders wisselen ervaringen met elkaar uit over hoe de communicatie met hun pubers verloopt Ouders verwerven meer inzicht

Nadere informatie

De gelijkenis van de onbarmhartige dienstknecht

De gelijkenis van de onbarmhartige dienstknecht De gelijkenis van de onbarmhartige dienstknecht Lees : Mattheüs 18:21-35 Eerst lezen Daarna volgen er vragen en opdrachten Gelijkenissen Toen de Heere Jezus op aarde was,heeft Hij gelijkenissen verteld

Nadere informatie

Tuin van Heden 5 en 6 Werken met kunst in de paasperiode. Kernles 1: Kunstenaar, wat vertel je mij?

Tuin van Heden 5 en 6 Werken met kunst in de paasperiode. Kernles 1: Kunstenaar, wat vertel je mij? Tuin van Heden 5 en 6 Werken met kunst in de paasperiode Opmerking vooraf: Voor de uitwerking van deze lessen hebben we doelen gehaald uit verschillende thema s van de betreffende graad. Na elk doel verwijzen

Nadere informatie

Lesdoelen: Werkvormen: Benodigdheden: Prentenboeken: Les 10: Hoe zeg ik nee. Lesoverzicht. Basis

Lesdoelen: Werkvormen: Benodigdheden: Prentenboeken: Les 10: Hoe zeg ik nee. Lesoverzicht. Basis Les 10: Hoe zeg ik nee Lesoverzicht Lesdoelen: Kinderen weten het verschil tussen prettige en onprettige situaties en kunnen deze herkennen. Kinderen weten dat ze onprettige aanrakingen mogen weigeren.

Nadere informatie

Soms ben ik eens boos, en soms wel eens verdrietig, af en toe eens bang, en heel vaak ook wel blij.

Soms ben ik eens boos, en soms wel eens verdrietig, af en toe eens bang, en heel vaak ook wel blij. Lied: Ik ben ik (bij thema 1: ik ben mezelf) (nr. 1 en 2 op de CD) : Weet ik wie ik ben? Ja, ik weet wie ik ben. Weet ik wie ik ben? Ja, ik weet wie ik ben. Ik heb een mooie naam, van achter en vooraan.

Nadere informatie

Educatief materiaal bij de voorstelling Buurman en Buurvrouw, groep 3 en 4

Educatief materiaal bij de voorstelling Buurman en Buurvrouw, groep 3 en 4 bas Educatief materiaal bij de voorstelling Buurman en Buurvrouw, groep 3 en 4 In deze lesbrief staan een aantal ideeën die u na de voorstelling met de kinderen kunt doen. U krijgt deze lesbrief voorafgaand

Nadere informatie

Wat is PDD-nos? VOORBEELDPAGINA S. Wat heb je dan? PDD-nos is net als Tourette een neurologische stoornis. Een stoornis in je hersenen.

Wat is PDD-nos? VOORBEELDPAGINA S. Wat heb je dan? PDD-nos is net als Tourette een neurologische stoornis. Een stoornis in je hersenen. Wat is PDD-nos? 4 PDD-nos is net als Tourette een neurologische stoornis. Een stoornis in je hersenen. Eigenlijk vind ik stoornis een heel naar woord. Want zo lijkt het net of er iets niet goed aan me

Nadere informatie

OPA EN OMA DE OMA VAN OMA

OPA EN OMA DE OMA VAN OMA Hotel Hallo - Thema 4 Hallo opdrachten OPA EN OMA 1. Knip de strip. Strip Knip de strip los langs de stippellijntjes. Leg de stukken omgekeerd en door elkaar heen op tafel. Draai de stukken weer om en

Nadere informatie

Ben jij een kind van gescheiden ouders? Dit werkboekje is speciaal voor jou!

Ben jij een kind van gescheiden ouders? Dit werkboekje is speciaal voor jou! Hallo Ben jij een kind van gescheiden ouders? Dit werkboekje is speciaal voor jou Als je ouders uit elkaar zijn kan dat lastig en verdrietig zijn. Misschien ben je er boos over of denk je dat het jouw

Nadere informatie

LESBRIEF NR 2 OPDRACHT 1 ANDERS? VOOR GROEP 7 + 8 +

LESBRIEF NR 2 OPDRACHT 1 ANDERS? VOOR GROEP 7 + 8 + LESBRIEF NR 2 VOOR GROEP 7 + 8 + GROEP 7 + 8 DOWNLOAD DEZE LESBRIEF OOK OP SAMSAM.NET SAMSAM MIDDEN IN DE WERELD De wheelie van Robert uit Zambia ANDERS? NOU EN! Een slangenbeet veranderde Christabels

Nadere informatie

Zand erover. verzoeningsviering voor de tweede graad. VAN IN 2013 Tuin van Heden.nu - Viering

Zand erover. verzoeningsviering voor de tweede graad. VAN IN 2013 Tuin van Heden.nu - Viering Zand erover verzoeningsviering voor de tweede graad Zand erover Verzoeningsviering voor de tweede graad Vooraf in de klas Wat heb je nodig? - twee grote bladen papier, schrijf op het eerste blad het kernwoord

Nadere informatie

3 Hoogbegaafdheid op school

3 Hoogbegaafdheid op school 3 Hoogbegaafdheid op school Ik laat op school zien wat ik kan ja soms nee Ik vind de lessen op school interessant meestal soms nooit Veel hoogbegaafde kinderen laten niet altijd zien wat ze kunnen. Dit

Nadere informatie

Het houden van een spreekbeurt

Het houden van een spreekbeurt Het houden van een spreekbeurt In deze handleiding staan tips over hoe je een spreekbeurt kunt houden. Waar moet je op letten? Wat moet je wel doen? En wat moet je juist niet doen? We hopen dat je wat

Nadere informatie

Teksten bewerkt uit het gezinsboek Ons Dagelijks Brood veertigdagentijd van pastoor M. Hagen door EBP voor www.kinderenbiddenvoorkinderen.

Teksten bewerkt uit het gezinsboek Ons Dagelijks Brood veertigdagentijd van pastoor M. Hagen door EBP voor www.kinderenbiddenvoorkinderen. Bidden Teksten bewerkt uit het gezinsboek Ons Dagelijks Brood veertigdagentijd van pastoor M. Hagen door EBP voor www.kinderenbiddenvoorkinderen.nl en kinderactiviteiten www.lambertuskerk-rotterdam.nl

Nadere informatie

lesprogramma PO activerende lessen over respect voor het primair onderwijs

lesprogramma PO activerende lessen over respect voor het primair onderwijs lesprogramma PO activerende lessen over respect voor het primair onderwijs Wordle van respect Duur Materialen een computer met internetverbinding Introductie Op 8 november is het de Dag van Respect. Deze

Nadere informatie

Les 17 Zo zeg je dat (niet)

Les 17 Zo zeg je dat (niet) Blok 3 We hebben oor voor elkaar les 17 Les 17 Zo zeg je dat (niet) Doel blok 3: Leskern: Woordenschat: Materialen: Leerlingen leren belangrijke communicatieve vaardigheden, zoals verplaatsen in het gezichtspunt

Nadere informatie

TITEL ACTIVITEIT + beschrijving: filosofisch gesprek over geloven.

TITEL ACTIVITEIT + beschrijving: filosofisch gesprek over geloven. TITEL ACTIVITEIT + beschrijving: filosofisch gesprek over geloven. Beginsituatie: De lln doen als inleiding op het project rond geloven en de kerkwandeling, een filosofisch gesprek. Er komen verschillende

Nadere informatie

Heilig Jaar van Barmhartigheid

Heilig Jaar van Barmhartigheid Heilig Jaar van Barmhartigheid van 8 december 2015 tot 20 november 2016 Paus Franciscus heeft alle mensen van de hele wereld uitgenodigd voor een heilig Jaar van Barmhartigheid. Dit hele jaar is er extra

Nadere informatie

Daphne. Wij hebben de g.k.ij. op bezoek gekregen. We hebben spelletjes gedaan. Dat moest bij. Met 1 arm of iets anders.

Daphne. Wij hebben de g.k.ij. op bezoek gekregen. We hebben spelletjes gedaan. Dat moest bij. Met 1 arm of iets anders. Wij hebben de g.k.ij. op bezoek gekregen. We hebben spelletjes gedaan. Dat moest bij. Met 1 arm of iets anders. Zo konden we voelen hoe is om gehandicapt te zijn. Ik zelf vond het heel leerzaam en heb

Nadere informatie

Sociale/pedagogische vragenlijst

Sociale/pedagogische vragenlijst Bijlage 1 Sociale/pedagogische vragenlijst voor ouders en begeleiders van mensen met een matige tot (zeer) ernstige verstandelijke beperking, al dan niet in combinatie met een lichamelijke beperking 1

Nadere informatie

Korte cursus sinterklaasgedichten schrijven

Korte cursus sinterklaasgedichten schrijven Taal actief 3 Handleiding groep 6 en 7 Korte cursus sinterklaasgedichten schrijven Dit is een extra activiteit die past binnen het thema sinterklaas. Tijdsduur 45 minuten Tip: De kinderen die moeite hebben

Nadere informatie

Nationaal Gevangenismuseum Gevangen in beeld

Nationaal Gevangenismuseum Gevangen in beeld Nationaal Gevangenismuseum Gevangen in beeld Groep 8 Les 1. Boeven in beeld Les 1. Boeven in beeld Nationaal Gevangenismuseum Groep 8 120 minuten Samenvatting van de les De les begint met een klassikaal

Nadere informatie

Zintuiglijke beperking

Zintuiglijke beperking Zintuiglijke beperking Doofheid en andere beperkingen Wouter Zoer Voorwoord 3 Onderbouw Kennismaken met Wouter 5 Bijbelverhaal 6 Lied 7 Zie jij wat ik (niet) zie? 8 Naamgebaar 10 Sssst! 11 Kruip in de

Nadere informatie

LES 2 THEMA S UIT DE FILM GODS LAM EN PANTOMIME

LES 2 THEMA S UIT DE FILM GODS LAM EN PANTOMIME LES 2 THEMA S UIT DE FILM GODS LAM EN PANTOMIME Algemene opzet van de les Doelen: - Kinderen kunnen gedachten, gevoelens en houdingen bij thema s uit de film Gods Lam uitdrukken in dramavorm. - Kinderen

Nadere informatie

leren omgaan met Diversiteit In je gemeente

leren omgaan met Diversiteit In je gemeente Geloven kun je niet alleen! Stap 1 Jouw kijk op de wereld 15 min. Kijken in de spiegel naar jezelf Wat vind je van je eigen lichaam? Wat vind je mooi? Als je zou mogen kiezen, welk deel zou je dan weghalen?

Nadere informatie

Lesbrief les 3 groep 1 en 2 Energie voor drie

Lesbrief les 3 groep 1 en 2 Energie voor drie Lesbrief les 3 groep 1 en 2 Energie voor drie Lesdoelen De kinderen weten dat eten en drinken je verse energie geven om te bewegen. De kinderen weten dat eten en drinken ook zorgen dat je kunt groeien.

Nadere informatie

Kids. &Go. Informatieblad speciaal voor kinderen

Kids. &Go. Informatieblad speciaal voor kinderen Informatieblad speciaal voor kinderen Datum; Aalsmeer, jaar 2011 Gemaakt door; Bianca Wegbrands daar, Wat leuk dat je dit informatieblad speciaal voor kinderen wilt lezen. Ik zal me eerst even aan jou

Nadere informatie

Werkboek Het is mijn leven

Werkboek Het is mijn leven Werkboek Het is mijn leven Het is mijn leven Een werkboek voor jongeren die zelf willen kiezen in hun leven. Vul dit werkboek in met mensen die je vertrouwt, bespreek het met mensen die om je geven. Er

Nadere informatie

Groep 8 Verdiepingsles: Lagerhuis (dubbele les) Groep 8 Verdiepingsles: Lagerhuis voorbereiding. Leerkrachtinformatie

Groep 8 Verdiepingsles: Lagerhuis (dubbele les) Groep 8 Verdiepingsles: Lagerhuis voorbereiding. Leerkrachtinformatie Leerkrachtinformatie (dubbele les) Lesduur: 2 x 50 minuten (klassikaal) Introductie van de activiteit 1. Deze klassikale les bestaat uit twee delen: Voorbereiding Uitvoering voorbereiding Lesduur: 50 minuten

Nadere informatie

Maak van je kind een maker!

Maak van je kind een maker! Maak van je kind een maker! En word er zelf ook één. Zes regels waarmee dat waarschijnlijk best wel lukt. 1 Welkom In dit boekje vertellen we over maken. Het is speciaal gemaakt voor ouders die samen met

Nadere informatie

1. Van je juf of meester krijg je een plaatje. Bekijk je plaatje goed. 3. Zoek samen nog vier klasgenoten met een ander plaatje.

1. Van je juf of meester krijg je een plaatje. Bekijk je plaatje goed. 3. Zoek samen nog vier klasgenoten met een ander plaatje. Opdracht 1 Ongeveer 150 jaar geleden stonden er veel steenfabrieken langs de IJssel. De stenen werden van klei gemaakt. Dat kon je langs de IJssel vinden. Als de rivier overstroomde, bleef er een laagje

Nadere informatie

Spekkoek. Op de terugweg praat zijn oma de hele tijd. Ze is blij omdat Igor maandag mag komen werken.

Spekkoek. Op de terugweg praat zijn oma de hele tijd. Ze is blij omdat Igor maandag mag komen werken. Spekkoek Oma heeft de post gehaald. Er is een brief van de Sociale Werkplaats. Snel scheurt ze hem open. Haar ogen gaan over de regels. Ze kan het niet geloven, maar het staat er echt. Igor mag naar de

Nadere informatie

lesmateriaal Taalkrant

lesmateriaal Taalkrant lesmateriaal Taalkrant Toelichting Navolgend vindt u een plan van aanpak en 12 werkbladen voor het maken van de Taalkrant in de klas, behorende bij het project Taalplezier van Stichting Wereldleren. De

Nadere informatie

Bij u schuil ik, u bent mijn schild,

Bij u schuil ik, u bent mijn schild, Bij u schuil ik, u bent mijn schild, in uw woord stel ik mijn hoop. Psalm 119:114 inleiding Laten we eerlijk zijn: het is niet zo eenvoudig om regelmatig uit de Bijbel te lezen en te bidden. Onze volle

Nadere informatie

Grenzeloze vrijheid? Discussiebijeenkomst tienerclub

Grenzeloze vrijheid? Discussiebijeenkomst tienerclub Grenzeloze vrijheid? Discussiebijeenkomst tienerclub Leeftijd: 12-16 jaar Tijdsduur: 1 uur Doelen - De jongeren denken na over de betekenis van de muur tussen Israël en de Palestijnse gebieden in het dagelijks

Nadere informatie

Reflectiegesprekken met kinderen

Reflectiegesprekken met kinderen Reflectiegesprekken met kinderen Hierbij een samenvatting van allerlei soorten vragen die je kunt stellen bij het voeren van (reflectie)gesprekken met kinderen. 1. Van gesloten vragen naar open vragen

Nadere informatie

4 communicatie. Ik weet welke informatie anderen nodig hebben om mij te kunnen begrijpen. Ik vertel anderen wat ik denk of voel.

4 communicatie. Ik weet welke informatie anderen nodig hebben om mij te kunnen begrijpen. Ik vertel anderen wat ik denk of voel. 4 communicatie Communicatie is het uitwisselen van informatie. Hierbij gaat het om alle informatie die je doorgeeft aan anderen en alle informatie die je van anderen krijgt. Als de informatie aankomt,

Nadere informatie

Uitleg boekverslag en boekbespreking

Uitleg boekverslag en boekbespreking Uitleg boekverslag en boekbespreking groep 7 schooljaar 2014-2015 Inhoudsopgave: Blz. 3 Blz. 3 Blz. 3 Blz. 4 Blz. 6 Blz. 7 Blz. 7 Stap 1: Het lezen van je boek Stap 2: Titelpagina Stap 3: Inhoudsopgave

Nadere informatie

Het onze Vader. Naam:

Het onze Vader. Naam: Het onze Vader Naam: Onze Vader Onze Vader, Die in de hemelen zijt. Uw Naam worde geheiligd. Uw Koninkrijk kome. Uw wil geschiede, zoals in de hemel zo ook op de aarde. Geef ons heden ons dagelijks brood.

Nadere informatie

Voorbereidend gesprek Vragen die de leerkracht kan stellen: Introductielessen Primair Onderwijs. 1.1- Introductieles 1: Schetsen voor het schoolplein

Voorbereidend gesprek Vragen die de leerkracht kan stellen: Introductielessen Primair Onderwijs. 1.1- Introductieles 1: Schetsen voor het schoolplein Introductielessen Primair Onderwijs 1.1- Introductieles 1: Schetsen voor het schoolplein - De leerlingen worden met kunst geconfronteerd - De leerlingen ontdekken dat kunst niet altijd in een museum staat

Nadere informatie

Wat voor tekst schrijf je en voor wie: een gedicht voor op een poëziekaart. Hoe pak je het schrijven van een gedicht aan?

Wat voor tekst schrijf je en voor wie: een gedicht voor op een poëziekaart. Hoe pak je het schrijven van een gedicht aan? Les 1: Een poëziekaart maken Wat voor tekst schrijf je en voor wie: een gedicht voor op een poëziekaart Lees over Verbonden zijn. Verbonden zijn De Nieuwsbegrip leesles gaat over de ramadan. Tijdens de

Nadere informatie

Les 1 Vragen stellen Leestekst: De tandarts

Les 1 Vragen stellen Leestekst: De tandarts Les 1 Vragen stellen Leestekst: De tandarts "Welkom:... " Introductiefase: 1. "Vandaag gaan we weer een tekst lezen. Daarbij gaan we een nieuwe strategie leren. Deze strategie heet vragen stellen. We gaan

Nadere informatie

Discussiëren Kun Je Leren:

Discussiëren Kun Je Leren: Chantal Deken Discussiëren Kun Je Leren: discussielessen voor groep 3 t/m 8; sluit aan bij referentieniveaus Mondelinge taal; versterkt 21 e -eeuwvaardigheden als communiceren en samenwerken; compleet

Nadere informatie

Museum De Buitenplaats Kijken is een kunst

Museum De Buitenplaats Kijken is een kunst Museum De Buitenplaats Kijken is een kunst Groep 5 Les 1 Ik en mijn selfie Les 1 Ik en mijn selfie Samenvatting van de les De kinderen kijken naar een selectie portretten waaronder selfies. Ze analyseren

Nadere informatie

GAVE Kerk: werkblad Bijbelklassen en Spoorzoekers

GAVE Kerk: werkblad Bijbelklassen en Spoorzoekers Onze gemeentevisie GAVE Kerk: werkblad Bijbelklassen en Spoorzoekers Wij zijn gemeente van Jezus Christus die hem leren kennen, volgen en verkondigen. G K V - V Thematekst met gebaren: Sleutelvers: God

Nadere informatie

Theorieboek. leeftijd, dezelfde hobby, of ze houden van hetzelfde. Een vriend heeft iets voor je over,

Theorieboek. leeftijd, dezelfde hobby, of ze houden van hetzelfde. Een vriend heeft iets voor je over, 3F Wat is vriendschap? 1 Iedereen heeft vrienden, iedereen vindt het hebben van vrienden van groot belang. Maar als we proberen uit te leggen wat vriendschap precies is staan we al snel met de mond vol

Nadere informatie

Les 1: Kennismaking met fysieke beperkingen

Les 1: Kennismaking met fysieke beperkingen Lessenreeks Kinderen met een fysieke handicap 1 Les 1: Kennismaking met fysieke beperkingen Lesdoelstellingen: Doelstelling 1: De leerlingen kunnen verwoorden wat ze met hun lichaamsdelen kunnen. Doelstelling

Nadere informatie

Verbindingsactietraining

Verbindingsactietraining Verbindingsactietraining Vaardigheden Open vragen stellen Luisteren Samenvatten Doorvragen Herformuleren Lichaamstaal laten zien Afkoelen Stappen Werkafspraken Vertellen Voelen Willen Samen Oplossen Afspraken

Nadere informatie

Creatief en flexibel toepassen van Triplep. Maarten Vos Doe, laat zien, lach, oefen en geef applaus

Creatief en flexibel toepassen van Triplep. Maarten Vos Doe, laat zien, lach, oefen en geef applaus Creatief en flexibel toepassen van Triplep Maarten Vos Doe, laat zien, lach, oefen en geef applaus Programma Overzicht Kennismaking Persoonlijke werving van ouders Een goede relatie opbouwen met de ouders

Nadere informatie

HANDLEIDING TALENTENQUIZ

HANDLEIDING TALENTENQUIZ HANDLEIDING TALENTENQUIZ STAPPENPLAN TALENTENQUIZ 1. Download alle nodige bestanden van de talentenquiz kleur bekennen met kinderen op de studentenpagina bij de pagina voor de coördinator bedenk & doe

Nadere informatie

Op weg met Jezus. eerste communieproject. Hoofdstuk 5 Bidden. H. Theobaldusparochie, Overloon

Op weg met Jezus. eerste communieproject. Hoofdstuk 5 Bidden. H. Theobaldusparochie, Overloon Op weg met Jezus eerste communieproject H. Theobaldusparochie, Overloon Hoofdstuk 5 Bidden Eerste communieproject "Op weg met Jezus" hoofdstuk 5 blz. 1 Joris is vader aan het helpen in de tuin. Ze zijn

Nadere informatie

Pasen met peuters en kleuters. Jojo is weg

Pasen met peuters en kleuters. Jojo is weg Pasen met peuters en kleuters Beertje Jojo is weg Thema Maria is verdrietig, haar beste Vriend is er niet meer. Wat is Maria blij als ze Jezus weer ziet. Hij is opgestaan uit de dood! Wat heb je nodig?

Nadere informatie

Handleiding voor: * spreekbeurt * nieuwskring * leeskring * werkstuk

Handleiding voor: * spreekbeurt * nieuwskring * leeskring * werkstuk Handleiding voor: * spreekbeurt * nieuwskring * leeskring * werkstuk Antoniusschool Groep 5/6 Let op: deze heb je het hele schooljaar nodig! Hoe maak je een spreekbeurt? Mijn voorbereiding: 1. Je kiest

Nadere informatie

Werkvormen: Basis 6.1 Kwaliteiten van een vriend Reflectie Subgroepen 30 min 6.2 Hyves-profiel Reflectie Subgroepen (digi) 20 min.

Werkvormen: Basis 6.1 Kwaliteiten van een vriend Reflectie Subgroepen 30 min 6.2 Hyves-profiel Reflectie Subgroepen (digi) 20 min. Les 6: Gezocht: een vriend Lesoverzicht Lesdoelen: Kinderen weten wat ze belangrijk vinden in een vriendschap; Kinderen kunnen een aantal kenmerken en voorwaarden benoemen waar een vriendschap aan moet

Nadere informatie

ProJOP. jeugdwerk VPKB. 40 Days. stilstaan in de 40 dagentijd

ProJOP. jeugdwerk VPKB. 40 Days. stilstaan in de 40 dagentijd ProJOP jeugdwerk VPKB 40 Days stilstaan in de 40 dagentijd Hey! Voor je ligt 40 Days. De veertigdagentijd is de periode waarin we uitkijken naar Pasen, het feest van Jezus opstanding. Onderweg lezen we

Nadere informatie

China. Stadsgeluiden in China. 3 lessen rond geluiden in een Chinese stad. Vakgebied: Muziek. Lesduur: 60 minuten per les

China. Stadsgeluiden in China. 3 lessen rond geluiden in een Chinese stad. Vakgebied: Muziek. Lesduur: 60 minuten per les China Stadsgeluiden in China 3 lessen rond geluiden in een Chinese stad Vakgebied: Muziek Lesduur: 60 minuten per les China Pagina 1 - Stadsgeluiden in China - Colofon Stadsgeluiden in China Les voor groep

Nadere informatie

Document vertellen en presenteren voor de groepen 1, 2, 3 en 4. Doelen van vertellen en presenteren in groep 1 en 2:

Document vertellen en presenteren voor de groepen 1, 2, 3 en 4. Doelen van vertellen en presenteren in groep 1 en 2: Document vertellen en presenteren voor de groepen 1, 2, 3 en 4 Doelen van vertellen en presenteren in groep 1 en 2: Leerlingen raken vertrouwd met het presenteren voor een groep Leerlingen raken vertrouwd

Nadere informatie

Werkstukken maken op PCBO-Het Mozaiek Groep 6

Werkstukken maken op PCBO-Het Mozaiek Groep 6 We gaan een werkstuk maken en je mag het helemaal zelf doen. Het is helemaal jouw eigen werkstuk. Maar om je even goed op weg te helpen hebben we hieronder alle stapjes even op een rij gezet. Wat moet

Nadere informatie

De gelijkenis van het huis op de rots en op het zand.

De gelijkenis van het huis op de rots en op het zand. De gelijkenis van het huis op de rots en op het zand. Eerst lezen. Daarna volgen er vragen en opdrachten. Gelijkenissen Toen de Heere Jezus op aarde was, heeft Hij gelijkenissen verteld om de mensen veel

Nadere informatie

Boekje over de kerk. voor kinderen van ca. 4 10 jaar gemaakt door de jongste catechisatiegroep

Boekje over de kerk. voor kinderen van ca. 4 10 jaar gemaakt door de jongste catechisatiegroep Boekje over de kerk voor kinderen van ca. 4 10 jaar gemaakt door de jongste catechisatiegroep Over dit boekje Wij hebben op catechisatie wat geleerd over de kerk. Daar willen we je wat over vertellen.

Nadere informatie

Lesvoorbereiding Leef! Sociaal-emotionele vaardigheden klas 3-4

Lesvoorbereiding Leef! Sociaal-emotionele vaardigheden klas 3-4 Lesvoorbereiding Leef! Sociaal-emotionele vaardigheden klas 3-4 Hoofdstuk Vaardigheid: Leerdoel: 1 Geluk Weten wat geluk is en dit kunnen omschrijven De leerling kan: zijn definitie van geluk geven; feiten

Nadere informatie

Hoe bereid ik een spreekbeurt voor?

Hoe bereid ik een spreekbeurt voor? Hoe bereid ik een spreekbeurt voor? Het maken van een spreekbeurt is eigenlijk niets anders dan het schrijven van een informatieve tekst (weettekst). Het is daarom handig om net zo te werk te gaan als

Nadere informatie

Lesbrief thema: Identiteit

Lesbrief thema: Identiteit Lesbrief na Loser! Lesbrief thema: Identiteit Deze lesbrief is onderdeel van het na programma van de voorstelling Loser! van Theaterhart. Deze begeleidende brief is voor het thema: identiteit en hoort

Nadere informatie

S C I E N C E C E N T E R

S C I E N C E C E N T E R EEN ADEMBENEMEND INSTRUMENT Een liedje fluiten is niet zo makkelijk. Je lippen en je tong moet je in allerlei bochten wringen. Met een muziekinstrument gaat het al een stukje makkelijker. Even blazen en

Nadere informatie

Jouw avontuur met de Bijbel

Jouw avontuur met de Bijbel Nieske Selles-ten Brinke Jouw avontuur met de Bijbel Dagboek voor kinderen Uitgeverij Jes! Zoetermeer Uitgeverij Jes! is een samenwerking tussen Uitgeverij Boekencentrum en de HGJB. Kijk voor meer informatie

Nadere informatie

Jessica Huizer. aardrijkskunde

Jessica Huizer. aardrijkskunde Naam: Studentnummer: Opleiding: Klas: Vak: Docent: Jessica Huizer 0541685 Pabo 2P aardrijkskunde Vincent Bax 3 lessen * Introductie thema: Identiteit * introductie venster: Hindoeïsme * Les1: godsdiensten

Nadere informatie

DieDrie. Lesbrief bij de voorstelling Zeg het met muziek

DieDrie. Lesbrief bij de voorstelling Zeg het met muziek DieDrie Lesbrief bij de voorstelling Muziekles (deel1) ±35 minuten (incl. filmpjes) (uitleg en filmpjes) Groep 3 t/m 8 Hoe? In groepjes op 1 of meer computers (met internet), of klassikaal met beamer of

Nadere informatie

DEEL 1. WERKBOEK 5 Eigen keuze. 2015 Monique van Dam YOU: De keuze is aan jou!

DEEL 1. WERKBOEK 5 Eigen keuze. 2015 Monique van Dam YOU: De keuze is aan jou! DEEL 1 1 WERKBOEK 5 Eigen keuze Inhoud 2 1. Hoe zit het met je keuzes? 3 2. Hoe stap je uit je automatische piloot? 7 3. Juiste keuzes maken doe je met 3 vragen 9 4. Vervolg & afronding 11 1. Hoe zit het

Nadere informatie

RV 07 R.K. Basisschool de Vlinder groep 8 Stockholm 3 / 8 3124 SG Schiedam Tel.: 010-4717036 / 010-2470164

RV 07 R.K. Basisschool de Vlinder groep 8 Stockholm 3 / 8 3124 SG Schiedam Tel.: 010-4717036 / 010-2470164 R.K. Basisschool De Vlinder RV 07 R.K. Basisschool de Vlinder groep 8 Stockholm 3 / 8 3124 SG Schiedam Tel.: 010-4717036 / 010-2470164 GOEDE STUDIEGEWOONTEN Bij goed studeren (leren) of huiswerk maken

Nadere informatie

Tuin van Heden.nu 1 Mag ik zijn wie ik ben? Van In 5

Tuin van Heden.nu 1 Mag ik zijn wie ik ben? Van In 5 Tuin van Heden.nu 1 Mag ik zijn wie ik ben? Van In 5 5 Tuin van Heden.nu 1 Mag ik zijn wie ik ben? Van In 6 Zacheüs (1) Het is erg druk in de stad vandaag. Iedereen loopt op straat. Zacheüs wurmt zich

Nadere informatie

De gelijkenis van de barmhartige Samaritaan.

De gelijkenis van de barmhartige Samaritaan. De gelijkenis van de barmhartige Samaritaan. Eerst lezen. Daarna volgen er vragen en opdrachten. Gelijkenissen Toen de Heere Jezus op aarde was, heeft Hij gelijkenissen verteld om de mensen veel dingen

Nadere informatie

Voor jezelf? Les 1 Welkom!

Voor jezelf? Les 1 Welkom! Voor jezelf? Les 1 Welkom! Welkom! Dit is de cursus Voor jezelf? Wil je voor jezelf beginnen? Droom je ervan een eigen bedrijfje te starten? Zou je dit ook kunnen? In deze cursus ga je dit onderzoeken.

Nadere informatie

Bekende bijbelse verhalen

Bekende bijbelse verhalen Categorie Bijbel Aantal deelnemers 6-20 personen Leeftijd 12-16 jaar Duur / aantal bijeenkomsten Een bijeenkomst van 1,5 uur Auteur Hanna Oosterlee KORTE BESCHRIJVING De Bijbel staat vol met verhalen.

Nadere informatie

Hoe maak ik... Naam: Groep:

Hoe maak ik... Naam: Groep: Hoe maak ik... Naam: Groep: Inleiding Een spreekbeurt houden is niet niets! Je moet daar heel wat voor kunnen. Wat dacht je van: Goed kunnen lezen Goed kunnen begrijpen wat je leest Goed dingen kunnen

Nadere informatie

Kern 3: doos-poes-koek-ijs

Kern 3: doos-poes-koek-ijs Kern 3: doos-poes-koek-ijs In deze kern leert uw kind: Letters: d - oe - k - ij z Woorden: doos, poes, koek, ijs, zeep Herhaling van de letters van kern 1 en 2 Deze nieuwe woorden en letters worden aangeboden

Nadere informatie

Noach bouwt een ark Genesis 6-8

Noach bouwt een ark Genesis 6-8 2 Noach bouwt een ark Genesis 6-8 Het is niet fijn meer op de aarde. De mensen maken ruzie, ze vechten en ze zijn God vergeten. Maar er is één man die anders is. Dat is Noach. Op een dag praat God met

Nadere informatie

Vragenkaartjes voor kinderen van 4 t/m 6 jaar

Vragenkaartjes voor kinderen van 4 t/m 6 jaar 4 t/m 6 jaar 4 t/m 6 jaar 4 t/m 6 jaar Hoe vraag je aan iemand om met je te spelen? Wat speel je graag op het schoolplein? Jij kan al goed helpen hè. Wie help jij graag? Wat doe je dan? van 4 t/m 6 jaar

Nadere informatie

PeerEducatie Handboek voor Peers

PeerEducatie Handboek voor Peers PeerEducatie Handboek voor Peers Handboek voor Peers 1 Colofon PeerEducatie Handboek voor Peers december 2007 Work-Wise Dit is een uitgave van: Work-Wise info@work-wise.nl www.work-wise.nl Contactpersoon:

Nadere informatie

Een overtuigende tekst schrijven

Een overtuigende tekst schrijven Een overtuigende tekst schrijven Taalhandeling: Betogen Betogen ervaarles Schrijftaak: Je mening geven over een andere manier van herdenken op school instructieles oefenlesles Lesdoel: Leerlingen kennen

Nadere informatie

Scheldwoorden inventariseren, werkvorm, filmpje en gesprek en uitbeelden, filmpje en gesprek en werkvorm, stellingen, handvaardigheidswerk

Scheldwoorden inventariseren, werkvorm, filmpje en gesprek en uitbeelden, filmpje en gesprek en werkvorm, stellingen, handvaardigheidswerk Verliefd, en dan... Leeftijd: 12-16 Soort bijeenkomst: club, catechese Soort werkvorm: heel programma Thema: Liefde, Seksualiteit Tijdsduur: 1 uur 40 min. Scheldwoorden inventariseren, werkvorm, filmpje

Nadere informatie

Zorg dat je een onderwerp kiest, waarvan je echt meer wilt weten. Dat is interessanter, leuker en makkelijker om mee bezig te zijn.

Zorg dat je een onderwerp kiest, waarvan je echt meer wilt weten. Dat is interessanter, leuker en makkelijker om mee bezig te zijn. Werkstukwijzer Deze werkstukwijzer helpt je om een werkstuk in elkaar te zetten. Je vult eerst een formulier in. Op dit formulier komt te staan waar je werkstuk over gaat en hoe je het aanpakt. Met behulp

Nadere informatie