Bedieningshandleiding

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Bedieningshandleiding"

Transcriptie

1 Bedieningshandleiding az Cirrus Special 3001 / 4001 / 6001 MG 1753 BAH Printed in Germany Lees deze bedieningshandleiding voor gebruik door en volg de aanwijzingen zorgvuldig op! Bewaar de bedieningshandleiding voor toekomstig gebruik! Cirrus BAH

2 Het mag niet onbelangrijk of overbodig voorkomen, deze gebruiksaanwijzing te lezen en zich aan de aanwijzingen te houden; het volstaat niet van anderen te horen, dat de machine goed is, ze daarom te kopen en te denken dat alles vanzelf gaat. De persoon in kwestie berokkenent niet alleen zichzelf schade maar zal ook fouten maken waarbij het mislukken niet aan zichzelf doch aan de machine zal worden toegeschreven. Om zeker te zijn van een goede werking moet men zich bewust zijn van de handelingen en over het doel van de functies van de machine geïnformeerd zijn en er mee leren omgaan. Pas dan zal men over de machine en zichzelf tevreden zijn. Om dit doel te bereiken dient deze bedieningshandleiding. Leipzig-Plagwitz Cirrus Special BAH

3 Identificatiegegevens Identificatiegegevens Vul hier de identificatiegegevens van de machine in. U vindt de identificatiegegevens op het typeplaatje. Identificatienummer machine: (tien cijfers) Type: Cirrus Special Bouwjaar: Basisgewicht kg: Toelaatbaar totaalgewicht kg: Maximale belading kg: Adres fabrikant AMAZONEN-WERKE H. DREYER GmbH & Co. KG Postfach 51 D Hasbergen Tel.: + 49 (0) Fax.: + 49 (0) amazone@amazone.de Bestellen van onderdelen AMAZONEN-WERKE H. DREYER GmbH & Co. KG Postfach 51 D Hasbergen Tel.: + 49 (0) Fax.: + 49 (0) et@amazone.de Online onderdelencatalogus: Vermeld bij uw bestelling van onderdelen s.v.p. altijd het identificatienummer van de machine (tien cijfers). Over deze bedieningshandleiding Documentnummer: MG 1753 Productiedatum: Copyright AMAZONEN-WERKE H. DREYER GmbH & Co. KG, 2006 Alle rechten voorbehouden. Nadruk, ook gedeeltelijk, uitsluitend toegestaan na toestemming van AMAZONEN-WERKE H. DREYER GmbH & Co. KG. Cirrus Special BAH

4 Voorwoord Voorwoord Geachte klant, U heeft gekozen voor een van onze kwaliteitsproducten uit het uitgebreide programma van AMAZONEN-WERKE, H. DREYER GmbH & Co. KG. Wij bedanken u voor het in ons gestelde vertrouwen. Controleer bij ontvangst van de machine of er sprake is van transportschade en of er onderdelen ontbreken! Controleer aan de hand van het afleveringsbewijs of de machine compleet is geleverd, inclusief de bestelde toebehoren. Alleen bij directe reclamaties heeft u recht op schadevergoeding! Lees deze bedieningshandleiding, en vooral de veiligheidsinstructies, voor het inbedrijfstellen door en volg alle aanwijzingen zorgvuldig op. Door de bedieningshandleiding nauwlettend te lezen, kunt u de voordelen van uw nieuwe machine optimaal benutten. Zorg ervoor dat alle gebruikers van deze machine deze bedieningshandleiding lezen voordat zij met de machine aan het werk gaan. Raadpleeg bij eventuele vragen of problemen s.v.p. deze bedieningshandleiding of bel ons gewoon even. Door onderhoud regelmatig uit te voeren en versleten of beschadigde onderdelen tijdig te vervangen, verhoogt u de levensduur van uw machine. Uw suggesties Geachte lezers, Wij passen onze bedieningshandleidingen regelmatig aan. Uw suggesties helpen ons onze bedieningshandleidingen nog gebruikersvriendelijker te maken. U kunt uw suggesties per fax aan ons doorgeven. AMAZONEN-WERKE H. DREYER GmbH & Co. KG Postfach 51 D Hasbergen Tel.: + 49 (0) Fax.: + 49 (0) amazone@amazone.de 4 Cirrus Special BAH

5 Inhoud 1 Tips voor de gebruiker Doel van het document Plaatsaanduidingen in de bedieningshandleiding Gebruikte beschrijvingen Algemene veiligheidsinstructies Verplichtingen en aansprakelijkheid Beschrijving van veiligheidssymbolen Organisatorische maatregelen Veiligheids- en beschermingsvoorzieningen Vrijblijvende veiligheidsmaatregelen Scholing van de personen Veiligheidsmaatregelen voor normaal gebruik Gevaren door resterende energie Onderhoud, service en oplossen van storingen Bouwkundige modificaties...16 Onderdelen, slijtageonderdelen en hulpstoffen Reinigen en afvalverwerking Werkplek van de chauffeur Waarschuwingsstickers en andere tekens op de machine...18 Plaats van de waarschuwingsstickers en overige aanduidingen Gevaren bij het negeren van de veiligheidsinstructies Veiligheidsbewust werken Veiligheidsinstructies voor de chauffeur Algemene veiligheidsinstructies en voorschriften ter voorkoming van ongevallen Hydraulisch systeem Elektrisch systeem Aangekoppelde machines Remsysteem Banden Werken met zaaimachines Reinigen, service en onderhoud Op- en afladen De Cirrus opladen De Cirrus afladen Beschrijving van het product Overzicht van bouwgroepen Veiligheids- en beschermingsvoorzieningen Overzicht voedingskabels tussen tractor en machine Verkeerstechnische uitrusting Gebruik volgens voorschriften Gevarenzone en gevaarlijke plaatsen Typeplaatje en CE-markering Technische gegevens Conformiteit Benodigde tractoruitrusting Gegevens over geluidsontwikkeling Opbouw en werking Elektrohydraulisch stuurventielenblok Hydrauliekslangen Hydrauliekslangen aansluiten Hydrauliekslangen loskoppelen...55 Cirrus Special BAH

6 Inhoud 5.3 Luchtdrukremsysteem met twee leidingen Aansluiten van de rem- en voorraadleiding Loskoppelen van de rem- en voorraadleiding Hydraulische bedrijfsrem Aansluiten van het hydraulische remsysteem Loskoppelen van het hydraulische remsysteem Bedieningsterminal Zaadtank Digitale niveau-indicator (optioneel) Zaaigoed-dosering Tabel doseerrollen zaaigoed Doseerrollen Instelling zaaihoeveelheid op Vario-aandrijving Instelling zaaihoeveelheid, elektronisch op Vario-aandrijving (optioneel) Instelling zaaihoeveelheid met maximale dosering (optioneel) Verhogen van uitzaaihoeveelheid, zaaischijfdruk en egdruk Afdraaiproef Afdraai-emmers Turbine Tabel met turbinetoerentallen Verdeelkop Stapwiel V-ring banden Zaaigoed-positionering RoTeC- en -zaaischijven Zaaischijfdruk Zaadaandrukrollenbalk (optioneel) Dubbele schijveneg Sporenwisser (optioneel) Exacteg Markeurs Aanleggen van rijpaden Voorbeelden voor het aanleggen van rijpaden Schakelritme 4, 6 en Schakelritme 2 plus en 6 plus Uitschakeling aan één kant (sectie) Rijpadmarkeerapparaat (optioneel) Inbedrijfstelling Controleren of de tractor geschikt is Berekenen van de daadwerkelijk waarden voor het totale gewicht van de tractor, de belastingen van de tractorassen, de draagvermogens van de banden en het minimaal benodigde ballastgewicht Benodigde gegevens voor de berekening (aangehangen machine) Berekening van het minimaal noodzakelijke ballastgewicht voor G V min om de bestuurbaarheid van de tractor te waarborgen Berekening van de daadwerkelijke voorasbelasting van de tractor T V tat Berekening van het daadwerkelijke totaalgewicht van de combinatie tractor en machine Berekening van de daadwerkelijke achterasbelasting van de tractor T H tat Draagvermogen van de banden Tabel Voorwaarden voor het gebruik van tractoren met aangekoppelde machines Machines zonder eigen remsysteem Beveilig de tractor/machine tegen onbedoeld starten en wegrollen Montagevoorschrift aansluiting hydraulische turbineaandrijving Eerste montage van de Machine aan- en afkoppelen Cirrus Special BAH

7 Inhoud 7.1 Machine aankoppelen Hydraulische verbindingen aansluiten Stroomverbindingen aansluiten Luchtdrukrem aansluiten Hydraulisch remsysteem aansluiten Machine afkoppelen Instellingen Niveausensor instellen Doseerrol in de doseerunit plaatsen Hoeveelheid uit te zaaien zaad instellen met afdraaiproef Uitzaaihoeveelheid instellen met afdraaiproef bij machines met Vario-aandrijving zonder elektronische instelling zaaihoeveelheid Bepaling van de stand van de aandrijving met behulp van de rekenschijf Uitzaaihoeveelheid instellen met afdraaiproef bij machines met Vario-aandrijving met elektronische instelling zaaihoeveelheid Uitzaaihoeveelheid instellen met afdraaiproef bij machines met maximale dosering Turbinetoerental instellen Turbinetoerental in aan de stroomregelklep van de tractor Turbinetoerental instellen aan de overdrukklep van de machine Bewaking turbinetoerental instellen op de Waarschuwingssignaal bij afwijking tussen turbinetoerental en ingestelde waarde Zaaischijfdruk instellen Kunststof RoTeC-schijven instellen Zaadaandrukrollenbalk instellen Sleeptanden instellen Lengte van de markeur en de arbeidsintensiteit instellen Sporenwisser instellen (op het land) Schijveneg instellen (op het land) Werkdiepte van de schijveneg instellen voor het keren op de as Werkdiepte van de schijveneg instellen voor het keren op de rol Lengte van de stelen van de buitenste schijven instellen Kantschijven instellen Exacteg instellen Veertanden instellen Instellen van de druk op de exacteg Druk op de exacteg instellen (hydr. verstelling) Rijpadenritme/-teller instellen in de De machine aan één kant uitschakelen Spoorschijfdrager van het rijpadmarkeerapparaat in werk-/transportstand brengen Transport Werken met de machine Machine-elementen uit- / inklappen (behalve Cirrus 3001) Machine-elementen uitklappen Machine-elementen inklappen Verwijder de beschermstrip voor de verkeersveiligheid Vullen van de zaadtank De zaadtank vullen met zaad uit zakken van een bevoorradingsvoertuig De zaadtank vullen met een transportvijzel De zaadtank vullen met Big-Bags Vulhoeveelheid invoeren in de Transportbeveiliging van de markeurs verwijderen (alleen Cirrus 3001 Special) Beginnen met zaaien Controles Zaaigoeddiepte controleren Tijdens het werk Keren op de kopakker Cirrus Special BAH

8 Inhoud Keren op de as Keren op de rol Na het zaaien Zaadtank en/of zaaigoed-doseerunit leegmaken Storingen Weergave resterende hoeveelheid zaaigoed Uitval van de tijdens het zaaien Verschil tussen de ingestelde en daadwerkelijke hoeveelheid uitgezaaid zaad Storingstabel Reinigen, service en onderhoud Beveiliging van de aangekoppelde machine Beveiliging van de opgelichte machine (vakwerkplaats) Machine reinigen Reinig de verdeelkop (vakwerkplaats) Machine gedurende langere tijd wegzetten Smeervoorschrift Smeermiddelen Overzicht van smeerpunten Smeernippels smeren bij uitgeklapte en omlaaggebrachte machine Onderhoudsschema overzicht Wiel- en naafbouten natrekken (vakwerkplaats) Bandenspanning controleren (vakwerkplaats) Rollenkettingen en kettingwielen onderhouden Zaaiaslagers onderhouden Oliepeil controleren in de Vario-aandrijving Hydraulisch systeem Aanduidingen op hydrauliekslangen Service-intervallen Inspectiecriteria voor hydrauliekslangen Monteren en demonteren van hydrauliekslangen Bedrijfsrem: luchtdrukremsysteem met twee leidingen - hydraulisch remsysteem Staat van bedrijfsreminstallatie controleren (vakwerkplaats) Luchtdrukremsysteem met twee leidingen Luchtdrukketel ontwateren van het tweekrings-luchtdrukremsysteem Uitwendige controle van de luchtdrukketel van het tweekrings-luchtdrukremsysteem Druk controleren in de luchtdrukketel van het tweekrings-luchtdrukremsysteem (vakwerkplaats) Lektest van het tweekrings-luchtdrukremsysteem (vakwerkplaats) Leidingfilter van het tweekrings-luchtdrukremsysteem reinigen (vakwerkplaats) Hydraulisch remsysteem Remvloeistofpeil controleren Remvloeistof vervangen (vakwerkplaats) Controle van het hydraulische gedeelte van het remsysteem (vakwerkplaats) Dikte van de remvoeringen controleren (vakwerkplaats) Hydraulisch remsysteem ontluchten (vakwerkplaats) Werkplaats-afstelwerkzaamheden en reparatiewerkzaamheden bedrijfsuren na het verwisselen van een wiel (vakwerkplaats) Na een reparatie aan de remmen (vakwerkplaats) Rijpaden instellen op de breedte van de tractor (vakwerkplaats) Spoorbreedte instellen (schuiven in- of uitschakelen) Markeur instellen voor correct invoegen in de transporthouder (vakwerkplaats) Reparatie van het drukvat (vakwerkplaats) Aanhaalmoment van de contramoer controleren na een reparatie aan de machineelementen (vakwerkplaats) RoTeC-zaaischijf-slijtpunt vervangen (vakwerkplaats) Trekpennen Aanhaalkoppels schroeven Cirrus Special BAH

9 Inhoud 13 Hydraulische schema's Hydraulisch schema Cirrus 3001 Special Hydraulisch schema Cirrus 4001 Special / 6001 Special Cirrus Special BAH

10 Tips voor de gebruiker 1 Tips voor de gebruiker Het hoofdstuk Tips voor de gebruiker bevat informatie over het omgaan met de bedieningshandleiding. 1.1 Doel van het document Deze bedieningshandleiding beschrijft de bediening en het onderhoud van de machine. voorziet u van belangrijke informatie om veilig en efficiënt met de machine te werken. hoort bij de machine en dient altijd in de machine of de tractor te liggen. voor toekomstig gebruik bewaren. 1.2 Plaatsaanduidingen in de bedieningshandleiding Alle in deze bedieningshandleiding genoemde richtingen zijn altijd gezien in rijrichting. 1.3 Gebruikte beschrijvingen Bedieningsinstructies en reacties De handelingen die de chauffeur dient uit te voeren, worden altijd genummerd weergegeven. Houd u aan de volgorde van de aangegeven bedieningsinstructies. Een pijl geeft in voorkomende gevallen de reactie op de betreffende bedieningsinstructie aan. Voorbeeld: 1. Bedieningsinstructie 1 Reactie van de machine op bedieningsinstructie 1 2. Bedieningsinstructie 2 Opsommingen Opsommingen zonder dwingende volgorde worden weergegeven met opsommingstekens. Voorbeeld: Punt 1 Punt 2 Positienummers in afbeeldingen Cijfers tussen ronde haakjes verwijzen naar positienummers in afbeeldingen. Het eerste cijfer verwijst naar de afbeelding, het tweede cijfer naar het positienummer in de afbeelding. Voorbeeld (afb. 3/6): Afbeelding 3 Positie 6 Cirrus Special BAH

11 Algemene veiligheidsinstructies 2 Algemene veiligheidsinstructies Dit hoofdstuk bevat belangrijke instructies om veilig met de machine te werken. 2.1 Verplichtingen en aansprakelijkheid Instructies in de bedieningshandleiding opvolgen Kennis van de basisveiligheidsinstructies en veiligheidsvoorschriften is de eerste voorwaarde om veilig en zonder storingen met de machine te kunnen werken. Verplichtingen van de eigenaar De eigenaar is verplicht om alleen personen met/aan de machine te laten werken die vertrouwd zijn met de basisvoorschriften inzake veiligheid op het werk en voorkoming van ongevallen. geïnstrueerd zijn in het werken met/aan de machine. deze bedieningshandleiding hebben gelezen en begrijpen. De eigenaar verplicht zich ertoe om alle waarschuwingsstickers op de machine in leesbare staat te houden. beschadigde waarschuwingsstickers te vervangen. Onbeantwoorde vragen kunt u richten aan de producent. Verplichtingen van de chauffeur Alle personen die met/aan de machine werken zijn verplicht om voordat zij met het werk beginnen de basisvoorschriften voor veiligheid op het werk en voorkoming van ongevallen op te volgen, het hoofdstuk Algemene veiligheidsinstructies in deze bedieningshandleiding te lezen en de instructies op te volgen. het hoofdstuk Waarschuwingsstickers en andere tekens op de machine, op pagina 18 in deze bedieningshandleiding te lezen en de veiligheidsinstructies van de waarschuwingsstickers bij het werken met de machine op te volgen. zich met de machine vertrouwd te maken. de hoofdstukken in deze bedieningshandleiding die van belang zijn voor het uitvoeren van de opgedragen werkzaamheden te lezen. Als de chauffeur constateert dat een voorziening veiligheidstechnisch niet in perfecte staat is, dient de chauffeur dit probleem onmiddellijk op te lossen. Behoort dit niet tot de taakomschrijving van de chauffeur of beschikt de chauffeur niet over voldoende kennis daartoe, dan dient de chauffeur het probleem door te geven aan zijn of haar meerdere (eigenaar). Cirrus Special BAH

12 Algemene veiligheidsinstructies Gevaren bij het werken met de machine De machine is gebouwd volgens de allernieuwste techniek en de erkende veiligheidstechnische regels. Toch kunnen er zich bij het gebruik van de machine gevaren en beschadigingen voordoen voor het leven van de chauffeur of derden, voor de machine zelf, aan andere voorwerpen van waarde. Gebruik de machine alleen waarvoor deze bestemd is. in veiligheidstechnisch onberispelijke staat. Storingen die de veiligheid verminderen, moeten direct worden verholpen. Garantie en aansprakelijkheid In principe zijn onze Algemene verkoop- en levervoorwaarden van toepassing. Deze worden de eigenaar uiterlijk bij het sluiten van het contract ter beschikking gesteld. Aanspraken op garantie en aansprakelijk in geval van letsel of schade zijn uitgesloten wanneer het letsel of de schade aan een of meerdere van de volgende oorzaken toe te schrijven is: gebruik van de machine anders dan waarvoor deze bestemd is. onvakkundig monteren, inbedrijfstellen, bedienen en onderhouden van de machine. gebruik van de machine met defecte veiligheidsvoorzieningen of niet volgens de voorschriften aangebrachte of niet functionerende veiligheids- en beschermingsvoorzieningen. het negeren van de instructies in de bedieningshandleiding met betrekking tot inbedrijfstelling, gebruik en onderhoud. het eigenmachtig modificeren van de machine. gebrekkige controle van slijtageonderdelen van de machine. ondeskundig uitgevoerde reparaties. catastrofes door inwerking van vreemde bestanddelen en overmacht. 12 Cirrus Special BAH

13 Algemene veiligheidsinstructies 2.2 Beschrijving van veiligheidssymbolen Veiligheidsinstructies worden aangegeven met een driehoekig veiligheidssymbool en een signaalwoord. Het signaalwoord (GEVAAR, WAARSCHUWING, VOORZICHTIG) beschrijft de ernst van het dreigende gevaar en heeft de volgende betekenis: GEVAAR verwijst naar een direct gevaar met een hoog risico dat de dood of zwaar lichamelijk letsel (verlies van lichaamsdelen of langdurig letsel) ten gevolge kan hebben als het gevaar niet wordt vermeden. Het negeren van deze instructies kan de dood of zwaar lichamelijk letsel ten gevolge hebben. WAARSCHUWING verwijst naar een mogelijk gevaar met gemiddeld risico dat de dood of (zwaar) lichamelijk letsel ten gevolge kan hebben als het gevaar niet wordt vermeden. Het negeren van deze instructies kan onder omstandigheden de dood of zwaar lichamelijk letsel ten gevolge hebben. VOORZICHTIG verwijst naar een gevaar met gering risico dat licht of gemiddeld lichamelijk letsel of materiële schade ten gevolge kan hebben als het gevaar niet wordt vermeden. BELANGRIJK verwijst naar een verplichting tot een bijzondere handelwijze of activiteit om vakkundig met de machine om te gaan. Het negeren van deze instructies kan storingen in de machine of in de omgeving veroorzaken. TIP verwijst naar praktische tips en bijzonder nuttige informatie. Deze tips helpen u om alle functies van uw machine optimaal te benutten. Cirrus Special BAH

14 Algemene veiligheidsinstructies 2.3 Organisatorische maatregelen De eigenaar dient de benodigde persoonlijke veiligheidsuitrustingen ter beschikking te stellen, zoals: Veiligheidsbril Veiligheidsschoenen Beschermende kleding Beschermingsmiddelen voor de huid, enz. De bedieningshandleiding altijd daar bewaren waar de machine wordt gebruikt! dient te allen tijde voor chauffeurs en onderhoudsmedewerkers beschikbaar te zijn! Controleer alle beschikbare veiligheidsvoorzieningen regelmatig! 2.4 Veiligheids- en beschermingsvoorzieningen Voordat u de machine gaat gebruiken, dienen alle veiligheids- en beschermingsvoorzieningen op de juiste wijze zijn aangebracht en functioneren. Controleer alle veiligheids- en beschermingsvoorzieningen regelmatig. Defecte veiligheidsvoorzieningen Defecte of gedemonteerde veiligheids- en beschermingsvoorzieningen kunnen gevaarlijke situaties veroorzaken. 2.5 Vrijblijvende veiligheidsmaatregelen Neem naast alle veiligheidsinstructies in deze bedieningshandleiding ook de algemeen geldende nationale regelingen ter voorkoming van ongevallen en ter bescherming van het milieu in acht. Neem bij het rijden op openbare wegen en straten het wegenverkeersreglement in acht. 14 Cirrus Special BAH

15 Algemene veiligheidsinstructies 2.6 Scholing van de personen Alleen geschoolde en geïnstrueerde personen mogen met/aan de machine werken. De eigenaar dient de bevoegdheden voor het bedienen en onderhouden duidelijk vastleggen. Personen die nog moeten worden opgeleid, mogen alleen onder toezicht van een ervaren persoon met/aan de machine werken. Activiteit Personen Voor de activiteit speciaal opgeleid persoon 1) Geïnstrueerd persoon 2) Personen met vakopleiding (vakwerkplaats) 3) Verladen/transport X X X Inbedrijfstelling -- X -- Monteren, gereedmaken X Gebruik -- X -- Onderhoud X Opsporen en verhelpen van storingen -- X X Afvalverwerking X Legende: X..toegestaan --..niet toegestaan 1) 2) 3) Een persoon die een specifieke taak op zich kan nemen en deze voor een overeenkomstig gekwalificeerd bedrijf mag uitvoeren. Een geïnstrueerd persoon is iemand die over de hem opgedragen taken en mogelijke gevaren bij ondeskundig gedrag is geïnformeerd en zo nodig is ingewerkt en bovendien is geïnformeerd over de benodigde veiligheidsvoorzieningen en veiligheidsmaatregelen. Personen met vakopleiding worden beschouwd als vakman (geschoolde kracht). Door hun vakopleiding en kennis van de desbetreffende bepalingen kunnen zij de hen opgedragen werkzaamheden beoordelen en mogelijke gevaren herkennen. Opmerking: Een aan een vakopleiding gelijkwaarde kwalificatie kan ook zijn verkregen door meerdere jaren op het betreffende arbeidsterrein werkzaam te zijn. Onderhouds- en reparatiewerkzaamheden mogen alleen door een vakwerkplaats worden uitgevoerd wanneer er bij deze werkzaamheden de toevoeging vakwerkplaats staat. Het personeel van een vakwerkplaats beschikt over de noodzakelijke kennis en de juiste hulpmiddelen (gereedschappen, hef- en ondersteuningsmateriaal) om de onderhouds- en reparatiewerkzaamheden aan de machine vakkundig en veilig uit te voeren. Cirrus Special BAH

16 Algemene veiligheidsinstructies 2.7 Veiligheidsmaatregelen voor normaal gebruik Gebruik de machine alleen als alle veiligheids- en beschermingsvoorzieningen volledig functioneren. Controleer de machine tenminste een keer per dag op waarneembare schade en het correct functioneren van de veiligheids- en beschermingsvoorzieningen. 2.8 Gevaren door resterende energie Houd rekening met mechanische, hydraulische, pneumatische en elektrische/elektronische resterende energie in de machine. Tref hiertoe passende maatregelen als u degenen die met de machine gaan werken instrueert. Uitgebreide informatie vindt u bovendien in de betreffende hoofdstukken van deze bedieningshandleiding. 2.9 Onderhoud, service en oplossen van storingen Voer de voorgeschreven instel-, onderhouds- en inspectiewerkzaamheden binnen de gestelde termijnen door. Voorkom dat bedrijfsmiddelen zoals perslucht en hydraulische systemen per ongeluk kunnen worden ingeschakeld. Bevestig en borg grotere onderdelen bij vervanging zorgvuldig aan de hefwerktuigen. Controleer of losgemaakte schroefverbindingen weer goed zijn aangebracht. Controleer na het uitvoeren van de onderhoudswerkzaamheden of veiligheids- en beschermingsvoorzieningen correct functioneren Bouwkundige modificaties Zonder toestemming van AMAZONEN-WERKE zijn modificaties, aan- of ombouw aan de machine niet toegestaan. Dit geldt ook voor laswerkzaamheden aan dragende delen. Voor alle aan- of ombouwwerkzaamheden is schriftelijke toestemming van AMAZONEN-WERKE noodzakelijk. Gebruik uitsluitend de door AMAZONEN-WERKE goedgekeurde ombouwdelen en toebehoren, zodat bijvoorbeeld de goedkeuring volgens nationale en internationale voorschriften van kracht blijft. Voertuigen met een wettelijke goedkeuring of met voorzieningen en toebehoren met een geldige goedkeuring of toelating voor de openbare weg volgens het wegenverkeersreglement dienen zich in de staat te bevinden waarin de goedkeuring of toestemming werd verleend. 16 Cirrus Special BAH

17 Algemene veiligheidsinstructies WAARSCHUWING Gevaar door bekneld raken, snijden, naar binnen trekken en stoten door breuk van dragende onderdelen. Het is verboden om te boren in frame of onderstel. om bestaande gaten in frame of onderstel op te boren. om aan dragende delen te lassen Onderdelen, slijtageonderdelen en hulpstoffen Onderdelen van de machine die niet meer in perfecte staat zijn, dienen direct te worden vervangen. Gebruik uitsluitend originele onderdelen en slijtageonderdelen of de door AMAZONEN-WERKE goedgekeurde onderdelen, zodat de goedkeuring volgens nationale en internationale voorschriften van kracht blijft. Bij onderdelen en slijtageonderdelen van derden kan niet worden gegarandeerd dat zij zijn ontworpen en geproduceerd volgens de voorgeschreven belastings- en veiligheidsnormen. AMAZONEN-WERKE is niet aansprakelijk voor schade die voortvloeit uit het gebruik van onderdelen, slijtageonderdelen of hulpstoffen die niet zijn goedgekeurd Reinigen en afvalverwerking Ga bij het verwerken en afvoeren van gebruikte stoffen en materialen vakkundig te werk. Dit geldt vooral voor werkzaamheden aan smeersystemen en smeerinrichtingen en het reinigen met oplosmiddelen Werkplek van de chauffeur De machine mag uitsluitend vanaf de chauffeursstoel van de tractor worden bediend. Cirrus Special BAH

18 Algemene veiligheidsinstructies 2.13 Waarschuwingsstickers en andere tekens op de machine Houd alle waarschuwingsstickers op de machine altijd schoon en goed leesbaar! Vervang onleesbare waarschuwingsstickers. Bestel de waarschuwingsstickers aan de hand van het bestelnummer (bijv. MD 075) bij uw dealer. Opbouw waarschuwingssticker Waarschuwingsstickers geven gevaarlijke plaatsen op de machine aan en waarschuwen voor restgevaren. Op deze gevaarlijke plaatsen doen zich permanent of onverwacht gevaarlijke situaties voor. Een waarschuwingssticker bestaat uit 2 vlakken: Vlak 1 beschrijft het gevaar in de vorm van een illustratie en is omringd door een driehoekig veiligheidssymbool. Vlak 2 geeft in de vorm van een illustratie instructie om het gevaar te vermijden. Waarschuwingssticker - toelichting In de kolom Bestelnummer en toelichting staat de beschrijving van de hiernaast afgebeelde waarschuwingssticker. De beschrijving van de waarschuwingssticker is altijd gelijk en vermeldt in onderstaande volgorde: 1. De beschrijving van het gevaar. Voorbeeld: Gevaar voor snijwonden of amputatie! 2. De gevolgen bij het negeren van de instructie(s) om het gevaar te voorkomen. Voorbeeld: Veroorzaakt zwaar letsel aan vingers of hand. 3. De instructie(s) ter voorkoming van het gevaar. Voorbeeld: Raak onderdelen van de machine pas aan zodra de onderdelen volledig tot stilstand zijn gekomen. 18 Cirrus Special BAH

19 Algemene veiligheidsinstructies Bestelnummer en toelichting Waarschuwingssticker MD 076 Gevaar door het naar binnen trekken of vastgrijpen van hand of arm door aangedreven, onbeveiligde ketting- of riemaandrijving! Dit gevaar veroorzaakt zwaar lichamelijk letsel met verlies van lichaamsdelen aan hand of arm. Beschermingsvoorzieningen van ketting- of riemaandrijving nooit openen of verwijderen zolang de tractormotor met gekoppelde hydraulische aandrijving draait of de grondwielaandrijving in beweging is. MD 077 Gevaar door het naar binnen trekken of vastgrijpen van armen door aangedreven aanvoerwalsen! Dit gevaar veroorzaakt zwaar lichamelijk letsel met verlies van lichaamsdelen aan armen. Kom nooit met uw handen of armen in aanvoerwalsen zolang de tractormotor met aangesloten hydraulisch systeem draait. MD 078 Gevaar voor bekneld raken van vingers of hand door bewegende, toegankelijke onderdelen in de machine! Dit gevaar veroorzaakt zwaar lichamelijk letsel met verlies van lichaamsdelen aan vingers of hand. Kom nooit met uw handen of armen op gevaarlijke plaatsen zolang de tractormotor met aangesloten hydraulisch systeem draait. Cirrus Special BAH

20 Algemene veiligheidsinstructies MD 080 Gevaar voor bekneld raken van het bovenlichaam binnen het zwenkbereik van de dissel door plotselinge stuurbewegingen! Dit gevaar veroorzaakt zwaar lichamelijk letsel aan het bovenlichaam met mogelijk dodelijke afloop. Het is verboden om zich binnen de gevarenzone tussen tractor en machine te bevinden zolang de tractormotor loopt en de tractor niet tegen wegrollen is beveiligd. MD 082 Gevaar voor vallen van treeplanken en platforms tijdens het meerijden op de machine! Dit gevaar veroorzaakt zwaar lichamelijk letsel aan het gehele lichaam met mogelijk dodelijke afloop. Het is verboden om personen mee te laten rijden op de machine en/of op rijdende machines te laten stappen. Dit verbod geldt ook voor machines met treeplanken of platforms. Zorg ervoor dat niemand op de machine meerijdt. 20 Cirrus Special BAH

21 Algemene veiligheidsinstructies MD 083 Gevaar door het naar binnen trekken of vastgrijpen van arm of bovenlichaam door aangedreven, onbeveiligde elementen van de machine! Dit gevaar veroorzaakt zwaar lichamelijk letsel aan arm of bovenlichaam. Beschermingsvoorzieningen van aangedreven machine-elementen nooit openen of verwijderen zolang de tractormotor met gekoppelde hydraulische aandrijving draait. MD 084 Gevaar voor bekneld raken van het gehele lichaam door onderdelen die van boven naar beneden bewegen! Dit gevaar veroorzaakt zwaar lichamelijk letsel aan het gehele lichaam met mogelijk dodelijke afloop. Het is verboden om zich binnen het zwenkbereik van bewegende machineonderdelen te bevinden. Stuur personen in het zwenkbereik van bewegende machineonderdelen weg, voordat u de onderdelen laat zakken. MD 090 Gevaar voor bekneld raken door het onverwacht in beweging komen van afgekoppelde en onbeveiligde machine! Dit gevaar veroorzaakt zwaar lichamelijk letsel aan het gehele lichaam met mogelijk dodelijke afloop. Beveilig de machine tegen onbedoeld in beweging komen voordat u de machine afkoppelt van de tractor. Maak hiertoe gebruik van de handrem en/of wielblok(ken). MD 094 Gevaar voor een elektrische schok door het onbedoeld aanraken van kabels die onder spanning staan! Dit gevaar veroorzaakt zwaar lichamelijk letsel aan het gehele lichaam met mogelijk dodelijke afloop. Houd bij het naar binnen en buiten zwenken van machineonderdelen voldoende afstand naar de kabels die onder spanning staan. Cirrus Special BAH

22 Algemene veiligheidsinstructies MD 095 Lees voordat u de machine in gebruikt neemt de bedieningshandleiding en de veiligheidsinstructies goed door en volg de aanwijzingen op! MD 096 Infectiegevaar voor het gehele lichaam door vloeistof dat onder hoge druk naar buiten stroomt (hydraulische olie)! Dit gevaar veroorzaakt zwaar lichamelijk letsel aan het gehele lichaam wanneer onder hoge druk naar buiten stromende hydraulische olie via de huid in het lichaam komt. Probeer nooit lekkende hydrauliekslangen met de hand of vingers te dichten. Lees de bedieningshandleiding en volg de aanwijzingen op voordat u onderhouds- of reparatiewerkzaamheden gaat uitvoeren. Raadpleeg bij wonden door hydraulische olie direct een arts. MD 097 Gevaar voor bekneld raken van het bovenlichaam binnen het slagbereik van de driepuntsophanging doordat de vrije ruimte bij het bedienen van de driepuntshydraulica kleiner wordt! Dit gevaar veroorzaakt zwaar lichamelijk letsel met mogelijk dodelijke afloop. Het is verboden om zich binnen het slagbereik van de driepuntsophanging te bevinden wanneer de driepuntshydraulica wordt bediend. Bedien de bedieningshendels voor de driepuntshydraulica van de tractor alleen vanaf de daarvoor bestemde werkplek. nooit wanneer u zich in de gevarenzone tussen tractor en machine bevindt. 22 Cirrus Special BAH

23 Algemene veiligheidsinstructies MD 101 Dit pictogram laat zien waar u de hefinrichtingen (krik) kunt plaatsen. MD 102 Gevaar door onbedoeld starten en wegrollen van de machine bij werkzaamheden aan de machine, zoals monteren, instellen, oplossen van storingen, reinigen, onderhoud en reparaties. Dit gevaar veroorzaakt zwaar lichamelijk letsel aan het gehele lichaam met mogelijk dodelijke afloop. Beveilig de tractor en machine voor alle handelingen aan de machine tegen onbedoeld starten en wegrollen. Lees de betreffende hoofdstukken in de bedieningshandleiding en volg de aanwijzingen op. MD 104 Gevaar voor bekneld raken van Torso door machineonderdelen die naar de zijkant zwenken! Dit gevaar veroorzaakt zwaar lichamelijk letsel aan het bovenlichaam met mogelijk dodelijke afloop. Zorg voor een veilige afstand tussen u en de bewegende onderdelen van de machine. Het is verboden om zich binnen het zwenkbereik van bewegende machineonderdelen te bevinden. Zorg ervoor dat personen op een veilige afstand van bewegende machineonderdelen blijven. Stuur personen in het zwenkbereik van bewegende machineonderdelen weg, voordat u de onderdelen laat zwenken. Cirrus Special BAH

24 Algemene veiligheidsinstructies MD 108 Gevaar door onder gas- en oliedruk staande drukvaten! Dit gevaar veroorzaakt zwaar lichamelijk letsel aan het gehele lichaam wanneer onder hoge druk naar buiten stromende hydraulische olie via de huid in het lichaam komt. Lees de bedieningshandleiding voordat u aan het hydraulische systeem gaat werken en volg de aanwijzingen op. Raadpleeg bij wonden door hydraulische olie direct een arts. MD 110 Dit pictogram toont onderdelen van de machine die u als handgreep kunt gebruiken. MD 115 De maximale werkdruk in het hydraulische systeem bedraagt 200 bar. MD 154 Gevaar voor steekletsel bij andere verkeersdeelnemers tijdens transport door naar achteren gerichte, niet afgedekte, scherpe veertanden van de exacteg aan het middelste deel van de machine! Transportritten zonder correct gemonteerde beschermstrip voor de verkeersveiligheid zijn verboden. 24 Cirrus Special BAH

25 Algemene veiligheidsinstructies Plaats van de waarschuwingsstickers en overige aanduidingen Waarschuwingssticker De volgende afbeeldingen geven aan waar de waarschuwingsstickers op de machine zijn aangebracht. Afb. 1 Afb. 2 Afb. 3 Afb. 4 Afb. 5 Cirrus Special BAH

26 Algemene veiligheidsinstructies Afb. 6 Afb. 7 Afb. 8 Afb. 9 De volgende afbeeldingen tonen de waarschuwingsstickers die alleen op uitklapbare machines zijn aangebracht. Afb. 10 Afb Cirrus Special BAH

27 2.14 Gevaren bij het negeren van de veiligheidsinstructies Het negeren van de veiligheidsinstructies Algemene veiligheidsinstructies kan personen in gevaar brengen, schadelijk zijn voor het milieu en beschadigingen aan de machine veroorzaken. kan leiden tot het verlies van alle aanspraken op schadevergoeding. Concreet kan het negeren van de veiligheidsinstructies bijvoorbeeld de volgende gevaren tot gevolg hebben: In gevaar brengen van personen door onbeveiligde werkterreinen. Uitval van belangrijke functies van de machine. Onderhoud en reparatie dat niet op de voorgeschreven wijze wordt uitgevoerd. In gevaar brengen van personen door mechanische of chemische oorzaken. Verontreiniging van het milieu door lekkage van hydraulische olie Veiligheidsbewust werken Naast de veiligheidsinstructies in deze bedieningshandleiding dient u zich ook te houden aan de nationale, algemeen geldende wet- en regelgeving in verband met veiligheid op het werk en het voorkomen van ongevallen. Volg de instructies op de waarschuwingsstickers zorgvuldig op om gevaarlijke situaties te voorkomen. Houd u in het verkeer op de openbare weg aan de wettelijke verkeersvoorschriften. Cirrus Special BAH

28 Algemene veiligheidsinstructies 2.16 Veiligheidsinstructies voor de chauffeur WAARSCHUWING Gevaar voor bekneld raken, snijden, vastgrijpen, naar binnen trekken en stoten vanwege het ontbreken van verkeers- en gebruiksveiligheid! De machine en tractor voor gebruik altijd controleren op verkeers- en gebruiksveiligheid! Algemene veiligheidsinstructies en voorschriften ter voorkoming van ongevallen Neem behalve deze instructies ook de algemeen geldende nationale veiligheidsinstructies en voorschriften ter voorkoming van ongevallen in acht! De op de machine aangebrachte waarschuwingsstickers en andere aanduidingen geven belangrijke instructies om veilig met de machine te kunnen werken. Het opvolgen van deze instructies is voor uw eigen veiligheid! Controleer de omgeving (kinderen) voordat u gaat rijden en de machine in werking stelt! Zorg dat u voldoende zicht heeft! Het meerijden of transport op de machine is verboden! Houd een rijstijl aan waarbij u de tractor met aan- of afgekoppelde machine op elk moment onder controle heeft. Houd daarbij rekening met uw persoonlijke capaciteiten, de omstandigheden op de weg, van het verkeer, uw zicht, het weer en de rijeigenschappen van de tractor en de invloed van de aangebouwde of aangekoppelde machine. Aan- en afkoppelen van de machine Koppel en transporteer de machine alleen met tractoren die daartoe geschikt zijn. Bij het aankoppelen van machines aan de driepuntshydraulica van de tractor moeten de aanbouwcategorieën van tractor en machine overeenkomen! Koppel de machine in overeenstemming met de voorschriften aan de voorgeschreven voorzieningen! Bij het aankoppelen van de machines aan voor- of achterzijde van een tractor dient u rekening te houden met ο ο ο het toelaatbare totaalgewicht van de tractor de toelaatbare asbelastingen van de tractor het toelaatbare draagvermogen van de banden van de tractor Beveilig de tractor en de machine tegen onbedoeld in beweging komen voordat u de machine aan- of afkoppelt. Het is verboden om tijdens het achteruitrijden van de tractor naar de machine tussen de machine en de tractor te staan! Aanwezige personen mogen alleen aanwijzingen geven als zij naast het voertuig staan en pas na stilstand tussen tractor en machine gaan staan. 28 Cirrus Special BAH

29 Algemene veiligheidsinstructies Voordat u de machine aan de driepunts hydraulica van de tractor aan- of loskoppelt, dient u de bedieningshendel van de hydraulica van de tractor te blokkeren in een positie waarin onbedoeld heffen of zakken wordt uitgesloten! Zet de steunelementen (indien aanwezig) bij het aan- en afkoppelen van machines in de juiste stand (stabiliteit bij stilstand)! Let bij het gebruik van de steunelementen op de plekken waar u bekneld kunt raken! Ga bij het aan- en afkoppelen van machines aan of van de tractor bijzonder voorzichtig te werk! Tussen tractor en machine bevinden zich bij de koppelingspunten plekken waar u bekneld kunt raken! Het is verboden om zich tijdens het bedienen van de driepunts hydraulica tussen tractor en machine te bevinden! Aangesloten voedingskabels ο moeten in bochten bij alle bewegingen zonder spanning, knikken of wrijving soepel meebewegen. ο mogen niet langs onderdelen schuren. Ontkoppelingskabels voor snelkoppelingen moeten los hangen en mogen in de onderste positie niet uit zichzelf ontkoppelen! Zorg dat de afgekoppelde machine altijd stabiel op zijn plaats staat! Cirrus Special BAH

30 Algemene veiligheidsinstructies Werken met de machine Maak uzelf voordat u met de werkzaamheden begint vertrouwd met de uitrusting en bedieningselementen van de machine en hun functies. Tijdens het werk is het daarvoor te laat! Draag strak zittende kleding! Losse kleding verhoogt het risico op vastgrijpen of opwikkelen door aandrijfassen! Gebruik de machine alleen als alle veiligheidsvoorzieningen zijn aangebracht en zich in de juiste positie bevinden! Houd rekening met de maximale belading van de aangebouwde/aangekoppelde machine en de toelaatbare asbelasting en oplegdruk van de tractor! Rijd indien nodig met een gedeeltelijk gevulde tank. Het is verboden om zich binnen het werkbereik van de machine te bevinden! Het is verboden om zich binnen het draai- en zwenkbereik van de machine te bevinden! Extern bediende machineonderdelen (bijv. hydraulisch) zijn voorzien van delen waar u bekneld kunt raken! Gebruik extern bediende machineonderdelen uitsluitend als personen zich op voldoende veilige afstand van de machine bevinden! Beveilig de tractor tegen onbedoeld starten en wegrollen voordat u de tractor verlaat. Hiertoe ο laat u de machine op de grond zakken; ο trekt u de handrem aan; ο schakelt u de motor van de tractor uit; ο verwijdert u de contactsleutel. Transport van de machine Bij het rijden op de openbare weg dient u zich aan de geldende verkeersregels te houden! Controleer voor transport ο of voedingskabels correct zijn aangebracht; ο of de verlichting werkt, schadevrij en schoon is; ο het remsysteem en hydraulische systeem op in het oog lopende gebreken; ο of de handrem volledig losgezet is; ο de werking van het remsysteem. De tractor dient altijd te beschikken over voldoende stuur- en remvermogen Aan een tractor aangebouwde of aangekoppelde machine en gewichten aan voor- of achterzijde beïnvloeden niet alleen het rijgedrag, maar ook het stuur- en remvermogen van de tractor. Gebruik zo nodig gewichten aan de voorzijde! De vooras van de tractor dient altijd met minimaal 20% van het eigen gewicht van de tractor worden belast, om zeker te zijn van voldoende stuurvermogen. Bevestig gewichten aan voor- of achterzijde altijd in 30 Cirrus Special BAH

31 Algemene veiligheidsinstructies overeenstemming met de voorschriften aan de daartoe bestemde bevestigingspunten! Houd rekening met het maximale laadvermogen van de aangebouwde/aangekoppelde machine en de toelaatbare asbelasting en oplegdruk van de tractor! De tractor dient voor de beladen combinatie (tractor met aangebouwde of aangekoppelde machine) over voldoende remvertraging te beschikken! Controleer de werking van de remmen voordat u gaat rijden! Houd met een aangebouwde of aangekoppelde machine in bochten rekening met de grote uitzwaai en de middelpuntvliedende kracht van de machine! Wanneer de machine aan de driepuntshydraulica of de trekstangen van de tractor is bevestigd, dient u er vóór transport voor te zorgen dat de trekstang aan de zijkant voldoende is vastgezet! Zet alle beweegbare machineonderdelen vóór transport in de transportstand! Zet alle beweegbare machineonderdelen vóór transport in de transportstand vast om te voorkomen dat zij van positie veranderen. Maak hiervoor gebruik van de daarvoor bestemde transportbeveiligingen! Vergrendel vóór transport de bedieningshendel van de driepuntshydraulica om onbedoeld heffen of zakken van de aangebouwde of aangekoppelde machine te voorkomen! Controleer vóór transport of de benodigde transportuitrustingen, zoals verlichting, waarschuwingssystemen en beschermingsvoorzieningen, op de juiste wijze aan de machine zijn gemonteerd! Controleer vóór transport door middel van een visuele controle of de bouten van de topstang en trekstang met de lunspen zijn geborgd. Pas uw rijsnelheid aan de omstandigheden ter plaatse aan! Schakel bij bergaf rijden een lagere versnelling in! Schakel de onafhankelijke wielremmen tijdens transport altijd uit (pedalen vergrendelen)! Cirrus Special BAH

32 Algemene veiligheidsinstructies Hydraulisch systeem Het hydraulische systeem staat onder hoge druk! Zorg ervoor dat de hydrauliekslangen op de juiste wijze zijn aangesloten! Bij het aansluiten van de hydrauliekslangen moet het hydraulische systeem van zowel de tractor als van de machine drukloos zijn! Het is verboden om bedieningshendels op de tractor te blokkeren, als deze bedieningshendels hydraulische of elektrische functies van onderdelen rechtstreeks uitvoeren, zoals in- en uitklappen, draaien en verschuiven. De beweging moet automatisch stoppen zodra u de betreffende bedieningshendel bijbehorende regelelement loslaat. Dit geldt niet voor bewegingen van inrichtingen die ο continu zijn of ο automatisch geregeld zijn of ο voor hun werking een zweefstand of drukstand nodig hebben. Voordat u aan het hydraulische systeem gaat werken: ο ο ο ο ο laat de machine zakken; maak het hydraulische systeem drukloos; schakel de motor van de tractor uit; trek de handrem aan; verwijder de contactsleutel. Laat tenminste een keer per jaar door een deskundige controleren of de hydrauliekslangen nog in goede staat zijn! Vervang beschadigde en verouderde hydrauliekslangen! Gebruik uitsluitend originele hydrauliekslangen! Gebruik hydrauliekslangen niet langer dan zes jaar. Dat is inclusief een eventuele opslagtijd van maximaal twee jaar. Ook bij vakkundige opslag en toelaatbare belasting zijn slangen en slangverbindingen onderhevig aan natuurlijke veroudering, wat hun opslagtijd en gebruiksduur beperkt. In afwijking hiervan is het mogelijk om, rekening houdend met de mogelijke risico's, de gebruiksduur op basis van ervaring te bepalen. Voor slangen en slangleidingen van thermoplast kunnen andere richtwaarden doorslaggevend zijn. Probeer nooit lekkende hydrauliekslangen met de hand of vingers te dichten. Onder hoge druk naar buiten stromende vloeistof (hydraulische olie) kan via de huid in het lichaam komen en ernstig letsel veroorzaken! Raadpleeg bij wonden door hydraulische olie direct een arts! Infectiegevaar. Door de mogelijk grote kans op infectie, dient u bij het opsporen van lekkages gebruik te maken van passende hulpmiddelen. 32 Cirrus Special BAH

33 Algemene veiligheidsinstructies Elektrisch systeem Bij werkzaamheden aan het elektrische systeem dient u altijd de accu (minpool) los te koppelen! Gebruik uitsluitend de voorgeschreven zekeringen. Het gebruik van te zware zekeringen veroorzaakt onherstelbare schade aan het elektrische systeem brandgevaar! Sluit de accu op de juiste wijze aan - eerst de pluspool en dan de minpool! Loskoppelen: eerst de minpool en dan de pluspool! Voorzie de pluspool van de accu altijd van de daarvoor bestemde beschermkap. Bij aardfouten bestaat gevaar voor explosie! Explosiegevaar! Voorkom vonkvorming en open vuur in de nabijheid van de accu! De machine kan worden voorzien van elektronische componenten en onderdelen waarvan de werking door elektromagnetische straling van andere apparaten kan worden beïnvloed. Dergelijke invloeden kunnen gevaarlijk zijn voor de mens. Houd u daarom aan de volgende veiligheidsvoorschriften. ο ο Als achteraf elektrische apparaten en/of componenten aan de machine worden geïnstalleerd en op het elektrische systeem worden aangesloten, dient de gebruiker zelf te controleren of de installatie storingen in de elektronica of andere componenten veroorzaakt. De achteraf geïnstalleerde elektrische en elektronische onderdelen dienen te voldoen aan EMC-richtlijn 89/336/EWG en voorzien te zijn van de CE-markering Aangekoppelde machines Houd rekening met de toegestane combinatiemogelijkheden van de trekhaak aan de tractor en de trekinrichting aan de machine! Koppel uitsluitend toegestane combinaties van voertuigen (tractor en aangekoppelde machine) aan elkaar. Houd bij machines met enkele as rekening met de maximaal toegestane oplegdruk op de trekhaak van de tractor! De tractor dient altijd te beschikken over voldoende stuur- en remvermogen Aangebouwde of aangekoppelde machines beïnvloeden het rijgedrag en het stuur- en remvermogen van de tractor. Dit geldt vooral voor enkelassige machines met oplegdruk op de tractor! Alleen een vakbedrijf mag de hoogte van de trekdissel instellen voor trekhaakdissels met oplegdruk! Cirrus Special BAH

34 Algemene veiligheidsinstructies Remsysteem Alleen vakbedrijven of erkende remspecialisten mogen instel- en reparatiewerkzaamheden aan het remsysteem uitvoeren! Laat het remsysteem regelmatig grondig controleren! Stop de tractor direct in geval van storingen in het remsysteem. Laat de storing direct verhelpen. Zet de machine op een veilige plaats en beveilig de machine tegen onbedoeld zakken en wegrollen (wielblokken) voordat u werkzaamheden aan het remsysteem uitvoert! Ga bijzonder voorzichtig te werk bij las-, snij- en boorwerkzaamheden in de nabijheid van remleidingen! Voer na alle instel- en reparatiewerkzaamheden aan het remsysteem altijd een remmentest uit! Luchtdrukremsysteem Maak voor het aankoppelen van de machine eerst de afdichtringen van de koppelmoffen van voorraad- en remleidingen schoon! U mag met de aangekoppelde machine pas wegrijden als de manometer op de tractor 5,0 bar aangeeft! Tap elke dag het water uit de luchtketel af! Sluit de koppelmoffen op de tractor als u gaat rijden zonder machine! Bevestig de koppelmoffen van de voorraad- en remleiding van de machine aan de daarvoor bestemde blinde koppelingen! Gebruik voor het bijvullen of verversen altijd de voorgeschreven remvloeistof. Houd u bij het verversen van de remvloeistof aan de betreffende voorschriften! De voorgeschreven instellingen van de remkleppen mogen niet worden gewijzigd! Vervang de luchtketel zodra ο ο ο de luchtketel in de spanbanden kan worden bewogen de luchtketel beschadigd is het typeplaatje op de luchtketel begint te roesten, los is of ontbreekt. 34 Cirrus Special BAH

35 Algemene veiligheidsinstructies Hydraulisch remsysteem voor exportmachines Hydraulische remsystemen zijn in Duitsland niet toegestaan! Gebruik voor het bijvullen of verversen altijd de voorgeschreven hydraulische olie. Houd u bij het verversen van de hydraulische olie aan de betreffende voorschriften! Banden Reparatiewerkzaamheden aan banden mogen uitsluitend worden uitgevoerd door bandenspecialisten met het juiste montagegereedschap! Controleer de bandenspanning regelmatig! Houd u aan de voorgeschreven bandenspanning! Een te hoge bandenspanning kan explosie veroorzaken! Zet de machine op een veilige plaats en beveilig de machine tegen onbedoeld zakken en wegrollen (handrem, wielblokken) voordat u werkzaamheden aan de banden uitvoert! U dient alle bevestigingsschroeven en moeren volgens de instructies van AMAZONEN-WERKE aan te draaien of vaster aan te draaien! Werken met zaaimachines Houd bij het vullen van de zaadtank rekening met de toelaatbare vulhoeveelheid (capaciteit zaadtank)! Gebruik de treeplank en het platform uitsluitend voor het vullen van de zaadtank! Het is verboden om anderen tijdens het werk op de machine te laten meerijden! Let bij de afdraaiproef op gevaarlijke plaatsen door roterende en trillende onderdelen! Verwijder de spoorschijven van de vooropkomstmarkeur voordat u de machine transporteert! Leg geen losse voorwerpen in de zaadtank! Vergrendel de markeurs (afhankelijk van constructie) vóór transport in de transportstand! Cirrus Special BAH

36 Algemene veiligheidsinstructies Reinigen, service en onderhoud Voer reinigings-, onderhouds- en servicewerkzaamheden alleen uit bij ο uitgeschakelde aandrijving ο stilstaande tractormotor ο verwijderde contactsleutel ο uit de boordcomputer verwijderde machinestekker! Controleer regelmatig of moeren en schroeven nog goed vastzitten en draai ze indien nodig vaster aan! Beveilig de opgeheven machine of opgeheven machineonderdelen tegen onbedoeld zakken voordat u met de service-, onderhouds- en reinigingswerkzaamheden begint! Gebruik bij het vervangen van gereedschappen met scherpe randen daartoe geschikt gereedschap en handschoenen! Voer olie, vet en filters volgens de geldende milieuvoorschriften af! Maak voordat u elektrisch gaat lassen aan tractor en aangebouwde machines eerst de kabel van de dynamo en accu van de tractor los! Reserveonderdelen moeten minimaal voldoen aan de door AMAZONEN-WERKE vastgestelde technische eisen! Originele onderdelen voldoen aan deze eisen! 36 Cirrus Special BAH

37 Op- en afladen 3 Op- en afladen Op- en afladen met tractor WAARSCHUWING Er bestaat gevaar voor ongelukken als de tractor niet geschikt is en het remsysteem van de machine niet op de tractor is aangesloten en gevuld is! Koppel de machine in overeenstemming met de voorschriften aan de tractor, voordat u de machine op een transportvoertuig laadt of van een transportvoertuig aflaadt! De machine mag voor het af- en opladen alleen met een tractor worden gekoppeld en getransporteerd als de betreffende tractor aan de gestelde vermogenseisen voldoet! Luchtdrukremsysteem: U mag met de aangekoppelde machine pas wegrijden als de manometer op de tractor 5,0 bar aangeeft! Sluit de Cirrus op een daartoe geschikte tractor aan voordat de Cirrus op of van een transportvoertuig wordt geladen (zie hoofdstuk "Inbedrijfstelling", op pagina 89 en hoofdstuk "Machine aan- en afkoppelen", op pagina 98). Breng de volgende aansluitingen op de tractor tot stand alle aansluitingen van de bedrijfsrem alle hydraulische aansluitingen de vrije retourleiding van de aansluiting van de hydraulische turbine. De bedieningsterminal hoeft niet te worden aangesloten. Afb. 12 WAARSCHUWING Bij het op- en afladen is iemand nodig die aanwijzingen geeft. Cirrus Special BAH

38 Op- en afladen 3.1 De Cirrus opladen 1. Breng de Cirrus in de transportstand (zie hoofdstuk "Transport", op pagina 138). 2. Breng de Cirrus met het geïntegreerde onderstel tot een gemiddelde hoogte omhoog (met regeleenheid 1, zie hoofdstuk 7.1.1, op pagina 103). 3. Schuif de Cirrus voorzichtig achteruit op het transportvoertuig. Bij het opladen is iemand nodig die aanwijzingen geeft. 4. Laat de Cirrus volledig zakken (regeleenheid 1, zie hoofdstuk 7.1.1, op pagina 103) zodra de Cirrus op het transportvoertuig in de transportstand staat. 5. Zet de Cirrus in overeenstemming met de voorschriften vast. Denk eraan dat de Cirrus geen handrem heeft. 6. De tractor van de machine loskoppelen. Afb. 13 Afb De Cirrus afladen 1. Koppel de Cirrus aan de tractor (zie hoofdstuk 3, op pagina 37). 2. Verwijder de transportbeveiliging. 3. Breng de Cirrus met het geïntegreerde onderstel tot een gemiddelde hoogte omhoog en trek de Cirrus voorzichtig van het transportvoertuig af. Bij het afladen is iemand nodig die aanwijzingen geeft. 4. Koppel de machine na het afladen van de tractor af (zie hoofdstuk 7.2, op pagina 106). Afb Cirrus Special BAH

39 Beschrijving van het product 4 Beschrijving van het product Dit hoofdstuk geeft een uitgebreid overzicht van de opbouw van de machine. geeft de namen van de afzonderlijke bedieningshendels. Lees dit hoofdtuk bij voorkeur bij de machine. Zo raakt u optimaal vertrouwd met de machine. Belangrijkste bouwgroepen van de machine Afb. 16 Afb. 16/ (1) Zaadtank (2) Centrale dosering (3) Turbine (4) Zaaigoed-verdeelkop (5) -zaaischijf (6) Dubbele schijveneg (7) V-ring bandenwals met geïntegreerd onderstel (8) Exacteg (9) Markeurs (10) Stapwiel Cirrus Special BAH

40 Beschrijving van het product 4.1 Overzicht van bouwgroepen Afb. 17/... Bedieningsterminal Afb. 18/... (1) Trekbalk (2) Uittrekbare steunpoot Afb. 17 Afb. 19/... (1) Houder voor voedingskabels Afb. 18 Afb. 20/... (1) Wielkeggen (2) Platform met ladder (3) Handgreep Afb. 19 Afb Cirrus Special BAH

41 Beschrijving van het product Afb. 21/... (1) RoTeC-zaaischijf (2) -zaaischijf Afb. 22/... (1) Opklapbaar afdekkleed (2) Stang Afb. 21 Afb. 22 Afb. 23/... (1) Vario-aandrijving Afb. 24/... (1) Afdraaislinger (in transporthouder) (2) Doseerunit (3) Afdraai-emmer (in houder voor afdraaiproef) (4) Injectiesluis Afb. 23 Afb. 24 Cirrus Special BAH

42 Beschrijving van het product Afb. 25/... (1) Zeefrooster (2) Sensor vulniveau Afb. 26/... Rijpadmarkeerapparaat Afb. 25 Afb. 27/... (1) Remklep met aflaatklep (gezien vanaf onderzijde) Afb. 26 Afb. 28/... (1) Elektr.-hydr. stuurventielenblok (2) Hydraulische accumulator met stikstofvulling voor het op spanning brengen van de uitgeklapte machine-elementen Afb. 27 Afb Cirrus Special BAH

43 Beschrijving van het product 4.2 Veiligheids- en beschermingsvoorzieningen Afb. 29/... (1) Turbinebeveiliging Afb. 30/... (1) Vergrendeling zeefroosters (bij maximale dosering) Afb. 29 Afb. 31/... (1) Borging doseervenster. Stoppen van walsaandrijving bij openen van het doseervenster (Afb. 31/2) bij maximale dosering. Afb. 30 Afb. 32/... (1) Afstandhouder als bescherming tegen asschommelingen tijdens onderhoudswerkzaamheden. Afb. 31 Afb. 32 Cirrus Special BAH

44 Beschrijving van het product 4.3 Overzicht voedingskabels tussen tractor en machine Afb. 33 Afb. 33/ Naam Omschrijving (1) Persleiding 1 Kabelbinder geel Hydrauliekleiding 1 (1a) Terugloop 2 Kabelbinder geel (2) Persleiding 1 kabelbinder groen Hydrauliekleiding 2 (2a) Terugloop 2 kabelbinder groen (3) Drukleiding met voorrang 1 kabelbinder rood Hydrauliekleiding 3 (3a) Drukvrije leiding 2 kabelbinder rood (4) Remleiding (luchtdruk) geel (4a) Voorraadleiding (luchtdruk) rood (5) Stekker (7-polig) voor verkeerslichten (6) Machinestekker voor boordcomputer niet afgebeeld Hydr. remleiding (zie hoofdstuk 7.1.4, op pagina 105) 1) 1) In Duitsland en enkele andere EU-landen niet toegestaan 44 Cirrus Special BAH

45 Beschrijving van het product 4.4 Verkeerstechnische uitrusting Afb. 34/... (1) 2 naar achteren gerichte waarschuwingsborden (2) 1 snelheidssticker (3) Kentekenplaathouder Afb. 35/... (1) 2 naar achteren gerichte richtingaanwijzers (2) 2 reflectoren, geel (3) 2 rem- en achterlichten (4) 2 rode reflectoren (5) 1 kentekenplaatverlichting Afb. 34 Alleen machines met exacteg: (1) Beschermstrip voor de verkeersveiligheid, 2-delig Afb. 35 Afb. 36 Cirrus Special BAH

46 Beschrijving van het product Afb. 37/... (1) 2 naar voren gerichte waarschuwingsborden Afb. 38/... (1) 2 naar voren gerichte breedtelichten (2) 2 naar voren gerichte richtingaanwijzers Afb. 37 Afb. 39/... (1) 2 x 4 reflectoren, geel (zijdelingse afstand max. 3 m) Afb. 38 Afb Cirrus Special BAH

47 Beschrijving van het product 4.5 Gebruik volgens voorschriften De machine is gebouwd voor het bereiden van zaadbedden op landbouwgrond en voor het doseren en inzaaien van alle gebruikelijke soorten zaad. wordt met de trekstangen aan een tractor gekoppeld en bediend door een persoon. De volgende liggingen op een helling kunnen worden bereden Schuinte rijrichting naar links 10 % rijrichting naar rechts 10 % Helling bergop 10 % bergaf 10 % Tot het gebruik volgens de voorschriften behoort ook: het opvolgen van alle aanwijzingen in deze bedieningshandleiding. het in acht nemen van de inspectie- en onderhoudswerkzaamheden. het uitsluitend gebruiken van originele onderdelen. Het op andere wijze gebruiken dan hierboven is vermeld, is verboden en geldt als gebruik in strijd met de voorschriften. Voor schade die voortvloeit uit gebruik in strijd met de voorschriften is de gebruiker zelf verantwoordelijk, is AMAZONEN-WERKE in geen geval aansprakelijk. Cirrus Special BAH

48 Beschrijving van het product 4.6 Gevarenzone en gevaarlijke plaatsen De gevarenzone is de omgeving van de machine waarin personen binnen bereik zijn van arbeidsbewegingen van de machine en zijn gereedschappen; door de machine naar buiten geslingerde materialen of voorwerpen; onbedoeld omlaag zakkende omhoog geheven machineelementen; onbedoeld wegrollen van de tractor en de machine. De gevarenzone van de machine bevat gevaarlijke plaatsen met permanente of onverwacht optredende risico's. Waarschuwingsstickers geven deze gevaarlijke plaatsen aan en waarschuwen voor restgevaar dat constructief gezien niet kan worden verholpen. Voor de gevarenzone en de gevaarlijke plaatsen gelden de speciale veiligheidsvoorschriften van de betreffende hoofdstukken. In de gevarenzone van de machine mogen geen personen aanwezig zijn zolang de tractormotor met aangesloten hydraulisch systeem draait; zolang tractor en machine niet tegen onbedoeld starten en wegrollen zijn beveiligd. De bedieningspersoon mag de machine alleen bewegen of werkgereedschappen van transport- in arbeidsstand en van arbeidsstand in transportstand zetten of in beweging brengen wanneer er geen personen in de gevarenzone van de machine aanwezig zijn. Gevaarlijke plaatsen zijn aanwezig: binnen het bereik van de zwenkbare machine-elementen binnen het bereik van de zwenkbare markeurs binnen het bereik van de zwenkbare V-ring banden. 48 Cirrus Special BAH

49 Beschrijving van het product 4.7 Typeplaatje en CE-markering De volgende afbeeldingen laten zien waar het typeplaatje (Afb. 40/1) en de CE-markering (Afb. 40/2) is aangebracht. Op het typeplaatje staan: Serienummer van de machine Type Toelaatbare systeemdruk, bar Bouwjaar Fabriek Vermogen, kw Basisgewicht, kg Toelaatbaar totaalgewicht, kg Toelaatbare asbelasting achter, kg Toelaatbare asbelasting voor / kogelbelasting, kg. Afb. 40 De CE-markering (Afb. 41) op de machine geeft aan dat de machine voldoet aan de bepalingen van de EU-richtlijnen die van kracht zijn. Afb. 41 Cirrus Special BAH

50 Beschrijving van het product 4.8 Technische gegevens Cirrus 3001 Special Cirrus 4001 Special Cirrus 6001 Special Werkbreedte [m] 3,0 4,0 6,0 Vulhoogte [m] Totale lengte 1) [m] 7,59 8,09 8,09 Inhoud zaaitank [l] Nuttige belasting (op het land) [kg] Aantal zaairijen Afstand tussen de rijen [cm] 12,5 Continu geluidsniveau [db(a)] 74 Werksnelheid [km/u] Capaciteit [ha/u] ca. 2,4 ca. 3,0 ca. 4,8 Benodigd vermogen (vanaf) [kw/pk] 90/ / /200 Oliedoorstroomhoeveelheid (minimaal). [l/min] 80 Hydraulica max. werkdruk [bar] 200 Elektra [V] 12 (7-polig) Transmissieolie/hydraulische olie Transmissieolie/hydraulische olie Utto SAE 80W API GL4 Categorie koppelingspunten Cat. III Transportonderstel Geïntegreerd met vier onderstelwielen Aantal V-ring banden Maximale oplegdruk (F H ) met volle zaadtank Bedrijfsremsysteem (aansluiting op tractor) Werkzame rem in geïntegreerde onderstel [kg] Tweeleiding luchtdrukremsysteem of hydraulisch remsysteem 2) hydraulisch Wegtransportgegevens (alleen met lege zaadtank) Transportbreedte [m] 3,0 Totale hoogte in transportstand (van af 4 m werkbreedte ingeklapt) [mm] Leeggewicht / basisgewicht [kg] Toelaatbaar totaalgewicht [kg] Toelaatbare asbelasting [kg] Toelaatbare oplegdruk [kg] Maximale belading tijdens transport Toelaatbare maximumsnelheid op alle niet-openbare en openbare straten en wegen 1) Zonder zaadaandrukrollen. 2) In Duitsland en enkele andere landen niet toegestaan [kg] 220 [km/u] Cirrus Special BAH

51 Beschrijving van het product 4.9 Conformiteit Richtlijnen/normen De machine voldoet aan de: Machinerichtlijn 98/37/EG EMC-richtlijn 89/336/EWG 4.10 Benodigde tractoruitrusting Om de machine in overeenstemming met de voorschriften te gebruiken, dient de tractor te voldoen aan de volgende voorwaarden. Motorvermogen van de tractor Cirrus 3001 Cirrus 4001 Cirrus 6001 Vanaf 90 kw (120 pk) Vanaf 110 kw (150 pk) Vanaf 147 kw (200 pk) Elektrisch systeem Accuspanning: Stekkerdoos voor verlichting: 12 V (Volt) 7-polig Hydraulisch systeem Maximale bedrijfsdruk: Pompcapaciteit tractor: Hydraulische olie in de machine: Regeleenheid 1: Regeleenheid 2: 200 bar minimaal 80 l/min bij 150 bar Transmissieolie/hydraulische olie Utto SAE 80W API GL4 De hydraulische olie/transmissieolie in de machine is geschikt voor gecombineerd gebruik in hydraulische systemen en versnellingsbakken van alle gangbare tractormerken. dubbelwerkende regeleenheid dubbelwerkende regeleenheid Regeleenheid 3: 1 enkel- of dubbelwerkende regeleenheid met prioreitsregeling voor de stuurleiding 1 drukloze retour met grote insteekkoppeling (DN 16) voor drukloze terugvoer van olie. In de retourleiding mag de stuwdruk niet meer bedragen dan 10 bar. Cirrus Special BAH

52 Beschrijving van het product Bedrijfsremsysteem Bedrijfsremsysteem met twee leidingen: 1 koppelmof (rood) voor de voorraadleiding Hydraulisch remsysteem: 1 koppelmof (geel) voor de remleiding 1 hydraulische koppeling volgens ISO 5676 Het hydraulische remsysteem is in Duitsland en enkele EU-landen niet toegestaan! 4.11 Gegevens over geluidsontwikkeling De emissiewaarde op de werkplek (geluidsniveau) bedraagt 74 db(a), gemeten tijdens bedrijf met gesloten cabine en op oorhoogte van de tractorchauffeur. Meetapparaat: OPTAC SLM 5. De hoogte van het geluidsniveau is vooral afhankelijk van het gebruikte voertuig. 52 Cirrus Special BAH

53 Opbouw en werking 5 Opbouw en werking Dit hoofdstuk informeert u over de opbouw van de machine en de werking van de afzonderlijke componenten. Afb. 42 Met de Cirrus Special kan in één keer worden gezaaid met of zonder grondbewerking vooraf. Met de schijveneg (Afb. 42/1) is het mogelijk om in de stoppel te zaaien en om conventioneel te zaaien na het ploegen. Het zaad wordt meegevoerd in de zaadtank (Afb. 42/2). Vanuit de doseerunit (Afb. 42/3), die door een stapwiel (Afb. 42/4) of een elektromotor wordt aangedreven, komt de ingestelde hoeveelheid zaad in de door de turbine (Afb. 42/5) gegenereerde luchtstroom. De luchtstroom transporteert het zaad naar de verdeelkop (Afb. 42/6), die het zaad gelijkmatig verdeelt over alle zaaischijven (Afb. 42/7). Het zaad wordt ingebed in de door de V-ring bandenwals (Afb. 42/8) verdichte voren en door de exacteg met losse grond bedekt. Naar keuze kan de zaadaandrukbalk (Afb. 42/9) met de instelbare sleeptanden (Afb. 42/10) worden gebruikt. De aansluitrij wordt in het midden van de tractor aangegeven door de markeur (Afb. 42/11). Machines met een werkbreedte vanaf 4 m kunnen worden ingeklapt tot een transportbreedte van 3 m. Cirrus Special BAH

54 Opbouw en werking 5.1 Elektrohydraulisch stuurventielenblok De hydraulische functies van de machine worden aangestuurd door elektrohydraulische stuurventielenblokken. Eerst moet de gewenste hydraulische functie in de (zie hoofdstuk 5.5, op pagina 60) worden geselecteerd, voordat de betreffende regeleenheid de hydraulische functie kan uitvoeren. Door het vrijschakelen van de hydraulische functies in de kunnen alle hydraulische functies worden bediend met slechts 2 tractor-regeleenheden voor de machinefuncties; 1 tractor-regeleenheid voor de turbine. Afb Hydrauliekslangen WAARSCHUWING Infectiegevaar door hydraulische olie die onder hoge druk naar buiten stroomt! Bij het aansluiten en loskoppelen van de hydrauliekslangen moet het hydraulische systeem van zowel de tractor als van de machine drukloos zijn! Raadpleeg bij letsel door hydraulische olie direct een arts Hydrauliekslangen aansluiten WAARSCHUWING Gevaar voor bekneld raken, snijden, vastgrijpen, naar binnen trekken en stoten door functiestoringen als gevolg van verkeerd aangesloten hydrauliekslangen! Let bij het aansluiten van de hydrauliekslangen op de kleurmarkeringen op de hydraulische stekkers. Controleer of de hydraulische oliën onderling compatibel zijn voordat u de machine aansluit op het hydraulische systeem van de tractor. Meng geen minerale olie met biologische olie! Neem de maximaal toegestane oliedruk van 200 bar in acht. Sluit uitsluitend schone hydraulische stekkers aan. Steek een hydraulische stekker zo ver in de hydrauliekmof tot de stekker duidelijk vastklikt. Controleer of de hydrauliekslangen correct zijn aangesloten en goed afdichten. 54 Cirrus Special BAH

55 Opbouw en werking 1. Zet de bedieningshendel op het stuurventiel in de tractor in de zweefstand (neutraalstand). 2. Reinig de hydrauliekstekker van de hydrauliekslangen voordat u de hydrauliekslangen op de tractor aansluit. 3. Sluit de hydrauliekslangen aan op de regeleenheden van de tractor. Afb Hydrauliekslangen loskoppelen 1. Zet de bedieningshendel op de regeleenheid in de tractor in de neutraalstand. 2. Verwijder de hydrauliekstekkers uit de hydrauliekmoffen. 3. Bescherm de hydrauliekstekkers en hydrauliekaansluitingen met de beschermkappen tegen verontreiniging. 4. Leg de hydrauliekslangen in de slanghouder. Afb. 45 Cirrus Special BAH

56 Opbouw en werking 5.3 Luchtdrukremsysteem met twee leidingen GEVAAR De machine heeft geen handrem! Beveilig de machine altijd met de wielkeggen voordat u de machine loskoppelt van de tractor! Voor een correcte werking van de bedrijfsrem met twee leidingen moeten de onderhoudsintervallen beslist worden aangehouden. Afb. 46/... (1) Voorraadleiding met koppelmof (rood); in overeenstemming met de voorschriften bevestigd in de houder. (2) Remleiding met koppelmof (geel); in overeenstemming met de voorschriften bevestigd in de houder. Afb. 47/... (1) Leidingfilter van de voorraadleiding (2) Leidingfilter van de remleiding (3) Remklep van aanhanger (4) Bedieningsknop voor aflaatklep ο ο indrukken tot aan de aanslag en de bedrijfsrem wordt losgezet (zie waarschuwing hieronder); Afb. 46 uittrekken tot aan de aanslag en de machine remt af door de voorraaddruk in de luchtdrukketel (zie waarschuwing hieronder). Afb. 47 GEVAAR Bedien de bedieningsknop (Afb. 47/4) voor de aflaatklep in de werkplaats alleen voor het verplaatsen van de machine met een daartoe geschikte tractor zonder aansluitmogelijkheid voor de luchtdrukrem. Vergeet niet dat de machine geen handrem heeft. Als u de bedieningsknop van de machine uittrekt terwijl de luchtdrukketel leeg is, werkt de rem niet. 56 Cirrus Special BAH

57 Opbouw en werking Aansluiten van de rem- en voorraadleiding WAARSCHUWING Gevaar voor bekneld raken, snijden, vastgrijpen, naar binnen trekken en stoten vanwege een niet goed functionerend remsysteem! Let er bij het aansluiten van de rem- en voorraadleiding op dat ο de afdichtringen van de koppelmoffen schoon zijn ο de afdichtringen van de koppelmoffen goed afdichten. Vervang beschadigde afdichtringen direct. Tap water uit de luchtketel elke dag voor de eerste rit af. Ga met de aangekoppelde machine pas rijden als de manometer op de tractor 5,0 bar aangeeft! WAARSCHUWING Gevaar door bekneld raken, snijden, vastgrijpen, naar binnen trekken en stoten door onbedoeld gaan rijden van de machine als de bedrijfsrem is losgezet! Sluit altijd eerst de koppelmof van de remleiding (geel) en daarna de koppelmof van de voorraadleiding (rood) aan. De bedrijfsrem van de machine wordt direct losgezet zodra u de rode koppelmof aansluit. 1. Open de kappen (Afb. 48/1) van de koppelmoffen op de tractor. 2. Controleer of de afdichtringen in de koppelmof schoon en schadevrij zijn. 3. Reinig verontreinigde afdichtringen of vervang beschadigde afdichtringen. 4. Bevestig de koppelmof van de remleiding (geel) in overeenstemming met de voorschriften aan de geel gemarkeerde koppeling (Afb. 48/2) op de tractor. Afb. 48 Cirrus Special BAH

58 Opbouw en werking Loskoppelen van de rem- en voorraadleiding 5. Verwijder de koppelmof van de voorraadleiding (rood) uit de blinde koppeling. 6. Controleer of de afdichtringen in de koppelmof schoon en schadevrij zijn. 7. Reinig verontreinigde afdichtringen of vervang beschadigde afdichtringen. 8. Bevestig de koppelmof van de voorraadleiding (rood) in overeenstemming met de voorschriften aan de rood gemarkeerde koppeling op de tractor. Bij het aansluiten van de voorraadleiding (rood) drukt de uit de tractor komende voorraaddruk de bedieningsknop van de aflaatklep aan de aanhangerremklep automatisch naar buiten. 9. Verwijder de wielblokken. WAARSCHUWING Gevaar door bekneld raken, snijden, vastgrijpen, naar binnen trekken en stoten door onbedoeld gaan rijden van de machine als de bedrijfsrem is losgezet! Koppel altijd eerst de koppelmof van de voorraadleiding (rood) en daarna de koppelmof van de remleiding (geel) los. De bedrijfsrem van de machine remt pas af wanneer de rode koppelmof is losgekoppeld. Houd deze volgorde aan! Anders wordt de bedrijfsrem losgezet en kan de ongeremde machine in beweging komen. 1. Beveilig de machine tegen onbedoeld wegrollen. Gebruik hiervoor de wielblokken. 2. Koppel de koppelmof (Afb. 49) van de voorraadleiding (rood) los. 3. Koppel de koppelmof van de remleiding (geel) los. 4. Bevestig de koppelmoffen in de blinde koppelingen. 5. Sluit de kappen van de koppelmoffen op de tractor. Afb. 49 GEVAAR Gebruik wielkeggen! Vergeet niet dat de machine geen handrem heeft en de rem niet werkt als het drukvat leeg is. 58 Cirrus Special BAH

59 Opbouw en werking 5.4 Hydraulische bedrijfsrem Voor het aansturen van de hydraulische bedrijfsrem heeft de tractor een hydraulische reminrichting nodig Aansluiten van het hydraulische remsysteem Sluit uitsluitend schone hydraulische koppelingen aan. 1. Verwijder de beschermkap (Afb. 51/1). 2. Indien nodig de hydrauliekstekker (Afb. 50) en stekkerdoos reinigen. 3. Sluit de hydrauliekstekker van de tractor aan op de hydrauliekstekkerdoos van de machine. Afb Loskoppelen van het hydraulische remsysteem 1. Verwijder de hydrauliekstekkers uit de hydrauliekmoffen. 2. Bescherm de hydrauliekstekkers en de stekkerdoos met beschermkappen (Afb. 51/1) tegen verontreiniging. 3. Leg de hydrauliekslang in de slanghouder. Afb. 51 Cirrus Special BAH

60 Opbouw en werking 5.5 Bedieningsterminal De bestaat uit de bedieningsterminal (Afb. 52), de basisuitrusting (kabel- en bevestigingsmateriaal) en de jobcomputer in de machine. Met de bedieningsterminal kunt u de specifieke gegevens van de machine invoeren; de gegevens van de opdracht invoeren; de machine aansturen voor het veranderen van de uitzaaihoeveelheid tijdens het zaaien (elektronische instelling zaaihoeveelheid nodig); hydraulische functies vrijschakelen voordat zij door de betreffende regeleenheid kunnen worden uitgevoerd de zaaimachine tijdens het zaaien controleren. Afb. 52 De berekent de huidige rijsnelheid [km/u]; de huidige zaaihoeveelheid [kg/ha]; de nog af te leggen afstand [m] tot de zaadtank leeg is de daadwerkelijke inhoud van de zaadtank [kg]. De slaat voor een gestarte opdracht de volgende gegevens op de gezaaide hoeveelheid per dag en in totaal [kg]; hoeveel grond er per dag en in totaal is bewerkt [ha]; de zaaitijd per dag en in totaal [h]; de gemiddelde arbeidsprestatie [ha/h]. 60 Cirrus Special BAH

61 Opbouw en werking Voor de communicatie is de voorzien van menu "Werk" hoofdmenu met 4 submenu's ο menu "Opdracht" ο menu "Rijenzaaimachine afdraaien" ο menu "Machinegegevens" ο menu "Setup". Het menu "Werk" toont de benodigde gegevens tijdens het zaaien wordt gebruikt om de zaaimachine tijdens het werk te bedienen. In het menu "Opdracht" wordt de uit te zaaien hoeveelheid ingevoerd worden opdrachten ingevoerd en de berekende gegevens van maximaal 20 uitgevoerde opdrachten opgeslagen wordt de gewenste opdracht gestart. In het menu "Rijenzaaimachine afdraaien" wordt de ingevoerde zaaihoeveelheid door een afdraaiproef gecontroleerd en de zaaihoeveelheid eventueel gecorrigeerd (optioneel). In het menu "Machinegegevens" worden de specifieke instellingen van de machine ingevoerd, geselecteerd of door middel van kalibratie berekend. In het menu "Setup" worden diagnosegegevens ingevoerd en opgevraagd en worden de basisgegevens van de machine geselecteerd en ingevoerd. Deze werkzaamheden mogen uitsluitend door de servicedienst worden uitgevoerd. Cirrus Special BAH

62 Opbouw en werking 5.6 Zaadtank De zaadtank (Afb. 53/1) is goed toegankelijk voor het vullen, afdraaien en het verwijderen van de resthoeveelheid. Tijdens het werk is een goed uitzicht over de gereedschappen gegarandeerd door de vormgeving van de zaadtank. Door de grote opening van de zaadtank kan deze snel worden gevuld. Afb Digitale niveau-indicator (optioneel) De niveausensoren controleren het niveau van het zaad in de zaadtank. Wanneer het niveau van het zaaigoed de niveausensor bereikt, verschijnt een waarschuwing (Afb. 54) op het display van de en klinkt gelijktijdig een alarmsignaal. Dit alarmsignaal herinnert de tractorchauffeur eraan om tijdig zaaigoed bij te vullen. De hoogte van de niveausensor (Afb. 55/1) in de zaadtank is instelbaar. Hierdoor kunt u instellen bij welke resterende hoeveelheid zaaigoed de waarschuwing en het alarmsignaal moeten worden gegeven. De stand van de niveausensor kan alleen worden ingesteld als de zaadtank leeg is: Afb. 54 Afb Cirrus Special BAH

63 Opbouw en werking 5.7 Zaaigoed-dosering In de doseerunit (Afb. 56/1) wordt het zaaigoed door een doseerrol gedoseerd. Het zaaigoed valt in de injectiesluis (Afb. 56/2) en wordt door de luchtstroom naar de verdeelkop en verder naar de zaaischijven geleid. Afb. 56 Cirrus Special BAH

64 Opbouw en werking Tabel doseerrollen zaaigoed Zaaigoed Doseerrollen Zaaigoed Doseerrollen Spelt grove doseerrollen Koolzaad fijne doseerrollen Haver grove doseerrollen Rode klaver fijne doseerrollen Rogge grove doseerrollen of gemiddelde doseerrollen Mosterd gemiddelde doseerrollen of fijne doseerrollen Zomergerst grove doseerrollen Soja gemiddelde doseerrollen Wintergerst grove doseerrollen Zonnebloemen gemiddelde doseerrollen Tarwe grove doseerrollen of gemiddelde doseerrollen Stoppelknollen fijne doseerrollen Bonen grove doseerrollen Wikke gemiddelde doseerrollen Erwten grove doseerrollen Vlas (ontsmet) Graszaad Gierst Lupine Rupsklaver Olievlas (nat ontsmet) Radijszaad Phacelia Afb. 57 gemiddelde doseerrollen of fijne doseerrollen gemiddelde doseerrollen gemiddelde doseerrollen gemiddelde doseerrollen gemiddelde doseerrollen of fijne doseerrollen gemiddelde doseerrollen of fijne doseerrollen gemiddelde doseerrollen of fijne doseerrollen gemiddelde doseerrollen of fijne doseerrollen De benodigde doseerrollen zijn afhankelijk van het soort zaaigoed en de uit te zaaien hoeveelheid. Welke doseerrollen nodig zijn, vindt u in de tabel (Afb. 57, hierboven). Staat een bepaalde zaadsoort niet in de tabel, kies dan de doseerrollen voor een in de tabel genoemde zaadsoort met ongeveer dezelfde korrelgrootte. 64 Cirrus Special BAH

65 Opbouw en werking Doseerrollen De doseerunit is voorzien van verwisselbare doseerrollen. De keuze van de doseerrol is afhankelijk van de korrelgrootte van het zaad; de hoeveelheid zaad. De doseerrollen worden naar keuze aangedreven door het stapwiel via de Vario-aandrijving; elektromotoren (maximale dosering). In de tabel (hoofdstuk 5.7.1, op pagina 64) kunt u zien welke doseerrol nodig is: Grove doseerrol (Afb. 58/1) voor grof zaad en grote zaaihoeveelheden Middelste doseerrol (optioneel, Afb. 59/1) voor middelgroot zaad en gemiddelde zaaihoeveelheden Fijne doseerrol (Afb. 60/1) voor fijne zaadsoorten. Afb. 58 Afb. 59 Afb. 60 Voor het uitzaaien van bijzonder grof zaad, zoals tuinbonen, kunt u de cellen (Afb. 61/1) van de grove doseerrol vergroten door de rolsegmenten en tussenplaten om te zetten. Afb. 61 Cirrus Special BAH

66 Opbouw en werking Instelling zaaihoeveelheid op Vario-aandrijving De gewenste uit te zaaien hoeveelheid is traploos instelbaar met de instelhendel (Afb. 62/1) van de Vario-aandrijving. Als de hendel wordt versteld, verandert de uit te zaaien hoeveelheid zaaigoed. Hoe hoger het aangegeven getal op de schaal (Afb. 62/2) des te groter is de uitzaaihoeveelheid. Met een afdraaiproef moet worden gecontroleerd of de hendel in de juiste stand staat resp. of later de gewenste hoeveelheid zaaigoed wordt uitgezaaid. Voor het bepalen van de juiste stand van de aandrijving zijn vaak meerdere afdraaiproeven nodig. Met de rekenschijf kan de vereiste stand van de aandrijving uit de waarden van de eerste afdraaiproef worden berekend. Controleer de met de rekenschijf bepaalde waarde door een volgende afdraaiproef. De rekenschijf bestaat uit drie schalen: een buitenste witte schaal (Afb. 63/1) voor alle hoeveelheden uit te zaaien zaad boven 30 kg/ha; een binnenste witte schaal (Afb. 63/2) voor alle hoeveelheden uit te zaaien zaad onder 30 kg/ha; een gekleurde schaal (Afb. 63/3) met alle aandrijvingsstanden van 1 tot 100. Afb. 62 Afb Cirrus Special BAH

67 Opbouw en werking Instelling zaaihoeveelheid, elektronisch op Vario-aandrijving (optioneel) Een elektrische stelmotor (Afb. 64/1), geregeld door, stelt de instelhendel (Afb. 64/2) op de gewenste hoeveelheid uit te zaaien zaad in. Aan de hand van de waarden van de eerste afdraaiproef berekent de de vereiste stand en stelt deze de instelhendel automatisch in. Deze instelling moet met een afdraaiproef worden gecontroleerd. Op het display van wordt de stand van de instelhendel op de schaal weergegeven. Afb Instelling zaaihoeveelheid met maximale dosering (optioneel) Bij machines met maximale dosering wordt elke doseerrol door een elektromotor (Afb. 65/1) aangedreven. De machines hebben geen Varioaandrijving. Het aandrijftoerental van de doseerrol wordt bepaald door de werksnelheid en de ingestelde hoeveelheid zaaigoed. Een stapwiel berekent de werksnelheid en de afgelegde afstand. De uitzaaihoeveelheid wordt ingesteld in de. Elke instelling moet met een afdraaiproef worden gecontroleerd. Afb. 65 Het aandrijftoerental van de doseerrol bepaalt de hoeveelheid zaaigoed. Naarmate het aandrijftoerental van de elektromotor hoger is, des te groter is de uit te zaaien hoeveelheid. past zich automatisch aan als de werksnelheid verandert. Voordosering zaaigoed Er kan gebruik worden gemaakt van de zaaigoed-voordosering, die het zaaigoed in de luchtstroom doseert voordat de machine in beweging komt. De looptijd van de voordosering is instelbaar. De zaaigoed-voordosering wordt gebruikt, als er in hoeken moet worden gezaaid die alleen kunnen worden bereikt door de machine achteruit te rijden. Cirrus Special BAH

68 Opbouw en werking Wegrijhelling Er kan gebruik worden gemaakt van de zogenaamde "wegrijhelling", waarbij de hoeveelheid zaaigoed wordt aangepast aan de snelheid van de machine na het keren. Na het keren en het bedienen van regeleenheid 1 gaat de machine in werkstand. Zodra het stapwiel zijn werkstand heeft bereikt, wordt er zaaigoed in de toevoerleiding gedoseerd. Om door het systeem veroorzaakte zaaigoedtekorten tijdens het accelereren van de machine te compenseren, kan de "wegrijhelling" worden ingeschakeld. Hiervoor wordt de in het "afdraaimenu" ingestelde verwachte werksnelheid gebruikt. Ten opzichte van de verwachte werksnelheid kunnen de startsnelheid en de tijd tot het bereiken van de verwachte werksnelheid procentueel worden ingesteld. Deze tijd en de procentuele waarde zijn afhankelijk van de tractoracceleratie en voorkomen dat er te weinig zaaigoed tijdens het accelereren wordt gedoseerd. Voorbeeld In de instelbare waarden Verwachte werksnelheid:...10 km/u Startsnelheid:...50 % Tijd tot het bereiken van de werksnelheid:...8 seconden Afb Cirrus Special BAH

69 Opbouw en werking Verhogen van uitzaaihoeveelheid, zaaischijfdruk en egdruk De uitzaaihoeveelheid wordt tijdens het werk door invoer in de verhoogd. Moeten ook zaaischijfdruk en egdruk worden verhoogd, dan moet de zaaischijfdruk-toets in de worden geselecteerd. Bij bediening van stuurventiel 2 worden de zaaischijfdruk en de egdruk verhoogd. Afzonderlijke functies kunnen door omzetten van de pennen worden uitgeschakeld (zie hoofdstuk "Zaaischijfdruk", op pagina 75 en hoofdstuk "Exacteg", op pagina 79). De machine moet zijn uitgerust met de elektr. instelling zaaihoeveelheid of maximale dosering; de hydr. zaaischijfdrukinstelling; de hydr. exactegdrukinstelling Afdraaiproef Met de afdraaiproef controleert u of ingestelde en daadwerkelijk uitgezaaide hoeveelheid met elkaar overeenkomen. Voer de afdraaiproef altijd uit als u een ander soort zaad gaat gebruiken; als u hetzelfde soort zaad gaat gebruiken, maar met een andere korrelgrootte, korrelvorm, specifiek gewicht en andere ontsmetting; na het vervangen van de doseerrollen; bij verschillen tussen de door de berekende en de daadwerkelijke uitgezaaide hoeveelheid Afdraai-emmers Het zaad dat bij de afdraaiproef beschikbaar komt, valt in de afdraai-emmers. Het aantal afdraai-emmers komt overeen met het aantal doseerunits. De afdraai-emmers worden voor transport in elkaar gestoken en met een lunspen (Afb. 67/1) aan de achterwand van de zaadtank vastgezet. Afb. 67 Cirrus Special BAH

70 Opbouw en werking 5.8 Turbine De hydraulische motor (Afb. 68/2) drijft de turbine (Afb. 68/1) aan en genereert een luchtstroom. De luchtstroom transporteert het zaaigoed van de injectiesluis naar de zaaischijven. Het toerental van de turbine bepaalt de hoeveelheid lucht van de luchtstroom. Naarmate het toerental van de turbine hoger is, des te groter is de hoeveelheid gegenereerde lucht. Het benodigde toerental van de turbine staat in de tabel (Afb. 69, op pagina 71). Afb. 68 Het toerental van de turbine is instelbaar aan de stroomregelklep van de tractor of (indien niet aanwezig) aan de overdrukklep (Afb. 68/3) van de hydraulische motor. De controleert of het toerental van de turbine wordt aangehouden. 70 Cirrus Special BAH

71 Opbouw en werking Tabel met turbinetoerentallen Het turbinetoerental (1/min.) is afhankelijk van de werkbreedte van de machine (Afb. 69/1) van het zaaigoed ο fijne zaden, zoals koolzaad (Afb. 69/2) of graszaad ο graan en peulvruchten (Afb. 69/3). Voorbeeld: Cirrus 4001 Zaaien van graan benodigd turbinetoerental: /min. Afb. 69 GEVAAR Het maximale turbinetoerental van /min. mag niet worden overschreden. Het toerental van de turbine verandert tot de hydraulische olie op bedrijfstemperatuur is. Bij de eerste inbedrijfstelling dient u het turbinetoerental te corrigeren tot de bedrijfstemperatuur is bereikt. Wanneer de turbine na langere tijd van stilstand opnieuw in bedrijf wordt gesteld, wordt het ingestelde turbinetoerental pas bereikt zodra de hydraulische olie op bedrijfstemperatuur is. Cirrus Special BAH

72 Opbouw en werking Verdeelkop In de verdeelkop (Afb. 70/1) wordt het zaaigoed gelijkmatig verdeeld over alle zaaischijven. Het aantal verdeelkoppen is afhankelijk van de werkbreedte van de machine. Per verdeelkop is er altijd een doseerunit. Afb Stapwiel Het stapwiel (Afb. 71/1) drijft via de Varioaandrijving de doseerrollen in de doseerunit aan. Bij voldosering meet het stapwiel de afgelegde afstand. Met het stapwiel wordt de afgelegde afstand gemeten. heeft deze informatie nodig voor het berekenen van de rijsnelheid en het bewerkte terrein (aantal hectares). Afb. 71 Het stapwiel regelt het aanleggen van de rijpaden. Ongeveer 5 seconden (tijd instelbaar met ) na het omhoogdraaien van het stapwiel, bijvoorbeeld voor het keren op de kopakker, schakelt de rijpadenteller verder. het vervangen van de markeurs (afhankelijk van de instelling van ). 72 Cirrus Special BAH

73 Opbouw en werking 5.10 V-ring banden De V-ring banden (Afb. 72/1) zijn naast elkaar geplaatst; maken verdichte voren in de bewerkte grond waarin het zaaigoed terechtkomt; vormen het geïntegreerde onderstel bij transport. Afb. 72 Het keren vindt plaats op de as; op de rol. Het keren van de Cirrus 3001 kan alleen op de as. Keren op de as Het geïntegreerde onderstel licht de machine op. Keren op de rol De machine keert op alle V-ring bandenwalsen, met opgelicht kouterframe en opgelichte schijveneg Zaaigoed-positionering De V-ring bandenwalsen (Afb. 73/1) produceren zeer dichte voren waarin de zaaischijven het zaaigoed deponeren. De voren kunnen worden verdeeld in grondzones van verschillende verdichting: Zone : Sterk verdichte grond, waarin de zaaischijven het zaaigoed deponeren. Zone : Gemiddelde verdichting. Afb. 73 Cirrus Special BAH

74 Opbouw en werking RoTeC- en -zaaischijven De RoTeC-zaaischijf (Afb. 74/1) en de -zaaischijf (Afb. 74/2) vormen een zaaivoor in de door de V-ring bandenwals verdichte voren; deponeren het zaaigoed in de zaaivoor. De flexibele kunststof schijf (Afb. 74/3) begrenst de zaaigoeddiepte; reinigt de achterzijde van de zaaischijf (Afb. 74/4); verbetert de aandrijving van de zaaischijf door "vertanding" van de noppen met de grond. Afb. 74 De RoTeC- en -zaaischijven worden gebruikt voor ploegen mulchzaad. Ook op velden met grote hoeveelheden stro en plantenresten kan mulchzaad met RoTeC- en -zaaischijven worden gebruikt. Bij een hoge rijsnelheid verplaatst de zaaischijf (Afb. 74/4), die schuin ten opzichte van de rijrichting staat, slechts weinig aarde. De rustige loop van de zaaischijf en de exacte positionering van het zaaigoed zijn het gevolg van de hoge zaaischijfdruk en de ondersteuning van de zaaischijf door de kunststof schijf. Een zeer vlakke uitzaai, bv. op zeer lichte zandgrond, is mogelijk met de vlakke zaaischijf (Afb. 75). Afb Cirrus Special BAH

75 Opbouw en werking Voor de begrenzing van de zaaigoeddiepte (Afb. 76/1-4) kan de kunststof schijf in drie standen worden gezet of worden verwijderd. Door bediening van de greep (Afb. 74/5) wordt de kunststof schijf versteld of verwijderd. Afb Zaaischijfdruk De zaaigoeddiepte is afhankelijk van drie factoren: bodemgesteldheid; zaaischijfdruk; rijsnelheid. Met de hydr. zaaischijfdrukinstelling kan de zaaischijfdruk voor twee grondsoorten vooraf worden ingesteld. Hierdoor kan de zaaischijfdruk tijdens het werk, bv. bij de overgang van normale grond naar zware grond en omgekeerd aan de grond worden aangepast (zie ook hoofdstuk "Verhogen van uitzaaihoeveelheid, zaaischijfdruk en egdruk", op pagina 69). Twee pennen (Afb. 77/1) in een stelsegment begrenzen de hydraulische cilinder. Bij een verhoogde zaaischijfdruk ligt de aanslag (Afb. 77/2) van de hydraulische cilinder tegen de bovenste pen. De cijfers op de schaal (Afb. 77/3) dienen als oriëntatie. Hoe hoger het cijfer, des te groter de zaaischijfdruk. De uitklapbare machines hebben twee stelsegmenten. Afb. 77 Cirrus Special BAH

76 Opbouw en werking Zaadaandrukrollenbalk (optioneel) De zaadaandrukrol (Afb. 78/1) drukt het zaad tegen de voorbodem. Door de betere bodemsluiting is er meer vocht voor het kiemen beschikbaar. Holle ruimten worden afgesloten en maken het eventuele slakken moeilijk om bij het zaaigoed te komen. De zaadaandrukrollenbalk (Afb. 78/1) wordt samen met de -zaaischijven (Afb. 78/2) gebruikt. De rollendruk is traploos regelbaar. Instelbare sleeptanden (Afb. 78/3) sluiten de zaaivoren. De zaadaandrukrollenbalk (Afb. 79/1) kan snel door de exacteg (Afb. 79/2) worden vervangen. Van beide machines kan het rijpadmarkeerapparaat (Afb. 79/3) worden bijgesteld. Afb. 78 Afb Cirrus Special BAH

77 Opbouw en werking 5.12 Dubbele schijveneg De schuin op de rijrichting geplaatste schijven (Afb. 80/1) bereiden het zaadbed voor. Instelbaar is de arbeidsintensiteit van de schijven door de werkdiepte van de schijveneg is de lengte van de buitenste schijven voor het aanpassen aan de verschillende bodemgesteldheden zijn beide kantschijven (Afb. 80/2) in verticale richting. Afb. 80 Correct ingestelde buitenste schijven en kantschijven voorkomen dat de bewerkte grond buiten het arbeidsbereik van de machine naar de zijkant wordt weggelegd. De elastische ophanging met rubber strengen van de afzonderlijke schijven maakt het volgende mogelijk aanpassing aan bodemoneffenheden uitwijken van de schijven bij vaste obstakels, zoals stenen. Dit beschermt de schijven tegen beschadiging. De cijfers op de schaalverdeling (Afb. 82/1) helpen bij het instellen van de verschillende werkdiepten. Hoe hoger het cijfer, des te groter de werkdiepte. Afb. 81 Afb. 82 Cirrus Special BAH

78 Opbouw en werking De schaalverdeling (Afb. 83/1) van de Cirrus 3001 bevindt zich op het platform. Afb Sporenwisser (optioneel) De sporenwissers (Afb. 84) worden gebruikt als de schijveneg de sporen van de tractor niet kan verwijderen. De sporenwissers kunnen in horizontale en verticale richting worden ingesteld. Klap de sporenwissers na het werken omhoog om beschadiging van de sporenwissers te voorkomen. De sporenwissers mogen pas op het veld in de werkstand worden gezet. Afb Cirrus Special BAH

79 Opbouw en werking 5.14 Exacteg De exacteg (Afb. 85/1) bedekt het in de zaaivoor afgelegde zaad gelijkmatig met losse grond en egaliseert de grond. In te stellen is: de stand van de exacteg; de druk op de exacteg. De druk op de exacteg bepaalt de arbeidsintensiteit van de Exacteg en is afhankelijk van de grondsoort. Stel de druk op de exacteg zodanig is, dat na het bedekken van het zaad geen grondruggetjes op het veld achterblijven. De trekveren die de druk op de exacteg genereren, worden voorgespannen met een hendel (Afb. 86/1). De hendel (Afb. 86/1) steunt op de instelplaat tegen een pen (Afb. 86/2). Hoe hoger de pen in de gatenplaat is gestoken, des te hoger is de druk op de exacteg. Bij de hydraulische verstelling van de druk op de exacteg bevindt de tweede pen (Afb. 86/3) zich als een aanslag boven de hendel (Afb. 86/1) op de instelplaat. De egdruk wordt verhoogd zodra de hydraulische cilinder onder druk wordt gezet en de hendel tegen de bovenste pen aanligt (zie ook hoofdstuk "Verhogen van uitzaaihoeveelheid, zaaischijfdruk en egdruk", op pagina 69). Afb. 85 Afb. 86 Cirrus Special BAH

80 Opbouw en werking 5.15 Markeurs De hydraulisch bediende markeurs maken afwisselend rechts en links naast de machine een spoor in de grond. De actieve markeur maakt hierbij een markering. De bestuurder van de tractor kan deze markering gebruiken om na het keren op de kopakker correct aan te sluiten op eerder gezaaide rijden. De bestuurder moet de markering precies in het midden van de tractor te houden. Door het stapwiel omhoog te brengen aan het einde van het veld worden de markeurs automatisch omgeschakeld. Afb. 87 In te stellen zijn de lengte van de markeur de arbeidsintensiteit van de markeur, afhankelijk van de grondsoort. Afb. 88 De actieve markeur kan in het veld worden in- en uitgeklapt zodat obstakels gemakkelijk kunnen worden gepasseerd. Vóór het inklappen van de markeur moet de obstakeltoets ( ) worden bediend, zodat de rijpadenteller van de zaaiwiel-rijpadenschakeling niet verder schakelt resp. het automatisch verlopende proces voor het keren niet wordt gestart (vgl. hoofdstuk "Keren op de kopakker", op pagina 160). Raakt de markeur toch een vast obstakel, dan schakelt de overbelastingsbeveiliging van het hydraulische systeem in en trekt de hydraulische cilinder in om te voorkomen dat de markeur wordt beschadigd. Door de regeleenheid te bedienen klapt de tractorchauffeur de markeur na het passeren van het obstakel weer uit. De obstakeltoets moet na het passeren van het obstakel worden gedeactiveerd. 80 Cirrus Special BAH

81 Opbouw en werking 5.16 Aanleggen van rijpaden Met de rijpadenschakeling kunnen de rijpaden in het veld op vooraf ingestelde afstanden worden aangelegd. Om de afstanden tussen de rijpaden in te stellen, dient u het betreffende schakelritme in te voeren. Bij het aanleggen van de rijpaden blokkeert de rijpadenschakeling van de verdeelkop met een schuif (Afb. 89/1) de toevoer naar de zaaislangen (Afb. 89/2) van de zaaischijven wordt er door de zaaischijven niet gezaaid. De toevoer van het zaaigoed naar de rijpadenzaaischijven wordt onderbroken zodra de elektromotor (Afb. 89/3) de betreffende zaaislangen (Afb. 89/2) in de verdeelkop afsluit. Afb. 89 Bij het aanleggen van een rijpad geeft de rijpadenteller het cijfer "0" op de aan. De bij het aanleggen van een rijpad gereduceerde hoeveelheid zaaigoed kan worden ingesteld. De machine moet zijn uitgerust zijn met elektrische aanpassing van de uit te zaaien hoeveelheid of voldosering. Een sensor (Afb. 89/4) controleert of de schuiven (Afb. 89/1), die de zaaislangen (Afb. 89/2) openen en sluiten, naar behoren werken. Bij een verkeerde stand geeft de een alarmsignaal. Cirrus Special BAH

82 Opbouw en werking Met de rijpadenschakeling kunnen de rijpaden in het veld op vooraf ingestelde afstanden worden aangelegd. Rijpaden zijn sporen waarin niet wordt gezaaid (Afb. 90/A) voor de machines die later worden ingezet ten behoeve van bemesting en verzorging. De afstand tussen de rijpaden (Afb. 90/b) komt overeen met de werkbreedte van de andere machines (Afb. 90/B), bijv. kunstmeststrooiers en/of landbouwsproeiers, die op het ingezaaide veld worden ingezet. Afb. 90 Om de verschillende afstanden tussen de rijpaden in te stellen (Afb. 90/b), dient u in de het betreffende schakelritme in te stellen. In afbeelding (Afb. 90) is schakelritme 3 weergegeven. Tijdens het werk worden de slagen doorgenummerd (rijpadenteller) en weergegeven op de. In schakelritme 3 geeft de rijpadenteller de slagen aan in de volgorde etc. Bij het aanleggen van een rijpad toont de rijpadenteller het cijfer "0" op de. Het benodigde schakelritme (zie tabel Afb. 91) is afhankelijk van de gewenste afstand tussen de rijpaden en de werkbreedte van de zaaimachine. Meer schakelritmes zijn te vinden in de bedieningshandleiding. De spoorbreedte (Afb. 90/a) van het rijpad komt overeen met die van de onderhoudstractor en kan worden ingesteld [zie hoofdstuk "Spoorbreedte instellen (schuiven in- of uitschakelen), op pagina 193]. De spoorbreedte (Afb. 90/c) van het rijpad stijgt met het aantal naast elkaar geplaatste rijpadzaaischijven. 82 Cirrus Special BAH

83 Opbouw en werking Rijpaden schakelritme Afb. 91 Werkbreedte zaaimachine 3,0 m 4,0 m 6,0 m Afstand tussen de rijpaden (werkbreedte kunstmeststrooier en landbouwsproeier) 1 12 m 3 9 m 12 m 18 m 4 12 m 16 m 24 m 5 15 m 20 m 30 m 6 18 m 24 m 36 m 7 21 m 28 m 42 m 8 24 m 32 m 9 36 m 2 plus 12 m 16 m 24 m 6 plus 18 m 24 m 36 m Cirrus Special BAH

84 Opbouw en werking Voorbeelden voor het aanleggen van rijpaden Afbeelding (Afb. 92) toont enkele voorbeelden van het aanleggen van rijpaden: A = werkbreedte van de zaaimachine B = afstand tussen de rijpaden (= werkbreedte kunstmeststrooier/landbouwsproeier) C = ritme rijpadenschakeling (invoeren in ) D = rijpadenteller (tijdens het werk worden de slagen doorgenummerd en weergegeven op de ). Voer gegevens in en vraag ze op zoals is beschreven in de bedieningshandleiding van de. Voorbeeld: Werkbreedte zaaimachine: 6 m Werkbreedte kunstmeststrooier/ landbouwsproeier: 18 m = 18 m afstand tussen rijpaden 1. In de onderstaande tabel (Afb. 92) opzoeken: in kolom A de werkbreedte van de zaaimachine (6 m) en in kolom B de afstand tussen de rijpaden (18 m). 2. In dezelfde regel in kolom C zoekt u het schakelritme van de rijpaden (schakelritme 3) en stelt u dit in de in. 3. In dezelfde regel in kolom D zoekt u onder de kop "START" de rijpadenteller de eerste slag (rijpadenteller 2) en voert u deze in de in. U dient deze waarde pas direct voor de eerste rit in te voeren. 84 Cirrus Special BAH

85 Opbouw en werking Afb. 92 Cirrus Special BAH

86 Opbouw en werking Schakelritme 4, 6 en 8 Afbeelding (Afb. 92) toont o.a. voorbeelden voor het aanleggen van rijpaden met schakelritme 4, 6 en 8. Afgebeeld is de zaaimachine met een halve werkbreedte (sectie) tijdens de eerste slag. Tijdens het zaaien met uitgeschakelde sectie wordt de aandrijving van de benodigde doseerrollen onderbroken. Dit wordt nauwkeurig beschreven in de bedieningshandleiding van de. Bij de Cirrus 3001/4001 is een sectieschakeling niet mogelijk. Een tweede mogelijkheid voor het aanleggen van rijpaden met schakelritme 4, 6 en 8 bestaat uit het beginnen met de volle werkbreedte en het aanleggen van een rijpad (zie Afb. 93). In dit geval werkt de onderhoudsmachine tijdens de eerste slag met halve werkbreedte. Stel na de eerste slag de volledige werkbreedte van de machine opnieuw in! Afb Cirrus Special BAH

87 Opbouw en werking Schakelritme 2 plus en 6 plus Afbeelding (Afb. 92) toont o.a. voorbeelden voor het aanleggen van rijpaden met schakelritme 2 plus en 6 plus. Bij het aanleggen van rijpaden met schakelritme 2 plus en 6 plus (Afb. 94) worden tijdens de heen- en terugrit rijpaden in het veld aangelegd. Bij machines met schakelritme 2 plus mag uitsluitend aan de rechterkant van de machine schakelritme 6 plus mag uitsluitend aan de linkerkant van de machine de toevoer van zaaigoed naar de rijpadenzaaischijven worden onderbroken. Het zaaien begint altijd aan de rechterkant van het veld. Afb. 94 Cirrus Special BAH

88 Opbouw en werking Uitschakeling aan één kant (sectie) Bij sommige rijpadschakelritmes is het noodzakelijk om aan het begin van het veld met slechts een halve werkbreedte (sectiebreedte) te beginnen met zaaien. De zaaigoedtoevoer naar de zaaischijven kan bij de machines met twee verdeelkoppen aan één kant worden uitgeschakeld Cirrus Bij zaaimachines met twee verdeelkoppen (Afb. 95) verdeelt steeds een verdeelkop het zaaigoed over de zaaischijven van een helft van de machine. kan de dosering van het zaaigoed voor een helft van de machine (sectie) worden uitgeschakeld. Hiertoe ο ο verwijdert u de lunspen, bij stapwielaandrijving; schakelt u de motor bij voldosering uit. Afb Rijpadmarkeerapparaat (optioneel) Bij het aanleggen van rijpaden dalen de spoorschijven (Afb. 96) automatisch en markeren het net aangelegde rijpad. Hierdoor zijn de rijpaden al zichtbaar voordat het gewas is opgekomen. In te stellen zijn spoorbreedte van het rijpad (Afb. 90/a); arbeidsintensiteit van de spoorschijven. Als er geen rijpad wordt aangelegd, zijn de spoorschijven opgelicht. Afb Cirrus Special BAH

89 Inbedrijfstelling 6 Inbedrijfstelling Dit hoofdstuk voorziet u van informatie over het inbedrijfstellen van uw machine; de wijze waarop u kunt controleren of u de machine aan uw tractor kunt aankoppelen. Voor het inbedrijfstellen van de machine moet de gebruiker deze handleiding hebben gelezen en begrepen. Lees het hoofdstuk "Veiligheidsinstructies voor de chauffeur", vanaf op pagina 28 bij ο het aan- en afkoppelen van de machine ο het transporteren van de machine ο het werken met de machine De tractor waarop u de machine aankoppelt of waarmee u de machine transporteert dient daartoe geschikt te zijn! Tractor en machine dienen te voldoen aan de wettelijke verkeersvoorschriften. Zowel de eigenaar als bestuurder zijn ervoor verantwoordelijk dat de machine voldoet aan de nationale verkeersvoorschriften. WAARSCHUWING Gevaar voor bekneld raken, scharen, snijden, naar binnen trekken en vastgrijpen hij de hydraulische of elektrische onderdelen. Blokkeer geen bedieningshendels op de tractor als deze hendels hydraulische of elektrische functies direct uitvoeren, zoals in- en uitklappen, draaien en verschuiven. De beweging moet automatisch stoppen zodra u de betreffende bedieningshendel bijbehorende regelelement loslaat. Dit geldt niet voor bewegingen van inrichtingen die continu zijn of automatisch geregeld zijn of voor hun werking een zweefstand of drukstand nodig hebben. Cirrus Special BAH

90 Inbedrijfstelling 6.1 Controleren of de tractor geschikt is WAARSCHUWING Het negeren van de gebruiksvoorschriften kan leiden tot gevaar voor breuk, onvoldoende stabiliteit en onvoldoende stuur- en remvermogen van de tractor! Controleer of uw tractor geschikt is voordat u de machine aan de tractor koppelt. Koppel de machine uitsluitend aan tractoren die daartoe geschikt zijn. Voer een remmentest uit om te controleren of de tractor ook met aangekoppelde machine over voldoende remvermogen beschikt. Voor de geschiktheid van uw tractor zijn in het bijzonder de volgende voorwaarden van belang: het toelaatbare totaalgewicht de toelaatbare asbelastingen de toelaatbare oplegdruk op het koppelingspunt van de tractor de draagvermogens van de gemonteerde banden het toelaatbare trekgewicht dient voldoende te zijn Deze gegevens staan op het typeplaatje of op het kentekenbewijs en in de bedieningshandleiding van de tractor. De vooras van de tractor dient altijd met tenminste 20% van het eigen gewicht van de tractor belast te zijn. De tractor dient de door de tractorfabrikant voorgeschreven remvertraging ook te realiseren als de machine is aangekoppeld Berekenen van de daadwerkelijk waarden voor het totale gewicht van de tractor, de belastingen van de tractorassen, de draagvermogens van de banden en het minimaal benodigde ballastgewicht Het toelaatbare totaalgewicht van de tractor, aangegeven in het kentekenbewijs, dient hoger te zijn dan de som van eigen gewicht van tractor ballastgewicht en totaalgewicht van de aangebouwde machine of oplegdruk van de aangekoppelde machine. Deze opmerking geldt alleen voor Duitsland. Als het, ondanks het ten volle benutten van alle mogelijkheden die in redelijkheid gevergd kunnen worden, niet mogelijk is om de asbelastingen en/of het toelaatbare totaalgewicht aan te houden, kan op basis van een rapport van een officieel erkende deskundige voor het autoverkeer met toestemming van de tractorfabrikant de volgens het deelstaatrecht verantwoordelijke overheidsinstantie een speciale vergunning volgens 70 StVZO alsmede de noodzakelijke toestemming volgens 29 alinea 3 StVO verlenen. 90 Cirrus Special BAH

91 Inbedrijfstelling Benodigde gegevens voor de berekening (aangehangen machine) Afb. 97 T L T V T H [kg] Eigen gewicht van tractor [kg] Voorasbelasting van de lege tractor [kg] Achterasbelasting van de lege tractor zie bedieningshandleiding van tractor of kentekenbewijs G V [kg] Frontgewicht (indien aanwezig) zie technische gegevens Frontgewicht of wegen F H [kg] Maximale oplegdruk zie technische gegevens van de machine a a 1 a 2 [m] Afstand tussen zwaartepunt frontaanbouwmachine of frontgewicht en het midden van de vooras (totaal a 1 + a 2 ) [m] Afstand tussen het midden van de vooras en het midden van het aansluitpunt van de trekstangen [m] Afstand tussen het midden van het aansluitpunt van de trekstangen en het zwaartepunt van de frontaanbouwmachine of frontgewicht (zwaartepuntafstand) zie technische gegevens van de tractor en frontaanbouwmachine of frontgewicht of opmeten zie bedieningshandleiding van tractor of opmeten zie technische gegevens van de frontaanbouwmachine of frontgewicht of opmeten b [m] Wielbasis van de tractor zie bedieningshandleiding van tractor of kentekenbewijs of opmeten c [m] Afstand tussen midden achteras en midden van aansluitpunt van trekstangen zie bedieningshandleiding van tractor of kentekenbewijs of opmeten Cirrus Special BAH

92 Inbedrijfstelling Berekening van het minimaal noodzakelijke ballastgewicht voor G V min om de bestuurbaarheid van de tractor te waarborgen G F = c TV b + 0,2 TL b a b H V min + Voer de waarde van het berekende minimale ballastgewicht G V min, dat aan de voorzijde van de tractor nodig is, in de tabel (hoofdstuk ) in Berekening van de daadwerkelijke voorasbelasting van de tractor T V tat T V tat G = V ( a + b) + T b V b F H c Voer de waarde van de berekende daadwerkelijke voorasbelasting en de in de bedieningshandleiding van de tractor genoemde toelaatbare voorasbelasting in de tabel (hoofdstuk ) in Berekening van het daadwerkelijke totaalgewicht van de combinatie tractor en machine G = G + T + F tat V L H Voer de waarde van het berekende daadwerkelijke totaalgewicht en het in de bedieningshandleiding van de tractor genoemde toelaatbare totaalgewicht van de tractor in de tabel (hoofdstuk ) in Berekening van de daadwerkelijke achterasbelasting van de tractor T H tat T H tat = G tat T V tat Voer de waarde van de berekende daadwerkelijke achterasbelasting en de in de bedieningshandleiding van de tractor genoemde toelaatbare achterasbelasting in de tabel (hoofdstuk ) in Draagvermogen van de banden Voer de dubbele waarde (twee banden) van het toelaatbare draagvermogen van de band (zie bijv. documentatie van de bandenfabrikant) in de tabel (hoofdstuk ) in. 92 Cirrus Special BAH

93 Inbedrijfstelling Tabel Daadwerkelijke waarde volgens berekening Toelaatbare waarde volgens bedieningshandleiding van tractor Dubbel toelaatbaar draagvermogen (twee banden) Minimaal ballastgewicht voor/achter / kg Totaalgewicht kg kg -- Voorasbelasting kg kg kg Achterasbelasting kg kg kg Raadpleeg het kentekenbewijs van uw tractor voor de toelaatbare waarden voor het totaalgewicht van de tractor, de asbelastingen en het draagvermogen van de banden. De daadwerkelijke, berekende waarden dienen kleiner of gelijk ( ) te zijn aan de toelaatbare waarden! WAARSCHUWING Gevaar voor bekneld raken, snijden, vastgrijpen, naar binnen trekken en stoten door onvoldoende stuur- en remvermogen van de tractor! Het is verboden om de machine aan te koppelen aan de tractor waarop de berekening is gebaseerd, als ook slechts één van de daadwerkelijke, berekende waarde groter is dan de toelaatbare waarde. aan de tractor geen frontgewicht (indien nodig) voor het minimaal benodigde ballastgewicht voor (G V min ) is bevestigd. Gebruik een frontgewicht waarvan het gewicht in ieder geval overeenkomt met ballastgewicht dat aan de voorzijde minimaal noodzakelijk is (G V min )! Cirrus Special BAH

94 Inbedrijfstelling Voorwaarden voor het gebruik van tractoren met aangekoppelde machines WAARSCHUWING Gevaar voor breuk bij gebruik van componenten door ontoelaatbare combinaties van koppelinrichtingen! Zorg ervoor dat de daadwerkelijke oplegdruk niet hoger is dan de toelaatbare oplegdruk voor de koppelinrichting van de tractor de door de oplegdruk veranderde asbelastingen en gewichten van de tractor binnen de toelaatbare grenzen blijven. Voer in geval van twijfel een meting uit. de statische, daadwerkelijke achterasbelasting van de tractor niet hoger is dan de toelaatbare achterasbelasting het toelaatbare totaalgewicht van de tractor niet wordt overschreden de toelaatbare draagvermogens van de banden niet worden overschreden Machines zonder eigen remsysteem Zonder eigen remsysteem is de Cirrus in Duitsland en enkele andere landen niet toegestaan. WAARSCHUWING Gevaar voor bekneld raken, snijden, vastgrijpen, naar binnen trekken en stoten door onvoldoende remvermogen van de tractor! De tractor dient de door de tractorfabrikant voorgeschreven remvertraging ook te realiseren als de machine is aangekoppeld. Als de machine niet beschikt over een eigen remsysteem dient het daadwerkelijke tractorgewicht hoger of gelijk ( ) te zijn aan het daadwerkelijke gewicht van de aangekoppelde machine. bedraagt de maximaal toelaatbare rijsnelheid 25 km/u. 94 Cirrus Special BAH

95 Inbedrijfstelling 6.2 Beveilig de tractor/machine tegen onbedoeld starten en wegrollen WAARSCHUWING Gevaar voor bekneld raken, scharen, snijden, afsnijden, vastgrijpen, opwikkelen, naar binnen trekken, vastgrijpen en stoten bij handelingen aan de machine door onbedoeld zakken van de door de driepuntshydraulica van de tractor opgeheven, onbeveiligde machine onbedoeld zakken van opgeheven, onbeveiligde onderdelen onbedoeld starten en wegrollen van de tractor/machine combinatie. Beveilig de tractor en de machine tegen onbedoeld starten en wegrollen voordat u handelingen aan de machine uitvoert. Alle handelingen aan de machine, zoals montagewerkzaamheden, instellen, verhelpen van storingen, reinigen, uitvoeren van service en onderhoudswerkzaamheden, zijn verboden: ο als de machine nog wordt aangedreven; ο ο ο zolang de tractormotor met aangesloten hydraulisch systeem draait; als de contactsleutel in het contactslot van de tractor zit en de tractormotor met aangesloten hydraulisch systeem onbedoeld kan worden gestart; als tractor en machine niet met wielblokken zijn beveiligd tegen onbedoeld wegrollen; ο wanneer bewegende onderdelen niet tegen onbedoeld bewegen zijn geblokkeerd. Vooral bij deze werkzaamheden bestaat er gevaar door contact met onbeveiligde onderdelen. 1. Parkeer de tractor met de machine alleen op een vaste en vlakke bodem. 2. Breng de opgeheven, onbeveiligde machine / opgeheven, onbeveiligde onderdelen van de machine omlaag. Op deze wijze voorkomt u dat zij onbedoeld zakken. 3. Zet de motor van de tractor uit. 4. Verwijder de contactsleutel. 5. Trek de handrem van de tractor aan. 6. Beveilig de machine met wielkeggen tegen onbedoeld wegrollen. Cirrus Special BAH

96 Inbedrijfstelling 6.3 Montagevoorschrift aansluiting hydraulische turbineaandrijving De stuwdruk mag niet hoger zijn dan 10 bar. Volg daarom de montagevoorschriften bij het aansluiten van de hydraulische turbineaansluiting op. Sluit de hydraulische koppeling van de drukleiding (Afb. 98/5) aan op een enkel- of dubbelwerkende tractorregeleenheid met voorrang. Sluit de grote hydraulische koppeling van de retourleiding (Afb. 98/6) alleen aan op een drukloze tractoraansluiting met directe toegang tot het reservoir met hydraulische olie (Afb. 98/4). Sluit de retourleiding niet aan op een tractorregeleenheid zodat de stuwdruk van 10 bar niet wordt overschreden. Om de tractorretourleiding achteraf aan te sluiten, gebruikt u uitsluitend pijpen DN 16, bijv. Ø 20 x 2,0 mm met korte retourleiding naar het reservoir met hydraulische olie. De hydraulische pomp van de tractor dient een capaciteit te hebben van minimaal 80 l/min. bij 150 bar. Afb. 98/... (A) Machinegedeelte (B) Tractorgedeelte (1) Hydraulische motor voor turbine N max. = t/min. (2) Filter (3) Enkel- of dubbelwerkende regeleenheid met voorrang (4) Reservoir hydraulische olie (5) Toevoer: drukleiding met voorrang (markering: 1 rode slangklem) (6) Retour: persvrije leiding met "grote" insteekkoppeling (markering: 2 rode slangklemmen) Afb. 98 De hydraulische olie mag niet te warm worden. Grote oliestromen in combinatie met kleine oliereservoirs zorgen ervoor dat de hydraulische olie snel warm wordt. De inhoud van het oliereservoir van de tractor (Afb. 98/4) dient minimaal twee keer zo groot te zijn als de gepompte hoeveelheid olie. Als de hydraulische olie te sterk opwarmt, dient in een vakwerkplaats een oliekoeler te worden ingebouwd. Als behalve de hydraulische motor van de turbine een tweede hydraulische motor moet worden aangedreven, dienen beide motoren parallel te worden geschakeld. Als beide motoren in serie worden geschakeld, wordt de toelaatbare oliedruk van 10 bar achter de eerste motor altijd overschreden. 96 Cirrus Special BAH

97 Inbedrijfstelling 6.4 Eerste montage van de Monteer de terminal (Afb. 99) van de aan de hand van de bedieningshandleiding cabine van de tractor. in de Afb. 99 Cirrus Special BAH

98 Machine aan- en afkoppelen 7 Machine aan- en afkoppelen Volg bij het aan- en afkoppelen van machines de aanwijzingen in het hoofdstuk "Veiligheidsinstructies voor de chauffeur", op pagina 28 op. WAARSCHUWING Gevaar voor bekneld raken door onbedoeld starten en wegrollen van de machine en tractor bij het aan- of afkoppelen van de machine! Beveilig de tractor en machine tegen onbedoeld starten en wegrollen voordat u voor het aan- of afkoppelen in de gevarenzone tussen tractor en machine gaat staan. Zie hoofdstuk 6.2, op pagina 95. WAARSCHUWING Gevaar voor bekneld raken tussen de achterzijde van de tractor en de machine bij het aan- en afkoppelen van de machine! Bedien de bedieningshendels voor de driepuntshydraulica van de tractor alleen vanaf de daarvoor bestemde werkplek nooit wanneer u zich in de gevarenzone tussen tractor en machine bevindt. 7.1 Machine aankoppelen WAARSCHUWING Het negeren van de gebruiksvoorschriften kan leiden tot gevaar voor breuk, onvoldoende stabiliteit en onvoldoende stuur- en remvermogen van de tractor! Koppel de machine uitsluitend aan tractoren die daartoe geschikt zijn. Zie hoofdstuk "Controleren of de tractor geschikt is", op pagina 90. WAARSCHUWING Gevaar voor bekneld raken tussen tractor en machine bij het aankoppelen van de machine! Stuur personen weg uit de gevarenzone tussen tractor en machine voordat u naar de machine rijdt. Aanwezige personen mogen alleen aanwijzingen naast de tractor en de machine aanwijzingen geven en pas na stilstand tussen tractor en machine gaan staan. 98 Cirrus Special BAH

99 Machine aan- en afkoppelen WAARSCHUWING Gevaar voor bekneld raken, snijden, vastgrijpen, naar binnen trekken en stoten als de machine onbedoeld loskomt van de tractor! Gebruik de daartoe bestemde inrichtingen om de tractor en machine in overeenstemming met de voorschriften aan elkaar te koppelen. Let er bij het aankoppelen van de machine op de driepuntshydraulica van de tractor op dat de aanbouwcategorieën van tractor en machine met elkaar overeenkomen. WAARSCHUWING Gevaar voor uitval van de energietoevoer tussen tractor en machine door beschadigde voedingskabels! Let bij het aansluiten van de voedingskabels op het verloop van de voedingskabels. De voedingskabels moeten bij alle bewegingen van de aangekoppelde machine soepel meedraaien zonder spanning, knikken of wrijving. mogen niet langs onderdelen schuren. GEVAAR Omdat de Cirrus geen handrem heeft, moet de van de tractor losgekoppelde machine altijd met 4 wielblokken (zie hoofdstuk "Machine afkoppelen", op pagina 106) worden beveiligd! GEVAAR De trekstangen van de tractor mogen geen zijdelingse speling hebben, zodat de machine altijd midden achter de tractor rijdt en niet heen en weer slingert! VOORZICHTIG Breng de aansluitingen van de machine pas tot stand als de tractor en machine aangekoppeld zijn, de motor van de tractor is uitgezet, de handrem is aangetrokken en de contactsleutel is verwijderd! Sluit de voorraadleiding (rood) van de bedrijfsrem pas op de tractor aan als de tractormotor is uitgezet, de handrem is aangetrokken en de contactsleutel is verwijderd! De Cirrus kan in- of uitgeklapt (behalve Cirrus 3001) worden aan- en afgekoppeld. Trek altijd eerst het geïntegreerde onderstel in (machine laten zakken). Als de machine met uitgeschoven onderstel (opgeheven machine) is afgekoppeld, kan de druk in de aanvoerleiding zo hoog stijgen, dat de machine later niet meer op de tractor kan worden aangekoppeld. Cirrus Special BAH

100 Machine aan- en afkoppelen WAARSCHUWING Wanneer de Cirrus losgekoppeld van de tractor wordt geparkeerd met een volle luchtdrukketel, zorgt de perslucht van de luchtdrukketel ervoor dat de remmen inschakelen en blokkeren de wielen. De perslucht in de luchtdrukketel en daarmee de remdruk neemt geleidelijk af tot nul wanneer de ketel niet wordt bijgevuld. Daarom mag de Cirrus alleen met wielblokken worden geparkeerd. De remmen komen bij een gevulde luchtdrukketel direct los, zodra de voorraadleiding (rood) op de tractor wordt aangesloten. Daarom moet de Cirrus op de trekstangen van de tractor zijn aangesloten en de handrem van de tractor zijn aangetrokken voordat u de voorraadleiding (rood) aansluit. Verwijder de wielblokken pas zodra de Cirrus op de trekstangen van de tractor is aangesloten en de handrem van de tractor is aangetrokken. Machine aankoppelen: 1. Controleer of de Cirrus is beveiligd met 2 x 2 wielblokken (Afb. 100/1) aan elke zijde van de machine onder de buitenste V-ring bandenwalsen. 2. Bevestig een kogelkoppeling (Afb. 101/1) met vangschaal over de trekpennen (cat. III) van de trekdissel en borg deze met een lunspen. Afb. 100 De kogelkoppelingen zijn afhankelijk van het type tractor (zie bedieningshandleiding van tractor). Cirrus 3001 en Cirrus 4001 kunnen van trekpennen (cat. II) zijn voorzien. Afb. 101 VOORZICHTIG Gevaar voor bekneld raken binnen het bereik van de bewegende trekbalk. 100 Cirrus Special BAH

101 Machine aan- en afkoppelen 3. Open de borging van de trekstangen van de tractor, d.w.z. dat zij gereed dienen te zijn om te koppelen. 4. Richt de haken van de trekstangen zodanig dat zij op een lijn liggen met de koppelingspunten van de machine. 5. Stuur personen weg uit de gevarenzone tussen tractor en machine voordat u naar de machine rijdt. 6. Rijd de tractor naar achteren naar de machine, zodat de haken van de trekstangen van de tractor de kogelkoppelingen van de machine automatisch opnemen. De haken van de trekstangen vergrendelen automatisch. 7. Controleer of de borging van de trekstangenvergrendeling gesloten en geborgd is (zie bedieningshandleiding tractor). 8. Breng de trekstangen zover omhoog, dat de steunpoot (Afb. 102/1) vrij van de grond is. 9. Beveilig de tractor tegen onbedoeld starten en wegrollen. 10. Controleer of de aftakas van de tractor is uitgeschakeld. 11. Trek de handrem aan, zet de tractormotor af en trek de contactsleutel uit het slot. 12. Sluit de voedingsleidingen (zie hoofdstuk t/m 7.1.4, vanaf op pagina 103) op de tractor aan. 13. Houd de steunpoot (Afb. 102/1) vast en verwijder de insteekpen (Afb. 102/2). 14. Schuif de steunpoot aan de handgreep (Afb. 102/1) omhoog en zet deze vast met de insteekpen. 15. Borg de insteekpen met een lunspen. Afb. 102 Cirrus Special BAH

102 Machine aan- en afkoppelen Controleer het verloop van de voedingskabels. De voedingskabels moeten in bochten bij alle bewegingen zonder spanning, knikken of wrijving soepel meebewegen. mogen niet langs onderdelen schuren. 16. Controleer de werking van de remmen en de verlichting. 17. Plaats de wielkeggen in de houders en zet ze vast met de veerklemmen (Afb. 103/1). 18. Voer voordat u gaat rijden een remmentest uit. Afb Cirrus Special BAH

103 Machine aan- en afkoppelen Hydraulische verbindingen aansluiten Maak hydraulische koppelingen schoon voordat u ze op de tractor aansluit. Geringe olieverontreiniging door vuildeeltjes kan storingen in het hydraulische systeem veroorzaken. Tractorregelee nheid Aansluiting Omschrijving Functie Persleiding 1 gele slangklem Geïntegreerd onderstel laten zakken / oplichten Stapwiel heffen / laten zakken Markeur heffen / laten zakken 1 Dubbelwerkend Terugloop 2 gele slangklemmen Vooropkomstmarkeur laten zakken / oplichten Keren op de rol: Kouterframe heffen / laten zakken Oplichting schijveneg laten zakken / oplichten Tractorregelee nheid Aansluiting Omschrijving Functie 2 Dubbelwerkend Persleiding Terugloop 1 groene slangklem 2 groene slangklemmen Machine-elementen uitklappen Exacteg-/zaaischijfdruk instellen Keren op de as: Diepte-instelling schijveneg Tractorregelee nheid Aansluiting Omschrijving Functie 3 enkel- of dubbelwerkend persleiding 1) 1 rode slangklem retourleiding 2) 2 rode slangklemmen Hydraulische motor van turbine 1) 2) Drukleiding met voorrang Drukvrije leiding (zie hoofdstuk "Montagevoorschrift aansluiting hydraulische turbineaandrijving", op pagina 96). Tijdens de werkzaamheden wordt regeleenheid 1 vaker gebruikt dan de andere regeleenheden. Wijs de aansluitingen van regeleenheid 1 toe aan een regeleenheid die in de cabine van de tractor gemakkelijk te bereiken is. Tractoren met hydraulische systemen die constant onder druk staan, zijn slechts in beperkte mate geschikt voor het aandrijven van hydraulische motoren. Houd u aan de aanbevelingen van de tractorfabrikant. Cirrus Special BAH

104 Machine aan- en afkoppelen Stroomverbindingen aansluiten Aansluiting/functie Montage-instructie Stekker (7-polig) voor verkeerslichten Machinestekker Sluit de stekker op de terminal aan zoals in de bedieningshandleiding van de is beschreven Luchtdrukrem aansluiten Aansluiting Tractoraansluiting Omschrijving Functie Remleiding Voorraadleiding geel rood Luchtdrukrem Sluit op de tractor eerst de gele koppelmof (remleiding) aan vervolgens de rode koppelmof (voorraadleiding). Controleer of de koppelmoffen goed vastklikken! De rem wordt direct uit de remstand losgezet (remstand alleen mogelijk als de luchtdrukketel is gevuld) zodra u de rode koppelmof aansluit. Controleer voordat u de rem- of voorraadleiding aansluit of de koppelmoffen schoon zijn afdichtringen van de koppelmoffen in goede staat zijn afdichtingen schoon en onbeschadigd zijn. 104 Cirrus Special BAH

105 Machine aan- en afkoppelen Hydraulisch remsysteem aansluiten De tractor dient voorzien te zijn van een hydraulisch remsysteem dat de hydraulische rem van de Cirrus aanstuurt (niet toegestaan in Duitsland en enkele andere EU-landen). Bevestig de aansluiting van de hydraulische rem (Afb. 104) op de aansluiting van de hydraulische tractorrem. Afb. 104 Controleer van tevoren of de hydraulische aansluiting schoon is. GEVAAR Controleer het verloop van de remleiding. De remleiding mag niet tegen andere onderdelen schuren. Cirrus Special BAH

106 Machine aan- en afkoppelen 7.2 Machine afkoppelen WAARSCHUWING Gevaar voor bekneld raken, snijden, vastgrijpen, naar binnen trekken en stoten door onvoldoende stabiliteit en omkantelen van de afgekoppelde machine! Zet de machine altijd op een vlakke en stevige bodem. Na het afkoppelen van de machine moet er voldoende ruimte vóór de machine zijn om de tractor in één lijn naar de machine te rijden. Machine afkoppelen: 1. Zet tractor en machine recht achter elkaar en zet de lege machine op een vlakke en stevige ondergrond. 2. Blokkeer het stapwiel (zie bedieningshandleiding ). 3. Trek het geïntegreerde onderstel in (machine laten zakken). Hierbij kan de machine zijn in- of uitgeklapt. 4. Druk op toets (Afb. 105/1) ( uitschakelen). 5. Trek de handrem aan, zet de tractormotor af en trek de contactsleutel uit het slot. Afb Maak de veerpennen (Afb. 106/1) los en neem de 4 wielkeggen uit de houders aan de voorzijde van de machine. Afb Cirrus Special BAH

107 Machine aan- en afkoppelen 7. Beveilig de Cirrus aan elke zijde met 2 wielblokken (Afb. 107/1) onder de buitenste V-ring banden. GEVAAR Beveilig de machine altijd met 4 wielkeggen voordat u de machine loskoppelt van de tractor! De wielblokken komen in de plaats van de handrem van de machine! Afb Koppel alle voedingskabels tussen tractor en machine los. Koppel bij het afkoppelen van de persluchtremleidingen altijd eerst de rode koppelmof (voorraadleiding) en daarna de gele koppelmof (remleiding) van de tractor los! 9. Sluif de hydrauliekstekkers en koppelmoffen van de voorraad- en remleiding met beschermkappen af. 10. Bevestigd alle voedingskabels aan de houders (Afb. 108). 11. Houd de steunpoot (Afb. 109/1) vast en verwijder de insteekpen (Afb. 109/2). 12. Laat de steunpoot zakken en breng de insteekpen aan. 13. Borg de insteekpen met de lunspen. Afb. 108 Afb. 109 Cirrus Special BAH

108 Machine aan- en afkoppelen 14. Zet de machine op de steunpoot. WAARSCHUWING Zet de machine alleen op een vlakke en stevige ondergrond! Let er goed op dat de steunpoot niet in de grond zakt. Als dat wel gebeurt, kan de machine niet meer worden aangekoppeld! 15. Open de beveiliging (Afb. 111) van de trekstangen van de tractor (zie bedieningshandleiding van tractor). 16. Koppel de trekstangen van de tractor los. 17. Rijd de tractor naar voren. Afb. 110 GEVAAR Bij het naar voren rijden van de tractor mag niemand tussen tractor en machine staan! Afb. 111 VOORZICHTIG Gevaar voor bekneld raken binnen het bereik van de bewegende trekbalk. 108 Cirrus Special BAH

109 Instellingen 8 Instellingen WAARSCHUWING Gevaar voor bekneld raken, scharen, snijden, afsnijden, vastgrijpen, opwikkelen, naar binnen trekken, vastgrijpen en stoten door onbedoeld zakken van de door de driepuntshydraulica van de tractor opgeheven machine. onbedoeld zakken van opgeheven, onbeveiligde onderdelen van de machine. onbedoeld starten en wegrollen van de tractor/machine combinatie. Beveilig tractor en machine tegen onbedoeld starten en wegrollen voordat u instellingen aan de machine uitvoert. Zie hoofdstuk 6.2, op pagina Niveausensor instellen 1. Trek de handrem aan, zet de tractormotor af en trek de contactsleutel uit het slot. 2. Klim via de ladder (Afb. 112) in de zaadtank. 3. Draai de vleugelmoeren (Afb. 113/2) los. 4. Stel de hoogte van de niveausensor (Afb. 113/1) in op basis van de gewenste minimumhoeveelheid zaad. Afb. 112 De geeft een alarmsignaal zodra de niveausensor niet meer met zaaigoed is bedekt. 5. Draai de vleugelmoeren (Afb. 113/2) vast. Afb. 113 Alleen machines met twee doseerunits: 6. Herhaal de instelling voor de tweede niveausensor. Bevestig beide niveausensoren op dezelfde hoogte in de zaadtank. Cirrus Special BAH

110 Instellingen Vergroot de resthoeveelheid zaad waarbij het alarmsignaal wordt gegeven dienovereenkomstig naarmate het zaaigoed grover is; naarmate er meer zaad wordt uitgezaaid; naarmate de werkbreedte groter is. 8.2 Doseerrol in de doseerunit plaatsen 1. Verwijder de lunspen (Afb. 114/2). Dit is alleen nodig om de gevulde zaadtank af te sluiten met de schuif (Afb. 114/1). De doseerrollen zijn gemakkelijker te vervangen als de zaadtank leeg is. 2. Druk de schuif (Afb. 115/1) tot aan de aanslag in de doseerunit. Met de schuif wordt de zaadtank afgesloten. Zo kan zaaigoed niet onbedoeld tevoorschijn komen bij het vervangen van de doseerrol. Afb Draai de twee vleugelmoeren (Afb. 116/1) los, maar verwijder ze niet. 4. Draai het lagerdeksel en verwijder het. Afb. 115 Afb Cirrus Special BAH

111 Instellingen 5. Trek de doseerrollen uit de doseerunit. 6. Raadpleeg de tabel (Afb. 57, op pagina 64) om te zien welke doseerrollen nodig zijn en monteer deze in omgekeerde volgorde. 7. Voorzie alle doseerunits van dezelfde doseerrollen. Afb. 117 Open alle schuiven (Afb. 114/1) en beveilig ze met lunspennen (Afb. 114/2). Cirrus Special BAH

112 Instellingen 8.3 Hoeveelheid uit te zaaien zaad instellen met afdraaiproef 1. Vul de zaadtank met ten minste 200 kg zaaigoed (bij fijne zaden overeenkomstig minder) met zaaigoed (zie hoofdstuk "Vullen van de zaadtank", op pagina 153). 2. Laat de machine helemaal zakken, door het geïntegreerde onderstel helemaal in te klappen. Hierbij kan de machine zijn in- of uitgeklapt. 3. Trek de handrem aan, schakel de motor van de tractor uit en verwijder de contactsleutel. 4. Neem de afdraai-emmers uit de transporthouder aan de achterzijde van de zaadtank. Afb. 118 De afdraai-emmers worden voor transport in elkaar gestoken en met een lunspen (Afb. 118/1) aan de achterwand van de zaadtank vastgezet. VOORZICHTIG Trek de handrem aan, schakel de motor van de tractor uit en verwijder de contactsleutel. 5. Schuif onder elke doseerunit een afdraaiemmer in de houder. Afb Cirrus Special BAH

113 Instellingen 6. Open de klep van de injectiesluis (Afb. 120/1) van alle doseerunits. VOORZICHTIG Gevaar voor bekneld raken bij het openen en sluiten van de klep van de injectiesluis (Afb. 120/1)! Pak de klep van de injectiesluis uitsluitend bij de strip (Afb. 120/2) vast om letsel door het dichtslaan van de veerbelaste klep te voorkomen. Kom nooit met de hand tussen de klep van de injectiesluis en de injectiesluis! Afb. 120 Stel de uitzaaihoeveelheid in met een aansluitende afdraaiproef, afhankelijk van de uitrusting van uw machine, aan de hand van de volgende hoofdstukken. Cirrus Special BAH

114 Instellingen Uitzaaihoeveelheid instellen met afdraaiproef bij machines met Vario-aandrijving zonder elektronische instelling zaaihoeveelheid 1. Stel op de het volgende in: Afstandsinstelling zaadhoeveelheid: geen 2. Voer op de eventueel een opdracht in. 2.1 Open het menu "Opdracht". 2.2 Selecteer het opdrachtnummer. 2.3 Voer een naam van de opdracht in (indien gewenst). 2.4 Voer opmerkingen bij de opdracht in (indien gewenst). 2.8 Start de opdracht (druk op "Opdracht starten"). 3. Draai de arreteerknop (Afb. 121/1) los. 4. Raadpleeg de tabel (Afb. 122, hieronder) voor de instelwaarde van de aandrijving voor de eerste afdraaiproef. 5. Zet de wijzer (Afb. 121/2) van de instelhendel van onderaf op de instelwaarde van de aandrijving. 6. Draai de arreteerknop vast. Afb. 121 Instelwaarden van de aandrijving voor de eerste afdraaiproef Zaaien met de grove doseerrol: stand van de aandrijving "50" Zaaien met de middelfijne doseerrol: stand van de aandrijving "50" Zaaien met de fijne doseerrol: stand van de aandrijving "15" Afb Verwijder de afdraaislinger (Afb. 123/1) uit de transporthouder. Afb Cirrus Special BAH

115 Instellingen 8. Steek de afdraaislinger (Afb. 124/1) op het stapwiel (Afb. 124/2). 9. Draai het stapwiel met de afdraaislinger linksom, totdat alle cellen van de doseerrollen met zaaigoed zijn gevuld en het zaad gelijkmatig in de afdraai-emmers stroomt. 10. Sluit de kleppen van de injectiesluis (Afb. 120/1) voorzichtig (gevaar voor bekneld raken, zie waarschuwing). 11. Leeg de afdraai-emmers en schuif ze terug onder de doseerunit. Afb Open de kleppen van de injectiesluis (Afb. 120/1). 13. Draai het stapwiel linksom met het in de tabel (Afb. 125) aangegeven aantal slingeromwentelingen. Het aantal omwentelingen van het stapwiel richt zich naar de werkbreedte van de zaaimachine (Afb. 125/1). Het aantal wielomwentelingen (Afb. 125/2) heeft betrekking op een oppervlakte van 1/40 ha (250 m 2 ) resp. 1/10 ha (1000 m 2 ). Gebruikelijk is de afdraaiproef voor 1/40 ha. Bij zeer kleine uitzaaihoeveelheden, bv. bij koolzaad, wordt aanbevolen de afdraaiproef voor 1/10 ha uit te voeren. Afb. 125 Cirrus Special BAH

116 Instellingen 14. Weeg de in de afdraai-emmers opgevangen hoeveelheid zaaigoed (houd rekening met het gewicht van de bak) en vermenigvuldig deze ο ο met factor "40" (bij 1/40 ha) of met factor "10" (bij 1/10 ha). Controleer de nauwkeurigheid van de weegschaal. Afb. 126 Afdraaien op 1/40 ha: Hoeveelheid uit te zaaien zaad [kg/ha] = afgedraaide hoeveelheid zaaigoed [kg/ha] x 40 Afdraaien op 1/10 ha: Hoeveelheid uit te zaaien zaad [kg/ha] = afgedraaide hoeveelheid zaaigoed [kg/ha] x 10 Voorbeeld: Afgedraaide hoeveelheid zaaigoed: 3,2 kg op 1/40 ha Hoeveelheid uit te zaaien zaad [kg/ha] = 3,2 [kg/ha] x 40 = 128 [kg/ha] Met de eerste afdraaiproef wordt de gewenste uit te zaaien hoeveelheid zaad doorgaans niet bereikt. Met de waarden van de eerste afdraaiproef en de berekende uit te zaaien hoeveelheid zaad kan de juiste stand van de aandrijving met behulp van de rekenschijf worden bepaald (zie hoofdstuk "Bepaling van de stand van de aandrijving met behulp van de rekenschijf", op pagina 117). 15. Herhaal de afdraaiproef tot het bereiken van de gewenste hoeveelheid uit te zaaien zaad. 16. Bevestig de afdraai-emmers aan de zaadtank. 17. Sluit de klep van de injectiesluis bijzonder voorzichtig (zie waarschuwing [Afb. 120]). 18. Steek de afdraaislinger in de transporthouder. 116 Cirrus Special BAH

117 Instellingen Bepaling van de stand van de aandrijving met behulp van de rekenschijf Voorbeeld: Waarden van de afdraaiproef Berekende hoeveelheid uit te zaaien zaad: 175 kg/ha Stand van de aandrijving: 70 Gewenste hoeveelheid uit te zaaien zaad: 125 kg/ha. 1. De waarden van de afdraaiproef ο berekende hoeveelheid uit te zaaien zaad 175 kg/ha (Afb. 127/A) ο stand van de aandrijving 70 (Afb. 127/B) op de rekenschijf tegenover elkaar zetten. 2. Lees de stand van de aandrijving voor de gewenste hoeveelheid uit te zaaien zaad van 125 kg/ha (Afb. 127/C) van de rekenschijf aflezen. stand van de aandrijving 50 (Afb. 127/D). 3. Zet de instelhendel op de afgelezen waarde. 4. Controleer de stand van de aandrijving nogmaals met een afdraaiproef overeenkomstig hoofdstuk 8.3.1, op pagina 114). Afb. 127 Cirrus Special BAH

118 Instellingen Uitzaaihoeveelheid instellen met afdraaiproef bij machines met Vario-aandrijving met elektronische instelling zaaihoeveelheid 1. Stel de gewenste uitzaaihoeveelheid in op de. 1.1 Open het menu "Opdracht". 1.2 Selecteer het opdrachtnummer. 1.3 Voer een naam van de opdracht in (indien gewenst). 1.4 Voer opmerkingen bij de opdracht in (indien gewenst). 1.5 Voer het soort zaad in. 1.6 Voer het 1000-korrel-gewicht in (alleen nodig met korrelteller). 1.7 Voer de gewenste uitzaaihoeveelheid in. 1.8 Start de opdracht (druk op "Opdracht starten"). 2. Verwijder de afdraaislinger (Afb. 128/1) uit de transporthouder. 3. Steek de afdraaislinger (Afb. 129/1) op het stapwiel (Afb. 129/2). 4. Draai het stapwiel met de afdraaislinger linksom, totdat alle cellen van de doseerrollen met zaaigoed zijn gevuld en het zaad gelijkmatig in de afdraai-emmers stroomt. 5. Sluit de kleppen van de injectiesluis (Afb. 120/1) voorzichtig (gevaar voor bekneld raken, zie waarschuwing). 6. Leeg de afdraai-emmers en schuif ze terug onder de doseerunit. Afb. 128 Afb Cirrus Special BAH

119 Instellingen 7. Open de kleppen van de injectiesluis (Afb. 120/1). 8. Stel de uitzaaihoeveelheid met afdraaiproef in aan de hand van de bedieningshandleiding. De schrijft bij de afdraaiproef voor dat de afdraaislinger linksom moet worden gedraaid tot een geluidssignaal klinkt. Het aantal omwentelingen totdat het geluidssignaal klinkt is afhankelijk van de hoeveelheid uit te zaaien zaad: 0 tot 14,9 kg omwentelingen op 1/10 ha 15 tot 29,9 kg omwentelingen op 1/20 ha vanaf 30 kg omwentelingen op 1/40 ha 9. Bevestig de afdraai-emmers aan de zaadtank. 10. Sluit de kleppen van de injectiesluis zeer voorzichtig (zie waarschuwing [Afb. 120]). 11. Steek de afdraaislinger in de transporthouder. Cirrus Special BAH

120 Instellingen Uitzaaihoeveelheid instellen met afdraaiproef bij machines met maximale dosering 1. Stel de gewenste uitzaaihoeveelheid in op de. 1.1 Open het menu "Opdracht". 1.2 Selecteer het opdrachtnummer. 1.3 Voer een naam van de opdracht in (indien gewenst). 1.4 Voer opmerkingen bij de opdracht in (indien gewenst). 1.5 Voer het soort zaad in. 1.6 Voer het 1000-korrel-gewicht in (alleen nodig met korrelteller). 1.7 Voer de gewenste uitzaaihoeveelheid in. 1.8 Start de opdracht (druk op "Opdracht starten"). 1.9 Stel de uitzaaihoeveelheid in met afdraaiproef aan de hand van de bedieningshandleiding (zie hoofdstuk "Machines met elektr. maximale dosering afdraaien"). Het aantal omwentelingen totdat het geluidssignaal klinkt is afhankelijk van de hoeveelheid uit te zaaien zaad: 0 tot 14,9 kg omwentelingen op 1/10 ha 15 tot 29,9 kg omwentelingen op 1/20 ha vanaf 30 kg omwentelingen op 1/40 ha. 2. Bevestig de afdraai-emmers aan de zaadtank. 3. Sluit de kleppen van de injectiesluis zeer voorzichtig (zie waarschuwing [Afb. 120]). 120 Cirrus Special BAH

121 Instellingen 8.4 Turbinetoerental instellen De overdrukklep (Afb. 130) bij de hydraulische motor van de turbine. Afb Turbinetoerental in aan de stroomregelklep van de tractor 1. Verwijder de beschermkap (Afb. 130/1). 2. Draai de contramoer los. 3. Sluit de overdrukklep. Hiertoe draait u de schroevendraaier naar rechts. 4. Open de overdrukklep een 1/2 slag. Hiertoe draait u de schroevendraaier een 1/2 naar links. 5. Draai de contramoer vast. 6. Plaats de beschermkap. 7. Stel het benodigde turbinetoerental in met de stroomregelklep van de tractor. Het turbinetoerental wordt weergegeven in het menu Machinegegevens (zie hoofdstuk 8.4.3, op pagina 122) en het menu Werk Turbinetoerental instellen aan de overdrukklep van de machine 1. Verwijder de beschermkap (Afb. 130/1). 2. Draai de contramoer los. 3. Stel het turbinetoerental met een schroevendraaier aan de overdrukklep in. Turbinetoerental Rechtsom draaien: Linksom draaien: turbinetoerental verhogen turbinetoerental verlagen Het turbinetoerental wordt weergegeven in het menu Machinegegevens (zie hoofdstuk 8.4.3, op pagina 122) en het menu Werk. 4. Draai de contramoer vast. 5. Plaats de beschermkap. Cirrus Special BAH

122 Instellingen Bewaking turbinetoerental instellen op de Stel de bewaking van het turbinetoerental in het menu Machinegegevens in (zie bedieningshandleiding ). Voer het te bewaken turbinetoerental (1/min.) in of neem het actuele turbinetoerental (1/min.) tijdens het zaaien als te bewaken toerental over Waarschuwingssignaal bij afwijking tussen turbinetoerental en ingestelde waarde Instellen in het menu Basisgegevens van het waarschuwingssignaal dat wordt gegeven als het turbinetoerental afwijkt van de ingestelde waarde (zie bedieningshandleiding ). De afwijking kan in stappen van ± 10 (%) ten opzichte van de gewenste waarde worden ingesteld. 122 Cirrus Special BAH

123 Instellingen 8.5 Zaaischijfdruk instellen WAARSCHUWING Stuur iedereen uit de gevarenzone weg. 1. Selecteer de druk op de zaaischijf in de en gebruik regeleenheid 2 om de hydraulische cilinder ο onder druk te zetten of ο in de zweefstand te zetten. 2. Trek de handrem aan, zet de tractormotor af en trek de contactsleutel uit het slot. 3. Steek een pen (Afb. 131/1) zowel onder als boven de aanslag (Afb. 131/2) in het stelsegment en borg deze met lunspennen. Elke boring is gemarkeerd met een getal. Hoe hoger het getal van de boring waarin de pen is gestoken, des te hoger is de zaaischijfdruk. Afb. 131 Deze instelling is van invloed op de diepte van het zaaigoed. Controleer de diepte waar het zaaigoed terechtkomt na elke instelling (zie hoofdstuk "Zaaigoeddiepte controleren", op pagina 158). Cirrus Special BAH

124 Instellingen Kunststof RoTeC-schijven instellen Kan de gewenste diepte voor het zaaigoed zoals beschreven in hoofdstuk 8.5, op pagina 123 niet worden bereikt, stel dan de kunststof RoTeC-schijven in volgens de tabel (Afb. 132). Elke kunststof schijf kan in drie standen aan de RoTeC-zaaischijf worden vergrendeld of van de RoTeC-zaaischijf worden verwijderd. Stel de diepte voor het zaaigoed aansluitend nogmaals in overeenkomstig hoofdstuk 8.5, op pagina 123. Deze instelling is van invloed op de diepte van het zaaigoed. De diepte van het zaaigoed moet na elke afstelling worden gecontroleerd. Afb Grendelstand 1 Zaaigoeddiepte ca. 2 cm 2 Grendelstand 2 Zaaigoeddiepte ca. 3 cm 3 Grendelstand 3 Zaaigoeddiepte ca. 4 cm 4 Zaaien zonder kunststof schijf Zaaigoeddiepte > 4 cm Grendelstand 1 tot 3 1. Vergrendel de handgreep (Afb. 133/1) in een van de 3 standen. Afb Cirrus Special BAH

125 Instellingen Zaaien zonder kunststof schijf 1. Draai de greep over de vergrendeling (Afb. 134/1) en trek de kunststof schijf van de RoTeC-zaaischijf. Afb. 134 Kunststof RoTeC-schijf monteren Bevestig de kunststof RoTeC-schijf met de aanduiding "K" op de korte zaaischijf; "L" op de lange zaaischijf. 1. Druk de kunststof schijf van onderaf tegen de afsluiting van de RoTeC-zaaischijf. De aanslag moet in de gleuf grijpen. 2. Trek de greep omlaag en over de arretering naar boven. Door een tik op het midden van de schijf vergrendelt deze makkelijker. Cirrus Special BAH

126 Instellingen 8.6 Zaadaandrukrollenbalk instellen De druk waarmee de rollen op de grond drukken is traploos instelbaar. De instelling vindt plaats door verlengen of verkorten van de houders (Afb. 135/1). 1. Breng de machine op het land in de werkstand. 2. Trek de handrem aan, zet de tractormotor af en trek de contactsleutel uit het slot. 3. Draai de contramoeren (Afb. 135/2) los. 4. Stel alle houders (Afb. 135/1) op dezelfde lengte in. Hiertoe verdraait u alle bouten (Afb. 135/3) op dezelfde wijze. Afb. 135 Rollendruk verhogen: houders langer maken. Rollendruk verlagen: houders korter maken. 5. Draai de contramoeren (Afb. 135/2) stevig aan. 6. Controleer de werking van de zaadaandrukrollen. 126 Cirrus Special BAH

127 Instellingen Sleeptanden instellen GEVAAR Stuur iedereen uit de gevarenzone weg. Voer de instellingen alleen uit als de handrem is aangetrokken, de motor is uitgezet en de contactsleutel is verwijderd. 1. De machine zo ver oplichten, dat de sleeptanden net van de grond loskomen. 2. Trek de handrem aan, zet de tractormotor af en trek de contactsleutel uit het slot. 3. Houd de sleeptandbalk vast aan de handgreep van de draagarm (Afb. 136/3). 4. Zet de draagarm vast met de pen (Afb. 136/1) ο ο in alle segmenten; in dezelfde boring. Door het omzetten van de pen (Afb. 136/1) in het stelsegment verandert de werkdiepte van de tanden. De werkdiepte wordt groter naarmate de pen dieper in het stelsegment wordt aangebracht. Afb Borg de pen na het omzetten met een lunspen. 6. Bevestig de pen (Afb. 136/2) ο ο in alle segmenten; in dezelfde boring. Let erop, dat de pen (Afb. 136/2) onder de draagarm (Afb. 136/3) in het stelsegment wordt bevestigd. Door het omzetten van de pen (Afb. 136/2) in het stelsegment verandert de instelhoek van de tanden ten opzichte van de grond. De instelhoek wordt kleiner naarmate de pen dieper in het stelsegment wordt aangebracht. 7. Borg de pen na het omzetten met een lunspen. Cirrus Special BAH

128 Instellingen 8.7 Lengte van de markeur en de arbeidsintensiteit instellen GEVAAR Het is verboden om zich binnen het zwenkbereik van de markeurs te bevinden. 1. Stuur iedereen uit de gevarenzone weg. 2. Klep de beide markeurs op het land gelijktijdig uit (zie bedieningshandleiding ) en ga enkele meters rijden. 3. Trek de handrem aan, zet de tractormotor af en trek de contactsleutel uit het slot. 4. Draai de keilbout (Afb. 137/1) los. 5. Stel de lengte van de markeur in op afstand "A" (zie tabel Afb. 138, hieronder). 6. Draai de keilbout (Afb. 137/1) goed vast. Afb Draai de beide schroeven (Afb. 137/2) los. 8. Verdraai de markeurschijf om de arbeidsintensiteit van de markeurs zodanig in te stellen dat zij op een lichte grond vrijwel parallel aan de rijrichting en op een zware grond meer op grip zijn ingesteld. 9. Draai de schroeven (Afb. 137/2) stevig aan. 10. Herhaal dit voor de tweede markeur. De waarden in de tabel hebben betrekking op de afstand "A" vanaf het midden van de machine tot de plaats waar de markeurschijf de grond raakt. Afstand "A" Cirrus 3001 Cirrus 4001 Cirrus ,0 m 4,0 m 6,0 m Afb Cirrus Special BAH

129 Instellingen 8.8 Sporenwisser instellen (op het land) GEVAAR Trek de handrem aan, zet de tractormotor af en trek de contactsleutel uit het slot. Sporenwisser horizontaal instellen: 1. Draai de schroeven (Afb. 139/1) los en verschuif de sporenwisser in horizontale richting. 2. Draai de schroeven goed vast. Sporenwisser verticaal instellen: 1. Houd de sporenwisser aan de handgreep (Afb. 139/2) vast. 2. Verwijder de bout (Afb. 139/3). 3. Stel de sporenwisser verticaal in, zet de wisser vast met de pen en borg deze met een lunspen. Afb. 139 Cirrus Special BAH

130 Instellingen 8.9 Schijveneg instellen (op het land) Werkdiepte van de schijveneg instellen voor het keren op de as 1. Breng de machine op het land in de werkstand. 2. Stuur iedereen uit de gevarenzone weg. 3. Activeer de functie schijveneg van de (zie bedieningshandleiding ). 4. Stel de werkdiepte van de schijveneg in met regeleenheid 2. De arbeidsdiepte van de schijven bepaalt de arbeidsintensiteit van de schijveneg. 5. Controleer resp. corrigeer de arbeidsintensiteit van de schijven na het begin van de werkzaamheden. 6. Deactiveer de functie schijveneg van de (zie bedieningshandleiding ) Werkdiepte van de schijveneg instellen voor het keren op de rol Het keren van de Cirrus 3001 op de rol is niet mogelijk. GEVAAR Trek de handrem aan, zet de tractormotor af en trek de contactsleutel uit het slot, voordat de sensor wordt verschoven (Afb. 140/2). 1. Stel de werkdiepte van de schijveneg in overeenkomstig hoofdstuk 8.9.1, op pagina Trek de handrem aan, zet de tractormotor af en trek de contactsleutel uit het slot. 3. Draai de vleugelmoer (Afb. 140/1) los. 4. Plaats de sensor (Afb. 140/2) en de magneet (Afb. 140/3) boeven elkaar. 5. Draai de vleugelmoer handvast aan. Door het verschuiven van de sensor in pijlrichting wordt de werkdiepte van de schijveneg groter. Afb Cirrus Special BAH

131 Instellingen 6. Stel de machine in op "Keren op de rol" (zie hoofdstuk "Keren op de rol", op pagina 161). 7. Controleer de arbeidsintensiteit van de schijveneg. Corrigeer zo nodig de arbeidsintensiteit van de schijveneg door de sensor (Afb. 140/2) te verschuiven Lengte van de stelen van de buitenste schijven instellen In elke rij schijven kan de lengte van de stelen van de buitenste schijven worden ingesteld. De stelen van de schijven van de voorste rij schijven inkorten wanneer de buitenste schijven teveel grond naar buiten werpen. van de achterste rij schijven inkorten wanneer de buitenste schijven teveel grond naar binnen werpen. Draai de moeren na de instelling stevig aan. Afb Kantschijven instellen Stel de kantschijven (Afb. 142/1) zodanig in, dat ze de grond net raken. Draai de bouten (Afb. 142/2) na het instellen goed vast. Afb. 142 VOORZICHTIG Gevaar voor bekneld raken tijdens het instellen van de kantschijven. De kantschijven van de Cirrus 3001 zijn ingeklapt ten behoeve van transport (zie hoofdstuk Transport, op pagina 138). Cirrus Special BAH

132 Instellingen 8.10 Exacteg instellen Controleer het arbeidsresultaat na elke instelling van de exacteg Veertanden instellen De instelling van de veertanden vindt plaats door verlengen of verkorten van de schoorstangen (Afb. 143/1). 1. Breng de machine op het land in de werkstand. 2. Trek de handrem aan, zet de tractormotor af en trek de contactsleutel uit het slot. 3. Draai de contramoeren (Afb. 143/2) los. 4. Stel alle schoorstangen (Afb. 143/1) op dezelfde lengte (Afb. 144) in. Hiertoe verdraait u alle bouten (Afb. 143/3) op dezelfde wijze. 5. Draai de contramoeren (Afb. 143/2) na het instellen goed vast. 6. Controleer de werking van de exacteg. Afb. 143 De veertanden van de exacteg moeten: plat op de grond liggen en 5-8 cm vrij van de grond zitten. De afstand tussen het frame van de exacteg en de grond bedraagt dan tussen 230 en 280 mm. Afb Cirrus Special BAH

133 Instellingen Instellen van de druk op de exacteg 1. Span de hefboom (Afb. 145/1) met de afdraaislinger. 2. Steek de pen (Afb. 145/2) in een gat onder de hefboom. 3. Ontspan de hefboom. 4. Borg de pen met een lunspen. 5. Stel alle stelsegmenten op dezelfde wijze in. Afb Druk op de exacteg instellen (hydr. verstelling) WAARSCHUWING Stuur iedereen uit de gevarenzone weg. 1. Selecteer de druk op de zaaischijf in de en gebruik regeleenheid 2 om de hydraulische cilinder ο onder druk te zetten of ο in de zweefstand te zetten. 2. Trek de handrem aan, zet de tractormotor af en trek de contactsleutel uit het slot. 3. Steek zowel onder als boven de hefboom in het stelsegment een pen (Fig. 146/1) en borg deze met lunspennen. Fig. 146 Cirrus Special BAH

134 Instellingen Rijpadenritme/-teller instellen in de 1. Selecteer het rijpadenritme (zie tabel Afb. 91, op pagina 83). 2. Stel het rijpadenritme in het menu Machinegegevens in (zie bedieningshandleiding ). 3. Zoek de stand van de rijpadenteller voor de eerste rit in de afbeelding (Afb. 92, op pagina 85). 4. Voer de stand van de rijpadenteller voor de eerste rit in het menu Werk in (zie bedieningshandleiding ). 5. Voer de reductie van de hoeveelheid zaad (%) bij het aanleggen van rijpaden in het menu Machinegegevens in (zie bedieningshandleiding ). 6. Schakel de interval van de rijpadenschakeling in het menu Werk in of uit (zie bedieningshandleiding ). De rijpadenteller is met de werkstandsensor aan het stapwiel gekoppeld. Telkens bij het oplichten van de machine resp. het stapwiel schakelt de rijpadenteller een cijfer verder. Drukken op de STOP-toets voorkomt dat de rijpadenteller vóór het oplichten van de machine wordt verdergeschakeld (zie bedieningshandleiding ). Het blokkeren van het stapwiel of het uitschakelen van de voorkomt dat de rijpadenteller vóór het zakken van de ingeklapte machine wordt verdergeschakeld (zie bedieningshandleiding ). Het stapwiel is geblokkeerd als de is uitgeschakeld. 134 Cirrus Special BAH

135 Instellingen De machine aan één kant uitschakelen Hoe u machines met maximale dosering voor de helft kunt uitschakelen, leest u in de bedieningshandleiding. GEVAAR Trek de handrem aan, zet de tractormotor af en trek de contactsleutel uit het slot. 1. Klap de machine uit (zie hoofdstuk "Machine-elementen uit- / inklappen", op pagina 147). 2. Laat de machine helemaal zakken, door het geïntegreerde onderstel helemaal in te klappen. 3. Trek de handrem aan, zet de tractormotor af en trek de contactsleutel uit het slot. 4. Verwijder een van de beide lunspennen (Afb. 147/1). Rechterkant van de machine uitschakelen: rechter lunspen verwijderen. Linkerkant van de machine uitschakelen: linker lunspen verwijderen. Afb. 147 Cirrus Special BAH

136 Instellingen Spoorschijfdrager van het rijpadmarkeerapparaat in werk-/transportstand brengen De spoorschijfdrager van transport- in werkstand zetten: 1. Houd de spoorschijfdrager (Afb. 148/1) vast. 2. Verwijder de splitpen (Afb. 148/2). 3. Trek de pen (Afb. 148/3) eruit. 4. Draai de spoorschijfdrager naar beneden. 5. Herhaal dit voor de tweede spoorschijfdrager. Afb. 148 GEVAAR Stuur iedereen uit de gevarenzone weg. 6. Stel de rijpadenteller in op "Nul" stellen (zie bedieningshandleiding ). 7. Bedien regeleenheid 1. De spoorschijfdragers dalen in de werkstand. 8. Trek de handrem aan, zet de tractormotor af en trek de contactsleutel uit het slot. 9. Steek de spoorschijven (Afb. 148/4) in de spoorschijfdrager (de spoorschijven worden tijdens het transport in een geschikte opbergruimte vervoerd). 136 Cirrus Special BAH

137 Instellingen 10. Stel de spoorschijven zodanig in, dat zij het door de rijpadenzaaischijven aangelegde rijpad markeren. 11. Draai de schijven om de arbeidsintensiteit (op lichte grond ongeveer parallel aan de rijrichting, op zware grond meer op grip instellen) aan de grond aan te passen. 12. Draai de bouten (Afb. 149/1) stevig aan. Afb. 149 De spoorschijfdragers in omgekeerde volgorde in transportstand brengen. Bij werkzaamheden met rijpadenschakelritme 2 plus en 6 plus (zie hoofdstuk , op pagina 87) monteert u slechts een van de beide markeurschijven. De spoorbreedte van de onderhoudstractor wordt door het heen- en terugrijden op het land gemarkeerd. Cirrus Special BAH

138 Transport 9 Transport Op de openbare weg moeten tractor en machine voldoen aan de nationale verkeersvoorschriften (in Duitsland de StVZO en StVO) en de voorschriften ter voorkoming van ongevallen (in Duitsland de voorschriften van de wettelijke ongevallenverzekering). Eigenaars en bestuurders van voertuigen zijn verantwoordelijk voor het nakomen van de wettelijke voorschriften. Daarnaast moeten de instructies in dit hoofdstuk voor en tijdens de rit worden opgevolgd. Neem bij transport de aanwijzingen uit het hoofdstuk "Veiligheidsinstructies voor de chauffeur", op pagina 30 in acht. Controleer voor transport ο of voedingskabels correct zijn aangebracht ο of de verlichting werkt, schadevrij en schoon is ο het remsysteem en hydraulische systeem op in het oog lopende gebreken ο de werking van het remsysteem. WAARSCHUWING Gevaar voor bekneld raken, scharen, snijden, afsnijden, vastgrijpen, opwikkelen, naar binnen trekken, vastgrijpen en stoten door onbedoelde bewegingen van de machine. Controleer bij inklapbare machine of de transportvergrendelingen goed zijn aangebracht. Beveilig de machine tegen onbedoelde bewegingen voordat u de machine transporteert. 138 Cirrus Special BAH

139 Transport WAARSCHUWING Gevaar voor bekneld raken, snijden, vastgrijpen, naar binnen trekken of stoten door onvoldoende stabiliteit en omkantelen! Houd een rijstijl aan waarbij u de tractor met aan- of afgekoppelde machine op elk moment onder controle heeft. Houd daarbij rekening met uw persoonlijke capaciteiten, de omstandigheden op de weg, van het verkeer, uw zicht, het weer en de rijeigenschappen van de tractor en de invloed van de aangebouwde of aangekoppelde machine. Zet voor transport de vergrendeling van de trekstangen van de tractor aan de zijkant vast, zodat de aangebouwde of aangekoppelde machine niet kan gaan slingeren. WAARSCHUWING Het negeren van de gebruiksvoorschriften kan leiden tot gevaar voor breuk, onvoldoende stabiliteit en onvoldoende stuur- en remvermogen van de tractor! Deze gevaren veroorzaken zwaar lichamelijk letsel met mogelijk dodelijke afloop. Houd rekening met de maximale belading van de aangebouwde/aangekoppelde machine en de toelaatbare asbelasting en oplegdruk van de tractor! Rijd indien nodig met een gedeeltelijk gevulde tank. WAARSCHUWING Het zonder toestemming meerijden op de machine kan ertoe leiden dat de machine omkantelt! Het is verboden om personen mee te laten rijden op de machine en/of op rijdende machines te laten stappen. Stuur personen van het laadterrein voordat u met de machine gaat rijden. WAARSCHUWING Gevaar voor steekletsel bij andere verkeersdeelnemers tijdens transport door naar achteren gerichte, niet afgedekte, scherpe veertanden van de exacteg aan het middelste deel van de machine! Transportritten zonder correct gemonteerde beschermstrip voor de verkeersveiligheid zijn verboden. Cirrus Special BAH

140 Transport Breng de Cirrus na de werkzaamheden op het land in de transportstand: 1. Klap de beide markeurs in (zie bedieningshandleiding ). GEVAAR Trek de handrem aan, zet de tractormotor af en trek de contactsleutel uit het slot. Alleen Cirrus Steek de klamp (Afb. 150/1) op de nok (Afb. 150/2) van de markeur en borg de verbinding met een lunspen (Afb. 150/3). De met een klamp bevestigde markeur kan tijdens het transport niet wegdraaien. 3. Herhaal het voorgaande voor de tweede markeur. Afb. 150 GEVAAR Borg de markeurs vóór het transport tegen onbedoeld wegdraaien. Tijdens het werk zit de klamp (Afb. 151/1) op de beugel (Afb. 151/2) en is deze met een (Afb. 151/3) geborgd. Afb Cirrus Special BAH

141 Transport 4. Klap de hefboom (Afb. 152/2) om, om de rechter kantschijf (Afb. 152/1) in de transportstand te zetten. VOORZICHTIG Gevaar voor bekneld raken. Pak de kantschijf (Afb. 152/1) alleen bij de hendel (Afb. 152/2) vast. 5. Borg de kantschijf in de transport- en in de werkstand met een pen (Afb. 152/3) in de boringen (Afb. 152/4). 6. Borg de pen na het omzetten met een lunspen. 7. Draai de linker kantschijf (Afb. 153/1) in de transportstand. De kantschijf is in de transport- en werkstand aan de klamp (Afb. 153/2) bevestigd en met een pen (Afb. 153/3) vastgezet en een lunspen geborgd. Afb. 152 Afb. 153 GEVAAR Zet de kantschijven voor transport in de transportstand. Cirrus Special BAH

142 Transport 8. Draai de bout los. 9. Schuif de buitenste toestrijker (Afb. 154/1) in tot de transportbreedte (3,0 m). 10. Draai de bout stevig vast. 11. Herhaal het voorgaande voor de tweede buitenste toestrijker. Afb. 154 WAARSCHUWING Gevaar voor steekwonden bij transport met uitgetrokken buitenste toestrijkers! Uitgetrokken buitenste toestrijkers steken tijdens transport naar de zijkant en brengen andere verkeersdeelnemers in gevaar. Bovendien wordt de toelaatbare transportbreedte van 3 meter overschreden. Schuif de buitenste toestrijkers in de hoofdbuis van de exacteg voordat u de machine gaat transporteren. Alle typen 12. Maak de zaadtank leeg (zie hoofdstuk "Zaadtank en/of zaaigoed-doseerunit leegmaken", op pagina 162). GEVAAR Maak de zaadtank op het land leeg. Het is verboden om de machine met een gevulde zaadtank over straten en wegen te transporteren. Het remsysteem is slechts berekend voor het rijden met een lege zaadtank. Afb Sluit het afdekkleed en zet het kleed met rubber spanners (Afb. 156/1) vast om te voorkomen dat het kleed tijdens het rijden onbedoeld openklapt. Gebruik hierbij de stang (Afb. 156/2). Afb Cirrus Special BAH

143 Transport Als de stang (Afb. 157/1) niet wordt gebruikt, bevindt de stang zich in de transporthouder (Afb. 157/2) op de verlichtingsbalk. 14. Zet de ladder omhoog en vervolgens vast (Afb. 158). Afb. 157 VOORZICHTIG Gevaar voor bekneld raken. De ladder alleen bij de gemarkeerde trede beetpakken. Afb. 158 Schuif de ladder (Afb. 158) na elk gebruik, voor het transport en voor de werkzaamheden omhoog en zet de ladder vervolgens vast. Dit voorkomt beschadiging van de ladder. Als u de ladder niet omhoogschuift, kan de trekdissel de ladder bij het keren van de machine beschadigen! Cirrus Special BAH

144 Transport 15. Breng de spoorschijfdrager (Afb. 159/1) in transportstand (zie hoofdstuk "Spoorschijfdrager van het rijpadmarkeerapparaat in werk- /transportstand brengen", op pagina 136). 16. Trek de spoorschijven (Afb. 159/2) uit de spoorschijfdrager en vervoer ze in een geschikte opbergruimte. 17. Schuif de tweedelige beschermstrip voor de verkeersveiligheid (Afb. 160/1) over de tandpunten van de exacteg. Begin bij de uitklapbare machine in het midden met de montage van de beschermstrips. 18. Bevestig de beschermstrip voor de verkeersveiligheid met veerspanners (Afb. 160/2) aan de exacteg. Afb Klap de machine-elementen in (zie hoofdstuk "Machine-elementen uit- / inklappen", op pagina 147). Afb. 160 Afb Cirrus Special BAH

145 Transport 20. Schakel de uit. (zie bedieningshandleiding ). Afb. 162 Vergrendel de regeleenheden van de tractor tijdens transport! 21. Controleer of de verlichting werkt (zie hoofdstuk "Verkeerstechnische uitrusting", op pagina 45). De waarschuwingsstickers en gele reflectoren moeten schoon en onbeschadigd zijn. Afb. 163 De maximumsnelheid van de machine bedraagt 40 km/h 1). Voor op slechte wegen of straten moet een aanzienlijk lagere snelheid worden aangehouden! Schakel de zwaailamp (indien aanwezig) voor het rijden in en controleer de werking (voor een zwaailamp is een vergunning nodig). Houd bij het nemen van bochten rekening met het uitzwaaien en overhellen van de machine. 1) De maximaal toelaatbare snelheid voor aangekoppelde werktuigen is afhankelijk van de nationale verkeersvoorschriften van het betreffende land. Vraag bij uw importeur / dealer na wat de maximaal toelaatbare snelheid voor de openbare weg is. Cirrus Special BAH

146 Werken met de machine 10 Werken met de machine Houd u bij het werken met de machine aan de aanwijzingen van hoofdstukken "Waarschuwingsstickers en andere tekens op de machine" vanaf op pagina 18 en "Veiligheidsinstructies voor de chauffeur", op pagina 28. Het opvolgen van deze aanwijzingen is voor uw eigen veiligheid. WAARSCHUWING Het negeren van de gebruiksvoorschriften kan leiden tot gevaar voor breuk, onvoldoende stabiliteit en onvoldoende stuur- en remvermogen van de tractor! Houd rekening met de maximale belading van de aangebouwde/aangekoppelde machine en de toelaatbare asbelasting en oplegdruk van de tractor! Rijd indien nodig met een gedeeltelijk gevulde tank. WAARSCHUWING Gevaar voor bekneld raken, snijden, afsnijden, naar binnen trekken, vastgrijpen en stoten door onvoldoende stabiliteit en omkantelen van de tractor / gekoppelde machine! Houd een rijstijl aan waarbij u de tractor met aangekoppelde machine op elk moment onder controle hebt. Houd daarbij rekening met uw persoonlijke capaciteiten, de omstandigheden op de weg, van het verkeer, uw zicht, het weer en de rijeigenschappen van de tractor en de invloed van de aangebouwde of aangekoppelde machine. WAARSCHUWING Gevaar voor bekneld raken, naar binnen trekken en vastgrijpen bij gebruik van de machine zonder daartoe bestemde veiligheidsvoorzieningen! Stel de machine alleen in bedrijf als alle veiligheidsvoorzieningen zijn aangebracht. Bedien de regeleenheden van de tractor uitsluitend in de cabine van de tractor. 146 Cirrus Special BAH

147 10.1 Machine-elementen uit- / inklappen (behalve Cirrus 3001) Werken met de machine GEVAAR Stuur iedereen uit het draaibereik van de machine-elementen weg voordat u de machine-elementen uit- en inklapt! Afb. 164 Zet tractor en machine op een vlakke ondergrond recht voor elkaar voordat u de machine-elementen uit- en inklapt! Licht de machine altijd volledig op, door het geïntegreerde onderstel helemaal uit te klappen, voordat de machine-elementen worden uitof ingeklapt. Alleen als de machine in de hoogste stand staat, is er voldoende ruimte voor de grondbewerkingsgereedschappen en zijn zij beschermd tegen beschadigingen Machine-elementen uitklappen 1. Zet de handrem los en neem de voet van het rempedaal. Verlaat de tractorcabine nooit als de handrem niet is aangetrokken. 2. Bedien regeleenheid 1 tot de machine zich in de hoogste stand bevindt (zie Afb. 165). Anders kunnen de gereedschappen tijdens het uitklappen worden beschadigd. Afb. 165 Cirrus Special BAH

148 Werken met de machine 3. Trek de handrem aan. 4. Open het werkmenu in. 5. Druk op Shift (toets aan achterzijde van de ) 6. Druk op de toets totdat het menu "Klappen" op het display verschijnt. 7. Kies het menu "Machine-elementen uitklappen" en volg de aanwijzingen op het display. 8. Klap de verlichtingseenheid (Afb. 166/1) in, bevestig deze met een pen (Afb. 166/2) en borg deze met een lunspen. Klap de verlichtingseenheid in om beschadigingen bij het uitklappen van de machine-elementen te voorkomen. 9. Bedien regeleenheid 2 totdat de machineelementen zijn uitgeklapt. 10. Bedien regeleenheid 2 nog eens 3 seconden, zodat de hydraulische accumulator (Afb. 223) met hydraulische olie wordt gevuld. 11. Verlaat het menu "Klappen". Afb. 166 Afb Cirrus Special BAH

149 Werken met de machine De vergrendelingshaken (Afb. 168/1) gaan voor het uitklappen van de machine-elementen automatisch open. Zet regeleenheid 2 kort op "inklappen" en vervolgens weer op "uitklappen" als de vergrendelingshaken niet opengaan. Afb Breng de machine in werkstand Bedien regeleenheid 1 en laat de machine helemaal zakken, door het geïntegreerde onderstel helemaal in te klappen. De machine tijdens het zakken iets naar voren trekken. Cirrus Special BAH

150 Werken met de machine Machine-elementen inklappen 1. Zet de handrem los en neem de voet van het rempedaal. Verlaat de tractorcabine nooit als de handrem niet is aangetrokken. 2. Bedien regeleenheid 1. Licht de machine helemaal op, door het geïntegreerde onderstel helemaal uit te klappen. Bedien regeleenheid 1 totdat de machine zich in de hoogste stand bevindt. Anders kunnen de gereedschappen tijdens het uitklappen worden beschadigd. Afb Trek de handrem aan. 4. Open het werkmenu in. 5. Druk op Shift (toets aan achterzijde van de ). 6. Druk op de toets totdat het menu "Klappen" op het display verschijnt. 7. Kies het menu "Machine-elementen inklappen" en volg de aanwijzingen op het display. 8. Bedien regeleenheid 2 totdat de machine-elementen volledig zijn ingeklapt. 9. Bedien regeleenheid 1 totdat de kouterframes tot transportbreedte zijn ingeklapt. 10. Schakel de uit. De vergrendelingshaken (Afb. 170/1) zijn een mechanische transportvergrendeling en haken in de vergrendelpennen (Afb. 170/2). GEVAAR Controleer of de grendels (Afb. 170/1) na het inklappen van de elementen goed zijn ingehaakt. Afb. 170 GEVAAR Controleer of de kouterframes tot transportbreedte zijn ingeklapt. 150 Cirrus Special BAH

151 Werken met de machine 11. Klap de verlichtingseenheid (Afb. 171/1) uit, bevestig deze met pennen (Afb. 171/2) en borg deze met lunspennen. 12. Bedien regeleenheid 1 en laat de machine voor transport zakken. Afb. 171 Laat de machine slechts zover zakken, dat de machine onder alle rijomstandigheden over voldoende bodemvrijheid beschikt. Afb. 172 GEVAAR Schakel de uit. Het is verboden om de machine met gevulde zaadtank over straten en wegen te transporteren. Het remsysteem is slechts berekend voor het rijden met een lege zaadtank. Cirrus Special BAH

152 Werken met de machine 10.2 Verwijder de beschermstrip voor de verkeersveiligheid 1. Maak de veerspanners (Afb. 173/2) los en verwijder de beschermstrips voor de verkeersveiligheid (Afb. 173/1). 2. Steek de tweedelige beschermstrip voor de verkeersveiligheid (Afb. 174/1) in elkaar en bevestig deze met de veerspanners aan de transporthouder (Afb. 174/2). Afb. 173 Afb. 174 Alleen Cirrus 3001 met exacteg 3. Draai de bout los en schuif de buitenste toestrijker (Afb. 175/1) naar buiten. 4. Draai de bout vast. 5. Herhaal dit voor de tweede buitenste toestrijker. Afb. 175 De zaaischijven van de zaaimachine drukken de grond, afhankelijk van rijsnelheid en bodemgesteldheid, met een bepaalde afstand naar buiten. Verschuif de buitenste toestrijker bij hogere rijsnelheid verder naar buiten. Stel de buitenste toestrijkers zodanig in, dat de grond wordt teruggevoerd en een sporenvrij zaadbed ontstaat. Controleer de instellingen voordat met het werk wordt begonnen. 152 Cirrus Special BAH

153 Werken met de machine 10.3 Vullen van de zaadtank GEVAAR Vul de zaadtank alleen op het veld! Het is verboden om de machine met gevulde zaadtank over straten en wegen te transporteren! Het remsysteem is slechts berekend voor het rijden met een lege zaadtank. Trek voor het vullen van de zaadtank de handrem aan, schakel de motor van de tractor uit en verwijder de contactsleutel! Neem de toelaatbare vulling en totaalgewichten in acht! Vullen van de zaadtank: 1. Koppel de Cirrus aan de tractor (zie hoofdstuk 7, op pagina 98). 2. Trek de handrem aan, zet de tractormotor af en trek de contactsleutel uit het slot! 3. Selecteer de benodigde doseerrol(len) aan de hand van de tabel (Afb. 57, op pagina 64) en monteer ze (zie hoofdstuk "Doseerrol in de doseerunit plaatsen", op pagina 110). 4. Maak de rubber strengen (Afb. 176/1) met de stang (Afb. 176/2) los. 5. Til de ladder (Afb. 177) uit de houder en laat de ladder tot aan de aanslag zakken. Afb. 176 VOORZICHTIG Gevaar voor bekneld raken. De ladder alleen bij de gemarkeerde trede beetpakken. Afb. 177 Cirrus Special BAH

154 Werken met de machine 6. Stap via de ladder op het platform. 7. Maak de rubber strengen aan de kopse kant los. 8. Open het afdekzeil. 9. Verwijder eventueel vreemde voorwerpen uit de zaadtank. 10. Stel de niveausensor(en) in de zaadtank in (zie hoofdstuk "Niveausensor instellen", op pagina 109). Afb Vul de zaadtank ο ο vanuit zakken, aangevoerd door een bevoorradingsvoertuig (zie hoofdstuk "10.3.1", op pagina 155); met een transportvijzel van een bevoorradingsvoertuig (zie hoofdstuk "10.3.2", op pagina 155); ο met Big-Bags (zie hoofdstuk "10.3.3", op pagina 156). 12. Schakel de binnenverlichting van de zaadtank in en uit als 's nachts wordt gewerkt. De binnenverlichting is gekoppeld aan de verlichting van de tractor. Afb Sluit het opklapbare afdekkleed en zet het kleed vast met de rubber strengen. 14. Trek de ladder (Afb. 177) omhoog en zet de ladder vast. Schuif de ladder (Afb. 177) na elk gebruik, voor het transport en voor de werkzaamheden omhoog en zet de ladder vervolgens vast. Dit voorkomt beschadiging van de ladder. Als u de ladder niet omhoogschuift, kan de trekdissel de ladder bij het keren van de machine beschadigen! 154 Cirrus Special BAH

155 Werken met de machine De zaadtank vullen met zaad uit zakken van een bevoorradingsvoertuig 1. Rijd de Cirrus naar de geopende laadrand van de aanhanger. 2. Stuur de tractor scherp in (ca 90 ten opzichte van de machine). 3. Rijd achteruit tot tegen het bevoorradingsvoertuig, tot het platform bijna tegen het bevoorradingsvoertuig ligt, maar niet aanraakt (hierbij is iemand nodig die aanwijzingen geeft). 4. Breng de trekstangen van de tractor omhoog / omlaag tot platform en laadbak van de aanhanger zich op dezelfde hoogte bevinden. 5. Trek de handrem aan, zet de tractormotor af en trek de contactsleutel uit het slot. 6. Vul de zaadtank alleen vanaf het platform en zorg ervoor dat u zich goed kunt vasthouden bij het dragen van de zakken. Afb. 180 GEVAAR Tijdens het manoeuvreren met de Cirrus is iemand nodig die aanwijzingen geeft. Ga nooit tussen bevoorradingsvoertuig en machine staan. Houd u goed vast als u overstapt tussen platform en bevoorradingsvoertuig (gevaar voor struikelen) De zaadtank vullen met een transportvijzel 1. Trek de handrem aan, zet de tractormotor af en trek de contactsleutel uit het slot. 2. Rijd het bevoorradingsvoertuig voorzichtig naar de machine toe. 3. Vul de zaadtank overeenkomstig de aanwijzingen van de fabrikant met de transportvijzel. Afb. 181 VOORZICHTIG Ga nooit tussen bevoorradingsvoertuig en machine staan! Cirrus Special BAH

156 Werken met de machine De zaadtank vullen met Big-Bags 1. Zet de Cirrus op een vlakke ondergrond. 2. Trek de handrem aan, zet de tractormotor af en trek de contactsleutel uit het slot. 3. Rijd de Big-Bag voorzichtig naar de machine toe. 4. Ga op het platform staan. 5. Leeg de Big-Bag in de zaadtank. Afb. 182 GEVAAR Ga nooit tussen bevoorradingsvoertuig en machine staan! Ga nooit onder een opgeheven lading staan! Vulhoeveelheid invoeren in de Als de precieze vulhoeveelheid bekend is, voert u deze in de in (zie bedieningshandleiding ). U kunt dan instellen bij welke resthoeveelheid (kg) in de zaadtank het waarschuwingssignaal wordt gegeven. De geeft een waarschuwingssignaal als de theoretisch berekende resthoeveelheid is bereikt en de niveaumelder in de niet meer actief is of de niveausensor niet meer met zaaigoed is bedekt Transportbeveiliging van de markeurs verwijderen (alleen Cirrus 3001 Special) 1. Breng de machine op het land in de werkstand. 2. Trek de handrem aan, zet de tractormotor af en trek de contactsleutel uit het slot. 3. Steek de klamp (Afb. 183/1) op de beugel (Afb. 183/2) en borg de beugel met de lunspen (Afb. 183/3). 4. Herhaal het voorgaande voor de tweede markeur. Afb Cirrus Special BAH

157 Werken met de machine 10.5 Beginnen met zaaien GEVAAR Zorg dat er zich geen personen in de gevarenzone van de machine bevinden, met name in het zwenkgebied van de markeurs. Bedien de regeleenheden van de tractor uitsluitend in de cabine van de tractor. Als u met het zaaien begint: 1. Stuur iedereen uit de gevarenzone van de machine. 2. Zet de machine op de kopakker in de werkstand. 3. Breng de trekstangen van de tractor zo ver omhoog/omlaag, dat de machine ongeveer horizontaal staat. Als oriëntatiehulp zit er een ketting naast de trekbalk. 4. Bedien regeleenheid 3. Schakel de turbine in. 5. Controleer het toerental van de turbine, indien nodig corrigeren. 6. Bedien regeleenheid 1. Laten zakken van het stapwiel. Start van de doseerrollen bij machines met maximale dosering (optioneel). Laten zakken van de machine via het geïntegreerde onderstel / laten zakken van het kouterframe, afhankelijk van de voorinstelling ("Keren op de as" of "Keren op de rol"). Laten zakken van de schijveneg (alleen bij de voorinstelling "Keren op de rol") Aanwijzing: een instelbare sensor markeert de werkstand van de schijveneg. Uitklappen van de actieve markeur (gevaar voor personen in het zwenkgebied van de markeur!). Laten zakken van de schijven van de vooropkomstmarkeur in schakelstand "0" van de rijpadenschakeling. 7. Controleer het schakelritme; zo nodig corrigeren. 8. Controleer de rijpadenteller, indien nodig corrigeren. 9. Stel de werkdiepte van de schijveneg in met regeleenheid Begin te rijden. Cirrus Special BAH

158 Werken met de machine 10.6 Controles 1. Na 100 m controleren en indien nodig corrigeren: ο ο de arbeidsintensiteit van de schijveneg; de diepte waar het zaaigoed terechtkomt (zie hoofdstuk "Zaaigoeddiepte controleren", hieronder); ο de arbeidsintensiteit van de exacteg, de sleeptanden en de zaadaandrukrollen (afhankelijk van de uitrusting). 2. Bij de overgang van lichte grond naar zware grond en omgekeerd ο de diepte waar het zaaigoed terechtkomt (zie hoofdstuk "Zaaigoeddiepte controleren", hieronder) Zaaigoeddiepte controleren Zaaigoeddiepte controleren: 1. Zaai ca. 100 m met werksnelheid. 2. Controleer de zaaigoeddiepte door op een aantal plaatsen de grond van het zaaigoed te verwijderen. 158 Cirrus Special BAH

159 Werken met de machine 10.7 Tijdens het werk Procentuele verandering uitzaaihoeveelheid bij machines met elektr. instelling hoeveelheid uitgezaaid zaad maximale dosering Tijdens het zaaien kunt u de uit te zaaien hoeveelheid (100%) in het werkmenu met een druk op de toets verhogen (bijv. +10%) of verlagen (bijv. -10%) of terugzetten op 100%. De wijzigingshoeveelheid (bijv. 10%), die u voordat u met werken begint in het menu Machinegegevens dient in te stellen, verandert de uit te zaaien hoeveelheid procentueel. (zie bedieningshandleiding ). Stapwiel blokkeren en rijpadenteller uitschakelen (STOP-toets) Als u bij een onderbreking in de werkzaamheden niet wilt dat het stapwiel bij het bedienen van regeleenheid 1 omhoog of omlaag komt, kunt u de bediening van het stapwiel in het werkmenu blokkeren (zie bedieningshandleiding ). Als u bij een onderbreking in de werkzaamheden niet wilt dat de rijpadenteller doorschakelt, drukt u in het werkmenu op de STOPtoets (zie bedieningshandleiding ). Bediening van markeurs blokkeren U kunt de bediening van de markeurs in het werkmenu blokkeren (zie bedieningshandleiding ). Klap de markeurs voor obstakels in U kunt de markeurs inklappen voordat u een obstakel passeert. Dit voorkomt dat de markeurs tegen het obstakel botsen en daardoor worden beschadigd (zie bedieningshandleiding ). Als de obstakeltoets is ingedrukt, wordt het veld verder bezaaid. Het stapwiel, de machine, het kouterframe en de schijveneg worden niet opgelicht. Visuele controle van de verdeelkop Controleer de verdeelkoppen regelmatig op verontreiniging. Door verontreiniging en resten zaaigoed kunnen de verdeelkoppen verstopt raken. Daarom dient u verontreiniging en resten direct te verwijderen [zie hoofdstuk "Reinig de verdeelkop (vakwerkplaats)", op pagina 173]. Zaaien onder moeilijke bodemgesteldheden Als u de schijveneg en het kouterframe geheel of gedeeltelijk oplicht, kunt u door moddergaten rijden en deze inzaaien. Hierbij blijft het stapwiel in de werkstand (zie bedieningshandleiding ). Cirrus Special BAH

160 Werken met de machine 10.8 Keren op de kopakker Voordat u op de kopakker keert 1. Ga langzamer rijden. 2. Verlaag het toerental van de tractor niet te ver, zodat de hydraulische functies op de wendakker nog vlot worden uitgevoerd. 3. Bedien regeleenheid Keer de combinatie zodra de machine resp. het kouterframe is opgelicht. Afb. 184 Nadat u op de kopakker hebt gekeerd 1. Bedien regeleenheid 1 tenminste 5 seconden, zodat alle hydraulische functies na het keren volledig worden uitgevoerd. 2. Begin met de slag zodra de schijveneg de grond raakt. GEVAAR Na het keren wordt bij bediening van regeleenheid 1 de tegenover liggende markeur in de werkstand gebracht Keren op de as Bediening van regeleenheid 1 vóór het keren zorgt voor oplichten van het stapwiel; oplichten van de machine door het geïntegreerde onderstel; inklappen van de actieve markeur; verderschakelen van de rijpadenteller; oplichten van de spoorschijven van de vooropkomstmarkeur. 160 Cirrus Special BAH

161 Werken met de machine Keren op de rol 1. Druk op de Shift-toets van de bedieningsterminal en activeer het symbool (Afb. 185). Afb. 185 Bediening van regeleenheid 1 vóór het keren zorgt voor oplichten van het stapwiel; oplichten van het kouterframe; oplichten van de schijveneg; inklappen van de actieve markeur; verderschakelen van de rijpadenteller; oplichten van de spoorschijven van de vooropkomstmarkeur. Cirrus Special BAH

162 Werken met de machine 10.9 Na het zaaien Zet de machine na het zaaien in de transportstand: 1. Verwijder het symbool (Afb. 185) op het display, zodat de machine met het geïntegreerde onderstel kan worden opgelicht. 1.1 Druk op de Shift-toets van de bedieningsterminal en deactiveer het symbool (Afb. 185). 2. Schakel de turbine uit. 3. Bedien regeleenheid 1 totdat de volgende hydraulische functies worden uitgevoerd: ο ο ο Oplichten van het stapwiel Als u niet wilt dat de rijpadenteller bij het omhoog of omlaag brengen van de machine doorschakelt, drukt u op STOP zodra het stapwiel omhoog is gebracht (zie bedieningshandleiding ). Oplichten van de machine door het geïntegreerde onderstel. Inklappen van de actieve markeur. ο Oplichten van de spoorschijven van de vooropkomstmarkeur. 4. Maak de zaadtank leeg (zie hoofdstuk 10.10, hieronder). 5. Klap de machine-elementen (behalve Cirrus 3001) in (zie hoofdstuk 10.1, op pagina 147). De schijveneg draait automatisch in de transportstand. 6. Schakel de uit Zaadtank en/of zaaigoed-doseerunit leegmaken Zaaigoedresten in de doseerunits kunnen gaan opzetten of ontkiemen als de doseerunits niet volledig worden geleegd! Dit blokkeert de doseerrollen en kan leiden tot schade aan de aandrijving! 1. Trek de handrem aan, zet de tractormotor af en trek de contactsleutel uit het slot! 2. Bevestig onder elke doseerunit een afdraaiemmer. Afb Cirrus Special BAH

163 Werken met de machine 3. Zet de schuif (Afb. 187/1) dicht als u alleen de doseerunit en niet de zaadtank wilt legen (zie hoofdstuk Doseerrol in de doseerunit plaatsen, op pagina 110). 4. Open de klep van de injectiesluis (Afb. 188/1) zodat het zaad in de afdraai-emmer kan stromen. VOORZICHTIG Gevaar voor bekneld raken bij het openen en sluiten van de klep van de injectiesluis (Afb. 188/1)! Pak de klep van de injectiesluis uitsluitend bij de strip (Afb. 188/2) vast om letsel door het dichtslaan van de veerbelaste klep te voorkomen. Kom nooit met de hand tussen de klep van de injectiesluis en de injectiesluis! Afb. 187 Afb Draai aan knop (Afb. 189/1) om de klep voor het legen van de resterende hoeveelheid te openen. Afb. 189 Cirrus Special BAH

164 Werken met de machine 6. Draai het stapwiel (Afb. 190) net als bij de afdraaiproef met de afdraaislinger linksom tot de doseerrollen en de doseerunit geheel leeg zijn. Bij maximale dosering laat u de elektromotor kort draaien. 7. Voor een complete reiniging, bv. bij het wisselen van zaaigoed, demonteert u de doseerrollen (zie hoofdstuk Doseerrol in de doseerunit plaatsen, op pagina 110) en reinigt u deze samen met de doseerunit. 8. Sluit de klep voor het legen van de resthoeveelheid (Afb. 189) en de klep van de injectiesluis (Afb. 188/1) voorzichtig en bevestig de afdraai-emmers aan de transporthouder. 9. Open de schuif (Afb. 187/1) (zie hoofdstuk "Doseerrol in de doseerunit plaatsen", op pagina 110) borg deze met een lunspen. Afb Cirrus Special BAH

165 Storingen 11 Storingen WAARSCHUWING Gevaar voor bekneld raken, scharen, snijden, afsnijden, vastgrijpen, opwikkelen, naar binnen trekken, vastgrijpen en stoten door onbedoeld zakken van de door de driepuntshydraulica van de tractor opgeheven machine. onbedoeld zakken van opgeheven, onbeveiligde onderdelen van de machine. onbedoeld starten en wegrollen van de tractor/machine combinatie. Beveilig tractor en machine tegen onbedoeld starten en wegrollen voordat u storingen aan de machine verhelpt. Zie hoofdstuk 6.2, op pagina 95. Wacht tot de machine stilstaat voordat u in de gevarenzone van de machine komt Weergave resterende hoeveelheid zaaigoed Als het minimum zaadniveau is bereikt (bij een correct ingestelde niveausensor), verschijnt op het display van de een waarschuwingsmelding (Afb. 191) en klinkt een geluidssignaal. De resterende hoeveelheid zaaigoed dient voldoende te zijn om ongelijkmatige afgifte of ongezaaide stukken te voorkomen. Afb. 191 Cirrus Special BAH

166 Storingen 11.2 Uitval van de tijdens het zaaien Valt de uit tijdens het werken op het land, dan kan het zaaien worden voortgezet in de noodstand of de machine naar de dichtstbijzijnde werkplaats worden getransporteerd. De markeurs en de rijpadenschakeling kunnen in de noodstand niet worden gebruikt. Instellen van de machine voor het werken in de noodstand 1. Trek de handrem aan, zet de tractormotor af en trek de contactsleutel uit het slot. 2. Draai de bout in het stuurventielenblok met de inbussleutel (Afb. 192/1) tot de aanslag naar buiten. Door de inbusbout los te draaien komt het stapwiel omhoog/omlaag. 3. Begin met werken in de noodstand. Afb. 192 Transport van de machine naar de dichtstbijzijnde werkplaats na het uitvallen van de 1. Trek de handrem aan, zet de tractormotor af en trek de contactsleutel uit het slot. 2. Trek de twee klepnaalden (Afb. 193/1) uit de kleppen en draai ze 45 graden om ze vast te zetten. Afb Stuur iedereen uit de gevarenzone weg. 4. Licht de machine helemaal op, door het geïntegreerde onderstel helemaal uit te klappen. 166 Cirrus Special BAH

167 Storingen 5. Druk op handbedieningsklep 41 Het kouterframe zakt. 6. Klap de machine in. 7. Controleer of de vergrendelingshaken (Afb. 170/1) de elementen vergrendelen. 8. Breng de machine in de transportstand voor de openbare weg (zie hoofdstuk 9, op pagina 138). 9. Rij naar de dichtstbijzijnde vakwerkplaats. Afb. 194 GEVAAR Zet de machine alleen in de noodstand als de uitvalt. Bedien de regeleenheden van de tractor uitsluitend in de cabine van de tractor. Stuur iedereen uit de gevarenzone weg voordat u de regeleenheden van de tractor bedient. GEVAAR Controleer voor transport of de vergrendelingshaken (Afb. 170/1) de elementen vergrendelen. Rijd direct naar de dichtstbijzijnde vakwerkplaats. Na de reparatie: draai de bout (Afb. 192/1) erin; zet de beide klepnaalden (Afb. 193/1) terug in de normale stand. Cirrus Special BAH

168 Storingen 11.3 Verschil tussen de ingestelde en daadwerkelijke hoeveelheid uitgezaaid zaad Verschillen tussen de ingestelde en daadwerkelijke hoeveelheid uitgezaaid zaad kunnen worden veroorzaakt door: Voor het berekenen van het bewerkte oppervlak en de benodigde hoeveelheid uit te zaaien zaad heeft de de impulsen van het aandrijfwiel over een afstand van 100 m nodig. De slip van het stapwiel kan tijdens het werk veranderen, bijvoorbeeld als u van lichte grond op zware grond komt. Hierdoor verandert de kalibratiewaarde "Imp./100 m". De kalibratiewaarde "Imp./100 m" moet bij verschillen tussen de ingestelde en daadwerkelijke hoeveelheid uitgezaaid zaad opnieuw worden berekend door een meettraject af te rijden (zie bedieningshandleiding ). Bij het zaaien van nat ontsmet zaad kunnen er verschillen ontstaan tussen ingestelde en daadwerkelijke hoeveelheid uitgezaaid zaad als de tijd tussen ontsmetting en zaaien minder is dan 1 week (aanbevolen wordt een periode van 2 weken). Een defecte of verkeerd ingesteld doseerlip (Afb. 195/1) veroorzaakt fouten in de dosering. Stel de doseerlip zodanig in, dat deze de doseerrollen (Afb. 195/2) net raakt. Afb Cirrus Special BAH

169 Storingen 11.4 Storingstabel Storing Mogelijke oorzaak Oplossing Markeur wisselt niet Markeur schakelt te vroeg of te laat Rijpadenteller functioneert niet Turbinesensor geeft waarschuwingssignaal Wielsensor (stapwiel/vario-aandrijving) functioneert niet Schuiven in verdeelkop (rijpadenschakeling) werken niet Sensor werkstand defect Hydraulische klep klemt Sensor werkstand verkeerd ingesteld Sensor werkstand defect Op Stop-toets gedrukt Sensor werkstand verkeerd ingesteld Schakelritme verkeerd Sensor werkstand defect Waarschuwingsgrens verkeerd ingesteld Te veel of te weinig olie Sensor turbine defect Wielsensor defect Sensor werkstand vervangen Hydraulische klep vervangen Sensor instellen Sensor werkstand vervangen Stop-toets uitschakelen Sensor instellen Schakelritme instellen Sensor werkstand vervangen Waarschuwingsgrens wijzigen Hoeveelheid olie instellen Sensor turbine vervangen Wielsensor vervangen Verdeelkop reinigen Stuurschijf reinigen Cirrus Special BAH

170 Reinigen, service en onderhoud 12 Reinigen, service en onderhoud WAARSCHUWING Gevaar voor bekneld raken, scharen, snijden, afsnijden, vastgrijpen, opwikkelen, naar binnen trekken, vastgrijpen en stoten door onbedoeld zakken van de door de driepuntshydraulica van de tractor opgeheven machine. onbedoeld zakken van opgeheven, onbeveiligde onderdelen van de machine. onbedoeld starten en wegrollen van de tractor/machine combinatie. Beveilig de tractor en de machine tegen onbedoeld starten en wegrollen voordat u reinigings-, service- of onderhoudswerkzaamheden uitvoert. Zie ook op pagina 95. WAARSCHUWING Gevaar voor bekneld raken, scharen, snijden, afsnijden, vastgrijpen, opwikkelen, naar binnen trekken en vastgrijpen door gevaarlijke plaatsen die niet beveiligd zijn! Monteer de veiligheidsvoorzieningen die u vóór de reinigings-, service en onderhoudswerkzaamheden heeft verwijderd. Vervang defecte veiligheidsvoorzieningen door nieuwe Beveiliging van de aangekoppelde machine Zet vóór werkzaamheden aan de machine de aan de tractor gekoppelde machine op de steunpoot (Afb. 196/1), als beveiliging tegen onbedoeld zakken van de trekstangen van de tractor. Afb Cirrus Special BAH

171 12.2 Beveiliging van de opgelichte machine (vakwerkplaats) Beveilig vóór werkzaamheden aan de machine de omhooggebrachte machine met twee afstandshouders tegen onbedoeld zakken. 1. Neem beide afstandshouders (Afb. 197/1) uit de transporthouders. De afstandshouders zijn met pennen (Afb. 197/2) aan de transporthouders bevestigd en geborgd met lunspennen. Reinigen, service en onderhoud 2. Stuur iedereen uit de gevarenzone weg. 3. Licht de machine helemaal op, door het geïntegreerde onderstel helemaal uit te klappen. 4. Plaats de afstandshouder (Afb. 198/1) op de uitgeschoven zuigerstang van de hydraulische cilinder en bevestig de afstandshouder aan de zuigerstang met pennen (Afb. 198/2) en lunspennen. 5. Herhaal het voorgaande met de tweede afstandshouder. 6. Bevestig de afstandshouders aan de transporthouders (Afb. 198/3) als ze niet worden gebruikt. Afb. 197 Afb Machine reinigen GEVAAR Draag een veiligheidsmasker. Adem giftige stof van ontsmettingsmiddelen niet in bij het verwijderen van ontsmettingsmiddel met perslucht. Controleer rem-, lucht- en hydrauliekslangen bijzonder zorgvuldig! Behandel rem-, lucht- en hydrauliekslangen nooit met benzine, benzeen, petroleum of minerale oliën. Smeer de machine na het reinigen, vooral na het reinigen met een hogedrukreiniger/stoomstraal of vetoplosbare middelen. Neem de wettelijke voorschriften voor het gebruiken en opruimen van reinigingsmiddelen in acht. Cirrus Special BAH

172 Reinigen, service en onderhoud Reinigen met hogedrukreiniger/stoomstraal U moet de volgende aanwijzingen bij het reinigen met een hogedrukreiniger/stoomstraal altijd opvolgen: Reinig geen elektrische onderdelen. Reinig geen verchroomde onderdelen. Richt de straal van de hogedrukreiniger of de stoomstraal nooit rechtstreeks op smeerpunten en lagers. Houd altijd een afstand van minimaal 300 mm tussen hogedrukreiniger/stoomstraal en machine aan. Neem de veiligheidsvoorschriften voor het gebruik van hogedrukreinigers in acht. Machine reinigen: 1. Zet de aan de tractor gekoppelde machine voor het reinigen altijd op de steunpoot (Afb. 109/1). 2. Klap de machine uit (zie hoofdstuk 10.1, op pagina 147) en laat de machine zakken, door het geïntegreerde onderstel helemaal in te trekken. 3. Leeg de zaadtank en de doseerunit (zie hoofdstuk 10.10, op pagina 162). 4. Verdeelkop reinigen [zie hoofdstuk "Reinig de verdeelkop (vakwerkplaats)", op pagina 173]. 5. Reinig de machine met water of een hogedrukreiniger. 6. Beveilig een opgelichte machine overeenkomstig hoofdstuk 12.2, op pagina 171 voordat met reinigen wordt begonnen. 172 Cirrus Special BAH

173 Reinigen, service en onderhoud Reinig de verdeelkop (vakwerkplaats) 1. Klap de machine-elementen uit (zie hoofdstuk 10.1, op pagina 148). 2. Trek de handrem aan, zet de tractormotor af en trek de contactsleutel uit het slot. WAARSCHUWING Trek de handrem aan, zet de tractormotor af en trek de contactsleutel uit het slot. Reinig de opstap naar de verdeelkop en rondom de verdeelkop (gevaar voor uitglijden). Naar de verdeelkop en bij de verdeelkop bestaat gevaar voor ongevallen. 3. Draai de vleugelmoeren (Afb. 199/1) los en trek de doorzichtige kunststofkap (Afb. 199/2) van de verdeelkop. 4. Verwijder verontreinigingen met een bezem en reinig de verdeelkop en de kunststofkap met een droge doek. 5. Verwijder de verontreinigingen tussen de grondplaat en de regelplaat (Afb. 199/A) met perslucht. 6. Monteer de kunststofkap (Afb. 199/2). 7. Bevestig de kunststofkap met vleugelmoeren (Afb. 199/1). Afb. 199 Voor een intensieve reiniging dient de schuif te worden gedemonteerd. Zie hoofdstuk , op pagina Machine gedurende langere tijd wegzetten 1. Breng de zaaischijven niet omhoog, maar zet ze op een vaste ondergrond. 2. Reinig de RoTeC-zaaischijven grondig en droog ze. 3. Bescherm de zaaischijven (Afb. 200) met een milieuvriendelijk anticorrosiemiddel tegen roest. Afb. 200 Cirrus Special BAH

174 Reinigen, service en onderhoud 12.4 Smeervoorschrift Smeer de machine in overeenstemming met de instructies van de fabrikant. Reinig smeernippels en vetspuit voor het smeren grondig, zodat er geen vuil in de lagers wordt geperst. Pers het vervuilde vet in de lagers volledig naar buiten en vul de lagers met nieuw vet. De smeerpunten zijn op de machine aangegeven met de sticker (Afb. 201). Afb. 201 WAARSCHUWING De smeerpunten bevinden zich voor een deel in het midden van de machine. Reinig de machine voordat u deze betreedt (gevaar voor uitglijden) Smeermiddelen Gebruik voor het smeren een multipurpose vet op basis van verzeept lithium met EP-additieven. Bedrijf Naam smeermiddel ARAL Aralub HL2 FINA Marson L2 ESSO Beacon 2 SHELL Ratinax A 174 Cirrus Special BAH

175 Reinigen, service en onderhoud Overzicht van smeerpunten Aantal smeernippels Smeerinterval Cirrus 3001 Cirrus 4001 Cirrus 6001 Afb. 203/ u Afb. 203/ u Afb. 204/ u Afb. 204/ u Afb. 205/ u Afb. 205/ u Afb. 205/ u Afb. 205/ Afb. 205/ Afb. 206/ u Afb. 206/ u Afb. 206/ u Afb. 207/ u Afb. 202 Cirrus Special BAH

176 Reinigen, service en onderhoud Smeernippels smeren bij uitgeklapte en omlaaggebrachte machine 1. Klap de machine-elementen uit (zie hoofdstuk 10.1, op pagina 148). 2. Laat de machine helemaal zakken, door het geïntegreerde onderstel helemaal in te klappen. 3. Trek de handrem aan, zet de tractormotor af en trek de contactsleutel uit het slot. 4. De smeerintervallen voor onderstaand afgebeelde smeernippels staan in tabel (Afb. 202). Afb. 203 Afb. 204 Afb. 205 Afb. 206 Onderstaand zijn alleen uitklapbare machines afgebeeld. Afb Cirrus Special BAH

177 Reinigen, service en onderhoud 12.5 Onderhoudsschema overzicht Voer de onderhoudswerkzaamheden uit zodra de eerste termijn is bereikt. Tijdsintervallen, draai-uren van de motor of service-intervallen van de eventueel bijgeleverde documenten van derden hebben voorrang. Voor de inbedrijfstelling Na de eerste 10 bedrijfsuren Dagelijks voordat u met werken begint Tijdens bijvullen van de zaadtank of om het uur Tijdens het werk Elke dag na het werk Elke week, doch uiterlijk na elke 50 bedrijfsuren Vakwerkplaats Vakwerkplaats Vakwerkplaats Vakwerkplaats Hydrauliekslangen controleren en onderhouden. Inspectie van de eigenaar noteren. Oliepeil controleren in de Varioaandrijving Wiel- en naafbouten natrekken (vakwerkplaats) Hydrauliekslangen controleren en onderhouden. Inspectie van de eigenaar noteren. Luchtdrukketel ontwateren van het tweekringsluchtdrukremsysteem Hfdst Hfdst Hfdst Hfdst Hfdst Zaaigoeddiepte controleren Hfdst Zaaigoed-doseerunit op verontreiniging controleren; zo nodig reinigen (zie hiervoor hoofdstuk "Zaadtank en/of zaaigoed-doseerunit leegmaken", hoofdstuk 10.10) Zaadtransportslangen op verontreiniging controleren Verdeelkoppen op verontreinigingen controleren; zo nodig reinigen (zie hiervoor hoofdstuk "Reinig de verdeelkop (vakwerkplaats)", hoofdstuk ) Zaaigoed-doseerunit leegmaken Hfdst Machine reinigen (indien nodig) Hfdst Hydrauliekslangen controleren en Hfdst onderhouden. De eigenaar dient deze inspectie te noteren. Remvloeistofpeil controleren Hfdst Cirrus Special BAH

178 Reinigen, service en onderhoud Vóór het seizoen, daarna elke 2 weken Elke 3 maanden, doch uiterlijk na elke 500 bedrijfsuren Elke 6 maanden voor het seizoen Elke 6 maanden na het seizoen Elke 12 maanden Vakwerkplaats Vakwerkplaats Vakwerkplaats Vakwerkplaats Vakwerkplaats Vakwerkplaats Vakwerkplaats Vakwerkplaats Vakwerkplaats Bandenspanning controleren (vakwerkplaats) Oliepeil controleren in de Varioaandrijving Dikte van de remvoeringen controleren (vakwerkplaats) Uitwendige controle van de luchtdrukketel van het tweekringsluchtdrukremsysteem Druk controleren in de luchtdrukketel van het tweekringsluchtdrukremsysteem (vakwerkplaats) Lektest van het tweekringsluchtdrukremsysteem (vakwerkplaats) Leidingfilter van het tweekringsluchtdrukremsysteem reinigen (vakwerkplaats) Hydrauliekslangen controleren en onderhouden. De eigenaar dient deze inspectie te noteren. Dikte van de remvoeringen controleren (vakwerkplaats) Elke 2 jaar Vakwerkplaats Remvloeistof vervangen (vakwerkplaats) Hfdst Hfdst Hfdst Hfdst Hfdst Hfdst Hfdst Hfdst Hfdst Rollenkettingen en kettingwielen Hfdst onderhouden Zaaiaslagers onderhouden Hfdst Staat van bedrijfsreminstallatie Hfdst controleren (vakwerkplaats) Controle van het hydraulische Hfdst gedeelte van het remsysteem (vakwerkplaats) Hfdst Cirrus Special BAH

179 Reinigen, service en onderhoud Wiel- en naafbouten natrekken (vakwerkplaats) Trek de wiel- en naafbouten na en controleer de aanhaalmomenten (zie tabel Afb. 208). (1) (2) Bout Wielbouten M18x1,5 Bout M20x1, Aanhaalmoment 325 Nm 600 Nm Afb Bandenspanning controleren (vakwerkplaats) Controleer de bandenspanning (zie tabel Afb. 209). Banden Bandenspanning (1) Onderstelbanden 3,5 bar (2) Akkerbanden 1,5 bar Afb. 209 Cirrus Special BAH

180 Reinigen, service en onderhoud Rollenkettingen en kettingwielen onderhouden Alle rollenkettingen na het seizoen reinigen (inclusief kettingwielen en kettingspanner) controleren smeren met dunvloeibare minerale olie (SAE30 of SAE40) Zaaiaslagers onderhouden Smeer de zitting van het lager met een geringe hoeveelheid dunvloeibare minerale olie (SAE 30 of SAE 40). Afb Cirrus Special BAH

181 Reinigen, service en onderhoud Oliepeil controleren in de Vario-aandrijving Het verversen van olie is niet nodig. Oliepeil in Vario-aandrijving controleren: 1. Zet de machine op een horizontale ondergrond. 2. Het oliepeil dient zichtbaar te zijn in het kijkglas (Afb. 211/1). 3. Controleer de aandrijving op lekkage. 4. Laat de Vario-aandrijving in geval van lekkage repareren in een vakwerkplaats. 5. Raadpleeg de tabel (Afb. 212) om te zien welke olie nodig is. 6. Vul de Vario-aandrijving via de olievulopening (Afb. 211/2) tot aan het kijkglas (Afb. 211/1) met transmissieolie. 7. Sluit de olievulopening na het vullen met de dop (Afb. 211/2) af. Afb. 211 Soorten hydraulische olie en vulhoeveelheid van de Vario-aandrijving Totale vulhoeveelheid: Transmissieolie (naar keuze): 0,9 liter Wintershall Wintal UG22 WTL-HM (af fabriek) Fuchs Renolin MR5 VG22 Afb. 212 Cirrus Special BAH

182 Reinigen, service en onderhoud Hydraulisch systeem WAARSCHUWING Gevaar voor infectie door onder hoge druk staande hydraulische olie die in het lichaam dringt! Werkzaamheden aan het hydraulische systeem mogen uitsluitend door een vakwerkplaats worden uitgevoerd! Laat alle druk uit het hydraulische systeem ontsnappen voordat u met de werkzaamheden aan het hydraulische systeem begint! Spoor lekkages altijd op met daartoe geschikte hulpmiddelen! Probeer nooit lekkende hydrauliekslangen met de hand of vingers te dichten. Onder hoge druk naar buiten stromende vloeistof (hydraulische olie) kan via de huid in het lichaam komen en ernstig letsel veroorzaken! Raadpleeg bij wonden door hydraulische olie direct een arts! Gevaar voor infectie! Bij het aansluiten van de hydrauliekslangen op het hydraulische systeem van de tractor moet de hydraulica van zowel de tractor als van de machine drukloos zijn! Sluit de hydrauliekslangen op de correcte wijze aan. Controleer alle hydrauliekslangen en koppelingen regelmatig op beschadigingen en verontreiniging. Laat tenminste een keer per jaar door een deskundige controleren of de hydrauliekslangen nog in goede staat zijn! Vervang beschadigde en verouderde hydrauliekslangen! Gebruik uitsluitend originele hydrauliekslangen! Gebruik hydrauliekslangen niet langer dan zes jaar. Dat is inclusief een eventuele opslagtijd van maximaal twee jaar. Ook bij vakkundige opslag en toelaatbare belasting zijn slangen en slangverbindingen onderhevig aan natuurlijke veroudering, wat hun opslagtijd en gebruiksduur beperkt. In afwijking hiervan is het mogelijk om, rekening houdend met de mogelijke risico's, de gebruiksduur op basis van ervaring te bepalen. Voor slangen en slangleidingen van thermoplast kunnen andere richtwaarden doorslaggevend zijn. Voer oude olie volgens de milieuvoorschriften af. Neem bij problemen met betrekking tot het afvoeren contact op met uw leverancier van de olie! Bewaar hydraulische olie buiten bereik van kinderen! Zorg dat er geen hydraulische olie in de grond of in het water komt! 182 Cirrus Special BAH

183 Reinigen, service en onderhoud Aanduidingen op hydrauliekslangen De aanduidingen op de slangen hebben de volgende betekenis: Afb. 213/... (1) Type-aanduiding van de fabrikant van de hydrauliekslang (A1HF) (2) Productiedatum van de hydrauliekslang (04/02 = jaar / maand = februari 2004) (3) Maximaal toelaatbare bedrijfsdruk (210 BAR). Afb Service-intervallen Na de eerste 10 bedrijfsuren en daarna om de 50 bedrijfsuren 1. Controleer alle componenten van het hydraulische systeem op lekkage. 2. Trek schroefverbindingen eventueel na. Voor elke inbedrijfstelling 1. Controleer de hydrauliekslangen op in het oog lopende gebreken. 2. Verhelp schuurplekken van hydrauliekslangen en buizen. 3. Vervang versleten of beschadigde hydrauliekslangen direct Inspectiecriteria voor hydrauliekslangen Neem voor uw eigen veiligheid de volgende inspectiecriteria in acht! Vervang hydrauliekslangen wanneer u tijdens de inspectie de volgende criteria vaststelt: Beschadiging van de buitenste laag tot op de staalmantel (bijv. schuurplekken, scheurtjes, insnijdingen). Bros worden van de buitenste laag (scheurtjes in het materiaal van de slang). Vervormingen die niet in overeenstemming zijn met de natuurlijke vorm van de slang of slangleiding. Zowel drukloos als onder druk of bij buiging (bijv. loslaten van de lagen, blaasvorming, platdrukken of knikken). Lekkage. Beschadiging of vervorming van de slangarmaturen (verhoogde kans op lekkage); een geringe beschadiging aan de buitenkant is geen reden voor vervanging. Het loskomen van de slang uit de armatuur. Corrosie van de armatuur, hetgeen de werking en sterkte Cirrus Special BAH

184 Reinigen, service en onderhoud vermindert. Montagevoorschriften niet nagekomen. De gebruiksduur van 6 jaar is overschreden. Doorslaggevend hiervoor is de datum waarop de hydrauliekslang op de armatuur is bevestigd plus 6 jaar. Staat op de armatuur de productiedatum "2004", dan eindigt de gebruiksduur in februari Zie ook "Aanduidingen op hydrauliekslangen" Monteren en demonteren van hydrauliekslangen Neem bij het monteren en demonteren van hydrauliekslangen de volgende aanwijzingen in acht: Gebruik uitsluitend originele hydrauliekslangen! Zorg voor een schone werkplek. Monteer hydrauliekslangen zodanig dat onder alle bedrijfsomstandigheden ο ο ο ο geen trekbelasting optreedt, behalve door het eigengewicht. er bij korte slangen geen stuikbelasting optreedt. van buiten komende mechanische inwerkingen op de hydrauliekslangen worden vermeden. Voorkom dat de slangen langs elkaar of langs componenten schuren door ze in overeenstemming met de voorschriften te leggen en te bevestigen. Bescherm de hydrauliekslangen zo nodig met beschermhulzen. Dek componenten met scherpe randen af. de buigradius niet kleiner wordt dan is toegestaan. Als u de hydrauliekslang aansluit op bewegende onderdelen, dient de slang een dusdanige lengte te hebben dat de buiging over het gehele bewegingstraject niet kleiner is dan de minimaal toegestane buigradius en/of de hydrauliekslang bovendien niet op trek wordt belast. Sluit de hydrauliekslangen uitsluitend aan op de voorgeschreven bevestigingspunten. Gebruik geen slanghouders op plaatsen waar zij de natuurlijke beweging en lengteverandering van de slangen belemmeren. Het overlakken van hydrauliekslangen is verboden! 184 Cirrus Special BAH

185 Reinigen, service en onderhoud Bedrijfsrem: luchtdrukremsysteem met twee leidingen - hydraulisch remsysteem De Cirrus is voorzien van een luchtdrukremsysteem met twee leidingen en hydraulisch bediende remcilinder. Het luchtdrukremsysteem bedient niet, zoals anders gebruikelijk, een met de remblokken verbonden stangenstelsel of remkabel. Het luchtdrukremsysteem met twee leidingen bedient een hydraulische cilinder, die de hydraulische remcilinders van de remblokken in de remtrommels in werking stelt. WAARSCHUWING Het bedrijfsremsysteem is niet voorzien van een handrem! Plaats altijd wielkeggen voordat u de machine van de tractor afkoppelt. Als bij de visuele controle, de functiecontrole of de werkingscontrole gebreken aan het licht komen, dient u direct alle componenten grondig in een vakwerkplaats te laten controleren. VOORZICHTIG Neem bij alle onderhoudswerkzaamheden de wettelijke voorschriften in acht. Gebruik uitsluitend originele onderdelen. De door de fabrikant vastgelegde instellingen van de remkleppen mogen niet worden veranderd. GEVAAR Alleen vakbedrijven of erkende remspecialisten mogen instel- en reparatiewerkzaamheden aan het remsysteem uitvoeren! Laat het remsysteem regelmatig grondig controleren! Ga bijzonder voorzichtig te werk bij las-, snij- en boorwerkzaamheden in de nabijheid van remleidingen! Lassen of solderen aan armaturen en buizen is niet toegestaan. Vervang beschadigde onderdelen. Voer na alle instel- en reparatiewerkzaamheden aan het remsysteem altijd een remmentest uit. Neem bij onderhouds- en reparatiewerkzaamheden aan het remsysteem de aanwijzingen in het hoofdstuk "Veiligheidsinstructies voor de chauffeur", op pagina 28 in acht. Cirrus Special BAH

186 Reinigen, service en onderhoud Algemene visuele controle Voer een algemene visuele controle van het remsysteem uit. Let daarbij op de volgende punten: De buitenkant van buisleidingen, slangleidingen en koppelmoffen mogen niet beschadigd of verroest zijn. Scharnierpunten, bijv. bij stelgaffels, moeten op de juiste wijze zijn geborgd, soepel draaien en mogen niet zijn uitgeslagen. Kabels en trekkabels ο ο ο moeten foutloos zijn gelegd. mogen geen duidelijk zichtbare scheurtjes bevatten. mogen niet zijn vastgeknoopt. Controleer de zuigerslag van de remcilinders en stel de slag indien nodig bij Staat van bedrijfsreminstallatie controleren (vakwerkplaats) Laat in een vakwerkplaats controleren of de bedrijfsreminstallatie zich in goede staat bevindt. De buitenkant van buisleidingen, slangleidingen en koppelmoffen van de bedrijfsreminstallatie mogen niet beschadigd of verroest zijn. In Duitsland bepaalt 57 van de BGV D 29 van de wettelijk ongevallenverzekering: de eigenaar van een voertuig moet de betrouwbaarheid van het voertuig indien nodig, doch tenminste een keer per jaar, door een deskundige laten controleren. 186 Cirrus Special BAH

187 Reinigen, service en onderhoud Luchtdrukremsysteem met twee leidingen Luchtdrukketel ontwateren van het tweekrings-luchtdrukremsysteem 1. Laat de motor van de tractor draaien (ca. 3 min.) tot de luchtdrukketel (Afb. 214/1) is gevuld. 2. Zet de tractormotor af, trek de handrem aan en trek de contactsleutel uit het slot. 3. Trek het aftapventiel aan de ring (Afb. 214/2) naar de zijkant tot er geen water meer uit de luchtdrukketel komt. 4. Als het afgetapte water verontreinigd is, dient u alle lucht uit de ketel te laten ontsnappen, het aftapventiel uit de luchtdrukketel te schroeven en de luchtdrukketel te reinigen. 5. Monteer het aftapventiel en controleer de luchtdrukketel op lekkage (zie hoofdstuk , op pagina 188). Afb Uitwendige controle van de luchtdrukketel van het tweekrings-luchtdrukremsysteem Uitwendige controle van de luchtdrukketel (Afb. 215/1). Als de luchtdrukketel in de spanbanden (Afb. 215/2) beweegt de luchtdrukketel spannen of vervangen Als de luchtdrukketel aan de buitenkant roest of schade bevat de luchtdrukketel vervangen. Als het typeplaatje (Afb. 215/3) is aangeroest, losgeraakt of ontbreekt de luchtdrukketel vervangen. Afb. 215 De luchtdrukketel mag uitsluitend in een vakwerkplaats worden vervangen. Cirrus Special BAH

188 Reinigen, service en onderhoud Druk controleren in de luchtdrukketel van het tweekrings-luchtdrukremsysteem (vakwerkplaats) 1. Sluit de manometer aan op de testaansluiting van de luchtdrukketel. 2. Laat de motor van de tractor draaien (ca. 3 min.) tot de luchtdrukketel is gevuld. 3. Controleer of de manometer de gewenste waarde van 6,0-8,1 bar aangeeft. 4. Als de waarde hoger of lager is dan de gewenste waarde, dient u defecte onderdelen van het remsysteem in een vakwerkplaats te laten vervangen Lektest van het tweekrings-luchtdrukremsysteem (vakwerkplaats) Controleer alle aansluitingen, buis-, slang- en schroefverbindingen op lekkage Verhelp schuurplekken op buizen en slangen Vervang poreuze en beschadigde slangen (vakwerkplaats) Het luchtdrukremsysteem met twee leidingen geldt als lekkagevrij wanneer de druk bij uitgezette motor binnen 10 minuten niet meer dan 0,10 bar daalt (per uur derhalve niet meer dan 0,6 bar). Als deze waarden niet worden bereikt, dient u lekkages in een vakwerkplaats te laten verhelpen of defecte onderdelen van het remsysteem te laten vervangen Leidingfilter van het tweekrings-luchtdrukremsysteem reinigen (vakwerkplaats) Het tweekrings-luchtdrukremsysteem is voorzien van twee leidingfilters (Afb. 216/1). Reinig de beide leidingfilters zoals hieronder wordt beschreven. Leidingfilter reinigen: 1. Druk de twee lippen (Afb. 216/2) samen en verwijder de sluitkap met O-ring, drukveer en filterelement. 2. Reinig het filterelement met benzine of thinner (uitwassen) en droog het element met perslucht. 3. Let er bij het monteren in omgekeerde volgorde op dat de O-ring niet schuin in de geleidesleuf wordt geplaatst. Afb Cirrus Special BAH

189 Reinigen, service en onderhoud Hydraulisch remsysteem Remvloeistofpeil controleren Het expansievat (Afb. 217) is tot aan de markering "max." gevuld met remvloeistof DOT 4. Het remvloeistofpeil dient zich tussen de markeringen "max." en "min." te bevinden. Ga bij lekkage van remvloeistof direct naar een vakwerkplaats! Remvloeistof vervangen (vakwerkplaats) Afb. 217 Vervang de remvloeistof indien mogelijk na het koude jaargetijde. WAARSCHUWING Afgetapte remvloeistof mag nooit opnieuw worden gebruikt. Afgetapte remvloeistof mag nooit worden weggegooid of bij het huisvuil worden gedaan. Voer de afgetapte remvloeistof gescheiden af van afgewerkte olie en lever het in bij de erkende afvalverwerkingsbedrijven. Neem bij het werken met remvloeistof het volgende in acht: Remvloeistof is bijtend en mag daarom niet in aanraking komen met de lak van de machine. Veeg remvloeistof indien nodig direct weg en spoel met veel water na. Remvloeistof is hygroscopisch. Dit betekent dat de vloeistof vocht uit de lucht opneemt. Bewaar remvloeistof daarom alleen in gesloten bussen. Remvloeistof die al in het remsysteem is gebruikt, mag niet opnieuw worden gebruikt. Ook bij het ontluchten van het remsysteem moet nieuwe remvloeistof worden gebruikt. Op remvloeistof zijn de hoge eisen van de norm SAE J 1703 of de Amerikaanse veiligheidsnormen DOT 3 of DOT 4 van toepassing. Gebruik uitsluitend remvloeistoffen volgens DOT 4. Remvloeistof mag nooit in aanraking komen met minerale olie. Zelfs het geringste spoortje van minerale olie is al voldoende om de remvloeistof onbruikbaar te maken of storingen in het remsysteem te veroorzaken. Afdichtstoppen en manchetten van het remsysteem worden beschadigd als zij in aanraking komen met middelen die minerale olie bevatten. Gebruik voor het reinigen geen poetslappen die minerale olie bevatten. Cirrus Special BAH

190 Reinigen, service en onderhoud Controle van het hydraulische gedeelte van het remsysteem (vakwerkplaats) Controle van het hydraulische gedeelte van het remsysteem: controleer alle flexibele remslangen op slijtage controleer alle remleidingen op beschadiging controleer alle schroefverbindingen op lekkage vervang versleten of beschadigde onderdelen Dikte van de remvoeringen controleren (vakwerkplaats) De slijtage aan de remvoeringen moet om de 500 bedrijfsuren, maar in elk geval voor het elk seizoen, worden gecontroleerd. Deze termijn is slechts een richtlijn. Bij intensief gebruik, bijvoorbeeld als veel op heuvels wordt gewerkt, dient de controle eerder plaats te vinden. Als de dikte van remvoeringen is afgenomen tot minder dan 1,5 mm moeten de remblokken worden vervangen (gebruik uitsluitend originele remblokken met typegekeurde remvoeringen). Daarbij kan het nodig zijn om ook de spanveren van de remblokken te vervangen Hydraulisch remsysteem ontluchten (vakwerkplaats) Na elke reparatie aan het remsysteem waarbij de installatie is geopend, dient u het remsysteem te ontluchten omdat er lucht in de drukleidingen kan zijn gekomen. In de vakwerkplaats wordt de rem met een speciaal vul- en ontluchtingsapparaat voor remmen: 1. Verwijder de schroefkoppeling van het remvloeistofreservoir. 2. Vul het remvloeistofreservoir tot aan de bovenste rand. 3. Bevestig de ontluchtingspijp op het remvloeistofreservoir. 4. Sluit de vulslang aan. 5. Open de afsluitkraan van de vulopening. 6. Ontlucht de hoofdcilinder. 7. Tap net zolang remvloeistof aan de ontluchtingsbouten van het systeem af tot de remvloeistof helder en zonder luchtbellen naar buiten stroomt. Hiertoe sluit u de transparante ontluchtingsslang, die in een voor een derde met remvloeistof gevulde bus is gestoken, op het te ontluchten ontluchtingsventiel aan. 8. Sluit de afsluitkraan in de vulaansluiting zodra het volledige remsysteem is ontlucht. 9. Laat de restdruk uit het vulapparaat ontsnappen. 10. Sluit het laatste ontluchtingsventiel zodra de restdruk uit het vulapparaat is verwijderd en het remvloeistofpeil in het reservoir de markering "MAX" heeft bereikt. 11. Verwijder de vulaansluiting. 12. Sluit het reservoir. 190 Cirrus Special BAH

191 Reinigen, service en onderhoud Open de ontluchtingsventielen voorzichtig, zodat u ze niet losdraait. Wij adviseren om de ventielen ongeveer 2 uur voor het ontluchten in te spuiten met een roestoplosmiddel. Veiligheidscontrole uitvoeren: Zijn de ontluchtingsbouten vastgedraaid? Is er voldoende remvloeistof bijgevuld? Controleer alle aansluitingen op lekkage. Voer na elke reparatie een remmentest uit op een weg met weinig verkeer. Bij deze test moet minimaal een keer hard worden geremd. Let op: houd het achteropkomende verkeer goed in de gaten! Cirrus Special BAH

192 Reinigen, service en onderhoud 12.6 Werkplaats-afstelwerkzaamheden en reparatiewerkzaamheden bedrijfsuren na het verwisselen van een wiel (vakwerkplaats) Wiel- en naafbouten natrekken (vakwerkplaats), zie hoofdstuk Na een reparatie aan de remmen (vakwerkplaats) Hydraulisch remsysteem ontluchten (vakwerkplaats), zie hoofdstuk Rijpaden instellen op de breedte van de tractor (vakwerkplaats) Controleer bij levering van de machine en bij aanschaf van een nieuwe tractor of het in de verdeelkop ingestelde rijpad is ingesteld op de spoorbreedte van de tractor. WAARSCHUWING De verdeelkop bevindt zich in het midden van de machine. Trek de handrem aan, zet de tractormotor af en trek de contactsleutel uit het slot. Reinig de opstap naar de verdeelkop en rondom de verdeelkop (gevaar voor uitglijden). Naar de verdeelkop en bij de verdeelkop bestaat gevaar voor ongevallen. Controleer of de rijpadenschakeling correct is ingesteld op de breedte van de tractor: De zaadtransportslangen (Afb. 218/1) van de rijpadenkouters dienen bevestigd te zijn aan de openingen van de verdeelkop, die door de schuiven (Afb. 218/2) kunnen worden gesloten. Indien nodig kunt u zaadtransportslangen onderling verwisselen. Afb. 218 De spoorbreedte verandert met het aantal zaaischijven, die bij het aanleggen van de rijpadden niet zaaien. Om twee sporen aan te leggen, kunnen de schuiven (Afb. 218/2) in de verdeelkop per spoor het volgende afsluiten ο ο bij de Cirrus 3001/4000 maximaal 3 openingen; bij de Cirrus 6001 maximaal 6 openingen. Schakel schuiven (Afb. 218/2) die niet worden gebruikt uit (zie hoofdstuk , op pagina 193). 192 Cirrus Special BAH

193 Reinigen, service en onderhoud Stel de spoorschijven van de vooropkomstmarkeur (indien aanwezig) in op de nieuwe spoorbreedte (zie hoofdstuk "Spoorschijfdrager van het rijpadmarkeerapparaat in werk-/transportstand brengen", op pagina 136) Spoorbreedte instellen (schuiven in- of uitschakelen) De spoorbreedte van het rijpad stijgt met het aantal naast elkaar geplaatste rijpadenzaaischijven. Op een verdeelkop kunnen 6 rijpadenkouters worden aangesloten. De schuiven sluiten de toevoer naar de rijpadenkouters af. Schakel de schuiven (Afb. 220/2) uit als zij niet worden gebruikt. Uitgeschakelde schuiven sluiten de toevoer naar de rijpadenkouters niet af. U dient de schuiven altijd per paar op de grondplaat tegenover elkaar in en uit te schakelen. WAARSCHUWING De verdeelkop bevindt zich in het midden van de machine. Trek de handrem aan, zet de tractormotor af en trek de contactsleutel uit het slot. Reinig de opstap naar de verdeelkop en rondom de verdeelkop (gevaar voor uitglijden). Naar de verdeelkop en bij de verdeelkop bestaat gevaar voor ongevallen. Schuiven in of uitschakelen: 1. Trek de handrem aan, zet de tractormotor af en trek de contactsleutel uit het slot. 2. Schakel de uit. 3. Demonteer de buitenste kap van de verdeelkop (Afb. 219/1). 4. Demonteer de ring (Afb. 219/2). 5. Demonteer de binnenste kap van de verdeelkop (Afb. 219/3). 6. Demonteer het schuimplastic inzetstuk (Afb. 219/4). Afb. 219 Cirrus Special BAH

194 Reinigen, service en onderhoud 7. Draai de schroeven (Afb. 220/1) los. 8. Verwijder de schuiftunnel (Afb. 220/2). Schuiven inschakelen: 9. De schuif (Afb. 220/3) steekt zoals is afgebeeld in de geleidebaan. Schuif uitschakelen: 10. Draai de schuif (Afb. 220/3) om en steek de schuif in de boring (Afb. 220/4). 11. Schroef de schuiftunnel (Afb. 220/2) op de grondplaat vast. 12. Monteer het schuimplastic inzetstuk (Afb. 221/1). 13. Monteer de binnenste kap van de verdeelkop (Afb. 221/2). 14. Monteer de ring (Afb. 221/3). 15. Monteer de buitenste kap van de verdeelkop (Afb. 221/4). 16. Controleer de werking van de rijpadenschakeling. Afb. 220 Afb Cirrus Special BAH

195 Markeur instellen voor correct invoegen in de transporthouder (vakwerkplaats) Bij het inklappen van de markeur loopt de rol (Afb. 222/1) over de geleidebaan (Afb. 222/2) in de houder. Markeur instellen: 1. Trek de handrem aan, zet de tractormotor af en trek de contactsleutel uit het slot. 2. Draai de contramoer los. 3. Verstel de schroef (Afb. 222/3) tot de rol (Afb. 222/1) van de markeur correct over de geleidebaan (Afb. 222/2) in de houder loopt. 4. Draai de contramoer vast. Afb. 222 Reinigen, service en onderhoud GEVAAR Trek de handrem aan, schakel de motor van de tractor uit en verwijder de contactsleutel voordat u werkzaamheden aan de markeur uitvoert. Cirrus Special BAH

196 Reinigen, service en onderhoud Reparatie van het drukvat (vakwerkplaats) Werking van het drukvat Voor het naverdichten van de grond worden de V-ring banden belast met het gewicht van de machine. Een gedeelte van het machinegewicht wordt via de opklapcilinders naar de V-ring banden geleid. Omdat het vrijwel niet mogelijk is om hydraulische olie samen te persen, blijft de druk ook niet constant als de opklapcilinders afgesloten zijn en de olie afkoelt. De opklapcilinder schuiven enkele millimeters naar binnen. Om het volumeverlies te compenseren, wordt bij het uitklappen olie met een druk van ca. 100 bar in een met stikstof gevulde drukvat (Afb. 223/1) opgeslagen. Neem bij reparatie de volgende punten in acht: Het hydraulische systeem en het daarop aangesloten drukvat (Afb. 223/1) staan constant onder hoge druk (ca. 100 bar). Het loskoppelen van de hydrauliekslangen of het losschroeven of openen van het drukvat in geval van reparatie mag uitsluitend plaatsvinden in een vakwerkplaats met daartoe geschikt gereedschap. Op alle werkzaamheden aan het drukvat en het daarop aangesloten hydraulische systeem is de norm EN 982 (veiligheidstechnische eisen aan vloeistoftechnische installaties) van toepassing. Afb. 223 GEVAAR Het hydraulische systeem en het daarop aangesloten drukvat staan constant onder hoge druk (ca. 100 bar). 196 Cirrus Special BAH

197 Aanhaalmoment van de contramoer controleren na een reparatie aan de machine-elementen (vakwerkplaats) Reinigen, service en onderhoud Trek de contramoeren (Afb. 224/1) na en controleer de aanhaalmomenten (zie tabel Afb. 224). Cirrus 4001 Cirrus 6001 Contramoer (1) M 27 x 2 Aanhaalmoment 150 Nm Afb RoTeC-zaaischijf-slijtpunt vervangen (vakwerkplaats) 1. Demonteer de kunststof schijf (Afb. 225/1) (zie hoofdstuk "Kunststof RoTeC-schijven instellen", op pagina 124). 2. Draai de cilinderbout (Afb. 225/2) los (aanhaalmoment bout Nm). 3. Vervang de slijtpunt (Afb. 225/3) en monteer deze in omgekeerde volgorde. De slijtpunt (Afb. 225/3) mag niet over de rand van de zaaischijf (Afb. 225/4) uitsteken. Vervang de zaaischijf zo nodig. Afb. 225 Cirrus Special BAH

Bedieningshandleiding CATROS 5501-T CATROS 7501-T

Bedieningshandleiding CATROS 5501-T CATROS 7501-T Bedieningshandleiding az CATROS 5501-T CATROS 7501-T Compacte schijveneg MG 1793 BAG0046.0 01.07 Printed in Germany Lees deze bedieningshandleiding voor gebruik door en volg de aanwijzingen zorgvuldig

Nadere informatie

Bedieningshandleiding

Bedieningshandleiding Bedieningshandleiding az Centaur 4001-2 5001-2 Super / Special Mulchcultivator MG 2694 BAG 0070.0 07.08 Printed in Germany Lees deze bedieningshandleiding voor gebruik door en volg de aanwijzingen zorgvuldig

Nadere informatie

Bedieningshandleiding

Bedieningshandleiding Bedieningshandleiding az CATROS 7501-2T CATROS + 7501-2T Compacte schijveneg MG2956 BAG0046.7 03.14 Printed in Germany nl Lees deze bedieningshandleiding voor gebruik door en volg de aanwijzingen zorgvuldig

Nadere informatie

Bedieningshandleiding

Bedieningshandleiding Bedieningshandleiding az Cayena 6001 Cayena 6001-C MG4393 BAH0062-3 05.14 nl Lees deze bedieningshandleiding voor gebruik door en volg de aanwijzingen zorgvuldig op! Bewaar de bedieningshandleiding voor

Nadere informatie

Bewaar de bedieningshandleiding

Bewaar de bedieningshandleiding Bedieningshandleiding az Centaur 3001 4001 Super / Special Mulchcultivator MG3050 BAG0069.1 12.08 Printed in Germany Lees deze bedieningshandleiding voor gebruik door en volg de aanwijzingen zorgvuldig

Nadere informatie

Bedieningshandleiding

Bedieningshandleiding Bedieningshandleiding az Zaaimachines D9-25 Special D9-30 Special D9-30 Super D9-40 Super MG3893 BAH0007.3 08.10 nl Lees deze bedieningshandleiding voor gebruik door en volg de aanwijzingen zorgvuldig

Nadere informatie

Bedieningshandleiding

Bedieningshandleiding Bedieningshandleiding az ZG-TS 5500 ZG-TS 8200 Kunstmeststrooier MG5043 BAG0102.7 10.15 Printed in Germany nl Lees deze bedieningshandleiding voor gebruik door en volg de aanwijzingen zorgvuldig op! Bewaar

Nadere informatie

Bedieningshandleiding

Bedieningshandleiding Bedieningshandleiding az Opbouwzaaimachines AD-P 303 Super AD-P 403 Super MG3375 BAG0061-2 10.14 nl Lees deze bedieningshandleiding vóór de inbedrijfstelling door en volg de aanwijzingen zorgvuldig op!

Nadere informatie

Bedieningshandleiding

Bedieningshandleiding Bedieningshandleiding az Precisiezaaimachine EDX 6000-TC MG3948 BAH0047-4 09.14 Lees deze bedieningshandleiding vóór de inbedrijfstelling door en volg de aanwijzingen zorgvuldig op! Bewaar de handleiding

Nadere informatie

Bewaar de bedieningshandleiding

Bewaar de bedieningshandleiding Bedieningshandleiding az Cenius 4003-2TX Cenius 5003-2TX Cenius 6003-2TX Cenius 7003-2TX Stoppelcultivator MG5116 BAG0112.6 11.15 Printed in Germany nl Lees deze bedieningshandleiding voor gebruik door

Nadere informatie

Bedieningshandleiding

Bedieningshandleiding Bedieningshandleiding az Zaaimachines D9 2500/3000 Special D9 3000/3500/4000 Super MG3970 BAH0041-3 08.14 nl Lees deze bedieningshandleiding voor gebruik door en volg de aanwijzingen zorgvuldig op! Bewaar

Nadere informatie

Bedieningshandleiding

Bedieningshandleiding Bedieningshandleiding az GRASSHOPPER GHS Drive 150, 180, 210 MG3790 BAF00010.0 04.10 Printed in France NL Lees deze bedieningshandleiding voor gebruik door en volg de aanwijzingen zorgvuldig op! Bewaar

Nadere informatie

Bedieningshandleiding

Bedieningshandleiding Bedieningshandleiding az GRASSHOPPER JUMBO GHS-150, 180, 210 & KMLS-150, 180, 210 MG2746 BAF0008.0 06.09 Printed in France NL Lees deze bedieningshandleiding voor gebruik door en volg de aanwijzingen zorgvuldig

Nadere informatie

Bedieningshandleiding

Bedieningshandleiding Bedieningshandleiding az Fronttank FRU 104 FPU 104 MG5244 BAH0084.1 06.16 Lees en schenk aandacht aan deze bedieningshandleiding voor u de machine in bedrijf stelt! Bewaren voor verder gebruik! nl Het

Nadere informatie

Bedieningshandleiding

Bedieningshandleiding Bedieningshandleiding az Microgranulaatstrooier pneumatisch Microgranulaatstrooier mechanisch Voor ED 02 MG3786 BAG0009.0 04.05 Printed in Germany nl Lees deze bedieningshandleiding vóór de inbedrijfstelling

Nadere informatie

Bedieningshandleiding

Bedieningshandleiding Bedieningshandleiding az ZA-M profis hydro Kunstmeststrooier met hydraulische aandrijving MG 2099 BAG0040.1 11.07 Printed in Germany Lees deze bedieningshandleiding voor gebruik door en volg de aanwijzingen

Nadere informatie

Bedieningshandleiding

Bedieningshandleiding Bedieningshandleiding az UX 3200 Special UX 4200 Special Getrokken veldspuit MG 2139 BAG0035.1 04.08 Printed in Germany Lees deze bedieningshandleiding voor gebruik door en volg de aanwijzingen zorgvuldig

Nadere informatie

Bedieningshandleiding. & onderhoudshandboek

Bedieningshandleiding. & onderhoudshandboek Bedieningshandleiding & onderhoudshandboek az PROFIHOPPER Mach.-Type PH4WDi & idrive De maai- en verticuteermachine voor elke toepassing MG4741 BAF0012.0 02.13 Printed in France NL Lees deze bedieningshandleiding

Nadere informatie

Bedieningshandleiding

Bedieningshandleiding Bedieningshandleiding az Pantera 4502 met Comfort Pakket 2 Zelfrijdende veldspuit MG5004 BAG0131.2 09.15 Printed in Germany nl Lees deze bedieningshandleiding voor gebruik door en volg de aanwijzingen

Nadere informatie

Bedieningshandleiding

Bedieningshandleiding Bedieningshandleiding az UX 3200 Special UX 4200 Special Getrokken veldspuit MG 1626 BAG0035.0 11.06 Printed in Germany Lees deze bedieningshandleiding voor gebruik door en volg de aanwijzingen zorgvuldig

Nadere informatie

Bedieningshandleiding

Bedieningshandleiding Bedieningshandleiding az Pantera 4001 Zelfrijdende veldspuit MG4268 BAG0093.7 02.14 Printed in Germany nl Lees deze bedieningshandleiding voor gebruik door en volg de aanwijzingen zorgvuldig op! Bewaar

Nadere informatie

Bedieningshandleiding

Bedieningshandleiding Bedieningshandleiding az UG 2200 Super UG 3000 Super Getrokken veldspuit UG 2200 Special UG 3000 Special MG3508 BAG0021.12 11.16 Printed in Germany nl Lees deze bedieningshandleiding voor gebruik door

Nadere informatie

Printed: 07.07.2013 Doc-Nr: PUB / 5071466 / 000 / 00

Printed: 07.07.2013 Doc-Nr: PUB / 5071466 / 000 / 00 OORSPRONKELIJKE GEBRUIKSAANWIJZING DD-ST-150/160-CCS Kruisrails Lees de handleiding beslist voordat u de machine de eerste keer gebruikt. Bewaar deze handleiding altijd bij het apparaat. Geef het apparaat

Nadere informatie

Oorspronkelijke gebruiksaanwijzing. Routetrein CX T. Aanvullingopdeseriebedieningsinstructies. vandetrekkercxt 51048070051 NL - 02/2012

Oorspronkelijke gebruiksaanwijzing. Routetrein CX T. Aanvullingopdeseriebedieningsinstructies. vandetrekkercxt 51048070051 NL - 02/2012 Oorspronkelijke gebruiksaanwijzing Routetrein CX T Aanvullingopdeseriebedieningsinstructies vandetrekkercxt 1050 51048070051 NL - 02/2012 Inhoudsopgave g 1 Voorwoord Informatie over de documentatie...

Nadere informatie

Voor uw veiligheid. Het apparaat is uitsluitend geconstrueerd voor de normale toepassing bij agrarische werkzaamheden (reglementair gebruik).

Voor uw veiligheid. Het apparaat is uitsluitend geconstrueerd voor de normale toepassing bij agrarische werkzaamheden (reglementair gebruik). Voor uw veiligheid Dit supplement bij de handleiding bevat algemene gedragsregels voor het reglementaire gebruik van het apparaat en tevens veiligheidstechnische instructies die u omwille van uw eigen

Nadere informatie

Aanbouw- en bedieningshandleiding

Aanbouw- en bedieningshandleiding Aanbouw- en bedieningshandleiding ISOBUS-Basisuitrusting met ISOBUScabinecontactdoos Stand: V1.20150220 30322575-02-NL Lees en volg deze bedieningshandleiding op. Bewaar deze bedieningshandleiding voor

Nadere informatie

Bedieningshandleiding. & onderhoudshandboek

Bedieningshandleiding. & onderhoudshandboek Bedieningshandleiding & onderhoudshandboek az PROFIHOPPER Mach.-Type PH04 MG2347 BAF0002.1 10.09 Printed in France NL Lees deze bedieningshandleiding voor gebruik door en volg de aanwijzingen zorgvuldig

Nadere informatie

GEBRUIKSAANWIJZING (Vertaling) Hefttafel Type(s) , , ,2

GEBRUIKSAANWIJZING (Vertaling) Hefttafel Type(s) , , ,2 1. Gebruikersgroepen Taken Bediener Bediening, visuele controle Vakpersoneel GEBRUIKSAANWIJZING (Vertaling) Hefttafel Type(s) 1097.0,75 1097.1,25 8718.0,2 Aanbouwen, slopen, reparatie, onderhoud Keuringen

Nadere informatie

Sulky Line Painter 1200

Sulky Line Painter 1200 Form No. 3355 9 Rev C Sulky Line Painter 00 Modelnr. 403 6000000 en hoger Gebruikershandleiding Registreer uw product op www.toro.com Vertaling van de oorspronkelijke instructies (NL) Inhoud Blz. Inleiding....................................

Nadere informatie

Bestnr Toerentalregelaar voor ventilator

Bestnr Toerentalregelaar voor ventilator Bestnr. 53 73 73 Toerentalregelaar voor ventilator Alle rechten, ook vertalingen, voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een automatische gegevensbestand, of openbaar

Nadere informatie

Algemene Reparatieen Testaanwijzingen. Veilige reparatie en controle van WABCO componenten

Algemene Reparatieen Testaanwijzingen. Veilige reparatie en controle van WABCO componenten Algemene Reparatieen Testaanwijzingen Veilige reparatie en controle van WABCO componenten Algemene Reparatie- en Testaanwijzingen Veilige reparatie en controle van WABCO componenten Uitgave 2 Deze brochure

Nadere informatie

Hefbrugkriks hand hydraulisch of pneumatisch hydraulisch

Hefbrugkriks hand hydraulisch of pneumatisch hydraulisch s hand hydraulisch of pneumatisch hydraulisch nl/ta-bjxxxx -1 INHOUDSOPGAVE pagina 1 Inleiding 02 2 Gebruik van de handleiding 02 3 Beschrijving van de hefbrugkrik 02 4 Veiligheid 02 5 Technische specificaties

Nadere informatie

Machine stilleggen en vergrendelen (sleutel verwijderen) 112 en leidinggevende verwittigen

Machine stilleggen en vergrendelen (sleutel verwijderen) 112 en leidinggevende verwittigen AANHANGWAGEN TRACTOR 1. Waarschuwing en algemene richtlijnen Bij nood Machine stilleggen en vergrendelen (sleutel verwijderen) 112 en leidinggevende verwittigen OPGEPAST Aanhangwagens al dan niet voorzien

Nadere informatie

GEBRUIKSAANWIJZING (Vertaling)

GEBRUIKSAANWIJZING (Vertaling) 1. GEBRUIKERSGROEPEN Taken Bediener Bediening, visuele controle Vakpersoneel Aanbouwen, slopen, reparatie, onderhoud Keuringen GEBRUIKSAANWIJZING (Vertaling) NL Dommekracht Type 11.1,5 11.3 11.5 11.10

Nadere informatie

Tijdschakelklok. Bestnr.: 61 00 57 (groen) 61 00 58 (oranje) 61 00 82 (transparant) 61 00 83 (blauw) Omwille van het milieu 100% recyclingpapier

Tijdschakelklok. Bestnr.: 61 00 57 (groen) 61 00 58 (oranje) 61 00 82 (transparant) 61 00 83 (blauw) Omwille van het milieu 100% recyclingpapier G E B R U I K S A A N W I J Z I N G Bestnr.: 61 00 57 (groen) 61 00 58 (oranje) 61 00 82 (transparant) 61 00 83 (blauw) Tijdschakelklok Omwille van het milieu 100% recyclingpapier Impressum Alle rechten,

Nadere informatie

Bedieningshandleiding

Bedieningshandleiding Bedieningshandleiding Hoekschaar AK 150 VERSIE 07-2006 AK 150 pagina 1 / 8 1 Inleiding Geachte klant, Wij waarderen het dat u een product van onze firma hebt gekozen. Deze bedieningshandleiding is speciaal

Nadere informatie

Aanbouwhandleiding. Complete set basisuitrusting vooraan en achteraan. Stand: V

Aanbouwhandleiding. Complete set basisuitrusting vooraan en achteraan. Stand: V Aanbouwhandleiding Complete set basisuitrusting vooraan en achteraan Stand: V8.20161221 30322558-02-NL Lees en volg deze bedieningshandleiding op. Bewaar deze bedieningshandleiding voor gebruik in de toekomst.

Nadere informatie

GEBRUIKERSHANDLEIDING KS

GEBRUIKERSHANDLEIDING KS GEBRUIKERSHANDLEIDING KS150.2450 Geachte klant, U hebt een product van KS Tools via Beneparts BVBA gekocht. Bedankt voor uw aankoop en vertrouwen. In deze gids vindt u al het nodige terug voor een veilig

Nadere informatie

STIGA PARK 107 M HD 8211-3042-02

STIGA PARK 107 M HD 8211-3042-02 STIGA PARK 107 M HD 8211-3042-02 S SVENSKA 1 2 3 4 5 7 A B 6 SVENSKA 8 9 X Z S Y W V 10 NEDERLANDS NL SYMBOLEN Op de machine ziet u de volgende symbolen om u eraan te herinneren dat voorzichtigheid en

Nadere informatie

TECHNISCHE HANDLEIDING

TECHNISCHE HANDLEIDING Pagina 1 van 6 Pagina 2 van 6 INHOUDSOPGAVE 1. OMSCHRIJVING... 3 2. ALGEMENE VEILIGHEIDSINSTRUCTIES... 3 3. TECHNISCHE GEGEVENS... 3 4. INSTALLATIE EN BEDIENING... 3 5. ONDERHOUD... 5 6. ALGEMENE VOORWAARDEN...

Nadere informatie

INLEIDING VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN SYMBOLEN. De symbolen in deze gebruiksaanwijzing. Symbolen op het apparaat

INLEIDING VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN SYMBOLEN. De symbolen in deze gebruiksaanwijzing. Symbolen op het apparaat INLEIDING Deze gebruiksaanwijzing is bedoeld voor Rapid 100E. Lees ze eerst grondig door alvorens u het apparaat in gebruik neemt. Deze gebruiksaanwijzing bevat de veiligheidsvoorschriften, de voorschriften

Nadere informatie

Aanbouwhandleiding. ISOBUS-Basisuitrusting met contactdoos achteraan (zonder Tractor-ECU) Stand: V

Aanbouwhandleiding. ISOBUS-Basisuitrusting met contactdoos achteraan (zonder Tractor-ECU) Stand: V Aanbouwhandleiding ISOBUS-Basisuitrusting met contactdoos achteraan (zonder Tractor-ECU) Stand: V4.20160503 30322554-02-NL Lees en volg deze bedieningshandleiding op. Bewaar deze bedieningshandleiding

Nadere informatie

Aanbouwhandleiding. Complete set basisuitrusting vooraan en achteraan. Stand: V Lees en volg deze bedieningshandleiding op.

Aanbouwhandleiding. Complete set basisuitrusting vooraan en achteraan. Stand: V Lees en volg deze bedieningshandleiding op. Aanbouwhandleiding Complete set basisuitrusting vooraan en achteraan Stand: V7.20160628 30322558-02-NL Lees en volg deze bedieningshandleiding op. Bewaar deze bedieningshandleiding voor gebruik in de toekomst.

Nadere informatie

Bedieningshandleiding Veiligheidsdeurgreepsysteem STS Over dit document. Inhoudsopgave

Bedieningshandleiding Veiligheidsdeurgreepsysteem STS Over dit document. Inhoudsopgave 1. Over dit document.......... Pagina 1 tot 6 Vertaling van de originele bedieningshandleiding 1.1 Functie Deze bedieningshandleiding geeft u de benodigde informatie voor de montage, inbedrijfneming, veilige

Nadere informatie

Adapters en verloopmoeren van metaal

Adapters en verloopmoeren van metaal Adapters en verloopmoeren van metaal Bedieningshandleiding Extra talen www.stahl-ex.com Inhoudsopgave 1 Algemene gegevens...3 1.1 Fabrikant...3 1.2 Gegevens over de bedieningshandleiding...3 1.3 Andere

Nadere informatie

GEBRUIKSAANWIJZING (Vertaling)

GEBRUIKSAANWIJZING (Vertaling) 1. Gebruikersgroepen Taken Bediener Bediening, visuele controle Vakpersoneel GEBRUIKSAANWIJZING (Vertaling) NL Dommekracht Type 11.1,5 11.3 11.5 11.10 1188.1,5 1188.3 1188.5 1188.10 Aanbouwen, slopen,

Nadere informatie

Aanbouwhandleiding. ISOBUS-basisuitrusting met ISOBUS-cabinecontactdoos en relais

Aanbouwhandleiding. ISOBUS-basisuitrusting met ISOBUS-cabinecontactdoos en relais Aanbouwhandleiding ISOBUS-basisuitrusting met ISOBUS-cabinecontactdoos en relais Stand: V4.20180724 30322574-02-NL Lees en volg deze bedieningshandleiding op. Bewaar deze bedieningshandleiding voor gebruik

Nadere informatie

GASTRO BUFFET - SALADEBAR GEBRUIKSAANWIJZING EN ONDERHOUDSHANDLEIDING

GASTRO BUFFET - SALADEBAR GEBRUIKSAANWIJZING EN ONDERHOUDSHANDLEIDING GASTRO BUFFET - SALADEBAR GEBRUIKSAANWIJZING EN ONDERHOUDSHANDLEIDING SBM3 / 125.505 SBM4 / 125.510 SBM6 / 125.520 INHOUDSOPGAVE 1. DOEL en BEREIK 2. AANSPRAKELIJKHEID 3. AANWIJZINGEN 4. BASISEIGENSCHAPPEN

Nadere informatie

Inhoud. 1. Veiligheidsinstructies

Inhoud. 1. Veiligheidsinstructies 1 2 Inhoud 1. Veiligheidsinstructies... 3 2. Gebruik volgens de voorschriften... 4 3. Omschrijving... 4 4. Toepassingstabel... 4 5. Montage... 4 5.1 Omschrijving van de onderdelen... 5 5.2 Meeneemring

Nadere informatie

De elektrische laadlift

De elektrische laadlift Art-Lift De elektrische laadlift 1 Lees deze bedienings- en gebruikshandleiding nauwkeurig door, voordat u de laadlift in gebruik neemt. Neem deze handleiding goed door en zorg ervoor dat u de informatie

Nadere informatie

Voor de gebruiker. Gebruiksaanwijzing. allstor. Bufferboiler

Voor de gebruiker. Gebruiksaanwijzing. allstor. Bufferboiler Voor de gebruiker Gebruiksaanwijzing allstor Bufferboiler NL Inhoudsopgave Inhoudsopgave 1 Aanwijzingen bij de documentatie... 3 1.1 Aanvullend geldende documenten... 3 1.2 Documenten bewaren... 3 1.3

Nadere informatie

- - AOY0001 AOY0004 AOY0003 AOY0002

- - AOY0001 AOY0004 AOY0003 AOY0002 AquaOxy500 - - A AOY0001 B AOY0004 C AOY0003 D ; ; AOY0002 2 - - E AOY0008 F AOY0006 3 - - G AOY0009 H AOY0010 4 - - I AOY0007 5 Veiligheidsinstructies - NL - Dit apparaat kan gevaar opleveren voor personen

Nadere informatie

Bedieningshandleiding, onderhoudslogboek

Bedieningshandleiding, onderhoudslogboek Bedieningshandleiding, onderhoudslogboek AMAz PROFIHOPPER PH-1250 zdrive PH-1250 idrive PH-1250 4WDi MG5926 BAF0012.3 04.17 Printed in France nl Lees en schenk aandacht aan deze bedieningshandleiding voor

Nadere informatie

Gebruiks- en onderhoudsaanwijzing- NL

Gebruiks- en onderhoudsaanwijzing- NL Elektrische Infrarood Verwarming Model 93485 Gebruiks- en onderhoudsaanwijzing- NL 1 Algemene veiligheidsinstructies LEES DE GEBRUIKSAANWIJZING Alvorens de radiateur in bedrijf te nemen, moet u deze gebruiks

Nadere informatie

Aanbouwhandleiding. ISOBUS-basisuitrusting met ISOBUS-cabinecontactdoos en relais

Aanbouwhandleiding. ISOBUS-basisuitrusting met ISOBUS-cabinecontactdoos en relais Aanbouwhandleiding ISOBUS-basisuitrusting met ISOBUS-cabinecontactdoos en relais Stand: V5.20190206 30322574-02-NL Lees en volg deze bedieningshandleiding op. Bewaar deze bedieningshandleiding voor gebruik

Nadere informatie

Handleiding. Type: TopsealDirect.nl - Standard Plus

Handleiding. Type: TopsealDirect.nl - Standard Plus Handleiding Type: TopsealDirect.nl - Standard Plus Handsealmachine type Standard Plus is specifiek bestemd voor het sluiten van kunststof en aluminium schalen, die worden voorzien van een hitte bestendige

Nadere informatie

HEFTRUCK. Wat is de gewenste situatie? Maatregelen. Sector Bloembollenteelt en handel

HEFTRUCK. Wat is de gewenste situatie? Maatregelen. Sector Bloembollenteelt en handel HEFTRUCK Het gebruik van een heftruck brengt verschillende gevaren met zich mee: vallende lading, een kantelende heftruck en aanrijdingen met personen. Ongevallen met heftrucks hebben regelmatig een ernstige

Nadere informatie

Montagehandleiding. Dubbele antenne. Stand: V

Montagehandleiding. Dubbele antenne. Stand: V Montagehandleiding Dubbele antenne Stand: V1.20160504 3030248960-02-NL Lees en volg deze bedieningshandleiding op. Bewaar deze bedieningshandleiding voor gebruik in de toekomst. Impressum Document Copyright

Nadere informatie

1.1 ALGEMENE VOORZORGSMAATREGEL

1.1 ALGEMENE VOORZORGSMAATREGEL A VLEUGELOPENER INHOUD..2 ALGEMENE VOORZORGSMAATREGEL INSTALLATIE A. STANDAARD INSTALLATIE B. AFSTANDEN TABEL C. ONDERDELEN VAN INSTALLATIE D. INSTALLATIE VAN GELICALISEERDE WAPENOPENER E. DRAADVERBINDING.

Nadere informatie

Verklaring van de symbolen (pictogrammen)

Verklaring van de symbolen (pictogrammen) Verklaring van de symbolen (pictogrammen) Waarschuwingssymbolen verwijzen naar mogelijke gevaren: zij geven aanwijzingen voor de veilige bediening van de machine. Zorg dat de waarschuwingssymbolen altijd

Nadere informatie

BGR 233 GEKEURD (DE) Gebruikshandleiding Laadbrug. Bekijk de instructievideo op www.kruizinga.nl

BGR 233 GEKEURD (DE) Gebruikshandleiding Laadbrug. Bekijk de instructievideo op www.kruizinga.nl BGR 233 GEKEURD (DE) Gebruikshandleiding Laadbrug Bekijk de instructievideo op www.kruizinga.nl Lees mij eerst! 1Lees deze handleiding zorgvuldig voor de laadbrug te gebruiken. De handleiding omschrijft

Nadere informatie

Gebruiksaanwijzing Loophulp

Gebruiksaanwijzing Loophulp Gebruiksaanwijzing Loophulp Van Raam Aaltenseweg 56 7051 CM Varsseveld Nederland Versie 18.06 Inhoud Contactgegevens fabrikant... 1 Conformiteit... 2 Inleiding... 2 Levering... 2 Bestemd gebruik... 3 Veiligheidsmaatregelen...

Nadere informatie

Bedieningshandleiding

Bedieningshandleiding NL Bedieningshandleiding Elektrisch waterverwarmingsapparaat ethermo Top Eco 20 P ethermo Top Eco 30 P 1 Over dit document 1.1 Doel van het document Deze bedieningshandleiding is onderdeel van het product

Nadere informatie

Aanvulling op de technische handleiding. MOVIMOT -opties MLU.1A, MLG.1A, MBG11A, MWA21A. Uitgave 06/2008 16663675 / NL. www.sew-eurodrive.

Aanvulling op de technische handleiding. MOVIMOT -opties MLU.1A, MLG.1A, MBG11A, MWA21A. Uitgave 06/2008 16663675 / NL. www.sew-eurodrive. Aandrijfelektronica \ Aandrijfautomatisering \ Systeemintegratie \ Service SEW-EURODRIVE GmbH & Co KG P.O. Box 3023 D-76642 Bruchsal / Germany Phone +49 7251 75-0 Fax +49 7251 75-1970 sew@sew-eurodrive.com

Nadere informatie

TE DRS 4-A Nederlands

TE DRS 4-A Nederlands TE DRS 4-A Nederlands 1 Informatie over documentatie 1.1 Over deze documentatie Lees voor ingebruikname deze documentatie door. Dit is vereist voor veilig werken en storingsvrij gebruik. De veiligheidsinstructies

Nadere informatie

HEFTRUCK. Wat is de gewenste situatie? Maatregelen. Sector Hoveniers en Groenvoorziening

HEFTRUCK. Wat is de gewenste situatie? Maatregelen. Sector Hoveniers en Groenvoorziening HEFTRUCK Het gebruik van een heftruck brengt verschillende gevaren met zich mee: vallende lading, een kantelende heftruck en aanrijdingen met personen. Ongevallen met heftrucks hebben regelmatig een ernstige

Nadere informatie

Voorwoord HTZ DPK 800 HTZ DPK 800N Frequenties en periodieke keuringen & inspecties . Let er op dat de accumulatordruk minimaal 50 bar is.

Voorwoord HTZ DPK 800 HTZ DPK 800N Frequenties en periodieke keuringen & inspecties . Let er op dat de accumulatordruk minimaal 50 bar is. Voorwoord Met deze gebruiksaanwijzing willen wij proberen u een zo duidelijk mogelijk advies te geven betreffende het gebruik en onderhoud van de door u aangeschafte dakplatenklem. Deze gebruiksaanwijzing

Nadere informatie

CCS COMBO 2 ADAPTER. Handleiding

CCS COMBO 2 ADAPTER. Handleiding CCS COMBO 2 ADAPTER Handleiding WAARSCHUWINGEN BEWAAR DEZE BELANGRIJKE VEILIGHEIDSINSTRUCTIES. Dit document bevat belangrijke instructies en waarschuwingen die bij het gebruik van de CSS Combo 2-adapter

Nadere informatie

Montagehandleiding. DUAL-Antenna. Stand: V

Montagehandleiding. DUAL-Antenna. Stand: V Montagehandleiding DUAL-Antenna Stand: V4.20180614 3030248960-02-NL Lees en volg deze bedieningshandleiding op. Bewaar deze bedieningshandleiding voor gebruik in de toekomst. Impressum Document Copyright

Nadere informatie

Viesmann. Montage- en servicehandleiding. Blusinrichting. Veiligheidsinstructies. voor de vakman. voor Vitoligno 300-H

Viesmann. Montage- en servicehandleiding. Blusinrichting. Veiligheidsinstructies. voor de vakman. voor Vitoligno 300-H Montage- en servicehandleiding voor de vakman Viesmann Blusinrichting voor Vitoligno 300-H Veiligheidsinstructies Volg deze veiligheidsvoorschriften nauwkeurig op ter voorkoming van lichamelijk letsel

Nadere informatie

Bedieningshandleiding

Bedieningshandleiding Bedieningshandleiding D] &HQLXV VSHFLDOVXSHU Stoppelcultivator MG1098 BAG 0008.0 03.05 Printed in Germany Lees en schenk aandacht aan deze bedieningshandleiding voor u de machine in bedrijf stelt! Bewaren

Nadere informatie

JALOUZIËN. Bedienings- en montagehandleiding

JALOUZIËN. Bedienings- en montagehandleiding Bedienings- en montagehandleiding Woord vooraf Deze handleiding geeft inzicht in de werking, de montage en het onderhoud van de door Geha bv geleverde apparaten. U dient zich tijdens plaatsing en montage

Nadere informatie

Block Cutters On the cutting edge for customers satisfaction

Block Cutters On the cutting edge for customers satisfaction 1 Block Cutters On the cutting edge for customers satisfaction Handleiding Klinkerknipper UL-1500-1021-000 1 Voorwoord Wij feliciteren u met de aanschaf van uw klinkerknipper, die veel zaag- en slijpwerk

Nadere informatie

Van n Bike draagsysteem

Van n Bike draagsysteem GEBRUIKSAANWIJZING EN MONTAGE HANDLEIDING Van n Bike draagsysteem VAN N BIKE BVBA Kortestraat 12 2980 Zoersel BE 0661.987.683 DEEL I : GEBRUIKSAANWIJZING Van n Bike DRAAGSYSTEEM vanaf model 2018 1. INFORMATIE

Nadere informatie

Handleiding: minigraafkraan 1000 KG Kubota U10-3

Handleiding: minigraafkraan 1000 KG Kubota U10-3 Handleiding: minigraafkraan 1000 KG Kubota U10-3 Bediening 1 Contactslot 2 Urenteller 3 Waarschuwingslampje 4 Claxonschakelaar 5 Schakelaar werklamp 1 Gashendel 2 Rijhendel (links) 3 Rijhendel (rechts)

Nadere informatie

STIGA VILLA 85 M

STIGA VILLA 85 M STIGA VILLA 85 M 8211-3039-01 1. 2. A B 3. 4. 5. 6. 7. 8. 2 R L 9. 10. Z X V W Y 11. 3 NL NEDERLANDS SYMBOLEN Op de machine ziet u de volgende symbolen om u eraan te herinneren dat voorzichtigheid en oplettendheid

Nadere informatie

TOSTI APPARAAT GEBRUIKSAANWIJZING

TOSTI APPARAAT GEBRUIKSAANWIJZING Professional Supplies TOSTI APPARAAT GEBRUIKSAANWIJZING (*680.100 /*680.200) Lees deze gebruiksaanwijzing zorgvuldig alvorens het apparaat in gebruik te nemen. -1- INDEX Hoofdstuk Omschrijving Blz 1 Inleiding...2

Nadere informatie

Montage- en gebruiksaanwijzing

Montage- en gebruiksaanwijzing Montage en gebruiksaanwijzing Cooper Safety BV Postbus 3397 4800 DJ Breda Nederland Tel. +31 (0)76 750 53 00 Fax +31 (0)76 587 14 22 www.coopersafety.nl Pagina 1 1. Algemene opmerkingen 1.1 Korte beschrijving

Nadere informatie

STIGA PARK 121 M

STIGA PARK 121 M STIGA PARK 121 M 8211-3011-09 1. Park -1993 5a. D 5b. 2. Park -1993 6a. Park -1999 6b. Park 2000- F G H 3. Park -1993 7. I I 4. Park -1993 8. 2 J 9. 13. 10. 14. Z X Y W V 11. 15. Denna produkt, eller delar

Nadere informatie

HANDLEIDING. MULTIDISC is een geregistreerde merknaam waarvan het uitsluitend gebruiksrecht toekomt aan ondernemingen van het TULIP-concern.

HANDLEIDING. MULTIDISC is een geregistreerde merknaam waarvan het uitsluitend gebruiksrecht toekomt aan ondernemingen van het TULIP-concern. HANDLEIDING MULTIDISC is een geregistreerde merknaam waarvan het uitsluitend gebruiksrecht toekomt aan ondernemingen van het TULIP-concern. 2004. Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden

Nadere informatie

Met de aankoop van een Weijer aanhangwagen of paardentrailer heeft u gekozen voor kwaliteit en duurzaamheid.

Met de aankoop van een Weijer aanhangwagen of paardentrailer heeft u gekozen voor kwaliteit en duurzaamheid. Met de aankoop van een Weijer aanhangwagen of paardentrailer heeft u gekozen voor kwaliteit en duurzaamheid. In deze bijlage vindt u informatie en tips over het gebruik van, en het onderhoud aan uw Weijer

Nadere informatie

Gebruikersveiligheid. Elektrische veiligheid. Phaser 4500-laserprinter

Gebruikersveiligheid. Elektrische veiligheid. Phaser 4500-laserprinter Gebruikersveiligheid De printer en de aanbevolen verbruiksartikelen zijn getest en voldoen aan strikte veiligheidsnormen. Als u de volgende informatie in acht neemt, bent u verzekerd van een ononderbroken

Nadere informatie

VIESMANN. Servicehandleiding VITOCELL 100-H. voor de vakman. Vitocell 100-H type CHA Warmwaterboiler, 130 tot 200 liter

VIESMANN. Servicehandleiding VITOCELL 100-H. voor de vakman. Vitocell 100-H type CHA Warmwaterboiler, 130 tot 200 liter Servicehandleiding voor de vakman VIESMANN Vitocell 100-H type CHA Warmwaterboiler, 130 tot 200 liter Geldigheidsverwijzing zie laatste pagina VITOCELL 100-H 3/2012 Bewaren a.u.b.! Veiligheidsvoorschriften

Nadere informatie

RLB-1000.INOX/ALU USER MANUAL

RLB-1000.INOX/ALU USER MANUAL ROLLENBAAN RLB-1000.INOX/ALU USER MANUAL NL ROLLENBAAN handleiding VOORWOORD Deze gebruiksaanwijzing is opgesteld door FT Solutions bvba en heeft tot doel om u zo goed mogelijk te helpen zo veilig en doeltreffend

Nadere informatie

2 Technische gegevens. 1 Introductie. 3 Markeringen.

2 Technische gegevens. 1 Introductie. 3 Markeringen. 1 Introductie 2 Technische gegevens Bedank voor het kiezen van een Dormak product. Het zal zeker voldoen aan uw eisen, omdat zij ontworpen en gebouwd is onder strenge kwaliteitsnormen. Om de maximale betrouwbaarheid,

Nadere informatie