Bedieningshandleiding

Transcriptie

1 Bedieningshandleiding az Precisiezaaimachine EDX 6000-TC MG3948 BAH Lees deze bedieningshandleiding vóór de inbedrijfstelling door en volg de aanwijzingen zorgvuldig op! Bewaar de handleiding voor toekomstig gebruik! nl

2 Het mag niet onbelangrijk of overbodig voorkomen, deze gebruiksaanwijzing te lezen en zich aan de aanwijzingen te houden; het volstaat niet van anderen te horen, dat de machine goed is, ze daarom te kopen en te denken dat alles vanzelf gaat. De persoon in kwestie berokkenent niet alleen zichzelf schade maar zal ook fouten maken waarbij het mislukken niet aan zichzelf doch aan de machine zal worden toegeschreven. Om zeker te zijn van een goede werking moet men zich bewust zijn van de handelingen en over het doel van de functies van de machine geïnformeerd zijn en er mee leren omgaan. Pas dan zal men over de machine en zichzelf tevreden zijn. Om dit doel te bereiken dient deze bedieningshandleiding. Leipzig-Plagwitz EDX 6000-TC BAH

3 Identificatiegegevens Identificatiegegevens Vul hier de identificatiegegevens van de machine in. U vindt de identificatiegegevens op het typeplaatje. Identificatienummer machine: (tien cijfers) Type: Toelaatbare systeemdruk bar: Bouwjaar: Basisgewicht kg: Toelaatbaar totaalgewicht (kg): Maximale belading (kg): EDX 6000-TC Maximaal 210 bar Adres fabrikant AMAZONEN-WERKE H. DREYER GmbH & Co. KG Postfach 51 D Hasbergen Tel.: + 49 (0) Fax.: + 49 (0) amazone@amazone.de Bestellen van onderdelen Onderdelenlijsten zijn te vinden in het onderdeelportaal onder Voor bestellingen kunt u terecht bij uw AMAZONE-dealer. Over deze bedieningshandleiding Documentnummer: MG3948 Productiedatum: Copyright AMAZONEN-WERKE H. DREYER GmbH & Co. KG, 2014 Alle rechten voorbehouden. Nadruk, ook gedeeltelijk, uitsluitend toegestaan na toestemming van AMAZONEN-WERKE H. DREYER GmbH & Co. KG. EDX 6000-TC BAH

4 Voorwoord Voorwoord Geachte klant, U heeft gekozen voor één van onze kwaliteitsproducten uit het uitgebreide programma van AMAZONEN-WERKE, H. DREYER GmbH & Co. KG. Wij danken u voor het in ons gestelde vertrouwen. Controleer bij ontvangst van de machine of er sprake is van transportschade en of er onderdelen ontbreken. Controleer aan de hand van het afleveringsbewijs of de machine compleet is geleverd, met inbegrip van de bestelde toebehoren. Alleen bij directe reclamaties heeft u recht op schadevergoeding. Lees deze bedieningshandleiding, en vooral de veiligheidsinstructies, vóór de inbedrijfstelling aandachtig door en volg alle aanwijzingen zorgvuldig op. Als u de bedieningshandleiding aandachtig doorneemt, zult u in staat zijn om de voordelen van uw nieuwe machine optimaal te benutten. Zorg dat alle gebruikers van deze machine deze bedieningshandleiding hebben gelezen voordat zij met de machine aan het werk gaan. Raadpleeg bij eventuele vragen of problemen s.v.p. deze bedieningshandleiding of neem contact op met uw locale dealer. U kunt de levensduur van uw machine verlengen door regelmatig onderhoud uit te voeren en versleten of beschadigde onderdelen tijdig te vervangen. Uw suggesties Geachte lezers, Wij passen onze bedieningshandleidingen regelmatig aan. Uw suggesties helpen ons onze bedieningshandleidingen nog gebruikersvriendelijker te maken. U kunt uw suggesties per fax aan ons doorgeven. AMAZONEN-WERKE H. DREYER GmbH & Co. KG Postfach 51 D Hasbergen Tel.: + 49 (0) Fax.: + 49 (0) amazone@amazone.de 4 EDX 6000-TC BAH

5 Inhoudsopgave 1 Tips voor de gebruiker Doel van het document Plaatsaanduidingen in de bedieningshandleiding Gebruikte beschrijvingen Algemene veiligheidsinstructies Verplichtingen en aansprakelijkheid Beschrijving van veiligheidssymbolen Organisatorische maatregelen Veiligheidssystemen en beschermingsvoorzieningen Vrijblijvende veiligheidsmaatregelen Scholing van de personen Veiligheidsmaatregelen voor normaal gebruik Gevaren door resterende energie Onderhoud, service en oplossen van storingen Bouwkundige modificaties Onderdelen, slijtageonderdelen en hulpstoffen Reinigen en afvalverwerking Werkplek van de bestuurder Waarschuwingsstickers en andere aanduidingen op de machine Plaats van de waarschuwingsstickers en overige aanduidingen Gevaren bij het negeren van de veiligheidsinstructies Veiligheidsbewust werken Veiligheidsinstructies voor de bestuurder Algemene veiligheidsinstructies en voorschriften ter voorkoming van ongevallen Aangekoppelde machines Hydraulisch systeem Elektrisch systeem Remsysteem Banden Gebruik van aftakassen Werken met zaaimachines Reinigen, service en onderhoud Op- en afladen BELANGRIJK Demontage van afzonderlijke machineonderdelen ter verkrijging van de juiste transporthoogte Op- en afladen met tractor Aangekoppelde machine opladen De aangekoppelde machine afladen Productbeschrijving Overzicht van bouwgroepen Veiligheidssystemen en beschermingsvoorzieningen Overzicht voedingsleidingen tussen tractor en machine Verkeerstechnische uitrusting Gebruik volgens voorschriften Gevarenzone en gevaarlijke plaatsen Typeplaatje en CE-markering Technische gegevens Benodigde tractoruitrusting Gegevens over geluidsemissie Opbouw en werking Radar EDX 6000-TC BAH

6 Inhoudsopgave 5.2 Bedrijfsremsysteem Gescheiden luchtdrukremsysteem Hydraulisch bedrijfsremsysteem Machines zonder eigen remsysteem Bedieningsterminal AMATRON Regeling van de machine met boordcomputer AMATRON Frame en uitleggers Zaadgoedseparatie en verspreiding Zaadgoedtank Separatietrommel Zaadgoedschuif Luchtgeleidingsplaat Zaadgoedafstrijkers Zaadgoedafstrijkers, mech. afstelbaar Zaadgoedafstrijkers, elektr. afstelbaar Tussenschot (optioneel), voor werkzaamheden op hellingen Digitale zaadgoedniveaubewaking Turbine voor zaadgoedseparatie en meststoftransport Hydraulische motor turbine met aansluiting op de tractorhydraulica Hydraulische pomp turbine met aansluiting aftakas (optie) Dubbele zaaischijf Aflegdiepte zaadgoed Zaaischijfdruk (dubbele zaaischijf) Grondaandrukkracht en intensiteit van de aandrukrollen Sterruimers (optioneel) Kluitenruimers (optioneel) Afstrijkers van draagrollen (optioneel) Meststofdosering en verspreiding Meststoftank Transportvijzel (optie) Digitale niveausensor (optie) Meststof-doseerunit en injectiesluis Instelling meststofhoeveelheid Afdraaiproef Verdeelkop Enkelvoudige meststofschijf Markeurs Tractorwiel-sporenwissers (optie) Verlichting gereedschappen (optioneel) Inbedrijfstelling Controleren of de tractor geschikt is Berekenen van de daadwerkelijk waarden voor het totale gewicht van de tractor, de belastingen van de tractorassen, de draagvermogens van de banden en het minimaal benodigde ballastgewicht Benodigde gegevens voor de berekening (aangehangen machine) Berekening van het minimaal noodzakelijke ballastgewicht voor G V min om de bestuurbaarheid van de tractor te waarborgen Berekening van de daadwerkelijke voorasbelasting van de tractor T V tat Berekening van het daadwerkelijke totaalgewicht van de combinatie tractor en machine Berekening van de daadwerkelijke achterasbelasting van de tractor T H tat Draagvermogen van de banden Tabel Voorwaarden voor het gebruik van tractoren met aangekoppelde machines Machines zonder eigen remsysteem Beveilig de tractor/machine tegen onbedoeld starten en wegrollen Montagevoorschrift hydr. turbineaansluiting op de tractorhydraulica Machine aan- en afkoppelen Gescheiden luchtdrukremsysteem EDX 6000-TC BAH

7 Inhoudsopgave Aansluiten van de rem- en voorraadleiding Loskoppelen van de voorraad- en remleiding Bedieningselementen van het gescheiden luchtdrukremsysteem Hydraulisch bedrijfsremsysteem Aankoppelen van het hydraulisch bedrijfsremsysteem Afkoppelen van het hydraulisch bedrijfsremsysteem Hydraulische slangleidingen Hydraulische slangleidingen aansluiten Hydraulische slangen loskoppelen Machine aan tractor aankoppelen Getrokken machine richten Machine afkoppelen Hydraulische pomp koppelen Hydraulische pomp aansluiten Hydraulische pomp afkoppelen In-/afstellingen Zaadgoeddosering en verspreiding Zaaihoeveelheid instellen De zaaigoedschuif afstellen Luchtgeleidingsplaat afstellen Zaadgoedafstrijkers afstellen Aflegdiepte zaadgoed instellen Zaaischijfdruk instellen Sluit de zaaivoor door de aandrukrol te verstellen Sterruimers afstellen Kluitenruimers afstellen Zaadgoeddiepte en korrelafstand controleren Meststofdosering en verspreiding Niveausensor vastklikken Doseerrol uit-/inbouwen Meststofhoeveelheid met afdraaiproef instellen Aflegdiepte meststof instellen Lengte van de markeur en de arbeidsintensiteit instellen Berekening van markeurlengte Sporenwisser instellen Turbinetoerental instellen Turbinetoerental instellen (aansluiting tractorhydraulica) Turbinetoerental instellen via stroomregelklep tractor Turbinetoerental instellen via drukbegrenzingsklep machine Turbinetoerental instellen (aansluiting aftakas tractor) Transport Machine in de transportstand voor de openbare weg zetten Werken met de machine Klap de uitleggers en markeurs in/uit Uitleggers uitklappen (van transport- in werkstand) Werken zonder markeurs Machine-elementen inklappen (van werk- in transportstand) Tank vullen Zaadgoedtank vullen Meststoftank vullen Meststoftank met de transportvijzel vullen Beginnen met werk Tijdens het werk Keren op de wendakker Na het zaaien Zaadgoedtank en/of zaadgoedseparatie leegmaken Meststoftank en/of doseerunit leegmaken EDX 6000-TC BAH

8 Inhoudsopgave Doseerunit leegmaken Verwijderen van resten van de vultrechter van de transportvijzel Storingen Indicatie minimumniveau Reinig de zaadslang Storingstabel Reinigen, service en onderhoud Beveiliging van de aangekoppelde machine Houd de tank met granulaatvulling gesloten Machine reinigen Dagelijkse snelreiniging separatie en cilindrische tandwielen Grondige reiniging van de machine Meststof-verdeelkop reinigen Montagewerkzaamheden aan de machine De separatietrommel monteren/demonteren Bevestiging van de zaadslangen Afstrijkers van draagrollen afstellen Stel de vorenvormer op de zaaischijf in Smeervoorschrift Overzicht van smeerpunten Onderhouds- en verzorgingsschema overzicht Bandenspanning van de onderstelbanden controleren Visuele controle van de trekpennen Erkende werkplaats - in-/afstel- en reparatiewerkzaamheden Aanhaalmomenten van de wielmoeren controleren (erkende werkplaats) Oliefilter vervangen boordhydraulica Hydraulisch systeem (erkende werkplaats) Aanduidingen op hydraulische slangleidingen Service-intervallen Inspectiecriteria voor hydraulische slangleidingen In- en uitbouwen van hydraulische slangen Bedrijfsremsysteem (alle varianten) Algemene visuele controle van het bedrijfsremsysteem Bedrijfsremsysteem door een erkende werkplaats op veilige toestand laten controleren Gescheiden luchtdrukremsysteem Uitwendige controle van de luchtdrukketel Druk in luchtdrukketel controleren (erkende werkplaats) Controleren op lekkage (erkende werkplaats) Leidingfilters van het gescheiden luchtdrukremsysteem reinigen (erkende werkplaats) Reparatie van het drukvat (erkende werkplaats) Aanhaalmomenten bouten Hydraulisch schema Hydraulisch schema EDX 6000-TC met tractorhydraulica-aansluiting Hydraulisch schema EDX 6000-TC met tractoraftakas-aansluiting EDX 6000-TC BAH

9 Tips voor de gebruiker 1 Tips voor de gebruiker Het hoofdstuk 'Tips voor de gebruiker' bevat informatie over het gebruik van deze bedieningshandleiding. 1.1 Doel van het document Deze bedieningshandleiding beschrijft de bediening en het onderhoud van de machine. biedt belangrijke informatie voor een veilig en efficiënt gebruik van de machine. behoort bij de machine en dient permanent in de machine of de tractor te liggen. voor toekomstig gebruik bewaren. 1.2 Plaatsaanduidingen in de bedieningshandleiding De in deze bedieningshandleiding genoemde richtingen zijn altijd vanuit de rijrichting beschreven. 1.3 Gebruikte beschrijvingen Bedieningsinstructies en reacties De handelingen die de bestuurder dient uit te voeren worden altijd genummerd weergegeven. Houd u aan de volgorde van de aangegeven bedieningsinstructies. Een pijl geeft de reactie van de machine op de betreffende bedieningsinstructie aan. Voorbeeld: 1. Bedieningsinstructie 1 Reactie van de machine op de bedieningsinstructie 1 2. Bedieningsinstructie 2 Opsommingen Opsommingen zonder dwingende volgorde worden weergegeven met opsommingstekens. Voorbeeld: Punt 1 Punt 2 Positienummers in afbeeldingen Cijfers tussen ronde haakjes verwijzen naar positienummers in afbeeldingen. Het eerste cijfer verwijst naar de afbeelding, het tweede cijfer naar het positienummer in de afbeelding. Voorbeeld (afb. 3/6) Afbeelding 3 Positie 6 EDX 6000-TC BAH

10 Algemene veiligheidsinstructies 2 Algemene veiligheidsinstructies Dit hoofdstuk bevat belangrijke instructies voor een veilig gebruik van de machine. 2.1 Verplichtingen en aansprakelijkheid Instructies in de bedieningshandleiding opvolgen Kennis van de basisveiligheidsinstructies en veiligheidsvoorschriften is een eerste voorwaarde voor een veilig gebruik van de machine zonder storingen. Verplichtingen van de eigenaar De eigenaar is verplicht om alleen personen met/aan de machine te laten werken die vertrouwd zijn met de basisvoorschriften inzake veiligheid op het werk en voorkoming van ongevallen. geïnstrueerd zijn in het werken met/aan de machine. deze bedieningshandleiding hebben gelezen en begrijpen. De eigenaar verplicht zich ertoe om alle waarschuwingsstickers op de machine in leesbare staat te houden. beschadigde waarschuwingsstickers te vervangen. Verplichtingen van de gebruiker Alle personen die met/aan de machine werken zijn verplicht om voordat zij met het werk beginnen de basisvoorschriften voor veiligheid op het werk en voorkoming van ongevallen op te volgen, het hoofdstuk "Algemene veiligheidsinstructies" in deze bedieningshandleiding te lezen en de instructies op te volgen het hoofdstuk Waarschuwingsstickers en overige aanduidingen op de machine van deze bedieningshandleiding te lezen en de veiligheidsinstructies op de waarschuwingsstickers bij het gebruik van de machine op te volgen zich met de machine vertrouwd te maken, de hoofdstukken in deze bedieningshandleiding die van belang zijn voor het uitvoeren van de opgedragen werkzaamheden te lezen. Als de bestuurder constateert dat een voorziening veiligheidstechnisch niet in perfecte staat is, dient de bestuurder dit probleem onmiddellijk op te lossen. Behoort dit niet tot de taakomschrijving van de bestuurder of beschikt de bestuurder niet over voldoende kennis daartoe, dan dient de bestuurder het probleem door te geven aan zijn of haar meerdere (eigenaar). 10 EDX 6000-TC BAH

11 Algemene veiligheidsinstructies Gevaren bij het werken met de machine De machine is gebouwd volgens de allernieuwste techniek en de erkende veiligheidstechnische regels. Toch kunnen er zich bij het gebruik van de machine gevaren en beschadigingen voordoen voor het leven van de bestuurder of derden; voor de machine zelf; aan andere voorwerpen van waarde. Gebruik de machine alleen voor werkzaamheden waarvoor deze bestemd is; indien deze vanuit veiligheidstechnisch oogpunt in onberispelijke staat verkeert. Storingen die de veiligheid verminderen dienen direct te worden verholpen. Garantie en aansprakelijkheid In principe zijn onze "Algemene verkoop- en levervoorwaarden" van toepassing. Deze worden de eigenaar uiterlijk bij het sluiten van de overeenkomst ter beschikking gesteld. Aanspraken op garantie en aansprakelijkheid in geval van letsel of schade zijn uitgesloten wanneer het letsel of de schade aan een of meerdere van de volgende oorzaken toe te schrijven is: gebruik van de machine anders dan waarvoor deze bestemd is; ondeskundig monteren, in bedrijf stellen, bedienen en onderhouden van de machine; gebruik van de machine met defecte veiligheidssystemen, niet volgens de voorschriften aangebrachte of niet functionerende veiligheidssystemen en beschermingsvoorzieningen; het negeren van de instructies in de bedieningshandleiding met betrekking tot inbedrijfstelling, gebruik en onderhoud; het eigenmachtig wijzigen van de machine; gebrekkige controle van slijtageonderdelen van de machine; ondeskundig uitgevoerde reparaties; catastrofes door inwerking van vreemde bestanddelen en overmacht. EDX 6000-TC BAH

12 Algemene veiligheidsinstructies 2.2 Beschrijving van veiligheidssymbolen Veiligheidsinstructies worden aangegeven met een driehoekig veiligheidssymbool en een signaalwoord. Het signaalwoord (GEVAAR, WAARSCHUWING, VOORZICHTIG) beschrijft de ernst van het dreigende gevaar en heeft de volgende betekenis: GEVAAR verwijst naar een direct gevaar met een hoog risico dat de dood of zwaar lichamelijk letsel (verlies van lichaamsdelen of langdurig letsel) ten gevolge kan hebben als het gevaar niet wordt vermeden. Het negeren van deze instructies kan de dood of zwaar lichamelijk letsel ten gevolge hebben. WAARSCHUWING verwijst naar een mogelijk gevaar met gemiddeld risico dat de dood of (zwaar) lichamelijk letsel ten gevolge kan hebben als het gevaar niet wordt vermeden. Het negeren van deze instructies kan ernstig lichamelijk letsel en zelfs de dood tot gevolg hebben. VOORZICHTIG verwijst naar een gevaar met gering risico dat licht of gemiddeld lichamelijk letsel of materiële schade ten gevolge kan hebben als het gevaar niet wordt vermeden. BELANGRIJK verwijst naar een verplichting tot een bijzondere handelwijze of activiteit om vakkundig met de machine om te gaan. Het negeren van deze aanwijzingen kan storingen in de machine of in de omgeving veroorzaken. TIP verwijst naar praktische tips en nuttige informatie. Deze tips helpen u om alle functies van uw machine optimaal te benutten. 12 EDX 6000-TC BAH

13 Algemene veiligheidsinstructies 2.3 Organisatorische maatregelen De eigenaar dient de benodigde persoonlijke veiligheidsuitrustingen ter beschikking te stellen, zoals: Veiligheidsbril Veiligheidsschoenen Beschermende kleding Beschermingsmiddelen voor de huid, enz. De bedieningshandleiding dient altijd te worden bewaard waar de machine wordt gebruikt; dient te allen tijde voor bestuurders en onderhoudsmedewerkers beschikbaar te zijn. Controleer alle beschikbare veiligheidsvoorzieningen regelmatig! 2.4 Veiligheidssystemen en beschermingsvoorzieningen Voordat u de machine gaat gebruiken, dienen alle veiligheidssystemen en beschermingsvoorzieningen op de juiste wijze te zijn aangebracht en te functioneren. Controleer alle veiligheidssystemen en beschermingsvoorzieningen regelmatig. Defecte veiligheidsvoorzieningen Defecte of gedemonteerde veiligheidssystemen en beschermingsvoorzieningen kunnen gevaarlijke situaties veroorzaken. 2.5 Vrijblijvende veiligheidsmaatregelen Neem naast alle veiligheidsinstructies in deze bedieningshandleiding ook de algemeen geldende nationale regelingen ter voorkoming van ongevallen en ter bescherming van het milieu in acht. Neem bij het rijden op openbare wegen en straten het wegenverkeersreglement in acht. EDX 6000-TC BAH

14 Algemene veiligheidsinstructies 2.6 Scholing van de personen Alleen geschoolde en geïnstrueerde personen mogen met/aan de machine werken. De eigenaar dient de bevoegdheden voor het bedienen en onderhouden duidelijk vastleggen. Personen die nog moeten worden opgeleid, mogen alleen onder toezicht van een ervaren persoon met/aan de machine werken. Activiteit Personen Voor de activiteit speciaal opgeleid persoon 1) Geïnstrueerd persoon 2) Personen met vakopleiding (erkende werkplaats) 3) Verladen/transport X X X Inbedrijfstelling X Monteren, gereedmaken X Gebruik X Onderhoud X Opsporen en verhelpen van storingen X X Afvalverwerking X Legenda: X..toegestaan..niet toegestaan 1) 2) 3) Een persoon die een specifieke taak op zich kan nemen en deze voor een overeenkomstig gekwalificeerd bedrijf mag uitvoeren. Een geïnstrueerd persoon is iemand die over de hem opgedragen taken en mogelijke gevaren bij ondeskundig gedrag is geïnformeerd en zo nodig is ingewerkt en bovendien is geïnformeerd over de benodigde veiligheidsvoorzieningen en veiligheidsmaatregelen. Personen met vakopleiding worden beschouwd als vakman (geschoolde kracht). Door hun vakopleiding en kennis van de desbetreffende bepalingen kunnen zij de hen opgedragen werkzaamheden beoordelen en mogelijke gevaren herkennen. Opmerking: Een aan een vakopleiding gelijkwaardige kwalificatie kan ook zijn verkregen door meerdere jaren op het betreffende arbeidsterrein werkzaam te zijn. Onderhouds- en reparatiewerkzaamheden mogen alleen door een erkende werkplaats worden uitgevoerd wanneer er bij deze werkzaamheden de toevoeging "erkende werkplaats" staat. Het personeel van een erkende werkplaats beschikt over de noodzakelijke kennis en de juiste hulpmiddelen (gereedschappen, hef- en ondersteuningsmateriaal) om de onderhouds- en reparatiewerkzaamheden aan de machine vakkundig en veilig uit te voeren. 14 EDX 6000-TC BAH

15 Algemene veiligheidsinstructies 2.7 Veiligheidsmaatregelen voor normaal gebruik Gebruik de machine alleen als alle veiligheids- en beschermingsvoorzieningen volledig functioneren. Controleer de machine tenminste een keer per dag op waarneembare schade en het correct functioneren van de veiligheids- en beschermingsvoorzieningen. 2.8 Gevaren door resterende energie Houd rekening met mechanische, hydraulische, pneumatische en elektrische/elektronische resterende energie in de machine. Tref hiertoe passende maatregelen als u degenen die met de machine gaan werken instrueert. Uitgebreide informatie vindt u bovendien in de betreffende hoofdstukken van deze bedieningshandleiding. 2.9 Onderhoud, service en oplossen van storingen Voer de voorgeschreven instel-, onderhouds- en inspectiewerkzaamheden binnen de gestelde termijnen door. Voorkom dat bedrijfsmiddelen zoals perslucht en hydraulische systemen per ongeluk kunnen worden ingeschakeld. Bevestig en borg grotere onderdelen bij vervanging zorgvuldig aan de hefwerktuigen. Controleer of losgemaakte schroefverbindingen weer goed zijn aangebracht. Controleer na het uitvoeren van de onderhoudswerkzaamheden of veiligheids- en beschermingsvoorzieningen correct functioneren. EDX 6000-TC BAH

16 Algemene veiligheidsinstructies 2.10 Bouwkundige modificaties Zonder toestemming van AMAZONEN-WERKE zijn modificaties, aanof ombouw aan de machine niet toegestaan. Dit geldt ook voor laswerkzaamheden aan dragende delen. Voor alle aan- of ombouwwerkzaamheden is schriftelijke toestemming van AMAZONEN-WERKE noodzakelijk. Gebruik uitsluitend de door AMAZONEN-WERKE goedgekeurde ombouwdelen en toebehoren, zodat bijvoorbeeld de goedkeuring volgens nationale en internationale voorschriften van kracht blijft. Voertuigen met een wettelijke goedkeuring of met voorzieningen en toebehoren met een geldige goedkeuring of toelating voor de openbare weg volgens het wegenverkeersreglement dienen zich in de staat te bevinden waarin de goedkeuring of toestemming werd verleend. WAARSCHUWING Gevaar voor bekneld raken, snijden, naar binnen trekken en stoten door breuk van dragende onderdelen. Het is verboden om te boren in frame of onderstel, om bestaande gaten in frame of onderstel op te boren, om aan dragende delen te lassen. 16 EDX 6000-TC BAH

17 Algemene veiligheidsinstructies Onderdelen, slijtageonderdelen en hulpstoffen Onderdelen van de machine die niet meer in perfecte staat zijn, dienen direct te worden vervangen. Gebruik uitsluitend originele onderdelen en slijtageonderdelen of de door AMAZONEN-WERKE goedgekeurde onderdelen, zodat de goedkeuring volgens nationale en internationale voorschriften van kracht blijft. Bij onderdelen en slijtageonderdelen van derden kan niet worden gegarandeerd dat zij zijn ontworpen en geproduceerd volgens de voorgeschreven belastings- en veiligheidsnormen. AMAZONEN-WERKE is niet aansprakelijk voor schade die voortvloeit uit het gebruik van onderdelen, slijtageonderdelen of hulpstoffen die niet zijn goedgekeurd Reinigen en afvalverwerking Ga bij het verwerken en afvoeren van gebruikte stoffen en materialen vakkundig te werk. Dit geldt vooral voor werkzaamheden aan smeersystemen en smeerinrichtingen en het reinigen met oplosmiddelen Werkplek van de bestuurder De machine mag uitsluitend vanaf de bestuurdersstoel van de tractor worden bediend. EDX 6000-TC BAH

18 Algemene veiligheidsinstructies 2.13 Waarschuwingsstickers en andere aanduidingen op de machine Houd alle waarschuwingsstickers op de machine altijd schoon en goed leesbaar! Vervang onleesbare waarschuwingsstickers. Bestel de waarschuwingsstickers aan de hand van het bestelnummer (bijv. MD 075) bij uw dealer. Waarschuwingssticker - opbouw Waarschuwingsstickers geven gevaarlijke plaatsen op de machine aan en waarschuwen voor restgevaren. Op deze gevaarlijke plaatsen doen zich permanent of onverwacht gevaarlijke situaties voor. Een waarschuwingssticker bestaat uit 2 vlakken: Veld 1 beschrijft het gevaar in de vorm van een illustratie en is omringd door een driehoekig veiligheidssymbool. Veld 2 geeft in de vorm van een illustratie instructie om het gevaar te vermijden. Waarschuwingssticker - toelichting In de kolom Bestelnummer en toelichting staat de beschrijving van de hiernaast afgebeelde waarschuwingssticker. De beschrijving van de waarschuwingssticker is altijd gelijk en vermeldt in onderstaande volgorde: 1. De beschrijving van het gevaar. Bijvoorbeeld: Gevaar voor snijwonden of amputatie! 2. De gevolgen bij het negeren van de instructie(s) om het gevaar te voorkomen. Bijvoorbeeld: Veroorzaakt ernstig letsel aan vingers of hand. 3. De instructie(s) ter voorkoming van het gevaar. Bijvoorbeeld: Raak onderdelen van de machine pas aan wanneer deze volledig tot stilstand zijn gekomen. 18 EDX 6000-TC BAH

19 Algemene veiligheidsinstructies Bestelnummer en toelichting Waarschuwingsstickers MD078 Kans op letsel als gevolg van beklemming van vingers of handen, veroorzaakt door toegankelijke, bewegende machineonderdelen. Dit kan resulteren in ernstig letsel, met inbegrip van het verlies van lichaamsdelen. Reik nooit met uw handen of armen in de gevarenzone zolang de tractormotor met aangesloten koppelingsas of hydraulisch/elektronisch systeem draait. MD080 Kans op letsel als gevolg van beklemming van het gehele lichaam, veroorzaakt door het oponthoud in het zwenkbereik van de dissel tussen de tractor en de aangekoppelde machine. Dit kan resulteren in ernstig letsel en zelfs de dood tot gevolg hebben. Het is verboden om zich binnen de gevarenzone tussen tractor en machine op te houden zolang de tractormotor loopt en de tractor niet tegen wegrollen is beveiligd. Stuur personen weg uit de gevarenzone tussen de tractor en de machine zolang de motor van de tractor loopt en de tractor niet tegen wegrollen is beveiligd. MD082 Gevaar voor vallen van treeplanken en platforms tijdens het meerijden op de machine. Dit kan resulteren in ernstig letsel en zelfs de dood tot gevolg hebben. Het is verboden om personen mee te laten rijden op de machine en/of op rijdende machines te laten stappen. Dit verbod geldt ook voor machines met treeplanken of platforms. Zorg ervoor dat niemand op de machine meerijdt. EDX 6000-TC BAH

20 Algemene veiligheidsinstructies MD083 Gevaar door het naar binnen trekken of vastgrijpen van hand of arm door bewegende delen die aan het bedrijfsproces deelnemen. Dit kan resulteren in ernstig letsel, met inbegrip van het verlies van lichaamsdelen. Open of verwijder nooit beschermingsvoorzieningen zolang de tractormotor met aangesloten koppelingsas of hydraulisch/elektronisch systeem loopt. MD084 Kans op letsel als gevolg van beklemming van het gehele lichaam, veroorzaakt door het oponthoud in het zwenkbereik van zakkende onderdelen van de machine. Dit kan resulteren in ernstig letsel en zelfs de dood tot gevolg hebben. Het is verboden om zich binnen het draaien zwenkbereik van zakkende onderdelen van de machine op te houden. Stuur personen weg uit het zwenkbereik van zakkende onderdelen van de machine voordat u onderdelen van de machine laat zakken. MD089 Kans op letsel als gevolg van beklemming van het gehele lichaam, veroorzaakt door het oponthoud onder zwevende lasten of opgeheven onderdelen van de machine. Dit kan resulteren in ernstig letsel en zelfs de dood tot gevolg hebben. Het is verboden om zich onder zwevende lasten of opgelichte onderdelen van de machine op te houden. Bewaar voldoende afstand tussen u en zwevende lasten of opgeheven onderdelen van de machine. Zorg ervoor dat men voldoende afstand houdt tussen zwevende lasten of opgeheven onderdelen van de machine. 20 EDX 6000-TC BAH

21 Algemene veiligheidsinstructies MD095 Lees voordat u de machine in gebruikt neemt de bedieningshandleiding en de veiligheidsinstructies goed door en volg de aanwijzingen op! MD096 Gevaar als gevolg van onder hoge druk naar buiten stromende hydraulische olie als gevolg van lekkende hydraulische slangleidingen. Dit kan ernstig letsel en zelfs de dood tot gevolg hebben als hydraulische olie onder hoge druk naar buiten stroomt en de huid binnendringt. Probeer nooit lekkende hydraulische slangleidingen met de hand of vingers te dichten. Lees de bedieningshandleiding en volg de aanwijzingen op voordat u onderhouds- of reparatiewerkzaamheden aan de hydraulische slangleidingen gaat uitvoeren. Raadpleeg bij letsel als gevolg van hydraulische olie direct een arts. MD097 Kans op letsel als gevolg van beklemming van het gehele lichaam, veroorzaakt door het oponthoud binnen het slagbereik van de driepuntsophanging te bevinden wanneer de driepuntshydraulica wordt bediend. Dit kan resulteren in ernstig letsel en zelfs de dood tot gevolg hebben. Het is verboden om zich binnen het slagbereik van de driepuntsophanging te bevinden wanneer de driepuntshydraulica wordt bediend. Bedien de bedieningshendels voor de driepuntshydraulica van de tractor ο ο alleen vanaf de daarvoor bestemde werkplek. nooit wanneer u zich in het slagbereik tussen de tractor en de machine bevindt. EDX 6000-TC BAH

22 Algemene veiligheidsinstructies MD101 Dit pictogram laat zien waar u hefinrichtingen (krik) kunt plaatsen. MD102 Gevaar door onbedoeld starten en wegrollen van de machine bij werkzaamheden aan de machine, zoals monteren, instellen, oplossen van storingen, reinigen, onderhoud en reparaties. Dit gevaar kan zeer ernstig letsel of zelfs de dood tot gevolg hebben. Beveilig de tractor en machine voor alle handelingen aan de machine tegen onbedoeld starten en wegrollen. Lees de betreffende hoofdstukken in de bedieningshandleiding en volg de aanwijzingen op. MD104 Kans op letsel als gevolg van het ten val komen of beklemming van het gehele lichaam, veroorzaakt door het oponthoud in het zwenkbereik van door machineonderdelen die opzij zwenken. Dit gevaar kan zeer ernstig letsel of zelfs de dood tot gevolg hebben. Bewaar voldoende afstand tot bewegende machineonderdelen zolang de tractormotor loopt. Zorg ervoor dat personen op veilige afstand blijven van bewegende machineonderdelen. 22 EDX 6000-TC BAH

23 Algemene veiligheidsinstructies MD110 Dit pictogram duidt machineonderdelen aan die u als handgreep kunt gebruiken. MD119 Nominaal toerental (maximaal 1000 t/min) en draairichting van de aandrijfas aan machinezijde MD174 Gevaar als gevolg van het onbedoeld verplaatsen van de machine. Dit kan resulteren in ernstig letsel en zelfs overlijden tot gevolg hebben. Beveilig de machine tegen onbedoeld verplaatsen voordat u de machine van de tractor afkoppelt. Maak hiertoe gebruik van de handrem en/of een of meer onderlegwiggen. EDX 6000-TC BAH

24 Algemene veiligheidsinstructies MD181 Controleer of de wielmoeren goed vastzitten na de eerste 10 bedrijfsuren na het verwisselen van een wiel. MD187 Kans op letsel als gevolg van onbeschermde lichaamsdelen. Zaadkorrels kunnen met grote kracht ongecontroleerd naar buiten komen en letsel veroorzaken aan onbeschermde lichaamsdelen, met name aan de ogen. Trek bij een lopende turbine (separatie) nooit de zaadslangen uit de behuizing en til de aandrukrollen nooit omhoog. MD191 Waarschuwing voor straling door radar. Gevaar voor het hele lichaam door radarstralen. Bij ingeschakelde radarsensor een veiligheidsafstand van 2 m aanhouden. MD199 De maximale werkdruk van het hydraulische systeem bedraagt 210 bar. 24 EDX 6000-TC BAH

25 Plaats van de waarschuwingsstickers en overige aanduidingen Waarschuwingsstickers Algemene veiligheidsinstructies De volgende afbeeldingen geven aan waar de waarschuwingsstickers op de machine zijn aangebracht. Afb. 1 Afb. 2 EDX 6000-TC BAH

26 Algemene veiligheidsinstructies Afb. 3 Afb. 4 Afb. 5 Fig EDX 6000-TC BAH

27 2.14 Gevaren bij het negeren van de veiligheidsinstructies Het negeren van de veiligheidsinstructies Algemene veiligheidsinstructies kan personen in gevaar brengen, schadelijk zijn voor het milieu en beschadigingen aan de machine veroorzaken, kan leiden tot het verlies van alle aanspraken op schadevergoeding. Concreet kan het negeren van de veiligheidsinstructies onder meer de volgende gevaren tot gevolg hebben: In gevaar brengen van personen door onbeveiligde werkterreinen. Uitval van belangrijke machinefuncties. Onderhoud- en reparatiewerkzaamheden die niet op de voorgeschreven wijze worden uitgevoerd. In gevaar brengen van personen door mechanische of chemische oorzaken. Verontreiniging van het milieu door lekkage van hydraulische olie Veiligheidsbewust werken Naast de veiligheidsinstructies in deze bedieningshandleiding dient u zich ook te houden aan de nationale, algemeen geldende wet- en regelgeving in verband met veiligheid op het werk en het voorkomen van ongevallen. Volg de instructies op de waarschuwingsstickers zorgvuldig op om gevaarlijke situaties te voorkomen. Houd u in het verkeer op de openbare weg aan de wettelijke verkeersvoorschriften. EDX 6000-TC BAH

28 Algemene veiligheidsinstructies 2.16 Veiligheidsinstructies voor de bestuurder WAARSCHUWING Gevaar voor bekneld raken, snijden, vastgrijpen, naar binnen trekken en stoten vanwege het ontbreken van verkeers- en gebruiksveiligheid. Controleer de machine en de tractor vóór elke inbedrijfstelling op verkeers- en gebruiksveiligheid! VOORZICHTIG Boordcomputer uitschakelen vóór aanvang van transportritten vóór het uitvoeren van in-/afstel-, onderhouds- en reparatiewerkzaamheden. Gevaar voor ongevallen als gevolg van het onbedoeld in beweging zetten van de doseerunit of andere machinecomponenten door radarimpulsen Algemene veiligheidsinstructies en voorschriften ter voorkoming van ongevallen Neem behalve deze instructies ook de algemeen geldende nationale veiligheidsinstructies en voorschriften ter voorkoming van ongevallen in acht. De op de machine aangebrachte waarschuwingsstickers en andere aanduidingen geven belangrijke instructies om veilig met de machine te kunnen werken. Het opvolgen van deze instructies is voor uw eigen veiligheid! Controleer de omgeving (kinderen) voordat u gaat rijden en de machine in werking stelt! Zorg dat u voldoende zicht hebt! Het meerijden of transport op de machine is verboden. Houd een rijstijl aan waarbij u de tractor met aan- of afgekoppelde machine op elk moment onder controle hebt. Houd daarbij rekening met uw persoonlijke capaciteiten, de omstandigheden op de weg, van het verkeer, uw zicht, het weer en de rijeigenschappen van de tractor en de invloed van de aangebouwde of aangekoppelde machine. Aan- en afkoppelen van de machine Koppel en transporteer de machine alleen met tractoren die daartoe geschikt zijn. Bij het aankoppelen van machines aan de driepuntshydraulica van de tractor moeten de aanbouwcategorieën van tractor en machine overeenkomen. Koppel de machine in overeenstemming met de voorschriften aan de voorgeschreven voorzieningen. Bij het aankoppelen van de machines aan de voor- of achterzijde van een tractor dient u rekening te houden met ο het toelaatbare totaalgewicht van de tractor; 28 EDX 6000-TC BAH

29 ο ο de toelaatbare asbelastingen van de tractor; Algemene veiligheidsinstructies het toelaatbare draagvermogen van de banden van de tractor. Beveilig de tractor en de machine tegen onbedoeld in beweging komen voordat u de machine aan- of afkoppelt. Het is verboden om tijdens het achteruitrijden van de tractor naar de machine tussen de machine en de tractor te staan. Aanwezige personen mogen alleen aanwijzingen geven als zij naast het voertuig staan, en pas na stilstand tussen tractor en machine gaan staan. Voordat u de machine aan de driepuntshydraulica van de tractor koppelt of daarvan loskoppelt, dient u de bedieningshendel van de tractorhydraulica te blokkeren in een positie waarin onbedoeld heffen of zakken wordt uitgesloten. Zet de steunelementen (indien aanwezig) bij het aan- en afkoppelen van machines in de juiste stand (stabiliteit bij stilstand)! Let bij het gebruik van de steunelementen op de plekken waar u bekneld kunt raken. Ga bijzonder voorzichtig te werk bij het aankoppelen of afkoppelen van machines. Tussen de tractor en de machine bevinden zich bij de koppelingspunten plekken waar u bekneld kunt raken. Tijdens het bedienen van de driepuntshydraulica mag niemand zich tussen de tractor en de machine bevinden. Aangesloten voedingsleidingen ο moeten in bochten bij alle bewegingen zonder spanning, knikken of wrijving soepel meebewegen. ο mogen niet langs onderdelen schuren. Ontkoppelingskabels voor snelkoppelingen moeten los hangen en mogen in de onderste positie niet uit zichzelf ontkoppelen. Zorg dat de afgekoppelde machine altijd stabiel op zijn plaats staat! EDX 6000-TC BAH

30 Algemene veiligheidsinstructies Werken met de machine Maak uzelf voordat u met de werkzaamheden begint vertrouwd met de uitrusting en bedieningselementen van de machine en hun functies. Tijdens het werk is het daarvoor te laat! Draag strak zittende kleding. Losse kleding verhoogt het risico op vastgrijpen of opwikkelen door aandrijfassen! Gebruik de machine alleen als alle veiligheidsvoorzieningen zijn aangebracht en zich in de juiste positie bevinden. Houd rekening met de maximale belading van de aangebouwde/aangekoppelde machine en de toelaatbare asbelasting en oplegdruk van de tractor. Rijd eventueel alleen met gedeeltelijk gevuld reservoir. Het is verboden om zich binnen het werkbereik van de machine te bevinden. Het is verboden om zich binnen het draai- en zwenkbereik van de machine te bevinden. Extern bediende machineonderdelen (bijv. hydraulisch) zijn voorzien van delen waar u bekneld kunt raken. Gebruik extern bediende machineonderdelen uitsluitend als personen zich op voldoende veilige afstand van de machine bevinden. Beveilig de tractor tegen onbedoeld starten en wegrollen alvorens u de tractor verlaat. Hiertoe ο laat u de machine op de grond zakken; ο trekt u de handrem aan; ο zet u de motor van de tractor af; ο verwijdert u de contactsleutel. Transporteren van de machine Tijdens het rijden op de openbare weg dient u zich aan de geldende verkeersregels te houden. Schakel de boordcomputer vóór aanvang van transportritten uit. Controleer voor transportritten ο of de voedingsleidingen correct zijn aangesloten; ο of de verlichting werkt, schadevrij en schoon is; ο het remsysteem en hydraulische systeem op zichtbare gebreken; ο of de handrem volledig is losgezet; ο de werking van het remsysteem. De tractor dient altijd te beschikken over voldoende stuur- en remvermogen. Aan een tractor aangebouwde of aangekoppelde machine en gewichten aan voor- of achterzijde beïnvloeden niet alleen het rijgedrag, maar ook het stuur- en remvermogen van de tractor. Gebruik indien nodig gewichten aan de voorzijde. De vooras van de tractor dient altijd met minimaal 20% van het eigen gewicht van de tractor worden belast, om zeker te zijn van voldoende stuurvermogen. 30 EDX 6000-TC BAH

31 Algemene veiligheidsinstructies Bevestig gewichten aan voor- of achterzijde altijd in overeenstemming met de voorschriften aan de daartoe bestemde bevestigingspunten. Houd rekening met het maximale laadvermogen van de aangebouwde/aangekoppelde machine en de toelaatbare asbelasting en oplegdruk van de tractor. De tractor dient voor de beladen combinatie (tractor met aangebouwde of aangekoppelde machine) over voldoende remvertraging te beschikken. Controleer de werking van de remmen voordat u gaat rijden. Houd met een aangebouwde of aangekoppelde machine in bochten rekening met de grote uitzwaai en de middelpuntvliedende kracht van de machine. Wanneer de machine aan de driepuntshydraulica of de trekstangen van de tractor is bevestigd, dient u er voor transport voor te zorgen dat de trekstang aan de zijkant voldoende is vastgezet. Zet alle beweegbare machineonderdelen vóór transport in de transportstand. Zet alle beweegbare machineonderdelen vóór transport in de transportstand vast om te voorkomen dat zij van positie veranderen. Maak hiervoor gebruik van de daarvoor bestemde transportbeveiligingen. Vergrendel vóór transport de bedieningshendel van de driepuntshydraulica om onbedoeld heffen of zakken van de aangebouwde of aangekoppelde machine te voorkomen. Controleer vóór transport of de benodigde transportuitrustingen, zoals verlichting, waarschuwingssystemen en beschermingsvoorzieningen, op de juiste wijze aan de machine zijn gemonteerd. Controleer vóór transport door middel van een visuele controle of de pennen van de topstang en trekstang met een borgpen zijn geborgd. Pas uw rijsnelheid aan de omstandigheden ter plaatse aan. Schakel bij bergaf rijden een lagere versnelling in. Schakel de onafhankelijke wielremmen tijdens transport altijd uit (pedalen vergrendelen)! Neem het maximaal toelaatbare totaalgewicht in acht. Transporteer de machine alleen met lege zaad- en meststoftanks. EDX 6000-TC BAH

32 Algemene veiligheidsinstructies Aangekoppelde machines Houd rekening met de toegestane combinatiemogelijkheden van de trekhaak aan de tractor en de trekinrichting aan de machine. Koppel uitsluitend toegestane combinaties van voertuigen (tractor en aangekoppelde machine) aan elkaar. Houd bij machines met een enkele as rekening met de maximaal toegestane oplegdruk op de trekhaak van de tractor. De tractor dient altijd te beschikken over voldoende stuur- en remvermogen. Aangebouwde of aangekoppelde machines beïnvloeden het rijgedrag en het stuur- en remvermogen van de tractor. Dit geldt vooral voor enkelassige machines met oplegdruk op de tractor. Alleen een vakbedrijf mag de hoogte van de trekdissel instellen voor trekhaakdissels met oplegdruk. 32 EDX 6000-TC BAH

33 Algemene veiligheidsinstructies Hydraulisch systeem Het hydraulisch systeem staat onder hoge druk. Zorg ervoor dat de hydraulische slangleidingen op de juiste wijze zijn aangesloten. Bij het aansluiten van de hydraulische slangleidingen moet het hydraulisch systeem van zowel de tractor als van de machine drukloos zijn. Het is verboden om bedieningshendels op de tractor te blokkeren, als deze bedieningshendels hydraulische of elektrische functies van onderdelen rechtstreeks uitvoeren, zoals in- en uitklappen, draaien en verschuiven. De beweging moet automatisch stoppen zodra u de betreffende bedieningshendel bijbehorende regelelement loslaat. Dit geldt niet voor bewegingen van inrichtingen die ο continu zijn of ο automatisch geregeld zijn of ο voor hun werking een zweefstand of drukstand nodig hebben. Voordat u aan het hydraulisch systeem gaat werken: ο ο ο ο ο laat de machine zakken; maak het hydraulisch systeem drukloos; zet de motor van de tractor af; trek de handrem aan; verwijder de contactsleutel. Laat tenminste een keer per jaar door een deskundige controleren of de hydraulische slangleidingen nog in goede staat zijn. Vervang beschadigde en verouderde hydraulische slangleidingen. Gebruik uitsluitend originele hydraulische slangleidingen van AMAZONE. Gebruik hydraulische slangleidingen niet langer dan zes jaar. Dat is inclusief een eventuele opslagtijd van maximaal twee jaar. Ook bij vakkundige opslag en toelaatbare belasting zijn slangen en slangverbindingen onderhevig aan natuurlijke veroudering, wat hun opslagtijd en gebruiksduur beperkt. In afwijking hiervan is het mogelijk om, rekening houdend met de mogelijke risico's, de gebruiksduur op basis van ervaring te bepalen. Voor slangen en slangen van thermoplast kunnen andere richtwaarden doorslaggevend zijn. Probeer nooit lekkende hydraulische slangleidingen met de hand of vingers te dichten. Onder hoge druk naar buiten stromende vloeistof (hydraulische olie) kan via de huid in het lichaam komen en ernstig letsel veroorzaken! Raadpleeg bij wonden door hydraulische olie direct een arts! Infectiegevaar. Door de mogelijk grote kans op infectie, dient u bij het opsporen van lekkages gebruik te maken van passende hulpmiddelen. EDX 6000-TC BAH

34 Algemene veiligheidsinstructies Elektrisch systeem Bij werkzaamheden aan het elektrische systeem dient u altijd de accu (minpool) los te koppelen. Gebruik uitsluitend de voorgeschreven zekeringen. Het gebruik van te zware zekeringen veroorzaakt onherstelbare schade aan het elektrische systeem brandgevaar. Sluit de accu op de juiste wijze aan: eerst de pluspool en vervolgens de minpool. Bij het loskoppelen moet u eerst de minpool en vervolgens de pluspool loskoppelen. Voorzie de pluspool van de accu altijd van de daartoe bestemde beschermkap. Bij kortsluiting bestaat gevaar voor explosie. Explosiegevaar. Voorkom vonkvorming en open vuur in de nabijheid van de accu. De machine kan worden voorzien van elektronische componenten en onderdelen waarvan de werking door elektromagnetische straling van andere apparaten kan worden beïnvloed. Dergelijke invloeden kunnen gevaarlijk zijn voor de mens. Daarom moeten de volgende veiligheidsvoorschriften in acht worden genomen. ο ο Als achteraf elektrische apparaten en/of componenten op de machine worden geïnstalleerd en op het elektrische systeem worden aangesloten, dient de gebruiker zelf te controleren of de installatie storingen in de elektronica of andere componenten veroorzaakt. De achteraf geïnstalleerde elektrische en elektronische onderdelen moeten voldoen aan EMC-richtlijn 2004/108/EEG en zijn voorzien van de CE-markering. 34 EDX 6000-TC BAH

35 Algemene veiligheidsinstructies Remsysteem Alleen vakbedrijven of erkende remspecialisten mogen instel- en reparatiewerkzaamheden aan het remsysteem uitvoeren. Laat het remsysteem regelmatig grondig controleren. Stop de tractor direct in geval van storingen in het remsysteem. Laat de storing direct verhelpen. Zet de machine op een veilige plaats en beveilig de machine tegen onbedoeld zakken en wegrollen (wielblokken) voordat u werkzaamheden aan het remsysteem uitvoert. Ga bijzonder voorzichtig te werk bij las-, snij- en boorwerkzaamheden in de nabijheid van remleidingen. Voer na alle instel- en reparatiewerkzaamheden aan het remsysteem altijd een remmentest uit. Luchtdrukremsysteem Reinig voor het aankoppelen van de machine eerst de afdichtringen van de koppelmoffen van de voorraad- en remleidingen. U mag met de aangekoppelde machine pas wegrijden als de manometer op de tractor 5,0 bar aangeeft. Sluit de koppelmoffen op de tractor als u zonder machine gaat rijden. Bevestig de koppelmoffen van de voorraad- en remleiding van de machine aan de daarvoor bestemde blinde koppelingen. Gebruik voor het bijvullen of verversen altijd de voorgeschreven remvloeistof. Houd u bij het verversen van de remvloeistof aan de relevante voorschriften. De voorgeschreven instellingen van de remkleppen mogen niet worden gewijzigd. Vervang de luchtketel zodra ο ο ο de luchtketel in de spanbanden kan worden bewogen de luchtketel is beschadigd het typeplaatje op de luchtketel begint te roesten, los is of ontbreekt. EDX 6000-TC BAH

36 Algemene veiligheidsinstructies Hydraulisch remsysteem voor exportmachines Het gebruik van hydraulische remsystemen is in Duitsland niet toegestaan. Gebruik voor het bijvullen of verversen altijd de voorgeschreven hydraulische olie. Houd u bij het verversen van de hydraulische olie aan de betreffende voorschriften Banden Reparatiewerkzaamheden aan banden mogen uitsluitend worden uitgevoerd door bandenspecialisten met het juiste montagegereedschap. Controleer regelmatig de bandenspanning. Houdt u zich aan de voorgeschreven bandenspanning. Een te hoge bandenspanning kan een explosie veroorzaken. Zet de machine op een veilige plaats en beveilig de machine tegen onbedoeld zakken en wegrollen (handrem, wielblokken) voordat u werkzaamheden aan de banden uitvoert. U dient alle bevestigingsschroeven en moeren volgens de instructies van AMAZONEN-WERKE aan te draaien of vaster aan te draaien. 36 EDX 6000-TC BAH

37 Algemene veiligheidsinstructies Gebruik van aftakassen De aftakas mag alleen worden in- of uitgebouwd bij ο ο ο ο uitgeschakelde aftakas; uitgeschakelde tractormotor; aangetrokken handrem; verwijderde contactsleutel. Controleer vóór het inschakelen van de aftakas, of het gekozen toerental van de tractoraftakas overeenkomt met het toelaatbare aandrijftoerental van de machine. Stuur personen weg uit de gevarenzone van de machine voordat u de aftakas inschakelt. Schakel de aftakas nooit bij een uitgeschakelde tractormotor in. Na het uitschakelen van de aftakas bestaat verwondingsgevaar door de nalopende rotatiemassa van roterende machinedelen. Gedurende deze tijd uit de buurt van de machine blijven! Pas als alle machinedelen volledig tot stilstand gekomen zijn, mag u aan de machine werken Werken met zaaimachines Let op de toegestane vulhoeveelheden van de zaadgoed- /meststoftanks. Gebruik de treeplank en het platform alleen voor het vullen van de meststoftank. Het is verboden om anderen tijdens het werk op de machine te laten meerijden. Let bij de afdraaiproef op gevaarlijke plaatsen door roterende en trillende onderdelen. Leg geen losse voorwerpen in de tanks. EDX 6000-TC BAH

38 Algemene veiligheidsinstructies Reinigen, service en onderhoud Voer reinigings-, onderhouds- en servicewerkzaamheden alleen uit bij ο ο ο ο uitgeschakelde boordcomputer; uitgeschakelde aandrijving; afgezette tractormotor; verwijderde contactsleutel. Controleer regelmatig of moeren en bouten goed vastzitten en draai ze indien nodig steviger aan. Beveilig de opgeheven machine of opgeheven machineonderdelen tegen onbedoeld zakken voordat u met de service-, onderhouds- en reinigingswerkzaamheden begint. Gebruik bij het vervangen van gereedschappen met scherpe randen daartoe geschikt gereedschap en handschoenen. Voer olie, vet en filters volgens de geldende milieuvoorschriften af. Maak voordat u elektrisch gaat lassen aan tractor en aangebouwde machines eerst de kabel van de dynamo en accu van de tractor los. Onderdelen moeten minimaal voldoen aan de door AMAZONEN-WERKE vastgestelde technische eisen. Originele onderdelen van AMAZONE voldoen aan deze eisen. 38 EDX 6000-TC BAH

39 Op- en afladen 3 Op- en afladen 3.1 BELANGRIJK De uitleggers mogen alleen worden ingeklapt wanneer alle hydraulische voedingskabels op de tractor zijn aangesloten de boordcomputer AMATRON 3 is aangesloten. Om schade aan de machine te voorkomen moet u de uitleggers inklappen, zoals beschreven in hoofdstuk Klap de uitleggers en markeurs in/uit, op pagina 148. De machine kan op de volgende wijzen worden beschadigd als de uitleggers niet goed worden ingeklapt De verlichting kan bij het uitklappen van de uitleggers beschadigd raken als de drukvrije retourleiding niet op de tractor is aangesloten. Als de uitleggers uit de transportvergrendeling (Fig. 8/1) worden gelicht, wordt de verlichting neergeklapt. Wacht met het uitklappen van de uitleggers totdat de verlichting helemaal is neergeklapt (zie ook hoofdstuk Uitleggers uitklappen ), om botsingen te voorkomen. Fig. 7 Fig. 8 EDX 6000-TC BAH

40 Op- en afladen 3.2 Demontage van afzonderlijke machineonderdelen ter verkrijging van de juiste transporthoogte Om te voldoen aan de toelaatbare transporthoogte van machine en transportvoertuig moeten de volgende werkzaamheden worden uitgevoerd: 1. De zaadleidingen (Fig. 9/1) markeren en demonteren. 2. De platforms (Fig. 10/1) demonteren. 2.1 Elk platform is met vier schroeven (Fig. 10/2) bevestigd. Fig. 9 Fig. 10 In transportstand bedraagt na de demontage van de onderdelen de transporthoogte: 3,7 m de transportbreedte: 3,0 m 40 EDX 6000-TC BAH

41 Op- en afladen 3.3 Op- en afladen met tractor GEVAAR De machine kan zonder eigen remsysteem zijn uitgevoerd. Er bestaat gevaar voor ongevallen als de tractor ongeschikt is, als het remsysteem van de machine niet op de tractor aangesloten en gevuld is. Koppel de machine in overeenstemming met de voorschriften aan de tractor alvorens u de machine op een transportvoertuig laadt of van een transportvoertuig aflaadt. De machine mag voor het af- en opladen alleen met een tractor worden gekoppeld en getransporteerd als de betreffende tractor aan de gestelde vermogenseisen voldoet. Luchtdrukremsysteem: U mag met de aangekoppelde machine pas wegrijden als de manometer op de tractor 5,0 bar aangeeft. WAARSCHUWING Bij het op- en afladen is er iemand nodig die aanwijzingen geeft. EDX 6000-TC BAH

42 Op- en afladen Aangekoppelde machine opladen 1. Sluit de machine op een daartoe geschikte tractor aan voordat de machine op of van een transportvoertuig wordt geladen. Zie ο ο hoofdstuk Inbedrijfstelling, op pagina 90 hoofdstuk Machine aan- en afkoppelen, op pagina 99. Fig Demonteer de afzonderlijke machineonderdelen om de juiste transporthoogte te verkrijgen (zie hoofdstuk 3.2, op pagina 40). 3. Breng de machine in de transportstand, zie ο hoofdstuk Transport, op pagina 141 ο hoofdstuk BELANGRIJK, op pagina Schuif de machine voorzichtig achteruit op het transportvoertuig. Bij het opladen is iemand nodig die aanwijzingen geeft. 5. Zet de machine in overeenstemming met de voorschriften vast. Fig. 12 Houd er rekening mee dat de machine mogelijk niet met een handrem is uitgerust. 6. Koppel de tractor van de machine los. Fig EDX 6000-TC BAH

43 Op- en afladen De aangekoppelde machine afladen 1. Sluit de machine op een daartoe geschikte tractor aan voordat de machine van een transportvoertuig wordt afgeladen. Zie ο ο hoofdstuk Inbedrijfstelling, op pagina 90 hoofdstuk Machine aan- en afkoppelen, op pagina 99. Fig Verwijder de transportbeveiliging. 3. Trek de aangekoppelde machine voorzichtig van het transportvoertuig. Bij het afladen is iemand nodig die aanwijzingen geeft. De machine uitschakelen 4. Koppel de machine van de tractor af (zie hoofdstuk 7.6, op pagina 116). De onderdelen monteren 5. Klap de machine uit, zie hoofdstuk BELANGRIJK, op pagina Monteer de platforms (Fig. 10). 7. Monteer de zaadleidingen (zie hoofdstuk Bevestiging van de zaadslangen, op pagina 184). 8. Koppel de machine van de tractor af (zie hoofdstuk 7.6, op pagina 116). EDX 6000-TC BAH

44 Productbeschrijving 4 Productbeschrijving Dit hoofdstuk geeft een uitgebreid overzicht van de opbouw van de machine, geeft de namen van de afzonderlijke bedieningshendels. Lees dit hoofdstuk bij voorkeur terwijl u bij de machine aanwezig bent. Op deze manier raakt u optimaal vertrouwd met de machine. 4.1 Overzicht van bouwgroepen Fig. 15 (1) Zaadtank met separatie (2) Zaadgoedslangen (3) Dubbele zaaischijf met hydraulische zaaischijfdrukverstelling (4) Meststoftank (5) Meststof-verdeelkop (6) Meststofschijf met hydraulische meststofschijfverstelling (7) Markeurs (8) Onderstel (9) Wielkeggen (10) Transportvijzel 44 EDX 6000-TC BAH

45 Productbeschrijving Fig. 16/ (1) Opbergkoker voor ο de bedieningshandleiding ο de doseerrol ο de digitale weegschaal Fig. 17/ Bedieningsterminal AMATRON 3 Fig. 16 Fig. 33/ (1) Radar Fig. 17 Fig. 19/ (1) Trekbalk (2) Dissel, uittrekbaar (3) Steunpoot, in-/uitklapbaar (4) Treeplank Fig. 18 Fig. 19 EDX 6000-TC BAH

46 Productbeschrijving Fig. 20/ Houder voor voedingskabels Fig. 21/ (1) Turbine (separatie en mesttransport) Fig. 20 Fig. 22/ (1) Niveausensor (zaadgoed) (2) Sensor (luchtdruk) Fig. 21 Fig. 22/... (1) Verstelhendel zaadgoedschuif Fig. 22 Fig EDX 6000-TC BAH

47 Productbeschrijving Fig. 22/... (1) Verstelhendel luchtgeleidingsplaat Fig. 25/... (1) Verstelhendel afdichtingslip Fig. 24 Fig. 22/... (1) Verstelhendel van de mech. afstelbare zaadgoedafstroper Fig. 25 Fig. 22/... (1) Wijzer van de elektr. afstelbare zaadgoedafstroper Fig. 26 Fig. 27 EDX 6000-TC BAH

48 Productbeschrijving Fig. 28/ Dubbele zaaischijf Fig. 29/ (1) Oprolbaar dekzeil (mesttank) Fig. 28 Fig. 30/ (1) Niveausensor (mest) Fig. 29 Fig. 31/ (1) Meststof-doseerunit (2) Injectiesluis (3) Elektromotor (aandrijving van de mestrol) Fig. 30 Fig EDX 6000-TC BAH

49 Productbeschrijving Fig. 32/ (1) Afdraai-emmer (mest) in houder voor afdraaiproef Fig. 33/ (1) Elektr.-hydr. regelblok Fig. 32 Fig. 33 EDX 6000-TC BAH

50 Productbeschrijving 4.2 Veiligheidssystemen en beschermingsvoorzieningen Fig. 34/ (1) Zeefrooster turbine Fig. 35/ (1) Ladder (2) Zeefrooster (dient als beschermingsrooster in de mesttank) Fig. 34 Fig. 36/ (1) Vergrendeling van de machine-elementen in de transportstand Fig. 35 Fig EDX 6000-TC BAH

51 4.3 Overzicht voedingsleidingen tussen tractor en machine Productbeschrijving Alle hydraulische slangleidingen zijn voorzien van grepen. Op de grepen bevinden zich kleurmarkeringen met een markeringsgetal of -letter, om de betreffende hydraulische functie van de persleiding aan een tractorregeleenheid toe te kennen! Bij de markeringen is folie op de machine gelijmd, die de betreffende hydraulische functies verduidelijken. Afhankelijk van de hydraulische functie moet de tractorregeleenheid met verschillende bedieningstypen worden gebruikt. Borgend, voor een permanente oliecirculatie Tippend, bedienen, tot de actie is uitgevoerd Zweefstand, vrije oliestroom in regeltoestel Omschrijving Functie Tractorregeleenheid gele gele Vorwahl über Bedien- Terminal Markeur Achterframe In werkstand zetten In wendakker zetten omhoog omlaag dubbelwerkend dubbelwerkend groene uitklappen inklappen Machineelementen dubbelwerkend blauw blau rot rot Vorwahl über Schalthah n Transportvijzel in-/uitklappen vijzelloop Hydraulische motor van turbine / Zaaischijfdruk (zaai- en meststofschijf) (Drukleiding met voorrang / ca. 38 l/min.) enkel - werkend enkel - werkend enkel - werkend drukloze retourleiding (Drukvrije leiding (zie hoofdstuk "Montagevoorschrift hydr. turbineaansluiting op de tractorhydraulica", op pagina 98). Tractorgedeelte Machinegedeelte (EDX) EDX 6000-TC BAH

52 Productbeschrijving Naam Aanduiding Functie Remleiding Voorraadleiding geel rood (zie hoofdstuk 7.1, op pagina 100) Gescheiden luchtdrukremsysteem Naam Functie Machinestekker (zie hoofdstuk 5.3, op pagina 64) Boordcomputer AMATRON 3 Stekker (7-polig) Rijverlichting Hydr. remleiding (zie hoofdstuk 7.2, op pagina 105) 1) Hydraulisch bedrijfsremsysteem 1) In Duitsland en enkele andere EU-landen niet toegestaan 52 EDX 6000-TC BAH

53 Productbeschrijving 4.4 Verkeerstechnische uitrusting Fig. 37/ (1) 2 naar achteren gerichte waarschuwingsborden (2) 1 snelheidssticker Fig. 38/ (1) 2 naar achteren gerichte richtingaanwijzers (2) 2 reflectoren, geel (3) 2 rem- en achterlichten (4) 2 rode reflectoren (5) 1 kentekenplaatverlichting (6) 2 reflectoren, driehoekig Fig. 37 Fig. 39/ (1) 2 naar voren gerichte waarschuwingsborden (2) 2 x 3 reflectoren, geel (zijdelingse afstand max. 3 m) Fig. 38 Fig. 40/ (1) 2 naar voren gerichte breedtelichten (2) 2 naar voren gerichte richtingaanwijzers Fig. 39 Fig. 40 EDX 6000-TC BAH

54 Productbeschrijving 4.5 Gebruik volgens voorschriften De machine is gebouwd ο ο voor de separatie en het uitzaaien van alle gebruikelijke soorten zaad; voor het doseren en verspreiden van alle gebruikelijke mestsoorten; wordt met de driepunt aan een tractor gekoppeld en bediend door één persoon; De volgende liggingen op een helling kunnen worden bereden Schuinte rijrichting naar links 10 % rijrichting naar rechts 10 % Helling bergop 10 % bergaf 10 % Tot het gebruik volgens de voorschriften behoort ook: het opvolgen van alle aanwijzingen in deze bedieningshandleiding; het in acht nemen van de inspectie- en onderhoudswerkzaamheden; het uitsluitend gebruiken van originele AMAZONE-reserveonderdelen. Het op andere wijze gebruiken dan hierboven is vermeld, is verboden en geldt als gebruik in strijd met de voorschriften. Voor schade die voortvloeit uit gebruik in strijd met de voorschriften is de gebruiker zelf verantwoordelijk; is AMAZONEN-WERKE in geen geval aansprakelijk. 54 EDX 6000-TC BAH

55 Productbeschrijving 4.6 Gevarenzone en gevaarlijke plaatsen De gevarenzone is de omgeving van de machine waarin personen binnen bereik zijn van arbeidsbewegingen van de machine en zijn gereedschappen; door de machine naar buiten geslingerde materialen of voorwerpen; onbedoeld omlaag zakkende omhoog geheven gereedschappen; onbedoeld wegrollen van de tractor en de machine. De gevarenzone van de machine bevat gevaarlijke plaatsen met permanente of onverwacht optredende risico's. Waarschuwingsstickers geven deze gevaarlijke plaatsen aan en waarschuwen voor restgevaar dat constructief gezien niet kan worden verholpen. Voor de gevarenzone en de gevaarlijke plaatsen gelden de speciale veiligheidsvoorschriften van de betreffende hoofdstukken. Er mogen zich geen personen In de gevarenzone van de machine ophouden zolang de tractormotor met aangesloten aftakas van het hydraulisch systeem draait; zolang de tractor en machine niet zijn beveiligd tegen onbedoeld starten en wegrollen. De bestuurder mag de machine alleen bewegen of gereedschappen van transport- in arbeidsstand en van arbeidsstand in transportstand zetten of in beweging brengen wanneer er zich geen personen in de gevarenzone van de machine ophouden. Gevaarlijke zones bevinden zich: tussen tractor en machine, vooral bij het aan- en afkoppelen en bij het vullen van de tanks; in de buurt van bewegende onderdelen; binnen het bereik van de zwenkbare uitleggers; binnen het bereik van de zwenkbare markeurs; onder opgetilde, niet-beveiligde machines en machinedelen; bij het uit- en inklappen van de uitleggers in de buurt van bovengrondse leidingen; bij het betreden van de machine; achter de machine in de buurt van de zaadgoedtank. Als de zaadgoedslang losraakt, schiet er zaadgoed uit de optosensor. EDX 6000-TC BAH

56 Productbeschrijving 4.7 Typeplaatje en CE-markering De afbeelding toont de plaats van het typeplaatje en de CEmarkering. De CE-markering op de machine geeft aan dat de machine voldoet aan de bepalingen van de EU-richtlijnen die van kracht zijn. Op het typeplaatje staan de volgende zaken vermeld: Serienummer van de machine. Type Basisgewicht (kg) Toelaatbare oplegdruk (kg) Toelaatbare asbelasting achter (kg) Toelaatbare systeemdruk (bar) Toel. totaalgewicht kg Fabriek Modeljaar Bouwjaar (naast CE-markering) Fig EDX 6000-TC BAH

57 Productbeschrijving 4.8 Technische gegevens Precisiezaaimachine Aantal zaaiaggregaten Afstand tussen rijen Werkbreedte EDX 6000-TC zie tabel (Fig. 42) Nuttige belasting (op het land) [l] 600 Inhoud meststoftank [l] Werksnelheid [km/u] 15 Benodigd vermogen (vanaf) [kw/pk] vanaf 125/170 Oliedoorstroomhoeveelheid (minimaal) [l/min] 80 Hydraulica max. werkdruk [bar] 200 Elektrisch systeem [V] 12 (7-polig) Transmissieolie/hydraulische olie Categorie koppelingspunten Transmissieolie/hydraulische olie Utto SAE 80W API GL4 Cat. III Cat. II (optie) Cat. IV (optie) Banden 700/ Continu geluidsniveau [db(a)] 72 Totale hoogte (in werkstand) [mm] Totale hoogte (met transportvijzel) [mm] Maximale oplegdruk met volle zaadtank (op het land) Bedrijfsremsysteem (optie) 1) (aansluiting op de tractor) 1) 2) [kg] Gescheiden luchtdrukremsysteem of hydraulisch remsysteem 2) De machine kan zonder eigen remsysteem zijn uitgevoerd. Zonder remsysteem is het gebruik niet toegestaan in Duitsland en enkele andere landen. Met een hydraulisch remsysteem is het gebruik niet toegestaan in Duitsland en enkele andere landen. Machinesoort Aantal zaaiaggregaten Afstand tussen de rijen [cm] Werkbreedte , , ,4 EDX 6000-TC Fig , , , , ,0 EDX 6000-TC BAH

58 Productbeschrijving Gegevens met betrekking tot transport op de weg (alleen met lege meststof- en zaadtanks!) Precisiezaaimachine EDX 6000-TC Totale breedte (in transportstand) [m] 3,0 Totale lengte (in transportstand) [m] 6,0 Totale hoogte (in transportstand, zonder zaadleidingen en treeplank) [m] 4,0 Leeggewicht (basisgewicht) [kg] Toegestaan totaal gewicht [kg] 9000 Maximale belading op openbare weg [kg] 500 Toegestane asbelasting achter [kg] Toegestane oplegdruk (F H ) op openbare weg (zie typeplaatje) Maximaal toelaatbare snelheid [kg] zonder remsysteem 1) [km/u] 25 met remsysteem [km/u] 40 1) Zonder remsysteem is het gebruik niet toegestaan in Duitsland en enkele andere landen. 4.9 Benodigde tractoruitrusting Om de machine in overeenstemming met de voorschriften te gebruiken, dient de tractor te voldoen aan de volgende voorwaarden. Motorvermogen van de tractor EDX 6000-TC Vanaf 125 kw (170 PK) Elektrisch systeem Benodigd vermogen voor tractordynamo met EDX 6000-TC: Contactdoos voor verlichting: 12V bij 135 A 7-polig 58 EDX 6000-TC BAH

59 Productbeschrijving Hydraulisch systeem Maximale bedrijfsdruk: Pompvermogen tractor: Hydraulische olie in de machine: Regeleenheid geel: Regeleenheid groen: Regeleenheid blauw: 210 bar minimaal 80 l/min bij 150 bar Transmissieolie/hydraulische olie Utto SAE 80W API GL4 De hydraulische olie/transmissieolie in de machine is geschikt voor gecombineerd gebruik in hydraulische systemen en versnellingsbakken van alle gangbare tractormerken. dubbelwerkende regeleenheid dubbelwerkende regeleenheid enkelwerkende regeleenheid Bedieningsinrichting rood: 1 enkel- of dubbelwerkende bedieningsinrichting met prioriteitsregeling voor de stuurleiding 1 drukloze retourleiding met grote insteekkoppeling (DN 16) voor de drukloze terugvoer van olie. In de retourleiding mag de stuwdruk niet meer bedragen dan 10 bar. Bedrijfsremsysteem Bedrijfsremsysteem met twee leidingen: 1 koppelmof (rood) voor de voorraadleiding Hydraulisch remsysteem: 1 koppelmof (geel) voor de remleiding 1 hydraulische koppeling volgens ISO 5676 Het hydraulische remsysteem is in Duitsland en enkele EU-landen niet toegestaan Gegevens over geluidsemissie De emissiewaarde op de werkplek (geluidsniveau) bedraagt 70 db(a), gemeten tijdens bedrijf met gesloten cabine en op oorhoogte van de tractorbestuurder. Meetapparaat: OPTAC SLM 5. De hoogte van het geluidsniveau is vooral afhankelijk van het gebruikte voertuig. EDX 6000-TC BAH

60 Opbouw en werking 5 Opbouw en werking Dit hoofdstuk informeert u over de opbouw van de machine en de werking van de afzonderlijke componenten. Fig. 43 De EDX 6000-TC is uitgerust met een centrale zaadtank (Fig. 43/1). De instelling van de strooihoeveelheid vindt plaats door het intoetsen van gegevens in de boordcomputer AMATRON 3. De AMATRON 3 bepaalt de werksnelheid en de afgelegde afstand aan de hand van de impulsen van de radar (Fig. 43/2). Onder de zaadgoedtank drijft een elektromotor de separatietrommel aan [in het venster (Fig. 43/3) zichtbaar] afhankelijk van de ingestelde strooihoeveelheid en de werksnelheid. De centrale instelling (Fig. 43/4) van de afstrijkers, die de meervoudige plaatsing van zaadkorrels op de trommel voorkomen, en de centrale instelling (Fig. 43/5) van de luchtgeleidingsplaat zijn eenvoudig bereikbaar. De afbeelding (Fig. 44) toont het traject van de zaadkorrels van de separatie tot de positionering door de dubbele zaaischijf (Fig. 43/6) in de zaaivoor. De meststof wordt in de meststoftank (Fig. 43/7) vervoerd. De transportvijzel (Fig. 43/13, optie) dient voor het vullen van de meststoftank. De gewenste hoeveelheid mest wordt gedoseerd door een doseerrol in de doseerunit (Fig. 43/8). De doseerrol wordt aangedreven door een elektromotor. De werksnelheid en de ingestelde meststofhoeveelheid bepalen het aandrijftoerental van de doseerrol. De door de turbine (Fig. 43/9) gegenereerde luchtdruk wordt gebruikt voor het transport van de meststof en voor de separatie van het zaaigoed. De meststof wordt van de injectiesluis naar de verdeelkop getranspor- 60 EDX 6000-TC BAH

61 Opbouw en werking teerd (Fig. 43/10) en van daaruit gelijkmatig over alle meststofschijven (Fig. 43/11) verdeeld. De meststof wordt naast het zaadgoed in de grond afgelegd. De diepte-instelling van de meststofschijven vindt centraal plaats via een regeleenheid op de tractor. De aansluitrij wordt aangegeven door markeurs (Fig. 43/12) in het midden van de tractor. De machine kan tot een transportbreedte van 3 m worden ingeklapt. Fig. 44 De zaadgoedtank (Fig. 44/1) is uitgerust met een separatietrommel (Fig. 44/2) waarop de exacte pneumatische separatie van de zaadkorrels plaatsvindt. De centraal instelbare luchtstroom zet de korrels in het wervelbed (Fig. 44/3) in beweging. Elke trommelboring wordt door een zaadkorrel afgesloten. Bij meerdere plaatsingen verwijderen centraal afstelbare afstrijkers de overtollige zaadkorrels. De op de korrels uitgeoefende zuigkracht wordt onderbroken door een rol (Fig. 44/4) die in de trommel is bevestigd. De rol sluit de boring direct voor de afvoeropening waarop de zaadslang (Fig. 44/5) is bevestigd af. De overdruk ontsnapt via de zaadslang. De zaadkorrel komt los van de trommel, wordt door de stroming sterk versneld en bij de zaaischijf met hoge snelheid uitgevoerd. Een opvangrol (Fig. 44/6) vangt de zaadkorrel zacht op en drukt deze stevig in de voor. De modulaire scheiding van separatie en uitzaai waarborgt een juiste positionering van het zaadgoed, ook bij hoge werksnelheden tot maximaal 15 km/uur. Er wordt een rechthoekige voor gemaakt. De opvangrol sluit goed op de rand, zodat de optimale positionering ook bij verschillende bodemomstandigheden en hoge werksnelheid is gewaarborgd. EDX 6000-TC BAH

62 Opbouw en werking Optioneel kan elke zaadslang (Fig. 45/1) door een zwenkbaar moduul (Fig. 45/2) worden afgesloten. De modulen worden aangestuurd door de boordcomputer (zie bedieningshandleiding AMATRON 3). Door het afsluiten van de zaadslangen met behulp van de modulen (Fig. 46/1) kan er een willekeurig aantal rijen handmatig worden uitgeschakeld kunnen er rijpaden worden aangelegd. Fig. 45 Fig Radar De radar (Fig. 47/1) meet de afgelegde afstand. De boordcomputer heeft deze informatie nodig voor het berekenen van de rijsnelheid en het bewerkte terrein (aantal hectares). Fig EDX 6000-TC BAH

63 Opbouw en werking 5.2 Bedrijfsremsysteem Gescheiden luchtdrukremsysteem De machine is in Duitsland uitgerust met een gescheiden luchtdrukremsysteem. Het gescheiden luchtdrukremsysteem bedient twee remcilinders, die de remblokken in de remtrommels activeren. Ook de tractor moet zijn uitgerust met een gescheiden luchtdrukremsysteem Hydraulisch bedrijfsremsysteem De machine is mogelijk uitgerust met een hydraulisch bedrijfsremsysteem. Het gebruik van het hydraulische bedrijfsremsysteem is niet toegestaan in Duitsland en een aantal andere EU-landen. Ook de tractor moet zijn uitgerust met een hydraulisch bedrijfsremsysteem Machines zonder eigen remsysteem De machine kan zonder bedrijfsremsysteem zijn uitgevoerd. Zonder eigen remsysteem is de machine in Duitsland, de EU en enkele andere landen niet toegelaten. EDX 6000-TC BAH

64 Opbouw en werking 5.3 Bedieningsterminal AMATRON 3 De AMATRON 3 bestaat uit de bedieningsterminal (Fig. 48), de basisuitrusting (kabel- en bevestigingsmateriaal) en de jobcomputer van de machine. Bevestig de bedieningsterminal aan de hand van de bedieningshandleiding van AMATRON 3 in de tractorcabine. Fig. 48 Via de bedieningsterminal Fig. 48 kunt u de specifieke gegevens van de machine invoeren; de gegevens van de opdracht invoeren; de machine voor de wijziging van de hoeveelheid zaad tijdens het zaaien aansturen; hydraulische functies vrijschakelen voordat zij door de betreffende bedieningsinrichting kunnen worden uitgevoerd, de zaaimachine tijdens het zaaien controleren, het vulpeil van de zaadgoed- en meststoftank controleren. De AMATRON 3 berekent de huidige rijsnelheid [km/uur]; de huidige zaaihoeveelheid [korrels/ha]; de daadwerkelijke inhoud [kg] van zaadtank en meststoftank; de resterende afstand [m] tot de zaadgoed-/meststoftank leeg is; het turbinetoerental; het toerental van de separatietrommels; de druk in de separatie. De AMATRON 3 slaat voor een gestarte opdracht de volgende gegevens op de afgegeven hoeveelheid zaadgoed/meststof per dag en in totaal [kg], de hoeveelheid grond die per dag in totaal is bewerkt [ha]; de zaaitijd per dag en totale zaaitijd [h]; de gemiddelde arbeidsprestatie [ha/h]. 64 EDX 6000-TC BAH

65 5.4 Regeling van de machine met boordcomputer AMATRON 3 Opbouw en werking De hydraulische functies van de machine worden bediend via het elektrohydraulische stuurventielenblok (zonder beschermkappen weergegeven). Voordat de betreffende regeleenheid de hydraulische functie kan uitvoeren, moet u eerst de gewenste hydraulische functie in de AMATRON 3 selecteren. Door het vrijschakelen van de hydraulische functie in de AMATRON 3 kunnen alle hydraulische functies worden bediend met slechts 2 tractorregeleenheden voor de machinefuncties; 1 tractorbedieningsinrichting voor de turbine. Afb. 49 EDX 6000-TC BAH

66 Opbouw en werking 5.5 Frame en uitleggers Fig. 50 De machine omvat een hoofdframe (Fig. 50/1) met onderstel en meststoftank. een inklapbaar achterframe (Fig. 50/2), ο ο dat de zaaikouters vóór het keren op de kopakker optilt nagenoeg verticaal wordt geplaatst vóór het inklappen van de uitleggers (Fig. 50/3) twee voor het transport inklapbare uitleggers (Fig. 50/3). 66 EDX 6000-TC BAH

67 Opbouw en werking 5.6 Zaadgoedseparatie en verspreiding Zaadgoedtank De zaadtank is voorzien van een drukdicht afsluitbaar deksel (Fig. 51/1). Het deksel wordt met een vergrendelbare hendel (Fig. 51/2) bediend. Twee gasveren ondersteunen het openen van het deksel. De zaadgoedtank (Fig. 52/1) is boven de behuizing van de separatietrommel (Fig. 52/2) geplaatst. Fig. 51 Fig. 52 EDX 6000-TC BAH

68 Opbouw en werking Separatietrommel Verschillende soorten zaadgoed vereist de aanpassing van de separatietrommel aan het zaadgoed. Selecteer en monteer de benodigde separatietrommel aan de hand van de tabel (Fig. 54) (zie hoofdstuk "De separatietrommel monteren/demonteren", op pagina 182). De separatietrommels onderscheiden zich door het aantal rijen (Fig. 53/1) en de boringsdiameters. Fig. 53 Zaadgoed Maïs Separatietrommel Aantal rijen Boring pet separatietrommel [mm] Aanwijzing ,5 Standaard separatietrommel voor maïs ,5 Separatietrommel voor kleine maïskorrels Zonnebloemen ,0 Fig. 54 Aanbeveling voor het selecteren van de juiste maisseparatietrommel Voor het afleggen van maïs zijn twee separatietrommels, met boringsdiameter Ø 4,5 mm en Ø 5,5 mm, beschikbaar. Het selecteren van de juiste trommel is afhankelijk van de korrelvorm, die sterk in grootte en vorm varieert. Grote korrels hebben de beste hechting bij een Ø 5,5 mm-trommel. Gebruik de Ø 4,5 mmtrommel uitsluitend, wanneer grote korrels zodanig zijn gevormd dat ze in de trommel met boringsdiameters met Ø 5,5 mm te ver naar binnen steken en daardoor beschadigd raken. Gebruik als richtwaarde, afhankelijk van het duizendkorrelgewicht van het zaadgoed, de trommel met boringen met Ø 4,5 mm met boringen met Ø 5,5 mm voor maïs tot 250 DKG voor maïs vanaf 230 DKG. Selecteer het overlappingsbereik (230 DKG tot 250 DKG) afhankelijk van de korrelvorm, bijv.: de trommel met boringen met Ø 4,5 mm voor een langwerpige korrel, zodat deze niet door de grotere boring valt de trommel met boringen met Ø 5,5 mm voor een ronde korrel, zodat deze aan de trommel hecht. 68 EDX 6000-TC BAH

69 Opbouw en werking Zaadgoedschuif Het zaadgoed vloeit uit de zaadgoedtank in het wervelbed (Fig. 55/1) direct voor de separatietrommel. Het wervelbed mag niet volledig met zaadgoed zijn gevuld. Bij de latere luchttoevoer kan er anders geen werveling ontstaan. Komt er te veel zaadgoed in het wervelbed terecht, reduceer de toevoerhoeveelheid dan door de zaadgoedschuif (Fig. 55/2) te verstellen. In de ruststand moet het kijkglas aangeven dat de tank halfvol is met zaadgoed. De afstelling van de zaadgoedschuif is afhankelijk van de werksnelheid en van het soort zaadgoed. Fig. 55 Fig. 56 EDX 6000-TC BAH

70 Opbouw en werking Bedien de zaadgoedschuif met behulp van de hendel (Fig. 57/1). De cijfers op de schaalverdeling, waar de wijzer (Fig. 57/2) van de hendel naartoe wijst, dienen ter oriëntering. De instelwaarden zijn in de tabel (Fig. 58) af te lezen. Fig. 57 Zaadgoed Schaalwaarde zaadgoedschuif Maïs 2 3 Zonnebloemen 2 Fig. 58 De tabelwaarden (Fig. 58) zijn referentiewaarden. Controleer het resultaat van de instelling in het kijkglas (Fig. 43/3) en verstel de hendel overeenkomstig. Als het wervelbed te veel zaadgoed bevat: draai de hendel (Fig. 57/1) met de klok mee (-). Als het wervelbed te weinig zaadgoed bevat: draai de hendel (Fig. 57/1) tegen de klok in (+). Wijst de hendel naar schaalwaarde 0, dan is de toevoer vanaf de zaadgoedtank gesloten. 70 EDX 6000-TC BAH

71 Opbouw en werking Luchtgeleidingsplaat Lucht die door het wervelbed stroomt zet de zaadkorrels voor de separatietrommel in beweging. De luchthoeveelheid is correct gedoseerd, wanneer de zaadkorrels zich in het kijkglas los bewegen (zonder te springen) niet door de separatietrommel worden weggeslingerd. Stel de benodigde luchthoeveelheid voor het wervelbed in door de luchtgeleidingsplaat met behulp van de hendel te verstellen (Fig. 60/1). De cijfers op de schaalverdeling, waar de wijzer (Fig. 60/2) van de hendel naartoe wijst, dienen ter oriëntering. De instelwaarden zijn in de tabel (Fig. 61) af te lezen. Fig. 59 Fig. 60 Zaadgoed Schaalwaarde luchtgeleidingsplaat Maïs 0,6 Zonnebloemen 0,5 Fig. 61 De tabelwaarden (Fig. 61) zijn referentiewaarden. Kleine, goed stromende maïskorrels hebben bijvoorbeeld een kleinere luchthoeveelheid nodig dan grote maïskorrels met daaraan vastzittend bestrijdingsmiddel. Controleer via het kijkglas (Fig. 43/3) het resultaat van de afstelling. De hoeveelheid lucht in het wervelbed verlagen: De hoeveelheid lucht in het wervelbed verhogen: draai de hendel (Fig. 60/1) met de klok mee (-). draai de hendel (Fig. 60/1) tegen de klok in (+). EDX 6000-TC BAH

72 Opbouw en werking Zaadgoedafstrijkers Dubbel bezette en lege plekken in de separatietrommel worden na het bereiken van de rijsnelheid door de optosensor gedetecteerd. De AMATRON 3 geeft een alarmsignaal af. Mechanisch of elektrisch afstelbare zaadgoedafstrijkers verwijderen overtollige zaadkorrels. De tabelwaarden (Fig. 62) zijn referentiewaarden. Zaadgoed Schaalwaarde zaadgoedafstrijkers Maïs 60 Zonnebloemen 60 Fig. 62 Corrigeer de afstrijkerafstelling wanneer de AMATRON 3 bij werksnelheid lege of dubbel bezette plekken aangeeft. Bij dubbel bezette plekken Bij lege plekken zet de wijzer tegen de klok in op een hogere schaalwaarde. zet de wijzer met de klok mee op een lagere schaalwaarde. 72 EDX 6000-TC BAH

73 Opbouw en werking Zaadgoedafstrijkers, mech. afstelbaar Door het verstellen van de hendel (Fig. 63/1) kan de afstrijkerstand worden gewijzigd. De cijfers op de schaalverdeling, waar de wijzer (Fig. 63/2) van de hendel naartoe wijst, dienen ter oriëntering. De instelwaarden zijn in de tabel (Fig. 62) af te lezen. Fig Zaadgoedafstrijkers, elektr. afstelbaar De ingestelde afstrijkerstand wordt weergegeven door de wijzer (Fig. 64/1) door AMATRON 3. Geeft de AMATRON 3 bij werksnelheid lege of dubbel bezette plekken aan, corrigeer de afstrijkerstand dan zoals beschreven in de bedieningshandleiding van AMATRON 3. Een elektrische stelmotor (Fig. 65/1), aangestuurd door AMATRON 3, stelt de zaadgoedafstrijkers af. Fig. 64 Fig. 65 EDX 6000-TC BAH

74 Opbouw en werking Tussenschot (optioneel), voor werkzaamheden op hellingen Tijdens het rijden op hellingen kan het zaadgoed in de separatie verschuiven. Afzonderlijke boringen in de trommel of complete rijen worden dan niet meer van zaadgoed voorzien. Tussenschotten (Fig. 66/1), die het verschuiven van het zaadgoed in het wervelbed kunnen voorkomen, vormen hiervoor een oplossing. Fig Digitale zaadgoedniveaubewaking De niveausensor (Fig. 67/1) bewaakt het zaadgoedniveau in de tank. Bereikt het zaadgoedniveau de niveausensor, dan geeft AMATRON 3 een waarschuwing af. Tegelijkertijd is een waarschuwingssignaal hoorbaar. Dit alarmsignaal herinnert de tractorbestuurder eraan om tijdig meststof bij te vullen. Fig EDX 6000-TC BAH

75 Opbouw en werking Turbine voor zaadgoedseparatie en meststoftransport De turbine (Fig. 68/1) genereert de luchtstroom voor zaadgoedseparatie voor meststoftransport De hydraulische motor van turbine (Fig. 68/2) wordt aangedreven door de tractorhydraulica of een hydraulische pomp, die op de aftakas van de tractor is gemonteerd. Het maximale turbinetoerental bedraagt 4000 t/min. Het turbinetoerental is correct ingesteld, wanneer de AMATRON 3 een luchtdruk van 55 mbar in de separatie aangeeft. De luchtdruk in het separatiehuis wordt gemeten door een druksensor (Fig. 69/1). Fig. 68 Fig. 69 Om te zorgen dat de zaadkorrels niet van de separatietrommel afvallen, dient de luchtdruk in het separatiehuis constant te worden gehouden. De vereiste luchtdruk wordt opgebouwd indien, alle boringen van de separatietrommel van zaadkorrels zijn voorzien het turbinetoerental constant wordt gehouden het systeem dicht is (druktank). De AMATRON 3 geeft een alarmsignaal af, wanneer de boringen van de separatietrommel niet zijn voorzien van zaadkorrels. De waarschuwing wordt afgegeven wanneer er geen zaadgoed door de optosensor wordt gedetecteerd. EDX 6000-TC BAH

76 Opbouw en werking Hydraulische motor turbine met aansluiting op de tractorhydraulica Voor het aansluiten van de hydraulische motor turbine op de tractorhydraulica moet de tractor zijn voorzien van de juiste hydraulische aansluitingen (zie hoofdstuk Montagevoorschrift hydr. turbineaansluiting op de tractorhydraulica, op pagina 98). Stel het turbinetoerental in op de stroomregelklep van de tractor (zie hoofdstuk Turbinetoerental instellen via stroomregelklep tractor, op pagina 138) of (indien niet aanwezig) op de drukbegrenzingsklep van de hydraulische motor (zie hoofdstuk Turbinetoerental instellen via drukbegrenzingsklep machine, op pagina 139) Hydraulische pomp turbine met aansluiting aftakas (optie) De hydraulische motor turbine kan worden aangedreven door een hydraulische pomp (Fig. 70), die op de aftakas van de tractor zit. Fig EDX 6000-TC BAH

77 Opbouw en werking Dubbele zaaischijf De dubbele zaaischijf (Fig. 71/1) rust op de beide draagrollen (Fig. 71/2) en zorgt voor een constante werkdiepte. De dubbele zaaischijf en de draagrollen hebben een zeer grote diameter. Plantenresten vóór de vorenvormer (Fig. 71/3) worden door de dubbele zaaischijf opzij geschoven. De instelbare aandrukrollen (Fig. 71/4) sluiten de zaaivoor en drukken deze aan. Fig Aflegdiepte zaadgoed Met een spil (Fig. 72/1) wordt de aflegdiepte voor het zaadgoed ingesteld. De schaalverdeling (Fig. 72/2) dient als instelhulp. Stel alle zaaiaggregaten op dezelfde schaalwaarde in. De maximale aflegdiepte voor het zaadgoed bedraagt 10 cm. Fig. 72 Controleer de aflegdiepte voor het zaadgoed en de korrelafstand na elke instelling van de aflegdiepte voor het zaadgoed bij de overgang van lichte grond naar zware grond en omgekeerd. De draagrollen dringen bij lichte grond dieper in de grond dan bij zware. EDX 6000-TC BAH

78 Opbouw en werking Zaaischijfdruk (dubbele zaaischijf) De instelbare zaaischijfdruk belast de dubbele zaaischijf tot 250 kg. De gewenste aflegdiepte voor het zaadgoed kan alleen bij een op juiste wijze ingestelde zaaischijfdruk worden bereikt. Bij een te lage zaaischijfdruk wordt de aflegdiepte niet bereikt. De zaaischijven hebben een onrustige loop. Bij een te hoge zaaischijfdruk trekken de draagrollen te diepe voren. De machine wordt opgetild. Fig. 73 Fig. 74 Stel de zaaischijfdruk in door bediening van de klep (Fig. 73/1) of een stelmotor (Fig. 74/1, optie) die via de AMATRON 3 in de tractorcabine wordt bediend. Lees de zaaischijfdruk af op de manometer (Fig. 73/2) op het display van de AMATRON 3 (bij de optie stelmotor ). De op de manometer (Fig. 73/2) weergegeven druk wijzigt zich zolang de turbine die door het hydraulisch systeem van de tractor wordt aangedreven op een constant toerental loopt. 78 EDX 6000-TC BAH

79 Opbouw en werking Grondaandrukkracht en intensiteit van de aandrukrollen De instelbare aandrukrollen (Fig. 75/1) sluiten de zaaivoor en drukken de grond op het zaadgoed aan. Fig. 75 Grondaandrukkracht van de aandrukrollen De grondaandrukkracht van de aandrukrollen neemt toe naarmate het schuifstuk (Fig. 75/2) in het tandsegment (Fig. 75/3) grijpt. Intensiteit van de aandrukrollen De intensiteit van de aandrukrollen kan worden gewijzigd door het axiaal verstellen van de aandrukrollen (Fig. 75/4). Pas de instelling van de aandrukrollen aan de grond respectievelijk de zaaivoor aan. Als het gewenste resultaat niet wordt bereikt, moet u de aandrukrollen verstellen door de as te verdraaien. De hendel (Fig. 76/1) wordt voor de instelling gebruikt. Fig. 76 EDX 6000-TC BAH

80 Opbouw en werking Sterruimers (optioneel) Sterruimers (Fig. 77/1) egaliseren de zaaigeul. Sterruimers zijn geschikt voor mulchzaad. Fig Kluitenruimers (optioneel) Kluitenruimers (Fig. 78/1) vereffenen de zaaigeul. Kluitenruimers zijn geschikt voor mulchzaad. Fig Afstrijkers van draagrollen (optioneel) Elke draagrol kan worden uitgerust met een afstrijkerarm (Fig. 79/1). Met een afstrijkerarm mag de rijenafstand van de machine niet kleiner zijn dan 45 cm. De afstrijkers (Fig. 79/2) zijn afstelbaar. Fig EDX 6000-TC BAH

81 Opbouw en werking 5.7 Meststofdosering en verspreiding Meststoftank De tank (Fig. 80/1) is goed bereikbaar voor het vullen, afdraaien en leegmaken. Tijdens het werk staat de vormgeving van de tank garant voor een goed zicht op de gereedschappen. Door de grote opening van de tank kan deze snel worden gevuld. Het oprolbaar dekzeil (Fig. 80/2) beschermt het transportgoed tegen regenwater en stof. De binnenverlichting van de tank is gekoppeld aan de tractorverlichting. Fig. 80 Fig. 81 EDX 6000-TC BAH

82 Opbouw en werking Transportvijzel (optie) De transportvijzel (Fig. 82/1) dient voor het vullen van de meststoftank. Een zeil voorkomt dat er regenwater in de vultrechter komt. Voor het vullen wordt de transportvijzel hydraulisch uitgeklapt. Tijdens het zaaien en voor het transport is de transportvijzel ingeklapt; deze zit dan dicht tegen de tank. De bedieningshendels zitten direct naast de transportvijzel. Een bedieningshendel dient voor het in- en uitklappen van de transportvijzel. Met de tweede bedieningshendel wordt de transportvijzel in- en uitgeschakeld. De transportvijzel wordt door een hydraulische motor aangedreven en door een hydraulische cilinder geklapt. De transportvijzel moet op een enkelvoudig werkende tractorregeleenheid worden aangesloten. Bij het klappen van de transportvijzel en het vullen van de tank moet de tractormotor ook draaien. Fig Digitale niveausensor (optie) Het meststofniveau in de tank wordt bewaakt door een niveausensor. Bereikt het meststofniveau de niveausensor, dan geeft de AMATRON 3 een waarschuwing af. Tegelijkertijd is een waarschuwingssignaal hoorbaar. Dit alarmsignaal herinnert de tractorbestuurder eraan om tijdig meststof bij te vullen. De hoogte van de niveausensor (Fig. 83/1) kan van buitenaf worden ingesteld door deze in een van de houders te bevestigen. Bevestig de niveausensor afhankelijk van de ingestelde strooihoeveelheid. Bevestiging van de sensor in de bovenste houder bij grote strooihoeveelheden in de onderste houder bij kleine strooihoeveelheden Fig EDX 6000-TC BAH

83 Opbouw en werking Meststof-doseerunit en injectiesluis In de doseerunit wordt de meststof met behulp van een doseerrol (Fig. 84/1) gedoseerd. De doseerrol wordt aangedreven door een elektromotor (Fig. 85/1). De meststof valt in de injectiesluis (Fig. 85/2) en wordt door de luchtstroom naar de verdeelkop en verder naar de meststofschijven geleid. Fig. 84 Fig. 85 Voor de afdraaiproef en de lediging valt de meststof door een opening in de onderzijde van de injectiesluis. De opening wordt afgesloten door een draaischuif. De draaischuif kan met een hendel (Fig. 86/1) worden bediend. Let erop dat de hendel bij het openen en sluiten vastklikt. De opening in de bodem van de injectiesluis is gesloten wanneer de hendel (1) in de rijrichting (pijl) naar links wijst, zoals hier weergegeven. Laat de hendel (1) altijd vastklikken in een van beide posities draaischuif gesloten draaischuif geopend. Fig. 86 EDX 6000-TC BAH

84 Opbouw en werking Instelling meststofhoeveelheid De doseerrol wordt aangedreven door een elektromotor (Fig. 87/1). Het toerental van de doseerrol wordt bepaald door de ingestelde strooihoeveelheid in de AMATRON 3 en door de werksnelheid. AMATRON 3 berekent de werksnelheid uit de impulsen van de radar (Fig. 88/1). Elke instelling kan met behulp van een afdraaiproef worden gecontroleerd. Fig. 87 Fig. 88 Het toerental van de doseerrollen bepaalt de strooihoeveelheid. Hoe hoger het toerental van de elektromotor, des te hoger de strooihoeveelheid. past zich automatisch aan de werksnelheid aan. Zodra de machine wordt opgetild, bijvoorbeeld voor het keren op wendakker, wordt de elektromotor uitgeschakeld. 84 EDX 6000-TC BAH

85 Opbouw en werking Afdraaiproef Met de afdraaiproef controleert u of ingestelde en daadwerkelijke meststofhoeveelheid met elkaar overeenkomen. Voer de afdraaiproef altijd uit bij het wisselen van meststofsoorten; bij dezelfde soort meststof, maar verschillende korrelgrootte, korrelvorm of ander soortelijk gewicht; bij afwijkingen tussen de door de AMATRON 3 berekende en de werkelijke strooihoeveelheid. Het zaadgoed dat bij de afdraaiproef beschikbaar komt valt in de afdraai-emmer. De afdraai-emmer is opgehangen in een transporthouder en met een borgpen (Fig. 89/1) geborgd. Fig. 89 Bij de overgang van normale grond naar zware grond kan de strooihoeveelheid tijdens het uitvoeren van de werkzaamheden met een druk op een knop van de AMATRON 3 worden verhoogd Verdeelkop In de verdeelkop (Fig. 90/1) wordt de meststof gelijkmatig over alle meststofschijven verdeeld. Fig. 90 EDX 6000-TC BAH

86 Opbouw en werking Enkelvoudige meststofschijf De enkelvoudige meststofschijf (Fig. 91/1) is geschikt voor het afgeven van meststof op geploegde en met mulch bedekte grond. De aflegdiepte kan worden ingesteld. Die maximale aflegdiepte bedraagt 15 cm. Als aanvulling op de hydr. verstelling kan de aflegdiepte in het tractorspoor per meststofschijf individueel worden ingesteld door deze op een andere positie te bevestigen. Fig. 91 Fig. 92 Fig. 93 Stel de werkdiepte van de enkelvoudige meststofschijf (Fig. 91/1) in door bediening van de klep (Fig. 92/1) of een stelmotor (Fig. 93/1, optie) die via de AMATRON 3 in de tractorcabine wordt bediend. Lees de druk af die op de centrale verstelling wordt uitgeoefend op de manometer (Fig. 92/2) op het display van de AMATRON 3 (bij de optie stelmotor ). De op de manometer (Fig. 92/2) weergegeven druk wijzigt zich zolang de turbine (separatie) op een constant toerental loopt. 86 EDX 6000-TC BAH

87 Opbouw en werking De aflegdiepte is afhankelijk van drie factoren: de bodemgesteldheid; de druk die op de centrale verstelling wordt uitgeoefend; de werksnelheid. Controleer de aflegdiepte regelmatig. De af fabriek ingestelde afstand tussen de positionering van de mest en het zaadgoed bedraagt 5 cm. De afstand tussen de positionering van de mest en het zaadgoed is instelbaar (door de werkplaats). In zeer lichte grond kan de enkelvoudige meststofschijf via een lange, afstelbare ketting (optioneel, Fig. 94/1) door de zaaischijf in de grond worden geleid. Fig. 94 EDX 6000-TC BAH

88 Opbouw en werking 5.8 Markeurs De hydraulisch bediende markeurs maken afwisselend rechts en links naast de machine een spoor in de grond. De actieve markeur maakt hierbij een markering. De bestuurder van de tractor kan deze markering gebruiken om na het keren op de wendakker correct aan te sluiten op eerder gezaaide rijen. De niet-actieve markeur ligt tijdens de werkzaamheden dicht tegen de machine aan. De bestuurder moet de markering precies in het midden van de tractor te houden. Instelbaar zijn: de lengte van de markeurs; de arbeidsintensiteit van de markeurs, afhankelijk van de grondsoort. Fig. 95 Fig. 96 Voor het passeren van obstakels kan de actieve markeur op het land worden in- en uitgeklapt. Als de markeur desondanks tegen een vast obstakel stoot, wordt de overbelastingsbeveiliging van het hydraulisch systeem geactiveerd en wijkt de hydraulische cilinder voor het obstakel, zodat de markeur tegen beschadigingen wordt beschermd. Met behulp van de regeleenheid kan de tractorbestuurder de markeur na het passeren van het obstakel opnieuw uitklappen. 88 EDX 6000-TC BAH

89 Opbouw en werking 5.9 Tractorwiel-sporenwissers (optie) De tractorwiel-sporenwissers (Fig. 97/1) maken het vastgereden spoor van de tractorbanden los en zorgen voor fijne grond voor het bedekken van de zaaigeulen. De sporenwissers kunnen horizontaal en verticaal worden versteld. Horizontaal kunnen de sporenwissers traploos worden versteld. Fig Verlichting gereedschappen (optioneel) Het werkbereik van de gereedschappen kan 's nachts worden verlicht. De schakelaar voor de verlichting kan op de machine of in de tractorcabine worden bevestigd. Sluit de verlichting aan op de 12V-aansluiting in de tractorcabine. Fig. 98 Fig. 99 EDX 6000-TC BAH

90 Inbedrijfstelling 6 Inbedrijfstelling Dit hoofdstuk voorziet u van informatie over het in bedrijf stellen van uw machine; de wijze waarop u kunt controleren of u de machine aan uw tractor kunt aansluiten/aankoppelen. Alvorens de machine in bedrijf te stellen, dient de gebruiker deze handleiding te hebben gelezen en begrepen. Neem de informatie in het hoofdstuk "Veiligheidsinstructies voor de gebruiker" in acht bij het ο aan- en afkoppelen van de machine; ο transporteren van de machine; ο werken met de machine. De tractor waarop u de machine aankoppelt of waarmee u de machine transporteert dient daartoe geschikt te zijn. De tractor en machine dienen te voldoen aan de wettelijke verkeersvoorschriften. Zowel de eigenaar als bestuurder zijn ervoor verantwoordelijk dat de machine voldoet aan de nationale verkeersvoorschriften. WAARSCHUWING Gevaar voor bekneld raken, scharen, snijden, naar binnen trekken en vastgrijpen hij de hydraulische of elektrische onderdelen. Blokkeer geen bedieningshendels op de tractor als deze hendels hydraulische of elektrische functies direct uitvoeren, zoals in- en uitklappen, draaien en verschuiven. De beweging moet automatisch stoppen zodra u de betreffende bedieningshendel bijbehorende regelelement loslaat. Dit geldt niet voor bewegingen van inrichtingen die continu zijn of automatisch geregeld zijn of voor hun werking een zweefstand of drukstand nodig hebben. 90 EDX 6000-TC BAH

91 Inbedrijfstelling 6.1 Controleren of de tractor geschikt is WAARSCHUWING Het negeren van de gebruiksvoorschriften kan leiden tot gevaar voor breuk, onvoldoende stabiliteit en onvoldoende stuur- en remvermogen van de tractor. Controleer of uw tractor geschikt is voordat u de machine aan de tractor koppelt. Koppel de machine uitsluitend aan tractoren die daartoe geschikt zijn. Voer een remmentest uit om te controleren of de tractor ook met aangekoppelde machine over voldoende remvermogen beschikt. Voor de geschiktheid van uw tractor zijn in het bijzonder de volgende voorwaarden van belang: het vermogen van de hydraulische pomp van de tractor dient minimaal 80 l/min te bedragen; 12 V bij 110 A van de tractordynamo; het toelaatbare totaalgewicht; de toelaatbare asbelastingen; de toelaatbare oplegdruk op het koppelingspunt van de tractor; het draagvermogen van de gemonteerde banden; het toelaatbare trekgewicht dient voldoende te zijn. Deze gegevens staan op het typeplaatje of op het kentekenbewijs en in de bedieningshandleiding van de tractor. De vooras van de tractor moet altijd met tenminste 20% van het leeggewicht van de tractor belast zijn. De tractor dient de door de tractorfabrikant voorgeschreven remvertraging ook te realiseren als de machine is aangekoppeld. EDX 6000-TC BAH

92 Inbedrijfstelling Berekenen van de daadwerkelijk waarden voor het totale gewicht van de tractor, de belastingen van de tractorassen, de draagvermogens van de banden en het minimaal benodigde ballastgewicht Het toelaatbare totaalgewicht van de tractor, aangegeven in het kentekenbewijs, dient hoger te zijn dan de som van leeggewicht van tractor, het ballastgewicht en het totale gewicht van de aangebouwde machine of oplegdruk van de aangekoppelde machine. Deze opmerking geldt alleen voor Duitsland. Als het, ondanks het ten volle benutten van alle mogelijkheden die in redelijkheid gevergd kunnen worden, niet mogelijk is om de asbelastingen en/of het toelaatbare totaalgewicht aan te houden, kan op basis van een rapport van een officieel erkende deskundige voor het autoverkeer met toestemming van de tractorfabrikant de volgens het deelstaatrecht verantwoordelijke overheidsinstantie een speciale vergunning volgens paragraaf 70 StVZO alsmede de noodzakelijke toestemming volgens paragraaf 29 alinea 3 StVO verlenen. 92 EDX 6000-TC BAH

93 Inbedrijfstelling Benodigde gegevens voor de berekening (aangehangen machine) Fig. 100 T L [kg] Leeggewicht van tractor zie bedieningshandleiding van tractor of kentekenbewijs [kg] Voorasbelasting van de lege tractor T V T H [kg] Achterasbelasting van de lege tractor G V [kg] Frontgewicht (indien aanwezig) zie technische gegevens Frontgewicht of wegen F H [kg] Maximale oplegdruk zie hoofdstuk "Technische gegevens", op pagina 57 a [m] Afstand tussen zwaartepunt frontaanbouwmachine of frontgewicht en het midden van de vooras (totaal a 1 + a 2 ) zie technische gegevens van de tractor en frontaanbouwmachine of frontgewicht of opmeten a 1 [m] Afstand tussen het midden van de vooras en het midden van het aansluitpunt van de trekstangen zie bedieningshandleiding van tractor of opmeten a 2 [m] Afstand tussen het midden van het aansluitpunt van de trekstangen en het zwaartepunt van de frontaanbouwmachine of frontgewicht (zwaartepuntafstand) zie technische gegevens van de frontaanbouwmachine of frontgewicht of opmeten b [m] Wielbasis van de tractor zie bedieningshandleiding van tractor of kentekenbewijs of opmeten c [m] Afstand tussen midden achteras en midden van aansluitpunt van trekstangen zie bedieningshandleiding van tractor of kentekenbewijs of opmeten EDX 6000-TC BAH

94 Inbedrijfstelling Berekening van het minimaal noodzakelijke ballastgewicht voor G V min om de bestuurbaarheid van de tractor te waarborgen G F = c TV b + 0,2 TL b a b H V min + Voer de waarde van het berekende minimale ballastgewicht G V min, dat aan de voorzijde van de tractor nodig is, in de tabel (hoofdstuk ) in Berekening van de daadwerkelijke voorasbelasting van de tractor T V tat T V tat G = V ( a + b) + T b V b F H c Voer de waarde van de berekende daadwerkelijke voorasbelasting en de in de bedieningshandleiding van de tractor genoemde toelaatbare voorasbelasting in de tabel (hoofdstuk ) in Berekening van het daadwerkelijke totaalgewicht van de combinatie tractor en machine G = G + T + F tat V L H Voer de waarde van het berekende daadwerkelijke totaalgewicht en het in de bedieningshandleiding van de tractor genoemde toelaatbare totaalgewicht van de tractor in de tabel (hoofdstuk ) in Berekening van de daadwerkelijke achterasbelasting van de tractor T H tat T H tat = G tat T V tat Voer de waarde van de berekende daadwerkelijke achterasbelasting en de in de bedieningshandleiding van de tractor genoemde toelaatbare achterasbelasting in de tabel (hoofdstuk ) in Draagvermogen van de banden Voer de dubbele waarde (twee banden) van het toelaatbare draagvermogen van de band (zie bijv. documentatie van de bandenfabrikant) in de tabel (hoofdstuk ) in. 94 EDX 6000-TC BAH

95 Inbedrijfstelling Tabel Daadwerkelijke waarde volgens berekening Toelaatbare waarde volgens bedieningshandleiding van tractor Dubbel toelaatbaar draagvermogen (twee banden) Minimaal ballastgewicht voor/achter / kg Totaalgewicht kg kg -- Voorasbelasting kg kg kg Achterasbelasting kg kg kg Raadpleeg het kentekenbewijs van uw tractor voor de toelaatbare waarden voor het totaalgewicht van de tractor, de asbelastingen en het draagvermogen van de banden. De daadwerkelijke, berekende waarden dienen kleiner te zijn of gelijk ( ) aan de toelaatbare waarden. WAARSCHUWING Gevaar voor bekneld raken, snijden, vastgrijpen, naar binnen trekken en stoten door onvoldoende stuur- en remvermogen van de tractor. Het is verboden om de machine aan te koppelen aan de tractor waarop de berekening is gebaseerd, als ook slechts één van de daadwerkelijke, berekende waarde groter is dan de toelaatbare waarde, aan de tractor geen frontgewicht (indien nodig) voor het minimaal benodigde ballastgewicht voor (G V min ) is bevestigd. Gebruik een frontgewicht waarvan het gewicht in ieder geval overeenkomt met ballastgewicht dat aan de voorzijde minimaal noodzakelijk is (G V min )! EDX 6000-TC BAH

96 Inbedrijfstelling Voorwaarden voor het gebruik van tractoren met aangekoppelde machines WAARSCHUWING Gevaar voor breuk bij gebruik van componenten door ontoelaatbare combinaties van koppelinrichtingen. Zorg ervoor dat de daadwerkelijke oplegdruk niet hoger is dan de toelaatbare oplegdruk voor de koppelinrichting van de tractor de door de oplegdruk veranderde asbelastingen en gewichten van de tractor binnen de toelaatbare grenzen blijven. Voer in geval van twijfel een meting uit. de statische, daadwerkelijke achterasbelasting van de tractor niet hoger is dan de toelaatbare achterasbelasting het toelaatbare totaalgewicht van de tractor niet wordt overschreden de toelaatbare draagvermogens van de banden niet worden overschreden Machines zonder eigen remsysteem Zonder eigen remsysteem is de machine in Duitsland en enkele andere landen niet toegestaan. WAARSCHUWING Gevaar voor bekneld raken, snijden, vastgrijpen, naar binnen trekken en stoten door onvoldoende remvermogen van de tractor. De tractor dient de door de tractorfabrikant voorgeschreven remvertraging ook te realiseren als de machine is aangekoppeld. Als de machine niet beschikt over een eigen remsysteem dient het daadwerkelijke tractorgewicht hoger of gelijk ( ) te zijn aan het daadwerkelijke gewicht van de aangekoppelde machine, In sommige landen gelden afwijkende bepalingen. In Rusland bv. moet het gewicht van de tractor tweemaal zo groot zijn dan dat van de aangekoppelde machine. bedraagt de maximaal toelaatbare rijsnelheid 25 km/u. 96 EDX 6000-TC BAH

97 Inbedrijfstelling 6.2 Beveilig de tractor/machine tegen onbedoeld starten en wegrollen WAARSCHUWING Gevaar voor bekneld raken, scharen, snijden, afsnijden, vastgrijpen, opwikkelen, naar binnen trekken, vastgrijpen en stoten bij handelingen aan de machine door onbedoeld zakken van de door de driepuntshydraulica van de tractor opgeheven, onbeveiligde machine onbedoeld zakken van opgeheven, onbeveiligde onderdelen onbedoeld starten en wegrollen van de tractor/machine combinatie. Beveilig de tractor en de machine tegen onbedoeld starten en wegrollen voordat u handelingen aan de machine uitvoert. Alle handelingen aan de machine, zoals montagewerkzaamheden, instellen, verhelpen van storingen, reinigen, uitvoeren van service- en onderhoudswerkzaamheden, zijn verboden als de machine nog wordt aangedreven; zolang de tractormotor met aangesloten tractoraftakas / hydraulisch systeem loopt, wanneer de contactsleutel in het contactslot van de tractor is geplaatst en de tractormotor bij aangesloten tractoraftakas / hydraulisch systeem onbedoeld kan worden gestart, als tractor en machine niet met hun handrem en/of wielblokken tegen het per ongeluk wegrollen beveiligd zijn, wanneer bewegende onderdelen niet tegen onbedoeld bewegen zijn geblokkeerd. vooral bij deze werkzaamheden bestaat er gevaar door contact met onbeveiligde onderdelen. 1. Parkeer de tractor met de machine alleen op een vaste en vlakke bodem. 2. Laat de opgeheven, onbeveiligde machine / opgeheven, onbeveiligde onderdelen van de machine zakken. Op deze wijze voorkomt u dat zij onbedoeld zakken. 3. Zet de motor van de tractor uit. 4. Verwijder de contactsleutel. 5. Trek de handrem van de tractor aan. 6. Beveilig de machine met wielkeggen tegen onbedoeld wegrollen. EDX 6000-TC BAH

98 Inbedrijfstelling 6.3 Montagevoorschrift hydr. turbineaansluiting op de tractorhydraulica De stuwdruk mag niet hoger zijn dan 10 bar. Volg daarom de montagevoorschriften bij het aansluiten van de hydraulische turbineaansluiting op. Sluit de hydraulische koppeling van de drukleiding (Fig. 101/5) aan op een enkel- of dubbelwerkende tractorregeleenheid met voorrang. Sluit de grote hydraulische koppeling van de retourleiding (Fig. 101/6) alleen aan op een drukloze tractoraansluiting met directe toegang tot het reservoir met hydraulische olie (Fig. 101/4). Sluit de retourleiding niet aan op een tractorregeleenheid zodat de stuwdruk van 10 bar niet wordt overschreden. Om de tractorretourleiding achteraf aan te sluiten, gebruikt u uitsluitend pijpen DN 16, bijv. Ø 20 x 2,0 mm met korte retourleiding naar het reservoir met hydraulische olie. Voor het gebruik van alle hydraulische functies dient het vermogen van de hydraulische pomp van de tractor minimaal 80 l/min bij 150 bar te bedragen. Fig. 101/... (A) Machinegedeelte (B) Tractorgedeelte (1) Hydraulische motor voor turbine N max. = 4000 t/min (2) Filter (3) enkel- of dubbelwerkende regeleenheid met voorrang (4) Reservoir hydraulische olie (5) Toevoer: drukleiding met voorrang (markering: 1 rode) (6) Retour: drukvrije leiding met "grote" steekkoppeling (markering: 2 rode) Fig. 101 De hydraulische olie mag niet te warm worden. Grote oliestromen in combinatie met kleine oliereservoirs zorgen ervoor dat de hydraulische olie snel warm wordt. De inhoud van het oliereservoir van de tractor (Fig. 101/4) dient minimaal twee keer zo groot te zijn als de gepompte hoeveelheid olie. Als de hydraulische olie te sterk opwarmt, dient in een erkende werkplaats een oliekoeler te worden ingebouwd. 98 EDX 6000-TC BAH

99 Machine aan- en afkoppelen 7 Machine aan- en afkoppelen Raadpleeg bij het aan- en afkoppelen van machines het hoofdstuk "Veiligheidsinstructies voor de gebruiker". VOORZICHTIG Boordcomputer uitschakelen vóór aanvang van transportritten vóór het uitvoeren van in-/afstel-, onderhouds- en reparatiewerkzaamheden. Gevaar voor ongevallen als gevolg van het onbedoeld in beweging zetten van de doseerunit of andere machinecomponenten door radarimpulsen. WAARSCHUWING Gevaar voor bekneld raken door onbedoeld starten en wegrollen van de machine en tractor bij het aan- of afkoppelen van de machine. Beveilig de tractor en machine tegen onbedoeld starten en wegrollen, voordat u voor het aan- of afkoppelen in de gevarenzone tussen tractor en machine gaat staan. WAARSCHUWING Gevaar voor bekneld raken tussen de achterzijde van de tractor en de machine bij het aan- en afkoppelen van de machine. Bedien de bedieningshendels voor de driepuntshydraulica van de tractor alleen vanaf de daarvoor bestemde werkplek nooit wanneer u zich in de gevarenzone tussen tractor en machine bevindt. GEVAAR Gevaar voor bekneld raken bij het afkoppelen van de machine. Laat bij uitgeklapte machine het achterframe resp. de meststof- /zaaikouters volledig zakken voordat de machine van de tractor wordt afgekoppeld. Met opgetilde meststof-/zaaikouters kan de trekbalk na het losmaken van de trekstangen van de tractor omhoogslaan. EDX 6000-TC BAH

100 Machine aan- en afkoppelen 7.1 Gescheiden luchtdrukremsysteem Het gescheiden luchtdrukremsysteem bedient twee remcilinders, die de remblokken in de remtrommels activeren. Ook de tractor moet zijn uitgerust met een gescheiden luchtdrukremsysteem. De machine is uitgerust met een handrem. De handrem bedient u met de kruk (pal). Handrem aantrekken: Slingeromwentelingen naar rechts Handrem loszetten: Slingeromwentelingen naar links Fig. 102 VOORZICHTIG Zet de handrem voor het afkoppelen van de machine vast en zet deze pas weer los nadat u de machine van de tractor heeft losgekoppeld. De naleving van de onderhoudsintervallen is beslist noodzakelijk voor de goede werking van het remsysteem. 100 EDX 6000-TC BAH

101 Machine aan- en afkoppelen Het gescheiden luchtdrukremsysteem is uitgerust met een voorraadleiding (Fig. 103/1) met koppelingskop (rood), een remleiding (Fig. 103/2) met koppelingskop (geel) Fig. 103 Na het afkoppelen van de machine wordt het bedrijfsremsysteem van de machine geactiveerd wanneer het rempedaal van de tractor wordt ingedrukt en de handrem van de tractor wordt vastgezet. Bij het losmaken van de voorraadleiding (rood) van de tractor werkt het bedrijfsremsysteem automatisch als een handrem op de machine, mits de luchtdrukketel is gevuld. Bij het opnieuw aansluiten van de voorraadleiding (rood) op de tractor wordt de handrem automatisch losgezet zodra de bedrijfsdruk is opgebouwd en de handrem van de tractor is losgezet. Om er zeker van de zijn dat de machine na het afkoppelen wordt afgeremd, moet u de handrem (zie Fig. 102) van de machine vastzetten. Zet de handrem pas los nadat de machine aan de tractor is gekoppeld. GEVAAR Het bedrijfsremsysteem werkt bij het losmaken van de voorraadleiding (rood) alleen op de machine wanneer de luchtdrukketel is gevuld. Bij een lege luchtdrukketel wordt de machine niet afgeremd bij het losmaken van de voorraadleiding (rood). EDX 6000-TC BAH

102 Machine aan- en afkoppelen Aansluiten van de rem- en voorraadleiding WAARSCHUWING Gevaar voor bekneld raken, snijden, vastgrijpen, naar binnen trekken en stoten vanwege een niet goed functionerend remsysteem. Let er bij het aansluiten van de rem- en voorraadleiding op dat ο de afdichtringen van de koppelmoffen schoon zijn ο de afdichtringen van de koppelmoffen goed afdichten. Vervang beschadigde afdichtringen direct. Ga met de aangekoppelde machine pas rijden als de manometer op de tractor 5,0 bar aangeeft! WAARSCHUWING Gevaar door bekneld raken, snijden, vastgrijpen, naar binnen trekken en stoten door onbedoeld gaan rijden van de machine als de bedrijfsrem is losgezet. Sluit altijd eerst de koppelmof van de remleiding (geel) en daarna de koppelmof van de voorraadleiding (rood) aan. De bedrijfsrem van de machine wordt direct losgezet zodra u de rode koppelmof aansluit. 1. De machine aan de tractor koppelen. 2. Trek de handrem aan, zet de tractormotor af en verwijder de contactsleutel uit het slot. 3. Open de kappen (Fig. 104/1) van de koppelmoffen op de tractor. 4. Controleer of de afdichtringen in de koppelmof schoon en schadevrij zijn. 5. Reinig verontreinigde afdichtringen of vervang beschadigde afdichtringen. 6. Bevestig de koppelmof van de remleiding (geel) in overeenstemming met de voorschriften aan de geel gemarkeerde koppeling (Fig. 104/2) op de tractor. 7. Bevestig de koppelmof van de voorraadleiding (rood) in overeenstemming met de voorschriften aan de rood gemarkeerde koppeling op de tractor. 8. Zet de handrem (zie Fig. 102) los. Fig EDX 6000-TC BAH

103 Machine aan- en afkoppelen Loskoppelen van de voorraad- en remleiding GEVAAR Beveilig de machine altijd met de wielkeggen voordat u de machine loskoppelt van de tractor. WAARSCHUWING Gevaar door bekneld raken, snijden, vastgrijpen, naar binnen trekken en stoten door onbedoeld gaan rijden van de machine als de bedrijfsrem is losgezet. Koppel altijd eerst de koppelmof van de voorraadleiding (rood) en daarna de koppelmof van de remleiding (geel) los. Bij het loskoppelen van de voorraadleiding (rood) van de tractor wordt de bedrijfsrem van de machine in remstand gezet. Hou altijd deze volgorde aan. Doet u dat niet, dan wordt de bedrijfsrem losgezet en kan de ongeremde machine in beweging komen. 1. Beveilig de machine tegen onbedoeld wegrollen door ο ο de handrem vast te zetten onderlegwiggen te gebruiken. 2. Koppel de koppelmof (Fig. 105) van de voorraadleiding (rood) los. 3. Koppel de koppelmof van de remleiding (geel) los. 4. Bevestig de koppelmoffen in de blinde koppelingen. 5. Sluit de kappen van de koppelmoffen op de tractor. Fig. 105 EDX 6000-TC BAH

104 Machine aan- en afkoppelen Bedieningselementen van het gescheiden luchtdrukremsysteem Wanneer de machine van de tractor is afgekoppeld wordt de machine afgeremd via de handrem (zie Fig. 102) via de bedrijfsrem (noodrem) wanneer de luchtdrukketel is gevuld. De bedrijfsrem kan bijvoorbeeld worden losgezet voor het verplaatsen in een werkplaats (zie Fig. 106). De bedrijfsrem loszetten: Druk op toets (1) Zet de handrem vast: Trek knop (1) naar buiten. De bediening is alleen mogelijk met een gevulde luchtdrukketel. Met een lege luchtdrukketel wordt de machine niet afgeremd. Fig. 106 GEVAAR Zet de bedrijfsrem van de afgekoppelde machine nooit los op sterk hellend terrein. 104 EDX 6000-TC BAH

105 Machine aan- en afkoppelen 7.2 Hydraulisch bedrijfsremsysteem Het hydraulische bedrijfsremsysteem bedient twee remcilinders, die de remblokken in de remtrommels activeren. Ook de tractor moet zijn uitgerust met een hydraulisch bedrijfsremsysteem. De machine is uitgerust met een handrem. De handrem bedient u met de kruk (pal). Handrem aantrekken: Slingeromwentelingen naar rechts Handrem loszetten: Slingeromwentelingen naar links Fig. 107 VOORZICHTIG Zet de handrem voor het afkoppelen van de machine vast en zet deze pas weer los nadat u de machine van de tractor heeft losgekoppeld. De naleving van de onderhoudsintervallen is beslist noodzakelijk voor de goede werking van het remsysteem. EDX 6000-TC BAH

106 Machine aan- en afkoppelen Aankoppelen van het hydraulisch bedrijfsremsysteem 1. Zet de handrem vast (zie Fig. 107). 2. Koppel de machine aan de tractor. 3. Verwijder de beschermkap (Fig. 112/1). 4. Reinig indien nodig de hydraulische mof (Fig. 108) respectievelijk de hydrauliekstekker van de tractor. 5. Koppel de hydrauliekmof en de hydrauliekstekker. Fig. 108 Voorkom olieverontreinigingen door vuile hydraulische koppelingen. GEVAAR Controleer het verloop van de remleiding. De remleiding mag niet tegen andere onderdelen schuren. 6. Zet de handrem los (zie Fig. 107). 7. Sluit de afvoerklep via het zeil (Fig. 109/1) op de tractor aan. Als de tractor en machine door een ongeval worden gescheiden, zal de machine worden afgeremd. Fig EDX 6000-TC BAH

107 Machine aan- en afkoppelen 8. Vul de hydraulische accumulator (Fig. 110/1) voordat u gaat rijden. 8.1 Houd het rempedaal van de tractor minimaal 10 seconden ingedrukt. Hierdoor zal de hydraulische accumulator worden gevuld. Om de volledige werking van het bedrijfsremsysteem te herstellen moet u de hydraulische accumulator vullen voordat u gaat rijden. Fig Afkoppelen van het hydraulisch bedrijfsremsysteem 1. Maak de hydraulische accumulator leeg (Fig. 110/1) voordat u de hydrauliekmof (Fig. 112) loskoppelt. 1.1 Bedien het ventiel (Fig. 111/1). Hierdoor zal de hydraulische accumulator worden geleegd. De hydrauliekmof (Fig. 112) kan alleen opnieuw aan de tractor worden gekoppeld wanneer de hydraulische accumulator is leeggemaakt. 2. Handrem aantrekken. 3. Trek de hydrauliekmof los van de tractor. 4. Bescherm de hydrauliekmof en de hydrauliekstekker met beschermkappen (Fig. 112/1) tegen verontreiniging. 5. Plaats de hydraulische leiding in de slanggarderobe. Fig. 111 Fig. 112 EDX 6000-TC BAH

108 Machine aan- en afkoppelen 7.3 Hydraulische slangleidingen WAARSCHUWING Infectiegevaar door hydraulische olie die onder hoge druk naar buiten stroomt! Bij het aansluiten en loskoppelen van de hydraulische slangleidingen moet het hydraulische systeem van zowel de tractor als van de machine drukloos zijn. Raadpleeg bij letsel door hydraulische olie direct een arts Hydraulische slangleidingen aansluiten WAARSCHUWING Gevaar voor bekneld raken, snijden, vastgrijpen, naar binnen trekken en stoten door functiestoringen als gevolg van verkeerd aangesloten hydraulische slangleidingen. Let bij het aansluiten van de hydraulische slangleidingen op de kleurmarkeringen op de hydrauliekstekkers. Controleer of de hydraulische oliën onderling compatibel zijn voordat u de machine aansluit op het hydraulische systeem van de tractor. Meng geen minerale olie met biologische olie. Neem de maximaal toegestane oliedruk van 200 bar in acht. Sluit uitsluitend schone hydrauliekstekkers aan. Steek de hydrauliekstekker(s) zo ver in de hydrauliekmof(fen) dat de stekker duidelijk vastklikt. Controleer of de hydraulische slangleidingen correct zijn aangesloten en goed afdichten. 1. Zet de bedieningshendel op de regeleenheid in de tractor in de neutrale stand. 2. Reinig de hydrauliekstekker van de hydraulische slangleidingen voordat u de hydraulische slangleidingen op de tractor aansluit. 3. Sluit de hydraulische slangleidingen aan op de regeleenheden van de tractor. Fig EDX 6000-TC BAH

109 Machine aan- en afkoppelen Hydraulische slangen loskoppelen 1. Zet de bedieningshendel op de regeleenheid in de tractor in de neutrale stand. 2. Verwijder de hydrauliekstekkers uit de hydrauliekmoffen. 3. Bescherm de hydrauliekstekkers en hydraulische aansluitingen met de beschermkappen tegen verontreiniging. 4. Leg de hydraulische slangleidingen in de slanggarderobe. Fig Machine aan tractor aankoppelen WAARSCHUWING Het negeren van de gebruiksvoorschriften kan leiden tot gevaar voor breuk, onvoldoende stabiliteit en onvoldoende stuur- en remvermogen van de tractor. Koppel de machine uitsluitend aan tractoren die daartoe geschikt zijn. Zie hoofdstuk "Controleren of de tractor geschikt is", op pagina 91. WAARSCHUWING Gevaar voor bekneld raken tussen tractor en machine bij het aankoppelen van de machine. Stuur personen weg uit de gevarenzone tussen tractor en machine voordat u naar de machine rijdt. Aanwezige personen mogen alleen aanwijzingen naast de tractor en de machine aanwijzingen geven en pas na stilstand tussen tractor en machine gaan staan. EDX 6000-TC BAH

110 Machine aan- en afkoppelen WAARSCHUWING Gevaar voor bekneld raken, snijden, vastgrijpen, naar binnen trekken en stoten als de machine onbedoeld loskomt van de tractor. Gebruik de daartoe bestemde inrichtingen om de tractor en machine in overeenstemming met de voorschriften aan elkaar te koppelen. Let er bij het aankoppelen van de machine op de driepuntshydraulica van de tractor op dat de aanbouwcategorieën van tractor en machine met elkaar overeenkomen. WAARSCHUWING Gevaar voor uitval van de energietoevoer tussen tractor en machine door beschadigde voedingskabels. Let bij het aansluiten van de voedingsleidingen op het verloop van de voedingsleidingen. De voedingsleidingen moeten bij alle bewegingen van de aangekoppelde machine soepel meedraaien zonder spanning, knikken of wrijving, mogen niet langs onderdelen schuren. GEVAAR De van de tractor afgekoppelde machine altijd met de bedrijfshandrem en bovendien met 2 wielblokken beveiligen, met 4 wielblokken beveiligen als de machine geen remsysteem heeft. GEVAAR De trekstangen van de tractor mogen geen zijdelingse speling hebben, zodat de machine altijd midden achter de tractor rijdt en niet heen en weer slingert. 110 EDX 6000-TC BAH

111 Machine aan- en afkoppelen VOORZICHTIG Breng de aansluitingen van de machine pas tot stand als de tractor en machine aangekoppeld zijn, de motor van de tractor is uitgezet, de handrem is aangetrokken en de contactsleutel is verwijderd. VOORZICHTIG Sluit de voorraadleiding (rood) van de bedrijfsrem pas op de tractor aan als de tractormotor is uitgezet, de handrem is aangetrokken en de contactsleutel is verwijderd. De machine kan worden in- of uitgeklapt en aan- of afgekoppeld. WAARSCHUWING Verwijder de wielblokken pas zodra de machine op de trekstangen van de tractor is aangesloten en de handrem van de tractor is aangetrokken. 1. Controleer of de machine met wielblokken (Fig. 115/1) is beveiligd. Fig. 115 EDX 6000-TC BAH

112 Machine aan- en afkoppelen 2. Bevestig aan elke trekpen een kogelkoppeling (Fig. 116/1) met vangschaal. Opmerking: ο ο Categorie koppelingspunten (zie hoofdstuk Technische gegevens, op pagina 57) De kogelkoppelingen zijn afhankelijk van het type tractor (zie de bedieningshandleiding van de tractor). 3. Borg elke kogelkoppeling met een borgpen. Fig. 116 VOORZICHTIG Gevaar voor bekneld raken binnen het bereik van de bewegende trekbalk. 4. Open de borging van de trekstangen van de tractor, d.w.z. dat zij gereed dienen te zijn om te koppelen. 5. Richt de haken van de trekstangen zodanig dat zij op een lijn liggen met de koppelingspunten van de machine. 6. Stuur personen weg uit de gevarenzone tussen tractor en machine voordat u naar de machine rijdt. 7. Rijd de tractor naar achteren naar de machine, zodat de haken van de trekstangen van de tractor de kogelkoppelingen van de machine automatisch opnemen. De haken van de trekstangen vergrendelen automatisch. 8. Controleer of de borging van de trekstangenvergrendeling gesloten en geborgd is (zie bedieningshandleiding tractor). 9. Breng de trekstangen zover omhoog, dat de steunpoot ((Fig. 117) vrij van de grond is. 10. Schakel de aftakas van de tractor uit, trek de handrem van de tractor aan, zet de tractormotor af en verwijder de contactsleutel uit het contactslot. 11. Reinig de hydraulische koppelingen. 12. Sluit de voedingsleidingen van de tractor aan (zie hoofdstuk Overzicht voedingsleidingen tussen tractor en machine ). Sluit de machinestekker op de terminal aan, zoals beschreven in de bedieningshandleiding AMATRON EDX 6000-TC BAH

113 Machine aan- en afkoppelen Reinig de hydraulische koppelingen alvorens deze op de tractor aan te sluiten. Geringe olieverontreiniging door vuildeeltjes kan storingen in het hydraulische systeem veroorzaken. Tijdens de werkzaamheden wordt regeleenheid geel van de tractor vaker gebruikt dan alle andere regeleenheden. Wijs de aansluitingen van regeleenheid 1 toe aan een regeleenheid die in de cabine van de tractor gemakkelijk te bereiken is. Koppel aan de tractor (met gescheiden luchtdrukremsysteem) eerst de gele koppelmof (remleiding) aan vervolgens de rode koppelmof (voorraadleiding). 13. Verwijder de pen (Fig. 117/1). 14. Houd de steunpoot aan de handgreep (Fig. 118/1) vast en klap deze omhoog. 15. Zet de steunpoot met de pen (Fig. 118/2) vast en borg deze met de borgpen. Fig. 117 Fig. 118 EDX 6000-TC BAH

114 Machine aan- en afkoppelen 16. Steek de stekker (Fig. 119/1) van de zaaischijfframeverlichting in de contactdoos in de tractorcabine. Leg de kabel in de tractorcabine De schakelaar (Fig. 119/2) dient voor het inen uitschakelen van de verlichting (Fig. 119/3). 17. Controleer de werking van de remmen en de verlichting. 18. Schuif de onderlegwiggen (Fig. 120) in de houders en borg deze. 19. Voer voordat u gaat rijden een remmentest uit. Fig. 119 Fig. 120 Controleer het verloop van de voedingsleidingen. De voedingsleidingen moeten in bochten bij alle bewegingen zonder spanning, knikken of wrijving soepel meebewegen. mogen niet langs onderdelen schuren. 114 EDX 6000-TC BAH

115 Machine aan- en afkoppelen 7.5 Getrokken machine richten De machine moet na het aankoppelen aan de tractor horizontaal worden gericht, zodat de vangrollen (Fig. 121/1) in de gevormde voren steeds in contact met de grond staan. Wordt de machine niet gericht, dan kunnen de vangrollen loskomen van de grond en kunnen de zaadkorrels na het verlaten van de schietpijp (Fig. 121/2) onder de vangrol doorschieten. Om de machine uit te lijnen is het zaaischijfframe aan de linker buitenzijde voorzien van een horizontale waterpas. 1. Ca. 100 m met werksnelheid op het veld zaaien. 2. Stel de trekstang van de tractor zodanig af dat de horizontale waterpas (Fig. 122/1) op het zaaischijfframe de horizontale stand aangeeft. Fig. 121 Fig. 122 EDX 6000-TC BAH

116 Machine aan- en afkoppelen 7.6 Machine afkoppelen WAARSCHUWING Gevaar voor bekneld raken, snijden, vastgrijpen, naar binnen trekken en stoten door onvoldoende stabiliteit en omkantelen van de afgekoppelde machine. Zet de machine altijd op een vlakke en stevige bodem. Klap de uitleggers volledig in of uit voordat u de machine van de tractor loskoppelt. Laat het kouterframe volledig zakken voordat u de machine loskoppelt. Met een half opgetild kouterframe is de machine staartlastig. Na het losmaken van de trekstangen kantelt de machine over de as op de zaaikouters en slingert de trekbalk naar boven. Na het afkoppelen van de machine moet er voldoende ruimte vóór de machine zijn om de tractor in één lijn naar de machine te rijden. 1. Schakel de aftakas van de tractor uit. 2. Richt tractor en machine op een horizontaal vlak met een stevige ondergrond recht ten opzichte van elkaar. 3. Klap de machine volledig in- of uit. GEVAAR Met een opgetild kouterframe is de machine staartlastig. Als het in uitzonderlijke situaties nodig is om de machine met een opgetild kouterframe los te koppelen, moet u de machine voor het loskoppelen uitrusten met extra gewichten, die als toebehoren verkrijgbaar zijn. 4. Schakel de AMATRON 3 uit. 4.1 Druk toets (Fig. 123/1) in. 5. Trek de handrem aan, zet de tractormotor af en verwijder de contactsleutel uit het slot. 6. Handrem van de machine aantrekken. Fig EDX 6000-TC BAH

117 Machine aan- en afkoppelen 7. Klap de steunpoot naar beneden en zet deze met de pen (Fig. 124/1) vast. 8. Borg de pen met de klapstekker. Fig Beveilig de machine met twee onderlegwiggen (Fig. 125/1). GEVAAR Beveilig de machine altijd met 2 onderlegwiggen voordat u de machine loskoppelt van de tractor. 10. Herhaal de procedure bij de tweede machineband als de machine geen remsysteem heeft. Fig Maak het volgende los: ο ο de voorraadleiding en de remleiding van het gescheiden luchtdrukremsysteem; de koppeling van het hydraulisch remsysteem. Bij het loskoppelen van het gescheiden luchtdrukremsysteem moet u eerst de rode koppelmof (voorraadleiding) en vervolgens de gele koppelmof (remleiding) van de tractor loskoppelen. EDX 6000-TC BAH

118 Machine aan- en afkoppelen 12. Sluit de koppelingen af met beschermkappen. 13. Leg de voedingsleidingen in de slanghouder (Fig. 126). 14. Bevestig de hydraulische pomp in de transportsteun. 15. Zet de machine op de steunpoot (Fig. 127/1). Fig. 126 WAARSCHUWING Zet de machine alleen op een vlakke en stevige ondergrond. Let er goed op dat de steunpoot niet in de grond zakt. Als dat wel gebeurt, kan de machine niet meer worden aangekoppeld. 16. Open de beveiliging (Fig. 128) van de trekstangen van de tractor (zie bedieningshandleiding van tractor). 17. Koppel de trekstangen van de tractor los. 18. Rijd de tractor naar voren. Fig. 127 GEVAAR Bij het naar voren rijden van de tractor mag niemand tussen tractor en machine staan! Fig. 128 VOORZICHTIG Gevaar voor bekneld raken binnen het bereik van de bewegende trekbalk. 118 EDX 6000-TC BAH

119 Machine aan- en afkoppelen 7.7 Hydraulische pomp koppelen WAARSCHUWING Beknellingsgevaar door het per ongeluk starten en het per ongeluk in beweging komen van tractor en machine! Koppel hydraulische pomp en aftakas van de tractor alleen aan/af als de tractor en de machine tegen onbedoeld starten en wegrollen zijn beveiligd. Voor de hydraulische pomp met aansluiting 1 3/8 inch (6-delig) zijn reduceerstukken (optie) leverbaar: Reduceerstuk Reduceerstuk Reduceerstuk Reduceerstuk 1 3/4 inch (20-delig) 1 3/8 inch (21-delig) 1 3/4 inch (6-delig) 8x32x Hydraulische pomp aansluiten 1. Schakel de aftakas van de tractor uit, trek de handrem van de tractor aan, zet de tractormotor af en verwijder de contactsleutel uit het contactslot. 2. Reinig en smeer de aftakas van de tractor. 3. Koppel tractor en machine. 4. Beveilig de tractor tegen onbedoeld starten en wegrollen. 5. Sluit de hydraulische pomp (Fig. 129/1) op de aftakas van de tractor aan. De hydraulische pomp heeft een QCsluiting. Let op dat de QC-sluiting goed vastklikt. 6. Stel het stelsegment zodanig in, dat beide buffers (Fig. 129/2) aansluiten. Fig. 129 EDX 6000-TC BAH

120 Machine aan- en afkoppelen Hydraulische pomp afkoppelen GEVAAR Schakel de aftakas van de tractor uit, trek de handrem van de tractor aan, zet de tractormotor af en trek de contactsleutel uit het contactslot. Hete onderdelen van de hydraulische pomp kunnen verbrandingen veroorzaken. Draag handschoenen. 1. Zet de machine op een vlakke stevige ondergrond. 2. Zet de machine op de steunpoot (Fig. 130/1). 3. Schakel de aftakas van de tractor uit, trek de handrem van de tractor aan, zet de tractormotor af en verwijder de contactsleutel uit het contactslot. Wacht totdat de aftakas tot stilstand is gekomen. 4. Ontkoppel de hydraulische pomp (Fig. 131) van de aftakas van de tractor. De hydraulische pomp heeft een QCsluiting. Fig Bevestig de hydraulische pomp (Fig. 132) op de transporthouder. Fig. 131 Fig EDX 6000-TC BAH

121 In-/afstellingen 8 In-/afstellingen GEVAAR Ga vóór in-/afstelwerkzaamheden als volgt te werk (indien niet anders is beschreven): klap de uitleggers uit en breng ze omlaag schakel de aftakas van de tractor uit zet de handrem van de tractor vast zet de motor van de tractor uit verwijder de contactsleutel uit het contactslot. VOORZICHTIG Boordcomputer uitschakelen vóór aanvang van transportritten vóór het uitvoeren van in-/afstel-, onderhouds- en reparatiewerkzaamheden. Gevaar voor ongevallen als gevolg van het onbedoeld in beweging zetten van de doseerunit of andere machinecomponenten door radarimpulsen. WAARSCHUWING Gevaar voor bekneld raken, scharen, snijden, afsnijden, vastgrijpen, opwikkelen, naar binnen trekken, vastgrijpen en stoten door onbedoeld zakken van de door de driepuntshydraulica van de tractor opgeheven machine. onbedoeld zakken van opgeheven, onbeveiligde onderdelen van de machine. onbedoeld starten en wegrollen van de tractor/machine combinatie. Beveilig tractor en machine tegen onbedoeld starten en wegrollen voordat u instellingen aan de machine gaat uitvoeren. EDX 6000-TC BAH

122 In-/afstellingen 8.1 Zaadgoeddosering en verspreiding Zaaihoeveelheid instellen Stel het volgende eenmalig in AMATRON 3 in: het machinetype het aantal zaaiaggregaten, de machineuitrusting de afstand tussen de rijen, de opdrachtregistratie ο ο de hoeveelheid korrels afdraaiproef mest. Een nauwkeurige beschrijving vindt u in de bedieningshandleiding AMATRON 3. Fig De zaaigoedschuif afstellen 1. Stel met behulp van de hendel (Fig. 134/1) de zaadgoedschuif af. Haal de voorlopige instelwaarde uit de tabel (Fig. 58). 2. Borg de stand van de hendel met behulp van de kartelbout (Fig. 134/2). Fig. 134 Deze afstelling is van invloed op de positionering van het zaadgoed in de separatietrommel. Dubbel bezette en lege plekken in de separatietrommel worden na het bereiken van de rijsnelheid door de optosensor gedetecteerd. De AMATRON 3 geeft een alarmsignaal af. 122 EDX 6000-TC BAH

123 In-/afstellingen Luchtgeleidingsplaat afstellen 1. Stel de luchtgeleidingsplaat in met de hendel (Fig. 135/1) (zie instelaanwijzingen in hoofdstuk 5.6.4, op pagina 71). 2. Borg de stand van de hendel met behulp van de kartelbout (Fig. 135/2). Fig. 135 Deze afstelling is van invloed op de positionering van het zaadgoed in de separatietrommel. Dubbel bezette en lege plekken in de separatietrommel worden na het bereiken van de rijsnelheid door de optosensor gedetecteerd. De AMATRON 3 geeft een alarmsignaal af. EDX 6000-TC BAH

124 In-/afstellingen Zaadgoedafstrijkers afstellen Deze afstelling is van invloed op de positionering van het zaadgoed in de separatietrommel. Dubbel bezette en lege plekken in de separatietrommel worden na het bereiken van de rijsnelheid door de optosensor gedetecteerd. De AMATRON 3 geeft een alarmsignaal af. Zaadgoedafstrijkers (mechanische afstelling) 1. Stel de zaadgoedafstrijkers met behulp van de hendel (Fig. 136/1) af. Haal de voorlopige afstelwaarde uit de tabel (Fig. 62). 2. Borg de stand van de hendel met behulp van de kartelbout (Fig. 136/2). Fig. 136 Zaadgoedafstrijkers (elektronische afstelling) Stel de wijzer (Fig. 137/1) van de zaadgoedafstrijkers in AMATRON 3 in. Haal de voorlopige afstelwaarde uit de tabel (Fig. 62). Een nauwkeurige beschrijving vindt u in de bedieningshandleiding AMATRON 3. Fig EDX 6000-TC BAH

125 In-/afstellingen Aflegdiepte zaadgoed instellen 1. Breng de machine op het veld in de werkstand. 2. Stel de gewenste aflegdiepte voor het zaadgoed in door de spil (Fig. 138/2) met de beugel te draaien (Fig. 138/1). Spilverstelling Draaiing rechtsom: werkdiepte verminderen Draaiing linksom: werkdiepte vergroten. 3. Borg de beugel (Fig. 139/1) tegen verdraaien. Fig. 138 Fig Controleer de aflegdiepte voor het zaadgoed van het eerste zaaiaggregaat en corrigeer zo nodig (zie hoofdstuk "Zaadgoeddiepte en korrelafstand controleren", op pagina 128). Controleer na elke instelling de aflegdiepte voor het zaadgoed. 5. Als de spilverstelling niet voldoende is voor het bereiken van de gewenste aflegdiepte voor het zaadgoed ο wijzig de zaaischijfdruk (zie hoofdstuk "Zaaischijfdruk instellen", op pagina 126). 6. Stel alle zaaiaggregaten op de waarde van het eerste zaaiaggregaat in en controleer de aflegdiepte voor het zaadgoed bij elk zaaiaggregaat. EDX 6000-TC BAH

126 In-/afstellingen Zaaischijfdruk instellen De volgende instelling mag u alleen op het land bij een lopende turbine (separatie) uitvoeren. De druk is af fabriek op 20 bar ingesteld. 1. Draai de contramoer (Fig. 140/1) los. 2. Stel de zaaischijfdruk in door het verdraaien van de klepbout (Fig. 140/2). Lees de druk op de manometer (Fig. 140/3) af. 3. Draai de contramoer vast. Fig. 140 Deze instelling is van invloed op de aflegdiepte voor het zaadgoed. Controleer de instelling (zie hoofdstuk Zaadgoeddiepte en korrelafstand controleren, op pagina 128). 126 EDX 6000-TC BAH

127 In-/afstellingen Sluit de zaaivoor door de aandrukrol te verstellen 1. Licht de hendel (Fig. 141/1) kort op en zet het schuifstuk (Fig. 141/2) in het tandsegment (Fig. 141/3) vast. 2. Verstel de aandrukrollen (Fig. 141/4) in axiale richting en borg deze (borgpen, Fig. 141/5). 3. Corrigeer de stand van het schuifstuk en de axiale verstelling van de aandrukrollen totdat het gewenste resultaat is bereikt. Fig. 141 Als het gewenste resultaat niet wordt bereikt, moet u de aandrukrollen verstellen door de as te verdraaien. 4. De as kunt u verdraaien door de hendel (Fig. 142/1) te verstellen. 5. Borg de stand van de hendel met behulp van de bout (Fig. 142/2). 6. Voer dezelfde afstellingen bij alle zaaiaggregaten uit. Fig Sterruimers afstellen Zet de sterruimers (Fig. 143/1) met twee pennen (Fig. 143/2) en 4 ringen (Fig. 143/3) aan de zaaischijf vast. Borg de pennen met borgpennen (Fig. 143/4). Fig. 143 EDX 6000-TC BAH

128 In-/afstellingen Kluitenruimers afstellen Zet de kluitenruimers (Fig. 144/1) met twee pennen (Fig. 144/2) en 4 ringen (Fig. 144/3) aan de zaaischijf vast. Borg de pennen met borgpennen (Fig. 144/4). Fig Zaadgoeddiepte en korrelafstand controleren 1. Zaai ca. 100 m met werksnelheid. 2. Leg met de multitester (optie) de korrels op meerdere plaatsen bloot. De afleeskant plaatsen om de aarde laagsgewijs te verwijderen. 3. Zet de multitester (Fig. 145) horizontaal op de grond. 4. Zet de wijzer (Fig. 145/1) op de zaadkorrel en lees de aflegdiepte voor het zaadgoed op de schaalverdeling af (Fig. 145/2). 5. Meet de korrelafstand met de liniaal. Fig. 145 De gewenste korrelafstand wordt bepaald door het toerental van de separatietrommel afhankelijk van de rijsnelheid. Het toerental van de elektromotor die de separatietrommel aandrijft, resulteert uit de kalibratiewaarde (Imp./100 m). Bereken de kalibratiewaarde (Imp./100 m) door het afleggen van een meettraject opnieuw, wanneer de gewenste korrelafstand niet wordt bereikt (zie bedieningshandleiding AMATRON 3). 128 EDX 6000-TC BAH

129 In-/afstellingen 8.2 Meststofdosering en verspreiding VOORZICHTIG Boordcomputer uitschakelen vóór aanvang van transportritten vóór het uitvoeren van in-/afstel-, onderhouds- en reparatiewerkzaamheden. Gevaar voor ongevallen als gevolg van het onbedoeld in beweging zetten van de doseerunit of andere machinecomponenten door radarimpulsen Niveausensor vastklikken 1. Schakel de aftakas van de tractor uit, trek de handrem van de tractor aan, zet de tractormotor af en verwijder de contactsleutel uit het contactslot. 2. Draai de moer (Fig. 146/1) los. 3. Trek de niveausensor (Fig. 146/2) naar buiten, steek deze in de gewenste opening en klem deze vast. 4. Steek de werkingsloze dummysensor (Fig. 146/3) in de vrijgekomen opening en klem deze vast. Fig. 146 EDX 6000-TC BAH

130 In-/afstellingen Doseerrol uit-/inbouwen GEVAAR Schakel de boordcomputer uit, schakel de aftakas van de tractor uit, trek de handrem van de tractor aan, zet de tractormotor af en verwijder de contactsleutel uit het contactslot. Bij een lege tank kan de doseerrol eenvoudiger worden vervangen. 1. Sluit de tankopening naar de doseerunit (alleen bij gevulde tank nodig). 1.1 Verwijder de sleutel (Fig. 147/1) uit de houder. 1.2 Draai de twee moeren los (Fig. 148/1) zonder deze te verwijderen. Fig. 147 Fig EDX 6000-TC BAH

131 In-/afstellingen 1.2 Verdraai de schroeven (Fig. 149/1). 1.3 Druk de schuif (Fig. 149/2) tot aan de aanslag in de doseerunit. 2. Draai de twee bouten (Fig. 150/1) los. Fig Draai het lagerdeksel los en verwijder het. Fig. 150 Fig. 151 EDX 6000-TC BAH

132 In-/afstellingen Controleer of de O-ring (Fig. 152/1) in het lagerdeksel is beschadigd. Vervang een beschadigde O-ring. Anders ontsnapt de benodigde systeemdruk. 4. Trek de doseerrol uit de doseerunit. Fig. 152 De montage van de doseerrol gebeurt in omgekeerde volgorde. Fig. 153 Bevestig de schuif in de parkeerstand. Fig EDX 6000-TC BAH

133 In-/afstellingen Meststofhoeveelheid met afdraaiproef instellen 1. Vul de tank met ten minste 200 kg meststof (zie hoofdstuk "Tank vullen", op pagina 156). 2. Klap de machine werkstand uit (zie hoofdstuk "Klap de uitleggers en markeurs in/uit", op pagina 148). VOORZICHTIG Schakel de aftakas van de tractor uit, trek de handrem van de tractor aan, zet de tractormotor af en verwijder de contactsleutel uit het contactslot. 3. Schuif de afdraai-emmer (Fig. 155/1) in de houder onder de doseerunit. 4. Open de draaischuif van de injectiesluis [zie afb. (Fig. 86), op pagina 83]. Fig. 155 Fig. 156 EDX 6000-TC BAH

134 In-/afstellingen 5. Stel de gewenste strooihoeveelheid in AMATRON 3 in. 5.1 Stel de strooihoeveelheid met behulp van de afdraaiproef aan de hand van de bedieningshandleiding AMATRON 3 in (zie hoofdstuk Machines met volledige elektr. dosering afdraaien ). Het aantal motoromwentelingen dat tijdens de afdraaiproef plaatsvindt totdat de signaaltoon klinkt, is afhankelijk van de hoeveelheid zaadgoed: 0 tot 14,9 kg motoromwentelingen op 1/10 ha 15 tot 29,9 kg motoromwentelingen op 1/20 ha vanaf 30 kg motoromwentelingen op 1/40 ha 6. De afdraai-emmer op de transporthouder bevestigen en met een borgpen borgen. 7. Sluit de injectiesluisklep [zie afb. (Fig. 86), op pagina 83] Aflegdiepte meststof instellen 1. Draai de contramoer (Fig. 157/1) los. 2. Verdraai de klepbout (Fig. 157/2) voor het instellen van de meststofschijfdruk. Lees de meststofschijfdruk op de manometer (Fig. 157/3) af. 3. Draai de contramoer vast. 4. Rijd met de machine op het land ca. 100 m met de latere werksnelheid, controleer de aflegdiepte en corrigeer deze indien nodig. Fig. 157 Controleer de aflegdiepte altijd: voor het begin van de werkzaamheden, na elke instelling van de meststofschijfdruk, bij wijziging van de rijsnelheid tijdens het werk, bij verandering van de bodemgesteldheid. Rijd met de machine op het land ca. 100 m met de latere werksnelheid, controleer de aflegdiepte en corrigeer deze indien nodig. 134 EDX 6000-TC BAH

135 In-/afstellingen 8.3 Lengte van de markeur en de arbeidsintensiteit instellen GEVAAR Het is verboden om zich binnen het zwenkbereik van de markeurs te bevinden. 1. Stuur iedereen uit de gevarenzone weg. 2. Klap beide markeurs op het veld tegelijk uit (zie bedieningshandleiding AMATRON 3) en rijd enkele meters. 3. Schakel de aftakas van de tractor uit, trek de handrem van de tractor aan, zet de tractormotor af en verwijder de contactsleutel uit het contactslot. 4. Draai de bout (Fig. 158/1) los. 5. Stel de lengte van de markeur in op afstand "A" (zie hoofdstuk 8.3.1, op pagina 136). Fig Draai beide bouten (Fig. 158/2) los. 7. Verdraai de markeurschijf om de arbeidsintensiteit van de markeurs zodanig in te stellen dat zij op een lichte grond vrijwel parallel aan de rijrichting en op een zware grond meer op grip zijn ingesteld. 8. Draai alle bouten goed vast. 9. De machine heeft twee markeurs. Herhaal de procedure zoals beschreven. EDX 6000-TC BAH

136 In-/afstellingen Berekening van markeurlengte De markeurlengte A (Fig. 159), gemeten van midden van machine tot de plaats waar de markeurschijf de grond raakt, komt overeen met de werkbreedte. Markeurlengte A = afstand tussen de rijen R [cm] x aantal zaaiaggregaten Voorbeeld: Afstand tussen de rijen R: cm Aantal zaaiaggregaten:... 8 Markeurlengte A = 75 cm x 8 Markeurlengte A = 600 cm Fig Sporenwisser instellen Horizontale afstelling 1. Draai de schroef (Fig. 160/1) aan volgens de instelling van de grondwoeler en zet deze vast met een contramoer. Verticale afstelling 1. Houd de sporenwisser aan de handgreep (Fig. 160/2) vast. 2. Verwijder de pen (Fig. 160/3). 3. De sporenwisser ο ο ο verticaal verstellen, met de pen vastzetten, met de bijgeleverde borgpen borgen. Fig EDX 6000-TC BAH

137 In-/afstellingen 8.5 Turbinetoerental instellen Deze instelling is niet nodig als de turbine via de aftakas van de tractor wordt aangedreven. Het deksel (Fig. 161) van de zaadgoedtank vóór het inschakelen van de turbine afsluiten bij draaiende turbine altijd gesloten houden. Fig. 161 Het toerental van de turbine verandert tot de hydraulische olie op bedrijfstemperatuur is. Bij de eerste inbedrijfstelling dient u het turbinetoerental te corrigeren tot de bedrijfstemperatuur is bereikt. Wanneer de turbine na langere tijd van stilstand opnieuw in bedrijf wordt gesteld, wordt het ingestelde turbinetoerental pas bereikt wanneer de hydraulische olie op bedrijfstemperatuur is. GEVAAR Het maximale turbinetoerental van 4000 t/min mag niet worden overschreden. EDX 6000-TC BAH

138 In-/afstellingen Turbinetoerental instellen (aansluiting tractorhydraulica) Stel het turbinetoerental in via de stroomregelklep van de tractor. Is de tractor niet uitgerust met een stroomregelklep, stel het turbinetoerental dan in via de drukbegrenzingsklep van de machine. Fig. 162 Fig Turbinetoerental instellen via stroomregelklep tractor 1. Stel het turbinetoerental via de stroomregelklep zodanig in dat de door AMATRON 3 weergegeven druk in de separatie 55 mbar bedraagt. Bij een 8-rijenmachine (maïsinstelling) bedraagt het turbinetoerental ca t/min. De drukbegrenzingsklep (Fig. 163) is door de fabriek correct afgesteld. Mocht de drukbegrenzingsklep versteld zijn, voer dan de volgende afstellingen uit 1. Stel de drukbegrenzingsklep met behulp van de inbussleutel op de fabrieksinstelling 21 mm (Fig. 163) af. 2. Haal de contramoer (Fig. 162) aan. 138 EDX 6000-TC BAH

139 In-/afstellingen Turbinetoerental instellen via drukbegrenzingsklep machine Voer deze instelling alleen uit, wanneer de tractor niet is uitgerust met een stroomregelklep. 1. Stel het turbinetoerental met behulp van de inbussleutel via de drukbegrenzingsklep (Fig. 162) zodanig in dat de AMATRON 3 een druk van 55 mbar in de separatie weergeeft. Bij een 8-rijenmachine (maïsinstelling) bedraagt het turbinetoerental ca t/min. Zorg ervoor dat de maat 21 mm (Fig. 163) niet wordt overschreden. Turbinetoerental Naar rechts draaien: het gewenste toerental verhogen Naar links draaien: het gewenste toerental verlagen. 2. Haal de contramoer (Fig. 162) aan Turbinetoerental instellen (aansluiting aftakas tractor) Een hydraulische pomp (Fig. 164) die op de aftakas van de tractor is aangesloten, drijft de hydraulische motor aan. Fig. 164 Stel het turbinetoerental zodanig in, dat de door AMATRON 3 aangegeven druk in de separatie 55 mbar bedraagt. Bij een 8-rijenmachine (maïsinstelling) bedraagt het turbinetoerental ca /min. Het vereiste turbinetoerental stelt zich in bij een tractoraftakastoerental van ca /min. EDX 6000-TC BAH

140 In-/afstellingen GEVAAR Het maximale turbinetoerental van 4000 t/min mag niet worden overschreden. Het maximaal toegestane tractoraftakastoerental van /min niet overschrijden. De maximaal toegestane systeemdruk bedraagt 210 bar, die kan worden afgelezen van de manometer (Fig. 166/1) naast de hydraulische motor van de turbine. Fig. 165 Fig EDX 6000-TC BAH

141 Transport 9 Transport Op de openbare weg moeten tractor en machine voldoen aan de nationale verkeersvoorschriften (in Duitsland de StVZO en StVO) en de voorschriften ter voorkoming van ongevallen (in Duitsland de voorschriften van de wettelijke ongevallenverzekering). Eigenaars en bestuurders van voertuigen zijn verantwoordelijk voor het nakomen van de wettelijke voorschriften. Daarnaast moeten de instructies in dit hoofdstuk voor en tijdens de rit worden opgevolgd. In Duitsland en in veel andere landen is het transport van een aan de tractor gemonteerde machinecombinatie tot 3,0 m breedte toegestaan. De max. transporthoogte van 4,0 m mag niet worden overschreden. De toegestane maximumsnelheid 1) bedraagt afhankelijk van de machine 25 km/h (zonder remsysteem ) ), 25 km/h (met hydraulisch bedrijfsremsysteem 3) ) 40 km/u (met gescheiden luchtdrukremsysteem). Vooral op slechte wegen of straten moet een aanzienlijk lagere snelheid worden aangehouden. 1) 2) 3) De maximaal toelaatbare snelheid voor aangekoppelde werktuigen is afhankelijk van de nationale verkeersvoorschriften van het betreffende land. Vraag bij uw importeur / dealer na wat de maximaal toelaatbare snelheid voor de openbare weg is. Zonder eigen remsysteem is de machine in Duitsland en enkele andere landen niet toegestaan. Met hydraulisch bedrijfsremsysteem is de machine in Duitsland en enkele andere landen niet toegestaan. EDX 6000-TC BAH

142 Transport Neem bij transportritten de informatie in het hoofdstuk Veiligheidsinstructies voor de gebruiker in acht. Controleer voor transport ο ο ο ο ο ο of het toegestane gewicht niet wordt overschreden; of de voedingsleidingen correct zijn aangesloten; of de verlichting werkt, schadevrij en schoon is; het remsysteem en hydraulische systeem op zichtbare gebreken; of de handrem van de tractor volledig is losgezet; de werking van het remsysteem. Schakel de zwaailamp (indien aanwezig) voor het rijden in en controleer de werking (voor een zwaailamp is een vergunning nodig). WAARSCHUWING Gevaar voor bekneld raken, snijden, vastgrijpen, naar binnen trekken of stoten door onvoldoende stabiliteit en omkantelen. Houd een rijstijl aan waarbij u de tractor met aan- of afgekoppelde machine op elk moment onder controle hebt. Houd daarbij rekening met uw persoonlijke capaciteiten, de omstandigheden op de weg, van het verkeer, uw zicht, het weer en de rijeigenschappen van de tractor en de invloed van de aangebouwde of aangekoppelde machine. Zet voor transport de vergrendeling van de trekstangen van de tractor aan de zijkant vast, zodat de aangebouwde of aangekoppelde machine niet kan gaan slingeren. WAARSCHUWING Het negeren van de gebruiksvoorschriften kan leiden tot gevaar voor breuk, onvoldoende stabiliteit en onvoldoende stuur- en remvermogen van de tractor. Dit kan zwaar lichamelijk letsel en zelfs overlijden tot gevolg hebben. Houd rekening met de maximale belading van de aangebouwde/aangekoppelde machine en de toelaatbare asbelasting en oplegdruk van de tractor! 142 EDX 6000-TC BAH

143 Transport WAARSCHUWING Gevaar voor vallen bij het zonder toestemming meerijden op de machine! Het is verboden om personen mee te laten rijden op de machine en/of op draaiende machines te laten stappen. Stuur personen van het laadterrein voordat u met de machine gaat rijden. WAARSCHUWING Gevaar voor bekneld raken, scharen, snijden, afsnijden, vastgrijpen, opwikkelen, naar binnen trekken, vastgrijpen en stoten door onbedoelde bewegingen van de machine. Controleer bij inklapbare machine of de transportvergrendelingen goed zijn aangebracht. Beveilig de machine tegen onbedoelde bewegingen voordat u de machine transporteert. GEVAAR Alle tanks leegmaken. Het remsysteem is alleen berekend voor ritten met lege tanks. 9.1 Machine in de transportstand voor de openbare weg zetten WAARSCHUWING Gevaar voor bekneld raken, scharen, snijden, afsnijden, vastgrijpen, opwikkelen, naar binnen trekken, vastgrijpen en stoten door onbedoeld zakken van de door de aansluitpunten van de tractor opgeheven machine. onbedoeld zakken van opgeheven, onbeveiligde onderdelen van de machine. onbedoeld starten en wegrollen van de tractor/machine combinatie. Beveilig tractor en de daaraan gekoppelde machine tegen onbedoeld starten en wegrollen voordat u instellingen aan de machine uitvoert. Zie hoofdstuk 6.2, op pagina 97. EDX 6000-TC BAH

144 Transport GEVAAR Blokkeer de tractorregeleenheden tijdens transportritten. Er bestaat gevaar voor ongevallen als gevolg van onjuiste bediening. VOORZICHTIG Boordcomputer uitschakelen vóór aanvang van transportritten vóór het uitvoeren van in-/afstel-, onderhouds- en reparatiewerkzaamheden. Gevaar voor ongevallen als gevolg van het onbedoeld in beweging zetten van de doseerunit of andere machinecomponenten door radarimpulsen. GEVAAR Schuif de markeurs voor het inklappen in de machineelementen. Niet ingeschoven markeurs kunnen in contact komen met spanningskabels of brugdelen. Na het werk op het veld 1. Schakel de turbine uit. 2. Richt tractor en machine op een stevige en vlakke ondergrond recht ten opzichte van elkaar. 3. Schakel de boordcomputer uit. 4. Trek de handrem aan, zet de tractormotor af en verwijder de contactsleutel uit het slot. 5. Maak de zaadtank leeg. Het remsysteem is alleen berekend voor ritten met lege tanks. 6. Sluit het zaadtankdeksel. 7. Maak de meststoftank leeg. Het remsysteem is alleen berekend voor ritten met lege tanks. 144 EDX 6000-TC BAH

145 Transport 8. Sluit het dekzeil van de mesttank en zet het met twee spanelementen (Fig. 167/1) vast. 9. Klap de markeurs en de uitleggers in. Schuif de markeurs voor het inklappen in de machine-elementen. 10. Schakel de boordcomputer uit. 11. Controleer de werking van het verlichtingssysteem. De waarschuwingsstickers en gele reflectoren moeten schoon en onbeschadigd zijn. 12. Vergrendel de regeleenheden van de tractor. Fig. 167 Fig. 168 EDX 6000-TC BAH

146 Werken met de machine 10 Werken met de machine Houd u bij het werken met de machine aan de aanwijzingen van hoofdstukken Waarschuwingsstickers en overige aanduidingen op de machine Veiligheidsinstructies voor de gebruiker. Het opvolgen van deze aanwijzingen is voor uw eigen veiligheid. WAARSCHUWING Het negeren van de gebruiksvoorschriften kan leiden tot gevaar voor breuk, onvoldoende stabiliteit en onvoldoende stuur- en remvermogen van de tractor. Houd rekening met de maximale belading van de aangebouwde/aangekoppelde machine en de toelaatbare asbelasting en oplegdruk van de tractor! WAARSCHUWING Gevaar voor bekneld raken, snijden, afsnijden, naar binnen trekken, vastgrijpen en stoten door onvoldoende stabiliteit en omkantelen van de tractor / gekoppelde machine. Houd een rijstijl aan waarbij u de tractor met aangekoppelde machine op elk moment onder controle hebt. Houd daarbij rekening met uw persoonlijke capaciteiten, de omstandigheden op de weg, van het verkeer, uw zicht, het weer en de rijeigenschappen van de tractor en de invloed van de aangebouwde of aangekoppelde machine. WAARSCHUWING Gevaar voor bekneld raken, naar binnen trekken en vastgrijpen bij gebruik van de machine zonder daartoe bestemde veiligheidsvoorzieningen. Stel de machine alleen in bedrijf als alle veiligheidsvoorzieningen zijn aangebracht. Bedien de regeleenheden van de tractor uitsluitend in de cabine van de tractor. 146 EDX 6000-TC BAH

147 Werken met de machine WAARSCHUWING Gevaren door ingeklemd of gegrepen te worden door of te stoten aan door de machine weggeslingerde, beschadigde bouwdelen of vreemde voorwerpen. Controleer vóór het inschakelen of het toerental van de aftakas van de tractor overeenkomt met het toegestane aandrijftoerental van de machine. WAARSCHUWING Gevaren door het bekneld raken, grijpen en opwikkelen en gevaren door wegslingeren van gegrepen vreemde voorwerpen in de gevarenzone van de aangedreven aftakas. Stuur iedereen uit de gevarenzone van de machine weg alvorens u de aftakas van de tractor inschakelt. Houd voldoende veiligheidsafstand tot de aangedreven aftakas. Stuur personen uit de gevarenzone van de aangedreven aftakas. Zet de tractormotor bij gevaar onmiddellijk af. EDX 6000-TC BAH

148 Werken met de machine 10.1 Klap de uitleggers en markeurs in/uit GEVAAR Voordat u de uitleggers en markeurs uit- of inklapt, stuurt u iedereen uit het draaibereik weg van de uitleggers, van het achterframe, van de markeurs. Zet tractor en machine op een vlakke ondergrond recht voor elkaar voordat u de uitleggers uit- of inklapt. Rijd de tractor iets schuin voor de machine. Daardoor hebt u een beter zicht op de vergrendelingshaken (Fig. 169/1) voor de uitleggers. Fig. 169 Voor het uit- en inklappen van de uitleggers moet u alle hydraulische voedingskabels op de tractor aansluiten; de AMATRON 3 aansluiten en inschakelen. Wanneer de drukloze terugloop niet is aangesloten, kan de zwenkbare achterverlichting in botsing komen met het achterste zwenkframe. De AMATRON 3 bewaakt het in- en uitklappen van de uitleggers. Voer altijd de op het display (AMATRON 3) weergegeven aanwijzingen uit voordat u deze bevestigt om eventuele botsingen van machinecomponenten te voorkomen. Schakel de aftakas van de tractor vóór het inklappen uit en pas weer in als de uitleggers volledig zijn uitgeklapt. 148 EDX 6000-TC BAH

149 Werken met de machine Uitleggers uitklappen (van transport- in werkstand) 1. Trek de handrem van de tractor aan. 2. Schakel de tractormotor in. 3. Schakel de aftakas van de tractor uit. 4. Schakel de AMATRON 3 in. 4. Selecteer op de AMATRON 3: Machine uitklappen. 5. Til de uitleggers (Fig. 170/1) uit de transportvergrendeling (Fig. 170/2). 5.1 Bedien bedieningsinrichting geel totdat beide uitleggers loskomen. Het optillen wordt automatisch beëindigd. Als een voor het uitklappen geschikte positie wordt bereikt, geeft de AMATRON 3 een geluidssignaal. Na het klinken van het signaal kan op de AMATRON 3 worden omgeschakeld en worden begonnen met het uitklappen van de uitleggers. Fig. 170 Als de uitleggers uit de transportvergrendeling worden gelicht, wordt de verlichting (Fig. 171) neergeklapt. Wacht met het uitklappen van de uitleggers totdat de verlichting helemaal is neergeklapt, om botsingen te voorkomen. Fig. 171 EDX 6000-TC BAH

150 Werken met de machine Fig Klap de uitleggers uit. 6.1 Bedien bedieningsinrichting groen totdat de machineelementen volledig zijn uitgeklapt (zie Fig. 172). 7. Zet de tractorregeleenheid groen in de neutrale stand en gebruik deze tijdens het werk in deze stand. 8. Laat de opgetilde machineonderdelen in de werkstand zakken. 8.1 Activeer regeleenheid geel, door het vrijkomen van de uitleggers uit de transportvergrendeling op de AMATRON 3 te bevestigen (zie Fig. 170). 8.2 Bedien bedieningsinrichting geel totdat de machine in de werkstand is uitgeklapt (zie Fig. 173). 8. Zet de bedieningsinrichting geel in de neutrale stand en gebruik deze tijdens het werk in deze stand. Fig Trek de markeur naar buiten. 9.1 Activeer de hendel (Fig. 174/1) en trek de markeur naar buiten. Let erop dat de hendel op zijn juiste plaats vastklikt, zoals in de afbeelding weergegeven. Fig EDX 6000-TC BAH

151 Werken met de machine Trek de machine naar voren bij het omlaag brengen van de zaaischijven in de grond. Er kunnen verstoppingen optreden bij het achteruitrijden of indien de zaaikouters worden neergelaten terwijl de machine niet naar voren wordt getrokken Werken zonder markeurs GEVAAR Stuur iedereen uit de gevarenzone van de markeurs. 1. Druk op de toets Parkeren (zie bedieningshandleiding AMATRON 3). 2. Bedien regeleenheid geel totdat beide markeurs tegen de uitleggers aanliggen (zie Fig. 175). Fig. 175 EDX 6000-TC BAH

152 Werken met de machine Machine-elementen inklappen (van werk- in transportstand) Sluit en vergrendel het zaadtankdeksel vóór het inklappen. Als het zaadtankdeksel niet vergrendeld is, kan dit bij het inklappen van de uitleggers in botsing komen met andere machineonderdelen. 1. Trek de handrem van de tractor aan. 2. Sluit het zaadtankdeksel en vergrendel dit. 3. Schakel de tractormotor in. 4. Schakel de aftakas van de tractor uit. 5. Selecteer op de AMATRON 3: Machine inklappen. 6. Activeer bedieningsinrichting geel net zolang totdat de markeurs (Fig. 176) zijn ingeklapt (parkeerstand) Fig EDX 6000-TC BAH

153 Werken met de machine 7. Schuif de markeur naar binnen. 7.1 Activeer de hendel (Fig. 177/1) en schuif de markeur naar binnen. Let erop dat de hendel op zijn juiste plaats vastklikt, zoals in de afbeelding weergegeven. 8. Bedien bedieningsinrichting geel totdat het achterframe omhoog is gebracht (zie Fig. 179). Fig. 177 Fig. 178 EDX 6000-TC BAH

154 Werken met de machine Fig. 179 Het optillen wordt automatisch beëindigd wanneer het achterframe ca. 10 o vóór de verticale stand staat (zie Fig. 179). Zodra het oplichten is beëindigd, meldt de AMATRON 3 het bereiken van de 10 o -stand. 9. Klap de uitleggers in. 9.1 Bedien bedieningsinrichting groen totdat beide uitleggers (Fig. 180/1) tegen de glijstukken (Fig. 180/2) van de transportvergrendeling aanliggen. Let op eventuele botsing tegen de machine. Corrigeer eventueel de hellingshoek van het achterframe (zie Fig. 179). 10. Vergrendel de uitleggers Activeer regeleenheid geel door het bereiken van de 10 o -stand op de AMATRON 3 te bevestigen (zie Fig. 179) Bedien bedieningsinrichting geel totdat ο de uitleggers zijn neergelaten en door de vergrendelingshaken (Fig. 180/3) worden vastgezet. Fig EDX 6000-TC BAH

155 Werken met de machine ο het achterframe (Fig. 181) met de verlichting en de waarschuwingsborden in de transportstand voor de openbare weg is geklapt. Fig. 181 GEVAAR De vergrendelingshaken (Fig. 180/3) vormen de mechanische transportvergrendeling van de uitleggers. Controleer de correcte plaatsing van de vergrendelingshaken (Fig. 180/3). 11. Zet de machine door het bedienen van de trekstangen van de tractor in horizontale stand. De machine dient onder alle rijomstandigheden over voldoende bodemvrijheid te beschikken. Fig. 182 EDX 6000-TC BAH

156 Werken met de machine 10.2 Tank vullen GEVAAR Koppel de machine vóór het vullen aan de tractor. Schakel de aftakas van de tractor uit, trek de handrem van de tractor aan, zet de tractormotor af en trek de contactsleutel uit het contactslot. Bij een draaiende turbine staat de zaadtank onder druk. Neem de toelaatbare vulhoeveelheden en totaalgewichten in acht. Het transport met gevulde tanks is op openbare wegen en straten verboden. Het remsysteem is slechts berekend voor het rijden met een lege zaadtank Zaadgoedtank vullen 1. Laat het achterframe zakken. 2. Schakel de aftakas van de tractor uit, trek de handrem van de tractor aan, zet de tractormotor af en verwijder de contactsleutel uit het contactslot. 3. Klap de treeplank (Fig. 183) naar beneden. 3.1 Verwijder de borgpen (Fig. 183/1). 3.1 Til de treeplank op en klap deze naar beneden. Fig EDX 6000-TC BAH

157 Werken met de machine VOORZICHTIG Open het deksel van de zaadgoedtank nooit terwijl de turbine loopt. Schakel de turbine uit voordat u het deksel van de zaadgoedtank opent. Activeer de turbine pas wanneer het deksel weer gesloten is. 4. Open het deksel (Fig. 184/1) van de tank. 4.1 Ontgrendel de hendel (Fig. 184/2). 4.2 Open het deksel door middel van de hendel (Fig. 184/1). 5. Vul de zaadtank. Fig Sluit het deksel en vergrendel het. 7. Klap de treeplank (Fig. 183/1) omhoog en borg deze met de borgpen (Fig. 183/2). EDX 6000-TC BAH

158 Werken met de machine Meststoftank vullen 1. Koppel de machine aan de tractor (zie hoofdstuk Machine aanen afkoppelen, op pagina 99). 2. Schakel de aftakas van de tractor uit, trek de handrem van de tractor aan, zet de tractormotor af en verwijder de contactsleutel uit het contactslot. GEVAAR Schakel de aftakas van de tractor uit, trek de handrem van de tractor aan, zet de tractormotor af en verwijder de contactsleutel uit het contactslot. 3. Via de treeplanken komt u bij de vulopening van de tank. 4. Het oprolbaar dekzeil is met twee spanelementen (zie Fig. 167) vastgemaakt. 5. Trek de riem langzaam uit de riemhouder. Het dekzeil zal worden geopend wanneer de riem wordt losgemaakt. 6. Verwijder eventueel vreemde voorwerpen uit de zaadtank. 7. Vul de tank ο ο met behulp van de transportvijzel (optie) van een bevoorradingsvoertuig met behulp van big bags; 8. Sluit het dekzeil en maak het vast. Fig. 185 Afb EDX 6000-TC BAH

159 Werken met de machine Meststoftank met de transportvijzel vullen 1. De machine moet ο aan de tractor worden gekoppeld; ο worden uitgeklapt; ο op de zaaischijven worden gezet. 2. Trek de handrem aan. 3. Verwijder het afdekzeil (Fig. 187/1) van de vultrechter. 1. Stuur iedereen weg uit het zwenkbereik van de transportvijzel. 2. Zet druk op de tractorregeleenheid. 3. Druk hendel (2) omlaag totdat de transportvijzel volledig is uitgeklapt. De transportvijzel staat in de vulstand (A). Fig Druk hendel (1) omlaag. De transportvijzel transporteert zolang de hendel omlaag wordt gedrukt. Fig. 188 Fig. 189 EDX 6000-TC BAH

160 Werken met de machine 5. Vul de vultrechter van de transportvijzel, bv. door een bevoorradingsvoertuig. Vul de vultrechter niet sneller dan dat de vijzel kan tranporteren. 6. Stuur iedereen weg uit het zwenkbereik van de transportvijzel. 7. Druk hendel (2) omhoog totdat de transportvijzel volledig is ingeklapt. De transportvijzel staat in de transportstand (B). Fig. 190 Fig. 191 Gevaar! Tijdens het manoeuvreren mag zich niemand tussen bevoorradingsvoertuig en vultrechter bevinden. Belangrijk! Schakel de tractorregelklep uit na gebruik. 160 EDX 6000-TC BAH

161 Werken met de machine 10.3 Beginnen met werk Fig. 192 GEVAAR Stuur personen uit de gevarenzone van de machine, vooral uit het draaibereik van de uitleggers, het achterframe, de markeurs en de door de aftakas aangedreven hydraulische pomp. Aanwijzingen die bij het gebruik van de door de aftakas aangedreven hydraulische pomp in acht dienen te worden genomen! Raadpleeg vóór het inschakelen van de aftakas de desbetreffende veiligheidsinstructies in het hoofdstuk Veiligheidsinstructies voor de gebruiker. Neem het toegestane aandrijftoerental van de aftakas van de tractor in acht. Bij tractoren met hydraulisch of pneumatisch inschakelbare aftakas mag deze alleen bij stationair toerental worden ingeschakeld om beschadigingen aan de hydraulische pomp te voorkomen. EDX 6000-TC BAH

162 Werken met de machine Trek de machine iets naar voren bij het omlaag brengen van de zaaischijven. Rijd nooit achteruit als de zaaischijven in de grond zitten. De zaaischijven kunnen daarbij verstopt raken. Breng de zaaischijven een stukje omhoog alvorens op het veld te stoppen. 1. Klap de uitleggers en de markeurs in werkstand uit (zie hoofdstuk "Klap de uitleggers en markeurs in/uit", op pagina 148). 2. Schakel de turbine in en stel de vereiste luchtdruk in door verstellen van het turbinetoerental. Bij bediening van de functie Voordraaien (zie bedieningshandleiding AMATRON 3) worden de boringen van de separatietrommel met zaadkorrels afgesloten. Hierdoor kan de benodigde luchtdruk zich opbouwen en worden gemeten. Bij een afwijkende luchtdruk moet u controleren of alle boringen met zaadkorrels zijn bedekt. Als dit niet het geval is, moet u de machine-instellingen corrigeren. 3. Begin te rijden. 4. Controleer in AMATRON 3 de vereiste luchtdruk in de separatie. 5. Controleer de aflegdiepte en de korrelafstand van het zaadgoed, alsmede de aflegdiepte van de meststof bij alle zaai- /meststofschijven, corrigeer de diepte eventueel (zie hoofdstuk Zaadgoeddiepte en korrelafstand controleren, op pagina 128) ο ο ο na de eerste 100 m die op rijsnelheid zijn afgelegd na de overgang van lichte naar zware grond en omgekeerd periodiek, ten minste bij het navullen van de zaadgoedtank. Als de zaadgoedtransportwegen verontreinigd zijn, kan er verkeerd gezaaid/gemest worden. 162 EDX 6000-TC BAH

163 Werken met de machine Tijdens het werk Tijdens het uitvoeren van werkzaamheden herkennen de optosensoren de lege plekken op de separatietrommel. De AMATRON 3 toont de lege plekken. Corrigeer de machine-instellingen bij lege plekken. Controleer de meststof-verdeelkoppen regelmatig op verontreiniging. Verontreiniging kunnen de meststof-verdeelkoppen verstoppen en dienen onmiddellijk te worden verwijderd (zie hoofdstuk Meststofverdeelkop reinigen ) Keren op de wendakker Vóór het keren op de wendakker 1. Ga langzamer rijden. 2. Verlaag het toerental van de tractor niet te ver, zodat de hydraulische functies op de wendakker nog vlot worden uitgevoerd. 3. Bedien de tractorregeleenheid geel tot het volledig optillen ο ο van de actieve markeur, van de zaaikouters. 4. Keer de combinatie. Fig. 193 Voorkom sterk afremmen en optrekken om aflegfouten in de lengteverdeling te voorkomen. Het toerental van de separatietrommel wordt afhankelijk van de tractorsnelheid geregeld en wordt rechtstreeks alleen aan een normale snelheidsverandering aangepast. Het optillen van de zaadtanks, bv. bij het keren op de kopakker, heeft het nastromen van het zaaigoed tot gevolg. EDX 6000-TC BAH

164 Werken met de machine Na het keren op de wendakker 1. Bedien tractorregeleenheid geel tot volledig neerlaten ο ο van de zaaikouters, van de actieve markeur. 2. Bedien tractorregeleenheid geel nog 15 seconden en zet deze vervolgens in neutrale stand. Gebruik tractorregeleenheid geel tijdens het werk in neutrale stand. GEVAAR Na het keren wordt bij bediening van regeleenheid geel de tegenoverliggende markeur in de werkstand gebracht. 164 EDX 6000-TC BAH

165 Werken met de machine 10.4 Na het zaaien Zet de machine na het werk op het veld in de transportstand voor het rijden op de openbare weg (zie hoofdstuk Transport, op pagina 141) Zaadgoedtank en/of zaadgoedseparatie leegmaken GEVAAR Schakel de aftakas van de tractor uit, trek de handrem van de tractor aan, zet de tractormotor af en verwijder de contactsleutel uit het contactslot. WAARSCHUWING Bij een draaiende turbine (separatie) staat de zaadtank onder druk. Alleen noodzakelijk, wanneer de zaadgoedtank is gevuld en niet hoeft te worden leeggemaakt: 1. Sluit de toevoer van de zaadgoedtank naar de separatie (Fig. 55/2). 1.1 Zet de hendel (Fig. 57/1) op schaalwaarde Open de onderklep (Fig. 195/1). Fig. 194 De onderklep is met snelspanners (Fig. 195/2) vastgemaakt. Fig. 195 EDX 6000-TC BAH

166 Werken met de machine 3. Klap de houder neer en borg deze met een borgpen (Fig. 196/1)]. 4. Plaats de opvangbak in de houder. Fig Maak de zeefschuif los. Fig. 197 Fig. 198 Gebruik hiervoor de meegeleverde inbussleutel. Fig EDX 6000-TC BAH

167 Werken met de machine 6. Trek de zeefschuif (Fig. 200/1) langzaam uit de behuizing. Het zaadgoed valt in de opvangbak (Fig. 200/2). 7. Maak de opvangbak leeg. 7.2 Open de sluiting (Fig. 201/1) met de meegeleverde inbussleutel (Fig. 201/2). 7.3 Schud het opgevangen zaadgoed voor hergebruik terug in de zaadgoedtank. 8. Sluit het separatiehuis of reinig dit in geopende toestand (zie hoofdstuk Dagelijkse snelreiniging separatie en cilindrische tandwielen, op pagina 178). Fig. 200 Fig. 201 EDX 6000-TC BAH

168 Werken met de machine Meststoftank en/of doseerunit leegmaken GEVAAR Schakel de aftakas van de tractor uit, trek de handrem van de tractor aan, zet de tractormotor af en verwijder de contactsleutel uit het contactslot. VOORZICHTIG Boordcomputer uitschakelen vóór aanvang van transportritten vóór het uitvoeren van in-/afstel-, onderhouds- en reparatiewerkzaamheden. Gevaar voor ongevallen als gevolg van het onbedoeld in beweging zetten van de doseerunit of andere machinecomponenten door radarimpulsen Doseerunit leegmaken 1. Schuif de afdraai-emmer (Fig. 202/1) in de houder onder de doseerunit. 2. Sluit de opening van de meststoftank boven de doseerunit met de schuif (Fig. 203/1) (zie hoofdstuk Doseerrol uit-/inbouwen, op pagina 130). Fig. 202 Fig EDX 6000-TC BAH

169 Werken met de machine 3. Open de draaischuif van de injectiesluis [zie afb. (Fig. 86), op pagina 83). De mest valt in de afdraai-emmer. Fig Bouw de doseerrol uit (zie hoofdstuk Doseerrol uit-/inbouwen, op pagina 130). 5. Sluit de deksel van de behuizing (Fig. 205/1). 6. Trek de schuif (Fig. 205/2) langzaam uit de doseerunit. De mest valt in de afdraai-emmer. Fig De demontage vindt in omgekeerde volgorde plaats Verwijderen van resten van de vultrechter van de transportvijzel 1. Klap de transportvijzel in de vulstand. 2. Trek de handrem aan, zet de tractormotor af en verwijder de contactsleutel uit het slot. 3. Schroef de sluiting (Fig. 206/1) voor het leegmaken van de vultrechter los. Fig. 206 EDX 6000-TC BAH

170 Storingen 11 Storingen WAARSCHUWING Gevaar voor bekneld raken, scharen, snijden, afsnijden, vastgrijpen, opwikkelen, naar binnen trekken, vastgrijpen en stoten door onbedoeld zakken van de door de driepuntshydraulica van de tractor opgeheven machine. onbedoeld zakken van opgeheven, onbeveiligde onderdelen van de machine. onbedoeld starten en wegrollen van de tractor/machine combinatie. Beveilig tractor en machine tegen onbedoeld starten en wegrollen voordat u storingen aan de machine verhelpt. Zie hoofdstuk 6.2, op pagina 97. Wacht tot de machine stilstaat voordat u in de gevarenzone van de machine komt. VOORZICHTIG Boordcomputer uitschakelen vóór aanvang van transportritten vóór het uitvoeren van in-/afstel-, onderhouds- en reparatiewerkzaamheden. Gevaar voor ongevallen als gevolg van het onbedoeld in beweging zetten van de doseerunit of andere machinecomponenten door radarimpulsen Indicatie minimumniveau Bij het onderschrijden van de resthoeveelheid in de tank (bij correct afgestelde niveausensor) verschijnt een melding op het display van de boordcomputer en klinkt een akoestisch signaal (zie bedieningshandleiding boordcomputer). De minimumhoeveelheid moet groot genoeg zijn om schommelingen met betrekking tot de strooihoeveelheid te voorkomen. 170 EDX 6000-TC BAH

171 Storingen 11.2 Reinig de zaadslang GEVAAR Schakel de turbine (separatie) nooit in als een zaadslang van de behuizing is losgemaakt; als de aandrukrollen omhoog zijn gebracht. Zaadkorrels kunnen met grote kracht ongecontroleerd naar buiten komen en letsel veroorzaken aan onbeschermde lichaamsdelen, in het bijzonder aan de ogen. De AMATRON 3 geeft aan wanneer één of meerdere zaaischijven verstopt raken en het zaadgoed niet meer in de grond wordt afgelegd. De luchtstroom in de zaadslang wordt in dat geval onderbroken, en het zaadgoedtransport in de zaadslang zal worden stopgezet. De zaadkorrels komen niet in de transportslang, maar verzamelen zich op de afdichtingslip onder de zaadslang. Voer bij een verstopping in het zaadgoedaflegbereik (Fig. 207/1) de volgende stappen uit: zaadslang reinigen opgehoopt zaadgoed van de afdichtingslip verwijderen. Fig. 207 EDX 6000-TC BAH

172 Storingen Reinig de zaadslang 1. Schakel de turbine uit. 2. Til de zaaischijven zo ver op dat deze net van de grond loskomen. 3. Draai de twee bouten (Fig. 208/1) los zonder deze te verwijderen. 4. Klap de aandrukrollen omhoog en haak ze aan de beugel (Fig. 209/1) vast. 5. Verhelp de verstopping in de schietpijp (Fig. 209/2) en demonteer indien nodig de schietpijp voor het reinigen. 6. Breng de zaaischijf in de werkstand. Fig. 208 Fig EDX 6000-TC BAH

173 Storingen Opgehoopt zaadgoed van de afdichtingslip verwijderen 7. Beweeg de hendel meerdere keren tot aan de aanslag naar rechts. Het zaadgoed valt door de afdichtingslip in de opvangbak. 8. Zet de veerbelaste hendel (Fig. 211/1) vervolgens tegen de aanslag in de uitgangspositie terug. Fig. 210 Het leegmaken van de opvangbak (Fig. 212/1) vindt doorgaans plaats na het beëindigen van de veldwerkzaamheden (zie hoofdstuk Zaadgoedtank en/of zaadgoedseparatie leegmaken, op pagina 165). Fig. 211 Fig. 212 EDX 6000-TC BAH

174 Storingen 11.3 Storingstabel Storing Mogelijke oorzaak Remedie Markeur wisselt niet Markeur schakelt te vroeg Sensor werkstand verkeerd ingesteld Sensor werkstand defect Hydraulische klep defect Sensor werkstand verkeerd ingesteld Sensor instellen Sensor werkstand vervangen Hydraulische klep vervangen Sensor instellen Vals alarm van de turbinesensor, weergegeven op het display van AMATRON 3 Waarschuwingsgrens verkeerd ingesteld Te veel of te weinig olie Sensor turbine defect Waarschuwingsgrens wijzigen Hoeveelheid olie instellen Sensor turbine vervangen Korrels liggen niet op de gewenste afstand Uitzaai met verkeerde kalibratiewaarde (Imp./100) Kalibratiewaarde (Imp./100) berekenen en AMATRON 3 opnieuw kalibreren. Waarschuwingsmelding: "Druk van de separatie" Compleet lege rijen Luchtdruk voor de separatie van zaadkorrels ontsnapt op ongecontroleerde wijze. Ophoping van korrels belemmeren de separatie Zaadgoedtanks op lekkage controleren. Slangen waar lucht doorheen stroomt controleren. Reinig de zaadslang (zie op pagina 171). Vreemde voorwerpen voor de rijen met boringen of de afstrijker Vreemde voorwerpen verwijderen De bezetting van de buitenste rijen ontbreekt. De elektromotor van een separatietrommel start niet Foutmelding optosensor De zeefschuif is verstopt. De sensor "werkstand" is verkeerd ingesteld/defect De optiek van de optosensor is vervuild met resten ontsmettingsmiddel Afzettingen op de zeefschuif verwijderen Sensor instellen/vervangen Optosensor reinigen met een vochtige doek. Belangrijk! Gebruik geen bijtende schoonmaakmiddelen. Sterke verontreinigingen moeten met technisch alcohol worden opgelost. 174 EDX 6000-TC BAH

175 Reinigen, service en onderhoud 12 Reinigen, service en onderhoud WAARSCHUWING Gevaar voor bekneld raken, scharen, snijden, afsnijden, vastgrijpen, opwikkelen, naar binnen trekken, vastgrijpen en stoten door onbedoeld zakken van de door de driepuntshydraulica van de tractor opgeheven machine. onbedoeld zakken van opgeheven, onbeveiligde onderdelen van de machine. onbedoeld starten en wegrollen van de tractor/machine combinatie. Beveilig de tractor en de machine tegen onbedoeld starten en wegrollen voordat u reinigings-, service- of onderhoudswerkzaamheden uitvoert. Zie ook op pagina 97. VOORZICHTIG Boordcomputer uitschakelen vóór aanvang van transportritten vóór het uitvoeren van in-/afstel-, onderhouds- en reparatiewerkzaamheden. Gevaar voor ongevallen als gevolg van het onbedoeld in beweging zetten van de doseerunit of andere machinecomponenten door radarimpulsen. WAARSCHUWING Gevaar voor bekneld raken, scharen, snijden, afsnijden, vastgrijpen, opwikkelen, naar binnen trekken en vastgrijpen door gevaarlijke plaatsen die niet beveiligd zijn. Monteer de veiligheidsvoorzieningen die u vóór de reinigings-, service en onderhoudswerkzaamheden heeft verwijderd. Vervang defecte veiligheidsvoorzieningen door nieuwe. Gevaar Voer reinigings- en onderhoudswerkzaamheden (tenzij anders aangegeven) alleen uit bij uitgeklapte uitleggers (zie hoofdstuk 10.1, op pagina 148); volledig neergelaten kouterframe, aangetrokken handrem van de tractor; uitgeschakelde aftakas van de tractor; afgezette tractormotor; verwijderde contactsleutel. EDX 6000-TC BAH

176 Reinigen, service en onderhoud 12.1 Beveiliging van de aangekoppelde machine Zet vóór werkzaamheden aan de machine de aan de tractor gekoppelde machine op de steunpoot (Fig. 213/1), als beveiliging tegen onbedoeld zakken van de trekstangen van de tractor. Fig Houd de tank met granulaatvulling gesloten De granulaatvulling in het voorste deel van de tank is nodig voor het bereiken van de vereiste oplegdruk. Bij het openen van de afsluitplaat (Fig. 214/1) kan het granulaat ongecontroleerd naar buiten stromen. De afsluitplaat (Fig. 214/1) mag nooit worden geopend. Fig EDX 6000-TC BAH

177 Reinigen, service en onderhoud 12.3 Machine reinigen GEVAAR Adem het giftige ontsmettingsmiddelstof niet in en laat het niet in contact komen met het lichaam. Draag bij het leegmaken van de zaadgoedtank en de separatie resp. bij het verwijderen van ontsmettingsmiddelstof, bijv. met perslucht; beschermende kleding, een veiligheidsmasker, een veiligheidsbril en handschoenen. GEVAAR Klap de machine vóór het reinigen volledig uit- of in. Reinig de machine nooit wanneer achterframe of uitleggers niet volledig zijn in- of uitgeklapt. Controleer de rem-, lucht- en hydraulische slangen bijzonder zorgvuldig! Behandel rem-, lucht- en hydraulische slangen nooit met benzine, benzeen, petroleum of minerale olie. Smeer de machine na het reinigen, vooral na het reinigen met een hogedrukreiniger/stoomreiniger of vetoplosbare middelen. Neem de wettelijke voorschriften voor het gebruiken en opruimen van reinigingsmiddelen in acht. Neem bij de reiniging met een hogedrukreiniger/stoomstraal het volgende in acht: Reinig geen elektrische onderdelen. Reinig geen verchroomde onderdelen. Richt de straal van de hogedrukreiniger of de stoomreiniger nooit rechtstreeks op smeerpunten en lagers. Houd altijd een afstand van minimaal 300 mm tussen hogedrukreiniger/stoomreiniger en machine aan. Neem de veiligheidsvoorschriften voor het gebruik van hogedrukreinigers in acht. EDX 6000-TC BAH

178 Reinigen, service en onderhoud Dagelijkse snelreiniging separatie en cilindrische tandwielen GEVAAR Adem het giftige ontsmettingsmiddelstof niet in en laat het niet in contact komen met het lichaam. Draag bij het leegmaken van de zaadgoedtank en de separatie resp. bij het verwijderen van ontsmettingsmiddelstof, bijv. met perslucht; beschermende kleding, een veiligheidsmasker, een veiligheidsbril en handschoenen. 1. Beveilig de tractor tegen het onbedoeld starten en in beweging zetten. 2. Open de onderklep (Fig. 215/1). De onderklep is met snelspanners (Fig. 215/2) vastgemaakt. 3. Stuur iedereen uit de gevarenzone weg. 4. Schakel de turbine in. Zaaigoedresten en ontsmettingsmiddelafzettingen worden uit het separatiehuis geblazen. 5. Beweeg de hendel van de luchtgeleidingsplaat (Fig. 216/1) bij draaiende turbine meerdere keren van aanslag tot aanslag. 6. Schakel de turbine uit. Fig. 215 Fig EDX 6000-TC BAH

179 Reinigen, service en onderhoud 7. Maak de cilindrische tandwielen (Fig. 217/1) achter de schaalverdeling (Fig. 217/2) met behulp van perslucht vrij van stof en vuil. Het demonteren van de schaalverdeling, zoals weergegeven, is niet nodig. Fig Sluit het separatiehuis na de reiniging. Een grondige reiniging vindt plaats na het leegmaken van de zaadgoedtank en het separatie (zie hoofdstuk Grondige reiniging van de machine, op pagina 180). EDX 6000-TC BAH

180 Reinigen, service en onderhoud Grondige reiniging van de machine 1. Zet de aan de tractor gekoppelde machine voor het reinigen altijd op de steunpoot (Fig. 213/1). 2. Schakel de aftakas van de tractor uit, trek de handrem van de tractor aan, zet de tractormotor af en verwijder de contactsleutel uit het contactslot. 3. Maak de zaadtanks leeg (zie hoofdstuk "Zaadgoedtank en/of zaadgoedseparatie leegmaken", op pagina 165). 4. Maak de meststoftank en de meststof-doseerunit leeg (zie hoofdstuk Meststoftank en/of doseerunit leegmaken, op pagina 168). 5. Reinig de meststof-verdeelkop (zie hoofdstuk "Meststofverdeelkop reinigen", op pagina 181). 6. Klap de machine vóór het reinigen volledig uit- of in (zie hoofdstuk 10.1, op pagina 148). Reinig de machine nooit wanneer achterframe of uitleggers niet volledig zijn in- of uitgeklapt. 7. Reinig de machine met water of een hogedrukreiniger. Belangrijk: blaas de separatie alleen met perslucht uit. 8. Reinig de optosensoren met ISOPRORANOL (alcohol). Resten ontsmettingsmiddel kunnen van invloed zijn op de werking van de optosensoren. Gebruik geen bijtende schoonmaakmiddelen. Reinig het beschermrooster van de turbinezuiger zodat de luchtstroom nergens wordt verhinderd. Als er niet genoeg lucht wordt aangeleverd, kunnen er storingen optreden tijdens het verdelen van het zaadgoed. Verwijder eventuele afzettingen van de turbineschoepen. Afzettingen kunnen schade aan de lagers en onbalans veroorzaken. 180 EDX 6000-TC BAH

181 Reinigen, service en onderhoud Meststof-verdeelkop reinigen 1. Klap de uitleggers uit (zie hoofdstuk 10.1, op pagina 148). 2. Schakel de aftakas van de tractor uit, trek de handrem van de tractor aan, zet de tractormotor af en verwijder de contactsleutel uit het contactslot. GEVAAR Schakel de aftakas van de tractor uit, trek de handrem van de tractor aan, zet de tractormotor af en verwijder de contactsleutel uit het contactslot. WAARSCHUWING Naar de verdeelkop en bij de verdeelkop bestaat gevaar voor uitglijden. 3. Draai de vleugelmoeren (Fig. 218/2) los en trek de doorzichtige kunststof kap (Fig. 218/1) van de verdeelkop. 4. Verwijder verontreinigingen met een bezem en reinig de verdeelkop en de kunststof kap met een droge doek. 5. Monteer kunststof kap. Fig. 218 EDX 6000-TC BAH

182 Reinigen, service en onderhoud 12.4 Montagewerkzaamheden aan de machine De separatietrommel monteren/demonteren 1. Sluit de zaadgoedschuif bij gevulde zaadgoedtank om te zorgen dat er geen zaadgoed vanuit de zaadgoedtank in het wervelbed kan stromen. 2. Verwijder de ontluchtingsslang (Fig. 219/1) van het deksel van de behuizing (Fig. 219/2). 3. Open de bouten (Fig. 220/2) met de meegeleverde inbussleutel. 4. Verwijder de pen (Fig. 220/3). 5. Verwijder het deksel van de behuizing (Fig. 220/1). Fig. 219 Fig EDX 6000-TC BAH

183 Reinigen, service en onderhoud 6. Trek de separatietrommel uit de behuizing. Draai de trommel daarbij langzaam rechtsom. 7. De montage vindt in omgekeerde volgorde plaats. Fig. 221 Bij het in- en uitbouwen van de trommel Draai de trommel langzaam rechtsom om beschadiging van de afdichtingslippen te voorkomen. Bij het inbouwen van de trommel Druk de trommelspaak, terwijl u de trommel iets optilt, voorzichtig in de opening van de elektromotor. Als u te veel kracht zet kan de spaak beschadigd raken. Let bij het monteren van de deksel van de behuizing op de openingen (Fig. 222/1). Fig. 222 Borg de lagerzitting met de pen (Fig. 222/1). Fig. 223 EDX 6000-TC BAH

184 Reinigen, service en onderhoud Bevestiging van de zaadslangen Afb. 224 Fig. 225 Steek de zaadslang altijd tot de aanslag erin zodat zich geen zaadgoed voor de zaadslang ophoopt. Het isolatieband op de zaadslangen kenmerkt de inbouwpositie van de slang. Het onbedoeld losraken van de zaadslang is daardoor direct zichtbaar. Smeer het schroefdraad in met multipurposevet, bijv. Duplex 9 (firma Fuchs) in alvorens de wartelmoer aan te brengen. Haal de wartelmoer slechts handvast aan om beschadiging te voorkomen. De optosensorsleutel (Fig. 226) dient voor het losdraaien en vastzetten van de wartelmoeren, met name bij machines voor fijne zaden. Fig EDX 6000-TC BAH

185 Reinigen, service en onderhoud Afstrijkers van draagrollen afstellen De draagrollen worden gereinigd door afstrijkers (Fig. 227/1) met een hardmetalen coating. De afstand tussen afstrijker en draagrol bedraagt 10 mm. Draai vóór het afstellen van de afstrijkers de bouten (Fig. 227/2) los. Fig Stel de vorenvormer op de zaaischijf in De spleet (pijl) tussen de vorenvormer (Fig. 228/1) en zaaischijf (Fig. 228/2) is instelbaar. De vorenvormer (Fig. 228/1) moet dicht tegen de zaaischijf (Fig. 228/2) aanliggen, maar deze niet aanraken. De spleet (pijl) kan door het aantrekken van beide bouten (Fig. 228/3) worden ingesteld. Draai de bouten niet te vast aan. De vorenvormer moet zich bij een gemiddelde krachtontwikkeling kunnen bewegen. Zet de bouten afhankelijk van de instelling met een contramoer vast. Fig. 228 EDX 6000-TC BAH

186 Reinigen, service en onderhoud 12.5 Smeervoorschrift WAARSCHUWING Schakel de aftakas van de tractor uit, trek de handrem van de tractor aan, zet de tractormotor af en verwijder de contactsleutel uit het contactslot. De smeerpunten zijn op de machine aangegeven met de sticker (Fig. 229). Reinig smeernippels en vetspuit voor het smeren grondig, zodat er geen vuil in de lagers wordt geperst. Het vervuilde vet in de lagers volledig uitspuiten en door nieuw vet vervangen. Fig. 229 Smeermiddelen Gebruik voor smeerwerkzaamheden een lithiumverzeept multipurpose vet met EP-additieven: Bedrijf ARAL FINA Smeermiddelbenaming Aralub HL2 Marson L2 ESSO Beacon 2 SHELL Retinax A Overzicht van smeerpunten EDX 6000-TC Aantal smeernippels Smeerinterval Aanwijzing Fig. 231/ u Fig. 231/ u Fig. 232/ u Fig. 232/ u Fig. 233/ u Fig. 233/ u Fig. 233/ u Fig. 233/ u Fig. 233/ u Fig. 234/ u Fig. 235/ u Fig EDX 6000-TC BAH

187 Reinigen, service en onderhoud Fig. 231 Fig. 232 Fig. 233 Fig. 234 Fig. 235 EDX 6000-TC BAH

188 Reinigen, service en onderhoud 12.6 Onderhouds- en verzorgingsschema overzicht Voer de onderhoudswerkzaamheden uit zodra de eerste termijn is bereikt. Tijdsintervallen, draai-uren van de motor of service-intervallen van de eventueel bijgeleverde documenten van derden hebben voorrang. Vóór het eerste gebruik Erkende werkplaats Hydraulische slangleidingen controleren en onderhouden. Hfdst De eigenaar moet de inspectie noteren. Eerste gebruik Na de eerste 10 bedrijfsuren Erkende werkplaats Bandenspanning van de onderstelbanden controleren Hydraulische slangleidingen controleren en onderhouden. De eigenaar moet de inspectie noteren. Hfdst Hfdst Erkende werkplaats Alle schroefverbindingen op goede bevestiging controleren Hfdst Erkende werkplaats Aanhaalmomenten van de wielmoeren controleren (erkende werkplaats) Hfdst EDX 6000-TC BAH

189 Reinigen, service en onderhoud vóór het begin van de werkzaamheden Visuele controle van de trekpennen Hfdst elk uur (dagelijks) (bijv. bij het navullen van een tank) Tijdens het werk na het werk Elke week (dagelijks) (minimaal elke 50 bedrijfsuren) Erkende werkplaats Zaadgoeddiepte en korrelafstand controleren Controle op en verwijdering van verontreinigingen meststof-doseerunit meststofslangen meststof-verdeelkop beschermrooster van turbineaanzuiging Overtollige korrels van afdichtingslippen verwijderen Meststof-verdeelkop op verontreinigingen controleren, zo nodig reinigen (zie hoofdstuk Meststof-verdeelkop reinigen ) Meststof-doseerunit op verontreiniging controleren, zo nodig reinigen (zie hoofdstuk "Meststoftank en/of doseerunit leegmaken") Dagelijkse snelreiniging separatie en cilindrische tandwielen Grondige reiniging van de machine (indien nodig) Hydraulische slangleidingen controleren en onderhouden. De eigenaar dient de inspectie te noteren Resten ontsmettingsmiddel kunnen van invloed zijn op de werking van de optosensoren. Reinig de optosensoren met ISOPRORANOL (alcohol). Gebruik geen bijtende schoonmaakmiddelen. Hfdst Hfdst Hfdst Hfdst Hfdst Hfdst Hfdst EDX 6000-TC BAH

190 Reinigen, service en onderhoud elke 2 weken Bandenspanning van de onderstelbanden controleren Hfdst elke 3 maanden Erkende werkplaats Algemene visuele controle van het bedrijfsremsysteem Hfdst Oliefilter vervangen boordhydraulica Hfdst Elke 12 maanden Erkende werkplaats Bedrijfsremsysteem door een erkende werkplaats op veilige toestand laten controleren Hfdst De eigenaar moet de inspectie noteren. Gescheiden luchtdrukremsysteem: Uitwendige controle van de luchtdrukketel Hfdst Erkende werkplaats Gescheiden luchtdrukremsysteem: Druk in luchtdrukketel controleren Hfdst Erkende werkplaats Gescheiden luchtdrukremsysteem: Controleren op lekkage Hfdst Erkende werkplaats Gescheiden luchtdrukremsysteem: Leidingfilters van het gescheiden luchtdrukremsysteem reinigen (erkende werkplaats) Hfdst EDX 6000-TC BAH

191 Bandenspanning van de onderstelbanden controleren Controleer de bandenspanning (zie tabel Fig. 236). Reinigen, service en onderhoud Controle-intervallen in acht nemen (zie hoofdstuk Onderhouds- en verzorgingsschema overzicht, op pagina 188). Banden Nominale bandenspanning 700/ ,8 bar Fig Visuele controle van de trekpennen WAARSCHUWING Gevaar voor bekneld raken, beetpakken, vastgrijpen en stoten als de machine onbedoeld loskomt van de tractor. Controleer elke keer bij het aankoppelen van de tractor of de trekpennen zich in goede staat bevinden. Als de trekstangpen duidelijk tekenen van slijtage vertoont, dient u de trekdissel te vervangen. EDX 6000-TC BAH

192 Reinigen, service en onderhoud 12.7 Erkende werkplaats - in-/afstel- en reparatiewerkzaamheden Aanhaalmomenten van de wielmoeren controleren (erkende werkplaats) Controleer de aanhaalmomenten (zie tabel Fig. 237). Controle-intervallen in acht nemen (zie hoofdstuk Onderhouds- en verzorgingsschema overzicht, op pagina 188). Wielmoer Aanhaalmoment (1) M22x1,5 610 Nm Fig Oliefilter vervangen boordhydraulica De boordhydraulica heeft een olietank met oliefiltervervangingsindicator (Fig. 238/1). De wijzer staat tijdens bedrijf in het groene bereik. Als de wijzer in het rode bereik staat, moet het oliefilter worden vervangen. Controleer de hoeveelheid olie in de tank als de machine precies horizontaal staat. Het oliepeil moet zichtbaar zijn in het venster (Fig. 238/2). Vul zo nodig olie van het merk UTTO SAE 80W API GL4 bij in de olievulopening (Fig. 238/3). Fig EDX 6000-TC BAH

193 Reinigen, service en onderhoud Hydraulisch systeem (erkende werkplaats) WAARSCHUWING Gevaar voor infectie door onder hoge druk staande hydraulische olie die in het lichaam dringt. Werkzaamheden aan het hydraulische systeem mogen uitsluitend door een erkende werkplaats worden uitgevoerd. Laat alle druk uit het hydraulische systeem ontsnappen voordat u met de werkzaamheden aan het hydraulische systeem begint. Spoor lekkages altijd op met daartoe geschikte hulpmiddelen. Probeer nooit lekkende hydraulische slangleidingen met de hand of vingers te dichten. Onder hoge druk naar buiten stromende vloeistof (hydraulische olie) kan via de huid in het lichaam komen en ernstig letsel veroorzaken! Raadpleeg bij wonden door hydraulische olie direct een arts! Gevaar voor infectie. Bij het aansluiten van de hydraulische slangleidingen op het hydraulische systeem van de tractor moet de hydraulica van zowel de tractor als van de machine drukloos zijn. Sluit de hydraulische slangleidingen op de correcte wijze aan. Controleer alle hydraulische slangleidingen en koppelingen regelmatig op beschadigingen en verontreiniging. Laat tenminste een keer per jaar door een deskundige controleren of de hydraulische slangleidingen nog in goede staat zijn. Vervang beschadigde en verouderde hydraulische slangleidingen. Gebruik uitsluitend originele hydraulische slangleidingen van AMAZONE. Gebruik hydraulische slangleidingen niet langer dan zes jaar. Dat is inclusief een eventuele opslagtijd van maximaal twee jaar. Ook bij vakkundige opslag en toelaatbare belasting zijn slangen en slangverbindingen onderhevig aan natuurlijke veroudering, wat hun opslagtijd en gebruiksduur beperkt. In afwijking hiervan is het mogelijk om, rekening houdend met de mogelijke risico's, de gebruiksduur op basis van ervaring te bepalen. Voor slangen en slangen van thermoplast kunnen andere richtwaarden doorslaggevend zijn. Voer oude olie volgens de milieuvoorschriften af. Neem bij problemen met betrekking tot het afvoeren contact op met uw leverancier van de olie. Bewaar hydraulische olie buiten bereik van kinderen. Zorg dat er geen hydraulische olie in de grond of in het water komt. EDX 6000-TC BAH

194 Reinigen, service en onderhoud Aanduidingen op hydraulische slangleidingen De aanduidingen op de slangen hebben de volgende betekenis: Fig. 239/... (1) Type-aanduiding van de fabrikant van de hydraulische slangleiding (A1HF) (2) Productiedatum van de hydraulische slangleiding (12/02 = jaar / maand = februari 2012) (3) Maximaal toelaatbare bedrijfsdruk (210 BAR). Fig Service-intervallen Na de eerste 10 bedrijfsuren en daarna om de 50 bedrijfsuren 1. Controleer alle componenten van het hydraulische systeem op lekkage. 2. Haal de schroefverbindingen eventueel aan. Voor elke inbedrijfstelling 1. Controleer de hydraulische slangleidingen op in het oog lopende gebreken. 2. Verhelp schuurplekken van hydraulische slangleidingen en buizen. 3. Vervang versleten of beschadigde hydraulische slangen direct. 194 EDX 6000-TC BAH

195 Reinigen, service en onderhoud Inspectiecriteria voor hydraulische slangleidingen Neem voor uw eigen veiligheid de volgende inspectiecriteria in acht. Vervang hydraulische slangleidingen wanneer u tijdens de inspectie het volgende criteria constateert: Beschadiging van de buitenste laag tot op de staalmantel (bijv. schuurplekken, scheurtjes, insnijdingen). Bros worden van de buitenste laag (scheurtjes in het materiaal van de slang). Vervormingen die niet in overeenstemming zijn met de natuurlijke vorm van de slang of slangleiding. Zowel drukloos als onder druk of bij buiging (bijv. loslaten van de lagen, blaasvorming, platdrukken of knikken). Lekkage. Beschadiging of vervorming van de slangarmatuur (verhoogde kans op lekkage); een geringe beschadiging aan de buitenkant is geen reden voor vervanging. Het loskomen van de slang uit de armatuur. Corrosie van de armatuur, hetgeen de werking en sterkte vermindert. Montagevoorschriften niet nagekomen. De gebruiksduur van 6 jaar is overschreden. Doorslaggevend hiervoor is de datum waarop de hydraulische slangleiding op de armatuur is bevestigd plus 6 jaar. Staat op de armatuur de productiedatum "2012", dan eindigt de gebruiksduur in februari Zie ook "Aanduidingen op hydraulische slangleidingen". EDX 6000-TC BAH

196 Reinigen, service en onderhoud In- en uitbouwen van hydraulische slangen Neem bij het in- en uitbouwen van hydraulische slangleidingen de volgende aanwijzingen in acht: Gebruik uitsluitend originele hydraulische slangen van AMAZONE! Zorg voor een schone werkplek. Bouw hydraulische slangleidingen zodanig in dat er onder alle bedrijfsomstandigheden ο ο ο ο geen trekbelasting optreedt, behalve door het eigengewicht. er bij korte slangen geen stuikbelasting optreedt. van buiten komende mechanische inwerkingen op de hydraulische slangleidingen worden vermeden. Voorkom dat de slangen langs elkaar of langs componenten schuren door ze in overeenstemming met de voorschriften te leggen en te bevestigen. Bescherm de hydraulische slangleidingen zo nodig met beschermhulzen. Dek componenten met scherpe randen af. de buigradius niet kleiner wordt dan is toegestaan. Als u de hydraulische slangleiding aansluit op bewegende onderdelen, dient de slang een dusdanige lengte te hebben dat de buiging over het gehele bewegingstraject niet kleiner is dan de minimaal toegestane buigradius en/of de hydraulische slangleiding bovendien niet op trek wordt belast. Sluit de hydraulische slangleidingen uitsluitend aan op de voorgeschreven bevestigingspunten. Gebruik geen slanghouders op plaatsen waar zij de natuurlijke beweging en lengteverandering van de slangen belemmeren. Het overlakken van hydraulische slangleidingen is verboden! 196 EDX 6000-TC BAH

197 Reinigen, service en onderhoud 12.8 Bedrijfsremsysteem (alle varianten) geldig voor Gescheiden luchtdrukremsysteem Hydraulisch bedrijfsremsysteem Algemene visuele controle van het bedrijfsremsysteem Voer de algemene visuele controle regelmatig uit (zie hoofdstuk Onderhouds- en verzorgingsschema overzicht, op pagina 188) Inspectiepunten: De buitenkant van buisleidingen, slangleidingen en koppelmoffen mogen niet beschadigd of verroest zijn. Scharnierpunten, bv. bij stelgaffels, moeten op de juiste wijze zijn geborgd, soepel draaien en mogen niet zijn uitgeslagen. Kabels en trekkabels ο ο ο dienen foutloos te zijn gelegd mogen geen duidelijk zichtbare scheurtjes bevatten mogen niet zijn vastgeknoopt. Zuigerslag van de remcilinders controleren Bedrijfsremsysteem door een erkende werkplaats op veilige toestand laten controleren Laat regelmatig door een erkende werkplaats controleren of de toestand van het bedrijfsremsysteem veilig is (zie hoofdstuk Onderhouds- en verzorgingsschema overzicht, op pagina 188). In Duitsland bepaalt 57 van de BGV D 29 van de wettelijk ongevallenverzekering: de eigenaar van een voertuig moet de betrouwbaarheid van het voertuig indien nodig, doch tenminste een keer per jaar, door een deskundige laten controleren. Neem bij alle onderhoudswerkzaamheden de wettelijke voorschriften in acht. Gebruik uitsluitend originele onderdelen. EDX 6000-TC BAH

198 Reinigen, service en onderhoud 12.9 Gescheiden luchtdrukremsysteem Uitwendige controle van de luchtdrukketel Als de luchtdrukketel in de spanbanden (Fig. 240/1) beweegt de luchtdrukketel spannen of vervangen Als de luchtdrukketel aan de buitenkant roest of schade bevat de luchtdrukketel vervangen. Als het typeplaatje (Fig. 240/2) is aangeroest, losgeraakt of ontbreekt de luchtdrukketel vervangen. Fig. 240 De luchtdrukketel mag uitsluitend in een erkende werkplaats worden vervangen Druk in luchtdrukketel controleren (erkende werkplaats) 1. Sluit de manometer aan op de testaansluiting van de luchtdrukketel. 2. Laat de motor van de tractor draaien (ca. 3 min.) tot de luchtdrukketel is gevuld. 3. Controleer of de manometer de gewenste waarde van 6,0-8,1 bar aangeeft. 4. Wordt het gewenste waardebereik niet aangehouden, bezoek dan een erkende werkplaats. 198 EDX 6000-TC BAH

199 Reinigen, service en onderhoud Controleren op lekkage (erkende werkplaats) Inspectiepunten en handelingen: Controleer alle aansluitingen, buis-, slang- en schroefverbindingen op lekkage Verhelp schuurplekken op buizen en slangen Laat poreuze en beschadigde slangen door een erkende werkplaats vervangen Het gescheiden luchtdrukremsysteem geldt als lekkagevrij wanneer de druk bij uitgezette motor binnen 10 minuten niet meer dan 0,10 bar daalt en per uur dus niet meer dan 0,6 bar. Worden de waarden niet aangehouden, bezoek dan een erkende werkplaats Leidingfilters van het gescheiden luchtdrukremsysteem reinigen (erkende werkplaats) Het gescheiden luchtdrukremsysteem omvat een remleidingfilter (Fig. 241/1), een voorraadleidingfilter (Fig. 241/2). Fig. 241 Reinig de leidingfilters: 1. Druk de twee lippen (Fig. 241/3) samen en verwijder de sluitkap met O-ring, drukveer en filterelement. 2. Reinig het filterelement met benzine of thinner (uitwassen) en droog het element met perslucht. 3. Let er bij het monteren in omgekeerde volgorde op dat de O-ring niet schuin in de geleidesleuf wordt geplaatst. EDX 6000-TC BAH

200 Reinigen, service en onderhoud Reparatie van het drukvat (erkende werkplaats) De machine kan maximaal twee drukvaten hebben, een standaard ingebouwd drukvat (Fig. 242/1); een drukvat dat met het hydraulische remsysteem is ingebouwd. Fig. 242 Neem bij reparatie de volgende punten in acht: Het hydraulische systeem en het daarop aangesloten drukvat staan constant onder hoge druk (ca. 100 bar). Het loskoppelen van de hydraulische slangleidingen of het losschroeven of openen van het drukvat in geval van reparatie mag uitsluitend plaatsvinden in een erkende werkplaats met daartoe geschikt gereedschap. Op alle werkzaamheden aan het drukvat en het daarop aangesloten hydraulische systeem is de norm EN 982 (veiligheidstechnische eisen aan vloeistoftechnische installaties) van toepassing. GEVAAR Het hydraulische systeem en het daarop aangesloten drukvat staan constant onder hoge druk (ca. 100 bar). 200 EDX 6000-TC BAH

201 Reinigen, service en onderhoud Aanhaalmomenten bouten Schroefdraad Sleutelwijdte [mm] Aanhaalmomenten [Nm] afhankelijk van kwaliteitsklasse van bouten/moeren M M 8x M (17) M 10x M (19) M 12x1, M M 14x1, M M 16x1, M M 18x1, M M 20x1, M M 22x1, M M 24x M M 27x M M 30x Aanhaalmomenten van de wiel- en naafbouten [zie tabel (Fig. 237), op pagina 192]. EDX 6000-TC BAH