Tweede Kamer der Staten-Generaal

Transcriptie

1 Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar IV Vaststelling van de begroting van de uitgaven en de ontvangsten van het Kabinet voor Nederlands-Antilliaanse en Arubaanse Zaken (IV) voor het jaar 1997 Nr. 16 VERSLAG VAN EEN ALGEMEEN OVERLEG Vastgesteld 28 november 1996 De vaste commissie voor Nederlands-Antilliaanse en Arubaanse Zaken 1 heeft op 5 november 1996 overleg gevoerd met de ministers van Justitie, mevrouw Sorgdrager, en voor Nederlands-Antilliaanse en Arubaanse Zaken, de heer Voorhoeve over de voorgenomen reis van de minister van Justitie naar de Nederlandse Antillen. Van het gevoerde overleg brengt de commissie bijgaand beknopt verslag uit. Toelichting van de minister van Justitie 1 Samenstelling: Leden: Mateman (CDA), Korthals (VVD), Te Veldhuis (VVD), Van der Heijden (CDA), Van Rey (VVD), Lilipaly (PvdA), Mulder-van Dam (CDA), Rosenmöller (GroenLinks), ondervoorzitter, Scheltema-de Nie (D66), Ybema (D66), Apostolou (PvdA), Van Middelkoop (GPV), Bijleveld-Schouten (CDA), Middel (PvdA), Remkes (VVD), Bukman (CDA), voorzitter, Schuurman (CD), Noorman-den Uyl (PvdA), Fermina (D66), Van Oven (PvdA), Van der Stoel (VVD), Oudkerk (PvdA), Van Dijke (RPF) en R. A. Meijer (groep-nijpels). Plv. leden: V. A. M. van der Burg (CDA), Voûte-Droste (VVD), Rijpstra (VVD), Reitsma (CDA), Verbugt (VVD), Valk (PvdA), Van Ardenne-van der Hoeven (CDA), Oedayraj Singh Varma (GroenLinks), De Graaf (D66), Rehwinkel (PvdA), Van den Berg (SGP), Smits (CDA), Van Traa (PvdA), Weisglas (VVD), De Hoop Scheffer (CDA), Poppe (SP), Van Gijzel (PvdA), De Koning (D66), De Cloe (PvdA), Van den Doel (VVD), Woltjer (PvdA), Leerkes (Unie 55+), Aiking-Van Wageningen (groep-nijpels) en Wolters (CDA). De minister van Justitie memoreerde het tripartiete overleg van afgelopen september met de ministers van Justitie van de Nederlandse Antillen en Aruba. Haar bezoek kan dan ook worden gezien als een voortzetting daarvan. Voordat zij inging op de redenen voor dat overleg, wilde zij eerst enkele opmerkingen maken over de verhoudingen binnen het Koninkrijk. Cruciaal is dat de drie partners in het Statuut in wezen een gelijkwaardige positie hebben en dat de ministers van Justitie van Aruba en de Nederlandse Antillen verantwoordelijkheid dragen voor de rechtshandhaving in het eigen land. Een formele verantwoordelijkheid heeft zij daar dus niet voor, maar er gebeurt zoveel op de eilanden dat een zekere bemoeienis van de Nederlandse minister van Justitie wenselijk is, bijvoorbeeld in de vorm van bijstand die alleen maar desgevraagd kan worden verleend, zoals in het kader van het gevangeniswezen, met name Koraal Specht, waarbij mensenrechten in het geding zijn. Daarover is al uitvoerig gesproken en is geconstateerd dat het aspect van mensenrechten een koninkrijksverantwoordelijkheid kan zijn. Daarom biedt het Nederlandse ministerie van Justitie hulp en ondersteuning bij het verbeteren van het gevangeniswezen in het algemeen. Voorts is in sommige gevallen en/of vormen van rechtshandhaving ook technische bijstand vanuit Nederland gevraagd en ook in de rechterlijke macht, zowel de zittende magistratuur als en in meerdere mate het OM. Degenen die uit Nederland gekomen de rechterlijke macht versterken, vallen onder de directe verantwoordelijkheid van de minister van Justitie van het eiland, maar uiteraard bleef de bewindsvrouwe zich ook verantwoordelijk voelen voor «haar» ambtenaren. 6K3898 ISSN Sdu Uitgevers s-gravenhage 1996 Tweede Kamer, vergaderjaar , IV, nr. 16 1

2 Ook zal tijdens haar bezoek zeker worden gesproken over de kustwacht in het tripartiete overleg van september is op dat punt een justitieel beleidsplan vastgesteld en ten slotte ook over de interregionale grensoverschrijdende georganiseerde criminaliteit. Dat probleem overstijgt de mogelijkheden van de eilanden, net zoals de internationaal georganiseerde misdaad de mogelijkheden en macht van de Nederlandse overheid overstijgt. Op dat punt is samenwerking dus essentieel, zeker tussen de drie partners in het Koninkrijk en met name waar het gaat om georganiseerde criminaliteit die zich in een zeker verband over de drie koninkrijksdelen afspeelt. Natuurlijk spelen ook de aanbevelingen van de commissie-de Ruiter waaraan de rijksministerraad eind november een eerste bespreking zal wijden maar uiteraard zal er tot die tijd oriënterend tussen de drie partners over gesproken worden, ook op politiek niveau. Er is een conceptagenda opgesteld met punten die specifiek met de zoeven geschetste aangelegenheden te maken hebben en waarop o.a. staat het voorontwerp rijkswet strafrechtelijke handhaving Koninkrijk, de conceptrijkswet uitlevering, werkgroep recherchesamenwerking, gemengde werkgroep Venezuela, de conclusies van het symposium «international crime in a Caribean perspective», gehouden op de Antillen, de ministerial meeting Costa Rica van het CFATF en ten slotte over de aangekondigde voogdijregeling van jongeren uit de Antillen en Aruba naar Nederland. Vragen en opmerkingen uit de commissie De heer Van Oven (PvdA) merkte op dat het verzoek om dit overleg collega s Te Veldhuis en Scheltema-de Nie en hem was ingegeven door de mededeling van de minister voor Nederlands-Antilliaanse en Arubaanse Zaken tijdens de begrotingsbehandeling dat de minister van Justitie op korte termijn een bezoek zou brengen aan Aruba en de Nederlandse Antillen in het kader van de periodieke samenwerking op het gebied van Justitie. Dit bezoek past goed in het kader van de geïntensiveerde samenwerking op het gebied van Justitie die sinds enige tijd vorm heeft gekregen. Een van de problemen van die samenwerking zit erin dat de besluitvorming in dat kader niet te vertalen is in besluitvorming in het kader van het Statuut. Art. 3 daarvan biedt die mogelijkheid niet en kennelijk is er ook geen sprake van een bijzondere samenwerkingsregeling ex art. 38 van het Statuut. Het enige handvat is de samenwerkingsregeling op het gebied van de kustwacht die wel op dat artikel is gebaseerd, net als de algemene maatregel van rijksbestuur inzake uitlevering. Afspraken tussen de koninkrijkspartners in het kader van die justitiële samenwerking onttrekken zich met andere woorden aan parlementaire controle. Het is dan ook denkbaar dat de Nederlandse regering afspraken maakt die Nederland binden zonder dat het parlement daarover een oordeel kan uitspreken. In dat geval leek de heer Van Oven ten minste consultatie van het parlement vooraf geboden. Had hij overigens goed begrepen dat er maar één justitieel beleidsplan is, nl. dat inzake de kustwacht? Is het werkelijk de bedoeling dat ingeval van conflicten over de uitvoering het OM beslist over de noodzakelijke inzet, ook als het daarbij zou gaan om een afweging van belangen die ver staan van de eigenlijke taak van het OM, bijvoorbeeld toezicht op de visserij of op de scheepvaart? Moet het OM inderdaad een machtiging geven voor concrete acties een algemene of bijzondere machtiging al naar gelang de aard van het optreden na toetsing van de feitelijke gronden op basis waarvan zou kunnen worden opgetreden? Wanneer zou er sprake zijn van een algemene dan wel een bijzondere machtiging? Waarom zijn in het beleidsplan daarvoor geen criteria aangegeven? Is er Tweede Kamer, vergaderjaar , IV, nr. 16 2

3 ook al een regeling getroffen dat de betrokken officieren van justitie ingeval van «hot persuit» op elkaars grondgebied bevoegd zijn? De onderlinge samenhang van de onder punt 4 van het plan genoemde beleidsplannen is niet duidelijk. Ook wordt niet toegelicht wat de inhoud van de daar vermelde afspraken voor samenwerking is tussen enerzijds de drie partners en anderzijds de internationale gemeenschap. Is er een lijst van specifieke afspraken en beleidsplannen waaraan door de uitvoerders van het justitieel beleidsplan moet worden voldaan? In hoeverre behoort het tussen Aruba en Nederland gesloten protocol inzake criminaliteitsbestrijding tot die beleidsplannen? In het beleidsplan wordt voorts opgemerkt dat juridisch technische knelpunten op het gebied van de maritieme rechtshandhaving moeten worden opgelost. Was dat al niet gebeurd voorafgaand aan het uitvaardigen van de algemene maatregel van rijksbestuur waarin de kustwacht is geregeld? Zo neen, wat zijn dan de consequenties voor de totstandkoming van de rijkswet voor de kustwacht die de minister voor Nederlands- Antilliaanse en Arubaanse Zaken de Kamer ook in het vooruitzicht heeft gesteld na enige ervaring met de algemene maatregel van rijksbestuur te hebben opgedaan? Er wordt slechts één operatie per maand beoogd. Strookt dat wel met de ambitieuze lijst van beleidsprioriteiten? De PvdA-fractie had niet de indruk dat er veel schot zit rondom de kustwacht. Bovendien zijn daar nog de problemen met Aruba. Hoe functioneert de kustwacht ondertussen? Hoeveel operaties zijn er inmiddels geweest en wat heeft dat aan bruikbare opsporingsonderzoeken opgeleverd? Hoe staat het met het ontwerprijkswet uitlevering? Bestaat er nog een probleem rondom de positie van de Hoge Raad, gelet op de opvatting van Aruba dat uitleveringsverzoeken ook aan cassatie bij de Hoge Raad onderworpen zouden moeten kunnen worden? Hoe staat het inmiddels met de opleiding van de Arubaanse kandidaten voor de veiligheidsdienst op Aruba die uiterlijk juli 1997 zouden moeten worden aangesteld? Kunnen ten slotte nog enige concrete mededelingen worden gedaan over de inhoud van de regeling inzake Antilliaanse jongeren? De heer Te Veldhuis (VVD) merkte allereerst op dat het desbetreffende dossier er zijns inziens steeds zorgelijker op wordt. De heer Vos, minister van Justitie van Aruba, heeft nogal terughoudend gereageerd op het rapport van de commissie-de Ruiter. Is de Nederlandse minister van Justitie het eens met die reactie of is zij het meer eens met de commissie-de Ruiter? Verleden week nog heeft de Kamer een motie aanvaard waarin erop wordt aangedrongen om de aanbevelingen van de commissie integraal uit te voeren, waaronder dus ook vervanging van de politietop op Aruba. Zal de Nederlandse minister van Justitie daarop aandringen tijdens haar bezoek aan Aruba? Minister-president Eman heeft al laten weten nog niet goed in te zien waarom daartoe zou moeten worden overgegaan en de politietop zelf aldaar ziet helemaal geen reden om te vertrekken! Is het inderdaad nog wel verantwoord om zolang de problemen op Aruba niet zijn opgelost er nog Nederlandse Justitieambtenaren naar toe te sturen als zij de kans lopen in eenzelfde onvoordelige positie terecht te komen als de huidige procureur-generaal Zwinkels? Anderzijds zou dan wel het risico ontstaan dat andere ambtenaren zich niet meer in de rug gesteund voelen door Nederlandse Justitieambtenaren. Dat zou een neerwaartse spiraal kunnen doen ontstaan, maar wat is de visie van deze minister van Justitie? Heeft zij er vertrouwen in dat het rapport-de Ruiter ook door Aruba zal worden opgevolgd? De heer Te Veldhuis sloot zich aan bij de vragen en opmerkingen over de kustwacht. Aruba slaat zich altijd op de borst met de opmerking dat het Tweede Kamer, vergaderjaar , IV, nr. 16 3

4 altijd al de kustwacht heeft gewild, maar waarom werkt het dan niet con amore mee aan de invulling, zoals blijkt uit de signalen dat het toch niet zo voorspoedig verloopt? De kustwacht is van groot belang om de internationaal georganiseerde criminaliteit toch een klein beetje te kunnen bestrijden. Doet Aruba voldoende mee, zowel wat betreft het beschikbaar stellen van voldoende mensen als van voldoende materieel? Waarom is overigens wel de politietop van Aruba formeel in de kustwacht vertegenwoordigd, maar bijvoorbeeld niet procureur-generaal Zwinkels? De VVD-fractie vroeg zich af, of toch niet meer zaken zouden moeten worden aangemerkt als koninkrijksaangelegenheden, zoals ook al voorzichtig werd geopperd in de begroting van het ministerie van Binnenlandse Zaken? Daarbij valt inderdaad te denken aan bestrijding van de georganiseerde misdaad en van de bedreiging van de staatsveiligheid. Is de minister bereid dit punt tijdens haar bezoek aan de orde te stellen? Hoe zal de verdere invulling plaatsvinden van de bestrijding van de internationale en grensoverschrijdende criminaliteit? In de begroting van het ministerie voor Nederlands-Antilliaanse en Arubaanse Zaken wordt gesteld dat er zal worden gewerkt aan zo n aanpak en dat er een aanvang is gemaakt met de samenwerking op dit terrein tussen de diverse politiekorpsen uit de drie landen. Is dat slechts een eerste gesprek geweest of wordt ondertussen ook daadwerkelijk samengewerkt? Vooral de VS hechten daar grote waarde aan. Er bestaat nu een verplichte melding van ongebruikelijke transacties die o.a. betrekking heeft op het witwascircuit. Naar de heer Te Veldhuis is meegedeeld heeft er toe nu toe nog niet een onderzoek plaatsgevonden als gevolg van een dergelijke melding omdat de daarvoor benodigde specialisten gewoon niet door de minister van Justitie van Aruba beschikbaar werden gesteld. Er zijn zo n 4000 AVV s waarvan niet bekend is wie de bestuurders en aandeelhouders zijn, die geen publicatieplicht hebben en zijn vrijgesteld van deviezenbeperkingen en van het betalen van belasting! Is het dan niet belangrijk dat er voldoende onderzoek plaatsvindt of wordt dat al gedaan? Zo ja, met welk resultaat? Met eigen ogen had hij de situatie in de gevangenis Koraal Specht gezien; 25 à 30 mensen op één cel, gewoon mensonterend. Nederland heeft op basis van het Statuut de plicht om schending van mensenrechten in het Koninkrijk tegen te gaan. Wat doen de Antillen en Aruba zelf om de situatie daar te verbeteren? Wat verwachten zij precies van Nederland, qua materieel, personeel dan wel financieel? Wat zal Nederland op korte termijn beschikbaar stellen om daadwerkelijk een einde aan die mensonterende situatie te maken? Mevrouw De Koning (D66) sloot zich aan bij de vragen en opmerkingen van haar collega s en vroeg zich met name af hoe het OM zich een goed beeld kan vormen van conflicten die de reikwijdte van zijn handelen op het eerste gezicht te buiten gaan en hoe kan worden vastgesteld of er een bijzondere dan wel algemene machtiging nodig is. In hoeverre moet het beleid inzake grensbewaking en douane nog nader worden vastgesteld? Welke problemen ziet de minister van Justitie daarbij? Is zij overigens van plan om zelf ook nog een bezoek aan Koraal Specht te brengen? Ten slotte sloot zij zich aan bij het verzoek om aan te dringen op uitvoering van de aanbevelingen van de commissie-de Ruiter, met name die over vervanging van de politietop. Mevrouw Mulder-van Dam (CDA) kon geen nieuwe vragen bedenken maar wilde wel haar erkentelijkheid uitspreken voor de ondersteuning van de twijfel die zij al eerder heeft uitgesproken over het functioneren van de kustwacht, een twijfel die door het justitiële beleidsplan zeker niet kleiner is geworden. Tweede Kamer, vergaderjaar , IV, nr. 16 4

5 Ten slotte sloot zij zich van harte aan bij het verzoek om al het mogelijke te doen om de mensonterende situatie in Koraal Specht te verbeteren. Antwoord van de regering De minister van Justitie merkte op dat er zowel een algemeen beleidsplan als een justitieel beleidsplan voor de kustwacht is. Beide plannen zijn na overleg tussen de drie partners in rijksministerraad vastgesteld. Het justitieel beleid wordt aangestuurd door de drie ministers van Justitie en het beheer over de kustwacht wordt aangestuurd door de Nederlandse minister van Defensie. Vervolgens stelde zij dit overleg alleen bij te wonen als minister van Justitie van Nederland en dat zij in dit verband zeer beperkte bevoegd- en verantwoordelijkheden heeft. De minister voor Nederlands Antilliaanse en Arubaanse Zaken heeft een bredere verantwoordelijkheid en dan heeft ook de Nederlandse minister van Defensie hier nog mee te maken, nog afgezien van de ministers van de andere koninkrijksdelen. Haars inziens moet dit onderscheid heel goed in de gaten worden gehouden. Met haar bezoek wil zij in vooral proberen gezamenlijk een aantal zaken te bereiken en haar collega s ervan te overtuigen dat er ook het een en ander zal moeten gebeuren, waarbij zij in ieder geval de bereidheid zal uitspreken om daarbij vanuit Nederland ondersteuning te verlenen. Over de kustwacht kon zij heel weinig zeggen. Zij heeft meegeholpen aan het tot stand brengen en vaststellen van het justitieel beleidsplan en zij moest direct toegeven dat het nog heel vaag is en er nog veel moet gebeuren. Het vaststellen van het plan was al een grote stap op zich, ook al omdat daarmee een zekere gelijkgerichtheid is vastgelegd, toch een eerste stap om tot verdere samenwerking te komen. Inzake de bevoegdheid van de officieren van Justitie op elkaars grondgebied zullen inderdaad nog regels moeten worden vastgelegd. Ook zal nader moeten worden bepaald in welke gevallen een bijzondere en in welke een algemene machtiging nodig is. Het OM wordt terzake een grote bevoegdheid gegeven en de minister had daar ook het volste vertrouwen in, zowel op Aruba als op de Antillen. Overigens heeft zij niets te zeggen over het OM op de eilanden. Alle acties van de kustwacht in internationale wateren die leiden tot een strafrechtelijke aanpak en worden doorgeleid naar een van de eilanden, komen voor verantwoordelijkheid van de minister van Justitie van het desbetreffende eiland. Het OM is belast met beslissingen over de inzet, maar dan enkel en alleen voorzover het gaat om rechtshandhaving en uiteraard niet om visserij of iets dergelijks. Inderdaad moet nog veel worden geregeld en dat blijkt ook wel uit de serie beleidsplannen die in het justitieel beleidsplan zijn vermeld. Maar die plannen zijn in zoverre van belang dat op basis van de daarin vastgelegde intenties gezamenlijk verder kan worden gewerkt, ook aan het met elkaar in verband brengen van al die verschillende beleidsplannen. Het is ook van belang om de vinger aan de pols te houden en daarom gaat zij ook zo kort na het tripartiete overleg van september naar de Antillen en Aruba. Het ligt overigens in de bedoeling om minstens eens per halfjaar zo n tripartiete overleg te hebben, met name om de voortgang erin te houden. Met «minstens één operatie per maand», wordt bedoeld één operatie op het gebied van drugs en wapens. De kustwacht voert natuurlijk ook veel andere taken uit. Ook hier loopt de opbouw niet erg snel, maar er zijn in ieder geval al een aanzienlijk aantal belangrijke stappen gezet. Over het meldpunt ongebruikelijke transacties heeft de Nederlandse minister van Justitie niets te zeggen. Nederland heeft veel ondersteuning verleend bij het tot stand brengen van wetgeving op dat punt. Op Aruba is die inmiddels in werking getreden en wordt een MOT opgezet. Inderdaad is nog geen onderzoek aangepakt, maar het moet nog helemaal ingericht worden en ook moet de nodige expertise bijeen worden gebracht. Een Tweede Kamer, vergaderjaar , IV, nr. 16 5

6 daarvoor ingestelde werkgroep zal in januari komen met een plan van aanpak. Het was de bewindsvrouwe niet bekend dat de Arubaanse overheid niet bereid is aan dergelijke onderzoeken mee te werken, maar tijdens haar bezoek zal zij zeker de noodzaak ervan benadrukken. De desbetreffende wetgeving op de Antillen zal binnenkort in werking treden. De VS hebben hier inderdaad groot belang bij en verlenen ook steun waar dat nodig is en gevraagd wordt. Wat Koraal Specht betreft, verleent het ministerie van Justitie ondersteuning in de vorm van een projectleider met ervaring met het bouwen en inrichten van gevangeniscomplexen. Over het rapport van de commissie-de Ruiter kon zij niet veel zeggen. De conclusies daaruit worden pas eind november door de rijksministerraad getrokken, nadat de minister voor Nederlands-Antilliaanse en Arubaanse Zaken overleg heeft gevoerd met de landsregeringen. Zij had goede nota genomen van de motie waarin de Kamer uitspreekt dat de aanbevelingen integraal zullen moeten worden overgenomen en zal die uitspraak zeker in het achterhoofd houden bij haar bezoek. Haar inzet is in ieder geval een open overleg, ook daarover, met haar collega s van Justitie. Mededelingen over de politietop aldaar had zij niet anders vernomen dan uit de pers en zij wilde er graag zelf achter komen hoe men erop reageert. De minister voor Nederlands-Antilliaanse en Arubaanse Zaken merkte op dat de kustwacht met operaties is begonnen per 1 februari jl. en dat het zo n twee jaar zal vergen voordat het beoogde vermogen voor de operaties zal zijn bereikt, maar in de tussentijd zit de kustwacht natuurlijk niet stil; er worden regelmatig operaties uitgevoerd. Zo zijn er een verdacht schip en vliegtuig aangehouden en ook een schip dat een buitengewoon groot oliespoor vanaf een ander Caribisch eiland richting Aruba trok. Juridische acties tegen dat schip worden ook overwogen. Het tempo ligt hoger en de medewerking van de partners is beter dan soms wordt gesuggereerd. Zelfs voordat de kustwacht officieel was ingesteld, vonden al operaties plaats door de Koninklijke marine. De afgelopen jaren is immers ruim 5000 kg cocaïne in beslag genomen. Dat heeft ongetwijfeld een afschrikkend effect gehad op de illegale handel op zee. De Kamer krijgt binnenkort van de minister van Defensie het vastgestelde operationele beleidsplan voorgelegd plus een voortgangsrapportage van de feitelijke activiteiten van de kustwacht. Er wordt grote vooruitgang geboekt; de schepen zijn besteld, het kustwachtcentrum en de steunpunten worden gebouwd. De patstelling wat betreft de personele rechtspositie is begin oktober opgelost; het Arubaans personeel krijgt het rechtspositiereglement van de Nederlandse Antillen, maar Aruba zal dat als Arubaans reglement vaststellen. Na zijn bezoek aan Koraal Specht in januari is een gemeenschappelijke werkgroep ingesteld, waarin Nederlandse adviseurs van Justitie en gevangeniswezen participeren. De minister van Justitie van de Nederlandse Antillen heeft een project aangeboden voor de bouw van een jeugdgevangenis. Voor verbetering van het gevangeniswezen op de Nederlandse Antillen is circa 100 mln. aan bouwkosten nodig, verspreid over een periode van vijf jaar. De bewindsman was bereid om een fors deel daarvan ten laste van zijn begroting te brengen als de nieuw te bouwen instellingen aan bepaalde minimumeisen voldoen. Over het project voor de jeugdgevangenis wordt door deskundigen overleg gevoerd en hij verwachtte zo omstreeks december het dossier met de financieringsaanvrage te zullen ontvangen. Hij was het er overigens mee eens dat zo snel mogelijk een eind moet worden gemaakt aan de mensonterende situatie in Koraal Specht en hij doet niet anders dan daarop aandringen. Met het bouwen van nieuwe instellingen zijn die problemen overigens niet opgelost, want die worden met name veroorzaakt door de overbevolking. Sommige onderdelen van Tweede Kamer, vergaderjaar , IV, nr. 16 6

7 de gevangenis, zoals de afdeling met een lager veiligheidsregime, zijn onderbezet, ook al omdat er geen goede selectie van de gevangenen plaatsvindt. De hoofdproblemen zitten hem met andere woorden in de organisatie, in het gebrek aan cipiers, enz. Er is een nieuwe leiding van het gevangeniswezen gekomen en er zijn recent door de minister van Justitie enkele andere verbeteringen aangebracht, ook op aandrang van de Staten van de Nederlandse Antillen die een rapport over problemen in de organisatie hebben opgesteld. De minister verwachtte overigens dat het nog wel enige tijd zal duren voordat alle problemen zijn opgelost, al moest hij erkennen dat het al met al wel erg lang duurt. Het is echter een verantwoordelijkheid van de desbetreffende regering en Nederland is al erg ver gegaan door te stellen dat daar waar mensenrechten in het geding zijn er sprake is van een koninkrijksverantwoordelijkheid, in ieder geval medeverantwoordelijkheid en derhalve ook medebemoeienis. Op basis daarvan wordt ook op zo groot mogelijke spoed aangedrongen. Het protocol van 9 september 1995 handelt over de justitiële samenwerking. Door problemen bij de veiligheidsdienst van Aruba is in oktober 1994 op verzoek van de Arubaanse regering een Nederlands interimhoofd aangesteld. Het lag inderdaad in de bedoeling om in Nederland additioneel Arubaans personeel op te leiden, ook om te zijner tijd de positie van hoofd over te nemen. In de uitvoering van die afspraken is enige vertraging opgetreden. Zo is de opleiding nog niet begonnen. De Arubaanse regering heeft een commissie-lopez ingesteld om een rapport uit te brengen over de problemen waarin de veiligheidsdienst was gekomen door externe factoren. Die commissie zal binnenkort rapporteren. Nederland zal uiteraard zoveel mogelijk blijven streven naar volledige uitvoering van de afspraken, ook omdat die veiligheidsdienst van belang is voor bestrijding van internationale criminele invloeden op deze kleine samenlevingen. De bewindsman zegde toe deze kwestie opnieuw te bespreken met het overleg dat hij eind deze maand zal hebben met de regering van Aruba. Over de AVV s had hij met de Arubaanse regering afgesproken dat medio januari een commissie zal beginnen met onderzoek daarnaar. De Arubaanse regering werkt daar van harte aan mee, net zoals zij van harte meewerkt aan een onderzoek van de casino s en de vrije zone. Terzake van beide kwesties zijn verleden maand rapporten uitgekomen met nuttige aanbevelingen. De bewindsman zegde toe die rapporten aan de Kamer voor te leggen. De voorzitter stelde voor de nadere gedachtewisseling uit te stellen tot een nader te bepalen tijdstip na terugkomst van de minister van Justitie en verzocht haar de commissie van haar bezoek schriftelijk verslag uit te brengen. Daartoe wordt besloten. De voorzitter van de commissie, Bukman De griffier van de commissie, Van Overbeeke Tweede Kamer, vergaderjaar , IV, nr. 16 7