Checklist milieu DRGL 2016

Transcriptie

1 Checklist milieu DRGL 2016 Eigenaar: VenD CV Verkeer Identificatie: Versie: Status: Definitief Datum: 12 juni 2016 De checklist milieu is een hulpmiddel om bij uw aanvraag rekening te houden met milieukaders voor geluid en gevaarlijke. In deze checklist wordt toegelicht: Hoe rorail toetst op milieukaders; Wanneer en waarom een check vooraf bij rorail wenselijk en/of nodig is; Voor welke door rorail beheerde emplacementen een omgevingsvergunning is afgegeven en: o Welke activiteiten/handelingen er per proces zijn ; o Of samenstellen/splitsen met gevaarlijke is. De lokale milieugerelateerde bedrijfsregels: o Budel-Weert o Sittard o Venlo Toetsing door rorail Baanvakken Het wettelijk kader voor geluid op baanvakken zijn de Geluidproductieplafonds (G s). rorail toetst hierop bij het basisuurpatroon, bij de jaardienstverdeling en bij de afsluiting van de wijzigingsbladen. Daarnaast wordt gedurende het lopende dienstregeling jaar de realisatie gemonitord. Bij het naderen van de norm volgt overleg met de betrokken partijen over operationele maatregelen en geeft rorail eventueel een aanwijzing. Vervoer van gevaarlijke over de baanvakken valt onder Basisnet en wordt niet getoetst door rorail. Emplacementen Het wettelijk kader voor zowel geluid als gevaarlijke op emplacementen zijn de vigerende omgevingsvergunningen in het kader van de Wet Milieubeheer. rorail toetst op geluid bij de jaardienstverdeling en bij de afsluiting van de wijzigingsbladen. Bij de toets gaat het vooral om handelingen op emplacementen: rangeren t.b.v. samenstellen/splitsen, tanken, inwendig reinigen, uitwendig reinigen, technische controle en overstand. Bij het naderen van de norm volgt overleg met de betrokken partijen over operationele maatregelen en geeft rorail eventueel een aanwijzing. De waarde van de geluidnormen en de mate waarin deze al verbruikt zijn kan worden opgevraagd bij rorail Capaciteitsverdeling. Voor handelingen aan wagens met gevaarlijke op emplacementen zijn normen ontwikkeld. rorail bewaakt de realisatie van de handelingen aan wagens met gevaarlijke gedurende het lopende dienstregelingjaar. Bij het naderen van de norm volgt overleg met de betrokken partijen over operationele maatregelen en geeft rorail eventueel een aanwijzing. De toegestane, de waarde van de normen en de mate waarin deze al gebruikt zijn kunnen worden opgevraagd bij rorail Capaciteitsverdeling. Stoplichten/aanwijzingen Zodra de geluidsnorm of de norm voor gevaarlijke (bijna) is bereikt wordt een aanwijzing ( stoplicht ) gegeven. Alle vervoerders zijn verplicht zich hieraan te houden. De stoplichten worden meerdere keren per jaar via de gemandateerden voor de Tafel van Verdeling verspreid. Daarnaast zijn ze ook te vinden op Vooraf te checken bij rorail Capaciteitsverdeling Om de succeskans van aanpassingen aan de dienstregeling te vergroten is het van groot belang om vroegtijdig wijzigingen in de dienstregeling te toetsen op geluidsimpact. Een vervoerder krijgt hierdoor eerder duidelijkheid of de gewenste wijziging mogelijk is en kan worden voorkomen dat er gedurende het jaar beperkingen ingesteld moeten worden. Voor baanvakken gaat het hierbij om: atroonmatige uitbreidingen reizigersvervoer (ook in BU en ontwerp); Structurele inzet van minder stil materieel; Structurele nieuwe goederentreinen in de avond en nacht; Structurele nieuwe treinen op baanvakken met minder dan 4 treinen per uur per richting. Voor emplacementen gaat het hierbij om: anders dan aankomen, vertrekken, kopmaken, loc wisselen of doorrijden op emplacementen zonder milieuvergunning; Nieuwe handelingen op emplacementen met een milieuvergunning; Structurele uitbreiding van handelingen op emplacementen met een milieuvergunning; Substantiële wijzigingen van het spoorgebruik en/of de materieelinzet op emplacementen met een milieuvergunning. Deze checks zijn formeel verplicht conform de Netverklaring. NB: vanwege de lange doorlooptijd van aanvragen en wijzigingen van milieuvergunningen is het raadzaam om gewenste procesveranderingen zo vroeg mogelijk bij rorail aan te vragen. Meer vragen: capaciteitsverdeling@prorail.nl Versie 1.0 drgl van 12 juni 2016 agina 1

2 Milieuruimte per emplacement In de tabel op de volgende pagina s zijn uitsluitend emplacementen opgenomen met een vigerende omgevingsvergunning. In de tabel wordt door middel van een groen vinkje () aangegeven op welke emplacementen er met gevaarlijke mag worden gerangeerd (samenstellen/splitsen). Onder gevaarlijke wordt verstaan die behoren tot onderstaande Gevi-STID indeling, conform de Handleiding Risicoanalyse Transport (HART). Stofcategorie Beschrijving Voorbeeldstof Gevi-nummers (UN codering) A Brandbaar gas ropaan 23, 239, 263 B2 Toxisch gas Ammoniak 26, 265, 268 B3 Zeer toxisch gas Chloor 265 (UN 1017) C3 Zeer brandbare vloeistof entaan 33, 33*, 336 (excl. UN 1093), X33*, X323 D3 Toxische vloeistof Acrylnitril UN 1093 D4 Zeer giftige vloei Acroleine 66, 663, 668, 886 (X88, X886) Opmerking: de * duidt op een derde cijfer in de GEVI codering van de stof. Hiermee wordt aangegeven dat dit derde cijfer er niet toe doet. Geluidruimte Daarnaast wordt in de tabel een indicatie van de geluidruimte per dagdeel gegeven. Door middel van een groen vinkje () wordt per proces (reizigers of goederen) aangegeven of er vergunningplichtige handelingen zijn. Onder vergunningplichtige handelingen wordt verstaan: : zijn alle handelingen aan/met reizigersmaterieel dat voor langere tijd (> 60 minuten) niet deelneemt aan het verkeer en alle daarmee samenhangende activiteiten zoals rangeren, onderhoud, in- en externe reiniging, technische controles en actieve overstand. : is het samenstellen en/of splitsen van goederentreinen en alle daarmee samenhangende activiteiten zoals overstand van locomotieven, tanken, technische controles, etc. Een rood kruisje () in de tabel geeft aan dat er geen vergunningplichtige handelingen (per proces/per dagdeel) zijn. Wel zijn de onderstaande niet-vergunningplichtige handelingen 1 : : handelingen aan/met reizigersmaterieel dat deelneemt aan het verkeer (materieel moet binnen 60 minuten na aankomt (basis is BU) aan het vervolg beginnen). Voorbeelden zijn: splitsen/combineren, vrijmaken van perron, loc wissel, kopmaken, keerpuntreininging, etc. : loc wissel, kopmaken, terminalbediening, wachten op volgend treinpad en machinistenwissel. Disclaimer: De informatie in de tabel is afgeleid van de vigerende emplacementsvergunningen met de daarbij behorende vergunningsaanvragen. Toegestaan betekent in dit geval niet expliciet verboden en geeft geen indicatie over de waarde van de EV- en geluidnormen en de mate waarin deze al verbruikt zijn. 1 Niet-vergunningplichtige handelingen zijn in principe op ieder emplacement Versie 1.0 drgl van 12 juni 2016 agina 2

3 Acht Alkmaar Almelo Gebruik LaLo in de nacht niet Alphen a/d Rijn uitsluitend incidenteel Amersfoort Bokkeduinen Amersfoort GE Amsterdam Aziehavenweg Samenstellen/splitsen met GS beperkt bij defecten Amsterdam CS Amsterdam Dijksgracht Amsterdam Watergraafsmeer Amsterdam Westhaven Amsterdam Zaanstraat Apeldoorn Arnhem In het kader van beperking trillingshinder bij voorkeur niet met goederentreinen rijden over de sporen 10 en 11. Arnhem GE Axel aansluiting Versie 1.0 drgl van 12 juni 2016 agina 3

4 Blerick Born Geen activiteiten : op zondag (alle dagdelen) en van maandag t/m zaterdag in de nacht van uur tot uur. Botlek Vanaf zaterdag tot zondag en vanaf zondag tot maandag mag er buiten de grenzen van de inrichting geen hinderlijk geluid afkomstig van de inrichting hoorbaar zijn. Breda Coevorden Cup Valburg Kopmaken en/of loc wisselen is als vergunningplichtig aangemerkt. Samenstellen/splitsen met GS niet. Delfzijl Den Bosch In het kader van beperking trillingshinder in de nacht bij voorkeur niet met goederentreinen rijden over de sporen 7 en 8. Den Haag (Binckhorst en CS) Den Haag HS Den Helder Deventer GE Dordrecht Eindhoven Emmen Enkhuizen Let op!! Kopmaken en/of loc wisselen met treinen beladen met de stofcategorieën A, B2, B3, D3 of D4 is verboden. Deze handelingen zijn uitsluitend met de stofcategorie C3 met een maximaal 500 wagons per jaar. Versie 1.0 drgl van 12 juni 2016 agina 4

5 Enschede Europoort Vanaf zaterdag tot zondag en vanaf zondag tot maandag mag er buiten de grenzen van de inrichting geen hinderlijk geluid afkomstig van de inrichting hoorbaar zijn. Geldermalsen Hoofdzakelijk Aannemerij Goes Samenstellen/splitsen met GS niet verboden Gouda Gouda Goverwelle Groningen Groningen Losplaats Haanrade Haarlem Heerlen Hengelo Let op!! Let op!! De sporen 7 en 8 (de buitenste twee sporen aan de zijde van het Industrieplein) mogen niet gebruikt worden voor het opstellen en rangeren van wagons beladen met gevaarlijke Hoofddorp Uitgezonderd werktreinen Hoorn Ijsselmonde Geen geluid producerende activiteiten (rangeren, inwendig reinigen, etc.) vanaf zaterdag uur tot maandag uur. Kerkrade Versie 1.0 drgl van 12 juni 2016 agina 5

6 Kijfhoek Lage Zwaluwe Let op!! Let op!! Er gelden restricties voor parkeerlocaties voor wagens beladen met: Chloor - ontplofbare (ADR 1) - radioactieve (ADR 7) Leeuwarden Leiden Leidschendam Lelystad Opstel Maarn Maastricht Samenstellen/splitsen met GS is op termijn (als revisievergunning is verleend) niet meer Maastricht Beatrixhaven Maasvlakte (oostelijk, westelijke en nieuw westelijk deel) Marienberg Moerdijk Nijmegen Oldenzaal Onnen Oosterhout Weststad Let op!! Let op!! Geldt ook voor (zeer) giftige poedervorminge vaste (bron: vergunningsvoorschrift 4.1.3) Versie 1.0 drgl van 12 juni 2016 agina 6

7 Oss Centrum Oss Elzenburg ernis Roermond Let op!! Let op!! Structureel (planmatig) gebruik van wissel 51A/B voor vergunningplichtige activiteiten (zie toelichting op pagina 2 ) is niet. Roosendaal Rotterdam CS Rotterdam Noord Sas van Gent Sittard* Let op!! Let op!! Zie ook Lokale bedrijfsregel Sittard Sloehaven I-II Sloehaven III Terneuzen Terneuzen aansluiting Tiel Tilburg Loven Utrecht (inclusief Cartesiusweg, Landstraat en Oostzijde) *zie lokale bedrijfsregel Versie 1.0 drgl van 12 juni 2016 agina 7

8 Utrecht Lage Weide Valkenburg Rangeren met stoomtrein Venlo* Vlaardingen Let op!! Minder geluidruimte vergund in het weekend. Op zaterdag en zondag is het niet handelingen uit te voeren van/naar/op spoor 46 te Venlo tussen uur en 19:00 24:00 uur. Let op!! Zie ook Lokale bedrijfsregel Venlo Vlissingen Waalhaven Oost Waalhaven Zuid Van tot gesloten. Geldt niet voor passerende bewegingen ten behoeve van bedieining bedrijven met spooraansluiting. Gebruik LaLo in avond en nacht ( ) en op zaterdag, zondag en algemeen erkende Christelijke feestdagen is niet. Vanaf zaterdag tot zondag mag niet worden gerangeerd. Weert Let op!! Tot 1 januari 2019 is opstellen van max. 100 bakken reizigersmaterieel in avond en nacht op de sporen 605 en 606. Let op!! Betreft alleen overstand, overige werkzaamheden aan of met het materieel zijn niet. Winterswijk Zutphen Zwolle *zie lokale bedrijfsregel Versie 1.0 drgl van 12 juni 2016 agina 8

9 Lokale bedrijfsregels 1 Budel -Weert Gebruik van baanvak Budel-Weert Wettelijk kader Bron: Vergunning Natuurbeschermingswet 1998, DGNR-RRE / De vergunning is uitsluitend geldig voor het gebruik van het baanvak Budel Weert zoals beschreven in de aanvraag, conform één van onderstaande scenario s per week: : 51 goederentreinen per week in beide richtingen samen, uitsluitend in de dagperiode ( uur); 5 goederentreinen per week in beide richtingen samen in de dagperiode ( uur) en 25 goederentreinen per week in beide richtingen samen in de avondperiode ( uur); 5 goederentreinen per week in beide richtingen samen, uitsluitend in de nachtperiode ( uur). 2 Sittard Behandelen goederentreinen met een stof in de categorie Brandbaar gas in Sittard Wettelijk kader Bron: Milieuvergunning CD 5493 CD Deze regelgeving is van kracht voor het vervoer van beladen wagens met: brandbare gassen, stofcategorie A (GEVI-codes 223, 23, 239, 263) en; die kop moeten maken in de relatie Heerlen-Maastricht/Lutterade Deze regelgeving geldt niet voor lege (ongereinigde) wagens. De regeling is noodzakelijk om te borgen dat rangeerhandelingen (vnl. het kopmaken van de trein) op emplacement Sittard met treinen waarin zich beladen wagens met brandbaar gas bevinden plaatsvindt binnen de risicoruimte voor de externe veiligheid zoals die is bepaald in de omgevingsvergunning milieu. Daarvoor is door de gemeente Sittard spoor 105 aangewezen. Werkwijze en spoorgebruik: Om naleving van deze gasregeling te borgen zijn de onderstaande werkafspraken gemaakt: De spoorwegonderneming/vervoerder is verantwoordelijk voor de belading van een trein en borgt dat rorail Verkeersleiding tijdig van de benodigde informatie voor naleving van deze gasregeling wordt voorzien. De vervoerder meldt treinen waarin zich beladen wagens met brandbare gassen bevinden - voorzien van de opmerking GASREGELING SITTARD - voor vertrek aan bij rorail Verkeersleiding. Aanmelden kan afhankelijk van de planningsfase op de volgende manieren: o schriftelijk: tot 5 werkdagen voor vertrek bij rorail OSS. OSS plant de trein dan op spoor 105. o digitaal: in Donna/VT tot >52/36 uur voor vertrek en in ISVL tot 30 minuten voor vertrek. Bij aanvraag in ISVL wordt door DVL/TRDL vooraf getoetst op beschikbaarheid spoor105. o telefonisch: als lokale order aan de treindienstleider Sittard. Ook hier toetst TRDL vooraf de beschikbaarheid van spoor 105. De rijwegen tussen de sporen AE/BE/LB/KB en spoor 105 worden ingesteld via de wissels 229A/B en 237A/B links leidend. Rangeerbewegingen van 103B/104B naar104a zijn verboden. rocesschema: Versie 1.0 drgl van 12 juni 2016 agina 9

10 3 Venlo Vervoer van brandbare gassen en zeer brandbare vloei van, naar en door Venlo Wettelijk kader Bron: Besluit WM d.d van de Gemeente Venlo. Deze regelgeving is van kracht voor het vervoer van beladen wagens met: brandbare gassen, stofcategorie A (GEVI-codes 223, 23, 239, 263) zeer brandbare vloei, stofcategorie C3 (GEVI-codes 33, 336 (excl. Acrylnitril), 338, 339, X323, X333, X338) Deze regelgeving geldt niet voor lege (ongereinigde) wagens. De regeling is noodzakelijk om te borgen dat handelingen aan treinen beladen met brandbaar gas op het emplacement Venlo plaatsvinden binnen de risicoruimte zoals die is bepaald in het besluit WM van de gemeente Venlo. Doorslaggevend in het gebruik van deze risicoruimte is de scheiding tussen wagens beladen met brandbare gassen en wagens beladen met zeer brandbare vloei ter voorkoming van het risico op een zogenaamde warme-bleve 2. Daarvoor is tussen spoor 8 en 9 een fysieke afscheiding aangelegd. Deze is bedoeld om te voorkomen dat zeer brandbare vloei (bv benzine) als gevolg van lekkages van wagens op spoor 9 of hoger onder wagens beladen met brandbare gassen (bv LG) op spoor 7 of 8 terecht komen. Werkwijze en spoorgebruik: Om naleving van deze gasregeling te borgen zijn de onderstaande werkafspraken gemaakt: De spoorwegonderneming/vervoerder is verantwoordelijk voor de belading van een trein en borgt dat rorail Verkeersleiding tijdig van de benodigde informatie voor naleving van deze gasregeling wordt voorzien. Treinen waarin zich beladen wagens met zeer brandbare vloei bevinden moeten altijd op spoor 9 of hoger gepland worden. De vervoerder meldt treinen waarin zich beladen wagens met brandbare gassen bevinden - voorzien van de opmerking GASREGELING VENLO - voor vertrek aan bij rorail Verkeersleiding. Aanmelden kan afhankelijk van de planningsfase op de volgende manieren: o schriftelijk: tot 5 werkdagen voor vertrek bij rorail OSS. OSS plant de trein dan op spoor 7 of 8. o digitaal: in Donna/VT tot >52/36 uur voor vertrek en in ISVL tot 30 minuten voor vertrek. Bij aanvraag in ISVL wordt door DVL/TRDL vooraf getoetst op beschikbaarheid spoor 7 en 8. o telefonisch: als lokale order aan de treindienstleider Venlo. Ook hier toetst TRDL vooraf de beschikbaarheid van spoor 7 en 8. De sporen 7 en 8 zijn specifiek ingericht en aangewezen voor de behandeling van treinen waarin zich beladen wagens met brandbare gassen bevinden. Om te borgen dat er altijd een van beide sporen beschikbaar is voor deze treinen wordt spoor 8 door alle plannende partijen (vervoerders, CV, OSS, L) tot de VL-fase vrijhouden. Op spoor 7 mogen alleen treinen worden gepland waar met zekerheid geen zeer brandbare vloei mee worden vervoerd. Soort vervoer Spoorgebruik Bijzonderheden Treinen met daarin beladen wagens met brandbare gassen. Spoor 7 of 8 Het naastliggende spoor 7 resp. 8 mag niet gebruikt worden door een trein met beladen wagens met zeer brandbare vloei. Treinen met daarin beladen wagens met zeer brandbare vloei Spoor 9 of hoger Treinen met andere lading (dus ook andere gevaarlijke ) Alle sporen Mag het vervoer van gas niet verdringen. Bij onzekerheid over de lading spoor 9 of hoger rocesschema: 2 boiling liquid expanding vapour explosion" (kokende vloeistof-gasexpansie-explosie). Dit is een soort explosie die kan voorkomen als een houder (tankwagen) met een vloeistof onder druk (bv LG) openscheurt als gevolg van verhitting van buitenaf (bv brandende benzine) Versie 1.0 drgl van 12 juni 2016 agina 10