BOOT organiserend ingenieursburo BV. QRA Appartementencomplex Tollensstraat 211, Nijmegen

Transcriptie

1 BOOT organiserend ingenieursburo BV QRA Appartementencomplex Tollensstraat 211, Nijmegen Projectkenmerk: Datum: Versie: 3.0 Opdrachtgever: Uitgevoerd door: BOOT organiserend ingenieursburo BV TOP-Consultants Vestiging Etten-Leur Postbus AP Etten-Leur

2 Inhoudsopgave 1. Inleiding 1 2. Invoergegevens Transportgegevens Populatiegegevens 3 3. Groepsrisico Situatie met transportgegevens Huidige situatie Situatie met plangebied Situatie met transportgegevens Huidige situatie Situatie met plangebied 7 4. Analyse en conclusies 9 Bijlage Populatiegegevens 10

3 1 1. Inleiding BOOT organiserend ingenieursburo B.V. is betrokken bij het nieuwbouwproject aan de Tollensstraat 211, te Nijmegen. Het is de bedoeling om op deze locatie een complex van 52 appartementen te realiseren. Naar aanleiding van de aanvraag van de activiteiten omtrent de nieuwbouw heeft de Gemeente Nijmegen de aanvraag getoetst aan het bestemmingsplan Nijmegen Midden. Hierbij is geconstateerd dat het plan niet aan de gebruiksvoorschriften en/of bouwvoorschriften van het bestemmingsplan voldoet. Daarom is een projectbesluit-procedure opgestart. Om deze procedure verder te kunnen doorlopen moet o.a. een Kwantitatieve Risicoanalyse (QRA) worden uitgevoerd, waarin wordt ingegaan op de invloed van het plan op het Groepsrisico (GR). Dit in verband met het feit dat het bouwplan binnen het invloedsgebied voor Groepsrisico van de spoorlijn Nijmegen s-hertogenbosch ligt, waarbinnen de oriënterende waarde voor het GR ten gevolge van het vervoer van gevaarlijke stoffen wordt overschreden. De QRA berekening is uitgevoerd met het rekenprogramma RBM II versie 1.3. Wijzigingen t.o.v. versie 2 Berekeningen zijn verricht met de versie RBM II versie 1.3; Naast de transportgegevens gevaarlijke stoffen op de betreffende trajecten uit 2010 zijn ook de geprojecteerde transportgegevens voor 2020 gebruikt; De populatiegegevens zijn uit 2007 (o.b.v. het rapport Externe veiligheid spooromgeving Nijmegen en Wijchen van 3 april 2009 AVIV). Op verzoek van bevoegd gezag is gekozen deze populatiegegevens te kiezen (overleg d.d ). Aansprakelijkheidsverklaring De informatie in dit rapport is onverminderd en in goed vertrouwen verstrekt. Aan de informatie kunnen geen garanties of rechten worden ontleend. TOP-Consultants kan niet aansprakelijk worden gesteld door klanten of elk ander persoon of organisatie voor verlies of schade die is veroorzaakt of mogelijk is veroorzaakt door de informatie verstrekt in dit rapport.

4 2 2. Invoergegevens Voor de berekening van het groepsrisico zijn transportgegevens van gevaarlijke stoffen over het spoor Nijmegen s-hertogenbosch en de populatiedichtheden binnen het invloedsgebied van het spoor nodig. Het dichtstbijzijnde weerstation is Volkel. 2.1 Transportgegevens De transportintensiteiten over de spoortrajecten Arnhem-Nijmegen en Nijmegen-Den Bosch zijn afkomstig van ProRail (gegevens uit 2010). De diversiteit aan vervoerde gevaarlijke stoffen is samengevat in vijf stofcategorieën. Tabel 1 toont de wagenaantallen per stofcategorie. Transportgegevens 2010 Traject 4: Nijmegen - Betuweroute Valburg Oost (richting Arnhem) Traject 14: Nijmegen Blerick (Venlo) Traject 73: s-hertogenbosch Diezebrug aansluiting - Nijmegen Stofcategorie A Brandbare gassen B2 Toxisch gas (ammoniak) C3 Zeer brandbare vloeistoffen D3 Toxische vloeistoffen D4 Zeer toxische vloeistoffen Tabel 1. Aantal wagens per stofcategorie in 2010 Opmerkingen bij de tabel: 1 Alle treinen zijn 100% bont: dit betekent dat de trein is samengesteld uit meerdere stoffen. 2 De verdeling over dag en nacht is 33% en 67%. 3 Transport van gevaarlijke stoffen over het traject 14 is in 2010 nihil en wordt daarom niet in de QRA meegenomen. In onderstaande tabel staan de door Prorail geprojecteerde transportcijfers voor 2020 in het kader van Basisnet Spoor weergegeven. Transportgegevens 2020 Traject 4: Nijmegen - Betuweroute Valburg Oost (richting Arnhem) Traject 14: Nijmegen Blerick (Venlo) Traject 73: s-hertogenbosch Diezebrug aansluiting - Nijmegen Stofcategorie A Brandbare gassen B2 Toxisch gas (ammoniak) C3 Zeer brandbare vloeistoffen D3 Toxische vloeistoffen D4 Zeer toxische vloeistoffen Tabel 2. Aantal wagens per stofcategorie in 2020 Opmerkingen bij de tabel: 1 Alle treinen zijn 100% bont: dit betekent dat de trein is samengesteld uit meerdere stoffen. 2 De verdeling over dag en nacht is 33% en 67%. 3 Transport van gevaarlijke stoffen over het traject 14 is in 2010 nihil en wordt daarom niet in de QRA meegenomen.

5 3 De spoortrajecten zijn gedefinieerd met een breedte (de afstand tussen de as van de buitenste sporen) van 9 en 49 m. In de berekeningen is uitgegaan van de gemiddelde ongevalsfrequentie voor de vrije baan van per wagenkilometer (hoge snelheid) gehanteerd. Indien in een kilometervak een of meer wissels zijn gelegen, geldt een toeslag van De indeling van het spoor te Nijmegen wordt getoond in figuur 1. Tevens is hierin de locatie van het beoogde appartementencomplex weergegeven. Figuur 1. Spoorindeling Nijmegen en locatie appartementencomplex aan de Tollensstraat 211. [Oorspronkelijke figuur uit ref. Rapport Externe Veiligheid spooromgeving Nijmegen en Wijchen, van AVIV, dd. 3 april 2009] 2.2 Populatiegegevens Voor de berekening van het groepsrisico dient het aantal aanwezige personen in de nabijheid van de te beschouwen routes te worden bepaald. De populatiegegevens zijn gebaseerd op een inventarisatie van het rapport Externe veiligheid spooromgeving Nijmegen en Wijchen. Zie bijlage 1 voor de gebruikte gegevens. Voor het percentage binnen en buiten verblijvende personen zijn de standaard RBM II-waarden gehanteerd (overdag 7% buiten, s nachts 1%). De populatorgegevens geeft de huidige situatie weer. De geplande situatie wordt verkregen door de populatie van het appartementencomplex toe te voegen aan de huidige situatie. Door de realisatie van het appartementencomplex zal de populatie aan de Tollensstraat stijgen. In het appartementencomplex zijn 52 appartementen gepland. Elk met een gemiddelde populatie van 2,4 personen (gedurende de nacht) en 1,2 personen (50%) tijdens de dagperiode. Voor het complex geldt dus een populatie van 124,8 personen (nacht) en 62,4 personen (dag). De afmetingen van het complex is ongeveer 15 x 85 meter (oppervlak m 2 ).

6 4 Coordinaten (RDM) van het appartementencomplex: de vier hoekpunten zijn ( , ), ( , ), ( , ), ( , ).

7 5 3. Groepsrisico Het groepsrisico (GR) geeft aan wat de kans per jaar is op een ongeval met tien of meer dodelijke slachtoffers in de omgeving van de beschouwde activiteit. Het GR wordt in een grafiek weergegeven als een zogenaamde fn-curve, op de verticale as staat de cumulatieve kans per jaar f op een ongeval met N of meer slachtoffers en op de horizontale as het aantal slachtoffers. De in dit hoofdstuk gepresenteerde tabellen geven voor de onderscheiden situaties het groepsrisico weer als factor ten opzichte van de oriëntatiewaarde (OW). Deze factor is de maximale factor tussen de berekende fn-curve en de oriëntatiewaarde fn 2 = 10-2 voor meer dan 10 slachtoffers. Een factor groter dan 1 betekent een overschrijding van de oriëntatiewaarde. Door het programma RBM II wordt van een route om de circa 25 meter de waarde van fn 2 berekend (f = frequentie, N = aantal dodelijke slachtoffers). In onderstaande paragrafen is het groepsrisico weergegeven op basis van de transportgegevens over 2010 (par. 3.1) en de geprojecteerde transportgegevens 2020 (par 3.2). Daarnaast is over zowel 2010 als 2020 een berekening gemaakt zonder het appartementencomplex en met het appartementencomplex om te kunnen bepalen welke invloed de planvorming heeft op het GR. 3.1 Situatie met transportgegevens 2010 De invloed van het appartementencomplex op het groepsrisico met transportgegevens uit Huidige situatie Figuur 2. Huidige situatie GR (transport 2010)

8 6 De waarde dichtstgelegen bij de orienterende waarde (OW) wordt bereikt bij N (aantal slachtoffers) = 591 en F (frequentie) = 2, /jaar en bedraagt 0,73 x OW Situatie met plangebied Het groepsrisico met toevoeging van het appartementencomplex, zoals beschreven in par. 2.2 geeft het volgende resultaat. Figuur 3. Geplande situatie GR ten opzichte van de huidige situatie (transport 2010) De rode curve is de huidige situatie. De groene curve is de geplande situatie. In de geplande situatie wordt de dichtstbijzijnde waarde t.o.v. OW bereikt bij N = 591, F = 2, /jaar, en bedraagt 0,77 x OW. Deze waarde is dus met 0,04 x OW gestegen.

9 7 3.2 Situatie met transportgegevens 2020 De invloed van het appartementencomplex op het groepsrisico met transportgegevens uit Huidige situatie Figuur 4. Huidige situatie GR (transport 2020) De hoogste waarde t.o.v. orienterende waarde (OW) wordt bereikt bij N = 591; F = 4, /jaar en bedraagt 1,4 x OW Situatie met plangebied Het groepsrisico met toevoeging van het appartementencomplex, zoals beschreven in par. 2.2 geeft het volgende resultaat.

10 8 Figuur 5. Toekomstige situatie GR ten opzichte van de huidige situatie (transport 2020) De rode curve is de huidige situatie. De groene curve is de geplande situatie. In de geplande situatie wordt de hoogste waarde t.o.v. OW bereikt bij N = 560, F = 4, /jaar, en bedraagt 1,47 x OW. Deze waarde is dus met 0,07 x OW gestegen.

11 9 4. Analyse en conclusies Op basis van de transportcijfers van 2010 over het spoortraject s-hertogenbosch Nijmegen Arnhem wordt groepsrisico door de realisatie van het appartementcomplex aan de Tollensstraat 211 te Nijmegen in geringe mate groter ten opzichte van de huidige situatie, maar blijft onder de orienterende waarde. De groepsrisicowaarde dichst gelegen bij de orienterende waarde stijgt met 0,04 OW van 0,73 x OW in de huidige situatie naar 0,77 x OW in de geplande situatie. Op basis van de voor 2020 geprojecteerde transportcijfers over hetzelfde spoortraject gaat het groepsrisico over de orienterende waarde. De hoogste groepsrisicowaarde t.o.v. de orienterende waarde stijgt met 0,07 OW van 1,4 x OW in de huidige situatie naar 1,47 x OW in de geplande situatie. Disclosure of interest TOP-Consultants heeft geen enkel financieel belang bij conclusies of aanbevelingen zoals vermeld in dit rapport

12 Bijlage Populatiegegevens

13