Onderwijs- en examenregeling van de opleiding Informatica aan de Universiteit Utrecht

Transcriptie

1 Onderwijs- en examenregeling van de opleiding Informatica aan de Universiteit Utrecht concept 20 augustus 2002 artikel 1 Toepasselijkheid Deze onderwijs- en examenregeling, zoals bedoeld in artikel 7.13 van de WHW, is van toepassing op de opleiding informatica die wordt verzorgd door de faculteit Wiskunde en Informatica van de Universiteit Utrecht. artikel 2 Vorm en examens artikel 2 Lid 1 Het onderwijs is in voltijdse vorm ingericht. artikel 2 Lid 2 De studielast van de opleiding is 210 studiepunten. artikel 2 Lid 3 De opleiding wordt afgesloten met een doctoraal examen. Het eerste jaar van de opleiding, met een studielast van 42 studiepunten, wordt afgesloten met een propedeutisch examen. artikel 2 Lid 4 De verkorte vorm van de opleiding bestemd voor afgestudeerden van bepaalde HBO-opleidingen heeft een studielast van 84 studiepunten en kent alleen een doctoraal examen. artikel 3 Eindtermen Na het behalen van het doctoraal examen heeft de afgestudeerde zowel praktische vaardigheden als fundamentele kennis op een groot gebied van de informatica. Voorts kent de afgestudeerde de achtergronden van een van de volgende toepassingsgebieden van de informatica: softwaresystemen, medische techniek, kunstmatige intelligentie, of management en organisatie. Daarnaast heeft de afgestudeerde een visie ontwikkeld op het vakgebied, in het bijzonder op zijn of haar specialisatie. Verder is de afgestudeerde academisch gevormd, kan kritisch nadenken, goed abstraheren, zelfstandig werken, en zowel schriftelijk als mondeling over het vak communiceren. artikel 4 Studierichtingen artikel 4 Lid 1 De opleiding kent vier studierichtingen, die hieronder zijn opgesomd met enkele profielbepalende vakken. Algemene informatica (programmeerparadigmata, wiskundige technieken, algoritmen&datastructuren, informatiesystemen, oriëntatie/communicatie/reflectie, softwaretechnologie, intelligente systemen, algoritmisch ontwerpen, afstudeeronderzoek) Medisch-technische informatica (programmeerparadigmata, wiskundige technieken, algoritmen&datastructuren, informatiesystemen, oriëntatie/communicatie/reflectie, medische basiskennis, medische kennissystemen, medische beeldverwerking, simulatie&visualisatie, afstudeeronderzoek) Technische kunstmatige intelligentie (programmeerparadigmata, wiskundige technieken, algoritmen&datastructuren, informatiesystemen, oriëntatie/communicatie/reflectie, kunstmatige intelligentie, kennisrepresentatie, beslissingsondersteuning, intelligent agents, afstudeeronderzoek) Informatica & management (programmeerparadigmata, wiskundige technieken, algoritmen&datastructuren, informatiesystemen, oriëntatie/communicatie/reflectie, management&organisatie, operations research, afstudeeronderzoek) artikel 4 Lid 2 Elke studierichting kent een aantal specialisatierichtingen. De studierichting algemene informatica kent de specialisatierichtingen: Algoritmisch ontwerpen Intelligente systemen Softwaretechnologie De studierichting medisch-technische informatica kent de specialisatierichtingen: Medische beeldverwerking Medische beslissingsondersteuning Simulatie en visualisatie De studierichting technische kunstmatige intelligentie kent de specialisatierichtingen: Beslissingsondersteuning Intelligent agents De studierichting informatica en management kent de specialisatierichtingen: E-business Logistiek 1

2 artikel 5 Opbouw propedeuse artikel 5 Lid 1 Het propedeutisch examen bestaat voor studenten die in september 1999 of later met de opleiding informatica zijn begonnen uit elf onderwijseenheden met een totale omvang van 42 studiepunten (sp): 26 sp: Zeven onderwijseenheden op het gebied van de informatica: (2 sp) Oriëntatie op de informatica (4 sp) Softwaretools (4 sp) Imperatief programmeren (4 sp) Practicum (4 sp) Functioneel programmeren (4 sp) Datastructuren (4 sp) Databases 8 sp: Twee onderwijseenheden op het gebied van de wiskunde: (4 sp) Beschrijven en bewijzen (4 sp) Concrete wiskunde 8 sp: Twee onderwijseenheden op het gebied van de gekozen studierichting: (4 sp) Inleiding algemene informatica (4 sp) Computers, software en netwerken (4 sp) Inleiding medisch-technische informatica (4 sp) Anatomie en fysiologie 1 (4 sp) Inleiding technische kunstmatige intelligentie (4 sp) Inleiding psychologie (4 sp) Inleiding informatica en management (4 sp) Bedrijfseconomie artikel 5 Lid 2 Het propedeutisch examen bestaat voor studenten die voor september 1999 met de opleiding informatica zijn begonnen uit tien onderwijseenheden met een totale omvang van 42 studiepunten: 22 sp: Vijf onderwijseenheden op het gebied van de informatica: (4 sp) Softwaretools (5 sp) Imperatief programmeren (5 sp) Objectgeoriënteerd modelleren en programmeren (4 sp) Functioneel programmeren (4 sp) Algoritmen en datastructuren 1 12 sp: Drie onderwijseenheden op het gebied van de wiskunde: (4 sp) Beschrijven en bewijzen (4 sp) Concrete wiskunde (4 sp) Lineaire algebra 8 sp: Twee onderwijseenheden op het gebied van de gekozen studierichting: (4 sp) Caleidoscoop algemene informatica (4 sp) Computers, software en netwerken (4 sp) Caleidoscoop medisch-technische informatica (4 sp) Medisch basisvak (4 sp) Caleidoscoop technische kunstmatige intelligentie (4 sp) Inleiding psychologie (4 sp) Caleidoscoop informatica en management (4 sp) Bedrijfseconomie artikel 5 Lid 3 De combinatie van de volgende onderwijseenheden (2 sp) Oriëntatie op de informatica (4 sp) Inleiding algemene informatica (4 sp) Softwaretools (4 sp) Concrete wiskunde mag worden vervangen door de combinatie van de volgende onderwijseenheden uit de opleiding wiskunde: (10 sp) Infinitesimaalrekening (10 sp) Lineaire algebra (6 sp) Analyse 1 artikel 6 Opbouw doctoraal artikel 6 Lid 1 2

3 Het doctoraal examen bestaat voor studenten die in september 1999 of later met de opleiding informatica zijn begonnen uit de volgende onderdelen, met een totale studielast van minstens 168 studiepunten: 4 sp: Twee oriënterende onderwijseenheden (2 sp) Oriëntatie op het tweede jaar (2 sp) Oriëntatie op het derde jaar In het tweede studiejaar: 20 sp: Vier onderwijseenheden op het gebied van de informatica: (4 sp) Objectgeoriënteerd modelleren en programmeren (4 sp) Grammatica s en ontleden (4 sp) Formele methoden (8 sp) Softwareproject 8 sp: Twee onderwijseenheden op het gebied van de wiskunde: (4 sp) Lineaire algebra (4 sp) Statistiek 12 sp: Drie onderwijseenheden op het gebied van de gekozen studierichting: (4 sp) Programmeren en correctheid (4 sp) Gedistribueerd programmeren (4 sp) Implementatie van programmeertalen (4 sp) Anatomie en fysiologie 2 (4 sp) Ziekteleer (4 sp) Klinisch handelen (4 sp) Psychologische expertise (4 sp) Representeren en zoeken (4 sp) Logica voor AI (4 sp) Inleiding management en organisatie (4 sp) Logistiek management (4 sp) Discrete optimalisering In het derde studiejaar: 12 sp: Drie onderwijseenheden op het gebied van de informatica: (4 sp) Expertsystemen (4 sp) Algoritmiek (4 sp) Graphics 12 sp: Drie onderwijseenheden op het gebied van de gekozen studierichting: (4 sp) Software-architectuur (4 sp) Optimalisering (4 sp) Automatisch redeneren (4 sp) Medische besliskunde (4 sp) Inleiding beeldverwerking (4 sp) Biomedische modelbouw (4 sp) Besliskunde (4 sp) Model based reasoning (4 sp) Automatisch redeneren (4 sp) Software-architectuur (4 sp) Management control (4 sp) Benaderingsalgoritmen 8 sp: Twee onderwijseenheden gericht op algemene vaardigheden: (4 sp) Overdragen van de informatica plus één te kiezen uit: (4 sp) Maatschappelijke aspecten van de informatica (4 sp) Filosofie van de informatica 8 sp: Eén onderwijseenheid met een toegepast karakter (8 sp) Een stage of project In het vierde studiejaar: 16.8 sp: vier onderwijseenheden op het gebied van de specialisatierichting binnen de eerder gekozen studierichting, waarvan twee onderwijseenheden verplicht zijn voor die specialisatierichting. 8.4 sp: onderwijseenheden op het gebied van een goedgekeurd keuzevak 3

4 16.8 sp of meer: onderwijseenheden vrij te kiezen uit: vakken gericht op algemene vaardigheden (met een maximum van 4.2 sp) vakken op het gebied van het gekozen keuzevak (met een maximum van 4.2 sp) specialisatievakken uit de eigen en/of andere specialisatierichtingen In het vijfde studiejaar: 42 sp: Een afstudeerfase, afhankelijk van het gekozen profiel: In het P-profiel: (42 sp): Onderzoeksopdracht binnen de specialisatierichting, inclusief ondersteunend onderwijs en literatuurstudie In het M-profiel: (16 sp): Onderwijseenheden op het gebied van de organisatie en bestuurskunde of economie (26 sp): Onderzoeksstage artikel 6 Lid 2 In plaats van het in lid 1 genoemde programma voor het vierde en vijfde studiejaar kan ook een programma van de masteropleiding computer science worden gevolgd. In dit geval zal een master-diploma worden uitgereikt, waarop het gevolgde programma is vermeld. In de facultaire administratie wordt dit echter als doctoraal-diploma geadministreerd. Er is een keuze uit vijf programma s: Software technology Geometry, imaging and virtual environments Algorithmic systems Agents and computational intelligence Computationele biomedische wetenschappen Elk programma bestaat uit de volgende onderdelen: Onderdelen die bedoeld zijn om deficiënties in de voorkennis weg te werken en bekende basisbegrippen in de juiste context te herhalen en te verdiepen, met een omvang van maximaal 8.4 studiepunten. Verdiepende vakken op het gebied van het gekozen programma, met een omvang van 33.6 studiepunten (in het P- profiel) of 21 studiepunten (in het M-profiel). In het M-profiel: een bedrijfsstage met een omvang van 16.8 studiepunten, of deelname aan het traject Business & Economics met een omvang van 21 studiepunten. Een afstudeeronderzoek, met een omvang van 33.6 studiepunten (in het P-profiel) of 29.4 studiepunten (in het M- profiel). Een aanvulling tot in totaal minstens 84 studiepunten met vakken die na goedkeuring door de opleiding worden gekozen uit het totaal van verdiepende vakken van alle programma s van de opleiding informatica, of in bijzondere gevallen van andere master-opleidingen. artikel 6 Lid 3 Het doctoraal examen bestaat voor studenten die voor september 1999 met de destijds 4-jarige opleiding informatica zijn begonnen uit de volgende onderdelen, met een totale studielast van minstens 126 studiepunten. Deze 126 studiepunten worden bij aanvraag van het examen geconverteerd naar 168 studiepunten om te conformeren aan de eisen van de huidige 5- jarige opleiding. 27 sp: Zes onderwijseenheden op het gebied van de informatica: (8 sp) Softwareproject (4 sp) Databases (4 sp) Grammatica s en ontleden (4 sp) Expertsystemen (4 sp) Formele methoden (3 sp) Algoritmen en datastructuren 2 5 sp: Eén onderwijseenheid op het gebied van de wiskunde: (5 sp) Statistiek 22 sp: Zes onderwijseenheden op het gebied van de gekozen studierichting: (4 sp) Programmeren en correctheid (3 sp) Gedistribueerd programmeren (3 sp) Graphics (4 sp) Software-architectuur (4 sp) Implementatie van programmeertalen (4 sp) Optimalisering (4 sp) Ziekteleer (3 sp) Klinisch handelen (3 sp) Graphics (4 sp) Representeren en zoeken (4 sp) Inleiding beeldverwerking (4 sp) Biomedische modelbouw (4 sp) Psychologische expertise (3 sp) Representeren en zoeken 4

5 (3 sp) Logica voor AI (4 sp) Besliskunde (4 sp) Automatisch redeneren (4 sp) Model based reasoning (4 sp) Inleiding management en organisatie (3 sp) Logistiek management (3 sp) Discrete optimalisering (4 sp) Software-architectuur (4 sp) Management control (4 sp) Benaderingsalgoritmen 8 sp: Twee onderwijseenheden gericht op algemene vaardigheden: (4 sp) Overdragen van de informatica plus één te kiezen uit: (4 sp) Maatschappelijke aspecten van de informatica (4 sp) Filosofie van de informatica 8 sp: onderwijseenheden op het gebied van een goedgekeurd keuzevak 16 sp: vier onderwijseenheden op het gebied van de specialisatierichting binnen de eerder gekozen studierichting, waarvan twee onderwijseenheden verplicht zijn voor die specialisatierichting. 18 sp of meer: onderwijseenheden vrij te kiezen uit: vakken gericht op algemene vaardigheden (met een maximum van 6 sp) vakken op het gebied van het gekozen keuzevak (met een maximum van 4 sp) specialisatievakken uit de eigen en/of andere specialisatierichtingen 22 sp: Een afstudeeronderzoek in de gekozen studierichting artikel 6 Lid 4 In artikel 5 zijn per studierichting twee onderwijseenheden genoemd: een Inleiding per studierichting en een tweede vak. Voor de in de doctoraalfase gekozen studierichting moet dit tweede vak zijn behaald (als onderdeel van de propedeuse òf als onderdeel van het keuzevak). artikel 6 Lid 5 Onderwijseenheden die specifiek of verplicht zijn voor een of meer specialisatierichtingen worden jaarlijks gepubliceerd in de studiegids van de opleiding. artikel 6 Lid 6 In plaats van de in lid 1 genoemde onderwijseenheden kan de examencommissie in individuele gevallen andere onderwijseenheden goedkeuren. artikel 6 Lid 7 Als keuzevak kunnen worden gekozen: onderwijseenheden uit één van de in de studiegids van de opleiding beschreven standaard-keuzevakken andere in individuele gevallen door de examencommissie goedgekeurde keuzevakken, waaronder combinaties van studierichting-specifieke vakken die het mogelijk maken na 1 jaar zonder tijdverlies van studierichting te wisselen. artikel 7 Verkorte doctoraalopleiding artikel 7 Lid 1 Op grond van een einddiploma van een Hogere Informatica Opleiding wordt men toegelaten tot een verkorte opleiding met een studielast van 84 studiepunten (sp). artikel 7 Lid 2 De verkorte doctoraalopleiding bestaat uit de volgende onderdelen, met een totale omvang van minstens 84 sp: 28 sp: door de examencommissie aan te wijzen onderwijseenheden op het gebied van de informatica en één van de studierichtingen van de opleiding 28 sp of meer: minstens zeven onderwijseenheden, te kiezen uit de onderwijseenheden die door het Onderwijsbestuur zijn aangewezen als onderdeel van specialisatierichting(en) van de opleiding, waaronder tenminste 16 sp in een te kiezen specialisatierichting. Van deze 16 sp zijn 8 sp verplicht voor de gekozen specialisatierichting. 8 sp of meer: onderwijseenheden op het gebied van een keuzevak 16 sp: een afstudeeronderzoek in de gekozen specialisatierichting. artikel 8 Toetsvormen en -frequentie artikel 8 Lid 1 Elke onderwijseenheid wordt afgesloten door een tentamen. Elk tentamen leidt tot een beoordeling. 5

6 artikel 8 Lid 2 Een tentamen bestaat uit een of meer van de volgende vormen: het schriftelijk beantwoorden van vragen het mondeling beantwoorden van vragen het schrijven van een scriptie het houden van een voordracht het uitvoeren van praktisch werk het uitvoeren van een onderzoeks- of ontwerpopdracht het participeren in groepsactiviteiten het bijwonen van lezingen het verrichten van andere door de examencommissie vastgestelde onderwijsactiviteiten artikel 8 Lid 3 Voor schriftelijke tentamen(-onderdelen) wordt tenminste tweemaal per jaar gelegenheid geboden. De eerste gelegenheid vindt kort na afloop van het onderwijs plaats. artikel 8 Lid 4 Bij mondelinge tentamen(-onderdelen) wordt niet meer dan één student tegelijk getentamineerd, tenzij de examencommissie anders heeft bepaald. artikel 8 Lid 5 De afname van mondelinge tentamen(-onderdelen) is openbaar, tenzij de examencommissie, al dan niet op verzoek van een student, in een bijzonder geval anders heeft bepaald. artikel 8 Lid 6 Aan lichamelijk of zintuiglijk gehandicapte studenten wordt de gelegenheid geboden de tentamens op een zoveel mogelijk aan hun individuele handicap aangepaste wijze af te leggen. De examencommissie wint zonodig via de studentendecaan advies in alvorens te beslissen. artikel 8 Lid 7 Voor elke onderwijseenheid stelt het Onderwijsbestuur vast welke toetsvorm(en) gebruikt worden en hoe de beoordeling plaatsvindt. De gebruikte toetsvormen worden gepubliceerd in de studiegids van de opleiding, of in het geval van specialisatievakken bij aanvang van de onderwijsperiode van het vak bekend gemaakt. artikel 9 Volgorde van tentamens artikel 9 Lid 1 Aan de onderwijseenheid softwareproject mag pas worden deelgenomen als 34 studiepunten uit het propedeuseprogramma, en de onderwijseenheid objectgeoriënteerd modelleren en programmeren zijn behaald. artikel 9 Lid 2 Het afstudeeronderzoek kan pas worden uitgevoerd als niet meer dan 12 studiepunten uit de rest van de opleiding ontbreken. artikel 9 Lid 3 De examencommissie kan in individuele gevallen toestemming verlenen af te wijken van de bovengenoemde leden. artikel 10 Beoordeling van tentamens artikel 10 Lid 1 Bij mondelinge tentamen(-onderdelen) stelt de examinator terstond na het afnemen de uitslag vast en deelt deze de betrokken student mede. artikel 10 Lid 2 Bij schriftelijke tentamen(-onderdelen) stelt de examinator binnen dertig dagen na de dag dat het is afgelegd of dat iets uiterlijk kon worden ingeleverd de beoordeling vast. artikel 10 Lid 3 De eindbeoordeling van een tentamen wordt uitgedrukt in een geheel cijfer tussen 0 en 6, of in een geheel of half cijfer tussen 6 en 10. De onderwijseenheid is voldoende als het cijfer groter dan of gelijk aan 6 is. artikel 10 Lid 4 De examinator verschaft terstond na het bepalen van de eindbeoordeling van een tentamen de uitslag aan de administratie van de opleiding. artikel 10 Lid 5 De administratie van de opleiding zorgt voor registratie van de tentamenuitslagen in de studievoortgangsadministratie, en stelt de deelnemers zo spoedig mogelijk individueel op de hoogte van de uitslag. artikel 10 Lid 6 Gedurende dertig dagen na de bekendmaking van de uitslag van een schriftelijk tentamen (of tentamenonderdeel) en een praktische oefening krijgt een student op verzoek inzage in zijn/haar beoordeeld werk. artikel 10 Lid 7 Gedurende de inzagetermijn kan elke belangstellende kennis nemen van vragen en opdrachten van het tentamen(-onderdeel). artikel 10 Lid 8 Bij het individuele bericht van de uitslag van een tentamen wordt de student gewezen op het inzagerecht, alsmede op de beroepsmogelijkheid bij het college van beroep voor de examens. artikel 10 Lid 9 Een student kan te allen tijde een overzicht verkrijgen van de op hem/haar betrekking hebbende geregistreerde tentamenresultaten. 6

7 artikel 11 Geldigheidsduur en vrijstelling van tentamens artikel 11 Lid 1 De geldigheidsduur van behaalde tentamens is onbeperkt, onder inachtneming van het in artikel 12 lid 3 bepaalde. artikel 11 Lid 2 De examencommissie kan vrijstelling verlenen van een tentamen als de student een qua inhoud en studielast overeenkomstige onderwijseenheid van een andere opleiding heeft behaald. artikel 12 Examens artikel 12 Lid 1 Een examen bestaat uit de afzonderlijke tentamens van de onderwijseenheden. artikel 12 Lid 2 Een examen is gehaald als de onderwijseenheden waar het uit bestaat voldoende zijn. Het propedeutisch examen van de 5- jarige opleiding is bovendien gehaald als één van de onderwijseenheden van maximaal 4 studiepunten beoordeeld is met het cijfer 5, maar het gemiddelde van de beoordelingen voor alle onderwijseenheden groter of gelijk is aan 6. artikel 12 Lid 3 Voor examenonderdelen waarvan het tentamen langer dan zes jaar geleden is behaald kan de examencommissie een aanvullend tentamen opleggen, alvorens de student wordt toegelaten tot het afleggen van het examen. artikel 12 Lid 4 Als de uitslagen van de tentamens haar daartoe aanleiding geven kan de examencommissie zelf een onderzoek instellen, alvorens de uitslag van het examen vast te stellen. artikel 12 Lid 5 De examencommissie stelt, met uitzondering van de maanden juni en juli, de uitslag van het examen vast binnen 30 dagen nadat de student voldoende bewijzen overlegt van door hem/haar behaalde examenonderdelen. artikel 13 Niet-standaard vooropleidingen artikel 13 Lid 1 Bezitters van een VWO-diploma zonder het vak Wiskunde B 1 en 2 in het eindexamenpakket kunnen examens afleggen voor de opleiding na het met goed gevolg afleggen van de toets wiskunde B 1 en 2 van het James Boswell Instituut. artikel 13 Lid 2 Bezitters van een in het buitenland verkregen diploma zoals bedoeld in artikel 7.28 WHW kunnen voor de opleiding worden ingeschreven na het met goed gevolg afleggen van de toets Nederlands van het James Boswell Instituut, het staatsexamen Nederlands op niveau 2, of het interuniversitair toelatingsexamen Nederlands. artikel 13 Lid 3 Bij het toelatingsonderzoek voor bezitters van een buitenlands diploma zoals bedoeld in artikel 7.29 WHW worden als aanvullende eisen gesteld: een toereikende kennis van de wiskunde, overeenkomend met Wiskunde B op VWO-nivo, en voldoende kennis van het Engels om de vakliteratuur te kunnen lezen. artikel 13 Lid 4 Nadere regels omtrent de procedure voor het toelatingsonderzoek zoals bedoeld in artikel 7.29 WHW zijn vastgelegd in het colloquium-doctumreglement. artikel 14 Studiebegeleiding De faculteit draagt zorg voor studiebegeleiding van de studenten die voor de opleiding zijn ingeschreven, mede ten behoeve van hun oriëntatie op mogelijke studiewegen in en buiten de opleiding. artikel 15 Wijziging en bekendmaking artikel 15 Lid 1 Wijzigingen in deze regeling kunnen niet ten nadele van studenten van invloed zijn op goedkeuring van examenprogramma s of andere door de examencommissie genomen beslissingen. artikel 15 Lid 2 Wijzigingen in deze regeling die betrekking hebben op het lopende studiejaar zijn alleen mogelijk als de belangen van de studenten daardoor redelijkerwijs niet worden geschaad. artikel 15 Lid 3 De faculteit draagt zorg voor een passende bekendmaking van deze regeling, van regelen en richtlijnen die door de examencommissie zijn vastgesteld, alsmede van wijzigingen van deze stukken. 7

8 artikel 16 Overgangsbepalingen artikel 16 Lid 1 Het in deze regeling beschreven 4-jarige en 5-jarige programma wordt in de volgende studiejaren aangeboden. Deze programma s worden daarna vervangen door de in een aparte regeling beschreven Bachelor- en Master-programma s. studiejaar 4-jarig programma 5-jarig programma Bachelor Master 1999/2000 cursusjaar 2, 3 en 4 cursusjaar /2001 cursusjaar 3 en 4 cursusjaar 1 en /2002 cursusjaar 4 cursusjaar 1, 2 en /2003 cursusjaar 2, 3 en 4 cursusjaar 1 cursusjaar /2004 cursusjaar 3, 4 en 5 cursusjaar 1 en 2 cursusjaar 1 en /2005 cursusjaar 4 en 5 cursusjaar 1, 2 en 3 cursusjaar 1 en /2006 cursusjaar 5 cursusjaar 1, 2 en 3 cursusjaar 1 en /2007 en later cursusjaar 1, 2 en 3 cursusjaar 1 en 2 artikel 16 Lid 2 Voor studenten die voor september 1999 aan de opleiding zijn begonnen, geldt een door de examencommissie vastgestelde en gepubliceerde regeling volgens welke vakken uit het 4-jarige programma kunnen worden vervangen door vakken uit het 5-jarige programma. artikel 16 Lid 3 a. tot 1 oktober 2003 wordt de gelegenheid geboden het propedeutisch examen af te leggen; b. tot 1 oktober 2007 wordt aan degenen die het propedeutisch examen hebben behaald, de gelegenheid geboden het doctoraal examen af te leggen. 8