Jaarverslag van den eersten secretaris over 1926.

Transcriptie

1 Jaarverslag van den eersten secretaris over Hoewel het afgeloopen jaar geen bijzondere gebeurtenissen in het leven der Nederlandsche Botanische Vereeniging met zich bracht, mag het toch gekenmerkt worden als een jaar van rustigen, gestadigen groei. Vooral uit zich dit in het stijgende ledental en in het grootere contact, dat onze Vereeniging met buitenlandsche instellingen en vereenigingen verkrijgt. Terwijl in het getal van drie eereleden geen verandering kwam, en door de benoeming van de heeren W. Becker te Kirchmöser a. d. Havel en Prof. H. Zahn te Karlsruhe het getal correspondeerende leden van 12 op 14 gebracht werd, gaf de lijst der gewone leden een belangrijke vermeerdering te zien; de benoeming tot lid werd gewoon door 50 benoemden aangenomen,waartegenover een verlies door overlijden van 4 en door bedanken van 17 leden stond, zoodat het aantal van 364 bij den aanvang van het verslagjaar met 29 vermeerde en dus 1 op Januari bedroeg. Dat een dergelijke toename ook met het oog op de finantiëele draagkracht onzer vereeniging een verblijdend

2 2 verschijnsel is, behoeft geen nader betoog. Vermelding verdient voorts het 50-jarig promotiejubileum op 13 Juni van ons eerelid prof. Dr. J. W. Moll. Zooals vermeld, hadden wij het overlijden van vier onzer leden te betreuren: de heer L. J. v. d. Veen te Zwolle, die gedurende 46 jaar als lid onze vereeniging trouw bleef, de heer F. Weehuizen, die bijna den geheelen duur van zijn lidmaatschap op Java doorbracht, de heer F. A. des Tombe, wiens warm enthousiasme voor onze flora en zijn groote belangstelling in onze vereeniging aan ons allen welbekend was, en een der jongste leden, mej. F. A. G. Wilbrink Hoitsemate Hilversum. Wij achten het een droeven plicht, hier nog dank te zeggen voor wat zij, ieder op zijn wijze, voor de N. B. V. gedaan hebben. De statutaire aftreding van Prof. Dr. G. van Iterson als ondervoorzitter maakte de vervulling van een bestuursvacature noodzakelijk: hierin werd voorzien door de verkiezing van mej. Prof. Dr. Joha. Westerdijk, die zich deze benoeming liet welgevallen. In professor van Iterson ziet onze vereeniging een bestuurslid heengaan, wiens levendige belangstelling Een andere ofhcieuse voor haar van groote waarde was. functionaris meende wegens verandering van woonplaats zijn verdere medewerking aan de bestuurszaken te moeten staken: Dr. J. Kuyper, die jarenlang op de beste wijze de finantiëele belangen onzer vereeniging in Nederlandsch-Indië behartigde, was door zijn vertrek van Pasoeroean naar Medan genoodzaakt, deze vrijwillige functie neer te leggen. Voor zijn nauwgezet beheer van de Indische contributies brengen wij hem ook hier gaarne dank. Op vijf vergaderingen vonden de leden gelegenheid elkaar te ontmoeten: de jaarvergadering op 31 Januari in het Botanisch Laboratorium te Amsterdam, de zomervergadering op 5 en 6 Juni in het Botanisch Laboratorium te Groningen, de najaarsvergadering op 30 October te

3 3 Amsterdam en de beide bijeenkomsten der Commissie voor het floristisch onderzoek op 7 April in het Rijksherbarium te Leiden en op 4 Januari 1927 te Amsterdam. De beheerders dier diverse instellingen, die bij deze vergaderingen hun gebouwen ter beschikking stelden, hebben recht op onze erkentelijkheid daarvoor, maar in het bijzonder mogen mevrouw en professor Schoute te Groningen ook thans den dank der vereeniging aanvaarden voor de gastvrije ontvangst op het Elsburger Onland. Door de Floristische Commissie werd bovendien een zomerexcursie naar Schiermonnikoog gehouden. Als gevolg van de met het Koloniaal Instituut bestaande betrekkingen, werden de leden onzer vereeniging zesmaal uitgenoodigd een lezing bij te wonen: 27 Januari van den heer W. Stenvers te Djocja: Een en ander over den Landbouwvoorlichtingsdienst in de Vorstenlanden: op 20 April van Dr. R. Menzei te Buitenzorg over: De bestrijding van schadelijke dieren in de thee- en kinacultuur; op 15 October van Dr. A. Ultée te Malang over; De toekomst van de koffiecultuur in Nederlandsch-Indië; op 4 November van Ir. N. H. Blommendaal te Medan over: Ervaringen van de palmolie-industrie ter Oostkust van Sumatra; op 30 November van Dr. A. van Rossem te Delft over: Rubberwetenschap en Rubberindustrie in Amerika en op 13 December van Dr. Ch. Bernard te Buitenzorg over: Eenige actueele vraagstukken bij de theecultuur in Nederlandsch-Indië. Ook dit jaar werd getracht het contact met buitenlandsche vereenigingen en instellingen te herstellen en uit te breiden; als gevolg hiervan zijn wij in ruilverkeer ten behoeve der bibliotheek getreden met de: Section des Sciences de 1 Institut Grand-Ducal de Luxembourg. Manchuria Research Society. Harbin. China. Société d Histoire naturelle de Toulouse.

4 4 Institut des recherches biologiques de 1 Université deperm. Gesellschaft der Naturforscher in Kiew. Institutum et Hortus botanicus Tartuensis. Hortus botanicus te Riga. Boyce Tompson Institute for plant research. De vereeniging trad in het afgeloopen jaar toe als donatrice tot de Nederlandsche Phytopathologische Vereeniging en als contribuante tot de Nederlandsche Commissie voor Internationale Natuurbescherming. Op het International Congress of Plantsciences, het vierde Internationaal Botanisch Congres, van 16 tot 23 Augustus te Ithaca (N. Y.) gehouden, werd de N. B. V. vertegenwoordigd door den oud-voorzitter, prof. W ent en door den eersten secretaris, die bij die gelegenheid een volledig stel van het Recueil aan de Cornell University ten geschenke aanboden. Op dit congres werd besloten, het vijfde Internationaal Botanisch Congres te Londen of te Cambridge te organiseeren en de wensch werd uitgesproken, dat in 1935 Nederland als gastheer zou optreden ; indien in 1930 hiertoe besloten wordt, zal voor onze vereeniging een belangrijke taak weggelegd zijn. De plechtige opening van het Koloniaal Instituut op 9 October werd namens de Vereeniging bijgewoond door den voorzitter, prof. W ee v e r s, en de tweede secretaresse, mevrouw van Lookeren Campagne. Bij de Clusius-herdenking op 19 October te Leiden, georganiseerd door de Vereeniging voor geschiedenis van Genees-, Natuur- en Wiskunde, gaf de N. B. V. blijk van haar belangstelling door de tegenwoordigheid van den voorzitter prof. Weevers; zij verleende aan deze herdenking een geldelijke bijdrage. Ten slotte moge vermeld worden, dat de uitgave van het standaardwerk: De Zandstuivingen bij Kootwijk in woord en beeld, welke uitgave door het Staatsboschbe-

5 5 heer met flnantiëelen steun o.a. van de N. B. V. ondernomen werd, tot stand kwam en het werk in de laatste dagen van het verslagjaar aan onze bibliotheek werd toegezonden. Wageningen, 31 December De 1ste Secretaris, M.J. Sirks. Goedgekeurd en vastgesteld in de Ledenvergadering van 27 Februari 1927.