Vlaamse steunmaatregel ter bevordering van het gebruik van kleine waterwegen. Handleiding voor de gebruiker

Transcriptie

1 Vlaamse steunmaatregel ter bevordering van het gebruik van kleine waterwegen Handleiding voor de gebruiker

2 Doel van deze handleiding Het doel van deze handleiding is om aan geïnteresseerde bedrijven een handleiding te bieden bij het indienen van een steunmaatregel ter bevordering van het gebruik van de kleine waterwegen. Bij deze handleiding hoort tevens een door de aanvrager in te vullen aanvraagformulier. 1. Inleiding Het behoud en het intensifiëren van het gebruik van de kleine waterwegen is een voor de waterwegbeheerders een belangrijke opdracht. Vlaanderen beschikt als een van de weinige regio s in Europa over een fijnmazig netwerk van waterwegen. Het optimaal inzetten op het gebruik van die waterwegen in het algemeen en op de kleine waterwegen in het bijzonder, kadert in het voeren van een gedegen en doordacht mobiliteitsbeleid. Dat aspect komt ook aan de orde in de doelstellingen van het Flanders Inland Shipping Network (FISN) en in de beleidsnota van minister Crevits. De kleine waterwegen en daarmee gepaard gaand de kleine schepen verdienen onze bijzondere aandacht, opdat de bevoorrading van bedrijven die aan dergelijke waterwegen gelegen zijn, gevrijwaard zijn voor de toekomst. Het doel van deze steunmaatregel is om verder gevolg te geven aan de beleidsnota van Minister van Mobiliteit en Openbare Werken, Hilde Crevits. De kleine waterwegen dragen immers bij tot het beheersen van de mobiliteitsproblematiek en beschikken nog over de capaciteit om meer trafiek te verwerken. 2. Doel en doelgroep van de steunmaatregel 2.1 Doel van de steunmaatregel Het doel van de steunmaatregel is om bijkomende volumes naar de kleine waterwegen te trekken. De doelstelling van deze Vlaamse steunmaatregel is met andere woorden de bevordering van het gebruik van kleine waterwegen 1 en aldus het gebruik van kleine schepen Doelgroep van de steunmaatregel In het kader van de steunmaatregel kan, binnen de budgettaire beperkingen, steun worden verleend aan: Verladers die bediend worden via onderstaande waterwegen en die daarom kleine schepen (spitsen en kempenaars) met afmetingen tot 55,00m 7,55m moeten inzetten. - Kleine waterwegen die vallen onder het beheer van Waterwegen en Zeekanaal zijn: Kanaal Plassendale-Nieuwpoort Ijzer Dender opwaarts Aalst Afleidingskanaal van de Leie afwaarts Sluis Schipdonk Kanaal Nieuwpoort-Duinkerken Lokanaal Kanaal Ieper-Ijzer Spierekanaal Kanaal van Eeklo Moervaart en gekanaliseerde Durme Durme 1 Onder kleine waterwegen wordt verstaan een Klasse I en II vaarweg. 2 Spitsen en kempenaars met afmetingen tot 55,00m 7,55m. 2

3 Dender (afwaarts Aalst) Kanaal Leuven-Dijle Vertakking van Zulte - Kleine waterwegen die vallen onder het beheer van De Scheepvaart zijn: Kanaal Dessel-Turnhout-Schoten Kanaal van Bocholt naar Herentals Zuid-Willemsvaart (onder voorwaarde dat met een schip van maximum 55,00m 7,55m wordt gevaren) Kanaal naar Beverlo Kanaal van Briegden naar Neerharen Opgelet: deze steunmaatregel kan niet gecumuleerd worden met een andere steunmaatregel. 3

4 3. Opzet van de maatregel 3.1 Algemeen De waterwegbeheerders, Waterwegen en Zeekanaal NV (W&Z) en nv De Scheepvaart (DS), beheren de steunmaatregel. Deze Vlaamse steunmaatregel is opgezet ter bevordering van het gebruik van kleine waterwegen 3 en aldus het gebruik van kleine schepen Definities binnenschip: elk vaartuig dat wegens zijn constructie uitsluitend of in hoofdzaak wordt gebruikt op de Vlaamse openbare wateren zoals verder gespecificeerd in het toepassingsgebied, met uitzondering van pleziervaartuigen. binnenvaartonderneming: een natuurlijk persoon of rechtspersoon die eigenaar is van een binnenschip dat beroepsmatig wordt gebruikt; de-minimissteun: de de-minimissteun als bedoeld in artikel 2 van de verordening (EG) nr. 1998/2006 van de Commissie van de Europese Gemeenschap van 15 december 2006 betreffende de toepassing van de artikelen 87 en 88 van het Verdrag op de de-minimissteun, welke artikelen op het ogenblik zijn opgenomen als de artikelen 107 en 108 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie. kleine waterwegen: onder kleine waterwegen wordt verstaan een Klasse I en II vaarweg. Zie pagina 3 en pagina 4 voor een opsomming van de kleine waterwegen bij W&Z en DS. kleine schepen: binnenschepen voor beroepsmatig gebruik, meer specifiek spitsen en kempenaars met afmetingen tot 55,00m 7,55m. lengte: de lengte, vastgelegd in de meetbrief, afgegeven op grond van de op 15 februari 1966 te Genève tot stand gekomen Overeenkomst nopens de meting van binnenvaartuigen. minister: de minister bevoegd voor mobiliteit en openbare werken. toepassingsgebied: de Vlaamse openbare wateren die voor de scheepvaart bestemd zijn, zijn verdeeld over de territoriums van de waterwegbeheerders Waterwegen en Zeekanaal NV en De Scheepvaart. Kleine waterwegen die vallen onder het beheer van Waterwegen en Zeekanaal zijn: Kanaal Plassendale-Nieuwpoort Ijzer Dender opwaarts Aalst Afleidingskanaal van de Leie afwaarts Sluis Schipdonk Kanaal Nieuwpoort-Duinkerken Lokanaal Kanaal Ieper-Ijzer Spierekanaal Kanaal van Eeklo Moervaart en gekanaliseerde Durme Durme Dender (afwaarts Aalst) Kanaal Leuven-Dijle Vertakking van Zulte Kleine waterwegen die vallen onder het beheer van De Scheepvaart zijn: Kanaal Dessel-Turnhout-Schoten Kanaal van Bocholt naar Herentals 3 Onder kleine waterwegen wordt verstaan een Klasse I en II vaarweg. 4 Spitsen en kempenaars met afmetingen tot 55,00m 7,55m. 4

5 Zuid-Willemsvaart (onder voorwaarde dat met een schip van maximum 55,00m 7,55m wordt gevaren) Kanaal naar Beverlo Kanaal van Briegden naar Neerharen Verlader: met verlader wordt bedoeld de partij die de goederen fysiek verwerkt en/of in ontvangst neemt. Referentievolume: de/het jaarlijks te berekenen gemiddelde tonnage/volume van de vijf voorgaande jaren. Dit is tevens het verplicht te vervoeren volume. 3.3 Duurtijd De maatregel bestaat uit een voorbereidingsperiode van 1 jaar, een steunperiode van 3 jaar, gevolgd door een bestendigingsperiode van 3 jaar. 3.4 Ladingtypes De steun wordt uitbetaald per vervoerde ton of per m³. Deze volumes mogen worden gerealiseerd in de vorm van bulkgoed, palletten en (rol)containers. 3.5 Maximale ondersteuning Deze steunmaatregel zal, onder voorbehoud van voldoende inschrijvers, een stimulans zijn om de thans aanwezige volumes te behouden. Tevens worden hiermee de kleine waterwegen en kleine schepen extra onder de aandacht gebracht. Daardoor worden bedrijven ertoe aangezet om na te denken om innovatieve wegen te bewandelen om deze vaarwegen her in te schakelen in hun vervoerssysteem. Verder zal de maatregel ook toelaten om de groei van de volumes te bewerkstelligen en om deze nieuwe volumes te bestendigen. De begunstigde zal enkel een verlader kunnen zijn, die bediend wordt via een Klasse I en II vaarweg. Zo kunnen alle schepen die op een Klasse I en II vaarweg varen, genieten van de beoogde volumeverhoging. Deze steunmaatregel valt volledig onder de de minimis-regelgeving van de Europese Commissie. Dit betekent dat de totale ondersteuning per begunstigde over een periode van drie jaar maximaal euro kan bedragen. Het is de verantwoordelijkheid van de begunstigde om op te volgen wanneer hij de de minimis-limiet heeft bereikt. Voor meer informatie over de de minimis regelgeving verwijzen wij naar Verordening (EG) nr. 1998/2006 van de Commissie van 15 december 2006 betreffende de toepassing van de artikelen 87 en 88 van het Verdrag op de-minimissteun. U vindt ook meer informatie in de de minimis-verklaring die u bij deze handleiding vindt. 5

6 3.6 Referentievolume en verplicht volume Het doel van de steunmaatregel is om bijkomende volumes naar de kleine waterwegen te trekken. Om te voorkomen dat ook bestaande ladingstromen in aanmerking komen voor subsidies, zullen enkel de volumes boven een bepaald referentievolume ondersteund worden. Bij het indienen van een steunaanvraag zal de verlader moeten opgeven welke de jaarlijks vervoerde volumes zijn geweest gedurende de voorbije 5 jaar. Deze volumes kunnen gecontroleerd worden door de waterwegbeheerders via alle middelen waarover hij beschikt, zoals o.a. de RIS-applicatie. In elk geval dient de verlader deze cijfers te documenteren en een verklaring op eer af te leveren stellende dat de cijfers waarheidsgetrouw zijn. Het gemiddelde van de volumes die in de voorbije jaren werden vervoerd, zal het verplichte volume zijn in het eerste jaar. Dit verplicht volume wordt jaarlijks herberekend voor de volgende jaren als zijnde het gemiddelde van de voorbije vijf jaar. Op die wijze wordt telkens het tonnage in meer van het voorgaande jaar genomen. We noemen dit het referentievolume. 3.7 Subsidieerbaar volume Het volume dat in aanmerking komt voor de ondersteuning, is het volume dat bovenop het referentievolume wordt vervoerd. We noemen dit het subsidieerbaar volume. De berekening van de subsidie, die gedurende 3 jaar wordt uitbetaald staat in onderstaande tabel. Vervoerd volume in ton of m³ subsidie per ton of m³ X5j + 0 tot ton 1,00 euro X5j tot ton 1,50 euro X5j tot ton 2,00 euro X5j tot ton 1,00 euro ton 0,00 euro De voormelde steunbedragen worden per schijf in meer berekend. Een uitgebreid voorbeeld dat de berekeningswijze verduidelijkt, staat in bijlage 1. Elke begunstigde kan volgens de de minimis-regeling van de Europese Commissie maximaal euro over een periode van 3 jaar ontvangen. De jaarlijkse subsidie per begunstigde kan alzo niet hoger zijn dan euro per jaar. Het subsidieerbaar volume is jaarlijks gelimiteerd tot het ingediende subsidieerbaar volume. 6

7 4. Een aanvraag indienen Om te kunnen genieten van steun dient de geïnteresseerde die een aanvraag in bij W&Z of bij DS en dit vóór 30 september De ingediende gegevens worden confidentieel behandeld. Het aanvraagdossier dient alle informatie te bevatten die moet toelaten om een grondige evaluatie van het ingediende project te maken. Voor het indienen van een aanvraag wordt de kandidaat gevraagd beroep te doen op het bijgevoegde aanvraagformulier. Alle informatie die bij de aanvraag geleverd wordt, kan achteraf of tijdens de beoordeling niet meer worden gewijzigd of aangepast door de aanvrager. De geleverde gegevens zullen namelijk de basis vormen voor de beoordeling van het dossier en de bepaling van het steunbedrag. Tevens worden de ingediende volumegaranties integraal overgenomen in de af te sluiten overeenkomst indien de kandidaat wordt geselecteerd. De beoordelingscommissie behoudt zich het recht om na de deadline bijkomende informatie te vragen en/of de kandidaat uit te nodigen voor een onderhandelingsgesprek. Dit zal echter enkel gebeuren indien de beoordelingscommissie hiertoe een noodzaak ziet. Wij raden aan om vóór de deadline een correct, volledig en kwalitatief dossier in te dienen. Het aanvraagdossier moet minstens volgende gegevens bevatten: bedrijfsvoorstelling Een beschrijving van o.a. de activiteiten van het bedrijf. informatie betreffende eventuele partners (ingeval van samenwerkingsverband) Indien u een aanvraag indient samen met één of meer partners, moet ook informatie over de partners toegevoegd worden. Aan het aanvraagdossier kan eventueel een bijlage toegevoegd worden. beschrijving van goederenstromen die uw bedrijf produceert of vervoert, met bijzondere aandacht voor de stro(o)m(en) die u indient onder de steunmaatregel - de termijn binnen de welke de aanvrager wenst op te starten (gedetailleerde timing, incl. investeringsfase), - de dikte en herkomst/bestemmingsrelatie van uw goederenstromen, - de gebruikte vervoersmodi - het type goederen, - de ontvanger en/of leverancier van de goederen en/of de logistieke dienstverlener. Indien van toepassing, aangifte van directe of indirecte investering in kleine schepen of duwbakken voor minstens euro. 7

8 5. Beoordeling van de aanvraag 5.1 Beoordelingscommissie Voor de evaluatie van de steunaanvraag is een beoordelingscommissie in het leven geroepen. Deze bestaat uit vertegenwoordigers van de waterwegbeheerders Waterwegen en Zeekanaal, De Scheepvaart en externe deskundigen. De aanvrager kan, indien nodig, worden uitgenodigd op een jurygesprek voor deze commissie. De volledigheid en correctheid van de ingediende gegevens wordt door de beoordelingscommissie in alle objectiviteit geëvalueerd. Indien een dossier niet als volledig en/of waarachtig kan worden beschouwd, kan het uitgesloten worden van verdere beoordeling. In geval van een gunstige beoordeling wordt de kandidaat in kennis gebracht van zijn selectie. 5.2 Beoordelingscriteria De ingediende voorstellen worden beoordeeld door een beoordelingscommissie die daarbij volgende criteria (voor een totaal van 100%) hanteert: Voor 40%: Ingediende verwachte bijkomende volumes voor de kleine binnenvaart, relatief aan bestaande trafiek over voorbije vijf jaar. Hierbij is een duidelijke weergave van extra volume dat gegenereerd wordt (ten opzichte van reeds bestaand volume) van belang. Om dat te kunnen bepalen, moeten bij de aanvraag volgende gegevens gevoegd worden: Een overzicht van het vervoerd volume van de laatste 5 jaar Een duidelijke vermelding van welk volume per jaar voor de komende 6 jaar (3 jaar steunperiode en 3 jaar bestendigingsperiode) wordt verwacht bovenop het reeds bestaande volume. De manier waarop verwacht wordt dat dit bijkomend volume dat vervoerd zal worden via de binnenvaart, zal gegenereerd worden. Voor 40%: Realiteitswaarde van het ingediende project, de ingediende tonnage en garanties voor het voortbestaan van de trafiek na het aflopen van de steunperiode. Voor 20%: Investeringen die worden gemaakt in de sector van de kleine binnenvaart kunnen de slaagkansen van uw aanvraagdossier verhogen. In de weken na 31 december 2013 zullen de aanvraagdossiers worden beoordeeld door een beoordelingscommissie. Hoeveel tijd dit in beslag neemt, zal mede afhangen van het aantal dossiers dat wordt ingediend. De dossiers zullen in volgorde van rankschikking worden geselecteerd tot het beschikbare budget uitgeput is. Als uw dossier wordt goedgekeurd, zult u uitgenodigd worden voor de ondertekening van een steunovereenkomst. Op deze wijze krijgt men een waardering voor elk project die - door onderlinge vergelijking toelaat - de meest interessante projecten financieel te ondersteunen. De totale steun van het aantal ondersteunde projecten kan het totaal beschikbare steunbudget niet overschrijden. Bij deze handleiding vindt u een aanvraagformulier, een toelichting van de de-minimissteun, een de-minimisverklaring en een verklaring op eer. Deze documenten dient u ingevuld en ondertekenend af te leveren bij W&Z voor de deadline van 31 december

9 6. Afsluiten van een overeenkomst Na goedkeuring van de steunaanvraag en alvorens de steun wordt uitgekeerd, sluit één van beide waterwegbeheerders met de begunstigde een overeenkomst. Deze overeenkomst bevat, onder andere, de volgende bepalingen: - Een resultaatsverbintenis: de begunstigde verbindt zich ertoe minstens het jaarlijks herberekend referentievolume te vervoeren. - Een verplichting van de begunstigde tot het toelaten van en meewerken aan (i) de nodige evaluaties voor eventuele bijsturing en (ii) de beoordeling of aan de bovengenoemde resultaatsverbintenis is voldaan. De verlader dient er mee in te stemmen dat steekproefsgewijze controles kunnen worden uitgevoerd. - De bepaling dat niet-naleving van de contractueel vastgelegde voorwaarden (o.a. volumegaranties), zal leiden tot een verplichte terugbetaling van (een deel van) de ontvangen steun (terugbetalingsclausule). - De deadline voor het aanvangen van de overeenkomst. - Verklaring op eer dat de opgegeven volumes/tonnages uit de voorgaande vijf jaren correct zijn. 9

10 7. Volumeverplichting, controle mechanisme en terugbetalingsclausule 7.1. Volumeverplichting De begunstigde dient jaarlijks, gedurende 6 jaar (3 jaar de minimis en 3 jaar bestendiging), het verplicht volume te vervoeren. Volumes die in meer vervoerd werden in voorgaande jaren kunnen overgedragen worden naar het volgende jaar, maar leiden niet tot extra subsidies. De volumeverplichting is gelijk aan het referentievolume. Dit wordt jaarlijks opnieuw berekend als het gemiddeld volume van de voorbije vijf jaar Controle De begunstigde dient elke 6 maanden een rapportering van vervoerde volumes in bij de waterwegbeheerder. Deze rapportering kan de waterwegbeheerder controleren met alle middelen waarover hij beschikt. De begunstigden moeten 6-maandelijks het vervoerde volume opgeven aan de waterwegbeheerders, op basis waarvan de steun zal worden uitbetaald. Hierbij voegen zij een lijst met voor elk uitgevoerd transport de volgende elementen: - Schip - Lading en hoeveelheid - Datum van het transport - Herkomst en bestemming - Nummer van de vrachtbrief - Extra gegeneerd volume bovenop het bestaand volume Na het afsluiten van de steunovereenkomst, ontvangt de begunstigde een modeldocument voor het indienen van deze rapportering. Het staat de waterwegbeheerders vrij om gedurende de volledige looptijd (6 jaar) van de maatregel, alle mogelijke middelen in te zetten voor controle van de ingediende volumes. Aan de begunstigden wordt hierbij gevraagd om transportdocumenten ter staving van de ingediende volumes te bewaren tot het einde van de steunmaatregel. Deze kunnen te allen tijde opgevraagd worden door de waterwegbeheerder Terugbetalingsclausule Na ontvangst van de 6-maandelijkse rapportage van vervoerde volumes, zal de steun binnen de twee maanden aan de begunstigde worden uitbetaald door de waterwegbeheerder bij wie het aanvraagdossier werd ingediend. Indien de overeengekomen volumes niet werden behaald, zal de terugbetalingsclausule in werking treden. De maximale terugbetaling bedraagt de ontvangen steun. De jaarlijkse terugbetaling bedraagt, indien van toepassing, het volgende: Jaarlijkse terugbetaling= (verplicht volume-gepresteerd volume) 1,00 euro Als boetebedrag wordt hier een vast bedrag gehanteerd, à ratio van het laagste steunbedrag uit de tabel in punt 3.7, namelijk 1,00 euro per ton of m³. De maximale terugbetaling blijft in elk geval de ontvangen steun. Indien geen steun werd uitbetaald, moet ook geen terugbetaling gebeuren. De volumes die in meer werden vervoerd tijdens één jaar, kunnen worden overgedragen naar het volgende jaar. Volumes die in meer vervoerd werden in voorgaande jaren kunnen overgedragen worden naar het volgende jaar, maar leiden niet tot extra subsidies. Belangrijke opmerking: indien de geselecteerde begunstigde zich engageert om direct of indirect te investeren in kleine schepen of duwbakken voor minstens euro, vervalt de terugbetalingsclausule. 10

11 8. Uitbetaling van steun De begunstigde legt na elke periode van 6 maanden zijn vervoerde volumes voor. Na controle en eventuele bijstelling van de opgegeven hoeveelheden, zal de steun binnen de twee maanden aan de begunstigde worden uitbetaald door de waterwegbeheerder bij wie het aanvraagdossier werd ingediend. Indien na een jaar blijkt dat het afgesproken jaarlijks volume-engagement niet werd bereikt, zal de terugbetaling in mindering worden gebracht van de volgende steunuitbetaling. Het maximale totale steunbedrag wordt bepaald volgens de bepalingen van punt 3.5. De steunmaatregel valt bovendien onder de de minimis regeling van de Europese Commissie. Dit betekent de totale ondersteuning per begunstigde over een periode van drie jaar maximaal euro kan bedragen. De jaarlijkse subsidie per begunstigde kan dus niet hoger zijn dan euro per jaar. Het subsidieerbaar volume is jaarlijks gelimiteerd tot het ingediende subsidieerbaar volume, dit om de budgettaire impact van de maatregel op voorhand te kunnen inschatten. 11

12 9. Praktische gegevens en contact 9.1 Belangrijke data Lancering van de steunmaatregel: augustus 2013 Deadline voor het indienen van het aanvraagdossier Verwachte beslissing beoordelingscommissie februari 2014 Verwachte timing voor afsluiten steunovereenkomsten maart Contactgegevens voor het stellen van vragen Naam : Mevr. Lynn Eyckmans Adres : Waterwegen & Zeekanaal N.V. Oostdijk 110 B-2830 Willebroek Belgium Telefoon : Fax : lynn.eyckmans@wenz.be 9.3 Contactgegevens voor het indienen van het aanvraagdossier Waterwegen en Zeekanaal NV Naam : Mevr. Lynn Eyckmans Adres : Waterwegen & Zeekanaal N.V. Oostdijk 110 B-2830 Willebroek Belgium Telefoon : Fax : lynn.eyckmans@wenz.be nv De Scheepvaart Naam : Dhr. Joël Bijnens Adres : nv De Scheepvaart Havenstraat 44 B-3500 Hasselt Telefoon : Fax : j.bijnens@descheepvaart.be 12

13 Bestend iging Steun periode Referentie volume Bijlage 1: uitgewerkt voorbeeld van de steunmaatrege Bedrijf Janssens & Zoon Gemiddelde van de voorgaande 5 jaar Verschil tussen gepresteerd en verplicht volume + surplus volume van vorig jaar In geval van tekort= tekort * 1,00 Verschil tussen gepresteerd en verplicht volume ton = 1,0 /ton ton = 1,5 /ton ton = 2,0 /ton ton = 1,0 /ton ton = 0,0 /ton Jaar Gepresteerd volume Verplicht volume Surplus/tekort Subsidie jaar jaar jaar jaar jaar jaar ,00 jaar ,00 jaar ,00 jaar jaar jaar Totaal ,00 Dus het volume dat na 6 jaar vervoerd is bovenop het referentievolume, namelijk het gemiddelde van de 5 jaar vóór de maatregel Boete Subsidieerbaar volume Totaal aantal ton bovenop referentievolume Gemiddelde steun per ton Budget Totaal aantal gesteunde ton 0, , ,38

14