mgfizm f Jil. BRYOLOGISCHE + Buxbaumiella LICHENOLOGISCHE WERKGROEP DER KNNV BLWG

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "mgfizm f Jil. BRYOLOGISCHE + Buxbaumiella LICHENOLOGISCHE WERKGROEP DER KNNV BLWG"

Transcriptie

1 f Jil. mgfizm BRYOLOGISCHE + Buxbaumiella LICHENOLOGISCHE WERKGROEP DER KNNV BLWG I 46

2 Bryologische en Lichenologische Werkgroep van de Koninklijke Nederlandse Natuurhistorische Vereniging Voorzitter: Han van Dobben, Visscherssteeg 9, 3511 LW Utrecht. Tel ; Secretaris: Bart van Tooren, Venuslaan 2, 3721 VG Bilthoven. Tel ; Penningmeester: Floor van Gelder, Vossenkamp 24, 3972 VJ Driebergen. Tel ; Excursieregelaar: Henk Siebel, Ericastraat 22,1214 EL Hilversum. Tel ; Archivaris: Rob van der Valk, J. Buiskooiweg 10a, 9695 TT Bellingwolde. Tel ; Redacteur Lindbergia: Heinjo During, Vijverlaan 14, 3971 HK Driebergen. Tel ; Redacteur Buxbaumiella: Joop Kortselius, Morsebellaan88, 2343 BN Oegstgeest. Tel ; Lidmaatschap en uitgaven van de werkgroep (BLWG) Gewoon. lidmaatschap, contributie ƒ 25.= per jaar.. Buxbaumiella (3 x per jaar), gratis voor leden.. Losse nummers van Buxbaumia, voor leden ƒ 3.= / voor niet-leden ƒ 10.=. Losse nummers van Buxbaumiella, voor leden ƒ 5.= / voor niet-leden ƒ 10.= Index op Buxbaumia 1-23,ƒ5.= Index op Buxbaumiella 1-25,ƒ 10.= Lindbergia (6 x per jaar), abonnement alleen voor leden per jaar ƒ 62,50 studentenabonnement ƒ 35.= Rode. Lijst van mossen en korstmossen (Gorteria 1992),ƒ 3.= Alle prijzen zijn exclusief portokosten. Schriftelijk of telefonischte bestellen bij de penningmeester. Contributies en abonnementsgelden over te maken op gironummer t.n.v. Penningmeester Bryologische en Lichenologische Werkgroep, te Driebergen. Internet

3 1 en Bedreigde kwetsbare korstmossen in Nederland basisrapport met voorstel voor de Rode Lijst A. Aptroot C.M. van Herk H.F. van Dobben P.P.G. van den Boom A.M. Brand & L. Spier Buxbaumiella 46 oktober 1998 Uitgegeven door de Bryologische en Lichenologische Werkgroep van de Koninklijke Nederlandse Natuurhistorische Vereniging ISSN Oplage 500 exemplaren

4 2

5 3 Inhoud Voorwoord 7 1. Samenvatting 8 2. Summary 8 3. Inleiding Onderzoek Achteruitgang Rode Lijsten Methode Toedeling aan Rode Lijst categorieën Schatting van zeldzaamheid en achteruitgang Taxonomie en nomenclatuur Biotopen Voorstel voor de Rode Lijst van korstmossen Beschrijving van biotopen met voorbeeldsoorten Eikenstrubben en opgaandeeikenbossen (BS) Cetraria pinastri (Scop.) Gray EB Lecanactis abietina (Ach.) Körber GE Usnea filipendula Stirton VN Lobaria pulmonaria (L.) Hoffman -Longenmos- VN< Half-natuurlijke beukenbossen (BB) Graphis scripta i (L.) Ach. -Schriftmos- BE Pyrenula nitida (Weigel) Ach. BE Oude landgoederen en kasteelparken (BL) Arthonia impolita (Hoffm.) Borrer BE 41

6 4 6.4 Vochtige bossen (BV) Absconditella pauxilla Vezda & Vivant GE Duinbossen (BD) Acrocordia gemmata (Ach.) Massal. EB Boomstompen, rottend en verweerd hout (LH) Cladoniacenoteaj (Ach.) Schaerer GE Lecanora varia (Hoffm.) Ach. BE Vrijstaande bomen met zure schors (VZ) Calicium glaucellum Ach. EB Vrijstaande bomen met neutrale, mineraalrijke schors (VM) Anaptychia ciliaris (L.) Körber EB Catillaria nigroclavata (Nyl.) Schuier EB :3 Parmelia flaventiorstirton GE Parmelia quercina (Willd.) Vainio EB Physcia clementei (Sm.) Maas Geest. 52 EB 6.9 Knotbomen (VK) Chaenotheca brachypoda (Ach.) Tibell KW Oude dorpsbomen bij de kust (VD) Normandina acroglypta (Norman) Aptroot EB Normandina pulchella (Borrer) Nyl. EB Oude muren van kastelen, vestingwerken, kerken en begraafplaatsen (EO) Diploschistes scruposus (Scbreber) Norman GE Opegrapha mougeotiimassal. KW Grafstenen (EG) Aspicilia moenium (Vain.) Thor & Timdal GE Rivierdijken, kribben en strekdammen (ER) Caloplaca atroflava (Turner) Mong. KW Rinodina oxydata (Massal.) Massal. KW Zeedijken en havendammen(ez) Arthonia phaeobaea (Norman) Norman KW Caloplaca marina (Wedd.) Zahlbr. KW Ramalina siliquosa i (Hudson) A.L. Sm. BE IJsselmeerdijken (El) Parmelia omphalodes(l.) Ach. GE Placopsis lambii Hertel & V. Wirth BE Hunebedden en zwerfstenen (EH) Parmelia disjuncta Erichsen VN ParmeliamougeotiiSchaerer ex Dietr. BE Stereocaulon dactylophyllum Flörke KW 67

7 Umbilicaria deusta (L.) Baumg. GE Kalkrotsen (EK) Psora decipiens (Hedw.) Hoffm. VN Squamarina cartilaginea (With.) P. James EB Steentjes of schelpen op paadjes (ES) Gyalidea psammoica ( Nyl.) Vezda GE Micarea confusa Coppins & v.d. Boom GE Heiden en lichte bossen (TH) Baeomyces roseus; Pers. -Roze Heikorst- EB Cetraria islandica3 (L.) Ach. -IJslands Mos- EB Zandverstuivingen (TZ) Cetraria nivalis (L.) Ach. VN Cladinarangiferina (L.) Nyl. -Echt Rendiermos- VN Stereocaulon saxatile Magn. EB Open duingebied (TD) Evernia divaricata (L.) Ach. EB Rinodina conradii Körber BE Toninia sedifolia (Scop.) Timdal BE Usnea articulata (L.) Hoffm. EB Boswalletjes en greppelkanten (TG) Trapeliopsis percrenata (Nyl.) G.Schneider GE Discussie Vergelijking met de voorlopige Rode Lijst (1992) Internationale betekenis van de Nederlandse korstmosflora Oorzaken van de achteruitgang Biotoopverlies Beheer Luchtkwaliteit Overige oorzaken Bescherming van korstmossen Beperking van luchtverontreiniging Specifieke maatregelen Conclusies Literatuur 92

8 6

9 7 Voorwoord In 1994 is het Ministerie van Landbouw, Visserij en Natuurbeheer gestart met het uitbrengen van een serie officiële Rode Lijsten. Hierbij wordt gestreefd naar een zo groot mogelijke vergelijkbaarheid tussen de Rode Lijsten onderling. Daartoe wordt gebruikt gemaakt van een stelsel van gestandaardiseerde criteria, die zijn gebaseerd op de criteria van de International Union for the Conservation of Nature and natural resources (de IUCN). De 'officiële' Rode Lijsten zullen gaandeweg de reeds bestaande, 'officieuze' Rode Lijsten vervangen. Per Rode Lijst verschijnen er drie publicaties: een basisrapport, samengesteld door deskundigen op het gebied van de betreffende soortengroep, waarin een voorstel is opgenomen voor de Rode Lijst, een uiteenzetting over de gebruikte criteria en de basisgegevens; een formele Rode Lijst, in de vorm van een publicatie van deze lijst in de Staatscourant, met een korte toelichting; een door het Ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij uitgegeven brochure met een samenvatting van het basisrapport, bedoeld voor gebruik door een breed publiek (het 'rode boekje'). Momenteel zijn rode boekjes verschenen voor vogels, zoogdieren, dagvlinders, libellen, reptielen en amfibieën, en paddestoelen. Het voorliggende rapport is het basisrapport voor de korstmossen. Op grond van dit basisrapport wordt het rode boekje voor de korstmossen samengesteld. Het basisrapport is samengesteld door leden van de Bryologische en Lichenologische Werkgroep (BLWG) van de KNNV, in opdracht van het Ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij. De samenstellers werden bijgestaan door een begeleidingscommissie bestaande uit G. van Ommering van de Directie Natuur en P. Aukes van het Informatie- en Kenniscentrum Natuur van genoemd ministerie. De huidige lijst dient ter herziening van het deel korstmossen in de 'Rode lijst van in Nederland verdwenen en bedreigde mossen en korstmossen' van Siebel et al. (1992).

10 8 1. Samenvatting Een voorstel voor de Rode Lijst van de Nederlandse korstmossen werd opgesteld op grond van de internationaal geaccepteerde IUCN-criteria. Volgens deze criteria worden soorten op grond van een combinatie van zeldzaamheid en achteruitgang ingedeeld in zes categorieën: thans niet bedreigd, gevoelig, kwetsbaar, bedreigd, ernstig bedreigd, verdwenen. De laatste vijf van deze categorieën vormen samen de Rode Lijst. In Nederland komen 695 soorten korstmossen voor. Hiervan staan er 326 (47% van alle soorten) op de concept Rode Lijst. De verdeling van de soorten over de Rode Lijst categorieën is als volgt: Gevoelig: 84 (12%); Kwetsbaar: 66 (9%); Bedreigd: 52 (7%); Ernstig bedreigd: 41 (6%); Verdwenen: 83 (12%). De 33 (5%) soorten die al voor 1900 waren verdwenenzijn buiten de Rode Lijst gehouden. Het huidige voorstel voor de Rode Lijst vervangt het deel korstmossen in de eerder uitgebrachte Rode Lijst van in Nederland verdwenen en bedreigde mossen en korstmossen. Uit een globale vergelijking met de situatie in de ons omringende landen blijkt dat de Nederlandse korstmosflora ook internationaal van niet geringe betekenis is. Er wordt een overzicht gegeven van 22 voor korstmossen belangrijke biotopen in ons land, met bedreigingen en mogelijke beschermingsmaatregelen. Bij wijze van voorbeeld wordt de situatie van 48 representatieve soorten in detail behandeld. 2. Summary A proposal for the Dutch Red List of threatened lichen species was prepared on the basis of the internationally accepted IUCN criteria. According to these criteria species are assigned to six categories on the basis of a combination of rareness and decline. These categories are: presently not threatened, susceptible, vulnerable, endangered, critical, extinct. Species in the last five of these categories are in the Red List. In The Netherlands 695 lichen species have been found. Of these, 326 species (47% of the Dutch lichen flora) are on the Red List. The numbers of species in the various categories are: Susceptible: 84 (12%); Vulnerable: 66 (9%); Endangered: 52 (7%); Critical: 41 (6%); Extinct: 83 (12%). Thirty-three (5%) species extinct before 1900 are excluded from the Red List. Threats and conservation measures are treated for 22 habitats that are important for lichens. Fourty-eight representative species are treated in detail. A rough comparison with the situation in adjacent countries shows the internationalimportance of the Dutch lichen flora.

11 9 3. Inleiding 3.1 Onderzoek Het onderzoek naar de floristiek van Nederlandse korstmossen (lichenen) kwam in de vorige eeuw al vroeg op gang (Harmsen, 1998). Dit resulteerde reeds in de vorige eeuw in een geannoteerde standaardlijst (Abeleven, 1898), grotendeels gedocumenteerd door herbariummateriaal in het Rijksherbarium te Leiden. Ook in het begin van deze eeuw waren nog enkele floristen actief, onder andere J.H. Wakker (Van Dobben, 1983, 1996), maar in de periode waren er nauwelijks actieve lichenologen in Nederland. De studie van korstmossen leefde halverwege deze eeuw weer op, toen duidelijk werd dat lichenen gevoelig zijn voor zwaveldioxide. Het werk van Barkman (1958) is voor Nederland baanbrekend geweest. In de zeventiger jaren is het hele land systematisch onderzocht op epifytische (schorsbewonende) korstmossen, met de bedoeling tot een kartering van luchtverontreiniging te komen (het WHEN-project, De Wit, 1976). Nadat de toepasbaarheid van korstmossen voor de biomonitoring van luchtverontreiniging (met name zwaveldioxide en ammoniak) wijdere bekendheid kreeg, werden er steeds meer regionale karteringen en inventarisaties uitgevoerd. Dit onderzoek werd uitgevoerd in opdracht van onder andere RIVM, provincies, gemeenten, terreinbeheerders en zelfs bedrijven en actiegroepen. Grote datasets zijn aanwezig bij provincies, het IBN-DLO en particulieren. Het meeste recente herbariummateriaal bevindt zich in particuliere herbaria. Al deze informatie over korstmossen heeft geleid tot de publicatie van een eenvoudige determinatietabel(van Dobben, 1978), een standaardlijst (Brand et al., 1988), een voorlopige Rode Lijst (Siebel et al., 1992), informatie over de zeldzaamste soorten (Aptroot & Brand, 1993) en een veldgids (Aptroot & Van Herk, 1994). Momenteel vindt onderzoek vooral plaats door adviesbureaus, in opdracht van onder andere provincies, Staatsbosbeheer en Natuurmonumenten. Daarnaast wordt door leden van de Bryologische en Lichenologische Werkgroep (BLWG) van de KNNV tijdens weekenden, excursies of op individuele basis veel geïnventariseerd. De BLWG is thans -na het stopzetten van de lichenologische activiteiten aan de universiteiten- het bindende element voor de lichenologen in Nederland. 3.2 Achteruitgang De Nederlandse korstmosflora is in de loop van deze eeuw aan een dramatische achteruitgang onderhevig geweest, vooral door de toenemende luchtverontreiniging. In de tachtiger jaren werd echter een zekere kentering bespeurd: in sommige gebieden kwam de achteruitgang tot staan, en voor sommige epifytische soorten werd zelfs een toename waargenomen. Bij nadere analyse bleken dat vooral nitrofytische (stikstofminnende) soorten te zijn. Deze reageerden positief op de dalende concentratie van zwaveldioxide, in combinatie met de toenemende uitstoot van ammoniak door de bioindustrie. Korstmossen bleken bruikbare indicatoren voor luchtverontreiniging met ammoniak, en momenteel worden veel karteringen uitgevoerd, vooral op provinciaal niveau, om de effecten van ammoniak in beeld te brengen (onder andere Van Herk, 1993a,b, 1995a). Bij de epilitische (steenbewonende) korstmossen is er een lichte toename van algemene soorten, voornamelijk door een toename van de oppervlakte en diversiteit

12 10 aan steen. Soorten die aan hunebedden gebonden zijn, staan echter zwaar onder druk (Aptroot et al., 1995). Ook gaan er bij restauratiewerkzaamheden en recent bijvoorbeeld bij de dijkverzwaringen weer veel groeiplaatsen verloren. Bij de terrestrische (bodembewonende)korstmossen, vooral de soorten van heiden, duinen en stuifzanden, is de achteruitgang kleiner dan bij de epifyten en epilieten, althans in verspreiding op uurhokbasis. Hier staat tegenover dat bij deze groep de achteruitgang ook nu nog onverminderd doorgaat. Ook zijn bij deze groep de exemplaren van tegenwoordig meer gedrongen dan vroeger, terwijl ook de abundantie veelal is afgenomen. 3.3 Rode Lijsten Bij overheden en terreinbeherendeinstanties bestaat behoefte aan een systematisch overzicht van de mate waarin de verschillende soorten worden bedreigd. Hiertoe zijn door de International Union for Conservation of Nature (IUCN) criteria opgesteld. Met behulp van deze criteria kunnen soorten worden ingedeeld in verschillende categorieën van bedreiging, afhankelijk van hun zeldzaamheid en mate van achteruitgang. De lucn-criteria zijn voor Nederland verder gestandaardiseerd en geformaliseerd door het Ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij, om zo de vergelijkbaarheid tussen de Rode Lijsten voor de verschillende groepen te vergroten (Lina & Van Ommering, 1994). De definitieve Rode Lijst wordt door de Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij vastgesteld en in de Staatscourant gepubliceerd. Het huidige rapport bevat een voorstel voor deze lijst. Het dient ter herziening van het deel korstmossen in de ' Rode lijst van in Nederland verdwenen en bedreigde mossen en korstmossen' (Siebel et al., 1992), die overigens volgens een andere methode werd opgesteld. 4. Methode 4.1 Toedeling aan Rode Lijst categorieën Voor opname in de Rode Lijst komen inheemse en ingeburgerde soorten in aanmerking, die zich sinds 1900 hebben gehandhaafdof die zich na 1900 (opnieuw) hebben gevestigd. Dit geldt voor alle korstmossen die na 1900 in Nederland zijn aangetroffen, behalve wanneer zij met het substraat zijn aangevoerd. Dit laatste is bijvoorbeeld het geval met soorten die worden aangevoerd met stenen of hout uit de Scandinavische landen. Soorten waarvan alleen vondsten bekend zijn uit de periode voor 1900 zijn niet in de Rode Lijst opgenomen. Ook zijn soorten met een dubieuze taxonomische status buiten beschouwing gelaten. Soorten die na 1990 niet meer in Nederland zijn aangetroffen, worden als verdwenen beschouwd. De gevolgde methode ter bepaling van de Rode Lijst-categorieën is een gedetailleerde uitwerking van de internationaal gehanteerde lucn-categorieën. De toedeling aan de categorieën is gebaseerd op twee criteria: zeldzaamheid en achteruitgang. De criteria voor zeldzaamheid worden gegeven in Tabel 1, die voor achteruitgang in Tabel 2. De toedeling aan Rode Lijst-categorieën op grond van deze criteria wordt gegeven in Tabel 3. Figuur 1 is een schematische weergave van deze tabel.

13 - 11 Tabel 1: criteria voor zeldzaamheid. code omschrijving geen gegevens (no data) 0 afwezig ( absent) a 210 of meer uurhokken (210 or more 5x5 km2 squares) Z uurhokken ( squares) zz uurhokken ( squares) zzz minder dan 17 uurhokken (less than 17 squares) Tabel 2: criteria voor achteruitgang. code omschrijving 0/+ minder dan 25% achteruitgang, of vooruitgang (less than 25% decrease, or increase) t 25-50% achteruitgang (25-50% decrease) tt 50-75% achteruitgang (50-75% decrease) ttt 75% of meer achteruitgang (75% or more decrease) Tabel 3: toedeling aan Rode Lijst categorieën op grond van zeldzaamheid en achteruitgang. code categorie omschrijving GE Gevoelig (susceptible) komt voor in minder dan 17 uurhokken en is minder dan 25% achteruitgegaan; of komt voor in 210 of meer uurhokken en 50% achteruitgegaan) is minstens KW Kwetsbaar (vulnerable) komt voor in minder dan 210 uurhokken en is 25-50% achteruitgegaan, ofwel komt voor in uurhokken en is minstens 50% achteruitgegaan BE Bedreigd (endangered) komt voor in minder dan 84 uurhokken en is 50-75% achteruitgegaan, ofwel komt voor in uurhokken en is minstens 75% achteruitgegaan EB Ernstig bedreigd (critical) komt voor in minder dan 17 uurhokken en is minstens 75% achteruitgegaan VN Verdwenen (extinct in The is na 1990 niet meer in Nederland gevonden Netherlands) ')Er zijn echter geen korstmossen die aan deze laatste criteria voldoen.

14 12 Figuur 1: schematische weergave van de toedeling in Rode Lijst categorieën. In de hokken staat de codering (als lettercombinatie en als getal) voor de Rode Lijst categorie bij elke combinatie van zeldzaamheid en achteruitgang. De codering als getal is in deze Rode Lijst niet gebruikt, maar wordt elders wel vaak toegepast. De categorieën GE in de rechterkolom zijn tussen haakjes geplaatst omdat deze bij korstmossen niet voorkomen. De zeldzaamheid is geschat in vier perioden: , , , en De opeenvolgendeperioden worden steeds korter omdat in de loop van de tijd de onderzoekintensiteit sterk is toegenomen. De eerste periode is weliswaar de langste, maar over deze periode zijn de minste beschikbaar. Er is gegevens van uitgegaan dat de periode lang genoeg is om met voldoende zekerheid te kunnen constateren of een soort uit Nederland is verdwenen. De 1900 grenzen en 1950 zijn overigens voor alle Rode Lijsten identiek. Soorten die al in 1900 verdwenen waren, worden opgesomd in een aparte tabel. Deze soorten maken geen deel uit van de Rode Lijst. Ook de soorten die wel zijn onderzocht maar die niet aan de Rode Lijstcriteria bleken te voldoen, zijn opgenomen in een aparte tabel. Zeer algemene soorten waarvan al bij voorbaat duidelijk was dat deze niet aan de Rode Lijstcriteria zouden voldoen, zijn niet voor. Deze soorten staan onderzocht en komen dus in geen van de tabellen overigens wel in de Standaardlijst (Brand et al., 1988). Meer details over de veranderingen in het voorkomen algemene epifytische soorten worden gegeven in Aptroot et al. (1997). De zeldzaamheid is uitgedrukt in vier klassen (Tabel 1). Deze klassen hebben betrekking op het zogenaamde uurhokfrequentie, dat wil het aantal hokken zeggen van 5x5 km2 waarin een soort voorkomt. Het percentage achteruitgang (Tabel 2) is gebaseerd op een schatting van het aantal uurhokken waarin een soort in de laatste periode ( ) voorkomt, als percentage van het aantal uurhokken waarin die

15 13 soort voorkwam in de periode van zijn maximale verbreiding (na 1900). Men dient zich te realiseren dat deze methode onder andere de volgende consequenties heeft: een soort die overvloedig voorkomt in slechts enkele hokken, komt in de zeldzaamste categorie; een soort die vroeger overvloedig voorkwam in een groot aantal hokken en nu schaars voorkomt in een (bijna) even groot aantal hokken, komt in de categorie 'geenachteruitgang'; een soort die steeds in slechts weinig, maar in de loop van de tijd in steeds andere hokken voorkomt, komt in de categorie 'geen achteruitgang'. Of in andere woorden: de maximale verbreiding is niet het over de tijd gesommeerde areaal van een soort, maar de maximale verbreiding op enig moment. Door deze methode zal ook voor efemere soorten die zich snel op steeds wisselende plaatsen vestigen de achteruitgang niet worden overschat; een soort die vroeger algemeen was, vervolgens achteruitging tot hij bijna of helemaal was verdwenen, nu weer vooruitgaat maar nog altijd zeldzamer is dan op het moment van zijn maximale verbreiding, komt in één van de categorieën 'achteruitgang'. Dit is bijvoorbeeld het geval met Parmeliaperlata (Figuur 2); een soort die op één of slechts enkele plaatsen voorkomt en daar hetzij lang ' standhoudt, hetzij recent ontdekt is, komt in de 'lichtste' Rode Lijst categorie (namelijk 'gevoelig'), omdat er geen sprake is van achteruitgang. Gevoelsmatig zou men zo'n soort echter liever in een sterk bedreigde categorie plaatsen, want veranderde omstandigheden op één of enkele groeiplaatsen kunnen al tot het verdwijnen uit Nederland leiden. 4.2 Schatting van zeldzaamheid en achteruitgang Anders dan voor groepen als zoogdieren, hogere planten en paddestoelen, kent Nederland centrale geen registratie van korstmosvondsten. In enkele buurlanden is er wel zo'n gegevensbank, onder andere in Engeland (Seaward & Hitch, 1982) en in sommige Duitse deelstaten (onder andere Baden-Württemberg, Wirth, 1987). Hierdoor is een echt objectieve schatting van de achteruitgang van korstmossen in Nederland niet mogelijk. De in deze Rode Lijst gegeven schattingen van zowel de zeldzaamheid in de vier perioden, als van de achteruitgang, zijn het resultaat van deskundigenoordeel. Dit oordeel is gebaseerd op een zo goed mogelijke evaluatie van kwalitatieve of semi-kwantitatieve gegevens uit een groot aantal bronnen. Voor de schatting van de zeldzaamheid en mate van achteruitgang zijn de volgende gegevensbronnengebruikt: Herbariummateriaal. Onze kennis van de Nederlandse korstmosflora van voor 1920 berust bijna helemaal op herbariummateriaal.vooral het Rijksherbarium bevat een schat aan gegevens. Over dit materiaal bestaan een aantal publicaties, onder andere van Abeleven (1898), Maas Geesteranus (1947, 1952) en Van Dobben (1983). Korstmossen worden meestal verzameld met een stukje substraat (bijvoorbeeld schors of steen), waarop zich vaak meerdere soorten bevinden. Het bestuderen van zulke 'begeleidende soorten' leverde nog extra informatie op. Overigens is er vooral uit de periode vóór 1900 veel materiaal. Herbariummateriaal uit de periode toont echter aan dat de korstmosflora in die tijd waarschijnlijk nog net zo rijk was als daarvoor. De schatting van de maximale verbreiding in de eerste periode is daarom voor sommige soorten gelijk gesteld aan die vóór Soorten waarvan niet met zekerheid vondsten van na 1900 bekend zijn staan echter niet op deze lijst.

16 14 Publicaties. Behalve de reeds genoemde werken is vooral van belang de dissertatie van Barkman (1958), die veel informatie geeft over de periode na 1950, onder andere met verspreidingskaarten. Verder is er in het verleden incidenteel gepubliceerd over toen zeer rijke gebieden, bijvoorbeeld door Reijnders & Reijnders (1960) over het Speulderbos. Gegevensbestanden van epifytische korstmossen, opgebouwd ten behoeve van onderzoek aan luchtverontreiniging. Er zijn in Nederland drie grote projecten geweest waarin korstmossen gebruikt zijn als indicator voor luchtverontreiniging. Deze zijn: het 'WHEN'-project (De Wit 1976), uitgevoerd in de jaren ; het vervolg hierop door Van Dobben (1993), uitgevoerd in de jaren ; en het werk van Van Herk (1990, 1991a,b, l993a,b, 1996a,b, 1997a,b,c), uitgevoerd vanaf Al deze projecten concentreerden zich op epifyten op wegbomen. Het eerste was een landsdekkende inventarisatie, het tweede en derde beslaan slechts delen van Nederland, deels met herhaalde waarnemingen. Hierdoor bestaat er voor de periode na 1970 een zeer goed beeld van de veranderingen in" de epifytenflora op wegbomen. Excursieverslagen van de BLWG. Sinds 1976 houdt de BLWG zich met korstmossen bezig, en sinds die tijd zijn er in het tijdschrift van de werkgroep, 'Buxbaumiella', met grote regelmaat excursieverslagen verschenen. Deze geven een goed beeld van het recente voorkomen van korstmossen, ook van de terrestrische en epilitische soorten. Gegevens uit permanente kwadraten (pq's). Naast de epifyten-pq's van Van Dobben en Van Herk zijn er in het terrestrisch milieu lange tijd pq's gevolgd door onder andere Daniëls (zie bijvoorbeeld Daniëls & Krüger, 1997) en Ketner-Oostra (zie bijvoorbeeld Ketner-Oostra, 1993a). Eigen waarnemingen, hetzij van èen van de auteurs, hetzij van andere betrouwbaar geachte waarnemers. Overigens zijn soorten die wel in Nederland voorkomen, maar waarvan het voorkomen (nog) niet gepubliceerd is, buiten deze lijst gehouden. In het algemeen kan gesteld worden dat het huidige voorkomen van de meeste soorten goed bekend is, maar dat het schatten van het voorkomen in het verleden en van de achteruitgang moeilijk is. In de eenvoudigste gevallen is een soort overvloedig aanwezig in oud herbariummateriaal en nu tot slechts enkele vindplaatsen beperkt. Soms kan de achteruitgang van een soort gereconstrueerd worden aan de hand van de bekende achteruitgang van zijn biotoop. Dit is bijvoorbeeld het geval bij de zoutminnende soorten die vroeger waarschijnlijk langs de hele Zuiderzeekust voorkwamen en daar nu (na de verzoeting van het IJsselmeer) tot enkele relictstandplaatsen beperkt zijn. Bij de uitgebreid behandelde voorbeeldsoorten wordt gedetailleerde informatie gegeven over de wijze waarop de schatting van de trend tot stand is gekomen. Schattingen van uurhokfrequenties van de zeldzaamste korstmossen in het verleden worden ook gegeven in Aptroot & Brand (1993). Overigens is thans voor een andere indeling in perioden gekozen om aan te sluiten bij de andere Rode Lijsten.

17 15 Voorkomen Parmelia perlata Figuur 2: geschatte UFK van Parmelia perlata in de periode Taxonomieen nomenclatuur De taxonomische opvattingen zijn voor korstmossen veel minder uitgekristalliseerd dan voor de meeste andere Onderzoek groepen. in binnen- en buitenland leidt voortdurend tot nieuwe inzichten. Deze situatie is nog het beste vergelijkbaar met die bij de paddestoelen. De huidige Rode Lijst bevat alleen soorten die al eerder voor Nederland werden opgegeven. Soorten die recent voor het eerst gevonden zijn maar nog niet gepubliceerd, komen dus nog niet op deze Rode Lijst. Sommige namen worden wel voor het eerst vermeld, maar de naamswijzigingen waren dan al elders gepubliceerd. De nomenclatuur in deze Rode Lijst is in overeenstemming met de Standaardlijst van de Nederlandse korstmossen (Brand et al., 1988) en de aanvullingen daarop (Aptroot et al., 1991; Van den Boom et al., 1994). In de samenvattende tabellen zijn subspecifieke taxa (ondersoort en variëteit) apart meegeteld, zodat men in de Rode Lijst de term 'soort' moet opvatten als 'taxon'. 4.4 Biotopen De oorzaak van'achteruitgang van een soort hangt nauw samen met de groeiplaats (het biotoop) van die soort. Daarom zijn ook eventuele maatregelen om de achteruitgang een halt toe te roepen per biotoop verschillend. Om deze reden is globale informatie omtrent biotopen in deze Rode Lijst opgenomen. Korstmossen komen voor op drie typen ondergrond ( substraat ): op schors of hout (epifytisch ), op steen (epilitisch ) en op de grond ( terrestrisch ). Per substraat is een indeling gemaakt in een aantal biotopen (in totaal 22 biotopen). Tabel 4 geeft een overzicht van deze biotopen. Overigens kan de 'ecologische amplitude' sterk soort per verschillen. Sommige soorten zijn vrijwel beperkt tot het aangegeven biotoop, ten/vijl anderen in een reeks verschillende biotopen voorkomen. In dat geval is het biotoop aangegeven waarin deze soort het meest voorkomt.

18 16 Tabel 4: indeling van de biotopen. code omschrijving Epifyten van bomen in bos (epiphytes of forest trees): BS Eikenstrubben en opgaande eikenbossen (oak forests) BB Half-natuurlijke beukenbossen (semi-naturalbeech forests) BL Oude landgoederenen kasteelparken (old parks) BV Vochtige bossen (moist forests) BD Duinbossen ( dune forests) Epifyten van dood hout (epiphytes on decaying wood): LH Boomstompen, rottend en verweerd hout (decaying wood) Epifyten van vrijstaande bomen (epiphytes of free-standing trees): VZ Bomen met zure schors (trees with acid bark) VM Bomen met neutrale, mineraalrijke schors (trees with neutral bark) VK Knotbomen (pollard trees) VD Oude dorpsbomen bij de kust (old village trees near the coast) Epilieten (epilithic species): EO Oude muren van kastelen, vestingwerken, kerken, begraafplaatsen, e.d. (old walls of churches, castles etc.) EG Grafstenen (gravestones) ER EZ Rivierdijken, kribben en strekdammen (dikes along rivers) Zeedijken en havendammen (seadikes) El IJsselmeerdijken (dikes around the IJsselmeer) EH Hunebedden en zwerfstenen (erratic boulders) EK Kalkrotsen (limestone outcrops) ES Steentjes of schelpen op paadjes (pebbles and shells) Terrestrische soorten (terrestrial species): TH Heiden en lichte bossen (heathland and open forests) TZ Zandverstuivingen (inlanddunes) TD Open duingebied(open dune areas) TG Boswalletjes en greppelkanten (ditches in woods)

19 17 5. Voorstel voor de Rode Lijst van korstmossen De eigenlijke Rode Lijst wordt in Tabel 5. gegeven Soorten die al vóór 1900 waren verdwenen, komen in deze lijst niet voor. Echter, de achteruitgang van de licheenflora is waarschijnlijk al begonnen ten tijde van de industriële revolutie, toen voor het eerst de lucht op grote schaal werd verontreinigd. Van een aantal soorten is daarom alleen uit de vorige eeuw materiaal bekend uit Nederland. Deze worden opgesomd in Tabel 6. Omdat onze gegevens over de flora uit die tijd onvolledig zijn, is het zeer waarschijnlijk dat nog vele tientallen extra soorten verdwenen zijn, die echter nooit met zekerheid in Nederland zijn gevonden. Voor de Rode Lijst is van alle soorten behalve de zeer algemene nagegaan of zij aan de Rode Lijstcriteria voldoen. De soorten die wel onderzocht zijn maar die niet aan de Rode Lijstcriteria voldoen, komen in de categorie Thans Niet Bedreigd (TNB). Deze soorten, die dus niet tot de Rode Lijst behoren, worden opgesomd in Tabel 7. Ook de soorten die niet zijn onderzocht, vallen uiteraard alle in de categorie TNB. Tabel 5: de Rode Lijst korstmossen. Verklaring van de kolommen: num nummer volgens de Standaardlijst (Brand et al., 1988) en de aanvullingen daarop (Aptroot et al., 1991; Van den Boom et al., 1994) (species numberaccording Boometal., 1994) to Brand et al., 1988;Aptroot et al., 1991; Van den code gecodeerde naam volgens de Standaardlijst + aanvullingen (species code) naam volledige naam + auteursnamen (species name) P1 zeldzaamheid tussen 1900 en 1950,volgens Tabel 1; (,rareness between 1900 and 1950, according to Table 1) P2 zeldzaamheid tussen 1951 en 1980, volgens Tabel 1; (rareness between 1951 and 1980, according to Table 1) P3 zeldzaamheid tussen 1981 en 1990, volgens Tabel 1; (rareness between 1981 and 1990, according to Table 1) p4 zeldzaamheid tussen 1991 en 1997, volgens Tabel 1; (rareness between 1991 and 1997, according to Table 1) tr trend (mate van voor- of achteruitgang), volgens Tabel 2; (trend, according to Table 2) cat Rode Lijst categorie, volgens Tabel 3 en Figuur 1; (Red List category, according to Table 3 and Figure 1) biot biotoop categorie, volgens Tabel 4. (habitat category, according to Table 4) De zeldzaamheidscategorie in de periode waarin een soort het algemeenst was, en die dus gebruikt is bij de bepaling van de mate van achteruitgang, is onderstreept weergegeven ( underlined: period in which species was most common).

20 18 num code naam p1 P1 p2 p3 P3 p4 tr cat biot 4863 ABSCOPAU Absconditella pauxilla Vezda & Vivant Vivanl - zzz zzz zzz 0/+ GE BV 4011 ANAPTRUN Anaptychia runcinata (With.) Laundon zz zzz zzz zzz tt I BE EZ zz zz t KW VK z zzz zzz zzz ttt EB BB 4682 ARTHOVIN Arthonia vinosa Leighton z 0' ttt VN BS 0 zzz zzz 4689 ARTHPSAL Arthopyrenia salicis Massal. z - zzz 0 ttt VN VZ 4038 ASPICCIN Aspicilia cinerea (L.) Körber zzz - 0 ttt VN El 4044 ASPICGR1 ASPICGRI Aspicilia griseaarnold zzz zzz zzz zzz tt BE EH 4043 ASPICLEP Aspicilia Aspiciiia leprosescens (Sandsl.) (Sandst.) Havaas zz zz zz zz tt BE EZ 4921 ASPICMOE Aspicilia moenium(vain.) Thor & Timdal 0 zzz zzz zzz 0/+ GE EG 4045 ASPICSUB Aspicilia subcircinata (Nyl.) Coppins zzz zzz zzz zzz ttt EB EK 4048 BACIDARC Bacidia arceutina (Ach.) Arnold zz zz zz ttt BE VD a zz 4695 BACIDCIR Bacidia circumspecta (Norrlin & Nyl.) Malme zzz 0 0 ttt VN VM 4056 BACIDFRI Bacidia friesiana (Hepp.) Körber z zzz 0 0 ttt VN VM 4058 BACIDINC Bacidia incompta (Borrer Hooker) Anzi ex zz zzz zzz zzz tt BE VD 4052 BACIDLAU 8ac/d/a Bacidia laurocerasi (Delise ex Duby) Zahlbr. 0 0 ttt VN VM zzz zzz

21 - 19 ttt BE VD a zz zz zz BACIDRUB. Bacidia rubella (Hoffm.) (Hoflm.) Massal BAEOMPLA Baeomyces placophyllus Ach. zzz zzz 0 0 ttt VN TH 4699 BAGLIBAL Bagliettoa baldensis (Massal.) Vezda - t KW ER zz zz zz Bagliettoa steineri(kusan) Vezda zz zz zz t KW ER 4700 BAGLISTE 4702 BRYOPGLO Bryophagus gloeocapsa Nitschke ex Arnold zzz zzz zzz zzz 0/+ GE TH 4074 BRYORCAP Bryoria capillaris(ach.) Brodo & D.Hawksw. zzz zzz zzz 0 ttt VN BV 4075 BRYORFUS Bryoria luscescens fuscescens (Gyelnik) Brodo & D.Hawksw. z zz zzz zzz ttt EB BD 4704 BRYORSUB Bryoria subcana (Nyl. ex Stizenb.) Brodo & ttt EB BD z zz zzz zzz D.Hawksw CALICABI CAUCABI Caliciumabietinumabietinum Pers. zzz zzz 0 0 ttt VN LH 4086 CALICGLA CAUCGLA Calicium Ach. glaucellum ttt EB VZ zz zzz zzz zzz 4087 CALICSAL Calicium salicinum Pers. a zz zzz ttt EB BL zzz 4088 CALICVIR Calicium viridepers. t KW BL a zz z z t KW ER zz zz zz 4868 CALOPPER Caloplaca - ceracealaundon tt BE El zzz zzz zzz 4707 CALOPCRE Caloplaca crenularia (With.) Laundon z zz zz zz t KW ER 4098 CALOPHAE Caloplaca haematites (Chaub. ex St-Amans) Zwackh a ttt VN VM 4924 CALOPHER Caloplaca herbidella (Hue) Magnusson zzz zzz zzz 0 0/+ GE VM 4102 CALOPLUT Caloplaca luteoalba (Turner) Th.Fr. a zz zz zz ttt BE VD 4103 CALOPMAR Caloplaca marina (Wedd.) Zahlbr. zz zz zz t KW EZ 4710 CALOPMIC Caloplaca microthallina (Wedd.) Zahlbr. t KW EZ zz zz zz zz 4894 CALOPSUB Caloplaca subpallida Magnusson t KW ER - zz zz zz zz zz zz Caloplaca thallincola (Wedd.) Du Rietz 4111 CALOPTHA ; t KW EZ zz zz zz zz 4711 CALOPULC Caloplaca ulcerosa Coppins & P.James ttt BE VM zz zz zz zz z zzz 4112 CALOPVAR Caloplaca variabilis(pers.) Müll.Arg. 0/+ GE EO zzz zzz zzz zzz

22 - - " CETRANIV Cetraria nivalis (L.) Ach. zzz 0 0 ttt VN TZ 4136 CETRASEP Cetraria Ach. 0 0 ttt VN TH zzz sepincola (Ehrh.) 4214 CHAETBRA Chaenotheca brachypoda (Ach.) Tibell zz zzz zz zz t. KW VK zz zzz zzz zzz 0/+ GE BL 4213 CHAETFUR Chaenotheca furfuracea Tibell (L.) z zz zz zz t KW BS 4831 CHROMMUS Chromatochlamys muscorum (Fr.) Mayrh. & Poelt /+ GE TD TD zzz zzz zzz 4145 CHRYTCAN candelaris (L.) Laundon tt BE BL a zz zz zz Chrysothrixcandelaris(l) 4148 CLADNARB Cladina arbuscula (Wallr.) Hale & Culb. a z z z tt KW TH 4185 CLADNRAN Cladina rangiferina (L.) Nyl. 0 ttt VN TZ zzz zzz zzz 4662 CLADOCAR Cladonia cariosa (Ach.) Sprengel zzz zzz zzz 01+ 0/+ GE TD 4187 CLADOC-P Cladonia cervicornis cervicomis ssp. pulvinata putvinata (Sandst.) Ahti z z z z t KW TZ 4162 CLADOC;T Cladonia crispata(ach.) var. var. cetrariiformis t KW TH z z z z (Delise) Vainio 4982 CLADOLUT Cladonia luteoalba Wheldon & A. Wilson 0/+ GE TD zzz zzz 4179 CLADOPAR Cladonia parasitica (Hoffm.) Hoffm. zzz zzz 0 0 ttt VN BS 4887 ClADOS;S CLADOS;S Cladonia squamosa var. squamosa (Scop.) Hoffm. ttt EB TH z zz zz zzz zzz zzz zzz 4191 CLADOS;B Cladonia squamosa var. subsquamosa (Nyl. ex ex ttt VN TG zzz zzz Leighton) Vainio 4196 CLADOSUL Cladonia sulphurina (Michaux) Fr. zz zzz zzz zzz ttt EB LH

23 CLADOSYM Cladonia symphycarpa (Ach.) Fr. 0/+ GE TD zzz zzz zzz zzz 4337 CLAUZMET Clauzadea metzleri (Körber) Clauz. & Roux ex 0/+ GE EK zzz zzz zzz D.Hawksw COLLEFRA Collema fragrans(sm.) Ach «ttt VN VU VM zzz zg t KW TD 4229 DIPLSSCR DIPLSSCP, Diploschistes Diploschisles scruposus (Schreber) Norman zzz zzz zzz 0/+ GE EO 4231 DIPLTALB Diplotomma alboatrum(hoffm.) ttt EB VD a zzz zzz zzz 4237 ENDOCPUS Endocarponpusillum pusillum Hedw. zzz zzz zzz tt BE EK Enterographa Entemgrapha crassa (DC.) Fee 4239 ENTERCRA t KW BD z zz zz zz 4241 EVERNDIV Evernia divaricata (L.) Ach. zzz 0 ttt EB TD zzz zzz 4987 FELLHSUB Fellhanera sublilis(vezda) zzz 0/+ GE BS zzz zzz zzz 4989 FELISMYR Fellhaneropsis myrtillicola (Erichs.) Sérus. & Coppins 0/+ GE BS zzz zzz zzz i - 0/+ GE BB zzz zzz zzz Coppins 4247 FUSCILIG Fuscidea lightfootii(sm.) lightloot»'(sm.) Coppins & P.James zz ttt VN BB zzz zzz zzz 0/+ GE EH Vezda 4254 GYALEDER Gyalecta derivata (Nyl.) H.OIivier H.Olivier z ttt, ttt. VN VK 4255 GYALEFLO Gyalecta ilotowii flotowiikorber Körber zzz 0 0 ttt VN BD 4992 GYALIH;P Gyalidea hyalinescens (Nyl.) Vezda var. var. pauciseplata pauciseptata zzz zzz 0/+ GE EO v.d. Boom 4870 GYALIPSA Gyalideapsammoica (Nyl.) Vezda 0 zzz zzz zzz 0/+ GE ES 4888 HAEMAO;0 Haematomma ochroleucum var. ochroleucum zzz zzz zzz zzz zzz 0/+ GE EO (Necker) Laundon 4271 HYMENPRE - Hymenelia prevostii prevoslii (Duby) Krempelh. tt BE EK zzz zzz zzz

24 - 22 P.James & G.Schneider. zzz 0/+ GE BS 4901 LECANATR Lecania atrynoides Knowles - zzz zzz zzz 0/+ GE EZ 4290 LECANCYT Lecania cyrtellina (Nyl.) Sandst. zzz zzz zzz 0/+ GE VM 4292 LECANFUS LECANFÜS Lecania fuscella (Schaerer)Körber zzz ttt VN VM 4302 LEGARCON LECARCON Lecanora confusa Almb. zzz zzz zzz 0 ttt VN VZ 4748 LECARHYB Lecanora hybocarpa (Tuck.) Brodo t BB KW - zz zz zz 4310 LECARINM Lecanora intumescens (Rebent.) Rabenh ttt VN BB zz 4993 LECARNEM Lecanora nemoralismakar. zzz zzz zzz 0/+ GE VM 4341 LECIDLAC Lecidea lactea Flörke ex Schaerer zzz zzz zzz t KW El zzz zzz zzz.zzz t KW EH 4353 LECILSUB Lecidella subincongrua(nyl.) Hertel& Leuckert zzz zzz zzz zzz zzz tt BE EZ 4752 LECILVIR Lecidella viridans vindans (Flotow) Körber - zzz zzz zzz 0/+ GE ER 4874 LEMPHCHl LEMPHCHL Lempholemmachalazanellum (Nyl.) Zahlbr. zzz zzz zzz 0/+ GE ES 4949 LEMPHMYR Lempholemmamyriococcum Lempholemmamynococcum (Ach.) Th.Fr. - zzz zzz 0/+ GE EO 4951 Lepraria neglecta(nyl.) neglecla(nyl.) Lettau LEPRANEG 0/+ GE EH zzz zzz zzz zzz

25 LEPTOPLI 'Leptogium Leptogiumpticatite plicatile (Ach.)Leighton zzz zzz 0/+ GE ER gz 4370 LEPTOTER Leptogium teretiusculum (Wallr.) Arnold zzz zzz 0/+ GE El 4372 LEPTRATO Leptoraphis atomaria (Schaerer) Szat. z zzz zzz 0 ttt VN VM zzz zzz 0/+ GE VM 4957 MACENABS Macentina absconditacoppins& Vezda zzz zzz 0/+ GE BV 4762 MICARBAU Micarea bauschiana (Körber) V.Wirth & Vezda zzz zzz zzz 0/+ GE EH 0/+ GE ES 4999 MICARCON Micarea confusa Coppins & v.d. Boom zzz zzz 0/+ GE TG zz zz 4959 MICAROSL Micarea osloensis (Th.Fr) Hedl MICARSYL Micarea sylvicola (Flotow) (Flolow) Vezda & V.Wirth zzz 0 0 ttt VN EH 4395 MYCOCSUB exstendel) Mycocalicium subtile (Pers. Szat. zzz ttt VN LH 4833 NORMAACR Normandina acroglypta (Norman)Aptroot zzz ttt EB VD z zzz zzz t KW VM zz z zz zz 4407 OCHROTUR Ochrolechia Ochrotechia rumen turneri (Sm.) Hasselrot 4773 OPEGRCON Opegrapha confluens (Ach.) Stizenb. zzz zzz zzz 0/+ GE EZ 4775 OPEGRMOU Opegrapha mougeotii Massal. g t KW EO 4417 OPEGRVAR Opegrapha variapers. vahapers. a z zz zz ttt BE BD 4418 OPEGRVER Opegrapha vermicellifera vermicellitera (Kunze) Laundon z zz z z t KW VK 4426 PARMEDIC Parmelia discordans Nyl. zzz ttt EB El gz zzz zzz zzz 4427 PARMEDIS Parmelia disjuncta Erichsen zzz 0 0 ttt VN EH zzz gz 4429 PARMEEXA Parmelia exasperata de Not. a zz zz zz ttt BE VM 4431 PARMEFLA Parmelia llaventiorstirton flaventiorsli don zzz zzz zzz zzz 0/+ GE VM zz g zz zz zz t KW EH 4436 PARMEMOU Parmelia mougeotiischaerer ex Dietr. zzz zzz zzz zzz tt BE EH 4437 PARMEOMP Parmelia omphalodes(l.) Ach. zzz zzz zzz 0/+ GE El

26 - 24 zzz zzz 0/+ GE El zzz zzz 0/+ GE EZ 0 0 ttt VN VM zzz 4962 PARMESUM Parmelia submontana Nadv. ex Hale 0/+ GE VM VM zzz zzz 4456 PELTINEC Peltigera neckeri Müll.Arg. z zz zz zz zz zz zz tt ft BE TD 4457 PELTIPRA Peltigera praetextata (Flörkeex Sommert.) 0 0 ttt VN BV z zzz 4458 PELTIRUF Peltigera rufescens (Weis) Humb. a zz ZZ ' I zz zz tt BE TD 4782 PERTUDEA Pertusaria dealbescenserichsen 0/+ GE EZ zzz zzz gz zzz 0 0 ttt VN El 0 BB 0 ttt VN 4469 PERTUMUL Pertusaria multipuncta (Turner) Nyl. zzz 0/+ GE EZ zzz ZZZ zzz zzz 0/+ GE ES 4485 PHYSCAIP Physcia aipolia ((Ehrh. ex Humb.) Furnrohr tt BE VM zz a zz zz 4489 PHYSCSEM Physcia semipinnata (Gmelin)Moberg a zzz 0 0 ttt VN VM 4501 PHYSNDIS Physconia distorta (With.) Laundon tt KW VM a z z z 4500 PHYSNPER Physconia perisidiosa pehsidiosa (Erichsen) Moberg a zz

27 El zzz zzz zzz tt BE 4503 PLACOLAM Placopsis lambii /amb» Hertel & V.Wirth 0/+ GE EK 4510 POLYBALB Polyblastia Polymastia albidaarnold 0 0 ttt VN EK 4793 POLYBCUP cupularismassal. Polyblastia zzz 4514 PORINBOR Porina borreri D.Hawksw. & P.James borrer/(trevisan) zzz 0O 0O ttt VN VM 4798 PORINLEP Porina leptalea(durieu Mont.) A.L.Sm. zzz zzz zzz tt BE BB zzz 4967 PORPIMUS Porpidia musiva (Körber) Hertel & Knoph zzz zzz zzz zzz tt BE EH 0 0 ttt VN El 4801 PROTBCAL Protoblastenia calva auct. zzz zzz 0/+ GE EK 4969 PSILOCLA Psilolechiaclavulilem clavulifera (Nyl.) Coppins zzz zzz 0/+ GE BV 4526 PYCNOPAP Pycnothelia papillaria (Ehrh.) Dufour a zzz zzz zzz ttt EB TH 7001 PYRECMON Pyrenocollema monense(wheldon)coppins zzz zzz 0/+ GE EO 4528 PYRENCHL Pyrenula chlorospila (Nyl.) Arnold ttt EB BD zzz zzz zzz zzz zzz zzz z ttt EB BD zzz zzz zzz RAMALBAL Ramalinabaltica Lettau 4542 RHIZCCON Rhizocarpon concentricum (Davies) Beltr. zzz zzz zzz 111 0/+ GE El 4543 RHIZCRIC constrictum Rhizocarpon conslriclum Malme zzz zzz zzz zzz ttt EB EZ 4545 RHIZCGEO Rhizocarpon geographicum(l.) (L) DC. zzz zzz zzz zzz t KW ER 0/+. GE ER zzz zzz zzz 4810 RHIZCLAV Rhizocarpon lavatum (Fr.) Hazslin 4546 RHIZCLEC lecanorinum Anders Rhizocarpon zzz zzz zzz tt BE EH 4548 RHIZCRIP Rhizocarpon riparium Rasanen zzz 0 zzz 0 ttt VN EH zzz 0/+ GE EK 7002 RINODCOF Rinodina confragosa conlragosa (Ach.) Koerber 0/+ GE EH zzz zzz zzz 4813 RINODEFF Rinodinaefflorescens efllorescens Malme zzz zzz zzz 0/+ GE BD 7003 RINODGRI Rinodina griseosoraliferacoppins griseosoralileracoppins zzz zzz 0/+ GE BV

28 zzz ROPALVIR Ropalospora viridis (Tönsb.) Tönsb. - zzz zzz 0/+ GE BB zzz 4564 SCOLICHL Scoliciosporum chlorococcum (Graewe ex ex zz ft KW VZ z zz zz Stenhammar) Vezda 4565 SCOLIPRU Scoliciosporumpruinosum pruinosum (P.Jame?) (P.James) Vezda - zzz 0 0 ttt VN BS 4823 STAURHYM Staurothele Slaurolhele hymenogonia(nyl.) Th.Fr. zzz ttt ttt VN EK 4879 STENOPUL Stenocybe pullatula (Ach.) B. Stein - zzz zzz 0/+ GE BD 4582 STERECON Stereocaulon condensatum Hoffm. Hotfm. Szz zz zz zz t KW TZ 4584 STEREEVO Stereocaulon evolutumgraewe Graewe zzz zzz zzz zzz zzz zzz 0/+ GE EH 4595 STRIGAFF Strigula affinis (Massal.) R.C.Harris 8.1. s.l. z zz zz zz t KW VD 4389 THELEMOD Thelenella modesta (Nyl.) Nyl ttt VN VM a 4916 THELIDIO Thelidium dionantense Zahlbr. 0/+ GE EK zzz zzz 4995 THELCCOC Thelocarpon coccosporum Lettau 01+ 0/+ GE EH zzz zzz 4604 THELCEPI Thelocarponepibolum epibolum Nyl. zzz zzz zzz 0/+ GE LH 4882 THELCINT Thelocarpon intermediellum Nyl. zzz zzz 01+ 0/+ GE LH zzz - 0 ttt VN ES 4841 TRAPLGLA Trapeliopsis percrenata (Nyl.) G.Schneider zzz zzz zzz zzz zzz 01+ 0/+ GE TG 4621 UMBILDEU Umbilicaria Umbilicaha deusta (L.) Baumg. zzz ZZZ zzz zzz zzz 01+ 0/+ GE EH 4630 USNEACOR Usnea cornuta Körber ttt a zzz zzz zzz zzz 0 VN BS 4974 USNEAESP Usnea esperantiana Clerc a zzz zzz zzz ttt EB BV

29 USNEARUB Usnea rubicunda Stirton ttt VN BS z 4632 USNEASUB Usnea subfloridana sublloridana Stirton a z z z t KW BS 4975 USNEAWIR Usnea wirthii Clerc Oerc z zzz zzz zzz ttt EB BV 4639 VERRUERI Verrucaria erichseniizsch. z z z t KW EZ halizoasensu 4641 "VERRUHAL Verrucaria Vemjcaria Hawksw. & al. KW EZ zz zz zz t 4644 VERRUINT Verrucaria internigrescens (Nyl.) Erichsen zzz zzz zzz zzz t KW EZ 4645 VERRUKER Verrucaria Vemjcariakernstockii kemstockii Zsch. zzz zzz zzz zzz 0/+ GE ER 4976 VERRULAT Verrucaria latericola lalericola Erichsen zzz zzz zzz t KW EZ 4646 VERRUMAU Verrucaria maura Wahlenb. zz zz zz zz t KW EZ 4647 VERRUMUC Verrucaria mucosa Wahlenb. zzz zzz zzz t KW EZ zzz zzz 4851 VERRUPAU Verrucaria paulula Zsch. - zzz 0/+ 07+ GE EZ zzz 4652 VERRUSAN Verrucaria sandstedei B. de Lesd. zz zz zz t KW EZ 4653 VERRUSTR Verrucaria striatula strialula Wahlenb. zzz zzz zzz 0/+ GE EZ zz zz zz t KW EG 4856 VEZDAAES Vezdaeaaestivalis (Ohl.) Tsch.-Woess. & Poelt zzz zzz zzz 0/+ GE TD

30 28 Tabel 6: soorten die rond 1900 al in Nederland uitgestorven waren. Verklaring van de kolommen als in Tabel 5. num code naam 4703 BRYOROST Bryoria osteola (Gyelnik) Brodo & D.Hawksw BUELLDIS Buellia disciformis (Fr.) Mudd 4708 CALOPFLR Caloplaca flavorubescens (Huds.) Laundon 4925 CATAPRUF Catapyreniumrufescens rulescens (Ach.) O.Breuss 4208 COLLEFUR Collema luduraceum furfuraceum (Arnold) Du Rietz 4733 DIPLSACT Diploschistes Diploschisles caesioplumbeus(nyl.) Vainio 4124 FELLHBOU Fellhanera bouteillei (Desm.) Vezda 4276 HYPOGFAR Hypogymnia larinacea farinacea Zopf 4377 LOBARSCR Lobaria scrobiculata (Scop.) DC MEGALGRO Megalaria grossa (Pers. ex Nyl.) Hafellner 4964 PHAEGSMi PHAEGSMI Phaeographis smithii (Leighton) B. de Lesd RINODSOP Rinodina sophodes(ach.) Massal STERETOM Stereocaulonlomenlosum tomentosum Fr TELOSCHR Teloschistes chrysophtalmus chrysophlalmus (L.) Th. Fr THROMEPI Thrombium epigaeum (Pers.) Wallr.

31 Tabel 7: soorten die onderzocht zijn, maar niet voldoen aan de Rode Lijstcriteria. Verklaring van de kolommen als in Tabel 5 (de zeer algemene soorten, die niet zijn onderzocht, vallen ook in de categorie TNB). p1 P1 p2 P2 p3 p4 tr cal cat biol blot num naam code 4671 ACAROHEP Acarospora heppii (Naeg.)Naeg. zz zz zz 0 TNB ES 4006 ACAROVER Acarospora veronensis Massal. zz zz zz zz 0 TNB ER 0 TNB TD 4677 ANISMNYS Anisomeridium nyssaegenum (Ellis & Everardt) zz zz a a 0 TNB BV R.C.Harris 0 TNB EO 4017 ARTHOMUS Arthonia muscigena Th. Fr. z z z z 4030 ARTHPPUN Arthopyreniapunctiformis Arthopyreniapunctiforwis Massal. 0 TNB VZ a z a a 4922 BACIDCAL Bacidia caligans(nyl.) a a a 0 TNB EO 4055 BACIDEGE Bacidia egenula(nyl.) Arnold z z z 0 TNB EO 4060 BACIDSUB Bacidia subfuscu/a subfuscula (Nyl.) Th. Fr. - z z z 0 TNB EO 4923 BACIDVIR Bacidia viridescens (Massal.) Norman zz zz zz 0 TNB EO zz zz 0 TNB ER 4070 BAEOMRUF Baeomyces rufus rutus (Huds.) Rebent. z z z z 0 TNB TH 4082 BUELLOCE Buellia ocellata (Flörke) (Flórke) Körber z z z 0 TNB ER 0 TNB EO 4706 CALOPCOR Caloplaca coronata (Krempelh.) Steiner a a a a 0 TNB EG 4100 CALOPHOL Caloplaca holocarpa hoiocarpa (Hoffm.) Wade 0 TNB EO a a a a 4101 CALOPLAC Caloplaca lactea (Massal.) Zahlbr. - zz zz zz 0 TNB ES 4104 CALOPOBS Caloplaca obscurella (Lahm) Th.Fr. 0 TNB VK a a a a 4106 CALOPSAL Caloplaca salinaerichsen a a a a t TNB EZ 4712 CALOPVEL Caloplaca velana (Massal.) Du Rietz zz zz zz zz 0 TNB ER

32 TNB EO 0 TNB VM a z a a 4120 CANDLXAN Candelariella xanthostigma (Ach.) lettau 4126 CATILLEN ( Ach.jTh.Fr. Catillarialenticularis(Ach.) z z z z 0 TNB EO 4138 CHAETCHR Chaenotheca chrysocephala (Turner ex Ach.) Th.Fr. 0 TNB BS zz zz zz 0 TNB BL 11 zz zz zz zz 4929 CHAETSTE Chaenotheca stemonea (Ach.) Müll.Arg CLADOBOR Cladonia borealis Stenroos zz zz zz 0 TNB TZ 4151 CLADOCAE Cladonia Flörke caespiticia(pers.) a a a a It TNB TG 0 TNB TH 4722 CLADOCON Cladonia conistaauct. z z z z 0 TNB TD a z a a 4169 CLADOFOL Cladonia loliacea foliacea (Huds.) Willd. Cladonia fragillissima IragillissimaOsth. & P.James z a a O0 TNB TH TH 4723 CLADOFRA 4171 CLADOF-F Cladonia lurcata furcata (Huds.) Schrader furcata ssp. a a a a 0 TNB TD 4172 CLADOF-S Cladonia furcata ssp. subrangiformis subrangilormis (Scriba ex a a a a 0 TNB TD Sandst.) Pisut 0 TNB LH a a a a 4176 CLADOINC Cladonia incrassata incrassala Flörke 4184 CLADOPYX Cladonia pyxidata pyxidala (L.) Hoffm. a a a a It TNB TZ 4188 CLADOREI Cladonia rei Schaerer a a a 0 TNB TD a 4209 COLLELIM Collema limosum (Ach.) Ach. a a a a 0 TNB ES 4210 COLLETEN Collema lenax tenax (Sw.) Sw.jAch. z z z z 0 TNB TD 4232 DIPLTCHL Diplotomma chlorophaeum(hepp ex Müll.Arg.) Szat. 0 TNB El zz iz zz zz zz zz zz 4898 DIPLTDIS Diplotomma dispersum (Krempelh.) Amold a a a 0 TNB ER 0 TNB EO z z z Follm HALECVIR Halecania viridescens Coppins & P.James z z 0 TNB VM a a a 0 TNB EO 4311 LECARHOR Lecanora horiza (Ach.) Lindsay a a a a t TNB EO 4749 LECARINT Lecanora intricata inlricala(ach.) Ach. 0 TNB EZ zz zz zz

33 LECARPAN Lecanora Szal. pannonica z z z z 0 TNB EO 4345 LECARSUL Lecanora sulphurea (Hoffm.) Ach. z z z z 0 TNB EO 4994 LECIDVAR Lecidea variegatulanyl. z z z 0 TNB EG R.C.Harris 0 TNB EO - Leprarialesdainii (Hue) z z z 4950 LEPRALES 0 TNB EO 4363 LEPTOBIA Leptogium biatorinum (Nyl.) Leighton 0 TNB ES zz zz zz 4368 LEPTOGEL Leptogiumgelatinosum Leplogiumgelatinosum (With.) Laundon zz zz zz zz 0 TNB TD 0 TNB TD zz zz zz zz 4364 'LEPTOLIC Leptogium (L.) lichenoides Zahlbr. zz zz zz zz 4367 LEPTOSCH Leptogium schraderi (Bernh.)Nyl. 0 TNB EO 4763 MICARBOT Micarea botryoides (Nyl.) Coppins z z 0 TNB TG 4958 MICARCIN Micarea cinerea (Schaerer) Hedl. zz zz zz 0 TNB BS 0 TNB TH 4380 MICARLEP Micarea leprosula (Th.Fr.) Coppins & A.FIetcher zz zz zz 4335 MICARLIT Micarea lithinella (Nyl.) Hedl. zz zz zz 0 TNB EH zz zz zz 0 TNB LH 4385 MICARPEL Micarea peiiocarpa(anzi) petiocarpa(anzi) Coppins & R.Sant. zz zz zz zz 0 TNB BS 4393 MYCOBSTE Mycoblastus sterilis Coppins & P.James z z z z 0 TNB BS 4404 OCHROAND Ochrolechia androgyna (Hoffm.) Arnold a z a a 0 TNB VM 4906 OCHROMIC Ochrolechia microstictoides Rasanen z z z z 0 TNB BS 4412 OPEGRGYR Opegrapha gyrocarpa Flotow zz zz zz 0/+ 01+ TNB EO 4413 OPEGRHER Opegrapha herbarum Mont. 0 TNB VK z z z 4414 OPEGRNIV Opegrapha niveoatra (Borrer) Laundon a z a a 0 TNB VK 4422 PARMEBOR Parmelia borreri (Sm.) Turner a zz a a 0 TNB VM 4424 PARMECON Parmelia conspersa (Ach.) Ach. zz zz zz zz 0 TNB EH

Bedreigde kwetsbare korstmossen

Bedreigde kwetsbare korstmossen 1 en Bedreigde kwetsbare korstmossen in Nederland basisrapport met voorstel voor de Rode Lijst A. Aptroot C.M. van Herk H.F. van Dobben P.P.G. van den Boom A.M. Brand & L. Spier 3 Inhoud Voorwoord 7 1.

Nadere informatie

Landelijk Meetnet Korstmossen

Landelijk Meetnet Korstmossen Landelijk Meetnet Korstmossen Inhoudelijke rapportage 2003 L.B. Sparrius, A. Aptroot & C.M. van Herk in opdracht van Expertisecentrum LNV en Centraal Bureau voor de Statistiek BLWG-rapport 3 (september

Nadere informatie

Nieuwe lichenen voor de Nederlandse flora uit het oude herbariummateriaal

Nieuwe lichenen voor de Nederlandse flora uit het oude herbariummateriaal Nieuwe lichenen voor de Nederlandse flora uit het oude herbariummateriaal André Aptroot & Kok van Herk De laatste tijd is er hard gewerkt aan de opbouw van de kostmossendatabase van de BLWG. Een tastbaar

Nadere informatie

Landelijk Meetnet Korstmossen

Landelijk Meetnet Korstmossen Landelijk Meetnet Korstmossen Inhoudelijke rapportage 2000 L.B. Sparrius, A. Aptroot & C.M. van Herk Bryologische en Lichenologische Werkgroep Koninklijke Nederlandse Natuurhistorische Vereniging In opdracht

Nadere informatie

Landelijk Meetnet Korstmossen

Landelijk Meetnet Korstmossen Landelijk Meetnet Korstmossen Inhoudelijke rapportage 2011 L.B. Sparrius, A. Aptroot & L. van Duuren in opdracht van: Ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie Gegevensautoriteit Natuur BLWG-rapport

Nadere informatie

Korstmossen op oude kerken in Nederland

Korstmossen op oude kerken in Nederland 32 Buxbaumiella 52 (2000) Korstmossen op oude kerken in Nederland L.B. (Laurens) Sparrius Kongsbergstraat 1, 2804 XV Gouda (e-mail sparrius@stad.dsl.nl) Summary: Lichens on old churches in the Netherlands

Nadere informatie

Landelijk Meetnet Korstmossen

Landelijk Meetnet Korstmossen Landelijk Meetnet Korstmossen Inhoudelijke rapportage 2002 L.B. Sparrius, A. Aptroot & C.M. van Herk in opdracht van Expertisecentrum LNV en Centraal Bureau voor de Statistiek BLWG-rapport 2 ISSN: 1571-5108

Nadere informatie

Landelijk Meetnet Korstmossen

Landelijk Meetnet Korstmossen Landelijk Meetnet Korstmossen Inhoudelijke rapportage 2007 L.B. Sparrius, A. Aptroot, C.M. van Herk en E.W. van Geloof in opdracht van: LNV Directie Natuur en de Gegevensautoriteit Natuur BLWG-rapport

Nadere informatie

Landelijk Meetnet Korstmossen

Landelijk Meetnet Korstmossen Landelijk Meetnet Korstmossen Inhoudelijke rapportage 2016 L.B. Sparrius in opdracht van: Ministerie van Economische Zaken BLWG-rapport 20 (september 2017) ISSN: 1571-5108 Landelijk Meetnet Korstmossen

Nadere informatie

Landelijk Meetnet Korstmossen

Landelijk Meetnet Korstmossen Landelijk Meetnet Korstmossen Inhoudelijke rapportage 1999 L.B. Sparrius, C.M. van Herk, A. Aptroot & H.F. van Dobben In opdracht van Expertisecentrum LNV, Wageningen Centraal Bureau voor de Statistiek,

Nadere informatie

Landelijk Meetnet Korstmossen

Landelijk Meetnet Korstmossen Landelijk Meetnet Korstmossen Inhoudelijke rapportage 2008 Trendberekeningen 1999-2008 L.B. Sparrius, A. Aptroot, C.M. van Herk en L. van Duuren in opdracht van: Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,

Nadere informatie

Inleiding. De lichenologische najaarsexcursie. Diever (Drente) muurtjes, 2 heidegebieden, 8 hunebedden en op 8 plaatsen (weg)-

Inleiding. De lichenologische najaarsexcursie. Diever (Drente) muurtjes, 2 heidegebieden, 8 hunebedden en op 8 plaatsen (weg)- 54 De lichenologische najaarsexcursie van 1993 naar Diever (Drente) P.P.G. van den Boom & C.M. van Herk A two-day meeting with 6 lichenologists from The Netherlands was arranged in the province of Drente

Nadere informatie

De korstmossen van het voorjaarskamp 2010 in Bad Bentheim

De korstmossen van het voorjaarskamp 2010 in Bad Bentheim De korstmossen van het voorjaarskamp 2010 in Bad Bentheim André Aptroot, Dries van den Broeck, Uwe de Bruyn, Laurens Sparrius & Norbert Stapper Inleiding Het is alweer traditie dat de leden van de BLWG

Nadere informatie

Landelijk Meetnet Korstmossen

Landelijk Meetnet Korstmossen Landelijk Meetnet Korstmossen Inhoudelijke rapportage 2004 L.B. Sparrius, A. Aptroot & C.M. van Herk in opdracht van LNV Directie Kennis en Centraal Bureau voor de Statistiek BLWG-rapport 4 (juni 2005)

Nadere informatie

Verspreidingspatronen en ecologie van Nederlandse korstmossen

Verspreidingspatronen en ecologie van Nederlandse korstmossen Verspreidingspatronen en ecologie van Nederlandse korstmossen Kok van Herk* & André Aptroot** * Lichenologisch Onderzoekbureau Nederland, Goudvink 47, 3766 WK Soest; e-mail: lonsoest@wxs.nl ** Adviesbureau

Nadere informatie

Landelijk Meetnet Korstmossen

Landelijk Meetnet Korstmossen Landelijk Meetnet Korstmossen Inhoudelijke rapportage 2005 L.B. Sparrius, A. Aptroot, C.M. van Herk en L.L. Soldaat in opdracht van LNV Directie Natuur en Centraal Bureau voor de Statistiek BLWG-rapport

Nadere informatie

Buxbaumiella 48 (1999) 31

Buxbaumiella 48 (1999) 31 Buxbaumiella 48 (1999) 31 De lichenologische excursie van 11 maart 1996 naar Baarn en Leusden met opmerkingen over twee nieuw beschreven soorten: Protoparmelia hypotremella en Lecanora barkmaniana Kok

Nadere informatie

Landelijk Meetnet Korstmossen

Landelijk Meetnet Korstmossen Landelijk Meetnet Korstmossen Waarnemersverslag 2017 H. van der Kolk & L.B. Sparrius in opdracht van: Ministerie van LNV BLWG-rapport 21 (september 2018) ISSN: 1571-5108 Landelijk Meetnet Korstmossen Het

Nadere informatie

Landelijk Meetnet Korstmossen

Landelijk Meetnet Korstmossen Landelijk Meetnet Korstmossen Inhoudelijke rapportage 2012 L.B. Sparrius in opdracht van: Ministerie van Economische Zaken Gegevensautoriteit Natuur BLWG-rapport 16 (augustus 2013) ISSN: 1571-5108 Landelijk

Nadere informatie

Basisrapport voor de Rode Lijst Korstmossen

Basisrapport voor de Rode Lijst Korstmossen Basisrapport voor de Rode Lijst Korstmossen André Aptroot, Kok van Herk & Laurens Sparrius BLWG-rapport 12 (december 2011) ISSN: 1571-5108 1 2 Basisrapport voor de Rode Lijst Korstmossen André Aptroot,

Nadere informatie

Landelijk Meetnet Korstmossen

Landelijk Meetnet Korstmossen Landelijk Meetnet Korstmossen Inhoudelijke rapportage 2001 L.B. Sparrius, A. Aptroot, C.M. van Herk & J.L. Spier BLWG Rapport nr. 1 Bryologische en Lichenologische Werkgroep van de KNNV In opdracht van:

Nadere informatie

Landelijk Meetnet Korstmossen

Landelijk Meetnet Korstmossen Landelijk Meetnet Korstmossen Inhoudelijke rapportage 2018 H. van der Kolk in opdracht van: Ministerie van Economische Zaken BLWG-rapport 24 (maart 2019) ISSN: 1571-5108 Landelijk Meetnet Korstmossen Het

Nadere informatie

Basisrapport voor de Rode Lijst Korstmossen

Basisrapport voor de Rode Lijst Korstmossen Basisrapport voor de Rode Lijst Korstmossen André Aptroot, Kok van Herk & Laurens Sparrius Inhoud Samenvatting...2 Summary...4 1 Inleiding...6 1.1 Achtergrond van de Rode Lijst...6 1.2 Leeswijzer en verantwoording...6

Nadere informatie

Verslag van de korstmossenexcursie naar het zuidwesten

Verslag van de korstmossenexcursie naar het zuidwesten Buxbaumiella 52 (2000) 3 Verslag van de korstmossenexcursie naar het zuidwesten van Friesland L.B. (Laurens) Sparrius 1, A. (André) Aptroot 2 & C.M. (Kok) van Herk 3 1 Kongsbergstraat 1, 2804 XV Gouda

Nadere informatie

Paleispark Het Loo bij Apeldoorn, een ware hot spot voor epifytische korstmossen

Paleispark Het Loo bij Apeldoorn, een ware hot spot voor epifytische korstmossen Buxbaumiella 69 (2004) 9 Paleispark Het Loo bij Apeldoorn, een ware hot spot voor epifytische korstmossen C.M. (Kok) van Herk 1, A. (André) Aptroot 2, L.B. (Laurens) Sparrius 3 & J.L. (Leo) Spier 4 1 Goudvink

Nadere informatie

Korstmossen in Limburg, voorjaarsweekend 1998

Korstmossen in Limburg, voorjaarsweekend 1998 14 Buxbaumiella 49 (1999) Korstmossen in Limburg, voorjaarsweekend 1998 André Aptroot & Kok van Herk A. Aptroot & C.M. van Herk. Lichens in Limburg, spring field meeting 1998. The lichens of the province

Nadere informatie

De korstmossen van het voorjaarsweekend 2011 naar Drenthe

De korstmossen van het voorjaarsweekend 2011 naar Drenthe De korstmossen van het voorjaarsweekend 2011 naar Drenthe Henk Timmerman Van vrijdag 29 april tot en met zondag 1 mei 2011 trok een klein gezelschap lichenologen (André Aptroot, Laurens Sparrius, Dirk-Jan

Nadere informatie

Aanvullingen op en wijzigingen in de Standaardlijst van

Aanvullingen op en wijzigingen in de Standaardlijst van Aanvullingen op en wijzigingen in de Standaardlijst van de Nederlandse Korstmossen II P.P.G. van den Boom (Aziëlaan 12 5691 LC Son) A.M. Brand (Klipperwerf 5 2317 DX Leiden) A. Aptroot (Gerrit van der

Nadere informatie

SNL-monitoring van korstmossen in heide en stuifzand in Limburg

SNL-monitoring van korstmossen in heide en stuifzand in Limburg SNL-monitoring van korstmossen in heide en stuifzand in Limburg Peter Eenshuistra, Eenshuistra Natuuradvies In opdracht van: SNL-monitoring van korstmossen in heide en stuifzand in Limburg Korte Inleiding

Nadere informatie

Landelijk Meetnet Korstmossen

Landelijk Meetnet Korstmossen Landelijk Meetnet Korstmossen Inhoudelijke rapportage 2010 L.B. Sparrius, A. Aptroot, C.M. van Herk & L. van Duuren in opdracht van: Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, Gegevensautoriteit

Nadere informatie

Hunebedden van grote betekenis voor lichenen

Hunebedden van grote betekenis voor lichenen Hunebedden van grote betekenis voor lichenen Hunebed D 5 bij Havelte. ;,\ V w : Hunebedden vormen in ons land de enige,-_ - - grote plekken met geëxponeerd zuur ge- ' l/- ] TT 1 steente. Al lang is bekend

Nadere informatie

Nog meer nieuwe en zeldzame korstmossen aangevoerd met stenen

Nog meer nieuwe en zeldzame korstmossen aangevoerd met stenen Nog meer nieuwe en zeldzame korstmossen aangevoerd met stenen André Aptroot In de vorige Buxbaumiella berichtte ik over een aantal nieuwe en zeldzame korstmossen aangevoerd op grote granietkeien. Naar

Nadere informatie

Landelijk Meetnet Korstmossen

Landelijk Meetnet Korstmossen Landelijk Meetnet Korstmossen Inhoudelijke rapportage 2006 C.M. van Herk, A. Aptroot, L.B. Sparrius en L.L. Soldaat in opdracht van : LNV Directie Natuur Gegevensautoriteit Natuur i.o. BLWG-rapport 6 (juni

Nadere informatie

Buxbaumiella 69 december 2004

Buxbaumiella 69 december 2004 Buxbaumiella 69 december 2004 Uitgegeven door de Bryologische en Lichenologische Werkgroep van de Koninklijke Nederlandse Natuurhistorische Vereniging ISSN 0166 5405 Oplage 375 exemplaren 2 Buxbaumiella

Nadere informatie

not previously reported from the Netherlands. niet opgenomen. plekken waar restauratiewerkzaamheden waren uitgevoerd aan nog aanwezige stenen.

not previously reported from the Netherlands. niet opgenomen. plekken waar restauratiewerkzaamheden waren uitgevoerd aan nog aanwezige stenen. Lichenen op hunebedden A. Aptroot S. Bakker P. van den Boom C.v. Herk & L. Spier The Dutch megalithic monuments, called hunebedden, have been investigated for their lichen flora and vegetation in 1993-1994.

Nadere informatie

Caloplaca cerina (oranje boomzonnetje) weer terug in Nederland

Caloplaca cerina (oranje boomzonnetje) weer terug in Nederland Caloplaca cerina (oranje boomzonnetje) weer terug in Nederland Leo Spier & Maarten Brand Inleiding Hoe komt een lichenoloog ertoe midden in een buitenwijk van een stad op onnozel dunne boompjes naar korstmossen

Nadere informatie

aangrenzend België De lichenologische voorjaarsexcursie van 1993 Inleiding langs de Amer en Hollandsch Diep geregistreerd.

aangrenzend België De lichenologische voorjaarsexcursie van 1993 Inleiding langs de Amer en Hollandsch Diep geregistreerd. 30 De lichenologische voorjaarsexcursie van 1993 naar Noord-Brabant, met gegevens over aangrenzend België P.P.G. van den Boom The spring meeting 1993 of the Dutch Bryological and Lichenological Society

Nadere informatie

volgorde: 1983, 1986, 1991, 1993, 1994, 1995, Onderstaand worden de resultaten gegeven van zowel de lichenologische excursie van

volgorde: 1983, 1986, 1991, 1993, 1994, 1995, Onderstaand worden de resultaten gegeven van zowel de lichenologische excursie van Lichenen van de provincie Namen in België, met gegevens van de lichenologische excursie naar Anseremme in 1984 P.P.G. van den Boom During thirteen years of survey in the province Namur in Belgium 323 lichen

Nadere informatie

Landelijk Meetnet Korstmossen

Landelijk Meetnet Korstmossen Landelijk Meetnet Korstmossen Inhoudelijke rapportage 2009 L.B. Sparrius, A. Aptroot, C.M. van Herk & L. van Duuren in opdracht van: Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, Gegevensautoriteit

Nadere informatie

Europese verspreiding en internationale betekenis van Nederlandse korstmossen

Europese verspreiding en internationale betekenis van Nederlandse korstmossen Europese verspreiding en internationale betekenis van Nederlandse korstmossen André Aptroot & Laurens Sparrius Introductie Niet alle soorten komen overal voor, dat is een feit. Ook bij mossen en korstmossen

Nadere informatie

Checklist van de Nederlandse korstmossen en korstmosparasieten

Checklist van de Nederlandse korstmossen en korstmosparasieten Buxbaumiella 69 (2004) 17 Checklist van de Nederlandse korstmossen en korstmosparasieten A. (André) Aptroot 1, C.M. (Kok) van Herk 2, L.B. (Laurens) Sparrius 3 & J.L. (Leo) Spier 4 1 Gerrit van der Veenstraat

Nadere informatie

De korstmossen van het Westergasfabriek-terrein, Amsterdam, op 3 december 1998

De korstmossen van het Westergasfabriek-terrein, Amsterdam, op 3 december 1998 32 Buxbaumiella 49 (1999) De korstmossen van het Westergasfabriek-terrein, Amsterdam, op 3 december 1998 Kok van Herk, André Aptroot, Laurens Sparrius & Leo Spier C.M. van Herk, A. Aptroot, L.B. Sparrius

Nadere informatie

Monitoring van epifytische mossen en korstmossen in 2000 in het Noord-Hollands Duinreservaat

Monitoring van epifytische mossen en korstmossen in 2000 in het Noord-Hollands Duinreservaat Monitoring van epifytische mossen en korstmossen in 000 in het Noord-Hollands Duinreservaat L.B. Sparrius & A. Aptroot, Adviesbureau voor Bryologie en Lichenologie Analyses, tabellen en figuren: H.A. Kivit.,

Nadere informatie

Buxbaumiella 60 maart 2002

Buxbaumiella 60 maart 2002 Buxbaumiella 60 maart 2002 Uitgegeven door de Bryologische en Lichenologische Werkgroep van de Koninklijke Nederlandse Natuurhistorische Vereniging ISSN 0166 4505 Oplage 375 exemplaren 2 Buxbaumiella 60

Nadere informatie

Veranderingen in de epifytische korstmos-flora van het Staelduinse

Veranderingen in de epifytische korstmos-flora van het Staelduinse Veranderingen in de epifytische korstmos-flora van het Staelduinse bos in de periode 1949-1984 Arjan de Bakker (A. van Hensbeeksingel 233, 2803 LT Gouda) Changes in the epiphytic lichen flora of the Staelduinen

Nadere informatie

Interessante korstmosvondsten, waaronder Usnea cornuta (ingesnoerd baardmos) en Usnea filipendula (visgraatbaardmos),

Interessante korstmosvondsten, waaronder Usnea cornuta (ingesnoerd baardmos) en Usnea filipendula (visgraatbaardmos), Interessante korstmosvondsten, waaronder Usnea cornuta (ingesnoerd baardmos) en Usnea filipendula (visgraatbaardmos), in de Soester Duinen Arie van den Bremer en Leo Spier Inleiding Na de vorming van de

Nadere informatie

Typische diersoorten van de Habitatrichtlijn,

Typische diersoorten van de Habitatrichtlijn, Indicator 5 juli 2013 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. De laatste 10 jaar is de toestand

Nadere informatie

Het kerkhof van Steenbrugge (Brugge): het Iichenenrijkste kerkhof van Vlaanderen?

Het kerkhof van Steenbrugge (Brugge): het Iichenenrijkste kerkhof van Vlaanderen? 12 Muscillanea 30 (2010) Het kerkhof van Steenbrugge (Brugge): het Iichenenrijkste kerkhof van Vlaanderen? Dries Van den Broeck' en Paul Diederich 2 Inleiding Het kerkhof van Steenbrugge (IFBL C2.32.11-12)

Nadere informatie

Determinatie van de Nederlandse baardmossen (Usnea spp.) op grond van dunne laag chromatografie (TLC) en morfologie

Determinatie van de Nederlandse baardmossen (Usnea spp.) op grond van dunne laag chromatografie (TLC) en morfologie 26 Buxbaumiella 57 (2001) Determinatie van de Nederlandse baardmossen (Usnea spp.) op grond van dunne laag chromatografie (TLC) en morfologie J.L. (Leo) Spier 1, A. (André) Aptroot 2, C.M. (Kok) van Herk

Nadere informatie

Basisrapport voor de Rode Lijst Mossen 2012

Basisrapport voor de Rode Lijst Mossen 2012 Basisrapport voor de Rode Lijst Mossen 2012 Henk Siebel, Rienk-Jan Bijlsma & Laurens Sparrius BLWG-rapport 14 (maart 2013) ISSN: 1571-5108 1 2 Basisrapport voor de Rode Lijst Mossen 2012 Henk Siebel, Rienk-Jan

Nadere informatie

Korstmossen in zuidoost Groningen, najaarsweekend

Korstmossen in zuidoost Groningen, najaarsweekend Buxbaumiella 52 (2000) 9 Korstmossen in zuidoost Groningen, najaarsweekend 1999 A. (André) Aptroot 1, C.M. (Kok) van Herk 2, L.B. (Laurens) Sparrius 3 & A.M. (Maarten) Brand 4 1 G.v.d.Veenstraat 107, 3762

Nadere informatie

Buxbaumiella KNNV. Nummer 25. van. Februari Werkgroep. Lichenologische. Bryologische

Buxbaumiella KNNV. Nummer 25. van. Februari Werkgroep. Lichenologische. Bryologische Buxbaumiella KNNV de van Nummer 25 Februari 1991 Werkgroep Lichenologische en Bryologische Buxbaumiella 25 februari 1991 Uitgegeven door de Bryologische en Lichenologische Werkgroep van de Koninklijke

Nadere informatie

Physcia. stellaris (L.) Ach. in Nederland. appeared. the continuing eutrophication of tree bark by

Physcia. stellaris (L.) Ach. in Nederland. appeared. the continuing eutrophication of tree bark by Physcia stellaris (L.) Ach. in Nederland A.J. de Bakker " (Rijksinstituut voor Natuurbeheer, Postbus 46, 3956 ZR Leersum) Physcia stellaris (L.) Ach. in the Netherlands Since 1980,the lichen Physcia stellaris

Nadere informatie

Reptielen van de Habitatrichtlijn,

Reptielen van de Habitatrichtlijn, Indicator 28 mei 2018 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. Gladde slang, muurhagedis en zandhagedis

Nadere informatie

Inleiding. Thuidium tamariscinum in Friesland. meldingen van Thuidium tamariscinum. Van. meldingen. Buxbaumiella 33 (

Inleiding. Thuidium tamariscinum in Friesland. meldingen van Thuidium tamariscinum. Van. meldingen. Buxbaumiella 33 ( Buxbaumiella 33 (19941 61 Thuidium tamariscinum in Friesland Jacob Koopman & Karst Meijer A preliminary distribution map of Thuidiumtamariscinum in Friesland is presented. This map has been based 2 on

Nadere informatie

in Val d'hérens in het kanton omgeving, welke in de bijgevoegde namen voorzien van de auteursnamen zeer gedetailleerd vermeld, zoals dat ook

in Val d'hérens in het kanton omgeving, welke in de bijgevoegde namen voorzien van de auteursnamen zeer gedetailleerd vermeld, zoals dat ook Buxbaumiella 32 (1993! 15 Lichenen van Evolène en omgeving (Zwitserland) Pieter van den Boom Maarten Brand & Harrie Sipman An annotated list of 591 taxa of lichens and lichenicolous fungi found during

Nadere informatie

Bijzondere grondbewonende lichenen langs het spoor bij Ede

Bijzondere grondbewonende lichenen langs het spoor bij Ede Bijzondere grondbewonende lichenen langs het spoor bij Ede Henk-Jan van der Kolk Inleiding De Nederlandse spoorwegen herbergen interessante biotopen voor mossen en lichenen, die echter vaak lastig te vinden

Nadere informatie

Graphis scripta (gewoon schriftmos) in de polder Kolonisatie door een 'oud bos-indicator' van jonge kleibossen in Flevoland

Graphis scripta (gewoon schriftmos) in de polder Kolonisatie door een 'oud bos-indicator' van jonge kleibossen in Flevoland Graphis scripta (gewoon schriftmos) in de polder Kolonisatie door een 'oud bos-indicator' van jonge kleibossen in Flevoland Henk Timmerman Inleiding Schriftmossen spreken tot de verbeelding en wekken bij

Nadere informatie

Rode Lijst Indicator van zoetwater- en landfauna,

Rode Lijst Indicator van zoetwater- en landfauna, Indicator 20 september 2017 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. De Rode Lijst Indicator (RLI)

Nadere informatie

Buxbaumiella KNNV. Nummer 40. van. Augustus Werkgroep. Lichenologische. Bryologische

Buxbaumiella KNNV. Nummer 40. van. Augustus Werkgroep. Lichenologische. Bryologische Buxbaumiella KNNV de van Nummer 40 Augustus 1996 Werkgroep Lichenologische en Bryologische Buxbaumiella 40 augustus 1996 Uitgegeven door de Bryologische enlichenologische Werkgroep van de Koninklijke

Nadere informatie

(fig. 1, a). Het thallus is bruin tot zwart van kleur verder en glad en enigszins glanzend.

(fig. 1, a). Het thallus is bruin tot zwart van kleur verder en glad en enigszins glanzend. Het terrestrisch voorkomen van Alectoria fuscescens Gyeln. s.l. in de droge duinen van Terschelling door Rita Ketner-Oostra (Instituut voor Systematische Plantkunde, Utrecht) Inl966 werd door Mevr. W.

Nadere informatie

Buxbaumiella KNNV. Nummer 43. van. November Werkgroep. Lichenologische. Bryologische

Buxbaumiella KNNV. Nummer 43. van. November Werkgroep. Lichenologische. Bryologische Buxbaumiella KNNV de van Nummer 43 November 1997 Werkgroep Lichenologische en Bryologische Buxbaumiella 43 november 1997 Uitgegeven door de Bryoiogische en Lichenoiogische Werkgroep van de Koninklijke

Nadere informatie

Rode Lijst Zoetwatervissen 2010: veranderingen ten opzichte van Frank Spikmans 42 ste bijeenkomst vissennetwerk Zwolle, 5 juni 2014

Rode Lijst Zoetwatervissen 2010: veranderingen ten opzichte van Frank Spikmans 42 ste bijeenkomst vissennetwerk Zwolle, 5 juni 2014 Rode Lijst Zoetwatervissen 2010: veranderingen ten opzichte van 1998 Frank Spikmans 42 ste bijeenkomst vissennetwerk Zwolle, 5 juni 2014 Inhoud Historie Rode Lijst Zoetwatervissen Aanpak Rode Lijst analyses

Nadere informatie

Buxbaumiella. Inhoud Buxbaumiella 93, juni mossen en korstmossen. tijdschrift van de bryologische en lichenologische werkgroep

Buxbaumiella. Inhoud Buxbaumiella 93, juni mossen en korstmossen. tijdschrift van de bryologische en lichenologische werkgroep Inhoud Buxbaumiella 93, juni 2012 Caloplaca cerina (oranje boomzonnetje) weer terug in Nederland J.L. Spier & A.M. Brand 1 De licheenflora van de Kop van Schouwen: een vergelijking over vier decennia W.J.

Nadere informatie

Naar een nieuwe Rode Lijst. Chris van Swaay U allen!

Naar een nieuwe Rode Lijst. Chris van Swaay U allen! Naar een nieuwe Rode Lijst Chris van Swaay U allen! Wat is een Rode Lijst? Publicatie Rijksoverheid Welke soorten zijn bedreigd of zelfs verdwenen en welke niet? Vaste methode, gebaseerd op combinatie

Nadere informatie

Een lichenologisch verslag van het voorjaarsweekend 2006 naar Zeeuws-Vlaanderen en aangrenzend België

Een lichenologisch verslag van het voorjaarsweekend 2006 naar Zeeuws-Vlaanderen en aangrenzend België 16 Buxbaumiella 75 (2006) Een lichenologisch verslag van het voorjaarsweekend 2006 naar Zeeuws-Vlaanderen en aangrenzend België D. (Dries) Van den Broeck 1, A. (André) Aptroot² & D. (Dirk) Jordaens³ 1

Nadere informatie

Nieuwe lichenen en lichenicole fungi uit Vlaanderen

Nieuwe lichenen en lichenicole fungi uit Vlaanderen Mosyakin S.L. (2005) Rumex. In Flora of North America Editorial Committee (eds.), Flora of North America, vol. 5: 489-533. New York/Oxford, Oxford Univ. Press. Müller R. & Kallen H.W. (1988) Rumex stenophyllus

Nadere informatie

Aantal bedreigde soorten

Aantal bedreigde soorten Indicator 29 februari 2012 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. Veel Nederlandse planten en

Nadere informatie

Zoogdieren van de Habitatrichtlijn,

Zoogdieren van de Habitatrichtlijn, Indicator 3 augustus 2012 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. Vijf landzoogdieren staan op

Nadere informatie

KORSTMOSSEN INLEIDING

KORSTMOSSEN INLEIDING 64 KORSTMOSSEN INLEIDING Levenswijze Korstmossen zijn schimmels die samenleven met algen of blauwwieren. Vrijwel alle soorten leven in droge, maar luchtvochtige milieus. Korstmossen verspreiden zich met

Nadere informatie

Schriftmossen (Opegrapha) en andere lichenen met een Trentepohlia-photobiont in opmars in Vlaanderen (België)

Schriftmossen (Opegrapha) en andere lichenen met een Trentepohlia-photobiont in opmars in Vlaanderen (België) Schriftmossen (Opegrapha) en andere lichenen met een Trentepohlia-photobiont in opmars in Vlaanderen (België) Dries VAN DEN BROECK Nationale Plantentuin van België, Domein van Bouchout, B-1860 Meise [dries.van.den.broeck.@br.fgov.be]

Nadere informatie

Nieuwe en interessante korstmossen en korstmosparasieten in Nederland met aanvullingen en wijzigingen op de checklist

Nieuwe en interessante korstmossen en korstmosparasieten in Nederland met aanvullingen en wijzigingen op de checklist 26 Buxbaumiella 59 (2002) Nieuwe en interessante korstmossen en korstmosparasieten in Nederland met aanvullingen en wijzigingen op de checklist L.B. (Laurens) Sparrius 1, A. (André) Aptroot 2, C.M. (Kok)

Nadere informatie

Mossen en korstmossen van een oude zeemuur: De Spaarndammerdijk bij Halfweg

Mossen en korstmossen van een oude zeemuur: De Spaarndammerdijk bij Halfweg Mossen en korstmossen van een oude zeemuur: De Spaarndammerdijk bij Halfweg Ben Kruijsen & Henk Timmerman Inleiding In de tijd waarin er nog geen sprake was van atlasblokken en kilometerhokken en GPS ons

Nadere informatie

Monitoring van ammoniak met korstmossen in Friesland in 2003

Monitoring van ammoniak met korstmossen in Friesland in 2003 Monitoring van ammoniak met korstmossen in Friesland in 2003 adviesbureau voor biodiversiteitsonderzoek In opdracht van de Provincie Fryslân en het ROM-project zuidoost Friesland Monitoring van ammoniak

Nadere informatie

Inhaalslag Verspreidingsonderzoek. De mossen van de Habitatrichtlijn: Geel schorpioenmos & Tonghaarmuts. BLWG Rapport 2004.07.

Inhaalslag Verspreidingsonderzoek. De mossen van de Habitatrichtlijn: Geel schorpioenmos & Tonghaarmuts. BLWG Rapport 2004.07. Inhaalslag Verspreidingsonderzoek De mossen van de Habitatrichtlijn: Geel schorpioenmos & Tonghaarmuts BLWG Rapport 2004.07 Oktober 2004 In opdracht van Expertisecentrum LNV Inhaalslag verspreidingsonderzoek,

Nadere informatie

Aantal bedreigde soorten

Aantal bedreigde soorten Indicator 2 september 2014 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. Veel Nederlandse planten en

Nadere informatie

Buxbaumiella KNNV. Nummer 29. van. December 1992. Werkgroep. Lichenologische. Bryologische

Buxbaumiella KNNV. Nummer 29. van. December 1992. Werkgroep. Lichenologische. Bryologische Buxbaumiella KNNV de van Nummer 29 December 1992 Werkgroep Lichenologische en Bryologische Buxbaumiella 29 december 1992 Uitgegeven door de Bryologische en Lichenologische Werkgroep van de Koninklijke

Nadere informatie

Korstmossen in Solleveld

Korstmossen in Solleveld Korstmossen in Solleveld Op sommige plekken in Solleveld zou je kunnen bedenken, als je naar de planten en vooral de korstmossen kijkt op de grond, dat je je ergens in een boreaal kustgebied bevindt, zoals

Nadere informatie

Buxbaumiella 52 augustus 2000

Buxbaumiella 52 augustus 2000 Buxbaumiella 52 augustus 2000 Uitgegeven door de Bryologische en Lichenologische Werkgroep van de Koninklijke Nederlandse Natuurhistorische Vereniging ISSN 0166 4505 Oplage 425 exemplaren 2 Buxbaumiella

Nadere informatie

Nationaal natuurbeleid voor vissen: signalering, stimulerend beleid en wettelijke bescherming

Nationaal natuurbeleid voor vissen: signalering, stimulerend beleid en wettelijke bescherming Nationaal natuurbeleid voor vissen: signalering, stimulerend beleid en wettelijke bescherming Dick Bal, Ministerie van LNV (senior beleidsmedewerker Natuur, Directie Kennis) 1 Nationaal natuurbeleid voor

Nadere informatie

o.a. op: Caloplaca coronata, Leproloma vouauxii, Micarea lignaria, Polyblastia dermatodes, Tephromela atra placodioides. Het aansluitende golfterrein

o.a. op: Caloplaca coronata, Leproloma vouauxii, Micarea lignaria, Polyblastia dermatodes, Tephromela atra placodioides. Het aansluitende golfterrein BUXBAUMIEUA Lichenologische excursie naar Woerden, 27-30 april 1996 L. Spier C.M. van Herk A.M. Brand & ]B. Torenbeek In 1996 the Spring fieldmeeting of the Dutch Bryological and Lichenological Society

Nadere informatie

Buxbaumiella KNNV. Nummer 38. van. December Werkgroep. Lichenologische. Bryologische

Buxbaumiella KNNV. Nummer 38. van. December Werkgroep. Lichenologische. Bryologische Buxbaumiella KNNV de van Nummer 38 December 1995 Werkgroep Lichenologische en Bryologische Buxbaumiella 38 december 1995 Uitgegeven door de Bryologische en Lichenologische Werkgroep van de Koninklijke

Nadere informatie

oranje, wratig Xanthoria calcicola

oranje, wratig Xanthoria calcicola Tael tot de meesr algemene steenewonende korstmossen in Nederland door Andre Aptroot en Koos van Vliet 1a thallus folieus = ladvormig, meestal met rhizinen 2 thallus placodioid tot squamuleus = schuvormig

Nadere informatie

Al g e m e e n : O p a l o n z e a a n b i ed i n g en, a a n v a a r d i n g en, m ed ed el i n g en en o v er een k o m s t en v o o r o n d er s t a a n d e v er r i c h t i n g en z i j n u i t s l

Nadere informatie

Planten uit de Habitatrichtlijn

Planten uit de Habitatrichtlijn Indicator 28 februari 2008 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. Kruipend moerasscherm, groenknolorchis

Nadere informatie

Epifytische. lichenen in Vlaanderen M. Hoffmann. Inleiding. Zuidoost-België, enerzijds. uit de jaren zestig (Iserentant & Margot, 1963; Barkman, 1963;

Epifytische. lichenen in Vlaanderen M. Hoffmann. Inleiding. Zuidoost-België, enerzijds. uit de jaren zestig (Iserentant & Margot, 1963; Barkman, 1963; 4 Buxbaumiella 6 (1995) Epifytische lichenen in Vlaanderen M. Hoffmann Inleiding Vlaanderen heeft in vergelijking met haar omringende gebieden zoals ZuidoostBelgië, NoordNederland of de Boulonnais (NWFrankrijk)

Nadere informatie

Kruipnieuws. Jaargang 60 (1998) nummerl. 1 Kruipnieuws 60 (1998) 1

Kruipnieuws. Jaargang 60 (1998) nummerl. 1 Kruipnieuws 60 (1998) 1 Kruipnieuws Jaargang 60 (1998) nummerl 1 Kruipnieuws 60 (1998) 1 Colofon Kruipnieuws jaargang 60 nummer 1, maart 1998. De Kruipnieuws is het blad van de Plantensociologische werkgroep (sjocgroep) van de

Nadere informatie

hoofdjes, dat langer is dan deze (Rijksherbarium, Leiden) Bij het gereedmaken van het verspreidingskaartje van Filago pyramidata L.

hoofdjes, dat langer is dan deze (Rijksherbarium, Leiden) Bij het gereedmaken van het verspreidingskaartje van Filago pyramidata L. De Filago vulgaris-groep in Nederland door F. Adema (Rijksherbarium, Leiden) Bij het gereedmaken van het verspreidingskaartje van Filago pyramidata L. voor de Atlas van de Nederlandse Flora (MENNEMA, 1976)

Nadere informatie

Nieuwe vindplaatsen van zeldzame korstmossen en licheenparasieten in 2009, 2010 en 2011

Nieuwe vindplaatsen van zeldzame korstmossen en licheenparasieten in 2009, 2010 en 2011 Nieuwe vindplaatsen van zeldzame korstmossen en licheenparasieten in 2009, 2010 en 2011 Laurens Sparrius, André Aptroot & Maarten Brand Inleiding Sinds het verschijnen van de laatste versie van de standaardlijst

Nadere informatie

SLOBKOUSNIEUWS 7 jrg9

SLOBKOUSNIEUWS 7 jrg9 SLOBKOUSNIEUWS 7 jrg9 Net terug thuis van een deugddoende vakantie en wandelweek aan de Zeeuwse kust heb ik de voorrang gegeven aan de nieuwsbrief over de wandeling van de voorbije week. Op die van 12

Nadere informatie

Bureauonderzoek natuurwaarden wijzigingsplan Boekenrode

Bureauonderzoek natuurwaarden wijzigingsplan Boekenrode Bureauonderzoek natuurwaarden wijzigingsplan Boekenrode Natuurwaardenkaart Voor het inventariseren van de natuurwaarden van Heemstede zijn in het rapport Natuurwaardenkaart van Heemstede Waardering van

Nadere informatie

Aantal huisartsen en aantal FTE van huisartsen vanaf 2007 tot en met 2016

Aantal huisartsen en aantal FTE van huisartsen vanaf 2007 tot en met 2016 Aantal huisartsen en aantal FTE van huisartsen vanaf 2007 tot en met 2016 Werken er nu meer of minder huisartsen dan 10 jaar geleden en werken zij nu meer of minder FTE? LF.J. van der Velden & R.S. Batenburg,

Nadere informatie

Vrijwilligers voor flora en fauna inventarisaties: een gouden combinatie

Vrijwilligers voor flora en fauna inventarisaties: een gouden combinatie Vrijwilligers voor flora en fauna inventarisaties: een gouden combinatie 19 juni 2017 Theo Verstrael Sovon Vogelonderzoek Nederland Inhoud Vrijwilligers & natuurmonitoring Achtergronden & motivaties Wat

Nadere informatie

Buxbaumiella. Inhoud Buxbaumiella 82, januari mossen en korstmossen. tijdschrift van de bryologische en lichenologische werkgroep

Buxbaumiella. Inhoud Buxbaumiella 82, januari mossen en korstmossen. tijdschrift van de bryologische en lichenologische werkgroep Inhoud Buxbaumiella 82, januari 2009 Aanvullingen op de standaardlijst van de Nederlandse blad-, lever- en hauwmossen (2008) H.N. Siebel, H.J. During & H.M.H. van Melick 1 Veranderingen in de checklist

Nadere informatie

Flora van naaldbossen,

Flora van naaldbossen, Indicator 7 september 2012 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. In de naaldbossen in Nederland

Nadere informatie

Epifyt in Amsterdamse Iep

Epifyt in Amsterdamse Iep Epifyt in Amsterdamse Iep Inventarisatierapport Eikvarens in Iepen in de Amsterdamse Binnenstad Werk en Adviesgroep Muurplanten Noord-Holland 2010 Epifyt in Amsterdamse Iep Inventarisatierapport Eikvarens

Nadere informatie

Rode Lijst Indicator,

Rode Lijst Indicator, Indicator 2 september 2014 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. Er lijkt sprake van een recente

Nadere informatie

Hotspots van de korstmossen op de Rod vragen om een betere beschermin

Hotspots van de korstmossen op de Rod vragen om een betere beschermin )jevende ^atuur Kok van Herk, Laurens Sparrius & André Aptroot Hotspots van de korstmossen op de Rod vragen om een betere beschermin Bij veel mensen bestaat het idee dat er door de luchtvervuiling niet

Nadere informatie

Vlinders van de Habitatrichtlijn,

Vlinders van de Habitatrichtlijn, Indicator 20 september 2018 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. Van de vijf Habitatrichtlijnsoorten

Nadere informatie