Monitoring van epifytische mossen en korstmossen in 2000 in het Noord-Hollands Duinreservaat
|
|
- Hugo van de Velde
- 8 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 Monitoring van epifytische mossen en korstmossen in 000 in het Noord-Hollands Duinreservaat L.B. Sparrius & A. Aptroot, Adviesbureau voor Bryologie en Lichenologie Analyses, tabellen en figuren: H.A. Kivit., productgroep Natuur & Recreatie, NV PWN Opdrachtgever: N.V. PWN Projectleider: H.A. Kivit., productgroep Natuur & Recreatie Uitgave 00 Copyright N.V. PWN Waterleidingbedrijf Noord-Holland Postadres: van Oldenbarneveldweg 0, 0 KC Castricum Tel.: 0-0 Adviesbureau voor Bryologie en Lichenologie G. v.d. Veenstraat 0 XK Soest - -
2 - -
3 Inhoud Samenvatting... Inleiding... Methode.... Meetpunten.... Schaal.... Soorten... Uitvoering veldwerk Resultaten: verspreidingspatronen en veranderingen nitrofyten acidofyten.... schaduwsoorten.... klimaatsverandering.... Rode Lijst-soorten.... Betekenis van het Duinreservaat voor epifytische mossen en korstmossen... Suggesties voor het beheer.... Scheve bomen.... Een open bosrandstruktuur... Voorstel voor voortzetting monitoring... Referenties... Bijlagen - -
4 Samenvatting In 000 is voor de derde maal een inventarisatie gemaakt in het kader van monitoring van epifytische mossen en korstmossen in het Noord-Hollands Duinreservaat (NHD). Doel was het krijgen van een beeld van de epifytenflora in het gebied en het evalueren van effecten van luchtverontreiniging. Hiertoe werden opnamepunten in het gebied onderzocht. Uit het onderzoek komt naar voren dat veel mossen en korstmossen een landelijke trend volgen, waarbij vooral opvalt dat er meer soorten zijn gevonden dan bij de vorige inventarisatieronden. Dat is onder meer het gevolg van de terugkeer van soorten die gevoelig zijn voor zure depositie in de vorm van zwaveldioxide. Een belangrijke negatieve trend is de toename van soorten die profiteren van ammoniakdepositie. Met name op vrijstaande bomen in het duin is deze toename het sterkst; het aantal ammoniakminnende soorten is in dat biotoop met circa 0% gestegen in vergelijking met 0. Tengevolge hiervan nemen epifyten van zure schors af, waaronder enkele bedreigde soorten van de Rode Lijst. Een andere ontwikkeling is het donkerder worden van de bossen. Met name in de bosranden is verruiging door opslag van Esdoorn hiervan de oorzaak. Voor het beheer wordt de volgende suggestie gedaan: vrijstaande, scheve en/of oude bomen langs paden langs of in bossen moeten worden gespaard en vrijgehouden worden van oprukkend struweel. Het Noord-Hollands Duinreservaat is nog altijd één van der allerrijkste terreinen in Nederland voor epifytische mossen en korstmossen. De weinige nog aanwezige vrijstaande oude iepen zijn inmiddels bijna uniek en er rust een grote verantwoordelijkheid op de beheerder voor het behouden van deze cultuur- en natuurhistorisch belangrijke monumenten. - -
5 Inleiding De veranderingen in duinvegetatie die de laatste decennia overal langs de kust worden geconstateerd worden voor een deel toegeschreven aan verzuring en vermesting als gevolg van atmosferische depositie. Om de ontwikkelingen in het niveau van deze verzurende en vermestende stoffen in het NHD in de tijd te kunnen volgen is in 0 een monitoringprogramma gestart, waarbij gebruik gemaakt wordt van epifitische mossen en korstmossen. Dit programma is uitgevoerd in 0 en (Aptroot (0, ). In 000 is wederom een monitoringsronde uitgevoerd; in dit rapport worden de resultaten van deze derde ronde gepresenteerd. De invloed van zure depositie op epifyten in het duin, veroorzaakt door zwaveldioxide, was al in 0 sterk gereduceerd en inmiddels niet meer merkbaar, zoals ook blijkt uit recente onderzoeken (onder meer van Herk 00a). Bij de resultaten van 000 ligt de nadruk dan ook meer op ammoniakdepositie dan op depositie van zwaveldioxide. Daarnaast wordt aandacht gegeven aan de gevolgen van verruiging van bosranden door een veranderend bosbeheer, en aan de gevolgen van klimaatsveranderingen. - -
6 Methode. Meetpunten N en Heiloo In 000 werd gebruik gemaakt van de in 0 en aangelegde vaste meetpunten voor epifyten (kaart ). De meetpunten bestaan uit één boom of enkele bomen, tot maximaal tien bomen van dezelfde soort. In veel gevallen is aangegeven of een soort op een individuele boom aan- of afwezig is. Van de bomen werd alleen het gedeelte onderzocht dat vanaf de grond bereikbaar is, dus inclusief boomvoet en overhangende takken, maar exclusief hoge stammen en dood hout. De meetpunten zijn aangegeven op Kleverkaartjes ( x km, schaal :000) en de Amersfoortcoördinaten werden tot op 0 m nauwkeurig bepaald. Van elk meetpunt is onder meer aangegeven: de expositie (in open duin, langs pad, in bos), eventueel een schets van de ligging van de meetbomen en overige bijzonderheden. kaart.. Ligging meetpunten in 000 Castricum Limmen De keuze van de meetpunten is al in eerdere rapporten beschreven. Grofweg komt het er op neer dat er relatief veel bomen met bijzondere (Rode Lijstsoorten) zijn opgenomen, om de resultaten van de monitoring ook een floristische waarde te geven. Daarnaast zijn ook veel meetpunten willekeurig gekozen. De meeste bomen zijn goed belichte, vaak vrijstaande bomen langs paden, die tijdens het veldwerk eenvoudig te bereiken zijn. Ook is er naar gestreefd in elke vierkante kilometer zowel meetpunten met eiken als met abelen/populieren te nemen. Om meetpunten terug te vinden, was het soms noodzakelijk een merkteken aan te brengen. Hiervoor werd een spijker met een geel label gebruikt, die aan de van het pad afgekeerde zijde op circa meter hoogte werden bevestigd. Dit is alleen in gebeurd, omdat bleek dat veel merktekens tussen twee herhalingsronden verdwenen.. Schaal Voor het noteren van de abundantie van de soorten wordt de volgende schaal gebruikt: één exemplaar (of maximaal dm) gevonden op één boom diverse exemplaren (of meer dan dm) op één boom soort komt weinig voor op minder dan de helft van de bomen soort komt dominant voor op minder dan de helft van de bomen - -
7 soort komt weinig voor op meer dan de helft van de bomen soort is dominant op alle bomen Als een meetpunt uit één boom bestaat, dan worden alleen de schaaldelen, en gebruikt, zodat een meetpunt met een enkele boom iets minder zwaar weegt dan een meetpunt met meer bomen.. Soorten In vergelijking met de inventarisatieronden van 0 en is er veel veranderd in de naamgeving en ook in de omgrenzing van de soorten. Hieronder volgt een opsomming van de veranderingen: de onopvallende groene korsten Bacidia arnoldiana, Fellhanera viridisorediata (+), Micarea prasina en Trapeliopsis flexuosa (+) zijn in 000 beter herkend dan in voorgaande ronden. Fellhanera viridisorediata, F. ochracea, Bacidia neosquamulosa en Lecanora compallens zijn recent nieuw beschreven voor de wetenschap. De soorten met een (+) zijn niet met vorige ronden te vergelijken. In berekeningen van nitrofyten, acidofyten en schaduwsoorten (zie verderop) zijn deze soorten buiten beschouwing gelaten. Van de recent opgesplitste schildmossen Parmelia subrudecta en Parmelia ulophylla zijn de gegevens met terugwerkende kracht gewijzigd, voor zover niet beide soorten in 000 op één meetpunt voorkwamen. Van de bladmossen Orthotrichum is alleen onderscheid gemaakt in O. diaphanum en O. affine. Het is mogelijk dat zich hiertussen ook andere, slecht herkenbare soorten bevinden, gezien de recente explosie van Orthotrichum-soorten in Nederland. Ook alle andere, minder ingrijpende taxonomische wijzigingen uit de periode zijn in het databestand doorgevoerd. Bij de interpretatie van de gegevens worden de soorten onderverdeeld in drie categorieën van substraatvoorkeur (zie ook bijlage A): acidofyten nitrofyten zuurminnende epifyten die ofwel van nature op schors van eik voorkomen ofwel positief reageren op zure depositie (alleen Lecanora conizaeoides). Zuurminnende epifyten reageren sterk negatief op depositie van het basische ammoniak. dit zijn epifyten die ofwel positief reageren op depositie van ammoniak (verhoging van de zuurgraad van het substraat) ofwel op vermesting van de omgeving in het algemeen (eutrofiëring van het substraat). schaduwsoorten deze soorten komen alleen voor op beschaduwde plaatsen. Op vrijstaande bomen in het duin zijn ze nagenoeg afwezig, maar in bossen en verruigde bosranden komen ze veelvuldig voor. De overige soorten zijn neutrofyten of indifferent. De volgende groepen wordt daarbij nog onderscheiden: Rode Lijstsoorten (bij korstmossen) deze soorten staan op de Rode Lijst Korstmossen (Aptroot et al., ) noordelijke en zuidelijke soorten die met zekerheid toe- of afgenomen zijn door klimaatsverandering. De nomenclatuur is voor korstmossen volgens Aptroot et al. () en voor blad- en levermossen volgens Dirkse et al. (). - -
8 Uitvoering veldwerk Het merendeel van het veldwerk is uitgevoerd in augustus 000. Om het aantal meetpunten iets te reduceren zijn vooral meetpunten bij verruigde plaatsen en overige slecht bereikbare meetpunten overgeslagen, overigens zonder het streven naar een goede dekking over het onderzoeksgebied te verstoren (kaart ). Tenslotte zijn door andere oorzaken (kap, grootschalige natuurontwikkeling etc.) meetpunten verdwenen en zijn ook nieuwe meetpunten (met zeldzame soorten etc.) opnieuw aangelegd. Op deze wijze is het aantal meetpunten van circa 0 tot circa 00 gereduceerd (kaart ). Het aantal meetpunten dat in drie perioden is bezocht, bedraagt. Het terreindeel Wimmernummerduinen is pas na eigendom van NV PWN geworden en in dit gebied zijn in 000 nieuwe vaste meetpunten aangelegd. Daarentegen is het terrein Oude Hof in 000 niet opgenomen, omdat dit niet onder beheer van NV PWN valt. De basisgegevens van de meetpunten worden in dit rapport niet gepresenteerd, maar zijn aanwezig bij Natuur & Recreatie (NRS) van NV PWN, en bij adviesbureau ABL. kaart.. Aantal meetpunten per kilometerhok in
9 Resultaten: verspreidingspatronen en veranderingen Het aantal soorten dat in 000 is gevonden per kilometerhok is weergegeven in kaart Er is nog steeds een sterke gradiënt in de epifytenflora van het zuiden (Heemskerk) naar het noorden (en) van het terrein. Deze gradiënt uit zich bijvoorbeeld in de volgende variabelen (zie tabel ): het percentage acidofyten is in het noorden ruim tweemaal zo groot als in het zuiden; het percentage nitrofyten is in het zuiden ruim tweemaal zo groot als in het noorden; het percentage zeldzame soorten (zie bijlage A voor de soortenlijst) is in het noorden maar liefst ruim viermaal zo groot als in het zuiden. Al deze genoemde gradiënten bestonden reeds in de vorige periodes, maar de meeste gradiënten tonen enige nivellering vergeleken met vroeger. Zo was in 0 het percentage zeldzame soorten in het noorden absoluut en relatief hoger, en in het zuiden absoluut en relatief lager, zodat het noorden toen een meer dan maal zo hoog percentage zeldzame soorten kende als het zuiden. De veranderingen in de korstmossen zijn veel geprononceerder dan die in de mosflora. Toch zijn de meeste tendensen ook in de laatste herkenbaar. De echte, vaak luchtvervuilings-gevoelige epifytische blad- en levermossen zijn over de hele linie toegenomen. Een aparte tendens lijkt nog te zijn de afname van de min of meer terrestrische, niet aan bomen gebonden, bladmossen. De veranderingen in de epifytenflora worden hieronder besproken binnen thema s nitrofyten, acidofyten, schaduwminnende soorten, klimaatsverandering en Rode Lijstsoorten. kaart.. Het aantal gevonden soorten per kilometerhok in 000 Tabel. Enkele statistische gegevens per terreindeel (zone) in een zuid-noord opdeling van het terrein. De percentages voor een zone hebben betrekking op soortvoorkomens (= som (aantal opnamen van een soort) over alle soorten uit betr. groep, gedeeld door som (aantal opnamen van een soort) over alle soorten); een zone is aangegeven met de zuidelijke begrenzing ervan (Y-waarde van de Amersfoort-coördinaat, zie kaart ) zone aantal opnamen % acidofyten % nitrofyten % zeldzame soorten % toxitolerante soorten % luchtverontr. gevoelige soorten 0 0,, 0,, 0 0 0,, 0 0,,0 00 0,, - -
10 . nitrofyten In het gehele terrein zijn nitrofyten (stikstofminnende epifyten) toegenomen. Wel is de toename grotendeels beperkt tot de bomen in het open duin, waar het percentage nitrofyten is verdubbeld (zie kaart -, tabel en fig. ) kaart. Verschil in gemiddelde abundantie van nitrofyten tussen en 0 kaart. Verschil in gemiddelde abundantie van nitrofyten tussen 000 en kaart. Verschil in gemiddelde abundantie van nitrofyten tussen 000 en 0 Tabel. Voorkomen van nitrofyten per terreintype. Weergegeven is de gesommeerde abundanties van nitrofyten in de opnamen, als percentage van de totale som van abundanties Biotoop % abundantie nitrofyten 0 % abundantie nitrofyten % abundantie nitrofyten 000 open duin langs pad in bos De oorzaak hiervan is enerzijds de afname van zure depositie, anderzijds de toename van ammoniakdepositie uit de landbouw in de periode (van Herk 00b). Een van de belangrijke redenen om aan te nemen dat de ammoniakdepositie nog steeds licht toeneemt is de waargenomen nieuwvestiging van nitrofyten. De zure depositie heeft tien jaar geleden al z'n sterktste afname gehad. Ook de afname van acidofyten waarvan bekend is dat ze erg gevoelig zijn voor zure depositie (Platismatia, Cetraria) is een bewijs voor de toegenomen ammoniakdepositie. Een kenmerkende soort die reageert op een verhoogd voedselaanbod is Xanthoria parietina, die in 000 twee keer zo vaak is gevonden als in 0. In fig. is de toename in abundantie van deze soort weergegeven
11 .00 fig.. Voorkomen van de nitrofyt Xanthoria parietina per groeiplaats in 0, en 000 gem. abundantie in open veld langs pad in bos Landelijk gezien nemen nitrofyten nog steeds toe. Een deel van de nieuwe vestigingen van nitrofyten in het Noord-Hollands Duinreservaat kan worden verklaard door sporendruk van andere delen van het land. Daarnaast dringt door de afgenomen concentratie zuren in de lucht (met name zwaveldioxide) de ammoniak vanuit landbouwgebieden aangrenzend aan het duin verder door in het duingebied, met name op plaatsen waar de binnenduinrandbossen erg smal zijn. Bos is in staat om veel ammoniak uit de lucht te filteren; ook uit stedelijk gebied komt geen ammoniak vrij. Door de toegenomen basische, voedselrijke neerslag krijgen nitrofyten ook een kans, met name op vrijstaande bomen, omdat die in tegenstelling tot bosbomen het meest aan ammoniakrijke lucht staan blootgesteld. Ammoniakdepositie veroorzaakt ook verruiging van duin- en bosvegetaties. - -
12 . acidofyten In het gehele terrein, en in alle vegetatietypen, zijn acidofyten (zuurminnende epifyten) afgenomen (zie kaarten, en en tabel ) kaart. Verschil in gemiddelde abundantie van acidofyten tussen en 0 kaart. Verschil in gemiddelde abundantie van acidofyten tussen 000 en kaart. Verschil in gemiddelde abundantie van acidofyten tussen 000 en 0 Tabel. Voorkomen van acidofyten per terreintype. Weergegeven is de gesommeerde abundanties van acidofyten in de opnamen, als percentage van de totale som van abundanties Biotoop % abundantie acidofyten 0 % abundantie acidofyten % abundantie acidofyten 000 open duin 0 langs pad in bos Voor een belangrijk deel is de oorzaak hiervan de sterke afname van de toxitolerante acidofyt Lecanora conizaeoides (zie fig. ), een van de weinige soorten die positief reageerde op zure depositie. Door toename van ammoniakdepositie zijn ook andere -niet toxitolerante- acidofyten afgenomen. Kenmerkend voor de trends van beide soorten luchtvervuiling zijn de acidofyten Evernia prunastri en Hypogymnia physodes: deze soorten namen in nog toe door afname van depositie van zwaveldioxide, maar zijn in 000 sterk afgenomen door de toegenomen ammoniakdepositie, die een ontzuring (verhoging van de ph) van de - -
13 boomschors bewerkstelligt. Daarnaast zijn veel acidofyten soorten die op lichtrijke plaatsen groeien, bijvoorbeeld vrijstaande bomen of scheve bosbomen. fig.. Voorkomen van de acidofyt Lecanora conizaeoides per groeiplaats in 0, en 000 gem. abundantie in open veld langs pad in bos fig.. Voorkomen van de acidofyt Evernia prunastri per groeiplaats in 0, en 000 gem. abundantie in open veld langs pad in bos. schaduwsoorten In de periode -000 is een aantal soorten van schaduwomstandigheden in open duin bij paden langs bosranden enigszins toegenomen (tabel ). Tabel. Voorkomen van schaduwsoorten per terreintype. Weergegeven zijn de gesommeerde abundanties van schaduwsoorten in de opnamen Biotoop Som abundanties 0 Som abundanties Som abundanties 000 open duin 0 langs pad in bos 00 Deels is de oorzaak hiervan verruiging van plaatsen waar vrijstaande bomen staan, door het oprukken van struweel en hoge ruigtekruiden vanuit het bos en door overhangende takken van bomen in de bosrand. - -
14 Deze verruiging is een gevolg van een natuurlijker bosbeheer. Hoewel er door de verruiging meer soorten zijn gevonden, zijn lichtafhankelijke soorten van bosranden of lichtrijke plaatsen in bossen, zoals Cetraria chlorophylla, Platismatia glauca en Zygodon viridissimus sterk afgenomen of zelfs verdwenen.. klimaatsverandering Met name epifytische korstmossen reageren door hun gevoeligheid zeer snel op veranderingen in het milieu, en zijn daardoor bij uitstek graadmeters voor zulke veranderingen. Dat is nu ook gebleken, nu ze als eerste soortengroep in Nederland significant reageren op de effecten van klimaatsverandering. Deze trend is in het NHD goed te zien: een groot aantal zuidelijke soorten (zie tabel en, o.a. Opegrapha's, Dimerella, Porina) is sinds de laatste periode sterk toegenomen, zonder dat hiervoor een verklaring in termen van luchtvervuiling is te geven. Gelijktijdig zijn bijna alle noordelijke elementen (o.a. Cetraria's en Platismatia) achteruitgegaan of zelfs verdwenen. Tabel. Voorbeelden van soorten die zijn toegenomen door klimaatsverandering (alleen soorten en aantallen uit meetpunten die in beide jaren zijn bemonsterd) soort zuidelijke/noordelijke soort Anisomeridium polypori Z Arthonia spadicea Z Caloplaca obscurella Z 0 Chrysotrix candelaris Z 0 Dimerella pineti Z Opegrapha ochrocheila Z 0 Cetraria chlorophylla N 0 Cetraria pinastri N 0 Ochrolechia subviridis N 0 Tabel. Verandering in soortensamenstelling van de in 0, en 000 opgenomen punten in relatie tot de geografische verspreiding van de soorten verandering sinds 0 zuidelijk indifferent noordelijk nieuw beschreven voor de wetenschap nieuw gevonden 0 meer dan 00% toegenomen % toegenomen 0 0 afgenomen 0 0 verdwenen 0. Rode Lijst-soorten In is de Rode Lijst korstmossen verschenen (Aptroot et al. ). Voor blad- en levermossen dateert de officiële lijst uit. Een nieuwe Rode Lijst is nog niet verschenen, wel is er reeds een voorstel voor een Rode Lijst mossen gepubliceerd (Siebel et al. 00). Opvallend is dat in deze nieuwe Rode Lijst een aantal epifytische soorten is verdwenen: o.a. Ulota's, Orthotrichum speciosum, Frullania dilatata, Metzgeria furcata. Volgens de auteurs van de nieuwe Rode Lijst komt dit door het spectaculaire herstel van deze soorten in de afgelopen tien jaar. In het onderstaande overzicht is voor de mossen uitgegaan van het voorstel voor de nieuwe lijst (Siebel et al. 00). De volgende Rode Lijst-soorten zijn sinds verdwenen uit de opnamen: Bacidia arceutina, Caloplaca - -
15 luteoalba, Cetraria chlorophylla, Normandina acroglypta, Cetraria pinastri en Physcia aipolia. De eerste twee soorten zijn uitsluitend verdwenen door kap van enkele oude iepen. Caloplaca luteoalba is hiervan de meest bedreigde soort: hiervan zijn nog slechts twee bekende vindplaatsen in Nederland, beide op oude iepen. Een andere Rode Lijst-soort is weer teruggevonden: Ramalina fraxinea werd op een jonge iep bij Castricum gevonden. Deze soort groeide vroeger op oude iepen. Wellicht komen de hiervoor genoemde verdwenen soorten van oude iepen over enkele jaren weer terug op jonge iepen. Een aantal zeldzame Opegrapha s (O. vermicellifera, O. ochrocheila) gaat ook vooruit, wat samenhangt met een verhoogd aanbod aan vochtige of beschaduwde groeiplaatsen. In tabel staan de Rode Lijst-soorten van de monsterpunten die in de jaren 0, en 000 zijn opgenomen. Tabel. Voorkomen van Rode Lijst-soorten per jaar (over de opnamepunten die in de jaren 0, en 000 zijn gedaan) Naam RL categorie Rinodina efflorescens Gevoelig Isothecium alopecuroides Kwetsbaar 0 0 Tortula laevipila Kwetsbaar Platismatia glauca Kwetsbaar Usnea subfloridana Kwetsbaar Calicium viride Kwetsbaar Lecanora aitema Kwetsbaar Enterographa crassa Kwetsbaar Opegrapha vermicellifera Kwetsbaar 0 0 Ramalina fraxinea Bedreigd 0 Physconia perisidiosa Bedreigd 0 Cetraria chlorophylla Bedreigd 0 Physcia aipolia Bedreigd 0 Bacidia rubella Bedreigd Graphis scripta Bedreigd Pertusaria hymenea Bedreigd 0 0 Ochrolechia subviridis Bedreigd 0 0 Lecanora argentata Bedreigd Bacidia arceutina Bedreigd 0 Opegrapha varia Bedreigd 0 0 Usnea fulvoreagens Bedreigd 0 0 Chrysothrix candelaris Bedreigd 0 0 Arthonia pruinata Bedreigd 0 0 Normandina acroglypta Ernstig bedreigd 0 Cetraria pinastri Ernstig bedreigd 0 0 totaal 0 Op sommige boomsoorten is de kans op het voorkomen van Rode Lijst-soorten groter dan op andere soorten. De boomsoort met relatief de meeste Rode Lijst-soorten is de iep; gemiddeld werd hierop in 000 één Rode Lijst-soort per opname gevonden, tegenover bijv. gemiddeld 0, op eik en 0, op populier. Om die reden is het jammer dat door de iepziektebestrijding zoveel iepen samen met de bijzondere epifyten verdwijnen: in 0 zijn er 0 opnamen op iepen gemaakt; in 000 waren er nog maar opnamen op iepen, een achteruitgang van 0%. - -
16 . Betekenis van het Duinreservaat voor epifytische mossen en korstmossen Het Noord-Hollands Duinreservaat en met name het terreindeel bij en staat al vele jaren bekend als een van de plaatsen met de rijkste epifytenflora in Nederland (Aptroot, Barkman ). De verklaring hiervoor ligt in de combinatie van relatief goede omstandigheden door een lage mate van luchtverontreiniging in de jaren 0-0, en oude bossen met een vrij open structuur De weinige nog aanwezige vrijstaande oude iepen zijn inmiddels bijna uniek en er rust een grote verantwoordelijkheid op de beheerder voor deze cultuur- en natuurhistorisch belangrijke monumenten. Van het korstmos Rinodina efflorescens liggen bijna alle vindplaatsen in Nederland in het Noord-Hollands Duinreservaat: dit is een onopvallende soort die op een aantal zeer oude eiken in het erbos en bij Heemskerk groeit. De korstmosvegetaties in het erbos zijn uniek, en worden gekenmerkt door grote hoeveelheden Parmelia caperata die de oude, kromme eiken soms geheel kunnen bedekken. Uniek voor het duingebied zijn de epifytenvegetaties van zure en neutrale schors, waarin de soorten Parmelia sulcata, Evernia prunastri en Hypogymnia physodes domineren. In grote delen van Noord-Holland gaan deze vegetatietypen sterk achteruit door de hoge ammoniakbelasting en worden dan vervangen door nitrofytengezelschappen met Xanthoria s en Physcia s als dominante soorten. - -
17 Suggesties voor het beheer. Scheve bomen De meeste bijzondere epifyten in het gebied hebben relatief veel licht nodig. Bomen langs bosranden zijn dus vooral rijk aan korstmossen als ze ofwel vrij ver van de bosrand verwijderd zijn ofwel scheef staan, zodat de boomkroon geen schaduw op de boomstam werpt. Scheve bomen, ook in bossen, dienen gespaard te worden. Scheve bomen zijn door het vermogen het kronendek in het bos te openen vaak ook voor vogels en kruiden van belang. In bossen die naar een natuurlijke situatie worden omgevormd, geven scheve bomen tevens een bijdrage aan het wilde aspect van het bos.. Een open bosrandstructuur Veel lichtafhankelijke acidofyten kunnen door de hoge ammoniakdepositie alleen nog langs bosranden overleven. Een open structuur van de bosranden is dan noodzakelijk. Vrijstaande, scheve of oude bomen langs paden langs of in bossen moeten in het beheer worden gespaard en vrijgehouden worden van oprukkend struweel. - -
18 Voorstel voor voortzetting monitoring Gezien de sterke veranderingen in de epifytenflora gedurende de laatste jaren is het aan te bevelen dit onderzoek in 00 opnieuw uit te voeren. Met name epifytische korstmossen reageren door hun gevoeligheid zeer snel op veranderingen in het milieu en zijn daardoor bij uitstek graadmeters voor zulke veranderingen. Het aantal meetpunten kan in een volgende ronde nog iets verder worden gereduceerd door ernstig verruigde opnamepunten en opnamepunten met iepen te laten vervallen. Wel wordt aanbevolen om punten die al meerdere malen zijn opgenomen zoveel mogelijk te blijven volgen. Net als in en 000 kunnen bomen met bijzondere epifyten (zoals Rode Lijst-soorten) die tijdens het veldwerk worden gevonden aan het meetnet worden toegevoegd. De verhouding eik/populier moet zoveel mogelijk in stand worden gehouden. Hoewel veel populieren (inclusief abelen) in slechte staat verkeren, is toch een flink aantal soorten hieraan gebonden, zoals Caloplaca obscurella, Opegrapha s en Zygodon viridissimus. In de periode zijn voor elk meetpunt dezelfde veldformulieren gebruikt. Het strekt tot aanbeveling de bijschriften en situatieschetsen op de formulieren in een computerbestand te bewaren, zodat bij een volgende inventarisatieronde nieuwe formulieren gebruikt kunnen worden. - -
19 Referenties Aptroot, A.,. De lichenologische najaarsexcursie naar en. Buxbaumiella : -. Aptroot, A., 0. Biomonitoring met epifyten in het Noord-Hollands Duinreservaat. Rapport NV PWN. Aptroot, A.,. Biomonitoring met epifyten in het Noord-Hollands Duinreservaat. Rapport NV PWN. Aptroot, A., van Herk, C.M., van den Boom, P.P.G, Spier, J.L. & van Dobben, H.F.,. Rode Lijst van Nederland korstmossen. Basisrapport. Buxbaumiella. Aptroot, A., van Dobben, H.F., van Herk, C.M. & van Ommering, G.,. Bedreigde en kwetsbare korstmossen in Nederland. Toelichting op de Rode Lijst. IKC Natuurbeheer, Wageningen Aptroot, A., van Herk, C.M., Sparrius, L.B. & van den Boom, P.P.G.,. Checklist van de Nederlandse lichenen en lichenicole fungi. Buxbaumiella 0(): -. Barkman, J.J.,. Phytosociology and ecology of cryptogamic epiphytes. Van Gorcum, Assen. Dirkse, G., During, H. & Siebel, H.N.,. Standaardlijst van de Nederlandse blad-, lever- en hauwmossen. Buxbaumiella 0(). van Herk, C.M., 00a. Monitoring van ammoniak met korstmossen in Overijssel. Rapport LON, Soest. van Herk, C. M., 00b. Bark ph and susceptibility to toxic air pollutants as independent causes of changes in epiphytic lichen composition in space and time. Lichenologist (): - Siebel, H.N., van Tooren, B.F., van Melick, H.M.H., Bouman, A.C., During, H.J. & van Dort, K.W., 00. Bedreigde en kwetsbare mossen in Nederland. Basisrapport met voorstel voor de Rode Lijst. Buxbaumiella :- - -
20 Bijlagen - 0 -
21 Bijlage A. Tijdens de monitoring vastgestelde soorten met een speciale status: acidofyt, nitrofyt, schaduwsoort, zeldzame soort en/of Rode lijstsoort naam acido-/nitrofyt schaduw zeldzaam rode lijst naam acido-/nitrofyt schaduw zeldzaam rode lijst mossen korstmossen Anomodon viticulosus Z Sterk bedreigd Anisomeridium polypori S Aulacomnium androgynum A S Arthonia muscigena Z Campylopus flexuosus A Arthonia pruinata Z Bedreigd Campylopus introflexus A Arthonia spadicea S Dicranella heteromalla A Bacidia arceutina Z Bedreigd Dicranum scoparium A Bacidia arnoldiana S Frullania dilatata Bedreigd Bacidia assulata Z Grimmia pulvinata N Bacidia incompta Z Bedreigd Homalia trichomanoides Z Bedreigd Bacidia phacodes Z Ernstig bedreigd Homalothecium sericeum N Z Bacidia rubella Z Bedreigd Isothecium alopecuroides Z Bedreigd Buellia punctata N Lepidozia reptans A Calicium viride A S Z Kwetsbaar Leucobryum glaucum A Caloplaca citrina N Metzgeria furcata Bedreigd Caloplaca flavorubescens Z Verdwenen uit Nederland Orthodontium lineare A Caloplaca luteoalba Z Bedreigd Orthotrichum affine N Caloplaca phlogina N Orthotrichum diaphanum N Candelaria concolor N Orthotrichum speciosum Met uitsterven bedreigd Candelariella aurella N Plagiothecium curvifolium A Candelariella reflexa N Plagiothecium dent. var. dent. A Candelariella vitellina N Plagiothecium laetum A Candelariella xanthostigma N Plagiothecium nemorale A Catillaria nigroclavata Z Ernstig bedreigd Polytrichum commune A Cetraria chlorophylla A Z Bedreigd Polytrichum formosum A Cetraria pinastri A Z Ernstig bedreigd Porella platyphylla Z Sterk bedreigd Chaenotheca ferruginea A S Radula complanata Z Bedreigd Chaenotheca trichialis A S Thamnobryum alopecurum Z Chrysothrix candelaris A S Z Bedreigd Tortula laevipila N Bedreigd Cladonia chlorophaea A Tortula muralis N Cladonia coniocraea S Ulota bruchii Z Bedreigd Cladonia fimbriata A Ulota crispa Sterk bedreigd Cladonia glauca A S Ulota phyllantha Z Bedreigd Cladonia ochrochlora A S Cliostomum griffithii A Dimerella pineti S Enterographa crassa Z Kwetsbaar Evernia prunastri A Fellhanera ochracea S Categorie onbekend Graphis scripta Z Bedreigd Gyalideopsis anastomosans A S Haematomma ochroleucum A Hyperphyscia adglutinata N Hypocenomyce scalaris A Hypogymnia physodes A Hypogymnia tubulosa A Lecanora aitema A Kwetsbaar Lecanora argentata A Z Bedreigd Lecanora conizaeoides A Lecanora dispersa N Lecanora pulicaris A Lepraria incana S Micarea denigrata A Micarea melaena Z Micarea prasina S Mycoporum quercus A Normandina acroglypta Z Ernstig bedreigd Ochrolechia androgyna A Z Ochrolechia microstictoides A S Z Ochrolechia subviridis A Z Bedreigd Opegrapha herbarum S Opegrapha ochrocheila S Z Opegrapha rufescens S Opegrapha varia S Z Bedreigd Opegrapha vermicellifera S Z Kwetsbaar Parmelia saxatilis A Parmeliopsis ambigua A Pertusaria amara A Pertusaria coccodes A Pertusaria hymenea A Z Bedreigd Pertusaria leioplaca A Z Pertusaria pertusa A Phaeophyscia orbicularis N Physcia adscendens N Physcia aipolia N Z Bedreigd Physcia caesia N Physcia dubia N Physcia stellaris N Z Physcia tenella N Physconia distorta Z Kwetsbaar Physconia perisidiosa Z Bedreigd Placynthiella icmalea A Platismatia glauca A Z Kwetsbaar Pseudevernia furfuracea A Ramalina fraxinea Z Bedreigd Ramalina lacera Z Bedreigd Rinodina efflorescens Z Gevoelig Schismatomma decolorans S Strangospora pinicola A Taeniolella delitata Z Trapeliopsis flexuosa A Trapeliopsis granulosa A Usnea fulvoreagens Z Bedreigd Usnea subfloridana Z Kwetsbaar Xanthoria calcicola N Xanthoria candelaria N Xanthoria parietina N Xanthoria polycarpa N
22 Bijlage B. Presentie en abundantiesom van alle vastgestelde soorten, per jaar, over alle meetpunten Code Soortnaam presentie abundantiesom mossen E+0 Amblystegium serpens E+0 Anomodon viticulosus E+0 Aulacomnium androgynum E+0 Brachythecium populeum E+0 Brachythecium rutabulum E+0 Brachythecium velutinum 0 0 E+0 Bryum capillare s.l. 0 E+0 Campylopus flexuosus E+0 Campylopus introflexus E+0 Cephaloziella divaricata E+0 Ceratodon purpureus E+0 Dicranella heteromalla E+0 Dicranoweisia cirrata E+0 Dicranum scoparium 0 E+0 Eurhynchium hians E+0 Eurhynchium praelongum E+0 Eurhynchium striatum E+0 Frullania dilatata E+0 Grimmia pulvinata E+0 Homalia trichomanoides E+0 Homalothecium sericeum 0 E+0 Hypnum cupressiforme E+0 Hypnum jutlandicum E+0 Isothecium alopecuroides E+0 Isothecium myosuroides E+0 Lepidozia reptans E+0 Leucobryum glaucum E+0 Lophocolea bidentata E+0 Lophocolea heterophylla 0 E+0 Metzgeria furcata 0 E+0 Mnium hornum E+0 Orthodontium lineare E+0 Orthotrichum affine 0 E+0 Orthotrichum diaphanum 0 E+0 Orthotrichum speciosum E+0 Plagiomnium affine E+0 Plagiomnium undulatum E+0 Plagiothecium curvifolium E+0 Plagiothecium dent. var. dent E+0 Plagiothecium laetum E+0 Plagiothecium nemorale E+0 Pohlia nutans E+0 Polytrichum commune E+0 Polytrichum formosum E+0 Porella platyphylla E+0 Pseudoscleropodium purum E+0 Radula complanata E+0 Rhynchostegium confertum E+0 Thamnobryum alopecurum E+0 Tortula laevipila 0 E+0 Tortula muralis E+0 Tortula ruralis var. ruraliform E+0 Tortula subulata E+0 Ulota bruchii 0 E+0 Ulota crispa E+0 Ulota phyllantha E+0 Zygodon virid. var. virid. 00
23 Code Soortnaam presentie abundantiesom korstmossen E+0 Anisomeridium polypori 0 E+0 Arthonia muscigena E+0 Arthonia pruinata E+0 Arthonia radiata 0 E+0 Arthonia spadicea 0 E+0 Arthopyrenia punctiformis E+0 Bacidia arceutina E+0 Bacidia arnoldiana E+0 Bacidia delicata E+0 Bacidia incompta E+0 Bacidia neosquamulosa E+0 Bacidia phacodes E+0 Bacidia rubella E+0 Buellia griseovirens 0 E+0 Buellia punctata E+0 Calicium viride E+0 Caloplaca citrina 0 E+0 Caloplaca flavocitrina E+0 Caloplaca holocarpa E+0 Caloplaca luteoalba E+0 Caloplaca obscurella E+0 Candelaria concolor E+0 Candelariella E+0 Candelariella aurella E+0 Candelariella reflexa E+0 Candelariella vitellina 0 0 E+0 Candelariella xanthostigma E+0 Catillaria nigroclavata E+0 Cetraria chlorophylla 0 E+0 Cetraria pinastri E+0 Chaenotheca ferruginea E+0 Chaenotheca trichialis E+0 Chrysothrix candelaris E+0 Cladonia chlorophaea 0 E+0 Cladonia coniocraea E+0 Cladonia fimbriata 0 E+0 Cladonia furcata ssp. furcata E+0 Cladonia glauca E+0 Cladonia humilis E+0 Cladonia macilenta E+0 Cladonia ramulosa E+0 Cladonia rangiformis E+0 Cladonia subulata E+0 Cliostomum griffithii E+0 Dimerella pineti 0 E+0 Diploicia canescens 0 E+0 Enterographa crassa E+0 Evernia prunastri 0 0 E+0 Fellhanera ochracea E+0 Fellhanera viridisorediata E+0 Graphis scripta 0 0 E+0 Gyalideopsis anastomosans E+0 Haematomma ochroleucum E+0 Hyperphyscia adglutinata E+0 Hypocenomyce scalaris E+0 Hypogymnia physodes E+0 Hypogymnia tubulosa 0
24 Code Soortnaam presentie abundantiesom E+0 Lecania cyrtella 0 E+0 Lecanora aitema E+0 Lecanora argentata 0 E+0 Lecanora carpinea E+0 Lecanora chlarotera E+0 Lecanora compallens E+0 Lecanora conizaeoides E+0 Lecanora dispersa 0 E+0 Lecanora expallens 0 E+0 Lecanora hageni E+0 Lecanora pulicaris E+0 Lecanora saligna E+0 Lecanora symmicta E+0 Lecidella elaeochroma 0 0 E+0 Lecidella scabra E+0 Lepraria incana E+0 Lepraria lobificans E+0 Leproloma vouauxii 0 E+0 Macentina stigonemoides E+0 Micarea denigrata E+0 Micarea melaena E+0 Micarea nitschkeana 0 E+0 Micarea prasina E+0 Mycoporum quercus 0 E+0 Normandina acroglypta E+0 Ochrolechia androgyna E+0 Ochrolechia microstictoides E+0 Ochrolechia subviridis E+0 Opegrapha E+0 Opegrapha atra E+0 Opegrapha herbarum E+0 Opegrapha niveoatra E+0 Opegrapha ochrocheila E+0 Opegrapha rufescens E+0 Opegrapha varia 0 E+0 Opegrapha vermicellifera E+0 Opegrapha vulgata E+0 Parmelia acetabulum 0 E+0 Parmelia caperata E+0 Parmelia exasperatula E+0 Parmelia glabratula E+0 Parmelia perlata 0 E+0 Parmelia revoluta E+0 Parmelia saxatilis E+0 Parmelia soredians E+0 Parmelia subaurifera E+0 Parmelia subrudecta E+0 Parmelia subrudecta s.l. 0 E+0 Parmelia sulcata E+0 Parmelia ulophylla E+0 Parmeliopsis ambigua E+0 Pertusaria albescens E+0 Pertusaria amara E+0 Pertusaria coccodes E+0 Pertusaria hymenea E+0 Pertusaria leioplaca E+0 Pertusaria pertusa E+0 Phaeophyscia orbicularis E+0 Phlyctis argena E+0 Physcia adscendens 0 E+0 Physcia aipolia
25 Code Soortnaam presentie abundantiesom E+0 Physcia caesia E+0 Physcia dubia E+0 Physcia stellaris E+0 Physcia tenella E+0 Physconia distorta E+0 Physconia grisea E+0 Physconia perisidiosa E+0 Placynthiella icmalea 0 E+0 Platismatia glauca E+0 Porina aenea E+0 Pseudevernia furfuracea E+0 Pyrrhospora quernea 0 E+0 Ramalina farinacea 0 0 E+0 Ramalina fastigiata E+0 Ramalina fraxinea E+0 Ramalina lacera E+0 Rinodina efflorescens 0 E+0 Rinodina exigua E+0 Rinodina gennarii E+0 Rinodina pityrea E+0 Schismatomma decolorans E+0 Scoliciosporum gallurae E+0 Strangospora pinicola E+0 Taeniolella delicata E+0 Trapeliopsis flexuosa E+0 Trapeliopsis granulosa 0 E+0 Usnea fulvoreagens E+0 Usnea subfloridana E+0 Usnea wasmuthii E+0 Xanthoria calcicola E+0 Xanthoria candelaria E+0 Xanthoria parietina 0 E+0 Xanthoria polycarpa E+0 Xanthoriicola physciae
26 Bijlage C. Verspreiding van de in 000 in het NHD gevonden soorten (met aantal registraties per km-hok) Amblystegium serpens 000 Aulacomnium androgynum 000 Brachythecium rutabulum 000 Brachythecium velutinum 000 Bryum capillare s.l. 000 Campylopus introflexus 000
27 Bijlage C. Verspreiding van de in 000 in het NHD gevonden soorten (met aantal registraties per km-hok) Cephaloziella divaricata 000 Ceratodon purpureus 000 Dicranella heteromalla 000 Dicranoweisia cirrata 000 Dicranum scoparium 000 Eurhynchium praelongum 000
28 Bijlage C. Verspreiding van de in 000 in het NHD gevonden soorten (met aantal registraties per km-hok) Eurhynchium striatum 000 Frullania dilatata 000 Grimmia pulvinata Homalothecium sericeum 000 Hypnum cupressiforme 000 Hypnum jutlandicum 000
29 Bijlage C. Verspreiding van de in 000 in het NHD gevonden soorten (met aantal registraties per km-hok) Isothecium myosuroides 000 Lepidozia reptans 000 Leucobryum glaucum Lophocolea bidentata 000 Lophocolea heterophylla 000 Metzgeria furcata 000
30 Bijlage C. Verspreiding van de in 000 in het NHD gevonden soorten (met aantal registraties per km-hok) Mnium hornum 000 Orthodontium lineare 000 Orthotrichum affine 000 Orthotrichum diaphanum 000 Plagiomnium affine 000 Plagiomnium undulatum 000
31 Bijlage C. Verspreiding van de in 000 in het NHD gevonden soorten (met aantal registraties per km-hok) Plagiothecium curvifolium 000 Plagiothecium laetum 000 Plagiothecium nemorale 000 Pohlia nutans 000 Polytrichum commune 000 Polytrichum formosum 000
32 Bijlage C. Verspreiding van de in 000 in het NHD gevonden soorten (met aantal registraties per km-hok) Pseudoscleropodium purum 000 Rhynchostegium confertum 000 Tortula laevipila 000 Tortula muralis 000 Ulota bruchii 000 Ulota crispa 000
33 Bijlage C. Verspreiding van de in 000 in het NHD gevonden soorten (met aantal registraties per km-hok) Ulota phyllantha 000 Zygodon viridissimus var. viridissimus 000
34 Bijlage C. Verspreiding van de in 000 in het NHD gevonden soorten (met aantal registraties per km-hok) Anisomeridium polypori 000 Arthonia muscigena 000 Arthonia pruinata 000 Arthonia radiata 000 Arthonia spadicea 000 Arthopyrenia punctiformis 000
35 Bijlage C. Verspreiding van de in 000 in het NHD gevonden soorten (met aantal registraties per km-hok) Bacidia arnoldiana 000 Bacidia delicata 000 Bacidia neosquamulosa Bacidia rubella 000 Buellia griseovirens 000 Buellia punctata 000
36 Bijlage C. Verspreiding van de in 000 in het NHD gevonden soorten (met aantal registraties per km-hok) Calicium viride 000 Caloplaca citrina 000 Caloplaca flavocitrina 000 Caloplaca obscurella 000 Candelaria concolor 000 Candelariella aurella 000
37 Bijlage C. Verspreiding van de in 000 in het NHD gevonden soorten (met aantal registraties per km-hok) Candelariella reflexa 000 Candelariella vitellina 000 Candelariella xanthostigma 000 Chaenotheca ferruginea 000 Chaenotheca trichialis 000 Chrysothrix candelaris 000
38 Bijlage C. Verspreiding van de in 000 in het NHD gevonden soorten (met aantal registraties per km-hok) Cladonia chlorophaea 000 Cladonia coniocraea 000 Cladonia fimbriata 000 Cladonia glauca 000 Cladonia humilis 000 Cladonia macilenta 000
39 Bijlage C. Verspreiding van de in 000 in het NHD gevonden soorten (met aantal registraties per km-hok) Cladonia ramulosa 000 Cliostomum griffithii 000 Dimerella pineti 000 Diploicia canescens 000 Enterographa crassa 000 Evernia prunastri 000
40 Bijlage C. Verspreiding van de in 000 in het NHD gevonden soorten (met aantal registraties per km-hok) Fellhanera ochracea 000 Fellhanera viridisorediata 000 Graphis scripta 000 Gyalideopsis anastomosans 000 Hyperphyscia adglutinata 000 Hypocenomyce scalaris 000
41 Bijlage C. Verspreiding van de in 000 in het NHD gevonden soorten (met aantal registraties per km-hok) Hypogymnia physodes 000 Hypogymnia tubulosa 000 Lecania cyrtella 000 Lecanora aitema 000 Lecanora argentata 000 Lecanora carpinea 000
42 Bijlage C. Verspreiding van de in 000 in het NHD gevonden soorten (met aantal registraties per km-hok) Lecanora chlarotera 000 Lecanora compallens 000 Lecanora conizaeoides Lecanora dispersa 000 Lecanora expallens 000 Lecanora hageni 000
43 Bijlage C. Verspreiding van de in 000 in het NHD gevonden soorten (met aantal registraties per km-hok) Lecanora symmicta 000 Lecidella elaeochroma 000 Lecidella scabra Lepraria incana 000 Lepraria lobificans 000 Leproloma vouauxii 000
44 Bijlage C. Verspreiding van de in 000 in het NHD gevonden soorten (met aantal registraties per km-hok) Macentina stigonemoides 000 Micarea nitschkeana 000 Micarea prasina 000 Mycoporum quercus 000 Opegrapha atra 000 Opegrapha herbarum 000
45 Bijlage C. Verspreiding van de in 000 in het NHD gevonden soorten (met aantal registraties per km-hok) Opegrapha niveoatra 000 Opegrapha ochrocheila 000 Opegrapha varia 000 Opegrapha vermicellifera 000 Opegrapha vulgata 000 Parmelia acetabulum 000
46 Bijlage C. Verspreiding van de in 000 in het NHD gevonden soorten (met aantal registraties per km-hok) Parmelia caperata 000 Parmelia exasperatula 000 Parmelia glabratula 000 Parmelia perlata 000 Parmelia revoluta 000 Parmelia saxatilis 000
47 Bijlage C. Verspreiding van de in 000 in het NHD gevonden soorten (met aantal registraties per km-hok) 0 Parmelia soredians 000 Parmelia subaurifera 000 Parmelia subrudecta Parmelia sulcata 000 Parmelia ulophylla 000 Pertusaria amara 000
48 Bijlage C. Verspreiding van de in 000 in het NHD gevonden soorten (met aantal registraties per km-hok) Pertusaria coccodes 000 Pertusaria leioplaca 000 Pertusaria pertusa 000 Phaeophyscia orbicularis 000 Phlyctis argena 000 Physcia adscendens 000
49 Bijlage C. Verspreiding van de in 000 in het NHD gevonden soorten (met aantal registraties per km-hok) Physcia caesia 000 Physcia tenella 000 Physconia grisea 000 Physconia perisidiosa 000 Placynthiella icmalea 000 Platismatia glauca 000
50 Bijlage C. Verspreiding van de in 000 in het NHD gevonden soorten (met aantal registraties per km-hok) Porina aenea 000 Pseudevernia furfuracea 000 Pyrrhospora quernea 000 Ramalina farinacea 000 Ramalina fastigiata 000 Ramalina fraxinea 000
51 Bijlage C. Verspreiding van de in 000 in het NHD gevonden soorten (met aantal registraties per km-hok) Ramalina lacera 000 Rinodina efflorescens 000 Rinodina exigua 000 Rinodina pityrea 000 Schismatomma decolorans 000 Scoliciosporum gallurae 000
52 Bijlage C. Verspreiding van de in 000 in het NHD gevonden soorten (met aantal registraties per km-hok) Trapeliopsis flexuosa 000 Trapeliopsis granulosa 000 Usnea fulvoreagens 000 Usnea subfloridana 000 Usnea wasmuthii 000 Xanthoria candelaria 000
53 Bijlage C. Verspreiding van de in 000 in het NHD gevonden soorten (met aantal registraties per km-hok) Xanthoria parietina 000 Xanthoria polycarpa 000 Xanthoriicola physciae 000
Buxbaumiella 48 (1999) 31
Buxbaumiella 48 (1999) 31 De lichenologische excursie van 11 maart 1996 naar Baarn en Leusden met opmerkingen over twee nieuw beschreven soorten: Protoparmelia hypotremella en Lecanora barkmaniana Kok
Nadere informatieMossig Nieuws no april 2019
Mossig Nieuws no. 16 4 april 2019 Nieuwsbrief van de Mossenwerkgroep van de KNNV Alkmaar - Den Helder Determinatieavonden De wekelijkse mossendeterminatieavonden zijn weer gestopt. In de herfst starten
Nadere informatieSLOBKOUSNIEUWS 10 jrg7
SLOBKOUSNIEUWS 10 jrg7 Paul & Paul, Guido, Luc, Jan, Harry, Zee en Ine beklommen de Witteberg. Het lijkt stoer maar eigenlijk was er geen klimmen aan eerder plonsen en spetteren maar dat wordt in de leuke
Nadere informatieMonitoring van ammoniak met korstmossen in Friesland in 2003
Monitoring van ammoniak met korstmossen in Friesland in 2003 adviesbureau voor biodiversiteitsonderzoek In opdracht van de Provincie Fryslân en het ROM-project zuidoost Friesland Monitoring van ammoniak
Nadere informatieSLOBKOUSNIEUWS 50 jrg8
SLOBKOUSNIEUWS 50 jrg8 De redactie heeft deze keer weer de fakkel van de verslaggeving moeten doorgeven. Dit was niet zonder resultaat. Naast een mooi verslag en de waarnemingslijsten van Guido waren er
Nadere informatieMossig Nieuws no oktober 2018
Mossig Nieuws no. 10 10 oktober 2018 Nieuwsbrief van de Mossenwerkgroep van de KNNV Alkmaar - Den Helder Mossen langs de Uilenvangersweg De eerste excursie van dit seizoen startte, onder een lekker zonnetje,
Nadere informatieSLOBKOUSNIEUWS 7 jrg9
SLOBKOUSNIEUWS 7 jrg9 Net terug thuis van een deugddoende vakantie en wandelweek aan de Zeeuwse kust heb ik de voorrang gegeven aan de nieuwsbrief over de wandeling van de voorbije week. Op die van 12
Nadere informatieProfessionele Bachelor Agro- en Biotechnologie Groenmanagement
Professionele Bachelor Agro- en Biotechnologie Groenmanagement EPIFYTISCHE LICHENEN ALS BIO-INDICATOR VOOR AMMONIAK EN ZWAVELDIOXIDE IN MIDDEN-LIMBURG Specialisatie: natuur- en bosbeheer Interne promotor
Nadere informatieDe Eendagsexcursie naar de duinen bij de. Wassenaarse Slag (Ganzenhoek. Joop Kortselius. Inleiding
37 De Eendagsexcursie naar de duinen bij de Wassenaarse Slag (Ganzenhoek en Lange Pan) Joop Kortselius A report is presented on the Bryophytes observed during a one day visit to the dune area near Wassenaar.
Nadere informatieMossig Nieuws no februari 2019
Mossig Nieuws no. 14 7 februari 2019 Nieuwsbrief van de Mossenwerkgroep van de KNNV Alkmaar - Den Helder Mossen zoeken in de sneeuw Het was koud en af en toe viel er nog wat sneeuw op de laatste dag van
Nadere informatieSLOBKOUSNIEUWS 4 jrg9
SLOBKOUSNIEUWS 4 jrg9 Deze keer had de redactie zijn willetje opgelegd en werd er gewandeld in het Kolisbos. Het was al een tijdje geleden dat we deze plek nog bezochten. Spijtig genoeg was alles bevroren
Nadere informatieSLOBKOUSNIEUWS 9 jrg9
SLOBKOUSNIEUWS 9 jrg9 Het was een vermoeiende tocht! Niet minder dan 840m afgelegd! Eens te meer mag de lijst van waarnemingen gezien worden. Intussen draaien onze fotografen overuren zodat het zo goed
Nadere informatieMossig Nieuws no februari 2018
Mossig Nieuws no. 6 18 februari 2018 Nieuwsbrief van de Mossenwerkgroep van de KNNV Alkmaar - Den Helder Zanddepot de Weelen Op 4 februari bracht de Mossenwerkgroep een bezoek aan het voormalige zanddepot
Nadere informatieDe bryoflora van het Zalkerbos (Ov.)
28 Buxbaumiella 60 (2002) De bryoflora van het Zalkerbos (Ov.) J. (Jacob) Koopman 1 & H. (Harry) Waltje 2 1 Hoofdstraat-West 27, 8471 HP Wolvega (e-mail j.koopman@aoc-terra.nl), 2 Reidpôle 79, 9207 EE
Nadere informatieInventarisatie Epifytische Macrolichenen in Wageningen. Handleiding
Inventarisatie Epifytische Macrolichenen in Wageningen Handleiding Korstmossenwerkgroep KNNV Wageningen e.o. H. van der Kolk Oktober - November 2015 Inventarisatie Epifytische Macrolichen in Wageningen
Nadere informatieSLOBKOUSNIEUWS 14 jrg7
SLOBKOUSNIEUWS 14 jrg7 Vorige dinsdag zat deze jongen in de speeltuin terwijl de slobkousjes Ine, Isabelle, Guido, Luc en Paul op ontdekking gingen in het Kolisbos. Dank zei een kort mailtje van Paul hebben
Nadere informatieSLOBKOUSNIEUWS 03 jrg7
SLOBKOUSNIEUWS 03 jrg7 Jan, Isabelle, Guido, Ine, Luc, Paul, Zee en Dirk gingen vorige week op wandel in de omgeving van de grafheuvels van het Molhem. Ondanks de vrieskoude temperaturen konden we toch
Nadere informatieBuxbaumiella KNNV. Nummer 29. van. December 1992. Werkgroep. Lichenologische. Bryologische
Buxbaumiella KNNV de van Nummer 29 December 1992 Werkgroep Lichenologische en Bryologische Buxbaumiella 29 december 1992 Uitgegeven door de Bryologische en Lichenologische Werkgroep van de Koninklijke
Nadere informatieDe korstmossen van het Westergasfabriek-terrein, Amsterdam, op 3 december 1998
32 Buxbaumiella 49 (1999) De korstmossen van het Westergasfabriek-terrein, Amsterdam, op 3 december 1998 Kok van Herk, André Aptroot, Laurens Sparrius & Leo Spier C.M. van Herk, A. Aptroot, L.B. Sparrius
Nadere informatieBlad-, lever- en korstmossen op dood hout in het Speulderbos
Buxbaumiella 74 (2006) 45 Blad-, lever- en korstmossen op dood hout in het Speulderbos K.W. (Klaas) van Dort 1 & L. (Leo) Spier 2 1 Leeuweriksweide186, 6708 LN Wageningen (klaasvandort@wanadoo.nl); 2 Koning
Nadere informatieBuxbaumiella 69 december 2004
Buxbaumiella 69 december 2004 Uitgegeven door de Bryologische en Lichenologische Werkgroep van de Koninklijke Nederlandse Natuurhistorische Vereniging ISSN 0166 5405 Oplage 375 exemplaren 2 Buxbaumiella
Nadere informatieBuxbaumiella 67 augustus 2004
Buxbaumiella 67 augustus 2004 Uitgegeven door de Bryologische en Lichenologische Werkgroep van de Koninklijke Nederlandse Natuurhistorische Vereniging ISSN 0166 5405 Oplage 375 exemplaren 2 Buxbaumiella
Nadere informatieDe mossen van het kasteeldomein Cantecroy (Mortsel, provincie Antwerpen)
De mossen van het kasteeldomein Cantecroy (Mortsel, provincie Antwerpen) Juul Slembrouck en Dirk De Beer Wel wat van op afstand - maar toch heeft één onzer (JS) Cantecroy altijd als een stukje van zijn
Nadere informatieKorstmossen en ammoniak C. van Herk. kartering. bijvoorbeeld de Zomereik (ph ca. 4,5) pas voor als er
43 Korstmossen en ammoniak C. van Herk The pollution of the air with ammonia is in the Netherlands a big problem. Since 1989 lichens on oaktrees are used to map and monitor the effects of the pollution.
Nadere informatieInteressante korstmosvondsten, waaronder Usnea cornuta (ingesnoerd baardmos) en Usnea filipendula (visgraatbaardmos),
Interessante korstmosvondsten, waaronder Usnea cornuta (ingesnoerd baardmos) en Usnea filipendula (visgraatbaardmos), in de Soester Duinen Arie van den Bremer en Leo Spier Inleiding Na de vorming van de
Nadere informatieSLOBKOUSNIEUWS 11 jrg8
SLOBKOUSNIEUWS 11 jrg8 Deze keer was ik er nog eens bij! Samen met mij hadden Ine, Nicole, Isabelle, Guido, Luc en Jozefa zich niet laten afschrikken door de voorspelling van regen op de buienradar. Als
Nadere informatieBiatoridium monasteriense Lahm ex Körb. nieuw voor Nederland
Biatoridium monasteriense Lahm ex Körb. nieuw voor Nederland Klaas van Dort en André Aptroot Inleiding Essenhakhout is een cultuurhistorisch én natuurhistorisch belangwekkend bostype. Plantensociologisch
Nadere informatieSLOBKOUSNIEUWS 7 jrg6
SLOBKOUSNIEUWS 7 jrg6 Eindelijk was het weer in een gunstige stemming en konden Isabelle, Paul, Luc, André en Jan nog eens genieten van een lekker zonnetje bij de wandeling. André is altijd nieuwsgierig
Nadere informatiePhyscia. stellaris (L.) Ach. in Nederland. appeared. the continuing eutrophication of tree bark by
Physcia stellaris (L.) Ach. in Nederland A.J. de Bakker " (Rijksinstituut voor Natuurbeheer, Postbus 46, 3956 ZR Leersum) Physcia stellaris (L.) Ach. in the Netherlands Since 1980,the lichen Physcia stellaris
Nadere informatieInleiding. De lichenologische najaarsexcursie. Diever (Drente) muurtjes, 2 heidegebieden, 8 hunebedden en op 8 plaatsen (weg)-
54 De lichenologische najaarsexcursie van 1993 naar Diever (Drente) P.P.G. van den Boom & C.M. van Herk A two-day meeting with 6 lichenologists from The Netherlands was arranged in the province of Drente
Nadere informatieInleiding. Het Najaarsweekend 1990 op de Noord-Veluwe. was het september. Vertrekpunt NBAS-Bondshuis, de jeugdherberg te
4 Buxbaumiella 27 (1992) (1992! Het Najaarsweekend 1990 op de Noord-Veluwe Joop Kortselius The Autumn Meeting 1990 was held on September 8 and 9 on the Northern Veluwe, Province Gelderland. The monitoring
Nadere informatiePaleispark Het Loo bij Apeldoorn, een ware hot spot voor epifytische korstmossen
Buxbaumiella 69 (2004) 9 Paleispark Het Loo bij Apeldoorn, een ware hot spot voor epifytische korstmossen C.M. (Kok) van Herk 1, A. (André) Aptroot 2, L.B. (Laurens) Sparrius 3 & J.L. (Leo) Spier 4 1 Goudvink
Nadere informatieMossen van de Damvallei (Destelbergen) Verslag van de excursie op 27 april 2013
Nr 34 8 Mossen van de Damvallei (Destelbergen) Verslag van de excursie op 27 april 2013 Wouter Van Landuyt 1 & Dirk De Beer 2 Inleiding De Damvallei is een laagveengebied dat verspreid ligt over de gemeenten
Nadere informatieBuxbaumiella KNNV. Nummer 28. van. Juni Werkgroep. Lichenologische. Bryologische
Buxbaumiella KNNV de van Nummer 28 Juni 1992 Werkgroep Lichenologische en Bryologische Buxbaumiella 28 juni 1992 Uitgegeven door de Bryologische en Lichenologische Werkgroep van de Koninklijke Nederlandse
Nadere informatieDe mossen van het Weerterbos
De mossen van het Weerterbos 2009 Marleen Smulders Inventarisatieproject mossenwerkgroep KNNV Eindhoven tijdens de periode Januari 2008 mei 2009 Met medewerking van Margriet Bekking Hans Choinowski Dick
Nadere informatie10 Buxbaumiella 59 (2002)
10 Buxbaumiella 59 (2002) Het Gasterse Holt B.O. van Zanten 1, W.J. de Ruiter 2, E. de Haas-Lely 3 & E.H. Rietsema 4 1 Vogelzangsteeg 8, 9479 TG Noordlaren; 2 Nic. Beetslaan 4, 9405 BD Assen; 3 Schepenlaan
Nadere informatieSLOBKOUSNIEUWS 5 jrg6
SLOBKOUSNIEUWS 5 jrg6 Het is niet de gewoonte om een nieuwsbrief te openen met een foto maar nu leek het me toch de moeite te laten zien dat het leven van een slobkous niet altijd baad in de zonneschijn!
Nadere informatieVeranderingen in de epifytische korstmos-flora van het Staelduinse
Veranderingen in de epifytische korstmos-flora van het Staelduinse bos in de periode 1949-1984 Arjan de Bakker (A. van Hensbeeksingel 233, 2803 LT Gouda) Changes in the epiphytic lichen flora of the Staelduinen
Nadere informatieOp zoek naar Vloedschedemos (Timmia megapolitana) in de Otter- en Sterlinggriend in de Sliedrechtse Biesbosch
Op zoek naar Vloedschedemos (Timmia megapolitana) in de Otter- en Sterlinggriend in de Sliedrechtse Biesbosch Arno van der Pluijm Inleiding Om de Biesbosch te bezoeken, heb je een boot nodig. Dit kan een
Nadere informatieVerslag van de korstmossenexcursie naar het zuidwesten
Buxbaumiella 52 (2000) 3 Verslag van de korstmossenexcursie naar het zuidwesten van Friesland L.B. (Laurens) Sparrius 1, A. (André) Aptroot 2 & C.M. (Kok) van Herk 3 1 Kongsbergstraat 1, 2804 XV Gouda
Nadere informatieKorstmossen op oude kerken in Nederland
32 Buxbaumiella 52 (2000) Korstmossen op oude kerken in Nederland L.B. (Laurens) Sparrius Kongsbergstraat 1, 2804 XV Gouda (e-mail sparrius@stad.dsl.nl) Summary: Lichens on old churches in the Netherlands
Nadere informatieMossen op bomen. Geïllustreerde tabel voor het op naam brengen van mossen op bomen. Jan Kersten Riek van den Bosch
Mossen op bomen Geïllustreerde tabel voor het op naam brengen van mossen op bomen. Jan Kersten Riek van den Bosch Samenstelling november 2013 Gewijzigd maart 2014 Jan Kersten en Riek van den Bosch Mossen
Nadere informatieBuxbaumiella. Inhoud Buxbaumiella 86, mei 2010. mossen en korstmossen. tijdschrift van de bryologische en lichenologische werkgroep
Inhoud Buxbaumiella 86, mei 2010 Op zoek naar Vloedschedemos (Timmia megapolitana) in de Otter- en Sterlinggriend in de Sliedrechtse Biesbosch A. van der Pluijm 1 Welke steensoorten zijn van belang om
Nadere informatieBuxbaumiella 53 november 2000
Buxbaumiella 53 november 2000 Uitgegeven door de Bryologische en Lichenologische Werkgroep van de Koninklijke Nederlandse Natuurhistorische Vereniging ISSN 0166 4505 Oplage 400 exemplaren 2 Buxbaumiella
Nadere informatieEpifytische. lichenen in Vlaanderen M. Hoffmann. Inleiding. Zuidoost-België, enerzijds. uit de jaren zestig (Iserentant & Margot, 1963; Barkman, 1963;
4 Buxbaumiella 6 (1995) Epifytische lichenen in Vlaanderen M. Hoffmann Inleiding Vlaanderen heeft in vergelijking met haar omringende gebieden zoals ZuidoostBelgië, NoordNederland of de Boulonnais (NWFrankrijk)
Nadere informatieMossig Nieuws no januari 2018
Mossig Nieuws no. 5 24 januari 2018 Nieuwsbrief van de Mossenwerkgroep van de KNNV Alkmaar - Den Helder Inventarisatie Hortus Alkmaar levert drie nieuwe mossoorten op voor Alkmaar Een verrassende excursie
Nadere informatieBryofieten van de internationale proefvlakken level I van het bosvitaliteitsmeetnet in het Vlaamse Gewest
Bryofyten level I Proefvlakken 2007 2 Bryofieten van de internationale proefvlakken level I van het bosvitaliteitsmeetnet in het Vlaamse Gewest Herman Stieperaere Nationale Plantentuin van België (december
Nadere informatieDe mossen van Vlieland
2 Buxbaumiella 67 (2004) De mossen van Vlieland B.F. (Bart) van Tooren 1, M. (Marleen) Smulders 2 & R.J. (Rienk-Jan) Bijlsma 3 1 Venuslaan 2, 3721 VG Bilthoven (bart.sylvia@zonnet.nl); 2 Looierstraat 40,
Nadere informatieSLOBKOUSNIEUWS 2 jrg6
SLOBKOUSNIEUWS 2 jrg6 Op onze tweede wandeling van het nieuwe jaar hielden we het bij de korstmossen. Vorige keer was immers duidelijk dat we een en ander terug moesten opfrissen. De keuze viel daarom
Nadere informatieBuxbaumiella 72 november 2005
Buxbaumiella 72 november 2005 Uitgegeven door de Bryologische en Lichenologische Werkgroep van de Koninklijke Nederlandse Natuurhistorische Vereniging ISSN 0166 5405 Oplage 400 exemplaren 2 Buxbaumiella
Nadere informatieDE MOSFLORA VAN DE ALPHENSCHE BERGEN
DE MOSFLORA VAN DE ALPHENSCHE BERGEN VERSLAG VAN HET INVENTARISATIEONDERZOEK 2007-2008 Uitgevoerd door de mossenwerkgroep KNNV Afd. Breda Samenstelling: in samenwerking met: Met een bijdrage van: Chr.
Nadere informatieUniversity of Groningen. The decline of the flora of dutch megalithic tombs Boele, C; van Zanten, B.O. Published in: Lindbergia
University of Groningen The decline of the flora of dutch megalithic tombs Boele, C; van Zanten, B.O. Published in: Lindbergia IMPORTANT NOTE: You are advised to consult the publisher's version (publisher's
Nadere informatieBuxbaumiella KNNV. Nummer 43. van. November Werkgroep. Lichenologische. Bryologische
Buxbaumiella KNNV de van Nummer 43 November 1997 Werkgroep Lichenologische en Bryologische Buxbaumiella 43 november 1997 Uitgegeven door de Bryoiogische en Lichenoiogische Werkgroep van de Koninklijke
Nadere informatiePhaeographis dendritica (Ach.) Müll. Arg. in Nederland, op de Esscheplaat aan het Hollands Diep
Phaeographis dendritica (Ach.) Müll. Arg. in Nederland, op de Esscheplaat aan het Hollands Diep Klaas van Dort & Arno van der Pluijm Inleiding Op 18 april 2013 bracht een twaalftal leden van de Plantensociologische
Nadere informatieMossen en korstmossen op aangevoerde olijfbomen en geïmporteerde stenige substraten
Mossen en korstmossen op aangevoerde olijfbomen en geïmporteerde stenige substraten André Aptroot In de laatste jaren staan er in Buxbaumiella steeds meer stukjes over aangevoerde mossen en vooral korstmossen
Nadere informatieKruipnieuws. Jaargang 60 (1998) nummerl. 1 Kruipnieuws 60 (1998) 1
Kruipnieuws Jaargang 60 (1998) nummerl 1 Kruipnieuws 60 (1998) 1 Colofon Kruipnieuws jaargang 60 nummer 1, maart 1998. De Kruipnieuws is het blad van de Plantensociologische werkgroep (sjocgroep) van de
Nadere informatieDe teloorgang van een rijke bryoflora op forten bij Utrecht
De teloorgang van een rijke bryoflora op forten bij Utrecht Henk Greven Inleiding Tot de Stelling van Utrecht behoren 15 forten die in twee ringen rondom de stad liggen. Zij vormen een onderdeel van de
Nadere informatieVerspreidingspatronen en ecologie van Nederlandse korstmossen
Verspreidingspatronen en ecologie van Nederlandse korstmossen Kok van Herk* & André Aptroot** * Lichenologisch Onderzoekbureau Nederland, Goudvink 47, 3766 WK Soest; e-mail: lonsoest@wxs.nl ** Adviesbureau
Nadere informatieEffect van overstuiving op korstmosrijke duinen op Terschelling
Rita Ketner-Oostra & Karlè Sy kora Effect van overstuiving op korstmosrijke duinen op Terschelling De botanische verscheidenheid in kalkarme droge duinen wordt o.a. door korstmossen gevormd. Sinds de jaren
Nadere informatieMossen en vaatplanten op dood beukenhout in bosreservaat Kersselaerspleyn (Zoniënwoud, Vlaanderen)
Mossen en vaatplanten op dood beukenhout in bosreservaat Kersselaerspleyn (Zoniënwoud, Vlaanderen) Mossen en vaatplanten op dood beukenhout in bosreservaat Kersselaerspleyn (Zoniënwoud, Vlaanderen) K.
Nadere informatiezijn reis door Nederland,
Overzicht der door Ehrhart, op zijn reis door Nederland, verzamelde Bryophyta. DOOR Fr. Verdoorn, (Hilversum) Evenals de studie der mosvegetatie van Harz, Hannover etc., neemt ook de Nederlandsche bryologische
Nadere informatieBuxbaumiella KNNV. Nummer 33. van. April Werkgroep. Lichenologische. Bryologische
Buxbaumiella KNNV de van Nummer 33 April 1994 Werkgroep Lichenologische en Bryologische Buxbaumiella 33 april 1994 Uitgegeven door de BryoJogische en Lichenologische Werkgroep van de Koninklijke Nederlandse
Nadere informatieLandelijk Meetnet Korstmossen
Landelijk Meetnet Korstmossen Inhoudelijke rapportage 2000 L.B. Sparrius, A. Aptroot & C.M. van Herk Bryologische en Lichenologische Werkgroep Koninklijke Nederlandse Natuurhistorische Vereniging In opdracht
Nadere informatieOud Kolland in beeld. Hans Wondergem
Oud Kolland in beeld Hans Wondergem Inleiding Oud Kolland omvat een essenhakhoutcomplex dat is gelegen op de komgronden tussen de Neder Rijn en de zuidflank van de Utrechtse Heuvelrug. Het ligt ten zuidwesten
Nadere informatieMossen en korstmossen Oud en Nieuw Amelisweerd en Rhijnauwen
Mossen en orstmossen Oud en Nieuw Amelisweerd en Rhijnauwen FORESTFUN ecologisch advies en onderzoe Ecologisch Adviesbureau Maes COLOFON Auteur: Onderzoe: Foto s en aart: In opdracht van: Lay-out: Klaas
Nadere informatieVoorkomen van mossen op enkele kerkterreinen van de Stichting Oude Groninger Kerken
Voorkomen van mossen op enkele kerkterreinen van de Stichting Oude Groninger Kerken Albert-Erik de Winter 2013 Dankwoord Mijn dank gaat uit naar de heer Ben van Zanten voor beschikbaar stellen van zijn
Nadere informatieBodembewonende epifytische lichenen op de zuidpunt van Texel
Buxbaumiella 75 (2006) 9 Bodembewonende epifytische lichenen op de zuidpunt van Texel R.H. (Rense) Haveman Hammarskjöldpark 7, 6671 BN Zetten (rensehaveman2@freeler.nl) Abstract: Terrestrial epiphytic
Nadere informatieTijdschrift van de Vereniging van Afgestudeerden in Plantkunde en Dierkunde van de Katholieke Universiteit Leuven
Driemaandelijks tijdschrift Jaargang 2004, nr. 2 (oktober) Afgiftekantoor LEUVEN 1 Tijdschrift van de Vereniging van Afgestudeerden in Plantkunde en Dierkunde van de Katholieke Universiteit Leuven PDL-Info
Nadere informatieBuxbaumiella. hr:22. UCÜEnOLDQISCUE WERKGROEP. BRyOLOQISCUE. K N n V
Buxbaumiella BRyOLOQISCUE UCÜEnOLDQISCUE WERKGROEP hr:22 K N n V BUXBAUMIELLA nr. 22 april 1988 Uitgegeven door de Bryplogische Lichenologische Werkgroep van de Koninklijke Nederlandse Natuurhistorische
Nadere informatieKorstmossen in Solleveld
Korstmossen in Solleveld Op sommige plekken in Solleveld zou je kunnen bedenken, als je naar de planten en vooral de korstmossen kijkt op de grond, dat je je ergens in een boreaal kustgebied bevindt, zoals
Nadere informatieDe korstmossen van het voorjaarskamp 2010 in Bad Bentheim
De korstmossen van het voorjaarskamp 2010 in Bad Bentheim André Aptroot, Dries van den Broeck, Uwe de Bruyn, Laurens Sparrius & Norbert Stapper Inleiding Het is alweer traditie dat de leden van de BLWG
Nadere informatieEen gecentraliseerde databank voor de bryologie in Vlaanderen: na 30 jaar eindelijk uit de startblokken? Wouter Van Landuyt 1.
4 Muscillanea 30 (2011) Een gecentraliseerde databank voor de bryologie in Vlaanderen: na 30 jaar eindelijk uit de startblokken? Wouter Van Landuyt 1 Inleiding Al jaren werden af en toe proefballonnetjes
Nadere informatieLandelijk Meetnet Korstmossen
Landelijk Meetnet Korstmossen Inhoudelijke rapportage 2007 L.B. Sparrius, A. Aptroot, C.M. van Herk en E.W. van Geloof in opdracht van: LNV Directie Natuur en de Gegevensautoriteit Natuur BLWG-rapport
Nadere informatieUitgegeven door de Bryologische. Werkgroep van de Koninklijke. Vereniging. penningmeester: Koos Schröder, Brantu/ijk 12, 1181 KT
Buxbaumiella nr 8 BUXBAUPIIELLA nr. 8, Kaart 1979 Uitgegeven door de Bryologische en Lichenologische Werkgroep van de Koninklijke Nederlandse Natuurhistorische Vereniging secretariaat: Huub van Melick,
Nadere informatieMonitoring van korstmossen in Drenthe,
adviesbureau voor korstmosonderzoek Monitoring van korstmossen in Drenthe, 1991 2010 C.M. van Herk 2011 in opdracht van Provincie Drenthe Monitoring van korstmossen in Drenthe, 1991 2010 Lichenologisch
Nadere informatieSLOBKOUSNIEUWS 02 jrg7
SLOBKOUSNIEUWS 02 jrg7 Isabelle, Guido, Ine, Luc & Luc, Paul & Paul, Hugo, André, Zee en Dirk gingen vorige week zonder mij op wandel in de omgeving van de Begijnenvijvers. Guido was zo vriendelijk me
Nadere informatieBuxbaumia aphylla (kaboutermos) op de begraafplaatsen van Elspeet en Rhenen
Buxbaumia aphylla (kaboutermos) op de begraafplaatsen van Elspeet en Rhenen Henk-Jan van der Kolk Inleiding Weinig bladmossen zijn zo aansprekend als Buxbaumia aphylla (kaboutermos). In het eerste artikel
Nadere informatieSchriftmossen (Opegrapha) en andere lichenen met een Trentepohlia-photobiont in opmars in Vlaanderen (België)
Schriftmossen (Opegrapha) en andere lichenen met een Trentepohlia-photobiont in opmars in Vlaanderen (België) Dries VAN DEN BROECK Nationale Plantentuin van België, Domein van Bouchout, B-1860 Meise [dries.van.den.broeck.@br.fgov.be]
Nadere informatieDe Wilde appel is bedreigd
Vlaams Driemaandelijks tijdschrift over natuurstudie & -beheer december 2008 jaargang 7 nummer 4 Verschijnt in MAART, JUNI, SEPTEMBER EN DECEMBER Natuur.focusToelating gesloten verpakking Afgiftekantoor
Nadere informatieLandelijk Meetnet Korstmossen
Landelijk Meetnet Korstmossen Inhoudelijke rapportage 2016 L.B. Sparrius in opdracht van: Ministerie van Economische Zaken BLWG-rapport 20 (september 2017) ISSN: 1571-5108 Landelijk Meetnet Korstmossen
Nadere informatieSoortenrijkdom van mossen in relatie tot bosbeheer
Soortenrijkdom van mossen in relatie tot bosbeheer In Nederland wordt in het algemeen gestreefd naar meer natuurwaarde in het bos. Maar wat kunnen we hiervan verwachten en waar moeten we bij het beheer
Nadere informatieLandelijk Meetnet Korstmossen
Landelijk Meetnet Korstmossen Inhoudelijke rapportage 2005 L.B. Sparrius, A. Aptroot, C.M. van Herk en L.L. Soldaat in opdracht van LNV Directie Natuur en Centraal Bureau voor de Statistiek BLWG-rapport
Nadere informatieDe mossen van de Groninger waddeneilanden. 2. Rottumeroog, Vuurtorenduin en Zuiderduin
Buxbaumiella 66 (2004) 27 De mossen van de Groninger waddeneilanden. 2. Rottumeroog, Vuurtorenduin en Zuiderduin Cris Hesse 1, Hans Kruijer 1, Date Lutterop 2, Giny Kasemir 2, Richard Ubels 3, Bert Corté
Nadere informatieDe mossen van de Groninger waddeneilanden.
Buxbaumiella 5 (000) 7 De mossen van de Groninger waddeneilanden. Hans Kruijer, Kees Koops, Marcel Edelenbos, Richard Ubels, Date Lutterop, Giny Kasemir & Bert Corté Nationaal Herbarium Nederland, Postbus
Nadere informatieEpifyt in Amsterdamse Iep
Epifyt in Amsterdamse Iep Inventarisatierapport Eikvarens in Iepen in de Amsterdamse Binnenstad Werk en Adviesgroep Muurplanten Noord-Holland 2010 Epifyt in Amsterdamse Iep Inventarisatierapport Eikvarens
Nadere informatienot previously reported from the Netherlands. niet opgenomen. plekken waar restauratiewerkzaamheden waren uitgevoerd aan nog aanwezige stenen.
Lichenen op hunebedden A. Aptroot S. Bakker P. van den Boom C.v. Herk & L. Spier The Dutch megalithic monuments, called hunebedden, have been investigated for their lichen flora and vegetation in 1993-1994.
Nadere informatieBuxbaumiella KNNV. Nummer 27. van. Januari 1992. Werkgroep. Lichenologische. Bryologische
Buxbaumiella KNNV de van Nummer 27 Januari 1992 Werkgroep Lichenologische en Bryologische Buxbaumiella 27 januari 1992 Uitgegeven door de Bryologische en Lichenologische Werkgroep van de Koninklijke Nederlandse
Nadere informatieniet hadden ontwikkeld. struiken konden toch diverse de kalkstenen die tijdens de zuiderzeewerken ten westen van de Wielse van de lunch, gezocht naar
33 De eendagsexcursie naar Nijkerk G.M. Dirkse De excursie van 15 okt.1983 naar de ten noorden van Nijkerk gelegen Veen- en Veldendijk (fig.2) had 12 deelnemers. Het was de bedoeling een indruk te krijgen
Nadere informatieGraphis scripta (gewoon schriftmos) in de polder Kolonisatie door een 'oud bos-indicator' van jonge kleibossen in Flevoland
Graphis scripta (gewoon schriftmos) in de polder Kolonisatie door een 'oud bos-indicator' van jonge kleibossen in Flevoland Henk Timmerman Inleiding Schriftmossen spreken tot de verbeelding en wekken bij
Nadere informatie85 98 Hypnum pratense Hypnum cupressiforme var. lacunosum
Lijst met foto s uit de 1 e druk van de Fotogids Mossen die een andere soort of variëteit betreffen dan in de gids aangegeven (14% van de afbeeldingen). Versie 1, juli 2015. Door H. Siebel, R-J. Bijlsma
Nadere informatieoranje, wratig Xanthoria calcicola
Tael tot de meesr algemene steenewonende korstmossen in Nederland door Andre Aptroot en Koos van Vliet 1a thallus folieus = ladvormig, meestal met rhizinen 2 thallus placodioid tot squamuleus = schuvormig
Nadere informatieBasisrapport voor de Rode Lijst Korstmossen
Basisrapport voor de Rode Lijst Korstmossen André Aptroot, Kok van Herk & Laurens Sparrius BLWG-rapport 12 (december 2011) ISSN: 1571-5108 1 2 Basisrapport voor de Rode Lijst Korstmossen André Aptroot,
Nadere informatieBuxbaumiella 66 januari 2004
Buxbaumiella 66 januari 2004 Uitgegeven door de Bryologische en Lichenologische Werkgroep van de Koninklijke Natuurhistorische Vereniging ISSN 0166-5405 Oplage 375 exemplaren 2 Buxbaumiella 66 (2004) De
Nadere informatieBuxbaumiella HR120 UCUEH0LQQ1SCHE WERKGROEP BRYOÜOQISCUE. K M n V
Buxbaumiella BRYOÜOQISCUE UCUEH0LQQ1SCHE WERKGROEP K M n V HR120 en 2 BUBAUMIELLA nr.20 juni 1987 Uitgegeven door de Bryologische Lichenologische Werkgroep van de Koninklijke Nederlandse Natuurhistorische
Nadere informatieEen recente vondst in Nederland van gestippeld lichtvlekje, Phlyctis agelaea, op es in de Biesbosch
Een recente vondst in Nederland van gestippeld lichtvlekje, Phlyctis agelaea, op es in de Biesbosch Arno van der Pluijm & Naomi Klunder Inleiding Samen met mijn moeder kom ik (NK) al jaren in de Biesbosch,
Nadere informatie(fig. 1, a). Het thallus is bruin tot zwart van kleur verder en glad en enigszins glanzend.
Het terrestrisch voorkomen van Alectoria fuscescens Gyeln. s.l. in de droge duinen van Terschelling door Rita Ketner-Oostra (Instituut voor Systematische Plantkunde, Utrecht) Inl966 werd door Mevr. W.
Nadere informatieSLOBKOUSNIEUWS 49 jrg6
SLOBKOUSNIEUWS 49 jrg6 Vooraf wensen we alle slobkousjes een fantastisch nieuw jaar. Vorige week was het met drie graden op de thermometer duidelijk te fris voor de meeste slobkousen want enkel de echte
Nadere informatieEendagsexcursie Boswachterij Dorst
Buxbaumiella 29 (1992' 37 Eendagsexcursie Boswachterij Dorst op 28 september 1991 Huub van Melick & Arno van der Pluijm De boswachterij Dorst ligt ten zuidoosten van Oosterhout en beslaat een oppervlakte
Nadere informatieMossen in het Robbenoord- en Dijkgatbos (Wieringermeer)
Mossen in het Robbenoord- en Dijkgatbos (Wieringermeer) Hans Wondergem Inleiding Het Robbenoordbos en Dijkgatbos liggen in de Wieringermeer in de kop van Noord- Holland. Het gebied wordt sinds 1931 beheerd
Nadere informatieBuxbaumiella 59 januari 2002
Buxbaumiella 59 januari 2002 Uitgegeven door de Bryologische en Lichenologische Werkgroep van de Koninklijke Nederlandse Natuurhistorische Vereniging ISSN 0166 4505 Oplage 375 exemplaren 2 Buxbaumiella
Nadere informatie