Tweede Kamer der Staten-Generaal

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Tweede Kamer der Staten-Generaal"

Transcriptie

1 Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar Groepsgrootte in het basisonderwijs Nr Samenstelling: Leden: Van der Vlies (SGP), Van de Camp (CDA), Van der Hoeven (CDA), voorzitter, Rabbae (GroenLinks), Lambrechts (D66), Dittrich (D66), Cornielje (VVD), De Vries (VVD), Dijksma (PvdA), Cherribi (VVD), Rehwinkel (PvdA), ondervoorzitter, Passtoors (VVD), Visser-van Doorn (CDA), Wagenaar (PvdA), Belinfante (PvdA), Kortram (PvdA), Ross-van Dorp (CDA), Hamer (PvdA), Nicolaï (VVD), Van Bommel (SP), Barth (PvdA), Halsema (Groen- Links), Örgü (VVD), Eurlings (CDA), Slob (ChristenUnie). Plv. leden: Schimmel (D66), Mosterd (CDA), Atsma (CDA), Harrewijn (GroenLinks), Bakker (D66), Ravestein (D66), E. Meijer (VVD), Van Baalen (VVD), Valk (PvdA), Udo (VVD), Van der Hoek (PvdA), Blok (VVD), De Pater-van der Meer (CDA), De Cloe (PvdA), Gortzak (PvdA), Molenaar (PvdA), Schreijer-Pierik (CDA), Spoelman (PvdA), Voûte-Droste (VVD), Poppe (SP), Arib (PvdA), Vendrik (GroenLinks), Rijpstra (VVD), Wijn (CDA), Stellingwerf (ChristenUnie). VERSLAG VAN EEN ALGEMEEN OVERLEG Vastgesteld 7 mei 2001 De vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen 1 heeft op 11 april 2001 overleg gevoerd met staatssecretaris Adelmund van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen over: de brief van de staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen d.d. 2 november 2000 ter aanbieding van het inspectierapport «Onderwijstijd, resultaten en ouderbijdrage in de schoolgids: informatieve waarde van de schoolgids voor ouders en verzorgers» (OCW ); de brief van de staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen d.d. 12 december 2000 inzake kwaliteitsbeleid basisonderwijs (25 065, nr. 18); de brief van de staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen d.d. 12 februari 2001 ter aanbieding van de zevende voortgangsrapportage «Groepsgrootte en kwaliteit» (25 065, nr. 19); de brief van de plaatsvervangend inspecteur-generaal ter aanbieding van het inspectierapport «Groepsgrootte en personele inzet in de onderbouw van het basisonderwijs in de periode » (OCW ). Van dit overleg brengt de commissie bijgaand beknopt verslag uit. Vragen en opmerkingen uit de commissie Mevrouw Barth (PvdA) vindt een van de opvallendste conclusies van de voortgangsrapportage dat de verkleining van de groepsgrootte het lerarentekort juist bestrijdt, omdat dit het vak aantrekkelijker maakt. Een ander opvallend punt is het positieve effect op de kwaliteit van het onderwijs als er wordt gewerkt met «meer handen in de klas». Wat mevrouw Barth betreft komt er in het nieuwe schooljaar, behalve een wervingsactie voor meer leraren, ook een actie om de inzet van onderwijsassistenten en lio s (leraar in opleiding) te stimuleren. Is de staatssecretaris daartoe bereid? Het aantal fre s dat een onderwijsassistent kost, was voor veel scholen een drempel, maar daar is inmiddels iets aan gedaan. Wil de staatssecretaris de scholen daar in een brief op wijzen en daarin ook verwijzen naar de resultaten van «meer handen in de klas»? Een klein KST52936 ISSN Sdu Uitgevers s-gravenhage 2001 Tweede Kamer, vergaderjaar , , nr. 20 1

2 probleem is dat onderwijsassistenten slechts recht hebben op een beperkte reiskostenvergoeding. Is het mogelijk, daar wat aan te doen? Het is mevrouw Barth opgevallen dat de onderwijsinspectie de kwaliteit van het onderwijs erg procesgestuurd meet. Dat valt niet goed te rijmen met het streven naar meer autonomie van scholen. Het is beter om te sturen op onderwijsprestaties. Om het resultaat van het onderwijs goed te kunnen meten, moet wel duidelijk zijn welke onderwijsprestaties van een school verwacht mogen worden. De staatssecretaris heeft daarvoor een commissie aan het werk gezet, maar dat kan tot gevolg hebben dat alles wat lang gaat duren. Mevrouw Barth dringt er dan ook op aan om in augustus 2002 met de leerstandaarden te starten, desnoods met een kleiner pakket, bijvoorbeeld alleen taal en rekenen. Dan kunnen de leerstandaarden voor kennis van de wereld, lichamelijke opvoeding en kunstzinnige vakken op een later tijdstip ingevoerd worden. De staatssecretaris kent bij het ontwikkelen en toetsen van de leerstandaarden en het bijpassende leerlingvolgsysteem een grote rol toe aan het Cito (Centraal instituut voor toetsontwikkeling), maar daar plaatst mevrouw Barth toch enkele kanttekeningen bij. Werkt de overheid op die manier niet mee aan het ontstaan van een toetsingsmonopolie? Ligt het niet meer voor de hand om deze markt vraaggestuurd te maken? Dat wil zeggen dat er meer budget naar de scholen gaat om te kunnen kiezen. Als dit geen doelmatige inzet van middelen is, is het wellicht beter om een vergelijkbare opdracht bij een andere instantie uit te zetten. Tot slot stelt mevrouw Barth nog een aantal korte punten aan de orde. Wat is de reactie van de staatssecretaris op het interview dat de minister gegeven heeft aan de Volkskrant? Wat vindt zij van het idee om 4-jarigen te testen en leerlingen om de twee jaar te toetsen? Er is een adviesaanvraag naar de Onderwijsraad gegaan voor een leerlinggebonden zorgbudget, waarin de gewichtenregeling, de Rugzak en Weer samen naar school moeten samenvloeien. Mevrouw Barth heeft inmiddels begrepen dat de Onderwijsraad met een negatieve reactie komt op dat verzoek. Wil de staatssecretaris erop toezien dat er sowieso een onderzoek komt? Is de staatssecretaris bereid om het schoolplan en de klachtenregeling te evalueren? Mevrouw Ross-van Dorp (CDA) wijst erop dat de staatssecretaris tijdens het vorige overleg een aantal toezeggingen heeft gedaan die zij niet is nagekomen. Er zou een aparte rapportage komen over de knelpunten in de bovenbouw als gevolg van het oormerken van de gelden in de onderbouw. Ook zou de Kamer meer zicht krijgen op de huisvestingsbehoefte van scholen. Waarom is de staatssecretaris deze toezeggingen niet nagekomen? De voortgangsrapportage voldoet op een aantal onderdelen niet aan de informatie-eis voor grote projecten. Er is onder meer geen informatie over de vergelijking van planning en realisatie, over de aangegane verplichtingen en uitgaven in vergelijking tot de projectbegroting en over de relevante risico s alsmede de dekking daarvan. De rapportage speelt niet in op gerichte vragen naar meetbare en haalbare doelen en is dus niet VBTB-proef. Waarom is dat zo? Is het mogelijk om de middelen voor dit project in een apart begrotingsartikel op te nemen? Is er dit jaar sprake van onderuitputting bij de gelden bestemd voor verkleining van de groepsgrootte? Zo ja, om welk bedrag gaat het? Kan de staatssecretaris toezeggen dat gelden die over zijn nog dit jaar ingezet worden voor dit beleid? De CDA-fractie is groot voorstander van het vergroten van de kwaliteit van het onderwijs door onderwijs op maat te bieden, onder andere door kleinere groepen en meer handen in de klas. Scholen moeten kunnen kiezen of zij de middelen besteden aan meer handen in de klas of kleinere groepen. Scholen die meer handen in de klas inzetten, springen er positief uit, vooral door een veilig en structurerend pedagogisch klimaat, heldere instructie en het actief betrekken van leerlingen bij het onderwijsleer- Tweede Kamer, vergaderjaar , , nr. 20 2

3 proces. Wringt de gecombineerde inzet van meer handen in de klas en kleinere groepen niet met de oorspronkelijke doelstelling die was gerelateerd aan de verhouding tussen leerkracht en leerling? In de voortgangsrapportage staat dat het gaat om de verhouding tussen personeelsformatie en leerling. De keuze voor meer handen in de klas kan gevolgen hebben voor de huisvestingsbehoefte. Wanneer komt het onderzoek naar de huisvestingsbehoefte van scholen? Als gevolg van de kleinere groepen in de onderbouw zijn er meer mensen die voor de klas willen gaan staan. Dat kan tot gevolg hebben dat vacatures in de onderbouw gemakkelijker vervuld kunnen worden dan in de bovenbouw. Beschikt de staatssecretaris over gegevens of dit waar is? De CDA-fractie heeft van meet af aan bezwaren geuit tegen het oormerken van de totale formatie voor de onderbouw, omdat daardoor problemen kunnen ontstaan in de bovenbouw, vooral in de groepen 4 en 5. Er zou een rapportage komen over de mogelijke knelpunten in de bovenbouw als gevolg van het oormerken van de gelden in de onderbouw, maar die is er nog niet. De scholen is wel gevraagd om het te laten weten als zich knelpunten voordoen in de bovenbouw. Uit de voortgangsrapportage blijkt dat acht scholen zich gemeld hebben. Kan de staatssecretaris daar nader op ingaan? Onderzoek wijst uit dat door de oormerking van de gelden voor de onderbouw in de bovenbouw problemen ontstaan, onder andere bij het opvullen van vacatures, de leerlingenzorg en de individuele hulp bij Weer samen naar school. Welke oplossing komt er voor deze knelpunten? Kan de eventuele onderuitputting daarvoor ingezet worden? De CDA-fractie is voorstander van een beperkt kerncurriculum met veel ruimte voor de school om invulling te geven aan het eigen profiel. De kwaliteit van het onderwijs is niet slechts een kwestie van een kwantitatieve en meetbare output. Mevrouw Ross steunt het voorstel van de staatssecretaris om een beperkt aantal kerndoelen nader te concretiseren. De diversiteit van het onderwijsaanbod mag in ieder geval niet lijden onder verplichte meetmomenten. Het basisonderwijs moet een drempelloze en niet-selectieve voorziening zijn. Het hanteren van leerstandaarden mag niet leiden tot een selectie aan de poort van de basisschool. Scholen mogen zwakke leerlingen niet weigeren. De eindtoets van het basisonderwijs is bedoeld als een tweede gegeven voor de overgang naar het voortgezet onderwijs en mag geen meetinstrument worden voor het onderwijsrendement. Ook mevrouw Ross is teleurgesteld door de weigering van de Onderwijsraad om onderzoek te verrichten naar de gewichtenregeling. Kan de staatssecretaris daar een gesprek over aangaan met de Onderwijsraad? De heer Rijpstra (VVD) is een groot voorstander van het leerlingvolgsysteem (LVS), omdat het een beter zicht op de ontwikkeling van de leerling in het basisonderwijs geeft dan de Cito-toets Hij hoopt dan ook dat scholen in het voortgezet onderwijs daar veelvuldig gebruik van zullen maken, omdat de aansluiting tussen basisonderwijs en basisvorming nog steeds niet goed te noemen is. Scholen moeten niet alleen afgerekend worden op de Cito-scores. Het is beter om op basis van de ontwikkelingslijn van leerlingen in het basisonderwijs vast te stellen welk vervolgonderwijs het meest geschikt is voor een kind. De voortgangsrapportage is te laat verschenen en daar komt bij dat een aantal gegevens ontbreekt en dat het VBTB-model niet is toegepast. De relatie tussen doelstelling en kosten blijkt onvoldoende uit de rapportage. Kan de staatssecretaris toezeggen dat dit de volgende keer wel gebeurt? Ook mist de heer Rijpstra informatie over de vergelijking van planning en realisatie, de verplichtingen die zijn aangegaan en de uitgaven in vergelijking tot de projectbegroting, de relevante risico s alsmede de afdekking daarvan. Is het mogelijk om de Kamer het financiële kader alsnog toe te sturen, zodat het als vergelijkingsmateriaal kan worden gebruikt voor de achtste voortgangsrapportage? Kan de staatssecretaris de Kamer ook Tweede Kamer, vergaderjaar , , nr. 20 3

4 nader informeren over de knelpunten in de bovenbouw en de huisvestingsbehoefte? Een meerderheid van de Kamer heeft gekozen voor het oormerken van de gelden voor de onderbouw. De heer Rijpstra is dan ook blij verrast door de winst die is behaald met kleinere groepen en meer handen in de klas. Doelstelling is het terugbrengen van het aantal leerlingen in een groep totdat de leraar-leerlingratio 1:20 is, dat wil zeggen als de verhouding één leerkracht op twintig leerlingen is bereikt. De heer Rijpstra heeft er echter geen bezwaar tegen als scholen kiezen voor grotere groepen, waar een leerkracht en een onderwijsassistent of een lio voor staan. Het aantal fre s voor de onderwijsassistent is gedaald, waardoor het voor scholen aantrekkelijker wordt om onderwijsassistenten aan te nemen. Verder moet worden afgewacht wat de maatregelen opleveren die in Maatwerk 2 worden genoemd om personeel te krijgen voor het onderwijs. Een mogelijkheid om tegemoet te komen aan het tekort aan leerkrachten is om studenten aan de lerarenopleiding basisonderwijs eerder in een werkleersituatie in het onderwijs te krijgen, bijvoorbeeld door ze te laten kiezen voor onderbouw, middenbouw of bovenbouw. Scholen mogen de middelen die zijn bestemd voor de onderbouw niet uitgeven aan de knelpunten in de bovenbouw. Is het mogelijk om op een of andere manier af te wijken van het oormerken van de gelden? Wil de staatssecretaris daar eens over nadenken? De heer Rijpstra denkt daarbij aan de volgende uitwijkmogelijkheden. Scholen mogen de middelen voor groepsgrootteverkleining alleen in de bovenbouw gebruiken, mits zij kunnen aantonen dat het niet kunnen combineren van groep 4 en 5 tot een onevenredige verdeling van leerlingen over groepen gaat leiden. Een andere mogelijkheid is dat de inzet van middelen voor groepsgrootteverkleining in de bovenbouw alleen is toegestaan, mits scholen kunnen aantonen dat door een onevenredige leeftijdsopbouw van de schoolpopulatie de gemiddelde groepsgrootte in de bovenbouw de grens van bijvoorbeeld 30 overschrijdt. In het verslag van het PO/VO-overleg (primair onderwijs/voortgezet onderwijs) van 26 februari 2001 is te lezen dat de staatssecretaris hoopt dat zij de Tweede Kamer ervan heeft kunnen overtuigen dat leerstandaarden op zichzelf geen voldoende instrument zijn om de kwaliteit van het onderwijs te verbeteren. Wat bedoelt de staatssecretaris daar precies mee? Kan zij aangeven wat de precieze opdracht is die de commissie-wijnen heeft gekregen voor de inperking van de kerndoelen en de ontwikkeling van de leerstandaarden? De heer Rabbae (GroenLinks) constateert dat het ingezette beleid tijdens Paars 1 z n vruchten afwerpt. Het verkleinen van de groepsgrootte in de onderbouw heeft tot gevolg gehad dat meer mensen kiezen voor het beroep van leraar. Door het inzetten van meer handen in de klas is de kwaliteit van het onderwijs in de onderbouw gestegen. Met een uitbreiding van het budget wordt het ook mogelijk om meer mensen aan te stellen voor de bovenbouw. Verwacht de staatssecretaris dat er in de nabije toekomst ook in de bovenbouw meer handen in de klas zullen komen? Een deel van het budget is bestemd voor uitbreiding van de formatie in de onderbouw van het basisonderwijs. Geld dat daar niet voor wordt gebruikt, vloeit terug naar het ministerie van OCW. Kunnen scholen deze middelen niet voor andere doeleinden gebruiken? Welke oplossing kan daarvoor gevonden worden? Het leerlingvolgsysteem is een onontbeerlijk instrument om de vorderingen van leerlingen na te gaan. De fractie van GroenLinks heeft in het najaar een motie ingediend om de invoering van het leerlingvolgsysteem verplicht te stellen voor alle scholen. Is dat inmiddels gebeurd? Zo ja, wat is het resultaat daarvan? Tweede Kamer, vergaderjaar , , nr. 20 4

5 Ook de heer Rabbae is benieuwd naar de reactie van de staatssecretaris op de uitspraken van de minister in het interview met de Volkskrant. Hij is bereid om de discussie over het toetsen van 4-jarigen te heropenen. Voor het invoeren van een leerstandaard is het goed om te weten wat het «nulpunt» is, dus het niveau van de leerlingen aan het begin van hun schoolloopbaan. Op die manier is het mogelijk om te bepalen wat de toegevoegde waarde van een school is. Voelt de staatssecretaris voor het toetsen van 4-jarigen of is wat haar betreft dat boek gesloten? De heer Slob (ChristenUnie) stelt vast dat het project Groepsgrootte en kwaliteit goed op de rails staat en dat de beoogde voortgang ook gehaald wordt. Het is hem echter ook opgevallen dat de rapportages en de informatie die hij heeft gekregen niet helemaal voldoen aan de informatieeisen van december Waar ligt dat aan? De gemiddelde groepsgrootte in de onderbouw is conform de doelstellingen verder verkleind en bedraagt nu 21,9 leerlingen. De heer Slob gaat ervan uit dat daarmee wordt gedoeld op de verhouding leraar en leerlingen en niet op de verhouding personeelsformatie en leerlingen, zoals op pagina 4 van de rapportage staat. Hij krijgt de indruk dat de verhouding van één leraar op twintig leerlingen enigszins wordt losgelaten. Uit de cijfers van de onderwijsinspectie blijkt dat meer handen in de klas positieve effecten kan hebben, maar hij vindt het te vroeg om de oorspronkelijke doelstelling van één leraar op twintig leerlingen los te laten. Er is een verschuiving waarneembaar bij de inzet van de middelen over de verschillende jaren. In het jaar 2000 wordt minder dan voorheen uitgezet voor het formeren van extra groepen, maar wordt meer ingezet voor extra personeel of een combinatie van maatregelen. Welke afweging ligt daaraan ten grondslag? Zal deze trend zich in de komende jaren voortzetten? Hoe is de gecombineerde inzet over de verschillende onderdelen verdeeld? De formatie voor groepsverkleining is toegekend in de vorm van geoormerkte formatie. De scholen houden zich goed aan de afspraken. Er zijn slechts enkele scholen die daarvan afwijken, maar de percentages van de inspectie en de departementale accountantsdienst verschillen enigszins. Het gaat dan om 2,2% en 5%. Uit signalen uit het onderwijs blijkt dat de werkdruk in de bovenbouw toeneemt. De heer Slob heeft de indruk dat dit komt doordat het contrast met de onderbouw groter wordt. Hij vindt het goed dat daar onderzoek naar wordt verricht, maar hij heeft de indruk dat het nog wel enige tijd kan duren voordat het onderzoek afgerond is. Is het mogelijk om dat onderzoek wat meer naar voren te halen? De heer Slob steunt de plannen om de deskundigheid van de leraren te vergroten. Het is goed om een begin te maken met Nederlandse taal en rekenen, maar hij zou graag zien dat dit op termijn wordt uitgebreid. Hij wil niet vooruitlopen op de resultaten van het onderzoek van de commissie-wijnen over de leerstandaarden, maar hij wil graag weten met welke opdracht deze commissie precies is gestart en wie in deze commissie zitting hebben genomen. Door de verkleining van de groepsgrootte neemt de belangstelling om leraar te worden toe, maar dat wil niet zeggen dat het probleem is opgelost. Het probleem van het lerarentekort moet verder opgelost worden. Naast het werven van leerkrachten moet worden ingezet op het aantrekken van onderwijsassistenten. De huisvesting is een ander knelpunt. Is de staatssecretaris bereid om daar gerichte aandacht aan te besteden? Mevrouw Lambrechts (D66) is tevreden over het positieve resultaat van de verkleining van de groepsgrootte. Dit traject is voor de lange termijn vastgesteld en dat heeft gezorgd voor veel rust en vertrouwen in het veld. Tweede Kamer, vergaderjaar , , nr. 20 5

6 Bovendien heeft het geleid tot een substantiële bijdrage aan het lerarentekort. Het aantal studenten aan de pabo s is drie jaar op rij 25% gegroeid. Daaruit blijkt dat de arbeidsmarkt wel degelijk te beïnvloeden is. Het project Groepsgrootte en kwaliteit heeft de status van een groot project gekregen, maar daaraan worden wel bepaalde voorwaarden verbonden. Dit stelt bepaalde eisen aan Kamer en regering. Mevrouw Lambrechts hoopt dat de staatssecretaris in de volgende voortgangsrapportage beter zal voldoen aan de eisen die daaraan worden gesteld. De voortgang van dit project lijkt goed te verlopen. Inmiddels is de tweede stap bereikt. Het is mevrouw Lambrechts echter opgevallen dat er een grote onevenwichtigheid is tussen de derde en de vierde stap. Voor de derde stap is een budget van 142 mln beschikbaar en voor de vierde en laatste stap 342 mln. Wat is de logica daarachter? De resultaten van de groepsgrootteverkleining zijn goed te noemen. Veel scholen kiezen voor het inzetten van een onderwijsassistent. Wordt er in tabel 5 geen oneerlijke vergelijking gemaakt tussen leraren voor een groep en leraren met een onderwijsassistent voor de groep? Verwacht de staatssecretaris dat in de toekomst vrijwel elke groep een onderwijsassistent heeft? Mevrouw Lambrechts mist een overzicht van de groepen die groter zijn dan 30 leerlingen. In de onderbouw zaten er aan het eind van het jaar soms meer dan 30 leerlingen in een groep. Hoe zit dat nu? Er is geen sprake meer van een duidelijke stijging van het aantal leerlingen in de bovenbouw. Mevrouw Lambrechts hebben echter wel berichten bereikt dat de werkdruk in de bovenbouw stijgt. Is de staatssecretaris bereid om in de toekomst ook onderwijsassistenten in de bovenbouw in te zetten? Het is ook mevrouw Lambrechts opgevallen dat in de voortgangsrapportage niet langer wordt uitgegaan van de verhouding tussen leerkracht en leerlingen, maar van de verhouding personeelsformatie en leerlingen. De verhouding van één leerkracht op twintig leerlingen mag niet zomaar losgelaten worden. De staatssecretaris heeft veel in gang gezet, maar mevrouw Lambrechts vraagt zich af hoe het staat met de kerndoelen en de leerstandaarden. Zij is ervoor alleen te starten met Nederlandse taal en rekenen en om dan te bezien of het gewenst is om het uit te breiden voor andere vakken. Zij wil ook tegemoetkomen aan de behoefte van scholen en leerkrachten om het programma op een eigen manier in te vullen. Mevrouw Lambrechts is er voorstander van om de resultaten van een school zichtbaar te maken. Dat wil echter niet zeggen dat scholen daar ook op afgerekend moeten worden, vooral niet omdat er nog geen goede systematiek is ontwikkeld om de resultaten op een goede manier zichtbaar te maken. De staatssecretaris moet er in eerste instantie voor zorgen dat goed zichtbaar wordt wat de resultaten zijn. Mevrouw Lambrechts staat open voor een discussie over het testen van 4-jarigen, maar zij heeft daar wel twijfels over. Voor haar staat voorop dat het testen op een zorgvuldige manier moet gebeuren. De huisvesting van scholen blijft een groot probleem. Komt dat omdat het totale budget dat gemeenten krijgen te klein is of omdat onvoldoende duidelijk is gemaakt wat scholen moeten doen met de middelen die specifiek aan het traject van de verkleining van de groepsgrootte gekoppeld zijn? De heer Van der Vlies (SGP) heeft de verkleining van de groepsgrootte in de onderbouw altijd gesteund en dat doet hij nog steeds, maar hij vindt het wel tijd worden om te weten wat de effecten zijn geweest van het ingezette beleid. De kwaliteit en de verkleining van de groepsgrootte in het basisonderwijs is een groot project, waaraan bepaalde eisen worden gesteld, bijvoorbeeld aan de informatieverschaffing, maar daar wordt niet Tweede Kamer, vergaderjaar , , nr. 20 6

7 in alle opzichten aan voldaan. Wanneer kan de Kamer een overzicht verwachten van wat er is gepland en wat er is gerealiseerd? De oormerking wordt door de meeste scholen correct ingevuld. Slechts 2,2% of 5% van de scholen komt daar niet aan tegemoet. Wat is de oorzaak van dat verschil? De meeste scholen ervaren in toenemende mate enige frictie, omdat de werkdruk in de bovenbouw groter lijkt te worden. De heer Van der Vlies is nog niet toe aan een versoepeling van de oormerking, maar hij vindt wel dat er tijdig moet worden nagedacht over de vraag hoe het verder moet met de bovenbouw. Ook de heer Van der Vlies is de verschuiving opgevallen van minder leerlingen in de klas naar meer handen in de klas. Hij heeft goede berichten gehoord over de onderwijsassistent, maar hij vindt wel dat een goede afweging moet worden gemaakt. De heer Van der Vlies wacht af wat de resultaten van het onderzoek van de commissie-wijnen naar de kerndoelen in het onderwijs zijn, maar hij vindt dat het onderwijs niet in een keurslijf mag worden gedrongen. Er moet worden getoetst wat er wordt gepresteerd in een groep, maar dat wil niet zeggen dat de stof moet worden bepaald door de leerstandaarden. Er moet wel worden geïnvesteerd in de deskundigheid van de leerkracht voor de klas. Het traject van het leerlingvolgsysteem kan de heer Van der Vlies steunen, maar ook daar plaatst hij enige kanttekeningen bij. Hij wijst erop dat men moet blijven beseffen dat niet alles in een model kan worden gegoten. Veel zaken in het onderwijs zijn niet meetbaar en die mogen niet ondergewaardeerd worden. De scholen worden zich er in toenemende mate van bewust dat zij kwaliteit moeten leveren. Verkleining van de groepsgrootte leidt niet vanzelfsprekend tot betere resultaten; daar is meer voor nodig, bijvoorbeeld kwaliteitszorgsystemen. Is de staatssecretaris bereid om initiatieven uit het veld serieus te bekijken en eventueel tijdelijk te financieren? De huisvesting is evenals het lerarentekort een knelpunt in het onderwijs. Wat denkt de staatssecretaris te doen aan de huisvestingproblematiek van scholen? Antwoord van de regering De staatssecretaris is blij dat het ingezette beleid tijdens Paars 1 goed heeft uitgepakt, zelfs in een periode waarin sprake is van een tekort aan leraren. De resultaten van de verkleining van de groepsgrootte in de onderbouw zijn goed te noemen. Dat blijkt niet alleen uit de feitelijke daling van het aantal leerlingen in de groep, maar ook uit een verbetering van de kwaliteit. Meer handen in de klas (MHIDK) heeft positieve gevolgen gehad voor het onderwijs. Naast onderwijsassistenten, worden er verschillende andere professionele krachten ingezet, zoals extra groepsleraren, remedial teachers en vakleraren. Aan een groot project worden inderdaad meer eisen gesteld dan normaal gesproken het geval is, onder andere moet duidelijk worden aangegeven hoe het staat met de planning en de gerealiseerde uitgaven. Daar is maar weinig verschil tussen en dat verschil is toe te schrijven aan de stijging van de leerlingenaantallen en de loonontwikkeling. Dat is te zien in tabel 1 van de voortgangsrapportage. De stijging van het bedrag tot 322 mln in 1999 heeft te maken met loon- en prijsbijstellingen en het gestegen aantal leerlingen. In hoeverre een toename ontstaat van de werkdruk in de bovenbouw als gevolg van de maatregelen in de onderbouw, zal nader worden onderzocht. De stuurgroep Beleidsgericht onderzoek primair onderwijs van NWO heeft voor 2002 een onderzoek geprogrammeerd naar de werkomstandigheden in de bovenbouw. De staatssecretaris zegt toe dat zij in overleg treedt met NWO om te proberen het onderzoek eerder te laten starten. Het gaat om een verkennend onderzoek naar de ervaringen van Tweede Kamer, vergaderjaar , , nr. 20 7

8 de leraren in de bovenbouw met de werkomstandigheden en de gevolgen van het beleid van de verkleining van de groepsgrootte in de onderbouw voor het onderwijs in de bovenbouw. Het is van groot belang om de verworvenheden van de groepsverkleining in de onderbouw niet verloren te laten gaan in de bovenbouw. Het past helaas niet in de structuur van de begroting om de verkleining van de groepsgrootte op te nemen in een apart begrotingsartikel, maar in de toelichting op de begroting zal apart aandacht worden besteed aan de verkleining van de groepsgrootte en meer handen in de klas. In het rapport van de commissie-van Rijn wordt ook aandacht besteed aan functiedifferentiatie. Het schoolbudget wordt voor een deel al ingezet voor zaken als functiedifferentiatie, maar als de onderhandelingen met minister Zalm naar tevredenheid verlopen, zal er ruimte ontstaan om nog meer maatwerk te bieden. De staatssecretaris wil ook over enige tijd laten onderzoeken hoe scholen precies omgaan met de verruiming van de mogelijkheden. Er is tot nu toe geen sprake van onderuitputting. Er ontstaat pas onderuitputting als er geen personeel meer te vinden is. Op de eerste dag van het schooljaar 2000/2001 waren er weliswaar 750 vacatures, maar die zijn in de loop van de tijd ingevuld. Uit de arbeidsmarktmonitor blijkt ook dat het nog steeds goed mogelijk is om onderwijsassistenten te werven. Daar komt bij dat de verzilveringsmogelijkheden zijn verruimd. De beleidslijn is om de gelden in eerste instantie in te zetten voor het werven van leerkrachten. Mocht dat niet lukken, dan kunnen scholen de middelen verzilveren voor andere personele doeleinden, waaronder de inzet van onderwijsassistenten. De staatssecretaris kan zich niet herinneren dat zij brieven heeft ontvangen van scholen, waarin staat dat zij gelden hebben moeten terugstorten omdat zij het geld niet kunnen uitgeven voor nieuwe leerkrachten. Zij verzoekt de Kamerleden haar die brieven te overhandigen, zodat zij zich een beeld kan vormen van de problematiek. Op dit moment wordt onderzoek verricht om na te gaan op welke wijze tegemoet kan worden gekomen aan de ruimtebehoefte van scholen. Het gaat erom inzicht te verkrijgen in vragen als: welke aanpak kiezen gemeenten, welke huisvesting is gerealiseerd en welke investeringen zijn er mee gemoeid. De gevolgen van de keuze voor meer handen in de klas voor de onderwijshuisvesting zal daarin worden meegenomen. Dat onderzoek wordt in de achtste voortgangsrapportage opgenomen, die nog voor de zomer verschijnt. In de derde onderwijsmonitor, die dit voorjaar verschijnt, zal ook aandacht worden besteed aan de gevolgen van de verkleining van de groepsgrootte in de onderbouw voor de onderwijshuisvesting. Zoals echter bekend mag worden verondersteld, is de onderwijshuisvesting gedeeltelijk gedecentraliseerd. De gemeente is verantwoordelijk voor de buitenkant en het Rijk voor de binnenkant van de gebouwen. De vierde stap is groter dan de derde stap in verband met de huisvestingsproblematiek. De inspectie geeft in haar publicatie op pagina 13 een overzicht van het percentage grote groepen. De vergelijking tussen de jaren 1995 en 2000 laat zien dat het percentage grote groepen fors afneemt, van 28,5% in 1995 tot 13,2% in Nieuwe cijfers over de groepsgrootte in het schooljaar 2000/2001 en over de ratio leerling-leraar komen in de negende voortgangsrapportage die eind 2001 verschijnt. Een van de speerpunten van het beleid is het werven van personeel voor het onderwijs. Er zal ook een plan ontwikkeld worden om op grote schaal onderwijsassistenten te werven. De staatssecretaris is bereid om nogmaals aandacht te besteden aan het fre-gebruik van de onderwijsassistent. Zij zal daarover in overleg treden met de onderwijsorganisaties. Zij stelt voor om het nogmaals in Uitleg te laten opnemen. De ervaring van de staatssecretaris is dat deze publicatie goed wordt gelezen door de administratiekantoren, die belangrijke zaken weer aan de scholen doorgeven. Van problemen met de reiskosten voor onderwijsassistenten is de Tweede Kamer, vergaderjaar , , nr. 20 8

9 staatssecretaris niets bekend, maar zij zal dat laten onderzoeken en daar zal de Kamer nader over worden geïnformeerd. Er is geen sprake van een tussentijdse wijziging van het beleid. De hoogte van het budget is gebaseerd op de verhouding van één leerkracht op twintig leerlingen, maar scholen hebben de ruimte om dat op een andere manier in te vullen, bijvoorbeeld door meer handen in de klas. De staatssecretaris wil laten onderzoeken waarom scholen bepaalde keuzen maken. Zij wil daarbij ook inzichtelijk maken of scholen kiezen voor een bepaalde oplossing omdat andere oplossingen onmogelijk zijn. De toename van het aantal studenten aan de pabo s is inderdaad te danken aan de verkleining van de groepsgrootte in de onderbouw. De meeste studenten kiezen voor de onderbouw omdat de groepen kleiner zijn of omdat zij de beschikking krijgen over een onderwijsassistent. Op dit moment wordt voor een aantal onderwerpen onderzocht of een overgang naar lumpsumbekostiging mogelijk is. Het is mogelijk dat het budget voor de verkleining van de groepsgrootte daar op den duur aan wordt toegevoegd, maar alleen onder strenge voorwaarden. De staatssecretaris staat wel open voor een verkenning van de mogelijkheden om de budgetten voor scholen zo op te stellen dat zij ruimte hebben om de fre s op een bepaalde wijze in te zetten. De gedachte is om in de lumpsumbekostiging de gelden voor verkleining van de groepsgrootte te oormerken om zicht te houden op de resultaten daarvan. Daar zal echter pas over enige tijd over gesproken worden. Er zijn acht reacties van scholen binnengekomen bij de inspectie over de ontwikkelingen in de bovenbouw. Bij zes scholen was er sprake van extreem grote groepen in de bovenbouw. De andere twee scholen hadden juist te maken met een terugval in het aantal leerlingen. De gelden voor verkleining van de groepsgrootte mogen echter uitsluitend worden ingezet voor de onderbouw. De commissie-wijnen zal een nader advies geven over een aantal zaken die essentieel zijn voor de kansen van leerlingen op het succesvol verlopen van een loopbaan na het basisonderwijs, onder andere over de concretisering van de kerndoelen. De staatssecretaris zegt toe dat zij de opdracht aan de commissie en de samenstelling van die commissie de Kamer zal toesturen. Een leerstandaard levert op zichzelf geen verbetering van de kwaliteit van het onderwijs op. Daarvoor is een combinatie van instrumenten nodig: leerlijnen, tussendoelen, scholing, taalen rekencoördinatoren en concretisering van kerndoelen of leerstandaarden. De leerstandaarden mogen natuurlijk geen keurslijf worden. Onderwijs bestaat uit meer dan alleen lezen, taal en rekenen. Niet alles wat in het onderwijs gebeurt, is meetbaar. Ook voor ouders is het van groot belang om een goed beeld te hebben van wat leerlingen op school moeten leren. Zij zet zich ervoor in om ouders een sterke positie te geven in het onderwijs. Zij moeten weten op welke wijze scholen leerlingen dingen bijbrengen. De functie van de concretisering van de kerndoelen is om duidelijk te maken wat een leerling aan het eind van de basisschool zou moeten weten. De staatssecretaris is een groot voorstander van het invoeren van het leerlingvolgsysteem. Het is alleen onmogelijk om dat in te voeren, voordat de leerstandaarden of de kerndoelen zijn geconcretiseerd. Op dit moment werkt het Cito aan een geautomatiseerd leerlingvolgsysteem. Het systeem loopt van groep 1 t/m groep 8. Met dat systeem zal het in de toekomst mogelijk zijn om leerlingen onlinetoetsen af te nemen, die zijn afgestemd op het niveau van de leerling. De meeste scholen, 75 à 80% van de scholen, hebben een vorm van een leerlingvolgsysteem, maar het kan nog niet voor alle scholen verplicht gesteld worden. De staatssecretaris onderkent het probleem van het ontstaan van een monopoliesituatie voor het Cito. Het voordeel daarvan is dat er veel kennis op een centrale plaats is opgeslagen. Het is wel de bedoeling om inzichtelijk te maken welke andere methoden er zijn. Het is echter bijna Tweede Kamer, vergaderjaar , , nr. 20 9

10 onmogelijk om voor een ander instituut een inhaaloperatie te organiseren. De automatisering van een leerlingvolgsysteem is een te omvangrijke opdracht. Tijdens de schoolloopbaan zijn er verschillende toetsmomenten om de vorderingen van de leerling te meten. De toetsen staan primair ten dienste van de leraar en de ouders. Er zijn methoden om 4-jarigen te toetsen, maar dat zal op een kindvriendelijke manier moeten gebeuren. Bij de ontwikkeling van de leerstandaarden en het leerlingvolgsysteem wordt zoveel mogelijk uitgegaan van de leerlingen. Ieder kind moet maximaal kunnen presteren in het onderwijs, maar dan op zijn eigen niveau. Scholen moeten leerlingen zo goed mogelijk voorbereiden op het voortgezet onderwijs. Het gaat erom dat testen en toetsen, intercollegiaal overleg en het toezicht van de inspectie zo worden gekoppeld dat de kwaliteit van het onderwijs ermee gediend is. De bekostiging van scholen zal niet worden bepaald door de resultaten van de leerlingen bij die toetsen. Dat is nog een stap te ver. De staatssecretaris zal de inspectie vragen om het schoolplan en de klachtenregeling te evalueren. Dat punt komt ook terug in de notitie over de positie van de ouders. Die notitie zal de Kamer op korte termijn toegestuurd worden. De Onderwijsraad heeft de volgende vragen voorgelegd gekregen. Is het mogelijk in de gewichtenregeling uit te gaan van een systeem dat gebaseerd is op de feitelijke achterstand van individuele leerlingen in plaats van op sociale kenmerken? Kunt u adviseren over de mogelijkheid en wenselijkheid van een op termijn aan te brengen samenhang tussen WSNS (Weer samen naar school), LGF (leerlinggebonden financiering) en de gewichtenregeling door het in elkaar schuiven van de verschillende regelingen tot één bekostigingsstelsel, waarbij het geld het kind volgt? De Onderwijsraad heeft de staatssecretaris nog niet op de hoogte gesteld van een voornemen om de adviesaanvraag af te wijzen, maar zij is graag bereid om de zorgen van de Kamer over te brengen aan de Onderwijsraad. Nadere gedachtewisseling Mevrouw Barth (PvdA) vindt het een goede zaak dat er een nieuwe promotiecampagne komt om herintreders te werven voor het onderwijs, maar zij vraagt de staatssecretaris ook om te komen met een campagne voor onderwijsassistenten. Dat is een goede manier om allochtone werknemers in de school aan te stellen, wat erg belangrijk is voor het contact met de ouders. Zij is blij met de toezegging van de staatssecretaris om te kijken naar de reiskostenvergoeding van de onderwijsassistent. Zij herinnert de staatssecretaris nog aan het plan van haar fractie om kunstenaars in te schakelen om de creatieve vakken in de basisschool aan te bieden. Mevrouw Barth heeft er begrip voor dat het moeilijk is om een andere instantie dan het Cito te vinden voor het opzetten van een leerlingvolgsysteem. Het probleem is echter dat het Cito steeds meer een monopoliepositie krijgt, want steeds meer basisscholen gaan over op de Cito-toets Is het mogelijk dat de Kamer de Cito-toets voor het basisonderwijs ter inzage krijgt? Over het toetsen van 4-jarigen heeft mevrouw Barth zo haar eigen ideeën, maar zij is blij met de uitleg van de staatssecretaris op dat punt. Kan de staatssecretaris nog ingaan op het idee van de minister om de inspectie iedere twee jaar te laten testen of kinderen nog wel aan de standaard voldoen? De staatssecretaris heeft de Onderwijsraad de vraag voorgelegd of het mogelijk is om bij de gewichtenregeling uit te gaan van de feitelijke achterstand van individuele leerlingen. Misschien is het beter om de vraagstelling te wijzigen in: hoe is het mogelijk om bij de gewichten- Tweede Kamer, vergaderjaar , , nr

11 regeling te komen tot een systeem gebaseerd op de feitelijke achterstand van individuele leerlingen? Het stelt mevrouw Ross-van Dorp (CDA) gerust dat er geen sprake is van onderuitputting van de middelen bestemd voor de verkleining van de groepsgrootte in de onderbouw. Zij is blij dat de staatssecretaris het onderzoek over de werkdruk in de bovenbouw naar voren wil halen, maar zij merkt daarbij op dat een onderzoek sowieso leidt tot uitstel van concrete actie. De uitspraak van de minister over de toets van 4-jarigen heeft mevrouw Ross zo begrepen dat het gaat om het opsporen van hiaten in de ontwikkelingen van 4-jarigen. Zij vindt het belangrijk om de discussie daarover niet uit de weg te gaan. Het is van belang voor de leerling zelf, de leerkrachten en de ouders als er een handelingsplan wordt opgesteld specifiek gericht op de individuele leerling, maar daar moet het wat waar betreft wel bij blijven. Mevrouw Ross vindt het moeilijk om te accepteren dat er in de bovenbouw knelpunten ontstaan als gevolg van de oormerking van de gelden voor de onderbouw. Valt er niet wat te verkennen aan de grenzen? Is er geen mogelijkheid om creatief om te gaan met de regels die daarvoor gelden? Een van de vragen die de staatssecretaris aan de Onderwijsraad heeft voorgelegd, is of het mogelijk is om uit te gaan van de feitelijke achterstand van individuele leerlingen. Misschien is het mogelijk om de vraagstelling te veranderen in: op welke wijze is het mogelijk om uit te gaan van de feitelijke achterstand van individuele leerlingen? Dan moet de Onderwijsraad er wat dieper op ingaan. Over de monopoliepositie van het Cito maakt mevrouw Ross zich zorgen. Ontstaan er geen problemen met de NMa (Nederlandse mededingingsautoriteit)? De heer Rijpstra (VVD) is het met de staatssecretaris eens dat het gaat om de ontwikkeling van het individuele kind. Kinderen met een achterstand moeten in staat worden gesteld om die achterstand in te lopen. Het budget voor de verkleining van de groepsgrootte in het basisonderwijs is gebaseerd op de verhouding één leraar op twintig leerlingen. In 2002 wordt daarvoor ruim 300 mln beschikbaar gesteld. De heer Rijpstra is benieuwd hoe scholen daarmee omgaan en wat er in de praktijk op de scholen zal gebeuren. Doelstelling is het verbeteren van de kwaliteit van het onderwijs en verkleining van de groepen is daar een middel voor. Daarnaast wordt gewerkt aan het ontwikkelen van instrumenten om de kwaliteit te bevorderen. Wil de staatssecretaris de Kamer de komende tijd goed op de hoogte houden van de ontwikkelingen in het onderwijs op dit punt? De heer Rijpstra is niet tegen het toetsen van 4-jarigen, maar het moet wel een functie hebben. De leerkracht moet weten of een kind een achterstand heeft op bepaalde terreinen. Er moeten instrumenten ontwikkeld worden om leerkrachten in staat te stellen om op een goede wijze snel en efficiënt de juiste diagnose te laten maken. Dan kan een goed traject voor de leerling worden uitgestippeld en met een goed leerlingvolgsysteem kan worden nagegaan of de leerling het onderwijs krijgt dat bij hem past. De heer Rabbae (GroenLinks) heeft begrepen dat de staatssecretaris het leerlingvolgsysteem pas verplicht kan stellen als de leerstandaarden zijn ingevoerd. Slechts 20% van de scholen werkt nog niet met het leerlingvolgsysteem. Kan de staatssecretaris daar toch nog eens op ingaan? De heer Rabbae staat niet negatief tegenover het toetsen van 4-jarigen. Het gaat erom een idee te krijgen van de ontwikkeling van het kind. Er moet ook een afstemming plaatsvinden met de voorschoolse educatie, zodat duidelijk wordt wat dat opgeleverd heeft. Tweede Kamer, vergaderjaar , , nr

12 Het is van belang om goed zicht te houden op de verhouding van één leerkracht op twintig leerlingen en om de onderwijsondersteunende functies apart in beeld te brengen. De fractie van GroenLinks is huiverig voor een te ver doorgeschoten marktwerking. Daar komt bij dat het Cito veel deskundigheid in huis heeft en dat het moeilijk is om een vergelijkbare organisatie te vinden. Voor de heer Slob (ChristenUnie) blijft de doelstelling van verkleining van de groepsgrootte gekoppeld aan het kwaliteitsbeleid. Hij wil die zaken niet te veel uit elkaar te trekken. De rapportage van de inspectie is hoopgevend, maar het is een beperkt onderzoek, een steekproef. Het is van belang om door te gaan met het verzamelen van onderzoeksgegevens, omdat er dan pas echt goed zicht ontstaat op wat er van dit project terechtkomt. Is het de bedoeling dat er meer onderzoek komt en, zo ja, zal dat uitgebreider zijn dan wat er tot nu gebeurd is? De staatssecretaris heeft zich bereid getoond om het onderzoek naar de werkdruk in de bovenbouw naar voren te halen. Welk tijdpad heeft de staatssecretaris daarbij voor ogen? Mevrouw Lambrechts (D66) vindt het van belang dat er zicht blijft bestaan op de feitelijke grootte van de groepen. Er moet een duidelijk onderscheid gemaakt worden tussen de leraar-leerlingratio en de personeel-leerlingratio. Ook moeten de feitelijke resultaten van dit grote project in beeld worden gebracht. Zij voegt er nog aan toe dat de fractie van D66 er geen voorstander van is om scholen af te rekenen op de resultaten van leerlingen. Het is van belang om eerst een goede systematiek te ontwikkelen om de resultaten zichtbaar te maken. Het is mevrouw Lambrechts opgevallen dat er steeds meer gewerkt wordt met dislocaties van één of twee klassen op scholen. Een school is een gemeenschap en het is de bedoeling dat alle groepen zich op één locatie bevinden. De heer Van der Vlies (SGP) is het met de staatssecretaris eens dat het nodig is om resultaten te meten in het onderwijs, maar op die manier kom je niet alles te weten. Groepsgrootteverkleining is geen doel op zichzelf. Het gaat om de kwaliteit van de school. Een school moet kindgericht werken. In het voortgezet onderwijs is men al verder met de ontwikkeling van de kwaliteit van de zorgsystemen, maar in het basisonderwijs staat dit nog in de kinderschoenen. Is de staatssecretaris bereid om initiatieven van basisscholen op dat gebied te stimuleren en eventueel te ondersteunen? De middelen voor groepsgrootteverkleining zijn in eerste instantie bestemd voor de onderbouw. De heer Van der Vlies is er ook geen voorstander van om die regeling al te snel open te stellen voor de bovenbouw. Hij wijst er echter op dat het nodig is om wel na te denken over de bovenbouw. Er komen signalen uit het veld dat de werkdruk in de bovenbouw toeneemt. De staatssecretaris is bereid om het onderzoek naar de werkdruk in de bovenbouw naar voren te halen. Wanneer kunnen de resultaten van dat onderzoek ongeveer verwacht worden? De staatssecretaris is het ermee eens dat er een actieprogramma moet komen voor het werven van onderwijsassistenten. Dat hangt samen met de nadere intensiveringen naar aanleiding van het rapport van de commissie-van Rijn. Daar komt bij dat uit de arbeidsmarktmonitor blijkt dat er ruimte op de arbeidsmarkt is voor het werven van onderwijsassistenten. De staatssecretaris zal in Maatwerk 3, dat zoals het er nu naar uitziet nog voor het zomerreces verschijnt, uiteenzetten hoe één en ander in het vat zal worden gegoten. De opmerkingen van de Kamer over de adviesaanvraag zou de staatssecretaris aan de orde stellen tijdens het gesprek met de voorzitter van de Tweede Kamer, vergaderjaar , , nr

13 Onderwijsraad. Zij wijst er in dit verband nog op dat de Onderwijsraad onafhankelijk is. Op dit moment wordt bezien welke mogelijkheden er zijn om kunstenaars in te zetten voor kunstonderwijs op de basisschool. Daar zal de Kamer te zijner tijd nadere informatie over ontvangen. De Cito-toets is een middel om de kwaliteit van het onderwijs te meten. De invulling daarvan wordt bepaald door een gedegen analyse van wat er in het onderwijs aan de orde komt en wat er in de kerndoelen staat. De concrete formulering van opgaven wordt bepaald door psychometrische technische overwegingen van validiteit en betrouwbaarheid. Op dit moment behoort de Cito-toets tot de beste toetsen ter wereld. De staatssecretaris kan zich voorstellen dat de Kamer graag wil meepraten over de inhoud van de toetsen, maar zij wil enige voorzichtigheid betrachten bij de politieke aansturing daarvan. Ook de staatssecretaris is zeer benieuwd naar de directe effecten van de ontwikkelingen in de scholen de komende jaren door kleinere groepen en meer handen in de klas. Die ontwikkelingen zullen zoveel mogelijk gemeten worden. Zij is ook voor het verplicht invoeren van het leerlingvolgsysteem, maar het probleem is dat dit niet kan als de kerndoelen niet zijn geconcretiseerd. Er bestaan op dit moment goede methoden om 4-jarigen te toetsen, bijvoorbeeld via het toetsen van hiaten. Het gaat erom zo te toetsen dat de leerling en de leraar ermee gediend zijn. De staatssecretaris wil het toetsen van leerlingen niet direct koppelen aan de discussie over de bekostiging. Dat is een stap te ver. Daarvoor komt er eerst nog een advies van de Onderwijsraad. De staatssecretaris is het ermee eens dat het van belang is om het onderzoek naar de werkdruk in de bovenbouw naar voren te trekken om sneller inzicht te krijgen in wat daar gebeurt. Het kwaliteitszorgsysteem is van groot belang voor het onderwijs. Er vindt op dit moment overleg plaats met schoolbesturen en vakbonden over de wijze waarop dat ingezet kan worden. Het eerste onderzoek zal ook financieel worden ondersteund door het ministerie van OCW. Over de huisvesting van scholen zal nog een uitgebreid debat plaatsvinden. Het onderbrengen van groepen op dislocaties heeft grote nadelen. De staatssecretaris wil proberen om daar zoveel mogelijk een structurele oplossing voor te vinden. De voorzitter van de vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen, Van der Hoeven De griffier van de vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen, Coenen Tweede Kamer, vergaderjaar , , nr

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2001 2002 25 065 Groepsgrootte in het basisonderwijs Nr. 23 VERSLAG VAN EEN ALGEMEEN OVERLEG Vastgesteld 31 oktober 2001 De vaste commissie voor Onderwijs,

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1999 2000 26 800 VIII Vaststelling van de begroting van de uitgaven en de ontvangsten van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen (VIII) voor

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1999 2000 26 695 Voortijdig school verlaten Nr. 10 LIJST VAN VRAGEN EN ANTWOORDEN Vastgesteld 22 december 1999 De vaste Commissie voor Onderwijs, Cultuur

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2000 2001 22 452 Internationalisering van het onderwijs Nr. 17 1 Samenstelling: Leden: Van der Vlies (SGP), Van de Camp (CDA), Van der Hoeven (CDA), voorzitter,

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1998 1999 26 513 Wijziging van de Wet op het primair onderwijs in verband met de verkleining van de groepsgrootte voor de 4- tot en met 7-jarige leerlingen

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1999 2000 26 800 VIII Vaststelling van de begroting van de uitgaven en de ontvangsten van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen (VIII) voor

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2000 2001 27 696 Schoolzwemmen Nr. 5 VERSLAG VAN EEN ALGEMEEN OVERLEG Vastgesteld 19 juli 2001 De vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal Centraal Informatiepunt

Eerste Kamer der Staten-Generaal Centraal Informatiepunt Eerste Kamer der Staten-Generaal Centraal Informatiepunt Den Haag, 15 maart 2000 Aan de leden en de plv. leden van de vaste commissie voor Justitie OVERZICHT van stemmingen in de Tweede Kamer betreffende

Nadere informatie

Uw brief van. 2 en 5 april 2004

Uw brief van. 2 en 5 april 2004 logoocw De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA Den Haag Den Haag Ons kenmerk Uw brief van Uw kenmerk 21 april 2004 AP/AOM/2004/17149 2 en 5 april 2004 2030411790 en

Nadere informatie

Politieke Barometer Onderwijs Meting april 2013

Politieke Barometer Onderwijs Meting april 2013 Politieke Barometer Onderwijs Meting april 2013 Vertrouwen in kabinet en bewindslieden en politieke voorkeur Wetsvoorstel centrale eindtoets Plan van aanpak tegen pesten Sluiting kleine scholen Van 16

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2001 2002 28 000 VIII Vaststelling van de begroting van de uitgaven en de ontvangsten van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen (VIII) voor

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2001 2002 24 724 Studiefinanciering Nr. 54 VERSLAG VAN EEN ALGEMEEN OVERLEG Vastgesteld 14 maart 2002 De vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2000 2001 24 724 Studiefinanciering Nr. 51 VERSLAG VAN EEN ALGEMEEN OVERLEG Vastgesteld 23 juli 2001 De vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1999 2000 26 957 Wijziging kiesstelsel 26 976 Positie van de Eerste Kamer Nr. 3 VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG Vastgesteld 6 maart 2000 De vaste commissie

Nadere informatie

2017D04668 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG

2017D04668 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG 2017D04668 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG Binnen de vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap hebben enkele fracties de behoefte om vragen en opmerkingen voor te leggen over de

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2001 2002 21 860 Weer samen naar school Nr. 63 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAPPEN Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer

Nadere informatie

RAPPORT VAN BEVINDINGEN

RAPPORT VAN BEVINDINGEN RAPPORT VAN BEVINDINGEN School: c.b.s. Op de Zandtange Plaats: Mussel BRIN-nummer: 08BS Datum uitvoering onderzoek: 4 maart 2008 Datum vaststelling rapport: 29 mei 2008 Onderzoeksnummer: 118432 1 ONDERZOEK

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2005 2006 30 439 Nadere voorschriften in verband met samenwerking tussen scholen voor voortgezet onderwijs en instellingen voor educatie en beroepsonderwijs

Nadere informatie

Primair Onderwijs Onze referentie

Primair Onderwijs Onze referentie >Retouradres Postbus 16375 2500 BJ Den Haag De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 AE DEN HAAG.. Primair Onderwijs IPC 2400 Rijnstraat 50 Den Haag Postbus 16375 2500 BJ

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2014 2015 34 031 Wijziging van de Wet op het primair onderwijs en de Wet op de expertisecentra in verband met het regelen van de mogelijkheid een deel van

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2001 2002 Nr. 199e 27 728 Wijziging van de Wet op de expertisecentra, de Wet op het primair onderwijs en de Wet op het voortgezet onderwijs in verband met

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2001 2002 26 695 Voortijdig school verlaten Nr. 12 VERSLAG VAN EEN ALGEMEEN OVERLEG Vastgesteld 24 oktober 2001 De vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur

Nadere informatie

Beantwoording vragen Tweede Kamer bij rapport Financiering onderwijs vernieuwingen voortgezet onderwijs 1990-2007 (30 november 2007)

Beantwoording vragen Tweede Kamer bij rapport Financiering onderwijs vernieuwingen voortgezet onderwijs 1990-2007 (30 november 2007) Algemene Rekenkamer Lange Voorhout 8 Postbus 20015 2500 EA Den Haag T 070-3424344 BEZORGEN F 070-3424130 De Voorzitter van de Tweede Kamer E voorljchting@rekenkamer.ni der Staten-Generaal w www.rekenkamer.ni

Nadere informatie

GROEPSGROOTTE EN PERSONELE INZET IN HET BASISONDERWIJS

GROEPSGROOTTE EN PERSONELE INZET IN HET BASISONDERWIJS GROEPSGROOTTE EN PERSONELE INZET IN HET BASISONDERWIJS GEGEVENS OVER MEI EN OKTOBER 2003 EN TRENDS VANAF 1994-1995 2004-04 INHOUDSOPGAVE VOORWOORD 5 1 INLEIDING 7 1.1 Achtergrond 7 1.2 Opbouw van het rapport

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2001 2002 28 000 VII Vaststelling van de begroting van de uitgaven en de ontvangsten van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (VII)

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG

Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG a 1 > Retouradres Postbus 16375 2500 BJ Den Haag Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Rijnstraat 50 Den Haag Postbus 16375 2500 BJ Den Haag www.minocw.nl 112303 Betreft Antwoorden

Nadere informatie

Uw brief van. 10 februari 2006

Uw brief van. 10 februari 2006 logoocw De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA Den Haag Den Haag Ons kenmerk 6 maart 2006 PO/KO/06/9735 Uw brief van 10 februari 2006 Uw kenmerk 2050607850 Onderwerp

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2000 2001 27 597 Wijziging van de Wet op het primair onderwijs, de Wet op de expertisecentra en de Wet op het voortgezet onderwijs ter bestendiging en actualisering

Nadere informatie

Datum 28 november 2018 Betreft Beantwoording vragen schriftelijk overleg (Kamerstuk 31293, nr. 415))

Datum 28 november 2018 Betreft Beantwoording vragen schriftelijk overleg (Kamerstuk 31293, nr. 415)) >Retouradres Postbus 16375 2500 BJ Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Wetgeving en Juridische Zaken Rijnstraat 50 Den Haag Postbus 16375 2500

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2015 2016 34 300 XV Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (XV) voor het jaar 2016 F VERSLAG VAN EEN

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2004 2005 29 800 VIII Vaststelling van de begrotingsstaat van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (VIII) voor het jaar 2005 Nr. 163 VERSLAG

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2017 2018 34 775 Nota over de toestand van s Rijks financiën 34 775 VIII Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2000 2001 27 400-VIII Vaststelling van de begroting van de uitgaven en de ontvangsten van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen (VIII) voor

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2010 2011 31 497 Passend onderwijs Nr. 56 BRIEF VAN DE MINISTER VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAP Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Nadere informatie

2016D04781 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG

2016D04781 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG 2016D04781 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG Binnen de vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap hebben enkele fracties de behoefte om vragen en opmerkingen voor te leggen over de

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2001 2002 27 812 Wijziging van de Wet tot behoud van cultuurbezit in verband met een evaluatie van die wet Nr. 4 VERSLAG Vastgesteld 8 oktober 2001 De vaste

Nadere informatie

RAPPORT VAN BEVINDINGEN ONDERZOEK BIJ TH. HART DE RUYTERSCHOOL VSO CLUSTER 4

RAPPORT VAN BEVINDINGEN ONDERZOEK BIJ TH. HART DE RUYTERSCHOOL VSO CLUSTER 4 RAPPORT VAN BEVINDINGEN ONDERZOEK BIJ TH. HART DE RUYTERSCHOOL VSO CLUSTER 4 Plaats: Groningen BRIN-nummer: 140R Onderzoek uitgevoerd op: 9 juni 2009 Conceptrapport verzonden op: 1 juli 2009 Rapport vastgesteld

Nadere informatie

Lumpsum 2.0. Lumpsum 2.0

Lumpsum 2.0. Lumpsum 2.0 Lumpsum 2.0 Lumpsum 2.0 Schoolbesturen krijgen een grote pot geld voor onder meer salarissen, leermiddelen, schoonmaak en onderhoud. Deze pot, de lumpsum, kunnen ze grotendeels naar eigen inzicht besteden.

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2018 2019 31 293 Primair Onderwijs Nr. 457 VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG Vastgesteld 19 april 2019 De vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap

Nadere informatie

Datum 17 juni 2011 Betreft Kamervragen van het lid Voordewind (ChristenUnie) en motie Cohen c.s.

Datum 17 juni 2011 Betreft Kamervragen van het lid Voordewind (ChristenUnie) en motie Cohen c.s. a 1 > Retouradres Postbus 16375 2500 BJ Den Haag De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Rijnstraat 50 Den Haag Postbus 16375 2500 BJ Den Haag www.rijksoverheid.nl

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2017 2018 30 079 VMBO Nr. 75 BRIEF VAN DE MINISTER VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAP Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Den Haag,

Nadere informatie

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG >Retouradres Postbus 16375 2500 BJ Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Primair Onderwijs Rijnstraat 50 Den Haag Postbus 16375 2500 BJ Den Haag

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1999 2000 25 017 Versterking ruimtelijk-economische structuur Nr. 26 1 Samenstelling: Leden: Schutte (GPV), Van der Vlies (SGP), Van de Camp (CDA), Van der

Nadere informatie

Hoeveel bewegings ruimte gunt het kabinet het po?

Hoeveel bewegings ruimte gunt het kabinet het po? Hoeveel bewegings ruimte gunt het kabinet het po? Tijdens de begrotingsbehandeling van het ministerie van OCW is er relatief weinig gesproken over het primair onderwijs. Wel kwamen voor het po belangrijke

Nadere informatie

Aan de voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA..DEN HAAG

Aan de voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA..DEN HAAG >Retouradres Postbus 16375 2500 BJ Den Haag Aan de voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA..DEN HAAG.. Middelbaar Beroeps Onderwijs Rijnstraat 50 Den Haag Postbus 16375

Nadere informatie

Besluit tot wijziging van het Uitvoeringsbesluit WEB met name in verband met het afschaffen van de cascadebekostiging

Besluit tot wijziging van het Uitvoeringsbesluit WEB met name in verband met het afschaffen van de cascadebekostiging 35 002 Besluit tot wijziging van het Uitvoeringsbesluit WEB met name in verband met het afschaffen van de cascadebekostiging Nr. 2 Verslag van een schriftelijk overleg Vastgesteld 17 september 2018 De

Nadere informatie

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE > Retouradres Postbus 90801 2509 LV Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE 2513AA22XA Postbus 90801 2509 LV Den Haag Parnassusplein 5 T 070 333

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2013 2014 33 750 VIII Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (VIII) voor het jaar 2014 L VERSLAG VAN

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2017 2018 27 859 Modernisering Gemeentelijke Basisadministratie persoonsgegevens (GBA) Nr. 117 VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG Vastgesteld 14 november

Nadere informatie

2011D56821 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG

2011D56821 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG 20D5682 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG Binnen de vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap hebben enkele fracties de behoefte om vragen en opmerkingen voor te leggen over het

Nadere informatie

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG a 1 De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Onze referentie 463105 Bijlagen 1 Datum 26 november 2012 Betreft Wijziging Formatiebesluit in verband met het budgetteren

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2012 2013 33 661 Wijziging van de Wet op het voortgezet onderwijs, de Wet voortgezet onderwijs ES, de Wet college voor toetsen en examens alsmede de Wet

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1998 1999 25 635 Invoering WEB Nr. 15 VERSLAG VAN EEN ALGEMEEN OVERLEG Vastgesteld 7 mei 1999 De vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2018 2019 29 383 Meerjarenprogramma herijking van de VROM-regelgeving R VERSLAG VAN EEN NADER SCHRIFTELIJK OVERLEG Vastgesteld 31 oktober 2018 Omgeving 1

Nadere informatie

2011D63985 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG

2011D63985 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG 20D63985 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG Binnen de vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap hebben enkele fracties de behoefte om vragen en opmerkingen voor te leggen over de

Nadere informatie

2.10 Resultaten van het ITS onderzoek naar leerlingen met autisme in het primair en voortgezet onderwijs in het schooljaar

2.10 Resultaten van het ITS onderzoek naar leerlingen met autisme in het primair en voortgezet onderwijs in het schooljaar 2.10 Resultaten van het ITS onderzoek naar leerlingen met autisme in het primair en voortgezet onderwijs in het schooljaar 2003-2004 Samenvatting, conclusies en aandachtspunten 1 Autisme in het primair

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1999 2000 27 063 Wijziging van de Huurprijzenwet woonruimte en van de wet van 19 juni 1996 tot wijziging van de Huurprijzenwet woonruimte, de Wet op de huurcommissies

Nadere informatie

vra2001ocw.022 Bekostigingsbesluit WHW in verband met het kunstonderwijs

vra2001ocw.022 Bekostigingsbesluit WHW in verband met het kunstonderwijs vra2001ocw.022 Bekostigingsbesluit WHW in verband met het kunstonderwijs Binnen de vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen hebben enkele fracties de behoefte over de brief van de Staatssecretaris

Nadere informatie

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG >Retouradres Postbus 16375 2500 BJ Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Hoger Onderwijs en Studiefinanciering Rijnstraat 50 Den Haag Postbus 16375

Nadere informatie

Verbeterplan OBS De Winde

Verbeterplan OBS De Winde Verbeterplan OBS De Winde 2018-2019 Ouderversie 1.Inleiding Voor u ligt de ouderversie van het verbeterplan 2018-2019 van openbare basisschool De Winde te Nootdorp. Het verbeterplan 2018-2019 is met inbreng

Nadere informatie

Uw brief van Ons kenmerk Contactpersoon Zoetermeer

Uw brief van Ons kenmerk Contactpersoon Zoetermeer OC enw De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA Den Haag Ministerie van Onderwijs Cultuur en Wetenschappen Europaweg 4 Postbus 25000 2700 LZ Zoetermeer Telefoon (079)

Nadere informatie

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA Den Haag. Datum 25 november 2011 Betreft Bestuursafspraken G4 en G33

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA Den Haag. Datum 25 november 2011 Betreft Bestuursafspraken G4 en G33 a 1 > Retouradres Postbus 16375 2500 BJ Den Haag De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA Den Haag Rijnstraat 50 Den Haag Postbus 16375 2500 BJ Den Haag www.rijksoverheid.nl

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal Centraal Informatiepunt

Eerste Kamer der Staten-Generaal Centraal Informatiepunt Eerste Kamer der Staten-Generaal Centraal Informatiepunt Den Haag, 7 juni 2001 Aan de leden en de plv. leden van de Vaste Commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport OVERZICHT van stemmingen in de

Nadere informatie

RAPPORT ONDERZOEK IN HET KADER VAN HET VIERJAARLIJKS BEZOEK OP BASISSCHOOL AMSTELMEER

RAPPORT ONDERZOEK IN HET KADER VAN HET VIERJAARLIJKS BEZOEK OP BASISSCHOOL AMSTELMEER RAPPORT ONDERZOEK IN HET KADER VAN HET VIERJAARLIJKS BEZOEK OP BASISSCHOOL AMSTELMEER School : Basisschool Amstelmeer Plaats : Amsterdam BRIN-nummer : 14LP Onderzoeksnummer : 118518 Datum schoolbezoek

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2013 2014 31 289 Voortgezet Onderwijs Nr. 189 VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG Vastgesteld 22 april 2014 Binnen de vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur

Nadere informatie

RTL Nieuws en de Cito-scores

RTL Nieuws en de Cito-scores Wat zien wij en wat vinden wij er van? Colofon datum 28 oktober 2013 auteur Jan Vermeulen status Definitief pagina 2 van 8 Inhoudsopgave pagina 1 Inleiding en vraagstelling 3 2 RTL en de rangordelijstjes

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2007 2008 31 293 Primair Onderwijs 31 289 Voortgezet Onderwijs Nr. 5 BRIEF VAN DE MINISTER EN STAATSSECRETARISSEN VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAP Aan

Nadere informatie

Besluit van 18 mei 2009 houdende vaststelling van kerndoelen voor het speciaal onderwijs (Besluit kerndoelen WEC)

Besluit van 18 mei 2009 houdende vaststelling van kerndoelen voor het speciaal onderwijs (Besluit kerndoelen WEC) 2009D30612 31 973 Besluit van 18 mei 2009 houdende vaststelling van kerndoelen voor het speciaal onderwijs (Besluit kerndoelen WEC) Verslag van een schriftelijk overleg Vastgesteld d.d... Binnen de vaste

Nadere informatie

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG >Retouradres Postbus 16375 2500 BJ Den Haag De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG.. Primair Onderwijs IPC 2400 Rijnstraat 50 Den Haag Postbus 16375 2500 BJ

Nadere informatie

Adjunct-griffier van de commissie Bosnjakovic

Adjunct-griffier van de commissie Bosnjakovic 31 293 Primair Onderwijs Nr. Verslag van een schriftelijk overleg Vastgesteld d.d. Binnen de vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap hebben enkele fracties de behoefte om vragen en opmerkingen

Nadere informatie

Capellenborg. Plaatsingsbeleid in het eerste leerjaar

Capellenborg. Plaatsingsbeleid in het eerste leerjaar Capellenborg Plaatsingsbeleid in het eerste leerjaar Inhoudsopgave Aanleiding 2 Bronnen 2 Wetgeving 2 Rol Sallandse Onderwijskamer 2 Uitgangspunten plaatsingsregeling 3 Plaatsingsregeling 3 Uitvoeringsregeling

Nadere informatie

Onderwijshuisvestingsbeleid gemeente Utrecht. Onderzoeksplan

Onderwijshuisvestingsbeleid gemeente Utrecht. Onderzoeksplan Onderwijshuisvestingsbeleid gemeente Utrecht Onderzoeksplan Rekenkamer Utrecht 16 februari 2009 1 Inleiding Vanuit de raadsfracties van het CDA en de VVD kwam in 2008 de suggestie aan de Rekenkamer om

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2011 2012 33 157 Wijziging van onder meer de Wet op het primair onderwijs, de Wet op de expertisecentra en de Wet College voor examens in verband met de

Nadere informatie

RAPPORT ONDERZOEK IN HET KADER VAN HET ONDERWIJSVERSLAG DE DR. J.A. GERTH VAN WIJKSCHOOL

RAPPORT ONDERZOEK IN HET KADER VAN HET ONDERWIJSVERSLAG DE DR. J.A. GERTH VAN WIJKSCHOOL RAPPORT ONDERZOEK IN HET KADER VAN HET ONDERWIJSVERSLAG 2008-2009 DE DR. J.A. GERTH VAN WIJKSCHOOL School : de dr. J.A. Gerth van Wijkschool Plaats : 's-gravenhage BRIN-nummer : 17UD Onderzoeksnummer :

Nadere informatie

RAPPORT ONDERZOEK IN HET KADER VAN HET VIERJAARLIJKS BEZOEK OP BASISSCHOOL PRINS WILLEM ALEXANDER

RAPPORT ONDERZOEK IN HET KADER VAN HET VIERJAARLIJKS BEZOEK OP BASISSCHOOL PRINS WILLEM ALEXANDER RAPPORT ONDERZOEK IN HET KADER VAN HET VIERJAARLIJKS BEZOEK OP BASISSCHOOL PRINS WILLEM ALEXANDER School : basisschool Prins Willem Alexander Plaats : Sprang-Capelle BRIN-nummer : 06EJ Onderzoeksnummer

Nadere informatie

2014D02444 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG

2014D02444 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG 2014D02444 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG Binnen de vaste commissie voor Infrastructuur en Milieu hebben verschillende fracties de behoefte om vragen en opmerkingen voor te leggen aan de

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2012 2013 33 558 Regels voor subsidiëring van landelijke onderwijsondersteunende activiteiten (Wet subsidiëring landelijke onderwijsondersteunende activiteiten

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2016 2017 31 293 Primair Onderwijs 31 289 Voortgezet Onderwijs Nr. 351 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAP Aan de Voorzitter

Nadere informatie

constaterende dat de Wet passend onderwijs scholen per 1 augustus 2014 een zorgplicht voor elke leerling oplegt;

constaterende dat de Wet passend onderwijs scholen per 1 augustus 2014 een zorgplicht voor elke leerling oplegt; Passend onderwijs Aan de orde is het VAO Passend onderwijs (AO d.d. 18/12). Ik heet de staatssecretaris van harte welkom. Voorzitter. Wij hebben een interessante gedachtewisseling gehad in het algemeen

Nadere informatie

Achtste Voortgangsrapportage Groepsgrootte en kwaliteit

Achtste Voortgangsrapportage Groepsgrootte en kwaliteit Achtste Voortgangsrapportage Groepsgrootte en kwaliteit Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen Zoetermeer juli 2001 1 Samenvatting 3 2 Inleiding 4 3 Landelijk kwaliteitsbeleid 4 Kwaliteitsverbetering

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2000 2001 27 400 VIII Vaststelling van de begroting van de uitgaven en de ontvangsten van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen (VIII) voor

Nadere informatie

Primair Onderwijs po 079-3232.333 Voorgezet onderwijs vo 079-3232.444

Primair Onderwijs po 079-3232.333 Voorgezet onderwijs vo 079-3232.444 Voorlichtingspublicatie Betreft de onderwijssector(en) Informatie CFI/ICO Primair Onderwijs po 079-3232.333 Voorgezet onderwijs vo 079-3232.444 Wet van 9 december 2005, houdende opneming in de Wet op het

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1999 2000 26 707 Wijziging van de Mediawet in verband met nieuwe regels omtrent de financiering van de publieke omroep (afschaffing omroepbijdrage) Nr. 24

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2001 2002 25 434 Structuurversterking filmindustrie Nr. 9 1 Samenstelling: Leden: Blaauw (VVD), Biesheuvel (CDA), voorzitter, Witteveen-Hevinga (PvdA), Leers

Nadere informatie

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG >Retouradres Postbus 16375 2500 BJ Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Primair Onderwijs Rijnstraat 50 Den Haag Postbus 16375 2500 BJ Den Haag

Nadere informatie

Uw brief van Ons kenmerk Contactpersoon Zoetermeer

Uw brief van Ons kenmerk Contactpersoon Zoetermeer OC enw De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA Den Haag Ministerie van Onderwijs Cultuur en Wetenschappen Europaweg 4 Postbus 25000 2700 LZ Zoetermeer Telefoon (079)

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2015 2016 34 242 Evaluatie Wet ontwikkelingskansen door kwaliteit en educatie (Wet OKE) 27 020 Aanpak onderwijsachterstanden Nr. 12 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS

Nadere informatie

Brief van de minister en staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap. Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Brief van de minister en staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap. Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal 32 618 Wijziging van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek en enige andere wetten in verband met de invoering van een verhoogd collegegeld voor langstudeerders (Wet verhoging collegegeld

Nadere informatie

RAPPORT ONDERZOEK IN HET KADER VAN HET VIERJAARLIJKS BEZOEK OP DE LEIDSE HOUTSCHOOL

RAPPORT ONDERZOEK IN HET KADER VAN HET VIERJAARLIJKS BEZOEK OP DE LEIDSE HOUTSCHOOL RAPPORT ONDERZOEK IN HET KADER VAN HET VIERJAARLIJKS BEZOEK OP DE LEIDSE HOUTSCHOOL School : de Leidse Houtschool Plaats : Leiden BRIN-nummer : 17MJ Onderzoeksnummer : 113283 Datum schoolbezoek : 29 juni

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2004 2005 29 687 Wijziging van de Wet op het voortgezet onderwijs vanwege overheveling taak en budget voor aanpassingen in onderwijshuisvesting van gemeente

Nadere informatie

RAPPORT VAN BEVINDINGEN TUSSENTIJDS KWALITEITSONDERZOEK OP OBS OETKOMST IN KOLHAM

RAPPORT VAN BEVINDINGEN TUSSENTIJDS KWALITEITSONDERZOEK OP OBS OETKOMST IN KOLHAM RAPPORT VAN BEVINDINGEN TUSSENTIJDS KWALITEITSONDERZOEK OP OBS OETKOMST IN KOLHAM Plaats : Kolham BRIN-nummer : 13DT Onderzoek uitgevoerd op : 22 juni 2010 Rapport vastgesteld te Groningen: 13 september

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2001 2002 28 000 XVI Vaststelling van de begroting van de uitgaven en de ontvangsten van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (XVI) voor

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten Generaal Vaste Kamercommissie Onderwijs, Cultuur en Wetenschap Postbus BJ Den Haag.

Tweede Kamer der Staten Generaal Vaste Kamercommissie Onderwijs, Cultuur en Wetenschap Postbus BJ Den Haag. Postbus 1223 3500 BE Utrecht Tweede Kamer der Staten Generaal Vaste Kamercommissie Onderwijs, Cultuur en Wetenschap Postbus 16375 2500 BJ Den Haag Herculesplein 215 3584 AA Utrecht T 030-236 37 29 E info@platformvg.nl

Nadere informatie

EERSTE KAMER DER STATEN-GENERAAL. Vergaderjaar 2016/17

EERSTE KAMER DER STATEN-GENERAAL. Vergaderjaar 2016/17 EERSTE KAMER DER STATEN-GENERAAL Vergaderjaar 2016/17 34 446 Wijziging van de Wet op het primair onderwijs, de Wet op de expertisecentra en de Wet op het voortgezet onderwijs in verband met de invoering

Nadere informatie

RAPPORT ONDERZOEK IN HET KADER VAN HET VIERJAARLIJKS BEZOEK OP BASISSCHOOL DE LOCKAERT

RAPPORT ONDERZOEK IN HET KADER VAN HET VIERJAARLIJKS BEZOEK OP BASISSCHOOL DE LOCKAERT RAPPORT ONDERZOEK IN HET KADER VAN HET VIERJAARLIJKS BEZOEK OP BASISSCHOOL DE LOCKAERT Plaats : Oss BRIN-nummer : 00CD Onderzoeksnummer : 119429 Datum schoolbezoek : Rapport vastgesteld te Eindhoven op

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2008 2009 31 322 Kinderopvang Nr. 39 VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG Vastgesteld 29 oktober 2008 Binnen de vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en

Nadere informatie

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG >Retouradres Postbus 16375 2500 BJ Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Primair Onderwijs Rijnstraat 50 Den Haag Postbus 16375 2500 BJ Den Haag

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2000 2001 24 814 Vliegramp Eindhoven Nr. 18 1 Samenstelling: Leden: Van den Berg (SGP), Valk (PvdA), voorzitter, Zijlstra (PvdA), Apostolou (PvdA), Hillen

Nadere informatie

RAPPORT ONDERZOEK IN HET KADER VAN HET VIERJAARLIJKS BEZOEK OP OBS DE HORN

RAPPORT ONDERZOEK IN HET KADER VAN HET VIERJAARLIJKS BEZOEK OP OBS DE HORN RAPPORT ONDERZOEK IN HET KADER VAN HET VIERJAARLIJKS BEZOEK OP OBS DE HORN School : obs De Horn Plaats : Wijk bij Duurstede BRIN-nummer : 23DF Onderzoeksnummer : 112607 Datum schoolbezoek : 26 en 27 mei

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1998 1999 26 397 Vernieuwing studiefinanciering Nr. 12 BRIEF VAN DE MINISTER VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAPPEN Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer

Nadere informatie