VROM-Inspectie-Procedure 2010 handhaving regels voor aangesloten drinkwaterinstallaties VIP drinkwaterinstallaties 2010

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "VROM-Inspectie-Procedure 2010 handhaving regels voor aangesloten drinkwaterinstallaties VIP drinkwaterinstallaties 2010"

Transcriptie

1 VROM-Inspectie-Procedure 2010 handhaving regels voor aangesloten drinkwaterinstallaties VIP drinkwaterinstallaties 2010 Datum 16 september 2010 Status Definitief

2

3 Definitief VROM-Inspectie-Procedure 2010 handhaving regels voor aangesloten drinkwaterinstallaties 16 september 2010 Colofon VROM-Inspectie Directie Uitvoering Programma Schoon en veilig drinkwater Rijnstraat 8 Postbus BD Den Haag Deze publicatie is downloaden via Publicatienummer: VI Pagina 3 van 62

4

5 Definitief VROM-Inspectie-Procedure 2010 handhaving regels voor aangesloten drinkwaterinstallaties 16 september 2010 Inhoud Voorwoord Inleiding Het wettelijk kader Organisatie en werkwijze bij het toezicht Algemeen Toezicht door de drinkwaterinspecteurs en overdracht aan de VI Toezicht op de naleving en sancties Algemeen Wie is als overtreder aansprakelijk? Veranderen van gedrag bij de eigenaar/exploitant Afstemming met andere bestuursorganen Bestuursrecht Algemeen Toezicht op de naleving door de VI Handhaven is geen plicht Bewijsmiddelen Het toepassen van bestuursdwang De last onder dwangsom Aandachtspunten dwangsom Procedurele zaken Rechtsbescherming Effectuering (inning) Gebruik van informatie uit een strafrechtelijk proces Strafrecht Strafrecht algemeen Opstellen proces-verbaal Lik op stuk Methode van handhaving Handhaven met effect bij eigenaren van drinkwaterinstallaties Handhaving standaard-drinkwaterinstallatie Handhaving regels prioritaire installatie: legionellapreventie De risico-analyse (onderzoek van de installatie) Het beheersplan De uitvoering van beheersmaatregelen Handhavingsprocessen Proces standaard bestuursrecht Proces Versneld bestuursrecht Strafrechtelijke vervolging Bijzondere situaties BIJLAGEN Toelichting Schema toezichts- en opsporingsbevoegdheden VI Werkproces besluitvormingsprocedure Juridische kwaliteit MODEL VOORNEMENBRIEF (voornemen opleggen dwangsom) MODEL LAST ONDER DWANGSOM (Beschikking) MODEL OPHEFFEN DWANGSOM (beschikking) MODEL PROCES-VERBAAL Pagina 5 van 62

6 Definitief VROM-Inspectie-Procedure 2010 handhaving regels voor aangesloten drinkwaterinstallaties Voorwoord In Nederland ziet de VROM-Inspectie in samenwerking met de drinkwaterbedrijven toe op de naleving van de Waterleidingwetgeving. De Inspectierichtlijn 2010 Uitvoering controles artikel 15 Waterleidingbesluit, geeft de werkkaders voor de drinkwaterbedrijven. Hierbij is afgesproken dat ernstige overtredingen met belangrijke nadelige risico s voor de gezondheid van de gebruiker van drinkwater, worden overgedragen aan de VROM-Inspectie. Deze kan vervolgens besluiten om bestuursrechtelijk en strafrechtelijk op te treden tegen de eigenaar of de exploitant van de drinkwaterinstallatie. De VROM-Inspectie moet kostenbewust en doelgericht omgaan met de haar ter beschikking staande mensen en middelen. Een sanctiestrategie is hier een middel voor (wanneer en hoe zet de VI haar bevoegdheden tot handhavend optreden in?). Dit wordt bij de VROM-Inspectie aangeduid als VROM-Inspectie-Procedure (afgekort als VIP). De VIP die thans voor u ligt is de VIP drinkwaterinstallaties Deze heeft betrekking op de handhaving van de wetgeving met betrekking tot het drinkwater dat via de op het openbare net aangesloten drinkwaterinstallaties uit de kraan komt. De VIP beschrijft de wettelijke bevoegdheden om handhavend op te treden en maakt onderscheid in kernbepalingen -die bij overtreding sterk verhoogde risico s op verontreiniging van het drinkwater opleveren- en in bepalingen die bij overtreding verhoogde risico s opleveren. Met de VIP kan effectief gehandhaafd worden en kan de eenduidigheid bij het handhaven binnen het programma bevorderd worden. Het uiteindelijke doel dat de VROM-Inspectie (VI) hiermee nastreeft is het leveren van een bijdrage aan de veiligheid van het drinkwater in Nederland. De inspecteur-generaal VROM, Dr. ir. H. Paul Pagina 6 van 62

7 Definitief VROM-Inspectie-Procedure 2010 handhaving regels voor aangesloten drinkwaterinstallaties 16 september Inleiding De VIP die thans voor u ligt is de VIP drinkwaterinstallaties De VIP beschrijft de wettelijke bevoegdheden om handhavend op te treden zodat effectief gehandhaafd kan worden en de eenduidigheid bij het handhaven binnen het programma bevorderd wordt. Deze VIP bestaat uit vier hoofdstukken en enkele bijlagen. In hoofdstuk 1 wordt de regelgeving kort beschreven. In hoofdstuk 2 wordt nader ingegaan op de organisatie van de handhaving en de werkwijze van de VI. De bevoegdheden en de wettelijke instrumenten voor toezicht en handhaving zijn beschreven in hoofdstuk 3. De kern van de VIP, de handhavingmethode is beschreven in Hoofdstuk 4. De VIP is geen keurslijf De VIP is een richtlijn voor de praktijk. Dat betekent dat de VI in gevallen die daar gezien concrete feiten en omstandigheden aanleiding toe geven, kan afwijken van de VIP, mits daarmee het doel van de wetgeving op effectieve wijze wordt bereikt. Bovendien kunnen aan deze VIP geen rechten worden ontleend. Pagina 7 van 62

8 Definitief VROM-Inspectie-Procedure 2010 handhaving regels voor aangesloten drinkwaterinstallaties 2 Het wettelijk kader De bescherming van het drinkwater is momenteel geregeld in de Waterleidingwet 1957 (Wet van 6 april 1957 houdende regelen met betrekking tot het toezicht op waterleidingbedrijven en tot de organisatie van de openbare drinkwatervoorziening) en het daarop gebaseerde het Waterleidingbesluit (Besluit van 7 juni 1960, houdende technische, hygiënische, geneeskundige en administratieve uitvoeringsmaatregelen van de Waterleidingwet). Die wet gaat echter gewijzigd worden. Op 1 januari 2011 zal de laatste tranché, de algehele herziening van de Waterleidingwet, in werking treden: de Drinkwaterwet. Het onderwerp van de wet blijft gelijk: water dat is bestemd, of mede is bestemd, om te drinken, te koken, voedsel te bereiden dan wel bestemd of mede bestemd is voor andere doeleinden, zoals persoonlijke hygiëne, en dat via leidingen aan derden ter beschikking wordt gesteld. In de Drinkwaterwet wordt dit water aangeduid met drinkwater. Hiermee zal worden onderstreept dat het gaat om wettelijke bepalingen die de volksgezondheidsaspecten van water bestemd voor menselijke consumptie regelen. Het wetsvoorstel voert op dit punt de Richtlijn 98/83/EG van de Raad van de Europese Unie uit betreffende de kwaliteit van voor menselijke consumptie bestemd water, ook wel aangeduid met Drinkwaterrichtlijn. De wetgever heeft gekozen voor de nieuwe term drinkwater omdat zij deze term duidelijker acht dan de term leidingwater, die in de Waterleidingwet centraal staat. Om deze reden wordt in de nieuwe wet een consistente set van termen gebruikt: Drinkwaterwet, Drinkwaterbesluit, drinkwater, nooddrinkwater, drinkwaterbedrijf en drinkwatervoorziening. Vooruit lopend hierop wordt in het hierna volgende op de meeste plaatsen de nieuwe term drinkwater gebruikt. De doelstelling van de Waterleidingwet en de voorgestelde Drinkwaterwet is de bevordering van de volksgezondheid door de voorziening van drinkwater aan alle gebruikers op een maatschappelijk verantwoorde wijze te waarborgen. Bij het voorzien in de behoefte aan voldoende en kwalitatief goed drinkwater kent de overheid aan de bedrijfstak van de openbare watervoorziening een centrale plaats toe. De wetgever streeft er naar om waar mogelijk de huidige bepalingen uit de Waterleidingwet in de nieuwe wet over te nemen. Dit geldt in het bijzonder voor de bepalingen ten aanzien van de kwaliteit van het drinkwater en de eigendom van drinkwaterbedrijven die na 2000 van kracht zijn geworden, waaronder legionellapreventie. Dit betekent dat op deze onderwerpen dus geen sprake is van een inhoudelijke wetswijziging maar dat er sprake is van wijzigingen van de nummering van de artikelen. Enkele gebreken in de wetgeving die in de afgelopen jaren duidelijk zijn geworden, worden wel gewijzigd (zoals de normadressant). In het kader van de handhaving via het strafrecht vindt een belangrijke wijziging plaats: in de Waterleidingwet zijn nu nog bij artikel 62 zelfstandige strafbepalingen gegeven; daarentegen zal de Wet op de economische delicten (Wed) van toepassing zijn bij de handhaving via het strafrecht van de Drinkwaterwet. Dat betekent een verruiming van de opsporingsbevoegdheden van de VI en een zwaardere strafbaarstelling. De VIP drinkwaterinstallaties 2010 gaat uit van de wettelijke bepalingen zoals die gedurende het gehele jaar 2010 nog gelden, dus van de Waterleidingwet c.a. In de tekst wordt wel al gebruik gemaakt van de term drinkwater. Als aansprakelijke personen worden zowel de eigenaar van de drinkwaterinstallatie aangeduid als de exploitant, omdat de toekomstige Drinkwaterwet van die terminologie uitgaat en Pagina 8 van 62

9 Definitief VROM-Inspectie-Procedure 2010 handhaving regels voor aangesloten drinkwaterinstallaties 16 september 2010 zowel de eigenaar als de exploitant ook in het kader van de huidige wetgeving aansprakelijk zijn. In de VIP wordt op verschillende plaatsen ook al gewezen op de bevoegdheden die de Wed aan de VI toekent. Aangezien de Drinkwaterwet bij drinkwaterinstallaties geen totale systematische herziening van de regels uit de Waterleidingwet betekent, kan de VIP na de invoering van de Drinkwaterwet zonder inhoudelijke wijzigingen worden aangepast met verwijzingen naar de nieuwe bepalingen van de Drinkwaterwet. Pagina 9 van 62

10 Definitief VROM-Inspectie-Procedure 2010 handhaving regels voor aangesloten drinkwaterinstallaties 3 Organisatie en werkwijze bij het toezicht 3.1 Algemeen De Minister van VROM heeft de verantwoordelijkheid om de leidingwatervoorziening duurzaam veilig te stellen. Het wettelijk kader wordt gevormd door de Waterleidingwet en het hierop gebaseerde Waterleidingbesluit. Deze wetgeving stelt onder andere regels voor de openbare leidingwatervoorziening en voor de preventie van legionella in leidingwater. Deze wetgeving zal naar verwachting in 2011 worden vervangen door de nieuwe Drinkwaterwet en het Drinkwaterbesluit. De waterleidingbedrijven controleren periodiek alle op het leidingnet van het drinkwaterbedrijf aangesloten woningen, collectieve watervoorzieningen, collectieve leidingnetten en overige waterleidinginstallaties. In gevallen dat de eigenaar van een voorziening de wettelijke regels overtreedt kunnen zijn gegevens overgedragen worden aan de VI. De VI houdt toezicht op de naleving bij die wetten en treedt handhavend op bij overtredingen. Vanaf 1 januari 2009 werkt de VI op een landelijk uniforme wijze via landelijke programma s met de verschillende beleidsonderwerpen van VROM als uitgangspunt. Eén van de programma s van de VI is het programma Schoon en Veilig Water. Dit programma bestaat uit de projecten toezicht drinkwaterinstallaties (inclusief legionellapreventie) en toezicht drinkwatervoorziening (toezicht op de uitvoering door drinkwaterbedrijven en de naleving van regels door bedrijven met een drinkwaterinstallatie (een eigen winning ). Indien overtredingen worden geconstateerd waarbij verhoogde risico s voor vervuiling van het drinkwater ontstaan en de eigenaar is niet van zin om de overtreding (tijdig) op te heffen, kan het drinkwaterbedrijf de eigenaar afsluiten van het openbare net. Op dat moment kan de VROM-Inspectie ook gebruik maken van zijn bevoegdheden om bestuursrechtelijk en strafrechtelijk op te treden tegen de eigenaar of de exploitant van de drinkwaterinstallatie. 3.2 Toezicht door de drinkwaterinspecteurs en overdracht aan de VI Op grond van artikel 15 Waterleidingbesluit 1 controleren de Waterleidingbedrijven de op het leidingnet van het drinkwaterbedrijf aangesloten woningen, collectieve watervoorzieningen, collectieve leidingnetten en overige waterleidinginstallaties (voor het gemak verder hier aangeduid als drinkwaterinstallatie). Voor de uitvoering van die controles heeft de VI voor wat betreft de installaties waarbinnen met name risico s op legionellagroei de gezondheidsrisico s opleveren, voor de bezoekers/gebruikers (de prioritaire installaties) een samenwerkingsovereenkomst afgesloten met de waterleidingbedrijven. 2 De controles zijn, als volgt georganiseerd (zie de Inspectierichtlijn 2010): 1. Voorlichting: voorafgaand aan de controles door de drinkwaterbedrijven worden de betreffende branches door gerichte voorlichting op de hoogte gebracht. Dat zijn: zwembaden, sauna s, hotels, zorginstellingen en panden met een logiesfunctie en campings. Zij kunnen vervolgens hun achterban informeren (via 1 De drinkwaterbedrijven controleren in het kader van artikel 15 Waterleidingbesluit, de direct of indirect op het openbare drinkwaterleidingnet aangesloten woninginstallaties, collectieve watervoorzieningen en bepaalde in artikel 17i Waterleidingbesluit aangewezen collectieve watervoorzieningen van ziekenhuizen, hotels, zwembaden en andere 2 Samenwerkingsovereenkomst Uitvoering controleprogramma Legionellapreventie Pagina 10 van 62

11 Definitief VROM-Inspectie-Procedure 2010 handhaving regels voor aangesloten drinkwaterinstallaties 16 september 2010 publicaties in de vakbladen en via websites etc.). Daarnaast worden bepaalde doelgroepen zelfstandig door de VI op de hoogte gebracht. 2. Selectie van de te controleren bedrijven door de drinkwaterbedrijven aan de hand van een clustersgewijze indeling (bijvoorbeeld starten bij zwembaden en sauna s en vervolgens de panden met logiesfuncties en de campings en andere). 3. Feitelijke controles door de drinkwaterbedrijven. Indien overtredingen worden geconstateerd, kan het drinkwaterbedrijf hierin aanleiding zien om de eigenaar af te sluiten van het openbare net op grond van de aansluitvoorwaarden uit het leveringscontract tussen de eigenaar/exploitant en het drinkwaterbedrijf. De VI draagt zorg voor de bestuursrechtelijke handhaving (sancties) en kan gerichtere instrumenten inzetten die meer zijn gericht op herstel in de rechtmatige toestand. De drinkwaterbedrijven dragen geconstateerde overtredingen daarom in de bepaalde gevallen over aan de VI om te bezien of en in hoeverre met bestuursrechtelijk en strafrechtelijk optreden de specifieke tekortkomingen ongedaan kunnen worden gemaakt. Indien er overtredingen zijn met verhoogde risico s zal het drinkwaterbedrijf evenwel allereerst trachten de situatie te verbeteren door middel van het geven van informatie en het maken van afspraken. Lukt dit niet, dan volgt overdracht aan de VI. Om de aanpak van zaken waarbij overtredingen zijn geconstateerd te structureren, geldt bij de controles door de drinkwaterbedrijven van drinkwaterinstallaties, de volgende aanpak. Overtredingen die verhoogd risico 3 opleveren? hercontrole; - Wanneer dan alle zaken aan de installatie in orde zijn of wanneer er slechts kleine tekortkomingen zijn, volgt er geen verdere actie. - Indien er overtredingen zijn vastgesteld, ontvangt de eigenaar/exploitant van de drinkwatervoorziening een brief van het drinkwaterbedrijf om de tekortkomingen ongedaan te maken; Is de overtreding dan nog niet opgeheven, dan wordt de zaak overgedragen aan de VI. Overtredingen die sterk verhoogd risico opleveren? Direct overdragen aan de VI. Overdracht van een dossier aan de VI Indien overdracht noodzakelijk is, is het belangrijk dat de controleur zo veel mogelijk en duidelijke informatie over de gebreken aan de drinkwaterinstallatie en de daarbij behorende verplichte rapporten, aan de VI verstrekt. Die gegevens zijn belangrijk omdat in geval van een overtreding, zowel in het kader van bestuursrechtelijke als strafrechtelijke handhaving, een gedegen bewijsvoering cruciaal is. Bij de overdracht moet dus bij voorkeur al een duidelijke omschrijving van de feiten worden gegeven: wat is er nu precies verkeerd aan de drinkwaterinstallatie, waarom is de eigenaar/exploitant verwijtbaar nalatig en waarom levert dat gebrek een gevaar op voor de wettelijke kwaliteit van het drinkwater en/of de volksgezondheid. Nadere informatie hierover is te vinden in het Memo van de VI en dat opgenomen is bij de Inspectierichtlijn Zie de zogeheten matrix met gebreken die aan een drinkwaterinstallatie kunnen kleven en die als bijlage is opgenomen in de Inspectierichtlijn 2010 alsmede de schema s in hoofdstuk 4 van deze VIP Pagina 11 van 62

12 Definitief VROM-Inspectie-Procedure 2010 handhaving regels voor aangesloten drinkwaterinstallaties 4 Toezicht op de naleving en sancties 4.1 Algemeen De Minister van VROM heeft de zorg voor de bestuursrechtelijke handhaving van de wetgeving met betrekking tot drinkwater. De Minister heeft deze taak toegekend gekregen bij artikel 61 van de Waterleidingwet en de Minister is daarmee bevoegd tot het toepassen van de bestuursrechtelijke sancties die zijn beschreven in Hoofdstuk 5 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). De Minister heeft vervolgens toezichthoudende ambtenaren aangewezen die belast zijn met de controle op de naleving van de wet. Dit is geregeld in het Besluit aanwijzing ambtenaren VROM-regelgeving 5. De bevoegdheden van de bij het besluit aangewezen toezichthouders zijn voor het hele terrein van het bestuursrecht geregeld in hoofdstuk 5 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). Toezichthoudende ambtenaren zijn op grond van dit hoofdstuk bevoegd voor specifieke in hoofdstuk 5 Awb aangegeven handelingen. Die mag de toezichthouder gebruiken voor zover dat redelijkerwijs voor de vervulling van zijn taak nodig is (zie artikel 5:13 Awb). Dit impliceert dat de toezichthouder zijn bevoegdheden uitoefent op de voor de burger of de voor de eigenaar/exploitant minst belastende wijze. Alvorens nader op de bevoegdheden in te gaan, wordt in paragraaf 4.2. beschreven tot wie de handhaver zich moet richten, wie is de adressant en wie is aansprakelijk. 4.2 Wie is als overtreder aansprakelijk? De Drinkwaterwetgeving richt zich tot de eigenaar en de exploitant van een drinkwaterinstallatie. Daarmee ontstaat de vraag wie van hen geadresseerde is in het kader van het bestuursrecht en het strafrecht. Bestuursrecht Bij de handhaving van de wetgeving voor drinkwaterinstallaties wordt gebruik gemaakt van de bevoegdheid tot het opleggen van een last onder dwangsom (zie nader in de VIP). Volgens artikel 5:32 Awb moet een last onder dwangsom worden gericht aan de overtreder. De normen van de Waterleidingwet en het Waterleidingbesluit met betrekking tot drinkwaterinstallaties richten zich tot de eigenaar (de normadressant van de wet). De eigenaar van het gebouw waarin zich de drinkwaterinstallatie bevindt is ook de eigenaar van de drinkwaterinstallatie. Deze eigenaar geldt primair als de overtreder 6. Hij kan echter volgens de jurisprudentie pas een last onder dwangsom opgelegd krijgen, indien hij ook daadwerkelijk in staat is om de overtreding op te heffen. Die (rechts-) persoon moet het in zijn of haar macht hebben. In de praktijk is het probleem dat drinkwaterinstallaties vaak in gebruik zijn bij anderen dan eigenaren, zodat de eigenaar zich kan verweren met de stelling dat hij het niet in zijn macht heeft om de regels voor de drinkwaterinstallatie in acht te nemen. De eigenaar verhuurt bijvoorbeeld een gebouw aan een ander. Deze exploiteert het gebouw als hotel of als zorginstelling. Deze huurder/exploitant is 4 Memo VI Overdrachtsdossiers van de drinkwaterbedrijven aan de VROM-inspectie, de dato 1 januari Dit memo is een bijlage bij de Inspectierichtlijn. 5 Staatscourant 27 december 2004, nummer 250 / pagina 71, laatstelijk gewijzigd , Staatcourant 2008, De juridische eigendom kan worden achterhaald via de Infodesk van de VI, Postbus VI-IOD Infodesk. Pagina 12 van 62

13 Definitief VROM-Inspectie-Procedure 2010 handhaving regels voor aangesloten drinkwaterinstallaties 16 september 2010 degene die de drinkwaterinstallatie gebruikt. De vraag is dan wie, de eigenaar of de exploitant, in rechte kan worden aangeschreven als overtreder. Voor het antwoord moet bekeken worden wie normadressant is en wie welke feitelijke handelingen kan verrichten om aan de wet te voldoen. In de bestuursrechtelijk jurisprudentie geldt voor de beantwoording van die vraag als richtsnoer de term zeggenschap. In het algemeen is het redelijk om de eigenaar voor de algemene risico-analyse en de wijzigingen in de installatie aan te spreken en de exploitant voor de maatregelen in de sfeer van het dagelijks gebruik van de drinkwaterinstallatie, het beheer dus, omdat dat de zaken zijn waarop zij ieder voor zich invloed kunnen uitoefenen. Wie nu precies waarop invloed heeft en waar voor verantwoordelijk kan worden gesteld, is afhankelijk van de concrete feiten en omstandigheden. Zo kan bijvoorbeeld uit een overeenkomst tussen de eigenaar en de exploitant, bijvoorbeeld een huurcontract, worden afgeleid wie waar invloed op heeft. Bij verhuur is de verhurende eigenaar vaak degene die voldoende zeggenschap heeft over de drinkwaterinstallatie om als overtreder aangemerkt te worden. Hij is zowel normadressant als degene die het in zijn macht heeft. 7 De exploitant die het gebouw met de drinkwaterinstallatie huurt, is daarnaast in rechte aanspreekbaar als mededader in de zin van artikel 5:1 Awb. Als zodanig kan deze (rechts)persoon ook overtreder zijn indien hij als fysieke dader (als huurder) bewust met de normadressant (eigenaar/verhuurder) samenwerkt en beiden de normschending gezamenlijk uitvoeren. In de regel moet voor de adressering zoveel mogelijk een keuze gemaakt worden tussen het aanschrijven van de eigenaar of de exploitant. Pas als uit onderzoek in de toezichts- of opsporingsfase niet duidelijk wordt wie voor wat verantwoordelijk is, bijvoorbeeld het huurcontract is vaag, de exploitant en de eigenaar verwijzen steeds naar elkaar en de onderlinge afspraken over het gebruik van de drinkwaterinstallatie zijn onduidelijk etcetera, dan kan er voor worden gekozen om beiden een gelijke beschikking te zenden (één beschikking aan beiden opgestuurd) en de situatie als een samenwerkingsverband te zien. Ze kunnen dan onderling uitmaken wie welke delen van de lastgeving aanpakt (de eigenaar doet bijvoorbeeld alle bouwkundige investeringen, de exploitant krijgt de taak een logboek bij te houden en normoverschrijdingen te melden). De aansprakelijke volgens het strafrecht. Ingeval van strafrechtelijk optreden jegens de eigenaar van een drinkwaterinstallatie, is er niet zozeer sprake van optreden dat is gericht op herstel maar is het eerste oogmerk de strafoplegging aan een individu of een collectief van mensen. Daartoe moet gekeken worden naar de strafbaarheid van het feit, in verband met het legaliteitsbeginsel, en moet vervolgens bekeken worden wie als dader van het 7 Zie de uitspraak ABRvS 14 juli 2004 (Dordrecht) In deze zaak ging de afdeling na hoe de feitelijke en juridische verhouding lagen en zij overwoog dat de opslagruimten in Shurgard Zaandam tegen betaling worden verhuurd aan particulieren en bedrijven, dat deze opslagruimten zich in één pand bevinden en dat de verhuur van deze ruimten continu plaatsvindt (....) dat blijkt dat om feitelijk de beschikking te verkrijgen over een opslagruimte binnen het bedrijfspand, een huurovereenkomst met appellante moet worden gesloten. In deze overeenkomst en de daarbij behorende algemene bepalingen is onder meer bepaald dat de huurder zich moet houden aan alle richtlijnen en aanwijzingen die door of namens appellante worden verstrekt. Daarnaast is bepaald dat de huurder de opslagruimte conform de bestemming moet gebruiken en dat het niet is toegestaan om bepaalde in de algemene bepalingen nader omschreven stoffen en zaken in de opslagruimte op te slaan. Tevens is bepaald dat appellante de huurovereenkomst kan opzeggen indien de huurder de op hem rustende verplichtingen niet nakomt. Uit het vorenstaande moet worden opgemaakt dat appellante voldoende zeggenschap heeft over de (opslag)activiteiten die in het pand plaatsvinden. Uit de stukken blijkt verder dat in het bedrijfspand een aantal voorzieningen, zoals verwarming, verlichting en ventilatie, centraal is geregeld. Ook het onderhoud van de opslagruimten is centraal geregeld. Dit onderhoud is in handen van appellante. In het pand zijn verder gemeenschappelijke voorzieningen, zoals liften, sanitair en transport- en verpakkingsmateriaal, aanwezig. Voorts is er in het pand centrale camerabewaking aanwezig en wordt er dagelijks toezicht gehouden door werknemers van appellante. Pagina 13 van 62

14 Definitief VROM-Inspectie-Procedure 2010 handhaving regels voor aangesloten drinkwaterinstallaties strafbare feit kan worden aangemerkt (wie kan als natuurlijk- of rechtspersoon schuld dragen) in de zin van het eerste lid, sub 1, van artikel 47 Wetboek van Strafrecht (als daders van een strafbaar feit worden gestraft: zij die het feit plegen, doen plegen of medeplegen). De normen met betrekking tot drinkwaterinstallaties in de Waterleidingwet en het Waterleidingbesluit richten zich tot de eigenaar. De eigenaar is dus degene die als dader aangemerkt moet worden en die altijd als verdachte vervolgd wordt omdat hij strafbare feiten doet plegen in zijn hoedanigheid van eigenaar van de collectieve watervoorziening of het collectieve leidingnet. Indien de feitelijke handelingen die de overtreding deden plaatsvinden, (ook) zijn verricht door anderen, bijvoorbeeld een exploitant van een gebouw, dan kunnen die als mededaders worden aangemerkt en vervolgd en gestraft worden omdat er in de meeste gevallen wel sprake van is dat de exploitant bewust met de eigenaar samenwerkt en beiden de normschending gezamenlijk uitvoeren, bijvoorbeeld omdat de eigenaar weigert een risicoanalyse uit te voeren en geen noodzakelijke aanpassing van de drinkwaterinstallatie toestaat of financiert. Het is dan weer afhankelijk van de concrete omstandigheden van het geval of er sprake is van een bewuste samenwerking gericht op het nalaten van goed risicobeheer van de waterleiding, of dat de schuld primair bij de exploitant ligt en de eigenaar dus kan stellen dat hij geen schuld heeft omdat hij heeft gedaan wat in zijn macht lag als verhuurder (hetgeen dan betekent dat de straf uiteindelijk wordt opgelegd bij de exploitant). De exploitant kan dus niet zelfstandig als dader worden aangemerkt omdat hij zich kan beroepen op het legaliteitsbeginsel: de wet richt zich niet tot hem. Toekomstig recht In 2010 zal naar verwachting de Drinkwaterwet in werking treden. De Waterleidingwet en het Waterleidingbesluit zullen dan vervallen. In de Drinkwaterwet wordt het begrip eigenaar verruimd zodat bij het toezicht op de naleving en bij de opsporing de aan te spreken (rechts) personen duidelijker zijn te bepalen: in de Drinkwater wordt expliciet geregeld dat de exploitant met het begrip eigenaar gelijk wordt gesteld Veranderen van gedrag bij de eigenaar/exploitant Handhaving richt zich uiteindelijk altijd op beïnvloeding van menselijk gedrag: een bestuursorgaan wenst dat een instelling of persoon normconform handelt. Dit betekent dat de handhaving door de VI van de regels op het terrein van drinkwater, zo uitgevoerd moet worden dat er een mentaliteitsverandering bij de eigenaar/exploitant plaatsvindt. De handhaving door de VI richt zich dus niet alleen op het (doen) opheffen van de geconstateerde specifieke gebreken bij de drinkwaterinstallatie maar is er met name op gericht dat de eigenaar/exploitant doordrongen raakt van de noodzaak van een goede risico-inschatting bij zijn installatie en zelf de verantwoordelijkheid voor goed beheer gaat nemen. 8 In de toelichting bij de nieuwe wet is deze uitbreiding aldus gemotiveerd:.. deze uitbreiding wordt voorgesteld om de Drinkwaterwet ook ten aanzien van collectieve watervoorzieningen en collectieve leidingnetten beter handhaafbaar te maken, zonder dat bijvoorbeeld steeds moet worden nagegaan of de campingbeheerder ook de eigenaar van de camping is; hij kan indien nodig direct worden aangesproken op manco s in het betreffende leidingnet of watervoorziening. Met dien verstande dat de exploitant kan worden aangesproken op de uitvoering en naleving van verplichtingen die in het algemeen, naar gebruikelijk is, behoren tot de bevoegdheid van een exploitant, zoals beheersmaatregelen en reparaties die geen grote investeringen met zich meebrengen. De toezichthouder behoeft daardoor niet steeds na te gaan waartoe een bepaalde exploitant krachtens diens juridische verhouding tot de eigenaar in een bepaald geval wel of niet bevoegd is. Pagina 14 van 62

15 Definitief VROM-Inspectie-Procedure 2010 handhaving regels voor aangesloten drinkwaterinstallaties 16 september 2010 Na controle en overdracht van een zaak door het drinkwaterbedrijf zal de VI daarom op grond van onderzoek naar de concrete feiten en omstandigheden van het geval, besluiten of zij daadwerkelijk van haar bevoegdheden gebruik maakt. 4.4 Afstemming met andere bestuursorganen Hoewel het in veel zaken bij instellingen met drinkwaterinstallaties niet direct aan de orde zal zijn, is het toch belangrijk om er op te wijzen om bij grotere zaken actief de samenwerking op te zoeken met (inspecteurs van) andere bestuursorganen voor zover deze bevoegdheden hebben ten opzichte van de instelling/het gebouw waar de drinkwatervoorziening onderdeel van uit maakt. Op drinkwaterinstallaties zijn ook andere wetten van toepassing, waaronder de Woningwet en het Bouwbesluit, die door de gemeenten uitgevoerd worden en de wetgeving voor de veiligheid binnen zwemgelegenheden die door de provincies wordt uitgevoerd. Tenslotte is ook van belang te weten dat de gemeenten verantwoordelijk zijn voor de handhaving van de openbare orde en de veiligheid. Dit omvat ook volksgezondheid. De burgemeester bijvoorbeeld, is bevoegd om bepaalde instellingen binnen een gemeente te sluiten indien er gevaren voor de volksgezondheid aan de orde zijn. 9 Die noodzaak tot afstemming komt in de praktijk bij drinkwater niet veelvuldig voor maar bleek een paar jaar terug bij een situatie waarbij de wettelijke kwaliteit van het drinkwater overschreden werd met betrekking tot legionella wel belangrijk. Tussen het gemeentebestuur, de GGD, de provincie en de VI heeft toen apart overleg op zaaksniveau plaatsgevonden. Tot slot is het Openbaar Ministerie in kennis gesteld aangezien gegevens achterhouden waren. 9 Uitspraak Rechtbank Rotterdam 26 januari 2009 LJN: BH1200, AWB 08/1591 GEMWT (Sauna de Thermen). Pagina 15 van 62

16 Definitief VROM-Inspectie-Procedure 2010 handhaving regels voor aangesloten drinkwaterinstallaties 5 Bestuursrecht 5.1 Algemeen De bestuursrechtelijke sancties die de VI kan toepassen, zijn geregeld in hoofdstuk 5 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) en worden hier aangeduid als herstelsancties. De VI past die bevoegdheden dan ook specifiek toe met het doel om de overtreding ongedaan te maken of de situatie te herstellen in de rechtmatige toestand. Preventie is daarbij ook een doel: het voorkomen van herhaling van de overtreding. De herstelsancties die voor de VIP van belang zijn, zijn het opleggen van een last onder dwangsom en het toepassen van bestuursdwang. 5.2 Toezicht op de naleving door de VI Zodra het dossier met gegevens van de eigenaar en instelling is overgedragen omdat handhaving geboden is, stuurt de VI aan de eigenaar/exploitant een brief met daarin de waarschuwing dat de VI overweegt om een last onder dwangsom op te leggen ( voornemenbrief ). De eigenaar/exploitant wordt met de brief op de geconstateerde zaken gewezen en in de brief wordt aangedrongen op herstel van de geconstateerde tekortkomingen binnen enkele weken. In deze fase heeft de VI de installatie en/of bijbehorende rapporten over de drinkwaterinstallatie nog niet zelf geïnspecteerd. Indien uit de zienswijze naar voren komt dat de eigenaar de tekortkomingen niet heeft verholpen, is nader onderzoek over de feiten en omstandigheden nodig zodat de VI de gegevens omtrent de drinkwaterinstallatie zelf controleert. Indien dan blijkt dat de zaken niet op orde zijn, wordt besloten daadwerkelijk gebruik te maken van de bevoegdheid om een last onder dwangsom op te leggen. Voorafgaand aan het besluit, moet overtuigend bewijs verzameld zijn zodat de handhavingbeschikking goed kan worden gemotiveerd. Indien uit het overgedragen dossier naar voren komt dat er sprake is van sterk verhoogde risico s en het er niet naar uit ziet dat alsnog (tijdig) herstel zal plaatsvinden, zal de VI direct gebruik maken van haar bevoegdheid tot handhavend optreden 10. De voornemenbrief, waarbij de eigenaar eerst nog een zienswijze kan indienen en langer de tijd heeft om de zaken op orde te krijgen, zal dan achterwege blijven. Voordat deze procedure tot directe handhaving wordt gestart, is het belangrijk dat de inspecteur van de VI de installatie en/of de rapporten over de installatie dus zelf heeft geïnspecteerd in het kader van het toezicht op de naleving (als geregeld in titel 5.2 van de Awb), en zich door eigen waarneming van de situatie bij de drinkwaterinstallatie op de hoogte heeft gesteld en dat hij/zij zelf kennis heeft genomen van de stukken waar het om gaat (de risicoanalyse, het beheersplan en andere bescheiden), de beheersmaatregelen die zouden ontbreken en dat hij/zij de eigenaar hierover heeft gesproken. Het is immers van groot belang dat al in een vroeg stadium voldoende en overtuigend bewijs wordt verzameld zodat de handhavingbeschikking goed kan worden gemotiveerd. 10 De drinkwaterbedrijven kunnen overigens vanuit hun contractuele relatie met de eigenaar/exploitant zelfstandig op grond van de Wlw besluiten om een eigenaar van een collectieve watervoorziening af te sluiten van het openbare net maar dit is in de praktijk meestal niet realistisch. Pagina 16 van 62

17 Definitief VROM-Inspectie-Procedure 2010 handhaving regels voor aangesloten drinkwaterinstallaties 16 september Handhaven is geen plicht Het toepassen van sanctiebevoegdheden door de VI is een bevoegdheid. 11 Dit betekent dat niet tegen elke eigenaar of exploitant moet worden opgetreden. Zo kan er voor worden gekozen om de bewust nalatige eigenaar/exploitant van een groot ziekenhuis, hotel of sauna met veel bezoekers eerder aan te pakken dan de goedwillende maar trage eigenaar/exploitant van een kleine bed en breakfast gelegenheid die alleen in de zomer gasten heeft. 5.4 Bewijsmiddelen In het kader van bestuurlijke handhaving bestaan (anders dan in het kader van het strafrecht) er geen duidelijke in de wet omschreven bewijsmiddelen en bewijslastverdeling. De bestuursrechter (jurisprudentie) legt de bewijslast bij sancties echter voor het grootste deel bij het bestuursorgaan, dus bij de VI. Deze moet in de beschikking van de herstelsanctie goed kunnen motiveren waarom de last is opgelegd en kunnen aantonen dat de begunstigingstermijn correct is (bewijs leveren). Dat betekent dat het zeer belangrijk is dat al in een pril begin van een handhavingactie, voorafgaande aan de voorbereiding van het besluit, het schrijven van de bestuursrechtelijke herstelsanctie, goed wordt vastgelegd wat er is gezien op de datum van het toezichtbezoek en welke feiten en omstandigheden maken dat de eigenaar/exploitant van de drinkwaterinstallatie de wet overtreedt. Bijvoorbeeld met technische rapporten en via foto s, een en ander met datum, plaats, etcetera en door middel van duidelijke brieven van het drinkwaterbedrijf of van de VI. De VIinspecteur mag daarbij ook gebruik maken van gegevens die zijn verkregen in het kader van de strafrechtelijke handhaving (zie nader de bijlage werkproces). Het moet dan ook duidelijk zijn wie van de partijen die gebruik maakt van de drinkwaterinstallatie de eigenaar en/of de exploitant is (wie is de wettelijk aansprakelijke: de eigenaar en / of de exploitant? 12 ) Het voorbereiden van de motivering met voldoende feitelijke bewijs is dus een belangrijke taak van de controleur van het drinkwaterbedrijf in samenwerking met de behandelend inspecteur van de VI. Die voorbereiding is de basis van een goed gemotiveerde beschikking of een proces-verbaal met bewijskracht. De jurist van de VI denkt hierin eventueel mee en verzorgt de eindtoets op de motivering van de beschikking (eventueel de eindredactie). De administratieve ondersteuning zorgt er voor dat het besluit op de juiste wijze bekend gemaakt wordt. 5.5 Het toepassen van bestuursdwang Indien overtredingen worden geconstateerd heeft de Minister op grond van artikel 63 van de Waterleidingwet ook de bevoegdheid om bestuursdwang toe te passen (zie afdeling van de Awb). Bestuursdwang betekent dat de VI bij de drinkwaterinstallaties zelf maatregelen kan nemen waardoor verdere risico s worden voorkomen, of waardoor de risico s zoveel 11. De Afdeling bestuursrechtspraak hanteert als uitgangspunt dat gelet op het algemeen belang dat is gediend met handhaving, het bestuursorgaan in de regel van haar handhavingbevoegdheden gebruik moet maken. Slechts onder bijzondere omstandigheden mag van het bestuursorgaan worden gevergd, dit niet te doen. Dit kan zich voordoen indien er een concreet uitzicht op legalisatie bestaat. Voorts kan handhavend optreden zodanig onevenredig zijn in verhouding tot de daarmee te dienen belangen dat van optreden in de concrete situatie behoort te worden afgezien. 12. De juridische eigendom kan worden achterhaald via de Infodesk van de VI, Postbus VI-IOD Infodesk. Pagina 17 van 62

18 Definitief VROM-Inspectie-Procedure 2010 handhaving regels voor aangesloten drinkwaterinstallaties mogelijk worden beperkt of ongedaan worden gemaakt. Bijvoorbeeld de installatie geheel of gedeeltelijk stilleggen. De kosten die de VI dan maakt, kunnen achteraf verhaald worden bij de eigenaar/exploitant. Gebruikmaking van die bevoegdheid is echter afhankelijk van de vraag of de wettelijke kwaliteit van het drinkwater en/of de volksgezondheid aantoonbaar acuut bedreigd wordt door de gebreken aan de drinkwaterinstallatie, hetgeen in de praktijk zelden het geval is. De regels kennen bovendien geen verbodsbepaling dat de instelling waarbinnen de installatie zich bevindt niet in werking mag zijn zonder aan de wettelijke vereisten te voldoen. Voorts zijn de regels van de drinkwaterwetgeving er op gericht dat de eigenaar/exploitant een goed zelf beheer voert. Daarom is sluiting door middel van bestuursdwang niet mogelijk. Het is niet effectief dat de VI bestuursdwang toepast, door zelf documenten te gaan opstellen of wijzigingen aan de installatie doorvoert en de kosten verhaald. De bestuursdwangbevoegdheid is bij de handhaving van de drinkwaterregels dan ook tot nu toe niet toegepast. De Minister van VROM heeft deze bevoegdheid overigens gemandateerd aan de Inspecteur Generaal van de VI, die op zijn beurt mandaat heeft verleend aan de (plaatsvervangende) verschillende directeur-inspecteurs. 13 Mandaat betekent dat de bevoegdheid niet formeel is overgedragen(zie artikel 10:1 Awb). 5.6 De last onder dwangsom In plaats van bestuursdwang kan de VI dus op grond van Artikel 5:32 Awb aan de overtreder een last onder dwangsom opleggen. Dit is in de praktijk van de handhaving van de Waterleidingwet een goed instrument. Voor het toepassen van de last onder dwangsom zijn standaardbrieven ontwikkeld. Zij zijn als voorbeeld in de bijlagen bij deze VIP, opgenomen. De behandelend inspecteur kan ze voor eigen gebruik vinden op de Q-schijf en straks ook in het digitale systeem Holmes terugvinden (zie nader de bijlagen en de beschrijving van de werkprocessen bij deze VIP) Aandachtspunten dwangsom Een dwangsom heeft tot doel om de overtreding ongedaan te maken of verdere overtreding, dan wel een herhaling van de overtreding, te voorkomen. De overtreder wordt aangezegd dat hij een dwangsom is verschuldigd als hij weigert de overtreding en/of de gevolgen daarvan ongedaan te maken. Bij het opleggen van een last onder dwangsom moet onder andere aan de volgende vereisten worden voldaan: De dwangsom kan ineens worden opgelegd. of: De dwangsom kan worden vastgesteld per overtreding, per tijdseenheid of ineens; De lastgeving moet duidelijk zijn: wat verwacht de VI van de overtreder, wat moet deze doen om aan de wet te voldoen en verbeurte van dwangsommen te voorkomen; De last geeft een maximaal te verbeuren bedrag aan. Een dwangsom kan geen boete zijn voor het begaan van overtredingen, maar moet altijd zijn gericht op: het beëindigen en/of ongedaan maken van een lopende overtreding, of; het voorkómen van toekomstige overtredingen, die identiek zijn aan de geconstateerde overtreding. Kortom, betalen is niet het doel, het doel is de naleving door de eigenaar. 13 Besluit mandaat en machtiging handhaving Inspectoraat-Generaal VROM, Staatscourant 2007, 118, laatstelijk gewijzigd Staatscourant. 2008, 122 en Besluit ondermandaat en machtiging handhaving Inspectoraat-Generaal VROM, Staatscourant. 2007, 119. Pagina 18 van 62

19 Definitief VROM-Inspectie-Procedure 2010 handhaving regels voor aangesloten drinkwaterinstallaties 16 september 2010 De hoogte van de dwangsom is afhankelijk van het geschonden belang en de beoogde werking van de dwangsom, dat wil zeggen dat rekening dient te worden gehouden met de ernst van de overtreding en het financieel voordeel dat de overtredende eigenaar/exploitant door het begaan van de overtreding heeft verkregen of zal verkrijgen. Verbeurte van de dwangsom betekent: het bedrag genoemd in het besluit moet worden betaald aan de VI. Aan een dwangsombeschikking moet een begunstigingstermijn worden gekoppeld die de overtreder wordt gegeven om de overtreding te beëindigen c.q. ongedaan te maken. Deze termijn kan overigens kort worden gehouden als snel handelen van de eigenaar/exploitant nodig is Procedurele zaken De beschikking om de last onder dwangsom op te leggen en bekend te maken, geldt als een besluit in de zin van de Awb en wordt genomen door de VI namens de Minister van VROM. Het opleggen van een last onder dwangsom is een beschikking waartegen op grond van de Algemene wet bestuursrecht, Awb, bezwaar en beroep kan worden ingesteld. In beginsel wordt dat besluit voorafgegaan door een voornemenbrief. In deze brief wordt de eigenaar/exploitant op de hoogte gesteld van de geconstateerde overtreding en kan hij een reactie geven (zie artikel 4:8 Awb), hetzij mondeling, hetzij schriftelijk. Doorgaans wordt hiervoor twee weken geboden. Nadat de vorige brief is verzonden en als de eventuele zienswijzen geen aanleiding zijn geweest om af te zien van het voornemen, wordt de beschikking tot het opleggen van een last onder dwangsom genomen en ondertekend door de VI namens de Minister van VROM. Direct hierop volgend wordt de beschikking, tevens een besluit in de zin van de Awb, bekend gemaakt. Dit geschiedt door verzending aan de belanghebbende, dit is doorgaans de eigenaar/exploitant van de drinkwaterinstallatie (zie artikel 3:40 en 3:41 Awb). Voor de verschillende te onderscheiden stappen voor het opleggen van een last onder dwangsom zijn standaardbrieven ontwikkeld. Deze standaardbrieven zijn opgenomen in de bijlagen van deze VIP en beschikbaar gesteld via de Q schijf en komen ook beschikbaar in het digitale systeem Holmes Rechtsbescherming Nadat de beschikking is verzonden, kan de belanghebbende eigenaar/exploitant een bezwaarschrift indienen. De behandeling van het bezwaarschrift verzorgt de VI zelf. Ter voorbereiding van de beslissing op het bezwaarschrift vindt een hoorzitting plaats. Het horen gebeurt door een commissie, voorgezeten door het hoofd van de stafunit van de Directie Uitvoering. De jurist van de Stafunit, die niet betrokken was bij de voorbereiding van de primaire handhavingbeschikking, maakt onderdeel uit van de hoorcommissie. De inspecteur die betrokken was bij de opstelling van het besluit in primo kan bij de hoorzitting aanwezig zijn. Na de hoorzitting wordt door de VI de beslissing op bezwaar opgesteld. Deze beslissing op bezwaar wordt genomen door de Inspecteur-generaal. Omdat de eigenaar/exploitant de last in de tussentijd desalniettemin moet uitvoeren, kan hij bij de voorzitter van de sector bestuursrecht van de Rechtbank van zijn woon- of vestigingsplaats, een verzoek om voorlopige voorziening indienen en bijvoorbeeld om schorsing van het besluit hangende de behandeling van de bezwaren verzoeken. Pagina 19 van 62

20 Definitief VROM-Inspectie-Procedure 2010 handhaving regels voor aangesloten drinkwaterinstallaties Tegen de beslissing op bezwaar staat beroep open bij Rechtbank waar de eigenaar/exploitant van de drinkwaterinstallatie zijn woonplaats of vestigingsplaats heeft. In deze fase kan (opnieuw) een verzoek om voorlopige voorziening bij de voorzitter van de sector bestuursrechtspraak van de Rechtbank worden ingediend Effectuering (inning) Nadat de dwangsombeschikking is verzonden en (na eventueel bezwaar- en beroep) onherroepelijk is geworden en de aan de beschikking gekoppelde begunstigingstermijn is verstreken, dient een hercontrole plaats te vinden door de VI om te bezien of en in hoeverre de lastgeving door de eigenaar/exploitant is uitgevoerd. Deze controle wordt op schrift gesteld en in Holmes ingevoerd (een rapport van bevindingen). Mocht uit de controle blijken dat de in de dwangsombeschikking gegeven last niet is nagekomen, dan is de dwangsom verbeurd. Dit betekent dat het bedrag dat in het besluit is beschreven van rechtswege betaald moet worden. Er gaat dan een verjaringstermijn van één jaar lopen. Die kan/moet worden gestuit indien binnen dat tijdvak een invorderingsbesluit is genomen (zie artikel 5:35 juncto artikel 5:37 Awb). Het geld wordt ingevorderd bij de eigenaar/exploitant en vloeit in de kas van de VI. De VI moet in een besluit vaststellen welke bedragen aan dwangsommen zijn verbeurd en aan de eigenaar/exploitant een termijn geven waarin hij kan betalen (zie de artikel 5:37 14). Tegen dit besluit kan de eigenaar/exploitant bezwaar indienen en vragen om een voorlopige voorziening bij de voorzitter van de sector bestuursrechtspraak. De bezwaar- of beroepszaak tegen de last onder dwangsom wordt gecombineerd met bezwaar- en beroep tegen de invorderingsbeschikking (artikel 5:39 Awb). Na het onherroepelijk worden van het invorderingsbesluit staat de schuld vast en is de eigenaar/exploitant, als hij niet betaald, in verzuim en zal hij wettelijke rente verschuldigd zijn (zie de artikelen 4:97-4:103 Awb). De VI moet vervolgens als dan nog steeds niet is betaald - een aanmaning sturen (zie de artikelen 4:112 en 4:113 Awb). Daarna volgt, bij niet-betaling, de invorderingsprocedure bij dwangbevel (artikel 4:114 4:124 Awb). Hierbij moeten verschillende bepalingen van het Wetboek van Rechtsvordering in acht worden genomen. De rechtsbescherming is privaatrechtelijk. Als de aanpak met de last onder dwangsom en de invordering onvoldoende effect heeft (in het geval de overtreding niet ongedaan wordt gemaakt of de overtreding zich herhaalt) kan, zodra de dwangsom geheel is verbeurd, een nieuwe last onder dwangsom worden opgelegd. Uiteraard dient het bedrag aan reeds verbeurde dwangsommen (onder de oude beschikking) nog wel te worden geïnd. Overigens moet de invordering van dwangsommen die plaatsvindt naar aanleiding van lasten onder dwangsom, die zijn gebaseerd op overtredingen die voor 1 juli 2009 plaatsvonden, geschieden met inachtneming van het oude recht. Dat wil zeggen dat een aanmaningsbrief wordt verzonden en dat bij niet-betaling de vordering direct bij dwangbevel kan worden ingevorderd middels een deurwaarder. 14 MvT vierde tranche Awb als behandeld door de TK vergaderjaar , , nr. 3 blz. 102 Pagina 20 van 62

21 Definitief VROM-Inspectie-Procedure 2010 handhaving regels voor aangesloten drinkwaterinstallaties 16 september Gebruik van informatie uit een strafrechtelijk proces Indien de VI de door haar strafrechtelijk (door middel van opsporing) verkregen informatie wil gaan gebruiken bij de bestuursrechtelijke handhaving, dan dient het OM daarvoor eerst toestemming te geven. Dit kan door nauwkeurig omschrijven welke informatie de VI wenst en voor welk doel. Het verzoek kan de VI per brief of per fax aan het OM zenden. Bij het uitoefenen van strafrechtelijke bevoegdheden, zoals het horen van de verdachte, moet altijd voorafgaand aan de uitoefening daarvan de cautie zijn gegeven, de verdachte wordt er op gewezen dat hij/zij niet tot antwoorden verplicht is (artikel 29 Sv). Informatie die al eerder door de eigenaar/exploitant is verstrekt, in de tijd dat deze nog niet als verdachte in de zin van artikel 27 WvSv was aangemerkt, bijvoorbeeld tijdens een gesprek in de toezichtsfase, kan aan het strafrechtelijke dossier bij het proces-verbaal worden toegevoegd. Feitelijke informatie van de eigenaar/exploitant die later is verstrekt, mag niet worden toegevoegd. Pagina 21 van 62

22 Definitief VROM-Inspectie-Procedure 2010 handhaving regels voor aangesloten drinkwaterinstallaties 6 Strafrecht 6.1 Strafrecht algemeen In de Waterleidingwet zijn bij de artikel 62 zelfstandige strafbepalingen gegeven. In dit kader kan de VI gebruik maken van opsporingsbevoegdheden. Een ambtenaar van de VI, die is aangewezen als opsporingsambtenaar, kan in het kader van de opsporing van strafbare feiten, bij de verdenking van het plegen van een strafbaar feit door de eigenaar/exploitant, opsporingshandelingen ten aanzien van deze personen verrichten. De Minister van Justitie heeft in het Besluit buitengewoon opsporingsambtenaar Inspectoraat-Generaal VROM toezichthoudende ambtenaren, die werkzaam zijn bij de VI, aangewezen als buitengewoon opsporingsambtenaar (BOA). De BOA is bevoegd tot het opsporen van strafbare feiten bij overtreding van ondermeer de bepalingen van de drinkwaterwetgeving. Die bevoegdheid geldt voor het grondgebied van Nederland. Deze ambtenaren zijn op grond van het Wetboek van Strafrecht (WvSv) en, vanaf 1 januari 2011, op grond van de Wet op de economische delicten (Wed) bevoegd tot het verrichten van de in onderstaande tabel 1, kolom drie, aangegeven handelingen. Overtredingen van de Waterleidingwetgeving zijn als overtredingen strafbaar gesteld in artikel 62 van de Waterleidingwet in samenhang met het Wetboek van Strafrecht (vanaf na inwerkingtreding van de toekomstige Drinkwaterwet: op basis van de Wed). Dit betekent dat de regels voor het uitoefenen van strafrechtelijke bevoegdheden ten aanzien van de Waterleidingwet thans nog geregeld zijn in het Wetboek van Strafvordering: Op grond van artikel 27 WvSv is een eigenaar/exploitant als verdachte aan te merken strafbaar indien uit feiten en omstandigheden blijkt dat er een redelijk vermoeden van schuld aan het plegen van een strafbaar feit bestaat en; Aangezien handelingen in strijd met de wet, als overtredingen (en niet als misdrijven) aangemerkt zijn, kunnen de bijzondere dwangmiddelen genoemd in de artikelen 54 en volgende WvSv, zoals het doorzoeken van plaatsen, alleen bij betrapping op heterdaad worden ingezet. Dat betekent dat zij alleen kunnen worden ingezet kort nadat het feit is ontdekt. Zie artikel 128 WvSv. Overtredingen van de toekomstige Drinkwaterwet zullen strafbaar gesteld zijn op basis van het bijzondere strafrecht, in de Wet op de economische delicten (Wed), zodat: de ruimere opsporingsbevoegdheden van Titel III (Inbeslagneming, Inzage van bescheiden, Binnentreden, Monsterneming) en; de voorlopige maatregelen jegens eigenaren/exploitanten genoemd in artikel 28 en artikel 29 inzetbaar zijn en; de eigenaar/exploitant al als verdachte van het plegen van een strafbaar feit kan worden aangemerkt indien er aanwijzingen bestaan dat het feit is gepleegd. De verdachte krijgt altijd voorafgaand aan het toepassen van bijzondere opsporingsbevoegdheden, de cautie (zie artikel 29 WvSv) uitgesproken. 15 Besluit van de Minister van Justitie van 13 december 2006, nr /06/CBK, houdende de aanwijzing van buitengewoon opsporingsambtenaren bij het Inspectoraat-Generaal VROM. Pagina 22 van 62

Resultaten legionellapreventie Cluster 4: Hotels, bed&breakfasts, campings en jachthavens. Datum 1 juni 2010 Status Definitief

Resultaten legionellapreventie Cluster 4: Hotels, bed&breakfasts, campings en jachthavens. Datum 1 juni 2010 Status Definitief Resultaten legionellapreventie 2009 Cluster 4: Hotels, bed&breakfasts, campings en jachthavens Datum 1 juni 2010 Status Definitief Colofon VROM-Inspectie Directie Uitvoering Programma Schoon en Veilig

Nadere informatie

Controleresultaten Legionellapreventie Cluster 1: zwembaden en sauna's. Datum 25 september 2009 Status Definitief

Controleresultaten Legionellapreventie Cluster 1: zwembaden en sauna's. Datum 25 september 2009 Status Definitief Controleresultaten Legionellapreventie 2009 Cluster 1: zwembaden en sauna's Datum 25 september 2009 Status Definitief Colofon VROM-Inspectie Directie Uitvoering Programma Schoon en Veilig water Rijnstraat

Nadere informatie

Controleresultaten Legionellapreventie Cluster 2: Ziekenhuizen en buitenpoliklinieken. Datum 25 september 2009 Status Definitief

Controleresultaten Legionellapreventie Cluster 2: Ziekenhuizen en buitenpoliklinieken. Datum 25 september 2009 Status Definitief Controleresultaten Legionellapreventie 2009 Cluster 2: Ziekenhuizen en buitenpoliklinieken Datum 25 september 2009 Status Definitief Colofon VROM-Inspectie Directie Uitvoering Programma Schoon en Veilig

Nadere informatie

gelet op artikel 24, zesde lid, van de Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme;

gelet op artikel 24, zesde lid, van de Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme; Besluit van de deken in het arrondissement Zeeland-West-Brabant van 12 april 2017 tot vaststelling van de beleidsregel handhaving Wwft 2017 in het arrondissement Zeeland-West- Brabant De deken van de orde

Nadere informatie

Controleresultaten legionellapreventie 2009. Cluster 3: Zorginstellingen. Datum 1 juni 2010 Status Definitief

Controleresultaten legionellapreventie 2009. Cluster 3: Zorginstellingen. Datum 1 juni 2010 Status Definitief Controleresultaten legionellapreventie 2009 Cluster 3: Zorginstellingen Datum 1 juni 2010 Status Definitief Colofon VROM-Inspectie Directie Uitvoering Programma Schoon en Veilig Water Rijnstraat 8 Postbus

Nadere informatie

Controleresultaten Legionellapreventie Cluster 1: Ziekenhuizen en buitenpoliklinieken. Datum 5 november 2010 Status Definitief

Controleresultaten Legionellapreventie Cluster 1: Ziekenhuizen en buitenpoliklinieken. Datum 5 november 2010 Status Definitief Controleresultaten Legionellapreventie 2010 Cluster 1: Ziekenhuizen en buitenpoliklinieken Datum 5 november 2010 Status Definitief Colofon VROM-Inspectie Directie Uitvoering Programma Schoon en veilig

Nadere informatie

gelet op artikel 24, zesde lid, van de Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme;

gelet op artikel 24, zesde lid, van de Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme; Besluit van de deken in het arrondissement Oost-Brabant van 11 mei 2016 tot vaststelling van de beleidsregel handhaving Wwft 2016 in het arrondissement Oost- Brabant De deken van de orde in het arrondissement

Nadere informatie

Integraal Handhavingsbeleidsplan De Ronde Venen, 26 september 2012. Bijlage VI Toelichting op de bestuursrechtelijke sanctiemiddelen

Integraal Handhavingsbeleidsplan De Ronde Venen, 26 september 2012. Bijlage VI Toelichting op de bestuursrechtelijke sanctiemiddelen Bijlage VI Toelichting op de bestuursrechtelijke sanctiemiddelen 76 Bestuursrechtelijke sanctiemiddelen De gemeente De Ronde Venen kan tegen overtreders met meerdere verschillende sanctiemiddelen, al dan

Nadere informatie

mr. P.C. Cup mr.ing. C.R. van den Berg Kamer D0353 Directoraat-Generaal Milieu Interne postcode 880 Directie Strategie en Bestuur

mr. P.C. Cup mr.ing. C.R. van den Berg Kamer D0353 Directoraat-Generaal Milieu Interne postcode 880 Directie Strategie en Bestuur Gemeenschappelijke Dienst Directie Juridische Zaken AJBZ mr. P.C. Cup mr.ing. C.R. van den Berg Kamer D0353 Directoraat-Generaal Milieu Interne postcode 880 Directie Strategie en Bestuur Telefoon 070 339

Nadere informatie

De legionellacontrole van collectieve drinkwaterinstallaties in 2011 en 2012

De legionellacontrole van collectieve drinkwaterinstallaties in 2011 en 2012 De legionellacontrole van collectieve drinkwaterinstallaties in 2011 en 2012 Colofon Inspectie Leefomgeving en Transport Water, Bodem en Bouwen Graadt van Roggenweg 500 Utrecht Pagina 2 van 10 Colofon

Nadere informatie

Pagina 1/7. Besluit «Openbare versie» 1 Samenvatting. 2 Verloop van de procedure

Pagina 1/7. Besluit «Openbare versie» 1 Samenvatting. 2 Verloop van de procedure Ons ACM/DTVP/2014/200507_OV kenmerk: Zaaknummer: 14.0136.20 Datum: 31 januari 2014 Besluit van de Autoriteit Consument en Markt op grond van artikel 15.2, tweede lid, van de Telecommunicatiewet in samenhang

Nadere informatie

TOEZICHT OPSPORING. Jan Willem van Veenendaal MEC.

TOEZICHT OPSPORING. Jan Willem van Veenendaal MEC. TOEZICHT EN/OF OPSPORING Jan Willem van Veenendaal MEC. Rechtshandhavingsystemen Onderwerpen: Iets over Bestuursrechtelijke bevoegdheden De sfeerovergang Iets over Strafrechtelijke bevoegdheden Toezicht

Nadere informatie

LEIDRAAD BIJ DE LANDELIJKE HANDHAVINGSSTRATEGIE

LEIDRAAD BIJ DE LANDELIJKE HANDHAVINGSSTRATEGIE LEIDRAAD BIJ DE LANDELIJKE HANDHAVINGSSTRATEGIE foto provincie Utrecht Versie: maart 2015 Inhoud Inleiding... 3 Gebruik van de Leidraad... 3 Bestuursrecht... 3 Naamgeving... 3 Stappen... 4 Last onder dwangsom

Nadere informatie

Ons kenmerk [VERTROUWELIJK] Contactpersoon [VERTROUWELIJK]

Ons kenmerk [VERTROUWELIJK] Contactpersoon [VERTROUWELIJK] Autoriteit Persoonsgegevens AANGETEKEND Datum Contactpersoon Onderwerp Besluit tot invordering en voornemen tot publicatie Geachte, Bij besluit van 11 mei 2017 met kenmerk heeft de Autoriteit Persoonsgegevens

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2015:1791

ECLI:NL:RVS:2015:1791 ECLI:NL:RVS:2015:1791 Instantie Raad van State Datum uitspraak 10-06-2015 Datum publicatie 10-06-2015 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201408896/1/A1 Eerste

Nadere informatie

Behandeld door de heer G.J. Ambachtsheer Afdeling Toezicht en Handhaving

Behandeld door de heer G.J. Ambachtsheer Afdeling Toezicht en Handhaving A A N T E K E N E N B.V. Vurense Snack Industrie t.a.v. de directie Gildenstraat 36 4143 HS LEERDAM Uw brief van Verzenddatum 14 juli 2016 Uw kenmerk Dossier D-00026929 Reactie op Zaaknummer Z-16-304957

Nadere informatie

Zó handhaven we in Laarbeek Regels, overtredingen en de gevolgen

Zó handhaven we in Laarbeek Regels, overtredingen en de gevolgen Zó handhaven we in Laarbeek Regels, overtredingen en de gevolgen Regels, overtredingen en de gevolgen De overheid heeft regels gemaakt om de omgeving waarin we wonen, werken en recreëren zo schoon, mooi

Nadere informatie

ECLI:NL:RBMNE:2016:7377

ECLI:NL:RBMNE:2016:7377 ECLI:NL:RBMNE:2016:7377 Instantie Datum uitspraak 29-12-2016 Datum publicatie 07-02-2017 Zaaknummer UTR 15/6440 Rechtsgebieden Rechtbank Midden-Nederland Bestuursrecht Bijzondere kenmerken Eerste aanleg

Nadere informatie

Toelichting bij de Sanctiematrix Drank- en Horecawet en verwante artikelen uit de Algemene plaatselijke verordening gemeente Leidschendam-Voorburg

Toelichting bij de Sanctiematrix Drank- en Horecawet en verwante artikelen uit de Algemene plaatselijke verordening gemeente Leidschendam-Voorburg Bijlage 8.6 Toelichting bij de Sanctiematrix Drank- en Horecawet en verwante artikelen uit de Algemene plaatselijke verordening gemeente Leidschendam-Voorburg De in de sanctiematrix Drank- en Horecawet

Nadere informatie

ALGEMENE WET BESTUURSRECHT

ALGEMENE WET BESTUURSRECHT ALGEMENE WET BESTUURSRECHT Besluitvorming Toezicht Sancties Rechtsgebied bestuursrecht oktober 2011 Rechtsgebied bestuursrecht Verhoudingen tussen bestuursorgaan/belanghebbende - stelt het bestuur is staat

Nadere informatie

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 79, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 79, eerste lid, van de Mededingingswet. Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Nummer 3698-22 Betreft zaak: natuurlijke persoon Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 79, eerste

Nadere informatie

Bij het beoordelen van een overtreding en het bepalen van het juiste sanctiemiddel wordt rekening gehouden met:

Bij het beoordelen van een overtreding en het bepalen van het juiste sanctiemiddel wordt rekening gehouden met: 1. Middelen In Nederland bestaat de algemene beginselplicht tot handhaving. Gelet op het algemeen belang dat gediend is met handhaving, zal in geval van overtreding van een wettelijk voorschrift het bestuursorgaan

Nadere informatie

Omdat tijdens de controle overtredingen zijn geconstateerd hebben wij het voornemen u een last onder bestuursdwang op te leggen.

Omdat tijdens de controle overtredingen zijn geconstateerd hebben wij het voornemen u een last onder bestuursdwang op te leggen. Omgevingsdienst NZKG Retouradres: Postbus 209, 1500 EE ZAANDAM Bezoekadres: Ebbenhout 31 1507 EA Zaandam Leidseplein Beheer B.V. t.a.v. de heer M. J. C. de Vries Nieuwe Hemweg 5 E 1013 BG Amsterdam Postbus

Nadere informatie

ECLI:NL:RBGEL:2016:2558

ECLI:NL:RBGEL:2016:2558 ECLI:NL:RBGEL:2016:2558 Instantie Rechtbank Gelderland Datum uitspraak 12-05-2016 Datum publicatie 19-05-2016 Zaaknummer AWB - 15 _ 7447 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie

Nadere informatie

Toelichting op de Beleidsregels handhaving Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen Heemstede 2014

Toelichting op de Beleidsregels handhaving Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen Heemstede 2014 Toelichting op de Beleidsregels handhaving Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen Heemstede 2014 Algemene toelichting Hoofdstuk 2 Herstellend traject In een herstellend traject zijn verschillende

Nadere informatie

AANGETEKEND Rijnland Ziekenhuis 070-8888500. last onder dwangsom. Geachte A,

AANGETEKEND Rijnland Ziekenhuis 070-8888500. last onder dwangsom. Geachte A, POSTADRES Postbus 93374, 2509 AJ Den Haag BEZOEKADRES Juliana van Stolberglaan 4-10 TEL 070-88 88 500 FAX 070-88 88 501 E-MAIL info@cbpweb.nl INTERNET www.cbpweb.nl AAN AANGETEKEND Rijnland Ziekenhuis

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 27433 1 oktober 2014 Beleidsregel houdende vaststelling van regels voor de naleving en toezicht op de veiligheidsadviseur

Nadere informatie

Toetsmatrijs Wettelijke Kaders Openbare Ruimte Generiek 1 april 2018

Toetsmatrijs Wettelijke Kaders Openbare Ruimte Generiek 1 april 2018 Domein: I: Openbare Ruimte Toetsvorm: 50 gesloten vragen ennisonderdeel: Wettelijke aders Openbare Ruimte Generiek Toetsduur: 60 minuten Cesuur: 55% met correctie voor de gokkans Onderwerp Begrip/Artikel

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 12893 19 augustus 2010 Regeling van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 11 augustus 2010, nr. AV/AR/2010/13478,

Nadere informatie

OPLEGGEN BESTUURLIJKE BOETE DHW

OPLEGGEN BESTUURLIJKE BOETE DHW OPLEGGEN BESTUURLIJKE BOETE DHW 1 ONDERWERP In deze notitie wordt kort het proces rond het opleggen van de bestuurlijke boete op basis van de Drank- en Horecawet beschreven, zoals toegepast door de Nederlandse

Nadere informatie

Bijlage 3. Toelichting en procedures sanctiemiddelen

Bijlage 3. Toelichting en procedures sanctiemiddelen Bijlage 3 Toelichting en procedures sanctiemiddelen 1. Aanwijzing Grond : het niet voldoen aan de voorschriften van hoofdstuk 3, paragrafen 2 en 3 van de Wet Kinderopvang. Wettelijke basis : artikel 65,

Nadere informatie

De loop van de procedure Op 1 juni 2007 hebben IGZ en CBP een bezoek gebracht aan het OZG Lucas in het kader van het hiervoor genoemde onderzoek.

De loop van de procedure Op 1 juni 2007 hebben IGZ en CBP een bezoek gebracht aan het OZG Lucas in het kader van het hiervoor genoemde onderzoek. POSTADRES Postbus 93374, 2509 AJ Den Haag BEZOEKADRES Juliana van Stolberglaan 4-10= TEL 070-88 88 500 FAX 070-88 88 501 E-MAIL info@cbpweb.nl INTERNET www.cbpweb.nl AAN AANGETEKEND Ommelander Ziekenhuis

Nadere informatie

Behandeld door Afdeling Toezicht en Handhaving

Behandeld door Afdeling Toezicht en Handhaving A A N T E K E N E N Autokoeling Rio Rijksstraatweg 16 3316 EH DORDRECHT Uw brief van Verzenddatum 8 april 2016 Uw kenmerk Dossier D-00982886 Reactie op Zaaknummer Z-15-275163 Onderwerp Last onder dwangsom

Nadere informatie

B&W Vergadering. B&W Vergadering 29 november Voorgesteld besluit Het college heeft besloten:

B&W Vergadering. B&W Vergadering 29 november Voorgesteld besluit Het college heeft besloten: 2.2.5 Handhaving Villa de Lux en Begijnhofstraat 28 1 Dossier 1075 voorblad.pdf B&W Vergadering Dossiernummer 1075 Vertrouwelijk Nee Vergaderdatum 29 november 2016 Agendapunt 2.2.5 Omschrijving Handhaving

Nadere informatie

Ons kenmerk Uw kenmerk Aantal bijlagen Datum _ november 2016

Ons kenmerk Uw kenmerk Aantal bijlagen Datum _ november 2016 AANTEKENEN Handelsonderneming Bepo B.V. T.a.v. de directie Ceintuurbaan 124 3051 KD ROTTERDAM Parallelweg 1 Postbus 843 3100 AV Schiedam T 010-246 80 00 F 010-246 82 83 E info@dcmr.nl W www.dcmr.nl Ons

Nadere informatie

Zoekresultaat - inzien document ECLI:NL:RVS:2010:BO9151. Uitspraak. Permanente link: Datum uitspraak Datum publicatie

Zoekresultaat - inzien document ECLI:NL:RVS:2010:BO9151. Uitspraak. Permanente link: Datum uitspraak Datum publicatie Zoekresultaat - inzien document ECLI:NL:RVS:2010:BO9151 Permanente link: http://deeplink.rechtspraa Instantie Raad van State Datum uitspraak 29-12-2010 Datum publicatie 29-12-2010 Zaaknummer Rechtsgebieden

Nadere informatie

Toelichting. Algemene toelichting. Hoofdstuk 2 Herstellend traject

Toelichting. Algemene toelichting. Hoofdstuk 2 Herstellend traject Toelichting Algemene toelichting Hoofdstuk 2 Herstellend traject In een herstellend traject zijn verschillende stappen te onderscheiden. Stap 1: aanwijzing, artikel 1.65 lid 1 Wet kinderopvang Het college

Nadere informatie

: LANDSVERORDENING van 28 maart 2013 houdende vaststelling van nieuwe regels inzake de handhaving van de arbeidswetgeving

: LANDSVERORDENING van 28 maart 2013 houdende vaststelling van nieuwe regels inzake de handhaving van de arbeidswetgeving Intitulé : LANDSVERORDENING van 28 maart 2013 houdende vaststelling van nieuwe regels inzake de handhaving van de arbeidswetgeving Citeertitel: Landsverordening bestuurlijke handhaving arbeidswetgeving

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2003 2004 29 299 Wijziging van de Drank- en Horecawet in verband met de introductie van de bestuurlijke boete Nr. 1 KONINKLIJKE BOODSCHAP Aan de Tweede Kamer

Nadere informatie

Bijlage 6 - Beleidslijn Dwangsom en invordering

Bijlage 6 - Beleidslijn Dwangsom en invordering Bijlage 6 - Beleidslijn Dwangsom en invordering 1. Algemeen Een bestuursorgaan komt bij het bepalen van de hoogte van de dwangsom en het maximum van het te verbeuren bedrag een ruime mate van beleidsvrijheid

Nadere informatie

Masterclass Toezicht op en in de financiële sector

Masterclass Toezicht op en in de financiële sector Masterclass Toezicht op en in de financiële sector ALGEMEEN KADER BESTUURSRECHT PROFMR LODEWIJK ROGIER 19 MAART 2019 1 BESTUURSRECHT 2 BESTUURLIJKE HANDHAVING 3 BESTUURSRECHTELIJK HANDHAVINGSKADER 4 TOEZICHT

Nadere informatie

PREVENTIEVE DWANGSOM BIJ OVERLASTGEVEND GEDRAG

PREVENTIEVE DWANGSOM BIJ OVERLASTGEVEND GEDRAG PREVENTIEVE DWANGSOM BIJ OVERLASTGEVEND GEDRAG Doel van de beleidsregel preventieve dwangsom bij overlastgevend gedrag. Met deze preventieve dwangsom wordt getracht het gedrag van overlastgevende personen

Nadere informatie

Artikel 3:40 Een besluit treedt niet in werking voordat het is bekendgemaakt.

Artikel 3:40 Een besluit treedt niet in werking voordat het is bekendgemaakt. Wetgeving Algemene wet bestuursrecht Artikel 1:3 1. Onder besluit wordt verstaan: een schriftelijke beslissing van een bestuursorgaan, inhoudende een publiekrechtelijke rechtshandeling. 2. Onder beschikking

Nadere informatie

CONCEPTWETSVOORSTEL VERSTERKING BESTRIJDING COMPUTERCRIMINALITEIT

CONCEPTWETSVOORSTEL VERSTERKING BESTRIJDING COMPUTERCRIMINALITEIT Wijziging van het Wetboek van Strafrecht en het Wetboek van Strafvordering in verband met ontoegankelijkmaking van gegevens op het internet, strafbaarstelling van het wederrechtelijk overnemen van gegevens

Nadere informatie

Algemene toelichting. Hoofdstuk 2 Herstellend traject

Algemene toelichting. Hoofdstuk 2 Herstellend traject Algemene toelichting Hoofdstuk 2 Herstellend traject In een herstellend traject zijn verschillende stappen te onderscheiden. Indien de aard van de overtreding hiertoe aanleiding geeft, kan het college

Nadere informatie

Toetsmatrijs Wettelijke Kaders Milieu Specifiek

Toetsmatrijs Wettelijke Kaders Milieu Specifiek walificatiedossier: Domein II Milieu Toetsvorm: 50 Gesloten vragen ennisonderdeel: Wettelijke aders Milieu Specifiek Toetsduur: 80 minuten Cesuur: 67% (55% met correctie voor de gokkans) Deze toetstermen

Nadere informatie

Gepubliceerd in Staatscourant 17 september 2007, nr. 179 / pag. 11

Gepubliceerd in Staatscourant 17 september 2007, nr. 179 / pag. 11 Gepubliceerd in Staatscourant 17 september 2007, nr. 179 / pag. 11 Klachtenregeling IGZ Artikel 1 1 Een ieder heeft het recht om over de wijze waarop de inspectie zich in een bepaalde aangelegenheid jegens

Nadere informatie

************************* AB 2007 no. 24 *CENTRAAL WETTENREGISTER* 16 april 2014 *************************

************************* AB 2007 no. 24 *CENTRAAL WETTENREGISTER* 16 april 2014 ************************* Intitulé : LANDSVERORDENING houdende regels met betrekking tot het treffen van maatregelen ter voldoening aan of uitvoering van internationale verplichtingen Citeertitel: Sanctieverordening 2006 Vindplaats

Nadere informatie

BESLUIT. 4. Artikel 56 Mededingingswet (hierna: Mw) luidde tot 1 juli 2009, voor zover van belang, als volgt:

BESLUIT. 4. Artikel 56 Mededingingswet (hierna: Mw) luidde tot 1 juli 2009, voor zover van belang, als volgt: Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Nummer 6494_1/309; 6836_1/220 Betreft zaak: Limburgse bouwzaken 1 en 2 / de heer [A] Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit

Nadere informatie

Examencommissie Milieu Status: Vastgesteld. Kennisonderdeel Toetsvorm Hulpmiddelen Duur Cesuur

Examencommissie Milieu Status: Vastgesteld. Kennisonderdeel Toetsvorm Hulpmiddelen Duur Cesuur ennisonderdeel Toetsvorm Hulpmiddelen Duur Cesuur Wettelijke aders Milieu Specifiek Gesloten vragen Geen 70 minuten 55% + gokkans Deze toetstermen worden zo mogelijk specifiek bevraagd Onderwerp Artikel/begrip

Nadere informatie

Beleidsregel handhaving Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen gemeente Venlo

Beleidsregel handhaving Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen gemeente Venlo CVDR Officiële uitgave van Venlo. Nr. CVDR326948_1 30 april 2018 Beleidsregel handhaving Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen gemeente Venlo Burgemeester en wethouders van de gemeente Venlo;

Nadere informatie

Burgemeester en wethouders onderscheidenlijk de burgemeester van Hoogeveen;

Burgemeester en wethouders onderscheidenlijk de burgemeester van Hoogeveen; Burgemeester en wethouders onderscheidenlijk de burgemeester van Hoogeveen; Gelet op afdeling 10.1.1 van de Algemene wet bestuursrecht; BESLUITEN: vast te stellen Het Besluit mandaat, volmacht en machtiging

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 64976 13 november 2017 Besluit van 31 oktober 2017 van de Autoriteit Nucleaire Veiligheid en Stralingsbescherming, nr.

Nadere informatie

Handhavingsinstrumenten

Handhavingsinstrumenten Bijlage 2 Handhavingsinstrumenten Privaatrechtelijk De gemeente is naast een bestuursorganisatie ook rechtspersoon. Als rechtspersoon heeft de gemeente privaatrechtelijke mogelijkheden om te handhaven.

Nadere informatie

Notitie Handhaving hinderlijk overhangend groen gemeente Voorschoten

Notitie Handhaving hinderlijk overhangend groen gemeente Voorschoten Notitie Handhaving hinderlijk overhangend groen gemeente Voorschoten Gemeente Voorschoten Auteur(s): Patrick Spiegeler en Ralph Pitlo Notitie: Handhaving hinderlijk overhangend groen gemeente Voorschoten

Nadere informatie

- 1 - De Nederlandsche Bank NV (DNB) legt een bestuurlijke boete als bedoeld in artikel 1:80 en 1:81 van de Wft, op aan:

- 1 - De Nederlandsche Bank NV (DNB) legt een bestuurlijke boete als bedoeld in artikel 1:80 en 1:81 van de Wft, op aan: - 1 - Beschikking tot het opleggen van een bestuurlijke boete aan Matrix Asset Management B.V. als bedoeld in artikel 1:80 van de Wet op het financieel toezicht Gelet op artikel 1:80, 1:81, 1:98 en 3:72,

Nadere informatie

Wijzigingen in versie 1.1 ten opzichte van versie 1.0 (d.d. 21 juni 2016) van de toetstermen voor Wettelijke Kaders Milieu Specifiek:

Wijzigingen in versie 1.1 ten opzichte van versie 1.0 (d.d. 21 juni 2016) van de toetstermen voor Wettelijke Kaders Milieu Specifiek: Wijzigingen in versie 1.1 ten opzichte van versie 1.0 (d.d. 21 juni 2016) van de toetstermen voor Wettelijke aders Milieu Specifiek: Tijdsduur: De tijdsduur is verlengd van 70 naar 80 minuten. Cesuur:

Nadere informatie

LJN: BV6353,Voorzieningenrechter Rechtbank 's-hertogenbosch, AWB 12/285 en 12/502

LJN: BV6353,Voorzieningenrechter Rechtbank 's-hertogenbosch, AWB 12/285 en 12/502 LJN: BV6353,Voorzieningenrechter Rechtbank 's-hertogenbosch, AWB 12/285 en 12/502 Datum uitspraak: 21-02-2012 Datum publicatie: 21-02-2012 Rechtsgebied: Bestuursrecht overig Soort procedure: Voorlopige

Nadere informatie

BIJLAGE 2. Handhaving volgens de Wet Kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen

BIJLAGE 2. Handhaving volgens de Wet Kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen BIJLAGE 2. Handhaving volgens de Wet Kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen Handhaving volgens de Wet Kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen Het college van burgemeester en wethouders

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2008 2009 31 122 Uitbreiding van de bestuurlijke handhavingsinstrumenten in de wetgeving op het gebied van de volksgezondheid I BRIEF VAN DE MINISTER VAN

Nadere informatie

Besluit tot openbaarmaking

Besluit tot openbaarmaking Besluit als bedoeld in artikel 8 van de Wet openbaarheid van bestuur Zaak: 10826 Kenmerk: 12517 / 01.038.932 Openbaar gemaakt onder kenmerk Besluit tot openbaarmaking Besluit tot openbaarmaking van het

Nadere informatie

Besluit tot openbaarmaking

Besluit tot openbaarmaking Besluit als bedoeld in artikel 8 van de Wet openbaarheid van bestuur Zaak: OB/001 Kenmerk: 00.061.063 Openbaarmaking onder kenmerk: Besluit tot openbaarmaking Besluit tot openbaarmaking van de besluiten

Nadere informatie

ZUID. lan Gedeputeerde Staten. Last onder dwangsom. Geachte directie.

ZUID. lan Gedeputeerde Staten. Last onder dwangsom. Geachte directie. Gedeputeerde Staten DCMR Milieudienst Rijnmond Afdeling Inspectie en Handhaving Contact provincie j ^ Q j ^ L A N D ZUID TOIO-246 F 010-246 82 83 info@dcmr.nl Postadres DCMR Postbus 843 3100 AV Schiedam

Nadere informatie

2013 no. 20 AFKONDIGINGSBLAD VAN ARUBA

2013 no. 20 AFKONDIGINGSBLAD VAN ARUBA 2013 no. 20 AFKONDIGINGSBLAD VAN ARUBA LANDSVERORDENING van 28 maart 2013 houdende vaststelling van nieuwe regels inzake de handhaving van de arbeidswetgeving (Landsverordening bestuurlijke handhaving

Nadere informatie

WET OP DE MEDISCHE HULPMIDDELEN

WET OP DE MEDISCHE HULPMIDDELEN WET OP DE MEDISCHE HULPMIDDELEN Tekst zoals deze geldt op 22 januari 2010 WET van 15 januari 1970, houdende regelen met betrekking tot medische hulpmiddelen WIJ JULIANA, bij de gratie Gods, Koningin der

Nadere informatie

Handhavingsbeleid Wet lokaal spoor. 1. Inleiding

Handhavingsbeleid Wet lokaal spoor. 1. Inleiding Handhavingsbeleid Wet lokaal spoor 1. Inleiding De Wet lokaal spoor (Wls) treedt in werking op 1 december 20015. Deze wet beoogt de wetgeving inzake de lokale spoorwegen te moderniseren en zorgt ervoor

Nadere informatie

Bestuurlijke Boete. 2 Bestuurlijke boete Bestuurlijke boete 3

Bestuurlijke Boete. 2 Bestuurlijke boete Bestuurlijke boete 3 Bestuurlijke Boete Bestuurlijke Boete De bewaakt en bevordert een veilig en duurzaam gebruik van weg, water, lucht en rail door burgers en ondernemers. Dat wordt bijvoorbeeld gedaan door controles langs

Nadere informatie

VMR Actualiteitendag

VMR Actualiteitendag VMR Actualiteitendag Handhaving - overtreder 20 maart 2014 mr. T.E.P.A. Lam advocaat Hekkelman Advocaten senior docent/onderzoeker Radboud Universiteit Nijmegen Begrip overtreder bij bestuurlijke handhaving

Nadere informatie

Na toezicht volgt handhaving

Na toezicht volgt handhaving Na toezicht volgt handhaving Wat gebeurt er met een dossier als het is overgedragen aan de VROM- Inspectie? Hans de Vries Projectleider Legionella Inhoud van de presentatie - Afspraken bij overdracht van

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 7378 13 maart 2014 Besluit organisatie, mandaat, volmacht en machtiging Kansspelautoriteit, vastgesteld op grond van afdeling

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2014 2015 33 662 Wijziging van de Wet bescherming persoonsgegevens en enige andere wetten in verband met de invoering van een meldplicht bij de doorbreking

Nadere informatie

Juridische Zaken en Handhaving

Juridische Zaken en Handhaving Postbus 1 3430 AA Bezoekadres Stadsplein 1 3431 LZ www.nieuwegein.nl Bank Nederlandse Gemeenten 28 50 04 387 Juridische Zaken en Kenmerk NG7600 Onderwerp Uitnodiging gesprek i.v.m. controle inschrijving

Nadere informatie

Burgemeester en wethouders onderscheidenlijk de burgemeester van Hoogeveen;

Burgemeester en wethouders onderscheidenlijk de burgemeester van Hoogeveen; Burgemeester en wethouders onderscheidenlijk de burgemeester van Hoogeveen; Burgemeester en wethouders onderscheidenlijk de burgemeester van De Wolden; Het dagelijks bestuur onderscheidenlijk de voorzitter

Nadere informatie

Besluit tot openbaarmaking

Besluit tot openbaarmaking Besluit als bedoeld in artikel 8 van de Wet openbaarheid van bestuur Kenmerk: Besluit tot openbaarmaking Besluit tot openbaarmaking van het besluit tot het opleggen van de last onder dwangsom aan BankGiro

Nadere informatie

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz. Wijziging van de Wet op het financieel toezicht, de Wet handhaving consumentenbescherming, de Wet op de economische delicten en het Wetboek van strafvordering in verband met de implementatie van Verordening

Nadere informatie

Sluitingsbeleid ex artikel 13b Opiumwet

Sluitingsbeleid ex artikel 13b Opiumwet Sluitingsbeleid ex artikel 13b Opiumwet Juridisch kader Op basis van de artikelen 2 en 3 van de Opiumwet is het verboden een middel als bedoeld in de bij deze wet behorende lijst I en lijst II, dan wel

Nadere informatie

KNSB Tuchtreglement. Hoofdstuk 1. Algemeen

KNSB Tuchtreglement. Hoofdstuk 1. Algemeen KNSB Tuchtreglement Hoofdstuk 1. Algemeen Artikel 1. Reikwijdte Tuchtreglement 1.1 Het KNSB Tuchtreglement is een reglement in de zin van artikel 15.2 en 15.5 van de Statuten en wordt hierna aangeduid

Nadere informatie

Beleidsregels handhaving Wet kinderopvang gemeente Bunnik Gelet op de artikelen 1.61 lid 1, 1.65 lid 1, 1.66 en 1.72 lid 1 Wet kinderopvang;

Beleidsregels handhaving Wet kinderopvang gemeente Bunnik Gelet op de artikelen 1.61 lid 1, 1.65 lid 1, 1.66 en 1.72 lid 1 Wet kinderopvang; CVDR Officiële uitgave van Bunnik. Nr. CVDR611797_1 23 juli 2018 Beleidsregels handhaving Wet kinderopvang gemeente Bunnik 2018 Burgemeester en wethouders van de gemeente Bunnik Gelet op artikel 4:81 Algemene

Nadere informatie

Mandaat en delegatie. mr. M.C. de Voogd

Mandaat en delegatie. mr. M.C. de Voogd Mandaat en delegatie mr. M.C. de Voogd Artikel 1:1 Awb 1. Onder bestuursorgaan wordt verstaan: a. een orgaan van een rechtspersoon die krachtens publiekrecht is ingesteld, of b. een ander persoon of college,

Nadere informatie

Besluit tot openbaarmaking

Besluit tot openbaarmaking Besluit als bedoeld in artikel 8 van de Wet openbaarheid van bestuur Zaak: 12924 1X Corp N.V. en Exinvest Limited Kenmerk: 12924 / 01.046.246 Openbaarmaking onder kenmerk: 12924 / 01.047.553 Besluit tot

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 52 2 januari 2017 Beleidsregel van de Nationale en Internationale Wegvervoer Organisatie (NIWO) inzake toepassing van

Nadere informatie

Handhaven is goed, voorkomen is beter! Handhaving van milieuwetgeving in Enschede

Handhaven is goed, voorkomen is beter! Handhaving van milieuwetgeving in Enschede Handhaven is goed, voorkomen is beter! Handhaving van milieuwetgeving in Enschede Handhaven is goed, voorkomen is beter! Handhaving van milieuwetgeving in Enschede In deze brochure vindt u informatie over

Nadere informatie

VERZONDEN - 1 SEP 2015

VERZONDEN - 1 SEP 2015 .Gemeente lemen Ons kenmerk Uw kenmerk Uw aanvraag Bijlagen Beh.ambtenaar Telefoonnummer Emailadres mr. D. Walraven 020-3144793 d.walraven@diemen.nl Aan Advocatenkantoor Kerpestein T.a.v. de heer G.M.

Nadere informatie

BIJLAGE 2. Handhaving volgens de Wet Kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen

BIJLAGE 2. Handhaving volgens de Wet Kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen BIJLAGE 2. Handhaving volgens de Wet Kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen 202 Handhaving volgens de Wet Kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen Het college van burgemeester en wethouders

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2004 2005 30 101 Wijziging van de Gemeentewet in verband met de invoering van een bestuurlijke boete voor overtreding van een aantal voorschriften bepaald

Nadere informatie

Model Leegstandverordening

Model Leegstandverordening Model Leegstandverordening De raad van de gemeente - naam-, gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van, nr ; gelet op artikel 149 van de Gemeentewet en artikel 2 van de Leegstandwet;

Nadere informatie

Leegstandverordening Maassluis 2017.

Leegstandverordening Maassluis 2017. De raad van de gemeente - Maassluis-, gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 9 mei 2017 gelet op artikel 149 van de Gemeentewet en artikel 2 van de Leegstandwet; overwegende

Nadere informatie

BOETEBELEIDSREGELS WET KINDEROPVANG EN KWALITEITSEISEN PEUTERSPEELZALEN GEMEENTE WESTVOORNE

BOETEBELEIDSREGELS WET KINDEROPVANG EN KWALITEITSEISEN PEUTERSPEELZALEN GEMEENTE WESTVOORNE BOETEBELEIDSREGELS WET KINDEROPVANG EN KWALITEITSEISEN PEUTERSPEELZALEN GEMEENTE WESTVOORNE Bijlage 2 bij Toezicht en Handhavingsbeleid kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen gemeente Westvoorne IZ/OWO

Nadere informatie

Rapport. Datum: 27 december 2005 Rapportnummer: 2005/400

Rapport. Datum: 27 december 2005 Rapportnummer: 2005/400 Rapport Datum: 27 december 2005 Rapportnummer: 2005/400 2 Klacht Verzoeker klaagt erover dat een met naam genoemde inspecteur van de Inspectie Verkeer en Waterstaat, Divisie Vervoer, van het Ministerie

Nadere informatie

Organisatie FP. Specialistisch OM: milieu en fraude

Organisatie FP. Specialistisch OM: milieu en fraude Functioneel parket Organisatie FP Specialistisch OM: milieu en fraude Landelijke OM organisatie: 4 handhavingseenheden. Zwolle, Den Bosch Rotterdam en Amsterdam. Den Haag HO, beleid Ongeveer 21 ovj s en

Nadere informatie

BESLISSING OP BEZWAAR

BESLISSING OP BEZWAAR BESLISSING OP BEZWAAR 76153-130574 83345-139322 Geachte heer Kuit, Bij brief van 4 maart 2014, is namens de heer [vertrouwelijk ] tijdig bezwaar ingediend tegen de last onder dwangsom die de Nederlandse

Nadere informatie

Sluitingsbeleid ex artikel 13b Opiumwet

Sluitingsbeleid ex artikel 13b Opiumwet Sluitingsbeleid ex artikel 13b Opiumwet Juridisch kader Op basis van de artikelen 2 en 3 van de Opiumwet is het verboden een middel als bedoeld in de bij deze wet behorende lijst I en II, dan wel aangewezen

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 21459 31 juli 2014 Besluit organisatie, mandaat, volmacht en machtiging Kansspelautoriteit, vastgesteld op grond van afdeling

Nadere informatie

Voorwoord 11. Afkortingen 13

Voorwoord 11. Afkortingen 13 Inhoud Voorwoord 11 Afkortingen 13 1 Inleiding en afbakening 15 1.1 Drie handhavingswegen 15 1.1.1 Strafrechtelijke handhaving 16 1.1.2 Bestuurlijke handhaving 18 1.1.3 Het verschil tussen strafrechtelijke

Nadere informatie

Besluit tot openbaarmaking

Besluit tot openbaarmaking Kansspelautoriteit OPENBAAR Besluit als bedoeld in artikel 8 van de Wet openbaarheid van bestuur Zaak: 399 Kenmerk: 00.080.086 Openbaarmaking onder kenmerk: 00.082. 721 Besluit tot openbaarmaking Besluit

Nadere informatie

Pagina 1/13. Besluit Openbaar. 1 Samenvatting. 2 Verloop van de procedure. Datum:

Pagina 1/13. Besluit Openbaar. 1 Samenvatting. 2 Verloop van de procedure. Datum: Ons kenmerk: Zaaknummer: Datum: ACM/DC/2015/207679_OV 15.1185.20 15 december 2015 Besluit van de Autoriteit Consument en Markt op grond van artikel 2.9 Wet handhaving consumentenbescherming tot het opleggen

Nadere informatie