Open source document Impact assessment (v2)

Transcriptie

1 Open source document Impact assessment (v2) Mogelijke consequenties voor Nederland van een moratorium op de neonicotinoïden: imidacloprid, thiamethoxam en clothianidin

2 Zaadbehandeling mais Areaal: ha Behandeld: ha Insectenprobleem : ritnaalden, treedt op tot 3 jaar na het scheuren van grasland Volledig wegval van planten Geen alternatieven voorhanden Bloeiend en voor bijen attractief gewas Schade voor de telers % (afhankelijk van gebied). Schade teelt: 10%

3 Zaadbehandeling erwten Areaal: ha Behandeld: ha, laag i.v.m. nateelt bloeiende bonen Insectenprobleem: erwtenbladluis en bladrandkever Bloeiend en alleen attractief voor bijen bij aanwezigheid van luis Alternatief: min. 2-3 bespuitingen met een pyrethroïde (alleen kevers en luis; maar minder effectief; meer Botrytis-aantasting, meer milieu- en bijenimpact) en thiacloprid tegen luis Voor larven bestrijding is geen alternatief voorhanden 10 % minder opbrengst en minder uniformiteit t.o.v. de zaadbehandeling Zaadbehandeling beschermt N-knolletjes tegen de larven (minder N gift)

4 Zaadbehandeling suikerbieten Areaal: ha Behandeld : ha Insectenprobleem: bladluizen en vergelingsvirus, bietenkever, ritnaalden, bietenvlieg, aardvlo, rups, trips en springstaarten Gevolg : wegval van planten, vergelingsvirus, opbrengstderving Niet bloeiend en niet attractief voor bijen Geen alternatieven voor springstaarten, ritnaalden, bietenkever, aardvlo Eén alternatief bietenvlieg: bespuiting dimethoaat, gevaarlijk voor bijen Alternatief bladluizen: 2 3 bespuitingen met pirimicarb, thiacloprid e.a. maar minder effectief en meer milieu-impact Opbrengst vermindering 5 ton (7 %). Saldoderving 11 % Per hectare: 340 minder opbrengst. Kostenverhoging van 71 (extra middelen en spuitkosten). Verhoging van de milieubelastingspunten (MBP) van 40 naar 600 Voor de totale teelt: 18 miljoen minder opbrengst. 4 miljoen kostenverhoging. Stijging van de MBP met 25 miljoen punten Zonder neonicotinoïden op het bietenzaad is de insectenbestrijding duurder, minder effectief en meer milieubelastend (IRS)

5 Zaadbehandeling sla en andijvie Areaal: ha Behandeld: ha Insectenprobleem: bladluizen, wortelluis en ritnaalden Niet bloeiend en niet attractief voor bijen Alternatieven aanwezig: Plenum en Movento. 4-5 veldbespuitingen in plaats van 0 tot max 2 bij zaadbehandeling, maar minder effectief en meer milieu- impact Geen alternatief voor ritnaalden Speciality crop

6 Zaadbehandeling sluitkool (witte kool, rode kool, savooienkool, spitskool), spruitkool, boerenkool, broccoli, chinese kool, bloemkool Areaal: ha. Behandeld: ha Insectenprobleem: melige koolluis, trips, bladluis, groene perzikluis, koolgalmug, aardvlooien en ritnaalden Niet bloeiend en niet attractief voor bijen Voor het toenemende probleem ritnaalden geen alternatief en controle koolgalmug duidelijk moeilijker Alternatieven aanwezig: pyrethroïden, Movento, Plenum (niet in spruiten), Pirimor, Calypso In spruitkool: 6-7 veldbespuitingen met de middelen in sluitkool: 4-5 veldbespuitingen met deze middelen In broccoli/bloemkool: 4 veldbespuitingen met deze middelen maar minder effectief en meer milieu- en bijenimpact Economische gevolgen: 10-20% schade Speciality crop Wegvallen van Gaucho en Cruiser zou voor al onze telers betekenen dat ze opnieuw de veldspuit moeten nemen om zeker enkele malen extra bespuitingen uit te voeren (William Gitzels, Plantenkwekerij Gitzels BV)

7 Grondbehandeling aardappelen Areaal: ha. Behandeld: ha (m.n. pootgoed). Insectenprobleem: diverse soorten luizen, virussen en ritnaalden Bloeiend maar niet attractief voor bijen als geen luizen aanwezig zijn Alternatieven aanwezig voor luis en virus, maar bij pootgoed: vervalt de extra virusverzekering tijdens de opkomst, 2 à 3 extra bespuitingen met luismiddelen i.c.m. pyrethroïden maar minder effectief, meer milieu- en bijenimpact Alternatief ritnaalden: Mocap en Nemathorin, meer milieubelasting Grote economische impact in pootgoedteelt (10-30%), export komt in gevaar door geen virusvrij uitgangsmateriaal. In consumptieteelt (10%), onverkoopbaar eindproduct Pootaardappelteelt zal aan kwaliteit inleveren zonder de inzet van neonicotinoiden. Adrie Omtzigt van Agrico

8 Gewasbehandeling aardappelen Areaal: ha Behandeld: ha behandelingen Insectenprobleem: diverse soorten luizen en coloradokever. Bloeiend maar niet attractief voor bijen als geen luizen aanwezig zijn Alternatieven aanwezig tegen luis: Plenum, pyrethroïden (zeer beperkt), Teppeki, Gazelle, Calypso en Pirimor (beperkt) Alternatieven tegen coloradokever: resistentieopbouw pyrethroïden is bekend, Coragen (kans op resistentie indien geen afwisseling), neonicotinoïden nodig ter afwisseling

9 Lelie plantgoedbehandeling (boldompeling) Areaal: ha. Behandeld: ha Speciality crop Insectenprobleem: luizen; zowel virusoverdracht (diverse soorten luis) als directe schade door katoenluis Bloeiend: nee, lelies worden altijd gekopt tijdens de knolvorming, dus voordat de knoppen opengaan Huidig systeem: boldompeling met imidacloprid, gevolgd door 4 à 5 bladbespuitingen Alternatief: aanwezig. Maar zonder boldompeling zijn 20 bespuitingen nodig. Groot milieu-impact. Teelt van virusvrije schubbollen als uitgangsmateriaal wordt zeer lastig. Uitgangsmateriaal zal weer in gaashallen geteeld moeten worden. Kostenverhoging in een teelt die het al moeilijk heeft. Exportbelemmeringen door het niet virusvrij/virusarm kunnen houden van bollen. Per hectare: Kostenverhoging van 385 (extra middelen). Extra investering in gaashallen. Verhoging van de milieubelastingspunten (MBP) van 175 naar 1240 Voor de totale teelt: 1,35 miljoen kostenverhoging. Extra investering in gaashallen. Stijging van de MBP met 3,7 miljoen punten Zonder Admire is katoenluis gewoonweg niet te bestrijden, dat lukte vroeger al niet en met de huidige generatie middelen gaat dat zeker niet lukken, dat wordt een strijd met veel spuiten en slecht resultaat! Kees Burger, voorzitter van de KAVBproductgroep lelie

10 Gladiolen bol- en bladbehandelingen Areaal: ha. Behandeld: 800 ha boldompeling, 300 ha bladbehandelingen Insectenprobleem: tripsen Bloeiend: nee, gladiolen worden gemaaid voor de bloei Alternatief: aanwezig. Maar veel meer bladbespuitingen nodig. Groot milieu-impact De economische gevolgen zijn groot: 10-15% extra uitval, minder goed eindproduct, extra kosten in de verwerking Per hectare: minder opbrengst (meer uitval). Kostenverhoging van (extra uitzoekkosten). Verhoging van de milieubelastingspunten (MBP) van 180 naar 306 Voor de totale teelt: 4,8 miljoen minder opbrengst. 1,25 miljoen kostenverhoging. Stijging van de MBP met punten Speciality crop Geen gebruik van Admire in de dompeling in het voorjaar betekent geen schone start, dus veel meer middelen op het veld spuiten en dus méér milieubelasting en minder resultaat Jan Holtmaat, voorzitter van de KAVB-productgroep gladiool

11 Glastuinbouw: potplanten en snijplanten (hieronder vallen veel kleine teelten) Areaal: ha. Behandeld: ha Insectenprobleem: wittevlieg, trips, bladluis, wol-, dop- en schildluis Bloeiend: ja, maar gesloten teelt Speciality crop Alternatief: andere middelen. Maar imidacloprid wordt ingezet voor het afspuiten in diverse teelten i.v.m. nul-toleranties voor de export. Dit wordt dan zeer moeilijk. Bestrijding wittevlieg, wortelwol-, dop- en schildluis wordt problematisch De economische gevolgen: daling van productie en kwaliteit met 10%. Inperking van export door niet halen van nultolerantie (bijv. Trips in chrysant). Roos niet meer mogelijk door schildluis. Niet veel nieuwe middelen in de pijplijn bij fabrikanten. In de grote diversiteit aan sierteelten is nog een aantal insecten waarvoor CNI s noodzakelijk zijn. Wegval leidt tot een groot aantal knelpunten in deze teelten. (Jeannette Vriend, coördinator effectief middelenpakket glastuinbouw)

12 Glastuinbouw: groenten (excl. aardbeien en opkweek) hierbij ook diverse kleine teelten als aubergine, augurk,courgette, komkommer, Spaanse peper Areaal: ha. Behandeld: ha (m.n. komkommer, gedeelte paprika en Spaanse peper) Insectenprobleem: bladluizen en cicaden Bloeiend: ja, maar gesloten teelt Speciality crop Alternatief: paar andere middelen, werkingsduur veel korter. Meer bespuitingen. Het pakket aan middelen wordt heel smal. Resistentiegevaar. De economische gevolgen: druppelen niet meer mogelijk, arbeidstechnisch ongunstiger. Meer residuen en hogere residuwaarden betekenen een kleiner afzetgebied Biologische bestrijders zijn de basis van de insectenbeheersing in de glasgroententeelten. Soms lukt het nét even niet en is correctie met selectieve middelen noodzakelijk en past een druppelbehandeling met imidacloprid uitstekend in een geïntegreerd systeem om snel effectief te kunnen ingrijpen. Echte alternatieven zijn er niet. (Jeannette Vriend, coördinator effectief middelenpakket glastuinbouw)