NOTA VENT- en STANDPLAATSENBELEID

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "NOTA VENT- en STANDPLAATSENBELEID"

Transcriptie

1 NOTA VENT- en STANDPLAATSENBELEID Vastgesteld op 1 september 2009 door de gemeenteraad van Maassluis

2 Inhoudsopgave 1 Inleiding Standplaatsen Juridisch kader Maximum stelsel Vergunningvoorschriften Huidige situatie Uitgangspunten van beleid Venten Juridisch kader Maximum stelsel Huidige situatie Uitgangspunten van beleid Aanvragen en vergunningen Tarieven Handhaving...18 Bijlage 1- Artikel 5:14 APV Venten e.d Bijlage 2- Artikel 5:17 APV Standplaatsen...21 Bijlage 3- Locaties standplaatsen...21 Bijlage 4- Aanvraagformulier vent- of standplaatsvergunning...23 Bijlage 5- Algemene voorwaarden van Brandweer Waterweg

3 1 Inleiding Algemeen Het te koop aanbieden van goederen als vis, snacks, bloemen, oliebollen etc. vanaf een vaste standplaats in de openbare ruimte, is in de meeste gemeenten in Nederland een niet meer weg te denken activiteit. Het verlevendigt de stad, voorziet in een behoefte en het verschaft werkgelegenheid. Zonder al te hoge investeringen en zware verplichtingen kan aan de gemeente een vergunning worden gevraagd voor het innemen van een standplaats in de openbare ruimte. De gemeente stelt de voorwaarden voor deze vorm van ambulante handel en stelt wanneer de gevraagde locatie aan alle criteria voldoet deze tegen vergoeding beschikbaar. De gemeentelijke tussenkomst is noodzakelijk, want een standplaats kan overlast veroorzaken, onveilig verkeersgedrag veroorzaken of het straatbeeld ontsieren. Ook kan een standplaats soms het lokale voorzieningenniveau aantasten. De mogelijkheden die gemeenten hebben om in het kader van de ambulante handel sturend op te treden en ongewenste ontwikkelingen tegen te gaan zijn beperkt. De wettelijke bepalingen en de jurisprudentie zijn bepalend voor de wijze waarop met de ambulante handel moet worden omgegaan. Voor het voeren van een stimulerend en/of beperkend beleid is het nodig vooraf beleidsregels vast te stellen en publiceren. In 1995 is de nota vent- en standplaatsenbeleid vastgesteld. Deze nota was een verfijning van de nota s ventvergunningen en standplaatsen uit Vanwege aanpassing van de Algemene Plaatselijke Verordening, jurisprudentie, richtlijnen van de VNG, gewijzigde brandweervoorschriften en gewijzigde locaties is besloten het vent- en standplaatsenbeleid van 1995 te actualiseren. Het doel van deze nota is een zo volledig mogelijke beschrijving te geven van het standplaatsenbeleid en ventbeleid in de gemeente Maassluis. Bestuurlijke vaststelling van deze beleidsregels en publicatie daarvan bieden rechtszekerheid en vereenvoudigen de vergunningverlening en handhaving. De hieronder geformuleerde beleidsregels zullen van toepassing zijn op nieuwe aanvragen voor vent- of standplaatsvergunningen. Voor bestaande, reeds afgegeven vent- of standplaatsvergunningen geldt een overgangssituatie: wanneer deze aflopen dan wel worden ingetrokken zullen op de nieuw te verlenen vergunningen de onderstaande beleidsregels van toepassing zijn. 3

4 2 Standplaatsen Onder het innemen van een standplaats wordt verstaan het te koop aanbieden van goederen vanaf eenzelfde plaats, al dan niet gebruikmakend van fysieke hulpmiddelen als een kraam of een aanhangwagen, in de openbare ruimte. Hiermee wordt dan ook een onderscheidend criterium gevormd ten opzichte van het venten met goederen. Bij het venten met goederen wordt er immers vanuit gegaan, dat de venter voortdurend zijn goederen vanaf een andere plaats in de openbare ruimte, dan wel huis-aan-huis moet aanbieden. 2.1 Juridisch kader Algemene Plaatselijke Verordening (APV) Op grond van artikel 5:18 van de Algemene Plaatselijke Verordening (APV) is voor het innemen van een standplaats vergunning nodig van burgemeester en wethouders. Dat geldt ook als de standplaats zich niet op gemeentegrond bevindt. De tekst van artikel 5:18 van de APV is als bijlage 2 bij deze nota gevoegd Weigeringsgronden op basis van de APV De weigeringsgronden voor een vergunning worden opgesomd in artikel 1:8 en artikel 5:18 lid 3 van de APV. Deze weigeringsgronden vormen de criteria voor het bepalen van welke locaties voor een standplaats in aanmerking komen: Openbare orde Uit jurisprudentie blijkt, dat een beperking van het aantal te verstrekken vergunningen is toegestaan in het belang van de openbare orde: het is in strijd met de openbare orde om onbeperkt vergunningen af te geven. Het criterium openbare orde wordt vaak gebruikt in combinatie met het beperken of voorkomen van overlast en de verkeersveiligheid. Het gaat dan om overlast die een bedreiging vormt voor de veiligheid en rust in de publieke ruimte. Bij het hanteren van deze weigeringsgrond kan een verdeling gerealiseerd worden van het aantal standplaatsen, waarbij de af te geven vergunningen zodanig over de week verspreid worden, dat een concentratie van de in te nemen standplaatsen wordt tegengegaan. Deze weigeringsgrond kan ook gebruikt worden wanneer veel belangstelling ontstaat voor dezelfde locatie. Een ruim aantal standplaatsen op één plek doet ook de kans op feitelijke marktvorming ontstaan. Overlast Meerdere standplaatsen op dezelfde locatie kunnen tot overlast leiden. Het gaat dan om overlast die een bedreiging vormt voor de veiligheid en rust in de publieke ruimte. Bij het hanteren van deze weigeringsgrond kan een verdeling gerealiseerd worden van het aantal standplaatsen, waarbij de af te geven vergunningen zodanig over de week verspreid worden, dat een concentratie van de in te nemen standplaatsen wordt tegengegaan. Deze weigeringsgrond kan ook gebruikt worden wanneer veel belangstelling ontstaat voor dezelfde locatie. Een ruim aantal standplaatsen op één plek doet ook de kans op feitelijke marktvorming ontstaan. Volksgezondheid/eisen redelijke welstand Bij volksgezondheid valt te denken aan geluidsoverlast en overlast veroorzaakt door stof, afval ed. Ter bescherming van de volksgezondheid kan worden vastgelegd dat op bepaalde locaties geen standplaatsen kunnen worden ingenomen. Ook kunnen bepaalde voorschriften aan een standplaatsvergunning 4

5 worden verbonden, zoals voorschriften met betrekking tot de afstand van een standplaats tot bebouwing. De weigeringsgrond met betrekking tot de eis redelijke welstand kan gehanteerd worden als de standplaats op zichzelf niet voldoet aan de redelijkse eisen van welstand, of indien een of meer standplaatsen worden ingenomen op een zodanige plaats dat het straatbeeld ernstig verstoord wordt. Met deze weigeringsgrond kan niet alleen verkapte marktvorming worden tegengegaan, ook is het aanzien van monumentale gebouwen of stedenbouwkundige ensembles te waarborgen. In dit kader kunnen ook groenstroken en natuurgebieden worden uitgesloten als locaties voor standplaatsen, alsmede straten waar de woonfunctie overheersend is. Het is niet noodzakelijk, maar wel verstandig om de welstandscommissie om advies te vragen. Openbare veiligheid Onder openbare veiligheid vallen o.a. de verkeersvrijheid en de verkeersveiligheid. Standplaatsen waar goederen te koop worden aangeboden, hebben in de praktijk een verkeersaantrekkend karakter. In het belang van de verkeersveiligheid is het daarom niet mogelijk overal een standplaats in te nemen. Door de verkeersaantrekkende werking ontstaan mogelijk ongewenste oversteekbewegingen door voetgangers en ontoelaatbaar rijwielverkeer in voetgangersgebieden. Ook parkerende auto s kunnen overlast in de omgeving veroorzaken. Het ligt daarom voor de hand om standplaatsen zoveel mogelijk te situeren op plekken waar voldoende parkeerruimte aanwezig is. De standplaatsen mogen een vlotte doorstroom van voetgangers niet beletten. Ook personen in rolstoelen, scootmobielen ed dienen geen hinder te ondervinden van de standplaatsen. Verder moet bij de bepaling van de standplaatslocatie rekening worden gehouden met de toegankelijkheid van hulpverleningsdiensten ingeval van calamiteiten Ook dienen kabels, leidingen, rioolputten ed bereikbaar zijn ten behoeve van onderhoud of reparatie. Verzorgingsniveau Op twee manieren kan de aanvraag voor het innemen van een standplaats worden geweigerd wanneer het voorzieningenniveau ter plaatse in gevaar komt. De eerste betreft de weigering door het vergunningverlenende orgaan met een beroep op een distributieplanologisch onderzoek (DPO). In een dergelijk onderzoek wordt aan de hand van uit onderzoek verkregen gegevens aangegeven wat de minimale voorzieningen moeten zijn in de gemeente of in een bepaalde wijk van de gemeente. Indien uit het onderzoek blijkt dat er voldoende verkooppunten zijn hoeft dit geen weigeringgrond voor de aanvraag voor het innemen van een standplaats te betekenen. Het bepalende element om tot het niet verstrekken van de vergunning over te gaan is het verzorgingsniveau van de consument. In beginsel is de concurrentiepositie van een gevestigde winkelier geen reden om een standplaatsvergunning te weigeren. Op grond van een DPO kunnen wel winkeliers in een nieuw opgezet winkelcentrum beschermd worden tegen concurrentie door standplaatshouders. De Afdeling Rechtspraak heeft aanvaard dat winkeliers gedurende een bepaalde periode, waarin de aanloopkosten nog hoog zijn, gevrijwaard dienen te zijn van concurrentie, in het belang van het opzetten van een voldoende voorzieningenniveau voor de consument. (Vz. ARRS , AB 1987, 3). Indien blijkt dat binnen het verzorgingsgebied in een bepaalde branche nog slechts één winkel is gevestigd die door de concurrentie van een standplaatshouder ten onder dreigt te gaan, kan het verzorgingsniveau ter plaatse in het gedrang komen. 5

6 De winkelier moet dan wel (bijvoorbeeld aan de hand van zijn boekhouding) aantonen, dat de levensvatbaarheid van zijn bedrijf in gevaar komt. Op die dagen dat de standplaatshouder zijn goederen niet aanbiedt, is er in dat geval geen aanbod van deze soort goederen binnen het verzorgingsgebied. In een dergelijk geval kan een vergunning tot het innemen van een standplaats worden geweigerd. Dit laatste komt uiteraard in slechts zeer uitzonderlijke situaties voor. In de praktijk zal ook het oordeel van een lokale ondernemersvereniging hierover zwaar wegen. De Europese Dienstenrichtlijn staat de weigeringsgrond voor standplaatsvergunningen waar (mede) diensten worden verleend niet toe, omdat dit wordt beschouwd als een economische, niet toegestane, belemmering voor het vrij verkeer van diensten. Het is wel mogelijk om deze weigeringsgrond te hanteren bij een standplaats voor het verkopen van goederen. Daarop is de richtlijn niet van toepassing Overige regelgeving Op het drijven van straathandel zijn ook andere regels dan de regels van de APV van toepassing. Deze regels stellen vanuit andere motieven eisen aan de straathandel. Een straathandelaar moet dan ook niet alleen over een standplaatsvergunning, afgegeven door het college beschikken, maar moet, indien nodig, ook aan andere wettelijke vereisten voldoen: Vestigingswet bedrijven Het motief van de vestigingswet bedrijven is het waarborgen van een goede bedrijfsuitoefening. In dit verband stelt de wet eisen betreffende handelskennis, vakbekwaamheid en kredietwaardigheid. Deze eisen staan dan ook los van de vergunningsplicht voor het innemen van een standplaats, zoals die in het belang van de openbare orde gevorderd wordt. Wet op de Ruimtelijke Ordening, In artikel 5:18 tweede lid is aangegeven dat een vergunning voor het innemen van een standplaats kan worden geweigerd vanwege strijd met een geldend bestemmingsplan. Wanneer wel een vergunning, zoals vereist krachtens de APV, wordt verstrekt, blijven eventuele eisen die in het geldende bestemmingsplan worden gesteld, van kracht. Winkeltijdenwet De winkeltijdenwet regelt een aantal zaken met betrekking tot de openingstijden van winkels en het leveren van goederen aan particulieren. De handhaving van de openbare orde is geen motief dat aan deze wet ten grondslag ligt. De bepalingen uit de Winkeltijdenwet gelden ook voor de verkoop van goederen vanaf een standplaats. Het toezicht op de naleving van de bepalingen van de Winkeltijdenwet geschiedt door de Economische Controledienst en de politie. Warenwet Op het drijven van handel in waren zoals bedoeld in artikel 1 van de Warenwet (eetwaren, waaronder tevens worden begrepen kauwpreparaten, andere dan van tabak, en drinkwaren, alsmede andere roerende zaken) zijn de bepalingen uit de Warenwet van toepassing. De Warenwet stelt regels met betrekking tot de goede hoedanigheid en aanduiding van waren. Daarnaast stelt de Warenwet regels met betrekking tot de hygiëne en degelijkheid van producten. Met betrekking tot het toezicht op de naleving van de bepalingen van de Warenwet is een afzonderlijk regime van toepassing. De voorschriften die uit de Warenwet voortvloeien gelden naast de voorschriften die door het college gesteld kunnen worden op basis van een 6

7 standplaatsvergunning. Wet Milieubeheer Vooral aan mobiele verkooppunten van vis en frites/snacks worden milieueisen gesteld. Deze eisen betreffen in hoofdzaak de gevolgen van het bakken. Afhankelijk van de omstandigheden moeten er onder meer voorzieningen worden getroffen voor de vetafscheiding van het afvalwater en voor het voorkomen van stankoverlast. Dit wordt van geval tot geval geoordeeld afhankelijk van de situatie ter plaatse. Als de wijze van exploitatie van het verkooppunt daarvoor aanleiding geeft, zal op grond van de milieuwetgeving een vetafscheider moeten worden geïnstalleerd. Soms kunnen de milieueisen ook consequenties hebben voor de plaats van de verkoopwagen. Zo kan bij het voorkomen van stankoverlast en bij de vraag of een ontgeuringsinstallatie (koolstoffilter) moet worden aangebracht, de afstand tot de bebouwing in de omgeving een rol spelen, maar ook andere factoren zoals de meest voorkomende windrichting. In de standplaatsvergunning worden voorschriften opgenomen omtrent het schoonhouden van de standplaats, eventueel het plaatsen van afvalbakken en het opruimen van afval in een straal van een aantal (minimaal 5) meter. Als het verkooppunt binnen de werking valt van de AMvB Horeca (verkoop van rechtstreeks voor consumptie geschikte artikelen), is de standplaatshouder wettelijk verantwoordelijk voor de vervuiling in een straal van 25 meter. Ook de standplaatsen die niet onder deze regeling vallen (bijvoorbeeld bloemen) zullen als voorwaarde opgenomen in de vergunning meekrijgen, dat zij deze straal van 25 meter in acht moeten nemen. Daarnaast dient met te voldoen aan de eisen genoemd in het Besluit Horeca-, sport- en recreatie-inrichtingen. 2.2 Maximum stelsel Om regulerend op te kunnen treden voor wat de standplaatsen, de branches, de locaties en de verkooptijdstippen betreft, is het veelal nodig het aantal vergunningen aan een maximum te binden en aan de vergunningen zelf voorwaarden te verbinden. Het is de gemeente, onder bepaalde voorwaarden, toegestaan om het aantal vergunningen te beperken. Uit de jurisprudentie blijkt dat met inachtneming van de in de APV genoemde weigeringsgronden een dergelijk stelsel kan worden ontwikkeld. Een verdere verfijning van het maximum aantal standplaatsvergunningen kan worden bereikt door een onderverdeling naar een aantal branches in te stellen. Per branche kan dan een maximum aantal af te geven vergunningen worden bepaald. Opgemerkt moet worden, dat een dergelijk maximum aantal vergunningen slechts door de rechter wordt toegelaten indien het aantal aanvragen per branche het totale aantal af te geven vergunningen overtreft. Indien voor een branche niet het maximum aantal vergunningen wordt afgegeven, acht de rechter geen noodzaak tot handhaving van dit stelsel aanwezig. Bij het vaststellen van een maximum aantal vergunningen, eventueel uitgesplitst naar plaats, tijdstip of branche, moet rekening gehouden worden met het aantal reeds afgegeven vergunningen. De houders van deze vergunningen kunnen zich beroepen op verworven rechten, zodat een herverdeling van de vergunningen naar aanleiding van het nieuwe vastgestelde beleid niet zonder meer mogelijk is. Ook moet bij het vaststellen van het beleid rekening worden gehouden met een eventuele uitbreiding van het aantal af te geven standplaatsvergunningen. 7

8 2.3 Vergunningvoorschriften Aan de standplaatsvergunning kunnen voorschriften worden verbonden. Gelet op artikel 1.5 van de APV is standplaatsvergunning altijd persoonsgebonden. Voorschriften die aan een vergunning gesteld kunnen worden betreffen: het vervallen van de standplaats indien gedurende een bepaalde periode geen standplaats wordt ingenomen; de soort goederen of diensten die mogen worden aangeboden; de grootte van de standplaats; de ruimte waarbinnen de waren uitgestald mogen worden; het uiterlijk aanzien van de standplaats; tijden van de opbouw en ontruiming van de standplaats; eisen met betrekking tot de (brand)veiligheid; hiervoor kan aangesloten worden bij de brandbeveiligingsverordening; milieuvoorschriften; zoals opruimen van rommel en schoon achterlaten van locatie. 2.4 Huidige situatie In 1983 is de eerste nota standplaatsenbeleid vastgesteld. Burgemeester en wethouders van de gemeente Maassluis hebben in 1984 aan het Centraal Instituut voor het Midden- en Kleinbedrijf (CIMK) opdracht verleend tot het uitvoeren van een distributief onderzoek (DPO). Het onderzoek richtte zich op de onderbouwing van het maximumstelsel van het gemeentelijke vent- en standplaatsvergunningenbeleid, waarbij het accent lag op het aangeven van die situatie, waarin gevaar voor aantasting van het permanente consumentenvoorzieningen niveau aanwezig werd geacht. De uitgifte van een standplaatsvergunning in het overeenkomstige assortiment zou direct een reëel gevaar voor aantasting van het locale voorzieningenniveau opleveren in de winkelgebieden Reigerstraat en Westeinde. Bij de overige winkelcentra (Koningshoek, Binnenstad en Palet) kon het leefbaarheidcriterium niet als zelfstandige weigeringsgrond gehanteerd worden. Op grond van dit onderzoek, een politierapport, een inwonertal van en een oppervlakte van 910 ha in aanmerkingnemend werd het maximum aantal standplaatsen bepaald op 12. In paragraaf van deze Nota zijn de weigeringsgronden ten aanzien van een standplaatsvergunning opgenomen. Een aanvraag voor het innemen van een standplaats kan worden geweigerd wanneer het voorzieningenniveau ter plaatse in gevaar komt wanneer blijkt dat binnen het verzorgingsgebied in een bepaalde branche nog slechts één winkel is gevestigd die door de concurrentie van een standplaatshouder ten onder dreigt te gaan. In 1995 is besloten het vent- en standplaatsenbeleid op de volgende onderdelen te verfijnen: aanwijzen van andere standplaatslocaties; opheffen van de wachtlijsten; ontheffing per locatie gedurende maximaal 3 maanden per jaar voor de oliebollen en poffertjesstandplaatshouders. Afhankelijk van de tijdsduur en de locatie waarvoor vergunning wordt aangevraagd, wordt een onderscheid gemaakt tussen vaste en tijdelijke standplaatsen. In het huidige standplaatsenbeleid is bepaald dat vaste standplaatsen gedurende minimaal een maand en maximaal een jaar moeten worden ingenomen. Voor de vaste standplaatsen zijn 12 vaste locaties aangewezen. Niet al deze 8

9 standplaatsen zijn daadwerkelijk in gebruik genomen omdat de vaste locaties nooit zijn bepaald. In het vigerende standplaatsenbeleid is bepaald dat tijdelijke standplaatsen voor maximaal vijf dagen per maand kunnen worden ingenomen door een vergunninghouder. De vergunning wordt verleend indien de Politie Rotterdam- Rijnmond, Brandweer Waterweg en de afdeling Inrichting Beheer Buitenruimte positief adviseren. Er worden geen locaties omschreven. Daarnaast is bepaald dat acht vaste verkooplocaties zijn aangewezen voor de verkoop van kerstbomen. Deze locaties worden echter niet vermeld. In het beleid wordt aangegeven dat de gemeente erop moet toezien dat de standplaatsen steeds met een mobiele, verplaatsbare verkoopgelegenheid ingenomen moeten worden. Op dit moment is er een standplaats die een permanent karakter heeft gekregen d.w.z. de verkoopwagen is wel mobiel, maar wordt na de verkoopactiviteiten niet verwijderd. Deze overtreding wordt al ruim 10 jaar gedoogd. Het betreft hier de standplaats aan de Dr. Jan Schoutenlaan/Burg. Wesselinkstraat. In 2006 zijn 8 standplaatsvergunningen verleend, in en in Hierin zijn ook vergunningen begrepen voor een bepaalde periode of voor slechts één dag per week. 2.5 Uitgangspunten van nieuw beleid De beoordelingscriteria van de APV (artikel 5:18) geven voldoende waarborgen voor een goede regulering van de standplaatsen in de stad Beoordeling en advies Iedere aanvraag tot het innemen van een standplaats zal afzonderlijk beoordeeld moeten worden aan de hand van de weigeringsgronden in de APV en aan de hand van het hierop gebaseerde beleid zal een afweging moeten plaatsvinden of de gevraagde vergunning verstrekt kan worden. Tevens zal advies worden gevraagd aan de Politie Rotterdam-Rijnmond (toets zedelijk gedrag en toets openbare orde en verkeersveiligheid), Veiligheidsregio Rotterdam-Rijnmond (toets brandveiligheid) en de Afdeling Ingenieursbureau Maassluis (toets verkeersveiligheid) Maximumstelsel Ondanks dat de vraag naar standplaatsvergunningen de laatste jaren sterk is afgenomen, stellen wij voor het maximum aantal standplaatsen op 13 te bepalen. Wij verwachten dat de vraag naar standplaatsvergunningen zal toenemen gedurende een (aanhoudende) economische recessie Soorten standplaatsen Afhankelijk van de tijdsduur en de locatie waarvoor vergunning wordt verleend, wordt onderscheid gemaakt tussen vaste en incidentele standplaatsen: Vaste standplaatsen Dit zijn standplaatsen die voor minimaal een maand en maximaal een jaar (jaarvergunningen gelden altijd voor een kalenderjaar) worden ingenomen. Voor deze standplaatsen zijn 13 vaste locaties aangewezen. De standplaats wordt ingenomen met een verplaatsbare verkoopgelegenheid. Een standplaats kan door meerdere 9

10 standplaatshouders worden gebruikt (bijvoorbeeld wanneer twee standplaatshouders maken elk gedurende 3 dagen per week gebruik van een standplaats). De standplaatshouder dient elke avond na zijn verkoopactiviteiten de openbare grond terug te brengen in haar oorspronkelijke staat, tenzij ontheffing is verleend om gedurende een aaneengesloten periode van maximaal drie maanden op de locatie te staan. Deze ontheffing kan alleen worden verleend aan standplaatsen voor de verkoop van oliebollen en poffertjes (zie paragraaf 2.5.8). Incidentele standplaatsen Dit zijn standplaatsen die maximaal één dag per bedrijf/instelling per locatie per maand worden ingenomen, met een maximum van twaalf dagen per jaar. De reden van het vorenstaande is, om te voorkomen dat een standplaatshouder van een incidentele standplaats toch bijvoorbeeld elke zaterdag een standplaats kan innemen waardoor een incidentele standplaats het effect krijgt van een vaste standplaats. Een incidentele standplaats kan worden ingenomen op één van de vaste standplaatslocaties of een andere locatie. Deze locatie dient te voldoen aan de criteria zoals genoemd in paragraaf 2.1, onder Incidentele standplaatsen worden bijvoorbeeld verleend aan verenigingen en ideële groepen voor Maassluise niet-commerciële activiteiten, Maassluise winkeliers nabij hun winkel voor incidentele promotie activiteiten, organisatoren van evenementen in deze stad en kentekengraveerders. Een uitzondering ten aanzien van het maximale aantal verkoopdagen (één) per maand is gemaakt voor kerstbomenstandplaatshouders. Zij mogen van 1 tot 25 december kerstbomen verkopen. Daarnaast is een uitzondering ten aanzien van politieke partijen, die in verband met verkiezingscampagnes op meerdere locaties gedurende meerdere dagen een incidentele standplaats kunnen innemen. Bij verlening van een evenementenvergunning is afzonderlijke verlening van standplaatsvergunningen niet nodig. Een evenementenvergunning is een integrale vergunning voor de activiteiten die in de aanvraag zijn vermeld Brancheverdeling Uit jurisprudentie is gebleken dat een onderverdeling naar branche slechts door de rechter wordt toegelaten indien het aantal aanvragen per branche het totaal aantal af te geven vergunningen overtreft. Indien voor een branche niet het maximum aantal vergunningen wordt afgegeven, acht de rechter geen noodzaak tot handhaving van dit stelsel aanwezig. Aangezien in 2007 zeven standplaatsvergunningen zijn verleend, kunnen wij op dit moment geen onderverdeling naar branche instellen Locaties Aan de hand van de weigeringsgronden van artikel 5:18 lid 6 van de APV is gekeken naar de huidige vaste standplaatslocaties en nieuwe vaste standplaatslocaties. De volgende locaties komen in aanmerking als vaste standplaats (met daarbij aangegeven de maximale grootte en beperkingen van de standplaats): 1. Winkelcentrum Palet - Rembrandtlaan - 25 m² 2. Winkelcentrum Palet Mesdaglaan 20 m² - 3. Hoek P.C. Hooftlaan/Groen van Prinstererkade 25 m² 4. NS Station Maassluis Centrum 15 m² 5. Lange Boonestraat nabij Immanuëlkerk - 15 m² 10

11 6. Deltaweg 10 m² 7. Winkelcentrum Koningshoek - Van Beethovenlaan 20 m² 8. Winkelcentrum Koningshoek Van Beethovenlaan 20 m² 9. Winkelcentrum Koningshoek nabij ingang bij Albert Heijn 25 m ² 10. Winkelcentrum Koningshoek - Uiverlaan 20 m ² 11. NS Station Maassluis West 15 m² 12. Burg. Wesselinkstraat 20 m² 13. Winkelcentrum Westeinde 15 m² Achter de locaties is de maximale grootte van de standplaats aangegeven. De plattegronden met daarop de exacte locaties van de standplaatsen zijn als bijlage 3 bij deze nota gevoegd. De locaties 5 en 13 zijn nieuwe locaties. Locatie 13 is erbij gekomen vanwege het feit, dat dit in een behoefte blijkt te voorzien. Locatie 5 is erbij gekomen omdat de locatie op de Markt (Boelhouwersbrug) is komen te vervallen als vaste standplaats. Hier was te weinig ruimte voor een vaste standplaats; deze plaats kan overigens nog wel als incidentele standplaats gebruikt blijven worden. Voor locatie 5 zal nog contact worden opgenomen met de kerk. De exacte locatie van de standplaatsen aan de Deltaweg en NS Station Maassluis West waren in het vorige beleid niet vastgesteld. De standplaatsen 4 (vanwege verkeersveiligheid) en 9 (vanwege brandweervoorschriften, zie bijlage) zijn enigszins verplaatst. Het kan zijn, dat bij de herontwikkeling van een gebied waarin een standplaatslocatie is gelegen, dat de standplaatsvergunning (tijdelijk) wordt ingetrokken. Er kan niet worden gegarandeerd dat een andere standplaats (tijdelijk) beschikbaar is of een nieuwe standplaatslocatie wordt gecreëerd Relatie tot weekmarkt In de Gemeentewet is bepaald dat de gemeenteraad beslist tot het instellen, afschaffen of veranderen van jaarmarkten of gewone marktdagen. Met betrekking tot de gang van zaken rond de markt kan het bestuur nadere regels stellen middels een Marktverordening. De herziene Marktverordening is op 15 mei 2002 in werking getreden. Bij deze verordening zijn de marktdagen aangewezen, terwijl bij afzonderlijk raadsbesluit is vastgesteld welke de marktterreinen zijn. Alle standplaatsen, die buiten de tijden en plaatsen door de marktbepalingen vastgesteld, worden ingenomen moeten als losse standplaatsen worden beschouwd. Op de dagen dat de weekmarkten in Maassluis plaatsvinden (dinsdag in Koninghoek en vrijdag in de Binnenstad), kunnen geen standplaatsen worden ingenomen. Dit geldt niet voor standplaatsen voor de verkoop van oliebollen en poffertjes. De markt is een streng gereguleerd geheel en bestaat uit meerdere standplaatsen waarbij de standplaatshouders zich aan bepaalde regels moeten houden en marktgeld betalen. Bovendien is het in het belang van de gemeente dat de markt op een goede wijze kan draaien en in stand blijven Eisen Bij het beoordelen van een aanvraag voor een standplaatsvergunning dienen de volgende eisen c.q. voorwaarden te worden gesteld aan de aanvrager van een standplaatsvergunning: de aanvrager dient in het bezit zijn van een geldige registratiekaart ambulante 11

12 handel van het Hoofdbedrijfschap Detailhandel te Den Haag *; de aanvrager dient ingeschreven te staan in het Handelsregister van de Kamer van Koophandel en Fabrieken, voor zover vereist opgrond van de handelsregistratiewet; de vergunning wordt alleen verleend aan een natuurlijk persoon en is niet overdraagbaar. De aanvrager dient bij de aanvraag een geldig legitimatiebewijs te tonen. Deze eisen zijn niet van toepassing bij niet-commerciële aanvragen, winkeliers en organisatoren van evenementen voor een incidentele standplaatsvergunning. Met enige regelmaat bereiken de gemeente verzoeken voor een standplaats in te nemen voor niet-commerciële doeleinden. Het kan zijn dat er helemaal geen verkoop plaatsvindt (bijvoorbeeld een kraam ter promotie van een politieke partij), maar ook dat er wel verkoop plaatsvindt, waarvan de opbrengst bijvoorbeeld voor een vereniging of stichting is. * In 1950 is de Wet op de bedrijfsorganisaties ingesteld. Daaruit zijn publiekrechtelijke bedrijfsorganisaties voortgekomen (ingesteld bij verordening van de Sociaal Economische Raad), waaronder het Hoofdbedrijfschap Detailhandel (HBD). Het HBD is een organisatie voor collectieve belangenbehartiging van ondernemers en werknemers in de detailhandel. Het HBD heeft een afdeling voor de ambulante handel; de afdeling Markt-, Straat- en Rivierhandel (afdeling MSR). Bestaande of nieuwe ondernemingen in de branches waarvoor het HBD is ingesteld, vallen van rechtswege onder het HBD. Het is dus niet een kwestie van vrijwillig lidmaatschap. Het HBD is belast met het registreren van de ondernemingen die onder het HBD vallen en met het opleggen en innen van de heffingen. De Wet op de bedrijfsorganisatie regelt dat elke onderneming een financiële bijdrage betaalt. Deze bijdrage maakt gezamenlijke belangen mogelijk. Gelet op vorenstaande wil de gemeente Maassluis alleen vergunning verlenen aan venters en standplaatshouders die zijn geregistreerd bij het HBD en in het bezit zijn van de geldige registratiekaart Mobiliteit Een standplaats moet worden ingenomen met een verplaatsbare verkoopgelegenheid. De vergunninghouder dient elke avond na de verkoopactiviteiten de openbare grond terug te brengen in haar oorspronkelijke staat, tenzij ontheffing is verleend om gedurende een aaneengesloten periode van maximaal drie maanden op de locatie te staan. Deze ontheffing geldt alleen voor de verkoop van oliebollen en poffertjes. De verkoopwagens hebben zodanige afmetingen, dat het niet reëel en zinvol is ze dagelijks te verwijderen. Omdat deze wagens tijdens de wintermaanden een bepaalde aantrekkelijke sfeer leveren, is voor deze wagens een uitzonderingsregel (ontheffing) gecreëerd. Om te voorkomen dat door meer aanvragen voor eenzelfde locatie deze toch nog gedurende het gehele jaar permanent ingenomen wordt met verkoopwagens, moet slechts eenmaal per jaar per locatie een dergelijke ontheffing verleend worden Overgangsregeling Voor de standplaats aan de Dr. Jan Schoutenlaan/Burg. Wesselinkstraat wordt voor de huidige vergunninghouder ten aanzien van de mobiliteit van de verkoopwagen een overgangsregeling voorgesteld. De verkoopwagen moet verplaatsbaar blijven, maar mag blijven staan totdat de huidige vergunninghouder zijn vergunning opzegt of 12

13 wanneer de vergunning niet wordt verlengd of ingetrokken. Indien de vergunning van huidige vergunninghouder niet wordt verlengd of ingetrokken vanwege de herontwikkeling van het gebied rondom de Dr. Jan Schoutenlaan, dan zal in overleg met voornoemde vergunninghouder gezocht worden naar een alternatieve locatie. Op deze nieuwe locatie vervalt de overgangsregeling en moet de vergunninghouder voldoen aan de eisen van mobiliteit, d.w.z. elke avond na de verkoopactiviteiten moet de openbare grond worden teruggebracht in haar oorspronkelijke staat. Voor een nieuwe standplaatshouder op deze locatie geldt geen overgangsregeling; de vergunninghouder moet voldoen aan de eisen van mobiliteit, tenzij ontheffing is verleend om gedurende een aangesloten periode van maximaal drie maanden op de locatie te staan (zie paragraaf 2.5.8) Verkooptijden De verkooptijden van de ambulante handel zijn bepaald in de Winkeltijdenwet en de gemeentelijke Winkeltijdenverordening. Het is verboden goederen te koop aan te bieden of te verkopen aan en in rechtstreekse aanraking met particulieren: op werkdagen voor uur en na uur; op zondag; op Nieuwjaarsdag, Goede Vrijdag na uur, tweede Paasdag, Hemelvaartsdag, tweede Pinksterdag, op 24 december na uur, op eerste en tweede Kerstdag en op 4 mei na uur. De genoemde verboden gelden niet op ten hoogste twaalf door het college van burgemeester en wethouders aan te wijzen zon- en feestdagen per kalenderjaar. Deze data worden jaarlijks door het college vastgesteld. De genoemde verboden, voor zover deze betrekking hebben op de zondag en de feestdagen, gelden niet ten aanzien van het te koop aanbieden en verkopen van voor directe consumptie geschikte eetwaren en alcoholvrije dranken Nutsvoorzieningen De gemeente regelt geen nutsvoorzieningen. De kosten van aanleg en eventuele kosten van nutsvoorzieningen komen voor rekening van de vergunninghouder Standplaats beschikbaar Zodra een standplaats vrijkomt, wordt deze gepubliceerd op de gemeentepagina van de Maassluise Courant De Schakel, waarop iedere belangstellende zich binnen een aangegeven periode kan inschrijven. Bij meer inschrijvingen zal, door middel van loting bepaald worden aan wie de vergunning verleend wordt. De overige aanvragen worden hierna afgewezen. 13

14 3 Venten Onder venten met goederen wordt verstaan: de uitoefening van kleinhandel, waarbij de goederen aan willekeurige voorbijgangers (voortdurend vanaf een andere plaats) worden aangeboden, dan wel het huis-aan-huis aanbieden van goederen. Bij het venten met goederen wordt er immers vanuit gegaan, dat de venter voortdurend zijn goederen vanaf een andere plaats in de openbare ruimte, dan wel huis-aan-huis moet aanbieden. 3.1 Juridisch kader Op grond van artikel 5:15 van de Algemene Plaatselijke Verordening (APV) is voor het te koop aanbieden, te verkopen of af geven van goederen en het aanbieden van diensten een vergunning nodig van burgemeester en wethouders. De tekst van artikel 5:15 van de APV biedt de juridische basis voor het verlenen van een ventvergunning en is als bijlage (1) bijgevoegd. Met het vaststellen van de weigeringsgronden wordt bepaald in welke gevallen de vereiste vergunning kan worden geweigerd of wanneer de vergunning moet worden verleend. Hiermee wordt ook de grens van de regelingsbevoegdheid van de gemeente aangegeven. De motieven op grond waarvan de gemeente het venten met goederen mag ordenen, zijn gebaseerd op artikel 149 Gemeentewet (de raad maakt verordeningen die hij in het belang van de gemeente nodig acht). De onderwerpen die tot de huishouding van de gemeente worden gerekend - en op grond waarvan een vergunning kan worden geweigerd worden genoemd in artikel 5:16 lid 2 van de APV. Voor een uiteenzetting met betrekking tot een vergunningenstelsel voor het toekennen van ventvergunningen, wordt verwezen naar de omschrijving bij het hoofdstuk standplaatsen, paragraaf 2.1. Op de straathandel, waaronder naast venten ook de verkoop vanaf een standplaats of op de markt wordt verstaan, kan ook andere regelgeving van toepassing zijn, zoals de Grondwet, de Gemeentewet, de Wet milieubeheer, de Wet op de Ruimtelijke Ordening, de Colportagewet, de Vestigingswet bedrijven, de Warenwet en de Winkeltijdenwet. Deze wetten stellen, ieder vanuit verschillende motieven, grenzen aan het drijven van handel. Voor zover nodig zal ook aan deze wettelijke voorschriften voldaan moeten zijn bij venten van goederen en diensten. De reikwijdte van de Colportagewet strekt zich uit tot een aantal, bij algemene maatregel van bestuur vast te stellen goederen en diensten. Samenvattend kan opgemerkt worden dat de Colportagewet ziet op de wijze van optreden in de relatie tussen de koper en de verkoper en niet op verkoop in relatie tot de handhaving van de openbare orde. Dit houdt in dat naast de bepalingen van de Colportagewet artikel 5:15 van de APV afzonderlijk van toepassing is, en dus een ventvergunning noodzakelijk is. Overigens heeft de gemeente bij de uitvoering van de Colportagewet geen bevoegdheden. Met de uitvoering van de bepalingen van de Colportagewet zijn de ambtenaren van de Economische Controledienst belast. Voor een toelichting op de overige hiervoor genoemde wetgeving wordt verwezen naar de omschrijving bij het hoofdstuk standplaatsen, paragraaf 2.1. Verkoopactiviteiten vanuit een rijdende winkel (zoals SRV-wagen) zijn vergunningplichtig op grond van de APV. De regeling in de APV is niet in strijd met de Vestigingswet Bedrijven 1954 (uitspraak Afd. Bestuursrechtspraak Raad van State ). 14

15 Venten met posters is vergunningplichtig. Het venten met posters valt onder de vrijheid van meningsuiting. Posters zijn een bepaalde uiting van kunst of ludiek van aard. Er kan daarom niet gezegd worden dat de posters geen gedachten of gevoelens openbaren (uitspraak Hoge Raad ). Een vergunning kan om voornoemde redenen dus niet geweigerd worden. 3.2 Maximum stelsel Om regulerend op te kunnen treden voor wat het venten, de branches, de locaties en de verkooptijdstippen betreft, is het veelal nodig het aantal vergunningen aan een maximum te binden en aan de vergunningen zelf voorwaarden te verbinden. Het is de gemeente, onder bepaalde voorwaarden, toegestaan om het aantal vergunningen te beperken. Een verdere verfijning van het maximum aantal ventvergunningen kan worden bereikt door een onderverdeling naar een aantal branches in te stellen. Per branche kan dan een maximum aantal af te geven vergunningen worden bepaald. Opgemerkt moet worden, dat een dergelijk maximum aantal vergunningen slechts door de rechter wordt toegelaten indien het aantal aanvragen per branche het totale aantal af te geven vergunningen overtreft. Indien voor een branche niet het maximum aantal vergunningen wordt afgegeven, acht de rechter geen noodzaak tot handhaving van dit stelsel aanwezig. Bij het vaststellen van een maximum aantal vergunningen, eventueel uitgesplitst naar plaats, tijdstip of branche, moet rekening gehouden worden met het aantal reeds afgegeven vergunningen. De houders van deze vergunningen kunnen zich beroepen op verworven rechten, zodat een herverdeling van de vergunningen naar aanleiding van het nieuwe vastgestelde beleid niet zonder meer mogelijk is. Ook moet bij het vaststellen van het beleid rekening worden gehouden met een eventuele uitbreiding van het aantal af te geven ventvergunningen. 3.3 Huidige situatie In 1983 is de eerste nota ventbeleid vastgesteld. Burgemeester en wethouders van de gemeente Maassluis hebben in 1984 aan het Centraal Instituut voor het Midden- en Kleinbedrijf (CIMK) opdracht verleend tot het uitvoeren van een distributief onderzoek (DPO). Het onderzoek richtte zich op de onderbouwing/ motivering van het maximumstelsel betreffende het gemeentelijk vent- en standplaatsvergunningenbeleid. Op grond van dit onderzoek, een politierapport, een inwonertal van en een oppervlakte van 910 ha in aanmerkingnemend is het maximum aantal ventvergunningen bepaald op 16. In 1995 is besloten het vent- en standplaatsenbeleid op een aantal punten te verfijnen. Er is een maximum gesteld van drie ventvergunningen per branche. In 2006 zijn 7 ventvergunningen afgegeven (zowel jaar- als dagventvergunningen) en in 2007 en vergunningen. Er is geen ventvergunning verleend aan de ondernemer van de SRV wagen. De ondernemer zal moeten worden aangeschreven. 3.4 Uitgangspunten van nieuw beleid Beoordeling en advies 15

16 De beoordelingscriteria van de APV (hoofdstuk 1 en artikel 5:17 en 5:18.) geven voldoende waarborgen voor een goede regulering van het venten in de stad. Iedere aanvraag voor een ventvergunning zal afzonderlijk beoordeeld moeten worden aan de hand van de weigeringsgronden in de APV en aan de hand van het hierop gebaseerde beleid zal een afweging moeten plaatsvinden of de gevraagde vergunning verstrekt kan worden. Tevens zal advies worden gevraagd aan de Politie Rotterdam-Rijnmond (toets zedelijk gedrag en toets openbare orde en verkeersveiligheid) Maximumstelsel Ondanks dat de vraag naar ventvergunningen de laatste jaren sterk is afgenomen, stellen wij voor het maximum aantal van 16 ventvergunning te handhaven. Wij verwachten dat de vraag naar ventvergunningen zal toenemen gedurende de (aanhoudende) economische recessie. Het maximum zal worden gebruikt als weigeringsgrond, zoals genoemd in paragraaf Soorten ventvergunningen Er zijn drie soorten ventvergunningen: dagventvergunningen; weekventvergunningen; jaarventvergunningen (minimaal 1 maand, maximaal 1 jaar). Het verlenen van de ventvergunnigen valt onder de bevoegdheid van het college van burgemeester en wethouders. Deze hebben het hoofd van de Afdeling Openbare orde en wijkbeheer hiervoor gemandateerd. Vanwege het feit, dat ideëele instellingen die geld of goederen willen inzamelen/verkopen, een vergunning kunnen aanvragen op grond van artikel 5:13 van de APV. Dit heeft tot gevolg, dat alleen commerciële instellingen een ventvergunning kunnen aanvragen. Naast het aantal ventvergunningen dat kan worden verleend (zie onder 3.4.1), is het ook van belang dat een periode wordt genoemd waar de weekventvergunning voor geldt. De ervaring leert, dat bedrijven een vergunning aanvragen voor acht tot twaalf weken aansluitend, omdat ze op deze manier de hele gemeente kunnen bestrijken door het inzetten van meerdere personen in deze periode. Dit is een belasting voor de openbare orde en veiligheid. Hierdoor wordt de voorwaarde gehanteerd, dat per bedrijf maximaal drie dag- of weekventvergunningen per jaar worden verleend in een nietaaneengesloten periode. Dit houdt concreet in, dat een commercieel bedrijf in deze gemeente drie keer per jaar één week of één dag een ventvergunning kan aanvragen. Dit zal als weigeringsgrond, genoemd onder paragraaf 3.4.7, worden opgenomen. Aan Ideële instanties zal maximaal twee dag- of weekventvergunningen per jaar worden verleend in een niet-aaneengesloten periode Brancheverdeling Uit jurisprudentie is gebleken dat een onderverdeling naar branche slechts door de rechter wordt toegelaten als het aantal aanvragen per branche het totaal aantal af te geven vergunningen overtreft. Indien voor een branche niet het maximum aantal vergunningen wordt afgegeven, acht de rechter geen noodzaak tot handhaving van dit stelsel aanwezig. Aangezien in 2006 vijf ventvergunningen werden verleend, kunnen wij het huidige beleid (=het maximum van drie ventvergunningen per branche) niet handhaven. 16

17 Indien het aantal aanvragen het totaal aantal af te geven vergunningen overtreft, dan zal een maximum van drie ventvergunningen per branche opnieuw worden ingesteld Relatie tot weekmarkt en winkels Het is verboden te venten binnen een afstand van 100 meter van een marktterrein. Tevens is het verboden te venten in die straatgedeelten waaraan winkels gelegen zijn Eisen Bij het beoordelen van een aanvraag voor een ventvergunning dienen de volgende eisen c.q. voorwaarden te worden gesteld aan de aanvrager van een ventvergunning: de aanvrager dient in het bezit zijn van een geldige registratiekaart ambulante handel van het Centraal Registratiekantoor te Den Haag (* zie uitleg paragraaf 2.5.6); de vergunning wordt alleen verleend aan een natuurlijke persoon en is niet overdraagbaar. De aanvrager dient bij de aanvraag een geldig legitimatiebewijs te tonen. Voor commerciële bedrijven die het venten laten doen door meerdere personen, dient tevens een lijst met namen, adressen en geboortedata te worden overlegd van de personen, die het venten voor deze bedrijven uitvoeren Verkooptijden Zie verkooptijden standplaatsen, paragraaf Weigeringsgronden op basis van de APV De weigeringsgronden voor een vergunning worden opgesomd in artikel 1:8 en artikel 5:16 lid 2 van de APV. Deze weigeringsgronden vormen de criteria voor het bepalen van welke locaties voor een standplaats in aanmerking komen: Openbare orde/overlast Uit jurisprudentie blijkt, dat een beperking van het aantal te verstrekken vergunningen is toegestaan in het belang van de openbare orde: het is in strijd met de openbare orde om onbeperkt vergunningen af te geven. Het criterium openbare orde wordt vaak gebruikt in combinatie met het beperken of voorkomen van overlast en de verkeersveiligheid. Bij overlast gaat het om de bedreiging voor de veiligheid en rust in de publieke ruimte. Bij het hanteren van deze weigeringsgrond kan een verdeling gerealiseerd worden van het aantal ventvergunningen, waarbij de af te geven vergunningen zodanig over de week verspreid worden, dat een concentratie van de venters wordt tegengegaan. Deze weigeringsgrond kan ook gebruikt worden wanneer veel belangstelling ontstaat voor dezelfde periode of branche. In paragraaf staat het maximumstelstel beschreven. Opgenomen is een maximum van 16 ventvergunningen. Daarnaast wordt de voorwaarde, dat aan commerciële bedrijven per bedrijf maximaal drie dag- of weekventvergunningen per jaar worden verleend in een nietaaneengesloten periode als weigeringsgrond op grond van de openbare orde en overlast gehanteerd. Dit houdt concreet in, dat een commercieel bedrijf in deze gemeente drie keer per jaar één week of één dag een ventvergunning kan aanvragen. Volksgezondheid/eisen redelijke welstand Bij volksgezondheid valt te denken aan geluidsoverlast en overlast veroorzaakt 17

18 door stof, afval ed. Ter bescherming van de volksgezondheid kan worden vastgelegd dat op bepaalde locaties geen ventvergunningen kunnen worden verleend. Openbare veiligheid Onder openbare veiligheid vallen o.a. de verkeersvrijheid en de verkeersveiligheid. In tegenstelling tot standplaatsen heeft het venten geen verkeersaantrekkend karakter. Verzorgingsniveau De Europese Dienstenrichtlijn staat de weigeringsgrond voor ventvergunningen waar (mede) diensten worden verleend niet toe, omdat dit wordt beschouwd als een economische, niet toegestane, belemmering voor het vrij verkeer van diensten. Het is wel mogelijk om deze weigeringsgrond te hanteren bij een ventvergunning voor het verkopen van goederen. Daarop is de richtlijn niet van toepassing Beleidsregels Samengevat kan gesteld worden dat de te hanteren beleidsregels zijn: in totaal niet meer dan 16 ventvergunningen per jaar voor commerciële ventvergunningen: a. niet meer dan 3 ventvergunningen per jaar per bedrijf b. de duur van één ventvergunning is maximaal één week of één dag c. er wordt geen vergunning tegelijkertijd afgegeven voor dezelfde branche d. het venten mag dagelijks tussen uur en uur 4 Aanvragen en vergunningen In artikel 1.2 van de Algemene Plaatselijke Verordening is bepaald dat het bevoegde bestuursorgaan binnen acht weken na de dag waarop de aanvraag ontvangen is, beslist op een aanvraag voor een ontheffing of vergunning. In de Algemene wet bestuursrecht (Awb, artikel 4:2) is bepaald dat de vergunningaanvraag voorzien moet zijn van die gegevens die voor de beslissing op de aanvraag nodig zijn. Om er voor te zorgen dat alle gegevens, die noodzakelijk zijn voor het in behandeling nemen van aanvraag, worden verstrekt, geeft de Awb (artikel 4:4) de mogelijkheid een aanvraagformulier vast te stellen. In bijlage 4 is een exemplaar van een aanvraagformulier opgenomen. Indien een vent- of standplaatsvergunning wordt verleend, dan zal een afschrift van de vergunning worden gestuurd naar de Politie Rotterdam-Rijnmond, Veiligheidsregio Rotterdam-Rijnmond (brandweer), de DCMR, de Keuringsdienst van Waren, de afdeling Financiën & Control en het Ingenieursbureau Maassluis. 5 Tarieven Voor het verkrijgen van een vent- of standplaatsenvergunning zijn leges verschuldigd. De leges worden jaarlijks vastgesteld in de Legesverordening. Indien een standplaats wordt ingenomen op gemeentegrond dan wordt tevens precario in rekening gebracht. De precariotarieven worden tevens jaarlijks vastgesteld. 6 Handhaving De handhaving van vent- of standplaatsvergunningen wordt uitgevoerd door het Team Handhaving en Toezicht van de Afdeling Openbare orde en wijkbeheer van de gemeente en door de Politie Rotterdam-Rijnmond. 18

19 In de APV staan voor wat betreft de vent- en standplaatsvergunningen geen aparte intrekkinggronden genoemd. Dit houdt in, dat artikel 1.6 van de APV op deze vergunningen van toepassing is. Artikel 1.6 van de APV stelt het volgende: De vergunning of ontheffing kan worden ingetrokken of gewijzigd: a. indien ter verkrijging daarvan onjuiste dan wel onvolledige gegevens zijn verstrekt; b. indien op grond van een verandering van de omstandigheden of inzichten opgetreden na het verlenen van de vergunning of ontheffing moet worden aangenomen dat intrekking of wijziging wordt gevorderd door het belang of de belangen ter bescherming waarvan de vergunning of ontheffing is vereist; c. indien de aan de vergunning of ontheffing verbonden voorschriften en beperkingen niet zijn of worden nagekomen; d. indien van de vergunning of ontheffing geen gebruik wordt gemaakt binnen een daarin gestelde termijn dan wel, bij gebreke van een dergelijke termijn, binnen een redelijke termijn; e. indien de houder of zijn rechtsverkrijgende dit verzoekt. 19

20 Bijlage 1- Afdeling 3. Venten Artikel 5:14 Begripsbepaling 1. In deze afdeling wordt onder venten verstaan: het in de uitoefening van de ambulante handel te koop aanbieden, verkopen of afleveren van goederen dan wel diensten aan te bieden op een openbare plaats of aan huis; 2. Onder venten wordt niet verstaan: a. het aan huis afleveren van goederen door of vanwege degene die dit doet ter exploitatie van zijn winkel als bedoeld in artikel 1 van de Winkeltijdenwet; b. het te koop aanbieden, verkopen of afleveren van goederen dan wel het aanbieden van diensten op jaarmarkten en markten als bedoeld in artikel 160, eerste lid onder h, van de Gemeentewet of op snuffelmarkten als bedoeld in artikel 5:22; c. het te koop aanbieden, verkopen of afleveren van goederen dan wel het aanbieden van diensten op een standplaats als bedoeld in artikel 5:17. Artikel 5:15 Venten en dergelijke Het is verboden zonder vergunning van het college in de uitoefening van handel op of aan de weg of aan een openbaar water, aan een huis dan wel op een andere - al dan niet met enige beperking - openbare plaats goederen te koop aan te bieden, te verkopen of af te geven dan wel diensten aan te bieden. Artikel 5:16 Vrijheid van meningsuiting 1. Het in artikel 5:15 gestelde verbod geldt niet: a. ten aanzien van het te koop aanbieden, verkopen of afleveren van gedrukte of geschreven stukken waarin gedachten of gevoelens worden geopenbaard als bedoeld in artikel 7, eerste lid, van de Grondwet; b. voor het aan de huizen van vaste afnemers afleveren van goederen door - of door huisgenoten of personeel van - hem die dit mede doet ter exploitatie van zijn winkel, bedoeld in artikel 1 van de Winkeltijdenwet; c. voor het te koop aanbieden of verkopen van goederen op de plaats die is aangewezen voor het houden van een markt, zulks gedurende de tijden waarop die markt gehouden wordt; d. voor het te koop aanbieden, verkopen of afleveren van goederen op een standplaats bedoeld in artikel 5: Onverminderd het bepaalde in artikel 1:8 kan een vergunning bedoeld zoals in het eerste lid worden geweigerd: a. in het belang van het voorkomen of beperken van overlast; b. in het belang van de verkeersvrijheid of -veiligheid; c. wanneer als gevolg van bijzondere omstandigheden in de gemeente of in een deel der gemeente redelijkerwijs te verwachten is dat door het verlenen van de vergunning een redelijk verzorgingsniveau voor de consumenten ter plaatse in gevaar komt. 20

Beleidsplan gemeente Staphorst

Beleidsplan gemeente Staphorst Beleidsplan gemeente Staphorst Ventmeldingen en standplaatsvergunningen 04-07-2017 Inhoudsopgave 1. Ventmeldingen... 3 1.1. Inleiding... 3 1.2. Ventmelding... 3 1.2.1. Commerciële ventmelding:... 4 1.2.2.

Nadere informatie

Toelichting Standplaatsenbeleid gemeente Moerdijk

Toelichting Standplaatsenbeleid gemeente Moerdijk Toelichting Standplaatsenbeleid gemeente Moerdijk Algemeen Op grond van de Apv Moerdijk (hierna: Apv) is het niet toegestaan om een standplaats in te nemen zonder vergunning van het college van burgemeester

Nadere informatie

CVDR. Nr. CVDR87700_1. Notitie standplaatsen gemeente Wijchen. Hoofdstuk 1 Inleiding

CVDR. Nr. CVDR87700_1. Notitie standplaatsen gemeente Wijchen. Hoofdstuk 1 Inleiding CVDR Officiële uitgave van Wijchen. Nr. CVDR87700_1 25 oktober 2016 Notitie standplaatsen gemeente Wijchen Hoofdstuk 1 Inleiding Algemeen Het te koop aanbieden van goederen als vis, snacks, bloemen, enz.

Nadere informatie

Winkeltijdenverordening Hilversum 2018

Winkeltijdenverordening Hilversum 2018 Winkeltijdenverordening Hilversum 2018 (ontwerp; versie 10 januari 2018) De Winkeltijdenwet regelt dat winkels dagelijks tussen 6.00 uur en 22.00 uur open mogen zijn, behalve op zon- en feestdagen. De

Nadere informatie

Beleidsregels standplaatsen gemeente Waalwijk 2014

Beleidsregels standplaatsen gemeente Waalwijk 2014 Beleidsregels standplaatsen gemeente Waalwijk 2014 Het college van Waalwijk, gelezen het voorstel van afdeling Ruimtelijke en Sociale Ontwikkeling d.d. 27 mei 2014; gelet op hoofdstuk 4, titel 4.3 van

Nadere informatie

gelet op artikel van de Algemene plaatselijke verordening en artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht,

gelet op artikel van de Algemene plaatselijke verordening en artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht, Beleidsregels Burgemeester en wethouders van Amersfoort, Overwegende dat het gewenst is in beleidsregels criteria vast te leggen, die een nadere invulling geven aan de in artikel 5.2.3 van de Algemene

Nadere informatie

BELEIDSREGELS VENT- EN STANDPLAATSVERGUNNINGEN GEMEENTE SCHOUWEN- DUIVELAND 2011

BELEIDSREGELS VENT- EN STANDPLAATSVERGUNNINGEN GEMEENTE SCHOUWEN- DUIVELAND 2011 BELEIDSREGELS VENT- EN STANDPLAATSVERGUNNINGEN GEMEENTE SCHOUWEN- DUIVELAND 2011 Burgemeester en wethouders van Schouwen-Duiveland; gelet op de artikelen 5:15 en 5:18 van de Algemene plaatselijke verordening

Nadere informatie

CVDR. Nr. CVDR610572_1

CVDR. Nr. CVDR610572_1 CVDR Officiële uitgave van Losser. Nr. CVDR60572_ 8 juni 208 Beleidsregel van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Losser houdende regels omtrent standplaatsen Nota standplaatsen

Nadere informatie

Beleidsregels standplaatsen gemeente Bergen 2017

Beleidsregels standplaatsen gemeente Bergen 2017 Beleidsregels standplaatsen gemeente Bergen 2017 Wetstechnische informatie Gegevens van de regeling Overheidsorganisatie gemeente Bergen Officiële naam regeling Beleidsregels standplaatsen gemeente Bergen

Nadere informatie

Standplaatsenbeleid Gemeente Oude IJsselstreek 2017

Standplaatsenbeleid Gemeente Oude IJsselstreek 2017 Standplaatsenbeleid Gemeente Oude IJsselstreek 2017 Inhoudsopgave 1.0 Inleiding 2.0 Juridisch kader 3.0 Beleid standplaatsen 3.1 Definities 3.2 Algemene weigeringsgronden 3.3 Maximumstelsel 3.4 Standplaatsen

Nadere informatie

Winkeltijdenverordening Valkenswaard 2013

Winkeltijdenverordening Valkenswaard 2013 Winkeltijdenverordening Valkenswaard 2013 De raad van de gemeente Valkenswaard, gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 15 oktober 2013; gelet op artikel 3 van de Winkeltijdenwet; besluit

Nadere informatie

CVDR. Nr. CVDR405062_1

CVDR. Nr. CVDR405062_1 CVDR Officiële uitgave van. Nr. CVDR40506_ 0 oktober 07 Nadere regels standplaatsen Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente ; overwegende dat het gewenst is om nadere regels vast te

Nadere informatie

De raad van de gemeente Loppersum; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 21 juni 2016; gelet op de bepalingen in de Winkeltijdenwet;

De raad van de gemeente Loppersum; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 21 juni 2016; gelet op de bepalingen in de Winkeltijdenwet; De raad van de gemeente Loppersum; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 21 juni 2016; gelet op de bepalingen in de Winkeltijdenwet; b e s l u i t : 1. De Verordening Winkeltijden Loppersum

Nadere informatie

Winkeltijdenverordening Valkenswaard 2017

Winkeltijdenverordening Valkenswaard 2017 Winkeltijdenverordening Valkenswaard 2017 De raad van de gemeente Valkenswaard, gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 10 oktober 2017; gezien het verslag van de commissievergadering van

Nadere informatie

BELEIDSREGELS STANDPLAATSVERGUNNINGEN GEMEENTE TWENTERAND 2015

BELEIDSREGELS STANDPLAATSVERGUNNINGEN GEMEENTE TWENTERAND 2015 BELEIDSREGELS STANDPLAATSVERGUNNINGEN GEMEENTE TWENTERAND 2015 Hoofdstuk 1 Inleidende bepalingen Artikel 1 Definities In deze beleidsregels wordt verstaan onder: a. branche: voor de toepassing van deze

Nadere informatie

BELEIDSREGELS STANDPLAATSVERGUNNINGEN GEMEENTE SCHOUWEN-DUIVELAND 2017

BELEIDSREGELS STANDPLAATSVERGUNNINGEN GEMEENTE SCHOUWEN-DUIVELAND 2017 BELEIDSREGELS STANDPLAATSVERGUNNINGEN GEMEENTE SCHOUWEN-DUIVELAND 2017 Gezien het voorstel Burgemeester en wethouders van Schouwen-Duiveland; gelet op de artikelen 5:17 en 5:18 van de Algemene plaatselijke

Nadere informatie

Beleidsregels voor het verlenen, wijzigen en intrekken van standplaatsvergunningen

Beleidsregels voor het verlenen, wijzigen en intrekken van standplaatsvergunningen Beleidsregels voor het verlenen, wijzigen en intrekken van standplaatsvergunningen Technische informatie Gegevens van de regeling Overheidsorganisatie gemeente Hoogeveen Officiële naam regeling Beleidsregels

Nadere informatie

Verordening Winkeltijden Nijmegen 2013

Verordening Winkeltijden Nijmegen 2013 De raad van de gemeente Nijmegen; gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 22 oktober 2013, gelet op artikel 3 van de Winkeltijdenwet; besluit vast te stellen: Verordening

Nadere informatie

gelet op de Winkeltijdenwet en artikel 149 van de Gemeentewet; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 23 april 1996;

gelet op de Winkeltijdenwet en artikel 149 van de Gemeentewet; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 23 april 1996; Nummer: Onderwerp: Verordening winkeltijden Haaksbergen De Gemeenteraad van Haaksbergen; gelet op de Winkeltijdenwet en artikel 149 van de Gemeentewet; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders

Nadere informatie

Kenmerk: / gelet op artikel 3 van de Winkeltijdenwet en artikel 149 van de Gemeentewet;

Kenmerk: / gelet op artikel 3 van de Winkeltijdenwet en artikel 149 van de Gemeentewet; Kenmerk: 210761 / 211308 De raad van de gemeente Oldebroek; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van; gelet op artikel 3 van de Winkeltijdenwet en artikel 149 van de Gemeentewet; B E S L

Nadere informatie

GEMEENTEBLAD. Nr Winkeltijdenverordening gemeente Eersel 2014

GEMEENTEBLAD. Nr Winkeltijdenverordening gemeente Eersel 2014 GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van gemeente Eersel. Nr. 54467 3 oktober 2014 Winkeltijdenverordening gemeente Eersel 2014 Artikel 1 Begripsbepalingen In deze verordening wordt verstaan onder: a. de wet:

Nadere informatie

GEMEENTEBLAD VAN UTRECHT 2001 Nr. 25

GEMEENTEBLAD VAN UTRECHT 2001 Nr. 25 GEMEENTEBLAD VAN UTRECHT 2001 Nr. 25 Standplaatsverordening 2001 (raadsbesluit van 31 mei 2001) De raad der gemeente Utrecht gelet op het voorstel van b. en w. d.d. 14 mei 2001 Besluit vast te stellen

Nadere informatie

Elektronisch gemeenteblad

Elektronisch gemeenteblad U kunt uzelf op www.sintanthonis.nl aanmelden voor de bekendmakingenservice van Overheid.nl. U krijgt dan alle bekendmakingen die voldoen aan de door u opgegeven criteria in uw e-mailbox. Bekendmaking:

Nadere informatie

vaststelling winkeltijdenverordening gemeente Terneuzen De raad van de gemeente Terneuzen;

vaststelling winkeltijdenverordening gemeente Terneuzen De raad van de gemeente Terneuzen; Lijst agendapunten nummer 15b Kenmerk: Afdeling: REO/Economie VERORDENING (bij amendement aangepast) Datum: 16 december 2004 Onderwerp: vaststelling winkeltijdenverordening gemeente Terneuzen De raad van

Nadere informatie

c. vergunninghouder : hij of zij aan wie ingevolge artikel 5:18 van de APV vergunning is verleend om een standplaats in te nemen;

c. vergunninghouder : hij of zij aan wie ingevolge artikel 5:18 van de APV vergunning is verleend om een standplaats in te nemen; Burgemeester en wethouders van de gemeente Oegstgeest: gelet op de Algemene wet bestuursrecht, de Winkeltijdenwet, de Algemene Plaatselijke Verordening gemeente Oegstgeest en het standplaatsenbeleid Oegstgeest

Nadere informatie

Verordening winkeltijden Haarlem 2018

Verordening winkeltijden Haarlem 2018 Verordening winkeltijden Haarlem 2018 De raad van de gemeente Haarlem; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 16 oktober 2018, gelet op artikel 3 [eerste, tweede en derde lid] van de Winkeltijdenwet;

Nadere informatie

gemeente Bunnik BELEIDSREGELS STANDPLAATSEN GEMEENTE BUNNIK 2017

gemeente Bunnik BELEIDSREGELS STANDPLAATSEN GEMEENTE BUNNIK 2017 gemeente Bunnik BELEIDSREGELS STANDPLAATSEN GEMEENTE BUNNIK 2017 Vastgesteld: 29-8-2017 Beleidsregels Standplaatsen 1. Inleiding 1.1 Aanleiding Deze beleidsregels zijn opgesteld ten behoeve van de harmonisatie

Nadere informatie

Standplaatsenbeleid gemeente Heusden

Standplaatsenbeleid gemeente Heusden Standplaatsenbeleid gemeente Heusden Inhoudsopgave 1. Inleiding... 1 2. Juridisch kader... 1 2.1 APV... 1 2.2 Winkeltijdenwet... 2 2.3 Wet Milieubeheer... 2 2.4 Warenwet... 2 3. Locaties... 2 3.1 Voorwaarden...

Nadere informatie

Verordening winkeltijden Haarlem 2017

Verordening winkeltijden Haarlem 2017 Verordening winkeltijden Haarlem 2017 De raad van de gemeente Haarlem; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van [datum en nummer]; gelet op artikel 3[, eerste, tweede en derde lid,] van

Nadere informatie

Marktverordening Westvoorne 2012

Marktverordening Westvoorne 2012 Marktverordening Westvoorne 2012 HOOFDSTUK 1. ALGEMENE BEPALINGEN Artikel 1. Begripsomschrijving In deze verordening wordt verstaan onder: a. college; het college van Burgemeester en Wethouders; b. markt:

Nadere informatie

Standplaatsenbeleid Gemeente Harlingen April

Standplaatsenbeleid Gemeente Harlingen April Aanleiding en beoogd effect Tot nu toe kennen we in de gemeente Harlingen geen standsplaatsenbeleid. Dit heeft tot gevolg dat we een aanvraag alleen aan de Algemene plaatselijke verordening (APV) toetsen

Nadere informatie

Plaatselijke Verordening

Plaatselijke Verordening /11 gemeente Bronckhorst Plaatselijke Verordening Besluit, 6 september 2016 Wij verlenen een vergunning voor het definitief verplaatsen standplaats in Hummelo. activiteit : Standplaats Adres : Parkeerplaats

Nadere informatie

Gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders d.d. 10 maart 2016; de 'verordening winkeltijden Eemsmond 2016' vast te stellen.

Gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders d.d. 10 maart 2016; de 'verordening winkeltijden Eemsmond 2016' vast te stellen. Nummer 09-05.2016 De raad van de gemeente Eemsmond; Gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders d.d. 10 maart 2016; b e s l u i t: de 'verordening winkeltijden Eemsmond 2016' vast

Nadere informatie

overwegende, dat het wenselijk is dat er beleidsregels worden opgesteld voor het verlenen van standplaatsvergunningen;

overwegende, dat het wenselijk is dat er beleidsregels worden opgesteld voor het verlenen van standplaatsvergunningen; Burgemeester en wethouders van de gemeente Medemblik; overwegende, dat het wenselijk is dat er beleidsregels worden opgesteld voor het verlenen van standplaatsvergunningen; gelet op Titel 4.3 van de Algemene

Nadere informatie

Marktverordening Maastricht 2009.

Marktverordening Maastricht 2009. Marktverordening Maastricht 2009. De raad van de gemeente Maastricht. Gelezen het voorstel van het college van d.d 17 februari 2009. Gelet op de artikelen 147, eerste lid, alsmede artikel 149 van de Gemeentewet.

Nadere informatie

WINKELTIJDENVERORDENING MIDDEN-GRONINGEN 2019

WINKELTIJDENVERORDENING MIDDEN-GRONINGEN 2019 WINKELTIJDENVERORDENING MIDDEN-GRONINGEN 2019 De raad van de gemeente Midden-Groningen; gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van Midden-Groningen van datum; gelet op artikel

Nadere informatie

Verordening winkeltijden Zoetermeer

Verordening winkeltijden Zoetermeer Verordening winkeltijden Zoetermeer Wetstechnische informatie Gegevens van de regeling Overheidsorganisatie Officiële naam regeling Citeertitel Besloten door Deze versie is geldig tot (als de vervaldatum

Nadere informatie

(Ontwerp)Verordening winkeltijden 2014

(Ontwerp)Verordening winkeltijden 2014 (Ontwerp)Verordening winkeltijden 2014 De raad van de gemeente Heerenveen gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van.. 2014 Artikel 1. Begripsbepalingen In deze verordening wordt verstaan

Nadere informatie

Plaatselijke Verordening

Plaatselijke Verordening gemeente Bronckhorst Plaatselijke Verordening Besluit d.d. 27-05-2015 Wij verlenen een vergunning en/of ontheffing voor een standplaatsvergunning op woensdag op Plein 40/45 in Hengelo. activiteiten : Standplaats:

Nadere informatie

Standplaatsenbeleid. Gemeente Zeewolde 2014

Standplaatsenbeleid. Gemeente Zeewolde 2014 Standplaatsenbeleid Gemeente Zeewolde 2014 2 Inhoudsopgave Pagina 1. Inleiding 3 2. Beleidskader 4 2.1 Algemene uitgangspunten 4 2.2 Vaste standplaatslocaties 4 2.3 Toetsingscriteria 4 2.4 (Nieuwe) aanvragen

Nadere informatie

De belangrijkste wijzigingen zijn het afschaffen van de wacht- en de anciënniteitlijst.

De belangrijkste wijzigingen zijn het afschaffen van de wacht- en de anciënniteitlijst. RAADSVOORSTEL Verseon kenmerk: 323510 Raadsvergadering van 19 april 2012 Agendanummer: 10.3 Onderwerp: Vaststelling Marktverordening gemeente Moerdijk. Verantwoordelijk portefeuillehouder: A. Grootenboer

Nadere informatie

Datum collegevergadering: 7 augustus 2018 Datum raadsvergadering: 3 oktober Portefeuillehouder : Wethouder Luth Volgnummer :

Datum collegevergadering: 7 augustus 2018 Datum raadsvergadering: 3 oktober Portefeuillehouder : Wethouder Luth Volgnummer : *ZEB04D2E584* Zaak en documentnummer : Z/18/075882/D-213795 Commissievoorstel Datum collegevergadering: 7 augustus 2018 Datum raadsvergadering: 3 oktober 2018 Portefeuillehouder : Wethouder Luth Volgnummer

Nadere informatie

GEMEENTEBLAD. Nr Winkeltijdenverordening Loon op Zand 2016

GEMEENTEBLAD. Nr Winkeltijdenverordening Loon op Zand 2016 GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van gemeente Loon op Zand. Nr. 72066 8 juni 2016 Winkeltijdenverordening Loon op Zand 2016 De raad van de gemeente Loon op Zand Gelezen het voorstel van het college van burgemeester

Nadere informatie

Markt- en standplaatsverordening Westvoorne 2012

Markt- en standplaatsverordening Westvoorne 2012 Markt- en standplaatsverordening Westvoorne 2012 HOOFDSTUK 1. ALGEMENE BEPALINGEN Artikel 1. Begripsomschrijvingen In deze verordening wordt verstaan onder: a. college; het college van Burgemeester en

Nadere informatie

Beleidsregels ontheffing ex. artikel 35 Drank- en Horecawet

Beleidsregels ontheffing ex. artikel 35 Drank- en Horecawet Beleidsregels ontheffing ex. artikel 35 Drank- en Horecawet De burgemeester van Heerhugowaard, Overwegende dat het wenselijk is om beleidsregels vast te stellen voor de ontheffingsmogelijkheid die artikel

Nadere informatie

feestdagen: Nieuwjaarsdag, eerste en tweede Paasdag, Hemelvaartsdag, eerste en tweede Pinksterdag, eerste en tweede Kerstdag;

feestdagen: Nieuwjaarsdag, eerste en tweede Paasdag, Hemelvaartsdag, eerste en tweede Pinksterdag, eerste en tweede Kerstdag; Intitulé Verordening winkeltijden Leidschendam-Voorburg 2014 (CONCEPT) Verseonnummer 973732 De gemeenteraad van Leidschendam-Voorburg, Bijeen in openbare vergadering op. Gelezen het voorstel van het college

Nadere informatie

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Molenwaard,

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Molenwaard, Onderwerp : Standplaatsenbeleid 2014 Zaaknummer : 101902 Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Molenwaard, Gelet op artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht, alsmede hoofdstuk

Nadere informatie

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 28 augustus 2018;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 28 augustus 2018; GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van de gemeente Bodegraven-Reeuwijk Nr. 203520 26 september 2018 Verordening winkeltijden Bodegraven-Reeuwijk 2018 De raad van de gemeente Bodegraven-Reeuwijk; gelezen het

Nadere informatie

Nadere regels standplaatsen en venten. Gemeente Venray

Nadere regels standplaatsen en venten. Gemeente Venray Nadere regels standplaatsen en venten Gemeente Venray vastgesteld door het college van burgemeester en wethouders op 2 september 2009 Inhoudsopgave 1. Inleiding 1 2. Begripsbeschrijvingen 2 Ambulante handel

Nadere informatie

Inhoudsopgave. 1 Inleiding Aanleiding Doel 4

Inhoudsopgave. 1 Inleiding Aanleiding Doel 4 Standplaatsenbeleid Inhoudsopgave 1 Inleiding 4 1.1 Aanleiding 4 1.2 Doel 4 2 Algemeen 5 2.1 Vigerend beleid 5 2.1.1 Koers standplaatsenbeleid 5 2.1.2 Notitie weggebruik en leefbaarheid 5 2.2 Uitgangspunten

Nadere informatie

Beleidsregels standplaatsen

Beleidsregels standplaatsen Beleidsregels standplaatsen Burgemeester en wethouders van Valkenswaard; overwegende dat: in de Algemene Plaatselijke Verordening Valkenswaard 2008 (APV) is bepaald dat het verboden is om zonder vergunning

Nadere informatie

Overwegende dat het wenselijk is regels te stellen voor een ordelijk verloop van de gemeentelijke warenmarkten;

Overwegende dat het wenselijk is regels te stellen voor een ordelijk verloop van de gemeentelijke warenmarkten; De raad van de gemeente Oss; gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 30 mei 2017; gezien het advies van de commissie Ruimte van 22 juni 2017; gelet op artikel 149 van de Gemeentewet; Overwegende

Nadere informatie

gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 5 november 2013;

gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 5 november 2013; RAADSBESLUIT Winkeltijdenverordening Best 2014 De raad van de gemeente Best; gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 5 november 2013; gelet op artikel 3 van de Winkeltijdenwet; besluit Vast

Nadere informatie

AANVRAAGFORMULIER STANDPLAATSVERGUNNING

AANVRAAGFORMULIER STANDPLAATSVERGUNNING AANVRAAGFORMULIER STANDPLAATSVERGUNNING Aanvraagformulier ter verkrijging van een vergunning ten behoeve van het innemen van een standplaats ingevolge artikel 5.18 van de Algemene Plaatselijke Verordening

Nadere informatie

VARIANT 1. Verordening winkeltijden Wormerland 2014. Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen. De raad van gemeente Wormerland;

VARIANT 1. Verordening winkeltijden Wormerland 2014. Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen. De raad van gemeente Wormerland; VARIANT 1 Verordening winkeltijden Wormerland 2014 De raad van gemeente Wormerland; Gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 14 januari 2014 gelet op artikel 3 van de Winkeltijdenwet; besluit

Nadere informatie

Algemene plaatselijke verordening Lisse 2011 Een standplaatsvergunning kan op basis van de APV worden geweigerd in de volgende gevallen:

Algemene plaatselijke verordening Lisse 2011 Een standplaatsvergunning kan op basis van de APV worden geweigerd in de volgende gevallen: GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van gemeente Lisse. Nr. 188927 30 december 2016 Nota standplaatsenbeleid gemeente Lisse 2016 1. Inleiding De gemeente ontvangt regelmatig aanvragen om vergunning voor het

Nadere informatie

Implementatie Nieuwe Drank- en Horecawet. Modelbeleid NHN Artikel 35 beleid + toelichting

Implementatie Nieuwe Drank- en Horecawet. Modelbeleid NHN Artikel 35 beleid + toelichting Implementatie Nieuwe Drank- en Horecawet Modelbeleid NHN Artikel 35 beleid + toelichting Versie 23 mei 2013 Beleidsregels ontheffing ex. artikel 35 Drank- en Horecawet De burgemeester van, Overwegende

Nadere informatie

GEMEENTEBLAD. Nr Marktverordening gemeente Goirle Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

GEMEENTEBLAD. Nr Marktverordening gemeente Goirle Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van gemeente Goirle. Nr. 182216 28 december 2016 Marktverordening gemeente Goirle 2017 Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen Artikel 1 Toepassingsgebied Deze verordening is van

Nadere informatie

VERORDENING WINKELTIJDEN GEMEENTE BUNNIK 2013. Gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders 29 oktober 2013 nr..

VERORDENING WINKELTIJDEN GEMEENTE BUNNIK 2013. Gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders 29 oktober 2013 nr.. gemeente Bunnik Kenmerk: 2013-volgnummer raad] VERORDENING WINKELTIJDEN GEMEENTE BUNNIK 2013 De raad van de gemeente Bunnik; Gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders 29 oktober

Nadere informatie

HOOFDSTUK 1. ALGEMENE BEPALINGEN

HOOFDSTUK 1. ALGEMENE BEPALINGEN Nr. 14A De raad van de gemeente Marum; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 12 september 2013, nr. 13.09.14; gelet op de artikelen 149 en 229, eerste lid, aanhef en onder b, van de

Nadere informatie

CVDR. Nr. CVDR609984_1. Hoofdstuk 1 Inleiding

CVDR. Nr. CVDR609984_1. Hoofdstuk 1 Inleiding CVDR Officiële uitgave van Reusel-De Mierden. Nr. CVDR609984_1 11 mei 2018 Beleidsregel Standplaatsen Reusel-De Mierden 2018 Burgemeester en wethouders van de gemeente Reusel-De Mierden gelet op afdeling

Nadere informatie

Gemeente Langedijk. Voorstel aan de raad

Gemeente Langedijk. Voorstel aan de raad Gemeente Langedijk Raadsvergadering : Agendanummer : Portefeuillehouder Afdeling Opsteller : P.J. Beers : Vergunning Verlening en Handhaving : Olof Stom Voorstel aan de raad Onderwerp : Verordening winkeltijden

Nadere informatie

STANDPLAATSENBELEID 2015

STANDPLAATSENBELEID 2015 STANDPLAATSENBELEID 2015 1. INLEIDING Aanleiding Eind 2013 heeft de gemeente terecht een standplaatsvergunning voor een viskraam bij een lokale supermarkt afgewezen op grond van de APV en het standplaatsenbeleid.

Nadere informatie

BELEIDSREGEL STANDPLAATSEN TEYLINGEN

BELEIDSREGEL STANDPLAATSEN TEYLINGEN BELEIDSREGEL STANDPLAATSEN TEYLINGEN AANLEIDING In december 2007 is het Standplaatsenbeleid Teylingen vastgesteld. In maart 2008 is het beleid aangevuld door een vierde standplaats in Voorhout aan te wijzen.

Nadere informatie

CVDR. Nr. CVDR103248_1. Nota standplaatsenbeleid 2011

CVDR. Nr. CVDR103248_1. Nota standplaatsenbeleid 2011 CVDR Officiële uitgave van Vlaardingen. Nr. CVDR103248_1 10 oktober 2017 Nota standplaatsenbeleid 2011 Nota standplaatsenbeleid 2011 Hoofdstuk 1 Inleiding Paragraaf 1.1 Algemeen Het te koop aanbieden van

Nadere informatie

BELEIDSREGELS ONTHEFFING AVONDWINKELS OP ZON- EN FEESTDAGEN

BELEIDSREGELS ONTHEFFING AVONDWINKELS OP ZON- EN FEESTDAGEN BELEIDSREGELS ONTHEFFING AVONDWINKELS OP ZON- EN FEESTDAGEN Inleiding Met de vaststelling van een nieuwe verordening inzake de winkeltijden ontstaat de noodzaak tot het vaststellen van beleidsregels ten

Nadere informatie

Beleidsregels Venten en Standplaatsen Gemeente Maassluis

Beleidsregels Venten en Standplaatsen Gemeente Maassluis Beleidsregels Venten en Standplaatsen Gemeente Maassluis Vastgesteld door het college van burgemeester en wethouders op 31 januari 2017 Inleiding Voorwoord De gemeente Maassluis is een bruisende stad.

Nadere informatie

Dit betekent dat de standplaats nabij de T-splitsing Havenweg/Kampweg na vaststelling van dit beleid is komen te vervallen.

Dit betekent dat de standplaats nabij de T-splitsing Havenweg/Kampweg na vaststelling van dit beleid is komen te vervallen. STANDPLAATSENBELEID VLIELAND 2017 Inleiding Deze notitie standplaatsenbeleid 2017 is een uitwerking van Afdeling 4 Standplaatsen en in het bijzonder artikel 5:18 van de Algemene Plaatselijke Verordening

Nadere informatie

Het aantal verleende standplaatsvergunningen in Nieuwegein schommelt de laatste jaren tussen 21 en 26 per jaar.

Het aantal verleende standplaatsvergunningen in Nieuwegein schommelt de laatste jaren tussen 21 en 26 per jaar. CVDR Officiële uitgave van Nieuwegein. Nr. CVDR109635_1 22 mei 2018 Standplaatsenbeleid gemeente Nieuwegein 1.Inleiding Er is sprake van een standplaats wanneer op of aan de weg, aan een openbaar water

Nadere informatie

Beleidsregels standplaatsvergunningen

Beleidsregels standplaatsvergunningen Beleidsregels standplaatsvergunningen Wetstechnische informatie Gegevens van de regeling Overheidsorganisatie Officiële naam regeling Citeertitel Besloten door Deze versie is geldig tot (als de vervaldatum

Nadere informatie

Nota standplaatsenbeleid. Gemeente Oldebroek

Nota standplaatsenbeleid. Gemeente Oldebroek Nota standplaatsenbeleid Gemeente Oldebroek Nota standplaatsenbeleid Vanwege de belangen van een zorgvuldige en efficiënte afdoening van standplaatsvergunningen is het gewenst om een beleid te hanteren

Nadere informatie

Beleidsregels ontheffing artikel 35 Drank- en Horecawet Koggenland 2013

Beleidsregels ontheffing artikel 35 Drank- en Horecawet Koggenland 2013 Beleidsregels ontheffing artikel 35 Drank- en Horecawet Koggenland 2013 *D13.003656* D13.003656 De burgemeester van Koggenland, Overwegende dat het wenselijk is om beleidsregels vast te stellen voor de

Nadere informatie

Voorstel aan de gemeenteraad

Voorstel aan de gemeenteraad Voorstel aan de gemeenteraad Aan de raad van de gemeente Gouda dienst Recht en Veiligheid afdeling Veiligheid en Handhaving steller Caroline Groothuis onderwerp Winkeltijdenverordening Gouda 2011 telefoon

Nadere informatie

Nota standplaatsen gemeente Lochem

Nota standplaatsen gemeente Lochem Nota standplaatsen gemeente Inleiding Standplaatsen zijn plekken in de gemeente waar ambulante handelaren een dagdeel, dag en/of een aantal dagen per week waren kunnen verkopen. In de Algemene Plaatselijke

Nadere informatie

Wetstechnische informatie

Wetstechnische informatie Wetstechnische informatie Gegevens van de regeling Overheidsorganisatie Gemeente Wijdemeren Officiële naam regeling Beleidsregels collecteren en venten 2014 Citeertitel Beleidsregels collecteren en venten

Nadere informatie

Nota standplaatsenbeleid Gemeente Oldebroek

Nota standplaatsenbeleid Gemeente Oldebroek Nota standplaatsenbeleid 2013 Gemeente Oldebroek Nota standplaatsenbeleid 2013 Vanwege de belangen van een zorgvuldige en efficiënte afdoening van standplaatsvergunningen is het gewenst om een beleid te

Nadere informatie

Beleidsregels standplaats, venten, collecteren en kledinginzamelingen

Beleidsregels standplaats, venten, collecteren en kledinginzamelingen Beleidsregels inzake innemen standplaats Inleiding Het te koop aanbieden van goederen als vis, snacks, bloemen etc. vanaf een vaste standplaats in de openbare ruimte, is in de meeste gemeenten in Nederland

Nadere informatie

c. vergunninghouder : hij of zij aan wie ingevolge artikel 5:18 van de APV vergunning is verleend om een standplaats in te nemen;

c. vergunninghouder : hij of zij aan wie ingevolge artikel 5:18 van de APV vergunning is verleend om een standplaats in te nemen; Burgemeester en wethouders van de gemeente Oegstgeest: gelet op de Algemene wet bestuursrecht, de Winkeltijdenwet, de Algemene Plaatselijke Verordening gemeente Oegstgeest en het standplaatsenbeleid Oegstgeest

Nadere informatie

CVDR. Nr. CVDR357713_1. Winkeltijdenverordening Zwolle 2015 WINKELTIJDENVERORDENING ZWOLLE 2015

CVDR. Nr. CVDR357713_1. Winkeltijdenverordening Zwolle 2015 WINKELTIJDENVERORDENING ZWOLLE 2015 CVDR Officiële uitgave van Zwolle. Nr. CVDR357713_1 28 maart 2017 Winkeltijdenverordening Zwolle 2015 WINKELTIJDENVERORDENING ZWOLLE 2015 Artikel 1 Begripsbepaling a. de wet: de Winkeltijdenwet; b. de

Nadere informatie

Beleidsregels koek en zopie gemeente Waterland winterperiode Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Waterland,

Beleidsregels koek en zopie gemeente Waterland winterperiode Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Waterland, GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van gemeente Waterland. Nr. 188943 30 december 2016 Beleidsregels koek en zopie gemeente Waterland winterperiode 2016-2017 Het college van burgemeester en wethouders van

Nadere informatie

Standplaatsenbeleid gemeente Bronckhorst 2014

Standplaatsenbeleid gemeente Bronckhorst 2014 CVDR Officiële uitgave van Bronckhorst. Nr. CVDR3353_ mei 8 Standplaatsenbeleid gemeente Bronckhorst. Inleiding. Aanleiding Op januari is de Nota Standplaatsenbeleid in werking getreden. Deze nota geeft

Nadere informatie

Deregulering in het fysiek domein

Deregulering in het fysiek domein Deregulering in het fysiek domein 6. Standplaatsen AFDELING 4 STANDPLAATSEN Artikel 5:17 Begripsomschrijvingen Standplaats: plaats gelegen in de openbare ruimte waar vandaan goederen worden verkocht, waarbij

Nadere informatie

VOORBEELDNOTIFICATIE VOOR ARTIKEL 5:15 ALGEMENE PLAATSELIJKE VERORDENING (VENTEN) VOLGENS DE MODELVERORDENING VNG

VOORBEELDNOTIFICATIE VOOR ARTIKEL 5:15 ALGEMENE PLAATSELIJKE VERORDENING (VENTEN) VOLGENS DE MODELVERORDENING VNG VOORBEELDNOTIFICATIE VOOR ARTIKEL 5:15 ALGEMENE PLAATSELIJKE VERORDENING (VENTEN) VOLGENS DE MODELVERORDENING VNG 1 FORMULIER B FORMULIER VOOR DE KENNISGEVING VAN NIEUWE EISEN DIE ONDER ARTIKEL 16 VAN

Nadere informatie

Verordening winkeltijden gemeente Gorinchem Gelet op het raadsvoorstel van het college d.d. 29 november 2016;

Verordening winkeltijden gemeente Gorinchem Gelet op het raadsvoorstel van het college d.d. 29 november 2016; GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van gemeente Gorinchem. Nr. 34788 3 maart 2017 Verordening winkeltijden gemeente Gorinchem 2017 De gemeenteraad van Gorinchem, Gelet op het raadsvoorstel van het college

Nadere informatie

Standplaatsen- en Ventverordening van de gemeente Gulpen-Wittem januari 2003

Standplaatsen- en Ventverordening van de gemeente Gulpen-Wittem januari 2003 Standplaatsen- en Ventverordening van de gemeente Gulpen-Wittem januari 2003 Wetstechnische informatie Gegevens van de regeling Overheidsorganisatie Officiële naam regeling Citeertitel Besloten door Deze

Nadere informatie

Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Breda houdende regels omtrent taxi s Taxiverordening Breda

Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Breda houdende regels omtrent taxi s Taxiverordening Breda GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van de gemeente Breda Nr. 25478 4 februari 2019 Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Breda houdende regels omtrent taxi s Taxiverordening Breda Bekendmaking Burgemeester

Nadere informatie

Verordening winkeltijden Wormerland 2014, 1e wijziging

Verordening winkeltijden Wormerland 2014, 1e wijziging GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van de gemeente Wormerland Nr. 49881 29 maart 2017 Verordening winkeltijden Wormerland 2014, 1e wijziging De raad van gemeente Wormerland; Gelezen het voorstel van burgemeester

Nadere informatie

Beleidsregels standplaatsen in de gemeente Goeree-Overflakkee Burgemeester en wethouders van de gemeente Goeree-Overflakkee;

Beleidsregels standplaatsen in de gemeente Goeree-Overflakkee Burgemeester en wethouders van de gemeente Goeree-Overflakkee; CVDR Officiële uitgave van Goeree-Overflakkee. Nr. CVDR414818_1 16 januari 2019 Beleidsregels standplaatsen in de gemeente Goeree-Overflakkee 2016 Burgemeester en wethouders van de gemeente Goeree-Overflakkee;

Nadere informatie

b e s l u i t : Nr: 06-63b De raad van de gemeente Barneveld; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders, nr ;

b e s l u i t : Nr: 06-63b De raad van de gemeente Barneveld; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders, nr ; Nr: 06-63b De raad van de gemeente Barneveld; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders, nr. 06-63; gelet op artikel 149 van de Gemeentewet; b e s l u i t : vast te stellen de Verordening op

Nadere informatie

De raad van de gemeente Oosterhout; versie 1.0

De raad van de gemeente Oosterhout; versie 1.0 De raad van de gemeente Oosterhout; versie 1.0 gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 10 september 2013; gelet op artikel 3 van de Winkeltijdenwet; besluit vast te stellen de Verordening

Nadere informatie

Bijzonderheden tijdens evenementen en (infrastructurele) werkzaamheden

Bijzonderheden tijdens evenementen en (infrastructurele) werkzaamheden Inhoudsopgave Artikel 1 Artikel 2 Artikel 3 Artikel 4 Artikel 5 Artikel 6 Artikel 7 Artikel 8 Artikel 9 Artikel 10 Artikel 11 Artikel 12 Artikel 13 Artikel 14 Artikel 15 Artikel 16 Artikel 17 Begripsbepaling

Nadere informatie

VERORDENING WINKELTIJDEN LEEUWARDERADEEL 2013

VERORDENING WINKELTIJDEN LEEUWARDERADEEL 2013 Nr. 2015/9 VERORDENING WINKELTIJDEN LEEUWARDERADEEL 2013 Artikel 1 Begripsbepalingen In deze verordening wordt verstaan onder: a. feestdagen: Nieuwjaarsdag, tweede Paasdag, Hemelvaartsdag, tweede Pinksterdag,

Nadere informatie

Beleidsregel standplaatsen 2017 gemeente Oirschot

Beleidsregel standplaatsen 2017 gemeente Oirschot GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van de gemeente Oirschot Nr. 46526 23 maart 2017 Beleidsregel standplaatsen 2017 gemeente Oirschot Het college van de gemeente Oirschot maakt bekend zij op 14 maart 2017

Nadere informatie

Beleidsnotitie Standplaatsen Gemeente Brielle

Beleidsnotitie Standplaatsen Gemeente Brielle Beleidsnotitie Standplaatsen 2013 Gemeente Brielle Inhoudsopgave pag. 1. Inleiding 3 2. Uitgangspunten beleid 5 3. Juridisch kader 7 4. Soorten standplaatsen 11 5. Vergunningaanvraag 13 6. Wijzigen, verlengen,

Nadere informatie

Oud (voor zover relevant) Nieuw Toelichting. Artikel 1 Artikel 1:1 Leesteken aangepast. Artikel 1.2 Artikel 1:2 Leesteken aangepast

Oud (voor zover relevant) Nieuw Toelichting. Artikel 1 Artikel 1:1 Leesteken aangepast. Artikel 1.2 Artikel 1:2 Leesteken aangepast Deze bijlage maakt integraal deel uit van de verordening tot wijziging van de APV 2012, vastgesteld door de raad op 28-11-2013 Artikel 1 Artikel 1:1 Leesteken aangepast Artikel 1.2 Artikel 1:2 Leesteken

Nadere informatie

gelet op afdeling 4 van hoofdstuk 5 van de Algemene Plaatselijke Verordening Bladel 2017;

gelet op afdeling 4 van hoofdstuk 5 van de Algemene Plaatselijke Verordening Bladel 2017; GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van de gemeente Bladel Nr. 2491 7 januari 2019 Standplaatsenbeleid Bladel 2019 Burgemeesters en wethouders van de gemeente Bladel; gelet op afdeling 4 van hoofdstuk 5 van

Nadere informatie

(Concept) Beleidsregels standplaatsen

(Concept) Beleidsregels standplaatsen (Concept) Beleidsregels standplaatsen Wetstechnische informatie Gegevens van de regeling Overheidsorganisatie Officiële naam van de regeling Citeertitel Deze versie is geldig tot (als de vervaldatum is

Nadere informatie

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 28 januari 2014, nummer 343;

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 28 januari 2014, nummer 343; De raad van de gemeente Ridderkerk, gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 28 januari 2014, nummer 343; gelet op artikel 149 van de Gemeentewet en artikel 3 van de Winkeltijdenwet;

Nadere informatie