1. wat is de oorzaak van de slijtage in het scharnier? Geef een oplossing? 2. Geef de uitvoering van het vastleggen van 1 vrijheidsgraad (translatie)

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "1. wat is de oorzaak van de slijtage in het scharnier? Geef een oplossing? 2. Geef de uitvoering van het vastleggen van 1 vrijheidsgraad (translatie)"

Transcriptie

1 1. wat is de oorzaak van de slijtage in het scharnier? Geef een oplossing? 2. Geef de uitvoering van het vastleggen van 1 vrijheidsgraad (translatie) 3. hoeveel vrijheidsgraden heeft een bladveer 4. zijn twee bladveren voldoende voor het vastzetten van een lichaam 5. hoeveel vrijheidsgraden zijn er vastgelegd in een vier-kolommenpers 6. wat is de stijfheid van een spriet 7. hoeveel vrijheidsgraden legt een holle trekstang vast 8. wat zijn interne vrijheidsgraden 9. geef een voorbeeld van een constructie met een interne vrijheidsgra(a)d(en) 10. hoeveel vrijheidsgraden legt een ingesnoerde bladveer vast 11. hoeveel en welke vrijheidsgraden zijn er? Fig 1.7b 12. hoeveel en welke vrijheidsgraden zijn er? Fig 1.10b 13. hoeveel en welke vrijheidsgraden zijn er? Fig 1.11a, plaatje kwantificeer het nadeel van een tafeltje op drie pootjes dat een horizontale verplaatsing moet maken, remedie? 15. hoe zet ik deze laser vast aan het frame F zodanig dat bij het opwarmen er toch in punt A gelast kan worden? Fig wat vindt u van deze constructie? Schat de radiale stijfheid; geef opbouwend advies. Fig vijf sprieten bepalen de hartlijn L. hoe kunnen we die sprieten voorspannen? Fig welke factoren bepalen e 19. wat gebeurt er met e wanneer je c vergroot? 20. wat gebeurt er met e wanneer je m vergroot? 21. wordt een veer naarmate je hem indrukt stijver? 22. wat is de definitie van een dynamische plaatsfout? 23. wanneer er een sprong in de snelheid is wat moet er dan met om de versnellingsamplitude te verkleinen 24. wanneer er een sprong in de snelheid is wat moet er dan gebeuren met om de plaatsafwijking te verkleinen 25. wanneer er een spromg in de versnelling is wat moet er dan met om de versnellingsamplitude te verkleinen? 26. wanneer er een in sprong in de versnellings is wat moet er dan met om de plaatsafwijking te verkleinen? 27. wanneer er een sprong in de afgeleide van de versnelling is wat moet er dan met gebeuren om de versnellingsamplitude te verkleinen? 28. wanneer er een sprong in de afgeleide van de versnelling is wat moet er dan met gebeuren om de plaatsafwijking te verkleinen? 29. wat is 30. wat is i 31. hoe bereken je de geconcentreerde massa? 32. heo wordt de stijfheid berekend 33. welke overbrengverhouding kunnen als vast en welke als variabel worden beschouwd 34. welke vervorming ondergaat de nokkenas en onder invloed van welke krachten 35. waarom wordt i uit het model geelimineerd 36. hoeveel eigenfrequenties heeft een constructie over het algemeen 37. bij het berekenen van de laagste eigenfrequentie wordt een waarde voor de stijfheid gehanteerd welke stijfheid is dat? 38. wat is de formule voor m eq 39. geef aan hoe torsiestijfheid bv om de x-as ontleend kan worden aan een koker 40. hoe ziet U 0, - grafiek eruit en wat doe je ermee? 41. hoe verhoog je de stijfheid van deze hefboom fig op welke wijze kan het probleem van het dynamische gedrag van een nokmechanisme aangedreven door een slappe as worden geinterpreteerd 43. welke parameter beheersen het dynamisch gedrag van een nokkenmechanisme waarvan de as niet oneindig stijf kan worden beschouwd 44. wat is F a

2 45. hoe kan de dip in de stijfheid worden gemeten aan een bestaande machine 46. hoe kan uit zo n meting de waarde van F a worden bepaald 47. waarom kan de resttrilling zo sterk toenemen als er sprake is van een relatief slappe as 48. wat zijn grote en wat zijn kleine F a waarden en wat betekenen ze? 49. wat zijn de eigenschappen? Fig wat zijn de voor- en nadelen? Fig men overweegt de bestaande lijn opnieuw te bestellen ivm groeien van de markt, doe een en leg uit hoe het werkt, fig 3.16??? 52. rond welke waarde van is de invloed van F a het grootst 53. wat is de essentie van statisch bepaald construeren 54. waarom wil je licht en stijf construeren wat zijn de eigenschappen van een profiel bestaande uit twee plaatstroken met een snijlijn? 57. geef een voorbeeld van een open koker die geschikt is voor doorleiden van torsie, noem de voordelen 58. is een ronde rechthoekige of ovale buis torsiestijf wat zijn de voordelen van een MAIJ-pers 61.?verkorting van de krachtweg? 62. wat zijn palmboomeffect, keukenstoel en groentenla 63. hoe maak je stijve doch lichte constructies 64. hoe construeer je een stijve hoekconstructie van een ronde buis 65. hoe kun je de torsiestijfheid verbeteren, fig waarom worden contacten voorgespannen 67. wat is het bijzondere aan deze profielen, fig hoeveel vrijheidsgraden zijn hier aanwezig? Fig hoe kun je deze constructie stijver maken, 6.87a 71. wat zijn de gevolgen van het doorlopen van speling 72. is de speling in een nok-aangedreven mechanisme altijd nokfunctie-afhankelijk 73. wat wordt bedoeld met relatieve speling 74. waar moet de volgveer worden geplaatst, fig wat is superpositie 76. waarvoor dient een harmonicabus, 3 voorbeelden] 77. hoe groot is bijvoorbeeld de speling in een kogelscharnier>? 78. wat is de minimale speling in een omzetschijf 79. waar moet je op letten bij het arreteren van bijgaande omzettafel (fig 5.9) 80. hoe maken we een spelingsvrije wentellagerconstructie met een hoge radiale en axiale stijfheid? Geef constructieve details 81. hoe kan ik een rondsel/tandwiel-overbrenging voorspannen zodanig dat deze geschikt is voor een robotaandrijving? (fig 5.31) 82. is de hierbij getoonde opstelling geschikt voor een duurproef van conische tandwielen? (fig 5.27) 83. wat is de manier om twee wormkasten onderling spelingsvrij voor tespannen? 84. hoe bereken je de dynamische plaatsfout in het geval van speling? 85. hoe breng je de dip in stijfheid in rekening bij de berekening van de plaatsfout in het geval van speling 86. noem voordelen van het gebruik van elastische elementen 87. wat kan een dmv elastische elementen vervaardigd scharnier aan hoekverdraaiing hebben? 88. hoe moet een kantelvrije rechtgeleiding(parallelllogram met twee bladveren) uitgevoerd worden 89. waar zou je bovenstaande rechtgeleiding moeten aandrijven? 90. hoe verloopt de berekening van een veer

3 91. wat moet ongeveer de verhouding zijn van de totale lengte van een gevouwen bladveer tov de hoogte 92. wat kun je bereiken door het verstijven van een draadveer 93. wat is het nadeel van een in het midden verstevigde draadveer 94. wat is ongeveer het hoekbereik van een gatscharnier 95. wat is in een constructie ( op tekening) van een gatscharnier van belang? 96. stel bij de montage van een instrument...stuk, hoe luidt uw reparatievoorschrift? 97. bij gebrek aan inbouwruimte en toepassing van draadvonken wordt vaak een speciale gatscharniergeometrie toegepast, welke? 98. welke typen kruisveerscharnier kent u, wat zijn de voor- en nadelen? 99. wat kun je zeggen van een ingeklemde onder een hoek weggetrokken bladveer? 100. waar moet je op letten bij het vervaardigen van elastische scharnieren uit kunststof 101. wat te denken van een drukschroefveer met vlakgeslepen uiteinden in een toepassing voor dynamische belasting 102. geef een voorbeeld waarbij bijgaande veer (a/l=..) gebruikt kan worden (fig 6.67c) 103. waarvoor is een negatieve stijfheid nuttig 104. hoe moet de positieve veer aan de negatieve veer gezet worden? Geef alleen de richting en de plaats aan is dit een juiste constructie om twee spindelmoeren op elkaar voor te spannen 106. wat houdt het instellen van een positie in? 107. na het instellen moet je fixeren wat mag er dan absoluut niet gebeuren 108. wat is essentieel in een convergerende instelprocedure 109. bij het instellen van contactpunten voor een verbrandingsmotor is het van belang dat het tijdstip en de lichthoogte goed zijn afgesteld, wat is de volgorde hiervan? 110. wat is actuatorkwaliteit? Geef de waarde plus berekening voor een schroefmaat 111. de actuator kwaliteit is 4*10-4, de nauwkeurigheid is 4*10-6 wat staat je te doen 112. wat is de instelfout van een stappen motor die 200 st/omw maakt 113. wat is dit voor soort manipulator, fig beschrijf de werking van de fijnafstelling van deze manipulator 115. wat is de bij een servosysteem en k s 116. wat is mertial match? waar dient het voor 117. wat is TDC waar is dit te vinden bij servosystemen 118. kun je met een servo een kleinere of grotere U 0 realiseren dan met een nokmechanisme? 119. bij assemblage wil je de servodemping optimaal afstellen. Wat moet je weten? h m,t m of h(t)? 120. na een verstoring blijkt een instelling verlopen te zijn, hoe heet dit verschijnsel 121. teken van bijgaande constructie een statische karakteristiek fig 8.8f 122. geef het model bij de karakteristiek fig 8.8j 123. wat is de virtuele speling en hoe groot is die? 124. hoe meten we de karakteristiek van een blackbox met ingaande en uitgaande as? 125. wanneer treed zelfremmendheid op 126. kan deze oplegging van een produkt verbeterd worden(fig 8.11) 127. heo druk je bijgaand produkt tegen zijn vijf aanslagen aan (fig8.12 zonder veer) 128. waaraan moet de in de vorige vraag genoemde sluitkracht voldoen 129. wat gebeurt er met een ingeklemde bladveer bij het aanbrengen van een trekkracht, fig8.18/ hoe verklaar je de statische karakteristiek van bijgaande constructie, fig 8.26/ wat is de remedie voor de in de vorige vraag getekende constructie 132. waarom is de zaaggleuf gemaakt in de bijgaande plaatverbinding( fig 8.32) 133. uit metingen blijkt dat de ingeklemde as in het V-blok niet geheel terugkomt na belasting, wat is de reden?(zeer nauwkeurig omschrijven)(fig 8.34) 134. wat is de oplossing voor probleem is de inklemconstructie van de bladveer zo stijf mogelijk op deze manier? (fig 8.37) 136. figuur 8.40, maar dan anders: is de slede zo correct vastgezet

4 137. waarom zijn as-naaf verbindingen in principe zo moeilijk als het gaat om het juist vastleggen van 6 DOF? 138. Hoe is deze verbinding ontworpen: fig Noem de nadelen van een dergelijke vrijloopkoppeling(fig 8.58) 140. Wat is de essentie van de balans(fig 8.64) 141. Geef de rotatie richting aan (fig 8.78) 142. Wat treedt er bij de afgebeelde 4-puntslager op( fig 9.3??) 143. Een diep groeflager heeft over het algemeen speling, waarom? 144. Bijgaand ontwerp heeft een probleem: wat is het& wat moet eraan gebeuren? (fig 4.54??) 145. Is bijgaande lagering juist geconstrueerd, motiveer het antwoord: 146. Waarvoor dienen de pennen in bijgaand draadlager(fig 9.24) 147. Goed of fout? 148. Fig 9.31: g of f 149. Fig 9.32: g of f 150. Fig 9.34,II: waarom is deze constructie zo uitgevoerd 151. Waar is een kantelschijfoverbrenging met name geschikt voor? 152. Geef voor-en nadelen van een staalbandoverbrenging tov een kettingoverbrenging 153. Welke DOF heeft de staalband vergeten nadat deze de rol slipvrij is gepasseerd 154. Schets de band die behoort bij meet dan een omwenteling bijv, 450 graden 155. Is de stijfheid van een stallbandoverbrenging optimaal bij lichte voorspanning 156. Realiseer bijgaand stangenmechanisme monolytisch dmv gatscharnieren(fig 11.3) 157. Voor een aandrijving dmv een nok blijkt dat de uitgaande slag net iets afwijkt van de gewenste. Modificeer deze constructie zodat er wel de juiste slag uitkomt 158. Kunt u de werking van bijgaand slagverstellingsmechanisme uitleggen( fig 11.13) 159. Bij het hierbij geschetste ontwerp is enige voorspanning op de mesoplegging gewenst, kunt u een voorstel doen om deze aan te brengen? 160. Is de kreukelzone bij een auto constructief gezien effectief voor de dissipatie van botsingsenergie? 161. Fig 8.17a)???

5 1. wat is de oorzaak van de slijtage in de scharnier? Geef een oplossing? Blz 1.1: bij het sluiten van de tang neemt de sluitkracht toe van nul tot de noodzakelijke waarde. Daarbij wrikken of schuiven de tanghelften nog wat in hun scharnier. Oplossing: Een vaste stijve tanghelft geeft de plaatsinformatie en de andere tangbek( in alle richtingen elastisch) verzorgt enkel de noodzakelijke voorspankracht waarmee het produkt in de stijve bek gedrukt wordt 2. Geef de uitvoering van het vastleggen van 1 vrijheidsgraad (translatie) star 3. Hoeveel vrijheidsgraden heeft een bladveer Blz 1-5 en 1-7: 3 DOF: 2 lengtes en een hoek om de vrije lengte: 3 sprieten in het vlak 4. Zijn twee bladveren voldoende voor het vastzetten van een lichaam blz 1-7:men kan een lichaam niet vastzetten met 2 bladveren hoewel die lek 3 vrijheidsgraden vastleggen. Zit het lichaam vast aan twee bladveren dan kan het alleen nog draaien om de snijlijn van hun vlakken terwijl de beweging van een punt van het lichaam langs deze snijlijn tweevoudig, dus overbepaald, is vastgelegd. 5. hoeveel vrijheidsgraden zijn er vastgelegd in een vier-kolommenpers blz 1-1: 8 geleidingsvoeringen die elk 4 dof vastleggen: 32-5=27 (4*8)-(6-1[z])=27 6. wat is de stijfheid van een spriet 1-3: axiale stijfheid(ea/l) die hoog is tov de zijdelingse stijfheid 7. hoeveel vrijheidsgraden legt een holle trekstang vast de langsrichting en de verdraaiing om deze langsas: 2 DOF 8. wat zijn interne vrijheidsgraden wanneer een lichaam in bepaalde opzichten als star doch in andere opzichten ( evt tov andere belastingsrichtingen of patronen) als relatief beweeglijk wordt ervaren. 9. geef een voorbeeld van een constructie met een interne vrijheidsgra(a)d(en) een open vierkante koker heeft twee interne vrijheidsgraden: plat vouwen en scharnieren om de diagonaal. 10. Hoeveel vrijheidsgraden legt een ingesnoerde bladveer vast 2 lengtes: blz 1-4

6 11. hoeveel en welke vrijheidsgraden zijn er? Fig 1.7b 1 lengte en 1 hoek om die lengte-as 12. hoeveel en welke vrijheidsgraden zijn er? Fig 1.10b twee lengtes en twee hoeken met de vrije hoek om een vastgelegde lengte 13. hoeveel en welke vrijheidsgraden zijn er? Fig 1.11a, plaatje 5 drie lengtes en twee hoeken vastgelegd 14. kwantificeer het nadeel van een tafeltje op drie pootjes dat een horizontale verplaatsing moet maken, remedie? 15. hoe zet ik deze laser vast aan het frame F zodanig dat bij het opwarmen er toch in punt A gelast kan worden? Fig wat vindt u van deze constructie? Schat de radiale stijfheid; geef opbouwend advies. Fig vijf sprieten bepalen de hartlijn L. hoe kunnen we die sprieten voorspannen? Fig welke factoren bepalen e 19. wat gebeurt er met e wanneer je c vergroot? 20. wat gebeurt er met e wanneer je m vergroot? 21. wordt een veer naarmate je hem indrukt stijver? 22. wat is de definitie van een dynamische plaatsfout? 23. wanneer er een sprong in de snelheid is wat moet er dan met om de versnellingsamplitude te verkleinen 24. wanneer er een sprong in de snelheid is wat moet er dan gebeuren met om de plaatsafwijking te verkleinen 25. wanneer er een spromg in de versnelling is wat moet er dan met om de versnellingsamplitude te verkleinen? 26. wanneer er een in sprong in de versnellings is wat moet er dan met om de plaatsafwijking te verkleinen? 27. wanneer er een sprong in de afgeleide van de versnelling is wat moet er dan met gebeuren om de versnellingsamplitude te verkleinen? 28. wanneer er een sprong in de afgeleide van de versnelling is wat moet er dan met gebeuren om de plaatsafwijking te verkleinen? 29. wat is 30. wat is i

7 31. hoe bereken je de geconcentreerde massa? 32. hoe wordt de stijfheid berekend 33. welke overbrengverhouding kunnen als vast en welke als variabel worden beschouwd 34. welke vervorming ondergaat de nokkenas en onder invloed van welke krachten 35. waarom wordt i uit het model geelimineerd 36. hoeveel eigenfrequenties heeft een constructie over het algemeen 37. bij het berekenen van de laagste eigenfrequentie wordt een waarde voor de stijfheid gehanteerd welke stijfheid is dat? 38. wat is de formule voor m eq 39. geef aan hoe torsiestijfheid bv om de x-as ontleend kan worden aan een koker 40. hoe ziet U 0, - grafiek eruit en wat doe je ermee? 41. hoe verhoog je de stijfheid van deze hefboom fig op welke wijze kan het probleem van het dynamische gedrag van een nokmechanisme aangedreven door een slappe as worden geinterpreteerd 43. welke parameter beheersen het dynamisch gedrag van een nokkenmechanisme waarvan de as niet oneindig stijf kan worden beschouwd 44. wat is F a 45. hoe kan de dip in de stijfheid worden gemeten aan een bestaande machine 46. hoe kan uit zo n meting de waarde van F a worden bepaald 47. waarom kan de resttrilling zo sterk toenemen als er sprake is van een relatief slappe as 48. wat zijn grote en wat zijn kleine F a waarden en wat betekenen ze? 49. wat zijn de eigenschappen? Fig wat zijn de voor- en nadelen? Fig men overweegt de bestaande lijn opnieuw te bestellen ivm groeien van de markt, doe een en leg uit hoe het werkt, fig 3.16??? 52. rond welke waarde van is de invloed van F a het grootst 53. wat is de essentie van statisch bepaald construeren 54. waarom wil je licht en stijf construeren

8 55. wat zijn de eigenschappen van een profiel bestaande uit twee plaatstroken met een snijlijn? 56. geef een voorbeeld van een open koker die geschikt is voor doorleiden van torsie, noem de voordelen 57. is een ronde rechthoekige of ovale buis torsiestijf 58. wat zijn de voordelen van een MAIJ-pers 59.?verkorting van de krachtweg? 60. wat zijn palmboomeffect, keukenstoel en groentenla 61. hoe maak je stijve doch lichte constructies 62. hoe construeer je een stijve hoekconstructie van een ronde buis 63. hoe kun je de torsiestijfheid verbeteren, fig waarom worden contacten voorgespannen 65. wat is het bijzondere aan deze profielen, fig hoeveel vrijheidsgraden zijn hier aanwezig? Fig hoe kun je deze constructie stijver maken, 6.87a 68. wat zijn de gevolgen van het doorlopen van speling 69. is de speling in een nok-aangedreven mechanisme altijd nokfunctie-afhankelijk 70. wat wordt bedoeld met relatieve speling 71. waar moet de volgveer worden geplaatst, fig wat is superpositie 73. waarvoor dient een harmonicabus, 3 voorbeelden] 74. hoe groot is bijvoorbeeld de speling in een kogelscharnier>? 75. wat is de minimale speling in een omzetschijf 76. waar moet je op letten bij het arreteren van bijgaande omzettafel (fig 5.9) 77. hoe maken we een spelingsvrije wentellagerconstructie met een hoge radiale en axiale stijfheid? Geef constructieve details 78. hoe kan ik een rondsel/tandwiel-overbrenging voorspannen zodanig dat deze geschikt is voor een robotaandrijving? (fig 5.31) 79. is de hierbij getoonde opstelling geschikt voor een duurproef van conische tandwielen? (fig 5.27)

9 80. wat is de manier om twee wormkasten onderling spelingsvrij voor tespannen? 81. hoe bereken je de dynamische plaatsfout in het geval van speling? 82. hoe breng je de dip in stijfheid in rekening bij de berekening van de plaatsfout in het geval van speling 83. noem voordelen van het gebruik van elastische elementen 84. wat kan een dmv elastische elementen vervaardigd scharnier aan hoekverdraaiing hebben? 85. hoe moet een kantelvrije rechtgeleiding(parallelllogram met twee bladveren) uitgevoerd worden 86. waar zou je bovenstaande rechtgeleiding moeten aandrijven? 87. hoe verloopt de berekening van een veer 88. wat moet ongeveer de verhouding zijn van de totale lengte van een gevouwen bladveer tov de hoogte 89. wat kun je bereiken door het verstijven van een draadveer 90. wat is het nadeel van een in het midden verstevigde draadveer 91. wat is ongeveer het hoekbereik van een gatscharnier 92. wat is in een constructie ( op tekening) van een gatscharnier van belang? 93. stel bij de montage van een instrument...stuk, hoe luidt uw reparatievoorschrift? 94. bij gebrek aan inbouwruimte en toepassing van draadvonken wordt vaak een speciale gatscharniergeometrie toegepast, welke? 95. welke typen kruisveerscharnier kent u, wat zijn de voor- en nadelen? 96. wat kun je zeggen van een ingeklemde onder een hoek weggetrokken bladveer? 97. waar moet je op letten bij het vervaardigen van elastische scharnieren uit kunststof 98. wat te denken van een drukschroefveer met vlakgeslepen uiteinden in een toepassing voor dynamische belasting 99. geef een voorbeeld waarbij bijgaande veer (a/l=..) gebruikt kan worden (fig 6.67c) 100. waarvoor is een negatieve stijfheid nuttig 101. hoe moet de positieve veer aan de negatieve veer gezet worden? Geef alleen de richting en de plaats aan is dit een juiste constructie om twee spindelmoeren op elkaar voor te spannen 103. wat houdt het instellen van een positie in?

10 104. na het instellen moet je fixeren wat mag er dan absoluut niet gebeuren 105. wat is essentieel in een convergerende instelprocedure 106. bij het instellen van contactpunten voor een verbrandingsmotor is het van belang dat het tijdstip en de lichthoogte goed zijn afgesteld, wat is de volgorde hiervan? 107. wat is actuatorkwaliteit? Geef de waarde plus berekening voor een schroefmaat 108. de actuator kwaliteit is 4*10-4, de nauwkeurigheid is 4*10-6 wat staat je te doen 109. wat is de instelfout van een stappen motor die 200 st/omw maakt 110. wat is dit voor soort manipulator, fig beschrijf de werking van de fijnafstelling van deze manipulator 112. wat is de bij een servosysteem en k s 113. wat is mertial match? waar dient het voor 114. wat is TDC waar is dit te vinden bij servosystemen 115. kun je met een servo een kleinere of grotere U 0 realiseren dan met een nokmechanisme? 116. bij assemblage wil je de servodemping optimaal afstellen. Wat moet je weten? h m,t m of h(t)? 117. na een verstoring blijkt een instelling verlopen te zijn, hoe heet dit verschijnsel 118. teken van bijgaande constructie een statische karakteristiek fig 8.8f 119. geef het model bij de karakteristiek fig 8.8j 120. wat is de virtuele speling en hoe groot is die? 121. hoe meten we de karakteristiek van een blackbox met ingaande en uitgaande as? 122. wanneer treed zelfremmendheid op 123. kan deze oplegging van een produkt verbeterd worden(fig 8.11) 124. hoe druk je bijgaand produkt tegen zijn vijf aanslagen aan (fig8.12 zonder veer) 125. waaraan moet de in de vorige vraag genoemde sluitkracht voldoen 126. wat gebeurt er met een ingeklemde bladveer bij het aanbrengen van een trekkracht, fig8.18/ hoe verklaar je de statische karakteristiek van bijgaande constructie, fig 8.26/8.27

11 128. wat is de remedie voor de in de vorige vraag getekende constructie 129. waarom is de zaaggleuf gemaakt in de bijgaande plaatverbinding( fig 8.32) 130. uit metingen blijkt dat de ingeklemde as in het V-blok niet geheel terugkomt na belasting, wat is de reden?(zeer nauwkeurig omschrijven)(fig 8.34) 131. wat is de oplossing voor probleem is de inklemconstructie van de bladveer zo stijf mogelijk op deze manier? (fig 8.37) 133. figuur 8.40, maar dan anders: is de slede zo correct vastgezet 134. waarom zijn as-naaf verbindingen in principe zo moeilijk als het gaat om het juist vastleggen van 6 DOF? 135. Hoe is deze verbinding ontworpen: fig Noem de nadelen van een dergelijke vrijloopkoppeling(fig 8.58) 137. Wat is de essentie van de balans(fig 8.64) 138. Geef de rotatie richting aan (fig 8.78) 139. Wat treedt er bij de afgebeelde 4-puntslager op( fig 9.3??) 140. Een diep groeflager heeft over het algemeen speling, waarom? 141. Bijgaand ontwerp heeft een probleem: wat is het& wat moet eraan gebeuren? (fig 4.54??) 142. Is bijgaande lagering juist geconstrueerd, motiveer het antwoord: 143. Waarvoor dienen de pennen in bijgaand draadlager(fig 9.24) 144. Goed of fout? 145. Fig 9.31: g of f 146. Fig 9.32: g of f 147. Fig 9.34,II: waarom is deze constructie zo uitgevoerd 148. Waar is een kantelschijfoverbrenging met name geschikt voor? 149. Geef voor-en nadelen van een staalbandoverbrenging tov een kettingoverbrenging 150. Welke DOF heeft de staalband vergeten nadat deze de rol slipvrij is gepasseerd 151. Schets de band die behoort bij meet dan een omwenteling bijv, 450 graden

12 152. Is de stijfheid van een stallbandoverbrenging optimaal bij lichte voorspanning 153. Realiseer bijgaand stangenmechanisme monolytisch dmv gatscharnieren(fig 11.3) 154. Voor een aandrijving dmv een nok blijkt dat de uitgaande slag net iets afwijkt van de gewenste. Modificeer deze constructie zodat er wel de juiste slag uitkomt 155. Kunt u de werking van bijgaand slagverstellingsmechanisme uitleggen( fig 11.13) 156. Bij het hierbij geschetste ontwerp is enige voorspanning op de mesoplegging gewenst, kunt u een voorstel doen om deze aan te brengen? 157. Is de kreukelzone bij een auto constructief gezien effectief voor de dissipatie van botsingsenergie? 158. Fig 8.17a)???

13 1. Wat is de stijfheid van een spriet. Slanke staafjes met een axiale stijfheid (EA/l) die hoog is tov de zijdelingse stijfheid. 2. Hoeveel DOF legt een bladveer vast. Een bladveer legt twee lengtes en een hoekvast, 1 lengte en twee hoeken vrij Zijn 2 bladveren genoeg voor het vastzetten van een lichaam. Een lichaam kan niet vast worden gezet met twee bladveren, draait om de sniijlijn van de twee bladveren, de beweging langs deze lijn is tweemaal vastgelegd. 5. Hoeveel DOF worden er vastgelegd in een 4 kolommenpers waarvan elke kolom is voorzien van twee spelingsvrije lagerbussen. 6. hoeveel DOF legt een ingesnoerde bladveer vast. 7. welke DOF worden vastgelegd (fig 1.7) 8. idem en welke (figuur blz 1-5 paragraaf 4-b ) vastleggen van 4 vrijheidsgraden twee lengtes en twee hoeken, met de vrije hoek om een vastgelegde lengte 9. idem geef een toepassing (fig blz 1-6 Correcte kruisveerscharnier) 5 vrijheidsgraden vastgelegd, drie lengtes en twee hoeken. Kruisveerscharnier 10. wat zijn interne vrijheidsgraden, geef een voorbeeld 11. door welke factoren worden de eigenfrequentie van een constructie bepaald 12. als een veer wordt ingedrukt, wordt hij stijver, GOED of FOUT 13. sprong in snelheid, willen versnelling laag houden; ω e? 14. waarom worden contacten voorgespannen? 15. is dit goed? Motiveer. 15. wat wordt bedoeld met relatieve speling? 16. na een verstoring blijkt een instelling verlopen te zijn. hoe heet dit verschijnsel &remedie 17. wat is virtuele speling en hoe groot is deze 18. is slede A correct vastgezet? PLAATJE 19. goed of fout?

14 F 20. waarom is dit zo uitgevoerd? 21. Tangen???? 22. vastleggen van een translatie 4 keer 23. holle trekstang 24. vijf sprieten bepalen hartlijn L, Hoe kun je ze voorspannen? 25. sprong in snelheid, afwijking plaats hoge of lage E.F.? 26. sprong in afgeleide van versnelling, max versnelling klein, E.F.? 27. wat is τ 28. wat zijn vaste en variabele overbrengverhoudingen? 29. welek vervormingen ondergaat de nokkenas en onder invloed van welke krachten? 30. waarom elimineren we de overbrengverhoudingen uit het model? 31. bij het berekenen van de laagste E.F. wordt een waarde voor de stijfheid gehanteerd, welke stijfheid is dat? 32. Hoe verhoog je de stijfheid van deze hefboom? (fig 2.32) 33. verklaar: palmboomeffect 34. verklaar: keukenstoelen 35. verklaar: groentenla 36. geef de definitie van F a 37. wat zijn grote en kleine F a waarden en wat betekenen ze? 38. noem enkele eigenschappen van dit onderdeel? (figuur 3.27??????) 39. rond welke waarde van τ is de invloed van F a het grootst? 40. wat is de essentie van statisch bepaald construeren? 41. waarom wil je licht en stijf construeren? 42. Hoe optimaliseer je bijgaande constructies? 43. wat zijn de eigenschappen van een profiel bestaande uit twee plaatstroken met 1 enkele snijlijn 44. geef een voorbeeld van een open koker die geschikt is voor het doorleiden van torsie, noem voordelen.

15 45. is een ronde, rechthoekige, vierkante of ovale buis torsiestijf? 46. is deze constructie stijver te maken? Hoe? F F 47. Wat is het voordeel van de rij MAIJ pers (????) 47. hoe maak je stijve doch lichte frame-constructies? 48. hoe construeer je een stijve hoekconstructie van ronde buis? 49. hoe verbeter je de torsiestijfheid van deze profielen? 51. wat is bijzonder aan deze profielen? 52. welke DOF liggen vast en wat kan blok B nog? PLAATJE 53. Wat is superpositie 54. wat is de minimale speling in een omzetschijf? 55. is de hierbij getoonde opstelling geschikt voor een duurproef van de conische tandwielen? PLAATJE 56. wat is de manier om twee wormkasten onderling spelingsvrij voor te spannen? 57. hoe bereken je de dynamische plaatsfout igv speling 58. noem voordelen van het gebruik van elastische elementen 59. hoe moet een kantelvrije rechtgeleiding (parallellogram met twee bladveren) uitgevoerd worden, waar moet je aandrijven? 60. wat moet ongeveer de verhouding zijn van de bloklengte van een gevouwen bladveer tov de hoogte

16 L1 L2 H 61. wat kun je bereiken door het verstijven van een draadveer. Hoe voer je dit constructief uit? Wat is het nadeel? 62. wat is ongeveer het hoekbereik van een gatscharnier? 63. wat is in een constructie (op tekening) van een gatscharnier van belang 64. stel bij montage gaat een gatscharnier kapot, hoe luidt uw reparatie voorschrift 65. bij gebrek aan inbouwruimte en toepassing van draadvonken wordt vaak een speciale gatscharnier geometrie toegepast, welke 66. welke typen kruisveerscharnier kent u, geef voor- en nadelen 67. wat kun je zeggen van een ingeklemde onder een hoek weggetrokken bladveer 68. waarop moet je letten bij het vervaardigen van elastische scharnieren uit kunststof 69. wat te denken van een druk(schroef)veer met vlakgeslepen uiteinden in een toepassing voor dynamische bealasting 70. geef een voorbeeld waarbij bijgaande veer (a/l=...) gebruikt kan worden F 71. waarvoor is negatieve speling nuttig? 72. hoe moet de positieve veer aan de negatieve veer gezet worden? Alleen richting en plaats. PLAATJE 73. wat houdt het instellen van de positie in 74. wat is essentieel in een convergerende instelprocedure 75. wat wordt verstaan onder actuatorkwaliteit, geef de waarde en berekening voor een schroefmaat 76. stel de actuatorkwaliteit is 4*10-4 en de in te stellen nauwkeurigheid is 4*10-6 wat staat je te doen? 77. wat is dit voor soort manipulator? PLAATJE 78. kan deze oplegging van een produkt op sprieten verbeterd worden, hoe?

17 79. hoe druk je bijgaand produkt tegen zijn 5 aanslagen, waarom moet de sluitkracht voldoen, hoe bereik je dat? 2x 1x 2x 80. wat gebeurt er met een ingeklemde bladveer bij het aanbrengen van een trekkracht? PLAATJE 81. hoe verklaar je de statische karakteristiek van bijgaande constructie, wat is de remedie PLAATJE 82. waarom is er een zaaggleuf gemaakt? PLAATJE 83. uit metingen blijkt dat de as niet geheel terugkeert na belasting waarom, oplossing 84. is de inklemconstructie van bijgaande bladveer zo stijf mogelijk, uitleg? PLAATJE 85. noem de nadelen van een dergelijke vrijloopkoppeling plaatje 86. een kunststof wieltje van een kinderbuggy roteert om een stilstaande as. Blijft dit nog goed functioneren na intensief gebruik? 87. geef de rotatierichting aan 88. wat treedt er bij het afgebeeld 4 puntslager op? 89. bijgaand ontwerp geeft een probleem. Wat is dat en wat doe je eraan? 90. is bijgaande lagering juist geconstrueerd? 91. waarvoor dienen de pennen in bijgaande draadlager 92. goed of fout, uitleg? 93. goed of fout, uitleg? 94. welke graden van vrijheid heeft de staalband (???) vergeten nadat de rol slipvrij is gepasseerd

18 95. schets de band die behoort bij meer dan een omwenteling bijv 450 graden 96. is de stijfheid van een staalbandoverbrenging optimaal bij lichte voorspanning 97. is de kreukelzone bij een auto constructief gezien voor de dissipatie van botsingsenergie 98. tot hoever kun je veilig omhoog klimmen? [klimmen op een helling] 99. kwantificeer het nadeel van een tafeltje op 3 poten dat horizontaal wordt verplaatst, remedie? 100. laser: straal (????) 101. wat vindt u van deze constructie, schat stijfheid.en geef advies 102. wat is de definitie van dynamische plaatsfout 103. op welke wijze wordt de geconcentreerde massa van een element berekend 104. hoe luidt de formule voor de equivalente massa hoe ziet U 0,τ-grafiek eruit en wat doe je ermee op welke wijze kan het probleem van het dynamische gedrag van een nokmechanisme, aangedreven door een relatief slappe as, beschouwd worden 107. welke parameters beheersen het dynamische gedrag van een nokmechanisme waarvan de as niet oneindig stijf beschouwd kan worden hoe kan de dip in de stijfheid worden gemeten aan een bestaande machine 109. hoe kan uit zo n meting de waarde van F a worden bepaald 110. waarom kan de resttrilling zo sterk toenemen als er sprake is van een relatief slappe as 111. noem voor- en nadelen van dit werktuigonderdeel 112. men overweegt bestaande lijn opnieuw te bestellen, doe een voorstel en leg uit hoe het werkt (lijnband) rekening [??????] 113. wat zijn de gevolgen voor het doorlopen van speling 114. is de speling in een nok aangedrevenmachine altijd nokfunctie afhankelijk 115. waarvoor dient een harmonicabus, geef drie voorbeelden 116. waar moet je op letten bij het arreteren van bijgaande omzettafel 117. hoe maken we een spelingsvrije wentellagerconst. Met een hoge radiale en axiale stijfheid?details 118. hoe kan ik een rondsel/tandwiel overbrenging voorspannen zodanig dat deze geschikt is voor robotaandrijving

19 119. hoe breng je de dip in stijfheid inrekening bij het berekenen van de plaatsfout igv speling 120. hoe verloopt een berekening van een veer 121. is dit de juiste constr. Om 2 spindelmoeren op elkaar voor te spannen 122. beschrijf de werking van de fijnafstelling van deze manipulator (zie voorgaande manipulatie) 123. wat is τ bij een servosysteem en k s 124. wat is inertiel match, waar dient het voor 125. wat is TDC waarom moet je dat gebruiken in een servo-ontwerp 126. kun je met een servo een kleinere of grotere U 0 realiseren dan met een nokmechanisme. Wat is de reden 127. bij assemblage handelingen wil je de servodemping optimaal afstellen, wat moet je weten hm,tm of h(l) 128. teken van bijgaande constructie een statische karakteristiek 129. geef een bijgaande statische karakteristiek een model 130. hoe meten we de karakteristiek van een black box met een in en uitgaande as 131. hoe is deze verbinding ontworpen. Wat is de bedoeling van deze manier van monteren 132. realiseer bijgaand stangenmechanisme monolytisch dmv gatscharnieren 133. voor een aandrijving dmv een nok blijkt dat de uitgaande stang net iets afwijkt van de gewenste, modificeer deze constructie zo dat er wel de juiste slag uitkomt 134. bij het hierbij geschetste ontwerp is enige voorspanning op de mesoplegging gewenst. Kunt u een voorstel doen om deze aan te brengen.

20 Opgave 2 constructieprincipes tentamen juli 2000 Gegevens zie ook figuur: 1) Roterende schijf φ 300*15mm aluminium ρ=2700kg/m 3, J=1/2*m*r 2 2) Daarop symmetrisch verdeeld productdragers met massa 0,1 kg elk, te monteren op straal 150mm, productmassa verwaarloosbaar. Er kunnen 2,3,4,,6 of 12 productdragers gemonteerd worden. 3) Aandrijfas, staal G=8*10 10 N/m 2, d=15mm l=300, k=g*i p /l, I p =d 4 /10 4) Tandwielreductie, spelingsvrij (voorgespannen) wrijving verwaarlozen, reductie traagheid verwaarlozen, overbrengingsverhouding i is afhankelijk van het aantal productdragers goed aangepast op inertial match α=0,5 5) Motor: Gelijkstroom servomotor J=590*10-6 kgm 2 k m =k e =0,25Nm/A R=8Ω R th =3K/W θ max =130 o C, omgevingstemperatuur 20 o C 6) Er is positie- en snelheidsterugkoppeling op de motoras. De op de regelkaart toegepaste bewegingsfunctie is een parabool, het snelheidsprofiel is driehoekig (helaas thermisch niet optimaal), de versnelling blokvormig. U 0 =0,05τ Na iedere draaftafelbeweging (doorzetten) is er een stilstand gepland voor de bewerking aan het product van 0,5s. Er is een enkelvoudig bewerkingsstation. Vraag: bereken de dynamische plaatsfout aan de omtrek van de schijf in tangentiele richting in meters voor de gegeven aantallen productdragers, uitgaande van een enkelvoudig bewerkingsstation.

21 Roterende schijf 1 φ 300x15 (Intermitterend opgezet Hoek afhankelijk aantal productdragers) Productdrager Productdrager 2 v encoder As φ 15x300 Motor J=590*10^-6 Reductor i=,,,, Model J1=J schijf +n*m drager *(r schijf )^2 k as 3 i Ω1 J1 k as 3 J motor Ω1=Ω2 Ω2 J motor /i^2 α=0,5 ks ks ϕ ϕ

22 θ θ amb I = max max immers TDC R Rth T E = I max k m 2 Δθ I R TDC = Δθ = 130 C 20 C TE = J tot ϕ max J tot = J mot + J1 ( α = 0,5) i ϕ m 1 2 max ( T 1 = ϕ ) analoog met s = at π π π 2π ϕ m =,,,, π (30,60,90,120,180 ) voor respectievelijk 12,6,4,3, productdragers bij α = 0, 5 ω e 1 = 0, 61ω 1 R th Geef maximaal 3 constructieve adviezen ter verbetering

23 Constructieprincipes Tentamen Opdracht 2 Een viervoudig vacuüm systeem (b.v. een aluminiumopdampsysteem voor CD-productie ) te 1 2 kg modelleren als massieve stalen schijf φ 500 mm, dik 35 mm ( J = mr ), ρ = m wordt aangedreven met een centrale eveneens stalen as (φ 30 mm, effectieve lengte 300 mm). 4 GI p d 10 N k =, I p =, G = 8 10 door een servomotor/reductor en moet telkens l 10 m graden worden opgezet. De maximaal toegestane tangentiële onnauwkeurigheid op een straal van 180 mm bedraagt 0,05 mm. Tandwielreductie, s-pelingsvrij (voorgespannen) wrijving verwaarlozen reductie traagheid verwaarlozen, overbrengingsverhouding I is aangepast op inertial match α = 0,5. Bij α = 0,5 geldt: ω e 1 = 0, 61ω 1. Er is positieterugkoppeling op de motoras. De op de regelkaart toegepaste bewegingsfunctie is een parabool, het snelheidsprofiel is driehoekig (helaas thermisch niet optimaal) 2. U 0 = 0, 05τ Gevraagd: Teken het vierde orde dynamisch model, geef de berekening en waarden daarbij en bepaal de minimale opzettijd voor de gevraagde onnauwkeurigheid. Viervoudig vacuüm systeem As φ 30x300 reductor motor encoder

24 Constructie Principes 4C620 Trimester 2.3 Werktuigbouwkunde a Wat is de oorzaak van de slijtage in de scharnier van de tang?

25 Bij het sluiten van de tang neemt de sluitkracht toe van nul tot de noodzakelijke waarde. Daarbij wrikken of schuiven de tanghelften nog wat in hun scharnier en dat tekent zich dan vaak af als een beschadiging in het produkt. Zolang dit niet leidt tot afgekeurde produkten blijft de productenstroom doorlopen, de slijtage van de tang sommeert echter. Het wekt dan ook geen verbazing dat het overgrote deel van het onderhoud (kosten, tijd en reserveonderdelen) bij produktiemachines betrokken is op die machine-onderdelen die direct met het produkt in aanraking komen. 001b Geef een mogelijke oplossing voor dit probleem. Een vaste stijve tanghelft geeft de plaatsinformatie en de andere tangbek (in alle richtingen elastisch), verzorgt enkel de noodzakelijke voorspankracht waarmee het produkt in de stijve bek gedrukt wordt. 002 Geef de uitvoeringen van het vastleggen van een vrijheidsgraad. Een lengte: Een hoek: 003 Hoeveel vrijheidsgraden heeft een bladveer? Een bladveer legt 2 lentes en 1 hoek vast. Dus vrij 1 lengte en twee hoeken. 004 Zijn twee bladveren voldoende voor het vastzetten van een lichaam? Een lichaam kan niet vast worden gezet met twee bladveren, draait om de snijlijn van de twee bladveren, de beweging langs deze lijn is tweemaal vastgelegd. 005 Hoeveel vrijheidsgraden zijn vastgelegd in een vier kolommenpers? De gebruikelijke 4 kolommenpers met zijn 8 geleidingsvoeringen die elk 4 vrijheidsgraden vastleggen is 8*4 = 32 (32-5=27 voudig overbepaald). 006 Wat is de stijfheid van een spriet? Blz.1

26 De axiale stijfheid van een spriet (EA/L) is hoog ten opzichte van de zijdelingse stijfheid. Aangenomen wordt dat de vrijgelaten bewegingen klein zijn ten opzichte van de sprietlengte, zodat bijvoorbeeld een spriet in de x-richting geacht wordt de x coördinaat van een star lichaam vast te leggen, ongeacht kleine bewegingen in y, z, ϕ, ψ, θ. 007 Hoeveel vrijheidsgraden legt een holle trekstang vast? Legt twee vrijheidsgraden vast z,θ. 008 Wat zijn interne vrijheidsgraden? Een star lichaam heeft geen interne vrijheidsgraden en kan dus met de bekende zes externe belemmeringen geheel gedefinieerd in de wereld worden gefixeerd. In realistische constructies is bijna nooit iets helemaal vrij of helemaal vastgelegd het is een kwestie van meer of minder slap of met meer of minder wrijving, meer of minder speling etc. Dit zijn voorbeelden van mogelijke interne vrijheidsgraden in constructies. 6 vrijheidsgraden maar het lichaam kan toch nog bewegen. 009 Geef en voorbeeld van een constructie met interne vrijheidsgraden? Het bekende probleem van de tafel op 3 of 4 poten, hij is flink buigstijf maar slechts matig torsiestijf en dus is op een redelijk vlakke vloer die 4 e poot meestal een verbetering van het functioneren als tafel. Voorbeeld een schoenendoos. 010 Hoeveel vrijheidsgraden legt en ingesnoerde bladveer vast? Legt twee vrijheidsgraden vast. 011 Hoeveel en welke vrijheidgraden zijn er? Alleen rotatie om de verticale as. Blz.2

27 012 Hoeveel en welke vrijheidsgraden zijn er? Twee lengtes en twee hoeken met de vrij hoek om een vastgelegde lengte. 013 Hoeveel en welke vrijheidsgraden zijn er? Drie lentes en twee hoeken; een kruisveer scharnier. 014 Kwantificeer het nadeel van een tafeltje op drie pootjes dat een horizontale verplaatsing moet maken. Remedie? Buigstijf maar weinig torsiestijf, oplossing vierde poot. 015 Hoe zet ik deze laser vast aan het frame zodanig dat bij het opwarmen er toch in punt A gelast kan worden. Dit wordt bereikt door ondersteunende bladveren te plaatsen met hun normaal gericht op het TC. Deze bladveren leggen 3 keer twee vrijheidsgraden vast (u,z) In radiële zin is de stijfheid laag. 016 Wat vindt u van deze constructie, schat de radiële stijfheid, geef opbouwend advies. Slechte constructie, stijfheid is klein, doorgetrokken gat randen. Blz.3

28 017 Vijf sprieten bepalen de hartlijn L Hoe kunne we die sprieten voor spannen? 018 Welke factoren bepalen ω e? De ongedempte eigenfrequentie wordt bepaald door de massa en de stijfheid volgens ω e = c/m. 019 Wat gebeurt er met ω e als je c vergroot? c - ω e - met factor c. 020 Wat gebeurt er met ω e als je m vergroot? m - ω e - met factor 1 / m. 021 Wordt een veer naarmate je hem verder indrukt stijver? Stijfheid is constant verondersteld bij een lineaire veer. 022 Wat is de definitie van de dynamische plaatsfout? Het verloop van de uitgaande beweging (x) verschilt in het verloop van de ingaande beweging h(t). u = x - h (t). 023 Wanneer er een sprong in de snelheid is wat moet er dan met ω gebeuren om de versnellingsamplitude te verkleinen? Sprong in de snelheid, versnellingsamplitude omlaag ü = ω e V b, dus ω e omlaag. 024 Wanneer er een sprong in de snelheid is wat moet er dan met ω gebeuren om de plaatsafwijking te verkleinen? Sprong in de snelheid, plaatsafwijking omlaag u = V b / ω e,dus ω e omhoog. 025 Wanneer er een sprong in de versnelling is wat moet er dan met ω gebeuren om de versnellingsamplitude te verkleinen? u rk = a, ω e geen invloed. 026 Wanneer er een sprong in de versnelling is wat moet er dan met ω gebeuren om de plaatsafwijking te verkleinen? u rk = 2 a / ω e 2, dus ω e omhoog. Blz.4

29 027 Wanneer er een sprong in de afgeleide van de versnelling is, wat moet er dan met ω e gebeuren om de versnellingsamplitude te verkleinen. ü bg = b/ω e, dus ω e omhoog. 028 Wanneer er een sprong in de afgeleide van de versnelling is, wat moet er dan met ω e gebeuren om de plaatsafwijking te verkleinen? u bg = b/ω e 3 + bt/ω e 2, dus ω e omhoog. 029 Wat is τ? Relatieve trillingstijd is trillingstijd gedeeld door de opzet tijd. τ = Te / t m. 030 Wat is i? De overbrengingsverhouding (i) is uitgaande beweging / ingaande beweging. 031 Hoe bereken je de geconcentreerde massa? De geconcentreerde massa wordt berekend door de traagheid constant te houden. Als J bekend is kun je de geconcentreerde massa berekenen door m =J / R Hoe wordt de stijfheid berekent? Stijfheid is kracht gedeeld door elastische vervorming. 033 Welke overbrengingen kunnen als vast en welke als variabel worden beschouwd? Als de overbrengings verhoudingen tussen uit en ingang slechts weinig varieert spreken we van constante overbrengingen. Hefboom. Bij variabele overbrengings verhoudingen verandert de momentane verhouding tussen nokrol verplaatsing en hoekverdraaiing van de nokschijf voortdurend. 034 Welke vervorming ondergaat de nokkenas en onder invloed van welke krachten gebeurt dit? - Doorbuiging door radiale belasting. - Tangentiële uitbuiging door tangentiële belasting. - Torsie door aandrijfmoment van de motor. 035 Waarom wordt i uit het model geëlimineerd. Om een vereenvoudiging aan te brengen en om het mogelijk te maken de bijdrage van de stijfheid en de massa van de verschillende elementen onderling vergelijken. 036 Hoeveel eigenfrequenties heeft een constructie over het algemeen? Een constructie of mechanisme heeft oneindig veel eigenfrequenties, aangezien de massa en stijfheid continu verdeeld zijn. 037 Bij het berekenen van de laagste eigenfrequentie wordt een waarde van de stijfheid gehanteerd. Welke stijfheid is dat? Blz.5

30 1/ c c = n i=1 1 / c i. Constructieprincipes 4C Wat is de formule voor m eq? m eq = m m i ( (1/c /c n ) / (1/c n ) ) m n ( (1/c n ) / (1/c c )) 2 T e = 2Π ( m eq / c c ) 039 Geef aan hoe de torsie stijfheid, bijv. om de x - as ontleent kan worden aan een koker. Men verhindert vlakke doorsnede van vorm te veranderen. Bij een kokerprofiel gebeurt dit door twee doorsnede verhindert van vorm te veranderen. Er moeten dus twee tussen of eind schotten worden aangebracht. Koelkast. 040 Hoe ziet een U 0 - τ grafiek eruit en wat doe je ermee? Relatieve plaatsonnauwkeurigheid voor bepaalde τ bepalen. Als je dit voor meerdere nokkrommen doet, kun je bepalen welke de gunstigste is. (sinusvormig). De responsie diagrammen geven aan dat in een gebied waar praktische waarden van τ voorkomen de gevoeligheid voor slapte in de aandrijving groot is. 041 Hoe verhoog je de stijfheid van deze hefbomen? 042 Op welke wijze kan het probleem van het dynamisch gedrag van een nokmechanisme aangedreven door een slappe as worden geïnterpreteerd? 043 Welke parameters beheersen het dynamisch gedrag van een nokken mechanisme waarvan de as niet oneindig stijf beschouwd kan worden? F a en τ. Blz.6

31 044 Wat is de Fa? Constructieprincipes 4C620 Fa = Cc/k (hm/βm) 2 = stijfheids factor de verhouding tussen constante stijfheid tot de stijfheid van de aandrijving. 045 Hoe kan de dip in stijfheid worden gemeten aan een bestaande machine? De dip in de stijfheid hangt geheel af van de gekozen nok functie en Fa, de stijfheids factor van de aandrijving. Stijfheid van alle onderdelen bepalen Cc. 046 Hoe kan uit zo n meting de waarde van fa worden bepaald? Cmin / Cc = 1 / (1+ H 2 Fa ) --. Fa =.. H bekend. Dan H max. ook. 047 Waarom kan de resttrilling zo sterk toenemen als er sprake is van een relatief slappe as? Door vrijkomen van de energie die bij elastische vervorming is opgeslagen. 048 Wat zijn grote en wat zijn kleine Fa waarde en wat betekenen ze? Klein Fa = 0 Grote as stijfheid. Groot Fa = 3 lage as stijfheid. 049 Wat zijn de eigenschappen? Concentrische uitvoering, ongeschikt voor snel draaiende assen, werkt als cardanas, overdrager van allen hoekinformatie. 050 Wat zijn de voor en nadelen? Voordelen: goedkoop, zeer goede verhouding tussen hoge hoekstijfheid en een goede belastbaarheid, met de plaatdikte als handige variabele. Nadelen: de massa van het koppelstuk is maar in 3 vrijheidsgraden vastgelegd zodat onbeheerste bewegingen ( in z en in de twee kantelhoeken) niet uitgesloten zijn. Blz.7

32 051 Men overweegt de bestaande lijn opnieuw te bestellen i.v.m. groeiende markt. Doe een voorstel en leg uit waarom. Snellopende as met doorgaande reeks wormen en wormwielen op nokkenasjes. P = T W - T dan W++ - p = constant. Dun asje met een zeer hoog toerental met verhouding +/- 1/3 toerental motor. Bij een 1 op 20 overbrenging is de bijdrage van de slapte kwadratisch kleiner dus 400 keer. 052 Rond welke waarde van τ. Is de invloed van Fa het grootst? τ = 0,2 053 Wat is de essentie van statisch bepaald construeren? 054 Waarom wil je licht en stijf concentreren? Kleine plaatsonnauwkeurigheid. Licht, eigen gewicht is ook vaak een belangrijk deel van de belasting op een constructie. Stijf zo min mogelijk vervorming bij een bepaalde belasting. 055? 056 Wat zijn de eigenschappen van een profiel bestaande uit twee plaatstroken met een snijlijn. Blijven torsie slap hoe vaak je ze ook inklemt. 057 Geef een voorbeeld van een open koker die geschikt is voor het doorleiden van torsie en noem de voordelen. Elke koker waarbij de dwarsdoorsnede een statisch bepaald vakwerk oplevert voldoet. Als eenvoudigste en enige interessante uitvoering dus de driehoekige koker. Deze is uiterst torsiestijf. 058 Is een ronde, vierkante, rechthoekige of ovale buis torsiestijf? In volgorde van torsiestijfheid : rond - ovaal - vierkant - rechthoekig. 059? 060 Wat zijn de voordelen van een MAIJ - pers? Kracht loopt alleen door de c vormige juk - het frame blijft onbelast ( geen krachten in de pers) - geen vervorming - geen slijtage, goede blijvende rechtgeleiding - goede toegankelijkheid. Blz.8

33 061 Wat zijn de voordelen van krachtweg verkorting? Minder groot deel van de constructie belasten Minder elastische energie opslaan. Vrijkomen ervan geeft minder problemen. 062 Wat zijn palmboom effect, keukenstoel en groentela? Palmboomeffect: de lagerstoelen van nokkenas en hefboom veren onder belasting uit elkaar. Lange krachtweg. Keukenstoelen: Bij machines motoren gereedschapswerktuigen meetopstellingen enz. is echter de krachtoverdracht tussen machinedelen onderling veel groter dan het eigengewicht en is vooral de relatieve plaatsonnauwkeurigheid van de delen onderling meestal van veel groter belang dan de positie ten opzichte van de omringende wereld. Krachtdoorleiding en stijfheid is dan primair een interne aangelegenheid; de afsteuning naar de aarde is bijzaak. Groentela Het vlak houden van vlakke doorsneden met behulp van tussen of eindschotten de kokerbalk tussen de panelen van de koelkast. De koelkast wordt hierdoor torsiestijf. 063 Hoe maak je stijve doch lichte frame constructies. Combineer vakwerk met vlakke plaat; toepassing van dunwandige kokerprofielen. 064 Hoe construeer je een stijve hoekconstructie van een ronde buis? 065 Hoe kun je de torsiestijfheid verbeteren? Alle open profielen met twee of meer vouwlijnen: het vlak houden van een doorsnede door deze vast te lassen aan een dikke plaat. Bij lange profielen regelmatig herhalen. 066 Waarom worden contacten voorgespannen? Op deze manier is het onmogelijk dat mogelijk speling doorlopen wordt. 067 Wat is het bijzondere aan deze profielen? Blz.9

Ontwerpopdracht Constructieprincipes Opleiding Fijnmechanische techniek / Mechatronica Hogeschool van Utrecht

Ontwerpopdracht Constructieprincipes Opleiding Fijnmechanische techniek / Mechatronica Hogeschool van Utrecht Ontwerpopdracht Constructieprincipes Opleiding Fijnmechanische techniek / Mechatronica Hogeschool van Utrecht Ellart A. Meijer April 2004 Inhoud 1. Vast te leggen vrijheidsgraden... 4 Overzicht van vrijheidsgraden:...

Nadere informatie

1. Opdrachtomschrijving. 2. Probleemstelling / Doelstelling. 3. Uitwerkingen van de vragen: Bijlagen: Inhoudsopgave: 1.

1. Opdrachtomschrijving. 2. Probleemstelling / Doelstelling. 3. Uitwerkingen van de vragen: Bijlagen: Inhoudsopgave: 1. Inhoudsopgave: 1. Opdrachtomschrijving 1.1 Het Project 2. Probleemstelling / Doelstelling 2.1 Probleemstelling 2.2 Doelstelling 2.3 Eisen 3. Uitwerkingen van de vragen: 3.1 Welke coördinaten moeten worden

Nadere informatie

PT Mechatronica. Ontwerpopdracht Constructie Principes

PT Mechatronica. Ontwerpopdracht Constructie Principes PT Mechatronica Ontwerpopdracht Constructie Principes Project PT Mechatronica (-) Auteur(s) P.C.Horsan Datu Titel Ontwerpopdracht Constructie Principes ID CP- Status Filenaa cp final.doc Versie 0. Afgedrukt

Nadere informatie

2. Vind een configuratie voor een lens-geleiding die aan de specificaties kan voldoen. Geef deze configuratie weer in voldoende schetsen.

2. Vind een configuratie voor een lens-geleiding die aan de specificaties kan voldoen. Geef deze configuratie weer in voldoende schetsen. Uitwerking van de ontwerpopdracht Constructieprincipes door: Anton Verbruggen. 1. Welke coördinaten oeten worden vastgelegd. Alle behalve de z-as. Overigens ga ik ervan uit een zeer geringe rotatie o de

Nadere informatie

Ontwerpopdracht Constructieprincipes

Ontwerpopdracht Constructieprincipes Ontwerpopdracht onstructieprincipes Opdrachtgever: hr. M.P. Koster Opdrachtnemers: hr. M.. akker hr. J.J. Ellermeijer msterdam 8 pril 00. Inhoudsopgave Samenvatting.... Ontwerp opdracht construeren...

Nadere informatie

Module 6 Uitwerkingen van de opdrachten

Module 6 Uitwerkingen van de opdrachten 1 Module 6 Uitwerkingen van de opdrachten Opdracht 1 De in figuur 6.1 gegeven constructie heeft vier punten waar deze is ondersteund. A B C D Figuur 6.1 De onbekende oplegreacties zijn: Moment in punt

Nadere informatie

Module 5 Uitwerkingen van de opdrachten

Module 5 Uitwerkingen van de opdrachten Module 5 Uitwerkingen van de opdrachten Opdracht 1 Deze oefening heeft als doel vertrouwd te raken met het integreren van de diverse betrekkingen die er bestaan tussen de belasting en uiteindelijk de verplaatsing:

Nadere informatie

Module 6 Uitwerkingen van de opdrachten

Module 6 Uitwerkingen van de opdrachten 1 Module 6 Uitwerkingen van de opdrachten Hoofdstuk 2 Statisch onbepaald Opdracht 1 De in figuur 6.1 gegeven constructie heeft vier punten waar deze is ondersteund. Figuur 6.1 De onbekende oplegreacties

Nadere informatie

XXX INTERNATIONALE NATUURKUNDE OLYMPIADE PADUA, ITALIË PRACTICUM-TOETS

XXX INTERNATIONALE NATUURKUNDE OLYMPIADE PADUA, ITALIË PRACTICUM-TOETS XXX INTERNATIONALE NATUURKUNDE OLYMPIADE PADUA, ITALIË PRACTICUM-TOETS 20 juli 1999 13.1 practicum toets ---63 De Torsieslinger In dit experiment bestuderen we een relatief complex mechanisch systeem een

Nadere informatie

Rekenmachine met grafische display voor functies

Rekenmachine met grafische display voor functies Te gebruiken rekenmachine Duur Rekenmachine met grafische display voor functies 100 minuten 1/5 Opgave 1. Een personenauto rijdt met een beginsnelheid v 0=30 m/s en komt terecht op een stuk weg waar olie

Nadere informatie

Projectopdracht Bovenloopkraan

Projectopdracht Bovenloopkraan Projectopdracht Bovenloopkraan De opdrachten: Om op een veilige, en verantwoorde manier te kunnen werken, moet er in een werkplaats een bovenloopkraan met een loopkat worden gemonteerd. Een loopkat is

Nadere informatie

m C Trillingen Harmonische trilling Wiskundig intermezzo

m C Trillingen Harmonische trilling Wiskundig intermezzo rillingen http://nl.wikipedia.org/wiki/bestand:simple_harmonic_oscillator.gif http://upload.wikimedia.org/wikipedia/commons/7/74/simple_harmonic_motion_animation.gif Samenvatting bladzijde 110: rilling

Nadere informatie

Projectopdracht Bovenloopkraan

Projectopdracht Bovenloopkraan Projectopdracht Bovenloopkraan De opdrachten: Om op een veilige, en verantwoorde manier te kunnen werken, moet er in een werkplaats een bovenloopkraan met een loopkat worden gemonteerd. Een loopkat is

Nadere informatie

LOPUC. Een manier om problemen aan te pakken

LOPUC. Een manier om problemen aan te pakken LOPUC Een manier om problemen aan te pakken LOPUC Lees de opgave goed, zodat je precies weet wat er gevraagd wordt. Zoek naar grootheden en eenheden. Schrijf de gegevens die je nodig denkt te hebben overzichtelijk

Nadere informatie

Tussentoets 2 Mechanica 4RA03 17 oktober 2012 van 9:45 10:30 uur

Tussentoets 2 Mechanica 4RA03 17 oktober 2012 van 9:45 10:30 uur Tussentoets 2 Mechanica 4RA03 7 oktober 20 van 9:45 0:30 uur De onderstaande balkconstructie bestaat uit een horizontale tweezijdig ingeklemde (bij punten A en D) rechte balk met een lengte van m die zowel

Nadere informatie

Trillingen en geluid wiskundig

Trillingen en geluid wiskundig Trillingen en geluid wiskundig 1 De sinus van een hoek 2 Radialen 3 Uitwijking van een harmonische trilling 4 Macht en logaritme 5 Geluidsniveau en amplitude 1 De sinus van een hoek Sinus van een hoek

Nadere informatie

Projectopdracht Bovenloopkraan

Projectopdracht Bovenloopkraan Projectopdracht Bovenloopkraan De opdrachten: Om op een veilige, en verantwoorde manier te kunnen werken, moet er in een werkplaats een bovenloopkraan met een loopkat worden gemonteerd. Een loopkat is

Nadere informatie

Basismechanica. Blok 2. Spanningen en vervormingen

Basismechanica. Blok 2. Spanningen en vervormingen Blok 2 2.01 Een doorsnede waarin de neutrale lijn (n.l.) zich op een afstand a onder de bovenrand bevindt. a = aa (mm) De coordinaat ez van het krachtpunt (in mm). 2 2.02 Uit twee aan elkaar gelaste U-profielen

Nadere informatie

Vraag 1. F G = 18500 N F M = 1000 N k 1 = 100 kn/m k 2 = 77 kn/m

Vraag 1. F G = 18500 N F M = 1000 N k 1 = 100 kn/m k 2 = 77 kn/m Vraag 1 Beschouw onderstaande pickup truck met de afmetingen in mm zoals gegeven. F G is de massa van de wagen en bedraagt 18,5 kn. De volledige combinatie van wielen, banden en vering vooraan wordt voorgesteld

Nadere informatie

Solid Mechanics (4MB00) Toets 2 versie 1

Solid Mechanics (4MB00) Toets 2 versie 1 Solid Mechanics (4MB00) Toets 2 versie 1 Faculteit : Werktuigbouwkunde Datum : 1 april 2015 Tijd : 13.45-15.30 uur Locatie : Matrix Atelier Deze toets bestaat uit 3 opgaven. De opgaven moeten worden gemaakt

Nadere informatie

tentamen stromingsleer (wb1225), Faculteit 3mE, TU Delft, 28 juni 2011, u

tentamen stromingsleer (wb1225), Faculteit 3mE, TU Delft, 28 juni 2011, u Dit tentamen bestaat uit twee delen: deel I bestaat uit 7 meerkeuzevragen en deel II bestaat uit twee open vragen. Deel I staat voor 40% van uw eindcijfer. Deel I invullen op het bijgeleverde formulier.

Nadere informatie

Mechanica van Materialen: Voorbeeldoefeningen uit de cursus

Mechanica van Materialen: Voorbeeldoefeningen uit de cursus Mechanica van Materialen: Voorbeeldoefeningen uit de cursus Hoofdstuk 1 : Krachten, spanningen en rekken Voorbeeld 1.1 (p. 11) Gegeven is een vakwerk met twee steunpunten A en B. Bereken de reactiekrachten/momenten

Nadere informatie

RBEID 16/5/2011. Een rond voorwerp met een massa van 3,5 kg hangt stil aan twee touwtjes (zie bijlage figuur 2).

RBEID 16/5/2011. Een rond voorwerp met een massa van 3,5 kg hangt stil aan twee touwtjes (zie bijlage figuur 2). HOOFDSTUK OOFDSTUK 4: K NATUURKUNDE KLAS 4 4: KRACHT EN ARBEID RBEID 16/5/2011 Totaal te behalen: 33 punten. Gebruik eigen grafische rekenmachine en BINAS toegestaan. Opgave 0: Bereken op je rekenmachine

Nadere informatie

TENTAMEN DYNAMICA (140302) 29 januari 2010, 9:00-12:30

TENTAMEN DYNAMICA (140302) 29 januari 2010, 9:00-12:30 TENTAMEN DYNAMICA (14030) 9 januari 010, 9:00-1:30 Verzoek: begin de beantwoording van een nieuwe vraag op een nieuwe pagina. En schrijf duidelijk: alleen leesbaar en verzorgd werk kan worden nagekeken.

Nadere informatie

Tentamen io1030 Product in werking (vragenblad) Maandag 12 april 2010; 18:00 21:00 uur

Tentamen io1030 Product in werking (vragenblad) Maandag 12 april 2010; 18:00 21:00 uur Tentamen io1030 Product in werking (vragenblad) Maandag 12 april 2010; 18:00 21:00 uur Mededelingen Dit tentamen bestaat uit 6 bladzijden en is onderverdeeld in 3 delen (I, II en III). Een aantal vragen

Nadere informatie

EXAMEN VOORBEREIDEND WETENSCHAPPELUK ONDERWIJS IN 1979 , I. Dit examen bestaat uit 4 opgaven. " '"of) r.. I r. ',' t, J I i I.

EXAMEN VOORBEREIDEND WETENSCHAPPELUK ONDERWIJS IN 1979 , I. Dit examen bestaat uit 4 opgaven.  'of) r.. I r. ',' t, J I i I. .o. EXAMEN VOORBEREDEND WETENSCHAPPELUK ONDERWJS N 1979 ' Vrijdag 8 juni, 9.00-12.00 uur NATUURKUNDE.,, Dit examen bestaat uit 4 opgaven ',", "t, ', ' " '"of) r.. r ',' t, J i.'" 'f 1 '.., o. 1 i Deze

Nadere informatie

Tentamen Mechanica ( )

Tentamen Mechanica ( ) Tentamen Mechanica (20-12-2006) Achter iedere opgave is een indicatie van de tijdsbesteding in minuten gegeven. correspondeert ook met de te behalen punten, in totaal 150. Gebruik van rekenapparaat en

Nadere informatie

TENTAMEN ELEKTROMAGNETISME

TENTAMEN ELEKTROMAGNETISME TENTMEN ELEKTROMGNETISME 23 juni 2003, 14.00 17.00 uur Dit tentamen bestaat uit 4 opgaven. OPGVE 1 Gegeven is een zeer dunne draad B waarop zch een elektrische lading Q bevindt die homogeen over de lengte

Nadere informatie

Het ontwerp van een 2-assige scanspiegel voor de ruimtevaart

Het ontwerp van een 2-assige scanspiegel voor de ruimtevaart Het ontwerp van een 2-assige scanspiegel voor de ruimtevaart Scanspiegels hebben een breed toepassingsgebied in zowel de lucht- en ruimtevaart als wel in toepassingen op aarde, van laserbewerkingsmachines

Nadere informatie

PROJECT 1: Kinematics of a four-bar mechanism

PROJECT 1: Kinematics of a four-bar mechanism KINEMATICA EN DYNAMICA VAN MECHANISMEN PROJECT 1: Kinematics of a four-bar mechanism Lien De Dijn en Celine Carbonez 3 e bachelor in de Ingenieurswetenschappen: Werktuigkunde-Elektrotechniek Prof. Dr.

Nadere informatie

Eindexamen vwo natuurkunde I

Eindexamen vwo natuurkunde I Opgave Lichtpracticum maximumscore De buis is aan beide kanten afgesloten om licht van buitenaf te voorkomen. De buis is van binnen zwart gemaakt om reflecties van het licht in de buis te voorkomen. inzicht

Nadere informatie

Engineering ideeën. Plaat en profiel toelevering RVS en Staal

Engineering ideeën. Plaat en profiel toelevering RVS en Staal Engineering ideeën Plaat en profiel toelevering RVS en Staal Ruimtelijke constructies Dit boekje geeft inzicht in het ontwerpen en fabriceren van ruimtelijke constructies. Laat u inspireren door de innovatieve

Nadere informatie

VAK: Mechanica - Sterkteleer HWTK

VAK: Mechanica - Sterkteleer HWTK VAK: Mechanica - Sterkteleer HWTK Proeftoets Beschikbare tijd: 100 minuten Instructies voor het invullen van het antwoordblad. 1. Dit open boek tentamen bestaat uit 10 opgaven.. U mag tijdens het tentamen

Nadere informatie

TECHNISCHE UNIVERSITEIT DELFT Faculteit der Civiele Techniek en Geowetenschappen

TECHNISCHE UNIVERSITEIT DELFT Faculteit der Civiele Techniek en Geowetenschappen TECHNISCHE UNIVERSITEIT DELFT Faculteit der Civiele Techniek en Geowetenschappen TENTAMEN CTB1210 DYNAMICA en MODELVORMING d.d. 28 januari 2015 van 9:00-12:00 uur Let op: Voor de antwoorden op de conceptuele

Nadere informatie

Achter het correctievoorschrift is een aanvulling op het correctievoorschrift opgenomen.

Achter het correctievoorschrift is een aanvulling op het correctievoorschrift opgenomen. Eamen VW 04 tijdvak dinsdag 0 mei 3.30-6.30 uur wiskunde B (pilot) chter het correctievoorschrift is een aanvulling op het correctievoorschrift opgenomen. Dit eamen bestaat uit 8 vragen. Voor dit eamen

Nadere informatie

BEZWIJKBELASTING VAN RAAMWERKEN ^ BOVENGRENSBENADERING. Gevraagd: 6.3-1t/m 4 Als opgave 6.2, maar nu met F 1 ¼ 0 en F 2 ¼ F.

BEZWIJKBELASTING VAN RAAMWERKEN ^ BOVENGRENSBENADERING. Gevraagd: 6.3-1t/m 4 Als opgave 6.2, maar nu met F 1 ¼ 0 en F 2 ¼ F. 6.3 Vraagstukken Opmerking vooraf: Tenzij in de opgave anders is aangegeven hebben alle constructies overal hetzelfde volplastisch moment M p. 6.2-1 t/m 4 Gegeven vier portalen belast door een horizontale

Nadere informatie

TECHNISCHE UNIVERSITEIT EINDHOVEN FACULTEIT WERKTUIGBOUWKUNDE DIVISIE COMPUTATIONAL AND EXPERIMENTAL MECHANICS

TECHNISCHE UNIVERSITEIT EINDHOVEN FACULTEIT WERKTUIGBOUWKUNDE DIVISIE COMPUTATIONAL AND EXPERIMENTAL MECHANICS TECHNISCHE UNIVERSITEIT EINDHOVEN FACULTEIT WERKTUIGBOUWKUNDE DIVISIE COMPUTATIONAL AND EXPERIMENTAL MECHANICS Tentamen Polymeerverwerking (4K550) vrijdag 2 juli 2004, 14:00-17:00. Bij het tentamen mag

Nadere informatie

Module 8 Uitwerkingen van de opdrachten

Module 8 Uitwerkingen van de opdrachten Module 8 Uitwerkingen van de opdrachten Opdracht 1 Analyse De constructie bestaat uit een drie keer geknikte staaf die bij A is ingeklemd en bij B in verticale richting is gesteund. De staafdelen waarvan

Nadere informatie

UITWERKING MET ANTWOORDEN

UITWERKING MET ANTWOORDEN Tentamen T0 onstructieechanica Januari 0 UITWERKING ET ANTWOORDEN Opgave a) Drie rekstrookjes b) Onder hoeken van 45 graden c) Tussen 0,5l en 0,7l (basisgevallen van Euler) d) () : Nee de vergrotingsfactor

Nadere informatie

****** Deel theorie. Opgave 1

****** Deel theorie. Opgave 1 HIR - Theor **** IN DRUKLETTERS: NAAM.... VOORNAAM... Opleidingsfase en OPLEIDING... ****** EXAMEN CONCEPTUELE NATUURKUNDE MET TECHNISCHE TOEPASSINGEN Deel theorie Algemene instructies: Naam vooraf rechtsbovenaan

Nadere informatie

Examen HAVO en VHBO. Wiskunde B

Examen HAVO en VHBO. Wiskunde B Wiskunde B Examen HAVO en VHBO Hoger Algemeen Voortgezet Onderwijs Vooropleiding Hoger Beroeps Onderwijs HAVO Tijdvak 1 VHBO Tijdvak 2 Dinsdag 23 mei 13.30 16.30 uur 00 Dit examen bestaat uit 19 vragen.

Nadere informatie

Bal in de sloot. Hierbij zijn x en f ( x ) in centimeters. Zie figuur 2.

Bal in de sloot. Hierbij zijn x en f ( x ) in centimeters. Zie figuur 2. Bal in de sloot Een bal met een straal van cm komt in een figuur sloot terecht en blijft drijven. Het laagste punt van de bal bevindt zich h cm onder het wateroppervlak. In figuur zie je een doorsnede

Nadere informatie

Het planetaire tandwielstelsel

Het planetaire tandwielstelsel Het planetaire tandwielstelsel Het doel van deze opdracht is om op een grafische manier de overbrengingsverhouding van een eenvoudig tandwielstelsel te bepalen. ===================================================================

Nadere informatie

Naam:... Studentnummer:...

Naam:... Studentnummer:... AFDELING DER BEWEGINGSWETENSCHAPPEN, VRIJE UNIVERSITEIT AMSTERDAM INSTRUCTIE - Dit is een gesloten boek tentamen - Gebruik van een gewone (geen grafische) rekenmachine is toegestaan - Gebruik van enig

Nadere informatie

Inhoud. Inleiding 2. Materiaal & Methode 3. Resultaten 5. Theoretisch Kader 6. Discussie 7. Bronnen 9. Appendix Onderzoeksvraag 2

Inhoud. Inleiding 2. Materiaal & Methode 3. Resultaten 5. Theoretisch Kader 6. Discussie 7. Bronnen 9. Appendix Onderzoeksvraag 2 Bifilaire slinger De invloed van de slingerlengte, de lengte van en afstand tussen de draden op de trillingstijd van een bifilaire slinger. Kiki de Boer, Sitti Romijn, Thomas Markhorst & Lucas Cohen Calandlyceum

Nadere informatie

Eenparige cirkelvormige beweging

Eenparige cirkelvormige beweging Eenparige cirkelvormige beweging Inleidende proef Begrip eenparige cirkelvormige beweging (ECB) definitie Een beweging gebeurt eenparig cirkelvormig als de beweging in dezelfde zin gebeurt, op een cirkelbaan

Nadere informatie

FHN Reglementen. Behendigheid Toestellen

FHN Reglementen. Behendigheid Toestellen FHN Reglementen Behendigheid Toestellen Behendigheid Toestellen versie 2009 INHOUDSOPGAVE Blz. DE TOESTELLEN 3 FIGUUR 1: Hoogtesprongen 8 FIGUUR 2: De Muur 9 FIGUUR 3: De Borstelsprong 10 FIGUUR 4: De

Nadere informatie

woensdag 6 augustus 2008, u Code: 8W020, BMT 1.3 Faculteit Biomedische Technologie Technische Universiteit Eindhoven

woensdag 6 augustus 2008, u Code: 8W020, BMT 1.3 Faculteit Biomedische Technologie Technische Universiteit Eindhoven Tentamen Biomechanica woensdag 6 augustus 2008, 9.00-12.00 u Code: 8W020, BMT 1.3 Faculteit Biomedische Technologie Technische Universiteit Eindhoven Dit examen bestaat uit 6 opgaven. Het aantal punten

Nadere informatie

Examen Klassieke Mechanica

Examen Klassieke Mechanica Examen Klassieke Mechanica Herbert De Gersem, Eef Temmerman 23 januari 2009, academiejaar 08-09 IW2 en BIW2 NAAM: RICHTING: vraag 1 (/4) vraag 2 (/4) vraag 3 (/5) vraag 4 (/4) vraag 5 (/3) TOTAAL (/20)

Nadere informatie

Klassieke en Kwantummechanica (EE1P11)

Klassieke en Kwantummechanica (EE1P11) Maandag 3 oktober 2016, 9.00 11.00 uur; DW-TZ 2 TECHNISCHE UNIVERSITEIT DELFT Faculteit Elektrotechniek, Wiskunde en Informatica Opleiding Elektrotechniek Aanwijzingen: Er zijn 2 opgaven in dit tentamen.

Nadere informatie

jaar: 1989 nummer: 25

jaar: 1989 nummer: 25 jaar: 1989 nummer: 25 Op een hoogte h 1 = 3 m heeft een verticaal vallend voorwerp, met een massa m = 0,200 kg, een snelheid v = 12 m/s. Dit voorwerp botst op een horizontale vloer en bereikt daarna een

Nadere informatie

Schriftelijke zitting Systeem- en regeltechniek 2 (WB2207) 31 januari 2008 van 9:00 tot 12:00 uur

Schriftelijke zitting Systeem- en regeltechniek 2 (WB2207) 31 januari 2008 van 9:00 tot 12:00 uur Schriftelijke zitting Systeem- en regeltechniek 2 (WB227) 31 januari 28 van 9: tot 12: uur Onderstaande aanwijzingen nauwkeurig lezen. Vul op het voorblad uw naam, voorletters, studienummer en opleiding

Nadere informatie

De grafiek van een lineair verband is altijd een rechte lijn.

De grafiek van een lineair verband is altijd een rechte lijn. 2. Verbanden Verbanden Als er tussen twee variabelen x en y een verband bestaat kunnen we dat op meerdere manieren vastleggen: door een vergelijking, door een grafiek of door een tabel. Stel dat het verband

Nadere informatie

Eindexamen wiskunde B havo I (oude stijl)

Eindexamen wiskunde B havo I (oude stijl) Een functie Voor 0 < = x < = 2π is gegeven de functie figuur 1 f(x) = 2sin(x + 1 6 π). In figuur 1 is de grafiek van f getekend. y 1 f 4 p 1 Los op: f(x) < 1. De lijn l raakt de grafiek van f in het punt

Nadere informatie

Tentamen io1031 Product in werking (vragen) vrijdag 26 augustus 2011; 14:00 17:00 uur

Tentamen io1031 Product in werking (vragen) vrijdag 26 augustus 2011; 14:00 17:00 uur Tentamen io1031 Product in werking (vragen) vrijdag 26 augustus 2011; 14:00 17:00 uur Mededelingen Dit tentamen bestaat uit 4 bladzijden. De LAATSTE zes vragen (samen maximaal 5 punten) zijn zogenaamde

Nadere informatie

44 De stelling van Pythagoras

44 De stelling van Pythagoras 44 De stelling van Pythagoras Verkennen Pythagoras Uitleg Je kunt nu lezen wat de stelling van Pythagoras is. In de applet kun je de twee rode punten verschuiven. Opgave 1 a) Verschuif in de applet punt

Nadere informatie

IJkingstoets Wiskunde-Informatica-Fysica 29 juni Nummer vragenreeks: 1

IJkingstoets Wiskunde-Informatica-Fysica 29 juni Nummer vragenreeks: 1 IJkingstoets Wiskunde-Informatica-Fysica 29 juni 206 Nummer vragenreeks: IJkingstoets wiskunde-informatica-fysica 29 juni 206 - reeks - p. /0 Oefening Welke studierichting wil je graag volgen? (vraag

Nadere informatie

Tentamen CT3109 CONSTRUCTIEMECHANICA april 2013, 09:00 12:00 uur

Tentamen CT3109 CONSTRUCTIEMECHANICA april 2013, 09:00 12:00 uur Subfaculteit Civiele Techniek Vermeld op bladen van uw werk: Constructiemechanica STUDIENUMMER : NAAM : Tentamen CT3109 CONSTRUCTIEMECHANICA 4 15 april 013, 09:00 1:00 uur Dit tentamen bestaat uit 4 opgaven.

Nadere informatie

Eindexamen vwo wiskunde B pilot 2014-I

Eindexamen vwo wiskunde B pilot 2014-I Eindeamen vwo wiskunde B pilot 04-I Formules Goniometrie sin( tu) sintcosu costsinu sin( tu) sintcosu costsinu cos( tu) costcosusintsinu cos( tu) costcosusintsinu sin( t) sintcost cos( t) cos tsin t cos

Nadere informatie

Construerende Technische Wetenschappen

Construerende Technische Wetenschappen Faculteit: Opleiding: Construerende Technische Wetenschappen Civiele Techniek Oefententamen Module I Mechanica Datum tentamen : 14-1-2015 Vakcode : 201300043 Tijd : 3:00 uur (18:15-21:15) Studenten met

Nadere informatie

www. Fysica 1997-1 Vraag 1 Een herdershond moet een kudde schapen, die over haar totale lengte steeds 50 meter lang blijft, naar een 800 meter verderop gelegen schuur brengen. Door steeds van de kop van

Nadere informatie

Informatica: C# WPO 8

Informatica: C# WPO 8 Informatica: C# WPO 8 1. Inhoud Procedures (functies zonder return-waarde) 2. Oefeningen Demo 1: Teken driehoeken Demo 2: Print array of double A: Stapel blokken A: Weerstanden 1 A: Weerstanden 2 A: Draw

Nadere informatie

Naam: Klas: Practicum veerconstante

Naam: Klas: Practicum veerconstante Naam: Klas: Practicum veerconstante stap Bouw de opstelling zoals hiernaast is weergegeven. stap 2 Hang achtereenvolgens verschillende massa's aan een spiraalveer en meet bij elke massa de veerlengte in

Nadere informatie

Piekresultaten aanpakken op platen in Scia Engineer

Piekresultaten aanpakken op platen in Scia Engineer Piekresultaten aanpakken op platen in Scia Engineer Gestelde vragen en antwoorden 1. Kan er ook een webinar gegeven worden op het gebruik van een plaat met ribben. Dit voorstel is doorgegeven, en al intern

Nadere informatie

LINEAIRMODULE LME Lineairmodules met tandriemaandrijving en THK geleidingen

LINEAIRMODULE LME Lineairmodules met tandriemaandrijving en THK geleidingen LINEAIRMODULE LME Lineairmodules met tandriemaandrijving en THK geleidingen INHOUDSOPGAVE Produktoverzicht Pagina 3 Produktbeschrijving Pagina 4-5 LME 20 Pagina 6-7 Lineairmodule met tandriemaandrijving

Nadere informatie

IJkingstoets burgerlijk ingenieur juni 2014: algemene feedback

IJkingstoets burgerlijk ingenieur juni 2014: algemene feedback IJkingstoets burgerlijk ingenieur 30 juni 2014 - reeks 2 - p. 1 IJkingstoets burgerlijk ingenieur juni 2014: algemene feedback In totaal namen 716 studenten deel aan de ijkingstoets burgerlijk ingenieur

Nadere informatie

Eindexamen wiskunde B havo II

Eindexamen wiskunde B havo II Tonregel van Kepler In het verleden gebruikte men vaak een ton voor het opslaan en vervoeren van goederen. Tonnen worden ook nu nog gebruikt voor bijvoorbeeld de opslag van wijn. Zie de foto. foto Voor

Nadere informatie

Examen VWO. wiskunde B (pilot) tijdvak 1 woensdag 18 mei uur

Examen VWO. wiskunde B (pilot) tijdvak 1 woensdag 18 mei uur Eamen VW 016 tijdvak 1 woensdag 18 mei 13.30-16.30 uur wiskunde (pilot) it eamen bestaat uit 16 vragen. Voor dit eamen zijn maimaal 79 punten te behalen. Voor elk vraagnummer staat hoeveel punten met een

Nadere informatie

TECHNISCHE UNIVERSITEIT EINDHOVEN FACULTEIT WERKTUIGBOUWKUNDE DIVISIE COMPUTATIONAL AND EXPERIMENTAL MECHANICS

TECHNISCHE UNIVERSITEIT EINDHOVEN FACULTEIT WERKTUIGBOUWKUNDE DIVISIE COMPUTATIONAL AND EXPERIMENTAL MECHANICS TECHNISCHE UNIVERSITEIT EINDHOVEN FACULTEIT WERKTUIGBOUWKUNDE DIVISIE COMPUTATIONAL AND EXPERIMENTAL MECHANICS Tentamen Polymeerverwerking (4K550) donderdag 5 juli 2007, 14:00-17:00. Bij het tentamen mag

Nadere informatie

jaar: 1990 nummer: 06

jaar: 1990 nummer: 06 jaar: 1990 nummer: 06 In een wagentje zweeft een ballon aan een koord en hangt een metalen kogel via een touw aan het dak (zie figuur). Het wagentje versnelt in de richting en in de zin aangegeven door

Nadere informatie

TECHNISCHE UNIVERSITEIT EINDHOVEN 23 JANUARI 2007

TECHNISCHE UNIVERSITEIT EINDHOVEN 23 JANUARI 2007 TECHNISCHE UNIVERSITEIT EINDHOVEN 23 JANUARI 2007 FACULTEIT BOUWKUNDE 9.00-12.00 uur Tentamen: Constructief ontwerpen met materialen, A (7P112) DIT TENTAMEN BESTAAT UIT 2 VRAGEN M.B.T. STAAL (SAMEN 50

Nadere informatie

UITWERKINGSFORMULIER. Tentamen CT1031 CONSTRUCTIEMECHANICA 1 2 november 2009, 09:00 12:00 uur

UITWERKINGSFORMULIER. Tentamen CT1031 CONSTRUCTIEMECHANICA 1 2 november 2009, 09:00 12:00 uur Opleiding BSc iviele Techniek Vermeld op bladen van uw werk: onstructiemechanica STUDIENUMMER : NM : UITWERKINGSFORMULIER Tentamen T1031 ONSTRUTIEMEHNI 1 2 november 2009, 09:00 12:00 uur Dit tentamen bestaat

Nadere informatie

Vrijdag 19 augustus, 9.30-12.30 uur

Vrijdag 19 augustus, 9.30-12.30 uur EINDEXAMEN VOORBEREIDEND WETENSCHAPPELIJK ONDERWIJS IN 1977 Vrijdag 19 augustus, 9.30-12.30 uur NATUURKUNDE Zie ommezijde Deze opgaven zijn vastgesteld door de commissie bedoeld in artikel 24 van het Besluit

Nadere informatie

Uitwerkingen tentamen optica

Uitwerkingen tentamen optica Uitwerkingen tentamen optica april 00 Opgave a) (3pt) Voor de visibility, fringe contrast of zichtbaarheid geldt: waarbij zodat V = I max I min I max + I min, () I max = I A + I B + I A I B cos δ met cos

Nadere informatie

Verbanden en functies

Verbanden en functies Verbanden en functies 0. voorkennis Stelsels vergelijkingen Je kunt een stelsel van twee lineaire vergelijkingen met twee variabelen oplossen. De oplossing van het stelsel is het snijpunt van twee lijnen.

Nadere informatie

Mechanica - Sterkteleer - HWTK PROEFTOETS versie C - OPGAVEN en UITWERKINGEN.doc 1/16

Mechanica - Sterkteleer - HWTK PROEFTOETS versie C - OPGAVEN en UITWERKINGEN.doc 1/16 VAK: Mechanica - Sterkteleer HWTK Set Proeftoets 07-0 versie C Mechanica - Sterkteleer - HWTK PROEFTOETS- 07-0-versie C - OPGAVEN en UITWERKINGEN.doc 1/16 DIT EERST LEZEN EN VOORZIEN VAN NAAM EN LEERLINGNUMMER!

Nadere informatie

Mechanica - Sterkteleer - HWTK PROEFTOETS versie C - OPGAVEN.doc 1/7

Mechanica - Sterkteleer - HWTK PROEFTOETS versie C - OPGAVEN.doc 1/7 VAK: Mechanica - Sterkteleer HWTK Set Proeftoets 07-02 versie C Mechanica - Sterkteleer - HWTK PROEFTOETS- 07-02-versie C - OPGAVEN.doc 1/7 DIT EERST LEZEN EN VOORZIEN VAN NAAM EN LEERLINGNUMMER! Beschikbare

Nadere informatie

Bij het construeren van een machine, apparaat of instrument worden vaak verschillende disciplines uit de techniek met elkaar verweven.

Bij het construeren van een machine, apparaat of instrument worden vaak verschillende disciplines uit de techniek met elkaar verweven. Construeren assen Inleiding Bij het construeren van een machine, apparaat of instrument worden vaak verschillende disciplines uit de techniek met elkaar verweven. Denk aan windmolens, inpakmachines, maar

Nadere informatie

Examen VWO. Wiskunde B1,2 (nieuwe stijl)

Examen VWO. Wiskunde B1,2 (nieuwe stijl) Wiskunde B, (nieuwe stijl) Examen VWO Voorbereidend Wetenschappelijk Onderwijs Tijdvak Vrijdag 4 mei 3.30 6.30 uur 0 0 Voor dit examen zijn maximaal 86 punten te behalen; het examen bestaat uit 8 vragen.

Nadere informatie

Theorie: Het maken van een verslag (Herhaling klas 2)

Theorie: Het maken van een verslag (Herhaling klas 2) Theorie: Het maken van een verslag (Herhaling klas 2) Onderdelen Een verslag van een experiment bestaat uit vier onderdelen: - inleiding: De inleiding is het administratieve deel van je verslag. De onderzoeksvraag

Nadere informatie

Mechanica - Sterkteleer - HWTK PROEFTOETS- AT1 - OPGAVEN 1/6

Mechanica - Sterkteleer - HWTK PROEFTOETS- AT1 - OPGAVEN 1/6 VAK: Mechanica - Sterkteleer HWTK Set Proeftoets - AT1 Mechanica - Sterkteleer - HWTK PROEFTOETS- AT1 - OPGAVEN 1/6 DIT EERST LEZEN EN VOORZIEN VAN NAAM EN LEERLINGNUMMER! Beschikbare tijd: 100 minuten

Nadere informatie

Practicum Torsiebalans

Practicum Torsiebalans Practicum Torsiebalans Patrick Aeschlimann Yves Henri Nzakamwita Pieter Verbeirens 25 april 2013 1 Inleiding In dit practicum bestuderen we elastische vervormingen in vaste lichamen, hiervoor zullen we

Nadere informatie

Tentamen CT3109 ConstructieMechanica 4 16 april 2012 ANTWOORDEN

Tentamen CT3109 ConstructieMechanica 4 16 april 2012 ANTWOORDEN Opgave ANTWOORDEN Hier geen complete antwoorden op de theorie, slechts hints om je aan te etten om echt in de theorie te duiken in de voorbereiding op het komende tentamen. a) Zie lesmateriaal. Uitleg

Nadere informatie

Uitwerking Tentamen Klassieke Mechanica I Dinsdag 10 juni 2003

Uitwerking Tentamen Klassieke Mechanica I Dinsdag 10 juni 2003 Uitwerking Tentamen Klassieke Mechanica I Dinsdag juni 3 OPGAE : de horizontale slinger θ T = mg cosθ mg m mg tanθ mg a) Op de massa werken twee krachten, namelijk de zwaartekracht, ter grootte mg, en

Nadere informatie

NATUURKUNDE. Bepaal de frequentie van deze toon. (En laat heel duidelijk in je berekening zien hoe je dat gedaan hebt, uiteraard!)

NATUURKUNDE. Bepaal de frequentie van deze toon. (En laat heel duidelijk in je berekening zien hoe je dat gedaan hebt, uiteraard!) NATUURKUNDE KLAS 5 PROEFWERK HOOFDSTUK 15: TRILLINGEN OOFDSTUK 15: TRILLINGEN 22/01/2010 Deze toets bestaat uit 4 opgaven (29 punten). Gebruik eigen grafische rekenmachine en BINAS toegestaan. Denk er

Nadere informatie

Lesbrief GeoGebra. 1. Even kennismaken met GeoGebra (GG)

Lesbrief GeoGebra. 1. Even kennismaken met GeoGebra (GG) Lesbrief GeoGebra Inhoud: 1. Even kennismaken met GeoGebra 2. Meetkunde: 2.1 Punten, lijnen, figuren maken 2.2 Loodlijn, deellijn, middelloodlijn maken 2.3 Probleem M1: De rechte van Euler 2.4 Probleem

Nadere informatie

Naam:... Studentnummer:...

Naam:... Studentnummer:... INSTRUCTIE - Dit is een gesloten boek tentamen - Gebruik van een gewone (geen grafische) rekenmachine is toegestaan - Gebruik van enig ander hulpmiddel is NIET toegestaan - Schakel je telefoon volledig

Nadere informatie

Examen H1B0 Toegepaste Mechanica 1

Examen H1B0 Toegepaste Mechanica 1 16 augustus 2010, 8u30 naam :................................... Examen H1B0 Toegepaste Mechanica 1 Het verloop van het examen Uiterlijk om 12u30 geeft iedereen af. Lees de vragen grondig. De vraag begrijpen

Nadere informatie

NATIONALE NATUURKUNDE OLYMPIADE. Eindronde practicumtoets A. 5 juni beschikbare tijd: 2 uur (per toets A of B)

NATIONALE NATUURKUNDE OLYMPIADE. Eindronde practicumtoets A. 5 juni beschikbare tijd: 2 uur (per toets A of B) NATONALE NATUURKUNDE OLYMPADE Eindronde practicumtoets A 5 juni 00 beschikbare tijd: uur (per toets A of B) Bepaling van de grootte van het gat tussen de geleidingsband en de valentieband in een halfgeleider

Nadere informatie

VAK: natuurkunde KLAS: Havo 4 DATUM: 20 juni 2013. TIJD: 10.10 11.50 uur TOETS: T1 STOF: Hfd 1 t/m 4. Opmerkingen voor surveillant XXXXXXXXXXXXXXXXXXX

VAK: natuurkunde KLAS: Havo 4 DATUM: 20 juni 2013. TIJD: 10.10 11.50 uur TOETS: T1 STOF: Hfd 1 t/m 4. Opmerkingen voor surveillant XXXXXXXXXXXXXXXXXXX VAK: natuurkunde KLAS: Havo 4 DATUM: 20 juni 2013 TIJD: 10.10 11.50 uur TOETS: T1 STOF: Hfd 1 t/m 4 Toegestane hulpmiddelen: Binas + (gr) rekenmachine Bijlagen: 2 blz Opmerkingen voor surveillant XXXXXXXXXXXXXXXXXXX

Nadere informatie

Hoofdstuk 4 Trillingen en cirkelbewegingen. Gemaakt als toevoeging op methode Natuurkunde Overal

Hoofdstuk 4 Trillingen en cirkelbewegingen. Gemaakt als toevoeging op methode Natuurkunde Overal Hoofdstuk 4 Trillingen en cirkelbewegingen Gemaakt als toevoeging op methode Natuurkunde Overal U (V) 4.1 Eigenschappen van trillingen Harmonische trilling Een electrocardiogram (ECG) gaf het volgende

Nadere informatie

Eindexamen wiskunde B1-2 vwo 2007-II

Eindexamen wiskunde B1-2 vwo 2007-II ier tappen ij het tappen van bier treden verschillen op in de hoeveelheid bier per glas. Uit onderzoek blijkt dat de hoeveelheid bier die per glas getapt wordt bij benadering normaal verdeeld is met een

Nadere informatie

Formula Student Schakelsysteem voor een raceauto

Formula Student Schakelsysteem voor een raceauto Formula Student Schakelsysteem voor een raceauto Interne Stage: J.H.Rutten 476809 Begeleider: Dr. Ir. P.C.J.N. Rosielle Inhoudsopgave Inhoudsopgave... 2 Inleiding... 3 Hoofdstuk 1 De Versnellingsbak...

Nadere informatie

wiskunde B Achter het correctievoorschrift is een aanvulling op het correctievoorschrift opgenomen.

wiskunde B Achter het correctievoorschrift is een aanvulling op het correctievoorschrift opgenomen. Eamen VWO 04 tijdvak dinsdag 0 mei 3.30 uur - 6.30 uur wiskunde B Bij dit eamen hoort een uitwerkbijlage. Achter het correctievoorschrift is een aanvulling op het correctievoorschrift opgenomen. Dit eamen

Nadere informatie

FACULTEIT ECONOMIE EN BEDRIJFSKUNDE Afdeling Kwantitatieve Economie

FACULTEIT ECONOMIE EN BEDRIJFSKUNDE Afdeling Kwantitatieve Economie FACULTEIT ECONOMIE EN BEDRIJFSKUNDE Afdeling Kwantitatieve Economie Lineaire Algebra, tentamen Uitwerkingen vrijdag 4 januari 0, 9 uur Gebruik van een formuleblad of rekenmachine is niet toegestaan. De

Nadere informatie

De snelheid van de auto neemt eerst toe en wordt na zekere tijd constant. Bereken de snelheid die de auto dan heeft.

De snelheid van de auto neemt eerst toe en wordt na zekere tijd constant. Bereken de snelheid die de auto dan heeft. Opgave 1 Een auto Met een auto worden enkele proeven gedaan. De wrijvingskracht F w op de auto is daarbij gelijk aan de som van de rolwrijving F w,rol en de luchtwrijving F w,lucht. F w,rol heeft bij elke

Nadere informatie

Examen HAVO. wiskunde B. tijdvak 2 woensdag 22 juni 13.30-16.30 uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

Examen HAVO. wiskunde B. tijdvak 2 woensdag 22 juni 13.30-16.30 uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage. Examen HAVO 20 tijdvak 2 woensdag 22 juni 3.30-6.30 uur wiskunde B Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage. Dit examen bestaat uit 9 vragen. Voor dit examen zijn maximaal 78 punten te behalen. Voor elk

Nadere informatie

Tentamen Fysica in de Fysiologie (8N070) deel AB herkansing, blad 1/5

Tentamen Fysica in de Fysiologie (8N070) deel AB herkansing, blad 1/5 ECHNISCHE UNIVERSIEI EINDHOVEN Faculteit Biomedische echnologie, groep Cardiovasculaire Biomechanica entamen Fysica in de Fysiologie (8N070) deel AB herkansing, blad 1/5 vrijdag 3 februari 2012, 9.00-12.00

Nadere informatie