Ontwerp. Faunabeheerplan. Naam: WBE. Periode:

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Ontwerp. Faunabeheerplan. Naam: WBE. Periode:"

Transcriptie

1 Ontwerp Faunabeheerplan Naam: WBE Periode:

2 Inhoud 1 Inhoud 2 Algemene administratieve gegevens Situering van de WBE Inventarisatie Biotoopbeschrijving Kwantitatieve en kwalitatieve bespreking van de habitats in de WBE Habitatverbeteringen die in de afgelopen erkenningsperiode werden gerealiseerd door de WBE Ligging Vogelrijk gebied Ligging speciale beschermingszones (SBZ) Habitatrichtlijngebieden Vogelrichtlijngebieden Dataverzameling en -verwerking Wildrapport Verzameling en opslag gegevens Analyse van de data in het kader van dit faunabeheerplan Engagement voor dataverzameling in de toekomst Valwild Verzameling en opslag gegevens Analyse van de data in het kader van dit faunabeheerplan Engagement voor dataverzameling in de toekomst Schade Verzameling en opslag gegevens Analyse van de data in het kader van dit faunabeheerplan Engagement voor dataverzameling in de toekomst Overlast veroorzakende soorten Verzameling en opslag gegevens Analyse van de data in het kader van dit faunabeheerplan Engagement voor dataverzameling in de toekomst Jachtwildsoorten Grofwild Ree Everzwijn ~ 2 ~

3 5.1.3 Edelhert, damhert en moeflon Kleinwild Haas Patrijs Fazant Waterwild Wilde eend Canadese gans Smient/Kievit Overig wild Konijn Houtduif Vos Verwilderde kat Overlast veroorzakende soorten Rechtbekken Projecten Werking van de WBE Interne werking van de WBE Externe werking van de WBE Bijlagen Lijst van de jachtrechthouders in de WBE Gegevens van de jachtrechthouders en de jachtterreinen Overzichtskaart vaste jachtkansels ~ 3 ~

4 2 Algemene administratieve gegevens 2.1 Situering van de WBE Het jachtrevier / de WBE situeert zich in het van de provincie en grenst aan de provincie. Figuur 1. Situering van het jachtrevier Het werkingsgebied van de WBE is gelegen op het grondgebied van de volgende gemeenten.. De volgende WBE s grenzen aan het werkingsgebied: Noordwest: WBE Noord: WBE Oost: WBE Zuidoost: WBE Zuid: WBE Zuidwest: WBE. De WBE werd opgericht op en werd voor de eerst keer erkend op. Bijgevolg zal, volgens het Jachtadministratiebesluit van 25 april 2014, de WBE opnieuw erkend moeten worden voor 2.2 Inventarisatie Het werkingsgebied van de WBE heeft bij de opmaak van dit Faunabeheerplan op een oppervlakte van ha. Hierin vinden we ha eigendommen waarvoor geen jachtrechten door de leden van de WBE werden verworven. De WBE telt verschillende mede/ jachtrechthouders die samen beschikken over jachtterreinen met een totale maximaal bejaagbare oppervlakte ha. In onderstaande kaart (Figuur 2) worden de verschillende jachtterreinen weergegeven. De nummers van de jachtterreinen zijn in overeenstemming met de lijst van jachtrechthouders (zie bijlage). Figuur 2. Overzicht van de verschillende jachtterreinen met jachtveldnummer 3 Biotoopbeschrijving 3.1 Kwantitatieve en kwalitatieve bespreking van de habitats in de WBE Op basis van de Habitatkaart 5.2 is het mogelijk een vereenvoudigde weergave van de aanwezige biotopen te maken (Figuur 3). In het bijgevoegde taartdiagram (Figuur 4) wordt dit visueel weergegeven voor de revieren die deel uitmaken van de WBE. Figuur 3. Overzicht van de spreiding van het landgebruik in de WBE. ~ 4 ~

5 Andere 2% Loofbos 10% Naaldbos 4% Bebouwd gebied 25% Gemengd bos 7% Water 1% Akker 19% Wildakker / braak / ruigte 8% Weiland 23% Fruitteelt 1% Figuur 4. Procentueel aandeel van de verschillende types landgebruik binnen de bejaagde oppervlakte van het werkingsgebied. Tabel 1: Landgebruik binnen WBE opgedeeld in het landgebruik binnen de oppervlakte bejaagd door de WBE en het landgebruik binnen de niet door de WBE bejaagde oppervlakte op basis van de habitatkaart 5.2 Landgebruik Bejaagd door WBE Niet bejaagd door WBE opp (ha) % opp opp (ha) % opp Loofbos 403,33 10,19% 3,63 1,18% Naaldbos 169,35 4,28% 6,45 2,10% Gemengd bos 279,77 7,07% 2,16 0,70% Akkergewassen 739,84 18,70% 18,24 5,93% Fruitteelt 23,82 0,60% 0,82 0,27% Weiland 921,32 23,29% 37,93 12,34% Wildakker / braakliggende grond / ruigte 315,61 7,98% 13,51 4,39% Water 37,54 0,95% 6,20 2,02% Bebouwd gebied 990,74 25,04% 211,22 68,72% Andere 75,38 1,91% 7,22 2,35% Totaal 3956,70 100,00% 307,38 100,00% ~ 5 ~

6 Dit valleigebied bestaat voornamelijk uit sterk gleyige kleibodems. Ten noorden van deze vallei komen zandsteenruggen die naadloos overgaan naar de kempische zandgronden. Ten zuiden van de vallei komen we eenzelfde scenario tegen. Hier zijn er echter geen zandsteenruggen meer, doch wel zandleemgronden tie naar het uiterste zuiden overgaan naar leemgronden. Terwijl de nattere valleigebieden voornamelijk gebruikt worden voor grasland, hooiland en de akkerbouw van maïs, zien we op de hoger gelegen gebieden voornamelijk akkerbouw verschijnen en in mindere maten ook hier en daar graslanden. In de onderstaande beschrijving bespreken we de kwantiteit en de aard van het aanwezige habitat. - Akkerland: 739,84 ha (18,70 % van de bejaagde oppervlakte). o Akkerbouw komt voornamelijk voor op de hoger gelegen gebieden. De teelten bestaan voornamelijk uit maïs maar ook granen, aardappelen en hier en daar witloof komen voor. o In het valleigebied komt eveneens akkerbouw voor, doch in veel kleinere maten. Maïs primeert hier als teelt. - Grasland: 921,32 ha (23,29 % van de bejaagde oppervlakte). o In het valleigebied komen vele percelen voor die beheerd worden door natuurverenigingen of de overheid met het oog op een natuurbeheer. Deze graslanden worden veelal gemaaid. Een eerste maal in de loop van de zomer en een tweede maal in de herfst. Op een beperkt aantal percelen wordt eveneens gewerkt met een begrazing door schapen. o Verder komen ook gewone weilanden voor. Deze worden gebruikt voor de beweiding door voornamelijk paarden, die de laatste jaren de bovenhand op de koeien hebben genomen. o Tot slot komen ook productiegraslanden voor. Deze vroegere weilanden worden nu 6 à 7 maal per jaar gehooid. - Bossen: 852,45 ha (21,45 % van de bejaagde oppervlakte) o In de bejaagde gebieden komen voornamelijk loofbossen voor (10,19%). De meest voorkomende houtsoorten zijn: zomereik (Quercus robur), beuk (Fagus Sylvatica) canadapopulier (Populus x canadensis,.), wilg (Salix sp.), berk (Betula pendula), es, (Fraxinus excelsior) esdoorn (Acer pseudoplatanus), o Naast het loofhout komen ook nog percelen met naaldhout voor. Waar mogelijk worden deze gekapt en omgevormd tot loofhout. Dit betreft 4,28% van de bejaagde oppervlakte. Voorkomende soorten zijn voornamelijk grove den (Pinus Sylvestris) en Corsicaanse den (Pinus nigra). o Tenslotte zijn er ook bossen waar zowel loofhout als naaldhout voorkomen. deze gemengde bossen beslaan 7,07% van de bejaagde oppervlakte. ~ 6 ~

7 - Wildakker/braakliggende grond/ruigte: 315,61 ha (7,78% van de bejaagde oppervlakte) o Verspreid komen van nature vele kleine landschapselementen voor die onder deze noemer vallen. Zij bieden een goede afwisseling van het landschap en zo een meerwaarde voor wilde fauna. De schaalvergroting van de landbouw zorgt er plaatselijk voor dat deze KLE s vaak onvoldoende zijn en zelfs verdwenen zijn. - Water: 37,54 ha (0,95 % van de bejaagde oppervlakte) o De waterloop die door en langs het jachtrevier loopt is gecatalogeerd als bevaarbare waterloop die niet opgenomen staat in de jachtrevieren. Deze waterloop zit in deze oppervlakte dan ook niet opgenomen. o Er komen veel vijvers voor. - Fruitteelt: 23,82 ha (0,60 % van de bejaagde oppervlakte) o Met fruitteelten wordt in deze oppervlakte uitsluitend rekening gehouden met de boomgaarden. Fruitteelt komt nagenoeg niet voor en situeert zich verspreid over kleinere percelen in het zuidelijke deel van het gebied. Hier bestaat de ondergrond uit zandleem tot leem, wat een goede ondergrond is, voor deze teelt. De oppervlakte in fruitteelt wordt benut voor de teelt van appels en peren. Naast deze fruitteelt komen ook aardbeiteelten voor die niet in deze oppervlakte vervat zit. - Bebouwd gebied: 990,74 ha (25,04 % van de bejaagde oppervlakte) - Andere: 75,38 ha (1,91 % van de bejaagde oppervlakte) o Dit betreft de gebieden die niet gedefinieerd werden in de habitatkaart 5.2. o Ook de percelen waar heide voorkomt zitten onder deze noemer opgenomen. ~ 7 ~

8 3.2 Habitatverbeteringen die in de afgelopen erkenningsperiode werden gerealiseerd door de WBE Op enkele uitzonderingen na hebben de leden van de WBE geen gronden in eigendom. Daardoor is men voor de realisatie van habitatverbeteringen grotendeels afhankelijk van de landbouwsector en overige eigenaars/grondgebruikers. Verloren stukjes worden van de landbouwer gehuurd. De habitatverbeteringen die gerealiseerd werden in de afgelopen erkenningsperiode zijn de volgende: - Waar mogelijk werden wildakkers aangelegd op verloren stukjes, eigendommen van jagers en in samenspraak met landbouwer/jagers. We kopen hiervoor een zaadmengeling aan. Deze mengeling bevat een 22-tal soorten zoals verschillende granen, koolsoorten, klaver, phacelia,, allemaal soorten die voor enerzijds dekking en anderzijds voeding van het jachtwild en met uitbreiding de wilde fauna in het algemeen zullen zorgen. - Op eigendommen, maar ook op eigendommen van derden (vb. natuurpunt) worden o.a. samen met de natuurbeheerders houtkanten aangeplant en beheerd. In deze houtkanten komen soorten voor zoals meidoorn (Crataegus sp.), hazelaar (Corylus avellana) en sleedoorn (Prunus spinosa). Deze laatste specifiek voor de aanwezigheid van de sleedoornpage. - De combinatie van wildakkers met houtkanten en grasstroken of stroken ingezaaid met boekweit, bieden de mogelijkheid om trioranden aan te leggen (zij het dan op hele percelen) deze bieden door de verscheidenheid aan biotoop een meerwaarde voor dekking en voeding van de jachtwildsoorten. - Het beheer van houtkanten, maar ook het beheer van de natuurgebieden in de vaak in samenwerking met de natuurbeheerder. Op die manier creëren we een win-win situatie. - Jaarlijks maaien van de ruigtes in eigendom. Dit gebeurt in het vroege voorjaar net voor de periode dat nesten gemaakt worden, opdat deze in de winter nog voor voldoende dekking kunnen zorgen. 3.3 Ligging Vogelrijk gebied In het jachtrevier komt geen vogelrijk gebied voor. Daarom zijn er conform het hoofdstuk 3 van het jachtvoorwaardenbesluit van 25 april 2014 geen jachtbeperkingen opgelegd 3.4 Ligging speciale beschermingszones (SBZ) Na controle via de website weten we dat er binnen de WBE welgeen Natura 2000 gebieden situeren. In het voorliggende faunabeheerplan zullen doelen en maatregelen steeds afgetoetst zijn t.o.v. de doelen en maatregelen voor deze speciale beschermingszone. Wij lichten kort de belangrijkste kenmerken toe. ~ 8 ~

9 3.4.1 Habitatrichtlijngebieden Vogelrichtlijngebieden 4 Dataverzameling en -verwerking 4.1 Wildrapport Methode gegevens verzamelen Jaarlijks verzamelen we de telcijfers en de afschotcijfers met het oog op het indienen van het wildrapport. Hierbij gaan we als volgt te werk: - Iedere (hoofd/mede)jachtrechthouder krijgt een invulformulier waarop de tel- en afschotcijfers dienen te worden ingevuld. Dit formulier is steeds een kopie van het formaat en de inhoud van het wettelijke wildrapport. - In de loop van maart wordt een inzamelmoment georganiseerd. De verzamelde cijfers worden opgeteld op zo een globaal wildrapport voor het ganse werkingsgebied op te maken. Het wildrapport wordt jaarlijks voor 1 april ingediend Engagement voor dataverzameling in de toekomst De WBE / jachtrechthouder engageert zich om jaarlijks tijdig het wildrapport correct aan te leveren. 4.2 Valwild Methode gegevens verzamelen Elk WBE lid / jachtrechthouder houdt een overzicht bij van het valwild dat men vindt. Hierbij trachten we gegevens te verzamelen naar periode, soort, mogelijke doodsoorzaak. Deze gegevens worden jaarlijks centraal verzamelt om een globaal overzicht van valwild in het jachtterrein op te stellen. De gegevens worden bijgehouden in een excel tabel Engagement voor dataverzameling in de toekomst De WBE engageert zich om gegevens rond valwild correct en nauwkeurig te verzamelen in een gezamenlijke excel-tabel. Op vraag van ANB wordt dit overzicht overgemaakt. 4.3 Schade De jachtrechthouder reageert op vragen van de landbouwers en particulieren om schade te voorkomen. Dit betreft voornamelijk: - schade door houtduif of konijn aan witloof en legerend graan ~ 9 ~

10 - Schade door canada gans aan tarwe Methode en engagement voor dataverzameling in de toekomst In de toekomstige periode zal de WBE werk maken van het verzamelen van wildschadegegevens. Meer bepaald zullen de volgende gegevens worden verzameld per jaar en per schadesoort: - Het aantal keer per jachtterrein dat men in het voorbije kalenderjaar bijzondere bejaging en/of bestrijding toepaste voor per soort. - het aantal keer er belangrijke schade (> 500 ) aan landbouwteelten en eigendommen werd geconstateerd. - De gegevens worden op de volgende manier verzameld: - het WBE secretariaat verzamelt deze data in een overzichtelijk digital bestand. Op vraag van ANB zal dit overzicht overgemaakt worden. 4.4 Overlast veroorzakende soorten Verzameling en opslag gegevens Voornamelijk de predatorsoorten veroorzaken overlast bij de uitvoering van het wildbeheer beschreven in dit faunabeheerplan. Een korte oplijsting van de belangrijkste overlast veroorzakende soorten: - Kraai - Ekster - Vos - Steenmarter Deze eerste twee soorten worden gereguleerd conform het Soortenbesluit van 2009 (zie ook punt 6.1.1). Het totaal aantal geschoten en gevangen exemplaren werd jaarlijks verzameld en opgeslagen via het wildrapport volgens de procedure beschreven in punt De vos wordt gereguleerd binnen de wettelijke mogelijkheden en opgenomen in dit faunabeheerplan. Voor de steenmarter wordt geen beheer uitgewerkt, gezien deze soort door het sluiten van de jacht van een beschermde status geniet Methode en engagement voor dataverzameling in de toekomst De WBE engageert zich om de afschot- en vangstcijfers van rechtbekken en vos ook in de toekomst te blijven verzamelen via het wildrapport. Voor de steenmarter kan geen engagement genomen worden, gezien een controle door de jager wettelijk niet kan, doch ook niet aangewezen is. De reden om data hieromtrent te verzamelen is dan ook geen verantwoordelijkheid voor de jager. ~ 10 ~

11 5 Jachtwildsoorten 5.1 Grofwild In het beheer van grofwild is het gebruik van jachtkansels onontbeerlijk. In de bijlage bij dit dossier kan u kaartjes terugvinden met de plaatsing van de vaste jachtkansels in het werkingsgebied van de WBE Ree A Kwaliteit van de habitat Reewild heeft nood aan bossen/kle s. De voorkeur gaat hierbij uit naar loofbossen in afwisseling met graslanden en ruigtes, waar voldoende rust en voeding gegarandeerd is. In de WBE vinden we deze voornamelijk in de vallei van de (waterloop), evenals op de flanken die deze vallei afsluiten. De bossen zijn voorzien van voldoende ondergroei (voedsel en dekking) welke sinds enkele jaren steeds meer voorkomt door toedoen van de bosomvorming die aan de gang is. Door de afwezigheid van grote wegen in deze vallei kan rust gegarandeerd worden. B Data B.1 Voorjaarstellingen en afschotcijfers Het reewild is al geruime tijd aanwezig in de WBE. Om een beeld te krijgen van de voorjaarsstand en het afschot werd de Grafiek 1 gemaakt. Hieruit kunnen we afleiden dat de voorjaarstand een dalende trend heeft gekend (ρ =-0,82). Het afschot van ree gebeurde steeds zo optimaal mogelijk. Door de daling van de voorjaarstand werden eveneens minder reeën gestrekt, wat resulteert in een dalende trend (ρ =-0,86) 8,0 ree (Capreolus capreolus) afschot en voorjaar 7,0 6,0 5,0 per 100 ha 4,0 3,0 2,0 1,0 0, Grafiek 1: Evolutie van de getelde voorjaarsstand (blauw stippellijn) en het afschot(lichtblauw) van reewild Tabel 2: Samenvatting van de Spearmans rangcorrelatiecoëfficiënt (ρ) voor ree ~ 11 ~

12 B.2 Interne spreiding ρ Ree Afschot -0,86 Voorjaar -0,82 De interne spreiding van de voorjaarstand geeft aan dat reewild relatief meer voorkomt in de revieren die beschikken over valleigebied in het revier. Ook het afschot is in deze terreinen relatief groter. Figuur 5: Interne spreiding van de voorjaarsstand (links) en het afschot (rechts) van de ree B.3 Populatiekwaliteit Om een goed beheer van reewild mogelijk te maken, is het belangrijk dat bij elk afschot de nodige data genoteerd worden. De meest belangrijke aspecten hierbij zijn de gewichten van het gestrekte stuk en het aantal embryo s van de gestrekte geiten. Met de verzamelde gegevens per gebruikt label kunnen we volgende conclusies trekken geit bok kits jaarlingbok smalree Grafiek 2: Evolutie van de leeggewichten De gewichten van de kitsen, vertonen op langere termijn geen expliciet dalende trend. In Tabel 3 zien we dat er in de periode drieentwintig geiten gestrekt werden. Van 11 stuks werd effectief nagekeken hoeveel embryo s aanwezig waren. Voor de periode werden 28 geiten gestrekt. Hiervan werden er 19 gecontroleerd naar het aantal embryo s. Grafiek 3 toont aan dat er gemiddeld rond de 1,9 embryo s werden geteld, wat boven het wetenschappelijk gemiddelde ligt van 1,8. We kunnen stellen dat op basis van deze bio-indicator samen met de stabiele gewichten van de kits gewichten de draagkracht van het gebied nog niet bereikt werd. ~ 12 ~

13 2,5 gemiddeld aantal embryo's per geit 2 1,5 1 0, N=11 periode N=19 Grafiek 3: Gemiddeld aantal embryo s per gestrekte geit (per periode van 2/3 jaar) Tot slot geven wij, op basis van de meldingen toegekomen bij het ANB, nog een overzicht van de realisaties van de toegekende labels in de afgelopen vijf jaar (eerste afschot gebeurde in 2009). Hieruit kan geconcludeerd worden dat de WBE steeds streefde naar een optimale realisatie van de toegekende labels. Wat opvalt, zijn een aantal jaren waar dit niet steeds is gelukt. Vb. slechts 5 (+3 jaarlingbokken) van de 20 bokken gerealiseerd in Tabel 3: gerealiseerde afschot per gemelde label (afgelopen 6 jaar) Type\Labels Bok Geit Kits Totaal afschot Bok Jaarlingbok Geit Smalree Bokkits Geitkits Totaal afschot Toegewezen Aangevraagd % Vervuld 80,0% 81,8% 67,6% 75,0% Bok Jaarlingbok Geit Smalree Bokkits Geitkits Totaal afschot Toegewezen Aangevraagd % Vervuld 72,7% 80,0% 81,3% 78,4% Bok ~ 13 ~

14 Jaarlingbok Geit Smalree Bokkits Geitkits Totaal afschot Toegewezen Aangevraagd % Vervuld 25,0% 68,2% 60,0% 52,8% Bok Jaarlingbok Geit Smalree Bokkits Geitkits Totaal afschot Toegewezen Aangevraagd % Vervuld 75,0% 63,6% 50,0% 63,8% Bok Jaarlingbok Geit Smalree Bokkits Geitkits Totaal afschot Toegewezen Aangevraagd % Vervuld 81,8% 69,2% 72,2% 75,5% B.4 Valwild Er werd geen valwild van reewild neergeschreven. B.5 Schade Geen expliciete data voor handen. Éénmalig werd de WBE opgeroepen om schade van een bok aan een aardbeiteelt te voorkomen. Bij controle van het perceel bleken slechts enkel planten aangevreten. Om verder schade te voorkomen werd intensiever aangezeten aan dit perceel. C Doel: Doelen en maatregelen in het beheer van de huidige erkenningsperiode Gezonde (kwalitatieve) populatie nastreven. Maatregelen: Monitoring; afschot in de jonge klassen; biotoopverbetering; rustzones. Evaluatie: aanwezig is. Afgaande op bovenstaande analyse kunnen we stellen dat er een gezonde populatie ~ 14 ~

15 D Doelstellingen in het toekomstig beheer D.1 Populatiedoelstelling en doelstelling voor bejaging Nastreven van een kwalitatieve populatie. D.2 Doelstelling voor het voorkomen van valwild De zwarte punten (vooral verkeer) aanpakken. D.3 Doelstelling voor het voorkomen van schade Momenteel wordt geen systematische schade door reewild genoteerd. Het doel bestaat dan ook uit het ad-hoc reageren om de potentiele schade te beperken Bv ook: Het bekendmaken van code goede praktijk bij grondeigenaar of - gebruiker. E Maatregelen in het toekomstig beheer E.1 Uitvoeren van tellingen Voorjaarstellingen gebeuren vanaf een jachtkansel. Per afzonderlijk jachtrevier wordt getracht om simultaantellingen te organiseren door alle jachtkansels tegelijkertijd te bemannen. E.2 Revierverzorging Jaarlijks worden inspanningen geleverd om wildakkers aan te leggen. De gebruikte zaden bieden een breed gamma aan voedergewassen, maar voorzien ook in bloeiende planten. Aanleggen en onderhouden van houtkanten. Voorzien van rustzones in elke jachtrevier waar geen jacht wordt uitgevoerd. Op verschillende plaatsen worden likstenen en zoutpasta s aangebracht. Er wordt hierbij rekening gehouden met de gebruikte wissels. E.3 Populatiebeheer in ruimte en tijd Rekening houdend met het gerealiseerde afschot in de afgelopen drie jaar ( ) en conform de correctiefactor van 1,25, vastgelegd bij de studie van het driejarenafschotplan, wordt een jaarlijks afschot van 48 stuks voorzien in de periode Voor de tweede periode van de erkenning ( ) zal de regel van het driejarenafschotplan worden toegepast door het gemiddelde afschot van de eerste periode te vermenigvuldigen met de correctiefactor 1,25. In een beheer van reewild is het essentieel gebleken dat er een goede opvolging van de populatie gebeurt. Elk geschoten stuk wordt voorzien van een label en wordt grondig onderzocht naar de kenmerken die bevraagd worden op de meldingsformulieren. Elke jager vult deze al dan niet elektronisch aan (conform de wettelijke bepalingen) en bezorgd steeds een kopie aan het secretariaat van de WBE. Alleen zo kan de grofwildcommissie van de WBE een beeld krijgen van het afschot. Het zal de aangeleverde informatie aan het secretariaat zijn dat zal bepalen hoe het afschot van het volgende jaar zal verdeeld worden. ~ 15 ~

16 Intern worden de labels van reewild toegekend door de grofwildcommissie. De labels zelf blijven op het secretariaat. Het zal één van de Bijzondere Veldwachters, aangesteld door de WBE zijn die gecontacteerd moet worden om na afschot zijn label te ontvangen. Hij komt ter plekken en vult de nodige gegevens van de melding aan. Hij bewaard tevens de onderkaak van het stuk. De verdeling op zich gebeurt in de eerste plaats op basis van het toegekende afschot van het afgelopen jaar en de realisatie van dit afschot. wie minder realiseert dan verwacht zal ook minder afschot toegekend krijgen, tenzij hiervoor een onderbouwde uitleg kan gegeven worden. Twee bijzondere veldwachters worden ingeschakeld op WBE niveau om o.a. te controleren op stroperij. E.4 Valwildbeheer Plaatsen van wildspiegels op vraag van de WBE. jaarlijks wordt tevens melding gemaakt aan de gemeente van de nodige vervangingen van vernielede spiegels. Zoutstenen en zoutpasta s aanbrengen langs de gebruikte wissels in de nabijheid van druk bereden wegen. Het strooizout op deze wegen trekt het wild aan. Door zelf in zout te voorzien, trachten we de reeën van deze wegen weg te houden. E.5 Schadebeheer Indien dit noodzakelijk blijkt, zal plaatselijk en grotere jachtdruk worden ingesteld om schade te voorkomen/beperken. Tegelijk blijven we bij de schadelijder sensibiliseren over het belang van het nemen van gepaste preventieve maatregelen om schade trachten te voorkomen. ~ 16 ~

17 5.1.2 Everzwijn A Kwaliteit van het habitat Everzwijnen hebben nood aan vochtige bossen/ruigte. De vallei van de zou hier goed aan voldoen, doch de verspreidde ligging in landbouwgebied, maar zekere ook tussen de woonkernen maakt het dat onze WBE geen geschikt biotoop kan bieden. Voorlopig hebben zich nog geen dieren in het WBE gevestigd. B Data Er zijn geen data voor everzwijn beschikbaar C Doelen en maatregelen in het beheer van de huidige erkenningsperiode In het vorige wildbeheerplan werden geen doelstellingen en maatregelen geformuleerd voor het everzwijn. D Doelstellingen in het toekomstig beheer D.1 Populatiedoelstelling en doelstelling voor bejaging Een everzwijnpopulatie is in deze WBE niet gewenst. D.2 Doelstelling voor het voorkomen van valwild Valwild op zich is niet aan de orde bij het populatiebeheer van het everzwijn, doch hangt samen met het doel om schade te beperken. Daarom kan als nevendoel genoteerd worden dat valwild dient beperkt te worden. D.3 Doelstelling voor het voorkomen van schade Landbouw maar zeker ook verkeersschade dient vermeden te worden. E Maatregelen in het toekomstig beheer Denk aan hoofdstuk 7 jachtvoorwaardenbesluit: Overleg over de aanpak van bepaalde wildsoorten E.1 Uitvoeren van tellingen Indien waargenomen, jaarlijks tellen vanaf de jachtkansel. E.2 Revierverzorging Voor everzwijn worden geen expliciete habitat gerelateerde maatregelen genomen. E.3 Populatiebeheer in ruimte en tijd Indien dieren voorkomen, zal de WBE onmiddellijk reageren door de aanvraag van een afschotplan. E.4 Valwildbeheer Geen specifieke maatregelen nodig E.5 Schadebeheer ~ 17 ~

18 Realiseren van afschot, indien dieren voorkomen. Code goede praktijk: preventieve maatregelen promoten Edelhert, damhert en moeflon A Kwaliteit van het habitat Het habitat is minder geschikt. Er zijn geen grote open bossen waar voldoende mogelijkheid tot grazen is. De streek is bovendien redelijk dicht bevolkt. Dicht bij de bebouwde kernen treedt dan ook vaak verstoring op. B Data Er zijn geen data beschikbaar van populaties. Sporadisch worden damherten waargenomen die echter geen populatie vormen, doch ontsnapte exemplaren zijn. C Doelen en maatregelen in het beheer van de huidige erkenningsperiode In het vorige wildbeheerplan werden geen doelstellingen en maatregelen geformuleerd voor het edelhert, het damhert en de moeflon. D Doelstellingen in het toekomstig beheer D.1 Populatiedoelstelling en doelstelling voor bejaging Populatiedoelstellingen zijn niet aan de orde in de WBE. D.2 Doelstelling voor het voorkomen van valwild Een doelstelling voor het voorkomen van valwild is momenteel niet aan de orde. D.3 Doelstelling voor het voorkomen van schade Een doelstelling voor het voorkomen van schade is momenteel niet aan de orde E Maatregelen in het toekomstig beheer Er worden geen specifieke maatregelen voor edelhert, damhert en moeflon voorzien. Van deze soorten dienen de voorjaarstellingen jaarlijks te worden doorgegeven via het wildrapport indien het niet om uitgebroken specimens gaat. Indien jagers één van deze wildsoorten hebben gezien op hun jachtrevier, zullen zij dit bij de telresultaten vermelden. ~ 18 ~

19 5.2 Kleinwild Haas A Kwaliteit van het habitat Binnen de WBE is habitat aanwezig dat gebruikt kan worden door de haas (akkerland, wildakker/braak/ruigte, graslanden, kleine bosfragmenten). De kwaliteit van de aanwezige habitats is echter ver van optimaal door de aanwezigheid van enerzijds de woonkernen en anderzijds de steeds groter wordende monoculturen. Maïs komt hier veel voor en levert geen goed habitat voor haas. Daarnaast zien we dat predatie (kraai, vos, roofvogel,..) een enorme impact heeft op de soort. Gezien ook dit deel uitmaakt van het habitat van de dieren, kunnen we stellen dat de kwaliteit niet optimaal is.. B Data B.1 Voorjaarstellingen en afschotcijfers Haas kende tot 2012 een licht dalende trend. In 2013 zien we plots een stijging van de aantallen. Globaal moeten we daarom spreken van een fluctuerende trend (ρ=-0,12). Het afschot is in de WBE laag en beperkt zich tot enkele exemplaren. Er worden geen expliciete hazenjachten georganiseerd. We spreken over een stabiele tot fluctuerende trend. haas (Lepus europaeus) haas vjtelling haas: M haas: V haas (tot) 8 per 100 ha Grafiek 4: Evolutie van de voorjaarstelling en het afschot van haas. Tabel 4: Samenvatting van de Spearmans rangcorrelatiecoëfficiënt (ρ) voor haas. ρ haas Afschot -0,32 Voorjaar -0,12 ~ 19 ~

20 B.2 Interne spreiding De voorjaarsstand (aantal hazen per 100 ha) en het afschot (afschot per 100 ha) zijn verspreid over de WBE. er is geen expliciete trend in waar te nemen. Figuur 6: Interne spreiding van de voorjaarsstand (links) en het afschot (rechts) van haas. B.3 Valwild Er zijn geen data van valwild van haas beschikbaar. B.4 Schade Er zijn geen exacte gegevens betreffende schade door haas beschikbaar. C Doel: Doelen en maatregelen in het beheer van de huidige erkenningsperiode Streven naar een constante voorjaarsstand; Maatregelen: Aanleg van wildakker voor kleinwild, groenbemesters; maximaal 1/3 populatie in afschot Evaluatie: De voorjaarstand kan als fluctuerend bestempeld worden, wat natuurlijk niet constant is, doch we zijn erin geslaagd om een daling van de populatie tegen te gaan. D Doelstellingen in het toekomstig beheer D.1 Populatiedoelstelling en doelstelling voor bejaging Minimaal behoud van de huidige voorjaarstand en indien mogelijk een stijging in de hand werken. D.2 Doelstelling voor het voorkomen van valwild Er wordt geen doelstelling voor valwild opgenomen D.3 Doelstelling voor het voorkomen van schade Schade door haas is niet aan de orde. ~ 20 ~

21 E Maatregelen in het toekomstig beheer E.1 Uitvoeren van tellingen Tellingen voor de haas worden uitgevoerd op twee momenten van het jaar. In het voorjaar worden de hazen geteld tijdens nachtelijke tellingen met de lamp op (plusminus) vaste trajecten (2 à 3 maal herhalen). Deze telling wordt nog eens herhaald vlak voor de start van het jachtseizoen op de haas. E.2 Revierverzorging Jaarlijks worden inspanningen geleverd om wildakkers aan te leggen. Hiervoor wordt gebruik gemaakt van enkele private percelen van jagers, maar ook van verloren hoekjes die landbouwers ter beschikking stellen van de jager. Er wordt gebruik gemaakt van zaadmengsels die op de markt komen. (Brassica-soorten, klaver, rogge, haver, Phacelia, ) Houtkanten aanplanten en beheren Gebruik maken van trioranden (zoals eerder beschreven) die voor dekking en voedsel zorgen E.3 Populatiebeheer in ruimte en tijd Het afschot zal behoedzaam uitgevoerd worden, rekening houdend met de tellingen van de hazenstand. Doorheen het jaar worden in elk jachtrevier verschillende tellingen gehouden door de jachtrechthouders, zowel in het voorjaar als in het najaar. Alleen wanneer er reproductie is geweest zal een afschot overwogen worden dat maximaal 1/3 de van de voorjaarstand bedraagt.. Wanneer afschot gerealiseerd wordt zal steeds de term Hazen sparen in het achterhoofd gehouden worden. Iedereen moet minimaal één van de volgende maatregelen nemen: - Hazen die in het leger blijven liggen, worden niet aangesproken, noch verjaagd - Hazen die naar achter lopen worden niet aangesproken - Na het bepalen van het maximaal afschot voor het revier, wordt slechts op maximaal dat aantal hazen geschoten. Er wordt m.a.w. niet gekeken naar het aantal stuks dat effectief wordt binnen gehaald. Op die manier voorkom je dat ziek geschoten dieren bovenop het afschot een impact hebben op de populatie - Maximaal 1 maal per perceel, jacht op haas uitvoeren E.4 Voorkomen van valwild De WBE heeft geen doel voorop gesteld. E.5 Voorkomen van schade Deze is niet aan de orde. ~ 21 ~

22 5.2.2 Patrijs A Kwaliteit van het habitat Binnen de WBE is er akkerland en ruigte aanwezig dat gebruikt kan worden door de patrijs. De kwaliteit van de akkers met de grote monoculturen, zijn echter onvoldoende. Steeds groter wordende akkers, steeds minder KLE s en steeds meer monoculturen waar insecten en kruiden geen kansen meer krijgen zorgen ervoor dat de kwaliteit van het habitat voor patrijs sterk achteruitgegaan is. Om deze achteruitgang op te vangen werden menig wildakkers en houtkanten aangelegd. Deze zorgen voor voedsel en dekking. B Data B.1 Voorjaarstellingen en afschotcijfers Patrijs komt zo goed als niet meer voor in het gebied. De vele monoculturen en het gebrek aan voldoende habitat zal hier meer dan waarschijnlijk aan de basis liggen. We kennen een dalende trend voor het voorjaar. Kijken we naar de realisatie van het afschot dan stellen we eveneens een dalende trend vast. Opvallend hierbij is het afschot van hennen een meer uitgesproken daling heeft gekend, wat erop kan wijzen dat er weinig hennen voorkomen, en dus de reproductie moeilijk zal verlopen. In 2013 werd beslist om geen afschot uit te voeren. patrijs (Perdix perdix) 1,50 1,25 1,00 koppels patrijzen patrijshaan patrijshen patrijs juv. patrijs (tot) per 100 ha 0,75 0,50 0,25 0, Grafiek 5: Evolutie van de voorjaarstellingen en het afschot van patrijs. Tabel 5: Samenvatting van de Spearmans rangcorrelatiecoëfficiënt (ρ) voor patrijs. ρ patrijs haan hen Juv. Afschot -0,59-0,16-0,70-0,37 Voorjaar -0,54 ~ 22 ~

23 B.2 Interne spreiding Patrijs komt uitsluitend voor in de akkergebieden ten zuiden van de. Logisch dat ook alleen daar een afschot mogelijk was ( ) Figuur 7: Interne spreiding van de voorjaarsstand (links) en afschot (2008) (rechts) van patrijs. B.3 Valwild Er zijn geen data van valwild van patrijs beschikbaar. B.4 Schade Er zijn geen exacte gegevens betreffende schade door patrijs beschikbaar. C Doel: Doelen en maatregelen in het beheer van de huidige erkenningsperiode Stijging van de voorjaarstand en een verbeteren van de staat van instandhouding. Maatregelen: Habitatverbetering, afschot beperken, Evaluatie: de stijging werd niet verwezenlijkt. De WBE was zich hiervan bewust bij het opstellen van de oude doelen, gezien de impact van de omgeving groter is dan wat de jagers kunnen investeren in het habitat. D Doelstellingen in het toekomstig beheer D.1 Populatiedoelstelling en doelstelling voor bejaging Heropleving van de populatie, met een verbetering van de staat van instandhouding. D.2 Doelstelling voor het voorkomen van valwild We stellen ons tot doel om valwild van patrijs, meer specifiek valwild door maaiverliezen en door predatie, te laten beperken. D.3 Doelstelling voor het voorkomen van schade Schade door patrijs kwam zo ver als bekend nooit voor binnen het gebied. Er worden geen doelstellingen geformuleerd voor het voorkomen van schade. ~ 23 ~

24 E Maatregelen in het toekomstig beheer E.1 Uitvoeren van tellingen Tellingen worden uitgevoerd in het voorjaar, wanneer de koppels zich vormen. De tellingen worden overdag uitgevoerd op basis van visuele en auditieve waarnemingen. E.2 Revierverzorging Jaarlijks worden inspanningen geleverd om wildakkers aan te leggen. Hiervoor wordt gebruik gemaakt van enkele private percelen van jagers, maar ook van verloren hoekjes die landbouwers ter beschikking stellen van de jager. Er wordt gebruik gemaakt van zaadmengsels die op de markt komen en die ontwikkeld zijn voor kleinwild. De combinatie van wildakkers met houtkanten en grasstroken of stroken ingezaaid met boekweit, bieden de mogelijkheid om trioranden aan te leggen (zij het dan op hele percelen) deze bieden door de verscheidenheid aan biotoop een meerwaarde voor dekking en voeding van de jachtwildsoorten Beheren van houtkanten met het oog op verjonging van de kruidenlaag/ondergroei en zodoende dekking, maar zeker ook voedsel. De voederplaatsen voor fazant, worden tevens voorzien van granen, dewelke door patrijs kunnen gebruikt worden. E.3 Populatiebeheer in ruimte en tijd Zolang er geen voorjaarstand van 3 koppels per 100ha open ruimte wordt waargenomen, zal geen populatiebeheer worden uitgevoerd. E.4 Voorkomen van valwild De landbouwers actief binnen het jachtterrein worden gesensibiliseerd om de maaidatum te verleggen naar 15 juli. Dit zal soms moeilijk liggen. Doen ze dit niet dan wordt gevraagd om te werken met wildredders of de maaimethode aan te passen door te maaien van binnen naar buiten wat de kansen op vluchten sterk verbeterd. Predatieverliezen worden gereduceerd door het voeren van een efficiënte predatorcontrole. Binnen de WBE is deze predatorcontrole vooral gericht op rechtbekken en op vos. Maatregelen in het kader van predatorcontrole worden beschreven onder punten (vos)) en (rechtbekken). E.5 Voorkomen van schade Er worden geen maatregelen om schade te voorkomen voorzien. ~ 24 ~

25 5.2.3 Fazant A Kwaliteit van het habitat Binnen de WBE is goed habitat aanwezig dat gebruikt kan worden door de fazant. Vooral de combinatie van bos en ruigte met akkerland, wildakker/braak/ruigte en graslanden zorgt voor een diverse omgeving waar deze dieren zowel rust, foerageer als broedgelegenheid vinden. De vallei van de leent zich hier uitstekend voor. B Data B.1 Voorjaarstellingen en afschotcijfers Zowel het aantal hennen als het aantal hennen kent een daling. Voor beide kunnen we spreken over een dalende trend. Deze trend heeft zich sterker gemanifesteerd voor de hennen.. Het afschot kent eveneens een dalende trend (ρ = -0,54).. De geslachtsverhouding hen/haan in het voorjaar vertoont een fluctuerende trend (ρ = -0,11) en bedraagt gemiddeld 2,21 hennen per haan fazant (Phasianus colchicus) fazanthaan vj fazanthen vj fazanthaan fazanthen fazant (tot) 15 per 100 ha Grafiek 6: Evolutie van de voorjaarstellingen en het afschot van fazant. ~ 25 ~

26 Tabel 6: Samenvatting van de Spearmans rangcorrelatiecoëfficiënt (ρ) voor fazant. ρ haan hen fazant Afschot -0,64-0,68-0,61 Voorjaar -0,75-0,86 B.2 Interne spreiding Fazanten komen verspreid voor over de hele WBE, maar vooral de revieren die grenzen aan de waterloop hebben relatief gezien een grotere stand. Dit komt duidelijk naar voor bij de kleinere revieren in de vallei. De revieren die zich over grotere afstand uitstrekken krijgen een uitmiddeling door de lagere stand buiten de vallei en de oppervlakte van dit revier. Het afschot kent een gelijkaardige spreiding als de voorjaarsstand. Figuur 8: Interne spreiding van de voorjaarsstand (links) en het afschot (rechts) van fazant. B.3 Valwild Er zijn geen data van valwild van fazant beschikbaar. B.4 Schade Er zijn geen exacte gegevens betreffende schade door fazant beschikbaar. De WBE heeft geen weet van schade door de fazant uit het verleden. C Doel: Doelen en maatregelen in het beheer van de huidige erkenningsperiode Streven naar een constante voorjaarsstand. Maatregelen: Predatorcontrole; sparen van de hen; bijvoederen met gebroken maïs in de winter, waterbakken; aanleg wildakkers; beperken aantal jachtdagen (beperken verstoring) Evaluatie: Het doel werd niet gehaald. D Doelstellingen in het toekomstig beheer D.1 Populatiedoelstelling en doelstelling voor bejaging Minimaal streven naar een constante populatie die indien mogelijk terug mag stijgen. D.2 Doelstelling voor het voorkomen van valwild Er wordt geen doelstelling voor valwild opgenomen D.3 Doelstelling voor het voorkomen van schade Schade door fazant kwam zo ver als bekend nooit voor binnen het werkingsgebied van de WBE. Er worden geen doelstellingen geformuleerd voor het voorkomen van schade. E Maatregelen in het toekomstig beheer E.1 Uitvoeren van tellingen Tellingen worden uitgevoerd tijdens twee tijdstippen in de loop van het jaar: ~ 26 ~

27 - In het voorjaar worden de aantallen (hanen en hennen) geteld - In het najaar wordt de fazantenstand geteld voor de aanvang van het jachtseizoen om een inschatting van de reproductie te hebben. De tellingen worden overdag uitgevoerd op basis van visuele waarnemingen. E.2 Revierverzorging Jaarlijks worden inspanningen geleverd om wildakkers aan te leggen. Hiervoor wordt gebruik gemaakt van enkele private percelen van jagers, maar ook van verloren hoekjes die landbouwers ter beschikking stellen van de jager. Er wordt gebruik gemaakt van zaadmengsels die op de markt komen en die ontwikkeld zijn voor kleinwild. De combinatie van wildakkers met houtkanten en grasstroken of stroken ingezaaid met boekweit, bieden de mogelijkheid om trioranden aan te leggen (zij het dan op hele percelen) deze bieden door de verscheidenheid aan biotoop een meerwaarde voor dekking en voeding van de jachtwildsoorten Beheren van houtkanten met het oog op verjonging van de kruidenlaag/ondergroei en zodoende dekking, maar zeker ook voedsel. Tijdens de wintermaanden wordt voorzien in voedertonnen, met granen en gebroken maïs. E.3 Populatiebeheer in ruimte en tijd Voor fazant is het van groot belang dat er voldoende aandacht wordt geschonken aan het afschot. Binnen een natuurlijke fazantenpopulatie is een verhouding van 1 haan op 3 à 5 hennen een normale situatie. Zijn er meer hanen aanwezig, dan zal er meer concurrentie zijn en zal door stress een deel verdwijnen door sterfte of emigratie. Naast deze natuurlijke verhouding weet eenieder ook dat de voortgang van de populatie eigenlijk afhankelijk is van de hennenpopulatie. Hoe meer hennen succesvol kunnen reproduceren, hoe beter de najaarsstand zal zijn en hoe mooier de jacht op fazant kan zijn. Deze hennen hebben echter vaak te leiden onder predatordruk. Deze grondbroeder wordt snel gevonden en kent niet onmiddellijk de reflex om te vluchten. Zich drukken is de meest voorkomende beschermingsmethode die vaak niet doeltreffend genoeg is. De WBE zal naar de toekomst zijn beperkte afschot van fazanten hoofdzakelijk richten op hanen. Het afschot van hennen zal eerder beperkt zijn. Mogelijke maatregelen die hiervoor gebruikt kunnen worden zijn: - Afschot van hen niet uitvoeren - Maximaal 1 hen strekken per jager per jachtrevier. Dit houdt in dat een jager die meermaals mee gaat jagen slecht 1 hen voor het hele seizoen kan strekken. - Slechts een hen strekken wanneer men reeds 3 hanen heeft gestrekt. - Inbouwen van interne boeteclausules wanneer een hen gestrekt wordt - E.4 Voorkomen van valwild De WBE heeft geen doel voorop gesteld. E.5 Voorkomen van schade Er worden geen maatregelen om schade te voorkomen voorzien. ~ 27 ~

28 5.3 Waterwild Wilde eend A Kwaliteit van het habitat De eend is een soort met groot aanpassingsvermogen. In de broedtijd zijn allerhande ondiepe waterbiotopen belangrijk (vaarten, vijvers, sloten, grote en kleine poelen). Een weelderige plantengroei maakt het biotoop aantrekkelijk (ondergedoken en drijvende waterplanten, en een goed ontwikkelde oeverbegroeiing) voor hun nestgelegenheid. Buiten de broedtijd zijn grote wateroppervlakten als dagrustplaats in trek (vijvers, kanaal, beken). Van hieruit worden vanaf de schemering de voedselvluchten ondernomen naar akker- en weidegebieden. Kuikens tot 19 à 25 dagen oud eten allerhande insecten zoals slakjes, kleine kreeftachtige en wormen die in en rond het water gevangen worden; vanaf 25 dagen wordt geleidelijk aan overgeschakeld op plantaardig voedsel. In het winterhalfjaar eten eenden veelal zaden, knoppen en bladeren van een grote verscheidenheid water- en landplanten. In het zomerhalfjaar wordt ten dele overgeschakeld op dierlijk voedsel (zie kuikendieet). In de WBE komen dergelijke biotopen voor in de vallei van de waterloop. Het voorkomen van overzomerende ganzen kent een impact op de habitatbeschikbaarheid voor wilde eend. B Data B.1 Voorjaarstellingen en afschotcijfers Het aantal broedkoppels wilde eend binnen de WBE kende een dalende trend (ρ = -0,96). Wij kunnen dit verklaren door - De kanalisatie van de waterloop - Het maaien van de oevers op het moment dat eenden broeden - Het hakken van de houtige gewassen op de bermen van de waterloop. Het afschot kent eveneens een dalende trend en is sterk gerelateerd aan de voorjaarstand, die op zijn beurt verklaard kan worden door het biotoop. Tabel 7: Samenvatting van de Spearmans rangcorrelatiecoëfficiënt (ρ) voor wilde eend. ρ eend Afschot -0,93 Voorjaar -0,96 ~ 28 ~

29 wilde eend (Anas platyrhynchos) koppels wilde eend wilde eend (tot) per 100 ha Grafiek 7: Evolutie van de koppels en het afschot van wilde eend. B.2 Interne spreiding Opnieuw zien we dat de vallei van de waterloop een relatief hogere voorjaarstand kan optekenen. De aanwezigheid van geschikt biotoop ligt hier aan de basis. Het afschot gebeurt niet gericht en is sterk afhankelijk van het voorkomen van stand eenden en trekkende eenden. Dit afschot gebeurt verspreid over de hele WBE. Figuur 9: Interne spreiding van de voorjaarsstand (links) en het afschot (rechts) van wilde eend. B.3 Valwild Er zijn geen data van valwild van eend beschikbaar. B.4 Schade Er zijn geen exacte gegevens betreffende schade door eend beschikbaar. De WBE heeft geen weet van schade door de eend uit het verleden. C Doel: Doelen en maatregelen in het beheer van de huidige erkenningsperiode Constante voorjaarstand. Maatregelen: Voederen. Evaluatie: Doelstelling werd niet bereikt. Zoals eerder aangegeven is de oorzaak te vinden in het beheer van het biotoop. D Doelstellingen in het toekomstig beheer D.1 Populatiedoelstelling en doelstelling voor bejaging Realiseren van een sporadisch afschot om wildbraad te bekomen. ~ 29 ~

30 Geen specifieke populatiedoelstelling, dan wel het behoud van een populatie op grotere schaal dan de WBE. Aan deze doelstelling zal echter geen expliciete maatregel vanuit de WBE kunnen verbonden worden. D.2 Doelstelling voor het voorkomen van valwild Er worden geen specifieke doelstellingen voor het beperken van valwild voorop gesteld. D.3 Doelstelling voor het voorkomen van schade Schade door wilde eend kwam zo ver als bekend tijdens de afgelopen erkenningsperiode niet voor binnen het werkingsgebied van de WBE. Er worden geen doelstellingen geformuleerd omtrent schade E Maatregelen in het toekomstig beheer E.1 Uitvoeren van tellingen In het voorjaar wordt het aantal broedkoppels wilde eenden geteld. Tellingen gebeuren voornamelijk op en rond de weinige waterpartijen. E.2 Revierverzorging Waar mogelijk worden nestkorven voorzien om nestgelegenheid te compenseren. De wilde eend profiteert mee van de wildakkers die aangelegd werden voor kleinwildsoorten.. E.3 Populatiebeheer in ruimte en tijd Realiseren van afschot. E.4 Voorkomen van valwild Er worden geen specifieke maatregelen genomen om het voorkomen van valwild bij eend te reduceren. E.5 Voorkomen van schade Er worden geen maatregelen om schade te voorkomen voorzien. ~ 30 ~

31 5.3.2 Grauwe gans en Canadese gans A Kwaliteit van het habitat Het habitat voor wilde eend wordt tevens gebruikt door overzomerende ganzen. Hun voorkeur gaat hierbij uit naar de grotere waterpartijen, eerder dan de kleine waterlopen. De kwaliteit van deze biotopen zijn uitstekend voor deze soort, zeker in combinatie met de akkers en graslanden in de wijde omgeving waarop zij kunnen foerageren. In ons jachtrevier komen naast de waterloop nog vele kleine plassen voor. Hier en daar gebruiken deze overzomerende ganzen dit biotoop, doch dit blijft beperkt. De kwaliteit van dit biotoop zou moeten volstaan. B Data B.1 Voorjaarstellingen en afschotcijfers Grauwe ganzen komen in de WBE niet voor tijdens het voorjaar. De enkel exemplaren die in jachtseizoen worden waargenomen zijn tot op heden nog nooit gestrekt. Canadese ganzen komen wel voor in het voorjaar, doch deze aantallen kunnen sterk variëren. Binnen de WBE kunnen we niet spreken van een vaste populatie en dus van een fluctuerende trend Het afschot op de Canadese gans kent een fluctuerende trend en is sterk afhankelijk van de aanwezigheid tijdens een jachtdag op deze soort. Daarnaast is de realisatie van een afschot op deze dieren vaak zeer moeilijk, daar zij op grootte hoogte passeren. 0,5 0,5 0,4 Canadese gans VJ Canadese gans Canadese gans (Branta canadensis) 0,4 0,3 per 100 ha 0,3 0,2 0,2 0,1 0,1 0, Grafiek 8: Evolutie van de voorjaarstand en het afschot van Canadese gans ~ 31 ~

32 Tabel 8:: Samenvatting van de Spearmans rangcorrelatiecoëfficiënt (ρ) voor Canadese gans. ρ Cgans B.2 Interne spreiding Afschot 0,37 Voorjaar 0,42 Daar er in 2007 of 2008 geen voorjaarstelling gebeurde is het niet mogelijk een interne spreiding weer te geven. We stellen vast dat nestende ganzen voornamelijk in en rond de worden waargenomen. Ook voor het afschot was het moeilijk om een spreiding weer te geven. We in de periode was er uitsluitend een afschot op revier ; inmiddels stellen we vast dat ook andere revieren sporadisch een afschot hebben. Figuur 10: Interne spreiding van de voorjaarstand (links) en afschot (rechts) van Canadese gans B.3 Valwild Er zijn geen gegevens betreffende het valwild van Canadese gans en grauwe gans beschikbaar. B.4 Schade Er zijn geen exacte gegevens betreffende schade door Canadese gans en grauwe gans beschikbaar. C Doel: Doelen en maatregelen in het beheer van de huidige erkenningsperiode Geen specifiek doel gedefinieerd. We kunnen afleiden dat het beperken van de negatieve gevolgen de belangrijkste drijfveer was om beheer uit te voeren. Maatregelen: Afschot bij schade Evaluatie: Er werden geen schadegevallen bij de landbouwers genoteerd. De WBE gaat ervanuit dat het gestelde beheer hier een positieve inbreng heeft gehad. D Doelstellingen in het toekomstig beheer D.1 Populatiedoelstelling en doelstelling voor bejaging Er worden geen populatiedoelstellingen geformuleerd voor de Canadese gans en de grauwe gans. Beide soorten zullen bejaagd worden in de WBE tijdens de komende erkenningsperiode. ~ 32 ~

33 D.2 Doelstelling voor het voorkomen van valwild Er worden geen specifieke doelstellingen voor het beperken van valwild voorop gesteld. D.3 Doelstelling voor het voorkomen van schade De WBE stelt als doelstelling voorop om de negatieve gevolgen (vooral landbouwschade) te beperken, indien klachten worden geformuleerd. E Maatregelen in het toekomstig beheer E.1 Uitvoeren van tellingen Tellingen gebeuren samen met de tellingen van wilde eend. E.2 Revierverzorging Er worden geen maatregelen van revierverzorging genomen voor de Canadese en grauwe gans. E.3 Populatiebeheer in ruimte en tijd Uitvoeren van afschot tijdens het jachtseizoen.. Indien dit absoluut noodzakelijk blijkt zal overgegaan worden op de bestrijding van de soorten. E.4 Voorkomen van valwild Er worden geen maatregelen genomen om valwild van Canadese en grauwe gans te voorkomen. E.5 Voorkomen van schade De WBE zal de schade van beide soorten trachten te voorkomen door een afschot tijdens de periode van de gewone jacht. Op die manier hoopt de WBE preventief te kunnen werken en schade in het voorjaar en de zomer laag te houden (doordat de lokale populatiegrootte beperkt wordt). Indien nodig zal de WBE daarnaast ook bestrijding uitvoeren. ~ 33 ~

Faunabeheerplan. Onafhankelijke jachtrechthouder

Faunabeheerplan. Onafhankelijke jachtrechthouder Faunabeheerplan Onafhankelijke jachtrechthouder. Voorwoord en inleiding: Algemene gegevens jachtterrein: Biotoopbeschrijving: Het jachtterrein bevind zich in de geografische streek zandig Vlaanderen. Binnen

Nadere informatie

Uitgebreid Wildbeheerplan WBE Vlaamse Ardennen 2012 2018

Uitgebreid Wildbeheerplan WBE Vlaamse Ardennen 2012 2018 Uitgebreid Wildbeheerplan WBE Vlaamse Ardennen 2012 2018 Met ondersteuning van: 1 A. Algemene administratieve gegevens Situering WBE Vlaamse Ardennen situeert zich in het zuidwesten van de provincie Oost-Vlaanderen

Nadere informatie

Faunabeheerplan: voortaan verplicht voor iedere jachtrechthouder

Faunabeheerplan: voortaan verplicht voor iedere jachtrechthouder Faunabeheerplan: voortaan verplicht voor iedere jachtrechthouder Sinds het hervormen van de jachtwetgeving op 1/07/2014 moet iedere jachtrechthouder over een goedgekeurd faunabeheerplan beschikken om de

Nadere informatie

Faunabeheerplan Wildbeheereenheid Vlaamse Ardennen VZW Met ondersteuning van:

Faunabeheerplan Wildbeheereenheid Vlaamse Ardennen VZW Met ondersteuning van: Faunabeheerplan 2019-2024 Wildbeheereenheid Vlaamse Ardennen VZW Met ondersteuning van: 1 Dit faunabeheerplan kwam mede tot stand door de samenwerking van Hubertusvereniging Vlaanderen en het Agentschap

Nadere informatie

Officieuze coördinatie van de jachtreglementering

Officieuze coördinatie van de jachtreglementering 28 oktober 2005 - Ministerieel besluit tot vaststelling van de gegevens die in het wildbeheerplan moeten worden opgenomen (B.S. 14 november 2005) De Vlaamse minister van Openbare Werken, Energie, Leefmilieu

Nadere informatie

WILDBEHEERPLAN

WILDBEHEERPLAN 1 WILDBEHEEREENHEID VLAAMSE ARDENNEN vzw- afgekort WBEVA Statuten oprichting B.S.16.12.1993 - Identificatienummer 21836/93 Maatschappelijke zetel : Korsele 65 9667 Horebeke. Erkenning : Besluit van de

Nadere informatie

TITEL I. FORMULERING VAN DE JACHT IN HET ALGEMEEN... 17 1. Gewone jacht... 17 2. Bijzondere jacht... 17 3. Bestrijding... 18

TITEL I. FORMULERING VAN DE JACHT IN HET ALGEMEEN... 17 1. Gewone jacht... 17 2. Bijzondere jacht... 17 3. Bestrijding... 18 Inhoud INHOUD INLEIDING... 9 HIERARCHIE VAN DE BRONNEN... 13 LIJST VAN GEBRUIKTE AFKORTINGEN... 15 TITEL I. FORMULERING VAN DE JACHT IN HET ALGEMEEN... 17 1. Gewone jacht... 17 2. Bijzondere jacht... 17

Nadere informatie

Besluit van de Vlaamse Regering betreffende de jachtopeningstijden in het Vlaamse Gewest voor de periode van 1 juli 2013 tot en met 30 juni 2018

Besluit van de Vlaamse Regering betreffende de jachtopeningstijden in het Vlaamse Gewest voor de periode van 1 juli 2013 tot en met 30 juni 2018 Besluit van de Vlaamse Regering betreffende de jachtopeningstijden in het Vlaamse Gewest voor de periode van 1 juli 2013 tot en met 30 juni 2018 DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het Jachtdecreet van 24 juli

Nadere informatie

Advies betreffende de verlenging van de erkenning van de wildbeheereenheid Klein Brabant Rupelstreek

Advies betreffende de verlenging van de erkenning van de wildbeheereenheid Klein Brabant Rupelstreek Advies betreffende de verlenging van de erkenning van de wildbeheereenheid Klein Brabant Rupelstreek Nummer: INBO.A.2014.21 Datum advisering: 11 maart 2014 Auteur(s): Contact: Kenmerk aanvraag: Geadresseerden:

Nadere informatie

Advies betreffende de verlenging van de erkenning van de wildbeheereenheid Capreolus Dilsen-Stokkem

Advies betreffende de verlenging van de erkenning van de wildbeheereenheid Capreolus Dilsen-Stokkem Advies betreffende de verlenging van de erkenning van de wildbeheereenheid Capreolus Dilsen-Stokkem Nummer: INBO.A.2012.39 Datum advisering: 28 februari 2012 Auteur(s): Contact: Marijke Thoonen Niko Boone

Nadere informatie

5.1 Fazant (Phasianus colchicus)

5.1 Fazant (Phasianus colchicus) 5.1 Fazant (Phasianus colchicus) 1. Status De fazant is een wildsoort waarop door de jacht populatiebeheer plaatsvindt. De jacht is toegestaan van 15 oktober t/m 31 december (hennen), resp. van 15 oktober

Nadere informatie

Faunabeheerplan WBE Houtland

Faunabeheerplan WBE Houtland 04/05/2016 Faunabeheerplan WBE Houtland 2016-2022 Goedgekeurd op 04/05/2016 Met ondersteuning van: Dit faunabeheerplan kwam mede tot stand met de samenwerking van Hubertus Vereniging Vlaanderen en het

Nadere informatie

Zoogdierenwerkgroep. Infoavond Jacht in Vlaanderen

Zoogdierenwerkgroep. Infoavond Jacht in Vlaanderen Zoogdierenwerkgroep Infoavond Jacht in Vlaanderen De Vlaamse jachtregelgeving Algemene begrippen Jachtwildsoorten Jachtopeningstijden Toegestane en verboden jachtmiddelen en methoden FAQ s Algemene begrippen

Nadere informatie

5.3 Haas (Lepus europaeus)

5.3 Haas (Lepus europaeus) 5.3 Haas (Lepus europaeus) 1. Status De haas was reeds beschreven in het fbp. Omdat de tekst op een aantal punten herziening behoefde, is deze integraal herschreven. De haas is een wildsoort waarop door

Nadere informatie

De telformulieren 1 tot en met 5 kopiëren ten behoeve van de tellers.

De telformulieren 1 tot en met 5 kopiëren ten behoeve van de tellers. VOORJAARSTELLING 2012 TELFORMULIEREN De telformulieren 1 tot en met 5 kopiëren ten behoeve van de tellers. Inventarisatieformulier 6 en 7 kopiëren ten behoeve van de jachthouders in uw WBE. Voorjaarstelling

Nadere informatie

VR DOC.0533/2

VR DOC.0533/2 VR 2016 2705 DOC.0533/2 Besluit van de Vlaamse Regering houdende herinvoering van de regels inzake bijzondere jacht in het Jachtvoorwaardenbesluit van 25 april 2014 DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het Jachtdecreet

Nadere informatie

Jachtvoorwaardenbesluit (JVB)

Jachtvoorwaardenbesluit (JVB) Jachtvoorwaardenbesluit (JVB) 29 JVB: structuur (1)! Algemene voorwaarden voor jacht en bestrijding! Weidelijkheidsregels, afstandsregels, meteo regels! Vuurwapens en munitie! Middelen en methoden! Jacht

Nadere informatie

Wildbeheereenheid Nieuwsbrief 2/2015 Lopikerwaard e.o.

Wildbeheereenheid Nieuwsbrief 2/2015 Lopikerwaard e.o. Wildbeheereenheid Nieuwsbrief 2/2015 Lopikerwaard e.o. VOORJAARSTELLING 2015 - Nemen de meerkoeten en knobbelzwanen in de Lopikerwaard toe of af? - Hebben we de populatie zwarte kraai onder controle? -

Nadere informatie

Jachtplannen in Vlaanderen. Kenniscentrum HVV

Jachtplannen in Vlaanderen. Kenniscentrum HVV Jachtplannen in Vlaanderen Kenniscentrum HVV Jachtrechten en jachtplan Historiek van het jachtplan Naar correcte jachtplannen Jachtplannen raadplegen Perceel ingekleurd, wat nu? De jachthuurovereenkomst

Nadere informatie

Officieuze coördinatie van de jachtreglementering

Officieuze coördinatie van de jachtreglementering 1 december 1998 - Besluit van de Vlaamse regering houdende vaststelling van de voorwaarden waaronder afzonderlijke jachtterreinen vrijwillig tot grotere beheereenheden kunnen worden samengevoegd en van

Nadere informatie

Advies over het gemiddeld aantal koppels patrijzen per 100 ha open ruimte per wildbeheereenheid voor de periode

Advies over het gemiddeld aantal koppels patrijzen per 100 ha open ruimte per wildbeheereenheid voor de periode Advies over het gemiddeld aantal koppels patrijzen per 100 ha open ruimte per wildbeheereenheid voor de periode 2012-2014 Adviesnummer: INBO.A.3330 Datum advisering: 10 augustus 2015 Auteur(s): Contact:

Nadere informatie

Berekening van het gemiddelde aantal koppels patrijzen per 100 ha open ruimte per wildbeheereenheid voor de periode 2013-2015

Berekening van het gemiddelde aantal koppels patrijzen per 100 ha open ruimte per wildbeheereenheid voor de periode 2013-2015 Berekening van het gemiddelde aantal koppels patrijzen per 100 ha open ruimte per wildbeheereenheid voor de periode 2013-2015 Adviesnummer: INBO.A.3469 Datum advisering: 22 juli 2016 Auteur(s): Contact:

Nadere informatie

Grofwildjacht in Vlaanderen cijfers en statistieken 2013

Grofwildjacht in Vlaanderen cijfers en statistieken 2013 Grofwildjacht in Vlaanderen cijfers en statistieken 2013 INSTITUUT NATUUR- EN BOSONDERZOEK Vlaanderen is wetenschap INSTITUUT NATUUR- EN BOSONDERZOEK Grofwildjacht in Vlaanderen cijfers en statistieken

Nadere informatie

WETGEVING. Samenvatting. Jachtdecreet

WETGEVING. Samenvatting. Jachtdecreet WETGEVING Samenvatting Jachtdecreet Algemeen De jachtdaad: de handeling waarbij het wild gedood of gevangen wordt, alsmede de handeling waarbij dat wild met dat doel opgespoord en achtervolgd wordt. In

Nadere informatie

Wildbeheereenheid Nieuwsbrief 2/2014 Lopikerwaard e.o.

Wildbeheereenheid Nieuwsbrief 2/2014 Lopikerwaard e.o. Wildbeheereenheid Nieuwsbrief 2/2014 Lopikerwaard e.o. VOORJAARSTELLING 2014 - Nemen de meerkoeten en knobbelzwanen in de Lopikerwaard toe of af? - Hebben we de populatie zwarte kraai onder controle? -

Nadere informatie

Biotoopverbetering voor Patrijs en andere akkervogels. Olivier Dochy Provincie West-Vlaanderen

Biotoopverbetering voor Patrijs en andere akkervogels. Olivier Dochy Provincie West-Vlaanderen Biotoopverbetering voor Patrijs en andere akkervogels Olivier Dochy Provincie West-Vlaanderen Wat zijn akkervogels? volledig gebonden aan landbouwgebied = de echte weidevogels = de akker- en weidevogels

Nadere informatie

Meldpunt Vossenschade: een overzicht voor 2012

Meldpunt Vossenschade: een overzicht voor 2012 Pagina 1 van 5 Meldpunt Vossenschade: een overzicht voor 2012 Inleiding Sinds 2007 beschikt de over een meldpunt Vossenschade. Om dit meldpunt meer bekendheid te geven voor heel Vlaanderen werd in januari

Nadere informatie

Vlaams patrijzenproject. Kathleen Vanhuyse Kenniscentrum HVV

Vlaams patrijzenproject. Kathleen Vanhuyse Kenniscentrum HVV Vlaams patrijzenproject Kathleen Vanhuyse Kenniscentrum HVV Inhoud 1. Het Vlaams Patrijzenproject: algemeen 2. Zot van patrijs 3. Realisaties Vlaams Patrijzenproject 4. Werking WBE rond akkervogels 5.

Nadere informatie

Aanvullend advies over het gemiddeld aantal koppels patrijzen per 100 ha open ruimte per wildbeheereenheid voor de periode

Aanvullend advies over het gemiddeld aantal koppels patrijzen per 100 ha open ruimte per wildbeheereenheid voor de periode Aanvullend advies over het gemiddeld aantal koppels patrijzen per 100 ha open ruimte per wildbeheereenheid voor de periode 2012-2014 Adviesnummer: INBO.A.3342 Datum advisering: 9 september 2015 Auteur(s):

Nadere informatie

In seizoen hadden ongeveer personen een wettelijke vergunning om te jagen in Vlaanderen.

In seizoen hadden ongeveer personen een wettelijke vergunning om te jagen in Vlaanderen. #27 Jacht Jim Casaer 1, Luc De Bruyn 2 In seizoen 2003-2004 hadden ongeveer 12.600 personen een wettelijke vergunning om te jagen in Vlaanderen. Tussen 1999 en 2003 nam het afschotaantal af voor meerkoet,

Nadere informatie

6.1 Houtduif (Columba palumbus)

6.1 Houtduif (Columba palumbus) 6.1 Houtduif (Columba palumbus) 1. Status De houtduif is een wildsoort waarop door de jacht populatiebeheer plaatsvindt. De jacht is toegestaan van 15 oktober t/m 31 januari. Daarnaast is de houtduif landelijk

Nadere informatie

Wat feitjes rond de duizendste Eempoldertelling

Wat feitjes rond de duizendste Eempoldertelling AANTAL. Wat feitjes rond de duizendste Eempoldertelling Sinds 1973 worden elke veertien dagen de vogels in de westelijke Eempolders geteld. Dat is nu dus al ruim 38 jaar. Wat rekenwerk levert op dat op

Nadere informatie

Grofwildjacht in Vlaanderen cijfers en statistieken 2014

Grofwildjacht in Vlaanderen cijfers en statistieken 2014 Grofwildjacht in Vlaanderen cijfers en statistieken 2014 INSTITUUT NATUUR- EN BOSONDERZOEK Vlaanderen is wetenschap INSTITUUT NATUUR- EN BOSONDERZOEK Grofwildjacht in Vlaanderen cijfers en statistieken

Nadere informatie

7.1 Grote Canadese gans (Branta canadensis canadensis)

7.1 Grote Canadese gans (Branta canadensis canadensis) 7.1 Grote Canadese gans (Branta canadensis canadensis) 1. Status De Canadese gans is een landelijk vrijgestelde soort van de verboden bedoeld in artikel 3.1 van de Wet Natuurbescherming. Zoals in paragraaf

Nadere informatie

Rapportage meldingen everzwijn Limburg Thomas Scheppers & Jim Casaer

Rapportage meldingen everzwijn Limburg Thomas Scheppers & Jim Casaer INBO.R.2012.16 INBO.R.2012.26 Wetenschappelijke instelling van de Vlaamse overheid Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek INBO Geraardsbergen Gaverstraat 4 9500 Geraardsbergen T: +32 54 43 71 11 F: +32

Nadere informatie

Bijlage XXII. Lijst van de milieu-inbreuken, ter uitvoering van artikel , 1, f), en , derde lid, van het decreet

Bijlage XXII. Lijst van de milieu-inbreuken, ter uitvoering van artikel , 1, f), en , derde lid, van het decreet Bijlage 8 bij het besluit van de Vlaamse Regering van tot wijziging van diverse bepalingen van het besluit van de Vlaamse Regering van 12 december 2008 tot uitvoering van titel XVI van het decreet van

Nadere informatie

Jagers doen veel meer dan je denkt. Resultaten van de enquête naar de inspanningen van jagers in het kader van een breder wildbeheer

Jagers doen veel meer dan je denkt. Resultaten van de enquête naar de inspanningen van jagers in het kader van een breder wildbeheer Jagers doen veel meer dan je denkt Resultaten van de enquête naar de inspanningen van jagers in het kader van een breder wildbeheer Woord van de voorzitter Uit het leven gegrepen. Jagers in het veld actief.

Nadere informatie

Zot van patrijs. Patrijzengroep Oost-West. WBE De Hazebeek WBE De Mandelvallei WBE Driekoningen WBE t Veld

Zot van patrijs. Patrijzengroep Oost-West. WBE De Hazebeek WBE De Mandelvallei WBE Driekoningen WBE t Veld Zot van patrijs Patrijzengroep Oost-West WBE De Hazebeek WBE De Mandelvallei WBE Driekoningen WBE t Veld Indien jij geen jager was, dan was jij de hardste groene! Historiek Jaren 90: oprichting Wildbeheereenheden

Nadere informatie

GANZEN IN NEDERLAND OVERZOMERENDE GANZEN

GANZEN IN NEDERLAND OVERZOMERENDE GANZEN GANZEN IN NEDERLAND Nederland is met zijn laaggelegen graslanden, veel water en zachte winters een ideaal gebied voor vele ganzensoorten. Veel ganzen die Nederland aandoen zijn afkomstig uit het hoge noorden;

Nadere informatie

Verslag van de april - avondtellingen in 2016 vergeleken met de gegevens uit eerdere jaren.

Verslag van de april - avondtellingen in 2016 vergeleken met de gegevens uit eerdere jaren. 2016 Vereniging EASTERMAR S LANSDOUWE en de Fûgel- en natoerbeskermingswacht Eastermar. Voor: Faunabeheerders/(jagers) en Vogelwachters (tellers), t.a.v. de eigenaren/grondgebruikers, Verslag van de april

Nadere informatie

Advies betreffende de verlenging van / de erkenning van de wildbeheereenheid Velpedal

Advies betreffende de verlenging van / de erkenning van de wildbeheereenheid Velpedal Advies betreffende de verlenging van / de erkenning van de wildbeheereenheid Velpedal Nummer: INBO.A.2011.140 Datum advisering: 20 december 2011 Auteur(s): Contact: Kenmerk aanvraag: Geadresseerden: Niko

Nadere informatie

Landschappelijke inpassing en tegenprestatie paardenhouderij A.Vullers Boekhorstweg 3, 6105 AD Mariahoop- PNR 6105AD

Landschappelijke inpassing en tegenprestatie paardenhouderij A.Vullers Boekhorstweg 3, 6105 AD Mariahoop- PNR 6105AD LIGGING Het plangebied is gelegen ten noorden van de kern Mariahoop. Rond 1900 was het gebied grotendeels nog bekend als heide. De veldweg in het centrum van het gebied was rond 1900 reeds aanwezig. Het

Nadere informatie

Beheer en schadebestrijding in Noord-Brabant

Beheer en schadebestrijding in Noord-Brabant Flora- en faunawet Beheer en schadebestrijding in Noord-Brabant Overzicht van de meest voorkomende schadesoorten Onderstaande tabel geeft overzicht van de meest voorkomende schade veroorzakende soorten

Nadere informatie

Bestrijding kraaiachtigen

Bestrijding kraaiachtigen Bestrijding kraaiachtigen Wettelijke mogelijkheden als gevolg van de wijzigingen aan het Soortenbesluit Kenniscentrum HVV Inhoud 1. Besluitvorming: een geschiedenis 2. Bestrijdbare soorten en voorwaarden

Nadere informatie

Advies over het gemiddeld aantal koppels patrijzen per 100 ha open ruimte per wildbeheereenheid voor de periode

Advies over het gemiddeld aantal koppels patrijzen per 100 ha open ruimte per wildbeheereenheid voor de periode Advies over het gemiddeld aantal koppels patrijzen per 100 ha open ruimte per wildbeheereenheid voor de periode 2011-2013 Adviesnummer: INBO.A.3171 Datum advisering: 1 september 2014 Auteur(s): Contact:

Nadere informatie

Rapportages 2009 van de aan Faunabeheereenheid verleende ontheffingen

Rapportages 2009 van de aan Faunabeheereenheid verleende ontheffingen Rapportages 2009 van de aan Faunabeheereenheid verleende ontheffingen Onderstaand overzicht van rapportages betreft een door Provincie Zeeland opgestelde samenvatting op basis van de door FBE aangeleverde

Nadere informatie

8.9 Konijn (Oryctolagus cuniculus)

8.9 Konijn (Oryctolagus cuniculus) 8.9 Konijn (Oryctolagus cuniculus) 1 Samenvatting Aantal en verspreiding De landelijke trend is over de gehele periode stabiel, over de laatste tien jaar treedt een matige toename op. De stand van het

Nadere informatie

Meldpunt Vossenschade: een overzicht voor 2013

Meldpunt Vossenschade: een overzicht voor 2013 Pagina 1 van 6 Meldpunt Vossenschade: een overzicht voor 2013 Inleiding Sinds 2007 beschikt de over een meldpunt Vossenschade. Om dit meldpunt meer bekendheid te geven voor heel Vlaanderen werd in januari

Nadere informatie

MINISTERIE VAN DE VLAAMSE GEMEENSCHAP

MINISTERIE VAN DE VLAAMSE GEMEENSCHAP MINISTERIE VAN DE VLAAMSE GEMEENSCHAP 14 APRIL 2000. - Besluit van de Vlaamse regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse regering van 13 juli 1994 tot invoering van een afschotplan voor reewild

Nadere informatie

Nieuwsbrief Jaar van de Patrijs in Zeeland

Nieuwsbrief Jaar van de Patrijs in Zeeland Nieuwsbrief Jaar van de Patrijs in Zeeland 2013 is door Vogelbescherming Nederland en Sovon uitgeroepen tot het Jaar van de Patrijs. Deze fraaie vogel is de laatste decennia sterk afgenomen (-95%).Ten

Nadere informatie

Samengevatte inhoud van het nieuwe voorwaardenbesluit en het nieuwe jachtadministratiebesluit

Samengevatte inhoud van het nieuwe voorwaardenbesluit en het nieuwe jachtadministratiebesluit Samengevatte inhoud van het nieuwe voorwaardenbesluit en het nieuwe jachtadministratiebesluit Inhoudstafel 1. Inleiding... 3 2. Het nieuwe Jachtvoorwaardenbesluit... 4 2.1 Algemene voorwaarden voor het

Nadere informatie

BRIEFADVIES. 26 november Briefadvies betreffende het consensusvoorstel inzake de jacht in vogelrijke gebieden WBE Vogelsanck

BRIEFADVIES. 26 november Briefadvies betreffende het consensusvoorstel inzake de jacht in vogelrijke gebieden WBE Vogelsanck BRIEFADVIES 26 november 2009 Briefadvies betreffende het consensusvoorstel inzake de jacht in vogelrijke gebieden WBE Vogelsanck 2009 Mevrouw Joke Schauvliege Vlaams minister van Leefmilieu, Natuur en

Nadere informatie

Jachtadministratiebesluit (JAB)

Jachtadministratiebesluit (JAB) Jachtadministratiebesluit (JAB) 78 JAB: structuur! Jachtverlof en jachtvergunning! Aanvraag! Vorm en inhoud! Voorwaarden! Weigering en intrekking! Verzekering! WBE! Erkenning! Administratie! Subsidies!

Nadere informatie

9 Zwarte kraai (Corvus corone)

9 Zwarte kraai (Corvus corone) 9 Zwarte kraai (Corvus corone) 9.1 Inleiding Tot een aantal jaren geleden werd de vangkooi zonder ontheffing gebruikt ter uitvoering van de landelijke vrijstelling bij de bestrijding van zwarte kraaien

Nadere informatie

Aanvraag tot bestrijding van beschermde vogelsoorten conform bijlage 3 van het Soortenbesluit

Aanvraag tot bestrijding van beschermde vogelsoorten conform bijlage 3 van het Soortenbesluit Aanvraag tot bestrijding van beschermde vogelsoorten conform bijlage 3 van het Soortenbesluit ANB-11-190109 /////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////

Nadere informatie

TELINSTRUCTIE REEËN IN UTRECHT. Wie? Wat? Waar? Projectteam Faunatellingen i.s.m. de Utrechtse Wildbeheereenheden

TELINSTRUCTIE REEËN IN UTRECHT. Wie? Wat? Waar? Projectteam Faunatellingen i.s.m. de Utrechtse Wildbeheereenheden TELINSTRUCTIE Wie? REEËN Wat? IN UTRECHT Waar? Projectteam Faunatellingen i.s.m. de Utrechtse Wildbeheereenheden januari 2013 INTRODUCTIE Voor u ligt de telinstructie reeën zoals tot stand gekomen in

Nadere informatie

Deelrapportage ontheffing artikel 68 Flora- en faunawet

Deelrapportage ontheffing artikel 68 Flora- en faunawet Deelrapportage ontheffing artikel 68 Flora- en faunawet Ontheffing: Wilde eend (Anas platyrhynchos) Specificatie: (gelegerde) granen Periode: 1-7-2015 tot 15-8-2015 Zaaknummers: 2010-011997 en 2010-012002

Nadere informatie

MIRA 2012 Milieu & natuur

MIRA 2012 Milieu & natuur MRA 212 Milieu & natuur ndex overwinterende watervogels watervogelindex (1991-92=1) aantal (1991-92=1) 6 5 4 3 2 1 1 4 1 3 1 2 1 1 1 9 8 7 6 5 4 3 2 1 1991-92 1993-94 1995-96 1997-98 1999-21-2 23-4 25-6

Nadere informatie

Jachtexamen 2016. Eerste antwoord is juiste. Wetgeving. 1. Wie kan het Jachtverlof intrekken Arrondissementscommissaris ANB.

Jachtexamen 2016. Eerste antwoord is juiste. Wetgeving. 1. Wie kan het Jachtverlof intrekken Arrondissementscommissaris ANB. Jachtexamen 2016 Eerste antwoord is juiste Wetgeving 1. Wie kan het Jachtverlof intrekken Arrondissementscommissaris ANB Burgemeester 2. Wanneer opent in het huidige jachtseizoen de jacht op canadagans

Nadere informatie

Vlaamse Overheid Agentschap voor Natuur en Bos

Vlaamse Overheid Agentschap voor Natuur en Bos Vlaamse Overheid Agentschap voor Natuur en Bos Voorwaarden voor de verpachting van de jacht op everzwijn in het Vlaams natuurreservaat Vloethemveld in 2016-2017. Hoofdstuk 1 Algemeen Artikel 1. 1. Op deze

Nadere informatie

De landbouwer als landschapsbouwer. 4. De landbouwer als landschapsbouwer ICT-opdracht ehorizon

De landbouwer als landschapsbouwer. 4. De landbouwer als landschapsbouwer ICT-opdracht ehorizon 4. De landbouwer als ICT-opdracht ehorizon Bedrijf: Steven Vanhecke - Oude Burkelslag 10-9990 Maldegem 4.1 Richtlijnen voor de begeleidende leerkracht Een belangrijk doel in de derde graad van het secundair

Nadere informatie

Inventarisatie bomenbestand in park Seghwaert. in de wijk Seghwaert-Noordhove binnen de gemeente Zoetermeer

Inventarisatie bomenbestand in park Seghwaert. in de wijk Seghwaert-Noordhove binnen de gemeente Zoetermeer Inventarisatie bomenbestand in park Seghwaert in de wijk Controleur: Ruud Dingerdis, Gecontroleerd op 07-08-2014 European Treeworker Hoek Hoveniers Inventarisatie bomenbestand in park Seghwaert in de wijk

Nadere informatie

Fauna-akkers in Rivierenland

Fauna-akkers in Rivierenland fauna-akkers 1 Fauna-akkers in Rivierenland REGIONAAL LANDSCHAP RIVIERENLAND Langs Nete, Dijle, Zenne & Rupel v z w 2 Regionaal Landschap Rivierenland Wat is een fauna-akker? Fauna-akkers zijn akkers en

Nadere informatie

VRAAG 1. Een afschotplan is: A: verplicht voor de jacht op grof wild B: verplicht voor de jacht op patrijs C: enkel verplicht voor de jacht op ree

VRAAG 1. Een afschotplan is: A: verplicht voor de jacht op grof wild B: verplicht voor de jacht op patrijs C: enkel verplicht voor de jacht op ree VAK I WETGEVING VRAAG 1 Een afschotplan is: A: verplicht voor de jacht op grof wild B: verplicht voor de jacht op patrijs C: enkel verplicht voor de jacht op ree VRAAG 2 Welke wildsoort mag niet in de

Nadere informatie

Buijtenland van Rhoon

Buijtenland van Rhoon Buijtenland van Rhoon Evaluatie winterseizoen 2018/2019 Het eerste winterseizoen na de oprichting van de gebiedscoöperatie Buijtenland van Rhoon is achter de rug. Dit document bespreekt de wintervogeltellingen

Nadere informatie

Natuurwetgeving. Reinier van Elderen voorzitter HPG 25 september

Natuurwetgeving. Reinier van Elderen voorzitter HPG 25 september Natuurwetgeving Reinier van Elderen voorzitter HPG 25 september Natuurwetgeving & Faunabeheer Reinier van Elderen. Voorzitter HPG Ervaring: 50 jaar praktische beheerder van particuliere landbouw- en natuurgronden

Nadere informatie

VRAAG 1. Voor de bijzondere jacht op wilde zwijnen is: A: geen afschotplan vereist. B: een afschotplan vereist

VRAAG 1. Voor de bijzondere jacht op wilde zwijnen is: A: geen afschotplan vereist. B: een afschotplan vereist VAK I WETGEVING VRAAG 1 Voor de bijzondere jacht op wilde zwijnen is: A: geen afschotplan vereist B: een afschotplan vereist C: alleen een afschotplan vereist voor bijzondere jacht bij nacht VRAAG 2 Jagers

Nadere informatie

Hazentellingen in de schijnwerper Hoe bruikbaar zijn schijnwerpertellingen bij het opvolgen van hazenpopulaties? Reportage

Hazentellingen in de schijnwerper Hoe bruikbaar zijn schijnwerpertellingen bij het opvolgen van hazenpopulaties? Reportage Hazentellingen in de schijnwerper Hoe bruikbaar zijn schijnwerpertellingen bij het opvolgen van hazenpopulaties? Auteurs: Frank Huysentruyt, Thomas Scheppers & Jim Casaer in samenwerking met het Kenniscentrum

Nadere informatie

Fauna & Schade LLTB - Ubachsberg - 14 dec 2015

Fauna & Schade LLTB - Ubachsberg - 14 dec 2015 Fauna & Schade LLTB - Ubachsberg - 14 dec 2015 Fauna & Schade 15 december 2015 Alfred Melissen - FBE Limburg Faunabeheereenheid Limburg Faunabeheer & Wetgeving Preventie & Schademeldingen Beheer Faunabeheerplan

Nadere informatie

VOORSCHRIFTEN BIJ ONTHEFFING GROFWILD FAUNABEHEEREENHEID GELDERLAND

VOORSCHRIFTEN BIJ ONTHEFFING GROFWILD FAUNABEHEEREENHEID GELDERLAND VOORSCHRIFTEN BIJ ONTHEFFING GROFWILD FAUNABEHEEREENHEID GELDERLAND Vastgesteld 9 september 2014 zaaknr. 2014-003717. Expirerend 1 oktober 2019. Laatst gewijzigd 28 juli 2015 en bij veegbesluit december

Nadere informatie

Aanvraag ontheffingverlening ex art. 68 van de Flora- en faunawet

Aanvraag ontheffingverlening ex art. 68 van de Flora- en faunawet Aanvraag ontheffingverlening ex art. 68 de Flora- en faunawet A AANVRAGER 1. Naam aanvrager: M/V* Adres: Postcode en plaats: Telefoonnummer: Faxnummer: E-mailadres: Relatienummer: (indien bekend) Indien

Nadere informatie

FAUNABEHEERSZONE 8 CONSENSUSTEKST DD. 11 MEI Algemeen opzet en context

FAUNABEHEERSZONE 8 CONSENSUSTEKST DD. 11 MEI Algemeen opzet en context FAUNABEHEERSZONE 8 CONSENSUSTEKST DD. 11 MEI 2017 Algemeen opzet en context De Vlaamse Overheid werkt al jaren aan een beleid dat een antwoord biedt op de verschillende uitdagingen die de aanwezigheid

Nadere informatie

Landschappelijke inpassing Land bouw en dierhouderij bedrijf, Fam. A.J. de Hullu Kokersweg PK 2 Zuidzande.

Landschappelijke inpassing Land bouw en dierhouderij bedrijf, Fam. A.J. de Hullu Kokersweg PK 2 Zuidzande. Landschappelijke inpassing Land bouw en dierhouderij bedrijf, Fam. A.J. de Hullu Kokersweg 2 4505PK 2 Zuidzande. Opstelling van dit plan is tot stand gekomen na inwinning van advies, en het volgen van

Nadere informatie

Subsidieerbare projecten via het faunabeheerplan in het kader van de projectsubsidie voor erkende WBE s

Subsidieerbare projecten via het faunabeheerplan in het kader van de projectsubsidie voor erkende WBE s Subsidieerbare projecten via het faunabeheerplan in het kader van de projectsubsidie voor erkende WBE s Een WBE kan via het faunabeheerplan een aanvraag indienen tot het verkrijgen van een projectsubsidie.

Nadere informatie

T.a.v. Bert Verbist ANB Centrale Diensten Cel Fauna en Flora Beleid Koning Albert II-laan 20 bus Brussel.

T.a.v. Bert Verbist ANB Centrale Diensten Cel Fauna en Flora Beleid Koning Albert II-laan 20 bus Brussel. Advies betreffende het aantal koppels patrijzen per 100 ha open ruimte per wildbeheereenheid in het kader van het toekennen van verlengde patrijzenjacht Nummer: INBO.A.2012.123 Datum advisering: 10 september

Nadere informatie

Ondersteuningsproject bij de uitvoering van de reemonitoring in het Zoniënwoud

Ondersteuningsproject bij de uitvoering van de reemonitoring in het Zoniënwoud Ondersteuningsproject bij de uitvoering van de reemonitoring in het Zoniënwoud Periode 2008-2013 Céline Malengreaux, Jan Vercammen, Alain Licoppe, Frank Huysentruyt, Jim Casaer Dankwoord Het uitvoeren

Nadere informatie

natuur in Gent monitoring 1999-2014

natuur in Gent monitoring 1999-2014 natuur in Gent monitoring 1999-2014 Natuurmonitoring waarom? Halen we de doelstellingen van het RSG en het groenstructuurplan? (Hoe) moeten we bijsturen? Natuurmonitoring waarom? Halen we de doelstellingen

Nadere informatie

Jachtwetgeving. Nieuwe uitvoeringsbesluiten van het Jachtdecreet

Jachtwetgeving. Nieuwe uitvoeringsbesluiten van het Jachtdecreet Jachtwetgeving Nieuwe uitvoeringsbesluiten van het Jachtdecreet Algemene doelstelling PWI jacht Heldere jachtregelgeving duidelijk voor iedereen (vereenvoudiging) haalbaar voor jagers (administratief en

Nadere informatie

Advies over de toestand van de fazant in Vlaanderen

Advies over de toestand van de fazant in Vlaanderen Advies over de toestand van de fazant in Vlaanderen Adviesnummer: INBO.A.3411 Datum advisering: 26 februari 2016 Auteur(s): Contact: Thomas Scheppers, Sander Devisscher, Koen Devos, Jim Casaer, Dirk Maes,

Nadere informatie

Subsidieerbare projecten via het faunabeheerplan in het kader van de projectsubsidie voor erkende WBE s

Subsidieerbare projecten via het faunabeheerplan in het kader van de projectsubsidie voor erkende WBE s Subsidieerbare projecten via het faunabeheerplan in het kader van de projectsubsidie voor erkende WBE s Een WBE kan via het faunabeheerplan een aanvraag indienen tot het verkrijgen van een projectsubsidie.

Nadere informatie

Bescherming Weidevogels Zuid-Holland Versterken, ondersteunen en stimuleren van vrijwilligerswerk in het groen

Bescherming Weidevogels Zuid-Holland Versterken, ondersteunen en stimuleren van vrijwilligerswerk in het groen Bescherming Weidevogels Zuid-Holland 2018 Versterken, ondersteunen en stimuleren van vrijwilligerswerk in het groen Dit jaarverslag is tot stand gekomen in samenwerking met 17 actieve weidevogelgroepen

Nadere informatie

Een enthousiaste bedrijfsvoering

Een enthousiaste bedrijfsvoering Maatwerk voor akkervogels EEN INTEGRAAL VERHAAL Vandaag zijn er veel minder akkervogels dan vroeger. Daarom gaan we samen aan de slag. Iedereen draagt zijn steentje bij: landbouwers, jagers, de Vlaamse

Nadere informatie

6.2 Konijn (Oryctolagus cuniculus)

6.2 Konijn (Oryctolagus cuniculus) 6.2 Konijn (Oryctolagus cuniculus) 1. Status Het konijn is een wildsoort waarop door de jacht populatiebeheer plaatsvindt. De jacht is toegestaan van 15 augustus tot en met 31 januari. Daarnaast is het

Nadere informatie

13 juli Besluit van de Vlaamse regering tot invoering van een afschotplan voor reewild 1 (Belg. Staatsbl. 19 november 1994)

13 juli Besluit van de Vlaamse regering tot invoering van een afschotplan voor reewild 1 (Belg. Staatsbl. 19 november 1994) 13 juli 1994 - Besluit van de Vlaamse regering tot invoering van een afschotplan voor reewild 1 (Belg. Staatsbl. 19 november 1994) De Vlaamse regering, Gelet op de Benelux-Overeenkomst op gebied van de

Nadere informatie

Instructie Voorjaarstelling 2015

Instructie Voorjaarstelling 2015 Instructie Instructie voor WBE s bij de organisatie van faunatellingen Koninklijke Jagersvereniging Afdeling Ecologie Maart 2015 Internet: www.koninklijke-jagersvereniging.nl E-mail: ecologie@knjv.nl Telefoon:

Nadere informatie

Jaarverslag Zoogdierenonderzoek Hobokense Polder

Jaarverslag Zoogdierenonderzoek Hobokense Polder Jaarverslag 2015 - Zoogdierenonderzoek Hobokense Polder Ondertussen ben ik erin geslaagd om alle opnames van 2015 te verwerken. Ja, het was niet altijd even evident dit jaar. We hadden immers het aantal

Nadere informatie

Beheerevaluatie 2018 weidevogels

Beheerevaluatie 2018 weidevogels Beheerevaluatie 2018 weidevogels Auteur Opdrachtgever Status Stichting Landschapsbeheer Gelderland VALA Definitieve versie Datum 06-11-2018 1 Inhoudsopgave 1 Inhoudsopgave 2 Inleiding... 3 3 Beltrumse

Nadere informatie

Vossenbeheerplan WBE. Tubbergen

Vossenbeheerplan WBE. Tubbergen Vossenbeheerplan WBE. Tubbergen 1.0 Inleiding. Met het in werking treden van de FBE is gesteld dat iedere WBE een beheerplan voor vossen voorhanden dient te hebben. Voor u ligt dan ook het vossenbeheerplan

Nadere informatie

Voorstel van resolutie. betreffende de controle over de vossenpopulatie in Vlaanderen. van de heer Ivan Sabbe

Voorstel van resolutie. betreffende de controle over de vossenpopulatie in Vlaanderen. van de heer Ivan Sabbe stuk ingediend op 646 (2009-2010) Nr. 1 13 september 2010 (2009-2010) Voorstel van resolutie van de heer Ivan Sabbe betreffende de controle over de vossenpopulatie in Vlaanderen verzendcode: LEE 2 Stuk

Nadere informatie

Jacht in natuurgebieden Vrijwilligersopleiding Natuurpunt

Jacht in natuurgebieden Vrijwilligersopleiding Natuurpunt Jacht in natuurgebieden Vrijwilligersopleiding Natuurpunt Anke Geeraerts en Chris Dictus anke.geeraerts@natuurpunt.be chris.dictus@natuurpunt.be 27/02/2018 @ PO Limburg Waarom deze vorming? Faunabeheer

Nadere informatie

Instructie Voorjaarstelling 2009

Instructie Voorjaarstelling 2009 Voorjaars voor WBE s bij de organisatie van fauna KNJV Afdeling zak februari Internet: www.knjvintranet.nl E-mail: biologie@knjv.nl Telefoon: 033-4619841 INSTRUCTIE VOORJAARSTELLING Vier jaar geled is

Nadere informatie

AANVRAAG SUBSIDIE KLEINE LANDSCHAPSELEMENTEN Bijlage 1: afbakening prioritaire zones

AANVRAAG SUBSIDIE KLEINE LANDSCHAPSELEMENTEN Bijlage 1: afbakening prioritaire zones Bijlage 1: afbakening prioritaire zones Leievallei De omschrijving van de Leievallei beperkt zich tot de grenzen van het Bijzonder Plan van Aanleg nr. 32 Leiemeers. Beekvalleien Alle beekvalleien die in

Nadere informatie

9.1 Meerkoet (Fulica atra)

9.1 Meerkoet (Fulica atra) 9.1 Meerkoet (Fulica atra) 1. Status Tot 1 maart 2017 was onder voorwaarden ontheffing verleend voor het doden van meerkoeten met het hagelgeweer op percelen waar schade dreigt of voorkomt, ter voorkoming

Nadere informatie

provincie Zeeland M/V* M/V* inschrijfnummer Kamer van Koophandel: plaats van inschrijving: datum van inschrijving: Ga verder met vraag 6.

provincie Zeeland M/V* M/V* inschrijfnummer Kamer van Koophandel: plaats van inschrijving: datum van inschrijving: Ga verder met vraag 6. provincie Zeeland Aanvraag ontheffing ex art. 68 van de Flora- en faunawet Ter voorkoming van belangrijke schade aan gewassen, vee, bossen, bedrijfsmatige visserij en wateren A GEGEVENS AANVRAGER 1. Naam

Nadere informatie

HET JACHTVOORWAARDENBESLUIT

HET JACHTVOORWAARDENBESLUIT HET JACHTVOORWAARDENBESLUIT HOOFDSTUK 1. - Definities, toepassingsgebied en citeeropschrift... 2! HOOFDSTUK 2. - Voorwaarden voor het uitoefenen van elke vorm van jacht of van bestrijding... 3! HOOFDSTUK

Nadere informatie

Wetgeving Deel 1. A) Jachtdecreet (24 juli 1991)

Wetgeving Deel 1. A) Jachtdecreet (24 juli 1991) Wetgeving Deel 1 A) Jachtdecreet (24 juli 1991) Artikel 2: Definitie van de jachtdaad. Jachtdaad = dubbel Achtervolgen en opsporen van wild Vangen / doden van wild Wat is wild? Res nulius, behoort niemand

Nadere informatie

Beleidsnotitie bescherming en beheer ree Fryslân

Beleidsnotitie bescherming en beheer ree Fryslân Beleidsnotitie bescherming en beheer ree Fryslân Inhoud 1. Doel van de notitie 2. Vigerend beleid ree in Fryslân 3. Wettelijke status ree 4. Schade, overlast en risico s 5. Wettelijk kader bescherming

Nadere informatie

Monitoringsnieuwsbrief 1 mei 2016

Monitoringsnieuwsbrief 1 mei 2016 Monitoringsnieuwsbrief 1 mei 2016 Monitoring akkerranden in Zeeland Afgelopen winter (2015 2016) is er een start gemaakt met het monitoren van akkervogels. Poldernatuur Zeeland was hiermee één van de eerste

Nadere informatie

Beleef het wild! Het jaar rond

Beleef het wild! Het jaar rond QUIZ Beleef het wild! Het jaar rond QUIZ Hoi, ik ben Raoel. Ik ben acht jaar en ik zit in groep vijf. Samen met mijn ouders en zus woon ik in dit huis. Sep is onze hond, een Labrador. Mijn vader en moeder

Nadere informatie

7.2 Kauw (Corvus monedula)

7.2 Kauw (Corvus monedula) 7.2 Kauw (Corvus monedula) 1. Status De kauw is een landelijk vrijgestelde soort van de verboden bedoeld in artikel 3.1 van de Wet Natuurbescherming. Zoals in paragraaf 3.1 van de nota van toelichting

Nadere informatie