3. Zoekactie & seinen. 4. Redding en begeleiding

Transcriptie

1 1. Verdrinking en onderkoeling 2. Paniekduiker 3. Zoekactie & seinen 4. Redding en begeleiding

2 1. Verdrinking en Onderkoeling

3 Inleiding Drenkelingen moeten anders benaderd worden dan een iemand met een hartinfarct. Bij een drenkeling heeft de hulpverlener niet alleen te maken met een ernstig storing van de ademhaling en de circulatie, maar ook met een ernstig ontregeling (namelijk Onderkoeling ) van de lichaamstemperatuur! Deze ontregeling werd altijd als minder belang beschouwd. Niets is echter minder waar! Het is juist de onderkoeling die bij de verdrinking een hoofdrol speelt. In onze water heerst immers een temperatuur tussen 5 C en 18 C wat het ganse jaar door een snelle onderkoeling bij drenkeling veroorzaakt. Verdrinking en onderkoeling zij dus niet te scheiden. U zult in deze hoofdstuk leren hoe een u een verdrinkingsslachtoffer moet behandelen. De belangrijkste les van dit hoofdstuk is misschien wel dat u nooit te snel mag opgeven. Een verdrinkingsslachtoffer is pas dood als zijn lichaamstemperatuur weer normaal is en er in het ziekenhuis nog steeds geen succesvolle reanimatie mogelijk is.

4 De normale temperatuurregeling Bij koudbloedige dieren gaat de lichaamstemperatuur met de omgevingstemperatuur op en neer. Warmbloedige dieren hebben daarentegen een constante lichaamstemperatuur. De mens is warmbloedig. Onafhankelijk van de omgeving is zijn temperatuur 37 C. Deze centrale en constante lichaamstemperatuur, is voor de mens hoofdzakelijk om het Lichaam optimaal te laten functioneren. Het is een temperatuur die meestal veel hoger is dan de wisselende om omgevingstemperatuur.

5 KERN EN SCHILTEMPERATUUR We onderscheiden bij het menselijk lichaam een kerntemperatuur (37 C) en verschillende Schiltemperaturen. Een voorbeeld van zo n schiltemperatuur is bijvoorbeeld de temperatuur van de huid, normaal ongeveer 33 C. het warmtetransport tussen de kern en de schillen vindt plaats via bloedcirculatie. Bij onderkoeling slachtoffer Kan de temperatuur nog (bijna) normaal zijn, terwijl de temperatuur in de buitenste schillen erg laag zijn De normaalwaarde van de kerntemperatuur bij de mens heeft slechts een speling naar boven en naar beneden van twee graden. Hierbinnen functioneren orgaansystemen normaal. Bij koorts wordt deze normaalwaarde (vergelijk de verwarmingsthermostaat) omhoog gedraaid naar bijvoorbeeld 40 C. De kern komt door middel van een opgevoerde verbranding snel naar op deze temperatuur. De buitenste schillen van het lichaam kunnen deze temperatuurstijging niet zo snel bijhouden. Met behulp van de spieren veroorzaakt het lichaam rillingen, waardoor ook de buitenste lagen van het lichaam snel op de ingestelde temperatuur komen.

6

7 Lichaamstemperatuur Verschijnselen bij onderkoeling 37 C Toename van de stofwisseling (rillen) 35 C Desoriëntatie, verlaagde hartslag en verwardheid 33 C Spierstijfheid, grote pupillen en verwardheid, rillen en huiveren is gestopt, krampen, onsamenhangend spreken 31 C Geen peesreflexen meer, het slachtoffer kan bewusteloos raken door onvoldoende zuurstoftoevoer 29 C Bewusteloos, geen reactie op pijnprikkels, hartstilstand. Iedere bewusteloze of schijndode waarbij de verdenking bestaat op hypothermie dient gereanimeerd en deskundig opgewarmd te worden. Grens tussen leven en dood. 27 C De dood kan intreden, geen reanimatie meer mogelijk Overlevingstijden Dit onderstaande schema laat zien hoe de verhouding ligt tussen de verblijfsduur in uren in het water in relatie tot de watertemperatuur: Watertemperatuur Geschatte overlevingstijd in het water 0 C ongeveer 9 minuten 5 C ongeveer 1 uur 10 C ongeveer 1 uur en 45 minuten 15 C ongeveer 6 uur en 30 minuten 20 C ongeveer 30 uur 25 C ongeveer 4 dagen of langer

8 ONDERKOELING Onderkoeling ontstaat indien het verlies van warmte-energie van het lichaam naar de omgeving groter is dan temperatuurregelsysteem kan compenseren! Zodra de kerntemperatuur twee graden is gezakt, is er sprake van onderkoeling. Onwillekeurig zal het lichaam bij afkoeling het sein geven voor een verhoogde Celverbranding en /of spieractie (rillen) waardoor er een verhoogde warmte- Productie ontstaat. Daarnaast ondernemen we ook bewuste activiteiten om het warmer te krijgen. Deze activiteiten variëren van het hoger draaien van de verwarming tot het extra gaan bewegen.

9 2.Warmteverlies van het lichaam De plaatse van hat lichaam waar de meeste warmte wordt afgevoerd zijn de schedel en de locaties waar zich grote oppervlakkig bloedvaten bevinden zoals in de hals, de liezen en de oksels. De schedel bevat relatief weinig onderhuids vetweefsel en heeft zeer veel oppervlakkige bloedvaten. Deze bloedvaten vertonen tijdens het verblijf in een koude omgeving nauwelijks een vernauwing (rode handen zijn warm, doch een rood gelaat kan ook in een koude omgeving vertoond worden). De schedel is bij een normaal aangekleed persoon verantwoordelijk voor 50% van het warmteverlies!. Bij een kind is dit percentage door relatief grote schedel nog hoger Schedel inpakken Daarom moet de schedel (behalve mond en neus) bij het slachtoffer van onderkoeling helemaal worden ingepakt. De snelle afkoeling van de schedel, en daardoor van de hersenen, onder koude omstandigheden heeft voor de hersenen ook een gunstig zijde. De hersenactiviteit neemt af waardoor er minder zuurstof nodig is. Voor onderkoeling slachtoffers die ook een circulatiestoornis hebben (zoals slachtoffers van verdrinking) betekent dit een kleinere kans op hersenherstel.

10 Warmte afgifte vanaf de oppervlakte van het lichaam gebeurt op vier manieren : STRALING VERDAMPING STROMING GELEIDING

11 Warmtestraling Het grootste warmteverlies vindt via warmte uistraling plaats, namelijk zo n 65%. Om deze vorm van warmteverlies tot een minimum te beperken dient aluminiumfolie te worden gebruikt. Het reflecterend vermogen van warmte straling door aluminiumfolie is zeer hoog. Indien het lichaam hiermee ingepakt wordt, zal het warmteverlies meer dan gehalveerd worden.(omdat de straling de grootste warmte afvoerende mogelijkheid van het lichaam is dient men bij vele uren gebruik van folie (met name bij kleine kinderen) te waken voor warmtestuwing. Warmtestuwing is het tegenovergestelde van onderkoeling en kan eveneens dodelijk zijn. 65% VIA STRALING

12 VERDAMPING Verdamping van lichaamsvocht via de huid is een continu proces. Het is verantwoordelijk voor 20% tot 30% van de warmte verlies. De verdampingssnelheid is nauw gerelateerd aan de vochtigheidsgraad van de omringende luchtschil. Omdat de vochtigheidgraad rond een in aluminium verpakt lichaam snel zal stijgen zal de vochtverdamping en daardoor het warmteverlies door verdamping ook snel afnemen. 20% VIA VERDAMPING

13 STROMING In een relatief windstille ruimte draagt de afkoeling door middel van (lucht) stroming zo n 5% tot 10% bij aan het totale warmteverlies. Wind echter zal deze bijdrage veel groter maken, dit heet windshill. De wind vervangt de opgewarmde omgeving luchtschil door een koude luchtschil. Een windsnelheid Van 2 km/h kan het isolerend vermogen van kleding met de helft doen afnemen De mens reageert hier bijna automatisch op door uit de wind te gaan staan. Hulpverleners moeten attent op deze vorm van afkoeling zijn. Zowel voor het slachtoffer als voor zichzelf. Een windscherm of weer aluminium reduceert deze vorm van warmte-verlies. 10% VIA STROMING In het water is het daarom aan te raden het lichaam zo stil mogelijk te houden. De door het lichaam opgewarmde waterlaag om de huid blijft dan zoveel mogelijk gehandhaafd. Dit is overigens ook het principe van het natte duikpak, dat daarom zo strak mogelijk om het lichaam heen moet zitten.

14

15 WARMTEGELEIDING Onder warmtegeleiding verstaan we het warmtetransport door direct contact van het lichaam met voorwerpen of vloeistoffen. Onder normale omstandigheden draagt warmtegeleiding via het lucht tot zo n 5% bij aan het totale warmteverlies. Water is echter een 20 keer zo goede warmte geleider. Dat wil zeggen dat een mens zelfs in warm water altijd meer kwijtraakt via geleiding dan in lucht met een temperatuur onder het vriespunt. Het verblijf in het water moet daarom zo kort mogelijk gehouden worden, zelfs als de luchttemperatuur lager is dan die van het water! Omdat aluminium een goede geleider is dient een ingepakt lichaam eveneens omwikkeld te worden met een (schone) deken. In een deken zorgen de opgesloten lucht voor een slechte warmtegeleiding. 5% VIA GELEIDING

16 3. WARMTE- ISOLATIE Ook hier speelt het gedrag een belangrijke rol. De belangrijkste isoleren mogelijkheid die de mens heeft in zijn kleding. ISOLEREND VERMOGEN Reactie lichaam Het isolerend vermogen van kleding wordt niet bepaald door de dikte doch door het aantal luchtkamers per eenheid. Tijdens het kamperen op de grond isoleert een dun isolatie-matje beter dan een dik luchtbed. Zo n matje bevat veel laagjes met lucht, een luchtbed maar één. Een zeer dunne fleece met zeer kleine luchtkamers heeft groter isolerend vermogen dan twee dikke truien. Dit betekent meteen dat indien een aantal luchtkamers vol water loopt dat dan het isolerend vermogen terugloopt. Dus : Natte kleding is geen kleding Een onwillekeurige isolatiereactie van het lichaam op koud worden, is het aantrekken van de haarspieren (kippenvel) waardoor getracht wordt luchtkamers te creëren. Hellas hebben we in tegenstelling tot bijvoorbeeld de poes onze vacht al geruime tijd geleden verloren. Een veel effectievere reactie is echter bij de mens de bloedvernauwing aan de oppervlakte van het lichaam. Dit beperkt de doorstroming van het bloed. Hierdoor vermindert het warmteverlies van de kern naar de buitenste schillen. De schillen dienen dan als een beschermende isolatie- laag voor de kern.

17 4. GELEIDELIJKE EN SNELLE ONDERKOELING Geleidelijke onderkoeling Waarom blijven autobestuurders nadat zij met hun wagen in de sneeuw vastraken in hun voertuig zitten en worden later dood gevonden achter het stuur, terwijl de portieren niet geblokkeerd waren? Waarom vindt men soms onderkoelings-slachtoffer Half ontkleed in de sneeuw? Het antwoord is : door geleidelijke onderkoeling. Geleidelijke onderkoeling is een sluipmoordenaar, te vergelijken met koolmonoxydevergiftiging. Door voortdurende kou raakt het lichaam ontregelt. Men gaat minder alert reageren en overziet het geheel niet meer. Een van de symptomen is een opgewekt gedrag dat niet in overeenstemming is met de omstandigheden. REACTIE LICHAAM Ook de bloedvaten in de spieren gaan zich dichttrekken waardoor er een spierzwakte ontstaat. De controle over de spieren wordt minder. Het spreken wordt moeilijk en men vertoond dronkemansgedrag. Door de kou ontstaat er in de longen veel slijm. Men kan niet goed meer hoesten, waardoor een rochelende ademhaling kan ontstaan.

18 LET OP SYMPTOMEN Wees in omstandigheden waar onderkoeling mogelijk is attent op deze symptomen, zowel bij (mogelijk) slachtoffers als bij redders. Beoordeel de symptomen en ga nooit af op de verklaring van het slachtoffer. LACHENDE DOOD Bij slachtoffers van een geleidelijke onderkoeling zal op een gegeven moment door spierzwakte de afsluiting van de bloedvaten in huid en spieren zich opheffen. Hierdoor stroomt het warme centrale bloed naar de oppervlakte van het lichaam. Omdat de gevoelswaarneming warm/koud vanuit oppervlakkige gevoelszenuwen in de huid waargenomen wordt geeft dit het slachtoffer opeens een behaaglijk warm gevoel. Dit veroorzaakt de lachende dood en/of de paradoxale ontkleding (men wil zich in de sneeuw gaan afkoelen). Het koude bloed dat naar de kern stroomt zorgt voor een spoedige hartstilstand. Kleine kinderen hebben een relatief grote schedel en weinig lichaamsvet. Daarom kunnen zij gemakkelijk het slachtoffer worden van geleidelijke afkoeling. De snelle progressieve onderkoeling Bij drenkelingen zal onderkoeling optreden na een periode die afhankelijk is van onder andere de kleding en de watertemperatuur. Volgens een tabel van de ROYAL NAVY duurt dit bij aan watertemperatuur van 15 C gemiddeld zo n zes uur.

19 Drenkeling is onderkoeld! Er is echter een cruciaal verschil tussen een verblijf in het water met de schedel boven water en met de schedel onder wateroppervlak. Omdat onder water de ademhaling bij drenkelingen in eerste instantie doorgaat en er dus (koud) water in en uit de longen stroomt zal de kerntemperatuur snel dalen. Er is dan ook bij hogere watertemperatuur toch spraak van snelle afkoeling. Ook in de zomermaanden moet u dus uitgaan van onderkoeling bij verdrinkingsslachtoffers. Natuurlijk zal de afkoelingssnelheid versterkt worden naarmate de watertemperatuur lager is en de stroming sterker. Ook kleding en algemene conditie spelen een rol bij de weerstad tegen onderkoeling

20 De onderkoelingsfasen De snelle onderkoeling verloopt in drie fasen De opwindingsfase De sufheidsfase De bewusteloosheidsfase

21 OPWINDINGSFASE De opwindingsfase Zodra de kerntemperatuur is gezakt tot tussen de 35 C en de 33 C is er sprake van matige onderkoeling, ook wel de opwindingsfase genoemd. Zo n daling kan al ontstaan binnen 5 minuten na bijvoorbeeld een van in water van 8 C. Deze fase wordt gekenmerkt door een schrikreactie van het lichaam: allerlei noodvoorzieningen treden in werking om het lichaam op temperatuur te houden. Zichtbaar zijn hiervan de rillen, klappertanden,blauw en ongecontroleerd urine verlies. Een onzichtbaar reactie is het afsluiten van de oppervlakkige aderen en de productie van adrenaline om de spieren te stimuleren. Plotselinge contact van de bovenste lichaamhelft met het koude water, met name de schedel, geven alarmsignalen van de uitwendige koude-sensoren naar de hersenen. Door deze alarmsignalen wordt de ademhaling geblokkeerd: een slachtoffer zal naar lucht happen maar niet schreeuwen. Het lichaam zal proberen met extreme spieractiviteit (rillen&klappertanden) warm te blijven, hiertoe wordt bijvoorbeeld extra adrenaline geproduceerd. Het bijeffect hiervan is vergroting van de schrikreactie;

22 OPWINDINGSFASE VERDRINKING IN DE OPWINDINGSFASE 2 Soorten verdrinking Droge verdrinking Natte verdrinking

23 OPWINDINGSFASE DROGE VERDRINKING Als er plotseling koud water in de keel terecht komt, kan er stembandkramp ontstaan. De luchtpijp wordt hierdoor afgesloten, deze kramp treedt op in ongeveer 15% van de gevallen en voornamelijk bij jonge kinderen. Dit fenomeen is verantwoordelijk voor het feit dat er nauwelijks water in de longen terecht komt. Men zou dit droge verdrinking kunnen noemen. EERSTE HULP Na slachtoffers in dit stadium aan wal te hebben gebracht, dient men ondanks de afsluiting van de luchtweg mond-op-mondbeademing toe te passen. De warmte van de ingeblazen lucht zal helpen de afsluiting op te heffen, waardoor het slachtoffer weer een vrije ademweg verkrijgt en normaal zal gaan ademen.

24 NATTE VERDRINKING Veel mensen denken dat drenkeling al zwaaiend en om hulp roepen verdrinkt. Niets is minder waar. De plotselinge koude en doodangst geeft een sterk benauwend gevoel. Het lijkt of de borst wordt samengesnoerd, men kan niet aan schreeuwen denken!! Bij het te water raken zal er dus een hevige paniek ontstaan. Bij 85% van de drenkelingen zal dit in eerste instantie hyperventilatie geven. Dit kan snel tot inademing van water leiden. Water in de longen geeft een rochelende ademhaling en pijn op de borst en, en lopen de loogblaasjes vol water. De enige ontsnappingsroute die het water vanuit de longblaasjes kan afleggen is door de wand van de longblaasjes naar de bloedvaten. Hier wordt het water door het bloed opgenomen ( en uiteindelijk via de nieren uitgeplast). # Het water kan dus niet uit de longen gedrukt worden! Indien het slachtoffer als gevolg van dit drukken gaat braken kan er zoutzuur, dat normaal gemaakt wordt, in de longen terecht komen. Dit geeft ernstig longen beschadigingen Er mag dus nooit geprobeerd worden om water uit het lichaam te verwijderen EERSTE HULP

25 Door kunstmatige beademing zal er druk door de ingeblazen lucht op het water in de longblaasjes worden uitgeoefend. Hierdoor zal binnen enkele minuten het water door de wand in het bloed worden geperst. Als een drenkeling na een verdrinking nog bij kennis is en hij / zij benauwt is ten gevolg van water in de longen mag het slachtoffer in zittende houding worden behandeld. Door de zittende positie zal het water sneller door het bloed worden opgenomen. In veel gevallen ontstaat na een geslaagde reddingsoperatie van een slachtoffer in de eerste fase ten gevolge van beschadigingen van de longblaasje een rochelende ademhaling. (slachtoffer blaast roze grote slijmbellen) OPGEPAST!! TWEEDE VERDRINKING

26 Nadat het verdrinkingswater uit de longblaasjes is opgenomen kan er een nieuwe probleem ontstaan. Het vuile water in de longblaasjes kan de longblaasjes beschadigen, waardoor ze lek raken. Hierdoor stromen er bloedvloeistof uit de bloedvaten in de longblaasjes. Nu kan er binnen 24 uur na de eerste verdrinking er als het ware een tweede verdrinking ontstaan. Men verdrinkt als het ware in eigen vocht. EERSTE HULP Elke drenkeling, hoe goed hij ook na enkele minuten hersteld lijkt, moet zo snel mogelijk naar een ziekenhuis vervoerd worden. BEHANDELING VAN DE ONDERKOELING IN DE OPWINDINGSFASE Zoals gezegd reageert het lichaam in deze fase met extreme spieractiviteit: het rillen. Het rillen mag dus door niets verstoort of bekort worden. Warmte toediening geeft wel een behaaglijk gevoel, en warmte toe dienen met slaan of wrijven zal een valse informatie geven aan de rilfase. LET OP! Rillen is iets anders dan huiveren. Huiveren is een oppervlakkige rilling van de huid.

27 OPWARMEN IS AFKOELEN Opwarming van buiten af doet de kern afkoelen! Men heft door het buitenaf opwarmen de buitenste vaatafsluiting op waardoor koud bloed uit de buitenste schillen naar de nog relatief warme kern kan stromen. ALS SLACHTOFFER NOG IN STAAT IS ZELF TE DRINKEN MAG WEL WARME DRANK GEGEVEN WORDEN OM VAN BINNENAF OP TE WARMEN. Om de stroom van koud bloed naar de kern zoveel mogelijk tegen te gaan moet men een slachtoffer zo weinig mogelijk laten bewegen. Help het slachtoffer dan ook het water uit, bijvoorkeur op een brancard.

28 De verschijnselen in de opwindingsfase zijn : Blauwachtige doorschijnende huidskleur Ongecontroleerd urineverlies (het slachtoffer heeft geen controle meer over zijn blaas) Rillen Pijn Snelle pols Hyperventilatie Centrale lichaamstemperatuur 35 C 33 C Psychische reacties : agressie, kokerzien, opwinding, niet realistisch gedrag, onrust en klagen Eerste hulp tijdens de opwindingsfase Slachtoffer onder strakke begeleiding uit het water Aluminium deken omslaan en naar een windstille ruimte brengen Droge kleding laten aantrekken Warme zoete drank zelf laten drinken Praat met slachtoffer Slachtoffer altijd naar ziekenhuis

29 DE SUFHEIDSFASE In deze fase is de kerntemperatuur gezakt tot tussen 33 C en de 30 C. Deze fase kan intreden na 5 20 minuten bij een verblijf in water van 8 C. Het lichaam verliest nu langzaam de controle : afname van spier- en hersenactiviteit DE SUFHEIDSFASE Na de paniek en extreme activiteit van de opwindingsfase volgt een daling van de hersens- en spieractiviteit. Het bewustzijn daalt, het slachtoffer voelt zich uitgeput, raakt beneveld, verward en suf. Er ontstaat spierzwakte. Op basis van de coördinatiestoornissen van de spieren, zich uitend in DRONKEMANSBEWEGINGEN, kan de hulpverlener soms foutieve beoordeling maken. De snelle hartactie vermindert. De hartfrequentie daalt geleidelijk tot iets boven de normaalwaarde van 60 tot 80 slagen per minuut. Aan het einde van de sufheidsfase gaat het hart langzamer kloppen en daalt de pompwerking met de helft. De vaatafsluiting breidt zich nu uit naar alle spieren in de ledematen. Het rillen wordt gestaakt en de celverbranding daalt. Dit doet de zuurstofbehoefte zo n 8% per graad temperatuurdaling verminderen

30 De SUFHEIDSFAESE De hartfrequentie is zeer onstabiel. Een verkeerd prikkeling, bijvoorbeeld door ruwe behandeling, kan het hart opeens doen stoppen! Het lichaam is nu niet meer in staat zich op te warmen! Zonder behandeling zal een slachtoffer, ook in een warme ruimte overlijden. Deze behandeling kan alleen in het ziekenhuis. Shock door bloedvatverwijding Wanneer door een of andere reden de dichtgeknepen bloedvaten in de buitenste schillen zich openen dan verliest de kern opeens veel bloed aan deze schillen. De druk in de kern daalt dan ook opeens. Hierdoor alleen al kan een slachtoffer in een shocktoestand terecht komen. Eventueel terugkerend bloed is koud en door afvalstoffen vervuild, geen goede ruil dus. Door de zwaartekracht en de verticale stand verliest de kern een forse hoeveelheid bloed aan her onderlichaam. De door de spierbeweging opgewekte bloedcirculatie laat koud bloed mat veel afvalstoffen terugkomen naar de kern. Er treedt een dodelijke shock op

31 De SUFHEIDSFAESE Daarom dient een drenkeling bij voorkeur horizontaal en gefixeerd uit het water gelicht te worden. Hiervoor kan bijvoorbeeld een schepbrancard of een ladder gebruikt worden. In ieder geval moet het hoofd lager zijn dan de voeten!

32 De SUFHEIDSFAESE De verschijnselen van de sufheidsfase zijn : Desoriëntatie / verward / vreemd gedrag / apathisch / tegen de draad in Blauwachtig doorschijnende huidskleur Slachtoffer rilt niet Pols slachtoffer niet voelbaar De oppervlakkige slaapslagader is nog voelbaar Belemmerde ademhaling, rochelend of grommend, grote rode bellen blazend, langzame oppervlakkige ademhaling. Kerntemperatuur 33 C 30 C Eerste hulp tijdens de sufheidfase Hijs de slachtoffer horizontaal rustig en voorzicht uit het water Vervoert het slachtoffer over korst mogelijke afstand bij voorkeur direct aan de wal en laat het daar Leg het lichaam gestrekt met de benen hoog en het hoofd laag op de kant en achter een windscherm Bij voldoende ademhaling voorzichtig in stabiele zijligging (zittende ook) 100% zuurstof toedienen Isolatiepakket aanbrengen Let voordurend op hartslag en ademhaling, elke moment kunnen de ademhaling en het hart stoppen Het slachtoffer moet altijd naar het ziekenhuis, ook als hij/ zij na enkele minuten hersteld lijkt

33

34 DE BEWUSTELOOSHEIDSFASE Zodra de kerntemperatuur onder de 30 C treedt de bewusteloosheids fase in. Deze onstaat bijvoorbeeld na ongeveer 20 minuten in het water van 8 C. De hartslag is nu zeer laag geworden (enkele slagen per minuut ) en alle lichaamsactiviteiten zijn zo goed als gestopt: het slachtoffer lijkt dood. Hulpverlening tijdens de bewusteloosheids fase Het slachtoffer dient uiterst voorzichtig zonder enig passieve beweging terwijl het nog in het water ligt op een schepbrancard gelegd te worden. Hierna moet het slachtoffer zo horizontaal mogelijk uit het water worden gehaald. Het slachtoffer moeten worden geïsoleerd (maar niet opgewarmd worden) om verdere daling van de kerntemperatuur te voorkomen

35 De omstandigheden waarin de hulpverlener verkeert zijn meestal optimaal te noemen, waardoor deze snel geneigd is af te zien van koude en in zijn/haar ogen nutteloze handelingen. Het slachtoffer ziet bovendien uit als dood. Het slachtoffer is stijf, koud, vies en nat. Er is echter bij een verdrinkingstijd tot een uur geen enkele reden om van hulpverlening af te zien en dus iemand dood te verklaren. Dit houdt dus de brandweer en hulpverlener in dat uur lang op volle kracht gezocht moeten worden. In de praktijk betekent dit dat meerdere duikploegen ingezet moeten worden, ook met uitzondering burgers. Het valt op dat de meeste drenkelingen ondanks stroming en andere factoren zich vaak in de onmiddellijke omgeving (straal van vijf meter) stroomafwaarts vanaf de van de te water geraking bevinden. Daar zal dus enkele malen intensief gezocht moeten worden, voordat men verder gaat zoeken

36 De eerste hulp die in de bewusteloosheidsfase gegeven kan worden bestaat uit ( in volgorde ) zodra er onder water contact is gemaakt met het slachtoffer moet het lichaam zoveel mogelijk in de zelfde stand naar boven worden gehaald. Behandel het lichaam als van glas. Tracht te voorkomen dat het hoofd achterover buigt. Het onder water aanleggen van een nekspalk is zeker te adviseren. Ideaal zou zijn a kan geheel geleidelijk boven water worden gebracht. aan de kant gekomen moet het slachtoffer horizontaal, nog beter iets schuin met het hoofd naar beneden, voorzichtig en geleidelijk aan wal worde gehesen. Leg het slachtoffer in een isolatiepakket en uit de wind Indien er nog geen deskundige hulp is wordt na het controleren van de ademhaling, gestart met de beademing met behulp van een zuurstof - toedieningsset en een pocket mask of beademingsballon (zodat er geen rechtstreeks contact is tussen de hulpverlener en het slachtoffer. Voel daarna, of het hart klopt. Dit dient bijvoorkeur te gebeuren met warme vingers aan de slaapslagader. U dient minimaal een minuut te blijven proberen. Voelt u daarna nog steeds niets en is deskundige hulp niet op korte termijn te verwachten,(sirene en etc. ) combineer dan de beademing met hartmassage. Blijf dit volhouden tot er deskundige hulp arriveert. LET OP : het hart zal niet gaan kloppen. U masseert slechts om het bloed in de kern te laten circuleren.

37

38

39 Bij verdrinking in onze regio zal het slachtoffer vaak aan onderkoeling leiden. De behandeling van de verdrinkingsslachtoffer moet daarom rekening houden met onderkoeling toestand van het slachtoffer. Onderkoeling ontstaat als er meer warmte door geleiding, stroming, verdamping en straling wordt afgevoerd dan het lichaam kan produceren. Bij een onderkoeld slachtoffer moet de warmte afvoer daarom worden stopgezet door het slachtoffer zo voorzichtig mogelijk. Uit het water te halen (Geleiding) Uit de wind te leggen (Stroming) IN aluminiumfolie te wikkelen (Straling en verdamping) In een deken te wikkelen (Geleiding) Natuurlijk kan er ook gebruik worden gemaakt van een isolatiepakket. Het slachtoffer moet altijd naar een ziekenhuis. 1) OPWINDINGSFASE (het slachtoffer rilt hevig en heeft een hartslag boven de 100 slagen per minuut) 2) SUFHEIDSFASE ( de spieren verstijven, de hartslag zakt, de huid is blauw doorschijnend) 3) BEWUSTELOOSHEIDSFASE ( de hartslag is zeer zwak en nog maar enkele slagen per minuut,alle niet essentiële lichaamsactiviteiten zijn gestopt, het slachtoffer lijkt dood.

40

41 RUDY, MARLEEN, JAN, RIK, STEPHANE

42

43

44