SUBSIDIEVERORDENING WELZIJN GEMEENTE SIMPELVELD

Transcriptie

1 SUBSIDIEVERORDENING WELZIJN 2010 GEMEENTE SIMPELVELD bijzondere delen

2

3 DEELSUBSIDIEVERORDENING JEUGDPARTICIPATIE Artikel 1 Voor de toepassing van deze deelsubsidieverordening wordt verstaan onder: Jeugd- en jongerenwerk: het geheel van werkvormen, voorzieningen en structuren die op educatieve, sociale, creatieve en recreatieve ontplooiing van jeugdigen en jongeren zijn gericht. Activiteiten op overwegend politiek, economisch en kerkelijk gebied alsook de activiteiten overwegend op het gebied van cultuur, folklore en sport vallen niet onder de toepassingssfeer van deze deelsubsidieverordening. Georganiseerd jeugd- en jongerenwerk: - organisaties voor Katholieke Plattelands Jongeren; - het Scoutingwerk; - het Kindervakantiewerk en - het Speeltuinwerk. Semipublieke / professionele organisatie: Voor zover de onder jeugd- en jongerenwerk genoemde activiteiten door een semipublieke / professionele organisatie worden uitgevoerd, vallen zij buiten het bereik van deze deelsubsidieverordening. Lid iemand die op 1 januari van het jaar voorafgaande aan het jaar waarvoor subsidie wordt aangevraagd bij een instelling is ingeschreven, daadwerkelijk aan die instelling contributie betaalt en door de instelling bij een overkoepelende landelijke, provinciale en/of regionale organisatie is aangemeld. Jeugdlid een lid dat actief deelneemt aan de activiteit(en) van de betreffende organisatie, woonachtig is in de gemeente Simpelveld én op 1 januari van het jaar voorafgaande aan het jaar waarvoor subsidie wordt gevraagd de leeftijd van 4 jaar, maar nog niet de leeftijd van 19 jaar heeft bereikt. Artikel 2 Als teldatum voor het aantal subsidiabele (jeugd)leden/deelnemers wordt gehanteerd: 1 januari van het jaar voorafgaande aan het jaar waarvoor subsidie wordt gevraagd. 3

4 Artikel 3 Om voor subsidie in aanmerking te komen, dient een organisatie: a. aangesloten te zijn bij een overkoepelende landelijke, provinciale en/of regionale organisatie; b. minimaal 50 leden c.q. deelnemers te hebben, die aan de activiteiten deelnemen en woonachtig zijn in de gemeente Simpelveld. Artikel 4 Organisaties van Katholieke Plattelands Jongeren en Scouting ontvangen: a. een subsidie voor het gebruik van een eigen accommodatie : - 0 t/m 24 leden 0,= - 25 t/m 49 leden 0,= - 50 t/m 74 leden 186,= - 75 t/m 99 leden 279,= -100 t/m 124 leden 372,= en vervolgens voor elke toename van 25 deelnemers een subsidie van: 93,= b. 23,= per jeugdlid van 4 t/m 12 jaar; c. 33,= per jeugdlid van 13 t/m 18 jaar. Artikel 5 Kindervakantiewerkorganisaties ontvangen subsidie voor: - 0 t/m 24 deelnemers tot en met 18 jaar 0,= - 25 t/m 49 deelnemers tot en met 18 jaar 0,= - 50 t/m 74 deelnemers tot en met 18 jaar 0,= - 75 t/m 99 deelnemers tot en met 18 jaar 0,= t/m 124 deelnemers tot en met 18 jaar 1.163,= t/m 149 deelnemers tot en met 18 jaar 1.489,= t/m 174 deelnemers tot en met 18 jaar 1.815,= t/m 199 deelnemers tot en met 18 jaar 2.141,= t/m 224 deelnemers tot en met 18 jaar 2.467,= t/m 249 deelnemers tot en met 18 jaar 2.793,= en vervolgens voor elke toename van 25 deelnemers een subsidie van: 326,=

5 Artikel 6 Organisaties van speeltuinwerk ontvangen: a een subsidie van 1.163,= voor de jaarlijkse exploitatie en het onderhoud van de speeltoestellen; b een subsidie van 1.163,= voor de aanschaf en vernieuwing van speeltoestellen.

6

7 DEELSUBSIDIEVERORDENING CULTUUR Artikel 1 Voor de toepassing van deze deelsubsidieverordening wordt onder cultuur verstaan het zich in hoofdzaak bezighouden met instrumentale muziek, dans, zang, toneelspel, folklore, volksfeesten en het in stand houden van oude gebruiken. Artikel 2 1. Tot culturele organisaties worden gerekend: a. harmonieën en fanfares; b. overige instrumentale verenigingen; c. zangkoren; d. ritmische dansgroepen; e. dans- en showgroepen; f. balletgroepen; g. schutterijen; h. toneelverenigingen; i. carnavalsverenigingen; j. heemkundeverenigingen. 2. Een lid is: iemand die op 1 januari van het jaar voorafgaande aan het jaar waarvoor subsidie wordt aangevraagd bij een instelling is ingeschreven, daadwerkelijk aan die instelling contributie betaalt en door de instelling bij een overkoepelende landelijke, provinciale en/of regionale organisatie is aangemeld. 3. Een jeugdlid is: een lid dat actief deelneemt aan de activiteit(en) van de betreffende organisatie, woonachtig is in de gemeente Simpelveld én op 1 januari van het jaar voorafgaande aan het jaar waarvoor subsidie wordt gevraagd de leeftijd van 4 jaar, maar nog niet de leeftijd van 19 jaar heeft bereikt. Artikel 3 Als teldatum voor het aantal subsidiabele (jeugd)leden/deelnemers wordt gehanteerd: 1 januari van het jaar voorafgaande aan het jaar waarvoor subsidie wordt gevraagd. 7

8 Artikel 4 Om voor subsidie in aanmerking te komen, dient een organisatie: a. aangesloten te zijn bij een overkoepelende landelijke, provinciale en/of regionale organisatie; b. tenminste 25 actieve leden te tellen, die woonachtig zijn in de gemeente Simpelveld; c. minimaal 2 keer per jaar ten behoeve van de gemeenschap naar buiten te treden. Artikel 5 De subsidie voor jeugdleden bedraagt: a 23,= per jeugdlid van 4 t/m 12 jaar; b. 33,= per jeugdlid van 13 t/m 18 jaar. Artikel 6 Harmonieën en fanfares ontvangen: a. een subsidie van 2.325,= per vereniging; b. een subsidie van 37,= voor elk lid dat (een of verschillende) instrumenten bespeelt; bepalend is de opgave aan de, in artikel 4 genoemde, overkoepelende organisatie naar de toestand van 1 januari van het jaar voorafgaande aan het jaar waarvoor subsidie wordt gevraagd; c. een subsidie per jeugdlid conform het bepaalde in artikel 5. Artikel 7 De overige instrumentale muziekorganisaties ontvangen: a. een subsidie voor: - 0 t/m 24 leden van: 0,= - 25 t/m 49 leden van: 1.163,= - 50 t/m 74 leden van: 1.396,= en vervolgens voor elke volgende toename van 25 leden een subsidie van: 233,= b. een subsidie per jeugdlid conform het bepaalde in artikel 5.

9 Artikel 8 Zangkoren ontvangen: a. een subsidie voor: - 0 t/m 24 leden van: 0,= - 25 t/m 49 leden van: 651,= - 50 t/m 74 leden van: 744,= - 75 t/m 99 leden van: 837,= en vervolgens voor elke volgende toename van 25 leden een subsidie van: 93,= b. een subsidie per jeugdlid conform het bepaalde in artikel 5. Artikel 9 Ritmische dans- en/of balletgroepen ontvangen: a. een subsidie voor: - 0 t/m 24 leden van: 0,= - 25 t/m 49 leden van: 140,= - 50 t/m 74 leden van: 163,= - 75 t/m 99 leden van: 186,= t/m 124 leden van: 209,= t/m 149 leden van: 232,= t/m 174 leden van: 255,= en vervolgens voor elke volgende toename van 25 leden een subsidie van 23,= b. een subsidie per jeugdlid conform het bepaalde in artikel 5.

10 Artikel 10 Schutterijen ontvangen: a. een subsidie voor: - 0 t/m 24 leden van: 0,= - 25 t/m 49 leden van: 419,= - 50 t/m 74 leden van: 512,= en vervolgens voor elke volgende toename van 25 leden een subsidie van: 93,= b. een subsidie van 349,= voor een drumband, voor zover die minimaal 8 actieve leden telt, die (een of verschillende) instrumenten bespelen. c. een subsidie per jeugdlid conform het bepaalde in artikel 5. Artikel 11 Toneelorganisaties ontvangen een subsidie voor: - 1 avondvullende uitvoering in de gemeente van: 93,= - 2 avondvullende uitvoeringen in de gemeente van: 186,= en vervolgens voor elke volgende avondvullende uitvoering in de gemeente een subsidie van: 93,= Artikel 12 Carnavalsorganisaties ontvangen een subsidie van 930,=, onder de voorwaarde dat zij per jaar minimaal 1 carnavalsoptocht in de gemeente organiseren. Artikel 13 De Stichting Parkstad Leedjes Konkoer ontvangt een subsidie van 256,=. Voor deze instelling geldt dat zij is vrijgesteld van de eis dat zij haar statutaire zetel in Simpelveld heeft. Artikel 14 Heemkundeorganisaties ontvangen een subsidie van 930,= onder de voorwaarde dat zij minimaal 100 in de gemeente woonachtige leden tellen.

11 DEELSUBSIDIEVERORDENING SPORT Artikel 1 1. Voor de toepassing van deze deelsubsidieverordening wordt onder sport verstaan sportactiviteiten die plaatsvinden in georganiseerd verband en waarbij het competitie-, dan wel het ontspanningselement voorop staat; 2. Voor zover de onder 1 genoemde activiteiten door een semipublieke / professionele organisatie worden uitgevoerd, vallen zij buiten het bereik van deze deelsubsidieverordening. Artikel 2 In deze deelsubsidieverordening wordt verstaan onder: a. Speelveld: een speelterrein dat volgens de overkoepelende sportbonden wordt aangemerkt als speelveld voor senioren. Daarvan afgeleide speelvelden worden daar niet onder begrepen. b. Binnensportaccommodatie: een gemeentelijke accommodatie, die naar bestemming én inrichting is aan te merken als te gebruiken voor binnensporten of een door burgemeester en wethouders daaraan gelijk te stellen niet-commerciële accommodatie. c. Binnensporten: uitsluitend handbal-, badminton-, volleybal-, gymnastiek-, gevecht-, kracht- en de zaalvoetbalsportorganisaties. d. Lid: iemand die op 1 januari van het jaar voorafgaande aan het jaar waarvoor subsidie wordt aangevraagd bij een instelling is ingeschreven, daadwerkelijk aan die instelling contributie betaalt en door de instelling bij een overkoepelende landelijke, provinciale en/of regionale organisatie is aangemeld. e. Jeugdlid: een lid dat actief deelneemt aan de activiteit(en) van de betreffende organisatie, woonachtig is in de gemeente Simpelveld én op 1 januari van het jaar voorafgaande aan het jaar waarvoor subsidie wordt gevraagd de leeftijd van 4 jaar, maar nog niet de leeftijd van 19 jaar heeft bereikt. f. Seizoensjaar: de periode van 1 oktober tot en met 30 september.

12 g. Huureenheden: 1 huureenheid is gelijk aan 1 uur zaalhuur per week met de gebruiksfactor 1. Voor de onderscheidenlijke gemeentelijke binnensportaccommodaties gelden de navolgende gebruiksfactoren: - accommodatie gebruiksfactor gymnastiekzaal 1 Sporthal 1/3 hal 1 2/3 hal 2 hele hal 3 Artikel 3 Als teldatum voor het aantal subsidiabele (jeugd)leden/deelnemers wordt gehanteerd: 1 januari van het jaar voorafgaande aan het jaar waarvoor subsidie wordt gevraagd. Artikel 4 Om voor subsidie in aanmerking te komen, dient een organisatie: a. aangesloten te zijn bij een overkoepelende landelijke, provinciale en/of regionale organisatie; b. tenminste 20 actieve jeugd-, dan wel 50 actieve seniorenleden te tellen, die woonachtig zijn in de gemeente Simpelveld. Artikel 5 De subsidie voor jeugdleden bedraagt: a. 23,= per jeugdlid van 4 t/m 12 jaar; b. 33,= per jeugdlid van 13 t/m 18 jaar.

13 Artikel 6 1. Voor de berekening van de subsidie voor de huur van een gemeentelijke binnensportaccommodatie geldt het aantal gebruikte huureenheden van het seizoensjaar dat aan het jaar waarvoor het subsidie wordt gevraagd, is voorafgegaan. 2. De subsidie voor de huur van een gemeentelijke binnensportaccommodatie bedraagt voor: - 0 t/m 89 huureenheden op jaarbasis: 0,= - 90 t/m 179 huureenheden op jaarbasis: 251,= t/m 269 huureenheden op jaarbasis: 502,= t/m 359 huureenheden op jaarbasis: 753,= t/m 449 huureenheden op jaarbasis: 1.005,= t/m 539 huureenheden op jaarbasis: 1.256,= t/m 629 huureenheden op jaarbasis: 1.696,= t/m 719 huureenheden op jaarbasis: 1.979,= t/m 809 huureenheden op jaarbasis: 2.262,= t/m 899 huureenheden op jaarbasis: 2.827,= t/m 989 huureenheden op jaarbasis: 3.141,= t/m huureenheden op jaarbasis: 3.455,= t/m huureenheden op jaarbasis: 3.769,= t/m huureenheden op jaarbasis: 4.083,= t/m huureenheden op jaarbasis: 4.397,= t/m huureenheden op jaarbasis: 4.711,= t/m huureenheden op jaarbasis: 5.025,= t/m huureenheden op jaarbasis: 5.339,= t/m huureenheden op jaarbasis: 5.653,= t/m huureenheden op jaarbasis: 5.967,= t/m huureenheden op jaarbasis: 6.281,= t/m huureenheden op jaarbasis: 6.595,= t/m huureenheden op jaarbasis: 6.909,= t/m huureenheden op jaarbasis: 7.223,= t/m huureenheden op jaarbasis: 7.537,= t/m huureenheden op jaarbasis: 7.851,= t/m huureenheden op jaarbasis: 8.165,= t/m huureenheden op jaarbasis: 8.479,= t/m huureenheden op jaarbasis 8.793,= en vervolgens bij elke volgende verhoging van 90 huureenheden een subsidie van: 314,=

14 Artikel 7 De subsidie voor het gebruik van een eigen binnensportaccommodatie bedraagt voor: - 0 t/m 24 leden: 0,= - 25 t/m 49 leden: 0,= - 50 t/m 74 leden: 372,= - 75 t/m 99 leden: 558,= t/m 124 leden: 744,= t/m 149 leden: 930,= t/m 174 leden: 1.116,= t/m 199 leden: 1.302,= t/m 224 leden: 1.488,= t/m 249 leden: 1.674,= t/m 274 leden: 1.860,= t/m 299 leden: 2.046,= t/m 324 leden: 2.232,= t/m 349 leden: 2.418,= en vervolgens voor elke volgende toename van 25 leden een subsidie van: 186,= Artikel 8 Voetbalsportorganisaties ontvangen: 1. een subsidie voor: - 0 t/m 24 leden van: 0,= - 25 t/m 49 leden van: 0,= - 50 t/m 74 leden van: 651,= - 75 t/m 99 leden van: 791,= t/m 124 leden van: 931,= t/m 149 leden van: 1.071,= t/m 174 leden van: 1.211,= t/m 199 leden van: 1.351,= t/m 224 leden van: 1.491,= t/m 249 leden van: 1.631,= t/m 274 leden van: 1.771,= t/m 299 leden van: 1.911,= t/m 324 leden van: 2.051,= t/m 349 leden van: 2.191,= t/m 374 leden van: 2.331,= t/m 399 leden van: 2.471,= t/m 424 leden van: 2.611,= t/m 449 leden van: 2.751,= en vervolgens voor elke volgende toename van 25 leden een subsidie van: 140,=

15 2. een subsidie in de huur van een gemeentelijke buitensportaccommodatie van: 1 speelveld c.a ,= 2 speelvelden c.a ,= 3 speelvelden c.a ,= 4 speelvelden c.a ,= voor elk volgend speelveld c.a. een subsidie van: 1.860,= 3. een subsidie per jeugdlid conform het bepaalde in artikel een subsidie in de huur van een gemeentelijke binnensportaccommodatie conform het bepaalde in artikel 6. Artikel 9 Tennissportorganisaties ontvangen: 1. een subsidie voor: - 0 t/m 24 leden van: 0,= - 25 t/m 49 leden van: 0,= - 50 t/m 74 leden van: 651,= - 75 t/m 99 leden van: 791,= t/m 124 leden van: 931,= t/m 149 leden van: 1.071,= t/m 174 leden van: 1.211,= t/m 199 leden van: 1.351,= t/m 224 leden van: 1.491,= t/m 249 leden van: 1.631,= t/m 274 leden van: 1.771,= t/m 299 leden van: 1.911,= t/m 324 leden van: 2.051,= t/m 349 leden van: 2.191,= t/m 374 leden van: 2.331,= t/m 399 leden van: 2.471,= t/m 424 leden van: 2.611,= t/m 449 leden van: 2.751,= en vervolgens voor elke volgende toename van 25 leden een bijdrage van: 140,= 2. een subsidie in de huur van een gemeentelijke buitensportaccommodatie voor: 1 tennisbaan c.a ,= 2 tennisbanen c.a ,= 3 tennisbanen c.a ,= 4 tennisbanen c.a ,= 5 tennisbanen c.a ,= voor elke volgende tennisbaan c.a. een subsidie van: 1.016,= 3. een subsidie per jeugdlid conform het bepaalde in artikel 5.

16 4. een subsidie in de huur van een gemeentelijke binnensportaccommodatie conform het bepaalde in artikel een subsidie voor het gebruik van een eigen binnensportaccommodatie conform het bepaalde in artikel 7. Artikel 10 Ruitersportorganisaties ontvangen: a. een subsidie voor: - 0 t/m 24 leden van: 0,= - 25 t/m 49 leden van: 0,= - 50 t/m 74 leden van: 233,= - 75 t/m 99 leden van: 266,= -100 t/m 124 leden van: 299,= -125 t/m 149 leden van: 332,= en vervolgens voor elke volgende toename van 25 leden een subsidie van: 33,= b. een subsidie per jeugdlid conform het bepaalde in artikel 5. c. een subsidie in de huur van een gemeentelijke binnensportaccommodatie conform het bepaalde in artikel 6. d. een subsidie voor het gebruik van een eigen binnensportaccommodatie conform het bepaalde in artikel 7. Artikel 11 Wandelsportorganisaties ontvangen: a. een subsidie voor: - 0 t/m 24 leden van: 0,= - 25 t/m 49 leden van: 0,= - 50 t/m 74 leden van: 233,= - 75 t/m 99 leden van: 266,= -100 t/m 124 leden van: 299,= -125 t/m 149 leden van: 332,= en vervolgens voor elke volgende toename van 25 leden een subsidie van: 33,= b. een subsidie per jeugdlid conform het bepaalde in artikel 5.

17 Artikel 12 Wielersportorganisaties ontvangen: een subsidie van 930,= onder de voorwaarde dat zij per jaar minimaal 1 wielerwedstrijd in de gemeente Simpelveld organiseren. Artikel 13 Binnensportorganisaties ontvangen: a. een subsidie voor: - 0 t/m 24 leden van: 0,= - 25 t/m 49 leden van: 0,= - 50 t/m 74 leden van: 1.163,= - 75 t/m 99 leden van: 1.302,= t/m 124 leden van: 1.441,= t/m 149 leden van: 1.580,= t/m 174 leden van: 1.719,= t/m 199 leden van: 1.858,= t/m 224 leden van: 1.997,= t/m 249 leden van: 2.136,= en vervolgens voor elke volgende toename van 25 leden een bijdrage van: 139,= b. een subsidie per jeugdlid conform het bepaalde in artikel 5. c. een subsidie in de huur van een gemeentelijke binnensportaccommodatie conform het bepaalde in artikel 6. d. een subsidie voor het gebruik van een eigen binnensportaccommodatie conform het bepaalde in artikel 7.

18

19 DEELSUBSIDIEVERORDENING OUDERENPARTICIPATIE Artikel 1 Voor de toepassing van deze deelsubsidieverordening wordt verstaan onder: a. Ouderenorganisatie: een organisatie waarvan de activiteiten specifiek gericht zijn op het bieden van regelmatige en passende vrijetijdsbesteding aan haar leden/deelnemers. b. Semipublieke / professionele organisatie: Voor zover de onder a. genoemde activiteiten door een semipublieke / professionele organisatie worden uitgevoerd, vallen zij buiten het bereik van deze deelsubsidieverordening. Artikel 2 Om voor subsidie in aanmerking te komen, dient een ouderenorganisatie: a. aangesloten te zijn bij een overkoepelende landelijke, provinciale en/of regionale organisatie; b. minimaal 75 leden te hebben, die aan de activiteiten deelnemen, ouder dan 55 jaar en woonachtig zijn in de gemeente Simpelveld. Artikel 3 Als teldatum voor het aantal subsidiabele leden wordt gehanteerd: 1 januari van het jaar voorafgaande aan het jaar waarvoor subsidie wordt gevraagd. Artikel 4 Ouderenorganisaties ontvangen een subsidie voor: - 0 t/m 24 leden van: 0,= - 25 t/m 49 leden van: 0,= - 50 t/m 74 leden van: 0,= - 75 t/m 99 leden van: 233,= t/m 124 leden van: 466,= t/m 149 leden van: 699,= t/m 174 leden van: 932,= t/m 199 leden van: 1.165,= en vervolgens voor elke volgende toename van 25 leden een subsidie van: 233,= 19

20 20

21 DEELSUBSIDIEVERORDENING MAATSCHAPPELIJKE ZORG Artikel 1 1. Voor de toepassing van deze deelsubsidieverordening wordt onder maatschappelijke zorg verstaan: a. het herstellen van de zelfredzaamheid van mensen; b. het ondersteunen van mensen in hun bijdrage aan de samenleving en c. het toerusten van mensen om (weer) maatschappelijk te (kunnen) participeren. 2. Voor zover de onder het eerste lid genoemde activiteiten door een semipublieke / professionele organisatie worden uitgevoerd, vallen zij buiten het bereik van deze deelsubsidieverordening. 3. Voor subsidie komen in aanmerking: a. vrouwenorganisaties; b. vrijwillige ziekenzorg; c. E.H.B.O. en Rode Kruis; d. Oranjeverenigingen; e. Seniorenraad, Adviesraad WMO en Gehandicaptenplatform; f. gehandicaptensport; g. ouderverenigingen van basisscholen; h. het Reanimatienetwerk; i. organisaties die niet vallen onder de werkingssfeer van de deelsubsidieverordeningen budgetsubsidies, jeugdparticipatie, cultuur, sport, en ouderenparticipatie. Artikel 2 Om voor subsidie in aanmerking te komen dient een organisatie: a. aangesloten te zijn bij een overkoepelende landelijke, provinciale en/of regionale organisatie; b. minimaal 50 leden te hebben, die aan de activiteiten deelnemen en woonachtig in de gemeente Simpelveld zijn. Artikel 3 Als teldatum voor het aantal subsidiabele leden wordt gehanteerd: 1 januari van het jaar voorafgaande aan het jaar waarvoor subsidie wordt gevraagd.

22 Artikel 4 Vrouwenorganisaties ontvangen een subsidie voor: - 0 t/m 24 leden van : 0,= - 25 t/m 49 leden: 0,= - 50 t/m 74 leden: 186,= - 75 t/m 99 leden: 233,= -100 t/m 124 leden: 280,= -125 t/m 149 leden: 327,= en vervolgens voor elke volgende toename van 25 leden een subsidie van: 47,= Artikel 5 Vrijwillige ziekenzorgorganisaties ontvangen een subsidie van 359,=. Artikel 6 E.H.B.O.- en Rode Kruisorganisaties ontvangen een subsidie van 359,=. Artikel 7 Organisaties belast met Oranjevieringen ontvangen: a. een subsidie van 930,=; b. een subsidie van 233,= voor een 5-jaarlijkse gezamenlijke activiteit passend bij het karakter van 5 mei.

23 Artikel 8 De stichting Seniorenraad, de Stichting Gehandicaptenplatform en de Stichting Adviesraad WMO ontvangen: a. een subsidie van maximaal: 1.179,= b. een subsidie van maximaal: 1.701,= van de vooraf door het college goedgekeurde kosten voor deskundigheidsbevordering en/of advieskosten (max. 307,=) en/of de organisatie van incidentele kleinschalige projecten.

24 Artikel 9 Organisaties die de gehandicaptensport bevorderen, ontvangen voor elke in Simpelveld woonachtige deelnemer/lid per jaar een subsidie van maximaal 70,=. Organisaties als bedoeld in dit artikel zijn vrijgesteld van de eis, dat zij hun statutaire zetel in Simpelveld hebben. Artikel 10 De Stichting Bocholtz Promotion en de Stichting Promotion Simpelveld ontvangen: a. een subsidie van 698,= voor de organisatie van een kermis; b. een subsidie van 465,= voor de organisatie van een sint- of kerstmarkt; c. een subsidie van 465,= voor de organisatie van een vrijmarkt; d. een subsidie van 465,= voor de organisatie van de oliebollenwandeltocht; e. een subsidie van 465,= voor de organisatie van een andere / nieuwe activiteit in de gemeente Simpelveld. Deze activiteit dient te allen tijde met een lokale uitstraling te hebben en vooraf ter goedkeuring aan het college te worden voorgelegd. Artikel 11 Ouderorganisaties van basisscholen ontvangen voor de organisatie van de Sint Maartensviering per jaar een subsidie van 154,=. Artikel 12 De Stichting Reanimatienetwerk Simpelveld ontvangt per jaar een subsidie van 8,= per deelnemer met een maximum van 1.640,=. Artikel 13

25 Aan organisaties die niet onder de werkingssfeer van de deelsubsidieverordeningen jeugdparticipatie, cultuur, sport, ouderenparticipatie, maatschappelijke zorg en budgetsubsidies vallen, kan het college een subsidie van maximaal 116,= per jaar toekennen. Om voor subsidie in aanmerking te komen, dienen deze organisaties activiteiten te verrichten die een naar het oordeel van het college een direct gemeentelijk belang dienen.

26

27 DEELSUBSIDIEVERORDENING INVESTERINGSSUBSIDIES Artikel 1 Investeringssubsidie Voor de toepassing van deze deelsubsidieverordening wordt onder een investeringssubsidie een subsidie ten behoeve van duurzame investeringen verstaan. Artikel 2 Duurzame investering Onder een duurzame investering wordt verstaan: 1. een onroerende dan wel roerende zaak waarvan de levensduur naar verwachting minimaal 10 jaren is en 2. waarvan de aanschaf/ investering minimaal 1.860,= bedraagt. Artikel 3 Voorwaarden Om voor een investeringssubsidie in aanmerking te komen, dient de instelling te vallen onder de werkingssfeer van de deelsubsidieverordeningen jeugdparticipatie, cultuur, spor, ouderenparticipatie, maatschappelijke zorg. De zaak waarop de investeringssubsidie betrekking heeft, dient eigendom te zijn c.q. te worden van de organisatie die de subsidie aanvraagt/ontvangt. Artikel 4 Uitgesloten van subsidie Naast de weigeringsgronden voortvloeiende uit de Awb of de Subsidieverordening 2010 Welzijn Gemeente Simpelveld algemeen deel, wordt een aanvraag voor een investeringssubsidie in elk geval geweigerd indien het betreft: 1. duurzame investeringen ten behoeve van inrichtingen die op grond van de Drank- en Horecawet, danwel op grond van de Drank- en Horecaverordening vergunningsplichtig zijn; 2. duurzame investeringen ten behoeve van de aanschaf en vernieuwing van speeltoestellen voor een instelling voor speeltuinwerk. Artikel 5 Aanvraag en toetsing aanvraag In afwijking van artikel 27 tweede lid van de Subsidieverordening Welzijn 2010 Gemeente Simpelveld algemeen deel dient een aanvraag voor een investeringssubsidie 27

28 vergezeld te gaan van een begroting van de met de investering gepaard gaande kosten, evenals een toelichting hierop.

29 Artikel 6 Raadsrapportage Het college doet jaarlijks, tegelijk met de aanbieding van de gemeentebegroting voor het komende dienstjaar aan de raad een overzicht toekomen van de voor dat begrotingsjaar ingediende verzoeken tot verlening van een investeringssubsidie. Artikel 7 Beoordeling Subsidieaanvraag In aanvulling op artikel 5 derde lid van de Subsidieverordening Welzijn 2010 Gemeente Simpelveld algemeen deel, gelden bij de beoordeling van de subsidieaanvragen achtereenvolgens de navolgende aanvullende voorrangsregels: 1. een investering ten behoeve van een onroerende zaak gaat voor een investering ten behoeve van een roerende zaak; 2. een investering ten behoeve van een onroerende dan wel een roerende zaak voor de doelgroep jeugd gaat voor een investering ten behoeve van een onroerende dan wel roerende zaak voor andere doelgroepen. Artikel 8 Subsidiebijdrage De investeringsubsidie bedraagt: 1. voor onroerende zaken: een bijdrage van 25 % van de door het college goedgekeurde kosten tot een maximum van ,=; 2. voor roerende zaken: een bijdrage van 15 % van de door het college goedgekeurde kosten tot een maximum van 6.976,=. Artikel 9 Verplichting van de subsidieontvanger In afwijking van hoofdstuk 3 Stimuleringssubsidie van de Subsidieverordening Welzijn Gemeente Simpelveld 2010 algemeen deel, mag met de investering in elk geval niet eerder worden begonnen voordat het college een besluit tot subsidieverlening heeft genomen. Artikel 10 Aanvraag tot subsidievaststelling In afwijking van artikel 31 eerste en tweede lid van de Subsidieverordening Welzijn 2010 Gemeente Simpelveld algemeen deel en als een investeringssubsidie voor een duurzame investering is verleend, dient de instelling binnen 1 jaar nadat de investering is verricht een gespecificeerde opgave van de werkelijke uitgaven met bewijsstukken aan het college te overleggen. Uitbetaling van de investeringssubsidie vindt plaats na vaststelling van de subsidie door het college.

30 DEELSUBSIDIEVERORDENING PROJECTSUBSIDIES Artikel 1 Projectsubsidie Voor de toepassing van deze deelsubsidieverordening wordt onder een projectsubsidie verstaan een subsidie ten behoeve van samenhangende activiteiten met een meervoudig karakter, die een bijdrage leveren aan het versterken van: a. de sociale cohesie in de gemeente Simpelveld en daarmee samenhangend het behoud en de versterking van het rijke verenigingsleven en/of b. de samenwerking tussen organisaties. Artikel 2 Projectdefinitie Als project kan worden beschouwd een initiatief dat: a. in tijd en ruimte beperkt is; b. bij voorkeur plaatsvindt op het grondgebied van de gemeente Simpelveld; c. zich bij voorkeur afspeelt in de avonduren, weekends en/of vakantieperiode; d. een openbaar karakter heeft; e. duidelijk een zelfstandige identiteit heeft. Artikel 3 Subsidieontvanger Voor projectsubsidie komen in aanmerking: a. organisaties die ressorteren onder de deelsubsidieverordeningen jeugdparticipatie, cultuur, sport, ouderenparticipatie en maatschappelijke zorg; b. een, voor de organisatie van het project (speciaal) in het leven geroepen, samenwerkingsverband van in dit artikel onder lid a. genoemde organisaties.

31 Artikel 4 Toekenning a. De projectsubsidie wordt per gesubsidieerde instelling slechts éénmaal per jaar verleend. b. Ingeval een projectsubsidie door een samenwerkingsverband, als bedoeld in artikel 3 lid b. wordt aangevraagd, wordt aan de samenwerkende organisaties één (gezamenlijke) subsidie verleend. Artikel 5 Aanvraag a. De aanvraag moet voor 1 november van het jaar voorafgaande aan het jaar waarin het project wordt uitgevoerd, worden ingediend. b. De aanvraag moet worden voorzien van een beschrijving van het project en de hiermee beoogde doelstelling(en) evenals de begroting van het project. c. De aanvraag dient te worden ingediend via het daarvoor ter beschikking gestelde aanvraagformulier Projectsubsidies. Artikel 8 Subsidiebedrag en voorwaarden Het college kan een projectsubsidie van 10% van de projectkosten, tot een maximum van 3.000,= verlenen. De subsidie wordt uitsluitend verleend wanneer naar het oordeel van het college: a. het project voldoet aan de voorwaarden vermeld in de artikelen 1 en 2 van de onderhavige deelsubsidieverordening; b. de aanvrager voldoet aan de voorwaarde vermeld in artikel 3 van de onderhavige deelsubsidieverordening; c. in het projectprogramma tenminste twee verschillende activiteiten op het gebied van jeugdparticipatie en/of cultuur en/of sport en/of ouderenparticipatie en/of maatschappelijk zorg zijn opgenomen; d. de, direct aan het project toe te schrijven, projectkosten minimaal 5.000,= bedragen; e. het project een bovenlokale uitstraling heeft; f. het project in het jaar, waarvoor het is aangevraagd, wordt uitgevoerd.

32 Artikel 9 Nadere eisen 1. In geval het project zich richt op de organisatie van: a. sportactiviteiten, dienen de sporten die in het project zijn opgenomen door het NOC*NSF erkend te zijn; b. culturele activiteiten: - dienen de te organiseren cultuurvormen bij een landelijke koepelorganisatie en/of branchevereniging geregistreerd te zijn en - komen voor subsidie de volgende cultuurvormen in aanmerking: beeldend, audiovisueel, instrumentale muziek, dans, schrijven, theater, zang en toneelspel. 2. In alle drukwerk en publicaties met betrekking tot het te subsidiëren project - zoals uitnodigingen, affiches, advertenties, persberichten, programmaboekjes, website en folders - dient door middel van het logo van de gemeente plus de vermelding gesubsidieerd door de gemeente Simpelveld te worden aangegeven, dat het project met de financiële steun van de gemeente Simpelveld wordt gerealiseerd. 3. Tijdens de uitvoering van het project dient de vlag van de gemeente Simpelveld duidelijk zichtbaar te worden opgehangen. Artikel 10 Uitgesloten van subsidie Naast de weigeringsgronden voortvloeiende uit de Awb of de Subsidieverordening Welzijn 2010 Gemeente Simpelveld algemeen deel, wordt een aanvraag in elk geval geweigerd, als het activiteiten betreft, die, naar het oordeel van het college, tot het reguliere activiteitenaanbod van gesubsidieerde organisaties kunnen worden gerekend.

33

34 DEELSUBSIDIEVERORDENING INCIDENTELE SUBSIDIES Artikel 1 Incidentele subsidie Voor de toepassing van deze deelsubsidieverordening wordt onder een incidentele subsidie verstaan een subsidie ten behoeve van activiteiten met een eenmalig en/of experimenteel karakter en die: a. een bijdrage leveren aan de vernieuwing van het desbetreffende werkveld en/of b. gericht zijn op de ontwikkeling en stimulering van verenigingsnetwerken/-fusies en/of c. in belangrijke mate bijdragen aan de verwezenlijking van gemeentelijke beleidsdoelstellingen en/of d. in belangrijke mate bijdragen aan de promotie / het aanzien van de gemeente Simpelveld. Artikel 2 Subsidiebijdrage 1. Voor de in artikel 1 genoemde activiteiten kan het college een incidentele subsidie van maximaal 930,= per aanvraag verstrekken. 2. Naast de weigeringsgronden voortvloeiende uit de Awb en de Subsidieverordening Welzijn 2010 Gemeente Simpelveld algemeen deel, wordt een aanvraag voor een incidentele subsidie in elk geval geweigerd, als de activiteit(en) waarvoor het subsidie wordt gevraagd, kan/kunnen worden gerekend tot het reguliere activiteitenaanbod van gesubsidieerde organisaties. 34

35

36 DEELSUBSIDIEVERORDENING BUDGETSUBSIDIES Artikel 1 Budgetsubsidie Een budgetsubsidie kan worden verstrekt voor activiteiten die in de regel uitsluitend door semipublieke/professionele organisaties kunnen worden uitgevoerd. Artikel 2 Op grond van deze Deel-subsidieverordening komen voor een budgetsubsidie de volgende activiteiten in aanmerking: 1. bibliotheekwerk; 2. maatschappelijk werk, 3. professioneel jeugd- en jongerenwerk, 4. professioneel ouderenwerk; 5. gemeentelijke makelaarsfunctie maatschappelijke stage; 6. specifiek jeugd- en jongerenwerk; 7. professioneel peuterspeelzaalwerk; 8. mantelzorgondersteuning. Artikel 3 Subsidiegrondslag Het college stelt de budgetsubsidie vast op basis van de in artikel 15 van de Subsidieverordening Welzijn 2010 Gemeente Simpelveld algemeen deel ingediende gegevens. 36