gelet op artikel 147 van de Gemeentewet en de artikelen 8 en 8a van de Wet werk en bijstand;

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "gelet op artikel 147 van de Gemeentewet en de artikelen 8 en 8a van de Wet werk en bijstand;"

Transcriptie

1 vervallen = vervallen nieuwe tekst = nieuwe tekst Nr: De raad van de gemeente Barneveld; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders, nr ; gelet op artikel 147 van de Gemeentewet en de artikelen 8 en 8a van de Wet werk en bijstand; Overwegende dat de gemeenteraad bij verordening: a. op grond van het bepaalde in artikel 8, eerste lid, onderdeel a en artikel 7, eerste lid, onderdeel a van de Wet werk en bijstand verplicht is om regels te stellen voor de ondersteuning in de arbeidsinschakeling en het aanbieden van voorzieningen daarvoor (re-integratie); b. op grond van het bepaalde in artikel 8, eerste lid, onderdeel b en h, artikel 9a, twaalfde lid en artikel 18, eerste, tweede en derde lid van de Wet werk en bijstand verplicht is om regels te stellen voor de afstemming van de bijstand indien een bijstandsgerechtigde de verplichtingen die voortvloeien uit de wet, met uitzondering van artikel 17, eerste lid WWB niet of onvoldoende nakomt danwel naar het oordeel van het college tekortschietend besef van verantwoordelijkheid betoont voor de voorziening in het bestaan dan wel de uit de Wet werk en bijstand en de Wet structuur uitvoeringsorganisatie werk en inkomen voortvloeiende verplichtingen niet of onvoldoende nakomt, waaronder begrepen het zich jegens het college zeer ernstig misdragen (afstemming); c. op grond van het bepaalde in artikel 8, eerste lid, onderdeel c en artikel 30, eerste lid van de Wet werk en bijstand dient vast te stellen voor welke categorieën de norm wordt verhoogd of verlaagd en op grond van welke criteria de hoogte van die verhoging of verlaging wordt bepaald (toeslagen en verlagingen); d. op grond van het bepaalde in artikel 8a van de Wet werk en bijstand verplicht is om regels te stellen voor de bestrijding van het ten onrechte ontvangen van bijstand alsmede bestrijding van misbruik en oneigenlijk gebruik van de wet (handhaving); e. op grond van het bepaalde in artikel 8, eerste lid, onderdeel i van de Wet werk en bijstand verplicht is om regels te stellen voor de uitoefening van de bevoegdheid tot verrekening als bedoeld in artikel 60b van de Wet werk en bijstand; f. op grond van artikel 8, eerste lid onder i van de Wet werk en bijstand is het noodzakelijk het hoofdstuk afstemmingen van deze Verordening in overeenstemming te brengen met de Wet aanscherping handhaving- en sanctiebeleid SZW - wetgeving. b e s l u i t : vast te stellen de volgende: Verordening werk en bijstand HOOFDSTUK 1 ALGEMENE BEPALINGEN Artikel 1 Begripsomschrijvingen 1. Alle begrippen die in deze verordening gebruikt worden en die niet nader worden omschreven hebben dezelfde betekenis als in de Wet werk en bijstand (WWB) en de Algemene wet bestuursrecht (Awb). 2. Deze verordening verstaat onder: a. wet: de Wet werk en bijstand; b. college: het college van burgemeester en wethouders van Barneveld; c. belanghebbende: degene wiens belang rechtstreeks bij een besluit is betrokken; indien het een gehuwde betreft, wordt onder belanghebbende elk van de echtgenoten verstaan; d. uitkeringsgerechtigde: degene die algemene bijstand ontvangt op grond van de wet; 1

2 e. bijstand: de bijstand ter voorziening in de algemeen noodzakelijke kosten van het bestaan en/of bijzondere bijstand; f. UWV: Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen; g. WSW: Wet sociale Werkvoorziening; h. Wet SUWI: Wet Structuur Uitvoeringsorganisatie Werk en Inkomen; i. Bbz: het Besluit bijstandverlening zelfstandigen 2004 HOOFDSTUK 2 RE-INTEGRATIE PARAGRAAF 1 ALGEMENE BEPALINGEN OVER RE-INTEGRATIE Artikel 2 Begripsomschrijvingen re-integratie 1. Onder uitkeringsgerechtigde wordt in dit hoofdstuk mede verstaan degene die een uitkering ontvangt op grond van het Besluit bijstandsverlening zelfstandigen 2004 (Bbz 2004); 2. In dit hoofdstuk wordt verder verstaan onder: a. niet-uitkeringsgerechtigde (nugger): de persoon bedoeld in artikel 6, eerste lid, onderdeel a van de wet; b. anw-er: personen met een nabestaanden- of halfwezenuitkering op grond van de Algemene nabestaandenwet (Anw); c. algemeen geaccepteerde arbeid: iedere vorm van betaalde arbeid, niet zijnde werk in de Wsw en werk dat gewetensbezwaren oproept dan wel in strijd met de zeden dan wel illegaal is; d. voorzieningen: voorzieningen als bedoeld in artikel 7, eerste lid, onderdeel a van de wet; e. ondersteuning: ondersteuning als bedoeld in artikel 7, eerste lid, onderdeel a van de wet; f. traject: een aaneenschakeling van re-integratie-instrumenten; g. re-integratie-instrumenten: de instrumenten die het college ter beschikking heeft voor het bieden van ondersteuning als bedoeld in artikel 7 van de wet; h. arbeidsinschakeling: arbeidsinschakeling zoals bedoeld in artikel 6, eerste lid, onderdeel b van de wet. Artikel 3 Doelgroep 1. Tot de doelgroep van dit hoofdstuk behoren uitkeringsgerechtigden, personen met een uitkering verstrekt door het UWV die binnen 2 maanden de volledige uitkeringsduur bereiken en aansluitend aanspraak hebben op bijstand, personen die op de wachtlijst staan als bedoeld in artikel 12 van de WSW, Anw-ers, nuggers, alsmede personen bedoeld in artikel 10, tweede lid van de wet, in de leeftijd van 18 jaar tot de pensioengerechtigde leeftijd tot 65 jaar die woonachtig zijn in de gemeente Barneveld volgens artikel 40, eerste lid van de wet. 2. Tevens behoren tot de doelgroep personen die dreigen werkloos te worden binnen 6 maanden na volledige uitstroom uit de WWB en aansluitend aanspraak hebben op bijstand. 3. Niet tot de doelgroep behoren: a. nuggers die zich minder dan 15 uur per week beschikbaar stellen voor de arbeidsmarkt en/of; b. nuggers waarvan het inkomen, het inkomen van diens partner of hun gezamenlijk inkomen meer dan 200% van het geldende wettelijk minimumloon bedraagt en/of; c. nuggers met een saldi op de lopende rekeningen en spaarrekeningen van de belanghebbende, diens partner en/of minderjarige kinderen dat uitstijgt boven de vermogensgrens zoals aangegeven in artikel 34, derde lid van de wet. Artikel 4 Opdracht aan het college 1. Het college biedt aan personen die behoren tot de doelgroep ondersteuning aan bij de arbeidsinschakeling en, voor zover het college dit noodzakelijk acht, biedt het college een voorziening aan gericht op die arbeidsinschakeling. 2. De ondersteuning is gericht op de kortste weg naar duurzame reguliere arbeid. Indien het verkrijgen van reguliere arbeid voorlopig niet haalbaar wordt geacht, is de ondersteuning gericht op zelfstandige maatschappelijke participatie ter voorbereiding op een feitelijk re-integratietraject, gericht op arbeidsinschakeling of gericht op het voorkomen van sociaal isolement. 2

3 3. Het college draagt zorg voor voldoende diversiteit in het aanbod aan ondersteuning en voorzieningen. Artikel 5 Inzet van de ondersteuning 1. Ondersteuning kan worden geboden door het aanbieden van een traject, waarbij zonodig reintegratie-instrumenten kunnen worden ingezet. 2. Bij de inzet van re-integratie-instrumenten wordt gekozen voor dat instrument dat beschikbaar is en dat adequaat en toereikend is voor het doel dat beoogd wordt. 3. Re-integratie-instrumenten die gericht zijn op de arbeidsinschakeling worden alleen ingezet als zonder die inzet het vinden van algemeen geaccepteerde arbeid niet mogelijk is. 4. Het college weigert de inzet van een voorziening indien de persoon uit de doelgroep aanspraak kan maken of beroep kan doen op een voorziening buiten de wet om die naar het oordeel van het college in voldoende mate bijdraagt aan de arbeidsinschakeling. 5. Het besluit van het college een voorziening aan te bieden dan wel een voorziening te weigeren wordt vastgelegd in een beschikking. Artikel 6 Onderzoek Het college kan ten behoeve van een persoon voor wie een voorziening wordt ingezet of voor wie een voorziening wordt overwogen een onderzoek (laten) instellen naar de mogelijkheden van de persoon in verband met arbeidsinschakeling en deelname aan voorzieningen. Artikel 7 Verplichtingen van belanghebbende 1. Onverminderd andere verplichtingen die voortvloeien uit wet of regelgeving gelden voor personen uit de doelgroep de volgende verplichtingen: a. naar vermogen te trachten algemeen geaccepteerde arbeid te verkrijgen; b. ervoor te zorgen dat hij als werkzoekende geregistreerd is bij het UWV en geregistreerd blijft, indien hem daartoe het recht toekomt op grond van artikel 30b, eerste lid, van de Wet SUWI; c. algemeen geaccepteerde arbeid te aanvaarden; d. na te laten hetgeen inschakeling in de arbeid belemmert; e. gebruik te maken van een door het college aangeboden voorziening, waaronder begrepen sociale activering, gericht op arbeidsinschakeling, alsmede mee te werken aan een onderzoek naar zijn mogelijkheden tot arbeidsinschakeling; f. het meewerken aan het opstellen, uitvoeren en evalueren van een plan van aanpak als bedoeld in artikel 44a van de wet; g. medewerking te verlenen aan begeleiding en controle van ziekteverzuim; h. naar vermogen door het college opgedragen onbeloonde maatschappelijk nuttige werkzaamheden te verrichten. 2. Het college kan, in aanvulling op de verplichtingen die voortvloeien uit de wet en deze verordening, aan een voorziening nadere verplichtingen verbinden. Het college neemt deze verplichtingen op in de beschikking als bedoeld in artikel 5, vijfde lid. 3. Het college kan aan de uitkeringsgerechtigde ontheffing geven van een of meer verplichtingen genoemd in het eerste lid. 4. Bij beleidsregels stelt het college nadere regels vast omtrent het derde lid. Artikel 8 Handhaving 1. Indien een uitkeringsgerechtigde als bedoeld in artikel 1, tweede lid, onderdeel d en artikel 2, eerste lid, die deelneemt aan een voorziening, niet voldoet aan het gestelde in 9, eerste lid van de wet en artikel 7, kan het college de uitkering verlagen conform hetgeen hierover is bepaald in hoofdstuk 3 van deze verordening. 2. Indien de belanghebbende, niet zijnde een uitkeringsgerechtigde als bedoeld in artikel 1, tweede lid, onderdeel d en artikel 2, eerste lid, die gebruik maakt van een voorziening, niet voldoet aan het gestelde in artikel 9 van de wet en artikel 7, kan het college de kosten van de voorziening dan wel de subsidie geheel of gedeeltelijk terugvorderen. 3

4 Artikel 9 Beleidsplan Het college kan ter nadere uitvoering van deze verordening een beleidsplan vaststellen, waarin beleidsprioriteiten worden aangegeven, alsmede de hoogte en wijze van financiering. Artikel 10 Algemene bepalingen over voorzieningen 1. Het college kan een voorziening beëindigen: a. indien de belanghebbende die aan de voorziening deelneemt zijn verplichting als bedoeld in de artikelen 9, 17 en/of 55 van de wet niet nakomt; b. indien de belanghebbende die deelneemt niet meer behoort tot de doelgroep; c. indien de belanghebbende algemeen geaccepteerde arbeid aanvaardt, waarbij niet volledig gebruik wordt gemaakt van deze voorziening; d. indien naar het oordeel van het college de voorziening onvoldoende bijdraagt aan een snelle arbeidsinschakeling. 2. Bij uitvoeringsbesluit kan het college ten aanzien van de voorzieningen, bedoeld in de artikelen 10 tot en met 24, nadere regels stellen. Artikel 11 Zelfstandig ondernemerschap Indien de belanghebbende voornemens is een zelfstandig bedrijf te starten kan het college voorzieningen welke daarop gericht zijn verlenen, voor zover de plannen naar het oordeel van het college een redelijke kans van slagen hebben. Artikel 12 Re-integratie niet-uitkeringsgerechtigden 1. Belanghebbenden als bedoeld in artikel 6, eerste lid, onderdeel a van de wet die tot de doelgroep van dit hoofdstuk behoren kunnen gebruik maken van een re-integratietraject. 2. Voor de noodzakelijke kosten van de re-integratie wordt aan belanghebbenden als bedoeld in artikel 6, eerste lid, onderdeel a van de wet een renteloze lening verstrekt. 3. Bij uitvoeringsbesluit stelt het college nadere regels vast. Artikel 12a Tegenprestatie naar vermogen 1. Het college kan in verband met de invulling en uitvoering van de tegenprestatie naar vermogen afspraken maken met derden, waaronder werkgevers en vrijwilligersorganisaties. 2. Het college kan bij uitvoeringsbesluit regels vaststellen over de invulling en uitvoering van de tegenprestatie naar vermogen. PARAGRAAF 2 RE-INTEGRATIEVOORZIENINGEN Artikel 13 Sociale activering en arbeidsactivering 1. Het college kan aan personen die behoren tot de doelgroep als onderdeel van een reintegratietraject activiteiten aanbieden in het kader van sociale activering en arbeidsactivering. 2. Onder sociale activering wordt verstaan het verrichten van maatschappelijk nuttige activiteiten ter voorbereiding op een traject gericht op arbeidsinschakeling of gericht op het voorkomen van sociaal isolement. 3. Onder arbeidsactivering wordt verstaan een traject van in principe maximaal twee jaar met inzet van zo min mogelijk middelen, gericht op een duurzame inzet op de reguliere arbeidsmarkt waarbij rekening wordt gehouden met de ontwikkelingen op de reguliere arbeidsmarkt. Artikel 14 Algemene bepalingen over ondersteuning en voorzieningen 1. Ondersteuning bij de arbeidsinschakeling kan bestaan uit praktische hulp, advies, doorverwijzing naar andere organisaties of uit het aanbieden van één of meerdere voorzieningen die gelijktijdig of achtereenvolgend ingezet kunnen worden. 2. Het college kan in ieder geval de volgende voorzieningen aanbieden: a. werkstages b. detacheringsbanen c. loonkostensubsidies d. scholing e. inkomensvrijlating 4

5 f. premies g. Work First h. voorzieningen gericht op nazorg i. schuldhulpverlening j. overige voorzieningen 3. In afwijking van het tweede lid, worden de volgende voorzieningen niet ingezet voor de belanghebbende die jonger is dan 27 jaar: a. onbeloonde additionele arbeid; b. premies voor werkaanvaarding of scholing; c. vrijlating van inkomsten, en d. onkostenvergoeding voor vrijwilligerswerk. Artikel 15 Werkstages 1. Het college kan personen die behoren tot de doelgroep een werkstage aanbieden, gericht op arbeidsinschakeling. 2. Het doel van de werkstage is het opdoen van werkervaring dan wel het leren functioneren in een arbeidsrelatie. 3. Het college plaatst de belanghebbende alleen indien door zijn plaatsing de concurrentieverhoudingen niet onverantwoord worden beïnvloed en indien door zijn plaatsing geen verdringing plaatsvindt. 4. In een schriftelijke overeenkomst wordt tenminste vastgelegd het doel van de werkstage, alsmede de wijze waarop de begeleiding plaatsvindt. Artikel 16 Detacheringsbanen 1. Het college kan personen die behoren tot de doelgroep een dienstverband voor in principe maximaal twee jaar aanbieden, gericht op arbeidsinschakeling. Dit dienstverband wordt alleen aangeboden indien het bijdraagt aan de toeleiding van de uitkeringsgerechtigde naar de reguliere arbeidsmarkt. 2. De werknemer wordt voor het verrichten van arbeid gedetacheerd bij een onderneming. De detachering wordt vastgelegd in een schriftelijke overeenkomst tussen zowel werkgever en inlenende organisatie als tussen werknemer en inlenende organisatie. 3. Een werknemer wordt alleen geplaatst indien door zijn plaatsing de concurrentieverhoudingen niet onverantwoord worden beïnvloed en indien door zijn plaatsing geen verdringing plaatsvindt. 4. De inleenvergoeding wordt afgestemd op de productiviteit/loonwaarde van de gedetacheerde. Artikel 17 Loonkostensubsidies gericht op re-integratie 1. Het college kan tijdelijke en aflopende subsidies verstrekken aan werkgevers die met personen die behoren tot de doelgroep een arbeidsovereenkomst sluiten gericht op arbeidsinschakeling, waarbij de hoogte van de subsidie mede wordt bepaald op basis van de productiviteit/loonwaarde van de belanghebbende; 2. Bij uitvoeringsbesluit stelt het college regels ten aanzien van de duur van de subsidie, de hoogte, en de verplichtingen die aan de subsidie worden verbonden. 3. Minimaal éénmaal per jaar wordt in overleg met de werknemer en de werkgever bezien welke mogelijkheden er voor de werknemer zijn voor arbeidsinschakeling. Artikel 18 Scholing 1. Het college kan personen die behoren tot de doelgroep een vorm van scholing aanbieden gericht op arbeidsinschakeling of maatschappelijke participatie. 2. Voor zover de belanghebbende conform artikel 10a van de wet onbeloonde additionele werkzaamheden verricht, en niet beschikt over een startkwalificatie wordt binnen 6 maanden na aanvang van die werkzaamheden door het college bekeken in hoeverre scholing of opleiding kan bijdragen aan vergroting van de kans op inschakeling in het arbeidsproces. 3. Het college stelt bij uitvoeringsbesluit regels over de doelgroepen, de vorm van scholing en de voorwaarden waaraan scholing moet voldoen. Artikel 19 Work First 5

6 Het college kan de personen die behoren tot de doelgroep die geen afstand tot de arbeidsmarkt heeft en bij de re-integratieconsulent in een bemiddeling zit, de tijd tot het aanvaarden van een reguliere baan maatschappelijk nuttig te laten vervullen. De duur van de activiteiten bedragen minimaal 1 week en maximaal 3 maanden. Artikel 20 Premies 1. Het college kan aan uitkeringsgerechtigden een premie activering, een premie deeltijdwerk en een werkaanvaardingspremie toekennen. 2. Het college verstrekt een premie activering aan de uitkeringsgerechtigde die conform artikel 10a van de wet onbeloonde additionele werkzaamheden verrichten. 3. Het college stelt bij uitvoeringsbesluit regels over de doelgroepen, de hoogte van de premies en de verdere voorwaarden. Artikel 21 Inkomstenvrijlating In alle gevallen waarin zich een situatie voordoet als bedoeld in artikel 31, tweede lid van de wet, is er sprake van een vrijlating die bijdraagt aan de arbeidsinschakeling. Artikel 22 Voorzieningen gericht op nazorg Het college kan aan een belanghebbende die algemeen geaccepteerde arbeid heeft aanvaard, voorzieningen bieden gericht op nazorg. Artikel 23 Schuldhulpverlening 1. Het college kan aan personen die behoren tot de doelgroep voor wie een voorziening wordt ingezet, schuldhulpverlening aanbieden als dit naar het oordeel van het college noodzakelijk is voor de re-integratie. 2 De in het eerste lid bedoelde personen zijn verplicht mee te werken aan een door het college aangeboden schuldhulpverleningstraject. Artikel 24 Overige vergoedingen 1. Het college kan een vergoeding verstrekken voor kosten die gemaakt zijn in het kader van de re-integratie. 2. Geen aanspraak op de in het eerste lid genoemde vergoeding bestaat indien een beroep gedaan kan worden op een voorliggende voorziening die gezien haar aard en doel wordt geacht voor de belanghebbende toereikend en passend te zijn. 3. Het college stelt bij uitvoeringsbesluit regels over de vorm, de hoogte van de vergoeding en de verdere voorwaarden. HOOFDSTUK 3 AFSTEMMING PARAGRAAF 1 ALGEMENE BEPALINGEN OVER AFSTEMMING Artikel 25 Begripsomschrijvingen afstemming In dit hoofdstuk wordt verstaan onder: a. afstemming: het verlagen van de bijstand of de langdurigheidstoeslag op grond van artikel 18, tweede lid, van de wet; b. recidiveboete: bestuurlijke boete als bedoeld in artikel 18a, vijfde lid van de wet; c. b bijstandsuitkering: de norm als bedoeld in paragraaf 3.2 van de wet, verhoogd of verlaagd conform Hoofdstuk 4 Toeslagen en verlagingen. Voor zelfstandigen van 18 tot 27 jaar die een Bbz - uitkering ontvangen of hebben ontvangen wordt onder bijstandsuitkering verstaan de uitkering die op grond van artikel 78f van de wet op hen van toepassing is. Artikel 26 Het verlagen van de bijstandsuitkering 1. Als de belanghebbende naar het oordeel van het college tekortschietend besef van verantwoordelijkheid betoont voor de voorziening in het bestaan dan wel de uit de wet of de artikelen 28, tweede lid, of artikel 29, eerste lid, van de Wet SUWI voortvloeiende verplichtingen 6

7 niet of onvoldoende nakomt, waaronder begrepen het zich jegens het college zeer ernstig misdragen, wordt de bijstandsuitkering overeenkomstig deze verordening verlaagd. 2. De verlaging wordt afgestemd op de ernst van de gedraging, de mate waarin de belanghebbende de gedraging kan worden verweten en de omstandigheden waarin hij verkeert. 3. Het college kan de verlaging in afwijking van de bepalingen van deze verordening hoger of lager vaststellen als de ernst van de gedraging, de mate van verwijtbaarheid en de individuele omstandigheden van de belanghebbende daartoe aanleiding geven. Artikel 27 Berekeningsgrondslag 1. De verlaging wordt toegepast op de bijstandsuitkering. 2. De verlaging In afwijking van het eerste lid kan de verlagingkan ook worden toegepast op de bijzondere bijstand of de langdurigheidstoeslag indien: a. aan belanghebbende bijzondere bijstand wordt verleend met toepassing van artikel 12 van de wet of; b. het beroep op bijzondere bijstand het gevolg is van tekortschietend besef van verantwoordelijkheid dan wel van schending van één van de verplichtingen, genoemd in de wet of in het Bbz of; c. belanghebbende zich zeer ernstig heeft misdragen als bedoeld in artikel 18, tweede lid van de wet of; d. de bijzondere bijstand bestemd is voor woonkosten en de premie arbeidsongeschiktheidsverzekering, en verleend wordt aan zelfstandigen, die bijstand voor het levensonderhoud op grond van het Bbz ontvangen of hebben ontvangen of; e. de verwijtbare gedraging van belanghebbende, in relatie met zijn recht op bijzondere bijstand of de langdurigheidstoeslag, daartoe aanleiding geeft. 3. Bij toepassing van het tweede lid, onderdeel a, moet in de paragrafen 2 en 4 bijstandsnorm worden gelezen als bijstandsnorm plus de op grond van artikel 12 WWB verleende bijzondere bijstand. 4. Bij toepassing van het tweede lid, onderdeel e, moet in de paragrafen 2 en 4 bijstandsnorm worden gelezen als de verleende bijzondere bijstand Het college stelt de duur en het percentage vast waarmee de bijzondere bijstand of de langdurigheidstoeslag wordt verlaagd In afwijking van het eerste lid kan de verlaging ook worden toegepast op de bijzondere bijstand voor woonkosten en premie arbeidsongeschiktheidsverzekering aan zelfstandigen die bijstand voor het levensonderhoud krachtens het Bbz ontvangen, of hebben ontvangen. Artikel 28 Het besluit tot afstemming In het besluit tot afstemming worden in ieder geval vermeld: de reden van de verlaging, de duur van de verlaging, het percentage waarmee de bijstandsuitkering wordt verlaagd en - indien van toepassing de reden om af te wijken van een standaardverlaging als bedoeld in paragraaf 2 van hoofdstuk 3 van deze verordening. Artikel 29 Horen van belanghebbende 1. Voordat een verlaging wordt toegepast, wordt de belanghebbende in de gelegenheid gesteld zijn zienswijze naar voren te brengen. 2. Het horen van belanghebbende kan achterwege worden gelaten indien: a. de vereiste spoed zich daartegen verzet; b. de belanghebbende reeds eerder in de gelegenheid is gesteld zijn zienswijze naar voren te brengen en zich sindsdien geen nieuwe feiten of omstandigheden hebben voorgedaan; c. de belanghebbende niet heeft voldaan aan een verzoek van het college of van een derde aan wie het college met toepassing van artikel 7, vijfde lid van de wet werkzaamheden in het kader van de wet heeft uitbesteed, om binnen een gestelde termijn inlichtingen te verstrekken als bedoeld in artikel 17 van de wet; d. het college het horen niet nodig acht voor het vaststellen van de ernst van de gedraging of de mate van verwijtbaarheid; of e. de verlaging wordt toegepast wegens zeer ernstige misdragingen als bedoeld in artikel 39, eerste lid. 7

8 3. De belanghebbende die in aanmerking komt voor een afstemming als bedoeld in artikel 39, tweede lid is niet langer verplicht terzake van die gedraging enige verklaring af te leggen, voor zover het de afstemming betreft. De belanghebbende wordt hiervan in kennis gesteld voordat hem mondeling om informatie wordt gevraagd. Artikel 30 Afzien van verlaging van de bijstandsuitkering 1. Het college ziet af van verlaging van de bijstandsuitkering indien: a. elke vorm van verwijtbaarheid ontbreekt; b. de gedraging meer dan één jaar voor constatering van die gedraging door het college heeft plaatsgevonden, tenzij de gedraging een schending van de inlichtingenplicht inhoudt en als gevolg van die gedraging ten onrechte bijstand is verleend. Verlaging van de bijstandsuitkering wegens schending van de inlichtingenplicht vindt niet plaats na verloop van vijf jaren nadat de betreffende gedraging heeft plaatsgevonden. 2. Het college kan van verlaging van de bijstandsuitkering afzien indien zij daarvoor dringende redenen aanwezig acht. 3. Indien het college afziet van verlaging van de bijstandsuitkering op grond van dringende redenen, wordt de belanghebbende daarvan schriftelijk mededeling gedaan. 4. Van verlaging van de bijstandsuitkering kan het college afzien en volstaan met het geven van een schriftelijke waarschuwing indien de gedraging niet heeft geleid tot het ten onrechte of tot een te hoog bedrag verlenen van bijstand, tenzij het niet of niet behoorlijk nakomen van de verplichting plaatsvindt binnen een periode van twee jaar te rekenen vanaf de datum waarop eerder aan de belanghebbende een schriftelijke waarschuwing is gegeven. Artikel 31 Ingangsdatum en tijdvak 1. Tenzij in deze verordening anders is bepaald wordt de verlaging toegepast met ingang van de eerste dag van de kalendermaand volgend op de datum waarop het besluit tot verlaging van de bijstandsuitkering aan de belanghebbende is bekendgemaakt. Daarbij wordt uitgegaan van de geldende bijstandsnorm ten tijde van de gedraging. 2. In afwijking van het eerste lid kan de verlaging met terugwerkende kracht worden opgelegd, voor zover de bijstand of de langdurigheidstoeslag nog niet is uitbetaald. Daarbij wordt uitgegaan van de geldende bijstandsnorm ten tijde van de gedraging. 3. In afwijking van het eerste lid kan de verlaging, voor zover het zelfstandigen betreft die een uitkering voor het levensonderhoud in de vorm van een geldlening op grond van het Bbz hebben ontvangen, met terugwerkende kracht worden betrokken bij de definitieve vaststelling van die bijstand. 4. Indien de verlaging als gevolg van beëindiging van de uitkering niet kan worden toegepast op de wijze zoals vermeld in artikel 31, eerste en tweede lid van deze verordening, kan de afstemming bij wijze van herziening worden opgelegd over de bijstand welke belanghebbende heeft ontvangen gedurende, en aansluitend op, de periode dat belanghebbende afstemmingswaardig gedrag heeft vertoond. Het bedrag dat als gevolg van de herziening van het recht op bijstand teveel is betaald, kan van belanghebbende worden teruggevorderd. 5. Een verlaging wordt voor een bepaalde tijd toegepast of totdat de belanghebbende de tekortkomingen heeft hersteld. Een verlaging die voor een periode van meer dan drie maanden wordt toegepast, wordt uiterlijk na drie maanden nadat deze ten uitvoer is gelegd door het college heroverwogen. Artikel 32 Samenloop van gedragingen 1. Indien een belanghebbende zich tegelijkertijd schuldig maakt aan verschillende gedragingen die het niet nakomen van een verplichting als genoemd in artikel 26, eerste lid inhouden, verlaagt het college de bijstand: a. met het hoogste percentage dat bij de afzonderlijke gedraging hoort, indien er een rechtstreeks verband tussen de gedragingen is; b. met het percentage dat de som is van de percentages behorend bij de verschillende gedragingen, indien de gedragingen los staan van elkaar. 8

9 2. De bijstand kan niet met meer dan 100 procent per maand worden verlaagd. Indien de som van de percentages van de verlaging meer dan 100 procent bedraagt, wordt de bijstandsuitkering van de volgende maand verlaagd met het restant van het percentage van de verlaging. Artikel 33 (Herhaalde) Recidive 1. Indien de belanghebbende zich binnen twaalf maanden na bekendmaking van een besluit tot verlaging van de bijstandsuitkering, opnieuw schuldig maakt aan een verwijtbare gedraging van dezelfde of hogere categorie, dan wel van een gedraging als omschreven in paragraaf 3 en 4, wordt de duur van de verlaging verdubbeld. Met een besluit waarmee een verlaging is toegepast wordt gelijkgesteld het besluit om daarvan af te zien op grond van dringende redenen, bedoeld in artikel 30, tweede lid of het geven van een schriftelijke waarschuwing als bedoeld in artikel 30, vierde lid. 2. Indien de belanghebbende zich binnen twaalf maanden na bekendmaking van een besluit tot verlaging van de bijstandsuitkering, waarbij het eerste lid van dit artikel is toegepast, opnieuw schuldig maakt aan een verwijtbare gedraging van dezelfde of hogere categorie, duurt de verlaging totdat de belanghebbende de tekortkomingen heeft hersteld. PARAGRAAF 2 NIET NAKOMEN VAN DE ARBEIDSVERPLICHTINGEN GEEN OF ONVOLDOENDE MEDEWERKING VERLENEN AAN HET VERKRIJGEN OF BEHOUDEN VAN ALGEMEEN GEACCEPTEERDE ARBEID Artikel 34 Indeling in categorieën Gedragingen van belanghebbenden waardoor de verplichting op grond van artikel 9 van de wet niet of onvoldoende is nagekomen, worden onderscheiden in de volgende categorieën: 1. Eerste categorie: a. het zich niet tijdig laten registreren als werkzoekende bij het UWV WERKbedrijf of het niet tijdig laten verlengen van de registratie; b. het niet ondertekenen of het niet aan het college verstrekken van het ondertekende trajectplan; 2. Tweede categorie: a. het niet naar vermogen trachten algemeen geaccepteerde arbeid te verkrijgen of te aanvaarden; b. het niet of in onvoldoende mate meewerken aan begeleiding en controle van ziekteverzuim. 3. Derde categorie: a. gedragingen die de inschakeling in de arbeid belemmeren; b. het niet of in onvoldoende mate gebruikmaken van een door het college aangeboden voorziening en het niet of in onvoldoende mate meewerken aan een onderzoek naar de mogelijkheden tot arbeidsinschakeling en deelname aan voorzieningen; c. het niet meewerken aan het opstellen, uitvoeren en evalueren van een plan van aanpak als bedoeld in artikel 44a van de wet. 4. Vierde categorie: a. het niet aanvaarden van algemeen geaccepteerde arbeid; b. het door eigen toedoen niet behouden van algemeen geaccepteerde arbeid. Artikel 35 De hoogte en duur van de verlaging Onverminderd artikel 26, tweede lid, wordt de verlaging vastgesteld op: a. tien procent van de bijstandsuitkering gedurende twee maanden bij gedragingen van de eerste categorie; b. twintig procent van de bijstandsuitkering gedurende twee maanden bij gedragingen van de tweede categorie; c. veertig procent van de bijstandsuitkering gedurende twee maanden bij gedragingen van de derde categorie; d. honderd procent van de bijstandsuitkering gedurende een maand bij gedragingen van de vierde categorie. 9

10 PARAGRAAF 3 NIET NAKOMEN VAN DE INLICHTINGENPLICHT Artikel 36 Vervallen. Artikel 36 Verstrekken van onjuiste of onvolledige inlichtingen met gevolgen voor de bijstand of re-integratiemiddelen 1. Indien het niet of niet behoorlijk nakomen van de inlichtingenplicht bedoeld in artikel 17 van de wet of artikel 38, tweede lid van het Bbz heeft geleid tot het ten onrechte of tot een te hoog bedrag verlenen van bijstand of het inzetten van re-integratiemiddelen, vindt verlaging plaats. 2. Onverminderd artikel 26, tweede en derde lid, wordt de verlaging op de volgende wijze vastgesteld: a. tien procent van de bijstandsuitkering gedurende een maand bij een benadelingsbedrag tot 2.000,-; b. twintig procent van de bijstandsuitkering gedurende een maand bij een benadelingsbedrag van 2.000,- tot 4.000,-; c. twintig procent van de bijstandsuitkering gedurende twee maanden bij een benadelingsbedrag van 4.000,- tot 8.000,-; d. veertig procent van de bijstandsuitkering gedurende drie maanden bij een benadelingsbedrag van 8.000,- of meer. 3. Van een afstemming wordt afgezien: a. zodra terzake van de gedraging strafvervolging is ingesteld en het onderzoek ter terechtzitting een aanvang heeft genomen; b. zodra het recht tot strafvervolging is vervallen, doordat het Openbaar Ministerie een schikking met belanghebbende heeft getroffen. Artikel 37 Verstrekken van onjuiste of onvolledige inlichtingen zonder gevolgen voor de bijstand of re-integratiemiddelen 1. Indien het niet of niet behoorlijk nakomen van de inlichtingenplicht bedoeld in artikel 17 van de wet of artikel 38, tweede lid van het Bbz niet heeft geleid tot het ten onrechte of tot een te hoog bedrag verlenen van bijstand of het inzetten van re-integratiemiddelen, bedraagt de verlaging, onverminderd artikel 26, tweede lid, en artikel 27, derde lid, 5 procent van de bijstandsuitkering gedurende één maand. 2. Er is in ieder geval sprake van het niet behoorlijk nakomen van de inlichtingenplicht als bedoeld in artikel 17 van de wet of artikel 38, tweede lid van het Bbz, wanneer wijzigingen niet binnen 14 dagen worden doorgegeven door middel van het hiervoor bedoelde formulier. PARAGRAAF 4 OVERIGE GEDRAGINGEN DIE LEIDEN TOT EEN VERLAGING Artikel 38 Tekortschietend besef van verantwoordelijkheid 1. Indien een belanghebbende voorafgaand aan of tijdens de bijstandsverlening een tekortschietend besef van verantwoordelijkheid voor de voorziening in het bestaan heeft betoond als bedoeld in artikel 18, tweede lid, van de wet, wordt afhankelijk van de omstandigheden een verlaging toegepast van maximaal 100 procent van de bijstandsuitkering gedurende één maand. 2. Onder tekortschietend besef van verantwoordelijkheid voor de voorziening in het bestaan wordt in ieder geval begrepen het op onverantwoorde wijze besteden van vermogen, ontslagname of door eigen toedoen ontslagen worden, het niet tijdig aanvragen van een voorliggende voorziening, het onvoldoende solliciteren voorafgaand aan de bijstandsverlening, het doen van een schenking, voorafgaand aan of tijdens de bijstandsverlening, voor zover bijstandsverlening redelijkerwijs was te voorzien en het niet of onvoldoende verzekerd zijn tegen gebruikelijke risico s, zoals brand, ziekte of wettelijke aansprakelijkheid. 3. Indien een belanghebbende een tekortschietend besef van verantwoordelijkheid voor de voorziening in het bestaan heeft betoond als bedoeld in artikel 18, tweede lid, van de wet, in die zin dat het toegestane verblijf in het buitenland door belanghebbende is overschreden, wordt een verlaging toegepast van 10 procent van de bijstandsuitkering, gedurende een maand voor elke week of deel van een week, waarmee het toegestane verblijf in het buitenland door 10

11 belanghebbende is overschreden, met een maximum van 3 maanden bij de eerste overschrijding in een kalenderjaar. Bij een tweede overschrijding binnen een kalenderjaar kan de duur of de hoogte van de toe te passen afstemming worden verdubbeld. Artikel 38a Plicht tot tegenprestatie naar vermogen Indien een belanghebbende niet of onvoldoende bereid is de door het college opgedragen onbeloonde maatschappelijke nuttige werkzaamheden te verrichten wordt een verlaging toegepast van 20% van de bijstandsuitkering voor de duur van twee maanden. Artikel 39 Zeer ernstige misdragingen 1. Indien een belanghebbende zich zeer ernstig misdraagt tegenover het college of zijn ambtenaren of de personen die werken in opdracht van het college, onder omstandigheden die rechtstreeks verband houden met de uitvoering van de wet, als bedoeld in artikel 18, tweede lid van de wet, wordt onverminderd artikel 26, tweede lid, de bijstanduitkering verlaagd met 100 procent gedurende een maand. 2. Indien een belanghebbende zich zeer ernstig misdraagt tegenover het college of zijn ambtenaren of de personen die werken in opdracht van het college, onder omstandigheden die geen rechtstreeks verband houden met de uitvoering van de wet, als bedoeld in artikel 18, tweede lid van de wet, wordt onverminderd artikel 26, tweede lid, de bijstanduitkering verlaagd met 50 procent gedurende een maand. 3. Er is in ieder geval sprake van een zeer ernstige misdraging indien belanghebbende de toegang tot het stadhuis is ontzegd, dan wel aangifte wordt gedaan bij de politie, dan wel geleden schade veroorzaakt door belanghebbende wordt verhaald. Artikel 39a Intrekking ontheffing plicht tot arbeidsinschakeling alleenstaande ouders Indien de ontheffing, bedoeld in artikel 9a, eerste lid van de wet, op grond van artikel 9a, vijfde lid, onderdeel d van de wet is ingetrokken, wordt een verlaging toegepast van 20% van de bijstandsuitkering voor de duur van twee maanden. Artikel 39b Afstemming bij verlies van een passende en toereikende voorliggende voorziening door toepassing van bestuurlijke boete 1. In afwijking van het bepaalde in artikel 38 wordt, indien de belanghebbende(n) geen beroep meer kan doen op een passende en toereikende voorliggende voorziening, omdat deze volledig wordt verrekend met een bestuurlijke boete in het kader van het bij herhaling schenden van de inlichtingenplicht een maatregel opgelegd van 100% gedurende de eerste drie maanden gerekend vanaf de start van de verrekening. 2. Artikel 40b is met betrekking tot de afstemming, bedoeld in het eerste lid, van overeenkomstige toepassing. Artikel 40 Niet nakomen nadere verplichtingen 1. Indien een belanghebbende een of meerdere nadere verplichtingen, zoals bedoeld in artikel 55 en 57 van de wet, niet nakomt, wordt een verlaging toegepast. 2. Onverminderd artikel 26, tweede lid en derde lid, wordt de verlaging vastgesteld op 10 procent van de bijstandsuitkering gedurende een maand. PARAGRAAF 5 VERREKENING BESTUURLIJKE BOETE BIJ RECIDIVE Artikel 40a Uitoefening van de bevoegdheid tot verrekening Het college verrekent het openstaande boetebedrag gedurende de eerste drie maanden na het moment van dagtekening van het besluit tot oplegging van een recidiveboete zonder dat het bepaalde in artikel 4:93, vierde lid, van de Algemene wet bestuursrecht in acht wordt genomen. Artikel 40b Verzoek tot doorbetaling huur/hypotheekrente 1. Belanghebbende kan verzoeken om, in afwijking van het bepaalde in artikel 40a, de huur dan wel hypotheekrente na aftrek van huurtoeslag respectievelijk hypotheekrenteaftrek, gedurende de in 11

12 artikel 40a genoemde periode direct vanuit de bijstand te voldoen. Indien dit verzoek wordt toegekend wordt de verrekening daarop aangepast. 2. Een verzoek als bedoeld in het eerste lid wordt in ieder geval afgewezen indien belanghebbende(n) in redelijkheid over voldoende gelden kan beschikken om de genoemde drie maanden in hun levensonderhoud te voorzien dan wel in redelijkheid deze gelden op korte termijn kan verwerven. Artikel 40a Uitoefening van de bevoegdheid tot verrekening recidive Het college verrekent het openstaande boetebedrag gedurende de eerste drie maanden na het moment van dagtekening van het besluit tot oplegging van een recidiveboete. Uitgangspunt daarbij is handhaving van de beslagvrije voet. Indien gewenst kan het college besluiten de beslagvrije voet gedeeltelijk of geheel los te laten. Artikel 40b Recidiveboete bij voldoende bezit Het college kan besluiten de recidiveboete volledig te verrekenen indien belanghebbende(n) in redelijkheid over voldoende gelden kan/kunnen beschikken om de genoemde drie maanden in levensonderhoud te voorzien dan wel in redelijkheid deze gelden op korte termijn kan/kunnen verwerven. Artikel 40c Verrekening Verrekening van een bestuursrechterlijke geldschuld met inachtneming van artikel 4:93, vierde lid, van de Algemene wet bestuursrecht vindt plaats indien: a. toepassing van artikel 40a en 40b onaanvaardbare consequenties heeft voor de eventuele minderjarige belanghebbende(n); dan wel b. de gezondheidstoestand van (een van de) belanghebbende(n) naar het oordeel van het college ernstig wordt bedreigd doordat mogelijkheden ontbreken om de noodzakelijke medicatie of behandeling te financieren. HOOFDSTUK 4 TOESLAGEN EN VERLAGINGEN PARAGRAAF 1 INLEIDENDE BEPALINGEN Artikel 41 begripsomschrijvingen toeslagen en verlagingen In dit hoofdstuk wordt verstaan onder: a. norm: het bedrag als bedoeld in artikel 21 van de wet; b. woonkosten: 1. indien een huurwoning wordt bewoond, de per maand geldende huurprijs als bedoeld in de Wet op de huurtoeslag (wet van 24 april 1997, Stb. 1997, 197) 2. indien een eigen woning wordt bewoond, de tot een bedrag per maand omgerekende som van de ten behoeve van de financiering van de woning verschuldigde netto hypotheekrente, de in verband met het in eigendom hebben van de woning te betalen zakelijke lasten (het rioolrecht, het eigenaarsdeel van de onroerende zaakbelasting, de opstalverzekering, het eigenaarsdeel van de waterschapslasten en de erfpachtcanon) en een naar omstandigheden vast te stellen bedrag aan onderhoud; c. woning een woning zoals bedoeld in artikel 1, onderdeel j Wet op de huurtoeslag, alsmede een woonwagen of woonschip, zoals bedoeld in artikel 3, zesde lid van de wet. d. medebewoning: de situatie waarin naast belanghebbende(n) één of meer anderen hun hoofdverblijf in dezelfde woning hebben als de alleenstaande, de alleenstaande ouder of gehuwden; e. beroepsmatige verzorging: verzorging of verpleging in een inrichting als bedoeld in de wet; f. gehuwdennorm: de bijstandsnorm voor gehuwden zoals bedoeld in artikel 21 van de wet; g. schoolverlater: de persoon die bijstand aanvraagt, indien hij in de zes maanden 12

13 voorafgaand aan de toekenning van de algemene bijstand recent de deelname heeft beëindigd aan onderwijs of een beroepsopleiding, waarvoor aanspraak bestond op studiefinanciering op grond van de Wet studiefinanciering 2000 of op een tegemoetkoming in de onderwijsbijdrage en de schoolkosten op grond van hoofdstuk 4 van de Wet tegemoetkoming onderwijsbijdrage en schoolkosten. Het aanmerken als schoolverlater eindigt zes maanden na het beëindigen van voornoemd onderwijs of beroepsopleiding. Artikel 42 Categorieën 1. Voor de belanghebbende aan wie bijstand kan worden verleend, geldt een categorieaanduiding. 2. De categorieën worden aangeduid als: a. alleenstaande; b. alleenstaande ouder; en c. gehuwden 3. De bepalingen in dit hoofdstuk hebben uitsluitend betrekking op belanghebbenden van 21 jaar tot de pensioengerechtigde leeftijd tot 65 jaar. PARAGRAAF 2 CRITERIA VOOR ALLEENSTAANDEN EN ALLEENSTAANDE OUDERS Artikel 43 Toeslagen 1. De norm voor de alleenstaande of alleenstaande ouder wordt verhoogd met een toeslag van 20% van de gehuwdennorm indien in dezelfde woning geen anderen hun hoofdverblijf hebben. 2. De norm voor de alleenstaande of alleenstaande ouder wordt eveneens verhoogd met een toeslag van 20% van de gehuwdennorm indien: a. Als gevolg van de medebewoning beroepsmatige verzorging volledig of in belangrijke mate achterwege blijft; b. Één of meer kind(eren) ouder zijn dan 18 jaar en een in aanmerking te nemen inkomen ontvangt/ontvangen van ten hoogste het normbedrag voor de kosten van levensonderhoud voor hoger onderwijs, genoemd in artikel 3:18 van de Wet studiefinanciering De norm voor de alleenstaande en de alleenstaande ouder wordt verhoogd met een toeslag van 10% van de gehuwdennorm indien er sprake is van medebewoning, anders dan genoemd in het tweede lid. 4. De norm wordt niet verhoogd met een toeslag, indien de alleenstaande of de alleenstaande ouder is aan te merken als een schoolverlater. 5. De toeslag als bedoeld in het eerste lid wordt voor de alleenstaande van 21 jaar in wiens woning geen ander zijn hoofdverblijf heeft op nihil gesteld. 6. De toeslag als bedoeld in het eerste lid wordt voor de alleenstaande van 22 jaar in wiens woning geen ander zijn hoofdverblijf heeft vastgesteld op 10% van de gehuwdennorm. Artikel 44 Ontbreken woonkosten De norm wordt niet verhoogd met een toeslag indien de alleenstaande of alleenstaande ouder geen woonkosten heeft. PARAGRAAF 3 CRITERIA VOOR GEHUWDEN Artikel 45 Verlagingen 1. De norm voor gehuwden wordt indien sprake is van medebewoning verlaagd met 10% van de gehuwdennorm, tenzij: a. Als gevolg van de medebewoning beroepsmatige verzorging volledig of in belangrijke mate achterwege blijft; b. Één of meer kind(eren) ouder zijn dan 18 jaar en een in aanmerking te nemen inkomen ontvangt/ontvangen van ten hoogste het normbedrag voor de kosten van 13

14 levensonderhoud voor hoger onderwijs, genoemd in artikel 3:18 van de Wet studiefinanciering De norm voor gehuwden wordt verlaagd met 10% van de gehuwdennorm indien één van de gehuwden als schoolverlater is aan te merken. 3. De norm voor gehuwden wordt verlaagd met 20% van de gehuwdennorm indien beide gehuwden als schoolverlaters zijn aan te merken. Artikel 46 Ontbreken woonkosten De norm wordt verlaagd met 20% van de gehuwdennorm indien de gehuwden geen woonkosten hebben. Artikel 47 Cumulatie Na toepassing van de artikelen 45 en 46 van deze verordening bedraagt de uitkering voor gehuwden minimaal 80% van gehuwdennorm, tenzij er sprake is van een verlaging van de uitkering op grond van hoofdstuk 3 van deze verordening. HOOFDSTUK 5 HANDHAVING PARAGRAAF 1 Artikel 48 Begripsomschrijving fraude In dit hoofdstuk wordt verstaan onder fraude: het verstrekken van onjuiste en onvolledige gegevens dan wel het verzwijgen of niet (tijdig) verstrekken van voor de bepaling van het recht op uitkering relevante gegevens met als gevolg dat er uitkering geheel of gedeeltelijk ten onrechte is of wordt verstrekt. PARAGRAAF 2 FRAUDEPREVENTIE- EN REPRESSIE Artikel 49 Beleidsplan hoogwaardige handhaving 1. Het college stelt een beleidsplan Hoogwaardige Handhaving vast. Daarin wordt vastgelegd welke preventieve en repressieve maatregelen worden genomen respectievelijk gericht op het voorkomen of het bestrijden van fraude; 2. De preventieve maatregelen zijn gericht op het vroegtijdig informeren van (toekomstige) klanten en het optimaliseren van de dienstverlening; 3. De repressieve maatregelen zijn gericht op het vroegtijdig constateren en afhandelen van fraude en geconstateerde fraude daadwerkelijk sanctioneren. Artikel 50 Validering van gegevens 1. Het college onderzoekt de bij de aanvraag en heronderzoeken overgelegde gegevens; 2. Het college voert bestandsvergelijkingen uit waarbij actuele gegevens worden gecontroleerd. Op grond hiervan kunnen bijstandsuitkeringen na verificatie aan veranderde omstandigheden worden aangepast. PARAGRAAF 3 GEVOLGEN VAN FRAUDE Artikel 51 Afstemming Indien belanghebbende gevraagd dan wel ongevraagd onjuiste, onvolledige, niet tijdig of in het geheel geen inlichtingen verstrekt, die van belang zijn of kunnen zijn voor de hoogte, de duur of de voortzetting van de bijstand of arbeidsinschakeling, verlaagt het college de bijstand of legt een boete op, in overeenstemming met het bepaalde in hoofdstuk 3 van deze verordening, onverminderd de mogelijkheid tot terugvordering van de eventueel ten onrechte ontvangen bijstand. 14

15 Artikel 52 Terugvordering 1. Bijstand die ten onrechte of tot een te hoog bedrag is verleend als gevolg van het niet nakomen van de inlichtingenplicht zoals omschreven in artikel 17 van de Wet werk en bijstand wordt teruggevorderd overeenkomstig de beleidsregels Terugvordering en Verhaal; 2. De wijze van terug- en invordering en het geheel of gedeeltelijk afzien daarvan worden vastgelegd in de beleidsregels Terugvordering en Verhaal. Artikel 53 Aangifte bij het Openbaar Ministerie Als het fraudebedrag de aangiftegrens sociale zekerheidsfraude overschrijdt, wordt door of namens het college proces - verbaal opgemaakt en aangifte gedaan bij het Openbaar Ministerie, onverminderd de mogelijkheid tot terugvordering van de ten onrechte ontvangen bijstand. PARAGRAAF 4 CONTROLE Artikel 54 Controle tijdens en na beëindiging van de bijstand Het college voert heronderzoeken uit om de rechtmatigheid van de uitkering te controleren, evenals onderzoeken naar de reden van beëindiging van de uitkering, binnen door het college nader te bepalen termijnen en neemt op basis daarvan besluiten met betrekking tot de rechtmatigheid van de uitkering en de wederzijds tussen het college en de belanghebbende resterende verplichtingen en de afhandeling daarvan. Artikel 55 Controlemiddelen 1. In het beleidsplan Hoogwaardige Handhaving kan het college de wijze van controle beschrijven en de handelwijze bij inconsistenties; 2. Het college maakt ter controle voorts gebruik van bestandsvergelijkingen met actuele gegevens en van samenloopsignalen die daaruit voortkomen; 3. Het college onderzoekt overige signalen en tips die relevant zijn voor het recht op bijstand. HOOFDSTUK 6 SLOTBEPALINGEN Artikel 56 Onvoorziene omstandigheden In alle gevallen waarin deze verordening niet voorziet, beslist het college. Artikel 57 Hardheidsclausule Het college kan in bijzondere gevallen ten gunste van belanghebbende afwijken van de bepalingen van deze verordening als toepassing daarvan leidt tot onbillijkheden van overwegende aard. Artikel 58 Mandaatregeling SVB In afwijking van de bepalingen in hoofdstuk 3 is op de uitkeringsgerechtigden die op grond van mandaatregeling van de Sociale verzekeringsbank (SVB) een uitkering ingevolge de WWB ontvangen, de ministeriële regeling Maatregelenbesluit Socialezekerheidswetten (Staatscourant 2007, 304) van toepassing. Artikel 59 Inwerkingtreding verordening en toepassingsbereik 1. Deze verordening treedt in werking op 1 december 2012 en werkt terug tot en met 1 januari Tot uiterlijk 1 januari 2013 is deze verordening niet van toepassing op personen als bedoeld in artikel 78w, eerste lid WWB. 3. De Verordening werk en bijstand 2010 zoals vastgesteld bij raadsbesluit van 29 juni 2010 en gewijzigd bij raadsbesluit van 20 december 2011 wordt met ingang van 1 december 2012 ingetrokken. Artikel 60 Citeertitel Deze verordening kan worden aangehaald als: Verordening werk en bijstand. 15

16 Vastgesteld in de openbare vergadering van 20 november 2012 van de raad van de gemeente Barneveld. 16

17 Toelichting bij de Verordening werk en bijstand Algemene toelichting Per 1 januari 2004 is de Wet werk en bijstand (WWB) in werking getreden. De gemeente heeft in deze wet een duidelijke verantwoordelijkheid. Deze verantwoordelijkheid vloeit voort uit de grotere beleidsruimte die gemeenten krijgen in de wet, zowel wat betreft de invulling van het re-integratiebeleid als wat betreft de invulling van de rechten en plichten van de cliënt (afstemmingsbeleid). De gemeente is op een aantal terreinen verantwoordelijk voor het bij verordening stellen van regels. De regels met betrekking tot de reintegratie (onderdeel a), worden toegelicht in hoofdstuk 2. De regels met betrekking tot afstemming (onderdeel b) wordt toegelicht in hoofdstuk 3. De regels met betrekking tot verlagingen en toeslagen (onderdeel c) worden toegelicht in hoofdstuk 4. Tenslotte worden de regels met betrekking tot handhaving toegelicht in hoofdstuk 5. De regering acht het wenselijk om de eigen verantwoordelijkheid ten behoeve van deelname aan het arbeidsproces en maatschappelijke activiteiten aan te scherpen, om het belang van scholing als essentieel element voor een goede uitgangspositie op de arbeidsmarkt te benadrukken en bij te dragen aan een versterking van de balans tussen rechten en plichten. Dit heeft geleid tot een wetsvoorstel tot wijziging van de Wet werk en bijstand (WWB) en samenvoeging van die wet met de Wet investeren in jongeren (WIJ) gericht op bevordering van deelname aan de arbeidsmarkt en vergroting van de eigen verantwoordelijkheid van uitkeringsgerechtigden. Het voorstel strekt ertoe de WWB aan te passen. Het pakket van maatregelen heeft tot doel het versterken van het activerende karakter van de WWB. Dit gebeurt enerzijds door het aanscherpen van de verplichtingen waaraan uitkeringsgerechtigden moeten voldoen, anderzijds door een aantal maatregelen te treffen waardoor de vangnetfunctie van de WWB wordt versterkt. Voor de uitvoering van de WWB bestaan al een aantal verordeningen. In de Verordening werk en bijstand 2010 is uitvoering gegeven aan de verordeningsplicht met betrekking tot: a. het ondersteunen bij arbeidsinschakeling en het aanbieden van voorzieningen gericht op arbeidsinschakeling, bedoeld in artikel 7, eerste lid, onderdeel a van de wet; b. het verlagen van de bijstand, bedoeld in artikel 18, tweede lid van de wet; c. het verhogen en verlagen van de norm, bedoeld in artikel 30 van de wet; d. de scholing of opleiding, bedoeld in artikel 10a, vijfde lid van de wet; e. de premie, bedoeld in artikel 10a, zesde lid van de wet; f. de bestrijding van het ten onrechte ontvangen van een uitkering alsmede van misbruik en oneigenlijk gebruik van de wet in het kader van het financiële beheer. De Eerste Kamer heeft ingestemd met de Wet van 12 juli 2012 tot wijziging van de Wet werk en bijstand in verband met de herziening van de definities van gezin en middelen (Wet afschaffing huishoudinkomenstoets). De gevolgen hiervan voor de inhoud van de verordening zijn in deze verordening opgenomen. Per 1 januari 2013 treedt de Wet aanscherping handhaving- en sanctiebeleid SZW-wetgeving in werking. Met de wet krijgt het college de plicht om een boete op te leggen als er sprake is van schending van de inlichtingenplicht. De eerdere bevoegdheid om de bijstand te verlagen in deze situatie verdwijnt. De hoogte van de boete is daarbij in beginsel gelijk aan het bedrag dat belanghebbende te veel aan bijstand heeft ontvangen. De gevolgen hiervan zijn in deze verordening opgenomen. Hoofdstuk 1: Algemene bepalingen De algemene bepalingen ten aanzien van begripsomschrijvingen zijn opgenomen in hoofdstuk 1 van de verordening. Hoofdstuk 2: Re-integratie De WWB stelt meer nog dan de voorheen geldende Abw de eigen verantwoordelijkheid van de burger centraal om te voorzien in de noodzakelijke kosten van het bestaan door middel van arbeid. Pas als mensen niet in staat blijken te zijn in het eigen bestaan te voorzien, hebben zij aanspraak op 17

Maatregelverordening Wet werk en bijstand gemeente Gennep 2013

Maatregelverordening Wet werk en bijstand gemeente Gennep 2013 CVDR Officiële uitgave van Gennep. Nr. CVDR305167_1 21 maart 2017 Maatregelverordening Wet werk en bijstand gemeente Gennep 2013 Maatregelen verordening Wet werk en bijstand gemeente Gennep 2013 De Raad

Nadere informatie

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 14 november 2008, voorstelnummer 180;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 14 november 2008, voorstelnummer 180; CVDR Officiële uitgave van Leek. Nr. CVDR57328_2 1 juni 2016 Maatregelenverordening Wet werk en bijstand De raad van de gemeente Leek; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 14 november

Nadere informatie

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 26 augustus 2013;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 26 augustus 2013; DE RAAD VAN DE GEMEENTE HAREN, gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 26 augustus 2013; gelet op artikel 8, eerste lid, onderdelen b en h, en artikel 18 eerste, tweede en derde lid van

Nadere informatie

besluit: vast te stellen de Maatregelenverordening Participatiewet, Ioaw en Ioaz 2015 gemeente Heerde.

besluit: vast te stellen de Maatregelenverordening Participatiewet, Ioaw en Ioaz 2015 gemeente Heerde. Raadsbesluit De raad van de gemeente Heerde; gelezen het voorstel van het college d.d. 11 november 2014; gelet op artikel 8, eerste lid, aanhef en onderdeel a van de Participatiewet, artikel 35 van de

Nadere informatie

vast te stellen: de volgende Maatregelenverordening WWB, IOAW en IOAZ 2012-A gemeente Heerde.

vast te stellen: de volgende Maatregelenverordening WWB, IOAW en IOAZ 2012-A gemeente Heerde. Raadsbesluit De raad van de gemeente Heerde; gelezen het voorstel van het college d.d. 14 augustus 2012; gelet op artikel 8, lid 1 onderdelen b en h, artikel 9a, lid 12 en artikel 18, lid 1, 2 en 3 van

Nadere informatie

Maatregelenverordening WWB/Bbz gemeente Rijssen-Holten 2012

Maatregelenverordening WWB/Bbz gemeente Rijssen-Holten 2012 CVDR Officiële uitgave van Rijssen-Holten. Nr. CVDR134212_1 9 augustus 2016 Maatregelenverordening WWB/Bbz gemeente Rijssen-Holten 2012 Overwegingen: gelet op artikel 108, tweede lid, en 147, eerste lid

Nadere informatie

gelet op artikel 147 van de Gemeentewet en de artikelen 8 en 8a van de Wet werk en bijstand;

gelet op artikel 147 van de Gemeentewet en de artikelen 8 en 8a van de Wet werk en bijstand; Nr: 06-63l De raad van de gemeente Barneveld; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders, nr. 06-63; gelet op artikel 147 van de Gemeentewet en de artikelen 8 en 8a van de Wet werk en bijstand;

Nadere informatie

MAATREGELENVERORDENING WET WERK EN BIJSTAND 2010

MAATREGELENVERORDENING WET WERK EN BIJSTAND 2010 MAATREGELENVERORDENING WET WERK EN BIJSTAND 2010 Pag.i/5 HOOFDSTUK 1 ALGEMENE BEPALINGEN Artikel 1 Definities 1. In deze verordening wordt verstaan onder: a. de wet: de Wet werk en bijstand (WWB); b. belanghebbende:

Nadere informatie

Afstemmingsverordening WWB

Afstemmingsverordening WWB Afstemmingsverordening WWB Midden-Delfland, juli 2004 1 De Raad van de gemeente Midden-Delfland, Gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 15 oktober 2004, nr 2004-10-11;

Nadere informatie

gelet op artikel 147 van de Gemeentewet en de artikelen 8 en 8a van de Wet werk en bijstand;

gelet op artikel 147 van de Gemeentewet en de artikelen 8 en 8a van de Wet werk en bijstand; Nr: 12-81 De raad van de gemeente Barneveld; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders, nr. 12-81; gelet op artikel 147 van de Gemeentewet en de artikelen 8 en 8a van de Wet werk en bijstand;

Nadere informatie

RAADSBESLUIT. Maatregelenverordening IOAW en IOAZ Asten februari

RAADSBESLUIT. Maatregelenverordening IOAW en IOAZ Asten februari RAADSBESLUIT Onderwerp: Dagtekening: nummer: Maatregelenverordening IOAW en IOAZ Asten 2010 1 februari 2011.. De raad van de gemeente Asten; gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders

Nadere informatie

Maatregelenverordening WWB Dantumadiel 2009 e.v (*)

Maatregelenverordening WWB Dantumadiel 2009 e.v (*) CVDR Officiële uitgave van Dantumadiel. Nr. CVDR75602_1 12 juni 2018 Maatregelenverordening WWB Dantumadiel 2009 e.v (*) HOOFDSTUK 1 Algemene bepalingen Artikel 1 Begripsomschrijving 1. In deze verordening

Nadere informatie

Maatregelenverordening Wet werk en bijstand.

Maatregelenverordening Wet werk en bijstand. Nr. XIII / 6 De raad van de gemeente DE WOLDEN; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 28 mei 2004, nr. 4B, inzake vaststelling van de Reïntegratieverordening en de Maatregelenverordening;

Nadere informatie

Afstemmingsverordening WWB, IOAW, IOAZ en Bbz gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 12 maart 2013;

Afstemmingsverordening WWB, IOAW, IOAZ en Bbz gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 12 maart 2013; CVDR Officiële uitgave van Gemert-Bakel. Nr. CVDR309242_1 1 mei 2018 Afstemmingsverordening WWB, IOAW, IOAZ en Bbz 2013 De raad van de gemeente Gemert-Bakel; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders

Nadere informatie

Verordening maatregelen Wet Werk en Bijstand 2005

Verordening maatregelen Wet Werk en Bijstand 2005 Verordening maatregelen Wet Werk en Bijstand 2005 Wetstechnische informatie Gegevens van de regeling Overheidsorganisatie gemeente Lelystad Officiële naam regeling Verordening maatregelen Wet Werk en Bijstand

Nadere informatie

gelet op artikel 147 van de Gemeentewet en de artikelen 8 en 8a van de Wet werk en bijstand;

gelet op artikel 147 van de Gemeentewet en de artikelen 8 en 8a van de Wet werk en bijstand; Nr: 10-40 De raad van de gemeente Barneveld; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders, nr. 10-40; gelet op artikel 147 van de Gemeentewet en de artikelen 8 en 8a van de Wet werk en bijstand;

Nadere informatie

Afstemmingsverordening Participatiewet, IOAW en IOAZ gemeente Schouwen- Duiveland 2015

Afstemmingsverordening Participatiewet, IOAW en IOAZ gemeente Schouwen- Duiveland 2015 Afstemmingsverordening Participatiewet, IOAW en IOAZ gemeente Schouwen- Duiveland 2015 De raad van de gemeente Schouwen-Duiveland; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 16 september 2014;

Nadere informatie

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 4 december 2014, nr. 12A;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 4 december 2014, nr. 12A; Gemeenteblad van de gemeente Tubbergen Jaargang: 2014 Nummer: 85 Uitgifte: 29 december 2014 Bekendmaking van het besluit de gemeenteraad d.d. 15 december 2014, nr. 12C, tot vaststelling van Verordening

Nadere informatie

MAATREGELENVERORDENING IOAW EN IOAZ 2010

MAATREGELENVERORDENING IOAW EN IOAZ 2010 Pag.1/5 HOOFDSTUK 1ALGEMENE BEPALINGEN Artikel 1 Definities 1. In deze verordening wordt verstaan onder: a. IOAW: de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers;

Nadere informatie

DE RAAD DER GEMEENTE DEURNE BESLUIT

DE RAAD DER GEMEENTE DEURNE BESLUIT Gemeenteblad nr. 170, 11 december 2014 Nr..a DE RAAD DER GEMEENTE DEURNE gezien het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 28 oktober 2014, nr. ; gehoord de commissie Samenleving d.d. 26 november

Nadere informatie

Gemeenteblad Officiële uitgave van de gemeente Huizen Week: 51 Datum: nr. 31

Gemeenteblad Officiële uitgave van de gemeente Huizen Week: 51 Datum: nr. 31 Gemeenteblad Officiële uitgave van de gemeente Huizen Week: 51 Datum: 18-12-2014 nr. 31 Burgemeester en wethouders maken bekend dat de gemeenteraad van Huizen in zijn vergadering van 11 december 2014 besloten

Nadere informatie

gelet op artikel 147 van de Gemeentewet en de artikelen 8 en 8a van de Wet werk en bijstand;

gelet op artikel 147 van de Gemeentewet en de artikelen 8 en 8a van de Wet werk en bijstand; Bijlage bij raadsvoorstel nr. 10-40 Nr: 10-40 De raad van de gemeente Barneveld; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders, nr. 10-40; gelet op artikel 147 van de Gemeentewet en de artikelen

Nadere informatie

gelet op artikel 147 van de Gemeentewet en de artikelen 8 en 8a van de Wet werk en bijstand;

gelet op artikel 147 van de Gemeentewet en de artikelen 8 en 8a van de Wet werk en bijstand; Nr: 08-91 De raad van de gemeente Barneveld; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders, nr. 08-91; gelet op artikel 147 van de Gemeentewet en de artikelen 8 en 8a van de Wet werk en bijstand;

Nadere informatie

HOOFDSTUK 2 RE-INTEGRATIE PARAGRAAF 1 ALGEMENE BEPALINGEN OVER RE-INTEGRATIE

HOOFDSTUK 2 RE-INTEGRATIE PARAGRAAF 1 ALGEMENE BEPALINGEN OVER RE-INTEGRATIE CVDR Officiële uitgave van Woudenberg. Nr. CVDR192545_2 8 november 2016 Verordening werk en bijstand 2012 De raad van de Gemeente Woudenberg, gelezen het voorstel van Burgemeester en Wethouders van 8 mei

Nadere informatie

Maatregelenverordening Wet Investeren in Jongeren gemeente Aa en Hunze

Maatregelenverordening Wet Investeren in Jongeren gemeente Aa en Hunze No.: 03 De raad der gemeente Aa en Hunze; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van de gemeente Aa en Hunze, d.d. 11 januari 2010, nummer 2010/03; gelet op artikel 147, eerste lid Gemeentewet,

Nadere informatie

Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Deurne houdende regels omtrent afstemming Participatiewet, IOAW en IOAZ gemeente Deurne 2018

Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Deurne houdende regels omtrent afstemming Participatiewet, IOAW en IOAZ gemeente Deurne 2018 CVDR Officiële uitgave van Deurne. Nr. CVDR612889_1 28 september 2018 Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Deurne houdende regels omtrent afstemming Participatiewet, IOAW en IOAZ gemeente Deurne

Nadere informatie

Afstemmingsverordening Wet werk en bijstand en Wet investeren in jongeren

Afstemmingsverordening Wet werk en bijstand en Wet investeren in jongeren CVDR Officiële uitgave van Nijkerk. Nr. CVDR31752_3 22 mei 2018 Afstemmingsverordening Wet werk en bijstand en Wet investeren in jongeren De raad van de gemeente Nijkerk; gelezen het collegevoorstel van

Nadere informatie

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen Maatregelenverordening Participatiewet, IOAW en IOAZ gemeente Oldebroek Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen Artikel 1. Begrippen 1. Alle begrippen die in deze verordening worden gebruikt en die niet nader

Nadere informatie

Maatregelverordening WWB, IOAW en IOAZ gemeente Renkum 2012

Maatregelverordening WWB, IOAW en IOAZ gemeente Renkum 2012 CVDR Officiële uitgave van Renkum. Nr. CVDR131167_2 5 december 2017 Maatregelverordening WWB, IOAW en IOAZ gemeente Renkum 2012 De raad van de gemeente Renkum, Gelezen het voorstel van het college van

Nadere informatie

Afstemmingsverordening gemeente Arnhem 2015

Afstemmingsverordening gemeente Arnhem 2015 GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van gemeente Arnhem. Nr. 19431 22 februari 2016 Afstemmingsverordening gemeente Arnhem 2015 Op 15 december 2014 heeft de gemeenteraad de 'Afstemmingsverordening gemeente

Nadere informatie

Hoofdstuk 1:Algemene bepalingen.

Hoofdstuk 1:Algemene bepalingen. Raadsbesluit De raad van de gemeente Noord-Beveland; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van gelet op artikel 8, eerste lid, onderdeel b, en artikel 18 van de Wet werk en bijstand (WWB);

Nadere informatie

gezien het advies van het Platform Werk en Inkomen d.d. 14 november 2012;

gezien het advies van het Platform Werk en Inkomen d.d. 14 november 2012; MINUT.C Agendapunt: 8 Nr.: 2012/5658A De raad van de gemeente Slochteren; gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders d.d. 20 november 2012; gezien het advies van het Platform Werk

Nadere informatie

Maatregelverordening Participatiewet, IOAW en IOAZ Doesburg 2015.

Maatregelverordening Participatiewet, IOAW en IOAZ Doesburg 2015. CVDR Officiële uitgave van Doesburg. Nr. CVDR346217_1 13 maart 2018 Maatregelverordening Participatiewet, IOAW en IOAZ Doesburg 2015 9 De raad van de gemeente Doesburg gelezen het voorstel van burgemeester

Nadere informatie

Verordening afstemming Participatiewet, IOAW en IOAZ BMWE 2016

Verordening afstemming Participatiewet, IOAW en IOAZ BMWE 2016 GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van gemeente Bedum. Nr. 123039 18 december 2015 Verordening afstemming Participatiewet, IOAW en IOAZ BMWE 2016 De raad van de gemeente Bedum; gelezen het voorstel van burgemeester

Nadere informatie

Gemeente Nissewaard - Verordening handhaving, maatregelen en boeten Nissewaard 2016

Gemeente Nissewaard - Verordening handhaving, maatregelen en boeten Nissewaard 2016 GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van gemeente Nissewaard. Nr. 160462 17 november 2016 Gemeente Nissewaard - Verordening handhaving, maatregelen en boeten Nissewaard 2016 De raad van de gemeente Nissewaard;

Nadere informatie

Afstemmingsverordening Participatiewet, IOAW en IOAZ gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d.

Afstemmingsverordening Participatiewet, IOAW en IOAZ gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. CVDR Officiële uitgave van Losser. Nr. CVDR352018_2 8 november 2016 Afstemmingsverordening Participatiewet, IOAW en IOAZ 2015 De raad van de gemeente Losser, gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders

Nadere informatie

Maatregelenverordening Wet werk en bijstand 2004

Maatregelenverordening Wet werk en bijstand 2004 CVDR Officiële uitgave van Hendrik-Ido-Ambacht. Nr. CVDR114026_1 14 november 2017 Maatregelenverordening Wet werk en bijstand 2004 De raad der gemeente Hendrik-Ido-Ambacht; gezien het voorstel van burgemeester

Nadere informatie

Reïntegratieverordening Wet werk en bijstand 2004

Reïntegratieverordening Wet werk en bijstand 2004 RAADSBESLUlT De raad van de gemeente Papendrecht; gelezen het voorstel van het college d.d. 18 juni 12004; nummer 041 12004; gelet op anikei 147, eerste lid van de Gemeentewet, de anikelen 7 en 8 en 10

Nadere informatie

Officiële uitgave van de gemeente Bergeijk Nummer 9 22 december 2014

Officiële uitgave van de gemeente Bergeijk Nummer 9 22 december 2014 GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van de gemeente Bergeijk Nummer 9 22 december 2014 Verordening Participatiewet 2015 De raad der gemeente Bergeijk; gezien het voorstel van burgemeester en wethouders d.d.

Nadere informatie

Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen

Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen AFSTEMMINGSVERORDENING PARTICIPATIEWET, IOAW EN IOAZ GEMEENTE HEERENVEEN 2017 De raad van de gemeente Heerenveen; gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van. 2017; gelet op

Nadere informatie

Toelichting. Algemeen

Toelichting. Algemeen Toelichting Algemeen Op 1 januari 2013 zijn de Wet aanscherping handhaving en sanctiebeleid SZW-wetgeving en de Wet verhoging AOW- en pensioenrichtleeftijd in werking getreden. Hierdoor wijzigt o.a. de

Nadere informatie

131 Raadsvoorstel Reg. nr : Ag. nr : 14 Datum :

131 Raadsvoorstel Reg. nr : Ag. nr : 14 Datum : 131 Raadsvoorstel Reg. nr : 0610023 Ag. nr : 14 Onderwerp Vaststelling van de nieuwe Afstemmingsverordening 2006 in het kader van de Wet werk en bijstand. Samenvatting De wijzigingen zijn nodig in verband

Nadere informatie

Zaaknummer. Documentnummer

Zaaknummer. Documentnummer Raadsvergadering 4 december 2014 Zaaknummer 368186 Agendapunt 12 Documentnummer *368195* De raad der gemeente Putten; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 19 november 2014, nr. 368189;

Nadere informatie

Afstemmingverordening WWB, IOAW en IOAZ 2013

Afstemmingverordening WWB, IOAW en IOAZ 2013 T De raad van de gemeente Noordenveld gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 21 mei 2013; gelet op artikel 8 eerste lid onder b en h, artikel 9a lid 12 en artikel 18 van de Wet werk en

Nadere informatie

Afstemmingsverordening Wet werk en bijstand

Afstemmingsverordening Wet werk en bijstand Afstemmingsverordening Wet werk en bijstand Algemene bepalingen Artikel 1 Begripsbepalingen 1 Alle begrippen die in deze verordening worden gebruikt en die niet nader worden omschreven hebben dezelfde

Nadere informatie

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 5 oktober, nr. ;

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 5 oktober, nr. ; DE RAAD DER GEMEENTE HAREN, gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 5 oktober, nr. ; gelet op artikel 147, eerste lid van de Gemeentewet, de artikelen 7 en 8 en 10, tweede

Nadere informatie

gelet op artikel 147, eerste lid Gemeentewet, en de artikelen 12, eerste lid, onderdeel b en 41, eerste lid, van de Wet investeren in jongeren;

gelet op artikel 147, eerste lid Gemeentewet, en de artikelen 12, eerste lid, onderdeel b en 41, eerste lid, van de Wet investeren in jongeren; De Raad van de gemeente Tiel; gezien het advies van de Commissie Samenleving; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van Tiel d.d....; gelet op artikel 147, eerste lid Gemeentewet, en de artikelen

Nadere informatie

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen De raad van de gemeente Oldebroek; Re-integratieverordening WWB, IOAW en IOAZ 2012 kenmerk 98182 gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 10 april 2012; gelet op de artikelen 7 en 8 en 10

Nadere informatie

Afstemmingsverordening Participatiewet, IOAW en IOAZ gemeente Castricum 2015

Afstemmingsverordening Participatiewet, IOAW en IOAZ gemeente Castricum 2015 CVDR Officiële uitgave van Castricum. Nr. CVDR367216_1 10 oktober 2017 Afstemmingsverordening Participatiewet, IOAW en IOAZ gemeente Castricum 2015 De raad van de gemeente Castricum; gelezen het voorstel

Nadere informatie

Afstemmingsverordening Participatiewet, IOAW en IOAZ 2017

Afstemmingsverordening Participatiewet, IOAW en IOAZ 2017 Opmerking [SJ1]: Jaartal aangepast Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen Artikel 1. Begripsbepalingen 1. Alle begrippen die in deze verordening worden gebruikt en die niet nader worden omschreven hebben dezelfde

Nadere informatie

Re-integratieverordening Wet werk en bijstand 2009

Re-integratieverordening Wet werk en bijstand 2009 Re-integratieverordening Wet werk en bijstand 2009 Wetstechnische informatie Gegevens van de regeling Overheidsorganisatie gemeente Heemskerk Officiële naam regeling Re-integratieverordening Wet werk en

Nadere informatie

Afstemmingsverordening WWB Sluis 2013

Afstemmingsverordening WWB Sluis 2013 Verordening Pag. 1/8 Afstemmingsverordening WWB Sluis 2013 Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen Artikel 1: Begripsomschrijving In deze verordening wordt verstaan onder: a. de wet: de Wet werk en bijstand (WWB);

Nadere informatie

Gemeenteraad 29 mei 2012 Gemeenteblad

Gemeenteraad 29 mei 2012 Gemeenteblad Jaar: 2012 Nummer: 39 Besluit: Gemeenteraad 29 mei 2012 Gemeenteblad 6 E WIJZIGING MAATREGELENVERORDENING WET WERK EN BIJSTAND GEMEENTE HELMOND De raad van de gemeente Helmond; gezien het voorstel van

Nadere informatie

BBM gemeente Steenbergen

BBM gemeente Steenbergen De raad van de gemeente Steenbergen; BBM1400783 gemeente Steenbergen overwegende dat de Handhavings- en maatregelenverordening inkomensvoorzieningen 2013 aanpassing behoeft; gezien het voorstel van het

Nadere informatie

HOOFDSTUK 1 ALGEMENE BEPALINGEN

HOOFDSTUK 1 ALGEMENE BEPALINGEN vervallen = vervallen nieuwe tekst = nieuwe tekst Nr: 10-43 De raad van de gemeente Barneveld; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders, nr. 10-43; gelet op artikel 147 en artikel 108, tweede

Nadere informatie

Scan nummer 1 van 1 - Scanpagina 1 van 2

Scan nummer 1 van 1 - Scanpagina 1 van 2 03-Intern - 8200 Scan nummer 1 van 1 - Scanpagina 1 van 2 03-Intern - 8200 Scan nummer 1 van 1 - Scanpagina 2 van 2 Premie verordening Gemeente Culemborg Stadswinkel Afdeling Werk en inkomen 2010 De raad

Nadere informatie

Handhavingsverordening Participatiewet, IOAW en IOAZ

Handhavingsverordening Participatiewet, IOAW en IOAZ GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van gemeente Appingedam. Nr. 0 1 januari 1900 Handhavingsverordening Participatiewet, IOAW en IOAZ De raad van de gemeente Appingedam; gelezen het voorstel van het college

Nadere informatie

Maatregelenverordening WWB, Bbz, Ioaw, Ioaz 2013

Maatregelenverordening WWB, Bbz, Ioaw, Ioaz 2013 Maatregelenverordening WWB, Bbz, Ioaw, Ioaz 2013 Paragraaf 1. Algemene bepalingen Artikel 1. Begripsomschrijvingen De begrippen die in deze verordening worden gebruikt en niet nader worden omschreven hebben

Nadere informatie

Afstemmingsverordening Wet werk en bijstand Nijkerk

Afstemmingsverordening Wet werk en bijstand Nijkerk CVDR Officiële uitgave van Nijkerk. Nr. CVDR2613_2 22 mei 2018 Afstemmingsverordening Wet werk en bijstand Nijkerk De raad van de gemeente Nijkerk; gelezen het collegevoorstel van 9 maart 2004; gelet op

Nadere informatie

DE RAAD VAN DE GEMEENTE GRAVE;

DE RAAD VAN DE GEMEENTE GRAVE; Gemeente Grave DE RAAD VAN DE GEMEENTE GRAVE; Overwegende dat met betrekking tot bestrijding van het ten onrechte ontvangen van bijstand, alsmede van misbruik en oneigenlijk gebruik van de wet, in het

Nadere informatie

Verordening Wwb, Ioaw en Ioaz: eigen verantwoordelijkheid, participatie en inkomen gemeente Tubbergen 2013

Verordening Wwb, Ioaw en Ioaz: eigen verantwoordelijkheid, participatie en inkomen gemeente Tubbergen 2013 CVDR Officiële uitgave van Tubbergen. Nr. CVDR250974_2 13 februari 2018 Verordening Wwb, Ioaw en Ioaz: eigen verantwoordelijkheid, participatie en inkomen gemeente Tubbergen 2013 De raad van de gemeente

Nadere informatie

Afstemmingsverordening Participatiewet, IOAW en IOAZ

Afstemmingsverordening Participatiewet, IOAW en IOAZ Gemeenteblad 543 Afstemmingsverordening Participatiewet, IOAW en IOAZ Gemeente Voorst November 2014-1 - Afstemmingsverordening Participatiewet, IOAW en IOAZ De raad van de gemeente Voorst; gelezen het

Nadere informatie

RE-INTEGRATIEVERORDENING WWB, IOAW EN IOAZ 2012

RE-INTEGRATIEVERORDENING WWB, IOAW EN IOAZ 2012 RE-INTEGRATIEVERORDENING WWB, IOAW EN IOAZ 2012 Verordening, vastgesteld bij Raadsbesluit van 29 maart 2012, nummer R2012.0012 A, gepubliceerd 18 april 2012, in werking getreden met ingang van 19 april

Nadere informatie

c. IOAZ: Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen.

c. IOAZ: Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen. De raad van de gemeente Doetinchem; gelet op artikel 147, eerste lid van de Gemeentewet, de artikelen 7, 8 en 10, tweede lid van de Wet werk en bijstand (Wwb), de artikelen 34, 35 en 36 van de Wet inkomensvoorziening

Nadere informatie

RAADSBESLUIT. gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders d.d ;

RAADSBESLUIT. gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders d.d ; RAADSBESLUIT Onderwerp: Dagtekening: nummer: 1e wijziging van de Re-integratieverordening WWB, IOAW en IOAZ Asten 2010 1 februari 2011.. De raad van de gemeente Asten; gezien het voorstel van het college

Nadere informatie

REÏNTEGRATIEVERORDENING WET WERK EN BIJSTAND RIJSWIJK 2005

REÏNTEGRATIEVERORDENING WET WERK EN BIJSTAND RIJSWIJK 2005 -1.833.52 REÏNTEGRATIEVERORDENING WET WERK EN BIJSTAND RIJSWIJK 2005 HOOFDSTUK 1. ALGEMENE BEPALINGEN Artikel 1. Begripsomschrijvingen In deze verordening wordt verstaan onder: a. de wet : de WWB b. WWB:

Nadere informatie

MAATREGELENVERORDENING inkomensvoorzieningen Lelystad 2012

MAATREGELENVERORDENING inkomensvoorzieningen Lelystad 2012 MAATREGELENVERORDENING inkomensvoorzieningen Lelystad 2012 Wetstechnische informatie Gegevens van de regeling Overheidsorganisatie gemeente Lelystad Officiële naam regeling MAATREGELENVERORDENING inkomensvoorzieningen

Nadere informatie

AFSTEMMINGSVERORDENING WET WERK EN BIJSTAND 2012

AFSTEMMINGSVERORDENING WET WERK EN BIJSTAND 2012 CVDR Officiële uitgave van Losser. Nr. CVDR212568_2 8 november 2016 AFSTEMMINGSVERORDENING WET WERK EN BIJSTAND 2012 De raad van de gemeente Losser; - gelezen het voorstel van het college van burgemeester

Nadere informatie

gelezen het voorstel van het College van burgemeester en wethouders van 10 april 2012;

gelezen het voorstel van het College van burgemeester en wethouders van 10 april 2012; De Raad van de gemeente Sint Anthonis; gelezen het voorstel van het College van burgemeester en wethouders van 10 april 2012; gelet op artikel 147 van de Gemeentewet en de bepalingen van de algemene wet

Nadere informatie

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 4 november 2014; HANDHAVINGSVERORDENING PARTICIPATIEWET, IOAW EN IOAZ 2015

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 4 november 2014; HANDHAVINGSVERORDENING PARTICIPATIEWET, IOAW EN IOAZ 2015 De raad van de gemeente Ooststellingwerf; nr. 15 gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 4 november 2014; gelet op artikel 147, eerste lid, van de Gemeentewet, artikel 8b, van de Participatiewet

Nadere informatie

Handhavingsverordening WWB

Handhavingsverordening WWB Handhavingsverordening WWB Midden-Delfland, juli 2004 1 De Raad van de gemeente Midden-Delfland, Gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 15 oktober 2004, nr 2004-10-12;

Nadere informatie

vast te stellen: de Verordening handhaving Wet werk en bijstand. het college van burgemeester en wethouders van de gemeente

vast te stellen: de Verordening handhaving Wet werk en bijstand. het college van burgemeester en wethouders van de gemeente De raad van de gemeente Sint Anthonis; overwegende dat met betrekking tot bestrijding van het ten onrechte ontvangen van bijstand, alsmede van misbruik en oneigenlijk gebruik van de wet, in het kader van

Nadere informatie

Afstemmingsverordening Participatiewet, IOAW en IOAZ Werk en Inkomen Nieuwegein 2018

Afstemmingsverordening Participatiewet, IOAW en IOAZ Werk en Inkomen Nieuwegein 2018 CVDR Officiële uitgave van Nieuwegein. Nr. CVDR486442_1 22 mei 2018 Afstemmingsverordening Participatiewet, IOAW en IOAZ Werk en Inkomen Nieuwegein 2018 De gemeenteraad van Nieuwegein heeft op 22 februari

Nadere informatie

gelet op artikel 147 van de Gemeentewet en de artikel 8 van de Wet werk en bijstand;

gelet op artikel 147 van de Gemeentewet en de artikel 8 van de Wet werk en bijstand; Nr De raad van de gemeente Barneveld; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders, nr; gelet op artikel 147 van de Gemeentewet en de artikel 8 van de Wet werk en bijstand; Overwegende dat de gemeenteraad

Nadere informatie

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders d.d. 12-10-2010;

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders d.d. 12-10-2010; GEMEENTERAAD Onderwerp: Maatregelenverordening IOAW en IOAZ Registratienummer: 10.17785 De raad van de gemeente Borger-Odoorn; gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders d.d. 12-10-2010;

Nadere informatie

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen De Raad van de gemeente Culemborg, gelezen het voorstel van het College van Burgemeester en Wethouders d.d. 10 april 2012 gelet op artikel 147, eerste lid van de Gemeentewet, de artikelen 7 en 8 en 10

Nadere informatie

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen Raadsbesluit De raad van de gemeente Heerde; gelezen het voorstel van het college d.d. 31 maart en 14 april 2009; gelet op artikel 7 en 8, lid 1 onderdeel a van de Wet werk en bijstand; besluit vast te

Nadere informatie

Maatregelenverordening Wet werk en bijstand gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 11 augustus 2011,

Maatregelenverordening Wet werk en bijstand gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 11 augustus 2011, CVDR Officiële uitgave van Zoeterwoude. Nr. CVDR116466_1 6 november 2018 Maatregelenverordening Wet werk en bijstand 2011 Besluit van de Raad Registernummer: SvE/11- b De raad van de gemeente Zoeterwoude,

Nadere informatie

B&W 21 december 2010 Gemeenteblad GEWIJZIGDE INVULLING VAN RICHTLIJN NR B044 OVERZICHT HOOGTE VERLAGINGEN

B&W 21 december 2010 Gemeenteblad GEWIJZIGDE INVULLING VAN RICHTLIJN NR B044 OVERZICHT HOOGTE VERLAGINGEN Jaar: 2010 Nummer: 118 Besluit: B&W 21 december 2010 Gemeenteblad GEWIJZIGDE INVULLING VAN RICHTLIJN NR B044 OVERZICHT HOOGTE VERLAGINGEN Het college van burgemeester en wethouders, Gelet op artikel 8,

Nadere informatie

Toelichting op de Maatregelenverordening WWB, BBZ 2004, IOAW, IOAZ 2013

Toelichting op de Maatregelenverordening WWB, BBZ 2004, IOAW, IOAZ 2013 Toelichting op de Maatregelenverordening WWB, BBZ 2004, IOAW, IOAZ 2013 Paragraaf 1. Algemene bepalingen Artikel 1. Begripsomschrijvingen Hierbij wordt zoveel mogelijk aangesloten bij de begripsbepalingen

Nadere informatie

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders nr. 13.04353;

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders nr. 13.04353; GEMEENTERAAD Onderwerp: Afstemmingsverordening Wet werk en bijstand 2013 Registratienummer: 13.01891 De raad van de gemeente Borger-Odoorn; gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders

Nadere informatie

RAADSVOORSTEL. Onderwerp. : StadThuis

RAADSVOORSTEL. Onderwerp. : StadThuis RAADSVOORSTEL Onderwerp : Wijziging Afstemmingsverordening WWB in verband met de Wet tot bundeling van uitkeringen inkomensvoorziening aan gemeenten (BUIG) Raadsvergadering : 7 juli 2010 Politieke markt

Nadere informatie

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 21 januari 2010, bijlagenr. 696; BESLUIT

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 21 januari 2010, bijlagenr. 696; BESLUIT No. 2010/696 De raad van de gemeente Coevorden; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 21 januari 2010, bijlagenr. 696; BESLUIT gelet op de artikelen 7 en 8 en 10, tweede lid, van de

Nadere informatie

Toeslagenverordening WWB 2012-A gemeente Diemen

Toeslagenverordening WWB 2012-A gemeente Diemen Toeslagenverordening WWB 2012-A gemeente Diemen Toeslagenverordening WWB 2012-A De raad van de gemeente Diemen; Gezien het voorstel van burgemeester en wethouders [datum], met overneming van de daarin

Nadere informatie

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 18 januari 2013, nr. 12A.

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 18 januari 2013, nr. 12A. Gemeenteblad Elektronisch uitgegeven van de gemeente Tubbergen Jaargang: 2013 Nummer: 5 Uitgifte: 31 januari 2013 Bekendmaking van het besluit van de gemeenteraad d.d. 28 januari 2013, nr. 12B, tot vaststelling

Nadere informatie

Verordening toeslagen en verlagingen WWB. Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen

Verordening toeslagen en verlagingen WWB. Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen Informatief bij raadsvoorstel: Doorlopende nieuwe teksten Verordening toeslagen en verlagingen WWB Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen Artikel 1. Begripsomschrijvingen 1. In deze verordening en de daarop

Nadere informatie

: Voorstel tot vaststelling van de Handhavingsverordening Participatiewet,

: Voorstel tot vaststelling van de Handhavingsverordening Participatiewet, Raadsbesluit Raadsvergadering d.d. : 20 oktober 2014 Besluit nummer Onderwerp IOAW en IOAZ : RB14.0119 : Voorstel tot vaststelling van de Handhavingsverordening Participatiewet, De raad van de gemeente

Nadere informatie

Gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders d.d. 26 augustus 2010;

Gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders d.d. 26 augustus 2010; CVDR Officiële uitgave van Eemsmond. Nr. CVDR63088_1 11 oktober 2016 Re-integratieverordening 2010 De raad van de gemeente Eemsmond; Gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders

Nadere informatie

Artikel 7 Citeertitel Deze verordening kan worden aangehaald als Toeslagenverordening Wet werk en bijstand 2012-A.

Artikel 7 Citeertitel Deze verordening kan worden aangehaald als Toeslagenverordening Wet werk en bijstand 2012-A. De raad van de gemeente Woerden; Gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 28 augustus 2012 met overneming van de daarin vermelde motieven; gelet op artikel 8 lid 1 onderdeel c en artikel

Nadere informatie

Raad: 2 mei 2012 Agendapunt: II-6

Raad: 2 mei 2012 Agendapunt: II-6 Registratienummer: 2012001714 Raad: 2 mei 2012 Agendapunt: II-6 Voorstelnummer: 106 Portefeuillehouder: wethouder H.J. Morssink Onderwerp: Vaststellen Verordeningen Wet werk en bijstand WWB 2012 en intrekken

Nadere informatie

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 10 mei 2005;

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 10 mei 2005; De raad van de gemeente Schouwen-Duiveland; gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 10 mei 2005; gelet op de Wet werk en bijstand, Staatsblad 2003, nummer 375; gelet op

Nadere informatie

RE-INTEGRATIEVERORDENING PARTICIPATIEWET 2015

RE-INTEGRATIEVERORDENING PARTICIPATIEWET 2015 RE-INTEGRATIEVERORDENING PARTICIPATIEWET 2015 De raad van de gemeente Grootegast; gelezen het voorstel van het college van ; Gezien het advies van de Wmo-adviesraad d.d. gelet op de artikelen 8a, eerste

Nadere informatie

Re-integratieverordening Participatiewet, IOAW en IOAZ 2015

Re-integratieverordening Participatiewet, IOAW en IOAZ 2015 Re-integratieverordening Participatiewet, IOAW en IOAZ 2015 ================================================================================== De raad van de gemeente (naam gemeente) ; gelezen het voorstel

Nadere informatie

Verordening verrekening bestuurlijke boete bij recidive WWB 2013 Gemeente Midden-Delfland

Verordening verrekening bestuurlijke boete bij recidive WWB 2013 Gemeente Midden-Delfland Verordening verrekening bestuurlijke boete bij recidive WWB 2013 Gemeente Midden-Delfland Afdeling inwonerszaken Juli 2013 1 De raad van de gemeente Midden Delfland; gelezen het voorstel van burgemeester

Nadere informatie

Maatregelenverordening WWB, Bbz 2004, Ioaw, Ioaz gemeente Nuenen c.a gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 29 januari 2013;

Maatregelenverordening WWB, Bbz 2004, Ioaw, Ioaz gemeente Nuenen c.a gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 29 januari 2013; CVDR Officiële uitgave van Nuenen, Gerwen en Nederwetten. Nr. CVDR299296_1 3 januari 2017 Maatregelenverordening WWB, Bbz 2004, Ioaw, Ioaz gemeente Nuenen c.a. 2013 De raad van de gemeente Nuenen c.a.;

Nadere informatie

Verordening toeslagen en verlagingen Wet werk en bijstand gemeente Nijkerk

Verordening toeslagen en verlagingen Wet werk en bijstand gemeente Nijkerk CVDR Officiële uitgave van Nijkerk. Nr. CVDR2749_2 22 mei 2018 Verordening toeslagen en verlagingen Wet werk en bijstand gemeente Nijkerk (geconsolideerde versie, geldig vanaf 1 januari 2006) De raad van

Nadere informatie

BOETEVERORDENING WWB, IOAW EN IOAZ

BOETEVERORDENING WWB, IOAW EN IOAZ No: 6 /1 De raad van de gemeente Menterwolde; gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van Menterwolde d.d. 19 december 2012; gelet op artikel 8 Wet werk en bijstand (WWB) alsmede

Nadere informatie

Beleidsgegevens. Vastgesteld op : september 2007 De wijziging treedt in werking op: 1 januari 2007. Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen

Beleidsgegevens. Vastgesteld op : september 2007 De wijziging treedt in werking op: 1 januari 2007. Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen Beleidsgegevens Vastgesteld door : de Raad Vastgesteld in : Gemeentelijk verordening re-integratie Vastgesteld op : 27 november 2006 Inwerking getreden op :1 januari 2006 Wijziging in artikel 11 lid 2

Nadere informatie

Handhavingsverordening Wwb en WIJ gemeente Borger-Odoorn. gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 1 december 2009

Handhavingsverordening Wwb en WIJ gemeente Borger-Odoorn. gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 1 december 2009 Gemeenteraad Onderwerp: Handhavingsverordening Wwb en WIJ gemeente Borger-Odoorn Registratienummer: 09.13039 De raad van de gemeente Borger-Odoorn; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d.

Nadere informatie

Maatregelenverordening Wet werk en bijstand 2013

Maatregelenverordening Wet werk en bijstand 2013 Maatregelenverordening Wet werk en bijstand 2013 Verordening, vastgesteld bij Raadsbesluit van 25 april 2013, nummer R2013.0019, gepubliceerd 22 mei 2013, in werking getreden met ingang van 23 mei 2013,

Nadere informatie