Handleiding Zorginstellingen 2009

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Handleiding Zorginstellingen 2009"

Transcriptie

1 Handleiding Zorginstellingen 2009 Deze Handleiding Zorginstellingen 2009 is uitgebracht in opdracht van het ministerie van Volksgezondheid Welzijn en Sport in nauwe samenwerking met leden van de RJ-werkgroep Gezondheidszorg. De opstelling is door de volgende personen geschied: Drs. W.R. den Hartog RA A.J.M. Loogman RA Dr.Ir. F.F.J.M. Schaepkens RC Drs. P.W.D. Venhoeven RA Drs. J.A. Walhout RA Ernst & Young, Den Haag, Voorzitter PricewaterhouseCoopers, Utrecht St. Antonius Ziekenhuis, Nieuwegein KPMG, Amstelveen Deloitte, Dordrecht De tekst van de handleiding kunt u terugvinden op de internetpagina van het Centraal Informatiepunt Beroepen Gezondheidszorg (CIBG): Samenstellers en uitgever zijn zich volledig bewust van hun taak een zo betrouwbaar mogelijke handleiding te verzorgen. Niettemin kunnen zij geen aansprakelijkheid aanvaarden voor onjuistheden die eventueel in deze uitgave voorkomen.

2 Inhoudsopgave Doel van de Handleiding Zorginstellingen Het kader voor de jaarverslaggeving van zorginstellingen en de recente veranderingen De scope van de systeemwijzigingen Wijzigingen in de bekostiging van zorginstellingen Kernbegrippen rondom stelselwijziging in de jaarrekening Presentatie vaste activa op grond van de wetteksten en de RJ Bedrijfseconomische waarderingsgrondslagen vaste activa Overzicht verwerking onroerend goed Kernbegrippen waarderingsgrondslagen vaste activa Relevante wettelijke bepalingen vaste activa Techniek en uitwerking van de diverse waarderingsgrondslagen Kostprijs (verkrijgings- en vervaardigingsprijs) Vervangingswaarde Opbrengstwaarde Bedrijfswaarde Wanneer is het noodzakelijk een berekening te maken van de bedrijfswaarde? Externe indicaties Interne indicaties Impairment: boekwaarde versus bedrijfswaarde Aanpassing van de afschrijvingstermijnen en restwaarde Hoe wordt de bedrijfswaarde bepaald? Voorbeeldberekening bedrijfswaarde van een zorginstelling Materiële vaste activa Kernbegrippen materiële vaste activa Niet aan het productieproces dienstbare activa Actuele waarde materiële vaste activa Opbrengstwaarde materiële vaste activa Bedrijfswaarde materiële vaste activa Toepassing in de praktijk bij nieuw zorgvastgoed Handleiding Zorginstellingen

3 4.7 Componentenbenadering materiële vaste activa en groot onderhoud Investeringssubsidie of lump sum bedrag à fonds perdu voor materiële vaste activa Verwerking bijzondere waardeverminderingen in de jaarrekening Toepassing in de praktijk Immateriële vaste activa Kernbegrippen immateriële vaste activa Veranderingen in de bekostiging gewijzigde rubricering Voormalige immateriële vaste activa opgenomen als vordering of als financieel actief; impairment-beslissing pas in voorjaar Reguliere immateriële vaste activa Afschrijvingen immateriële activa Afschrijvingsmethoden Kernbegrippen afschrijvingsmethoden Inleiding Afschrijvingsmethodiek Restwaarde vaste activa Wijziging in de geschatte gebruiksduur Componentenbenadering Toepassing nieuw afschrijvingsregime in de praktijk Eigen Vermogen Kernbegrippen eigen vermogen Indeling eigen vermogen Specifieke posten eigen vermogen Algemene reserve Bestemmingsreserve Bestemmingsreserve aanwending boekwinst Bestemmingsreserve afschrijving instandhoudingsinvesteringen Egalisatierekening lumpsum subsidies/à fonds perdu financiering verdwijnt Reserve WMO Bestemmingsfonds Herwaarderingsreserve Consolidatie: andere vermelding eigen vermogen Onderhoudskosten materiële vaste activa Kernbegrippen onderhoudskosten materiële vaste activa Componentenbenadering Voorziening groot onderhoud Kosten van groot onderhoud Componentenbenadering Ten laste van de groot onderhoudsvoorziening Ten laste van de winst- en verliesrekening Conclusie Kosten van herstel na afloop van het gebruik van het actief Handleiding Zorginstellingen

4 9 Voorzieningen Kernbegrippen voorzieningen Voorbeelden voorzieningen Verplichting per balansdatum Verlieslatend contract Voorziening voor arbeidsongeschiktheidskosten Reorganisatievoorziening Nadere toelichting op gehanteerde begrippen Wat is een voorziening? Wanneer moet een voorziening worden gevormd? Hoe worden voorzieningen gewaardeerd? Hoe worden voorzieningen gemuteerd? Welke informatie moet in de toelichting worden opgenomen? Verschillende soorten voorzieningen Voorziening voor verlieslatende contracten Voorziening voor arbeidsongeschiktheidskosten Voorziening voor reorganisatiekosten Voorziening voor pensioenen Voorziening voor andere uitgestelde beloningen Consolidatie en waardering deelnemingen Kernbegrippen consolidatie Inleiding: groepsrelaties en consolidatie Twee voorbeelden Variant 1: een eenvoudige groep Variant 2: een complexe groep Nadere toelichting op gehanteerde begrippen Enkelvoudige jaarrekeningen Verschillende verslaggevingsrichtlijnen voor verschillende bedrijfstakken Fusies en overnames Deelnemingen en groepsmaatschappijen Joint ventures (CV s e.d.) Groepsrelaties Financiële instrumenten/derivaten Kernbegrippen financiële instrumenten/derivaten Financiële instrumenten in de zorgsector Derivaten en risicobeheer Hedge accounting Bijlage 1 Consolidatiestaat Handleiding Zorginstellingen

5 Doel van de Handleiding Zorginstellingen 2009 Het doel van de Handleiding is ten behoeve van het bestuur, management en toezichthouders van de zorginstelling een inleiding te geven in de op de gezondheidszorg thans van toepassing zijnde jaarverslaggevingsregels. Deze regels zijn primair opgenomen in het Burgerlijk Wetboek (BW2 titel 9) en in de Richtlijnen voor de Jaarverslaggeving. Het aantal beperkende regels van overheidswege, die van directe invloed zijn op de jaarverslaggeving, zoals ondermeer in de bekostiging van vaste activa, is de laatste jaren afgenomen. De zorgsector valt daarmee automatisch terug op de algemene regels voor verslaggeving, zoals die voor het bedrijfsleven gelden. De aanvullende regels voor de zorgsector zijn weergegeven in de Regeling Verslaggeving WTZi en de Richtlijn 655 Zorginstellingen van de Raad voor de Jaarverslaggeving. Daarnaast gelden er nog regels van de zijde van VWS en de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa). Deze handleiding geeft een praktische handreiking voor het gebruik van de verslaggevingsregels door zorginstellingen. Wij nodigen de zorgsector uit, naast deze handleiding, ook kennis te nemen van de algemene en specifieke voorschriften, zoals deze in vermelde wet- en regelgeving is opgenomen. Toepasbaarheid in de cure- en in de care-sector Zowel in de cure als in de care is voor grote delen het huidige systeem van nacalculatie nog van toepassing. Voor het merendeel van de cure-instellingen is er thans geen volledige nacalculatie meer van alle afschrijvingskosten. Ook in de care-sector zijn er tal van bouwvoorzieningen waarvoor geen nacalculatie meer geldt. Toch is juist in de care-sector het beeld verschillend: er zijn nog talloze AWBZ-instellingen met uitsluitend nacalculeerbaar zorgvastgoed, terwijl er bij andere AWBZ-instellingen reeds een gevarieerde mix is van nacalculeerbaar zorgvastgoed en niet nacalculeerbaar onroerend goed. Het is momenteel nog niet duidelijk wanneer het systeem van nacalculatie definitief stopt en of er een overgangsregime komt voor de care-sector, zoals wel reeds is gepubliceerd voor de cure-sector. Het doen vervallen van de zorgspecifieke verslagleggingeisen past bij het sturingsprincipe van gereguleerde marktwerking. Een sturingsprincipe, dat voor de cure tot heden anders -verderis doorgevoerd, dan voor de care. Er zijn thans twee snelheden waarneembaar tussen cure en care. In de care worden de ZZP s eerst in 2009 volledig doorgevoerd, terwijl de cure reeds sinds 2005 met DBC s werkt, waar ook een eigen prijsstelling aan is verbonden. Het bovenstaande in ogenschouw nemende willen wij bij deze Handleiding benadrukken, dat er zowel voor de cure, maar zeker voor de care een keuzevrijheid bestaat voor de hantering van de waarderingsgrondslagen voor zorgvastgoed (historische kosten of actuele waarde). De care-brancheorganisaties zijn van mening, dat zolang niet duidelijk is wat de consequenties zijn van het afschaffen van het nacalculatieregime en hoe een overgangsregime eruit ziet, een waardering op actuele waarde niet wenselijk is. Handleiding Zorginstellingen

6 Gezien de voorshands langere termijn van nacalculatie van daarvoor in aanmerking komend onroerend goed met name in de care, kan de sector uiteraard nog gebruik maken van de richtlijnen, zoals die worden gehanteerd door de NZa ter zake van de afschrijvingstermijnen en waardering van onroerend goed voor dàt onroerend goed, waarvoor de nacalculatie nog geldt voor zover deze gedragslijn nog overeenstemt met de eigen beleidsvoornemens van de zorginstelling en de werkelijke situatie rond onroerend goed geen andere gedragslijn noodzakelijk maken. Instellingen dienen per einde boekjaar risico-inschatting uit te voeren ten aanzien van de boekwaarde van het vastgoed. In deze handleiding worden de methodieken nader uitgewerkt. De economische werkelijkheid kan natuurlijk in de jaarrekening geen geweld worden aangedaan: indien bijvoorbeeld een care-instelling te maken krijgt met een zorgobject, waarin verliesgevende activiteiten uitgevoerd worden, onder meer veroorzaakt door een forse onderbezetting en een negatieve staat van het gebouw, moet er informatie in de jaarrekening gegeven worden hoe hiermee omgegaan wordt (aanpassing waardering) en welke financiële dekking nog verkregen kan worden. De keuze is echter aan de zorginstelling, conform de desbetreffende wettelijke jaarverslaggevingsbepalingen in het Burgerlijk Wetboek en de Richtlijnen voor de Jaarverslaggeving. Hierin staat namelijk wèl vermeld, dat bij hantering van de aanschaffingswaarde nagegaan moet worden, of er sprake is van een bijzondere waardevermindering. De methodiek hiertoe is in deze Handleiding Zorginstellingen weergegeven. Den Haag, 30 januari 2009 Handleiding Zorginstellingen

7 Het kader voor de jaarverslaggeving van zorginstellingen en de recente veranderingen Volgens de Regeling Verslaggeving WTZi (RVW) moet de jaarverslaggeving van zorginstellingen voldoen aan de bepalingen over de jaarverslaggeving in het Burgerlijk Wetboek (BW, boek 2, Titel 9) en aan de Richtlijnen voor de Jaarverslaggeving (RJ), in het bijzonder ook aan de Richtlijn Zorginstellingen (RJ 655). Burgerlijk wetboek (BW2 T9) RJ655 Zorginstellingen Regeling Verslaggeving Wet Toelating Zorginstellingen (RVW) Richtlijnen voor de Jaarverslaggeving (RJ) Er zijn belangrijke wijzigingen doorgevoerd in de RVW, zoals die in december 2008 is gepubliceerd in de Staatscourant. De consolidatievoorschriften zijn aangepast en er is nu de mogelijkheid om naast de aanschafwaarde voor alle vaste activa de actuele waarde als waarderingsgrondslag te kiezen. Dit is in lijn met de veranderende bekostiging van het vastgoed, waarbij de integrale nacalculatie van kapitaalslasten wordt afgeschaft. Een aanpassing van de RJ-richtlijn 655 Zorginstellingen is onderhanden. Een RJ-Uiting zal hieromtrent begin 2009 verschijnen. De veranderingen in de wet en de richtlijnen gelden voor het boekjaar 2009 en verder. In het boekjaar 2008, waarvan de jaarrekening in het jaar 2009 gereed komt, mogen de aangepaste regels al toegepast worden. De aanpassingen inzake de bestemmingsreserve afschrijving instandhoudingsinvesteringen gelden reeds vanaf 1 januari 2008, evenals het verdwijnen van een egalisatierekening, indien deze gevormd is op grond van verkregen investeringssubsidies van de overheid. Dit is zo bepaald in de RJ 655, die medio 2008 is gepubliceerd. In de versie 2008 van RJ 655 was eveneens reeds opgenomen dat indien als gevolg van de invoering van integrale tarieven de integrale vergoeding voor werkelijke afschrijvingen vervalt, de zorginstelling dient na te gaan of sprake is van een bijzondere waardevermindering op grond van hoofdstuk 121 Bijzondere waardeverminderingen van vaste activa zoals opgenomen in de Richtlijnen voor de Jaarverslaggeving. Dit is specifiek van belang voor de jaarrekening Handleiding Zorginstellingen

8 De hoofdpunten (van verandering) van de jaarverslaggeving conform het BW 2, de Richtlijnen en de Regeling Verslaggeving WTZi zijn: Keuzevrijheid in de waarderingsmethodiek van materiële vaste activa. Waardering tegen aanschaffingswaarde òf actuele waarde is toegestaan. Dit geldt zowel voor de cure als de care. De verplichting tot waardering op aanschafwaarde is vervallen. Het is echter niet noodzakelijk over te gaan op actuele waarde. Voor de overige materiële vaste activa, waarvoor in het budget een vast, niet nacalculeerbaar afschrijvingsbedrag was opgenomen, was de waardering reeds vanaf 2006 vrij. De waardering van de materiële vaste activa in de zorgsector komt dus thans overeen met de reguliere bepalingen voor het bedrijfsleven, zoals opgenomen in het BW en de Richtlijnen. Voor de afschrijvingen van alle vaste activa gelden nu de algemene bepalingen, die gegeven zijn in het BW en de Richtlijnen. Dit betekent afschrijven over de gebruiksduur en rekening houdend met een mogelijke restwaarde. De beleidsregels van de NZa hoeven niet langer te worden gevolgd als grondslag voor waardering en resultaatbepaling in de jaarrekening. Degressieve afschrijvingen zijn wel toegestaan; progressief oplopende afschrijvingen (annuïttair) zijn niet toegestaan. Ten behoeve van de NZa en de nacalculatie van de bekostiging van materiële vaste activa wordt in de jaarrekening een afzonderlijk overzicht gegeven van de aanschafwaarde en afschrijvingen, aansluitend op het nacalculatieformulier. Bij waardering van Materiële vaste activa op aanschafwaarde dient periodiek (jaarlijks) te worden nagegaan of er indicaties zijn voor een bijzondere waardevermindering (impairment). Dezelfde methodiek geldt voor de Immateriële vaste activa en de Financiële vaste activa. Door de wijzigingen in de bekostiging lopen zorginstellingen in meer of mindere mate risico s over de waardering van het vastgoed. Op basis van een toets van de boekwaarde met de realiseerbare waarde (bedrijfswaarde of opbrengstwaarde) dient te worden vastgesteld in hoeverre sprake is van een duurzame waardevermindering. Deze dient ten laste van de resultatenrekening in mindering te worden gebracht op de boekwaarde. De egalisatierekening afschrijving instandhoudingsinvesteringen wordt ingaande 1 januari 2008 overgeboekt naar het eigen vermogen van de zorginstelling. De reden is dat er geen terugbetalingsverplichting meer rust op een eventueel saldo van deze rekening. Aangezien in het BW en de RJ het bestaan van een egalisatierekening tussen het eigen vermogen en de voorzieningen ook niet meer voorkomt vindt overboeking plaats naar het eigen vermogen. Deze overboeking geschiedt rechtstreeks en loopt niet via het resultaat. Mutaties in de nieuwe bestemmingsreserve afschrijving instandhoudingsinvesteringen geschieden niet meer rechtstreeks, maar lopen via de resultaatbestemming. Handleiding Zorginstellingen

9 Actuele waarde toepassen en impairment van het vastgoed De keuze van het Ministerie van VWS tot afschaffing van het bouwregime voor zowel de cure als de care (definitieve besluitvorming is hiervoor onderhanden), en het reeds thans naast elkaar voorkomen binnen een zorginstelling van vaste activa, waar deels wèl en deels niet op nagecalculeerd wordt, èn het zicht op het (in de nabije toekomst) afschaffen van de gehele of gedeeltelijke nacalculatie van werkelijke afschrijvingskosten van onroerend goed in het budget van de zorginstelling, noodzaken tot andere verslaggeving over het vastgoed, ook over De NZa-beleidsregels kennen een kleiner wordend nacalculatie deel van het zorgvastgoed. Meer en meer is sprake van een vast bedrag in het budget of van kapitaalslasten, die uit de opbrengst van integrale tarieven gedekt moet worden. In dit verband wordt verwezen naar het al dan niet opnemen van een normatieve huisvestingscomponent in de ZZP-tarieven in de care en het gedurende de afgelopen jaren steeds verder vergroten (nu reeds tot gemiddeld 34%) van het vrije B-deel van de DBC s. Voor het merendeel van de cure-instellingen is er thans geen volledige nacalculatie meer van alle afschrijvingskosten. Dit betekent dat bijvoorbeeld de ziekenhuizen risico kunnen lopen over de boekwaarde van het vastgoed en eind 2008 moeten vaststellen in hoeverre de afschrijvingen en rentelasten kunnen worden gedekt uit de begrote toekomstige exploitatie en kasstromen (uitvoeren impairmenttest). Een negatief verschil tussen de boekwaarde en de realiseerbare waarde zal als duurzame waardevermindering moeten worden afgeboekt. In hoeverre het wenselijk en haalbaar is actuele waarde te hanteren als waarderingsgrondslag dient zorgvuldig te worden afgewogen gezien het effect op het vermogen en het resultaat. Ook in de care-sector zijn er tal van bouwvoorzieningen, waarvoor geen nacalculatie van kapitaallasten meer geldt. Toch is juist in de care-sector het beeld verschillend: er zijn nog talloze AWBZ-instellingen met uitsluitend nacalculeerbaar zorgvastgoed, terwijl bij andere AWBZ-instellingen er reeds een gevarieerde mix is van nacalculeerbaar zorgvastgoed en niet nacalculeerbaar onroerend goed. Het is ook nog niet duidelijk wanneer het systeem van nacalculatie definitief stopt en of er een overgangsregime komt voor de care-sector, zoals wel reeds is gepubliceerd voor de cure-sector. Het uitvoeren van een impairmenttest, maar ook de keuze van de waarderingsgrondslag van het vastgoed in de care-sector, is afhankelijk van de individuele risico-analyse van de zorginstelling. Als de zorginstelling een aanmerkelijk risico loopt over de boekwaarde van het vastgoed, dient een impairmenttest te worden uitgevoerd. Dit kan bijvoorbeeld blijken uit genormeerde vergoedingen, een aanmerkelijk deel integrale tarieven, sterk verliesgevende activiteiten, forse onderbezetting. Indien impairment wordt geconstateerd, dient het verschil te worden afgeboekt, dan wel dient in de jaarrekening te worden aangegeven op welke wijze financiële dekking hiervoor wordt verkregen. De care-brancheorganisaties zijn van mening, dat zolang niet duidelijk is wat de consequenties zijn van het afschaffen van het nacalculatieregime en hoe een overgangsregime eruit ziet, een waardering op actuele waarde niet wenselijk is. Ook bij de hantering van aanschaffingswaarde moet echter worden nagegaan of er sprake is van een bijzondere waardevermindering. Handleiding Zorginstellingen

10 De methodiek hiertoe is in deze Handleiding weergegeven. In deze Handleiding Zorginstellingen 2009 worden naast de aangepaste waarderings- en afschrijvingsgrondslagen voor het vastgoed een aantal andere onderwerpen behandeld zoals: de nieuwe aanpassingen van de presentatie van het eigen vermogen; de waardering van immateriële vaste activa; financiële vaste activa en de waardering van deelnemingen; de behandeling van onderhoudskosten en voorzieningen; de behandeling van financiële instrumenten / derivaten, en de consolidatieplicht. Handleiding Zorginstellingen

11 1 De scope van de systeemwijzigingen 1.1 Wijzigingen in de bekostiging van zorginstellingen De overheid heeft de bekostiging van afschrijvingen op investeringen in met name onroerend goed ingrijpend veranderd, of heeft aangekondigd dat te zullen gaan doen. Het bouwregime is in de cure in 2008 afgeschaft en de gegarandeerde vergoeding van de kapitaalslasten in het budget is nu reeds op onderdelen en in de toekomst in het geheel niet meer aanwezig. Voor de care wordt het bouwregime in 2009 afgeschaft en voor veel (kleinere) bouwinitiatieven is er al geruime tijd geen sprake meer van nacalculatie op de werkelijke afschrijvingen. In de cure-sector valt reeds een aanzienlijk deel van de omzet niet meer onder een vast budget, maar moeten de zorginstellingen in het B-segment een dekking van de kapitaalslasten in het integrale tarief afspreken met de zorgverzekeraar. In de care-sector zullen de kapitaalslasten in het ZZP-tarief worden opgenomen, maar een volledige dekking van de kapitaalslasten in het tarief is niet gegarandeerd. Daarnaast is de situatie in de cure en de care reeds zodanig, dat voor een aantal vaste activa voor de afschrijvingen een vast bedrag in het budget van de instelling is opgenomen, zonder dat dit bedrag overeen behoeft te komen met de werkelijke afschrijvingslasten van de desbetreffende vaste activa. Voor de care zijn dit specifiek bijvoorbeeld de kleinschalige woonvoorzieningen terwijl dit in de care en de cure geldt voor onder meer de instandhoudingsinvesteringen en de inventarissen. Teneinde een eenduidigheid van waarderingssystemen bij zorginstellingen, zijnde zowel niet-commerciële zorginstellingen als commerciële zorginstellingen te bewerkstellingen, is de Handleiding Zorginstellingen opgesteld. De nadruk ligt daarbij in het bijzonder op de waardering van de materiële-, immateriële- en financiële vaste activa. 1.2 Kernbegrippen rondom stelselwijziging in de jaarrekening Onderstaand worden de begrippen en de verwerking van de stelselwijziging aangegeven: Kernbegrippen Begrip stelsel Begrip stelselwijziging Stelselmatigheidsbeginsel De grondslagen van waardering en resultaatbepaling, voor rechtstreekse mutaties in het eigen vermogen, voor consolidatie voor indeling en andere aspecten van de presentatie en voor het opstellen van het kasstroomoverzicht Een wijziging van onderdelen van het stelsel ten opzichte van het voorgaande jaar Van jaar tot jaar hetzelfde stelsel hanteren Handleiding Zorginstellingen

12 Wanneer stelselwijziging doorvoeren Verwerking Stelselwijziging gedurende boekjaar Indien vereist bij wet, door Richtlijnen verlangd, of wanneer daarvoor andere gegronde redenen bestaan. Verbetering van het inzicht staat daarbij centraal. Het cumulatieve effect wordt verwerkt in het eigen vermogen, tenzij de bepalingen een andere methode voorschrijven of toestaan. Als het cumulatieve effect niet kan worden bepaald, vindt prospectieve verwerking plaats. Een stelselwijziging dient te worden doorgevoerd vanaf de eerste datum van het boekjaar. Aanpassing vergelijkende cijfers De vergelijkende cijfers moeten worden aangepast tenzij dat praktisch niet mogelijk is; dit onder vermelding van de verschillen tussen oorspronkelijke en aangepaste cijfers. Ook cijfers in meerjarenoverzichten dienen aangepast te worden aan het nieuwe stelsel De in deze Handleiding genoemde veranderingen (zoals overgang naar actuele waarde, overboeking van de egalisatierekening afschrijving instandhoudingsinvesteringen, eventuele afschaffing van de onderhoudsvoorziening) betreffen stelselwijzigingen, waarbij het om rechtstreekse mutaties in de balansposten gaat, die niet via de resultatenrekening lopen. Handleiding Zorginstellingen

13 2 Presentatie vaste activa op grond van de wetteksten en de RJ De hoofdpunten voor de presentatie in de jaarrekening van de vaste activa veranderen in 2009 in vergelijking met voorgaande jaren: Balans: Onder de immateriële vaste activa dienen alleen posten verwerkt te worden die voldoen aan de definities in RJ 210 Immateriële vaste activa, alinea 104 Onder de materiële vaste activa dienen alleen posten verwerkt te worden die voldoen aan de definities in RJ 212 Materiële vaste activa, alinea 106 De Immateriële en Materiële vaste activa dienen in de balans ingedeeld te worden overeenkomstig Titel 9 Boek 2 BW. Deze indeling dient ook gehanteerd te worden in de toelichting op de immateriële en materiële vaste activa. De indeling in de toelichting op de balansposten is conform Artikel 2:365 en 366 BW: Immateriële vaste activa: - Kosten oprichting en uitgifte van aandelen; - Kosten van onderzoek en ontwikkeling; - Kosten van concessies, vergunningen en rechten van intellectuele eigendom; - Kosten van goodwill die van derden is verkregen, en - Vooruitbetalingen op immateriële activa. Materiële vaste activa: - Bedrijfsgebouwen en terreinen; - Machines en installaties; - Andere vaste bedrijfsmiddelen, technische en administratieve uitrusting; - Materiële vaste bedrijfsactiva in uitvoering en vooruitbetalingen op materiële vaste activa; - Niet aan het bedrijfsproces dienstbare materiële activa. De zorginstellingen kunnen volstaan met de bovenstaande indeling van de toelichting op de vaste activa in de jaarrekening en hoeven hier de indeling conform de NZa-regels niet meer weer te geven. Dit betreffen de: - WTZi vergunningsplichtige vaste activa; - WTZi meldingsplichtige vaste activa en Trekkingsrechten; - WMG gefinancierde vaste activa, en - de vaste activa in uitvoering. Handleiding Zorginstellingen

14 Deze gegevens worden nog wel in de jaarrekening opgenomen maar dienen slechts als toelichting op de nacalculeerbare afschrijvingslasten in het budget. De zorginstelling geeft in een bijlage 2 een investeringsoverzicht van de WTZi vergunningsplichtige en meldingsplichtige vaste activa en trekkingsrechten alsmede de WMG gefinancierde vaste activa en vaste activa in uitvoering conform artikel 5 lid a RVW; De zorginstelling geeft een overzicht van aansluitingen conform artikel 5 lid c RVW tussen de in de resultatenrekening verwerkte afschrijvingslasten en de in het externe budget in het verslagjaar verwerkte vergoeding voor nacalculeerbare afschrijvingslasten. Hierbij worden de gegevens uit de bovengenoemde bijlage gehanteerd. Het overzicht van de aansluitingen wordt opgenomen in de toelichting bij de resultatenrekening. Uiteraard is deze bovenvermelde weergave niet nodig indien en voor zover de instelling niet valt onder de WTZi-vergunningsplicht. Handleiding Zorginstellingen

15 3 Bedrijfseconomische waarderingsgrondslagen vaste activa In dit hoofdstuk 3 wordt de theorie van de te hanteren Waarderingsgrondslagen in de jaarrekening van zorginstellingen behandeld. In het volgende hoofdstuk 4 wordt ligt de nadruk op de toepassing bij de Materiële vaste activa. Volgens onderstaand schema kan de zorginstelling een keuze maken voor de te hanteren waardering van Materiële vaste activa, in het bijzonder met betrekking tot het onroerend goed. Het is belangrijk dat zorginstellingen grond en daarop gerealiseerd onroerend goed van elkaar onderscheiden en separaat verwerken in de balans. 3.1 Overzicht verwerking onroerend goed Te onderscheiden is onroerend goed voor eigen gebruik en als vastgoedbelegging. Materiële vaste activa als vastgoedbelegging komen voornamelijk voor bij instellingen die bijvoorbeeld aanleunwoningen bezitten die verhuurd worden. De realiseerbare waarde is de hoogste van de directe opbrengstwaarde en de bedrijfswaarde ( value in use ) van een activum. Als deze lager is dan de historische kostprijs of actuele waarde minus afschrijvingen, dient afwaardering tot de realiseerbare waarde plaats te vinden. Indien een materieel of immaterieel vast actief tegen actuele waarde wordt gewaardeerd, mag de actuele waarde niet hoger zijn dan de bedrijfswaarde ( value in use ). Indien is besloten een materieel of immaterieel vast actief te verkopen, wordt de realiseerbare waarde gelijkgesteld aan de opbrengstwaarde. Handleiding Zorginstellingen

16 3.2 Kernbegrippen waarderingsgrondslagen vaste activa Kernbegrippen Onroerend goed Materiële vaste activa voor eigen gebruik door zorginstelling Eerste waardering: verkrijgingsprijs Materiële vaste activa als vastgoedbelegging Onroerende zaak die wordt aangehouden om huuropbrengsten en/of waardestijging te realiseren Eerste waardering : verkrijgingsprijs Waardering na eerste verwerking: actuele waarde /verkrijgingsprijs Waardering onroerend goed en andere MVA Historische kostprijs Vervaardigingsprijs Historische kostprijs of vervangingswaarde Verkrijgingsprijs of vervaardigingsprijs Inkoopprijs en bijkomende kosten Tot de kostprijs behoren wél: - Aanschaffingsprijs; - Sloopkosten om het terrein bouwrijp te maken; - Terreinopbouw; - Leges/leveringskosten/honorarium adviseurs/architect; - Kosten onderzoek of het actief naar behoren functioneert, en - Rentekosten bouw (tenzij nacalculeerbaar in exploitatiebudget) Tot de kostprijs behoren niet: - Openingskosten gebouw; - Kosten onderbezetting, en - Aanloop- en exploitatieverliezen. Actuele waarde Vervangingswaarde Bedrijfswaarde Actuele waarde kan zijn: - Vervangingswaarde of bedrijfswaarde indien geldt: bedrijfswaarde < vervangingswaarde - Bedrijfswaarde of indirecte opbrengstwaarde (DCF); - (Directe) opbrengstwaarde, indien besloten is tot verkoop Het bedrag dat nodig zou zijn om in plaats van het goed dat bij de bedrijfsuitoefening wordt gebruikt een ander goed te verkrijgen dat voor de bedrijfsuitoefening een in economisch opzicht gelijke betekenis heeft. Het bedrag dat resulteert als de contante waarde van de netto kasstromen inclusief de restwaarde (Discounted Cash flow, DCF). Ook genoemd de indirecte opbrengstwaarde of value in use, zijnde de waarde van het vast actief in continuïteit bij eigen gebruik Handleiding Zorginstellingen

17 Balanswaardering vast actief Herwaardering Herwaarderingsreserve Bij eerste verwerking: aanschafwaarde (bij ingebruikname) Na eerste verwerking : aanschafwaarde of actuele waarde Er zijn verschillende waarderingsgrondslagen voor activa mogelijk, echter: - per categorie vaste activa wèl dezelfde grondslagen - individuele benadering: herwaardering per actief Waardering op actuele waarde - Frequentie herwaardering wordt bepaald door beweeglijkheid van de reële/actuele waarde - Bij beperkte fluctuatie: herwaardering iedere 3 of 5 jaar Reserve die ontstaat uit hoofde van toepassing van actuele waarde herwaarderingsreserve per actief of groep Herwaarderingsreserve mag niet negatief zijn 3.3 Relevante wettelijke bepalingen vaste activa Bij de verplichting tot het volgen van het BW en de Richtlijnen voor de Jaarverslaggeving zijn voor zorginstellingen enige wettelijke bepalingen specifiek van belang. Deze zijn thans nieuw in de toepassing voor de zorgsector. De relevante wettelijke bepalingen betreffen: Artikel 2:387 lid 4 en 5 BW : 4. Bij de waardering van de vaste activa wordt rekening gehouden met een vermindering van hun waarde, indien deze naar verwachting duurzaam is. Bij de waardering van de financiële vaste activa mag in ieder geval met op de balansdatum opgetreden waardevermindering rekening worden gehouden. 5. De afboeking overeenkomstig de voorgaande leden wordt, voor zover zij niet krachtens artikel 390 lid 3 aan de herwaarderingsreserve wordt onttrokken, ten laste van de winst- en verliesrekening gebracht. De afboeking wordt ongedaan gemaakt, zodra de waardevermindering heeft opgehouden te bestaan. De afboekingen ingevolge lid 3 en die ingevolge lid 4, alsmede de terugnemingen, worden afzonderlijk in de winst- en verliesrekening of in de toelichting opgenomen. Artikel 7 Besluit actuele waarde luidt als volgt: Indien materiële vaste activa of immateriële vaste activa, niet zijnde beleggingen, worden gewaardeerd tegen de actuele waarde, komt daarvoor in aanmerking de vervangingswaarde. Waardering geschiedt tegen de bedrijfswaarde indien en zolang deze lager is dan de vervangingswaarde. Waardering geschiedt tegen de opbrengstwaarde, indien besloten is de materiële of immateriële vaste activa, niet zijnde beleggingen, te verkopen Handleiding Zorginstellingen

18 Op basis van het BW (artikel 2:387 lid 4) moet rekening worden gehouden met een lagere waarde, indien deze naar verwachting duurzaam is. Dat wil zeggen, dat niet voorzienbaar is dat de waardevermindering zal ophouden te bestaan. In de praktijk wordt een mogelijk lagere waarde getoetst aan de door de zorginstelling uit te voeren berekening van de bedrijfswaarde Bij de bepaling van de bedrijfswaarde wordt een schatting gemaakt van toekomstige kasstromen over de resterende levensduur, en wordt daarom voldaan aan de eis van duurzaamheid. 3.4 Techniek en uitwerking van de diverse waarderingsgrondslagen Kostprijs (verkrijgings- en vervaardigingsprijs) De verkrijgingsprijs van een actief is de prijs waarvoor het is verworven. Rekening moet worden gehouden met bijkomende kosten, zoals rentekosten tijdens de bouw, kosten architect, kosten bouwdirectie, leges, leveringskosten, sloopkosten, kosten terreinopbouw en dergelijke. Tot de te activeren kosten behoren niet de openingskosten van een gebouw, de kosten van onderbezetting of aanloopverliezen. Op de meeste immateriële en materiële vaste activa wordt systematisch afgeschreven op basis van de vooraf geschatte gebruiksduur. Daarnaast kunnen zich echter ook bijzondere waardeverminderingen voordoen, waarbij wordt vastgesteld dat de realiseerbare waarde van het actief lager is dan de boekwaarde. Bijzondere waardeverminderingen kunnen zich ook voordoen bij vaste activa, waarop niet wordt afgeschreven, alsmede bij financiële vaste activa. Het doorvoeren van een bijzondere waardevermindering wordt ook wel aangeduid met impairment. RJ-richtlijn 121 Bijzondere waardeverminderingen van vaste activa behandelt dit vraagstuk. Terwijl het BW spreekt over het doorvoeren van een bijzondere waardevermindering indien sprake is van een duurzaam lagere waarde, speelt het begrip duurzaamheid een minder expliciete rol in RJ 121. Daar wordt gesteld, dat een waardevermindering dient te worden doorgevoerd, indien sprake is van een lagere realiseerbare waarde. De realiseerbare waarde is daarbij de hoogste van de opbrengstwaarde (directe opbrengstwaarde) en de bedrijfswaarde (indirecte opbrengstwaarde). Veelal zal de bedrijfswaarde ( value in use ) de hoogste van beide zijn, omdat anders voortgezette aanwending van het actief economisch niet rendabel zou zijn. Daarbij geldt dat een onderscheid tussen duurzaam en niet-duurzaam geen rol speelt aangezien de bedrijfswaarde wordt ingevuld als de best mogelijke schatting van de met het actief over de resterende levensduur te behalen toekomstige kasstromen,. Om die reden wordt RJ 121 verenigbaar geacht met de wettelijke bepalingen. Handleiding Zorginstellingen

19 3.4.2 Vervangingswaarde De vervangingswaarde van bedrijfsgebouwen, installaties en andere materiële vaste activa wordt normaliter bepaald aan de hand van marktconforme gegevens voor nieuwbouw of prijslijsten, danwel in voorkomende gevallen door erkende taxateurs. Informatie over nieuwprijzen van materiële vaste activa is met een zekere mate van nauwkeurigheid te ontlenen aan de volgende bronnen: o o o Berekeningen, aanbiedingen of inlichtingen van architecten, bouwers of leveranciers; Recente transacties; Indexcijfers berekend door bijvoorbeeld brancheorganisaties of statistische bureaus. De vervangingswaarde van grond als vestigingsplaats kan worden bepaald door bijvoorbeeld: o o o Afleiding van prijzen die worden betaald voor nabijgelegen grond, die voor vestiging van de desbetreffende zorginstelling in aanmerking zou komen; Kapitalisatie van het bedrag afgeleid uit de erfpachtcanon waartegen soortgelijke grond in de naaste omgeving recentelijk is uitgegeven; periodieke taxatie van de actuele waarde van de grond door deskundigen. In alle gevallen moet rekening gehouden worden met de bestemming van de grond, die door de overheid is opgelegd. Dit kan een procentuele reductie van de recente m 2 -prijzen in de omgeving met zich meebrengen. Als vuistregel kan een range van gemiddeld 20% tot 30% gelden. In alle gevallen moet echter rekening gehouden worden met eventuele bijzondere bepalingen, die gelden op basis van het bestemmingsplan voor de grond en het object Opbrengstwaarde Materiële vaste activa worden, bij de toepassing van de actuele waarde, tegen opbrengstwaarde gewaardeerd, indien de rechtspersoon heeft besloten de activa te verkopen. Waardering tegen opbrengst waarde is noodzakelijk bij discontinuïteit, en bij de hantering van de historische kostprijs is voor buiten gebruik gestelde vaste activa waardering tegen lagere opbrengstwaarde verplicht. De opbrengstwaarde is het bedrag waartegen een actief maximaal kan worden verkocht, onder aftrek van nog te maken kosten. Deze kosten betreffen verkoopkosten en eventueel andere lasten, die rechtstreeks samenhangen met de verkoop van het actief en nodig zijn om de verkoop te realiseren. Handleiding Zorginstellingen

20 3.4.4 Bedrijfswaarde De bedrijfswaarde is de contante waarde van de toekomstige kasstromen, die toerekenbaar zijn aan het betreffende actief (inclusief de kasstroom bij vervreemding aan het einde van de gebruiksduur van het actief). Deze waarderingsmethodiek wordt ook wel genoemd: value in use, gebaseerd op de discountede cash flow-methode (DCF). Aangezien de bedrijfswaarde in hoge mate gebaseerd is op een inschatting van toekomstige resultaten en investeringen is de bedrijfswaarde in haar aard subjectief. De bedrijfswaarde in het proces van een continue periodieke waardebepaling in het licht van continuïteit van de zorginstelling, de zo te noemen value in use gebaseerd op de discounted cash flow methode, wijkt zondermeer af van de bepaling van de fair value op basis van de discounted cash flow methode, zoals deze bijvoorbeeld gebruikt wordt door taxateurs. In onderstaand overzicht wordt het verschil weergegeven tussen de eigen bepaling door de zorginstelling zelf van de bedrijfswaarde/ value in use gebaseerd op de discounted cash flow methode en de bepaling van een fair value waardering in algemene zin door een taxateur. Fair value o.b.v. DCF = Value in use o.b.v. DCF Benadering van waarde voor derde partij Algemene marktassumpties Weinig specifieke bepalingen Ondernemingsspecifieke waarde Ondernemingsspecifieke assumpties Specifiek voorgeschreven methodiek Handleiding Zorginstellingen

21 In het kader van de bedrijfswaarde zijn de volgende elementen van belang: 1 Wanneer is het noodzakelijk een berekening te maken van de bedrijfswaarde? Het antwoord op deze vraag wordt uitgewerkt in Hoe wordt de bedrijfswaarde bepaald? Het antwoord op deze vraag wordt uitgewerkt in Wat wordt gedaan met de uitkomst van de berekening van de bedrijfswaarde? In hoofdstuk 3 is weergegeven hoe de bepaalde opbrengstwaarde of bedrijfswaarde vervolgens wordt verwerkt in de jaarrekening van de zorginstelling. 3.5 Wanneer is het noodzakelijk een berekening te maken van de bedrijfswaarde? Op iedere balansdatum dient te worden beoordeeld of er aanwijzingen zijn, dat een actief aan een bijzondere waardevermindering onderhevig kan zijn. Indien dergelijke indicaties aanwezig zijn, dient de realiseerbare waarde van het actief te worden bepaald. Deze jaarlijkse impairment hoeft niet noodzakelijkerwijs per jaareinde te worden uitgevoerd; er dient wel een consistente peildatum gehanteerd te worden. Er zijn interne en externe indicaties voor de beoordeling of zich een bijzondere waardevermindering voor kan doen Externe indicaties a. Gedurende het boekjaar zijn er duidelijke aanwijzingen, dat de reële waarde van een actief beduidend meer is gedaald dan verwacht zou mogen worden op basis van het verstrijken van de tijd of normaal gebruik; b. Belangrijke veranderingen met een nadelig effect op de rechtspersoon hebben zich in de verslagperiode voorgedaan, of zullen zich in de nabije toekomst voordoen op het terrein van techniek, markt, economie of wettelijke verplichtingen in de omgeving waarin de rechtspersoon actief is, dan wel in de markt waaraan een actief dienstbaar is (wijziging marktomstandigheden en omgevingsfactoren zorginstelling); c. Marktrentes of rentabiliteitseisen op investeringen zijn de afgelopen periode gestegen en beïnvloeden naar verwachting de disconteringsvoet en daarmede in belangrijke mate de realiseerbare waarde. Handleiding Zorginstellingen

22 Andere voorbeelden van dergelijke indicaties zijn sterk wijzigende concurrentiepositie van de zorginstelling met jaarlijkse exploitatieverliezen tot gevolg en de introductie van nieuwe (medische) technologie, waardoor medische en overige inventaris versneld veroudert. Als voorbeeld wordt een verzorgingshuis genoemd, waarvan de bezetting een voortdurende daling vertoont doordat ondermeer de kwaliteit van het gebouw door cliënten niet meer als optimaal wordt gezien, zodat de zorginstelling geen positieve cash flow meer kan behalen uit de zorgverlening in het gebouw. De wijziging van de bekostiging van vaste activa (invoering integrale tarieven in de vorm van DBC s en ZZP s) is een indicatie van een mogelijke bijzondere waardevermindering van het vastgoed van de zorginstelling. Aanbevolen wordt de impairment berekening over 2008 reeds uit te voeren en toe te passen in de balans in voorkomende gevallen. Is er thans reeds een eminent risico aanwezig in het onroerend goed, dan moet de impairment toegepast worden Interne indicaties a. Er zijn duidelijke aanwijzingen van economische veroudering van of fysieke schade aan een actief; b. Belangrijke veranderingen met een nadelig effect op de rechtspersoon hebben zich in de verslagperiode voorgedaan, of doen zich naar verwachting in de nabije toekomst voor in de mate waarin of de manier waarop een actief wordt gebruikt of naar verwachting zal worden gebruikt. Deze veranderingen omvatten plannen tot beëindiging of herstructurering van de activiteiten waartoe een actief behoort, dan wel het afstoten daarvan op een eerdere datum dan verwacht; en c. Er zijn duidelijke aanwijzingen vanuit interne rapportages, die aantonen dat de economische prestaties van een actief beduidend minder zijn of zullen zijn dan verwacht. Voorbeelden hiervan zijn optredende exploitatieverliezen, tenzij aantoonbaar incidenteel van aard. Maar ook hogere kosten van een actief dan oorspronkelijk gebudgetteerd (bij verwerving van het vastgoed, maar ook voorbeeld hogere onderhoudskosten). Of actuele kasstromen of operationele resultaten, die belangrijk lager zijn dan gebudgetteerd, evenals een belangrijke toename van het verlies. Te denken is aan bedrijfsverliezen, negatieve netto kasstromen uit het actief over de lopende periode en/of negatieve exploitatieprognoses Impairment: boekwaarde versus bedrijfswaarde Als voorgaande indicaties zich voordoen dient de boekwaarde van de materiële en immateriële vaste activa te worden getoetst aan de realiseerbare waarde (ergo: de hoogste waarde van value in use en de directe opbrengstwaarde). Dit dient op grond van RJ te geschieden per individueel activum. Indien het echter niet mogelijk is voor een individueel actief (zoals bij Handleiding Zorginstellingen

23 een apparaat, een gebouw of een separaat bouwdeel), dan dient de realiseerbare waarde bepaald te worden voor een zogenaamde kasstroomgenererende eenheid. Dat is (RJ ) de kleinst identificeerbare groep van activa, die onafhankelijk van andere activa kasstromen genereren. Een belangrijke indicatie voor de grens van een kasstroomgenererende eenheid is, of een eenheid diensten of producten levert, die zelfstandig afgerekend kunnen worden met derden (cliënten, verzekeraars, gemeenten of andere subsidiënten). Slechts in zeer zeldzame gevallen zullen alle materiële of immateriële vaste activa gezamenlijk een kasstroomgenererende eenheid vormen; dit zal slechts het geval zijn indien sprake is van een bestuursgebouw/hoofdkantoor, in een één-locatiesituatie of als er sprake is van een beperkt aantal locaties die onderling verweven zijn (bijvoorbeeld splitsing van ziekenhuisfuncties over een poliklinisch- en dagbehandelingscentrum en een klinische locatie). Enkele voorbeelden kunnen dit verduidelijken (voorbeelden care-sector): 1. Een concern exploiteert een tiental verpleeghuizen. Als elk verpleeghuis geëxploiteerd wordt als een afzonderlijke locatie en als elk verpleeghuis elke patiënt van opname tot ontslag blijft verplegen, dan is het verpleeghuis de kasstroomgenererende eenheid. Als echter patiënten op locatie A niet meer voldoen aan bepaalde criteria en op grond daarvan (bijvoorbeeld toenemende zorgzwaarte) overgeplaatst worden naar locatie B dan zijn locaties A en B samen één kasstroomgenererende eenheid. 2. Als een instelling voor verstandelijk gehandicapten afzonderlijke huizen in woonwijken exploiteert waarbij elk huis een bepaalde groep cliënten heeft die daar gehuisvest blijven dan is elk huis een aparte kasstroomgenererende eenheid. 3. Als diezelfde instelling echter een hoofdgebouw heeft ten behoeve van bestuursdiensten, facilitaire services en dergelijke, dan is dat hoofdgebouw onderdeel van de kasstroomgenererende eenheid waartoe alle gebouwen van die instelling behoren Aanpassing van de afschrijvingstermijnen en restwaarde Als sprake is van een bijzondere afwaardering dan dienen de gebruiksduur en afschrijvingstermijnen geëvalueerd en (indien nodig) herzien te worden. Daarnaast is de instelling verplicht om als zich indicaties voordoen, dat de restwaarde of resterende gebruiksduur belangrijk gewijzigd zijn, de afschrijvingstermijnen te herzien. Handleiding Zorginstellingen

24 3.6 Hoe wordt de bedrijfswaarde bepaald? De realiseerbare waarde wordt gedefinieerd als de hoogste van de opbrengstwaarde en de bedrijfswaarde. De realiseerbare waarde wordt bepaald voor een individueel actief, tenzij het actief in hoge mate samen met andere activa een kasstroom genereert. In dat geval wordt de realiseerbare waarde bepaald voor de kasstroomgenererende eenheid. Bedrijfswaarde Het bepalen van de bedrijfswaarde van een actief omvat de volgende stappen: a. het schatten van de toekomstige in- en uitgaande kasstromen bij voortgezet gebruik van het actief en bij het uiteindelijke afstoten; en b. het toepassen van een disconteringsvoet op deze toekomstige kasstromen. Voor de bepaling van de bedrijfswaarde wordt uitgegaan van individuele vaste activa of, als dit niet mogelijk, is van kasstroomgenererende eenheden. Wat is een kasstroomgenererende eenheid? Een kasstroomgenererende eenheid is de kleinst identificeerbare groep van activa die kasstromen genereert bij voortgezet gebruik die in grote mate onafhankelijk zijn van kasstromen van andere activa of groepen van activa. Kasontvangsten uit voortgezet gebruik zijn inkomsten van geldmiddelen en equivalenten hiervan die uiteindelijk worden ontvangen van partijen buiten de rechtspersoon. Dus niet een interne toerekening van kosten, bijvoorbeeld de fictieve interne huur van een administratiegebouw. Bij het bepalen of kasontvangsten in hoge mate onafhankelijk zijn van de kasontvangsten van andere activa (of groepen van activa) wordt gekeken naar aspecten als de wijze, waarop de leiding van de instelling de activiteiten bewaakt (bijvoorbeeld via regio s, activiteiten, individuele locaties). Enkele voorbeelden van kasstroomgenerende eenheden: 1. Een ziekenhuis wordt beschouwd als een kasstroomgenerende eenheid. Indien sprake is van meerdere locaties kan sprake zijn van afzonderlijke kasstroomgenerende eenheden, als door de leiding ook wordt gestuurd op de resultaten van afzonderlijke locaties. 2. Er is soms sprake van gebouwen, die behoren tot het ziekenhuis, maar die afzonderlijke externe kasstromen generen. Dit kan bijvoorbeeld de zusterflat zijn, een afzonderlijk restaurant en dergelijke. Deze kunnen worden beschouwd als afzonderlijke kasstroomgenerende eenheden. Handleiding Zorginstellingen

25 Indien de boekwaarde van het vastgoed niet op eenduidige wijze aan de kasstroomgenerende eenheden kan worden toegewezen, dient de instelling uit te gaan van één kasstroomgenerende eenheid, die de gehele rechtspersoon omvat. In de AWBZ zal vaker sprake kunnen zijn van meerdere kasstroomgenererende eenheden. De locaties kennen eigen opbrengststromen (intramuraal en extramuraal) en de boekwaarde van de vaste activa kunnen eenduidig worden toegewezen. Indien sprake is van een centraal kantoorgebouw, waarbij de kosten worden toegerekend als overhead voor de zorgactiviteiten, kan de opbrengstwaarde van dit gebouw afzonderlijk bepaald worden, indien een adequate fictieve huurwaarde op economische wijze intern doorberekend kan worden. Is dit niet het geval, dan heeft dit uiteraard invloed op de waarde van het kantoorgebouw. Rechtspersonen zijn altijd te beschouwen als zelfstandige kasstroomgenerende eenheden. Per rechtspersoon dient derhalve een berekening te worden opgesteld van de bedrijfswaarde. Indien deze lager is dan de boekwaarde dient in de rechtspersoon een waardevermindering te worden doorgevoerd. Grondslagen voor het schatten van toekomstige kasstromen Bij het bepalen van de bedrijfswaarde dienen prognoses van kasstromen: a. gebaseerd te worden op redelijke en onderbouwde veronderstellingen van de leiding van de instelling van de economische omstandigheden gedurende de resterende levensduur van het actief. Vooral externe informatie is hierbij van belang; b. gebaseerd te worden op de meest recente jaar-exploitatiebegrotingen of jaarbudgetten, die zijn goedgekeurd door de leiding van de instelling. Deze prognoses bestrijken een periode van maximaal 5 jaar, behalve wanneer een langere periode kan worden gerechtvaardigd; en c. de periode na de periode, die is begrepen in de meest recente exploitatiebegrotingen, te worden geschat door extrapolatie van de prognose gebruik makend van een vast of dalend groeicijfer voor latere jaren, behalve wanneer een toenemende groei kan worden gerechtvaardigd. Deze groei dient niet hoger te zijn dan de lange termijn gemiddelde groeivoet voor de sector waarin de instelling actief is, behalve wanneer een hogere groeivoet kan worden gerechtvaardigd. Schattingen van toekomstige kasstromen dienen te omvatten: a. prognoses van de kasontvangsten bij voortgezet gebruik van het actief; b. prognoses van kasuitgaven die noodzakelijk zijn om de kasontvangsten te genereren (inclusief de kasuitgaven om het actief gebruiksklaar te maken) en die direct kunnen worden toegewezen of toegerekend op een redelijke en consistente basis; en c. netto kasstromen, te ontvangen (of te betalen) bij het afstoten van een actief aan het einde van de levensduur. Indien bij de bepaling van de disconteringsvoet prijsstijgingen als gevolg van algemene inflatie zijn opgenomen worden toekomstige kasstromen op nominale basis geschat. Indien in de disconteringsvoet het effect van algemene prijsstijgingen niet is opgenomen, worden toekomstige kasstromen geschat in reële termen. Handleiding Zorginstellingen

Handleiding Zorginstellingen 2010 Update 2010 jaarverslaggeving

Handleiding Zorginstellingen 2010 Update 2010 jaarverslaggeving Handleiding Zorginstellingen 2010 Update 2010 jaarverslaggeving 1 december 2010 Deze Handleiding Zorginstellingen 2010 is uitgebracht in opdracht van het ministerie van Volksgezondheid Welzijn en Sport

Nadere informatie

RJ-Uiting : Actuele kostprijs

RJ-Uiting : Actuele kostprijs RJ-Uiting 2016-11: Actuele kostprijs Algemeen Op 9 oktober 2015 is de Uitvoeringswet richtlijn jaarrekening (wetsvoorstel 34 176) in het Staatsblad gepubliceerd (Staatsblad 2015, nr. 349). Deze Uitvoeringswet

Nadere informatie

RJ-Uiting : Actuele kostprijs

RJ-Uiting : Actuele kostprijs RJ-Uiting 2017-2: Actuele kostprijs Algemeen Met RJ-Uiting 2016-11 Actuele kostprijs heeft de Raad voor de Jaarverslaggeving (RJ) enige wijzigingen voorgesteld om nadere duiding te geven over het begrip

Nadere informatie

S N H Partners. Impairment wees voorbereid! Inleiding op impairment

S N H Partners. Impairment wees voorbereid! Inleiding op impairment Inleiding op impairment Impairment wees voorbereid! Het wijzigen van de bekostigingssystematiek voor vastgoed (verdwijnen van de nacalculatie en de invoering van de Normatieve Huisvestingscomponent) brengt

Nadere informatie

indien ten behoeve van het getrouwe beeld een nadere toelichting noodzakelijk is in een jaarrekening die voldoet aan de Regeling Verslaggeving WTZi

indien ten behoeve van het getrouwe beeld een nadere toelichting noodzakelijk is in een jaarrekening die voldoet aan de Regeling Verslaggeving WTZi Audit Alert 25 Verklaringen bij jaarrekeningen van AWBZ- en GGZ-instellingen indien ten behoeve van het getrouwe beeld een nadere toelichting noodzakelijk is in een jaarrekening die voldoet aan de Regeling

Nadere informatie

24 oktober 2011. NBA-wijzer 2 Waardering van zorgvastgoed in de jaarrekening 2011 van AWBZen GGZ-instellingen

24 oktober 2011. NBA-wijzer 2 Waardering van zorgvastgoed in de jaarrekening 2011 van AWBZen GGZ-instellingen -wijzer 2 in de jaarrekening 2011 van AWBZen GGZ-instellingen 24 oktober 2011 Deze -wijzer is tot stand gekomen in samenwerking met Coziek, het landelijk overlegorgaan van externe en intern accountants

Nadere informatie

http://plaza.daxis.nl/ik/scripts/cgi1frnt.exe?dbname=*dj&ut=10051&frm=a&pmats=w...

http://plaza.daxis.nl/ik/scripts/cgi1frnt.exe?dbname=*dj&ut=10051&frm=a&pmats=w... Page 1 of 18 Grote en middelgrote rechtspersonen Richtlijnen voor de jaarverslaggeving, voor grote en middelgrote rechtspersonen Afdeling 1. Algemene grondslagen 121. Bijzondere waardeverminderingen van

Nadere informatie

213.1 Hoofdstuk 213 / Vastgoedbeleggingen

213.1 Hoofdstuk 213 / Vastgoedbeleggingen 213.1 Hoofdstuk 213 / Vastgoedbeleggingen artikel 11 Besluit actuele waarde; en artikel 2:390 BW. Definities 104 De volgende begrippen worden in dit hoofdstuk gebruikt. De betekenis van deze begrippen

Nadere informatie

ANBI Publicatie Stichting DOB Ecology, Amsterdam

ANBI Publicatie Stichting DOB Ecology, Amsterdam ANBI Publicatie 2017 Stichting DOB Ecology, Amsterdam Inhoud Jaarrekening 3 Balans per 31 december 2017 (na voorgestelde resultaatbestemming) 4 Staat van baten en lasten over 2017 5 Algemene grondslagen

Nadere informatie

ANBI Publicatie Stichting DOB Ecology, Amsterdam

ANBI Publicatie Stichting DOB Ecology, Amsterdam ANBI Publicatie 2018 Stichting DOB Ecology, Amsterdam Inhoud Jaarrekening 3 Balans per 31 december 2018 (na voorgestelde resultaatbestemming) 4 Staat van baten en lasten over 2018 5 Algemene grondslagen

Nadere informatie

ANBI Publicatie Stichting De Nijensteen, Heerde

ANBI Publicatie Stichting De Nijensteen, Heerde ANBI Publicatie 2017 Stichting De Nijensteen, Heerde Inhoud Jaarrekening 3 Balans per 31 december 2017 (na voorgestelde resultaatbestemming) 4 Staat van baten en lasten over 2017 5 Grondslagen van waardering

Nadere informatie

Verkort finacieel verslag OVER van STICHTING IMPAKT UTRECHT INHOUD. deel. Balans per 31 december Exploitatierekening over

Verkort finacieel verslag OVER van STICHTING IMPAKT UTRECHT INHOUD. deel. Balans per 31 december Exploitatierekening over Verkort finacieel verslag OVER 2016 van STICHTING IMPAKT UTRECHT INHOUD deel Balans per 31 december 2016 2 Exploitatierekening over 2016 3 Toelichting op de jaarrekening 4 1 Balans per 31 december 2016

Nadere informatie

A Grondslagen en uitgangspunten

A Grondslagen en uitgangspunten A Grondslagen en uitgangspunten A1 Algemene grondslagen ALGEMEEN Als grondslag komen in aanmerking de verkrijgingsof vervaardigingsprijs en de actuele waarde. BW 2:384,1 Vlottende activa worden gewaardeerd

Nadere informatie

Toelichting op de waardering van zorgvastgoed in de jaarrekening 2010 van AWBZ- en GGZ-instellingen

Toelichting op de waardering van zorgvastgoed in de jaarrekening 2010 van AWBZ- en GGZ-instellingen -Wijzer 1 Toelichting op de waardering van zorgvastgoed in de jaarrekening 2010 van AWBZ en GGZ-instellingen -wijzer 1 Toelichting op de waardering van zorgvastgoed in de jaarrekening 2010 van AWBZ- en

Nadere informatie

ANBI Publicatie Stichting DOB Equity, Amsterdam

ANBI Publicatie Stichting DOB Equity, Amsterdam ANBI Publicatie 2017 Stichting DOB Equity, Amsterdam Inhoud Jaarrekening 3 Balans per 31 december 2017 (na voorgestelde resultaatbestemming) 4 Staat van baten en lasten over 2017 5 Grondslagen voor waardering

Nadere informatie

Interim-management en advies Financiële specialisten voor de overheid en not for profit

Interim-management en advies Financiële specialisten voor de overheid en not for profit Aan de slag met de Normatieve Huisvestingscomponent Interim-management en advies Op 1 januari 2012 is de normatieve huisvestingscomponent AWBZ (hierna: NHC) ingevoerd. Uw instelling moet mogelijk in de

Nadere informatie

Titel van het document Publicatiestukken 2018 onecentral B.V. Naam van de rechtspersoon onecentral B.V. Zetel van de rechtspersoon

Titel van het document Publicatiestukken 2018 onecentral B.V. Naam van de rechtspersoon onecentral B.V. Zetel van de rechtspersoon . Startdatum van de periode waarop de betrekking heeft 1 januari 2018 Einddatum van de periode waarop de betrekking heeft 31 december 2018 Datum deponering 17 april 2019 1 INHOUD. Jaarverslag...2 Informatie

Nadere informatie

Financiële verantwoording. Over van. Stichting Impakt. te Utrecht. Inhoud. Balans per 31 december Exploitatierekening over

Financiële verantwoording. Over van. Stichting Impakt. te Utrecht. Inhoud. Balans per 31 december Exploitatierekening over Financiële verantwoording Over 2015 van te Utrecht Inhoud Balans per 31 december 2015 2 Exploitatierekening over 2015 3 Toelichting (met o.a. beloningsbeleid) 4 1 Balans per 31 december 2015 (na resultaatbestemming)

Nadere informatie

STICHTING HOOP VOOR ALBANIË TE MAASDIJK. Rapport inzake jaarstukken mei 2018

STICHTING HOOP VOOR ALBANIË TE MAASDIJK. Rapport inzake jaarstukken mei 2018 STICHTING HOOP VOOR ALBANIË TE MAASDIJK Rapport inzake jaarstukken 2017 7 mei 2018 INHOUDSOPGAVE Pagina 1 Balans per 31 december 2017 2 2 Staat van baten en lasten over 2017 3 3 Grondslagen voor waardering

Nadere informatie

Jaarrekening Stichting Welzijn Kapelle

Jaarrekening Stichting Welzijn Kapelle Jaarrekening 2016 Stichting Welzijn Kapelle INHOUDSOPGAVE Pagina 5.1 Jaarrekening 2016 5.1.1 Balans per 31 december 2016 4 5.1.2 Resultatenrekening over 2016 5 5.1.3 Kasstroomoverzicht over 2016 6 5.1.4

Nadere informatie

Stichting Sprint Schiedam Westvest BW Schiedam. Jaarrekening 2016

Stichting Sprint Schiedam Westvest BW Schiedam. Jaarrekening 2016 Westvest 26 3111 BW Schiedam INHOUDSOPGAVE Pagina Accountantsrapportage 2 Samenstellingsverklaring 3 Algemeen 4 Financieel Verslag Bestuursverslag 6 Jaarstukken 2016 Balans per 31 december 2016 8 Staat

Nadere informatie

Stichting Healthcare Christian Fellowship International Centre, Voorthuizen

Stichting Healthcare Christian Fellowship International Centre, Voorthuizen Balans per 31 december 2017 Na resultaatbestemming ACTIVA VASTE ACTIVA Materiële vaste activa 31 december 2017 Onroerende zaken 261.849 271.523 Inventaris 359 571 Vervoermiddelen 8.925 - Financiële vaste

Nadere informatie

Moyee Nederland B.V. te Amsterdam. Rapport inzake de balans en winst-en-verliesrekening over de periode van tot en met

Moyee Nederland B.V. te Amsterdam. Rapport inzake de balans en winst-en-verliesrekening over de periode van tot en met te Rapport inzake de balans en winst-en-verliesrekening over de periode van 01-01-2017 tot en met 31-12-2017 Inhoudsopgave Pagina Balans per 31 december 2017 3 Winst-en-verliesrekening over 2017 5 Grondslagen

Nadere informatie

Impairment test vastgoed ook in de onderwijssector van belang

Impairment test vastgoed ook in de onderwijssector van belang Impairment test vastgoed ook in de onderwijssector van belang Het voortduren van de economische crisis, bezuinigingen, het teruglopen van bekostiging door een daling van leerlingen- of studentenaantallen

Nadere informatie

Kingdom Ministries De heer A. van der Laak Klaproosstraat WD OMMEN Publicatiebalans 2014

Kingdom Ministries De heer A. van der Laak Klaproosstraat WD OMMEN Publicatiebalans 2014 Kingdom Ministries De heer A. van der Laak Klaproosstraat 49 7731 WD OMMEN Publicatiebalans 2014 Vastgesteld op de bestuursvergadering d.d. 30 december 2016. Kingdom Ministries De heer A. van der Laak

Nadere informatie

STICHTING HOOP VOOR ALBANIË TE MAASDIJK. Rapport inzake jaarstukken mei 2016

STICHTING HOOP VOOR ALBANIË TE MAASDIJK. Rapport inzake jaarstukken mei 2016 STICHTING HOOP VOOR ALBANIË TE MAASDIJK Rapport inzake jaarstukken 2015 12 mei 2016 INHOUDSOPGAVE Pagina JAARREKENING 1 Balans per 31 december 2015 4 2 Staat van baten en lasten over 2015 5 3 Grondslagen

Nadere informatie

Stichting Educatief en Cultureel Centrum Maaslanden Zijpendaalstraat PS Nijmegen. Jaarrekening 2016

Stichting Educatief en Cultureel Centrum Maaslanden Zijpendaalstraat PS Nijmegen. Jaarrekening 2016 Stichting Educatief en Cultureel Centrum Maaslanden Zijpendaalstraat 3 6535 PS Nijmegen INHOUDSOPGAVE Pagina Accountantsrapportage Samenstellingsverklaring 4 Voorwoord 4 Jaarstukken 2016 Jaarrekening 5

Nadere informatie

Stichting Ankh Antwoordkerk Kruisnetlaan 200 3192 KD Hoogvliet Rotterdam. Jaarrekening 2014

Stichting Ankh Antwoordkerk Kruisnetlaan 200 3192 KD Hoogvliet Rotterdam. Jaarrekening 2014 Antwoordkerk Kruisnetlaan 200 3192 KD Hoogvliet Rotterdam INHOUDSOPGAVE Pagina Rapportage Samenstellingsverklaring 4 Voorwoord 5 Resultaten 6 Ondertekening van de rapportage 7 Jaarstukken 2014 Jaarrekening

Nadere informatie

Staat van baten en lasten over 2016

Staat van baten en lasten over 2016 Stichting Beheer Het Schild Website financiële tekst Staat van baten en lasten over 2016 Baten 2016 2015 EUR EUR EUR EUR Baten uit giften en fondsenwerving Ontvangen giften en nalatenschappen 8 4.698 4.459

Nadere informatie

RAPPORT. Stichting Expertise en Logeercentrum Friesland te Hardegarijp. Inzake Jaarrekening 2013. Uitgebracht aan

RAPPORT. Stichting Expertise en Logeercentrum Friesland te Hardegarijp. Inzake Jaarrekening 2013. Uitgebracht aan RAPPORT Inzake Jaarrekening 2013 Uitgebracht aan Stichting Expertise en Logeercentrum Friesland te Hardegarijp 1.1 BALANS PER 31 DECEMBER 2013 (na verwerking van het resultaat) ACTIVA 31 december 2013

Nadere informatie

inventaris en machines overige vorderingen bank, rekening-courant overige banken

inventaris en machines overige vorderingen bank, rekening-courant overige banken Stichting NKV Gebouw te Helmond 1 Balans per 31 december 2017 (ná verwerking voorstel resultaatbestemming) ACTIVA Vaste activa 31 december 2017 31 december 2016 Materiële vaste activa inventaris en machines

Nadere informatie

FFEGBE0231 -- Jaarverslaggeving -- Hoofdstuk 6. Immateriële vaste activa Materiële vaste activa Hoofdstuk 6. Financiële vaste activa Vaste activa

FFEGBE0231 -- Jaarverslaggeving -- Hoofdstuk 6. Immateriële vaste activa Materiële vaste activa Hoofdstuk 6. Financiële vaste activa Vaste activa Inhoud hoofdstuk 6 Indeling en vorm van de balans Jaarverslaggeving Immateriële vaste activa Materiële vaste activa Hoofdstuk 6 Financiële vaste activa Vaste activa 1 2 Indeling van de balans Mutatieoverzichten

Nadere informatie

Financieel verslag Stichting De Nijensteen, Heerde

Financieel verslag Stichting De Nijensteen, Heerde Financieel verslag 2015 Stichting De Nijensteen, Heerde Inhoud Jaarrekening 3 Balans per 31 december 2015 (na voorgestelde resultaatbestemming) 4 Staat van baten en lasten over 2015 5 Grondslagen van waardering

Nadere informatie

Kingdom Ministries De heer A. van der Laak Klaproosstraat WD OMMEN Publicatiebalans 2016

Kingdom Ministries De heer A. van der Laak Klaproosstraat WD OMMEN Publicatiebalans 2016 Kingdom Ministries De heer A. van der Laak Klaproosstraat 49 7731 WD OMMEN Publicatiebalans 2016 Vastgesteld op de bestuursvergadering d.d. 22 juni 2018. Kingdom Ministries De heer A. van der Laak Klaproosstraat

Nadere informatie

STICHTING HOOP VOOR ALBANIË TE MAASDIJK. Rapport inzake jaarstukken augustus 2017

STICHTING HOOP VOOR ALBANIË TE MAASDIJK. Rapport inzake jaarstukken augustus 2017 STICHTING HOOP VOOR ALBANIË TE MAASDIJK Rapport inzake jaarstukken 2016 15 augustus 2017 INHOUDSOPGAVE Pagina 1 Balans per 31 december 2016 2 2 Staat van baten en lasten over 2016 3 3 Grondslagen voor

Nadere informatie

Jaarrekening 2014. Stichting Oevernet

Jaarrekening 2014. Stichting Oevernet Jaarrekening 2014 Stichting Oevernet 1.0 Inhoud 1 Inhoud 2 2 Jaarrekening 2.1 Bestuursverslag 3 2.2 Grondslagen 4 2.3 Balans per 31 december 6 2.4 Staat van Baten en Lasten 7 2.5 Toelichting Financiële

Nadere informatie

Jaarrekening 2015 Stichting Oevernet

Jaarrekening 2015 Stichting Oevernet Jaarrekening 2015 Stichting Oevernet Inhoud 1 Bestuursverslag 3 1.1 Grondslagen van waardering en resultaatbepaling 4 2 Jaarrekening 2.1 Balans per 31 december 2015 6 2.2 Staat van baten en lasten over

Nadere informatie

123WatEenSite C. van de PC Teststraat 1 3351 ZZ Alblasserdam

123WatEenSite C. van de PC Teststraat 1 3351 ZZ Alblasserdam C. van de PC Teststraat 1 3351 ZZ Alblasserdam INHOUDSOPGAVE Pagina Accountantsrapportage 3 Voorwoord 4 Resultaten 5 Financiële positie 7 Ondertekening van de accountantsrapportage 9 Jaarstukken 2008 Jaarrekening

Nadere informatie

Publicatierapport 2017

Publicatierapport 2017 Kruisweg 22-24 2011 LC HAARLEM Publicatierapport 2017 Handelsregister Kamer van Koophandel voor Amsterdam, dossiernummer 34080682 Vastgesteld door de algemene vergadering d.d. 26 april 2018 Inhoudsopgave

Nadere informatie

Jaarrekening Stichting Cardo

Jaarrekening Stichting Cardo Jaarrekening 2015 Stichting Cardo 2 van 16 Inhoudsopgave 1. Balans per 31 december 2015 3 2. Resultatenrekening over 2015 4 3. Kengetallen 5 4. Kasstroomoverzicht over 2015 6 5. Grondslagen van waardering

Nadere informatie

De Grote Voskuil Capital B.V. Haarlem. Tussentijds overzicht over de periode 1 januari 2016 t/m 30 juni 2016

De Grote Voskuil Capital B.V. Haarlem. Tussentijds overzicht over de periode 1 januari 2016 t/m 30 juni 2016 Haarlem Tussentijds overzicht over de periode 1 januari 2016 t/m 30 juni 2016 INHOUD Pagina ACCOUNTANTSVERSLAG 1 Opdracht 3 2 Samenstellingsverklaring van de accountant 3 TUSSENTIJDS OVERZICHT 1 Balans

Nadere informatie

Finquiddity Vermogensbeheer B.V., Hilversum Nummer kamer van koophandel: Gegenereerd op 10:40 25 mei 2016

Finquiddity Vermogensbeheer B.V., Hilversum Nummer kamer van koophandel: Gegenereerd op 10:40 25 mei 2016 31/12/2015 31/12/2014 Balans Balans voor of na resultaatbestemming Na Activa Vaste activa Materiële vaste activa 2.130 13.323 Vaste activa 2.130 13.323 Vlottende activa Vorderingen 781.596 683.707 Liquide

Nadere informatie

Vaste activa Materiële vaste activa

Vaste activa Materiële vaste activa 1 BALANS PER 31 DECEMBER 2015 (voor winstbestemming) 31 december 2015 31 december 2014 ACTIVA Vaste activa Materiële vaste activa 375.365 504.356 Vlottende activa Voorraden 50.210 20.111 Vorderingen 105.994

Nadere informatie

AEFIDES INSPIRATIS I BV TE GRONINGEN. Jaarverslag 2011 25 april 2012

AEFIDES INSPIRATIS I BV TE GRONINGEN. Jaarverslag 2011 25 april 2012 AEFIDES INSPIRATIS I BV TE GRONINGEN Jaarverslag 2011 INHOUDSOPGAVE Pagina JAARVERSLAG 1 Opdracht 2 2 Algemeen 3 3 Resultaat 4 4 Financiële positie 5 5 Directieverslag 6 JAARREKENING 1 Balans per 31 december

Nadere informatie

Naam van de rechtspersoon Squarewise Transitions B.V. Zetel van de rechtspersoon Amsterdam. Datum van vaststelling van de jaarrekening 12 juni 2019

Naam van de rechtspersoon Squarewise Transitions B.V. Zetel van de rechtspersoon Amsterdam. Datum van vaststelling van de jaarrekening 12 juni 2019 Startdatum van de periode waarop de betrekking heeft 1 januari 2018 Einddatum van de periode waarop de betrekking heeft 31 december 2018 Jaarrekening vastgesteld (J/N) Datum deponering 1 INHOUD Jaarverslag2

Nadere informatie

STICHTING HOOP VOOR ALBANIË TE MAASDIJK. Verkorte jaarrekening 26 augustus 2013

STICHTING HOOP VOOR ALBANIË TE MAASDIJK. Verkorte jaarrekening 26 augustus 2013 STICHTING HOOP VOOR ALBANIË TE MAASDIJK Verkorte jaarrekening 26 augustus 2013 INHOUDSOPGAVE Pagina VERKORTE JAARREKENING 1 Balans per 31 december 2012 4 2 Staat van baten en lasten over 2012 5 3 Grondslagen

Nadere informatie

1. JAARREKENING Stichting Beeldende Kunst Noord-Kennemerland mei 2017

1. JAARREKENING Stichting Beeldende Kunst Noord-Kennemerland mei 2017 1. JAARREKENING Stichting Beeldende Kunst Noord-Kennemerland - 1-22 mei 2017 1.1 Balans per 31 december 2016 (Na resultaatbestemming) 31 december 2016 31 december 2015 ACTIVA Vaste activa Immateriële vaste

Nadere informatie

Stichting Huis van Levenskunst de heer G.A. Siebes p/a Jagersweg DR APELDOORN. Jaarrekening 2017

Stichting Huis van Levenskunst de heer G.A. Siebes p/a Jagersweg DR APELDOORN. Jaarrekening 2017 Stichting Huis van Levenskunst de heer G.A. Siebes p/a Jagersweg 23 7311 DR APELDOORN Jaarrekening 2017 Stichting Huis van Levenskunst de heer G.A. Siebes p/a Jagersweg 23 7311 DR APELDOORN Jaarrekening

Nadere informatie

Financieel Verslag 2014 Stichting Mama Watoto

Financieel Verslag 2014 Stichting Mama Watoto Financieel Verslag 214 Stichting Mama Watoto 1 Inhoud Jaarrekening Balans per 31 december 214 5 Winst-en-verliesrekening over 214 7 Toelichting op de balans en winst- en verliesrekening 1 Overige gegevens

Nadere informatie

Jaarrekening Stichting Cardo

Jaarrekening Stichting Cardo Jaarrekening 2014 Stichting Cardo Stichting Cardo Jaarrekening 2014 2 van 16 Inhoudsopgave 1. Balans per 31 december 2014 3 2. Resultatenrekening over 2014 4 3. Kengetallen 5 4. Kasstroomoverzicht over

Nadere informatie

Stichting Vrienden van het Mauritshuis te s-gravenhage

Stichting Vrienden van het Mauritshuis te s-gravenhage BALANS PER 31 DECEMBER 2016 (na verwerking van het resultaat) ACTIEF 31.12.2016 31.12.2015 MATERIËLE VASTE ACTIVA 5.184.551 4.292.292 VOORRADEN 362.102 439.375 VORDERINGEN EN OVERLOPENDE ACTIVA 175.528

Nadere informatie

Stichting Katimo Roermond JAARVERSLAG Stichting Katimo. Spikkerweg KS Roermond KVK : Pagina 1

Stichting Katimo Roermond JAARVERSLAG Stichting Katimo. Spikkerweg KS Roermond KVK : Pagina 1 JAARVERSLAG 2018 Stichting Katimo Spikkerweg 156 6042 KS Roermond KVK : 12056122 Pagina 1 Inhoudsopgave 2. Toelichting 3. Jaarrekening 4. Balans 5. Resultatenrekening 6. Toelichting 8. Toelichting balans

Nadere informatie

STICHTING HOOP VOOR ALBANIË TE MAASDIJK. Rapport inzake jaarstukken 2014 30 juni 2015

STICHTING HOOP VOOR ALBANIË TE MAASDIJK. Rapport inzake jaarstukken 2014 30 juni 2015 STICHTING HOOP VOOR ALBANIË TE MAASDIJK Rapport inzake jaarstukken 2014 30 juni 2015 INHOUDSOPGAVE Pagina VERKORTE JAARREKENING 1 Balans per 31 december 2014 4 2 Staat van baten en lasten over 2014 5 3

Nadere informatie

Publicatierapport 2017 Ontwikkelingsbedrijf Noord-Holland Noord N.V. Alkmaar 2 mei 2018

Publicatierapport 2017 Ontwikkelingsbedrijf Noord-Holland Noord N.V. Alkmaar 2 mei 2018 Publicatierapport 2017 Ontwikkelingsbedrijf Noord-Holland Noord N.V. Alkmaar 2 mei 2018 Geconsolideerde jaarrekening Ontwikkelingsbedrijf Noord-Holland Noord NV, Alkmaar 2 Geconsolideerde balans per 31

Nadere informatie

FINANCIEEL JAARRAPPORT 2017 VAN STICHTING PALLIETERBURGHT TE CAPELLE AAN DEN IJSSEL

FINANCIEEL JAARRAPPORT 2017 VAN STICHTING PALLIETERBURGHT TE CAPELLE AAN DEN IJSSEL FINANCIEEL JAARRAPPORT 2017 VAN STICHTING PALLIETERBURGHT TE CAPELLE AAN DEN IJSSEL Inhoudsopgave Pagina 1. Bestuursverslag 1.1 Bericht van de Penningmeester 2 1.2 Algemeen 3 2. Jaarrekening 2.1 Balans

Nadere informatie

NE-iT Hosting B.V. De Tienden 26c 5674 TB NUENEN. Publicatierapport Handelsregister Kamer van Koophandel voor Brabant, dossiernummer

NE-iT Hosting B.V. De Tienden 26c 5674 TB NUENEN. Publicatierapport Handelsregister Kamer van Koophandel voor Brabant, dossiernummer NE-iT Hosting B.V. De Tienden 26c 5674 TB NUENEN Publicatierapport 2016 Handelsregister Kamer van Koophandel voor Brabant, dossiernummer 17254018. Vastgesteld door de algemene vergadering d.d. 17 mei 2017

Nadere informatie

Stichting Maria Magdalena gevestigd te Alkmaar. Rapport inzake de Jaarrekening 2018

Stichting Maria Magdalena gevestigd te Alkmaar. Rapport inzake de Jaarrekening 2018 Stichting Maria Magdalena gevestigd te Alkmaar Rapport inzake de Jaarrekening 2018 Inhoudsopgave Jaarrekening Pagina Balans per 31 december 2018 2 Staat van baten en lasten over 2018 4 Kasstroomoverzicht

Nadere informatie

Jaarrekening Opdracht 1.1 Samenstellingsverklaring Resultaatvergelijking Meerjarenoverzicht 4

Jaarrekening Opdracht 1.1 Samenstellingsverklaring Resultaatvergelijking Meerjarenoverzicht 4 Stg. Peter van den Brakencentrum Sterksel T.a.v. de directie Ten Brakenweg 9 6029 PH STERKSEL Jaarrekening 2017 INHOUDSOPGAVE Pagina 1. Opdracht 1.1 Samenstellingsverklaring 2 1.2 Resultaatvergelijking

Nadere informatie

FINANCIEEL JAARRAPPORT 2016 VAN STICHTING PALLIETERBURGHT TE CAPELLE AAN DEN IJSSEL

FINANCIEEL JAARRAPPORT 2016 VAN STICHTING PALLIETERBURGHT TE CAPELLE AAN DEN IJSSEL FINANCIEEL JAARRAPPORT 2016 VAN STICHTING PALLIETERBURGHT TE CAPELLE AAN DEN IJSSEL Inhoudsopgave Pagina 1. Bestuursverslag 1.1 Bericht van de Penningmeesterverklaring van de accountant 2 1.2 Algemeen

Nadere informatie

SPECIALISTERREN B.V. KOBALTWEG CE UTRECHT PUBLICATIERAPPORT 2016

SPECIALISTERREN B.V. KOBALTWEG CE UTRECHT PUBLICATIERAPPORT 2016 SPECIALISTERREN B.V. KOBALTWEG 11 3542CE UTRECHT PUBLICATIERAPPORT 2016 Handelsregister Kamer van Koophandel voor Woerden, dossiernummer 24396392. Vastgesteld door de algemene vergadering d.d. 14 augustus

Nadere informatie

Stichting Vrienden van het Mauritshuis te s-gravenhage

Stichting Vrienden van het Mauritshuis te s-gravenhage BALANS PER 31 DECEMBER 2017 (na verwerking van het resultaat) ACTIEF 31.12.2017 31.12.2016 VASTE ACTIVA MATERIËLE VASTE ACTIVA 5.129.418 5.184.551 VLOTTENDE ACTIVA VOORRADEN 345.610 362.102 VORDERINGEN

Nadere informatie

JAARSTUKKEN 2017 BATEN EN LASTEN

JAARSTUKKEN 2017 BATEN EN LASTEN BATEN EN LASTEN Jaarrekening Begroting Jaarrekening 2017 2017 2016 Opbrengsten Lumpsum Rijk 2.361.057 2.361.058 2.230.440 DVO prv Gelderland 493.269 497.599 492.282 Lumpsum Arnhem 1.090.970 1.090.970 1.128.779

Nadere informatie

c. De termijn waarvoor deze beleidsregel geldt: 1 januari 2009 t/m 31 december 2011

c. De termijn waarvoor deze beleidsregel geldt: 1 januari 2009 t/m 31 december 2011 BELEIDSREGEL Beleidsregel Overgangsregime kapitaallastenvergoeding () 1. Algemeen a. Deze beleidsregel is van toepassing op zorg of dienst als omschreven bij of krachtens de Zorgverzekeringswet (Zvw),

Nadere informatie

Jaarrekening Stichting Openbare Bibliotheek Zoetermeer

Jaarrekening Stichting Openbare Bibliotheek Zoetermeer Jaarrekening 2015 Stichting Openbare Bibliotheek Zoetermeer Zoetermeer, juni 2016 Inhoudsopgave Bladzijde JAARREKENING Balans 31 december 2015 Staat van baten en lasten 2015 Toelichting grondslagen 1 2

Nadere informatie

STICHTING HOOP VOOR ALBANIË TE MAASDIJK. Rapport inzake jaarstukken 2013 27 juni 2014

STICHTING HOOP VOOR ALBANIË TE MAASDIJK. Rapport inzake jaarstukken 2013 27 juni 2014 STICHTING HOOP VOOR ALBANIË TE MAASDIJK Rapport inzake jaarstukken 2013 27 juni 2014 INHOUDSOPGAVE Pagina VERKORTE JAARREKENING 1 Balans per 31 december 2013 4 2 Staat van baten en lasten over 2013 5 3

Nadere informatie

Jaarrekening Stichting Illustere Figuren Grote Buren PS Wergea

Jaarrekening Stichting Illustere Figuren Grote Buren PS Wergea Jaarrekening 2017 Grote Buren 24 9005 PS Voorblad 0 Inhoud Jaarrapportage 2 Samenstellingsverklaring 3 Resultaatvergelijk 4 Algemeen 5 Financiele positie 6 Jaarrekening 8 Balans 9 Resultatenrekening 10

Nadere informatie

Financieel verslag Stichting Waga Winschoten. Fin verslag Stichting Waga 2018.xlsx

Financieel verslag Stichting Waga Winschoten. Fin verslag Stichting Waga 2018.xlsx Financieel verslag 2018 Stichting Waga Winschoten Pagina 1 Inhoud Jaarrekening 2 Balans per 31 december 2017 3 Staat van baten en lasten 2017 4 Toelichting op de balans en de staat van baten en lasten

Nadere informatie

SynVest Fund Management B.V. Hogehilweg 5 1101 CA AMSTERDAM. Publicatiebalans 2014

SynVest Fund Management B.V. Hogehilweg 5 1101 CA AMSTERDAM. Publicatiebalans 2014 Hogehilweg 5 1101 CA AMSTERDAM Publicatiebalans 2014 Vastgesteld door de Algemene Vergadering d.d. 15-07-2015. Hogehilweg 5 1101 CA AMSTERDAM Publicatiebalans 2014 Ingeschreven bij de Kamer van Koophandel

Nadere informatie

Opgave 1 (20 punten) Pagina 1 van 5

Opgave 1 (20 punten) Pagina 1 van 5 Opgave 1 (20 punten) Vraag 1 (11 punten) Geef gemotiveerd aan hoe de door te voeren waardevermindering op de machines in de jaarrekening van LK moet worden bepaald en geef de journaalpost ter verwerking

Nadere informatie

Jaarrekening Stichting Cardo

Jaarrekening Stichting Cardo Jaarrekening 2016 Stichting Cardo 2 van 17 Inhoudsopgave 1. Balans per 31 december 2016 3 2. Resultatenrekening over 2016 4 3. Kengetallen 5 4. Kasstroomoverzicht over 2016 6 5. Grondslagen van waardering

Nadere informatie

Stichting Cinema Enkhuizen gevestigd te Hoorn. Rapport inzake de Jaarrekening 2017

Stichting Cinema Enkhuizen gevestigd te Hoorn. Rapport inzake de Jaarrekening 2017 Stichting Cinema Enkhuizen gevestigd te Hoorn Rapport inzake de Jaarrekening 2017 Inhoudsopgave Jaarrekening Pagina Balans per 31 december 2017 2 Staat van baten en lasten over 2017 4 Grondslagen van waardering

Nadere informatie

Vaste activa Materiële vaste activa 4 Inventaris 585.400 Transportmiddelen 4 99.600 3 Apparatuur 4 342.500 4 1.027.500 7

Vaste activa Materiële vaste activa 4 Inventaris 585.400 Transportmiddelen 4 99.600 3 Apparatuur 4 342.500 4 1.027.500 7 Balans per 31 december 2012 (na voorgestelde resultaatbestemming) Activa 31 december 2012 31 december 2011 Ref Vaste activa Materiële vaste activa 4 Inventaris 585.400 Transportmiddelen 4 99.600 3 Apparatuur

Nadere informatie

1. Jaarrekening 1.1 Balans per 31 december Staat van baten en lasten over Toelichting op de jaarrekening 5

1. Jaarrekening 1.1 Balans per 31 december Staat van baten en lasten over Toelichting op de jaarrekening 5 De heer G. Mendelts p/a Hoofdstraat Oost 5 9981 AG UITHUIZEN INHOUDSOPGAVE Pagina 1. Jaarrekening 1.1 Balans per 31 december 2017 2 1.2 Staat van baten en lasten over 2017 4 1.3 Toelichting op de jaarrekening

Nadere informatie

VOORBEELD JAARREKENING B.V. TE HOOFDDORP. Rapport inzake jaarstukken 2010

VOORBEELD JAARREKENING B.V. TE HOOFDDORP. Rapport inzake jaarstukken 2010 VOORBEELD JAARREKENING B.V. TE HOOFDDORP Rapport inzake jaarstukken 2010 INHOUDSOPGAVE Pagina RAPPORT 1 Opdracht 3 2 Samenstellingsrapport 3 3 Resultaat 4 4 Financiële positie 6 JAARREKENING 1 Balans per

Nadere informatie

1. JAARREKENING Stichting Beeldende Kunst Noord-Kennemerland mei 2016

1. JAARREKENING Stichting Beeldende Kunst Noord-Kennemerland mei 2016 1. JAARREKENING Stichting Beeldende Kunst Noord-Kennemerland - 1-3 mei 2016 1.1 Balans per 31 december 2015 (Na resultaatbestemming) 31 december 2015 31 december 2014 ACTIVA Vaste activa Materiële vaste

Nadere informatie

Financieel verslag 2015

Financieel verslag 2015 Financieel verslag 2015 Inhoud Jaarrekening 2 Balans per 31 december 2015 3 Winst- en verliesrekening 2015 4 Toelichting op de balans en winst- en verliesrekening 5 Overige gegevens 10 Statutaire regeling

Nadere informatie

SynVest Fund Management B.V. Hogehilweg 5-Z 1101 CA AMSTERDAM. Publicatiebalans 2015

SynVest Fund Management B.V. Hogehilweg 5-Z 1101 CA AMSTERDAM. Publicatiebalans 2015 Hogehilweg 5-Z 1101 CA AMSTERDAM Publicatiebalans 2015 Vastgesteld door de Algemene Vergadering d.d. 29 juni 2016. Hogehilweg 5-Z 1101 CA AMSTERDAM Publicatiebalans 2015 Ingeschreven bij de Kamer van Koophandel

Nadere informatie

JAARVERSLAG 2014 STICHTING DENTALCARE EVERYWHERE. Koetsierbaan 315 1315 ST ALMERE

JAARVERSLAG 2014 STICHTING DENTALCARE EVERYWHERE. Koetsierbaan 315 1315 ST ALMERE JAARVERSLAG 2014 STICHTING DENTALCARE EVERYWHERE Koetsierbaan 315 1315 ST ALMERE Haarlem, juni 2015 INHOUDSOPGAVE Pagina ACCOUNTANTSVERSLAG 1 Samenstellingsverklaring 2 JAARREKENING 1 Balans per 31 december

Nadere informatie

Stichting Educatief en Cultureel Centrum Maaslanden Zijpendaalstraat PS Nijmegen. Jaarrekening 2015

Stichting Educatief en Cultureel Centrum Maaslanden Zijpendaalstraat PS Nijmegen. Jaarrekening 2015 Stichting Educatief en Cultureel Centrum Maaslanden Zijpendaalstraat 3 6535 PS Nijmegen INHOUDSOPGAVE Pagina Accountantsrapportage Samenstellingsverklaring 4 Voorwoord 4 Jaarstukken 2015 Jaarrekening 5

Nadere informatie

Ophorst Van Marwijk Kooy Vermogensbeheer N.V. Gouda

Ophorst Van Marwijk Kooy Vermogensbeheer N.V. Gouda Ophorst Van Marwijk Kooy Vermogensbeheer N.V. Gouda Rapport inzake de tussentijdse cijfers per 30 juni 2016 Inhoudsopgave Pagina Tussentijdse cijfers 1 Balans per 30 juni 2016 3 2 Winst- en verliesrekening

Nadere informatie

Sytse Duiverman 12 februari 2019

Sytse Duiverman 12 februari 2019 Actualia Externe verslaggeving 2018 Sytse Duiverman 12 februari 2019 Nieuwe verslaggevingsregels voor 2018 Nieuwe Richtlijnen voor de jaarverslaggeving 2018 Belangrijkste wijzigingen (boekjaar 2018) 1/3

Nadere informatie

Stichting Touwmuseum De Baanschuur Postbus DA Oudewater. Jaarcijfers

Stichting Touwmuseum De Baanschuur Postbus DA Oudewater. Jaarcijfers Stichting Touwmuseum De Baanschuur Postbus 39 3420DA Oudewater Jaarcijfers 2015 522010-0 INHOUDSOPGAVE Pagina Jaarrekening Balans per 31 december 2015 2 Staat van baten en lasten 3 Grondslagen voor waardering

Nadere informatie

Uitgebracht aan de directie en aandeelhouder van: Vinc Vastgoed Management I B.V. inzake. tussentijds bericht per 30 juni 2011

Uitgebracht aan de directie en aandeelhouder van: Vinc Vastgoed Management I B.V. inzake. tussentijds bericht per 30 juni 2011 Uitgebracht aan de directie en aandeelhouder van: inzake tussentijds bericht per 30 juni 2011 25 augustus 2011 Barendrecht INHOUDSOPGAVE Pagina Balans per 30 juni 2011 2 Winst- en verliesrekening over

Nadere informatie

Jaarverantwoording [titel] Informatie over de rapportage en de rechtspersoon [titel] Informatie over de rechtspersoon [titel]

Jaarverantwoording [titel] Informatie over de rapportage en de rechtspersoon [titel] Informatie over de rechtspersoon [titel] . INHOUD. Jaarverantwoording [titel]...1 Informatie over de rapportage en de rechtspersoon [titel]... 1 Informatie over de rechtspersoon [titel]... 1 Informatie over de rapportage [titel]... 1 Jaarrekening

Nadere informatie

Stichting Healthcare Christian Fellowship International Centre, Voorthuizen

Stichting Healthcare Christian Fellowship International Centre, Voorthuizen Balans per 31 december 2014 (na verwerking van het verlies) ACTIVA VASTE ACTIVA Materiële vaste activa (1) 31 december 2014 Onroerende zaken 300.365 315.307 Inventaris 3.061 4.925 Vervoermiddelen 500 725

Nadere informatie

Jaarrekening Stichting Bibliotheek Krimpenerwaard

Jaarrekening Stichting Bibliotheek Krimpenerwaard Jaarrekening 215 Schoonhoven, mei 216 Inhoudsopgave Bladzijde JAARREKENING Balans 31 december 215 Staat van baten en lasten 215 1 2 3 Opgesteld door ProBiblio Financiële Diensten Bibliotheken Kenmerk:

Nadere informatie

Naam van de rechtspersoon Zetel van de rechtspersoon. Datum van vaststelling van de jaarrekening 25 oktober 2018

Naam van de rechtspersoon Zetel van de rechtspersoon. Datum van vaststelling van de jaarrekening 25 oktober 2018 . Startdatum van de huidige financiële rapportageperiode 1 januari Einddatum van de huidige financiële rapportageperiode 31 december Datum deponering 30 oktober 2018 1 INHOUD. Jaarverantwoording... 2 Informatie

Nadere informatie

HALFJAARVERSLAG. AEFIDES Vastgoed XII CV te Groningen. Over de periode 11 december 2007 t/m 30 juni 2008

HALFJAARVERSLAG. AEFIDES Vastgoed XII CV te Groningen. Over de periode 11 december 2007 t/m 30 juni 2008 HALFJAARVERSLAG AEFIDES Vastgoed XII CV te Groningen Over de periode 11 december 2007 30 juni 2008 INHOUD Pagina HALFJAARVERSLAG 1 Resultaat over 11 december 2008 30 juni 2008 3 2 Balans per 30 juni 2008

Nadere informatie

Vereniging onderwijshuisvesting voortgezet onderwijs Breda en omstreken in coöperatief verband met uitsluiting van aansprakelijkheid (U.A.

Vereniging onderwijshuisvesting voortgezet onderwijs Breda en omstreken in coöperatief verband met uitsluiting van aansprakelijkheid (U.A. Financieel verslag 2012 Building Breda Vereniging onderwijshuisvesting voortgezet onderwijs Breda en omstreken in coöperatief verband met uitsluiting van aansprakelijkheid (U.A.) Breda Inhoud Algemeen

Nadere informatie

Stichting Openbaar Museum Modelbouw Leyenseweg BC BILTHOVEN. Financieel verslag 2014

Stichting Openbaar Museum Modelbouw Leyenseweg BC BILTHOVEN. Financieel verslag 2014 Stichting Openbaar Museum Modelbouw Leyenseweg 115 3721 BC BILTHOVEN Financieel verslag 2014 Stichting Openbaar Museum Modelbouw Leyenseweg 115 3721 BC BILTHOVEN Jaarrapport 2014 Rapportdatum: 29 juni

Nadere informatie

Balans per 31 december 2012

Balans per 31 december 2012 Balans per 31 december 2012 ACTIVA 31 december 2012 31 december 2011 Vaste activa Materiële vaste activa Onroerende zaken 330.249 345.191 1 Inventaris 6.878 8.475 1 Vervoermiddelen 1.625 2.525 1 338.752

Nadere informatie

Stichting Thus, Zevenaar. 1 BALANS PER 31 DECEMBER 2015 (na resultaatbestem m ing) 31 december december 2014 ACTIVA

Stichting Thus, Zevenaar. 1 BALANS PER 31 DECEMBER 2015 (na resultaatbestem m ing) 31 december december 2014 ACTIVA JAARREKENING 2015 Stichting Thus, Zevenaar 1 BALANS PER 31 DECEMBER 2015 (na resultaatbestem m ing) 31 december 2015 31 december 2014 ACTIVA Vaste activa Immateriële vaste activa (1) 1.114 Materiële vaste

Nadere informatie

Stichting Openhaard Taandersplein CN Rotterdam. Rapport Inzake Jaarstukken 2016/2017

Stichting Openhaard Taandersplein CN Rotterdam. Rapport Inzake Jaarstukken 2016/2017 Stichting Openhaard Taandersplein 1 3027 CN Rotterdam Rapport Inzake Jaarstukken 2016/2017 INHOUDSOPGAVE Pagina Accountantsrapportage 3 Algemeen 4 Jaarstukken 2016-2017 Jaarrekening 5 Balans per 31 juli

Nadere informatie

Stichting AL HOEDA WA NOER Vlaggemanstraat LA Rotterdam. Jaarrekening 2012

Stichting AL HOEDA WA NOER Vlaggemanstraat LA Rotterdam. Jaarrekening 2012 Vlaggemanstraat 11 3038 LA Rotterdam INHOUDSOPGAVE Pagina Accountantsrapportage 3 Samenstellingsverklaring 4 Voorwoord 5 Resultaten \ Financiële positie 8 Ondertekening van de accountantsrapportage 10

Nadere informatie

SynVest Fund Management B.V. gevestigd te Amsterdam Rapport inzake de Publicatiebalans 2016 Vastgesteld door de Algemene Vergadering d.d.

SynVest Fund Management B.V. gevestigd te Amsterdam Rapport inzake de Publicatiebalans 2016 Vastgesteld door de Algemene Vergadering d.d. SynVest Fund Management B.V. gevestigd te Amsterdam Rapport inzake de Publicatiebalans 2016 Vastgesteld door de Algemene Vergadering d.d. 26 juni 2017 Inhoudsopgave 1. Jaarrekening 1.1 Balans per 31 december

Nadere informatie

Wijziging waardering vastgoed in het MKB. Per boekjaar 2016

Wijziging waardering vastgoed in het MKB. Per boekjaar 2016 Wijziging waardering vastgoed in het MKB Per boekjaar 2016 2017 Koninklijke NBA Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand of openbaar gemaakt in

Nadere informatie

De Grote Voskuil Capital B.V. Haarlem. Jaarrapport 2016

De Grote Voskuil Capital B.V. Haarlem. Jaarrapport 2016 Haarlem Jaarrapport 2016 INHOUDSOPGAVE Pagina ACCOUNTANTSVERSLAG 1 Opdracht 3 2 Samenstellingsverklaring van de accountant 3 JAARREKENING 1 Balans per 31 december 2016 5 2 Winst-en-verliesrekening over

Nadere informatie

STICHTING REVIVE TE BRUCHEM. Rapport inzake jaarstukken 2015

STICHTING REVIVE TE BRUCHEM. Rapport inzake jaarstukken 2015 STICHTING REVIVE TE BRUCHEM Rapport inzake jaarstukken 2015 INHOUDSOPGAVE Pagina ACCOUNTANTSVERSLAG 1 Balans per 31 december 2015 4 2 Winst-en-verliesrekening over 2015 5 3 Grondslagen voor waardering

Nadere informatie

Uitwerking examen Financial Accounting 2 dd 9 januari 2018 (na normeringsvergadering)

Uitwerking examen Financial Accounting 2 dd 9 januari 2018 (na normeringsvergadering) Uitwerking examen Financial Accounting dd 9 januari 08 (na normeringsvergadering) Opgave (30 punten) Vraag ( punten) Noem twee functies van het kasstroomoverzicht. Draagt in samenhang met de balans en

Nadere informatie