Gemeente Alkemade Parapluherziening Luchthavenindeling Ontwerpbestemmingsplan Procedure

Transcriptie

1 Gemeente Alkemade Parapluherziening Luchthavenindeling Ontwerpbestemmingsplan Procedure plannummer datum raad gedeputeerde staten beroep 2005 MF mei 2006

2 LEESWIJZER De gemeente Alkemade wenst door middel van het voorliggende parapluplan haar vigerende bestemmingsplannen die betrokken zijn bij het Luchthavenindelingbesluit (Lib) in één keer in overeenstemming te brengen met het Lib. In hoofdstuk 2 wordt ingegaan op het beleidskader. Hierin wordt aangegeven welke beleidsoverwegingen tot de herziening van de Wet luchtvaart en het Luchtindelingbesluit hebben geleid. Daarnaast wordt aangeven binnen welke uitvoeringskaders op gemeentelijk niveau met dit paraplubestemmingsplan wordt omgegaan. In hoofdstuk 3 wordt in detail ingegaan op de juridisch-planologische consequenties van het Lib voor de gemeente Alkemade. Voor het opstellen van dit parapluplan is informatie ingewonnen bij andere gemeenten die ook te maken hebben met het Lib. Ook is er contact geweest met de Ministerie van Verkeer en Waterstaat en met de VROM-Inspectie.

3 INHOUDSOPGAVE LEESWIJZER... 2 INHOUDSOPGAVE INLEIDING Gevolgen van de wetswijziging Doel van de parapluherziening Planbegrenzing LUCHTHAVENINDELINGBESLUIT JURIDISCHE REGELING Beperkingen voor gebruik Beperkingen objecthoogte Gebiedsbeperking vogelaantrekkende functies Verklaring van geen bezwaar Te herziene plannen UITVOERBAARHEID Bijzonderheden ten aanzien van de procedure Werking bestemmingsplan Financiële uitvoerbaarheid INSPRAAK EN OVERLEG VOORSCHRIFTEN... 15

4 DEEL I 1. INLEIDING Ten tijde van de PKB Schiphol en Omgeving werden de veiligheids- en milieugrenzen vastgesteld mede aan de hand van een door de overheid opgesteld groeiscenario. Om deze grenzen de nodige hardheid mee te geven, werd ook het groeiscenario, in de vorm van volumeplafonds vastgelegd. Thans is de gedachtegang, kort gezegd, dat een stelsel van veiligheids- en milieugrenzen geen bescherming moet bieden tegen aantallen vliegtuigen, passagiers of tonnen vracht, maar tegen de gevolgen van het daarmee samenhangende vliegverkeer. Het beleid van de overheid moet op de eerste plaats gericht zijn op het vaststellen van goede en handhaafbare veiligheids- en milieugrenzen. De overheid moet een regime creëren waarbij de luchtvaartsector, binnen de gestelde grenzen, de ruimte krijgt om het groeipotentieel te ontwikkelen. De Wet tot wijziging van de Wet luchtvaart inzake de inrichting en het gebruik van de luchthaven Schiphol is gericht op het tot stand brengen van een wettelijke grondslag voor dit nieuwe regime. In het nieuwe hoofdstuk 8 van de Wet luchtvaart is de grondslag gelegd voor een tweetal uitvoeringsbesluiten: het Luchthavenindelingbesluit (verder Lib) en het Luchthavenverkeersbesluit Schiphol (verder: Lvb). Het Lib bevat de ruimtelijke maatregelen op rijksniveau die nodig zijn om de uitvoering van het ruimtelijk beleid ten aanzien van de luchthaven Schiphol te verzekeren. Het Lvb is gericht op de beheersing van de gevolgen van het luchthavenverkeer met betrekking tot de aspecten veiligheid, geluid, lokale luchtverontreiniging en geur. De bescherming ten aanzien van veiligheid en geluid wordt geboden door een samenspel van beide besluiten. Het Lvb begrenst de gevolgen van het vliegverkeer (onder meer) in termen van externeveiligheidsrisico en geluidbelasting op de grond. Het aantal mensen dat getroffen wordt door die gevolgen wordt begrensd door de (bouw- en gebruiks)beperkingen waartoe het Lib verplicht Gevolgen van de wetswijziging De wet tot wijziging van de Wet Luchtvaart is de grondslag voor twee uitvoeringsbesluiten: het Lvb en het Lib. Met de inwerkingtreding van de wijziging van de Wet luchtvaart en de beide uitvoeringsbesluiten wordt de PKB en de Aanwijzing Luchtvaartterrein Schiphol van 1996 ingetrokken. Het ontwerp Lib is bekendgemaakt in de Staatscourant van 23 januari 2002 (Stcrt.16). Per 20 februari 2003 is de Wet tot wijziging van de wet Luchtvaart in werking getreden. In verband met het herstellen van een invoerfout en een wijziging van de uitvliegroutes in westelijke richting vanaf de Polderbaan is bij besluit van 23 augustus 2004, staatsblad 425, door de regering besloten tot wijziging van het Lvb en het Lib Schiphol. De implementatie van het Lib brengt met zich mee dat alle bestemmingsplannen moeten worden aangepast aan het Lib. Deze wettelijke verplichting, neergelegd in artikel 8.8, lid 3 van de Wet luchtvaart, vormt de juridische basis van dit bestemmingsplan. Dit artikel luidt als volgt: De gemeenteraad is verplicht het bestemmingsplan overeenkomstig het luchthavenindelingbesluit vast te stellen of te herzien binnen een jaar nadat het luchthavenindelingsbesluit onherroepelijk is geworden. Sectie RO 2005 MF 549 4

5 Luchthavenverkeerbesluit Het Luchthavenverkeerbesluit richt zich op de uitstoot bij de bron van geluid en luchtverontreiniging. Het geeft regels voor de luchthaven, vliegtuigen, vliegtuigbewegingen en gezagvoerders van vliegtuigen door het afbakenen van luchtverkeerwegen en bepalen van grenswaarden voor externe veiligheid, geluidsbelasting en de uitstoot van stoffen die lokale luchtverontreiniging veroorzaken. Het legt daarmee beperkingen op voor het vliegverkeer, maar bevat geen beperkingen op het gebied van de ruimtelijke ordening in de omgeving van de luchthaven Schiphol. Luchthavenindelingbesluit In het Luchthavenindelingbesluit (Lib) wordt een onderscheid gemaakt tussen het luchthavengebied en een beperkingengebied. Het besluit bevat regels voor het luchthavengebied omtrent de bestemming en het gebruik van de gronden voorzover die nodig zijn voor het gebruik van het gebied als luchthaven. Voor het beperkingengebied bevat het besluit regels en beperkingen voorzover deze noodzakelijk zijn voor de veiligheid en beperking van de geluidsbelasting in verband met de nabijheid van de luchthaven Doel van de parapluherziening De gemeente is verplicht de bestemmingsplannen met het Lib binnen een jaar na de inwerkingtreding in overeenstemming te brengen, door de uit het besluit voortvloeiende regels en beperkingen in de betreffende bestemmingsplannen te verwerken. Indien er na 20 februari 2004 geen bestemmingsplan ligt dat in overeenstemming is met het Lib, dan geldt het Lib als voorbereidingsbesluit in de zin van de Wet op de Ruimtelijke Ordening (WRO). In tegenstelling tot de normale regeling, loopt de aanhoudingsplicht na een jaar door, zodat ook na 20 februari 2005 de vergunningverlening moet worden aangehouden. Zodra de nieuwe of gewijzigde bestemmingsplannen in overeenstemming met het Lib van kracht zijn dan gelden de gebruikelijke regels van de Woningwet en de Wet op de Ruimtelijke Ordening. In afwijking van artikel 21, lid 4 t/m 6 van de WRO blijft dit voorbereidingsbesluit van kracht tot de strijdigheid met het LIB is opgeheven. Dit geldt ook voor de aanhouding van de beslissing omtrent bouwvergunningen. Een groot deel van de gemeente Alkemade valt onder het Lib als het gaat om de hoogtebeperking. Een deel van het bestemmingsplan Kaag heeft ook met de beperking van de bebouwing te maken. De gemeente Alkemade wenst door middel van het voorliggende parapluplan haar vigerende bestemmingsplannen die betrokken zijn bij het Lib in één keer in overeenstemming te brengen met het Lib. Het bestemmingsplan is een zogenaamd paraplubestemmingsplan. De oorspronkelijke bestemmingen van de respectievelijke bestemmingsplannen blijven in principe in stand. Dit paraplubestemmingsplan legt echter beperkingen op, door middel van diverse verbodsbepalingen in de voorschriften. Bij de bestemmingsplantoetsing van een bouwplan in een concreet geval krijgt het Lib voorrang. Met de inwerkingtreding van dit paraplubestemmingsplan worden diverse doelstellingen bereikt die van belang zijn voor de Gemeente Alkemade. Allereerst zal de werking van het Lib als voorbereidingsbesluit ex. Artikel 21 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening komen te vervallen. Na de inwerkingtreding van dit paraplubestemmingsplan en het komen te vervallen van de voorbereidingsbescherming, kan de normale vergunningsprocedure weer gevolgd worden. Sectie RO 2005 MF 549 5

6 1.3. Planbegrenzing De begrenzing van dit bestemmingsplan wordt gevormd door de grens van het beperkingengebied voorzover gelegen binnen de grenzen van de Gemeente Alkemade. Het beperkingengebied is het gebied waar in verband met de nabijheid van de luchthaven Schiphol en met het oog op de veiligheid en de geluidbelasting beperkingen noodzakelijk zijn ten aanzien van de bestemming of het gebruik van de grond. Dit gebied is in het Lib vastgelegd. Sectie RO 2005 MF 549 6

7 2. LUCHTHAVENINDELINGBESLUIT Het Lib begrenst de gevolgen van het vliegverkeer (onder meer) in termen van externe veiligheidsrisico's en geluidsbelasting op de grond. In het Lib wordt een onderscheid gemaakt tussen het luchthavengebied en het beperkingengebied. Aangezien het luchthavengebied buiten de gemeente Alkemade valt, zal de regeling voor dit gebied hier verder buiten beschouwing worden gelaten. Op grond van artikel 8.7, tweede lid, van de Wijzigingswet wordt bepaald dat er regels moeten worden gesteld omtrent beperking van bestemming en gebruik van grond in verband met het externe veiligheidsrisico en de geluidsbelasting vanwege het luchthavenluchtverkeer. Daarnaast worden op grond van dit lid bepaald dat er regels worden gesteld omtrent beperking van de hoogte van objecten in, op of boven de grond en beperking van vogelaantrekkende bestemmingen en gebruik. In het volgende hoofdstuk worden de verschillende categorieën en de bijbehorende beperkingen kort toegelicht. Sectie RO 2005 MF 549 7

8 3. JURIDISCHE REGELING In dit hoofdstuk wordt in detail ingegaan op de juridisch-planologische consequenties van het Lib voor de gemeente Alkemade Beperkingen voor gebruik Veiligheidsloopzone (Zone 1 Luchthavenindelingbesluit) Binnen een veiligheidssloopzone zijn geen gebouwen toegestaan, behoudens bestaand gebruik van gebouwen met een kantoorfunctie of van bedrijven en gebouwen waarvoor een verklaring van geen bezwaar is afgegeven. De regeling van de sloopzone is niet van toepassing voor de gemeente Alkemade Geluidssloopzone (Zone 2 Luchthavenindelingbesluit) Binnen een geluidssloopzone zijn geen gebouwen toegestaan behoudens bestaand gebruik van gebouwen met een kantoorfunctie of van bedrijven en gebouwen waarvoor een verklaring van geen bezwaar is afgegeven. De regeling voor het slopen van woningen uit het oogpunt van geluid is niet van toepassing voor de gemeente Alkemade Veiligheidscontour Plaatsgebonden Risico 10-6 (zone 3 Luchthavenindelingbesluit) Binnen de 10-6 individueel risico-contour zijn geen gebouwen toegestaan. Behoudens bestaand gebruik en gebouwen waarvoor een verklaring van geen bezwaar is afgegeven. De regeling voor zone 3 is niet van toepassing voor de gemeente Alkemade Zone beperkingen geluid en veiligheid / de 58 db8a L-den contour (zone 4 Luchthavenindelingbesluit) Deze contour is berekend op basis van scenario s met invoergegevens voor 2005 en De regeling rond zone 4 is neergelegd in artikel lid 4 van het Lib. In zone 4 zijn geen beperkingen gesteld aan nieuwe bedrijfsbebouwing, maar wel aan bebouwing ten dienste van zogenaamde "gevoelige bestemmingen". Nieuwe bebouwing ten behoeve van deze functies is niet toegestaan. In het Lib zijn deze geclassificeerd als woningen, woonwagens, woonschepen, gebouwen met een gezondheidszorgfunctie en gebouwen met een onderwijsfunctie. Ook hier mag bestaand gebruik doorgang vinden. Deze regeling is wel van toepassing voor de gemeente Alkemade 3.2. Beperking objecthoogte De hoogtebeperking vloeit met name voort uit het Verdrag van Chicago. In dit internationale verdrag staat waar welke hoogtebeperkingen rond een luchthaven moeten gelden in verband met de veiligheid. De gebieden met deze hoogtebeperkingen worden wel aangeduid met de termen obstakelvrije zones en RESA-vlakken (Runway End Safety Areas). In het verlengde van de banen liggen deelgebieden waarbinnen zich in beginsel geen ostakels mogen bevinden (RESA). Deze gebieden beginnen aan het eind van de start- en landingsbaan en zijn 150 meter breed en 900 meter lang. Voor zover er zich obstakels bevinden dienen deze breekbaar en licht van constructie zijn. Deze veiligheidsmaatregelen zijn noodzakelijk om de gevolgen van het doorschieten en het te vroeg landen van vliegtuigen te verminderen. In het verlengde van de banen gelden bovendien hoogtebeperkingen in verband met het veilig aanvliegen (obstakelvrije zones). De Sectie RO 2005 MF 549 8

9 breedte van het deelgebied neemt toe naarmate de afstand tot de luchthaven groter wordt. In aanvulling daarop geldt in een straal van 6 kilometer, gerekend vanaf de start- en landingsbanen, een hoogtebeperking van 45 tot 145 meter. De reden voor deze hoogtebeperking is een eventuele doorstart van een vliegtuig, indien de landing niet goed verloopt. Er moet dan ruimte zijn om vervolgens weer op te kunnen stijgen zonder dat er gevaar ontstaat van botsingen met obstakels op de grond. In de zone van de hoogtebeperking zijn geen gebouwen, bouwwerken geen gebouwen zijnde, werken en werkzaamheden toegestaan die qua hoogte de aangegeven maximale hoogten overstijgen. Bij de hoogtebeperking wordt uitgegaan van het niveau van de luchthaven Schiphol, zijnde -4,0 m NAP. Deze regeling is neergelegd in artikel lid 1. In het Lib is in artikel lid 4 bepaald dat voor de gronden, die vallen binnen dit gebied, een aanlegvergunningenstelsel moet worden opgenomen, zodat wordt voorkomen dat werken en werkzaamheden, die niet vallen onder een normale bestemmingsregeling, de beoogde bouwhoogte kunnen overschrijden. Deze hoogtebeperking geldt niet voor rechtens aanwezige objecten, die de gegeven hoogte overschrijden. Deze regeling is neergelegd in lid 3 van dit artikel. Op grond van het Lib wordt de gemeente Alkemade verplicht een aanlegvergunning, waarin deze maximale hoogten worden vastgelegd op te nemen in het bestemmingsplan. Een aanlegvergunningenstelsel opnemen in het bestemmingsplan is alleen mogelijk voorzover dit strekt tot het voorkomen dat het terrein minder geschikt wordt voor de verwezenlijking van de bestemming, of ter handhaving van een al verwezenlijkte bestemming. Een en ander zoals neergelegd in artikel 14 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening (WRO). Verder stelt artikel 10 WRO dat de gemeente regels stelt voor het gebruik van de gronden, en zonodig regels kan stellen voor het gebruik van de grond en opstallen in verband met de bestemming. Het probleem wat er met betrekking tot de hoogtebeperking ontstaat is, dat er van een bestemming in de zin van de WRO feitelijk geen sprake is. Een dergelijke bestemming zal dus moeten worden gecreëerd om een aanlegvergunningenstelsel op te nemen. Uit de jurisprudentie blijkt, dat het mogelijk is om een aanlegvergunningenstelsel op te nemen die strekt tot het beschermen van andere gebieden dan het bestemmingsvlak waarin de regeling is opgenomen, onder voorwaarde dat deze bestemming wel als zodanig is geduid onder de noemer "uitsluitend en rechtstreeks verband". Als zodanig is het mogelijk een medebestemming op de gronden te leggen. In bijlage 4 van het Lib worden de maximale objecthoogtes gegeven die voor dit gebied gelden. Hierbij wordt uitgegaan van de maaiveldhoogte van Schiphol (-4,0 m NAP). Deze hoogteregeling strookt niet met de standaardbepaling van het peil zoals deze normaliter wordt opgenomen in het bestemmingsplan. De referentiehoogte zal dan ook worden opgenomen in de voorschriften. Juridische vertaling Ter voldoening van het bepaalde in het Lib en ter voldoening van de wettelijke regeling, zoals deze is neergelegd in de Wet op de Ruimtelijke Ordening, zal voor alle bestemmingsplannen, die vallen binnen de zone waarin beperkingen aan de objecthoogte zijn gesteld, de medebestemming Hoogtebeperking van toepassing worden verklaard. Op grond van deze bestemming zijn geen objecten toegestaan die qua hoogte de maximale hoogte overschrijden die op de bijbehorende kaart zijn aangegeven. Bestaande objecten zullen van deze regeling worden uitgesloten. Voor de uitvoering van werken en werkzaamheden zal een aanlegvergunningenstelsel worden opgenomen Gebiedsbeperking vogelaantrekkende functies Aanvaringen tussen luchtvaartuigen en vogels vormen een reëel gevaar voor de luchtvaart. Meer dan negentig procent van dergelijke aanvaringen vindt plaats op of in de directe Sectie RO 2005 MF 549 9

10 nabijheid van luchthavens. Het vogelaanvaringsgevaar wordt onder andere veroorzaakt door de aanwezigheid van gebieden met een sterke vogelconcentratie in de nabijheid van de luchthaven. De omvang van het gebied waar beperkingen gelden voor het aantrekken van vogels is zodanig dat de afstand tussen de grens van het gebied en iedere baan minimaal 6 km bedraagt. Deze regeling is niet van toepassing voor de gemeente Alkemade. Gevolgen voor water In afwijking van een normaal bestemmingsplan is in dit plan geen waterparagraaf opgenomen. De reden hiervan is dat dit plan geen nieuwe functies of bestemmingen regelt, maar slechts beperkingen oplegt. Er kunnen echter in voorkomende gevallen consequenties zijn voor water in ruimtelijke projecten. In deze projecten zal rekening gehouden moeten worden met de nieuwe beperkingen. Indien een afwijking van de regels noodzakelijk is, zal deze onderbouwd moeten worden teneinde een verklaring van geen bezwaar te kunnen aanvragen Verklaring van geen bezwaar Het blijft mogelijk om in een aantal gevallen van de regels van het luchthavenindelingbesluit af te wijken. Afwijken kan alleen als vooraf een verklaring van geen bezwaar is afgegeven door de minister van Verkeer en Waterstaat (V&W) in overeenstemming met de minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer (VROM). De aanvraag om een verklaring van geen bezwaar maakt deel uit van de procedure van de aanvraag om een bouw- of aanlegvergunning dan wel de vrijstelling van het bestemmingsplan (art. 15,17 of 19 WRO). Een verklaring kan worden aangevraagd als het gaat om het afwijken van regels ten aanzien van: - gebouwen in de vier genoemde veiligheids- en geluidszones - hoogtebeperkingen - vogelaantrekkende bestemmingen en grondgebruik Afwijken in veiligheids- en sloopzones Voor de beleidsregels over het afwijken van de regels in veiligheids- en sloopzones in een indeling gemaakt in de verschillende zones in het beperkingengebied. De veiligheidssloopzone Uitgangspunt is dat in dit gebied niet afgeweken wordt van de regels ten aanzien van toegelaten gebouwen. De geluidssloopzone Afwijking is mogelijk in geval van kleinschalige en arbeidsextensieve kantoren of bedrijven. Verder moet er sprake zijn van een aangetoonde relatie met de Luchthaven Schiphol. De veiligheidscontour PR 10-6 Afwijking is mogelijk in geval van kleinschalige en arbeidsextensieve kantoren of bedrijven. Verder moet er sprake zijn van een aangetoonde relatie met de Luchthaven Schiphol. Zone beperkingen geluid en veiligheid In dit gebied is afwijken in de regel mogelijk in de volgende gevallen: - Bij herbouw van woningen wordt uitgegaan van een vervanging van 1 op 1, dus geen uitbreiding van de woningvoorraad. De vervanging moet elders in het beperkingengebied kunnen worden gerealiseerd op een minder milieubelastende plaats. De te vervangen woning moet aan de voorraad worden onttrokken en ter plaatse mag geen andere kwetsbare bestemming worden gerealiseerd. Sectie RO 2005 MF

11 - Voor een bedrijfswoning moet de noodzaak worden aangetoond. - Bij de opvulling van open gaten wordt een onderscheid gemaakt tussen open gaten en lintbebouwing wordt een onderscheid gemaakt tussen open gaten in lintbebouwing en open gaten in stedelijk en dorpsgebied. Wat betreft lintbebouwing wordt een maximum gehanteerd van 3 woningen en bij bestaand stedelijk- of dorpsgebieden een maximum van 25 woningen. - Functiewijziging, bijvoorbeeld wijziging van een school in een woning. De wenselijkheid moet aangetoond worden. Deze wenselijkheid kan er bijvoorbeeld in bestaan dat het bestaande gebouw om architectonische of cultuurhistorische redenen behouden moet blijven. Bij functiewijziging in combinatie met slopen geldt voor stedelijk en dorpsgebied een maximum van 25 woningen en voor lintbebouwing een maximum van 3 woningen. - Bij grootschalige herstructurering van stedelijk gebied binnen het beperkingengebied geldt als uitgangspunt dat een verklaring van geen bezwaar kan worden verleend als de herstructurering niet leidt tot een vergroting van de woningvoorraad Afwijken van regels voor hoogtebeperkingen, vogelaantrekkende bestemmingen en grondgebruik Zowel voor hoogtebeperkingen (obstakels) als vogelaantrekkende bestemmingen en grondgebruik kan onder bepaalde omstandigheden worden afgeweken van het luchthavenindelingbesluit. De Inspectie Verkeer en Waterstaat, divisie Luchtvaart, heeft toetsingscriteria opgesteld om aanvragen voor verklaringen van geen bezwaar te kunnen beoordelen. De toetsingscriteria zijn gebaseerd op internationale richtlijnen en nationale wetgeving. Sectie RO 2005 MF

12 3.5. Te herziene plannen Onderstaand volgt een overzicht van de bestemmingsplannen die in het kader van het Lib dienen te worden herzien. In de bestemmingsplannen De Bloemen, Rijpwetering, Oude Wetering, De Lasso is/wordt het Lib al verwerkt. Bestemmingsplannen 58dB(A) Ldencontour Hoogte 150 meter horizontaal vlak Vastgesteld Goedgekeurd Kaag x x Landelijk Gebied Oost x Plus Landelijk Gebied West x Nieuwe Wetering x Nieuwe Wetering Noord x HSL/A4 x De Baan-Sotaweg x De Gogh x De Gogh veiling e.o. x De Lasso Noord 1 e x herziening Tweesprong-Watergang x Meerkreuk x Meerkreuk 1 e herziening x Roelofarendsveen x Centrum Roelofarendsveen x Midden Roelofarendsveen-Zuid x Sectie RO 2005 MF

13 4. UITVOERBAARHEID 4.1. Bijzonderheden ten aanzien van de procedure Uit de gemeentelijke inspraakverordening 2004 na eerste herziening blijkt dat geen inspraak wordt verleend indien sprake is van uitvoering van hogere regelgeving waarbij het bestuursorgaan geen of nauwelijks beleidsvrijheid heeft (artikel 2, lid 3 onder c). De regels die rechtstreeks voortvloeien uit het Lib staan in het kader van de procedure voor dit bestemmingsplan niet meer open voor inspraak. In afwijking van de normale bestemmingsplanprocedure sluit de Wet luchtvaart een onderdeel van de rechtsbescherming uit. Artikel 8.10 luidt namelijk: voor zover het ontwerp van een bestemmingsplan zijn grondslag vindt in de uitvoering van het Luchthavenindelingbesluit, zijn artikel 23, eerste lid onder c en artikel 27, eerste en tweede lid van de Wet op de Ruimtelijke Ordening (WRO) niet van toepassing. De betreffende artikelen in de WRO hebben als onderwerp het indienen van zienswijzen bij de gemeenteraad tegen het ontwerp bestemmingsplan en het indienen van bedenkingen bij Gedeputeerde Staten tegen het vastgestelde bestemmingsplan. Beide rechtsbeschermingmogelijkheden zijn op de onderhavige paraplubestemmingsplan niet van toepassing. De behandeling van zienswijzen en bedenkingen blijft dus achterwege. De directe beroepsmogelijkheid bij de Afdeling bestuurrechtspraak van de Raad van State blijft hierdoor ook achterwege. Slechts in een enkel geval kan beroep worden ingesteld. Dit betreft een mogelijke (gedeeltelijk) onthouding van goedkeuring door Gedeputeerde Staten Werking bestemmingsplan In dit bestemmingsplan staat vermeld op welke bestemmingsplannen deze parapluregeling van toepassing is. Dit paraplubestemmingsplan betreft een verbodsbepaling. De voorschriften uit de onderliggende bestemmingsplannen blijven onverminderd van kracht, behoudens de bepalingen uit deze paraplu. Bij toetsing van een bouwaanvraag aan het normale bestemmingsplan krijgt bij een strijdigheid met de paraplu, de parapluregeling voorrang Financiële uitvoerbaarheid Planschade De wijziging van hoofdstuk 8 van de Wet luchtvaart geeft kaders aan waarbinnen een belanghebbende in aanmerking kan komen voor een planschadevergoeding. Voor de afhandeling van de schadevergoedingszaken is het Schadeschap Schiphol rechtstreeks, zonder tussenkomst van de gemeente, aanspreekpunt. Het Schadeschap oordeelt uit naam van de minister over het schadevergoedingsverzoek. 5. INSPRAAK EN OVERLEG 5.1. Inspraak In het kader van de gemeentelijke inspraakverordening heeft het voorontwerpbestemmingsplan in de periode van 29 december 2005 tot en met 8 februari 2006 gedurende zes weken ter inzage gelegen. Er zijn geen reacties ontvangen. Dit heeft te maken met het feit dat er hier sprake is van uitvoering van hogere regelgeving. De regels die rechtstreeks voortvloeien uit het Lib staan in het kader van de procedure voor dit bestemmingsplan niet meer open voor inspraak Overleg In het kader van het overleg als bedoeld in artikel 10 van het Besluit op de ruimtelijke ordening is het ontwerpbestemmingsplan aan de onderstaande instanties voorgelegd. Sectie RO 2005 MF

14 Provincie Zuid-Holland Postbus LP DEN HAAG VROM-inspectie Regio Zuid-West Postbus GA Rotterdam VROM-inspectie Regio Noord-West Postbus BA HAARLEM Hoogheemraadschap van Rijnland Postbus AD LEIDEN Regio Holland Rijnland Postbus AB LISSE Inspectie Verkeer en Waterstaat Divisie Luchtvaart Postbus AN HOOFDDORP De hierop verkregen overlegreacties zijn in Bijlage 2 bij dit plan gevoegd. Voor zover nodig is het bestemmingsplan (toelichting, voorschriften en plankaarten) aan de hand van deze reacties aangepast. Hieronder vindt u een overzicht van de overlegreacties. Provincie Zuid-Holland Bij brief van 22 maart 2006 heeft de Provincie Zuid-Holland aangegeven dat het bestemmingsplan in overeenstemming is met het provinciaal ruimtelijk beleid en geen aanleiding geeft tot het maken van opmerkingen. Hoogheemraadschap van Rijnland Bij brief van 14 maart 2006 heeft het Hoogheemraadschap van Rijnland haar reactie kenbaar gemaakt. Rijnland verzoekt ons rekening te houden met het volgende. Indien in de toekomst door de parapluherziening luchthavenindeling waterstaatskundige veranderingen optreden in ruimtelijke plannen, dan wil het hoogheemraadschap van Rijnland de mogelijkheid hebben om de waterstaatskundige onderdelen in de genoemde plannen opnieuw te beoordelen volgens het huidige vigerende beleid. Beantwoording In het bestemmingsplan is geen waterparagraaf opgenomen omdat het plan is opgesteld ter uitvoering van de wettelijke verplichting om vigerende bestemmingsplannen overeenkomstig het LIB vast te stellen of te herzien. Deze parapluregeling kent geen nieuwe bestemmingen toe maar legt slechts beperkingen op. Opgemerkt dient te worden dat de beperkingen ten aanzien van vogelaantrekkende functies (bassins, viskwekerijen, oppervlaktewater van meer dan 3ha etc ) niet van toepassing zijn in de Gemeente Alkemade. Rechtmatig aanwezig water is onaantastbaar. De beleidsuitgangspunten die in het kader van waterneutraal bouwen zijn gesteld worden gevolgd. In het kader van een gebiedsontwikkeling wordt door de gemeente een waterplan opgesteld. Regio Holland Rijnland Bij brief van 23 januari 2006 heeft de regio Holland Rijnland aangegeven geen op- of aanmerkingen te hebben ten aanzien van het voorontwerpbestemmingsplan. Inspectie Verkeer en Waterstaat Bij telefonische reactie van 3 april 2006 heeft de Inspectie aangegeven geen opmerkingen te hebben ten aanzien van het voorontwerpbestemmingsplan. VROM-Inspectie Regio Noord-West Bij bericht d.d. 4 april 2006 heeft de VROM-Inspectie aangegeven het bestemmingsplan niet in behandeling te hebben genomen. Gelet op het feit dat Alkemade in het gebied van de Inspectie ZW ligt zal het bestemmingsplan door de regio Zuid-West behandeld worden. VROM-Inspectie Regio Zuid-West Bij bericht d.d. 9 mei 2006 heeft de VROM-Inspectie aangegeven geen inhoudelijke opmerkingen te hebben ten aanzien van het voorontwerpbestemmingsplan. De parapluherziening is helder opgesteld en goed leesbaar. Sectie RO 2005 MF

15 DEEL II 6. VOORSCHRIFTEN In de navolgende bestemmingsplannen: Bestemmingsplan Kaag vastgesteld op wordt na artikel 36 een artikel A t/m F ingevoegd. Bestemmingsplan Landelijk Gebied Oost Plus vastgesteld op 30 maart 1998 wordt na artikel 38 een artikel A t/m F ingevoegd. Bestemmingsplan Landelijk Gebied West vastgesteld op 17 juli 2002 wordt na artikel 47 een artikel A t/m F ingevoegd. Bestemmingsplan Nieuwe Wetering vastgesteld op 18 december 1989 wordt na artikel 26 een artikel A t/m F ingevoegd. Bestemmingsplan Nieuwe Wetering Noord vastgesteld op 18 december 1989 wordt na artikel 21 een artikel A t/m F ingevoegd. Bestemmingsplan HSL/A4 vastgesteld op 31 mei 2000 wordt na artikel 21 een artikel A t/m F ingevoegd. Bestemmingsplan De Baan-Sotaweg vastgesteld op 13 september 2005 wordt na artikel 18 een artikel A t/m F ingevoegd. Bestemmingsplan De Gogh vastgesteld op 26 januari 2000 wordt na artikel 21 een artikel A t/m F ingevoegd. Bestemmingsplan De Gogh veiling e.o. vastgesteld op 8 september 1997 wordt na artikel 18 een artikel A t/m F ingevoegd. Bestemmingsplan De Lasso Noord 1 e herziening vastgesteld op 27 november 1995 wordt na artikel 16 een artikel A t/m F ingevoegd. Bestemmingsplan Tweesprong-Watergang vastgesteld op 31 augustus 1992 wordt na artikel 16 een artikel A t/m F ingevoegd. Bestemmingsplan Meerkreuk vastgesteld op 13 december 1990 wordt na artikel 16 een artikel A t/m F ingevoegd. Bestemmingsplan Meerkreuk 1 e herziening vastgesteld op 7 september 2004 wordt na artikel 8 een artikel A t/m F ingevoegd. Bestemmingsplan Roelofarendsveen Centrum vastgesteld op 28 juni 1993 wordt na artikel 28 een artikel A t/m F ingevoegd. Bestemmingsplan Roelofarendsveen Midden vastgesteld op 25 januari 1993 wordt na artikel 22 een artikel A t/m F ingevoegd. Bestemmingsplan Roelofarendsveen-Zuid vastgesteld op 25 januari 1993 wordt na artikel 33 een artikel A t/m F ingevoegd. Luidende: A. Begripsbepalingen 1. In dit bestemmingsplan wordt verstaan onder a. Lib: het Luchthavenindelingbesluit Schiphol, zoals gepubliceerd in Staatsblad 2002 nr. 591 en in werking getreden op 20 februari 2003 inclusief de wijziging van het Luchthavenverkeerbesluit en het Luchthavenindelingbesluit Schiphol besloten op 23 augustus 2004, staatsblad 425. b. het plan: het paraplubestemmingsplan Luchthavenindeling van de gemeente Alkemade, bestaande uit een toelichting, voorschriften en plankaarten; c. gebouw: elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met min. drie wanden omsloten ruimte vormt. Sectie RO 2005 MF

16 d. gebouw met een gezondheidszorgfunctie: elk gebouw of gedeelte van een gebouw, welk gebouw of welk gedeelte blijkens zijn constructie en inrichting is bestemd voor doeleinden van medische verpleging, verzorging of behandeling dan wel van medisch onderzoek; e. gebouw met een onderwijsfunctie: elk gebouw of gedeelte van een gebouw, welk gebouw of welk gedeelte blijkens zijn constructie en inrichting is bestemd voor doeleinden van onderwijs; f. gebouw met kantoorfunctie: elk gebouw of gedeelte van een gebouw, welk gebouw of welk gedeelte blijkens zijn constructie en inrichting is bestemd voor doeleinden van administratie; g. woning: een (gedeelte van een) gebouw dat dient voor de zelfstandige huisvesting van maximaal één huishouden. 2. In dit bestemmingsplan wordt onder gebouw of woning tevens verstaan: woonboot en recreatiewoningen. B. Aanvullende bepalingen met betrekking tot bebouwing en gebruik van bebouwing 1. Op de gronden die op kaartbijlage 1 zijn aangeduid als "gronden zoals bedoeld in artikel lid 4 van het Luchthavenindelingbesluit" zijn geen woningen, woonwagens, woonboten, gebouwen met een onderwijsfunctie zoals bedoeld in artikel 1 van het Bouwbesluit of gebouwen met een gezondheidszorgfunctie zoals bedoeld in artikel 1 van het Bouwbesluit toegestaan, behoudens bestaand gebruik. 2. Van bestaand gebruik als bedoeld in lid 1 is sprake, indien op 20 februari 2003 op de betreffende plaats een gebouw rechtmatig aanwezig is en overeenkomstig de bestemming gebruikt, of voor 20 februari 2003 een bouwvergunning is verleend voor dit gebouw op de desbetreffende plaats, mits binnen zes maanden na genoemde datum een begin met de werkzaamheden is gemaakt. 3. BenW kunnen afwijken van de regels van het Lib als vooraf een verklaring van geen bezwaar is afgegeven door de minister van Verkeer en Waterstaat (V&W) in overeenstemming met de minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer (VROM). De aanvraag om een verklaring van geen bezwaar maakt deel uit van de procedure voor de aanvraag van een bouw- of aanlegvergunning dan wel de vrijstelling van het bestemmingsplan (artikel 15,17 of 19 WRO). C. Medebestemming Hoogtebeperking Doeleindenomschrijving De gronden die in kaartbijlage 2 zijn aangeduid als "gronden als bedoeld in artikel van het Luchthavenindelingbesluit Schiphol" zijn mede bestemd voor het veilig afwikkelen van het luchtvaartverkeer rond de luchthaven schiphol. Bebouwingsvoorschriften 1. Op de gronden als bedoeld in lid 1 zijn geen objecten toegestaan die hoger zijn dan de in die bijlage aangegeven maximale waarden. 2. In afwijking van de overige bepalingen in dit plan wordt als peil voor het bepalen van de maximale hoogte de referentiehoogte van de luchthaven Schiphol aangehouden, zijnde -4,0 m NAP. 3. In afwijking van het bepaalde in lid 2 is een object dat hoger is dan de desbetreffende maximale waarde toegestaan indien het object opgericht of geplaatst is overeenkomstig een bouwvergunning of een aanlegvergunning, of voor het object een dergelijke vergunning voor 20 februari 2003 is verleend. Sectie RO 2005 MF

17 Aanlegvoorschriften 4. Het is verboden op of in de gronden als bedoeld in lid 1 zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van burgemeester en wethouders (aanlegvergunning) werken of werkzaamheden, niet zijnde bouwwerken, uit te voeren boven 150 m van de referentiehoogte van de luchthaven Schiphol, zijnde -4 m NAP. 5. De werken of werkzaamheden als bedoeld in lid 2 zijn slechts toelaatbaar voorzover de veilige afwikkeling van het luchtvaartverkeer rond de luchthaven Schiphol niet in het geding komt. 6. Alvorens omtrent het verlenen van een aanlegvergunning te beslissen, winnen burgemeester en wethouders schriftelijk informatie in bij de Minister van Verkeer en Waterstaat omtrent de vraag of de veiligheid van het luchtvaartverkeer niet in het geding komt. D. Plankaart Aan deze voorschriften zijn de drie kaartbijlagen (hoogtebeperkingen, beperking bebouwing en beperkingengebied) gekoppeld. Deze kaarten zijn juridisch bindend. E. Gebruik van gronden en bouwwerken Het is verboden gronden en bouwwerken te gebruiken of te laten gebruiken op een wijze of tot een doel strijdig met de aan de grond gegeven bestemming, de doeleindenomschrijving en de overige voorschriften. F. Strafbepaling Overtreding van het bepaalde in: - artikel C lid 5; - artikel E; is een strafbaar feit, zoals bedoeld in artikel 1a van de Wet op de economische delicten. Titel Dit plan kan worden aangehaald onder de naam "Parapluherziening Luchthavenindeling". Sectie RO 2005 MF