Ruimtelijke ontwikkeling, grondbedrijf en verkeer 2.4 Sterke stad Meer werkgelegenheid

Transcriptie

1 Voorstel aan de raad Nummer: gemeente Lelystad Portefeuille: Programma: Programma onderdeel Steller: Afdeling: Telefoon: Ruimtelijke ontwikkeling, grondbedrijf en verkeer 2.4 Sterke stad Meer werkgelegenheid mr. T Tuenter DVL-WB t.tuenter@lelystad.nl Onderwerp: Bestemmingsplan Lelystad Luchthavencontouren Voorgesteld besluit 1. Het bestemmingsplan Lelystad Luchthavencontouren vast te stellen. 2. Geen openbare voorbereidingsprocedure op grond van Afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht te doorlopen. 3. De beperkingengebieden zoals opgenomen in onderstaande artikelen van het bestemmingsplan Lelystad - Larserknoop te laten vervallen in de planregels en de 16.2 (geluidzone-vliegtuiglawaai BKL), 16.3 (geluidzone- vliegtuiglawaai KE), 16.4 (luchtvaartverkeerzone), 16.6 (veiligheidszone - luchthaven 1) en 16.7 (veiligheidszone - luchthaven 2) 4. De beperkingengebieden zoals opgenomen in onderstaande artikelen van het bestemmingsplan Lelystad bestemmingsplan Buitengebied 2009 te laten vervallen in de planregels en de 27.2 (geluidszone - vliegverkeer 1), 27.3 (geluidszone - vliegverkeer 2) en 27.7 (veiligheidszone - bevi); 5. Het beperkingengebied zoals opgenomen in het onderstaande artikel van het hervastgestelde bestemmingsplan Lelystad Larserknoop (reparatie) te laten vervallen in de planregels en de 10.2 (geluidszone geluidzone - vliegtuiglawaai BKL 6. Voor dit bestemmingsplan geen exploitatieplan vast te stellen omdat het kostenverhaal volledig anderszins is verzekerd middels de nadeelcompensatieregeling uit het Luchthavenbesluit en het bestemmingsplan geen bouwplan zoals bedoeld in de Wet ruimtelijke ordening (Wro) mogelijk maakt. Aanleiding en context Op grond van artikel 8.8, derde lid, van de Wet luchtvaart dient de gemeente de bestemmingsplannen in overeenstemming te brengen met het Luchthavenbesluit Lelystad (hierna: Luchthavenbesluit) dat met ingang van 1 april 2015 in werking is getreden. De Raad heeft hierin uitdrukkelijk geen beleidsvrijheid /TD1610 Pagina 1

2 In de bestemmingsplannen Luchthaven en uitbreiding Luchthaven is al een groot deel van het Luchthavenbesluit vertaald. Op grond van deze bestemmingsplannen kan de luchthaven uitbreiden en kan de start- en landingsbaan worden aangelegd en een nieuwe terminal gebouwd. Het Aanwijzingsbesluit 2009 Lelystad luchthaven dat in 2011 is vernietigd door de Raad van State is vertaald in de bestemmingsplannen Lelystad bestemmingsplan Buitengebied 2009 zoals vastgesteld 16 februari 2010, onherroepelijk 17 oktober 2012 en in Lelystad Larserknoop vastgesteld 28 september 2010 en onherroepelijk 8 augustus Hoewel het Luchthavenbesluit rechtstreekse werking heeft wordt voorgesteld de nieuwe contouren vast te stellen en de oude contouren op basis van het Aanwijzingsbesluit Lelystad luchthaven 2009 expliciet te laten vervallen omdat deze onnodig beperkend zijn en dit is toegezegd in de planschadeprocedures. Beoogd effect Het bestemmingsplan Lelystad Luchthavencontouren geeft uitvoering aan artikel 8.8, derde lid, van de Wet luchtvaart. Met vaststelling van dit bestemmingsplan is de vertaling van het Luchthavenbesluit Lelystad compleet Argumenten 1. Op grond van artikel 8.8, derde lid, van de Wet luchtvaart dient de gemeente de bestemmingsplannen in overeenstemming te brengen met het Luchthavenbesluit Lelystad (hierna: Luchthavenbesluit) dat met ingang van 1 april 2015 in werking is getreden. De Raad heeft hierin uitdrukkelijk geen beleidsvrijheid. In het Luchthavenbesluit zijn verschillende onderwerpen geregeld: 1. de grenswaarden en regels voor het gebruik van de luchthaven door het luchtverkeer (artikelen 3 en 4); 2. de aanduiding van het luchthavengebied en de bestemmingen die daarin gelden (artikel 6); 3. de aanduiding van de beperkingengebieden buiten het luchthavengebied met de daarin geldende ruimtelijke regels in verband met de geluidbelasting en het externe veiligheidsrisico van het luchthavenluchtverkeer en in verband met de vliegveiligheid (artikelen 7 tot en met 13). De onderwerpen genoemd onder punt 1 en 2 zijn reeds planologisch geregeld in de bestemmingsplannen Lelystad Luchthaven (sinds 12 februari 2014 onherroepelijk) en Lelystad uitbreiding Luchthaven (vastgesteld door de Raad op 12 januari 2016, nog in behandeling bij de Raad van State, wel in werking getreden). In het onderhavige bestemmingsplan worden de beperkingengebieden met de daarin geldende regels vertaald. In het Luchthavenbesluit zijn verschillende beperkingengebieden ten behoeve van de ruimtelijke indeling vanwege de luchthaven vastgelegd. Deze beperkingengebieden zijn aangeduid in de artikelen 7 tot en met 13 in samenhang met de bijlagen 2 tot en met 8. Het betreffen op grond van artikel 9 van het Besluit burgerluchthavens de volgende beperkingengebieden: «contouren ter aanduiding van het en 10-6-plaatsgebonden risico; «een geluidcontour van 48 db(a) Lden;» een geluidcontour van 56 db(a) Lden; «een geluidcontour van 70 db(a) Lden; «contouren ter aanduiding van de veiligheidsgebieden; «gebieden met hoogtebeperkingen in verband met de vliegveiligheid; * contouren ter aanduiding van de gebieden met hoogtebeperkingen in verband met de goede werking van de apparatuur voorluchtverkeerscommunicatie, -navigatie of -begeleiding; «een gebied met beperkingen ten aanzien van vogelaantrekkende bestemmingen en grondgebruik; * een laserstraalvrij gebied. De regels in de beperkingengebieden kennen verschillende regimes (artikelen 10 tot en met 17 van het Besluit burgerluchthavens). Zo gelden in de beperkingengebieden in verband met de geluidbelasting en het externe veiligheidsrisico van het luchthavenluchtverkeer regels omtrent de toelaatbaarheid van gebouwen en bouwwerken. In bepaalde gebieden geldt voor bepaalde /TD1610 Pagina 2

3 gebouwen dat ze moeten worden gesloopt (dit is niet in Lelystad het geval) en in andere gebieden zijn bepaalde nieuwe gebouwen verboden. In de gebieden, die van belang zijn voor de vliegveiligheid leiden de regels onder andere tot hoogtebeperkingen van bestaande objecten (zoals bomen) en nieuwe gebouwen of bouwwerken zoals windmolens en daarnaast tot beperking van vogelaantrekkende bestemmingen. Van de regels die in een beperkingengebied gelden, kan worden afgeweken als door de Minister van Infrastructuur en Milieu een verklaring van geen bezwaar als bedoel in artikel 8.9, derde lid, van de Wet luchtvaart is afgegeven. De bepalingen in het Luchthavenbesluit omtrent de ruimtelijke indeling van het luchthavengebied en de beperkingengebieden richten zich niet tot de sectorpartijen, maar tot de betrokken gemeenten. Op grond van artikel 8.70, tweede lid, in samenhang met de artikelen 8.47, tweede lid, en 8.8 van de Wet luchtvaart dienen de gemeenten het Luchthavenbesluit in acht te nemen bij de vaststelling van een bestemmingsplan voor een gebied dat is gelegen binnen het luchthavengebied of de beperkingengebieden. Binnen een jaar na inwerkingtreding van het Luchthavenbesluit moeten gemeenten hun bestemmingsplan daarmee in overeenstemming brengen. Dit betekent dat het luchthavengebied, de beperkingengebieden alsmede de beperkingen die daarin gelden, in het bestemmingsplan worden opgenomen. Bouwplannen en werken die geen bouwwerken zijn worden getoetst aan het bestemmingsplan. Als een bestemmingsplan nog niet in overeenstemming is met het luchthavenbesluit, geldt het besluit op grond van artikel 8.70, tweede lid, in samenhang met de artikelen 8.47, tweede lid, 8.8, tweede lid, en 8.9, eerste lid, van de Wet luchtvaart als voorbereidingsbesluit als bedoeld in artikel 3.7 van de Wet ruimtelijke ordening. Het luchthavenbesluit dient dan bij de verlening van een omgevingsvergunning in acht te worden genomen. 2. Op grond van artikel 8.10 van de Wet luchtvaart kan tegen een bestemmingsplan voor zover dat ziet op de ruimtelijke doorwerking van een luchthavenbesluit geen bestuursrechtelijk beroep worden ingesteld. Uit de wetgeschiedenis volgt tevens dat er geen zienswijzen en ontwerp ter inzage hoeven worden gelegd. Het luchthavenbesluit heeft directe werking. De wetgever heeft eerst met de Wet van 27 juni 2002 tot wijziging van de Wet luchtvaart inzake de inrichting en het gebruik van de luchthaven Schiphol en later met de Wet van 18 december 2008, houdende wijziging van de Wet luchtvaart inzake vernieuwing van de regelgeving voor burgerluchthavens en militaire luchthavens en de decentralisatie van bevoegdheden voor burgerluchthavens naar het provinciaal bestuur (Regelgeving burgerluchthavens en militaire luchthavens) (hierna: Wet RBML) uitdrukkelijk de keuze gemaakt dat een luchthavenbesluit bij algemene maatregel van bestuur wordt vastgesteld (artikel 8.70, eerste lid, van de Wet luchtvaart). Hierbij is komen vast te staan dat bij de vaststelling van deze regelgeving moet worden uitgegaan van het primaat van de politiek. "In de nieuwe opzet is het zwaartepunt van het overleg omtrent de uitvoeringsbesluiten gelegd bij de regering in samenspraak met het parlement," aldus de minister in de toelichting bij deze wet. 3. In de bestemmingsplannen Lelystad Larserknoop (vastgesteld 28 september 2010) en Lelystad Buitengebied 2009 zijn de luchthavencontouren volgend uit het Aanwijzingsbesluit Lelystad 2009 vastgelegd. Hoewel het Aanwijzingsbesluit op 11 december 2011 is vernietigd en het Luchthavenbesluit Lelystad directe werking heeft, wordt ervoor de duidelijkheid gekozen deze artikelen expliciet te laten vervallen. Dit ook om onnodige beperkingen te voorkomen (de regels uit het Aanwijzingsbesluit waren strenger) en hiermee tegemoet te komen aan de planschadeverzoeken die op basis van deze bestemmingsplannen en de daarin opgenomen contouren zijn ingediend (planschadevergoeding in natura). 4. Voor de schade (waaronder planschade) die een belanghebbende lijdt ten gevolge van het luchthavenbesluit en die redelijkerwijs niet of niet geheel te zijnen laste behoort te blijven en waarvan de vergoeding niet of niet voldoende anderszins is verzekerd, kan, overeenkomstig artikel 8.74 in samenhang met artikel 8.31 van de Wet luchtvaart, de Minister van Infrastructuur en Milieu een naar billijkheid te bepalen schadevergoeding toekennen. In beginsel zullen alle schadeclaims worden behandeld volgens de Beleidsregel nadeelcompensatie Infrastructuur en Milieu Schadeclaims kunnen derhalve worden ingediend bij het ministerie /TD1610 Pagina 3

4 Financiële aspecten Voor de schade (waaronder planschade) die een belanghebbende lijdt ten gevolge van het luchthavenbesluit en die redelijkerwijs niet of niet geheel te zijnen laste behoort te blijven en waarvan de vergoeding niet of niet voldoende anderszins is verzekerd, kan, overeenkomstig artikel 8.74 in samenhang met artikel 8.31 van de Wet luchtvaart, de Minister van Infrastructuur en Milieu een naar billijkheid te bepalen schadevergoeding toekennen. In beginsel zullen alle schadeclaims worden behandeld volgens de Beleidsregel nadeelcompensatie Infrastructuur en Milieu Schadeclaims kunnen derhalve rechtstreeks worden ingediend bij het ministerie. Volgens het 'oude' systeem liepen deze via de gemeente Kanttekeningen Hoewel op grond van artikel 8.10 van de Wet luchtvaart tegen een bestemmingsplan dat zijn grondslag vind in het Luchthavenbesluit geen beroep kan worden ingesteld, zijn wel beroepen ingesteld tegen het bestemmingsplan Lelystad uitbreiding luchthaven. Centrale vraag in deze beroepen (zitting is op 5 september 2016 geweest) is, of de bestuursrechter bevoegd is kennis te nemen van deze beroepen gezien dit wetsartikel. De uitspraak wordt eind dit jaar verwacht. Communicatie en Voortgang Hoewel de vaststelling van het bestemmingsplan dient te worden gepubliceerd zal in de publicatie worden opgenomen dat geen beroep mogelijk is. Lelystad, 25 oktober Het college van de gemeente Lelystad, de secretaris, de burgemeester, ae Durgemeesier, ^ - LR. Adema /TD1610 Pagina 4

5 Raadsbesluit Nummer: gemeenteraad Lelystad De raad van de gemeente Lelystad, overwegende: * dat op grond van artikel 8.10 van de Wet luchtvaart tegen een bestemmingsplan voor zover dat ziet op de ruimtelijke doorwerking van een luchthavenbesluit geen bestuursrechtelijk beroep kan worden ingesteld; * dat uit de wetgeschiedenis tevens volgt dat er geen zienswijzen en ontwerp ter inzage hoeven worden gelegd. op voorstel van het college van de gemeente Lelystad d.d. 25 oktober 2016; BESLUIT: 1. het bestemmingsplan Lelystad Luchthavencontouren vast te stellen; 2. geen openbare voorbereidingsprocedure op grond van Afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht te doorlopen; 3. de beperkingengebieden zoals opgenomen in onderstaande artikelen van het bestemmingsplan Lelystad - Larserknoop te laten vervallen in de planregels en de 16.2 (geluidzone-vliegtuiglawaai BKL), 16.3 (geluidzone- vliegtuiglawaai KE), 16.4 (luchtvaartverkeerzone), 16.6 (veiligheidszone - luchthaven 1) en 16.7 (veiligheidszone - luchthaven 2); 4. de beperkingengebieden zoals opgenomen in onderstaande artikelen van het bestemmingsplan Lelystad bestemmingsplan Buitengebied 2009 te laten vervallen in de planregels en de 27.2 (geluidszone - vliegverkeer 1), 27.3 (geluidszone - vliegverkeer 2) en 27.7 (veiligheidszone - bevi); 5. het beperkingengebied zoals opgenomen in het onderstaande artikel van het hervastgestelde bestemmingsplan Lelystad Larserknoop (reparatie) te laten vervallen in de planregels en 10.2 (geluidszone geluidzone - vliegtuiglawaai BKL); 6. voor dit bestemmingsplan geen exploitatieplan vast te stellen omdat het kostenverhaal volledig anderszins is verzekerd middels de nadeelcompensatieregeling uit het Luchthavenbesluit en het bestemmingsplan geen bouwplan zoals bedoeld in de Wet ruimtelijke ordening (Wro) mogelijk maakt. Lelystad, 6 december De raad van de gemeente Lelystad, de 7^ griffier, /TD1610 Pagina 5