OER: vanaf blz. 5 Toelichting OER Inhoudsopgave OER STUDENTENSTATUUT FONTYS HOGESCHOLEN

Transcriptie

1 OER: vanaf blz. 5 Toelichting OER Inhoudsopgave OER Hoofdtekst geldt voor alle Fontys- Hogescholen Teksten in kaders zijn Verdere uitwerkingen voor de PTH STUDENTENSTATUUT FONTYS HOGESCHOLEN Opleidingsspecifiek deel van de Opleidingen: Bouwkunde I en II Bouwtechniek I en II Consumptieve techniek I en II Elektrotechniek I en II Mechanische techniek I en II Motorvoertuigentechniek I en II Werktuigbouwkunde I en II Docent Informatie- en Communicatietechnologie AD Onderwijsondersteuner Bouwtechniek I en II, deeltijd en duaal AD onderwijsondersteuner Consumptieve Techniek I en II, deeltijd en duaal AD onderwijsondersteuner Metaal-Elektro-Installatietechniek (MEI), Elektrotechniek, deeltijd en duaal AD onderwijsondersteuner Metaal-Elektro-Installatietechniek (MEI), Mechanische techniek deeltijd en duaal AD onderwijsondersteuner Motorvoertuigentechniek I en II deeltijd en duaal Ad Onderwijsondersteuner Handel en Administratie, deeltijd en duaal Ad Onderwijsondersteuner Gezondheidszorg en Welzijn, deeltijd en duaal Ad Onderwijsondersteuner Uiterlijke Verzorging, deeltijd en duaal van de Fontys Hogeschool Pedagogisch Technische Hogeschool (PTH), BRIN-nummer 22JA Overzicht van PTH-opleidingen en cohorten en de OER en die van toepassing zijn: Lerarenopleidingen voltijd PTH, inclusief uitvoeringslocatie Wageningen, cohorten 2005, 2006, 2007, 2008 en 2009 Lerarenopleidingen deeltijd PTH, inclusief uitvoeringslocatie Wageningen, cohorten 2007, 2008 en 2009 Associate-DegreeProgramma s, deeltijd en duaal, gerelateerd aan de lerarenopleidingen van PTH, FLOS en FLOT lerarenopleidingen voltijd PTH, inclusief uitvoeringslocatie Wageningen, cohorten 2004 en eerder lerarenopleidingen deeltijd PTH, inclusief uitvoeringslocatie Wageningen, cohorten 2006 en eerder Automotive-Engineering, alle cohorten Automotive-Management, alle cohorten OER Fontys (PTH) voor competentiegestuurde en vraaggerichte opleidingen OER PTH voor opleidingen die niet competentiegestuurd en niet vraaggericht zijn OER Fontys-Hogeschool Werktuigbouwkunde voor competentiegestuurde en vraaggerichte opleidingen OER Fontys-Hogeschool Technische Bedrijfskunde /Bedrijfsmanagement MKB voor competentiegestuurde en vraaggerichte opleidingen Het Studentenstatuut bevat de rechten en plichten van de studenten, die voortvloeien uit de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek (WHW) en bestaat uit een instellingsspecifiek deel en een opleidingsspecifiek deel per opleiding. Dit studentenstatuut geldt onder voorbehoud van wijzigingen in wet- en regelgeving door de overheid.het Studentenstatuut geldt niet integraal voor studenten van de Juridische Hogeschool Avans-Fontys.

2 Toelichting Algemeen deel - en PTH-deel van de OER De Onderwijs- en examenregeling (Deel B van dit document) bestaat uit twee gedeelten: Het algemene deel, dat geldt voor alle Fontys-opleidingen (behalve de Juridische Hogeschool) Het opleidingsspecifieke deel, waarin voor de PTH onderwerpen nader uitgewerkt zijn. Steeds is de tekst in kaders een specifieke uitwerking voor de PTH; de overige tekst geldt voor alle Fontys-opleidingen (behalve de Juridische Hogeschool). Goedkeuring van de OER Het algemene deel van de OER wordt jaarlijks omstreeks februari vastgesteld door de Raad van Bestuur, met instemming van de Centrale Medezeggenschapsraad van Fontys. Bij een aantal artikelen hebben de nadere uitwerkingen per opleiding de goedkeuring nodig van de studentenfractie van de medezeggenschapsraad (de IMR) van die opleidingen. Die goedkeuring is vereist voor de artikelen 1, 8, 10, 11, 15 t/m 28, 31 t/m 36, 38 t/m 41 (zie hierover artikel 41.4). Uiteindelijk stelt de directeur van de betreffende opleidingen het opleidingsdeel van de OER vast. Aanbevolen minor en differentiatieminor: Voor PTH-studenten van de lerarenopleidingen vanaf cohort 2009 bestaat de opleiding uit een major en één keuze-minor. De Associate-DegreeProgramma s bevatten geen minor. Zie artikel 10. Voor PTH-studenten van de lerarenopleidingen van cohorten 2008 en eerder bestaat de opleiding uit een major, een keuzeminor en de differentiatieminor Innovatief beroepsonderwijs. De inhouden van deze differentiatieminor (bij oudere cohorten aanbevolen minor genoemd) zijn vanaf studiejaar ingevoegd in de major. OER Fontys (PTH)

3 Inhoudsopgave A. Studieopbouw en ondersteunende faciliteiten 1.1 Opzet, organisatie en uitvoering van het onderwijs 1.2 Studentenvoorzieningen 1.3 Studiebegeleiding B. Onderwijs- en examenregeling C. Interne klachtenprocedure OER Fontys (PTH)

4 A. Studieopbouw en ondersteunende faciliteiten 1.1 Opzet, organisatie en uitvoering van het onderwijs Informatie over de opzet, de organisatie en de uitvoering van het onderwijs is te vinden op de volgende plaatsen: - de Onderwijs- en Examenregeling (zie onder B.) - de Opleidingsgids (de digitale studiegids van de opleiding) - de Onderwijsplanning (in te zien via de PTH-website) 1.2 Studentenvoorzieningen Informatie over studentenvoorzieningen is te vinden op de volgende plaatsen: - het instellingsdeel van het Studentenstatuut van Fontys ( - de website van de afdeling Studentenvoorzieningen - de website van de PTH: Studiebegeleiding Informatie over studiebegeleiding is te vinden op de volgende plaatsen: - de Onderwijs- en Examenregeling (zie onder B.) - de website van de PTH: OER Fontys (PTH)

5 B. ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING FONTYS HOGESCHOLEN ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING FONTYS HOGESCHOLEN ALGEMEEN DEEL BACHELOROPLEIDINGEN vastgesteld door de Raad van Bestuur, op 18 april 2005, na instemming van de studentenfractie van de CMR, op 7 april 2005, ten behoeve van competentiegestuurde en vraaggerichte opleidingen die een major-minor indeling kennen. Herziening studiejaar , vastgesteld door de Raad van Bestuur, op 20 februari 2006, met instemming van de studentenfractie van de CMR Herziening studiejaar , vastgesteld door de Raad van Bestuur, op 26 februari 2007, met instemming van de studentenfractie van de CMR Herziening studiejaar , vastgesteld door de Raad van Bestuur, op 18 februari 2008 en 26 mei 2008, met instemming van de studentenfractie van de CMR Herziening studiejaar , vastgesteld door de Raad van Bestuur, op 10 februari 2009 met instemming van de studentenfractie van de CMR De nadere uitwerkingen voor de PTH zijn vastgesteld door de instituutsdirectie Fontys Pedagogisch Technisch Hogeschool Eindhoven op na instemming van de studentenfractie van de IMR van Fontys Pedagogisch Technisch Hogeschool Eindhoven op voor wat betreft de artikelen 1, 8, 10, 11, 15 t/m 28, 31 t/m 36, 38 t/m 41. Auteur: drs. P.J. Flikweert, in opdracht van de directeur van Fontys Pedagogisch Technische Hogeschool Eindhoven, Mevr. drs. J. Lumanauw-van Ommen. Dit algemene deel van de OER geldt niet voor studenten van de Juridische Hogeschool Avans-Fontys. OER Fontys (PTH)

6 INHOUDSOPGAVE PARAGRAAF 1 ALGEMENE BEPALINGEN... 8 ARTIKEL 1 BEGRIPSBEPALINGEN... 8 ARTIKEL 2 KENMERKEN VAN DE OPLEIDING PARAGRAAF 2 GRONDSLAG, COMPETENTIES EN BEROEPSVEREISTEN ARTIKEL 3 GRONDSLAG, COMPETENTIES EN BEROEPSVEREISTEN PARAGRAAF 3 VOOROPLEIDING EN TOELATING TOT DE OPLEIDING ARTIKEL 4 TOELATINGSEISEN BACHELOROPLEIDING ARTIKEL 5 NADERE EISEN BEZITTERS BUITENLANDSE DIPLOMA S ARTIKEL 6 VRIJSTELLING OP GROND VAN TOELATINGSONDERZOEK (21+REGELING) ARTIKEL 7 EISEN WERKKRING ARTIKEL 8 INTAKE ASSESSMENT PARAGRAAF 4 INHOUD VAN DE OPLEIDING EN DE EXAMENS ARTIKEL 9 OVERZICHT ONDERWIJSEENHEDEN EN STUDIEPUNTEN ARTIKEL 10 MINORS EN ANDERE SPECIALE PROGRAMMA S ARTIKEL 11 BESTUURLIJKE ACTIVITEITEN ARTIKEL 12 ONDERWIJSACTIVITEITEN PARAGRAAF 5 EXAMENCOMMISSIE, EXAMINATOREN EN TOETSING ARTIKEL 13 EXAMENCOMMISSIE ARTIKEL 14 EXAMINATOREN ARTIKEL 15 VOLGORDE VAN TOETSEN EN COMPETENTIES ARTIKEL 16 VORMEN VAN TOETSING EN TOETSINGSCRITERIA ARTIKEL 17 PROCEDURE VOOR TOETSEN ARTIKEL 18 EISEN BEWIJSMATERIAAL COMPETENTIE-EXAMEN ARTIKEL 19 PROCEDURE VOOR COMPETENTIE-EXAMENS ARTIKEL 20 TOETSING MINORS ARTIKEL 21 VERHINDERING VAN DEELNAME AAN TOETSEN / COMPETENTIE-EXAMEN ARTIKEL 22 HERKANSING ARTIKEL 23 GELDIGHEIDSDUUR BEHAALDE TOETSEN, MINORS EN COMPETENTIENIVEAUS ARTIKEL 24 BIJZONDERE VOORZIENINGEN VOOR STUDENTEN MET EEN FUNCTIEBEPERKING PARAGRAAF 6 VRIJSTELLINGEN ARTIKEL 25 VRIJSTELLING VAN DE PROPEDEUSE ARTIKEL 26 VRIJSTELLING PARAGRAAF 7 STUDIEBEGELEIDING, STUDIEVOORTGANG EN STUDIEADVIES ARTIKEL 27 STUDIELOOPBAANBEGELEIDING ARTIKEL 28 STUDIEVOORTGANG ARTIKEL 29 STUDIEADVIES ARTIKEL 30 AANVULLENDE BEPALINGEN AFWIJZEND STUDIEADVIES PARAGRAAF 8 AFSLUITING OPLEIDING, GETUIGSCHRIFT, DOORSTROOM ARTIKEL 31 UITSLAG VAN EXAMENS, GETUIGSCHRIFT, VERKLARING, VERMELDING MET LOF ARTIKEL 32 DOORSTROOM PARAGRAAF 9 UITVOERINGSREGELING EXAMENCOMMISSIE ARTIKEL 33 GANG VAN ZAKEN RONDOM SCHRIFTELIJKE TOETSEN ARTIKEL 34 GANG VAN ZAKEN RONDOM MONDELINGE TOETSEN ARTIKEL 35 GANG VAN ZAKEN RONDOM ANDERE VORMEN VAN TOETSEN ARTIKEL 36 GANG VAN ZAKEN RONDOM COMPETENTIE-EXAMENS ARTIKEL 37 GANG VAN ZAKEN VOORAFGAAND AAN, TIJDENS EN NA TOETSEN / COMPETENTIE-EXAMENS ARTIKEL 38 ONREGELMATIGHEDEN EN FRAUDE PARAGRAAF 10 BEWARING EN HARDHEIDSCLAUSULE ARTIKEL 39 BEWARING OER Fontys (PTH)

7 ARTIKEL 40 HARDHEIDSCLAUSULE PARAGRAAF 11 SLOT- EN INVOERINGSBEPALINGEN ARTIKEL 41 INWERKINGTREDING, WIJZIGING, BEKENDMAKING EN CITEERTITEL ARTIKEL 42 OVERGANGSBEPALINGEN ARTIKEL 43 ONVOORZIENE GEVALLEN C INTERNE KLACHTENPROCEDURE PTH BIJLAGE 1: COMPETENTIEMATRIX BIJLAGE 2 ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING VOOR STUDENTEN VOORBEREIDENDE LERARENOPLEIDING ADRESSEN EXAMENCOMMISSIE EN COLLEGE VAN BEROEP VOOR DE EXAMENS OER Fontys (PTH)

8 Paragraaf 1 Algemene bepalingen Artikel 1 Begripsbepalingen Aanbevolen minor Accreditatie Afstudeerrichting Afstudeervariant Assessment Assessor Associate degree (programma) Bacheloropleiding Beroepsvereisten Betrouwbaarheid CMR Cohort Als voor een bacheloropleiding aangetoond is dat voor het verwerven van de startcompetenties van de bacheloropleiding meer ruimte in studielast nodig is dan de studielast ter waarde van 180 studiepunten die voor de major beschikbaar zijn, kan een aanbevolen minor met een studielast ter waarde van maximaal 30 studiepunten benoemd worden. Aanbevolen minors zijn niet verplicht. Dat wil zeggen dat de student voor een andere minor kan kiezen op voorwaarde dat zijn keuze door de examencommissie wordt geaccordeerd, opdat zijn opleiding gewaarborgd blijft. Een minor kan aanbevolen zijn als er sprake is van een overtuigende externe legitimatie, een dubbele doelstelling van de opleiding of een zodanig verbrede major dat specialisering extra tijd vraagt. Met ingang van het studiejaar wordt het begrip aanbevolen minor niet meer gebruikt. Zie ook: differentiatieminor. Het keurmerk dat tot uitdrukking brengt dat de kwaliteit van een opleiding positief is beoordeeld (artikel 1.1 sub s WHW). Een specialisatie binnen een bacheloropleiding. Een differentiatie binnen een bacheloropleiding. Verzamelnaam voor toetsen die gericht zijn op het beoordelen van competenties in zo authentiek mogelijke beroepssituaties. Zie ook exit assessment, intake assessment en competentie-examen Examinator, degene die in een assessment beoordeelt in welke mate de student competenties heeft verworven. Het associate degree is een tussenniveau in het hoger beroepsonderwijs tussen mbo- 4 en hbo-bachelor. Zie hbo-bacheloropleiding. Waar in deze regeling wordt gelezen bacheloropleiding, kan ook gelezen worden associate degree programma, tenzij expliciet anders vermeld. Vereisten die voor de uitoefening van een bepaald beroep op grond van een wettelijk voorschrift worden gesteld. (artikel 7.6 van de Wet). Tot deze vereisten behoren die welke zijn neergelegd in de Richtlijnen van de Raad van de EG ten aanzien van artsen, verpleegkundigen, tandartsen, dierenartsen, architecten en apothekers. Een voldoende nauwkeurige meting. Een toets is betrouwbaar als het meetinstrument bij herhaalde afname dezelfde waarden meet. Centrale Medezeggenschapsraad De groep studenten die op dezelfde peildatum en voor de eerste maal is ingeschreven voor een opleiding waarop de op dat moment geldende OER van toepassing is. OER Fontys (PTH)

9 College van beroep voor de examens Competentie Competentie-examen Het College van beroep zoals bedoeld in de artikelen 7.60 t/m 7.63 van de Wet en zoals bedoeld in de artikelen 43, 45 en 46 van het Studentenstatuut. Inrichting, taken en bevoegdheden zijn geregeld in het door het College vastgestelde Reglement van orde en door de Raad van Bestuur vastgesteld. Een cluster van verwante kennis, vaardigheden en houdingen die van invloed is op een belangrijk deel van iemands taak, die samengaat met de prestatie op de taak, die kan worden gemeten en getoetst aan aanvaardbare normen en die kan worden verbeterd door middel van training en ontwikkeling. Assessment waarbij competenties in zo authentiek mogelijke situaties getoetst worden. In dit assessment gaat het om een integrale beoordeling, waarna studiepunten behorende bij de competenties kunnen worden toegekend (zie artikel 16 lid 4). Een competentie-examen is een verzameling tentamens in de zin van de Wet. Zie ook de PTH-definities op het eind van artikel 1. Competentiegestuurd onderwijs Competentieniveau CROHO Curriculum Deeltijdse opleiding Deficiëntie Differentiatieminor Diploma supplement Duale opleiding ECTS Onderwijs dat wordt gestuurd door de te verwerven startcompetenties. Aanduiding van het niveau waarop de competentie beheerst wordt. Aan elk niveau van een competentie worden studiepunten gekoppeld. Centraal Register Opleidingen Hoger Onderwijs, waarin alle opleidingen zijn vermeld, die, indien met voldoende resultaat zijn afgelegd, een officieel getuigschrift HBO-onderwijs opleveren met de daarbij behorende graad (associate degree, bachelor of master) als bedoeld in artikel 6.13 van de Wet. Samenhangend geheel van onderwijsactiviteiten die een student volgt in het kader van zijn opleiding. Een deeltijdse opleiding is een opleiding, die zodanig is ingericht dat rekening is gehouden met de mogelijkheid dat de student ook in beslag kan worden genomen door andere werkzaamheden dan onderwijsactiviteiten. Tekort(en) in de vereiste vooropleiding. Minor die betrekking heeft op een specialisatie binnen een beroepscontext. De student is tijdens zijn bachelorstudie verplicht uit de lijst van differentiatieminors voor zijn bacheloropleiding een keuze te maken, indien deze lijst in het opleidingspecifieke deel van de OER is opgenomen. Met ingang van het studiejaar wordt het begrip differentiatieminor niet meer gebruikt. Document dat aan het getuigschrift wordt toegevoegd, waarop wordt vermeld de aard, het niveau, de context, de inhoud en de status van de opleiding, als vermeld in artikel 7.11 lid 3 van de Wet. Een duale opleiding is een opleiding, die zodanig is ingericht dat het volgen van onderwijs gedurende één of meer periodes wordt afgewisseld met beroepsuitoefening in verband met dat onderwijs. De opleiding bestaat uit een onderwijs- en een beroepsuitoefeningsdeel. De beroepsuitoefening is onderdeel van het onderwijsprogramma van de opleiding. European Credit Transfer System. Het systeem om de studiepunten aan te duiden zodanig dat internationale vergelijking mogelijk is. Zie ook: studiepunt OER Fontys (PTH)

10 EVC Examen Examencommissie Examinator Exit assessment FOS commissie FOS-regeling Grondslag HBO-bachelor opleiding HBO-master-opleiding Hogeschool 1 Honours programma IB Groep Eerder of elders verworven competenties. Afsluiting van een propedeutische fase van een bacheloropleiding of van een associate degree, bachelor- of masteropleiding als bedoeld in de artikelen 7.10b lid 3, 7.3 lid 3, 7.8 lid 3 en 7.10 lid 2 van de Wet. Het afsluitend examen kan tevens omvatten een aanvullend onderzoek dat door de examencommissie zelf wordt verricht zoals bedoeld in artikel 7.10 lid 2 van de Wet. Het college van personen als bedoeld in artikel 7.12 van de Wet. Lid van het personeel dat belast is met de verzorging van het onderwijs in de desbetreffende onderwijseenheid alsmede deskundigen van buiten de instelling, als bedoeld in artikel 7.12 van de Wet. Deel van een competentie-examen dat op verzoek van de student plaats vindt als hij tussentijds met zijn opleiding wenst te stoppen. Commissie die door de Raad van Bestuur belast is met de uitvoering van de Regeling Financiële ondersteuning studenten (FOS-regeling). Regeling betrekking hebbende op ondersteuning aan studenten van Fontys, in de vorm van toekenning van afstudeersteun, bestuursbeurs of vacatiegeld. Elke opleiding wordt aangeboden op de grondslag algemeen bijzonder (ab) of rooms katholiek (rk) of protestants christelijk (pc) dan wel een combinatie van algemeen bijzonder, rooms katholiek en protestants christelijk (ab/pc/rk). De grondslag is gekoppeld aan een opleiding en te vinden in de bijlage van de Statuten van Fontys en genoemd in het CROHO zoals opgenomen op de website van Juridische Zaken. Een initiële beroepsopleiding die aansluit op het voortgezet onderwijs en het middelbaar beroepsonderwijs en is geregistreerd in het CROHO. Zie ook: voltijdse opleiding, duale opleiding, deeltijdse opleiding. Een initiële dan wel postinitiële opleiding volgend op een bacheloropleiding, als bedoeld in artikel 7.3, 7.3a lid 2 sub b en 7.3b sub b van de Wet. De bijzondere instellingen zoals opgenomen in de bijlage behorende bij de Wet. Aan elke hogeschool is een BRIN nummer 2 gekoppeld. BRIN nummer Fontys Hogescholen Eindhoven 15 CL Fontys Hogescholen s-hertogenbosch 22 BP Fontys Hogescholen PABO Limburg 17 XA Fontys Hogescholen Sittard 22 BQ Fontys Hogescholen Tilburg 22BO Fontys Hogescholen Venlo 21 WO Fontys Hogescholen PABO Eindhoven 10 KK Fontys Pedagogisch Technische Hogeschool 22 JA Fontys Hogeschool Aangewezen opleidingen 28 CC Het honoursprogramma is een extra programma van 20 studiepunten dat door geselecteerde studenten gevolgd kan worden naast hun reguliere bacheloropleiding Informatie Beheer Groep. 1 Formele indeling noodzakelijk voor onder meer getuigschriften, studiefinanciering en bekostiging, aanmelding en inschrijving 2 BRIN-nummer is het registratienummer voor onderwijsinstellingen OER Fontys (PTH)

11 IELTS IMR Instelling Instellingsbestuur Instituut Instituutsdirecteur Intake assessment Major Medezeggenschapsraad Minor Minorregeling Nt2-diploma NUFFIC OER International English Language Testing System, instrument ten behoeve van het vaststellen van de taalvaardigheid in de Engelse taal. Instituutsmedezeggenschapsraad. De Stichting Fontys, waartoe behoren de bekostigde en onbekostigde instellingen zoals bedoeld in artikel 1.8 van de Wet. Raad van Bestuur van de Stichting Fontys. De organisatorische eenheid die één of meerdere opleidingen verzorgt binnen Fontys en indien van toepassing extern aangeduid wordt met Hogeschool. Het personeelslid dat belast is met de leiding van een instituut van Fontys. Assessment dat op verzoek van de student plaats vindt voor aanvang van de opleiding als de student denkt te beschikken over eerder verworven competenties. Dat deel van een bacheloropleiding met een studielast van 210 of 180 studiepunten dat bijdraagt aan de competenties van een bacheloropleiding en rechtstreeks verband houdt met de registratie van de opleiding(en) in het CROHO. De raad of raden als bedoeld in het Medezeggenschapsreglement Fontys, zoals bedoeld in artikel van de Wet. Deel van een bacheloropleiding met een studielast van 30 studiepunten dat bijdraagt aan de algemene hbo-competenties of de specifieke beroepscompetenties (verbreding of verdieping). Elke bacheloropleiding bestaat uit een major en één of twee te kiezen minors. Zie ook: aanbevolen minor, vrije minor, differentiatieminor Regeling waarin is beschreven de inhoud, de onderwijsactiviteiten, de toetsing en de afronding van de minor. Alle minorregelingen zijn te vinden via de website van Fontys ( Diploma van het officiële Staatsexamen Nt2 (Nederlandse Taal als tweede taal) waarvan het programma II als richtlijn geldt voor de toelating tot het hoger onderwijs. Het programma II omvat de vier onderdelen Lezen, Schrijven, Spreken en Luisteren. Nederlandse organisatie voor internationale samenwerking in het hoger onderwijs. Onderwijs- en examenregeling als bedoeld in artikel 7.13 van de Wet. De OER bestaat uit een algemeen deel voor alle bacheloropleidingen van Fontys Hogescholen waaraan opleidingsspecifieke informatie is toegevoegd en is onderdeel van het Studentenstatuut. OER Fontys (PTH)

12 Onderwijseenheid Onderdeel van een opleiding dat met een tentamen wordt afgesloten als bedoeld in artikel 7.3 van de Wet of een aanvullend onderzoek uitgevoerd door de examencommissie als bedoeld in artikel 7.10 lid 2 van de Wet. De onderwijseenheden kunnen betrekking hebben op de startcompetenties die een student moet verwerven, op onderdelen van competenties of op de minor(s). Zie ook de PTH-definitie van Studiearrangement, op heteind van artikel 1. Onderwijsactiviteiten Opleiding Opleidingscommissie Opleidingsprofiel Penvoerend instituut Planningsoverzicht minor Portfolio Het geheel aan activiteiten die de opleiding aanbiedt waaruit de student een keuze kan maken om te werken aan zijn competenties, zoals colleges, projecten, leerarrangementen, stages, trainingen etc. Een samenhangend geheel van onderwijseenheden, gericht op de verwezenlijking van welomschreven doelstellingen op het gebied van kennis, inzicht en vaardigheden waarover degene die de opleiding voltooit, dient te beschikken zoals bedoeld in artikel 7.3, lid 2 van de Wet. Commissie voor advies en beoordeling betreffende het onderwijs en de OER als bedoeld in artikel 10.3c van de Wet. Het totaal van startcompetenties waarvoor de opleiding opleidt, dat wil zeggen de beroepscompetenties op het niveau van de beginnend beroepsbeoefenaar. Het penvoerend instituut is het Fontys Instituut dat volgens de minor-catalogus eindverantwoordelijk is voor de ontwikkeling, uitvoering, toetsing en verbetering van het minorprogramma. Overzicht in het studievoortgangssysteem, waarin de planning van minors (locatie, aanmelddatum, startdatum, taal, uitvoeringsvarianten) is opgenomen. (Digitale) verzameling van bewijsstukken waarin de student kan aantonen dat hij de competenties van een bepaalde opleiding beheerst. Zie ook de PTH-definitie van Portfolio, op het eind van artikel 1. Postpropedeuse Propedeuse Raad van Bestuur Startcompetenties Stichting Fontys Student Studentendecaan Studenten Loopbaancentrum Tweede fase in een bacheloropleiding als bedoeld in artikel 7.30 van de Wet. Eerste fase in een bacheloropleiding als bedoeld in artikel 7.8 lid 2 van de Wet. Het bevoegd gezag van Fontys Hogescholen. Beroepscompetenties op het niveau van een beginnend beroepsbeoefenaar. Het bevoegd gezag van Fontys hogescholen, zoals bedoeld in de bijlage van de Wet. Degene die bij de instelling ingeschreven is als bedoeld in artikel 7.32 t/m 7.34 van de Wet. Het door de Raad van Bestuur benoemde personeelslid belast met het behartigen van de belangen van studenten, het verlenen van hulp bij voorkomende problemen en het informeren en adviseren. De decaan is ondergebracht bij de afdeling Studentenvoorzieningen. Voorziening van de afdeling Studentenvoorzieningen, bedoeld om studenten te begeleiden bij vraagstukken met betrekking tot instroom, doorstroom en uitstroom. OER Fontys (PTH)

13 Studentenstatuut Studieadvies Studiejaar Studielast Studieloopbaanbegeleider Studieloopbaanbegeleiding Studiepunt Het statuut zoals bedoeld in artikel 7.59 van de Wet, omvattende de rechten en plichten van studenten. Het studentenstatuut bestaat uit een instellingsspecifiek en een opleidingsspecifiek deel. Een advies dat door de bacheloropleiding op het einde van de propedeutische fase aan de student wordt uitgereikt over de voortzetting van zijn studie binnen of buiten de opleiding; aan dit advies kan ook een afwijzing verbonden zijn. De periode van 1 september tot en met 31 augustus van het daarop volgende jaar. De genormeerde tijdsinvestering in eenheden van 28 studiebelastingsuren verbonden aan onderwijsactiviteiten. Begeleider van een student bij de planning, de aanpak, de te maken keuzes en de voortgang van de studie. Begeleidingssysteem waarbij de ontwikkeling van de individuele student centraal wordt gesteld. De student wordt gestimuleerd te reflecteren op de eigen ontwikkeling als toekomstig beroepsbeoefenaar en zelf de verantwoordelijkheid voor zijn ontwikkeling te nemen. Een studiepunt is gelijk aan 28 genormeerde studiebelastingsuren en wordt toegekend indien een onderwijseenheid met goed gevolg is afgelegd. Internationaal wordt hiervoor de term credits of european credits (EC s) gebruikt. Zie ook de PTH-definitie van Studiepunt, op het eind van artikel 1. Tentamen Toets Toetsperiode Toets nieuwe opleiding Topsportregeling Uitvoerend instituut Voltijdse opleiding Validiteit Een onderzoek naar kennis, inzicht en vaardigheden en competenties bij de afsluiting van een onderwijseenheid alsmede de beoordeling van de uitkomsten van dat onderzoek, als bedoeld in artikel 7.10, lid 1 van de Wet, waarbij bij goed gevolg de bijbehorende studiepunten worden toegekend. Activiteit op grond waarvan wordt beoordeeld of een student bepaalde kennis, vaardigheden of competenties bezit. Een toets kan leiden tot het toekennen van studiepunten of een bewijs leveren ten behoeve van het portfolio. Periode in het studiejaar waarin toetsen worden afgenomen De toets die tot uitdrukking brengt dat de kwaliteit van een opleiding positief is beoordeeld na onderzoek door de Nederlands-Vlaamse Accreditatie Organisatie met betrekking tot registratie van deze nieuwe opleiding in het CROHO. Regeling waarin is vastgelegd welke studenten in aanmerking komen voor deze regeling en op welke faciliteiten een beroep gedaan kan worden. een Fontys instituut dat een minor uit de minor-catalogus uitvoert. Een voltijdse opleiding is een opleiding die is ingericht zonder dat rekening is gehouden met het verrichten van andere werkzaamheden dan onderwijsactiviteiten. Het meten van wat men beoogde te meten. Een toets is valide als deze daadwerkelijk meet wat men wilde meten. OER Fontys (PTH)

14 Vraaggericht onderwijs Onderwijs waarbij de student actief deelneemt aan het volgen van onderwijs in samenspraak met zijn studieloopbaanbegeleider ter verwerving van competenties. Hij kan hiervoor een keuze maken uit het aanbod aan onderwijsactiviteiten. Vrije minor Vrijstelling WEB Website Juridische Zaken Werkweek Minor die door de student vrij gekozen mag worden. De minor draagt bij aan de algemene hbo-competenties of de specifieke beroepscompetenties (verbreding of verdieping). Gehele of gedeeltelijke ontheffing om te voldoen aan inschrijvings- en / of toelatingsvoorwaarden en / of het afleggen van tentamens. Wet Educatie en Beroepsonderwijs (Staatsblad 1995, 501 en de latere aanvullingen en wijzigingen). Website op het intranet van Fontys, waarop informatie beschikbaar wordt gesteld door de afdeling Juridische Zaken ( Iedere week, die in de Fontys jaaragenda niet is aangeduid als week zonder onderwijsaanbod. Wet Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek (WHW Staatsblad 593, 1992 en de latere aanvullingen en wijzigingen). WGBH/CZ WSF 2000 Wet gelijke behandeling op grond van handicap of chronische ziekte (WGBH/CZ Staatsblad 329, 2003 en de latere aanvullingen en wijzigingen. Wet op de Studiefinanciering 2000 (WSF 2000 Staatsblad 571, 2000 en de latere aanvullingen en wijzigingen). OER Fontys (PTH)

15 Bij de opleidingen van de PTH worden bovendien de onderstaande definities gebruikt: Assessments, competentie-examens en competentieniveaus : Extra toelichting: De competenties waarop de opleidingen van de PTH gericht zijn, worden genoemd in artikel 9 van deze OER Bij elke competentie worden drie niveaus onderscheiden waarop de student over die competenties de beschikking kan hebben: niveau A, B en C. Een beschrijving van de competenties en van de indicatoren waaraan te zien is op welk niveau de student erover beschikt, staat op competentiekaarten. Deze zijn in te zien via de website Met een competentie-examen wordt getoetst tot op welk niveau (A, B of C) de student over bepaalde competenties beschikt. Bij de bachelor-opleidingen zijn er drie competentie-examens: o Het propedeuse-assessment; hierbij worden competenties getoetst op een bepaald niveau, zoals vermeld in artikel 9 en De student die voor dit examen is geslaagd is hoofdfasebekwaam. o Het hoofdfase-assessment; hierbij worden competenties getoetst op een bepaald niveau, zoals vermeld in artikel 9 en De student die voor dit examen is geslaagd is afstudeerbekwaam. o Het afstudeer-assessment; hierbij worden competenties getoetst op een bepaald niveau, zoals vermeld in artikel 9 en De student die voor dit examen is geslaagd is startbekwaam als docent. Bij de Associate-DegreeProgramma s zijn er twee competentie-examens: o o Het propedeuse-assessment; hierbij worden competenties getoetst op een bepaald niveau, zoals vermeld in artikel 9 en Het afstudeer-assessment-; hierbij worden competenties getoetst op een bepaald niveau, zoals vermeld in artikel 9 en De student die voor dit examen is geslaagd is startbekwaam als Onderwijsondersteuner AD-niveau. Een competentie-examen is een speciaal type assessment. Andere typen assessments zijn bijvoorbeeld het intakeassessment en het exit-assessment. Opleidingsgids : Verzameling van gegevens waarin het opleidingsaanbod van een bepaalde opleiding vermeld staat. Deze verzameling omvat per opleiding: een handleiding, draaiboeken voor de leerlijnen en studiearrangementen opdrachten per studiearrangement studiemateriaal en documentatieverwijzingen per studiearrangement Jaaragenda PTH : Overzicht van de onderwijs-, toets-, extra- en vakantieweken van een studiejaar, waarin voor studenten en medewerkers belangrijke aandachtspunten vermeld staan, onder andere de data van diplomeringen en de sluitingsdata voor aanmelding voor toetsen en competentie-examens. Onderwijsperiode : Het onderwijs wordt aan de instelling uitgevoerd in 4 jaarlijkse perioden, de onderwijsperioden genoemd. Onderwijsperioden zijn OER Fontys (PTH)

16 vastgelegd in het jaarrooster van de PTH, dat gebaseerd is op het jaarrooster van Fontys Hogescholen. Portfolio : (Digitale) verzameling bewijsstukken, (beroeps-)producten en andere documenten waarmee de student: 1. Zijn ontwikkeling in beeld kan brengen; 2. Zijn competentiebeheersing kan aantonen; 3. Een showdossier kan samenstellen voor b.v. sollicitaties PTH : In verband met de leesbaarheid wordt in plaats van Fontys Pedagogisch Technische Hogeschool te Eindhoven soms de schrijfwijze PTH gebruikt. Bij de PTH is inbegrepen de uitvoeringslocatie Wageningen. SLB : Studieloopbaanbegeleider (Zie de omschrijving hiervan in de Fontys-brede tekst van artikel 1. Studiearrangement : Een onderwijsactiviteit die door de PTH wordt aangeboden en waarvoor kenmerkend is dat hij: geconstrueerd is vanuit te verwerven competenties; bestaat uit een samenhangend geheel van studietaken; een studielast heeft van 56 à 840 studiebelastingsuren; wordt afgesloten met een toets; deze toets kan leiden tot het toekennen van studiepunten of een bewijs leveren ten behoeve van het portfolio wordt beoordeeld in termen van onvoldoende (betekent cijferbeoordeling < 5,5) of voldoende (betekent cijferbeoordeling 5,5 en < 8,0) of "excellent" (betekent cijferbeoordeling 8,0) Het volgen van studiearrangementen is een van de mogelijke wegen waarlangs een student de competenties kan verwerven die tijdens een competentie-examen getoetst worden. Studiepunt : Wordt toegekend als competenties of deelcompetenties beheerst worden. Er is een indirect verband met studiebelastingsuren: het via het opleidingsaanbod verwerven van een competentie of deelcompetentie met een omvang van s studiepunten vereist gemiddeld voor de student een tijdsinvestering van s 28 uur. Werkdag : Alle dagen van het jaar met uitzondering van zaterdagen, zondagen, de verplichte feestdagen en de onderwijsvrije dagen zoals formeel vastgesteld voor de PTH. Werkplekleren (WPL) : Praktische voorbereiding op de beroepsuitoefening; school- en bedrijfsstage. Het werkplekleren omvat een aantal zelfstandige studiearrangementen die aan hun naamgeving herkenbaar zijn. Bij de meeste van deze arrangementen is de uitvoering gespreid over een periode van 8 weken of langer. OER Fontys (PTH)

17 Artikel 2 Kenmerken van de opleiding 1. Deze OER heeft betrekking op alle bacheloropleidingen van Fontys die competentiegestuurd en vraaggericht zijn en een major-minor indeling kennen. 2. Elke bacheloropleiding heeft een propedeutische fase, met een omvang van 60 studiepunten, die wordt afgesloten met een propedeuse examen. De propedeuse heeft een oriënterende, selecterende en verwijzende functie. 3. De bacheloropleiding bestaat uit een major- en een minordeel. Het majordeel heeft een studielast ter waarde van 210 of 180 studiepunten. Het minor deel bestaat uit één of twee minors van 30 studiepunten. De bacheloropleidingen van de PTH van cohorten 2008 en eerder bestaan uit een majordeel ter waarde van 180 studiepunten en een minordeel van twee minoren van elk 30 studiepunten; De bacheloropleidingen van de PTH van de cohorten vanaf 2009 bestaan uit een majordeel ter waarde van 210 studiepunten en een minordeel van één minor van 30 studiepunten; De Associate-DegreeProgramma s bevatten geen minors en omvatten 120 studiepunten. Aan de PTH kan op de onderstaande zeven vakgebieden een Associate-DegreeProgramma gevolgd worden: Bouwtechniek (crohonummer: 80049) Consumptieve techniek (crohonummer: 80052) Gezondheidszorg en welzijn (crohonummer: 80045) Handel en administratie (crohonummer: 80054) MEI Elektrotechniek (crohonummer: 80053) MEI Mechanische techniek (crohonummer: 80055) Motorvoertuigentechniek (crohonummer: 80047) Uiterlijke verzorging (crohonummer: 80056) 4. De opleiding bestaat uit een samenhangend geheel van onderwijseenheden. Onderwijseenheden hebben betrekking op een niveau van een competentie, een onderdeel van (een) competentie(s) of op een minor. Elke onderwijseenheid wordt afgesloten met een tentamen. Tentamens die betrekking hebben op de beoordeling van niveaus van competenties worden afgenomen tijdens een competentie-examen. 5. Het examen, van de propedeuse, de associate degree of de opleiding, is behaald, zodra de student alle onderwijseenheden, behorende tot de propedeuse, de associate degree of de opleiding heeft behaald. PTH: Het betreffende examen is behaald als beheersing van alle competenties op het bijbehorende niveau is aangetoond, hetzij via het behalen van alle bij het examen behorende onderwijseenheden, hetzij op andere wijze via het betreffende assessment. Paragraaf 2 Grondslag, competenties en beroepsvereisten Artikel 3 Grondslag, competenties en beroepsvereisten 1. De grondslag van elke bacheloropleiding is te vinden in het CROHO zoals opgenomen op de website van Juridische Zaken. 2. De opleiding heeft betrekking op startcompetenties. Een overzicht van deze startcompetenties is opgenomen in het overzicht in artikel 9 lid De wettelijke beroepsvereisten zoals bedoeld in artikel 7.6 van de Wet zijn: Er gelden geen speciale wettelijke beroepsvereisten voor de PTH-Opleidingen OER Fontys (PTH)

18 Paragraaf 3 Vooropleiding en toelating tot de opleiding Artikel 4 Toelatingseisen bacheloropleiding 1. Voor de inschrijving voor een bacheloropleiding bij een hogeschool geldt als vooropleidingseis het bezit van een diploma vwo, havo (met profielen) of een diploma van een middenkaderopleiding of een specialistenopleiding als bedoeld in artikel eerste lid, onder d en e van de WEB of een bij ministeriële regeling aangewezen vakopleiding als bedoeld in artikel eerste lid, onder c van de WEB. 2. Het instellingsbestuur verleent, overeenkomstig artikel 7.28 lid 2 van de Wet, vrijstelling van de vooropleidingseis als bedoeld in lid 1 van dit artikel, indien het overgelegde diploma bij ministeriële regeling als tenminste gelijkwaardig is aangemerkt. 3. Een getuigschrift van een propedeuse of afsluitend examen van een hbo- of wo-opleiding geeft op grond van artikel 7.28 lid 1 van de Wet eveneens recht op inschrijving voor een bacheloropleiding aan een hogeschool, onverlet het bepaalde in lid 5 van dit artikel. (zie ook artikel 26 van de OER) Degene die toegang heeft tot het wetenschappelijk of hoger onderwijs in het land van een verdragspartij die het Verdrag inzake de erkenning van kwalificaties betreffende hoger onderwijs in de Europese regio (Trb. 2002, 137) heeft geratificeerd heeft eveneens recht op inschrijving voor een bacheloropleiding, onverlet het bepaalde in artikel 5 van dit artikel. 4. Voor de bacheloropleiding gelden de volgende nadere vooropleidingseisen zoals vastgelegd in de ministeriële regeling op grond van artikel 7.25 van de Wet met betrekking tot het profiel en / of een te volgen vak van het havo-, vwo-diploma of WEB diploma, als bedoeld in lid 1. Per 1 augustus 2007 zijn in het voortgezet onderwijs nieuwe profielen ingevoerd 3. Tot en met het studiejaar kunnen studenten op grond van een oud havo-profiel 4 nog worden toegelaten. Tot en met het studiejaar kunnen studenten op grond van een oud vwo-profiel nog worden toegelaten. Voor de opleidingen Consumptieve techniek gelden geen nadere vooropleidingseisen. Voor alle overige bacheloropleidingen en Associate-DegreeOpleidingen van de PTH geldt als toelatingseis een diploma havo of vwo met één (of meer) van de onderstaande combinaties van profielen en vakken: Vwo, oude profielen: Natuur en Techniek Natuur en Gezondheid Economie en Maatschappij Cultuur en Maatschappij met wiskunde a1 en wiskunde a2 Havo, oude profielen: Natuur en Techniek Natuur en Gezondheid Economie en Maatschappij met wiskunde b1 Cultuur en Maatschappij met wiskunde b1 Vwo of havo, nieuwe profielen: Natuur en Techniek Natuur en Gezondheid Economie en Maatschappij Cultuur en Maatschappij met wiskunde a of wiskunde b Een student die niet aan het vereiste profiel voldoet of niet het juiste vak heeft gevolgd dient deze deficiëntie voor aanvang van het onderwijs weg te werken. (artikel 7.25 lid 4 van de Wet) 3 Aangeduid als Vernieuwde Tweede Fase (VTF) 4 Aangeduid als Tweede Fase Oude Regeling (TFOR) OER Fontys (PTH)

19 5. Een student die wordt toegelaten op grond van een diploma of getuigschrift (zoals bedoeld in lid 2 en 3 van dit artikel) dient eveneens te voldoen aan de nadere vooropleidingseisen als bedoeld in lid 4. Via een aanvullend onderzoek (als bedoeld in artikel 7.25 lid 4 van de Wet) wordt nagegaan of de student over de vereiste kennis beschikt. De eisen van dit aanvullend onderzoek zijn PTH: in een toelatingsassessment dient de student aan te tonen dat hij of zij wiskunde beheerst op het eindniveau van de voorbedeidende lerarenopleiding. Zie ook bijlage Aanvullende eisen zoals bedoeld in artikel 7.26 en 7.26a van de Wet zijn: n.v.t. voor de PTH opleidingen waarvoor deze OER van toepassing is. 7. Ten aanzien van andere dan de in lid 1 tot en met lid 3 genoemde diploma s beslist de instituutsdirecteur of het diploma op grond waarvan de student om toelating verzoekt gelijkwaardig is en toelating biedt tot de bacheloropleiding. 5 Op grond van artikel 7.28 heeft het instellingsbestuur bepaald dat oude havo- en vwo-diploma s met vakkenpakketten tenminste gelijkwaardig zijn aan de nieuwe diploma s met profieleisen. Bezitters van genoemde diploma s kunnen derhalve op grond van een oud diploma toegelaten worden. De student die op grond van dit lid wordt toegelaten dient eveneens te voldoen aan de nadere vooropleidingseisen als bedoeld in lid 4. Via een aanvullend onderzoek, als bedoeld in artikel 7.28 lid 3 van de Wet, wordt nagegaan of de student over de vereiste kennis bezit. De eisen van dit onderzoek zijn uitgewerkt in lid 5 van dit artikel. De student dient aan de eisen van dit onderzoek te hebben voldaan voordat hij aan examens kan deelnemen of De student dient aan de eisen van dit onderzoek te hebben voldaan voordat hij kan worden ingeschreven De bacheloropleiding kent geen numerus fixus conform de artikelen 7.53, 7.54, 7.56a en 7.57a van de Wet. Artikel 5 Nadere eisen bezitters buitenlandse diploma s 1. Een bezitter van een buitenlands diploma mag niet deelnemen aan toetsen met studiepunten of het competentie-examen van de propedeuse van een Nederlandstalige opleiding voordat hij de examencommissie het bewijs heeft geleverd van voldoende beheersing van de Nederlandse taal. Beheersing is vereist op niveau NT2, programma De instituutsdirecteur kan eveneens bepalen dat een bezitter van een buitenlands diploma pas wordt ingeschreven als hij bewijs heeft geleverd van voldoende beheersing van de Nederlandse taal. Beheersing is vereist op niveau NT2, programma Op grond van wettelijke voorschriften dient te worden nagegaan of buitenlandse studenten die 18 jaar of ouder zijn op de datum van eerste inschrijving dan wel op 1 september van het eerste inschrijvingsjaar de benodigde verblijfsstatus hebben. 4. Indien de bacheloropleiding wordt aangeboden in het Engels of Duits kunnen eisen gesteld worden aan de beheersing van de Duitse of Engelse taal. n.v.t. voor de PTH Voor internationale studenten geldt dat zij voor toelating tot een Engelstalige bacheloropleiding beschikken over een taalvaardigheidsniveau in het Engels dat tenminste gelijk is aan de score van 6,0 op een IELTS toets. 5 Voor de beoordeling of een buiten Nederland afgegeven diploma als gelijkwaardig kan worden beschouwd kan het Nuffic geraadpleegd worden. 6 De instituutsdirecteur kan op grond van zijn mandaat zoals beschreven in het bestuursreglement bepalen dat de bezitter van een diploma als bedoeld in dit lid ook niet wordt ingeschreven als redelijkerwijs verwacht kan worden dat de betrokken student in het eerste jaar van inschrijving niet via het aanvullend onderzoek kan aantonen aan deze eisen te voldoen. OER Fontys (PTH)

20 Artikel 6 Vrijstelling op grond van toelatingsonderzoek (21+regeling) 1. Studenten die bij hun start bij de opleiding 21 jaar of ouder zijn en niet voldoen aan de vooropleidingseisen en niet hiervan zijn vrijgesteld (zie artikel 4) kunnen op grond van een toelatingsonderzoek van deze vooropleidingseisen vrijgesteld worden. 2. De eisen gesteld bij het toelatingsonderzoek zijn: De eisen van het toelatingsonderzoek zijn beschreven in de folder van de Differentiële aanlegtoets, getiteld 21+Toelatingsonderzoek 2009/2010 en in de brochure Voorbereidende lerarenopleiding 2009/2010. Naast de Differentiële aanlegtoets en eventueel als herkansing daarvan, is een andere vorm van toelatingsonderzoek mogelijk. Voor alle bacheloropleidingen binnen de PTH heeft dit onderszoek betrekking op de vakken Wiskunde, Natuurkunde en Nederlands/presentatietechnieken; de eisen voor de lerarenopleiding Consumptieve techniek hebben behalve op deze drie vakken betrekking op de vakken Scheikunde en Biologie. De beoordeling van het toelatingsonderzoek gebeurt onder regie van de examencommissie. 3. De uitslag van het toelatingsonderzoek wordt de student binnen 2 weken meegedeeld. 4. Het toelatingsonderzoek kan eveneens plaats vinden in de vorm van een differentiële aanleg test (DAT). Meer informatie over deze test is te vinden op De resultaten die de student bij deze test moet behalen zijn: De acht categorieën binnen de DAT moeten gemiddeld een score 5,5 of hoger hebben en de drie categorieën ruimtelijk inzicht, praktisch inzicht en rekenvaardigheid moeten elk minimaal de score 6,0 hebben. 5. Het toelatingsonderzoek kan eveneens deel uitmaken van een EVC procedure. In dat geval wordt in de EVC procedure nagegaan of de student voldoet aan de eisen die zijn gesteld bij het toelatingsonderzoek, als bedoeld in lid 2 van dit artikel. 6. Indien het toelatingsonderzoek met goed gevolg is afgelegd wordt de student vrijgesteld van de vooropleidingseisen van de betreffende bacheloropleiding en ontvangt de student hiervan een verklaring ex artikel 7.29 van de Wet. OER Fontys (PTH)

21 Artikel 7 Eisen werkkring 1. Voor een inschrijving aan een duale opleiding dient een leer-arbeidsovereenkomst gesloten te worden tussen opleiding, beroepsorganisatie en student, waarin o.a. wordt vastgesteld welke onderwijseenheden de student zal behalen in het onderwijsdeel en welke onderwijseenheden tijdens de beroepsuitoefening. Bij de duale opleiding bestaat het onderwijsdeel uit.. studiepunten en het beroepsdeel uit. studiepunten. De PTH kent (in ) geen duale bacheloropleiding die competentiegericht en vraaggestuurd is. Bij de duale associate degree-opleidingen omvat de beroepscomponent 70 studiepunten en de vakcomponent 50 studiepunten. 2. Voor inschrijving aan een deeltijdse opleiding kunnen eisen gesteld worden ten aanzien van de werkkring. Ten aanzien van de werkkring worden de volgende eisen gesteld: PTH: niet van toepassing Deze werkzaamheden kunnen een bijdrage leveren aan de volgende onderwijseenheden (artikel 7.27 van de Wet). n.v.t. voor de PTH Artikel 8 Intake assessment 1. Bij de instroom in een opleiding kan een intake assessment plaats vinden als er sprake is van EVC s. Een intake assessment kan betrekking hebben op een globale beoordeling van het overgelegde bewijs dat de student kan gebruiken om een persoonlijk ontwikkelingsplan op te stellen. Het bewijs van de eerder verworven competenties kan de student inbrengen in zijn portfolio. (zie ook artikel 26, lid 2). Een intake assessment kan ook betrekking hebben op de beoordeling of competenties behaald zijn. In dit geval wordt het intake assessment afgenomen door assessoren. In het opleidingsdeel is de inrichting van het intake assessement uitgewerkt. 2. Wanneer een student denkt in aanmerking te komen voor vrijstelling van toetsen met studiepunten of (een)minor(s) dient hij hiervoor een verzoek in bij de examencommissie. OER Fontys (PTH)

22 Paragraaf 4 Inhoud van de opleiding en de examens Artikel 9 Overzicht onderwijseenheden en studiepunten 1. De opleiding bestaat uit een samenhangend geheel van onderwijseenheden. Een onderwijseenheid heeft betrekking op een niveau van een competentie, een onderdeel van (een) competentie(s) of op een minor 2. Aan onderwijseenheden worden hele studiepunten toegekend. In onderstaand overzicht is de verdeling van studiepunten vermeld. In dit overzicht is opgenomen de studiepunten die zijn gekoppeld aan de competenties en competentieniveaus, de studiepunten voor onderdelen van (een) competentie(s) en de studiepunten voor de minor(s) Indien voor de cohorten van vóór een competentiematrix is vastgesteld waarin de minors niet als aparte onderwijseenheden zijn opgenomen dan wordt deze matrix in dit artikel eveneens opgenomen. Het betreft de zeven kerncompetenties, vastgesteld door het Nederlandse Samenwerkingsorgaan Beroepskwaliteit Leraren (SBL) en als achtste de onderzoekscompetentie: 1 interpersoonlijk competent 5 competent i.s.m. collega's 2 pedagogisch competent 6 competent i.s.m. omgeving 3 vak- en didactisch competent 7 competent in reflectie en ontwikkeling 4 organisatorisch competent 8 competent in het uitvoeren van onderzoek En het betreft de drie niveaus: A-, B- en C-niveau. (Zie ook de toelichting in de kadertekst van artikel 1). De acht competenties zijn voor de drie niveaus nader uitgewerkt op de competentiekaarten. Deze kaarten zijn in te zien via de website van de PTH. Behalve de acht competenties zijn voor de PTH-opleidingen nog drie sets van competenties richtinggevend: 1. de tien generieke kernkwalificaties HBO 7 ; 2. morele competentie 8 ; 3. negen competenties op het gebied van duurzame ontwikkeling 9. De beschrijvingen van deze competenties zijn verwerkt in de competentiekaarten en dus opgenomen in de eerdergenoemde acht competentiebeschijvingen. Onderstaand schema geldt voor alle voltijd- en deeltijdopleidingen van de PTH cohorten die competentiegestuurd en vraaggericht zijn (zie ook de titelpagina) en voor alle Associate-Degreeprogramma s van de PTH; per competentie en per niveau worden de studiepunten vermeld: studiepunten comp. comp. comp. comp. comp. comp. comp. comp. totaal P-fase niveau A H-fase niveau B A-fase niveau C totaal: Onderstaand schema (overgenomen uit OER PTH ) geldt voor alle voltijdopleidingen van de PTH cohorten en die competentiegestuurd en vraaggericht zijn (zie ook de titelpagina); per competentie en per niveau worden de studiepunten vermeld: studiepunten comp. comp. comp. comp. comp. comp. comp. totaal P-fase niveau A H-fase niveau B A-fase niveau C totaal: Geformuleerd door de Nederlandse HBO-raad in de periode 2001 tot Opgesteld in de periode september 2004 tot april 2005 in overleg met de PTH-Zwolle en de Commissie Identiteit PTH, waarin vertegenwoordigers vanuit vmbo en bve; fiattering door de Commissie Identiteit in mei Geformuleerd in mei 2004 op basis van het Nederlandse Handvest Duurzaaamheid HBO. OER Fontys (PTH)