NOTULEN ZITTING VAN 15 DECEMBER 2015

Transcriptie

1 NOTULEN ZITTING VAN 15 DECEMBER 2015 Aanwezig: Verontschuldigd: Afwezig: Rob Guns, voorzitter; Ward Kennes, burgemeester; Mies Meeus, Griet Noyens, Guy Van de Perre, Gert Storms, Sumati Adriaensen, schepenen; Walter Van Baelen, OCMW-voorzitter; Jef Verrycken, Jeroen Van de Water, Els Aerden, Frank Van Nijlen, Bea Jaenen, Robby Diels, Jan Biermans, Hanne Baeyens, Eric Lauwers, Yoleen Van Camp, Tim Vanneste, Jo Van de Water, Kris Goossens, Alois Peinen, Rita Thijs, Marc Stijnen, Marleen Verbeek, Valérie Van Laer, raadsleden; Tom De Munter, gemeentesecretaris; De voorzitter opent de zitting. De voorzitter vraagt om bij hoogdringendheid een punt toe te voegen aan het einde van de openbare zitting, voor een algemene vergadering van Pontes. Door een administratieve vergissing was dit nog niet eerder geagendeerd. Aangezien de algemene vergadering doorgaat op 16 december 2016 is een behandeling op een volgende zitting onmogelijk. de gemeenteraad gaat unaniem akkoord met de behandeling bij hoogdringendheid van dit agendapunt. De CD&V-fractie wil 1 mondelinge vraag stellen, de N-VA-fractie 3, Open Vld ook 3 en Groen 1. OPENBARE ZITTING 1. Toegevoegd agendapunt / kennisname ontslag uit N-VA fractie en aanduiding nieuwe fractievoorzitter N-VA Neemt kennis van het ontslag van raadslid Frank Van Nijlen uit de N-VA fractie. De heer Van Nijlen zal voortaan zetelen als onafhankelijk raadslid. Raadslid Kris Goossens zal voortaan optreden als fractievoorzitter N-VA. 2. Goedkeuring notulen en kennisname zittingsverslag d.d. 24 november 2015 Gelet op het gemeentedecreet; Gelet op de voorliggende notulen d.d. 24 november 2015; eenparig. Enig artikel - keurt de notulen der vorige zitting d.d. 24 november 2015 goed en neemt kennis van het zittingsverslag. 3. Afstand van mandaat gemeenteraadslid Gelet op de bepalingen van het gemeentedecreet, in het bijzonder artikel 10 en artikel 15;

2 Gelet op de brief van raadslid Yoleen Van Camp, waarbij zij ontslag neemt uit de gemeenteraad met ingang van januari 2016; Overwegende dat haar opvolger de eed moet afleggen in openbare vergadering van de gemeenteraad; Overwegende dat het ontslag ingaat in januari 2016, kan de opvolger dus pas daarna de eed afleggen; Overwegende dat de opvolger pas tijdens de gemeenteraadszitting van 26 januari 2016 de eed kan afleggen; eenparig. Enig artikel - akte te nemen van het ontslag van raadslid Yoleen Van Camp met ingang van januari 2016; 4. Installatie OCMW-raadslid en opvolger Gelet op de bepalingen van het gemeentedecreet; Gelet op de bepalingen van het OCMW-decreet, in het bijzonder op artikel 14; Gelet op de voordrachtsakte van de CD&V dd. 17 december 2012; Gelet op de samenstelling van de OCMW-raad door de gemeenteraad op de installatievergadering dd. 2 januari 2013; Overwegende dat mevrouw Ellen Leys niet meer voldoet aan de verkiesbaarheidsvoorwaarden, aangezien zij niet langer haar domicilie heeft in Kasterlee; Overwegende dat er geen andere opvolgers zijn; Gelet op de nieuwe voordrachtsakte overeenkomstig artikel 14 van het OCMWdecreet; Overwegende dat deze voordrachtsakte ondertekend is overeenkomstig artikel 14, 1ste alinea van het OCMW-decreet; Overwegende dat deze voordrachtsakte met ingang van 1 januari 2016 Eric Van Beurden voordraagt als werkend lid en Bart Sas als opvolger; Gelet op het onderzoek van de geloofsbrieven van Eric Van Beurden; Gelet op het onderzoek van de geloofsbrieven van Bart Sas; eenparig. Artikel 1 - Akte te nemen van het feit dat mevrouw Ellen Leys niet langer voldoet aan de verkiesbaarheidsvoorwaarden; Art. 2 - akte te nemen van de nieuwe voordrachtsakte, waarbij Eric Van Beurden als werkend lid en Bart Sas als opvolger worden voorgedragen; Art. 3 - goedkeuring te geven aan de geloofsbrieven van Eric Van Beurden en van Bart Sas. Art. 4 - met ingang van 1 januari 2016 Eric Van Beurden verkozen te verklaren als werkend lid en Bart Sas als opvolger; 5. Kennisname ontslag OCMW-raadslid en installatie nieuw OCMWraadslid en opvolger

3 Gelet op de bepalingen van het gemeentedecreet; Gelet op de bepalingen van het OCMW-decreet, in het bijzonder op artikel 14; Gelet op de samenstelling van de OCMW-raad door de gemeenteraad op de installatievergadering dd. 2 januari 2013; Gelet op de ontslagbrief van OCMW-raadslid Marleen Verbeek met ingang van 1 januari 2016; Gelet op de afstand van mandaat van mevrouw Inge Celis, 1ste opvolgster; Gelet op de afstand van mandaat van mevrouw Maria Dekkers, 2de opvolgster; Overwegende dat er geen andere opvolgers zijn; Gelet op de nieuwe voordrachtsakte overeenkomstig artikel 14 van het OCMWdecreet; Overwegende dat deze voordrachtsakte ondertekend is overeenkomstig artikel 14, 1ste alinea van het OCMW-decreet; Overwegende dat deze voordrachtsakte met ingang van 1 januari 2016 mevrouw Monique Hens voordraagt als werkend lid en Paul Meynen als opvolger Gelet op het onderzoek van de geloofsbrieven van Mevrouw Monique Hens; Gelet op het onderzoek van de geloofsbrieven van Paul Meynen; Overwegende dat aan het huidige mandaat als OCMW-raadslid van mevrouw Monique Hens een einde komt op 31 december 2015 door de vermelding van een einddatum op de oorspronkelijke voordrachtsakte van 17 december 2012; eenparig. Artikel 1 - akte te nemen van het ontslag van OCMW-raadslid Marleen Verbeek met ingang van 1 januari 2016; Art. 2 - kennis te nemen van de afstand van mandaat van Inge Celis als eerste opvolgster; Art. 3 - Kennis te nemen van de afstand van mandaat van Maria Dekkers als tweede opvolgster: Art. 4 - akte te nemen van de nieuwe voordrachtsakte, waarbij mevrouw Monique Hens als werkend lid en Paul Meynen als opvolger worden voorgedragen; Art. 5 - goedkeuring te geven aan de geloofsbrieven van mevrouw Monique Hens en Paul Meynen; Art. 6 - met ingang van 1 januari 2016, mevrouw Monique Hens verkozen te verklaren als werkend lid en Paul Meynen als opvolger; 6. Installatie OCMW-raadslid en opvolger N-VA Gelet op de bepalingen van het gemeentedecreet; Gelet op de bepalingen van het OCMW-decreet, in het bijzonder artikel 14; Gelet op de voordrachtsakte van N-VA van december 2012; Gelet op de samenstelling van de OCMW-raad door de gemeenteraad op de installatievergadering dd. 2 januari 2013; Gelet op de afstand van mandaat van Jeroen Van de Water; gelet op de nieuwe voordrachtsakte overeenkomstig artikel 14 van het OCMWdecreet; Overwegende dat deze voordrachtsakte ondertekend is overeenkomstig artikel 14, 1ste alinea van het OCMW-decreet;

4 Overwegende dat deze voordrachtsakte met ingang van 1 januari 2016 Filip Verwimp (met einddatum 31 januari 2016) voordraagt als werkend lid en Elvira Bellens als opvolgster; Gelet op het onderzoek van de geloofsbrieven van Filip Verwimp; Gelet op het onderzoek van de geloofsbrieven van Elvira Bellens; eenparig. Artikel 1 - akte te nemen van de afstand van mandaat van Jeroen Van de Water; Art. 2 - akte te nemen van de nieuwe voordrachtsakte, waarbij Filip Verwimp als werkend lid, met einddatum van 31 januari 2016, en Elvira Bellens als opvolger worden voorgedragen; Art. 3 - goedkeuring te geven aan de geloofsbrieven van Filip Verwimp en van Elvira Bellens; Art. 4 - met ingang van 1 januari 2016 Filip Verwimp verkozen te verklaren als werkend lid,met einddatum 31 januari 2016, en Elvira Bellens als opvolger; 7. Kennisname data gemeenteraad 2016 De gemeenteraad neemt kennis van de onderstaande data van de gemeenteraadszittingen in 2016: Dinsdag 26 januari 2016 Dinsdag 23 februari 2016 Dinsdag 22 maart 2016 Dinsdag 26 april 2016 Dinsdag 24 mei 2016 Dinsdag 28 juni 2016 Dinsdag 23 augustus 2016 Dinsdag 27 september 2016 Dinsdag 25 oktober 2016 Dinsdag 22 november 2016 Dinsdag 20 december Kennisname Rapport Audit Vlaanderen neemt kennis van het rapport van Audit Vlaanderen dd. 17 november Nieuwe straatnaam / Plaffeienstraat Gelet op de vraag om toekenning van een straatbenaming aan de nieuwe wegenis voorzien in het project "De Melkhoek" van de Geelse Huisvesting; Gelet op het decreet van 28 januari 1977 houdende de bescherming van de namen van openbare wegen en pleinen; Overwegende dat het aangewezen is om bij de vaststelling van nieuwe benamingen gegevens te putten uit de plaatselijke geschiedenis, de toponymie en de volkskunde; Overwegende dat de Heemkundige kring op 24/06/2015 de naam 't Schijf voorstelde;

5 Overwegende dat de Cultuurraad tijdens hun dagelijks bestuur op 07/10/2015 negatief adviseerde en de alternatieven Schijfstraat en Plaffeienstraat voorstelde; Gelet op het advies van het Schepencollege van 9/11/2015 om de nieuwe straat Plaffeienstraat te noemen; eenparig. Enig artikel principieel akkoord te gaan met het voorstel om aan de nieuwe zijstraat van de Geelsebaan, gelegen 1ste afdeling sectie G nrs. 340g en 340f, de volgende straatnaam toe te kennen: "Plaffeienstraat". 10. Goedkeuring aanpassing reglement gemeentelijke toelage voor thuisverzorging van bejaarden Gelet op de beslissing van de gemeenteraad van 22 september 2015 betreffende de goedkeuring van een aantal aanpassingen in het reglement 'gemeentelijke toelage voor thuisverzorging van bejaarden'; Overwegende dat artikel 3 van het reglement " de bejaarde dient een attest voor te leggen van de Vlaamse zorgverzekering waarop de Bel profiel score is vermeld" verkeerd zou kunnen geïnterpreteerd worden in geval de score voor de aanvrager onvoldoende zou zijn voor toegang tot de zorgverzekering; 18 stemmen ja: Ward Kennes (CD&V), Mies Meeus (CD&V), Griet Adriaensen (CD&V), Rob Guns (CD&V), Jef Verrycken (Vlaams Belang), Els Aerden (CD&V), Frank Van Nijlen (Onafhankelijk), Bea Jaenen (CD&V), Robby Diels (CD&V), Jan Biermans (CD&V), Hanne Baeyens (CD&V), Eric Lauwers (CD&V), Rita Thijs (Open VLD), Marc Stijnen (Groen) en Marleen Verbeek (CD&V). 7 onthoudingen: Jeroen Van de Water (N-VA), Yoleen Van Camp (N- VA), Tim Vanneste (N-VA), Jo Van de Water (N-VA), Kris Goossens (N- VA), Alois Peinen (N-VA) en Valérie Van Laer (N-VA). Artikel 1:keurt de volgende wijziging goed aan het reglement gemeentelijke toelage voor thuisverzorging van bejaarden zoals goedgekeurd door de gemeenteraad op 25 september 2007 en gewijzigd door de gemeenteraad op 22 september 2015 en 15 december 2015: Artikel drie: De bejaarde dient een attest voor te leggen van de Vlaamse zorgverzekering dat toegang geeft tot de Vlaamse zorgverzekering. De bejaarde dient een bewijs van punten te bezorgen van de Bel- profiel schaal, of een bewijs FOD, of KATZ-schaal. Artikel vijf: Vanaf 1 januari 2016 bedraagt de gemeentelijke toelage 40 euro per maand en per zorgbehoevende persoon voor personen met een Bel- profiel score vanaf 40 punten, of personen met een FOD - attest vanaf 15 punten of personen met een score B-C op de KATZ-schaal. 20 euro per maand en per zorgbehoevende persoon met een score op de Belprofiel schaal vanaf 35 tot en met 39 punten.

6 De toelage wordt toegekend aan de bejaarde die zorgbehoevend is. De uitbetaling van de gemeentelijke premie gebeurt na verloop van het jaar waarin de verzorging heeft plaatsgehad of bij overlijden van de bejaarde. 11. Personeel / toelage voor opdrachthouderschap stafmedewerker grondgebiedzaken (bestekkenschrijver): vaststelling van de vergoeding Gelet op het gemeentedecreet en in het bijzonder art. 106; Gelet op de Omzendbrief BA 2000/08 van 17 november 2000 betreffende de toepassing van de wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motivering van de bestuurshandelingen op besluiten van provinciale en gemeentelijke overheden en OCMW s gecoördineerde onderrichtingen; Gelet op de personeelsformatie; Gelet op de rechtspositieregeling; Gelet op de beslissing van het college van burgemeester en schepenen van 23 november 2015 waarin de heer Stefan VANHOVE wordt aangesteld voor 38/38e als stafmedewerker grondgebiedzaken (bestekkenschrijver) via opdrachthouderschap voor de duur van 3 jaar; Gelet op artikel 335 van de rechtspositieregeling; eenparig. Enig artikel De toelage voor het opdrachthouderschap stafmedewerker grondgebiedzaken (bestekkenschrijver) wordt vastgelegd op 5% van het geïndexeerde jaarsalaris van het personeelslid, zoals voorzien in artikel van de rechtspositieregeling van de gemeente Kasterlee. 12. Kennisname aanpassingen meerjarenplan en budget '15 OCMW Neemt kennis van de aanpassingen aan het meerjarenplan en aan het budget 2015 van het OCMW. 13. Kennisname aanpassingen meerjarenplan en budget 2016 OCMW Neemt kennis van de aanpassingen aan het meerjarenplan en aan het budget 2016 van het OCMW. 14. Goedkeuring aanpassingen meerjarenplan Gelet op art van het gemeentedecreet dat stelt dat de gemeenteraad voor het begin van ieder financieel boekjaar het budget van de gemeente vaststelt op basis van het meerjarenplan; Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering dd. 25 juni 2010 betreffende de beleids- en beheerscyclus van de gemeenten; Gelet op het Ministerieel besluit van 1 oktober 2010 tot vaststelling van de modellen en de nadere voorschriften van de beleidsrapporten en de toelichting ervan, en van de rekeningstelsels van de gemeenten;

7 Gelet op omzendbrief 2015/2 van het Agentschap voor Binnenlands Bestuur d.d. 10/07/2015 betreffende de instructies voor het opstellen van de aanpassing van de meerjarenplannen en budgetten 2016 van de gemeenten; 15 stemmen ja: Ward Kennes (CD&V), Mies Meeus (CD&V), Griet Adriaensen (CD&V), Rob Guns (CD&V), Els Aerden (CD&V), Bea Jaenen (CD&V), Robby Diels (CD&V), Jan Biermans (CD&V), Hanne Baeyens (CD&V), Eric Lauwers (CD&V), Marc Stijnen (Groen) en Marleen Verbeek (CD&V). 10 onthoudingen: Jef Verrycken (Vlaams Belang), Jeroen Van de Water (N-VA), Frank Van Nijlen (Onafhankelijk), Yoleen Van Camp (N- VA), Tim Vanneste (N-VA), Jo Van de Water (N-VA), Kris Goossens (N- VA), Alois Peinen (N-VA), Rita Thijs (Open VLD) en Valérie Van Laer (N- VA). Enig artikel - De gemeenteraad keurt de aanpassing aan het meerjarenplan goed als volgt (bedragen in euro): Exploitatie Uitgaven Ontvangsten Saldo Investeringen Uitgaven Ontvangsten Saldo Andere Uitgaven Ontvangsten Saldo Budg. result. bj Gecum budg result. vorig bj Gecum. budg result. Bestemde gelden Resultaat op kasbasis Goedkeuring budget 2016 Gelet op art van het gemeentedecreet dat stelt dat de gemeenteraad voor het begin van ieder financieel boekjaar het budget van de gemeente vaststelt op basis van het meerjarenplan; Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering dd. 25 juni 2010 betreffende de beleids- en beheerscyclus van de gemeenten;

8 Gelet op het Ministerieel besluit van 1 oktober 2010 tot vaststelling van de modellen en de nadere voorschriften van de beleidsrapporten en de toelichting ervan, en van de rekeningstelsels van de gemeenten; Gelet op omzendbrief 2015/2 van het Agentschap voor Binnenlands Bestuur d.d. 10/07/2015 betreffende de instructies voor het opstellen van de aanpassing van de meerjarenplannen en budgetten 2016 van de gemeenten; Gelet op de binnengekomen adviezen; 14 stemmen ja: Ward Kennes (CD&V), Mies Meeus (CD&V), Griet Adriaensen (CD&V), Rob Guns (CD&V), Els Aerden (CD&V), Bea Jaenen (CD&V), Robby Diels (CD&V), Jan Biermans (CD&V), Hanne Baeyens (CD&V), Eric Lauwers (CD&V) en Marleen Verbeek (CD&V). 11 onthoudingen: Jef Verrycken (Vlaams Belang), Jeroen Van de Water (N-VA), Frank Van Nijlen (Onafhankelijk), Yoleen Van Camp (N- VA), Tim Vanneste (N-VA), Jo Van de Water (N-VA), Kris Goossens (N- VA), Alois Peinen (N-VA), Rita Thijs (Open VLD), Marc Stijnen (Groen) en Valérie Van Laer (N-VA). Enig artikel - De gemeenteraad keurt het budget 2016 opgebouwd uit de beleidsnota, financiële nota en toelichting bij het budget goed als volgt: Exploitatie Investeringen Andere Totaal Uitgaven Ontvangsten Saldo Goedkeuring dotatie politiezone Overwegende dat de verdeelsleutel voor de politiezone vastgelegd is conform het KB van 7/4/ stemmen ja: Ward Kennes (CD&V), Mies Meeus (CD&V), Griet Adriaensen (CD&V), Rob Guns (CD&V), Jeroen Van de Water (N-VA), Els Aerden (CD&V), Frank Van Nijlen (Onafhankelijk), Bea Jaenen (CD&V), Robby Diels (CD&V), Jan Biermans (CD&V), Hanne Baeyens (CD&V), Eric Lauwers (CD&V), Yoleen Van Camp (N-VA), Tim Vanneste (N-VA), Jo Van de Water (N-VA), Kris Goossens (N-VA), Alois Peinen (N-VA), Marc Stijnen (Groen), Marleen Verbeek (CD&V) en Valérie Van Laer (N- VA). 2 onthoudingen: Jef Verrycken (Vlaams Belang) en Rita Thijs (Open VLD). Enig artikel - Bevestigt dat er in het budget 2016 een dotatie van euro voor werking en van euro voor de investeringen, opgenomen is voor de politiezone. 17. Goedkeuring dotatie brandweerzone Gelet op de wet van 15 mei 2007 betreffende civiele bescherming en meer bepaald artikel 68, 1.

9 16 stemmen ja: Ward Kennes (CD&V), Mies Meeus (CD&V), Griet Adriaensen (CD&V), Rob Guns (CD&V), Els Aerden (CD&V), Frank Van Nijlen (Onafhankelijk), Bea Jaenen (CD&V), Robby Diels (CD&V), Jan Biermans (CD&V), Hanne Baeyens (CD&V), Eric Lauwers (CD&V), Marc Stijnen (Groen) en Marleen Verbeek (CD&V). 9 onthoudingen: Jef Verrycken (Vlaams Belang), Jeroen Van de Water (N-VA), Yoleen Van Camp (N-VA), Tim Vanneste (N-VA), Jo Van de Water (N-VA), Kris Goossens (N-VA), Alois Peinen (N-VA), Rita Thijs (Open VLD) en Valérie Van Laer (N-VA). Enig artikel - Bevestigt dat er in het budget 2016 een dotatie van ,57 euro voor werking en van euro voor investeringen is opgenomen voor de hulpverleningszone. 18. Goedkeuring wijziging belasting aanvullende gemeentebelasting op de personenbelasting Overwegende dat de financiële toestand van de gemeente de invoering vergt van alle rendabele belastingen; Gelet op de artikelen 465 tot en met 470bis van het Wetboek van de inkomstenbelastingen; Gelet op het Gemeentedecreet van 15 juli 2005, zoals gewijzigd; eenparig. Artikel 1 - Voor de aanslagjaren 2015 tot en met 2019 wordt een aanvullende belasting gevestigd ten laste van de rijksinwoners die belastbaar zijn in de gemeente op 1 januari van het aanslagjaar. Art. 2 - De belasting wordt vastgesteld op 7,5% van de overeenkomstig artikel 466 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 berekende grondslag voor hetzelfde aanslagjaar. Deze belasting wordt gevestigd op basis van het inkomen dat de belastingplichtige heeft verworven in het aan het aanslagjaar voorafgaande jaar. Art. 3 - De vestiging en de inning van de gemeentelijke belasting zullen door het toedoen van het bestuur der directe belastingen geschieden, zoals bepaald in artikel 469 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen. Art. 4 - Deze verordening wordt naar de toezichthoudende overheid gezonden. 19. Goedkeuring aanpassing belasting leegstand gebouwen en woningen Gelet op het decreet van 22 december 1995 houdende bepalingen tot begeleiding van de begroting 1996, zoals gewijzigd; Gelet op het decreet houdende de Vlaamse Wooncode van 15 juli 1997, zoals gewijzigd, (hierna Vlaamse Wooncode); Gelet op het decreet van 26 maart 2004 betreffende de openbaarheid van bestuur, zoals gewijzigd; Gelet op het gemeentedecreet van 15 juli 2005, zoals gewijzigd;

10 Gelet op het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen, zoals gewijzigd; Gelet op het decreet van 27 maart 2009 betreffende het grond- en pandenbeleid, zoals gewijzigd, (hierna DGPB), inzonderheid artikel t.e.m ; Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 10 juli 2009 houdende nadere regels betreffende het leegstandsregister en houdende wijziging van het besluit van de Vlaamse regering van 2 april 1996 betreffende de heffing ter bestrijding van leegstand en verkrotting van gebouwen en/of woningen, zoals gewijzigd; Gelet op de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, zoals gewijzigd, (hierna VCRO); Gelet op het door de gemeenteraad van 26/11/2013 vastgesteld reglement inzake het leegstandsregister van gebouwen en woningen; Gelet op het door de gemeenteraad van 26/11/2013 vastgesteld belastingreglement inzake leegstaande gebouwen en woningen ; Gelet op de financiële toestand van de gemeente; Overwegende dat de gemeente langdurige leegstand van woningen en gebouwen wenst te voorkomen en bestrijden; Overwegende dat de gemeente met dat oogmerk een leegstandsheffing kan invoeren; 15 stemmen ja: Ward Kennes (CD&V), Mies Meeus (CD&V), Griet Adriaensen (CD&V), Rob Guns (CD&V), Els Aerden (CD&V), Bea Jaenen (CD&V), Robby Diels (CD&V), Jan Biermans (CD&V), Hanne Baeyens (CD&V), Eric Lauwers (CD&V), Marc Stijnen (Groen) en Marleen Verbeek (CD&V). 1 stem tegen: Rita Thijs (Open VLD). 9 onthoudingen: Jef Verrycken (Vlaams Belang), Jeroen Van de Water (N-VA), Frank Van Nijlen (Onafhankelijk), Yoleen Van Camp (N-VA), Tim Vanneste (N-VA), Jo Van de Water (N-VA), Kris Goossens (N-VA), Alois Peinen (N-VA) en Valérie Van Laer (N-VA). 1. Algemene bepalingen Artikel 1. - Definities 1. Voor de toepassing van dit reglement wordt verstaan onder: 1. Eengezinswoning: elk bebouwd onroerend goed dat hoofdzakelijk bestemd is voor de huisvesting van één gezin of één alleenstaande, waarin zich geen andere woningen bevinden; 2. Gebouw: elk bebouwd onroerend goed, dat zowel het hoofdgebouw als de bijgebouwen omvat, met uitsluiting van bedrijfsruimten, vermeld in artikel 2, 1, van het decreet van 19 april 1995 houdende maatregelen ter bestrijding en voorkoming van leegstand en verwaarlozing van bedrijfsruimten; 3. Kamer: een woning waarin een toilet, een bad of douche of een kookgelegenheid ontbreken en waarvan de bewoners voor één of meer van die voorzieningen aangewezen zijn op de gemeenschappelijke ruimten in of aansluitend bij het gebouw waarvan de woning deel uitmaakt; 4. Leegstaand gebouw: een gebouw waarvan meer dan de helft van de totale vloeroppervlakte niet overeenkomstig de functie van het gebouw wordt aangewend gedurende een termijn van ten minste 12 opeenvolgende maanden. Daarbij wordt geen rekening gehouden met woningen die deel uitmaken van het gebouw. De functie van het gebouw is deze die overeenkomt met een voor het gebouw of gedeelten daarvan afgeleverde of gedane stedenbouwkundige vergunning, melding in de zin van artikel van de VCRO, milieuvergunning of melding in de zin van het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning. Bij een gebouw waarvoor geen vergunning of melding voorhanden is, of waarvan de functie niet duidelijk uit een vergunning of melding blijkt, wordt deze functie afgeleid uit het gewoonlijk gebruik van het

11 gebouw voorafgaand aan het vermoeden van leegstand, zoals dat blijkt uit aangiften, akten of bescheiden. Een gebouw dat in hoofdzaak gediend heeft voor een economische activiteit, vermeld in artikel 2, 2, van het decreet van 19 april 1995 houdende maatregelen ter bestrijding en voorkoming van leegstand en verwaarlozing van bedrijfsruimten, wordt niet beschouwd als leegstaand zolang de oorspronkelijke beoefenaar van deze activiteit een gedeelte van het gebouw bewoont en dat gedeelte niet afsplitsbaar is. Een gedeelte is eerst afsplitsbaar indien het na sloping van de overige gedeelten kan beschouwd worden als een afzonderlijke woning die voldoet aan de bouwfysische vereisten. In afwijking van het 1ste lid wordt een nieuw gebouw als leegstaand gebouw beschouwd indien dat gebouw binnen 7 jaar na afgifte van een stedenbouwkundige vergunning in laatste administratieve aanleg niet aangewend wordt overeenkomstig het 1ste lid; 5. Leegstaande woning: een woning die gedurende een termijn van ten minste 12 opeenvolgende maanden niet aangewend wordt in overeenstemming met: a. hetzij de woonfunctie; b. hetzij elke andere door de Vlaamse Regering omschreven functie die een effectief en niet-occasioneel gebruik van de woning met zich meebrengt. In afwijking van het 1ste lid wordt een nieuwe woning als leegstaand beschouwd indien de woning binnen 7 jaar na afgifte van een stedenbouwkundige vergunning in laatste administratieve aanleg niet aangewend wordt overeenkomstig het 1ste lid; 6. Woning: elk onroerend goed of het deel ervan dat hoofdzakelijk bestemd is voor de huisvesting van een gezin of alleenstaande; 7. Zakelijk gerechtigde: de houder van één van de volgende zakelijke rechten: a. de volle eigendom; b. het recht van opstal of van erfpacht; c. het vruchtgebruik. 2. De overige definities van artikel 1.2. van het DGPB zijn eveneens van toepassing op dit reglement. 2. Leegstandsheffing Artikel 2. Belastbare grondslag 1. Er wordt voor de aanslagjaren 2015 tot en met 2019 een jaarlijkse gemeentebelasting, zijnde de leegtandsheffing, gevestigd op de woningen en gebouwen die gedurende minstens 12 opeenvolgende maanden zijn opgenomen in het gemeentelijk leegstandsregister. 2. Zolang het leegstaan gebouw of de leegstaande woning niet uit het leegstandsregister is geschrapt, blijft de leegstandsheffing verschuldigd op het ogenblik van het verstrijken van elke nieuwe periode van 12 maanden vanaf de datum van de 1ste verjaardag. 3. Bij de overdracht van het zakelijk recht van een gebouw of een woning geldt de datum van de authentieke overdrachtsakte als aanvangspunt voor het berekenen van de termijnen van 12 maanden. Artikel 3. Belastingplichtige 1. Belastingplichtig is diegene die op het ogenblik van het verschuldigd worden van de leegstandsheffing zakelijk gerechtigde is van het leegstaande gebouw of de leegstaande woning.

12 2. Zolang het gebouw of de woning niet uit het leegstandsregister is geschrapt, is de zakelijk gerechtigde, vermeld in 1, op het ogenblik dat een nieuwe termijn van 12 maanden verstrijkt, de belastingplichtige voor de nieuwe belasting. 3. Zo er meerdere belastingplichtigen zijn, zijn deze hoofdelijk gehouden tot betaling van de verschuldigde belasting. 4. In geval van overdracht van het zakelijk recht stelt de instrumenterende ambtenaar de verkrijger van het volle eigendomsrecht, of van een recht van opstal, van erfpacht of van vruchtgebruik, voorafgaand aan de overdracht in kennis van de opname van het goed in het leegstandsregister. De instrumenterende ambtenaar stelt de gemeentelijke administratie binnen de 2 maanden na het verlijden van de authentieke overdrachtsakte in kennis van de overdracht, de datum ervan, en de identiteitsgegevens van de nieuwe eigenaar. Artikel 4. Berekening van de leegstandsheffing 1. Het bedrag van de belasting wordt forfaitair vastgesteld op: euro voor een leegstaand gebouw; 2. voor een leegstaande woning: a euro voor een eengezinswoning; b. 120 euro voor een kamer; c. 600 euro voor elke andere woning dan deze vermeld onder a. en b. 2. De bedragen vermeld in 1 worden als volgt verhoogd: 2e jaar: 25% 3e jaar: 50% 4e jaar: 75% 5e jaar: 100% 3. Bij de overdracht van het zakelijk recht van een gebouw of een woning geldt de datum van de authentieke overdrachtsakte als aanvangspunt voor het berekenen van de termijnen van 12 maanden. Artikel 5. Vrijstellingen 1. Van de leegstandsheffing zijn vrijgesteld: 1 de belastingplichtige die de volle eigenaar is van 1 enkele woning, bij uitsluiting van enige andere woning; 2 de belastingplichtige die in een erkende ouderenvoorziening verblijft geniet een vrijstelling gedurende 2 jaar; 3 de belastingplichtige die voor een langdurig verblijf werd opgenomen in een psychiatrische instelling; 4 de belastingplichtige waarvan de handelingsbekwaamheid beperkt werd ingevolge een gerechtelijke beslissing; 5 de belastingplichtige die maximaal 1 jaar zakelijk gerechtigde is van het gebouw of de woning, met dien verstande dat deze vrijstelling slechts geldt voor één aanslagjaar. 2. Een vrijstelling wordt verleend indien het gebouw of de woning: 1 gelegen is binnen de grenzen van een door de bevoegde overheid goedgekeurd onteigeningsplan; 2 geen voorwerp meer kan uitmaken van een stedenbouwkundige vergunning omdat een voorlopig of definitief onteigeningsplan is vastgesteld; 3 krachtens decreet beschermd is als monument, of opgenomen is op een bij besluit vastgesteld ontwerp van lijst tot bescherming als monument; 4 deel uitmaakt van een krachtens decreet beschermd stads- of dorpsgezicht of landschap, of van een stads- of dorpsgezicht of landschap dat opgenomen is

13 op een bij besluit vastgesteld ontwerp van lijst tot bescherming als stads- of dorpsgezicht of landschap; 5 vernield of beschadigd werd ten gevolge van een plotse ramp, met dien verstande dat deze vrijstelling slechts geldt gedurende een periode van 3 jaar volgend op de datum van de vernieling of beschadiging; 6 onmogelijk daadwerkelijk gebruikt kan worden omwille van een verzegeling in het kader van een strafrechtelijk onderzoek of omwille van een expertise in het kader van een gerechtelijke procedure, met dien verstande dat deze vrijstelling slechts geldt gedurende een periode van 2 jaar volgend op de aanvang van de onmogelijkheid tot daadwerkelijk gebruik; 7 gerenoveerd wordt blijkens een niet vervallen stedenbouwkundige vergunning voor stabiliteitswerken of sloopwerkzaamheden, met dien verstande dat deze vrijstelling slechts geldt gedurende een termijn van 3 jaar volgend op het uitvoerbaar worden van de stedenbouwkundige vergunning; 8 het voorwerp uitmaakt van een overeenkomst met het oog op renovatie-, verbeterings- en aanpassingswerken in de zin van artikel 18, 2, van de Vlaamse Wooncode; 9 het voorwerp uitmaakt van een door de gemeente, het Openbaar Centrum voor Maatschappelijk Welzijn of een sociale woonorganisatie verkregen sociaal beheersrecht, overeenkomstig artikel 90 van de Vlaamse Wooncode. Indien de belastingplichtige de leegstand laat aanhouden omwille van een vreemde oorzaak die de belastingplichtige niet kan worden toegerekend, wordt eveneens een vrijstelling verleend. 3. Uitsluitend de in het reglement opgesomde vrijstellingen worden toegepast. Artikel 6. Inkohiering De belasting wordt ingevorderd bij wege van een kohier dat vastgesteld en uitvoerbaar verklaard wordt door het college van burgemeester en schepenen. Artikel 7. Betaling van de belasting De belasting moet betaald worden binnen 2 maanden na het verzenden van het aanslagbiljet. Artikel 8. Bezwaar tegen de aanslag 1. De belastingplichtige kan bezwaar indienen tegen deze belasting bij het college van burgemeester en schepenen. Het bezwaarschrift moet schriftelijk worden ingediend, ondertekend en gemotiveerd zijn en op straffe van verval worden ingediend binnen een termijn van 3 maanden te rekenen vanaf de 3e werkdag volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet of vanaf de kennisgeving van de aanslag. Van het bezwaarschrift wordt binnen 15 dagen na de indiening ervan een ontvangstmelding afgegeven. 2. Het bezwaarschrift wordt behandeld in overeenstemming met het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen. 3. Slotbepalingen Artikel 9. Zonder afbreuk te doen aan de bepalingen van het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen, zijn de bepalingen van titel VII (Vestiging en invordering van de belastingen), hoofdstukken 1, 3, 4, 6 tot en met 9bis van het Wetboek van de inkomstenbelastingen en de artikelen 126 tot en met 175 van het uitvoeringsbesluit van dit Wetboek van toepassing voor zover ze niet specifiek de belasting op inkomsten betreffen.

14 Artikel De gemeenteraadsbeslissing van 26 november 2013 houdende goedkeuring van het gemeentereglement inzake de leegstandsheffing op de leegstand van gebouwen en woningen wordt met ingang van 1 januari 2016 opgeheven en vervangen door onderhavig reglement Onderhavig reglement treedt in voege op 1 januari 2016 en wordt bekend gemaakt overeenkomstig artikel 186 van het Gemeentedecreet. Artikel 11. Dit reglement wordt aan de toezichthoudende overheid en aan het Agentschap Wonen-Vlaanderen, Lange Kievitstraat bus 54, 2018 Antwerpen toegezonden. 20. Goedkeuring addendum transportovereenkomst tussen de gemeente Kasterlee en Pidpa De gemeenteraad; Gelet op het Gemeentedecreet van 15 juli 2005, inzonderheid de artikelen 2, 42 en 43 betreffende de bevoegdheden van de gemeenteraad evenals artikel 101; Gelet op de wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen; Gelet op het decreet van 26 maart 2004 betreffende de openbaarheid van bestuur; Gelet op het Gemeentedecreet van 15 juli 2005, meer bepaald de artikels 248 tot en met 264 betreffende het bestuurlijk toezicht; Gelet op het Decreet Water Menselijke Aanwending van 24 mei 2002 waarin onder andere de modaliteiten aangaande de aanrekening van de gemeentelijke saneringsbijdrage en gemeentelijke saneringsvergoeding werden vastgelegd (verder DWMA); Gelet op het Besluit van de Vlaamse Regering dd. 13 december 2002 houdende reglementering inzake kwaliteit en levering van water, bestemd voor menselijke consumptie; Gelet op de overeenkomst ter uitvoering van de gemeentelijke saneringsverplichting (transportovereenkomst) dd. 27/6/2006 (en wijzigingen 19/12/2007 en 24/3/2009), gesloten tussen de gemeente en Pidpa in uitvoering van de bepalingen van het DWMA; Gelet op het ontwerp van decreet ingediend bij het Vlaams parlement op tot wijziging van de wet van 26 maart 1971 op de bescherming van oppervlaktewateren tegen verontreiniging en het decreet van 24 mei 2002 betreffende water bestemd voor menselijke aanwending, wat betreft de aanpassing van de aanrekening van de kosten voor publieke drinkwatervoorziening en de kosten voor gemeentelijke en bovengemeentelijke sanering; Gelet op het principieel besluit van de Vlaamse Regering dd houdende tariefregulering van de integrale drinkwaterfactuur; Overwegende dat de wijzigingen ingevolge voormeld ontwerp van decreet ingediend bij het Vlaams parlement op en principieel besluit van de

15 Vlaamse Regering dd op gemeentelijk niveau in grote lijnen als volgt kunnen worden samengevat: 1. er zal naast de variabele prijs van de gemeentelijke saneringskost ook een vaste component ('het vastrecht') worden ingevoerd die op het gemeentelijke niveau decretaal wordt vastgelegd op 30 euro per wooneenheid verminderd met 6 euro per gedomicilieerde; 2. voor de klant-kleinverbruiker waarvan het onroerend goed één of meerdere wooneenheden heeft, wordt, om de variabele prijs van de gemeentelijke saneringskost te bepalen, een progressieve tariefstructuur toegepast met twee tariefschijven (een laag en een hoog tarief), waarbij het hoog tarief gelijk is aan twee keer het laag tarief; 3. voor de kleinverbuiker waarvan het onroerend goed geen wooneenheden heeft, wordt, om de variabele prijs van de gemeentelijke saneringskost te bepalen, een vlakke tariefstructuur toegepast; 4. er kan om economische, ecologische en sociale redenen, een beperking op de bijdragen/vergoedingen in de opgelegde (gemeentelijke) saneringskost worden toegekend; 5. de sociale correctie werd decretaal vastgelegd op een vrijstelling van 80% op de integrale drinkwaterfactuur (en dus ook op de gemeentelijke saneringsbijdrage). Overwegende dat de " beperking om economische redenen" toegekend kan worden om de competitiviteit van de bedrijven te garanderen en dat deze bestaat uit de toekenning van een degressief tarief (op de variabele prijs van de gemeentelijke saneringsbijdrage) op de hierna gespecifieerde schijven, waarbij tarief 1 gelijk is aan het standaardtarief en op de tarieven 2 en 3 een kortingspercentage kan worden toegekend: - Tariefschijf 1: tussen m³ geloosd volume - Tariefschijf 2: > m³ m³ geloosd volume - Tariefschijf 3: > m³ geloosd volume Overwegende dat indien er zich op het grondgebied van de gemeente bedrijven bevinden die een hoge saneringskost hebben, de gemeente in zeker mate tegemoet zou kunnen komen door het toekennen van een korting waarvan het kortingspercentage jaarlijks kan worden vastgesteld en herbekeken, analoog aan de vaststelling van de gemeentelijke saneringsbijdrage/vergoeding; Overwegende dat deze wijzigingen een invloed zullen hebben op de aanrekening en de berekening van de inkomsten uit saneringsbijdragen/vergoedingen die de gemeente in de toekomst zal ontvangen; Gelet op de nieuwe artikelen 16quater, artikel 16quater/1 en artikel 16quater/3 van het DWMA op basis waarvan de gemeentelijke tarieven voor de berekening van de variabele prijs van de bijdrage en vergoeding, en de economische beperkingen deel moeten uitmaken van de overeenkomst die tussen Pidpa en de gemeente wordt gesloten in uitvoering van de gemeentelijke saneringsverplichting (transportovereenkomst); Overwegende dat de gewijzigde regelgeving in verband met de aanrekening en berekening van de kosten voor gemeentelijke sanering tot gevolg heeft dat de bepalingen in voormelde transportovereenkomst, die betrekking hebben op de tarieven voor de gemeentelijke sanering, moeten worden aangepast; Gelet op het ontwerp van addendum waarin de wijzigingen ten gevolge van voormelde regelgeving werden opgenomen zodat de aanrekening van de tarieven op een juridisch correcte wijze kan blijven plaatsvinden;

16 Overwegende dat de overige bepalingen van de transportovereenkomst ongewijzigd kunnen blijven; Overwegende dat de werkwijze waarbij de gemeente het tarief, en heden ook de korting, jaarlijks kan bepalen ongewijzigd blijft; Onder voorbehoud van de definitieve goedkeuring van het ontwerp van decreet ingediend bij het Vlaams Parlement op tot wijziging van de wet van 26 maart 1971 op de bescherming van oppervlakte-wateren tegen verontreiniging en het decreet van 24 mei 2002 betreffende water bestemd voor menselijke aanwending, wat betreft de aanpassing van de aanrekening van de kosten voor publieke drinkwatervoorziening en de kosten voor gemeentelijke en bovengemeentelijke sanering en van het definitief besluit van de Vlaamse Regering dd houdende tariefregulering van de integrale drinkwaterfactuur; Op voorstel van het college van burgemeester en schepenen; 24 stemmen ja: Ward Kennes (CD&V), Mies Meeus (CD&V), Griet Adriaensen (CD&V), Rob Guns (CD&V), Jef Verrycken (Vlaams Belang), Jeroen Van de Water (N-VA), Els Aerden (CD&V), Frank Van Nijlen (Onafhankelijk), Bea Jaenen (CD&V), Robby Diels (CD&V), Jan Biermans (CD&V), Hanne Baeyens (CD&V), Eric Lauwers (CD&V), Yoleen Van Camp (N-VA), Tim Vanneste (N-VA), Jo Van de Water (N-VA), Kris Goossens (N-VA), Alois Peinen (N-VA), Rita Thijs (Open VLD), Marleen Verbeek (CD&V) en Valérie Van Laer (N-VA). 1 onthouding: Marc Stijnen (Groen). Artikel 1: De gemeenteraad neemt kennis van de toegelichte wijzigingen van het DWMA en het besluit van de Vlaamse Regering dd. 13 december Artikel 2: Het ontwerp van addendum aan de transportovereenkomst, met daarin opgenomen de aan het ontwerp van decreet ingediend bij het Vlaams parlement op aangepaste bepalingen aangaande de modaliteiten met betrekking tot de aanrekening van de kosten voor gemeentelijke sanering en de modaliteiten met betrekking tot de korting op de gemeentelijke saneringsbijdrage voor bedrijven, wordt goedgekeurd. Artikel 3: De burgemeester en de gemeentesecretaris worden gemachtigd om het addendum en een eventuele latere gecoördineerde versie van de transportovereenkomst, te ondertekenen. Artikel 4: Een uittreksel van deze beslissing wordt bezorgd aan Pidpa o.v., Desguinlei 246, 2018 Antwerpen. 21. Beslissing inzake de vaststelling van de gemeentelijke saneringsbijdrage Gelet op het Gemeentedecreet van 15 juli 2005, inzonderheid de artikelen 2, 42 en 43 betreffende de bevoegdheden van de gemeenteraad evenals artikel 101; Gelet op de wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen;

17 Gelet op het decreet van 26 maart 2004 betreffende de openbaarheid van bestuur; Gelet op het Gemeentedecreet van 15 juli 2005, meer bepaald de artikels 248 tot en met 264 betreffende het bestuurlijk toezicht; Gelet op het Decreet Water Menselijke Aanwending van 24 mei 2002 waarin onder andere de modaliteiten aangaande de aanrekening van de gemeentelijke saneringsbijdrage en gemeentelijke saneringsvergoeding werden vastgelegd (verder DWMA); Gelet op het Besluit van de Vlaamse Regering dd. 13 december 2002 houdende reglementering inzake kwaliteit en levering van water, bestemd voor menselijke consumptie; Gelet op de transportovereenkomst dd. 27/06/2006 en de aanpassingen van 19/12/2007 en 24/03/2009, gesloten tussen de gemeente en Pidpa in uitvoering van de bepalingen van het DWMA waarin onder meer overeengekomen werd dat Pidpa aan haar abonnees of de eigen waterwinners op het grondgebied van de gemeente een bijdrage respectievelijk een vergoeding kan aanrekenen voor de sanering van afvalwater afkomstig uit het geleverde respectievelijk gewonnen water, naar de in overleg met de bevoegde overheid aangeduide plaats en het desgevallend zuiveren ervan; Overwegende dat Pidpa de tarieven van de bijdrage/vergoeding vaststelt op basis van de beslissing van de gemeente; Gelet op het ontwerp van decreet ingediend bij het Vlaams parlement op 30/10/2015 tot wijziging van de wet van 26 maart 1971 op de bescherming van oppervlaktewateren tegen verontreiniging en het decreet van 24 mei 2002 betreffende water bestemd voor menselijke aanwending, wat betreft de aanpassing van de aanrekening van de kosten voor publieke drinkwatervoorziening en de kosten voor gemeentelijke en bovengemeentelijke sanering; Gelet op het principieel besluit van de Vlaamse Regering dd. 30/10/2015 houdende tariefregulering van de integrale drinkwaterfactuur; Gelet op het goedgekeurd addendum aan de transportovereenkomst waarin de wijzigingen ten gevolge van het ontwerp van decreet ingediend bij het Vlaams parlement op 30/10/2015 en het principieel besluit van de Vlaamse Regering dd. 30/10/2015 werden opgenomen; Overwegende dat de wijzigingen vanaf een invloed hebben op de berekening en de aanrekening van de gemeentelijke saneringsbijdrage/vergoeding doordat er: 1. naast de variabele prijs van de gemeentelijke saneringskost ook een vaste component ('het vastrecht') wordt ingevoerd die op het gemeentelijke niveau wordt vastgelegd op 30 euro per wooneenheid verminderd met 6 euro per gedomicilieerde; 2. om de variabele prijs te bepalen, voor de kleinverbruiker waarvan het onroerend goed één of meerdere wooneenheden heeft, een progressieve tariefstructuur toegepast wordt met twee tariefschijven (een laag en een hoog tarief), waarbij het hoog tarief gelijk is aan twee keer het laag tarief; 3. om de variabele prijs te bepalen, voor de kleinverbuiker waarvan het onroerend goed geen wooneenheden heeft, een vlakke tariefstructuur wordt toegepast; 4. van de indeling kleinverbruiker met of zonder wooneenheden kan afgeweken worden als de klant of exploitant kan aantonen dat de klant op basis van het al

18 dan niet aanwezig zijn van huishoudelijke of bedrijfsactiviteiten tot de ene dan wel tot de andere groep gehoort; 5. om economische, ecologische en sociale redenen, een beperking op de bijdragen/vergoedingen in de opgelegde (gemeentelijke) saneringskost kan worden toegekend; 6. een sociale correctie ten belope van 80% vrijstelling op de integrale drinkwaterfactuur (en dus ook op de gemeentelijke saneringsbijdrage) decretaal verankerd wordt. Gelet op het gewijzigde artikel 16bis, 3, 2de lid DWMA dat bepaalt dat, onder andere, het aandeel uit de inkomsten van het vastrecht moet meegenomen worden in de berekening van de gemeentelijke saneringsbijdrage; Overwegende dat bijgevolg de gemeente dient te beslissen over het variabele gedeelte van de gemeentelijke saneringsbijdrage en meer bepaald over het laag tarief en het vlak tarief; Gelet op het tarief van de bovengemeentelijke saneringsbijdrage dat bedraagt voor het laag tarief, voor het dubbel tarief en voor het vlak tarief; Gelet op artikel 16ter, 3 van het DWMA: "Het gemeentelijke tarief voor de berekening van de variabele prijs voor de collectieve sanering mag ten opzichte van het bovengemeentelijke tarief voor de berekening van de variabele prijs maximaal 1,4 keer hoger zijn." Gelet op de toestand van de gemeentelijke financiën; Op voorstel van het college van burgemeester en schepenen; 22 stemmen ja: Ward Kennes (CD&V), Mies Meeus (CD&V), Griet Adriaensen (CD&V), Rob Guns (CD&V), Jeroen Van de Water (N-VA), Els Aerden (CD&V), Frank Van Nijlen (Onafhankelijk), Bea Jaenen (CD&V), Robby Diels (CD&V), Jan Biermans (CD&V), Hanne Baeyens (CD&V), Eric Lauwers (CD&V), Yoleen Van Camp (N-VA), Tim Vanneste (N-VA), Jo Van de Water (N-VA), Kris Goossens (N-VA), Alois Peinen (N-VA), Marleen Verbeek (CD&V) en Valérie Van Laer (N-VA). 3 onthoudingen: Jef Verrycken (Vlaams Belang), Rita Thijs (Open VLD) en Marc Stijnen (Groen). Artikel 1: De factor voor het bepalen van het tarief van de gemeentelijke saneringsbijdrage en vergoeding wordt vanaf 1 januari 2016 vastgelegd op keer het tarief van de bovengemeentelijke saneringsbijdrage. Artikel 2: Een uittreksel van deze beslissing wordt bezorgd aan Pidpa o.v., Desguinlei 246, 2018 Antwerpen. 22. Goedkeuring bestek inzake Verbouwing van een eengezinswoning tot toeristisch onthaalkantoor, Markt 42 te Kasterlee. Gelet op het Gemeentedecreet van 15 juli 2005, en latere wijzigingen, inzonderheid artikels 42 en 43, betreffende de bevoegdheden van de gemeenteraad; Gelet op de wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen;

19 Gelet op het decreet van 26 maart 2004 betreffende de openbaarheid van bestuur; Gelet op het Gemeentedecreet van 15 juli 2005, en latere wijzigingen, inzonderheid artikels 248 tot en met 264 betreffende het bestuurlijk toezicht; Gelet op de wet van 15 juni 2006 betreffende de overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten, en latere wijzigingen, inzonderheid artikel 25; Gelet op het koninklijk besluit van 15 juli 2011 betreffende plaatsing overheidsopdrachten klassieke sectoren, en latere wijzigingen; Gelet op het koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten en van de concessies voor openbare werken, en latere wijzigingen, inzonderheid artikel 5, 2; Overwegende dat er vastgesteld werd dat het noodzakelijk is om de opdracht Verbouwing van een eengezinswoning tot toeristisch onthaalkantoor, Markt 42 te Kasterlee aan te besteden; Overwegende dat de technische dienst bestek opgesteld heeft inzake Verbouwing van een eengezinswoning tot toeristisch onthaalkantoor, Markt 42 te Kasterlee met een raming van ,76 EUR BTW inclusief met afwijkingsfactor van 1,2; Overwegende dat onder artikel GEM/ /0119 (actie ) van het budget van 2015 voldoende krediet is voorzien; eenparig. Artikel 1.- De opdracht inzake Verbouwing van een eengezinswoning tot toeristisch onthaalkantoor, Markt 42 te Kasterlee zal worden toegewezen na raadpleging via de open aanbesteding volgens de wet op de overheidsopdrachten. Art. 2.- Het bestek , inzake Verbouwing van een eengezinswoning tot toeristisch onthaalkantoor, Markt 42 te Kasterlee, opgesteld door technische dienst, met een raming van ,76 EUR BTW inclusief met afwijkingsfactor van 1,2 wordt goedgekeurd. 23. Goedkeuring bestek inzake Verbouwing van een eengezinswoning tot toeristisch onthaalkantoor, Markt 42 te Kasterlee: Technieken. Gelet op het Gemeentedecreet van 15 juli 2005, en latere wijzigingen, inzonderheid artikels 42 en 43, betreffende de bevoegdheden van de gemeenteraad; Gelet op de wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen; Gelet op het decreet van 26 maart 2004 betreffende de openbaarheid van bestuur; Gelet op het Gemeentedecreet van 15 juli 2005, en latere wijzigingen, inzonderheid artikels 248 tot en met 264 betreffende het bestuurlijk toezicht; Gelet op de wet van 15 juni 2006 betreffende de overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten, en latere wijzigingen, inzonderheid artikel 25; Gelet op het koninklijk besluit van 15 juli 2011 betreffende plaatsing overheidsopdrachten klassieke sectoren, en latere wijzigingen; Gelet op het koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten en van de concessies voor openbare werken, en latere wijzigingen, inzonderheid artikel 5, 2; Overwegende dat er vastgesteld werd dat het noodzakelijk is om de opdracht Verbouwing van een eengezinswoning tot toeristisch onthaalkantoor, Markt 42 te Kasterlee: Technieken aan te besteden;

20 Overwegende dat de technische dienst bestek opgesteld heeft inzake Verbouwing van een eengezinswoning tot toeristisch onthaalkantoor, Markt 42 te Kasterlee: Technieken met een raming van ,64 EUR BTW inclusief met afwijkingsfactor van 1,2; Overwegende dat onder artikel GEM/ /0119 (actie ) van het budget van 2015 voldoende krediet is voorzien; eenparig. Artikel 1.- De opdracht inzake Verbouwing van een eengezinswoning tot toeristisch onthaalkantoor, Markt 42 te Kasterlee: Technieken zal worden toegewezen na raadpleging via de open aanbesteding volgens de wet op de overheidsopdrachten. Art. 2.- Het bestek , inzake Verbouwing van een eengezinswoning tot toeristisch onthaalkantoor, Markt 42 te Kasterlee: Technieken, opgesteld door technische dienst, met een raming van ,64 EUR BTW inclusief met afwijkingsfactor van 1,2 wordt goedgekeurd. 24. Milieu / Ophaling huishoudelijk afval / Opdracht aan IOK Afvalbeheer Gelet op de statuten van IOK Afvalbeheer, de artikelen 3 en 4 inzake het maatschappelijk doel en de beheersoverdracht in het bijzonder; Overwegende dat de gemeente Kasterlee aangesloten is bij de opdrachthoudende vereniging IOK Afvalbeheer; Overwegende dat de gemeente Kasterlee in het verleden krachtens artikel 14 van de vroegere lok-statuten, middels een uitdrukkelijke gemeenteraadsbeslissing dd. 28 mei 1991 (als bijlage) ten voordele van IOK reeds afstand heeft gedaan van haar bevoegdheid inzake vuilverwerking, Overwegende dat IOK, als gevolg van een decretale verplichting, via partiële splitsing door inbreng van bedrijfstak ondertussen is opgesplitst in een dienstverlenende vereniging IOK en een opdrachthoudende vereniging IOK Afvalbeheer; Overwegende dat de bestaande beheersoverdracht naar aanleiding van de oprichting van IOK Afvalbeheer op 19 december 2003 werd gespecifieerd in artikel 4 van de statuten van IOK Afvalbeheer en de gemeente Kasterlee middels de gemeenteraadsbeslissing van 25 november 2003 afstand heeft gedaan van haar bevoegdheid inzake afvalbeheer; Overwegende dat de inzameling van andere dan de selectief ingezamelde afvalstromen is begrepen in het takenpakket van IOK Afvalbeheer waarvoor door de gemeente Kasterlee beheersoverdracht kan worden verleend via een individuele gemeenteraadsbeslissing; Overwegende dat het bestaande IOK 'Reglement ophaling huishoudelijk afval' (als bijlage), goedgekeurd in de raad van bestuur van IOK op 15 december 1992 en 18 juni 1996, bepaalt in artikel 1 dat de gemeente Kasterlee in een gemeenteraadsbeslissing duidelijk dient te bepalen welke onderdelen van de ophaling van huishoudelijk afval aan IOK Afvalbeheer worden overgedragen; dat in het reglement ophaling huishoudelijk afval de modaliteiten van de ophaling worden gereglementeerd; Overwegende dat de gemeente Kasterlee het aangewezen acht dat de volgende onderdelen van de ophaling van huishoudelijk afval door haar opdrachthoudende vereniging IOK Afvalbeheer worden uitgevoerd : - De selectieve inzameling van restafval (om de 14-dagen). Overwegende dat deze opdracht wordt uitgevoerd onder de voorwaarden en modaliteiten vastgelegd in de bestuursorganen van IOK Afvalbeheer, waarin de gemeente Kasterlee is vertegenwoordigd;