1 ( apprendre ) Apprendre 1. Apprendre 5. Apprendre 7. Apprendre 2. aller à pied. men moet, je moet. bekneld, in de knel

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "1 ( apprendre ) Apprendre 1. Apprendre 5. Apprendre 7. Apprendre 2. aller à pied. men moet, je moet. bekneld, in de knel"

Transcriptie

1 1 ( apprendre ) la moto le camion le piéton monter dans transporter le pneu le casque la roue le volant partir en vacances le magazine il veut savoir le moyen de transport il faut partir tôt il pleut rigolo coincé entier le sac de couchage la grève de motorfiets de vrachtauto de voetganger instappen vervoeren de band de helm het wiel het stuur op vakantie gaan het tijdschrift hij wil weten het vervoermiddel men moet, je moet vertrekken vroeg het regent grappig bekneld, in de knel heel, hele de slaapzak de staking de reclamespot vooruitgaan niemand het adres het is beter te achter rechtdoor het kwartier hoogstens lopen geen dank de auto rechts met éénrichtingsverkeer de omweg het kruispunt de stoplichten eerst rechtsaf slaan le spot publicitaire avancer ne... personne l adresse (v) il vaut mieux derrière tout droit le quart d heure tout au plus aller à pied pas de quoi la voiture à droite à sens unique le détour le carrefour les feux (m) d abord tourner à droite

2 2 ( apprendre ) l expérience (v) le brevet la tirelire rembourser rester gérer inutile l objet (m) chaque je reçois le bonbon la tentation parfaitement vieux, vieille expliquer la console blut dat is de moeite waard je zou kunnen mogen inderdaad de ervaring het diploma het spaarvarken terugbetalen blijven beheren nutteloos het voorwerp elk(e) ik krijg, ik ontvang het snoepje de verleiding volmaakt oud uitleggen de spelcomputer fauché ça vaut la peine tu pourrais avoir le droit en effet apart ik had verliezen wachten op de uitverkoop bruin (van de zon) de ploeg de prijsuitreiking de hoop, de massa de pen ongeveer ik zou graag verkrijgen, halen jullie willen weigeren toegeven, accepteren verwend de spelcomputer sparen lenen van iedereen terugbetalen à part j avais perdre attendre les soldes (m) bronzé l équipe (v) la distribution des prix le tas le stylo environ j aimerais bien obtenir vous voulez refuser accepter gâté la console économiser emprunter à tout le monde rembourser

3 3 ( apprendre ) 0 il faut la résistance autour de pour cela la route je te tiens au courant buiten gewacht laat eens kijken jij wacht op mij perfect de zaal wachten er is nodig, er zijn nodig het verzet, de weerstand rondom daarom de weg ik hou je op de hoogte dehors attendu voyons tu m attends parfait la salle attendre Waar zien we elkaar? We zien elkaar voor de bioscoop. Wacht je voor school op me? Twee kaartjes voor zaal twee, alstublieft. Ik wil graag vier kaartjes reserveren. Ik begrijp het niet. Kunt u het alstublieft herhalen? Ik nodig jullie uit. Ik nodig je uit. On se voit où? On se voit devant le cinéma. Tu m attends devant le collège? Deux billets pour salle deux, s il vous plaît. Je voudrais réserver quatre billets. Je ne comprends pas. Vous pouvez répéter, s il vous plaît? Je vous invite. Je t invite. de musical het ogenblik de naam u moet, jullie moeten afhalen een half uur herhalen la comédie musicale le moment le nom vous devez retirer une demi-heure répéter

4 4 ( apprendre ) le menton l épaule (v) la jambe la gélule le comprimé le lecteur le corps le défaut oublier helemaal niet geslapen Apprendre 6 Ontkenningen Tu ne sais pas encore ton rôle? Je ne suis jamais malade. Je ne veux rien manger. Je n ai plus de voix. de kin de schouder het been de capsule de pil de lezer het lichaam het gebrek vergeten ne... pas du tout dormi Ken je je rol nog niet? Ik ben nooit ziek. Ik wil niets eten. Ik heb geen stem meer. De ontkenningen ne... pas encore, ne... jamais, ne... rien en ne... plus bestaan dus net als ne... pas uit twee delen. Het tweede deel staat, net als pas, direct achter de persoonsvorm. overgeven opletten het voedsel vet gekruid binnen in het dieet de honger de reep het gewicht rauw de wortel de tomaat de komkommer erger het volkorenbrood het water de kaas de yoghurt de slagroom 0 Alstublieft, mijn recept. Je kunt beter de Samu bellen. Ik mag het niet. Volg je een dieet? Ik ben anderhalve kilo afgevallen. vomir faire attention la nourriture gras, grasse épicé à l intérieur de le régime la faim la barre le poids cru la carotte la tomate le concombre pire le pain complet l eau (v) le fromage le yaourt la chantilly Voilà mon ordonnance. Il vaut mieux appeler le Samu. Je n ai pas le droit. Tu fais un régime? J ai perdu un kilo et demi. J ai de la fièvre. Je n ai plus de fièvre J ai des problèmes. Je n ai jamais de problèmes. Ik heb koorts. Ik heb geen koorts meer. Ik heb problemen. Ik heb nooit problemen. Net als na ne... pas krijg je ook na ne... plus en ne... jamais geen delend lidwoord maar de of d.

5 5 ( apprendre ) Apprendre 3 s amuser se promener la foire; la fête foraine zich vermaken wandelen de kermis Imparfait Au début c était difficile. In het begin was het moeilijk. féminin être mal vu l influence (v) réussir faire confiance à quelqu un la poupée s intéresser à le texte sortir la tournée signifier bouger vrouwelijk slecht aangeschreven staan de invloed slagen iemand vertrouwen de pop zich interesseren voor de tekst hier: uitbrengen de tournee betekenen bewegen Het vetgedrukte woord in de zin hierboven is een vorm van de imparfait. Deze tijd gebruik je om te vertellen hoe het in het verleden was. Je vormt die tijd door van de nous-vorm van de présent de uitgang ons weg te laten en te vervangen door de uitgangen ais, ais, ait, ions, iez, aient. Die uitgangen zijn voor alle werkwoorden hetzelfde. Voorbeeld van een heel rijtje: je regardais ik keek tu regardais jij keek il regardait hij keek elle regardait zij keek on regardait men keek; wij keken nous regardions wij keken vous regardiez jullie keken; u keek ils regardaient zij keken elles regardaient zij keken De imparfait van être kun je niet vormen met behulp van de nous-vorm. ik was = j étais bezig zijn te het woord vertolken groot succes hebben nodig blijven behalen être en train de la parole interpréter faire un carton nécessaire rester remporter

6 5 ( apprendre ) wat een ellende de duizeligheid, de hoogtevrees de kermis de plaats het koor met korting meegaan met la galère le vertige la foire la place le choeur à tarif réduit accompagner 0 Vertel! Het was schitterend. Het was afschuwelijk De sfeer was ontspannen. We hadden kaartjes met korting. Ik houd ervan naar Vivaldi te luisteren. Raconte! C était superbe. C était affreux. L ambiance était détendue. On avait des billets à tarif réduit. J aime écouter Vivaldi.

7 6 ( apprendre ) le sol la menace l effet de serre (m) l inventaire (m) le lieu le membre le conseil municipal convaincre la majorité le champ le long de Apprendre 3 de bodem de bedreiging het broeikaseffect de inventaris, de lijst de plek, de plaats het lid de gemeenteraad overtuigen de meerderheid het veld langs Persoonlijke voornaamwoorden Dat bos, jij kent het. We hebben een demonstratie georga- niseerd en we hebben besloten hem te houden voor het gemeentehuis. We hebben de lijst gemaakt en we hebben hem gepubliceerd. We hebben foto s gemaakt, je kunt ze zien op de site. Daar is Pierre, ik zie hem vaak. Daar is Anne, ik zie haar vaak. Ce bois, tu le connais. On a organisé une manifestation et on a décidé de la faire devant la mairie. On a fait l inventaire et on l a publié. On a pris des photos, tu peux les voir sur le site. Voilà Pierre, je le vois souvent. Voilà Anne, je la vois souvent. Le, la, l en les zijn hier persoonlijke voornaamwoorden. Ze vervangen een zelfstandig naamwoord dat lijdend voorwerp is. Ze kunnen zowel personen als zaken vervangen. > Een vrouwelijk zelfstandig naamwoord in het enkelvoud vervang je door la. Een zelfstandig naamwoord in het meervoud vervang je door les. Le en la worden l voor een klinker of een stomme h. On a écrit au maire. On lui a écrit. J envoie une carte à ma grand-mère. Je lui envoie une carte. We hebben naar de burgemeester geschreven. We hebben hem geschreven. Ik stuur een kaart aan mijn oma. Ik stuur haar een kaart. Lui betekent zowel hem als haar. Je gebruikt het alleen voor personen, als meewerkend voorwerp. In dat geval kun je in het Nederlands meestal aan (soms ook naar of met) voor hem of haar zetten. Je téléphone à mon père, je lui téléphone. Ik bel mijn vader op, ik bel hem op. Let op het werkwoord téléphoner. In het Frans krijgt dat een meewerkend voorwerp. I Persoonlijke voornaamwoorden staan meestal voor de persoonsvorm, ook als de zin in de passé composé staat. Als er een heel werkwoord in de zin staat komt het persoonlijk voornaamwoord voor dat hele werkwoord: Je peux le faire. Je veux lui écrire une lettre. Ik kan het doen. Ik wil hem een brief schrijven. II In een ontkennende zin komt ne nog voor het persoonlijk voornaamwoord: Een mannelijk zelfstandig naamwoord in het enkelvoud vervang je door le. > Je ne le vois pas. Ik zie hem niet.

8 6 ( apprendre ) we zouden kunnen we gaan zitten ergens terugkeren Apprendre 6 Il faut on pourrait on se met quelque part retourner Il faut faire quelque chose. Er moet iets gedaan worden. / We moeten iets doen. Il faut nettoyer centimètre Je moet centimeter par centimètre. voor centimeter schoonmaken. Je gebruikt il faut wanneer je wil zeggen dat iets moet of nodig is. Het werkwoord wordt alleen in de derde persoon enkelvoud gebruikt. Het onderwerp is dus altijd il. Achter il faut komt een heel werkwoord. Il ne faut pas jeter les déchets dans la nature. Je moet geen afval in de natuur gooien. Als iets niet mag of niet moet, komt ne voor faut en pas voor het hele werkwoord. het vliegtuig het merendeel, de meeste veroorzaken onvoorzichtig het worstje de koekenpan zeker, vast wel gooien, weggooien het glas het blik spoelen vroeger verbranden 0 Je hebt gelijk. Dat moet verboden worden. Het is een schande. Dat is geen excuus. Wij zijn ook niet perfect. Ik geloof het niet. Dat is beter voor het milieu. l avion (m) la plupart causer imprudent la saucisse la poêle sûrement jeter le verre la boîte rincer autrefois brûler Tu as raison. Il faut interdire cela. C est une honte. Ce n est pas une excuse. On n est pas parfaits non plus. Je ne crois pas. C est mieux pour l environnement. je moet, men moet terwijl rijden natuurlijk, uiteraard de walvis de soort de verdwijning doden het rundvlees de kip de jager il faut tandis que rouler évidemment la baleine l espèce (v) la disparition tuer le boeuf le poulet le chasseur

9 7 ( apprendre ) l allure (v) rassurez-vous aller avec poser le bout du nez mettre en valeur les cheveux tirés adopter Apprendre 4 Ik heb blond haar. Het is minder ouderwets dan een pony. Zo vind ik je te streng. fotograferen we verven houden dat is genoeg de pony bewonderen de riem, de ceintuur staand op z n gemak de arm gekruist de stijl, de houding wees maar niet bezorgd passen bij zetten de neuspunt doen uitkomen strak achterovergekamd haar aannemen J ai les cheveux blonds. C est moins ringard que la frange. Comme ça, je te trouve trop sévère. photographier on teint garder ça suffit la frange admirer la ceinture debout à l aise le bras croisé Apprendre 6 De vergrotende trap La première est plus sympa. De eerste is leuker. Om de vergrotende trap van een bijvoeglijk naamwoord te vormen zet je er in het Nederlands -er achter. In het Frans zet je het woord plus vóór het bijvoeglijk naamwoord. Het Franse bijvoeglijk naamwoord bon (goed, lekker) heeft net als goed in het Nederlands een onregelmatige vergrotende trap: Ce shampooing est meilleur. Cette glace est meilleure que ce yaourt. Ton T-shirt est plus joli que ton jean. C est moins ringard que la frange. Les polos sont aussi jolis que les T-shirts. Deze shampoo is beter. Dit ijs is lekkerder dan die yoghurt. Jouw T-shirt is leuker dan jouw spijkerbroek. Het is minder ouderwets dan de pony. De poloshirts zijn net zo leuk als de T-shirts. De woorden dan en als in vergelijkingen vertaal je door que. soepel de kapper de raaf het mengsel souple le coiffeur le corbeau le mélange

10 8 ( apprendre ) la manche le coup d envoi la mi-temps devancer résister à la pression l événement (m) se hisser sur haut la marche se passer tout s est bien passé se libérer permettre Apprendre 4 Voor welke sport ga je je inschrijven? Ik moet vroeg opstaan. opstaan zich bezighouden met, zorgen voor hoog uitlachen de set de aftrap de wedstrijdhelft voorblijven weerstaan de druk de gebeurtenis zich hijsen op hoog de trede gebeuren alles is goed gegaan zich bevrijden in staat stellen, toestaan Tu vas t inscrire pour quel sport? Je dois me lever tôt. se lever s occuper de haut se moquer de Apprendre 6 Het wederkerend werkwoord Il se trompe. Hij vergist zich. Dit is een vorm van het wederkerend werkwoord se tromper - zich vergissen. Bij een wederkerend werkwoord horen de wederkerende voornaamwoorden me, te, se, nous, vous, se. Het hele rijtje gaat als volgt: je me trompe tu te trompes il se trompe elle se trompe on se trompe nous nous trompons vous vous trompez ils se trompent elles se trompent Tu te couches de bonne heure. ik vergis me jij vergist je hij vergist zich zij vergist zich men vergist zich; wij vergissen ons wij vergissen ons jullie vergissen jullie; u vergist zich zij vergissen zich zij vergissen zich Jij gaat vroeg naar bed. Niet alle werkwoorden die wederkerend zijn in het Frans zijn dat ook in het Nederlands. De wederkerende voornaamwoorden staan op dezelfde plaats in de zin als de persoonlijke voornaamwoorden, dus voor de persoonsvorm. Maar als er een heel werkwoord in de zin staat dan staan ze vlak voor dat hele werkwoord: Tu vas t entraîner en salle d escalade. Jij gaat trainen in de klimzaal.

11 8 ( apprendre ) 0 rugbyen heftig de blessure schaken het zwemmen, de zwemsport worden de overwinning de beker een doelpunt maken het doelpunt jouer au rugby violent la blessure jouer aux échecs la natation devenir (als venir) la victoire la coupe marquer un but le but Ik schaak. Heb je vaak blessures? Wij zijn kampioen geworden. Ik heb een geweldige wedstrijd gespeeld. Ik heb punten gescoord. Sinds wanneer honkbal jij? Je joue aux échecs. Tu as souvent des blessures? Nous sommes devenu(e)s champions/championnes. J ai joué un match superbe. J ai marqué points. Depuis quand tu fais du base-ball? Apprendre 9 Savoir (weten) Je ne sais pas encore. Ik weet het nog niet. présent: je sais tu sais il sait elle sait on sait nous savons vous savez ils savent elles savent ik weet jij weet hij weet zij weet men weet; wij weten wij weten jullie weten; u weet zij weten zij weten passé composé: j ai su ik heb geweten, ik wist

12 9 ( apprendre ) paresser le sac de plage accueillir les céréales (v) accrocher identifier dépendre de la promenade en vélo une balade en calèche Apprendre 3 Rangtelwoorden luieren de strandtas ontvangen de graankorrels vastmaken identificeren afhangen van het fietstochtje een ritje per koets Apprendre 6 Futur proche Qu est-ce qu on va faire demain? Wat zullen we morgen gaan doen? De vetgedrukte woorden vormen de futur proche. Om aan te geven dat iets in de toekomst zal gebeuren, kun je een vorm van het werkwoord aller + een heel werkwoord gebruiken. In het Nederlands doen wij dat ook met het werkwoord gaan. Het Frans is preciezer dan het Nederlands. Wij gebruiken niet altijd een toekomende tijd voor iets dat nog gaat gebeuren. le deuxième jour la quatrième fois de tweede dag de vierde keer Samedi, je vais travailler. Zaterdag werk ik. Je vormt een rangtelwoord door achter het hoofdtelwoord ième te zetten. Als een hoofdtelwoord eindigt op een e dan valt die e weg, bijvoorbeeld: quatre - quatrième. Bijzondere gevallen: un cinq neuf de tram de herinnering, het souvenir elkaar weer ontmoeten de rondvaartboot premier, première cinquième neuvième le tramway le souvenir se retrouver le bateau-mouche kiezen het weer het regent warm de graad de vrije tijd de kade zich vermaken logeren het gastgezin de terugkeer de eerste kennismaking, de inwijding verschaffen eindigen, klaar zijn nadenken choisir le temps il pleut chaud le degré les loisirs (m) le quai se distraire loger la famille d accueil le retour l initiation (v) fournir finir réfléchir

13 9 ( apprendre ) 0 aankondigen, hier: voorspellen van het weer het onweer de berghut uitrusten beklimmen het weerbericht het meer de beer in de open lucht slapen de zomer ouder dan annoncer l orage (m) le refuge se reposer faire l ascension de la météo le lac l ours (m) dormir à la belle étoile l été (m) plus âgé que Het weer Il fait quel temps? Il fait chaud. Il fait beau. Il fait froid. il fait mauvais. Il fait du soleil. Il fait du vent. Il fait 20 degrés. il fait du brouillard. Wat voor weer is het? Het is warm. Het is mooi weer. Het is koud. Het is slecht weer. Het is zonnig. Het waait. Het is 20 graden. Het mist. Apprendre 9 Finir (eindigen, klaar zijn, afgelopen zijn) Il finit le vingt juillet. présent: je finis tu finis il finit elle finit on finit nous finissons vous finissez ils finissent elles finissent Het is twintig juli afgelopen. ik eindig jij eindigt hij eindigt zij eindigt men eindigt; wij eindigen wij eindigen jullie eindigen; u eindigt zij eindigen zij eindigen Als je in het Frans over het weer praat gebruik je meestal het werkwoord faire. Dit werkwoord gebruik je niet alleen om te zeggen wat voor weer het is, maar ook om te vertellen wat voor weer het wordt en wat voor weer het geweest is: Il va faire beau. Il va faire froid. Il a fait chaud. Il a fait du vent. Het regent. Het heeft geregend. Het sneeuwt. Het vriest. Het heeft gevroren. Het wordt mooi weer. Het wordt koud. Het is warm geweest. Het heeft gewaaid. Il pleut. Il a plu. Il neige. Il gèle. Il a gelé. passé composé: j ai fini ik heb beëindigd, ik ben klaar Net als finir gaan onder andere de werkwoorden choisir (kiezen), fournir (verschaffen), réfléchir (nadenken), remplir (vullen, invullen).

Aantekening Frans les pronoms personnels

Aantekening Frans les pronoms personnels Aantekening Frans pronoms personnels Aantekening door een scholier 648 woorden 16 februari 2016 0 keer beoordeeld Vak Frans Pronoms personnels Plaats in de zin: Voor alle persoonlijke voornaamwoorden die

Nadere informatie

J aimerais savoir. Que je suis content! Pourrais-tu parler plus lentement? Bouger me fait mal.

J aimerais savoir. Que je suis content! Pourrais-tu parler plus lentement? Bouger me fait mal. Je regrette. Ce n est pas grave. Ce n est pas normal. C est bête. J accepte tes excuses. J en ai marre! Oublions-le. Ne t inquiète pas! N en parlons plus. Profites-en! As-tu envie de Vous avez encore d

Nadere informatie

Taalregels. Praten, hebben, zijn, gaan, De werkwoorden

Taalregels. Praten, hebben, zijn, gaan, De werkwoorden Taalregels In dit grammaticaoverzicht kun je kiezen uit: S Volgorde in de Franse zin S Man, huis, deur, en zwaar, geel, zelfst. naamwoord en bijv. naamwoord S Le, la, les, de lidwoorden S Praten, hebben,

Nadere informatie

basiszinnen spreekvaardigheid

basiszinnen spreekvaardigheid basiszinnen spreekvaardigheid Formele en informele spreektaal In dit hoofdstuk krijg je allerlei uitdrukkingen die je in veel voorkomende gesprekssituaties kunt gebruiken. Er zijn, net zoals in het Nederlands,

Nadere informatie

SECTION 7. LES PRONOMS PERSONNELS de persoonlijke voornaamwoorden

SECTION 7. LES PRONOMS PERSONNELS de persoonlijke voornaamwoorden SECTION 7. LES PRONOMS PERSONNELS de persoonlijke voornaamwoorden INTRODUCTION Alle persoonlijke voornaamwoorden vormen tezamen een groot en essentieel deel van de Franse taal en dan met name op het gebied

Nadere informatie

Talenquest Frans 2thv: Grammatica

Talenquest Frans 2thv: Grammatica Talenquest Frans 2thv: Grammatica Épisode 1: Onregelmatige werkwoorden Er zijn in het Frans naast regelmatige werkwoorden ook onregelmatige werkwoorden. Het is lastig om van onregelmatige werkwoorden de

Nadere informatie

III. L adjectif. III. L adjectif. 1. Accord de l adjectif 1.1 L adjectif prend s 1.2 L adjectif + E 1.3 L adjectif substantivé

III. L adjectif. III. L adjectif. 1. Accord de l adjectif 1.1 L adjectif prend s 1.2 L adjectif + E 1.3 L adjectif substantivé III. 1. Accord de l adjectif 1.1 prend s 1.2 + E 1.3 substantivé 2. Les degrés de comparaison 2.1 Les comparatifs 2.2 Les superlatifs 2.3 Les irréguliers 1 III. 1. Accord de l adjectif 1.1. prend S Quand

Nadere informatie

( unité 1 ) 23 Cherchez les mots

( unité 1 ) 23 Cherchez les mots ( unité 1 ) 23 Cherchez les mots A Haal veertien Franse woorden uit de bus en zet ze achter de Nederlandse woorden. Ze kunnen zowel horizontaal als verticaal als diagonaal verstopt zijn. Sommige letters

Nadere informatie

UNITE 26 : On a joué, on a nagé, on a chanté!

UNITE 26 : On a joué, on a nagé, on a chanté! UNITE 26 : On a joué, on a nagé, on a chanté! Oefening 1: Cherchez les phrases dans le texte. Ecrivez les phrases sans fautes. Zoek volgende zinnen in de tekst. Schrijf ze correct over. - In de namiddag,

Nadere informatie

Reizen Algemeen. Algemeen - Belangrijkste benodigdheden. Algemeen - Conversatie. Vous pouvez m'aider, s'il vous plaît?

Reizen Algemeen. Algemeen - Belangrijkste benodigdheden. Algemeen - Conversatie. Vous pouvez m'aider, s'il vous plaît? - Belangrijkste benodigdheden Vous pouvez m'aider, s'il vous plaît? Om hulp vragen Parlez-vous anglais? Vragen of iemand Engels spreekt Parlez-vous _[langue]_? Vragen of iemand een bepaalde taal spreekt

Nadere informatie

Reizen Algemeen. Algemeen - Belangrijkste benodigdheden. Algemeen - Conversatie

Reizen Algemeen. Algemeen - Belangrijkste benodigdheden. Algemeen - Conversatie - Belangrijkste benodigdheden Vous pouvez m'aider, s'il vous plaît? Vous pouvez m'aider, s'il vous plaît? Om hulp vragen Parlez-vous anglais? Parlez-vous anglais? Vragen of iemand Engels spreekt Parlez-vous

Nadere informatie

Samenvatting Frans Stencil Franse tijden

Samenvatting Frans Stencil Franse tijden Samenvatting Frans Stencil Franse tijden Samenvatting door een scholier 2255 woorden 17 juli 2006 5,6 431 keer beoordeeld Vak Frans Présent ( Tegenwoordige tijd ). De présent is de tegenwoordige tijd.

Nadere informatie

l'argent Donne. L'argent! pris J'ai pris mon suppositoire. Dépêche-toi! sûr - T'es sûr? Je connais quelqu'un qui peut. Merci Merci. Au revoir.

l'argent Donne. L'argent! pris J'ai pris mon suppositoire. Dépêche-toi! sûr - T'es sûr? Je connais quelqu'un qui peut. Merci Merci. Au revoir. bon anniversaire Bon anniversaire, mon petit. l'argent Donne. L'argent! le quartier Tu habites dans le quartier? le ticket T'as le ticket? pris J'ai pris mon suppositoire. Dépêche-toi! donne Donne. L'argent!

Nadere informatie

Reizen Algemeen. Algemeen - Belangrijkste benodigdheden. Algemeen - Conversatie

Reizen Algemeen. Algemeen - Belangrijkste benodigdheden. Algemeen - Conversatie - Belangrijkste benodigdheden Kunt u me alstublieft helpen? Vous pouvez m'aider, s'il vous plaît? Om hulp vragen Spreekt u Engels? Parlez-vous anglais? Vragen of iemand Engels spreekt Spreekt u _[taal]_?

Nadere informatie

Reizen Algemeen. Algemeen - Belangrijkste benodigdheden. Algemeen - Conversatie. Om hulp vragen. Vragen of iemand Engels spreekt

Reizen Algemeen. Algemeen - Belangrijkste benodigdheden. Algemeen - Conversatie. Om hulp vragen. Vragen of iemand Engels spreekt - Belangrijkste benodigdheden Vous pouvez m'aider, s'il vous plaît? Om hulp vragen Parlez-vous anglais? Vragen of iemand Engels spreekt Parlez-vous _[langue]_? Vragen of iemand een bepaalde taal spreekt

Nadere informatie

U21 mezelf en anderen voorstellen. Ik heet Ric. / M n naam is Verdonk. Wat is je voornaam? M n voornaam is Luc. Ziehier m n vriend. Hij heet Yvon.

U21 mezelf en anderen voorstellen. Ik heet Ric. / M n naam is Verdonk. Wat is je voornaam? M n voornaam is Luc. Ziehier m n vriend. Hij heet Yvon. U21 mezelf en anderen voorstellen. Ik heet Ric. / M n naam is Verdonk. Wat is je voornaam? M n voornaam is Luc. Ziehier m n vriend. Hij heet Yvon. Je m appelle Ric. / Mon nom est Verdonk. Quel est ton

Nadere informatie

werkwoord présent O.T.T. passé composé V.T.T. je parle tu parles il parle nous parlons vous parlez ils parlent

werkwoord présent O.T.T. passé composé V.T.T. je parle tu parles il parle nous parlons vous parlez ils parlent werkwoord présent O.T.T. passé composé V.T.T. -er werkwoorden : parler, donner, rester, arriver. je parlerai je parlerais tu parleras tu parlerais il parlera il parlerait ns parlerons ns parlerions vs

Nadere informatie

pagina 1 van 5 VAN IN

pagina 1 van 5 VAN IN Éventail-junior En action 6 21 1 Luisteren: basistekst Éventail-junior En action 6 21 2 Luisteren: woordenschat Éventail-junior En action 6 21 3 Luisteren: venir Éventail-junior En action 6 21 4 Woordenschat

Nadere informatie

Villangues Carnet de voyage, op reis naar Taalstad

Villangues Carnet de voyage, op reis naar Taalstad Villangues Carnet de voyage, op reis naar Taalstad dbp Villangues Carnet de voyage, op reis naar Taalstad Auteurs: Els Pieters Diane Olivier Ed de Boer Uitgever: dbp-villangues Ritzema Boskade 7 2101 GL

Nadere informatie

pendant le mieux serait de il vaut mieux

pendant le mieux serait de il vaut mieux en fin de sinon le passe-temps favori le lundi après-midi un dîner de famille grave pendant le mieux serait de il vaut mieux il est facile de il m arrive de j ai appris à parler français de toute façon

Nadere informatie

4,8. Le Présent (tegenwoordige tijd) Le passé composé. Opdracht door een scholier 744 woorden 7 januari keer beoordeeld

4,8. Le Présent (tegenwoordige tijd) Le passé composé. Opdracht door een scholier 744 woorden 7 januari keer beoordeeld Opdracht door een scholier 744 woorden 7 januari 2008 4,8 360 keer beoordeeld Vak Frans Franse werkwoorden, eindiging op: ir, re, er Deze regels geldt alleen voor werkwoorden die eindigen op ir, re, er

Nadere informatie

MÉTRO, BOULOT, DODO. Unité 1. Vocabulaire 1 Lees de zinnen en kruis het juiste woord / de juiste uitdrukking aan.

MÉTRO, BOULOT, DODO. Unité 1. Vocabulaire 1 Lees de zinnen en kruis het juiste woord / de juiste uitdrukking aan. Unité 1 MÉTRO, BOULOT, DODO Vocabulaire 1 Lees de zinnen en kruis het juiste woord / de juiste uitdrukking aan. 1. Aujourd hui, c est la rentrée. Les enfants a reprennent b rangent c terminent l école

Nadere informatie

Samenvatting Frans Grammaticatijden

Samenvatting Frans Grammaticatijden Samenvatting Frans Grammaticatijden Samenvatting door een scholier 908 woorden 28 oktober 2009 7,8 14 keer beoordeeld Vak Frans Passé Composé - Wat in het verleden gebeurt is of wat iemand gedaan heeft.

Nadere informatie

5.5. Boekverslag door K. 718 woorden 3 februari keer beoordeeld. Frans toetje met vanillevla en geklopt eiwit

5.5. Boekverslag door K. 718 woorden 3 februari keer beoordeeld. Frans toetje met vanillevla en geklopt eiwit Boekverslag door K. 718 woorden 3 februari 2014 5.5 2 keer beoordeeld Vak Methode D'accord! Le radis La carotte Le thon La sauce tomate Le brocoli Le plat du jour Le poisson Une escalope de veau Un poulet

Nadere informatie

Samenvatting Frans Franconville tape 9

Samenvatting Frans Franconville tape 9 Samenvatting Frans Franconville tape 9 Samenvatting door een scholier 709 woorden 18 november 2006 5,7 18 keer beoordeeld Vak Frans Woordjes étape 9 (handboek) La visite Het bezoek Un hôtel Een hotel La

Nadere informatie

GEZONDHEID (La santé)

GEZONDHEID (La santé) FICHE LEXICALE NEERLANDAIS 1/5 GEZONDHEID (La santé) a. Wat zijn hun klachten? (De quoi se plaignent-ils?) A C B G I H 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. E D Klachten hoest moet overgeven ben verkouden heb

Nadere informatie

Antwoorden Frans Étape 8 (Franconville)

Antwoorden Frans Étape 8 (Franconville) Antwoorden Frans Étape 8 (Franconville) Antwoorden door een scholier 860 woorden 22 april 2007 5,4 76 keer beoordeeld Vak Frans Boek: Franconville Étape: 8 Opdracht 2A: Aankruizen: 1, 3, 5 en 6 Opdracht

Nadere informatie

Chapitre 4, Ensemble!

Chapitre 4, Ensemble! ntwoorden 47 Chapitre 4, Ensemble! Orientation Exercice 1a 1 Grégoire 2 Julia 3 Julia 4 Camille 5 Romain 6 Hugo Exercice 1b B Exercice 1c 1 B 3 4 C 5 6 B 7 B Exercice 2 près le bac, je vais faire des études

Nadere informatie

4 nummer 1 nummer 2 nummer 3

4 nummer 1 nummer 2 nummer 3 Chapitre 0: C est parti 1 a 1) 2 a les vacances de school la nourriture la famille la maison l école les passe-temps het huis de familie de vakantie het eten de hobby s 2 b les vacances la nourriture la

Nadere informatie

Exercice A Vocabulaire F-N I Vertaal de vetgedrukte woorden in het Nederlands. II Noteer het juiste woord en vertaal het in het Nederlands.

Exercice A Vocabulaire F-N I Vertaal de vetgedrukte woorden in het Nederlands. II Noteer het juiste woord en vertaal het in het Nederlands. Libre Service Junior 1 HV Kennistoets versie A Unité 4 Toets Exercice A Vocabulaire F-N I Vertaal de vetgedrukte woorden in het Nederlands. 5 points / R 1 Dans ma rue, il y a beaucoup de magasins. 2 L

Nadere informatie

naam :.. nr. : klas :.. computer :..

naam :.. nr. : klas :.. computer :.. Je hebt het in de vorige module flink gewerkt. Nu kan je zelfstandig verder werken aan module 12. Lees steeds goed de opgave, zodat je weet wat je moet doen. Wanneer je een dialoog of een oefening moet

Nadere informatie

6,1. Aantekening door K woorden 15 november keer beoordeeld

6,1. Aantekening door K woorden 15 november keer beoordeeld Aantekening door K. 1880 woorden 15 november 2014 6,1 18 keer beoordeeld Vak Methode Frans Grandes Lignes Het bijvoeglijk naamwoord zegt iets over een zelfstandig naamwoord, B.V. un grand magasin = een

Nadere informatie

Voudriez-vous me faire savoir si vous pouvez nous recevoir dans votre hôtel le 16 août dans l après-midi?

Voudriez-vous me faire savoir si vous pouvez nous recevoir dans votre hôtel le 16 août dans l après-midi? Hilversum, le 15 janvier 2012 Monsieur, J ai l intention de passer mes vacances à Nice pendant la seconde moitié du mois d août. Je ferai le voyage en auto avec ma femme et mes deux fils de 12 et de 15

Nadere informatie

Les gebruik je voor zelfstandige naamwoorden in het meervoud. Mannelijk of vrouwelijk maakt niet uit: les frères de broers les soeurs de zussen

Les gebruik je voor zelfstandige naamwoorden in het meervoud. Mannelijk of vrouwelijk maakt niet uit: les frères de broers les soeurs de zussen Werkstuk door een scholier 2812 woorden 7 september 2007 6,9 210 keer beoordeeld Vak Frans Lidwoorden Het bepaald lidwoord In het Nederlands heb je twee bepaalde lidwoorden: de en het. In het Frans heb

Nadere informatie

De moderne stad. New York. Curitiba (Braz.) creëert ruimte voor de mens. Bologna. Toronto (Can.)

De moderne stad. New York. Curitiba (Braz.) creëert ruimte voor de mens. Bologna. Toronto (Can.) De stad en duurzame mobiliteit: verandering op til La ville et la mobilité durable: une transition en cours 1. Vaststellingen De moderne stad New York Curitiba (Braz.) creëert ruimte voor de mens Bologna

Nadere informatie

Frans grammatica hoofdstuk 1 en 2

Frans grammatica hoofdstuk 1 en 2 Samenvatting door Een scholier 768 woorden 30 september 2015 7,3 18 keer beoordeeld Vak Methode Frans Grandes Lignes Regelmatige ww. Werkwoorden op er Werkwoorden op ir Werkwoorden op -re Présent J habite

Nadere informatie

werkwoord présent O.T.T. passé composé V.T.T. je parle tu parles il parle nous parlons vous parlez ils parlent

werkwoord présent O.T.T. passé composé V.T.T. je parle tu parles il parle nous parlons vous parlez ils parlent werkwoord présent O.T.T. passé composé V.T.T. -er werkwoorden : parler, donner, rester, arriver. je parlerai je parlerais tu parleras tu parlerais il parlera il parlerait ns parlerons ns parlerions vs

Nadere informatie

Bilan 4 «À la recherche»

Bilan 4 «À la recherche» Begeleid zelfstandig leren Bilan 4 «À la recherche» Tijdsduur: 50 minuten Benodigdheden: een blauwe en groene balpen Nom:............ Classe:............................ N :............ Een woordje uitleg:

Nadere informatie

3 L adjectif Het bijvoeglijk naamwoord

3 L adjectif Het bijvoeglijk naamwoord 3 L adjectif Het bijvoeglijk naamwoord Plaats 1. De meeste bijvoeglijke naamwoorden staan achter het zelfstandig naamwoord, zeker als het bijvoeglijk naamwoord meer dan een lettergreep heeft. un livre

Nadere informatie

Samenvatting Frans Grammatica

Samenvatting Frans Grammatica Samenvatting Frans Grammatica Samenvatting door een scholier 3050 woorden 11 oktober 2008 6,2 213 keer beoordeeld Vak Methode Frans D'accord! Grammatica Frans eerste jaar 1. Het lidwoord: L article défini

Nadere informatie

Quel travail font tes parents? Ma mère travaille à la maison et mon père travaille dans une office. Welk

Quel travail font tes parents? Ma mère travaille à la maison et mon père travaille dans une office. Welk Boekverslag door A. 1461 woorden 16 mei 2005 6.1 445 keer beoordeeld Vak Frans Frans Proefwerk hoofdstuk 12-13-14: Taalvaardigheid: Comment tu t appelles? Comment t appelles tu? Je m appelle Henrike. Wat

Nadere informatie

Hôtel Eurocatering. 26 oct. Sauna 24,75 7 173,25. 27 oct. Petit-déjeuner 14,50 15 217,50. Sous-total 3645,25 TVA 21% 765,50.

Hôtel Eurocatering. 26 oct. Sauna 24,75 7 173,25. 27 oct. Petit-déjeuner 14,50 15 217,50. Sous-total 3645,25 TVA 21% 765,50. CONTEXTE 1.3 Une erreur dans la facture 1. Lisez les nombres productief kaartjes - klassikaal Zie Fiches à découper. Aantal setjes = 1. Elke leerling krijgt een kaartje. Ze lopen rond in de klas en houden

Nadere informatie

GRAMMAIRE DE BASE FRANS VOOR DE LAGERE SCHOOL

GRAMMAIRE DE BASE FRANS VOOR DE LAGERE SCHOOL GRAMMAIRE DE BASE FRANS VOOR DE LAGERE SCHOOL Leen Van Craesbeek Acco Leuven / Den Haag INHOUD Voorwoord 7 PREMIÈRE PARTIE 9 01/ L article Het lidwoord 11 a L article indéfini het onbepaald lidwoord 12

Nadere informatie

écoutez, lisez, jouez

écoutez, lisez, jouez Je hebt de vorige module knap gewerkt, dus mag je nu alleen verder werken met module 7. Lees steeds goed de opgave, zodat je weet wat je moet doen. Wanneer je een dialoog of een oefening moet beluisteren,

Nadere informatie

Wie helpt? Weet je het nog? Luister en kies de juiste foto. Datum:... Klas:... Naam:... Voornaam:...

Wie helpt? Weet je het nog? Luister en kies de juiste foto. Datum:... Klas:... Naam:... Voornaam:... Naam:... Voornaam:... Datum:... 65 Luister en kies de juiste foto. Éditions VAN IN Onderweg! 3 Reproduction autorisée. Weet je het nog? Wie helpt? Klas:... 142 Onderweg3 GUIDE PROF.indd 142 1/12/14 20:56

Nadere informatie

WAT MOET JE WETEN OVER HET TAALDORP FRANS?

WAT MOET JE WETEN OVER HET TAALDORP FRANS? WAT MOET JE WETEN OVER HET TAALDORP FRANS? SITUATIE het taaldorp Frans ga je op vakantie in de bruisende stad Parijs. Je moet je kunnen redden in de volgende situaties: 1) Fiche d identité (paspoort invullen)

Nadere informatie

Rumble in the Dungeon

Rumble in the Dungeon Rumble in the Dungeon Un jeu de Olivier Saffre. Flatlined Games 2012, tous droits réservés Il y a trop de monstres et d'aventuriers dans ce donjon. Le trésor du roi mort est bien gardé mais les aventuriers

Nadere informatie

15 et qui paie le loyer?

15 et qui paie le loyer? g r a m m at i c a 15 et qui paie le loyer? Maak de zinnen af met de juiste vorm van payer en het voorwerp op de foto* 1 2 3 4 5 6 1 Paul le 2 Moi, je la 3 Mon frère et moi, nous 4 Les cousins la le 5

Nadere informatie

Comprendre et se faire comprendre commence par s exprimer en néerlandais

Comprendre et se faire comprendre commence par s exprimer en néerlandais Comprendre et se faire comprendre commence par s exprimer en néerlandais Begrijpen en begrepen worden begint met het spreken van de Nederlandse taal La langue néerlandaise crée un lien entre nous Wat leest

Nadere informatie

6,6. Begrippenlijst door Jessy 1095 woorden 25 juni keer beoordeeld. Grandes Lignes Phrases Clés. Hoofdstuk 1. Ça va? = Hoe gaat het?

6,6. Begrippenlijst door Jessy 1095 woorden 25 juni keer beoordeeld. Grandes Lignes Phrases Clés. Hoofdstuk 1. Ça va? = Hoe gaat het? Begrippenlijst door Jessy 1095 woorden 25 juni 2017 6,6 19 keer beoordeeld Vak Methode Frans Grandes Lignes Grandes Lignes Phrases Clés Hoofdstuk 1 Ça va? = Hoe gaat het? Comment tu t'appelles? = Hoe heet

Nadere informatie

werkwoorden in de toekomende tijd

werkwoorden in de toekomende tijd werkwoorden in de toekomende tijd 9 Futur proche 135 Vul de zinnen aan met de juiste vorm van de werkwoorden tussen haakjes in de futur proche. a) Cet après-midi, je les courses avec ma mère. (faire) b)

Nadere informatie

LE SUBJONCTIF OU L'INDICATIF

LE SUBJONCTIF OU L'INDICATIF LE SUBJONCTIF OU L'INDICATIF Après des verbes l'emploi du subjonctif het gebruik van de subjonctief Nous voulons qu'elle parte. Il est souhaitable qu'il vienne. DES VERBES DE VOLONTÉ/DE DÉSIR werkwoorden

Nadere informatie

1 Spelling en uitspraak

1 Spelling en uitspraak Inhoud 1 Spelling en uitspraak 1 de spellingregels 11 Klinkers en medeklinkers 12 Accenttekens 11 Apostrof ( ) en koppelteken (-) 12 Hoofdletters 13 Los of aan elkaar? 13 Afbreken 14 2 uitspraak 14 Medeklinkers

Nadere informatie

Aantekening Frans Werkwoorden Frans

Aantekening Frans Werkwoorden Frans Aantekening Frans Werkwoorden Frans Aantekening door D. 1120 woorden 21 april 2013 5,5 4 keer beoordeeld Vak Frans Présent Werkwoorden op er Werkwoorden op ir Werkwoorden op -re je parle finis vends tu

Nadere informatie

Samenvatting Frans Hoofdstuk 1. Vocabulaire. Voca 1. Voca 2. Samenvatting door C woorden 24 juni keer beoordeeld.

Samenvatting Frans Hoofdstuk 1. Vocabulaire. Voca 1. Voca 2. Samenvatting door C woorden 24 juni keer beoordeeld. Samenvatting Hoofdstuk 1 Samenvatting door C. 1001 woorden 24 juni 2016 1 1 keer beoordeeld Vak Methode D'accord! : H1 Vocabulaire Voca 1 border quant à rarement une résidence secondaire une colline le

Nadere informatie

Reizen Accommodatie. Accommodatie - Vinden. Accommodatie - Boeking. Waar kan ik vinden? Où puis-je trouver? Om de weg naar je accommodatie vragen

Reizen Accommodatie. Accommodatie - Vinden. Accommodatie - Boeking. Waar kan ik vinden? Où puis-je trouver? Om de weg naar je accommodatie vragen - Vinden Waar kan ik vinden? Où puis-je trouver? Om de weg naar je accommodatie vragen... een kamer te huur?... une chambre à louer?... een hostel?... une auberge de jeunesse?... een hotel?... un hôtel?...

Nadere informatie

k ga naar school e vais à l ecole

k ga naar school e vais à l ecole Nederlandstalig onderwijs k ga naar school e vais à l ecole Nederlands Français k ga naar school e vais à l école Wat heb ik goed geslapen. Mama helpt me bij het wassen en aankleden. Ze vertelt me dat

Nadere informatie

Je rijdt recht door, voorbij het sportpaleis, over de brug van het Albertkanaal tot aan de verkeerslichten.

Je rijdt recht door, voorbij het sportpaleis, over de brug van het Albertkanaal tot aan de verkeerslichten. Eerste mogelijkheid U komt vanuit Brussel, Gent of Hasselt. U volgt de ring van Gent naar Breda tot aan de afrit Sportpaleis. Bij het nemen van deze afrit moet u voorsorteren om rechtdoor het kruispunt

Nadere informatie

Voyage Logement. Logement - Trouver. Logement - Réserver. Waar kan ik vinden? Demander son chemin vers un logement

Voyage Logement. Logement - Trouver. Logement - Réserver. Waar kan ik vinden? Demander son chemin vers un logement - Trouver Waar kan ik vinden? Demander son chemin vers un logement... een kamer te huur?... een hostel?... een hotel?... een bed-and-breakfast?... een camping? Hoe zijn de prijzen daar? Demander les prix

Nadere informatie

WAT MOET JE WETEN VOOR HET TAALDORP FRANS?

WAT MOET JE WETEN VOOR HET TAALDORP FRANS? WAT MOET JE WETEN VOOR HET TAALDORP FRANS? SITUATIE het taaldorp Frans ga je op vakantie in de bruisende stad Parijs. Je moet je kunnen redden in de volgende situaties: 1) Fiche d identité (paspoort invullen)

Nadere informatie

Reizen Accommodatie. Accommodatie - Vinden. Accommodatie - Boeking. Où puis-je trouver? Om de weg naar je accommodatie vragen

Reizen Accommodatie. Accommodatie - Vinden. Accommodatie - Boeking. Où puis-je trouver? Om de weg naar je accommodatie vragen - Vinden Où puis-je trouver? Om de weg naar je accommodatie vragen... une chambre à louer?... une auberge de jeunesse?... un hôtel?... une chambre d'hôtes?... un camping? Quels sont les prix là-bas? Over

Nadere informatie

Par ici! Langs hier! HOME PAGE

Par ici! Langs hier! HOME PAGE Par ici! Langs hier! HOME PAGE Account Zie bladzijde 11, 12, 13 Voir page 11, 12, 13 Home Page CATALOG PAGE CATALOG PAGE Obtenir les désignations des produits en FR Productbeschrijving in het NL Recherche

Nadere informatie

Voyage Se débrouiller

Voyage Se débrouiller - Lieux Ik ben de weg kwijt. Ne pas savoir où vous êtes Kunt me op de kaart aanwijzen waar het is? Demander un sur un plan Waar kan ik vinden? Demander où se trouve une en particulier... een toilet?...

Nadere informatie

Aantekening Frans Vervoegingen werkwoorden (avoir, etre, faire, vouloir, pouvoir, aller)

Aantekening Frans Vervoegingen werkwoorden (avoir, etre, faire, vouloir, pouvoir, aller) Aantekening Frans Vervoegingen werkwoorden (avoir, etre, faire, vouloir, pouvoir, aller) Aantekening door A. 1086 woorden 28 september 2014 6,6 430 keer beoordeeld Vak Frans Avoir = hebben Présent j'ai

Nadere informatie

Q U K G D T P E H B Z L R W C I F J M S X. Maman est allée au supermarché. Elle a acheté beaucoup et elle a tout mis. en plastique.

Q U K G D T P E H B Z L R W C I F J M S X. Maman est allée au supermarché. Elle a acheté beaucoup et elle a tout mis. en plastique. 35 unité 1 Welke letters van het alfabet vind je niet terug in het kader? Schrijf ze in de goede volgorde op, dan kun je er een korte Franse zin mee maken. Hoe zeg je hetzelfde in het Nederlands? Q U K

Nadere informatie

Vandaag met de fiets? Waarom ook niet morgen naar het werk, naar de sportclub of om je boodschappen te doen?

Vandaag met de fiets? Waarom ook niet morgen naar het werk, naar de sportclub of om je boodschappen te doen? Vandaag met de fiets? Waarom ook niet morgen naar het werk, naar de sportclub of om je boodschappen te doen? Enkele redenen om ook dagelijks te fietsen! Fietsen is snel! Fiets je minder dan 5 km in de

Nadere informatie

Le logement. In deze les leert u

Le logement. In deze les leert u Le logement In deze les leert u een woning beschrijven: Ta maison, elle est grande? vragen waar iemand vandaan komt: Je suis de Marseille. Et vous, est-ce que vous êtes d ici? de vormen van het bepaald

Nadere informatie

Gebruik 3 zinnen in het Nederlands tijdens een vergadering. Spreek Nederlands tijdens de koffiepauze.

Gebruik 3 zinnen in het Nederlands tijdens een vergadering. Spreek Nederlands tijdens de koffiepauze. Spreek Nederlands tijdens de koffiepauze. Gebruik 3 zinnen in het Nederlands tijdens een vergadering. Parlez français à la pause-café. Utilisez 3 phrases en français pendant une réunion. Spreek Nederlands

Nadere informatie

Een ideale school. Tijd voor een toets! Luister en vul aan of teken Naam:... Voornaam:... Klas:... Datum:...

Een ideale school. Tijd voor een toets! Luister en vul aan of teken Naam:... Voornaam:... Klas:... Datum:... Luister en vul aan of teken. Hoeveel leerlingen zitten er in de klas? Een ideale school Emma, Ruben et Shun imaginent leur école idéale! Emma Ruben Shun 31-36......... Welk uniform dragen ze? Hoe gaan

Nadere informatie

geen voorzetsel in het NL iemand antwoorden répondre à qn ( = quelqu'un = iemand )

geen voorzetsel in het NL iemand antwoorden répondre à qn ( = quelqu'un = iemand ) Voorzetsels zijn altijd lastig in een vreemde taal. Wanneer vertaal je op met sur, wanneer met de, wanneer met à? Je moet het maar net weten. Of hier opzoeken natuurlijk :-) voorzetsels prépositions geen

Nadere informatie

Spreek Nederlands tijdens de koffiepauze. Gebruik 3 zinnen in het Nederlands tijdens een vergadering.

Spreek Nederlands tijdens de koffiepauze. Gebruik 3 zinnen in het Nederlands tijdens een vergadering. Spreek Nederlands tijdens de koffiepauze. Gebruik 3 zinnen in het Nederlands tijdens een vergadering. Parlez français à la pause-café. Utilisez 3 phrases en français pendant une réunion. Spreek Nederlands

Nadere informatie

Op het potje Sur le petit pot

Op het potje Sur le petit pot Op het potje Sur le petit pot Wanneer wordt je kind zindelijk? Wat is zindelijkheid? Je kind is zindelijk als het: - niet meer in zijn broek plast. - overdag droog is. - zelf op het potje of het toilet

Nadere informatie

Voyage Logement. Logement - Trouver. Logement - Réserver. Demander son chemin vers un logement

Voyage Logement. Logement - Trouver. Logement - Réserver. Demander son chemin vers un logement - Trouver Où puis-je trouver? Demander son chemin vers un logement Waar kan ik vinden?... une chambre à louer?... een kamer te huur?... une auberge de jeunesse?... een hostel?... un hôtel?... een hotel?...

Nadere informatie

LES CHIFFRES DE 1 À 40 (1STE GRAAD BSO)

LES CHIFFRES DE 1 À 40 (1STE GRAAD BSO) LES CHIFFRES DE 1 À 40 (1STE GRAAD BSO) De zéro à quarante Van nul tot veertig 0 zéro 1 un 11 onze 21 vingt et un 31 trente et un 2 deux 12 douze 22 vingt-deux 32 trente-deux 3 trois 13 treize 23 vingt-trois

Nadere informatie

SECTION 3. L ADJECTIF het bijvoeglijk naamwoord

SECTION 3. L ADJECTIF het bijvoeglijk naamwoord SECTION 3. L ADJECTIF het bijvoeglijk naamwoord INTRODUCTION Zo we zijn al lekker op weg! Je hebt nu voldoende bagage om zelfstandige naamwoorden met de juiste lidwoorden te combineren. Twee essentiële

Nadere informatie

Dag, de verbinding werd verbroken Allô, la communication a été coupée Aaloo laa kommuuniekatjoñ aa eetee koepee

Dag, de verbinding werd verbroken Allô, la communication a été coupée Aaloo laa kommuuniekatjoñ aa eetee koepee Dag, de verbinding werd verbroken Allô, la communication a été coupée Aaloo laa kommuuniekatjoñ aa eetee koepee Blijft u aan de lijn Restez en ligne s.v.p. Restee añ lienju siel voe ple Blijft u aan de

Nadere informatie

Style 21 ROBE. fashion. Juillet 2017 FOURNITURES

Style 21 ROBE. fashion. Juillet 2017 FOURNITURES Juillet 2017 Style fashion 21 ROBE Dans les tailles 36 à 56 Il faut d abord lire «Quelle taille choisir?» à la page 28. La disposition des pièces en tissu se trouve à la page 2 de ce PDF. Longueur du dos

Nadere informatie

Gebruik 3 zinnen in het Nederlands tijdens je volgende vergadering. Utilisez 3 phrases en français pendant votre prochaine réunion d équipe.

Gebruik 3 zinnen in het Nederlands tijdens je volgende vergadering. Utilisez 3 phrases en français pendant votre prochaine réunion d équipe. Gebruik 3 zinnen in het Nederlands tijdens je volgende vergadering. Utilisez 3 phrases en français pendant votre prochaine réunion d équipe. Spreek Nederlands tijdens je volgende telefoongesprek. Parlez

Nadere informatie

Veilig werken? Da s kinderspel! Travailler en toute sécurité? Un jeu d enfant!

Veilig werken? Da s kinderspel! Travailler en toute sécurité? Un jeu d enfant! Onze kinderen zijn onze grootste schatten. We proberen ze zo goed mogelijk af te schermen van alle potentiële gevaren. Maar met onze eigen veiligheid springen we vaak minder zorgzaam om. Met als uitgangspunt

Nadere informatie

Unité 5 Diagnose Kopieerblad 1

Unité 5 Diagnose Kopieerblad 1 Unité 5 Diagnose Kopieerblad Hier kun je jezelf evalueren: Prima! Lukt bijna. Nog even oefenen. Vul hier je antwoorden in en vergelijk met het antwoordenblad. Als je een antwoord niet goed hebt of niet

Nadere informatie

Opdracht A1/A2 EERSTE RONDE TOP 50 FRANCOPHONE

Opdracht A1/A2 EERSTE RONDE TOP 50 FRANCOPHONE Opdracht A1/A2 EERSTE RONDE TOP 50 FRANCOPHONE (van 17 maart tot 28 maart) Activiteit 1 : ik ken het Franse Welke artiesten en Franse s ken je? Artiest... Chanson..... Artiest... Chanson..... Artiest...

Nadere informatie

naam :.. nr. : klas :.. computer :..

naam :.. nr. : klas :.. computer :.. Je hebt het in de vorige module goed gedaan. Je mag daarom zelfstandig verder werken aan module 11. Lees steeds goed de opgave, zodat je weet wat je moet doen. Wanneer je een dialoog of een oefening moet

Nadere informatie

En action 6. Woordtrainer. Salut! Ga naar voor meer informatie.

En action 6. Woordtrainer. Salut! Ga naar  voor meer informatie. Salut! Voor het tweede jaar op rij leer je Frans. Misschien heb je intussen ook al Frans kunnen spreken met Franstaligen. Lukte dat al? Of vond je het nog moeilijk? Bedenk dan dat je vorig jaar nog helemaal

Nadere informatie

Éventail-junior. woordkaarten

Éventail-junior. woordkaarten Éventail-junior En action 6 woordkaarten 2 Unité 21 un oncle une tante l anglais (m.) 21 la mer un pays un village une ville jouer de la guitare jouer du piano parler (anglais) parler à (Sam) travailler

Nadere informatie

Servetten Serviettes. Langue. Taal. Nederlands. Français

Servetten Serviettes. Langue. Taal. Nederlands. Français Servetten Serviettes Taal Langue Servetten Op zoek naar fijne en stijlvolle witte servetten? Wij hebben ze in alle soorten en maten. Of maak het nog bonter: servetten met jouw logo, design of foto! Tips

Nadere informatie

naam :.. nr. : klas :.. computer :..

naam :.. nr. : klas :.. computer :.. Je hebt het in module 8 knap gedaan. Je mag daarom zelfstandig verder werken aan module 9. Je hebt daarvoor wel je boek 2B nodig. Lees steeds goed de opgave, zodat je weet wat je moet doen. Wanneer je

Nadere informatie

Par quel moyen de transport êtes-vous venu aujourd hui à l hôtel Métropole? Met welk vervoermiddel bent u vandaag naar het hotel Métropole gekomen?

Par quel moyen de transport êtes-vous venu aujourd hui à l hôtel Métropole? Met welk vervoermiddel bent u vandaag naar het hotel Métropole gekomen? Par quel moyen de transport êtes-vous venu aujourd hui à l hôtel Métropole? Met welk vervoermiddel bent u vandaag naar het hotel Métropole gekomen? 1. En métro / Met de metro 2. En tramway / Met de tram

Nadere informatie

Reizen Gezondheid. Gezondheid - Noodgeval. Gezondheid - Bij de dokter. Je dois me rendre à l'hôpital. Zeggen dat je naar het ziekenhuis moet

Reizen Gezondheid. Gezondheid - Noodgeval. Gezondheid - Bij de dokter. Je dois me rendre à l'hôpital. Zeggen dat je naar het ziekenhuis moet - Noodgeval Je dois me rendre à l'hôpital. Zeggen dat je naar het ziekenhuis moet Je me sens malade. Je dois voir un médecin immédiatement! Om ogenblikkelijke medische hulp vragen Au secours! Om onmiddelijke

Nadere informatie

Kopieerbladen. afdeling 4. Inleiding. trente-deux

Kopieerbladen. afdeling 4. Inleiding. trente-deux 0618036x_binnen_02 12-10-2004 14:52 Pagina 32 afdeling 4 Kopieerbladen Inleiding In het werkboek is een aantal oefeningen opgenomen waarbij de leerlingen gebruik moeten maken van gegevens die door de leraar

Nadere informatie

Bonjour, Amicalement. Peter SE PRÉSENTER (2DE GRAAD BSO)

Bonjour, Amicalement. Peter SE PRÉSENTER (2DE GRAAD BSO) SE PRÉSENTER (2DE GRAAD BSO) 1 Lisez la lettre et complétez la fiche. (compréhension écrite) Lees de brief en vul de fiche aan. Bonjour, Je m'appelle Peter Versteene et j'ai treize ans. J'habite à Steenderen

Nadere informatie

Reizen Gezondheid. Gezondheid - Noodgeval. Gezondheid - Bij de dokter. Zeggen dat je naar het ziekenhuis moet

Reizen Gezondheid. Gezondheid - Noodgeval. Gezondheid - Bij de dokter. Zeggen dat je naar het ziekenhuis moet - Noodgeval Je dois me rendre à l'hôpital. Zeggen dat je naar het ziekenhuis moet Je me sens malade. Je dois me rendre à l'hôpital. Je me sens malade. Je dois voir un médecin immédiatement! Je dois voir

Nadere informatie

CA MARCHE 5 : Au carrefour : Nederlands en Franse tekst samen

CA MARCHE 5 : Au carrefour : Nederlands en Franse tekst samen CA MARCHE 5 : Au carrefour : Nederlands en Franse tekst samen 1 Charles is in de groentenwinkel = Charles est au magasin de légumes. La vendeuse Vraag de meneer wat hij wenst. Monsieur, vous désirez? Vraag

Nadere informatie

!!! Indiquez la série sur le formulaire des réponses!!!

!!! Indiquez la série sur le formulaire des réponses!!! 1 2011 HAN Série A!!! Indiquez la série sur le formulaire des réponses!!! HAN Série A Door zijn deelname verklaart de deelnemer het reglement te kennen en te aanvaarden. 1 Welke zin past in de volgende

Nadere informatie

Vocabulaire September - december Vijfde leerjaar klas Birgit

Vocabulaire September - december Vijfde leerjaar klas Birgit Vocabulaire September - december Vijfde leerjaar klas Birgit 1. Kopieer de Franse woorden in de tweede kolom. Let op de accentjes en de hoofdletters! 2. Markeer de mannelijke woorden in het blauw en de

Nadere informatie

Reizen 6 7 32 33 58 59 84 85. Wonen 8 9 34 35 60 61 86 87. Koken & genieten 10 11 36 37 62 63 88 89. Cultuur & vermaak 12 13 38 39 64 65 90 91

Reizen 6 7 32 33 58 59 84 85. Wonen 8 9 34 35 60 61 86 87. Koken & genieten 10 11 36 37 62 63 88 89. Cultuur & vermaak 12 13 38 39 64 65 90 91 inhoud lente zomer herfst winter Reizen 6 7 32 33 58 59 84 85 Wonen 8 9 34 35 60 61 86 87 Koken & genieten 10 11 36 37 62 63 88 89 Cultuur & vermaak 12 13 38 39 64 65 90 91 Mode & schoonheid 14 15 40 41

Nadere informatie

Acceptez-vous le paiement par carte? Acceptez-vous le paiement par carte? Vragen of je met een creditcard kunt betalen

Acceptez-vous le paiement par carte? Acceptez-vous le paiement par carte? Vragen of je met een creditcard kunt betalen - Bij de ingang Je voudrais réserver une table pour _[nombre de personne]_ à _[heure]_. Een reservering doen Une table pour _[nombre de personne]_, s'il vous Om een tafel vragen Je voudrais réserver une

Nadere informatie

WAT MOET JE WETEN VOOR HET TAALDORP FRANS?

WAT MOET JE WETEN VOOR HET TAALDORP FRANS? WAT MOET JE WETEN VOOR HET TAALDORP FRANS? SITUATIE het taaldorp Frans ga je op vakantie in de bruisende stad Parijs. Je moet je kunnen redden in de volgende situaties: 1) Fiche d identité (paspoort invullen)

Nadere informatie

Oppervlaktereiniger. Nettoyeur de surfaces. Nederlands Gebruiksaanwijzing 2. Français Manuel d instructions (11/09)

Oppervlaktereiniger. Nettoyeur de surfaces. Nederlands Gebruiksaanwijzing 2. Français Manuel d instructions (11/09) Oppervlaktereiniger Nettoyeur de surfaces Nederlands Gebruiksaanwijzing 2 Français Manuel d instructions 4 59618460 (11/09) Nederlands Veiligheidsvoorschriften VOORZICHTIG! Gebruik het apparaat niet zonder

Nadere informatie

NUCLEAIR RISICO? BEREID JE VOOR! Meer tips op Informeer je op

NUCLEAIR RISICO? BEREID JE VOOR! Meer tips op  Informeer je op NUCLEAIR RISICO? BEREID JE VOOR! Informeer je op www.nucleairrisico.be. Schrijf je in op BE-Alert. Zo ben je meteen verwittigd in een noodsituatie. Maak een noodplan op maat op www.mijnnoodplan.be. 4 Haal

Nadere informatie

Vocabulaire. Voca 1. Voca 2. Samenvatting door Charley 1090 woorden 24 juni keer beoordeeld. Frans H3

Vocabulaire. Voca 1. Voca 2. Samenvatting door Charley 1090 woorden 24 juni keer beoordeeld. Frans H3 Samenvatting door Charley 1090 woorden 24 juni 2016 0 keer beoordeeld Vak Methode D'accord! H3 Vocabulaire Voca 1 1 le parcours het traject, de route 2 au temps de ten tijde van 3 la tribu de stam 4 chacun

Nadere informatie