Liberal arts & sciences en brede bachelors Bacheloropleiding Gedrag en samenleving Faculteit der Maatschappij- en Gedragswetenschappen Universiteit

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Liberal arts & sciences en brede bachelors Bacheloropleiding Gedrag en samenleving Faculteit der Maatschappij- en Gedragswetenschappen Universiteit"

Transcriptie

1 Liberal arts & sciences en brede bachelors Bacheloropleiding Gedrag en samenleving Faculteit der Maatschappij- en Gedragswetenschappen Universiteit van Amsterdam Juni 2007

2 Uitgave: Quality Assurance Netherlands Universities (QANU) Catharijnesingel 56 Postbus RA Utrecht Telefoon: Fax: Internet: QANU Tekst en cijfermateriaal uit deze uitgave mogen, na toestemming van QANU en voorzien van bronvermelding, door middel van druk, fotokopie, of op welke andere wijze dan ook, worden overgenomen. QANU / Liberal arts & sciences en brede bachelors, Universiteit van Amsterdam

3 Inhoudsopgave Voorwoord 5 Voorwoord voorzitter visitatiecommissie 7 Deel I Algemeen deel 9 1. Inleiding Samenstelling en taak van de commissie Werkwijze Beoordeling en referentiekader Algemene bevindingen 1 Deel II Opleidingsrapport De bacheloropleiding Gedrag en samenleving aan de UvA 5 Bijlagen 55 Bijlage A: Curricula vitae van de leden van de visitatiecommissie 57 Bijlage B: Programma visitatiebezoek bacheloropleiding Gedrag en samenleving, Faculteit der Maatschappij- en Gedragswetenschappen, UvA op 21 november 2006 en aanvullend op 16 april 2007 te Utrecht 61 Bijlage C: Eindtermen bacheloropleiding Gedrag en samenleving van de UvA 63 Bijlage D: Overzicht van het onderwijsprogramma van de bacheloropleiding Gedrag en samenleving van de UvA (studiejaar ) 65 QANU / Liberal arts & sciences en brede bachelors, Universiteit van Amsterdam 3

4 4 QANU / Liberal arts & sciences en brede bachelors, Universiteit van Amsterdam

5 VOORWOORD Dit rapport is onderdeel van de kwaliteitsbeoordeling van universitaire bachelor- en masteropleidingen in Nederland. Het doel van het rapport is om een betrouwbaar beeld te geven van de resultaten van de voor beoordeling voorgelegde opleidingen, alsmede een terugkoppeling te geven naar de interne kwaliteitszorg van de betrokken organisaties en als basis te dienen voor de ac creditatie van de betrokken opleidingen door de Nederlands-Vlaamse Accreditatie Organisatie (NVAO). De stichting Quality Assurance Netherlands Universities (QANU) beoogt onafhankelijke, objectieve en kritische beoordelingen te laten plaatsvinden en opbouwende kritiek te leveren, zo veel mogelijk uitgaande van een gestandaardiseerde set van kwaliteitscriteria met oog voor specifieke omstandigheden. De Visitatiecommissie Liberal arts & sciences en brede bachelors van QANU heeft haar taken met gro te toewijding uitgevoerd in een periode die wordt gekenmerkt door de overgang naar de bachelor-masterstructuur. De opleiding is beoordeeld op een grondige en zorgvuldige manier en binnen een duidelijk beoordelingskader. Wij verwachten dat de oordelen en de aanbevelingen in zorgvuldige overweging zullen worden genomen door de betrokken oplei ding, het faculteitsbestuur en College van Bestuur. Wij zeggen dank aan de voorzitter en de leden van de visitatiecommissie voor hun bereidheid deel te nemen aan deze beoordeling en voor de toewijding waarmee ze hun taak hebben uitgevoerd. Ook gaat onze dank uit naar de staf van de betrokken afdelingen aan de universiteiten voor hun inspanningen en hun medewerking aan deze beoordeling. Quality Assurance Netherlands Universities mr. C.J. Peels directeur drs. J.G.F. Veldhuis voorzitter bestuur QANU / Liberal arts & sciences en brede bachelors, Universiteit van Amsterdam 5

6 6 QANU / Liberal arts & sciences en brede bachelors, Universiteit van Amsterdam

7 Voorwoord voorzitter visitatiecommissie Dit rapport geeft de bevindingen weer van de visitatiecommissie Liberal arts & sciences en brede bachelors die door QANU is ingesteld om in opdracht van het College van Bestuur van de Universiteit van Amsterdam (UvA) een onafhankelijk oordeel uit te spreken over de opleiding Gedrag en samenleving. Het was de taak van de commissie om de opleiding te toetsen aan de criteria van de NVAO, onderverdeeld in 21 facetten. De commissie heeft de beoordeling in belangrijke mate gebaseerd op de zelfstudie die door de opleiding is geproduceerd, maar ook op de gesprekken die zijn gevoerd met staf en studenten tijdens het visitatiebezoek en het aanvullende bezoek van de subcommissie van de visitatiecommissie. Op basis hiervan moest na afloop van het visitatiebezoek worden geconstateerd dat het domeinspecifieke referentiekader Liberal arts & sciences niet in voldoende mate van toepassing was op deze opleiding, waarna door QANU in overleg met het College van Bestuur van de UvA een subcommissie is ingesteld die de opleiding op basis van het zij het enigszins aangepast domeinspecifieke referentiekader sociale wetenschappen nader heeft getoetst. Het onderhavige rapport doet hiervan verslag. Tijdens het proces is door de opleiding op verschillende momenten veel aanvullend informatiemateriaal aangeleverd. Hiervan is door de commissie met zeer veel belangstelling en in detail kennisgenomen. Als voorzitter van de visitatiecommissie dank ik de opleiding voor de uitvoerige voorbereiding, voor het aangeleverde informatiemateriaal en voor de openhartige en goed georganiseerde gesprekken. Ik dank de leden van de commissie voor hun grote betrokkenheid en de goede samenwerking. Elk lid heeft vanuit zijn eigen perspectief, ervaring en achtergrond bijgedragen aan de visitatie en aan de totstandkoming van dit rapport. De commissie hoopt dat dit rapport bijdraagt aan een zinvol (zelf)beeld van de betrokken opleiding en een stimulerende rol vervult in de cyclus van kwaliteitszorg. Prof. dr. M.C. van der Wende QANU / Liberal arts & sciences en brede bachelors, Universiteit van Amsterdam 7

8 8 QANU / Liberal arts & sciences en brede bachelors, Universiteit van Amsterdam

9 DEEL I: ALGEMEEN DEEL QANU / Liberal arts & sciences en brede bachelors, Universiteit van Amsterdam 9

10 10 QANU / Liberal arts & sciences en brede bachelors, Universiteit van Amsterdam

11 1. Inleiding 1.0. structuur van het rapport Dit rapport bestaat uit de volgende delen: Algemeen deel: dit deel bevat een korte uiteenzetting over het concept van Liberal arts & sciences en beschrijft de visitatiecommissie, haar werkwijze en het gehanteerde referentiekader. Opleidingsdeel: dit deel bevat het afzonderlijke rapport over de gevisiteerde bacheloropleiding Gedrag en samenleving van de UvA Inleiding In dit rapport brengt de visitatiecommissie Liberal arts & sciences en brede bachelors verslag uit van haar bevindingen ten aanzien van de door haar beoordeelde opleiding Gedrag en samenleving van de UvA. Deze opleiding is getoetst aan de hand van het beoordelingskader van de NVAO. Het visiatiebezoek vond plaats op 21 november Daarnaast heeft de commissie ook de brede bacheloropleiding Bèta-Gamma van de UvA en de bacheloropleiding Liberal arts & sciences van de Universiteit Utrecht (UU), gevisiteerd. Het betrof echter, vanwege het uiteenlopende karakter van de betreffende opleidingen en de wijze waarop invulling is gegeven aan de interdisciplinaire benadering, geen vergelijkende visitatie. Elke opleiding is afzonderlijk beoordeeld en ontvangt daarom een eigen beoordelingsrapport. De visitatie van de onderhavige opleiding leidde tot een tweede, aanvullend visitatiebezoek. De commissie stelde naar aanleiding van haar bevindingen tijdens het visitatiebzoek vast dat zij op grond van het door haar gehanteerde domeinspecifieke referentiekader op dat moment geen uitspraak kon doen over de kwaliteit van de opleiding. Zij was bereid de opleiding te beoordelen aan de hand van een bijgesteld en meer passend referentiekader. Hiertoe werd onder verantwoordelijkheid van de visitatiecommissie en in overleg met de UvA en QANU een afzonderlijke subcommissie ingesteld. Dit bezoek door de subcommissie vond plaats op 16 april Daarbij werd in overleg met het opleidingsmanagement gebruikgemaakt van een meer specifiek op de sociale wetenschappen gericht domeinspecifiek referentiekader (zie ook paragraaf 3). QANU / Liberal arts & sciences en brede bachelors, Universiteit van Amsterdam 11

12 12 QANU / Liberal arts & sciences en brede bachelors, Universiteit van Amsterdam

13 2. Samenstelling en taak van de commissie De samenstelling van de commisie is mede totstandgekomen aan de hand van suggesties vanuit de UvA. De samenstelling is vervolgens in conceptvorm voorgelegd aan de hiervoor genoemde opleidingen en de betrokken faculteitsbesturen teneinde hen in de gelegenheid te stellen bezwaren aan te tekenen, een en ander conform C van het QANU-kader. Van deze mogelijkheid is geen gebruik gemaakt. Vervolgens is de commissie door het QANUbestuur ingesteld. De visitatiecommissie Liberal arts & sciences en brede bachelors bestond uit de volgende personen: prof. dr. M.C. van der Wende, hoogleraar Onderwijskunde bij het Onderwijscentrum van de Vrije Universiteit Amsterdam en hoogleraar Bestuurskunde bij de Universiteit Twente; prof. dr. G.A. Kohnstamm, emeritus hoogleraar Ontwikkelingspsychologie aan de Universiteit Leiden; prof. dr. A. Klamer, hoogleraar Culturele economie aan de Faculteit der Historische en Kunstwetenschappen van de Erasmus Universiteit Rotterdam; prof. dr. N. de Groot, hoogleraar Expirimentele natuurkunde aan de Faculteit der Natuurwetenschappen, Wiskunde en Informatica van de Radboud Universiteit Nijmegen; dr. P.J. Hamersma, opleidingsdirecteur Technische Universiteit Delft en Bologna-promotor; prof. dr. A.J. Vanderjagt, bijzonder hoogleraar Ideeëngeschiedenis bij de vakgroep Geschiedenis van de filosofie, Rijksuniversiteit Groningen; C. Thomas BA, studentlid, masteropleiding aan het University College Londen. De subcommissie voor de beoordeling van de opleiding Gedrag en samenleving bestond uit de leden genoemd onder 1, 3, en 6. Ten behoeve van het aanvullende visitatiebezoek is de commissie uitgebreid met prof. dr. W. Arts, emeritus hoogleraar Algemene en theoretische sociologie aan de Universiteit van Tilburg. Tevens lid van de visitatiecommissie Sociale wetenschappen 2006 van QANU. Als secretaris van de commissie fungeerde mr. T. Vis (TriasNet Consultants, aangezocht door QANU). In bijlage A zijn de curricula vitae van de leden opgenomen. De commissieleden en de secretaris hebben in een onafhankelijkheidsverklaring kenbaar gemaakt een volkomen onafhankelijke positie ten opzichte van de te visiteren opleiding in te kunnen nemen en vrij te zijn van elk denkbare verstrengeling van belangen. De taak van de commissie was om op basis van de door de faculteit aan te leveren informatie en door middel van ter plaatse te voeren gesprekken: 1. een oordeel te geven over de verschillende kwaliteits aspecten van de opleiding, zoals beschreven in het QANU-kader d.d. februari 2004 (zie II.4); 2. op basis daarvan vast te stellen of de opleiding naar haar oordeel voldoet aan de criteria voor basiskwaliteit; QANU / Liberal arts & sciences en brede bachelors, Universiteit van Amsterdam 13

14 3. de aspecten van de opleiding te identificeren die naar haar oordeel voor verbetering vatbaar zijn. 14 QANU / Liberal arts & sciences en brede bachelors, Universiteit van Amsterdam

15 3. Werkwijze De visitatiecommissie Liberal arts & sciences en brede bachelors is op 13 november 2006 door de directeur van QANU, mr. C.J. Peels, geïnstalleerd. Na de installatievergadering is het formele instellingsbesluit vanuit QANU verspreid onder de daarvoor in aanmerking komende instanties (Colleges van Bestuur, Faculteitsbesturen, NVAO, VSNU, Ministerie van OC enw, et cetera). De subcommissie is door het QANU-bestuur ingesteld bij besluit van 16 april Voorafgaande aan het visitatiebezoek op 21 november 2006 heeft de visitatiecommissie het bezoek voorbereid op basis van de studiegids, de zelfstudie van de opleiding, de analyse van de zelfstudie en van tevoren opgevraagde aanvullende informatie. De bevindingen zijn gehanteerd bij de gesprekken en de verdere oordeelsvorming van de commissie. De commissie maakte in bedoelde voorbereidingsvergadering afspraken over een taakverdeling in aandachtsgebieden binnen de commissie. Dit betekende overigens niet dat de leden zich in hun oordeelsvorming tot de hun toebedeelde aandachtsgebieden beperkten. Tevens besloot zij tijdens deze vergadering het referentiekader opgesteld door drie bovennoemde opleidingen, waaronder de onderhavige opleiding (zie ook paragraaf 1), te hanteren onder aanpassing van de kwalificatie dat van afgestudeerden mag worden verwacht dat zij beschikken over maatschappelijk verantwoordelijkheidsbesef. Daarnaast heeft de commissie de interdisciplinariteit in de eindkwalificaties beperkt tot de voor de opleiding relevante disciplines. Ten slotte werd aan de commissieleden voorafgaande aan het bezoek toegang verschaft tot de website en digitale leeromgeving van de opleiding. Tijdens het bezoek op 21 november 2006 zijn gesprekken gevoerd met ver schillen de betrokkenen, zoals de opstellers van de zelfstudie, docenten, de verantwoordelijken voor kwaliteitszorg (studenten apart), de leden van de oplei dingscommissie (studenten apart), studenten uit de onderscheiden cohorten, vertegenwoordigers van de examencommissie, studieadviseur, onderwijs-/curriculumco ördinato ren en opleidings management. Bovendien werd door de commissie allerlei ter tafel liggend informatie materiaal, zoals vakkenroosters, onderwijsliteratuur, tentamenopgaven, richtlijnen en regelingen voor stages en scripties, evaluatieverslagen van het onderwijs, notulen van de opleidingscommissie en examencommissie en beleidsstukken geraadpleegd. Tijdens het bezoek bestond de van tevoren breed aangekondigde mogelijkheid voor een spreekuur, waar zowel studenten als docenten de gelegenheid hadden om een specifiek punt in een persoonlijk gesprek onder de aandacht van de commissie te brengen. Hiervan is geen gebruik gemaakt. Direct na afronding van het visitatiebezoek heeft de commissie bij monde van de voorzitter haar voorlopige oordeel over de opleiding voor een breed gehoor aan de faculteit/opleiding gepresenteerd. De commissie moest naar aanleiding van haar bevindingen vaststellen dat zij op grond van het gehanteerde domeinspecifieke referentiekader op dat moment geen uitspraak kon doen over de kwaliteit van de opleiding en bereid was een en ander in overleg met QANU en de opleiding de opleiding te beoordelen aan de hand van een bijgesteld en meer passend referentiekader. Overleg tussen QANU en het College van Bestuur van de UvA heeft vervolgens geleid tot een aanvullend visitatiebezoek op 16 april 2007 door een subcommissie op basis van een aangepast kader vergelijkbaar met het domeinspecifiek referentiekader zoals gehanteerd bij de visitatie Sociale wetenschappen 2006 (zie paragraaf 4.2). Aan de subcommissie is een deskundige toegevoegd op het brede terrein van de sociale wetenschappen. QANU / Liberal arts & sciences en brede bachelors, Universiteit van Amsterdam 15

16 Na opstelling van de conceptopleidingsrapportage door de secretaris heeft de subcommissie de tekst daarvan besproken. Na vaststelling is de rapportage in het kader van de hoor-en-wederhoorprocedure aangeboden aan het betrokken faculteitsbestuu r. Ten slotte is, na bespreking van de ontvangen reacties en voor zover nodig bijstelling van de tekst, het integrale eindrapport vastgesteld op 1 juni De beide bezoekprogramma s zijn bijgevoegd (bijlage B). 16 QANU / Liberal arts & sciences en brede bachelors, Universiteit van Amsterdam

17 4. Beoordeling en referentiekader 4.1. Beoordeling De opleiding is in de eerste plaats getoetst aan de criteria van de NVAO, de 21-facettenlijst. Deze 21 facetten zijn samengenomen in zes onderwerpen: 1. doelstellingen; 2. programma; 3. personeel; 4. voorzieningen; 5. kwaliteitszorg; 6. resultaten. Voor elk van deze zes onderwerpen geeft de commissie een samenvattend oordeel, waarbij volgens de regels van de NVAO de tweedeling voldoende/onvoldoende is gehanteerd. Op het niveau van de 21 facetten is differentiatie in de oordelen aangebracht met behulp van een vierpuntsschaal: Excellent Goed Voldoende Onvoldoende best practice, kan (inter)nationaal als voorbeeld dienen de kwaliteit stijgt uit boven de basiseisen voldoet aan de basiseisen van het facet; datgene wat van een universitaire wetenschappelijke opleiding verwacht mag worden voldoet niet aan de basiseisen van het facet In de opleidingsrapporten wordt bij elk facet kort aangegeven op welke gegevens de commissie zich baseert en tot welk oordeel de commissie is gekomen. Daarbij is gebruikgemaakt van beschikbare documenten waaronder vooral de zelfstudies en aanvullende informatie op grond van de gevoerde gesprekken. De commissie heeft tevens tot taak die aspecten van de opleiding te identificeren welke naar haar oordeel voor verbetering vatbaar zijn. Daarom komen in het opleidingsrapport ook opmerkingen, kanttekeningen of aanbevelingen voor die niet alleen een rol spelen bij de onderbouwing van het oordeel en de score per facet, maar die tevens aangeven op welke aspecten verbetering mogelijk zou zijn. Het geven van suggesties tot verbetering impliceert op zich dus geenszins dat de opleiding op dit moment op dat facet noodzakelijk onvoldoende scoort. In haar afweging heeft de commissie waar nodig ook rekening gehouden met de gehele context en het ontwikkelingsstadium van de opleiding. Daarbij is steeds zorgvuldig afgewogen of eventuele verbeterpunten qua aantal of gewicht de basiskwaliteit van een facet niet aantasten. De commissie benadrukt in dit verband dat vooral het gegeven dat de opleiding nog maar recent van start is gegaan zij kent nog maar één cohort afgestudeerden en zich dus nog in een ontwikkelfase bevindt, in de beoordeling tot uitdrukking is gebracht. Dit heeft geresulteerd in een voldoende score op het merendeel van de facetten. De commissie drukt met deze score uit dat de opleiding voldoet aan datgene dat van een universiteit in Nederland mag worden verwacht. In een enkel geval is op basis van specifieke argumenten de score goed toegekend. Dit laatste geldt voor de wijze waarop de opleiding de studiebegeleiding heeft georganiseerd. Deze beoordeling doet naar de opvatting van de commissie niets af aan de inzet en betrokkenheid van de docenten bij de ontwikkeling en verbetering van de opleiding. QANU / Liberal arts & sciences en brede bachelors, Universiteit van Amsterdam 17

18 4.2. Referentiekader Samenhangend met het voorgaande is beoordeeld in hoeverre de eindtermen van de opleiding aansluiten bij algemene, internationaal geaccepteerde kwalificaties van een bachelor, zoals overeengekomen in de zogenaamde Dublin-descriptoren. De commissie heeft in overleg met de opleiding besloten hiertoe het domeinspecifiek referentiekader te hanteren, vergelijkbaar met het referentiekader zoals gehanteerd door de visitatiecommissie Sociale wetenschappen Zij heeft daarbij gekozen voor een formulering die meer aansluit bij het bredere terrein van de sociale wetenschappen dan bij de beperktere omschrijving (sociologie) die de commissie Sociale wetenschappen heeft verkozen. De commissie heeft de door de opleiding geformuleerde doelstelling en de uitwerking daarvan in haar eindtermen hieraan getoetst. De Dublin-descriptoren betreffen de rubrieken kennis en inzicht, toepassing kennis en inzicht, oordeelsvorming, communicatie en leervaardigheden. Kennis en inzicht De bachelor in de sociale wetenschappen beschikt over aantoonbare wetenschappelijke kennis van en inzicht in het vakgebied. Een en ander is vastgelegd in de eindkwalificaties: kennis van de hoofdvragen van de sociale wetenschappen; kennis van de sleutelbegrippen en belangrijkste theoretische tradities van de gedrags- en maatschappijwetenschappen; kennis van methoden en technieken van sociaal-wetenschappelijk onderzoek; inzicht in de geschiedenis en ontwikkeling van de sociale wetenschappen; basiskennis van wijsgerige (sociaal-filosofische en kennistheoretische) dimensies van de beoefening van de sociale wetenschappen. Toepassing kennis en inzicht De afgestudeerde beschikt over competenties voor het opstellen en verdiepen van argumentaties en voor het oplossen van problemen op het vakgebied. Meer concreet: maatschappelijke problemen in verband kunnen brengen met problemen en theorieën op het terrein van gedrags- en maatschappijwetenschappen; problemen kunnen vertalen in onderzoeksontwerpen, en onderzoek met toepassing van geavanceerde hedendaagse methoden en technieken alsmede digitale hulpmiddelen bij informatieverzameling en -analyse kunnen uitvoeren; het na kritische reflectie op de bruikbaarheid en toepasbaarheid kunnen verbinden van onderzoeksresultaten met sociaalwetenschappelijke theorieën en een individuele of maatschappelijke problematiek; eigen onderzoek in een multidisciplinair kader plaatsen, in een multidisciplinair kader kunnen werken; op minstens een of enkele deelgebieden van het vakgebied een originele bijdrage leveren aan kennis op het vakgebied; bezitten van een wetenschappelijke habitus in de beroepsuitoefening. Oordeelsvorming Onderkennen en het vermogen tot kritische beoordeling van vooronderstellingen, informatiegehalte en empirische houdbaarheid van belangrijke gedrags- en maatschappijwetenschappelijke theorieën en inzichten. 18 QANU / Liberal arts & sciences en brede bachelors, Universiteit van Amsterdam

19 Kunnen beoordelen van de relevantie en toepasbaarheid van wetenschappelijke theorieën en modellen voor de praktijk. Het vermogen tot kritische beoordeling van uitgevoerd onderzoek op basis van kennis en praktische beheersing van hedendaagse sociaalwetenschappelijke methoden en technieken van onderzoek. Bij concrete problemen de achterliggende wetenschappelijke discussie kunnen herkennen. Een wetenschappelijk standpunt betrekken, maar ook kritisch op waarde kunnen schatten. Kunnen omgaan en verwoorden van onzekerheid, ook in complexe situaties bij afwezigheid van complete data. Besef van andere vakgebieden en partijen en het kunnen beoordelen van hun (wetenschappelijke) kwaliteiten en beperkingen. De flexibiliteit bezitten om bij verwerving van nieuwe kennis van standpunt te veranderen/dit aan te passen. Geleerd hebben om rekening te houden met maatschappelijke en ethische waarden en normen; deze te integreren in professioneel gedrag waaronder eigen onderzoek; toepassen van eigen wetenschappelijk perspectief op problemen die zich in de praktijk voordoen. Communicatie In staat zijn om adequaat schriftelijk te rapporteren voor vakgenoten en niet-vakgenoten. In staat zijn tot actief gebruik van goed Nederlands en goed Engels in woord en geschrift. In staat zijn om redelijk vlot een mondelinge wetenschappelijke presentatie te geven met en zonder multimedia, en het daarbij helder expliciteren van de eigen gedachtegang en werkwijze. Het vermogen om efficiënt en toch vriendelijk te vergaderen; leiding kunnen geven en leiding kunnen aanvaarden. Leervaardigheden Het vermogen om snel en efficiënt de voor een bepaald probleem relevante informatie te verzamelen en te beoordelen. Het vermogen om de bijdragen en de rol van andere actoren in de wetenschappelijke interactie (geïnterviewden, discussiepartners, belanghebbenden) goed in te schatten. De bereidheid om eigen inzichten voortdurend bij te stellen. De bereidheid om gedurende de gehele actieve loopbaan deel te nemen aan trainingen, cursussen en andere vormen van wetenschappelijke vorming en communicatie. In staat zijn om de voor de beroepsuitoefening relevante nationale en internationale ontwikkelingen op het vakgebied kritisch te volgen, evalueren en toe te passen. In staat zijn om kennis, inzicht en probleemoplossende vermogens toe te passen in nieuwe of onbekende omstandigheden binnen een bredere (of multidisciplinaire) context die gerelateerd is aan het vakgebied; in staat zijn om kennis te integreren en met complexe materie om te gaan. Blijk geven van originaliteit in het kritische bewustzijn; zelfstandigheid bij het doen van onderzoek en bij de beroepsuitoefening. QANU / Liberal arts & sciences en brede bachelors, Universiteit van Amsterdam 19

20 20 QANU / Liberal arts & sciences en brede bachelors, Universiteit van Amsterdam

21 5. Algemene bevindingen Zoals aangegeven in paragraaf 4.1 onderkent de commissie het feit dat de opleiding recent van start is gegaan en zich nog in de opbouwfase bevindt. Ook erkent zij dat hier een innovatief initiatief is genomen met als doel het bacheloronderwijs te verbreden en meer uitdagend te maken voor de studenten. Dergelijke innovaties zijn van belang voor de inhoudelijke betekenis en meerwaarde die de invoering van het bachelor-mastersysteem voor het Nederlandse hoger onderwijs kan hebben. Interdisciplinariteit en het bieden van mogelijkheden aan studenten om eigen keuzen te maken in het leerproces staan hierbij centraal. De commissie heeft dan ook waardering voor dit initiatief. Op het punt van interdisciplinariteit worden door de opleiding inmiddels op basis van planvorming goede aanzetten gegeven om onderwijskundig vorm en inhoud te geven aan het integratieproces bij de studenten, dat wil zeggen de wijze waarop zij perspectieven en benaderingen uit verschillende disciplines bij elkaar kunnen brengen, hoe dit proces kan worden ondersteund en getoetst en de manier waarop producten die op basis hiervan tot stand komen, kunnen worden beoordeeld. Verdere voortgang op dit cruciale terrein vereist nadere uitdieping van deze problematiek door teams van docenten om zodoende tot een gezamenlijke en gedeelde opvatting hieromtrent te komen. Belangrijk hierin is het kiezen van een consistente benadering ten aanzien van de rol van de disciplines; gaat het bijvoorbeeld om de gezamenlijke basis en grondslagen van de sociale disciplines als vertrekpunt, of om het eerst begrijpen van de disciplines als zodanig en het vervolgens effectief kunnen combineren/integreren en het derhalve overkomen van eenmaal ontstane disciplinaire grenzen? En, in het laatste geval, vindt dit in meer theoretische zin plaats of uitgaande van een praktisch probleem in meer toegepaste zin? Oftewel: waar ligt het punt van synthese in het leerproces en wordt er vanuit een grondslagenperspectief of een toepassingsperspectief gewerkt? Naast een planmatige aanpak en teamwork vereist de voortgang op dit punt een sterke vorm van academic leadership door een in wetenschappelijke zin gezaghebbend persoon die de verschillende disciplinaire perspectieven goed overziet, doorgrondt en bij elkaar kan brengen in een consistente aanpak. In de verdere ontwikkeling van het programma is het ook van belang dat de balans tussen de verschillende disciplinaire bijdragen vanuit de sociale wetenschappen verder wordt verbeterd (met meer aandacht voor onder andere economie). Hierbij mag de institutionele structuur, dat wil zeggen de positie van de opleiding ten opzichte van disciplinaire begrenzingen in en tussen faculteiten, geen belemmering vormen. De UvA dient er vanuit haar karakter als brede universiteit volop aan bij te dragen dat het profiel van deze opleiding op volwaardige wijze kan uitgroeien. Naast meer balans kan en moet deze verbreding ook leiden tot een verzwaring van de studielast van de opleiding, die de commissie nu, op basis van hetgeen in de startfase van de opleiding is gerealiseerd, van een nadrukkelijke kanttekening heeft voorzien. Zij is zich ervan bewust dat de studielast wellicht niet (veel) lager is dan gebruikelijk is bij sociaalwetenschappelijke opleidingen. Desalniettemin vindt zij dat deze zwaarder kan en moet zijn. Zij heeft kennisgenomen van de initiatieven die inmiddels in deze richting worden ondernomen. QANU / Liberal arts & sciences en brede bachelors, Universiteit van Amsterdam 21

22 Ten slotte: de opleiding gaat een volgende fase in, waarin zij tot een volwaardige interdisciplinaire brede bacheloropleiding in de sociale wetenschappen kan uitgroeien. Zoals hierboven reeds is aangegeven, zullen hierbij leadership en breder ownership vanuit relevante onderdelen van de UvA een belangrijke rol spelen. Een sterk betrokken gezaghebbend hoogleraar en een Adviesraad met vertegenwoordiging vanuit die onderdelen van de UvA zouden daar een goede vorm en invulling aan kunnen geven. 22 QANU / Liberal arts & sciences en brede bachelors, Universiteit van Amsterdam

23 DEEL II: OPLEIDINGSRAPPORT QANU / Liberal arts & sciences en brede bachelors, Universiteit van Amsterdam 23

24 24 QANU / Liberal arts & sciences en brede bachelors, Universiteit van Amsterdam

25 1. De bacheloropleiding Gedrag en samenleving aan de UvA Administratieve gegevens Bacheloropleiding Gedrag en samenleving: Naam opleiding Gedrag en samenleving CROHO-nummer Niveau bachelor Oriëntatie wo Studielast 180 EC Graad bachelor (BSc) Variant(en) voltijd Locatie(s) Almere Einddatum accreditatie 31 december 2007 Het bezoek van de commissie aan de Faculteit der Maatschappij- en Gedragswetenschappen van de UvA vond plaats op 21 november Een aanvullend visitatiebezoek vond plaats op 16 april Structuur en organisatie van de faculteit De bacheloropleiding Gedrag en samenleving wordt verzorgd door het Onderwijsinstituut Pedagogische en Onderwijskundige Wetenschappen (POW), voorheen de Amsterdamse School voor Pedagogiek en Onderwijskunde. Dit instituut maakt deel uit van de Faculteit der Maatschappij- en Gedragswetenschappen van de UvA. De disciplinegebieden binnen de faculteit zijn georganiseerd in afdelingen en onderwijs- en onderzoekinstituten. De onderwijsinstituten omvatten tien bacheloropleidingen en ruim twintig masterprogramma s. Het onderwijs in de opleiding wordt verzorgd door wetenschappelijk personeel van alle facultaire afdelingen. De zelfstudie bevat een overzicht van de afdelingen en de onderwijs- en onderzoekinstituten van de faculteit Invoering bachelor-masterstructuur en afbouw ongedeelde opleidingen: stand van zaken De bacheloropleiding Gedrag en samenleving is op 1 september 2003 van start gegaan. Zij verkeert nog in de opbouwfase. In 2006 heeft de opleiding de eerste afgestudeerden afgeleverd. De opleiding is niet voortgekomen uit een ongedeelde opleiding. Het opleidingsconcept is volgens de zelfstudie gebaseerd op een experimentele opleiding: de voormalige propedeuse Gedrag en samenleving die vanaf september 2000 als onderdeel van de opleiding Onderwijskunde van de UvA is verzorgd. Deze propedeuse werd meteen bij haar introductie in het jaar 2000 op instigatie van het College van Bestuur van de UvA gevestigd in Almere. Na het behalen van het propedeusediploma stapten studenten over naar het tweede studiejaar van de ongedeelde opleidingen van de Faculteit der Maatschappij- en Gedragswetenschappen in Amsterdam: Communicatiewetenschap, Culturele antropologie, Pedagogische wetenschappen en onderwijskunde, Planologie, Politicologie, Sociale geografie en Sociolo- QANU / Liberal arts & sciences en brede bachelors, Universiteit van Amsterdam 25

26 gie. Een overstap naar de propedeuse van Psychologie was slechts mogelijk tot halverwege het eerste studiejaar. De brede propedeuse Gedrag en samenleving is voor het laatst aangeboden in het studiejaar ; de tentamens zijn voor het laatst afgenomen in het studiejaar Uit de aan de commissie verstrekte gegevens blijkt niet dat er problemen zijn ten aanzien van de overgang van de propedeuse Gedrag en samenleving naar de nieuwe opleiding Het beoordelingskader Doelstellingen opleiding F1: Domeinspecifieke eisen De eindkwalificaties van de opleiding sluiten aan bij de eisen die door (buitenlandse) vakgenoten en de beroepspraktijk gesteld worden aan een opleiding in het betreffende domein (vakgebied/discipline en/of beroepspraktijk). Beschrijving De opleiding Gedrag en samenleving heeft als basis het brede wetenschapsgebied van de maatschappij- en gedragswetenschappen, en integreert de disciplinaire perspectieven die binnen de Faculteit der Maatschappij- en Gedragswetenschappen van de UvA gestalte krijgen in verschillende disciplinair gerichte bacheloropleidingen en onderzoeksprogramma s. In tegenstelling tot die disciplinaire opleidingen is de bacheloropleiding erop gericht studenten kennis en vaardigheden te laten opdoen met betrekking tot het begrijpen van de complexiteit van maatschappelijke vraagstukken vanuit verschillende perspectieven. De doelstelling van de opleiding is in de zelfstudie als volgt geformuleerd: De bachelor leidt studenten op die na afronding van hun opleiding op grond van hun intellectuele en academische kwaliteiten in staat zijn om: maatschappelijke vraagstukken op sociaalwetenschappelijk niveau zowel interdisciplinair als disciplinair uit te werken en te analyseren; op grond van verworven kennis en inzicht, vaardigheden en attitudes een vervolgtraject op sociaalwetenschappelijk masterniveau binnen en buiten de UvA met succes te doorlopen; een maatschappelijke functie te vervullen waarvoor een sociaalwetenschappelijke opleiding vereist of wenselijk is. De doelstellingen van de opleiding zijn uitgewerkt in eindtermen voor de opleiding. Deze zijn opgenomen in bijlage C. De zelfstudie bevat een vergelijking met verwante brede sociaalwetenschappelijke opleidingen in Nederland en met interdisciplinair georiënteerde opleidingen in het buitenland. De opleiding stelt daarin vast dat in vergelijking met de bacheloropleidingen Algemene sociale wetenschappen (ASW) van de UU en Sociaal-culturele wetenschappen (SCW) van de Vrije Universiteit (VU) hoewel ook deze opleidingen inhoudelijk het domein van de gammawetenschappen bestrijken er belangrijke verschillen bestaan wat betreft inhoud, disciplinaire verdieping en interdisciplinariteit. De zelfstudie bevat hiertoe een korte beschrijving. 26 QANU / Liberal arts & sciences en brede bachelors, Universiteit van Amsterdam

27 De opleiding gaat wat betreft de interdisciplinariteit ook in op de volgende vergelijkbare opleidingen in het buitenland: de bacheloropleidingen Interdisciplinary Studies in Social Science (Michigan State University), Integrierte Studiengang in Gesellschafts- und Kommunikationswissenschaften (Universitaet Luzern) en Social Science Interdisciplinary Studies (San Francisco State University). De zelfstudie bevat daartoe een uitgebreide beschrijving. Deze vergelijking gaat in op zowel de overeenkomsten qua opbouw, onderwijsvisie en doelstellingen als op de verschillen, zoals de geringere aandacht voor methoden en technieken en de verhouding verplicht deel en keuzedeel. De opleiding heeft met deze opleidingen contact opgenomen, in eerste instantie met de bedoeling ervaringen op het gebied van interdisciplinariteit uit te wisselen. Op termijn kunnen deze contacten volgens de opleiding leiden tot uitwisseling van studenten en docenten. De zelfstudie geeft aan dat de opleiding voorbereidt op een vervolgstudie in de sociale wetenschappen en op de beroepsmatige toepassing van de in de opleiding verworven wetenschappelijke kennis over maatschappelijke onderwerpen. Doel is volgens de opleiding niet om één specifiek beroepsprofiel naast dat van sociaalwetenschappelijke junioronderzoeker te ontwikkelen. De huidige eisen vanuit de kennismaatschappij vergen juist een breed beroepsprofiel dat mogelijkheden biedt om flexibel inzetbaar te zijn in diverse functies in zowel publieke en non-profitorganisaties als bedrijven. De zelfstudie geeft aan dat nog niet duidelijk is hoe de arbeidsmarkt op de bachelorafgestudeerden zal reageren. Oordeel De commissie stelt vast dat het een brede bacheloropleiding betreft op het gebied van de sociale wetenschappen. Verder stelt zij vast dat de opleiding de beoogde eindkwalificaties van haar afgestudeerden heeft vergeleken met een beperkt aantal verwante sociaalwetenschappelijke opleidingen in Nederland en zich op het punt van interdisciplinariteit vooral heeft vergeleken met enkele verwante interdisciplinaire opleidingen in de sociale wetenschappen in het buitenland. De opleiding is van oordeel dat zij zich niet alleen door de breedte van de opleiding, maar vooral ook door het interdisciplinaire karakter onderscheidt van verwante Nederlandse opleidingen. In de gesprekken met het opleidingsmanagement, de wetenschappelijke staf en de studenten is door de commissie nadrukkelijk het interdisciplinaire karakter van de opleiding aan de orde gesteld. De commissie is er door deze gesprekken uiteindelijk wel van overtuigd dat de opleiding zich in een interdisciplinaire richting ontwikkelt. De commissie weegt daarbij mee dat de opleiding zoals schriftelijk en mondeling tijdens de gesprekken is toegelicht de interdisciplinariteit meer concreet gestalte wil geven door versterking en aanpassingen in het Integratiepracticum en de Interdisciplinaire werkgroep. Zij acht dit een belangrijke aanpassing en ontwikkeling. Onduidelijk bleef volgens haar echter of deze herijking tot stand zal worden gebracht op basis van een goeddoordachte academische analyse die zich ontwikkelt vanuit een grondslagenperspectief of -debat, of eerder met het oog op de praktische toepassing van sociaalwetenschappelijke vaardigheden, dat wil zeggen vanuit een toepassingsperspectief. De commissie acht het dienstbaar dat een breder gedeelde dan wel een aanvullende visie op dit punt wordt ontwikkeld. De commissie stelt vast dat de uitstroom van het eerste cohort vooral gericht is op een vervolgmaster en niet op de arbeidsmarkt. Wel moet volgens de commissie de mogelijkheid worden opengehouden dat niet alle studenten kiezen voor doorstroom naar een masteropleiding. De relatie van de opleiding met het relevante beroepenveld verdient dan ook nadrukkelijk aandacht. QANU / Liberal arts & sciences en brede bachelors, Universiteit van Amsterdam 27

28 Alles overziend meent de commissie dat er sprake is van uitgewerkte eindtermen die in voldoende mate overeenkomen met het referentiekader van de commissie. Bacheloropleiding Gedrag en samenleving: het oordeel van de commissie is voldoende. F2: Niveau: Bachelor en Master De eindkwalificaties van de opleiding sluiten aan bij algemene, internationaal geaccepteerde beschrijvingen van de kwalificaties van een Bachelor of een Master. Beschrijving De zelfstudie bevat een bijgesteld overzicht van de eindtermen van de opleiding en de aansluiting daarvan bij de beschrijving van de Dublin-descriptoren (zie ook bijlage C). De commissie heeft dit overzicht schematisch samengevat. Dublin-descriptoren Eindtermen van de opleiding Kennis en inzicht 1 t/m 4 Toepassing kennis en inzicht 5 t/m 8 Oordeelsvorming 9 t/m 13 Communicatie 14 t/m 16 Leervaardigheden 17 t/m 20 Oordeel De commissie heeft de door de opleiding geformuleerde eindkwalificaties van de opleiding getoetst aan de beschrijving van de bachelorkwalificaties van de Dublin-descriptoren. Zij concludeert dat de eindtermen van de opleiding zijn te koppelen aan een of meerdere van de beschreven Dublin-descriptoren. Op grond hiervan stelt de commissie vast dat in termen van eindkwalificaties het niveau van de opleiding correspondeert met het niveau van een afgestudeerde bachelor. Bacheloropleiding Gedrag en samenleving: het oordeel van de commissie is voldoende. F3: Oriëntatie WO: De eindkwalificaties van de opleiding sluiten aan bij de volgende beschrijvingen van een Bachelor en een Master in WO: De eindkwalificaties zijn ontleend aan eisen vanuit de wetenschappelijke discipline, de internationale wetenschapsbeoefening en voor daarvoor in aanmerking komende opleidingen de relevante praktijk in het toekomstige beroepenveld. Een WO-bachelor heeft de kwalificaties voor toegang tot tenminste één verdere WO-studie op masterniveau en eventueel voor het betreden van de arbeidsmarkt. Een WO-master heeft de kwalificaties om zelfstandig wetenschappelijk onderzoek te verrichten of multien interdisciplinaire vraagstukken op te lossen in een beroepspraktijk waarvoor een WO-opleiding vereist is of dienstig is. Beschrijving De opleiding geeft in de zelfstudie aan dat de eindtermen voor een belangrijk deel zijn gebaseerd op de eisen vanuit bacheloropleidingen met een vergelijkbare oriëntatie en opleidingen waarmee binnen de UvA wordt samengewerkt. Deze opleidingen sluiten in veel opzichten aan bij de (inter)nationale wetenschapsbeoefening. De zelfstudie verwijst in dit verband naar 28 QANU / Liberal arts & sciences en brede bachelors, Universiteit van Amsterdam

29 de informatie opgenomen onder F1. De nadruk wordt gelegd op de verschillende elementen in de eindtermen waarmee de wetenschappelijke oriëntatie wordt gestaafd: theoretische en onderzoeksmatige behandeling van interdisciplinaire thema s, kritisch omgaan met theorieën en onderzoeksresultaten, interdisciplinaire aanpak van onderwerpen, problemen en vragen, en heldere communicatie daarover, het leren ontwikkelen van een open en kritische houding tegenover de eigen denkbeelden en praktijken en de bereidheid deze zo nodig te herzien, en het leren ontwikkelen van een kritisch besef van de ethische consequenties van wetenschappelijke analysen van maatschappelijke vraagstukken. Verder geeft de opleiding aan dat de studenten zich voor een aansluitmaster kwalificeren door binnen de opleiding te kiezen voor een minor die de doorstroom naar de betreffende master waarborgt. De zelfstudie bevat een overzicht van minor-mastercombinaties. Verder kunnen studenten in overleg met de studieadviseur hun studieprogramma zo samenstellen dat dit hen voorbereidt op de gewenste, andere masters. Oordeel De commissie is van oordeel dat uit de doelstelling en de eindtermen voldoende blijkt zie ook F1 en F2 dat het gaat om een wetenschappelijke opleiding. De commissie baseert haar oordeel op de eindtermen en op de wijze waarop de academische vorming en vaardigheden in de opleiding zijn vormgeven. De in de zelfstudie gemaakte vergelijking met verwante wetenschappelijke opleidingen in het buitenland geeft enerzijds aan dat er belangrijke verschillen zijn wat betreft de vormgeving van het interdisciplinaire karakter en toont anderzijds aan dat de opleidingen herkenbare problemen en kenmerken gemeenschappelijk hebben. In de vergelijking komt naar het oordeel van de commissie helder tot uiting dat de opleiding zich met de door haar beoogde eindtermen spiegelt aan buitenlandse opleidingen waarin interdisciplinariteit vooral programmatisch is vormgegeven. Verder is de commissie van oordeel daarbij moet zij zich baseren op de evaluatie van het eerste cohort afgestudeerden (eerste semester ) dat de doorstroom naar één masteropleiding voldoende is gegarandeerd. Zij stelt vast dat de betreffende studenten de aansluiting met de vervolgmaster over het algemeen als adequaat beoordeelden. Wel merkt de commissie hierbij op dat de opleiding zich vooral richt op vervolgmasteropleidingen binnen de UvA. Uit nadere informatie blijkt inmiddels dat een aantal studenten die aan het eind van het studiejaar naar verwachting de opleiding gaan afronden toelating hebben verzocht aan een andere universiteit dan de UvA. Bacheloropleiding Gedrag en samenleving: het oordeel van de commissie is voldoende. Oordeel over het onderwerp Doelstellingen opleiding Op basis van de beoordelingen per facet komt de commissie tot een samenvattend oordeel over het onderwerp Doelstellingen opleiding. Voor de bacheloropleiding luidt dat oordeel voldoende Programma Beschrijving van het programma Het programma Gedrag en samenleving heeft volgens de zelfstudie twee opvallende kenmerken: interdisciplinariteit en diepgang. Het eerste aspect komt naar voren in de breedte van het QANU / Liberal arts & sciences en brede bachelors, Universiteit van Amsterdam 29

30 programma dat een afspiegeling is van vrijwel de volledige breedte die de Faculteit der Maatschappij- en Gedragswetenschappen te bieden heeft. Dit in combinatie met een aantal onderwijsonderdelen die specifiek de interdisciplinariteit aan de orde stellen. De diepgang wordt bereikt door de individuele specialisatie van studenten in een domein en een minor. De programmering van het onderwijs is zo geregeld dat in het eerste jaar alle studenten hetzelfde programma volgen; een uitzondering hierop is alleen de keuzeruimte van 10 EC die ze in het tweede semester individueel kunnen invullen. In het tweede en derde jaar volgen de studenten gezamenlijk in totaal 40 EC aan onderwijs bij Gedrag en samenleving. Om de studie in deze fase de vereiste verdieping te geven en tegelijkertijd interdisciplinariteit mogelijk te maken, kiezen ze in overleg met de tutoren en de studieadviseur een van de volgende vijf maatschappelijke probleemvelden ofwel domeinen die als voorgegeven studietraject zijn vastgesteld door de examencommissie: grootstedelijke problematiek; jeugd; arbeid en organisatie; politiek, beleid en de macht van de expertise; zorg en gezondheid. Een domein is voor 30 EC opgebouwd uit vakken afkomstig uit minimaal twee sociaalwetenschappelijke disciplines. De zelfstudie bevat een overzicht van de domeinen met de relevante disciplinaire invalshoeken. Naast een domein kiezen alle studenten binnen hun bacheloropleiding ook een minor van 30 EC. De minoren leiden tot verdieping in één discipline. De zelfstudie bevat een overzicht van de minoren die gekozen kunnen worden en van de aansluitmaster waartoe zij toegang geven. Hieruit blijkt dat afgestudeerde bachelorstudenten Gedrag en samenleving zijn gekwalificeerd voor een toenemend aantal brede, thematische en/of multidisciplinaire masteropleidingen, zowel binnen de UvA als bij andere universiteiten. De minoren die de studenten volgen om zich te kwalificeren voor een facultaire aansluitmaster vallen qua samenstelling, invulling en organisatie onder de verantwoordelijkheid van de betreffende onderwijsinstituten. Vanaf het eerste jaar bevat het onderwijsprogramma een onderzoekslijn. Deze loopt door tot en met het derde studiejaar. Deze onderzoekslijn omvat de modulen Methoden en technieken A en B, het sociaal-wetenschappelijk practicum, het integratiepracticum, het afstudeerpracticum en het afstudeerproject. Met name de practica en de Methoden en technieken -vakken in het eerste en tweede jaar zijn specifiek gericht op het ontwikkelen van onderzoeksvaardigheden. Het bachelorprogramma wordt afgesloten met een individueel bachelorproject bestaande uit een literatuurscriptie (20 EC) of eventueel een stage. Het zwaartepunt ligt op literatuur en theorievorming. Het onderwerp van het project moet recht doen aan het interdisciplinaire karakter van de opleiding. De onderzoekslijn in het programma omvat in totaal 65 EC. Naast het vastgelegde programma hebben studenten de mogelijkheid om zogenaamd honoursonderwijs te volgen. Op advies van hun tutor na het eerste semester van het propedeusejaar hebben sinds de start van de opleiding inmiddels zes studenten een of meer honoursmodulen gevolgd bij het Instituut voor Interdisciplinaire Studies van de UvA. Sinds het studiejaar is binnen de UvA als instelling ook de mogelijkheid gecreëerd 30 QANU / Liberal arts & sciences en brede bachelors, Universiteit van Amsterdam

31 een honoursprogramma met een omvang van 30 EC te volgen. Dit programma bestaat in het algemeen uit het volgen van extra vakken (ten minste 15%) en het schrijven van een honoursscriptie, naast het reguliere programma. Voorwaarde is dat de eigen opleiding is afgerond met een zeven gemiddeld en dat deze is afgerond binnen de nominale studietijd van drie jaar. Een nadere invulling van het honoursprogramma Gedrag en samenleving is voor het eerst vastgelegd in de Onderwijs- en Examenregeling Het programma van de opleiding en een overzicht van de domeinen zijn opgenomen in bijlage D van dit rapport. F4: Eisen WO Het programma sluit aan bij de volgende criteria voor het programma van een WO-opleiding: Kennisontwikkeling door studenten vindt plaats in interactie tussen het onderwijs en het wetenschappelijk onderzoek binnen relevante disciplines. Het programma sluit aan bij ontwikkelingen in de relevante wetenschappelijke discipline(s) door aantoonbare verbanden met actuele wetenschappelijke theorieën. Het programma waarborgt de ontwikkeling van vaardigheden op het gebied van wetenschappelijk onderzoek. Bij daarvoor in aanmerking komende opleidingen heeft het programma aantoonbare verbanden met de actuele praktijk van de relevante beroepen. Beschrijving De zelfstudie legt ten aanzien van het wetenschappelijke karakter van de opleiding de nadruk op: de onderzoekslijn (65 EC) in het programma, waarin de student vaardigheden leert en oefent die nodig zijn bij het verrichten en het beoordelen van sociaalwetenschappelijk onderzoek; de aandacht voor de integratie van onderwijs, maatschappelijke praktijk en wetenschappelijk onderzoek binnen de integratie- en afstudeerpractica, de buurtopdrachten en leeronderzoeken, en de zogenoemde Integratiedag, waarbij de nadruk ligt op het integreren van kennis en vaardigheden; de versterking van de leerlijn en didactiek van het interdisciplinaire werken (de interdisciplinaire programmalijn) door middel van Deep Learning-inzichten en -strategieën. Deze versterking komt vooral tot uitdrukking in de verzwaring van het Integratiepracticum en inhoudelijke aanpassingen van de Interdisciplinaire werkgroep. De opleiding heeft de commissie over deze aanpassingen in een afzonderlijke notitie geïnformeerd (zie ook F18). het zelfstandig uitvoeren van een bachelorscriptie i.c. een literatuurscriptie. Hierin moeten studenten aantonen in staat te zijn om vanuit meer dan één discipline een zelfstandig geformuleerde probleemvraag te beantwoorden. De modules worden verzorgd door docenten die afkomstig zijn van verschillende afdelingen binnen de Faculteit der Maatschappij- en Gedragswetenschappen. De opleiding beschikt over een beperkte eigen wetenschappelijke staf. De opleiding merkt in de zelfstudie op dat door het interdisciplinaire karakter en de wijze waarop docenten worden ingezet er geen een-op-een relatie is met een onderzoeksprogramma. De meeste externe docenten maken deel uit van het onderzoeksinstituut van het betreffende disciplinegebied. Hierdoor is er sprake van een onderwijsaanbod mede gebaseerd op een groot aantal onderzoekprogramma s en expertisegebieden. De vaste eigen staf participeert in verschillende onderzoeksnetwerken, zoals de Amsterdam QANU / Liberal arts & sciences en brede bachelors, Universiteit van Amsterdam 31

Opleidingsspecifieke deel OER, Opleiding / programma: BA Liberal Arts and Sciences

Opleidingsspecifieke deel OER, Opleiding / programma: BA Liberal Arts and Sciences Opleidingsspecifieke deel OER, 2017-2018 Opleiding / programma: Artikel Tekst 2.3 Colloquium doctum Het toelatingsonderzoek, bedoeld in art. 7.29 van de wet, heeft betrekking op de volgende vakken op het

Nadere informatie

Opleiding / programma: BA Liberal Arts and Sciences. Artikel Tekst 2.3 Colloquium doctum

Opleiding / programma: BA Liberal Arts and Sciences. Artikel Tekst 2.3 Colloquium doctum Opleidingsspecifieke deel OER, 2018-2019 Opleiding / programma: Artikel Tekst 2.3 Colloquium doctum Het toelatingsonderzoek, bedoeld in art. 7.29 van de wet, heeft betrekking op de volgende vakken op het

Nadere informatie

Mei 2007. Liberal arts & sciences Faculteit Geesteswetenschappen Universiteit Utrecht

Mei 2007. Liberal arts & sciences Faculteit Geesteswetenschappen Universiteit Utrecht Mei 2007 Liberal arts & sciences Faculteit Geesteswetenschappen Universiteit Utrecht Uitgave: Quality Assurance Netherlands Universities (QANU) Catharijnesingel 56 Postbus 8035 3503 RA Utrecht Telefoon:

Nadere informatie

Mei 2007. Liberal arts & sciences Bacheloropleiding Bèta-gamma Instituut voor Interdisciplinaire Studies Universiteit van Amsterdam

Mei 2007. Liberal arts & sciences Bacheloropleiding Bèta-gamma Instituut voor Interdisciplinaire Studies Universiteit van Amsterdam Mei 2007 Liberal arts & sciences Bacheloropleiding Bèta-gamma Instituut voor Interdisciplinaire Studies Universiteit van Amsterdam Uitgave: Quality Assurance Netherlands Universities (QANU) Catharijnesingel

Nadere informatie

Toetsplan Masteropleiding Midden-Oosten Studies

Toetsplan Masteropleiding Midden-Oosten Studies Toetsplan Masteropleiding Studies 2017-2018 JAAR 1 semester 1 Blok 1 Blok 2 vaktitel vakcode week 1-7 colleges week 8/9/10 (her)toetsing week 11-17 colleges week 18/19/20 (her)toetsing Conflicten in het

Nadere informatie

Curriculumevaluatie BA Wijsbegeerte

Curriculumevaluatie BA Wijsbegeerte Curriculumevaluatie BA Wijsbegeerte Beste student, U heeft onlangs alle onderdelen van uw bacheloropleiding Wijsbegeerte afgerond en kunt nu het BA-diploma aanvragen. Het bestuur van het Instituut voor

Nadere informatie

Curriculumevaluatie BA Filosofie

Curriculumevaluatie BA Filosofie Curriculumevaluatie BA Filosofie Beste student, U heeft onlangs het laatste onderdeel van uw bacheloropleiding Filosofie afgerond en staat op het punt het bachelorexamen aan te vragen. Om de kwaliteit

Nadere informatie

Midden-Oostenstudies CROHO 60842

Midden-Oostenstudies CROHO 60842 Faculteit der Letteren Onderwijs- en Examenregeling (OER) Deel B: Masteropleiding Midden-Oostenstudies CROHO 60842 Programma Midden-Oostenstudies voor het studiejaar 2016-2017 Inhoud: 1. Algemene bepalingen

Nadere informatie

DEEL B VAN DE ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING VAN DE BACHELOROPLEIDING ROEMEENSE TAAL EN CULTUUR

DEEL B VAN DE ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING VAN DE BACHELOROPLEIDING ROEMEENSE TAAL EN CULTUUR DEEL B VAN DE ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING VAN DE BACHELOROPLEIDING ROEMEENSE TAAL EN CULTUUR 2015-2016 Deel B: opleidingsspecifiek deel 1. Algemene bepalingen Artikel 1.1 Begripsbepalingen Artikel 1.2

Nadere informatie

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING. Faculteit der Filosofie, Theologie en Religiewetenschappen

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING. Faculteit der Filosofie, Theologie en Religiewetenschappen ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING 2016-2017 Faculteit der Filosofie, Theologie en Religiewetenschappen Master Filosofie (120 EC) Deze onderwijs- en examenregeling (OER-FFTR) treedt in werking op 1 september

Nadere informatie

Onderwijs- en examenregeling geldig vanaf 1 September 2010

Onderwijs- en examenregeling geldig vanaf 1 September 2010 Onderwijs- en examenregeling geldig vanaf 1 September 2010 Opleidingsspecifiek deel Masteropleiding: Italiaanse taal en cultuur Deze Onderwijs- en examenregeling is opgesteld overeenkomstig artikel 7.13

Nadere informatie

Bijlage V. Bij het advies van de Commissie NLQF EQF. Tabel vergelijking NLQF-niveaus 5 t/m 8 en Dublin descriptoren.

Bijlage V. Bij het advies van de Commissie NLQF EQF. Tabel vergelijking NLQF-niveaus 5 t/m 8 en Dublin descriptoren. Bijlage V Bij het advies van de Commissie NLQF EQF Tabel vergelijking NLQF-niveaus 5 t/m 8 en. Tabel ter vergelijking NLQF niveaus 5 t/m 8 en Dublindescriptoren NLQF Niveau 5 Context Een onbekende, wisselende

Nadere informatie

Neerlandistiek CROHO 60849

Neerlandistiek CROHO 60849 Faculteit der Letteren Onderwijs- en Eamenregeling (OER) Deel B: Masteropleiding CROHO 60849 voor het studiejaar 2017-2018 Inhoud: 1. Algemene bepalingen 2. Toelating 3. Inhoud en inrichting van de opleiding

Nadere informatie

Handreiking bij het beoordelingskader voor het bijzonder kenmerk Kleinschalig en intensief onderwijs

Handreiking bij het beoordelingskader voor het bijzonder kenmerk Kleinschalig en intensief onderwijs Handreiking bij het beoordelingskader voor het bijzonder kenmerk Kleinschalig en intensief onderwijs 12 november 2012 Inhoudsopgave 1 Inleiding 3 2 Handreiking voor specifieke invulling van de standaarden

Nadere informatie

Bijlage V. Bij het advies van de Commissie NLQF EQF. Tabel vergelijking NLQF-niveaus 5 t/m 8 en Dublin descriptoren.

Bijlage V. Bij het advies van de Commissie NLQF EQF. Tabel vergelijking NLQF-niveaus 5 t/m 8 en Dublin descriptoren. Bijlage V Bij het advies van de Commissie NLQF EQF Tabel vergelijking NLQF-niveaus 5 t/m 8 en. Tabel ter vergelijking NLQF niveaus 5 t/m 8 en Dublindescriptoren NLQF Niveau 5 Context Een onbekende, wisselende

Nadere informatie

Concept Beoordelingskader voor het bijzondere kenmerk residentieel onderwijs

Concept Beoordelingskader voor het bijzondere kenmerk residentieel onderwijs Concept Beoordelingskader voor het bijzondere kenmerk residentieel onderwijs 2 december 2008 Inhoud 1 Inleiding 3 2 Beoordelingskader 4 pagina 2 1 Inleiding Dit beoordelingskader bevat een aantal facetten

Nadere informatie

Onderwijs- en examenregeling

Onderwijs- en examenregeling Onderwijs- en examenregeling geldig vanaf 1 september 2017 Opleidingsspecifiek deel: Bacheloropleiding: Russische studies Deze onderwijs- en examenregeling is gebaseerd op de Wet op het hoger onderwijs

Nadere informatie

Politicologie Faculteit der Sociale Wetenschappen. Universiteit Leiden

Politicologie Faculteit der Sociale Wetenschappen. Universiteit Leiden Politicologie Faculteit der Sociale Wetenschappen Universiteit Leiden April 2010 Uitgave: Quality Assurance Netherlands Universities (QANU) Catharijnesingel 56 Postbus 8035 3503 RA Utrecht Telefoon: 030

Nadere informatie

DEEL B van de onderwijs- en examenregeling voor de bacheloropleiding Algemene cultuurwetenschappen, 2014-2015

DEEL B van de onderwijs- en examenregeling voor de bacheloropleiding Algemene cultuurwetenschappen, 2014-2015 DEEL B van de onderwijs- en examenregeling voor de bacheloropleiding Algemene cultuurwetenschappen, 2014-2015 1 Algemene bepalingen Artikel 1.1 Toepasselijkheid van de regeling Deze regeling bestaat uit

Nadere informatie

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING. Faculteit der Filosofie, Theologie en Religiewetenschappen. Bachelor Religiewetenschappen

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING. Faculteit der Filosofie, Theologie en Religiewetenschappen. Bachelor Religiewetenschappen ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING 2015-2016 Faculteit der Filosofie, Theologie en Religiewetenschappen Deel 2 (Opleidingsspecifiek deel) Bachelor Religiewetenschappen Deze onderwijs- en examenregeling (OER-FFTR)

Nadere informatie

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING. Faculteit der Filosofie, Theologie en Religiewetenschappen

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING. Faculteit der Filosofie, Theologie en Religiewetenschappen ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING 2016-2017 Faculteit der Filosofie, Theologie en Religiewetenschappen Master Filosofie () Deze onderwijs- en examenregeling (OER-FFTR) treedt in werking op 1 september 2016.

Nadere informatie

Universiteit van Amsterdam FACULTEIT DER NATUURWETENSCHAPPEN, WISKUNDE EN INFORMATICA

Universiteit van Amsterdam FACULTEIT DER NATUURWETENSCHAPPEN, WISKUNDE EN INFORMATICA Universiteit van Amsterdam FACULTEIT DER NATUURWETENSCHAPPEN, WISKUNDE EN INFORMATICA ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING Voor de Bacheloropleidingen Bio-exact Natuurkunde en Sterrenkunde, Scheikunde, Wiskunde

Nadere informatie

Universiteit van Amsterdam wo-bachelor Biologie (180 EC) 23 maart 2016 Bachelor of Science voltijd Amsterdam

Universiteit van Amsterdam wo-bachelor Biologie (180 EC) 23 maart 2016 Bachelor of Science voltijd Amsterdam ,nvao w nederlands-vlaamse accreditatieorganisatie Besluit Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding wo-bachelor Biologie van de Universiteit van Amsterdam datum 29 juli 2016

Nadere informatie

Faculteit der Geesteswetenschappen Cluster Filosofie. Bachelor scriptiereglement voor de opleiding: Wijsbegeerte

Faculteit der Geesteswetenschappen Cluster Filosofie. Bachelor scriptiereglement voor de opleiding: Wijsbegeerte Faculteit der Geesteswetenschappen Cluster Filosofie Bachelor scriptiereglement voor de opleiding: Wijsbegeerte Vastgesteld door de Examencommissie CoH, clustercommissie Filosofie op 1-2-2019 Scriptiereglement

Nadere informatie

10 Masteropleiding Filosofie & Maatschappij

10 Masteropleiding Filosofie & Maatschappij 10 Masteropleiding Filosofie & Maatschappij 10.1 Inleiding Dit hoofdstuk bevat gedetailleerde informatie over de doelstellingen, eindkwalificaties en opbouw van de Masteropleiding Filosofie & Maatschappij.

Nadere informatie

gezien: het begeleidend memo nieuwe regeling VU-UvA Honoursoverleg d.d. 1 november 2018; de Regeling VU-UvA Honoursprogramma oktober 2018;

gezien: het begeleidend memo nieuwe regeling VU-UvA Honoursoverleg d.d. 1 november 2018; de Regeling VU-UvA Honoursprogramma oktober 2018; Besluit Datum 27 november 2018 Kenmerk 2018-079129 Onderwerp VU-UvA Honoursregeling HET COLLEGE VAN BESTUUR VAN DE UNIVERSITEIT VAN AMSTERDAM; gezien: het begeleidend memo nieuwe regeling VU-UvA Honoursoverleg

Nadere informatie

DEEL B van de onderwijs- en examenregeling voor de bacheloropleiding Spaanse taal en cultuur, 2014-2015

DEEL B van de onderwijs- en examenregeling voor de bacheloropleiding Spaanse taal en cultuur, 2014-2015 DEEL B van de onderwijs- en examenregeling voor de bacheloropleiding Spaanse taal en cultuur, 2014-2015 1 Algemene bepalingen Artikel 1.1 Toepasselijkheid van de regeling Deze regeling bestaat uit deel

Nadere informatie

Toelichting beoordelingskader bij beoordeling postinitiële wo-master opleidingen in Nederland

Toelichting beoordelingskader bij beoordeling postinitiële wo-master opleidingen in Nederland Toelichting beoordelingskader bij beoordeling postinitiële wo-master opleidingen in Nederland Het is aan het beoordelingspanel om te bepalen of deze toelichting relevant is bij de beoordeling van de onderhavige

Nadere informatie

Onderwijs- en examenregeling

Onderwijs- en examenregeling Onderwijs- en examenregeling geldig vanaf 1 september 2011 Opleidingsspecifiek deel: Bacheloropleiding: Geschiedenis Deze Onderwijs- en examenregeling is opgesteld overeenkomstig artikel 7.13 van de Wet

Nadere informatie

Onderwijs- en examenregeling

Onderwijs- en examenregeling Onderwijs- en examenregeling geldig vanaf 1 september 2010 Opleidingsspecifiek deel: Bacheloropleiding: Slavische talen en culturen Deze Onderwijs- en examenregeling is opgesteld overeenkomstig artikel

Nadere informatie

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding wo-bachelor Psychobiologie van de Universiteit van Amsterdam

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding wo-bachelor Psychobiologie van de Universiteit van Amsterdam }nvao r n e d e rlcw d s- vlaam se a ccre d ita tie o rg a n is a tie les Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding wo-bachelor Psychobiologie van de Universiteit van Amsterdam

Nadere informatie

Richtlijn beoordeling postinitiële wo-master opleidingen in Nederland Positionering van de opleidingen De vergelijking met Vlaanderen

Richtlijn beoordeling postinitiële wo-master opleidingen in Nederland Positionering van de opleidingen De vergelijking met Vlaanderen Richtlijn beoordeling postinitiële wo-master opleidingen in Nederland Het is aan het beoordelingspanel om te bepalen of deze toelichting relevant is bij de beoordeling van de onderhavige opleiding. Positionering

Nadere informatie

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING. Faculteit der Filosofie, Theologie en Religiewetenschappen. Deel 2 (Opleidingsspecifiek deel): Bachelor Wijsbegeerte

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING. Faculteit der Filosofie, Theologie en Religiewetenschappen. Deel 2 (Opleidingsspecifiek deel): Bachelor Wijsbegeerte ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING 2015-2016 Faculteit der Filosofie, Theologie en Religiewetenschappen Deel 2 (Opleidingsspecifiek deel): Bachelor Wijsbegeerte Deze onderwijs- en examenregeling (OER-FFTR) treedt

Nadere informatie

Onderwijs- en examenregeling

Onderwijs- en examenregeling Onderwijs- en examenregeling geldig vanaf 1 september 2011 Opleidingsspecifiek deel: Bacheloropleiding: Godgeleerdheid Deze Onderwijs- en examenregeling is opgesteld overeenkomstig artikel 7.13 van de

Nadere informatie

Onderwijs- en examenregeling

Onderwijs- en examenregeling Onderwijs- en examenregeling geldig vanaf 1 september 2011 Opleidingsspecifiek deel: Bacheloropleiding: Islamitische Theologie Deze Onderwijs- en examenregeling is opgesteld overeenkomstig artikel 7.13

Nadere informatie

vastgesteld door de faculteitsdirectie op 19 maart instemming van de facultaire medezeggenschapsraad op 5 april 2012.

vastgesteld door de faculteitsdirectie op 19 maart instemming van de facultaire medezeggenschapsraad op 5 april 2012. III FACULTEIT Maatschappij en Recht vastgesteld door de faculteitsdirectie op 19 maart 2012. instemming van de facultaire medezeggenschapsraad op 5 april 2012. A. Hieronder is voor zover van toepassing

Nadere informatie

Aanvraagformulier nieuwe opleiding. Basisgegevens. Contactpersoon/contactpersonen Postbus GG Amsterdam

Aanvraagformulier nieuwe opleiding. Basisgegevens. Contactpersoon/contactpersonen Postbus GG Amsterdam Aanvraagformulier nieuwe opleiding Basisgegevens Naam instelling(en) Contactpersoon/contactpersonen Universiteit van Amsterdam Postbus 19268 1000 GG Amsterdam Contactgegevens Naam opleiding Internationale

Nadere informatie

Onderwijs- en examenregeling

Onderwijs- en examenregeling Onderwijs- en examenregeling geldig vanaf 1 september 2011 Opleidingsspecifiek deel: Bacheloropleiding: Russische Studies Deze Onderwijs- en examenregeling is opgesteld overeenkomstig artikel 7.13 van

Nadere informatie

Deze versie treedt in werking op 1 september 2013 en vervangt alle voorgaande versies.

Deze versie treedt in werking op 1 september 2013 en vervangt alle voorgaande versies. III FACULTEIT Maatschappij & Recht vastgesteld door de faculteitsdirectie op 26-02-2013 instemming van de facultaire medezeggenschapsraad op. 2013. Deze versie treedt in werking op 1 september 2013 en

Nadere informatie

DEEL B van de onderwijs- en examenregeling voor de bacheloropleiding Duitse taal en cultuur, 2014-2015

DEEL B van de onderwijs- en examenregeling voor de bacheloropleiding Duitse taal en cultuur, 2014-2015 DEEL B van de onderwijs- en examenregeling voor de bacheloropleiding e taal en cultuur, 2014-2015 1 - Algemene bepalingen Artikel 1.1 Toepasselijkheid van de regeling Deze regeling bestaat uit deel A en

Nadere informatie

Bijlage Onderwijs- en Examenregeling (OER) Master Programma van Pedagogische Wetenschappen. Faculteit der Gedrags- en Maatschappijwetenschappen

Bijlage Onderwijs- en Examenregeling (OER) Master Programma van Pedagogische Wetenschappen. Faculteit der Gedrags- en Maatschappijwetenschappen Bijlage Onderwijs- en Examenregeling (OER) Master Programma van Pedagogische Wetenschappen Faculteit der Gedrags- en Maatschappijwetenschappen 2016-2017 Paragraaf 1 Algemene bepalingen Artikel 1.1 Doel

Nadere informatie

Deel B van de onderwijs- en examenregeling voor de duale masteropleiding Communicatie- en informatiewetenschappen, 90 EC, 2014-2015

Deel B van de onderwijs- en examenregeling voor de duale masteropleiding Communicatie- en informatiewetenschappen, 90 EC, 2014-2015 Deel B van de onderwijs- en examenregeling voor de duale masteropleiding Communicatie- en informatiewetenschappen, 90 EC, 2014-2015 1 Algemene bepalingen Artikel 1.1 Toepasselijkheid van de regeling Deze

Nadere informatie

Onderwijs- en examenregeling geldig vanaf 1 September 2010

Onderwijs- en examenregeling geldig vanaf 1 September 2010 Onderwijs- en examenregeling geldig vanaf 1 September 2010 Opleidingsspecifiek deel Masteropleiding: Nederlandkunde/ Dutch Studies Deze Onderwijs- en examenregeling is opgesteld overeenkomstig artikel

Nadere informatie

Juridische kennis en professionele vaardigheden

Juridische kennis en professionele vaardigheden Eindtermen Bachelor Rechtsgeleerdheid master rechtsgeleerdheid De bachelor heeft kennis van en inzicht in het geldende recht alsmede recht met elkaar verbonden zijn. De bachelor is in staat om vanuit het

Nadere informatie

Onderwijs- en examenregeling

Onderwijs- en examenregeling Onderwijs- en examenregeling geldig vanaf 1 september 2016 Opleidingsspecifiek deel: Bacheloropleiding: Engelse taal en cultuur Deze Onderwijs- en examenregeling is opgesteld overeenkomstig artikel 7.13

Nadere informatie

Politicologie Faculteit der Maatschappijen Gedragswetenschappen. Universiteit van Amsterdam

Politicologie Faculteit der Maatschappijen Gedragswetenschappen. Universiteit van Amsterdam Politicologie Faculteit der Maatschappijen Gedragswetenschappen Universiteit van Amsterdam Februari 2010 Uitgave: Quality Assurance Netherlands Universities (QANU) Catharijnesingel 56 Postbus 8035 3503

Nadere informatie

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING studiejaar 2013-2014 Deel B BACHELOROPLEIDING BÈTA-GAMMA

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING studiejaar 2013-2014 Deel B BACHELOROPLEIDING BÈTA-GAMMA UNIVERSITEIT VAN AMSTERDAM FACULTEIT DER NATUURWETENSCHAPPEN, WISKUNDE EN INFORMATICA Instituut voor Interdisciplinaire Studies ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING studiejaar 2013-2014 Deel B BACHELOROPLEIDING

Nadere informatie

B. OPLEIDINGSSPECIFIEK DEEL VAN DE ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING FACULTEIT DER GEESTESWETENSCHAPPEN

B. OPLEIDINGSSPECIFIEK DEEL VAN DE ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING FACULTEIT DER GEESTESWETENSCHAPPEN B. OPLEIDINGSSPECIFIEK DEEL VAN DE ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING VAN DE MASTEROPLEIDING FILOSOFIE 120 EC (WIJSBEGEERTE VAN EEN BEPAALD WETENSCHAPSGEBIED) FACULTEIT DER GEESTESWETENSCHAPPEN 2016-2017 Deel

Nadere informatie

Onderwijs- en Examenregeling (OER) Masterprogramma van Onderwijskunde. Faculteit der Gedrags- en Maatschappijwetenschappen

Onderwijs- en Examenregeling (OER) Masterprogramma van Onderwijskunde. Faculteit der Gedrags- en Maatschappijwetenschappen Onderwijs- en Examenregeling (OER) Masterprogramma van Onderwijskunde Faculteit der Gedrags- en Maatschappijwetenschappen 2018-2019 Bijlage: het programma Paragraaf 1 Algemene bepalingen Artikel 1.1 Doel

Nadere informatie

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING. Faculteit der Filosofie, Theologie en Religiewetenschappen. Deel 2 (Opleidingsspecifiek deel)

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING. Faculteit der Filosofie, Theologie en Religiewetenschappen. Deel 2 (Opleidingsspecifiek deel) ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING 2016-2017 Faculteit der Filosofie, Theologie en Religiewetenschappen Deel 2 (Opleidingsspecifiek deel) Bachelor Religiewetenschappen Deze onderwijs- en examenregeling (OER-FFTR)

Nadere informatie

Onderwijs- en examenregeling

Onderwijs- en examenregeling Onderwijs- en examenregeling geldig vanaf 1 september 2017 Opleidingsspecifiek deel: Bacheloropleiding: Chinastudies Deze onderwijs- en examenregeling is gebaseerd op de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk

Nadere informatie

Onderwijs- en examenregeling

Onderwijs- en examenregeling Onderwijs- en examenregeling geldig vanaf 1 september 2011 Opleidingsspecifiek deel: Bacheloropleiding: Griekse en Latijnse taal en cultuur Deze Onderwijs- en examenregeling is opgesteld overeenkomstig

Nadere informatie

Onderwijs- en examenregeling

Onderwijs- en examenregeling Onderwijs- en examenregeling geldig vanaf 1 september 2016 Opleidingsspecifiek deel: Masteropleiding: Neerlandistiek Deze Onderwijs- en examenregeling is opgesteld overeenkomstig artikel 7.13 van de Wet

Nadere informatie

Onderwijs- en examenregeling

Onderwijs- en examenregeling Onderwijs- en examenregeling geldig vanaf 1 september 2011 Opleidingsspecifiek deel: Bacheloropleiding: Slavische talen en culturen Deze Onderwijs- en examenregeling is opgesteld overeenkomstig artikel

Nadere informatie

Men komt in aanmerking voor toelating tot het programma Kunstgeschiedenis indien men aantoont te beschikken over de volgende competenties:

Men komt in aanmerking voor toelating tot het programma Kunstgeschiedenis indien men aantoont te beschikken over de volgende competenties: Opleidingsspecifieke deel OER, 2016-2017 De opleiding Kunst- en cultuurwetenschappen Arts and Culture bestaat uit de programma s: Kunstgeschiedenis Gender Studies (see English EER) Arts & Society (voorheen

Nadere informatie

Onderwijs- en examenregeling

Onderwijs- en examenregeling Onderwijs- en examenregeling geldig vanaf 1 september 2016 Opleidingsspecifiek deel: Bacheloropleiding: Taalwetenschap Deze Onderwijs- en examenregeling is opgesteld overeenkomstig artikel 7.13 van de

Nadere informatie

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding wo-bachelor

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding wo-bachelor nvao w n e d e rla n d s- vlaam se a c c re d ita tie o rg a n is a tie ; fluit Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding wo-bachelor Aarde en Economie van de Vrije Universiteit

Nadere informatie

Onderwijs- en examenregeling

Onderwijs- en examenregeling Onderwijs- en examenregeling geldig vanaf 1 september 2017 Opleidingsspecifieke deel: Bacheloropleiding: Kunstgeschiedenis Deze onderwijs- en examenregeling is gebaseerd op de Wet op het hoger onderwijs

Nadere informatie

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding wo-bachelor Biologie van de Vrije Universiteit Amsterdam

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding wo-bachelor Biologie van de Vrije Universiteit Amsterdam nuao w nederlands -vlaam se accreditatieorganisatie Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding wo-bachelor Biologie van de Vrije Universiteit Amsterdam datum 29 juli 2016 Onderwerp

Nadere informatie

Artikel Tekst 2.1 Toelatingseisen opleiding Voor toelating tot de opleiding Mediastudies komt in aanmerking de bezitter van

Artikel Tekst 2.1 Toelatingseisen opleiding Voor toelating tot de opleiding Mediastudies komt in aanmerking de bezitter van Opleidingsspecifieke deel OER, 2016-2017 Opleiding / programma: Mediastudies/ Film- en televisiewetenschap; New Media and Digital Culture (voorheen Nieuwe media en digitale cultuur, see English EER) Artikel

Nadere informatie

De NVAO heeft voor de beoordeling van de aanvraag op 27 oktober 2005 een panel van deskundigen ingesteld. Het panel kende de volgende samenstelling:

De NVAO heeft voor de beoordeling van de aanvraag op 27 oktober 2005 een panel van deskundigen ingesteld. Het panel kende de volgende samenstelling: College van bestuur Universiteit Utrecht Postbus 80125 3508 TC UTRECHT Besluit Besluit strekkende tot positieve beoordeling van een aanvraag Toets nieuwe opleiding wo-master Selective Utrecht Medical Master

Nadere informatie

Handleiding Honours Programma Wiskunde

Handleiding Honours Programma Wiskunde Handleiding Honours Programma Wiskunde Deze handleiding beschrijft inhoud en organisatie van het honours programma (HP) van de bacheloropleiding Wiskunde en Wiskunde en Toepassingen aan de Universiteit

Nadere informatie

2. Selectie van studenten geschiedt op basis van een oordeel over de volgende kerncompetenties van belangstellenden:

2. Selectie van studenten geschiedt op basis van een oordeel over de volgende kerncompetenties van belangstellenden: Opleidingsspecifieke deel OER, 2017-2018 Opleiding / programma: Theologie en Religiewetenschappen Programma: Religie en Samenleving Artikel Tekst 2.1 Toelatingseisen opleiding 1. Voor toelating tot de

Nadere informatie

Wijsbegeerte van een bepaald wetenschapsgebied Faculteit der Wijsbegeerte Vrije Universiteit Amsterdam

Wijsbegeerte van een bepaald wetenschapsgebied Faculteit der Wijsbegeerte Vrije Universiteit Amsterdam Wijsbegeerte van een bepaald wetenschapsgebied Faculteit der Wijsbegeerte Vrije Universiteit Amsterdam Mei 2007 Uitgave: Quality Assurance Netherlands Universities (QANU) Catharijnesingel 56 Postbus 8035

Nadere informatie

6. Het eindniveau van de onderzoeksvaardigheden die via (1), (2) en (3) verworven zijn, komt tot uitdrukking in het bacheloreindwerkstuk.

6. Het eindniveau van de onderzoeksvaardigheden die via (1), (2) en (3) verworven zijn, komt tot uitdrukking in het bacheloreindwerkstuk. Opleidingsspecifieke deel OER, 0-0 BA Keltische talen en cultuur Artikel Tekst. Colloquium doctum Het toelatingsonderzoek, bedoeld in art. 7.9 van de wet, heeft betrekking op maximaal vier van de volgende

Nadere informatie

Onderwijs- en examenregeling geldig vanaf 1 September 2010

Onderwijs- en examenregeling geldig vanaf 1 September 2010 Onderwijs- en examenregeling geldig vanaf 1 September 2010 Opleidingsspecifiek deel Masteropleiding: Talen en culturen van Japan Deze Onderwijs- en examenregeling is opgesteld overeenkomstig artikel 7.13

Nadere informatie

Opleidingsspecifiek deel MA Geschiedenis. toelatingseisen opleiding

Opleidingsspecifiek deel MA Geschiedenis. toelatingseisen opleiding Opleidingsspecifiek deel Art.2.1 toelatingseisen opleiding 1. Toelaatbaar tot de opleiding is de bezitter van een Nederlands of een buitenlands diploma van hoger onderwijs, die aantoont te beschikken over

Nadere informatie

Onderwijs- en examenregeling geldig vanaf 1 september 2011

Onderwijs- en examenregeling geldig vanaf 1 september 2011 Onderwijs- en examenregeling geldig vanaf 1 september 2011 Opleidingsspecifiek deel Masteropleiding: Nederlandkunde/ Dutch Studies Deze Onderwijs- en examenregeling is opgesteld overeenkomstig artikel

Nadere informatie

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding wo-bachelor Fiscale Economie van de Erasmus Universiteit Rotterdam

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding wo-bachelor Fiscale Economie van de Erasmus Universiteit Rotterdam ,wao v nederlands- vlaamse accreditatieorganisatie Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding wo-bachelor Fiscale Economie van de Erasmus Universiteit Rotterdam datum 30 november

Nadere informatie

Bachelorproject (15 EC), BSK. Docent: MSc, Drs. C. Nagtegaal

Bachelorproject (15 EC), BSK. Docent: MSc, Drs. C. Nagtegaal Vakbeschrijvingen derde jaar EBM: In het derde jaar volg je enkele verdiepende vakken, schrijf je de bachelorscriptie en heb je een vrije keuzeruimte. Je kunt deze ruimte invullen met keuzevakken (o.a.

Nadere informatie

FACULTEIT DER NATUURWETENSCHAPPEN, WISKUNDE EN INFORMATICA. ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING Masterschool Life and Earth Sciences studiejaar 2008-2009

FACULTEIT DER NATUURWETENSCHAPPEN, WISKUNDE EN INFORMATICA. ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING Masterschool Life and Earth Sciences studiejaar 2008-2009 UNIVERSITEIT VAN AMSTERDAM FACULTEIT DER NATUURWETENSCHAPPEN, WISKUNDE EN INFORMATICA ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING Masterschool Life and Earth Sciences studiejaar 2008-2009 DE MASTEROPLEIDING BIOMEDICAL

Nadere informatie

Besluit strekkende tot een positieve beoordeling van een aanvraag om accreditatie van de opleiding hbo-bachelor Chemie van de Hogeschool Drenthe

Besluit strekkende tot een positieve beoordeling van een aanvraag om accreditatie van de opleiding hbo-bachelor Chemie van de Hogeschool Drenthe College van Bestuur Hogeschool Drenthe Postbus 2080 7801 CB EMMEN Besluit Besluit strekkende tot een positieve beoordeling van een aanvraag om accreditatie van de opleiding hbo-bachelor Chemie van de Hogeschool

Nadere informatie

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING. Faculteit der Filosofie, Theologie en Religiewetenschappen. Deel 2 (Opleidingsspecifiek deel)

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING. Faculteit der Filosofie, Theologie en Religiewetenschappen. Deel 2 (Opleidingsspecifiek deel) ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING 2016-2017 Faculteit der Filosofie, Theologie en Religiewetenschappen Deel 2 (Opleidingsspecifiek deel) Deze onderwijs- en examenregeling (OER-FFTR) treedt in werking op 1 september

Nadere informatie

Onderwijs- en Examenregeling (OER) Bachelorprogramma Academische Opleiding Leraar Basisonderwijs. Faculteit der Gedrags- en Maatschappijwetenschappen

Onderwijs- en Examenregeling (OER) Bachelorprogramma Academische Opleiding Leraar Basisonderwijs. Faculteit der Gedrags- en Maatschappijwetenschappen Onderwijs- en Examenregeling (OER) Bachelorprogramma Academische Opleiding Leraar Basisonderwijs Faculteit der Gedrags- en Maatschappijwetenschappen 2018-2019 Bijlage: het programma PARAGRAAF 1 - ALGEMENE

Nadere informatie

In aanvulling op bovenstaande voorwaarden gelden de volgende aanvullende toelatingsvoorwaarden per track:

In aanvulling op bovenstaande voorwaarden gelden de volgende aanvullende toelatingsvoorwaarden per track: Opleidingsspecifieke deel OER, 2017-2018 De opleiding Kunst- en cultuurwetenschappen Arts and Culture bestaat uit de programma s: Gender Studies (see English EER) Arts & Society (voorheen Kunstbeleid en

Nadere informatie

Voor de te onderscheiden programma s van de opleiding gelden, in aanvulling op het in art. 2.1 bepaalde, geen aanvullende toelatingsvoorwaarden.

Voor de te onderscheiden programma s van de opleiding gelden, in aanvulling op het in art. 2.1 bepaalde, geen aanvullende toelatingsvoorwaarden. Opleidingsspecifiek deel Art.2.1 toelatingseisen opleiding 1. Toelaatbaar tot de opleiding is de bezitter van een Nederlands of een buitenlands diploma van hoger onderwijs, die aantoont te beschikken over

Nadere informatie

Additionele beoordeling Faculteit der Rechtsgeleerdheid Universiteit Maastricht

Additionele beoordeling Faculteit der Rechtsgeleerdheid Universiteit Maastricht Additionele beoordeling Faculteit der Rechtsgeleerdheid Universiteit Maastricht Dit rapport hoort bij het rapport Rechtsgeleerdheid (VSNU, juli 2004) van de ongedeelde opleiding Nederlands Recht, Fiscaal

Nadere informatie

OER Master facultair hoofdstuk 10 Maatschappij & Recht Vastgesteld d.d

OER Master facultair hoofdstuk 10 Maatschappij & Recht Vastgesteld d.d III FACULTEIT Maatschappij & Recht vastgesteld door de faculteitsdirectie op 13-02- 2014 instemming van de facultaire medezeggenschapsraad op 24-04 2014. Deze versie treedt in werking op 1 september 2014

Nadere informatie

Onderwijs- en examenregeling

Onderwijs- en examenregeling Onderwijs- en examenregeling geldig vanaf 1 september 2010 Opleidingsspecifiek deel: Bacheloropleiding: Talen en culturen van Latijns Amerika/ Spaans Deze Onderwijs- en examenregeling is opgesteld overeenkomstig

Nadere informatie

FACULTEIT DER GEESTESWETENSCHAPPEN

FACULTEIT DER GEESTESWETENSCHAPPEN FACULTEIT DER GEESTESWETENSCHAPPEN REGELS VOOR HET SCHRIJVEN EN BEOORDELEN VAN BACHELORSCRIPTIES BIJ KUNST- EN CULTUURWETENSCHAPPEN (tot 1 september 2015 geldt dit reglement ook voor de BA Religiewetenschappen)

Nadere informatie

PEER REVIEWS. Managementgroep Interactum September 2014

PEER REVIEWS. Managementgroep Interactum September 2014 PEER REVIEWS Managementgroep Interactum September 2014 Met peer review wordt een systeem bedoeld waarbij de betreffende opleidingen structureel gebruik maken van elkaars deskundigheid en elkaars critical

Nadere informatie

Onderwijs- en examenregeling geldig vanaf 1 september 2011

Onderwijs- en examenregeling geldig vanaf 1 september 2011 Onderwijs- en examenregeling geldig vanaf 1 september 2011 Opleidingsspecifiek deel Masteropleiding: Indian and Tibetan Studies Deze Onderwijs- en examenregeling is opgesteld overeenkomstig artikel 7.13

Nadere informatie

Errata Onderwijs- en Examenregeling (OER) 2-jarige masterprogramma s Graduate School of Teaching

Errata Onderwijs- en Examenregeling (OER) 2-jarige masterprogramma s Graduate School of Teaching Errata Onderwijs- en Examenregeling (OER) 2-jarige masterprogramma s Graduate School of Teaching 2016-2017 6-9-2016 Toevoeging artikel 2.5 afbouw programma s 1. De volgende programma s zijn in afbouw:

Nadere informatie

Format samenvatting aanvraag. Opmerking vooraf

Format samenvatting aanvraag. Opmerking vooraf Format samenvatting aanvraag Opmerking vooraf Mocht u de voorkeur geven aan openbaarmaking van de gehele aanvraag in plaats van uitsluitend onderstaande samenvatting dan kunt u dat kenbaar maken bij het

Nadere informatie

QANU september 2010. Onderwijsvisitatie Medische Informatiekunde Universiteit van Amsterdam

QANU september 2010. Onderwijsvisitatie Medische Informatiekunde Universiteit van Amsterdam QANU september 2010 Onderwijsvisitatie Medische Informatiekunde Universiteit van Amsterdam Uitgave: Quality Assurance Netherlands Universities (QANU) Catharijnesingel 56 Postbus 8035 3503 RA Utrecht Telefoon:

Nadere informatie

2. Afgestudeerden in de bacheloropleiding Taalwetenschap:

2. Afgestudeerden in de bacheloropleiding Taalwetenschap: Opleidingsspecifieke deel OER, 2017-2018 Opleiding / programma: Artikel Tekst 2.3 Colloquium doctum Het toelatingsonderzoek, bedoeld in art. 7.29 van de wet, heeft betrekking op de volgende vakken op vwo-niveau:

Nadere informatie

Besluit strekkende tot een positieve beoordeling van een aanvraag Toets nieuwe opleiding hbo-bachelor Game Architecture and Design van de NHTV

Besluit strekkende tot een positieve beoordeling van een aanvraag Toets nieuwe opleiding hbo-bachelor Game Architecture and Design van de NHTV College van bestuur NHTV Internationale Hogeschool Breda Postbus 3917 4800 DX BREDA Besluit Besluit strekkende tot een positieve beoordeling van een aanvraag Toets nieuwe opleiding hbo-bachelor Game Architecture

Nadere informatie

Faculteit der Filosofie, Theologie en Religiewetenschappen ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING FFTR 2014-2015

Faculteit der Filosofie, Theologie en Religiewetenschappen ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING FFTR 2014-2015 Faculteit der Filosofie, Theologie en Religiewetenschappen ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING FFTR 2014-2015 Deel 2 Opleidingsspecifiek deel: Master Theologie Deze onderwijs- en examenregeling (OER-FFTR) treedt

Nadere informatie

Onderwijs- en examenregeling

Onderwijs- en examenregeling Onderwijs- en examenregeling geldig vanaf 1 september 2016 Opleidingsspecifieke deel: Bacheloropleiding: Kunstgeschiedenis Deze Onderwijs- en examenregeling is opgesteld overeenkomstig artikel 7.13 van

Nadere informatie

Beoordelingskader Pilot Bijzonder Kenmerk Ondernemen

Beoordelingskader Pilot Bijzonder Kenmerk Ondernemen Beoordelingskader Pilot Bijzonder Kenmerk Ondernemen 22 november 2011 Inhoud 1 Inleiding 3 2 Beoordeling van het bijzonder kenmerk ondernemen 5 2.1 Uitgangspunten voor de beoordeling van het bijzonder

Nadere informatie

Richtlijn voor het schrijven van een zelfevaluatierapport ten behoeve van accreditatie van een opleiding in het wetenschappelijk onderwijs

Richtlijn voor het schrijven van een zelfevaluatierapport ten behoeve van accreditatie van een opleiding in het wetenschappelijk onderwijs Richtlijn voor het schrijven van een zelfevaluatierapport ten behoeve van accreditatie van een opleiding in het wetenschappelijk onderwijs Versie 0.9, november 2008 QANU (Quality Assurance Netherlands

Nadere informatie

Onderwijs- en examenregeling

Onderwijs- en examenregeling Onderwijs- en examenregeling geldig vanaf 1 september 2013 Opleidingsspecifiek deel: Bacheloropleiding: Afrikaanse talen en culturen Deze Onderwijs- en examenregeling is opgesteld overeenkomstig artikel

Nadere informatie

Wijsbegeerte. Faculteit der Wijsbegeerte Vrije Universiteit Amsterdam

Wijsbegeerte. Faculteit der Wijsbegeerte Vrije Universiteit Amsterdam Wijsbegeerte Faculteit der Wijsbegeerte Vrije Universiteit Amsterdam Januari 2010 Uitgave: Quality Assurance Netherlands Universities (QANU) Catharijnesingel 56 Postbus 8035 3503 RA Utrecht Telefoon: 030

Nadere informatie

Beoordelingskader Beoordelingskader voor de beperkte toets nieuwe opleiding van de NVAO (Stcrt. 2014, nr 36791).

Beoordelingskader Beoordelingskader voor de beperkte toets nieuwe opleiding van de NVAO (Stcrt. 2014, nr 36791). nvao r nederlands - ulaamse accreditatieorganisatie Besluit strekkende tot een positief oordeel van een aanvraag toets nieuwe opleiding van de wo-master Health Informaties van de Universiteit van Amsterdam

Nadere informatie

Bijlage Onderwijs- en Examenregeling (OER) Bachelor Programma Academische Opleiding Leraar Basisonderwijs

Bijlage Onderwijs- en Examenregeling (OER) Bachelor Programma Academische Opleiding Leraar Basisonderwijs Bijlage Onderwijs- en Examenregeling (OER) Bachelor Programma Academische Opleiding Leraar Basisonderwijs Faculteit der Gedrags- en Maatschappijwetenschappen 2016-2017 Paragraaf 1 Algemene bepalingen Artikel

Nadere informatie

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING studiejaar 2013-2014 Deel B BACHELOROPLEIDING FUTURE PLANET STUDIES

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING studiejaar 2013-2014 Deel B BACHELOROPLEIDING FUTURE PLANET STUDIES UNIVERSITEIT VAN AMSTERDAM FACULTEIT DER NATUURWETENSCHAPPEN, WISKUNDE EN INFORMATICA Instituut voor Interdisciplinaire Studies ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING studiejaar 2013-2014 Deel B BACHELOROPLEIDING

Nadere informatie

Public Administration Arbeidsmarkt

Public Administration Arbeidsmarkt Public Administration Maar liefst 33 masters staan voor je klaar als je je bachelor politicologie, bestuurskunde of internationale betrekkingen hebt gehaald. Maak daar maar eens een keuze uit. Ga je voor

Nadere informatie

Onderwijs- en examenregeling geldig vanaf 1 september 2011

Onderwijs- en examenregeling geldig vanaf 1 september 2011 Onderwijs- en examenregeling geldig vanaf 1 september 2011 Opleidingsspecifiek deel Masteropleiding: Indonesian Studies Deze Onderwijs- en examenregeling is opgesteld overeenkomstig artikel 7.13 van de

Nadere informatie

Onderwijs- en examenregeling

Onderwijs- en examenregeling Onderwijs- en examenregeling geldig vanaf 1 september 2016 Opleidingsspecifiek deel: Bacheloropleiding: Duitse taal en cultuur Deze Onderwijs- en examenregeling is opgesteld overeenkomstig artikel 7.13

Nadere informatie

Wijsbegeerte van een bepaald wetenschapsgebied Faculteit der Wijsbegeerte Rijksuniversiteit Groningen

Wijsbegeerte van een bepaald wetenschapsgebied Faculteit der Wijsbegeerte Rijksuniversiteit Groningen Wijsbegeerte van een bepaald wetenschapsgebied Faculteit der Wijsbegeerte Rijksuniversiteit Groningen Mei 2007 Uitgave: Quality Assurance Netherlands Universities (QANU) Catharijnesingel 56 Postbus 8035

Nadere informatie