Wijsbegeerte van een bepaald wetenschapsgebied Faculteit der Wijsbegeerte Vrije Universiteit Amsterdam

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Wijsbegeerte van een bepaald wetenschapsgebied Faculteit der Wijsbegeerte Vrije Universiteit Amsterdam"

Transcriptie

1 Wijsbegeerte van een bepaald wetenschapsgebied Faculteit der Wijsbegeerte Vrije Universiteit Amsterdam Mei 2007

2 Uitgave: Quality Assurance Netherlands Universities (QANU) Catharijnesingel 56 Postbus RA Utrecht Telefoon: Fax: Internet: QANU Tekst en cijfermateriaal uit deze uitgave mogen, na toestemming van QANU en voorzien van bronvermelding, door middel van druk, fotokopie, of op welke andere wijze dan ook, worden overgenomen.

3 Inhoudsopgave Voorwoord 5 Deel I Algemeen deel 7 1. De visitatie Wijsbegeerte van een bepaald wetenschapsgebied 9 Deel II Opleidingsdeel De masteropleiding Wijsbegeerte van een bepaald wetenschapsgebied aan de Vrije Universiteit Amsterdam 15 Bijlagen 47 Bijlage A: Curricula vitae van de leden van de visitatiecommissie 49 Bijlage B: Referentiekader 53 Bijlage C: Beoordelingsformulier scripties 57 3

4 4

5 VOORWOORD Dit rapport is onderdeel van de kwaliteitsbeoordeling van universitaire bachelor- en masteropleidingen in Nederland. Het doel van het rapport is om een betrouwbaar beeld te geven van de resultaten van de voor beoordeling voorgelegde opleiding, alsmede een terugkoppeling te geven naar de interne kwaliteitszorg van de betrokken organisaties en als basis te dienen voor de ac creditatie van de betrokken opleiding door de Nederlands-Vlaamse Accreditatie Organisatie (NVAO). De stichting Quality Assurance Netherlands Universities (QANU) beoogt onafhankelijke, objectieve en kritische beoordelingen te laten plaatsvinden en opbouwende kritiek te leveren, zo veel mogelijk uitgaande van een gestandaardiseerde set van kwaliteitscriteria met oog voor specifieke omstandigheden. De visitatiecommissie Wijsbegeerte van een bepaald wetenschapsgebied van QANU heeft haar taken met gro te toewijding uitgevoerd in een periode die wordt gekenmerkt door de overgang naar de bachelor-masterstructuur. De opleiding is beoordeeld op een grondige en zorgvuldige manier en binnen een duidelijk beoordelingskader. Wij verwachten dat de oordelen en de aanbevelingen in zorgvuldige overweging zullen worden genomen door de betrokken oplei ding en het betrokken faculteitsbestuur en College van Bestuur. Wij zeggen dank aan de voorzitter en de leden van de visitatiecommissie voor hun bereidheid deel te nemen aan deze beoordeling en voor de toewijding waarmee ze hun taak hebben uitgevoerd. Ook gaat onze dank uit naar de staf van de betrokken afdelingen aan de universiteit voor hun inspanningen en hun medewerking aan deze beoordeling. Quality Assurance Netherlands Universities mr. C.J. Peels directeur drs. J.G.F. Veldhuis voorzitter bestuur 5

6 6

7 DEEL I: ALGEMEEN DEEL 7

8 8

9 1. De visitatie Wijsbegeerte van een bepaald wetenschapsgebied 1.1. Inleiding In dit rapport brengt de visitatiecommisie Wijsbegeerte van een bepaald wetenschapsgebied (hierna: de commissie) verslag uit van haar bevindingen ten aanzien van de masteropleiding Wijsbegeerte van een bepaald wetenschapsgebied aan de Vrije Universiteit Amsterdam Taak van de commissie De commissie kreeg tot taak om op basis van de door de faculteit aan te leveren informatie en door middel van ter plaatse te voeren gesprekken een oordeel te geven over de zes onderwerpen (en de daaronder vallende facetten) die worden vermeld in het QANU-kader Gids voor de externe kwaliteitsbeoordeling van wetenschappelijke bachelor- en masteropleidingen ten behoeve van accreditatie: doelstellingen (met 3 facetten), programma (met 8 facetten), inzet van personeel (met 3 facetten), voorzieningen (met 2 facetten), interne kwaliteitszorg (met 3 facetten) en resultaten (met 2 facetten). Bovendien diende de com missie een integraal oordeel te geven per opleiding. Deze indeling is terug te vinden in de opleidingsrapporten. De commissie beoordeelde de volgende opleidingen: Vrije Universiteit Amsterdam: Masteropleiding Wijsbegeerte van een bepaald wetenschapsgebied (67084) Universiteit van Amsterdam: Masteropleiding Wijsbegeerte van een bepaald wetenschapsgebied (67084) Rijksuniversiteit Groningen: Bacheloropleiding Wijsbegeerte van een bepaald wetenschapsgebied (57084) Masteropleiding Wijsbegeerte van een bepaald wetenschapsgebied (67084) Alle bezoeken vonden plaats in oktober Samenstelling van de commissie De commissie bestaat uit de volgende personen: prof. dr. J.-P. van Bendegem, hoogleraar Wijsbegeerte aan en decaan van de Faculteit der Wijsbegeerte van de Vrije Universiteit Brussel, voorzitter; dr. J.W. McAllister, universitair hoofddocent aan de Faculteit der Wijsbegeerte, Universiteit Leiden; prof. dr. W.B. Drees, hoogleraar Godsdienstwijsbegeerte en Ethiek aan de Faculteit der Godgeleerdheid van de Universiteit Leiden; drs. J.J.Th. Houben, deskundige Hoger onderwijsbeleid; drs. A. van Steensel, promovendus aan de Universiteit Leiden; prof. dr. R. Vos, hoogleraar Theorie der gezondheidswetenschappen, Faculteit Gezondheidswetenschappen, Universiteit Maastricht. 9

10 Secretaris van de commissie is J.W.M. Meijer, medewerker bureau QANU. Voor de curricula vitae van de commissieleden wordt verwezen naar bijlage A. Voorzitter, leden en secretaris hebben de QANU-onafhankelijkheidsverklaring getekend Object van de visitatie en werkwijze De commissie wijst er, wellicht ten overvloede, op dat haar uitspraken over onderhavige opleidingen met name gebaseerd zijn op de wijsgerige componenten daarvan. De beoordeelde opleidingen bevatten, net als bij vorige (al dan niet additionele) visitaties, ook nog componenten van andere opleidingen. Het beoordelen van die andere, niet-wijsgerige componenten valt buiten de haar verleende opdracht, net als bij vorige visitaties. De opleidingen die de studenten als opleiding in het wetenschapsgebied ( thuisstudie ) volgen, zijn in alle gevallen per definitie geaccrediteerde opleidingen die aan de in het accreditatiestelsel vereiste kwaliteitsnormen voldoen. Daarbij komt, en dan gaat het ook om de kwaliteit van de studenten, dat de meeste WBW-studenten erop uit zijn om ook in hun opleiding in het wetenschapsgebied een bachelordiploma of een masterdiploma te behalen. Het gaat erom dat de specifieke WBW-component van goed niveau is en dat de aansluiting en afstemming tussen WBW en de opleiding in het wetenschapsgebied op adequate wijze zijn geregeld. De commissie heeft haar voorbereidende vergadering op 20 juni 2006 gehouden. Daarin besloot zij het referentiekader aan te houden van de visitatiecommissie Wijsbegeerte waarvan in juni 2003 het rapport uitkwam. De eerder geaccrediteerde WBW-opleidingen bij de zusterinstellingen zijn immers ook langs de maatstaf van datzelfde referentiekader gelegd. Het referentiekader is bijgevoegd als bijlage B. De commissie heeft het accent gelegd op het volgende onderdeel van punt e van het kader: e. ( ) grondige kennis van één niet-wijsgerige discipline en van haar relatie met de wijsbegeerte. Alle overige onderdelen van het referentiekader zijn onverkort ook bij de beoordeling van WBW-opleidingen in het geding. De commissie heeft dit referentiekader aan de betrokken opleidingen voorgelegd. Bij brief van 28 september 2006 hebben de drie betrokken decanen met dit kader ingestemd, maar er ook op gewezen dat dit kader oorspronkelijk primair de reguliere opleiding Wijsbegeerte betrof en dat het kader toegespitst moet worden op de wijsbegeerte van een bepaald wetenschapsgebied. De visitatiecommissie heeft met instemming van dit schrijven kennis genomen en het accent gelegd op het hierboven geformuleerde onderdeel. De commissie heeft vastgesteld dat de opleidingen de eindtermen duidelijk en in overeenstemming met het referentiekader van de commissie hebben uitgewerkt. Tevens maakte de commissie in genoemde vergadering afspraken over de taakverdeling binnen de commissie. Het secretariaat heeft voor elk bezoek een analyse opgesteld van de opleiding aan de hand van de zelfstudie. Mede op grond daarvan is aan de opleidingen nog om aanvullende informatie gevraagd. 10

11 Het ging om de volgende zaken: nadere uitwerking van een programmavergelijking met opleidingen in het buitenland; een lijst van vakken die de laatste vijf afgestudeerden hebben gevolgd; de instroomcijfers per specialisatie naast de instroomcijfers voor de reguliere masteropleiding Wijsbegeerte; rendementscijfers met een globale opgave van het aantal behaalde EC. Voorafgaand aan elk bezoek heeft de commissie, in overleg met de opleiding(en), ook een open spreekuur aangekondigd, waarvoor belangstellenden zich, met opgave van het te bespreken onderwerp, bij de secretaris van de commissie konden opgeven. Niet alleen in het mededelingenblad van de universiteit/faculteit maar ook, zo mogelijk, via is dit aangekondigd. Van de mogelijkheid van het open spreekuur is slechts in één enkel geval gebruikgemaakt. Bij de betreffende universiteit is reeds op adequate wijze met de gepresenteerde klacht omgegaan. De commissie heeft een aantal door haar zelf geselecteerde scripties bestudeerd. In veel gevallen was er nog maar een enkele masterscriptie beschikbaar en zijn er ook doctoraalscripties bestudeerd. De leden van de commissie hebben daaraan, op basis van een beoordelingsformulier (zie bijlage C), een cijfer toege kend. Deze geselecteerde scripties zijn tevoren opgevraagd en aan de leden toegestuurd. De oordelen zijn daarna in de commissie gezamenlijk besproken en vergeleken met de beoordeling die de opleiding had gegeven. Teneinde een goed zicht te krijgen op de wijze waarop begeleiding en beoordeling van de scripties hebben plaatsgevonden, heeft de commissie met een aantal oud-studenten over hun scriptie gesproken. De commissie sprak daarnaast met een delegatie van de opleidingscommissie en een delegatie van de examencommissie alsmede met docenten, studenten en de studieadviseur, waarbij erop werd toegezien dat zij niet steeds met dezelfde personen van gedachten wisselde. Tijdens het bezoek nam de commissie kennis van tentamenopgaven, evaluatieverslagen, syllabi, handboeken, voorlichtingsmateriaal, ICT-materiaal en dergelijke. Tevens bracht zij een bezoek aan de onderwijsruimten en de bibliotheek. De studenten met wie de commissie heeft gesproken zijn voor de helft op verzoek van de commissie door de opleiding, studievereniging en/of studentbestuursleden aangewezen. Voor de andere helft zijn zij geprikt uit de lijst van ingeschreven studenten. De commissie heeft ook met deeltijdstudenten gesproken. Op verzoek van de commissie waren in het gesprek met de docenten ook enkele docenten vanuit de toeleverende faculteiten aanwezig. Aangezien er nog geen rendementscijfers van KUO over masteropleidingen beschikbaar waren, heeft de commissie de rendementscijfers en de instroomcijfers van de opleiding gehanteerd. De mondelinge rapportage van de eerste bevindingen van de commissie aan het einde van elk bezoek was openbaar. Hierin werden in elk geval, zo nodig, eventuele negatieve punten naar voren gebracht, die al van tevoren met het faculteits- respectievelijk universiteitsbestuur waren besproken, zodat het later te verschijnen concept opleidingsrapport geen al te grote verrassingen zou opleveren en er direct aan de reparatie van die tekortkomingen kon worden gewerkt. Na afloop van de bezoeken heeft de secretaris per opleiding een concept opleidingsrapport opgesteld. Dit is voorgelegd aan de voorzitter en vervolgens aan de leden met het verzoek waar nodig, correcties of aanvullingen aan te brengen. Het aldus bijgewerkte rapport is aan de betrokken faculteit toegestuurd met verzoek feitelijke onjuistheden daarin aan te geven. 11

12 1.5. Rapport over de opleiding In de onder elk facet opgenomen paragraaf Beschrijving overgenomen uit de zelfstudie geeft de commissie letterlijk de tekst weer uit de zelfstudie, zij het niet steeds integraal. In enkele gevallen zijn minder ter zake doende uitspraken achterwege gelaten evenals uitspraken over de eigen kwaliteit; ook is de (lange) naam van de opleiding niet steeds herhaald. De overgenomen teksten zijn grafisch (door het gebruik van cursief) herkenbaar. Verwijzingen naar bijlagen en dergelijke zijn daarin weggelaten. Ook de nagekomen gegevens worden letterlijk weergegeven, tenzij anders vermeld Beslisregels In het accreditatiestelsel is voor de beoordeling op facetniveau een vierpuntsschaal voorgeschreven: onvoldoende, voldoende, goed en excellent; op onderwerpniveau een tweepuntsschaal: voldoende of onvoldoende. De commissie heeft de standaard QANU-beslisregels gevolgd. Deze zijn: de beoordeling onvoldoende wijst erop dat het facet beneden de gestelde verwachting ligt en dat beleidsaandacht op dit punt nodig is; de beoordeling voldoende houdt in dat het facet beantwoordt aan de basisstandaard of basisnorm en internationale vergelijking kan doorstaan; de beoordeling goed houdt in dat het niveau van het facet uitstijgt boven de basiskwaliteit en positief opvalt in internationale vergelijking; de beoordeling excellent houdt in dat voor het facet een niveau wordt gerealiseerd waardoor de beoordeelde opleiding zowel nationaal als internationaal als een voorbeeld van opmerkelijk goede praktijk kan functioneren. De meest gebruikte beoordeling in de opleidingsrapporten is voldoende. De commissie heeft, conform de regels, dit predikaat gebruikt als standaardscore. De commissie wil hier ook nog een opmerking maken over de status van de gevisiteerde opleidingen. Het betreft in alle gevallen opleidingen die, met een gewijzigd programma, nog maar kort geleden zijn gestart. In veel gevallen heeft het oordeel van de commissie dus betrekking op opleidingen die vanuit de planfase op weg zijn naar de definitieve vormgeving, en daarbij meer of minder ver gevorderd zijn. Dit is voor haar een reden om voorzichtig te zijn met de beoordeling goed. Met voldoende bedoelt de commissie dat de gepresenteerde plannen en de tot nu toe gerealiseerde voornemens het vertrouwen wettigen dat er sprake is van alleszins deugdelijke opleidingen, niet in de laatste plaats omdat deze verzorgd worden door personeel van een kwaliteit die in alle gevallen door de commissie als goed is beoordeeld. 12

13 DEEL II: OPLEIDINGSDEEL 13

14 14

15 1. De masteropleiding Wijsbegeerte van een bepaald wetenschapsgebied aan de Vrije Universiteit Amsterdam Administratieve gegevens: Naam opleiding: Wijsbegeerte van een bepaald wetenschapsgebied CROHO-nummer: Niveau: master Oriëntatie: wo Studielast: 120 EC Graad: master Variant(en): voltijd, deeltijd Locatie(s): Amsterdam Einddatum accreditatie: 31 december 2007 Het bezoek van de commissie aan de Faculteit der Wijsbegeerte van de Vrije Universiteit Amsterdam vond plaats op 9 en 10 oktober 2006; voor het programma van het bezoek zie bijlage 1 bij dit opleidingsrapport Structuur en organisatie van de faculteit De opleiding Wijsbegeerte van een bepaald wetenschapsgebied is één van de vier masteropleidingen die op dit moment door de Faculteit der Wijsbegeerte worden aangeboden. De andere drie zijn Wijsbegeerte, Christian Studies of Science and Society, en Filosofie in bedrijf. Daarnaast verzorgt de faculteit ook een bacheloropleiding Wijsbegeerte. Het onderwijs wordt ingevuld vanuit vier domeingroepen. Elke domeingroep wordt aangestuurd door een domeinleider. Voor de ondersteuning ten behoeve van bestuur en beheer heeft de faculteit een faculteitsbureau. Dit bureau is verantwoordelijk voor de ondersteuning van onderwijs, onderzoek, ICT, financiën, personeel en internationalisering. Het bureau staat onder verantwoordelijkheid van een directeur Bedrijfsvoering. De faculteit als geheel wordt bestuurd door het faculteitsbestuur bestaande uit drie leden met ieder een eigen portefeuille (onderwijs, onderzoek, bedrijfsvoering). De decaan van de faculteit is de voorzitter van het faculteitsbestuur Invoering bachelor-masterstructuur en afbouw ongedeelde opleidingen: stand van zaken De masteropleiding is ingevoerd in Het doctoraalprogramma kan tot en met 31 augustus 2007 worden afgelegd. Voor alle cohorten in de overgangssituatie zijn op individuele basis overgangsprogramma s gemaakt. De commissie heeft niet vernomen dat de overgang voor studenten tot problemen leidt. 15

16 1.2. Het beoordelingskader Doelstellingen opleiding F1: Domeinspecifieke eisen De eindkwalificaties van de opleiding sluiten aan bij de eisen die door (buitenlandse) vakgenoten en de beroepspraktijk gesteld worden aan een opleiding in het betreffende domein (vakgebied/discipline en/of beroepspraktijk). Beschrijving overgenomen uit de zelfstudie: Doelstellingen De opleiding wil afgestudeerden in staat stellen tot de zelfstandige beoefening van de wijsbegeerte van een bepaald wetenschapsgebied. Daartoe wordt beoogd om studenten die vanwege hun vooropleiding al een brede basiskennis van en inzicht in een bepaald (niet-wijsgerig) wetenschapsgebied hebben, te laten beschikken over, 1) een relevante vertrouwdheid met de geschiedenis van de wijsbegeerte en 2) inzicht in aspecten van de systematische wijsbegeerte, die van betekenis zijn voor wijsbegeerte van een wetenschapsgebied. Studenten die reeds beschikken over een bachelordiploma Wijsbegeerte dienen toereikende kennis van en inzicht in een (niet-wijsgerig) wetenschapsgebied te verwerven. De verworven basiskennis van een vakwetenschap in combinatie met algemeen filosofische inzichten dient vervolgens te worden aangewend om een verdiepte en gespecialiseerde kennis van en inzicht in de wetenschapsfilosofie en de wijsbegeerte van bepaald wetenschapsgebied te verwerven. In samenhang met dit alles is de afgestudeerde master in staat tot het kritisch lezen en analyseren van vakwetenschappelijke en wijsgerige teksten. Voorts beschikt deze over argumentatieve vaardigheden, zowel mondeling als schriftelijk, nodig voor zelfstandige beoefening van de wijsbegeerte van een wetenschapsgebied. Studenten zijn daarom na de voltooiing van hun opleiding in staat om in filosofische debatten betreffende het relevante wetenschapsgebied een eigen standpunt in te nemen dat zij overtuigend kunnen onderbouwen en helder kunnen verwoorden. Eindkwalificaties (1) Kennis en inzicht: 1.1 basale kennis van de geschiedenis van de wijsbegeerte en verdiept inzicht in aspecten van de systematische filosofie voorzover relevant voor de beoefening van de wijsbegeerte van een wetenschapsgebied 1.2 brede basiskennis van en inzicht in een bepaald wetenschapsgebied; 1.3 grondige kennis van en inzicht in de voornaamste onderdelen van de wijsbegeerte van een wetenschapsgebied, hun grondslagen, methoden, sociaal-culturele betekenis en ethische implicaties; 1.4 verdiepte en gespecialiseerde kennis van en inzicht in een aantal actuele problematieken of visies in de wetenschapsfilosofie en de wijsbegeerte van een bepaald wetenschapsgebied, gericht op het kunnen leveren van een eigen bijdrage aan discussies die nationaal en internationaal gevoerd worden. (2) Wetenschappelijke vaardigheden: 2.1 het kunnen verzorgen van schriftelijke en mondelinge presentaties van wijsgerige aard; 2.2 vermogen om zelfstandig onderzoek te verrichten, een probleemstelling te formuleren, te participeren in een (wetenschaps)filosofisch debat en daar een eigen bijdrage aan te leveren in de vorm van een gedegen wijsgerige verhandeling over centrale thema s van een wetenschapsgebied, mede in relatie tot bredere filosofische vraagstukken en visies. 16

17 (3) Filosofische en communicatieve vaardigheden gericht op een niet-filosofische context: het zowel mondeling als schriftelijk kunnen verhelderen van de (impliciete) wijsgerige aspecten van discussies binnen en over de wetenschappen in relatie tot sleutelbegrippen, cruciale argumenten en vooronderstellingen; het vruchtbaar kunnen toepassen van wijsgerige vaardigheden, kennis en inzicht in de context van een praktijk of beroep, waarin de aard van de wetenschappen en hun socio-culturele en normatieve betekenis aan de orde zijn, om zo bij te kunnen dragen aan de oordeelsvorming ter zake. (4) Beroepsuitoefening: 4.1 voorbereiding op promotietraject in de wijsbegeerte; 4.2 voorbereiding op een vervolgtraject tot docent filosofie in het middelbaar onderwijs en in het hoger beroepsonderwijs; 4.3 voorbereiding op een beroepspraktijk waarin kennis, inzicht en vaardigheden met betrekking tot de wijsbegeerte van een wetenschapsgebied een toegevoegde waarde hebben; 4.4 voorbereiding op elke beroepspraktijk waarin algemene academische vaardigheden vereist zijn, met bijzondere aandacht voor abstractievermogen, creativiteit, heuristische vaardigheden, analytisch vermogen en uitdrukkingsvaardigheid. Oordeel: De commissie is van oordeel dat de eindtermen van de opleiding aansluiten bij de gangbare eindtermen van een masteropleiding wijsbegeerte van een bepaald wetenschapsgebied (in dit rapport ook WBW genoemd). Ze voldoen naar het oordeel van de commissie ook aan gangbare internationale eisen, al stelt de zelfstudie zich op het standpunt dat een vergelijking met studieprogramma s in het buitenland niet goed mogelijk is. De commissie is echter van mening dat MA-opleidingen aan buitenlandse universiteiten waarin kennis van een vakwetenschap gecombineerd wordt met filosofische reflectie op de grondslagen en de methodologie van die wetenschap, zij het niet van precies dezelfde opzet, wel degelijk bestaan en dat een vergelijking daarmee leerzaam kan zijn. Volgens de eindtermen verwerft de student verdiepte en gespecialiseerde kennis van en inzicht in een aantal actuele problematieken of visies in de wetenschapsfilosofie en de wijsbegeerte van een bepaald wetenschapsgebied, gericht op het kunnen leveren van een eigen bijdrage aan discussies die nationaal en internationaal gevoerd worden. Ook daarmee is aansluiting bij de internationale standaard voor de wijsbegeerte van een bepaald wetenschapsgebied verzekerd. De opleiding leidt op tot functies van algemeen academisch niveau. De student kan na het behalen van het masterdiploma verder gaan als onderzoeker of een andere maatschappelijke functie vervullen waarin een wijsgerige opleiding gericht op de vakwetenschappen van belang is. De vierde reeks eindtermen komt op een overtuigende manier tegemoet aan de verwachtingen die de maatschappij mag hebben van het functioneren van afgestudeerden van deze opleiding in hun beroepsomgeving. Het is de commissie opgevallen dat de opleiding niet in het Engels wordt aangeboden, als gevolg waarvan zij weinig aantrekkelijk is voor buitenlandse studenten. Desgevraagd heeft het faculteitsbestuur meegedeeld dat de faculteit thans niet bij machte is om al het onderwijs in het Engels aan te bieden, maar dat dit wel als een aandachtspunt voor de toekomst wordt gezien. De Faculteit der Wijsbegeerte biedt overigens ook een Engelstalige masteropleiding aan: Christian Studies of Science and Society. Masteropleiding Wijsbegeerte van een bepaald wetenschapsgebied: het oordeel van de commissie is voldoende. 17

18 F2: Niveau: Bachelor en Master De eindkwalificaties van de opleiding sluiten aan bij algemene, internationaal geaccepteerde beschrijvingen van de kwalificaties van een Bachelor of een Master. Beschrijving overgenomen uit de zelfstudie: De boven omschreven doelstellingen en eindkwalificaties sluiten goed aan bij de eisen van vakgenoten en de beroepspraktijk, zoals deze worden aangeduid met behulp van de Dublin-descriptoren. Studenten die deze master met goed gevolg hebben afgelegd, beschikken over een niveau van kennis en inzicht op het gebied van de wijsbegeerte van een wetenschapsgebied die het niveau van de bachelors die toegang geven tot deze masteropleiding, fundamenteel overtreft en verdiept. Door de verworven kennis van en inzicht in de verschillende aspecten van de wijsbegeerte van een wetenschapsgebied, en door het ontwikkelend vermogen om zelfstandig onderzoek te kunnen doen en een eigen bijdrage aan actuele discussies te kunnen leveren, zijn afgestudeerden in staat om in nieuwe omstandigheden complexe problemen te analyseren en te evalueren. Dankzij hun inzicht in de bredere samenhangen tussen wetenschap, maatschappij en cultuur, en in het bijzonder in de sociaal-culturele en ethische implicaties van wetenschappelijk onderzoek, zijn zij in staat om een goed geïnformeerd oordeel te formuleren, te onderbouwen en mondeling of schriftelijk te presenteren zowel aan een publiek van specialisten als aan niet-specialisten. Het zelfstandig kunnen verrichten van wijsgerig onderzoek (door de ontwikkeling van onder meer de onderzoeksvaardigheden, zie ook facet 4) en het presenteren van de resultaten daarvan, behoren tot de kwaliteiten van de afgestudeerde masterstudent. Oordeel: De commissie heeft de eindtermen van de opleiding gelegd naast de eisen die aan een masteropleiding worden gesteld volgens de Dublin-descriptoren. Zowel qua kennis en inzicht, als wat betreft het toepassen van kennis, oordeelsvorming, communicatie en leervaardigheden sluiten de eindtermen bij de Dublin-descriptoren aan. Dit wordt hieronder toegelicht. Wat kennis en inzicht betreft beschikt de afgestudeerde over basale kennis van de geschiedenis van de wijsbegeerte en verdiept inzicht in aspecten van de systematische filosofie voor zover relevant voor de beoefening van de wijsbegeerte van een wetenschapsgebied. Tevens beschikt hij over brede basiskennis van en inzicht in een bepaald wetenschapsgebied; en heeft hij grondige kennis en inzicht in de voornaamste onderdelen van de wijsbegeerte van een wetenschapsgebied, hun grondslagen, methoden, sociaal-culturele betekenis en ethische implicaties. Ten slotte heeft hij verdiepte en gespecialiseerde kennis van en inzicht in een aantal actuele problematieken of visies in de wetenschapsfilosofie en de wijsbegeerte van een bepaald wetenschapsgebied, gericht op het kunnen leveren van een eigen bijdrage aan discussies die nationaal en internationaal gevoerd worden. Met betrekking tot het toepassen van kennis leert de student het verzorgen van schriftelijke en mondelinge presentaties van wijsgerige aard; daarnaast heeft hij het vermogen om zelfstandig onderzoek te verrichten, een probleemstelling te formuleren, te participeren in een (wetenschaps)filosofisch debat en daar een eigen bijdrage aan te leveren in de vorm van een gedegen wijsgerige verhandeling over centrale thema s van een wetenschapsgebied, mede in relatie tot bredere filosofische vraagstukken en visies. Wat betreft oordeelsvorming kan hij wijsgerige vaardigheden en kennis en inzicht vruchtbaar toepassen in de context van een praktijk of beroep, waarin de aard van de wetenschappen en hun socio-culturele en normatieve betekenis aan de orde zijn, om zo bij te kunnen dragen aan de oordeelsvorming ter zake. Wat communicatie en leervaardigheden betreft is hij voorbereid op een beroepspraktijk waarin algemene academische vaardigheden vereist zijn, met bijzondere aandacht voor abstractievermogen, creativiteit, heuristische vaardigheden, analytisch vermogen en uitdrukkingsvaardigheid. 18

19 Masteropleiding Wijsbegeerte van een bepaald wetenschapsgebied: het oordeel van de commissie is voldoende. F3: Oriëntatie WO: De eindkwalificaties van de opleiding sluiten aan bij de volgende beschrijvingen van een Bachelor en een Master in WO: De eindkwalificaties zijn ontleend aan eisen vanuit de wetenschappelijke discipline, de internationale wetenschapsbeoefening en voor daarvoor in aanmerking komende opleidingen de relevante praktijk in het toekomstige beroepenveld. Een WO-bachelor heeft de kwalificaties voor toegang tot tenminste één verdere WO-studie op masterniveau en eventueel voor het betreden van de arbeidsmarkt. Een WO-master heeft de kwalificaties om zelfstandig wetenschappelijk onderzoek te verrichten of multien interdisciplinaire vraagstukken op te lossen in een beroepspraktijk waarvoor een WO-opleiding vereist is of dienstig is. Beschrijving overgenomen uit de zelfstudie: In het bijzonder is er binnen het vakwetenschappelijk basisprogramma of het pakket algemene filosofische vakken van de opleiding (zie facet 4) aandacht voor het wetenschappelijk behandelen van problemen, het vermogen om een betoog kritisch op waarde te schatten, reflecteren op eigen vooronderstellingen en vaardigheden zoals logisch redeneren, analytisch denken, schriftelijk en mondeling presenteren. Het bijzondere aan deze master is dat er naast deze algemeen wetenschappelijke kwalificaties veel aandacht is voor de wijsgerige reflectie op een wetenschapsgebied (de delen wetenschapsfilosofie en wijsbegeerte van een wetenschapsgebied). Daardoor zijn studenten in staat om wetenschappelijke kennis en expertise te vertalen naar sociale, professionele en economische contexten en kunnen zij de ethische, normatieve en maatschappelijke consequenties van wetenschaps- en/of technologieontwikkeling overzien. Met het diploma is het mogelijk om door te stromen naar een promotieplaats. Door de oriëntering van onderwijs op onderzoek biedt deze opleiding daartoe een uitstekende voorbereiding. Een en ander betekent dat de afgestudeerde masterstudent in staat is deel te nemen aan een vervolgtraject in de vorm van onderzoek ten behoeve van een dissertatie. Verder stellen, zoals boven al is aangegeven, de beoogde (filosofische) vaardigheden de afgestudeerde masterstudent in staat om zelfstandig en met succes als filosoof in niet-wetenschappelijke beroepen (zoals bij een ministerie voor vragen over natuur en milieu, bij een beleidsorgaan voor ethische kwesties of als journalist voor een krant of opinieblad) te functioneren. Een afgestudeerde masterstudent is dus in het algemeen in staat om zelfstandig wetenschappelijk onderzoek te verrichten en in het bijzonder om multi- en interdisciplinaire vraagstukken te analyseren en op te lossen. Oordeel: Het wetenschappelijk karakter van de opleiding blijkt uit de aansluiting op eisen en standaarden van de wijsbegeerte van een bepaald wetenschapsgebied als discipline. De master WBW heeft de kwalificaties om zelfstandig wetenschappelijk onderzoek te verrichten of multi-en interdisciplinaire vraagstukken aan te pakken in een beroepspraktijk waarvoor een wo-opleiding vereist of dienstig is. Masteropleiding Wijsbegeerte van een bepaald wetenschapsgebied: het oordeel van de commissie is voldoende. 19

20 Oordeel over het onderwerp Doelstellingen opleiding Op basis van de beoordelingen per facet komt de commissie tot een samenvattend oordeel over het onderwerp Doelstellingen opleiding. Voor de masteropleiding Wijsbegeerte van een bepaald wetenschapsgebied luidt dat oordeel voldoende Programma Voor het programma van de opleiding zie bijlage 2. F4: Eisen WO Het programma sluit aan bij de volgende criteria voor het programma van een WO-opleiding: Kennisontwikkeling door studenten vindt plaats in interactie tussen het onderwijs en het wetenschappelijk onderzoek binnen relevante disciplines. Het programma sluit aan bij ontwikkelingen in de relevante wetenschappelijke discipline(s) door aantoonbare verbanden met actuele wetenschappelijke theorieën. Het programma waarborgt de ontwikkeling van vaardigheden op het gebied van wetenschappelijk onderzoek. Bij daarvoor in aanmerking komende opleidingen heeft het programma aantoonbare verbanden met de actuele praktijk van de relevante beroepen. Beschrijving overgenomen uit de zelfstudie: Zowel in het eerste jaar als in het tweede jaar volgen de studenten zogenaamde integratievakken: vakken waar sprake is van wijsgerige reflectie toegespitst op problemen binnen het specifieke wetenschapsgebied. Het gaat om de speciaal voor deze master ontwikkelde delen Wetenschapsfilosofie (toegespitst op een wetenschapsgebied) (15 EC) en Wijsbegeerte van een wetenschapsgebied (18 EC). De precieze invulling van de integratievakken hangt af van het bestudeerde wetenschapsgebied (zie facet 6). Afhankelijk hiervan studeert een student af in een bepaalde variant en kiest hij/zij daarbinnen een specialisatierichting. Vanzelfsprekend geldt voor de gehele afstudeerfase dat studenten systematisch reflecteren op filosofische aspecten van een bepaald wetenschapsgebied. De opleiding voorziet in de volgende varianten en specialisatierichtingen (waarbij opgemerkt dat het aanbod van specialisatierichtingen afhankelijk is van beschikbaarheid van gekwalificeerde docenten). Variant I. Variant II. Variant III. Wijsbegeerte van de natuurwetenschappen Specialisatierichting: - Wijsbegeerte van de natuurwetenschappen Wijsbegeerte van de sociaal-culturele wetenschappen en de menswetenschappen Specialisatierichtingen: - Sociale en culturele wijsbegeerte - Rechtsfilosofie - Wijsbegeerte van de pedagogiek Wijsbegeerte van de geesteswetenschappen Specialisatierichtingen: - Taalfilosofie, hermeneutiek en esthetica 20

21 - Godsdienstfilosofie - Filosofie en theorie van de geschiedenis Variant IV. Wijsbegeerte van de medische wetenschappen Specialisatierichting: - Medische filosofie en ethiek Studenten leren in het bijzonder om: wijsgerige ideeën-historische en exegetische methoden, logisch-analytische methoden en empirisch-filosofische methoden toe te passen op problemen en theorieën uit de algemene wijsbegeerte en uit de wijsbegeerte van een bepaald weten schaps gebied of een cluster van wetenschapsgebieden; wijsgerige uitgangspunten van wetenschapsgebieden - zowel van theoretische als van normatieve aard bloot te leggen en te evalueren; een specifiek probleem uit de wijsbegeerte van een bepaald wetenschapsgebied te formuleren en te analyseren en er een tentatieve oplossing voor aan te dragen. Hiertoe verrichten de studenten verschillende werkzaamheden: het verzamelen en selecteren van relevant materiaal voor het behandelen van filosofisch-wetenschappelijke problemen; het schrijven van essays en werkstukken; het geven van mondelinge presentaties; het bespreken met medestudenten en docenten van schriftelijke werkstukken en mondelinge presentaties; het schrijven van een uitgebreide masterscriptie. Het onderwijsaanbod van de vakgroepen wordt mede gestuurd door wat de respectievelijke vakgroepen als zwaartepunten van hun onderzoek beschouwen. In vrijwel alle gevallen is er een expliciete koppeling tussen lopend onderzoek van docenten en het onderwijs. Oordeel: De masteropleiding WBW wordt gekenmerkt door een aantal beleidskeuzes die ervoor zorgen dat deze opleiding zich onderscheidt van soortgelijke opleidingen aan andere Nederlandse universiteiten. 1. De opleiding omvat twee verschillende programma s, één voor studenten met een bachelordiploma Wijsbegeerte en één voor studenten met een bachelordiploma in de vakwetenschap of een hbo-diploma. 2. In beide programma s moeten studenten een substantieel aantal cursussen van bachelorniveau in hun masteropleiding opnemen: studenten afkomstig uit Wijsbegeerte omdat zij in het algemeen geen afgeronde bacheloropleiding in de vakwetenschap zullen hebben, en dus geen automatische toegang tot mastercursussen in de vakwetenschap; en studenten afkomstig uit de vakwetenschap omdat zij slechts een minor Wijsbegeerte van 18 EC gedaan hoeven te hebben, en dus veel stof van bachelorniveau moeten inhalen. 3. Het programma voor studenten met een bachelordiploma in de vakwetenschap bevat geen cursussen meer in de vakwetenschap zelf, waardoor deze studenten geen cursus van masterniveau in de vakwetenschap hoeven te doen. Omdat er geen overlap tussen de masteropleiding WBW en de masteropleiding in de vakwetenschap is, wordt bovendien een aantrekkelijke strategie van studenten aan andere Nederlandse universiteiten 21

22 namelijk het tegelijk volgen van een masteropleiding WBW en een masteropleiding in een vakwetenschap met dubbel tellen van sommige vakken hier niet mogelijk, hetgeen een invloed op de instroom zou kunnen hebben. De commissie heeft begrip voor deze keuzes maar vindt het wel onontbeerlijk dat aanvullende eisen worden gesteld voor masterstudenten in bachelorcursussen, zoals de faculteit ook erkent. De commissie heeft vastgesteld dat sinds de visitatie van 2003 de masteropleiding WBW meer een eigen karakter heeft gekregen en dat de differentiatie tussen die opleiding en de masteropleiding Wijsbegeerte groter is geworden. Het aantal bachelorvakken dat in de masteropleiding wordt gegeven is verminderd en de keuzevrijheid is beperkt. Thans wordt een onderdeel wetenschapsfilosofie aangeboden dat verwijst naar en aansluit bij het oorspronkelijke vakgebied van de student. Geschiedenis van de Wijsbegeerte is geschrapt. Nieuw is bijvoorbeeld het onderdeel Vaardigheden B: het socratische gesprek voor studenten met een niet-wijsgerige bachelor. Voor een opleiding als deze zijn goede contacten met faculteiten waar studenten hun vakwetenschappelijke kennis verwerven van vitaal belang. Voor zover er van dubbelbenoemingen sprake is, zijn er geen problemen met de andere toeleverende faculteiten. Waar geen sprake is van dubbelbenoeming zorgt de onderwijscoördinator voor de gewenste samenwerking. De opleiding is hier van de andere faculteiten afhankelijk. Aan het onderhouden van contacten met toeleverende faculteiten wordt thans hard gewerkt, zo heeft de commissie vastgesteld, maar de afhankelijkheid van de medewerking van andere faculteiten maakt de opleiding wel kwetsbaar. De opleiding heeft ook naar voren gebracht dat het geringe aantal studenten maatwerk mogelijk maakt. De kennisontwikkeling van de studenten vindt plaats in interactie tussen het onderwijs en het wetenschappelijk onderzoek op het terrein van wijsbegeerte van het wetenschapsgebied. De studenten leren wijsgerige ideeën, historische en exegetische methoden, logisch-analytische methoden en empirisch-filosofische methoden toe te passen op problemen en theorieën uit de algemene wijsbegeerte en uit de wijsbegeerte van een bepaald weten schaps gebied of een cluster van wetenschapsgebieden. De commissie acht het aandeel specifieke vakken voor de wijsbegeerte van een wetenschapsgebied een essentiële bijdrage aan de wijsgerige ontwikkeling van de student binnen deze opleiding. De student wordt voldoende geoefend in onderzoeksvaardigheden (onderzoek doen, mondeling of schriftelijk presenteren, schrijven van een scriptie). De vakken komen geïntegreerd aan bod in het programma en bij het schrijven van de scriptie. Masteropleiding Wijsbegeerte van een bepaald wetenschapsgebied: het oordeel van de commissie is voldoende. F5: Relatie tussen doelstellingen en inhoud programma Het programma is een adequate concretisering van de eindkwalificaties, qua niveau, oriëntatie en domeinspecifieke eisen. De eindkwalificaties zijn adequaat vertaald in leerdoelen van (onderdelen van) het programma. De inhoud van het programma biedt studenten de mogelijkheid om de geformuleerde eindkwalificaties te bereiken. Beschrijving overgenomen uit de zelfstudie: In het bijzonder zijn de domeinspecifieke eisen met betrekking tot de wijsgerige aspecten van een wetenschapsgebied (te weten eindkwalificaties 1.3, 1.4, 2.2, 3.1, 3.2 en 4.3) adequaat vertaald in 22

23 de leerdoelen van het programma, zoals blijkt uit de invulling van het deel Wetenschapsfilosofie (toegespitst op een wetenschapsgebied), de modulen die behoren bij het deel Wijsbegeerte van een wetenschapsgebied en alle onderdelen van de afstudeerfase. De vertaling van de domeinspecifieke eisen die betrekking hebben op hetzij toereikende algemeen filosofische kennis, hetzij toereikende basiskennis van een wetenschapsgebied (te weten 1.1), vindt plaats in het pakket algemene filosofische vakken, of het basispakket vakwetenschap. De concretisering van de algemeen wetenschappelijke vaardigheden (te weten 2.1) gebeurt in onder meer de modulen Vaardigheden A en B en het Leeronderzoek. De gehele opleiding is een concretisering van 4.1 (én van 4.2 en 4.4), in het bijzonder de onderdelen die voorbereiden op het zelfstandig kunnen uitvoeren van wetenschappelijk onderzoek (zie ook facet 4, Interactie tussen onderwijs en onderzoek ). De leerdoelen garanderen ook dat de eindkwalificaties qua niveau gerealiseerd worden. Kennis en inzicht, competenties op het gebied van de toepassing van kennis en inzicht, competenties op het gebied van de oordeelsvorming en de communicatie, en ten slotte de leervaardigheden zijn alle op masterniveau gerealiseerd. Een en ander is reeds in het bovenstaande toegelicht. Voor wat betreft 1) het vermogen om een oordeel te kunnen formuleren en verdedigen en 2) de leervaardigheden kan in het bijzonder gedacht worden aan de leerdoelen van het seminar en de afstudeerfase. De leerdoelen garanderen ook de concretisering van de eindkwalificaties qua oriëntatie. Het wetenschappelijke karakter komt vooral naar voren in de eindtermen die betrekking hebben op onderzoeksvaardigheden (te weten 2.2, maar ook 1.3, 3.2 en 4.4). De concretisering daarvan in de leerdoelen is in het bovenstaande al aan de orde geweest. Het niveau van de inhoud van het programma is steeds in overeenstemming met de fase van de opleiding. In het eerste deel van de masteropleiding breiden studenten hun kennis op het gebied van een van de vakwetenschappen dan wel het gebied van de algemeen filosofische kennis verder uit. In de volgende fase volgen zij vakken waarin aandacht is voor wijsgerige reflectie toegespitst op het wetenschapsgebied dat zij hebben bestudeerd (het deel Wetenschapsfilosofie (toegespitst op een wetenschapsgebied) en de module Wijsbegeerte van een wetenschapsgebied I). Nadat in het tweede jaar hun algemeen filosofische kennis verdiept is door het volgen van het Algemeen faculteitscollege brengen zij de wijsgerige reflectie op het desbetreffende wetenschapsgebied op een hoger niveau door de modulen 2 tot en met 6, zoals beschreven in facet 4, Interactie tussen onderwijs en onderzoek, te doorlopen. Het programma bevordert de academische en intellectuele groei van de studenten. Dit blijkt in het algemeen uit de samenhang van het gehele programma (zie facet 4, Aansluiting bij de ontwikkelingen van het onderzoek en facet 6) en in het bijzonder uit bijvoorbeeld de opbouw van het tweede jaar: van Algemeen faculteitscollege tot scriptie worden academische en vakspecifieke vaardigheden op steeds hoger niveau geoefend en getoetst (zie facet 4, Interactie tussen onderwijs en onderzoek ). De toename van de moeilijkheidsgraad en de steeds hogere complexiteit van de onderdelen van het programma bevorderen de zelfstandigheid van de studenten en geven hun de mogelijkheid te groeien in de beheersing van academische kennis en vaardigheden. De rol van enerzijds de docenten in onder meer de seminars en het leeronderzoek en anderzijds van de begeleidende docent(en) bij literatuurstudie en scriptie is daarbij cruciaal: zij moeten stimuleren en ruimte bieden aan een ontwikkeling naar wetenschappelijke zelfstandigheid van de student. Door de kleinschaligheid van de opleiding kan deze docent-studentrelatie goed ontplooid worden. Oordeel: De commissie is van mening dat de eindtermen op adequate wijze geconcretiseerd zijn in het programma (qua niveau, oriëntatie en domeinspecifieke eisen). Dit geldt ook voor de eindter- 23

24 men die specifiek gericht zijn op de wijsbegeerte van een bepaald wetenschapsgebied. Het aandeel specifieke vakken bedraagt 15 EC in de module Wetenschapsfilosofie (toegespitst op een wetenschapsgebied) en bestaat uit: Wetenschapsfilosofie en methodologie (6), Literatuurstudie wetenschapsfilosofie van een wetenschapsgebied (6) en Werkstuk wetenschapsfilosofie van een wetenschapsgebied (3). Daarnaast is er een module Wijsbegeerte van een wetenschapsgebied van 18 EC. Bij het onderdeel Wetenschapsfilosofie en methodologie van 6 EC ligt het accent op de natuurwetenschappen, zo noteert de studiegids en zo heeft de commissie vastgesteld. De commissie waardeert de intentie van de opleiding om dit algemene deel wetenschapsfilosofie te verbreden. Op basis van de studiegids, waarin per onderdeel de leerdoelen staan vermeld, en de aangeleverde informatie constateert de commissie dat de eindtermen adequaat zijn vertaald in leerdoelen. In de geschetste opzet kunnen de studenten de eindtermen behalen. Masteropleiding Wijsbegeerte van een bepaald wetenschapsgebied: het oordeel van de commissie is voldoende. F6: Samenhang programma Studenten volgen een inhoudelijk samenhangend studieprogramma. Beschrijving overgenomen uit de zelfstudie: De onderdelen binnen de opleiding bouwen op elkaar voort en vormen een samenhangend geheel. In de loop van het masterprogramma wordt de stof in steeds complexere eenheden aangeboden. Daardoor wordt de student gestimuleerd de verworven algemeen filosofische kennis en vaardigheden aan de ene kant en de kennis van een wetenschapsgebied aan de andere kant op elkaar te betrekken en als wijsbegeerte van een wetenschap te integreren. De afstemming van de modulen binnen elke variant (en specialisatierichting) en het door de coördinator met de student op te stellen traject garanderen de samenhang van het onderwijsprogramma van elke individuele student. Opbouw en afstemming van de programmaonderdelen De invulling van het programma van het eerste jaar hangt af van de beginsituatie van de student (zie boven facet 4). Studenten met een bachelordiploma Wijsbegeerte volgen in hun eerste jaar een vakwetenschappelijk basisprogramma (39 EC). De invulling van dit basisprogramma hangt onder meer af van de inhoud van het pakket vakwetenschap die de studenten in hun bacheloropleiding (30 EC) hebben gevolgd (zie facet 8), de interesse van de student en de specialisatierichting. In overleg met de coördinator en de studieadviseur van de faculteit waar de student dit eerste jaar een aantal vakken zal volgen, wordt een samenhangend programma opgesteld. Het totale vakwetenschappelijke basisprogramma heeft dus een omvang van 69 EC, waardoor de noodzakelijke voorkennis is verworven om later in de studie systematisch op filosofische aspecten van het bestudeerde wetenschapsgebied te kunnen reflecteren. Studenten met een bachelordiploma in een vakwetenschap of met een hbo-bachelor volgen in hun eerste jaar een aantal algemene filosofische vakken (39 EC). Deze studenten hebben tijdens hun bacheloropleiding al minimaal 18 EC aan algemeen filosofische vakken behaald (zie facet 8). Daardoor zullen zij in de loop van het eerste jaar van deze masteropleiding in totaal een pakket van 57 EC algemeen filosofische vakken gevolgd hebben, waardoor ook zij later in de studie in staat zullen zijn om zelfstandig te reflecteren op filosofische aspecten van het door hen bestudeerde weten- 24

25 schapsgebied. De algemeen filosofische vakken bestaan uit de modulen Geschiedenis van de wijsbegeerte, Inleiding wetenschapsfilosofie en een keuze uit een inleiding in een van de deelgebieden van de systematische wijsbegeerte, twee modulen Vaardigheden en een keuzecollege. Deze modulen vormen een goede introductie in algemeen filosofische kennis en vaardigheden. Voor de beoefening van de wijsbegeerte van een wetenschapsgebied is basale kennis van de geschiedenis van de wijsbegeerte noodzakelijk, evenals de vaardigheden om zowel mondeling als schriftelijk wijsgerige problemen te kunnen presenteren en analyseren. Daarnaast biedt het pakket inleidingen in de wetenschapsfilosofie en in aspecten van de systematische filosofie die relevant zijn voor de beoefening van de wijsbegeerte van een wetenschapsgebied. De module Inleiding in de wetenschapsfilosofie wordt in het eerste jaar gevolgd door het deel Wetenschapsfilosofie, waarin de toespitsing op het door de student bestudeerde wetenschapsgebied plaatsvindt. De inleiding in een van de systematische wijsgerige vakken en het keuzecollege hangen af van de variant respectievelijk specialisatierichting van de student. Beide vakken dragen bij aan een goede aansluiting op de later te volgen onderdelen van het programma. Om dit te waarborgen vindt de keuze plaats na overleg met de coördinator van de opleiding. Na dit deel van het eerstejaarsprogramma te hebben afgelegd, hebben zowel de studenten met een bachelordiploma Wijsbegeerte als de studenten met een bachelordiploma in een vakwetenschap of met een hbo-bachelor de noodzakelijke voorkennis van enerzijds filosofie en anderzijds een vakwetenschap om de overige onderdelen van het programma te kunnen volgen. De rest van het eerste jaar en het gehele tweede jaar van de opleiding heeft daarom voor alle studenten dezelfde structuur zonder dat zij geconfronteerd worden met onnodige overlap of herhalingen. In het eerste jaar volgen zij de module Wijsbegeerte van een wetenschapsgebied. Daarin wordt expliciet gereflecteerd op wijsgerige vraagstukken binnen een specifiek wetenschapsgebied. In het eerste jaar volgen zij verder nog het deel Wetenschapsfilosofie (toegespitst op een wetenschapsgebied). Dit deel begint met het mastercollege Wetenschapsfilosofie en methodologie, dat voortbouwt op het vak Inleiding wetenschapsfilosofie. Daarna doen de studenten, afhankelijk van de gekozen variant respectievelijk specialisatierichting, een literatuurstudie en een werkstuk wetenschapsfilosofie van een wetenschapsgebied. Deze twee onderdelen sluiten aan bij en bouwen voort op de kennis die zij in de module Wetenschapsfilosofie en methodologie (en eventueel de module Wijsbegeerte van een wetenschapsgebied I) hebben opgedaan. In het tweede jaar volgen de studenten een aantal onderdelen waarvan de complexiteit geleidelijk toeneemt (zie facet 4, Interactie tussen onderwijs en onderzoek ). Naast het Algemeen Faculteitscollege volgen zij de twee overige onderdelen van het deel Wijsbegeerte van een wetenschapsgebied, namelijk de module Wijsbegeerte van een wetenschapsgebied II en het Seminar Wijsbegeerte van een wetenschapsgebied. Deze onderdelen sluiten aan op de modulen die in het eerste jaar zijn gegeven, in het bijzonder op Wijsbegeerte van een wetenschapsgebied I en het deel Wetenschapsfilosofie (toegespitst op een wetenschapsgebied). Oordeel: De commissie is van oordeel dat het programma een doordacht, op integratie gericht geheel is. Het traject wordt met de coördinator doorgenomen en beoordeeld op samenhang. De opbouw is helder. Er zijn voldoende vakken waarin de wijsgerige reflectie wordt toegespitst op de problemen binnen een specifiek wetenschapsdomein. Masteropleiding Wijsbegeerte van een bepaald wetenschapsgebied: het oordeel van de commissie is voldoende. 25

Wijsbegeerte van een bepaald wetenschapsgebied Faculteit der Wijsbegeerte Rijksuniversiteit Groningen

Wijsbegeerte van een bepaald wetenschapsgebied Faculteit der Wijsbegeerte Rijksuniversiteit Groningen Wijsbegeerte van een bepaald wetenschapsgebied Faculteit der Wijsbegeerte Rijksuniversiteit Groningen Mei 2007 Uitgave: Quality Assurance Netherlands Universities (QANU) Catharijnesingel 56 Postbus 8035

Nadere informatie

Opleidingsspecifieke deel OER, Opleiding / programma: BA Liberal Arts and Sciences

Opleidingsspecifieke deel OER, Opleiding / programma: BA Liberal Arts and Sciences Opleidingsspecifieke deel OER, 2017-2018 Opleiding / programma: Artikel Tekst 2.3 Colloquium doctum Het toelatingsonderzoek, bedoeld in art. 7.29 van de wet, heeft betrekking op de volgende vakken op het

Nadere informatie

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING. Faculteit der Filosofie, Theologie en Religiewetenschappen

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING. Faculteit der Filosofie, Theologie en Religiewetenschappen ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING 2016-2017 Faculteit der Filosofie, Theologie en Religiewetenschappen Master Filosofie (120 EC) Deze onderwijs- en examenregeling (OER-FFTR) treedt in werking op 1 september

Nadere informatie

Opleiding / programma: BA Liberal Arts and Sciences. Artikel Tekst 2.3 Colloquium doctum

Opleiding / programma: BA Liberal Arts and Sciences. Artikel Tekst 2.3 Colloquium doctum Opleidingsspecifieke deel OER, 2018-2019 Opleiding / programma: Artikel Tekst 2.3 Colloquium doctum Het toelatingsonderzoek, bedoeld in art. 7.29 van de wet, heeft betrekking op de volgende vakken op het

Nadere informatie

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING. Faculteit der Filosofie, Theologie en Religiewetenschappen

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING. Faculteit der Filosofie, Theologie en Religiewetenschappen ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING 2016-2017 Faculteit der Filosofie, Theologie en Religiewetenschappen Master Filosofie () Deze onderwijs- en examenregeling (OER-FFTR) treedt in werking op 1 september 2016.

Nadere informatie

Wijsbegeerte. Faculteit der Wijsbegeerte Vrije Universiteit Amsterdam

Wijsbegeerte. Faculteit der Wijsbegeerte Vrije Universiteit Amsterdam Wijsbegeerte Faculteit der Wijsbegeerte Vrije Universiteit Amsterdam Januari 2010 Uitgave: Quality Assurance Netherlands Universities (QANU) Catharijnesingel 56 Postbus 8035 3503 RA Utrecht Telefoon: 030

Nadere informatie

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING. Faculteit der Filosofie, Theologie en Religiewetenschappen. Deel 2 (Opleidingsspecifiek deel): Bachelor Wijsbegeerte

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING. Faculteit der Filosofie, Theologie en Religiewetenschappen. Deel 2 (Opleidingsspecifiek deel): Bachelor Wijsbegeerte ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING 2015-2016 Faculteit der Filosofie, Theologie en Religiewetenschappen Deel 2 (Opleidingsspecifiek deel): Bachelor Wijsbegeerte Deze onderwijs- en examenregeling (OER-FFTR) treedt

Nadere informatie

Curriculumevaluatie BA Wijsbegeerte

Curriculumevaluatie BA Wijsbegeerte Curriculumevaluatie BA Wijsbegeerte Beste student, U heeft onlangs alle onderdelen van uw bacheloropleiding Wijsbegeerte afgerond en kunt nu het BA-diploma aanvragen. Het bestuur van het Instituut voor

Nadere informatie

Midden-Oostenstudies CROHO 60842

Midden-Oostenstudies CROHO 60842 Faculteit der Letteren Onderwijs- en Examenregeling (OER) Deel B: Masteropleiding Midden-Oostenstudies CROHO 60842 Programma Midden-Oostenstudies voor het studiejaar 2016-2017 Inhoud: 1. Algemene bepalingen

Nadere informatie

Opleidingsspecifieke deel OER, BA Wijsbegeerte. Artikel Tekst 2.3 Colloquium doctum

Opleidingsspecifieke deel OER, BA Wijsbegeerte. Artikel Tekst 2.3 Colloquium doctum Opleidingsspecifieke deel OER, 2013-2014 Artikel Tekst 2.3 Colloquium doctum Het toelatingsonderzoek, bedoeld in art. 7.29 van de wet, heeft betrekking op maximaal vier van de volgende vakken op VWO-niveau:

Nadere informatie

Curriculumevaluatie BA Filosofie

Curriculumevaluatie BA Filosofie Curriculumevaluatie BA Filosofie Beste student, U heeft onlangs het laatste onderdeel van uw bacheloropleiding Filosofie afgerond en staat op het punt het bachelorexamen aan te vragen. Om de kwaliteit

Nadere informatie

B. OPLEIDINGSSPECIFIEK DEEL VAN DE ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING FACULTEIT DER GEESTESWETENSCHAPPEN

B. OPLEIDINGSSPECIFIEK DEEL VAN DE ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING FACULTEIT DER GEESTESWETENSCHAPPEN B. OPLEIDINGSSPECIFIEK DEEL VAN DE ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING VAN DE MASTEROPLEIDING FILOSOFIE 120 EC (WIJSBEGEERTE VAN EEN BEPAALD WETENSCHAPSGEBIED) FACULTEIT DER GEESTESWETENSCHAPPEN 2016-2017 Deel

Nadere informatie

Wijsbegeerte van een bepaald wetenschapsgebied Faculteit der Geesteswetenschappen Universiteit van Amsterdam

Wijsbegeerte van een bepaald wetenschapsgebied Faculteit der Geesteswetenschappen Universiteit van Amsterdam Wijsbegeerte van een bepaald wetenschapsgebied Faculteit der Geesteswetenschappen Universiteit van Amsterdam Mei 2007 Uitgave: Quality Assurance Netherlands Universities (QANU) Catharijnesingel 56 Postbus

Nadere informatie

Opleidingsspecifieke deel OER, BA Wijsbegeerte. Artikel Tekst 2.3 Colloquium doctum

Opleidingsspecifieke deel OER, BA Wijsbegeerte. Artikel Tekst 2.3 Colloquium doctum Opleidingsspecifieke deel OER, 2012-2013 Artikel Tekst 2.3 Colloquium doctum Het toelatingsonderzoek, bedoeld in art. 7.29 van de wet, heeft betrekking op maximaal vier van de volgende vakken op VWO-niveau:

Nadere informatie

Opleidingsspecifieke deel OER, BA Wijsbegeerte. Artikel Tekst 2.3 Colloquium doctum

Opleidingsspecifieke deel OER, BA Wijsbegeerte. Artikel Tekst 2.3 Colloquium doctum Opleidingsspecifieke deel OER, 2011-2012 Artikel Tekst 2.3 Colloquium doctum Het toelatingsonderzoek, bedoeld in art. 7.29 van de wet, heeft betrekking op de volgende vakken op het daarbij vermelde niveau:

Nadere informatie

FACULTEIT DER NATUURWETENSCHAPPEN, WISKUNDE EN INFORMATICA. ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING Masterschool Life and Earth Sciences studiejaar 2008-2009

FACULTEIT DER NATUURWETENSCHAPPEN, WISKUNDE EN INFORMATICA. ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING Masterschool Life and Earth Sciences studiejaar 2008-2009 UNIVERSITEIT VAN AMSTERDAM FACULTEIT DER NATUURWETENSCHAPPEN, WISKUNDE EN INFORMATICA ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING Masterschool Life and Earth Sciences studiejaar 2008-2009 DE MASTEROPLEIDING BIOMEDICAL

Nadere informatie

Men komt in aanmerking voor toelating tot het programma Kunstgeschiedenis indien men aantoont te beschikken over de volgende competenties:

Men komt in aanmerking voor toelating tot het programma Kunstgeschiedenis indien men aantoont te beschikken over de volgende competenties: Opleidingsspecifieke deel OER, 2016-2017 De opleiding Kunst- en cultuurwetenschappen Arts and Culture bestaat uit de programma s: Kunstgeschiedenis Gender Studies (see English EER) Arts & Society (voorheen

Nadere informatie

Deel B van de onderwijs- en examenregeling voor de duale masteropleiding Communicatie- en informatiewetenschappen, 90 EC, 2014-2015

Deel B van de onderwijs- en examenregeling voor de duale masteropleiding Communicatie- en informatiewetenschappen, 90 EC, 2014-2015 Deel B van de onderwijs- en examenregeling voor de duale masteropleiding Communicatie- en informatiewetenschappen, 90 EC, 2014-2015 1 Algemene bepalingen Artikel 1.1 Toepasselijkheid van de regeling Deze

Nadere informatie

Toelichting beoordelingskader bij beoordeling postinitiële wo-master opleidingen in Nederland

Toelichting beoordelingskader bij beoordeling postinitiële wo-master opleidingen in Nederland Toelichting beoordelingskader bij beoordeling postinitiële wo-master opleidingen in Nederland Het is aan het beoordelingspanel om te bepalen of deze toelichting relevant is bij de beoordeling van de onderhavige

Nadere informatie

Onderwijs- en examenregeling

Onderwijs- en examenregeling Onderwijs- en examenregeling geldig vanaf 1 september 2017 Opleidingsspecifiek deel: Bacheloropleiding: Russische studies Deze onderwijs- en examenregeling is gebaseerd op de Wet op het hoger onderwijs

Nadere informatie

Concept Beoordelingskader voor het bijzondere kenmerk residentieel onderwijs

Concept Beoordelingskader voor het bijzondere kenmerk residentieel onderwijs Concept Beoordelingskader voor het bijzondere kenmerk residentieel onderwijs 2 december 2008 Inhoud 1 Inleiding 3 2 Beoordelingskader 4 pagina 2 1 Inleiding Dit beoordelingskader bevat een aantal facetten

Nadere informatie

U I T S P R A A K 1 3-0 87

U I T S P R A A K 1 3-0 87 U I T S P R A A K 1 3-0 87 van het College van beroep voor de examens van de Universiteit Leiden inzake het beroep XXX, appellant tegen het Bestuur van de Faculteit der Geesteswetenschappen, verweerder

Nadere informatie

Onderwijs- en examenregeling

Onderwijs- en examenregeling Onderwijs- en examenregeling geldig vanaf 1 september 2011 Opleidingsspecifiek deel: Bacheloropleiding: Geschiedenis Deze Onderwijs- en examenregeling is opgesteld overeenkomstig artikel 7.13 van de Wet

Nadere informatie

Neerlandistiek CROHO 60849

Neerlandistiek CROHO 60849 Faculteit der Letteren Onderwijs- en Eamenregeling (OER) Deel B: Masteropleiding CROHO 60849 voor het studiejaar 2017-2018 Inhoud: 1. Algemene bepalingen 2. Toelating 3. Inhoud en inrichting van de opleiding

Nadere informatie

10 Masteropleiding Filosofie & Maatschappij

10 Masteropleiding Filosofie & Maatschappij 10 Masteropleiding Filosofie & Maatschappij 10.1 Inleiding Dit hoofdstuk bevat gedetailleerde informatie over de doelstellingen, eindkwalificaties en opbouw van de Masteropleiding Filosofie & Maatschappij.

Nadere informatie

DEEL B van de onderwijs- en examenregeling voor de bacheloropleiding Duitse taal en cultuur, 2014-2015

DEEL B van de onderwijs- en examenregeling voor de bacheloropleiding Duitse taal en cultuur, 2014-2015 DEEL B van de onderwijs- en examenregeling voor de bacheloropleiding e taal en cultuur, 2014-2015 1 - Algemene bepalingen Artikel 1.1 Toepasselijkheid van de regeling Deze regeling bestaat uit deel A en

Nadere informatie

Toetsplan Masteropleiding Midden-Oosten Studies

Toetsplan Masteropleiding Midden-Oosten Studies Toetsplan Masteropleiding Studies 2017-2018 JAAR 1 semester 1 Blok 1 Blok 2 vaktitel vakcode week 1-7 colleges week 8/9/10 (her)toetsing week 11-17 colleges week 18/19/20 (her)toetsing Conflicten in het

Nadere informatie

DEEL B VAN DE ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING VAN DE BACHELOROPLEIDING ROEMEENSE TAAL EN CULTUUR

DEEL B VAN DE ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING VAN DE BACHELOROPLEIDING ROEMEENSE TAAL EN CULTUUR DEEL B VAN DE ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING VAN DE BACHELOROPLEIDING ROEMEENSE TAAL EN CULTUUR 2015-2016 Deel B: opleidingsspecifiek deel 1. Algemene bepalingen Artikel 1.1 Begripsbepalingen Artikel 1.2

Nadere informatie

DEEL B van de onderwijs- en examenregeling voor de bacheloropleiding Spaanse taal en cultuur, 2014-2015

DEEL B van de onderwijs- en examenregeling voor de bacheloropleiding Spaanse taal en cultuur, 2014-2015 DEEL B van de onderwijs- en examenregeling voor de bacheloropleiding Spaanse taal en cultuur, 2014-2015 1 Algemene bepalingen Artikel 1.1 Toepasselijkheid van de regeling Deze regeling bestaat uit deel

Nadere informatie

Faculteit der Filosofie, Theologie en Religiewetenschappen ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING FFTR 2014-2015

Faculteit der Filosofie, Theologie en Religiewetenschappen ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING FFTR 2014-2015 Faculteit der Filosofie, Theologie en Religiewetenschappen ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING FFTR 2014-2015 Deel 2 Opleidingsspecifiek deel: Master Theologie Deze onderwijs- en examenregeling (OER-FFTR) treedt

Nadere informatie

STUDIEGIDS MASTER THEOLOGIE ALGEMEEN

STUDIEGIDS MASTER THEOLOGIE ALGEMEEN STUDIEGIDS MASTER THEOLOGIE ALGEMEEN Inhoud Eindkwalificaties... 2 Afstudeerrichtingen... 3 Structuur van de opleiding... 3 Beroepsperspectief... 3 Excellentietraject... 4 Toelating en inschrijving...

Nadere informatie

DEEL B van de onderwijs- en examenregeling voor de bacheloropleiding Algemene cultuurwetenschappen, 2014-2015

DEEL B van de onderwijs- en examenregeling voor de bacheloropleiding Algemene cultuurwetenschappen, 2014-2015 DEEL B van de onderwijs- en examenregeling voor de bacheloropleiding Algemene cultuurwetenschappen, 2014-2015 1 Algemene bepalingen Artikel 1.1 Toepasselijkheid van de regeling Deze regeling bestaat uit

Nadere informatie

In aanvulling op bovenstaande voorwaarden gelden de volgende aanvullende toelatingsvoorwaarden per track:

In aanvulling op bovenstaande voorwaarden gelden de volgende aanvullende toelatingsvoorwaarden per track: Opleidingsspecifieke deel OER, 2017-2018 De opleiding Kunst- en cultuurwetenschappen Arts and Culture bestaat uit de programma s: Gender Studies (see English EER) Arts & Society (voorheen Kunstbeleid en

Nadere informatie

Artikel Tekst 2.1 Toelatingseisen opleiding Voor toelating tot de opleiding Mediastudies komt in aanmerking de bezitter van

Artikel Tekst 2.1 Toelatingseisen opleiding Voor toelating tot de opleiding Mediastudies komt in aanmerking de bezitter van Opleidingsspecifieke deel OER, 2016-2017 Opleiding / programma: Mediastudies/ Film- en televisiewetenschap; New Media and Digital Culture (voorheen Nieuwe media en digitale cultuur, see English EER) Artikel

Nadere informatie

Januari 2010. Wijsbegeerte. Faculteit der Geesteswetenschappen Universiteit Leiden

Januari 2010. Wijsbegeerte. Faculteit der Geesteswetenschappen Universiteit Leiden Januari 2010 Wijsbegeerte Faculteit der Geesteswetenschappen Universiteit Leiden Uitgave: Quality Assurance Netherlands Universities (QANU) Catharijnesingel 56 Postbus 8035 3503 RA Utrecht Telefoon: 030

Nadere informatie

Richtlijn beoordeling postinitiële wo-master opleidingen in Nederland Positionering van de opleidingen De vergelijking met Vlaanderen

Richtlijn beoordeling postinitiële wo-master opleidingen in Nederland Positionering van de opleidingen De vergelijking met Vlaanderen Richtlijn beoordeling postinitiële wo-master opleidingen in Nederland Het is aan het beoordelingspanel om te bepalen of deze toelichting relevant is bij de beoordeling van de onderhavige opleiding. Positionering

Nadere informatie

Faculteit der Geesteswetenschappen Cluster Filosofie. Bachelor scriptiereglement voor de opleiding: Wijsbegeerte

Faculteit der Geesteswetenschappen Cluster Filosofie. Bachelor scriptiereglement voor de opleiding: Wijsbegeerte Faculteit der Geesteswetenschappen Cluster Filosofie Bachelor scriptiereglement voor de opleiding: Wijsbegeerte Vastgesteld door de Examencommissie CoH, clustercommissie Filosofie op 1-2-2019 Scriptiereglement

Nadere informatie

Deel II. 1. Doelstelling en eindtermen van de opleiding 2. De Masteropleiding in hoofdlijnen

Deel II. 1. Doelstelling en eindtermen van de opleiding 2. De Masteropleiding in hoofdlijnen Deel II De opbouw van de Masteropleiding 1. Doelstelling en eindtermen van de opleiding 2. De Masteropleiding in hoofdlijnen 13 Doelstelling en eindtermen van de opleiding 1 DOELSTELLING EN EINDTERMEN

Nadere informatie

2. Selectie van studenten geschiedt op basis van een oordeel over de volgende kerncompetenties van belangstellenden:

2. Selectie van studenten geschiedt op basis van een oordeel over de volgende kerncompetenties van belangstellenden: Opleidingsspecifieke deel OER, 2017-2018 Opleiding / programma: Theologie en Religiewetenschappen Programma: Religie en Samenleving Artikel Tekst 2.1 Toelatingseisen opleiding 1. Voor toelating tot de

Nadere informatie

2. Afgestudeerden in de bacheloropleiding Taalwetenschap:

2. Afgestudeerden in de bacheloropleiding Taalwetenschap: Opleidingsspecifieke deel OER, 2017-2018 Opleiding / programma: Artikel Tekst 2.3 Colloquium doctum Het toelatingsonderzoek, bedoeld in art. 7.29 van de wet, heeft betrekking op de volgende vakken op vwo-niveau:

Nadere informatie

U I T S P R A A K 1 3 0 5 5

U I T S P R A A K 1 3 0 5 5 U I T S P R A A K 1 3 0 5 5 van het College van beroep voor de examens van de Universiteit Leiden inzake het beroep van XXX, appellante tegen het Bestuur van de Faculteit der Geesteswetenschappen, verweerder

Nadere informatie

Opleidingsspecifieke deel OER, 2013-2014 Opleiding / programma: BA Communicatie- en informatiewetenschappen. Artikel Tekst 2.3 Colloquium doctum

Opleidingsspecifieke deel OER, 2013-2014 Opleiding / programma: BA Communicatie- en informatiewetenschappen. Artikel Tekst 2.3 Colloquium doctum Opleidingsspecifieke deel OER, 2013-2014 Opleiding / programma: Artikel Tekst 2.3 Colloquium doctum Het toelatingsonderzoek, bedoeld in art. 7.29 van de wet, heeft betrekking op maximaal vier van de volgende

Nadere informatie

Onderwijs- en examenregeling

Onderwijs- en examenregeling Onderwijs- en examenregeling geldig vanaf 1 september 2011 Opleidingsspecifiek deel: Bacheloropleiding: Russische Studies Deze Onderwijs- en examenregeling is opgesteld overeenkomstig artikel 7.13 van

Nadere informatie

Additionele beoordeling Faculteit der Rechtsgeleerdheid Universiteit Maastricht

Additionele beoordeling Faculteit der Rechtsgeleerdheid Universiteit Maastricht Additionele beoordeling Faculteit der Rechtsgeleerdheid Universiteit Maastricht Dit rapport hoort bij het rapport Rechtsgeleerdheid (VSNU, juli 2004) van de ongedeelde opleiding Nederlands Recht, Fiscaal

Nadere informatie

Onderwijs- en examenregeling

Onderwijs- en examenregeling Onderwijs- en examenregeling geldig vanaf 1 september 2017 Opleidingsspecifieke deel: Bacheloropleiding: Kunstgeschiedenis Deze onderwijs- en examenregeling is gebaseerd op de Wet op het hoger onderwijs

Nadere informatie

Onderwijs- en examenregeling

Onderwijs- en examenregeling Onderwijs- en examenregeling geldig vanaf 1 september 2010 Opleidingsspecifiek deel: Bacheloropleiding: Slavische talen en culturen Deze Onderwijs- en examenregeling is opgesteld overeenkomstig artikel

Nadere informatie

Richtlijn voor het schrijven van een zelfevaluatierapport ten behoeve van accreditatie van een opleiding in het wetenschappelijk onderwijs

Richtlijn voor het schrijven van een zelfevaluatierapport ten behoeve van accreditatie van een opleiding in het wetenschappelijk onderwijs Richtlijn voor het schrijven van een zelfevaluatierapport ten behoeve van accreditatie van een opleiding in het wetenschappelijk onderwijs Versie 0.9, november 2008 QANU (Quality Assurance Netherlands

Nadere informatie

Richtlijn voor het schrijven van een zelfevaluatierapport voor een beperkte opleidingsbeoordeling

Richtlijn voor het schrijven van een zelfevaluatierapport voor een beperkte opleidingsbeoordeling Richtlijn voor het schrijven van een zelfevaluatierapport voor een beperkte opleidingsbeoordeling Versie 1.0.3, 1 mei 2012 QANU (Quality Assurance Netherlands Universities) Catharijnesingel 56 Postbus

Nadere informatie

JAAR 1 semester 1 Blok 1 Blok 2. (her)toetsing Griekse grammatica en

JAAR 1 semester 1 Blok 1 Blok 2. (her)toetsing Griekse grammatica en BIJLAGE 1 Toetsplan Bacheloropleiding Taal en Cultuur 2014-2015 JAAR 1 semester 1 Blok 1 Blok 2 week 1-7 colleges week 8/9/10, 20 week 11-16, 19 colleges week 21/22, 30 Griekse grammatica en LQG010P05

Nadere informatie

B. OPLEIDINGSSPECIFIEK DEEL VAN DE ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING VAN DE DUALE PROGRAMMA NEDERLANDS ALS TWEEDE TAAL FACULTEIT DER GEESTESWETENSCHAPPEN

B. OPLEIDINGSSPECIFIEK DEEL VAN DE ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING VAN DE DUALE PROGRAMMA NEDERLANDS ALS TWEEDE TAAL FACULTEIT DER GEESTESWETENSCHAPPEN B. OPLEIDINGSSPECIFIEK DEEL VAN DE ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING VAN DE DUALE MASTEROPLEIDING TAALWETENSCHAPPEN 90 EC PROGRAMMA NEDERLANDS ALS TWEEDE TAAL FACULTEIT DER GEESTESWETENSCHAPPEN 2015-201 Deel

Nadere informatie

Politicologie Faculteit der Sociale Wetenschappen. Universiteit Leiden

Politicologie Faculteit der Sociale Wetenschappen. Universiteit Leiden Politicologie Faculteit der Sociale Wetenschappen Universiteit Leiden April 2010 Uitgave: Quality Assurance Netherlands Universities (QANU) Catharijnesingel 56 Postbus 8035 3503 RA Utrecht Telefoon: 030

Nadere informatie

Onderwijs- en examenregeling

Onderwijs- en examenregeling Onderwijs- en examenregeling geldig vanaf 1 september 2011 Opleidingsspecifiek deel: Bacheloropleiding: Griekse en Latijnse taal en cultuur Deze Onderwijs- en examenregeling is opgesteld overeenkomstig

Nadere informatie

U I T S P R A A K

U I T S P R A A K U I T S P R A A K 1 2-0 6 8 van het College van beroep voor de examens van de Universiteit Leiden inzake het beroep van [naam], appellant tegen de Bachelor Examencommissie Geneeskunde, verweerder 1. Ontstaan

Nadere informatie

Griekse en Latijnse Taal en Cultuur

Griekse en Latijnse Taal en Cultuur FACULTEIT DER LETTEREN ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING (OER) Deel B: Bacheloropleiding Griekse en Latijnse Taal en Cultuur voor het studiejaar 2015-2016 Inhoud: 1 Algemene bepalingen 2 Vooropleiding 3 Inhoud

Nadere informatie

Onderwijs- en examenregeling

Onderwijs- en examenregeling Onderwijs- en examenregeling geldig vanaf 1 september 2016 Opleidingsspecifiek deel: Bacheloropleiding: Taalwetenschap Deze Onderwijs- en examenregeling is opgesteld overeenkomstig artikel 7.13 van de

Nadere informatie

Politicologie Faculteit der Maatschappijen Gedragswetenschappen. Universiteit van Amsterdam

Politicologie Faculteit der Maatschappijen Gedragswetenschappen. Universiteit van Amsterdam Politicologie Faculteit der Maatschappijen Gedragswetenschappen Universiteit van Amsterdam Februari 2010 Uitgave: Quality Assurance Netherlands Universities (QANU) Catharijnesingel 56 Postbus 8035 3503

Nadere informatie

Bijzonder kenmerk Kleinschalig en intensief onderwijs

Bijzonder kenmerk Kleinschalig en intensief onderwijs Bijzonder kenmerk Kleinschalig en intensief onderwijs 4 november 2011 Inhoud 1 Inleiding 3 2 Beoordelingskader 4 3 Procedure 6 pagina 2 1 Inleiding Instellingsbesturen kunnen voor opleidingen met kleinschalig,

Nadere informatie

Additionele beoordeling Faculteit der Rechtsgeleerdheid Universiteit Utrecht

Additionele beoordeling Faculteit der Rechtsgeleerdheid Universiteit Utrecht Additionele beoordeling Faculteit der Rechtsgeleerdheid Universiteit Utrecht Dit rapport hoort bij het rapport Rechtsgeleerdheid (VSNU, juli 2004) van de ongedeelde opleiding Nederlands Recht, Notarieel

Nadere informatie

Accreditatiekader bestaande opleidingen hoger onderwijs [hbo-bachelor]: uitwerking voor Associate degree-programma s tijdens de pilotfase

Accreditatiekader bestaande opleidingen hoger onderwijs [hbo-bachelor]: uitwerking voor Associate degree-programma s tijdens de pilotfase Accreditatiekader bestaande opleidingen hoger onderwijs [hbo-bachelor]: uitwerking voor Associate degree-programma s tijdens de pilotfase 11 februari 2008 Inhoud 1 Inleiding 3 2 Accreditatiekader, toegespitst

Nadere informatie

Onderwijs- en examenregeling

Onderwijs- en examenregeling Onderwijs- en examenregeling geldig vanaf 1 september 2016 Opleidingsspecifieke deel: Bacheloropleiding: Kunstgeschiedenis Deze Onderwijs- en examenregeling is opgesteld overeenkomstig artikel 7.13 van

Nadere informatie

2. De afgestudeerde: o heeft kennis van en inzicht in (westerse) muziek in de hedendaagse samenleving en heeft vaardigheid in de historiografische,

2. De afgestudeerde: o heeft kennis van en inzicht in (westerse) muziek in de hedendaagse samenleving en heeft vaardigheid in de historiografische, Opleidingsspecifieke deel OER, 2013-2014 Artikel Tekst 2.3 Colloquium doctum Het toelatingsonderzoek, bedoeld in art. 7.29 van de wet, heeft betrekking op maximaal vier van de volgende vakken op VWO niveau:

Nadere informatie

6. Het eindniveau van de onderzoeksvaardigheden die via (1), (2) en (3) verworven zijn, komt tot uitdrukking in het bacheloreindwerkstuk.

6. Het eindniveau van de onderzoeksvaardigheden die via (1), (2) en (3) verworven zijn, komt tot uitdrukking in het bacheloreindwerkstuk. Opleidingsspecifieke deel OER, 0-0 BA Keltische talen en cultuur Artikel Tekst. Colloquium doctum Het toelatingsonderzoek, bedoeld in art. 7.9 van de wet, heeft betrekking op maximaal vier van de volgende

Nadere informatie

Eindkwalificaties van de bacheloropleiding Geschiedenis

Eindkwalificaties van de bacheloropleiding Geschiedenis Eindkwalificaties van de bacheloropleiding Geschiedenis Afgestudeerden van de opleiding hebben de onderstaande eindkwalificaties bereikt: I. Kennis Basiskennis en inzicht: 1. kennis van en inzicht in het

Nadere informatie

Juridische kennis en professionele vaardigheden

Juridische kennis en professionele vaardigheden Eindtermen Bachelor Rechtsgeleerdheid master rechtsgeleerdheid De bachelor heeft kennis van en inzicht in het geldende recht alsmede recht met elkaar verbonden zijn. De bachelor is in staat om vanuit het

Nadere informatie

Opleidingsspecifiek deel bij de OER Bacheloropleiding Natuurwetenschap en Innovatiemanagement Undergraduate School Geosciences

Opleidingsspecifiek deel bij de OER Bacheloropleiding Natuurwetenschap en Innovatiemanagement Undergraduate School Geosciences Opleidingsspecifiek deel bij de OER 2016-2017 Bacheloropleiding Natuurwetenschap en Innovatiemanagement Undergraduate School Geosciences art. 2.1 Toelating 1. Naast de in de wet genoemde diploma s die

Nadere informatie

Onderwijs- en examenregeling geldig vanaf 1 september 2011

Onderwijs- en examenregeling geldig vanaf 1 september 2011 Onderwijs- en examenregeling geldig vanaf 1 september 2011 Opleidingsspecifiek deel Masteropleiding: Nederlandkunde/ Dutch Studies Deze Onderwijs- en examenregeling is opgesteld overeenkomstig artikel

Nadere informatie

Onderwijs- en examenregeling geldig vanaf 1 September 2010

Onderwijs- en examenregeling geldig vanaf 1 September 2010 Onderwijs- en examenregeling geldig vanaf 1 September 2010 Opleidingsspecifiek deel Masteropleiding: Nederlandkunde/ Dutch Studies Deze Onderwijs- en examenregeling is opgesteld overeenkomstig artikel

Nadere informatie

Mei 2007. Liberal arts & sciences Faculteit Geesteswetenschappen Universiteit Utrecht

Mei 2007. Liberal arts & sciences Faculteit Geesteswetenschappen Universiteit Utrecht Mei 2007 Liberal arts & sciences Faculteit Geesteswetenschappen Universiteit Utrecht Uitgave: Quality Assurance Netherlands Universities (QANU) Catharijnesingel 56 Postbus 8035 3503 RA Utrecht Telefoon:

Nadere informatie

Studenten worden vanaf het eerste bachelorjaar vertrouwd gemaakt met theorie en praktijk van wetenschappelijk onderzoek.

Studenten worden vanaf het eerste bachelorjaar vertrouwd gemaakt met theorie en praktijk van wetenschappelijk onderzoek. Opleidingsspecifieke deel OER, 2017-2018 Opleiding / programma: Per 1 september 2018 verandert de naam van de opleiding naar BA Filosofie. Studenten kunnen tot en met 31 augustus 2018 afstuderen onder

Nadere informatie

Het diploma van de opleiding kan behaald worden tot en met 31 december 2015.

Het diploma van de opleiding kan behaald worden tot en met 31 december 2015. Opleidingsspecifieke deel OER, 2015-2016 Opleiding / programma: MSc Logopediewetenschap Artikel Tekst 2.1 Toelatingseisen opleiding Niet van toepassing NB: Sinds 1 september 2013 is instroom in de masteropleiding

Nadere informatie

Handreiking voor het schrijven van een kritische reflectie voor een beperkte opleidingsbeoordeling

Handreiking voor het schrijven van een kritische reflectie voor een beperkte opleidingsbeoordeling Handreiking voor het schrijven van een kritische reflectie voor een beperkte opleidingsbeoordeling September 2015 QANU (Quality Assurance Netherlands Universities) Catharijnesingel 56 Postbus 8035 3503

Nadere informatie

Onderwijs- en examenregeling geldig vanaf 1 september 2011

Onderwijs- en examenregeling geldig vanaf 1 september 2011 Onderwijs- en examenregeling geldig vanaf 1 september 2011 Opleidingsspecifiek deel Masteropleiding: Indian and Tibetan Studies Deze Onderwijs- en examenregeling is opgesteld overeenkomstig artikel 7.13

Nadere informatie

Onderwijs- en Examenregeling 2012/2013

Onderwijs- en Examenregeling 2012/2013 Onderwijs- en Examenregeling 2012/2013 Masteropleidingen Leraar Voorbereidend Hoger Onderwijs in Biologie Leraar Voorbereidend Hoger Onderwijs in Natuurkunde Leraar Voorbereidend Hoger Onderwijs in Scheikunde

Nadere informatie

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding wo-bachelor Biologie van de Rijksuniversiteit Groningen

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding wo-bachelor Biologie van de Rijksuniversiteit Groningen nvao r n e d e ria n d s- ulaamse a c c re d ita tie o rg a n is a tie Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding wo-bachelor Biologie van de Rijksuniversiteit Groningen datum

Nadere informatie

Onderwijs- en examenregeling

Onderwijs- en examenregeling Onderwijs- en examenregeling geldig vanaf 1 september 2011 Opleidingsspecifiek deel: Bacheloropleiding: Slavische talen en culturen Deze Onderwijs- en examenregeling is opgesteld overeenkomstig artikel

Nadere informatie

Het toelatingsonderzoek, bedoeld in art van de wet, heeft betrekking op de volgende vakken op VWO-niveau: Wiskunde A of B en Engels.

Het toelatingsonderzoek, bedoeld in art van de wet, heeft betrekking op de volgende vakken op VWO-niveau: Wiskunde A of B en Engels. Opleidingsspecifieke deel OER, 2012-2013 BA Kunstmatige intelligentie Artikel Tekst 2.3 Colloquium doctum Het toelatingsonderzoek, bedoeld in art. 7.29 van de wet, heeft betrekking op de volgende vakken

Nadere informatie

Onderwijs- en examenregeling

Onderwijs- en examenregeling Onderwijs- en examenregeling geldig vanaf 1 september 2011 Opleidingsspecifiek deel: Bacheloropleiding: Godgeleerdheid Deze Onderwijs- en examenregeling is opgesteld overeenkomstig artikel 7.13 van de

Nadere informatie

BEOORDELINGSFORMULIER STAGES BACHELOR NIVEAU 3

BEOORDELINGSFORMULIER STAGES BACHELOR NIVEAU 3 Faculteit Geesteswetenschappen BEOORDELINGSFORMULIER STAGES BACHELOR NIVEAU 3 Onderstaand formulier betreft de beoordeling van het stageverslag en het onderzoeksverslag. Deze wordt door de begeleidende

Nadere informatie

Handreiking bij het beoordelingskader voor het bijzonder kenmerk Kleinschalig en intensief onderwijs

Handreiking bij het beoordelingskader voor het bijzonder kenmerk Kleinschalig en intensief onderwijs Handreiking bij het beoordelingskader voor het bijzonder kenmerk Kleinschalig en intensief onderwijs 12 november 2012 Inhoudsopgave 1 Inleiding 3 2 Handreiking voor specifieke invulling van de standaarden

Nadere informatie

Opleidingsspecfiek deel BA Kunstgeschiedenis. colloquium doctum

Opleidingsspecfiek deel BA Kunstgeschiedenis. colloquium doctum Opleidingsspecfiek deel Art.2.3 colloquium doctum Het toelatingsonderzoek, bedoeld in art. 7.29 van de wet, heeft betrekking op maximaal vier van de volgende vakken op het daarbij vermelde niveau: Nederlands,

Nadere informatie

Opleiding / programma: Neerlandistiek/ Neerlandistiek (voorheen Nederlandse taal en cultuur)

Opleiding / programma: Neerlandistiek/ Neerlandistiek (voorheen Nederlandse taal en cultuur) Opleidingsspecifieke deel OER, 2016-2017 Opleiding / programma: Neerlandistiek/ Neerlandistiek (voorheen Nederlandse taal en cultuur) Artikel Tekst 2.1 Toelatingseisen opleiding Per 1 september 2016 is

Nadere informatie

Onderwijs- en examenregeling

Onderwijs- en examenregeling Onderwijs- en examenregeling geldig vanaf 1 september 2016 Opleidingsspecifiek deel: Bacheloropleiding: Engelse taal en cultuur Deze Onderwijs- en examenregeling is opgesteld overeenkomstig artikel 7.13

Nadere informatie

QANU september 2010. Onderwijsvisitatie Medische Informatiekunde Universiteit van Amsterdam

QANU september 2010. Onderwijsvisitatie Medische Informatiekunde Universiteit van Amsterdam QANU september 2010 Onderwijsvisitatie Medische Informatiekunde Universiteit van Amsterdam Uitgave: Quality Assurance Netherlands Universities (QANU) Catharijnesingel 56 Postbus 8035 3503 RA Utrecht Telefoon:

Nadere informatie

Minor Filosofie en Wetenschap Vrije Universiteit Amsterdam - Onderwijscentrum VU - Minoren - 2013-2014

Minor Filosofie en Wetenschap Vrije Universiteit Amsterdam - Onderwijscentrum VU - Minoren - 2013-2014 Minor Filosofie en Wetenschap Vrije Universiteit Amsterdam - Onderwijscentrum VU - Minoren - 2013-2014 Vrije Universiteit Amsterdam - Onderwijscentrum VU - Minoren - 2013-2014 I Inhoudsopgave Vak: Filosofische

Nadere informatie

Opleidingsspecifiek deel MA Portugese taal en cultuur. toelatingseisen opleiding

Opleidingsspecifiek deel MA Portugese taal en cultuur. toelatingseisen opleiding Opleidingsspecifiek deel Art.2.1 toelatingseisen opleiding 1. Toelaatbaar tot de opleiding is de bezitter van een Nederlands of een buitenlands diploma van hoger onderwijs, die aantoont te beschikken over

Nadere informatie

Toetsplan Bachelor CIW 2014-2015

Toetsplan Bachelor CIW 2014-2015 Toetsplan Bachelor CIW 2014-2015 BA 1 CIW Blok 1 Blok 2 Blok 3 Blok 4 7 collegewekeweken blok 1 weken blok 2 weken blok 3 3 toetsweken 7 college- hertoetsweek 2 toetsweken 7 college- hertoetsweek 2 toetsweken

Nadere informatie

Besluit strekkende tot een positieve beoordeling van een aanvraag Toets nieuwe opleiding hbo-bachelor Game Architecture and Design van de NHTV

Besluit strekkende tot een positieve beoordeling van een aanvraag Toets nieuwe opleiding hbo-bachelor Game Architecture and Design van de NHTV College van bestuur NHTV Internationale Hogeschool Breda Postbus 3917 4800 DX BREDA Besluit Besluit strekkende tot een positieve beoordeling van een aanvraag Toets nieuwe opleiding hbo-bachelor Game Architecture

Nadere informatie

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING. Faculteit der Filosofie, Theologie en Religiewetenschappen. Deel 2 (Opleidingsspecifiek deel)

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING. Faculteit der Filosofie, Theologie en Religiewetenschappen. Deel 2 (Opleidingsspecifiek deel) ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING 2016-2017 Faculteit der Filosofie, Theologie en Religiewetenschappen Deel 2 (Opleidingsspecifiek deel) Deze onderwijs- en examenregeling (OER-FFTR) treedt in werking op 1 september

Nadere informatie

Universiteit van Amsterdam FACULTEIT DER NATUURWETENSCHAPPEN, WISKUNDE EN INFORMATICA

Universiteit van Amsterdam FACULTEIT DER NATUURWETENSCHAPPEN, WISKUNDE EN INFORMATICA Universiteit van Amsterdam FACULTEIT DER NATUURWETENSCHAPPEN, WISKUNDE EN INFORMATICA ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING Voor de Bacheloropleidingen Bio-exact Natuurkunde en Sterrenkunde, Scheikunde, Wiskunde

Nadere informatie

Onderwijs- en examenregeling geldig vanaf 1 September 2010

Onderwijs- en examenregeling geldig vanaf 1 September 2010 Onderwijs- en examenregeling geldig vanaf 1 September 2010 Opleidingsspecifiek deel Masteropleiding: Italiaanse taal en cultuur Deze Onderwijs- en examenregeling is opgesteld overeenkomstig artikel 7.13

Nadere informatie

U I T S P R A A K

U I T S P R A A K U I T S P R A A K 1 3 2 4 6 van het College van beroep voor de examens van de Universiteit Leiden inzake het beroep van [naam], appellant tegen het Bestuur van de Faculteit der Rechtsgeleerdheid, verweerder

Nadere informatie

Universiteit van Amsterdam wo-bachelor Biologie (180 EC) 23 maart 2016 Bachelor of Science voltijd Amsterdam

Universiteit van Amsterdam wo-bachelor Biologie (180 EC) 23 maart 2016 Bachelor of Science voltijd Amsterdam ,nvao w nederlands-vlaamse accreditatieorganisatie Besluit Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding wo-bachelor Biologie van de Universiteit van Amsterdam datum 29 juli 2016

Nadere informatie

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING. Faculteit der Filosofie, Theologie en Religiewetenschappen. Bachelor Religiewetenschappen

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING. Faculteit der Filosofie, Theologie en Religiewetenschappen. Bachelor Religiewetenschappen ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING 2015-2016 Faculteit der Filosofie, Theologie en Religiewetenschappen Deel 2 (Opleidingsspecifiek deel) Bachelor Religiewetenschappen Deze onderwijs- en examenregeling (OER-FFTR)

Nadere informatie

Onderwijs- en Examen Regeling (OER) Programma Masteropleiding Sociologie Faculteit der Gedrags- en Maatschappijwetenschappen

Onderwijs- en Examen Regeling (OER) Programma Masteropleiding Sociologie Faculteit der Gedrags- en Maatschappijwetenschappen Onderwijs- en Examen Regeling (OER) Programma Masteropleiding Sociologie Faculteit der Gedrags- en Maatschappijwetenschappen 2018-2019 Bijlage: het programma 1 Master-OER Sociologie 2018/2019 Artikel 1

Nadere informatie

Opleiding / programma: Filosofie - Philosophy / Wijsbegeerte (dicht per 1 september 2016), Applied Ethics (see English EER)

Opleiding / programma: Filosofie - Philosophy / Wijsbegeerte (dicht per 1 september 2016), Applied Ethics (see English EER) Opleidingsspecifieke deel OER, 2016-2017 Opleiding / programma: Filosofie - Philosophy / Wijsbegeerte (dicht per 1 september 2016), Applied Ethics (see English EER) Artikel Tekst 2.1 Toelatingseisen opleiding

Nadere informatie

Opleiding / programma: Neerlandistiek/ Nederlandse Literatuur en Cultuur (voorheen Nederlandse letterkunde)

Opleiding / programma: Neerlandistiek/ Nederlandse Literatuur en Cultuur (voorheen Nederlandse letterkunde) Opleidingsspecifieke deel OER, 2017-2018 Opleiding / programma: Neerlandistiek/ Nederlandse Literatuur en Cultuur (voorheen Nederlandse letterkunde) Artikel Tekst 2.1 Toelatingseisen opleiding Sinds 1

Nadere informatie

Opleiding / programma: Filosofie - Philosophy / Wijsbegeerte (dicht sinds 1 september 2016), Applied Ethics (see English EER)

Opleiding / programma: Filosofie - Philosophy / Wijsbegeerte (dicht sinds 1 september 2016), Applied Ethics (see English EER) Opleidingsspecifieke deel OER, 2017-2018 Opleiding / programma: Filosofie - Philosophy / Wijsbegeerte (dicht sinds 1 september 2016), Applied Ethics (see English EER) Artikel Tekst 2.1 Toelatingseisen

Nadere informatie

Bijlage Onderwijs- en Examenregeling (OER) Master Programma van Pedagogische Wetenschappen. Faculteit der Gedrags- en Maatschappijwetenschappen

Bijlage Onderwijs- en Examenregeling (OER) Master Programma van Pedagogische Wetenschappen. Faculteit der Gedrags- en Maatschappijwetenschappen Bijlage Onderwijs- en Examenregeling (OER) Master Programma van Pedagogische Wetenschappen Faculteit der Gedrags- en Maatschappijwetenschappen 2016-2017 Paragraaf 1 Algemene bepalingen Artikel 1.1 Doel

Nadere informatie

Toetsplan Bacheloropleiding Kunsten, Cultuur en Media 2014-2015

Toetsplan Bacheloropleiding Kunsten, Cultuur en Media 2014-2015 Toetsplan Bacheloropleiding Kunsten, Cultuur en Media 2014-2015 JAAR 1 semester 1 Blok 1 Blok 2 titel code week 1-7 colleges Introduction to Audiovisual Culture continue toetsing, wekelijks verschillende

Nadere informatie

Onderwijs- en examenregeling

Onderwijs- en examenregeling Onderwijs- en examenregeling geldig vanaf 1 september 2010 Opleidingsspecifiek deel: Bacheloropleiding: Hebreeuwse en Joodse studies Deze Onderwijs- en examenregeling is opgesteld overeenkomstig artikel

Nadere informatie