KONINKLIJK BESLUIT VAN 17 JANUARI 2006

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "KONINKLIJK BESLUIT VAN 17 JANUARI 2006"

Transcriptie

1 KONINKLIJK BESLUIT VAN 17 JANUARI 2006 tot invoering van een stelsel van uitkeringen voor moederschapshulp ten gunste van vrouwelijke zelfstandigen en tot wijziging van het koninklijk besluit van 12 december 2001 betreffende de dienstencheques (BS 23 januari 2006) Gewijzigd door: - het koninklijk besluit van 3 mei 2007 (BS 5 juni 2007, 1e editie); - het koninklijk besluit van 12 augustus 2008 (BS 8 september 2008, 1e editie); - het koninklijk besluit van 11 januari 2009 (BS 3 februari 2009). Bijwerking 2009/1 A.3

2 [Artikel Dit besluit voert, in het kader van de bepalingen tot bevordering van de verzoening tussen het beroepsleven en het privé-leven van zelfstandigen, een sociale uitkering genaamd «moederschapshulp», in. a) «koninklijk besluit nr. 38», het koninklijk besluit nr. 38 van 27 juli 1967 houdende inrichting van het sociaal statuut der zelfstandigen; b) «vrouwelijke zelfstandige», elke vrouwelijke zelfstandige, helpster of meewerkende echtgenote onderworpen aan het sociaal statuut der zelfstandigen krachtens voornoemd koninklijk besluit nr. 38 die sociale bijdragen verschuldigd is hetzij berekend minstens op een minimuminkomen zoals bedoeld in artikel 12, 1, tweede lid of 12, 1ter, eerste lid, hetzij in geval van begin van bezidheid, bijdragen zoals bedoeld in artikel 13bis, 2, 1 en 2, van het voornoemd koninklijk besluit nr. 38; c) «dienstencheque», het betaalmiddel bedoeld bij artikel 2, 1, 1, van de wet van 20 juli 2001 tot bevordering van buurtdiensten en -banen; d) «sociaal verzekeringsfonds», de sociale verzekeringsfondsen voor zelfstandigen bedoeld in artikel 20 van voornoemd koninklijk besluit nr. 38; e) «uitgiftebedrijf», het uitgiftebedrijf bedoeld bij artikel 2, 1, 2, van de voornoemde wet van 20 juli 2001; f) «erkende onderneming», de onderneming bedoeld bij artikel 2, 1, 6, van de voornoemde wet van 20 juli 2001; g) «Rijksinstituut», het Rijksinstituut voor de sociale verzekeringen der zelfstandigen, opgericht bij artikel 21 van voornoemde koninklijk besluit nr. 38; h) «RVA», de Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening bedoeld in artikel 7 van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders.] (3) Bijwerking 2008/1 A.4

3 Artikel 2. De moederschapshulp bestaat uit de toekenning aan de vrouwelijke zelfstandige, met inachtneming van de voorwaarden vastgesteld bij dit besluit, van [105] (1) dienstencheques waarvan de aankoopprijs ten laste wordt genomen door het sociaal verzekeringsfonds waarbij ze is aangesloten. Artikel 3. De moederschapschulp wordt toegekend aan de vrouwelijke zelfstandige ter gelegenheid van de geboorte van haar kind of kinderen, wanneer genoemde vrouwelijke zelfstandige haar activiteit herneemt en beantwoordt aan de volgende voorwaarden: 1 Ze moet onderworpen zijn geweest aan het sociaal statuut der zelfstandigen tijdens de twee kwartalen die het kwartaal van haar bevalling zijn voorafgegaan; 2 Ze moet in orde te zijn met de krachtens het koninklijk besluit nr. 38 verschuldigde sociale bijdragen die betrekking hebben op deze twee kwartalen voorafgaand aan het kwartaal van de bevalling; 3 Ze moet onderworpen blijven aan voornoemd sociaal statuut tot de toekenning van de hulp bedoeld in artikel 4 [ ] (3bis) (10); 4 Ze moet een aanvraag tot moederschapshulp indienen overeenkomstig de in artikel 4 van dit besluit bepaalde vormvoorschriften. Bovendien moet de pasgeborene geboren zijn vanaf 1 januari 2006 en het voorwerp uitmaken van een inschrijving in het Belgisch rijksregister der natuurlijke personen in het gezin van zijn moeder na zijn geboorte tot de toekenning van de moederschapshulp zoals voorzien in artikel 4. Indien het kind overlijdt, volstaat het feit dat het ingeschreven was in het gezin van zijn moeder om aan deze voorwaarde te voldoen. Artikel Om de moederschapshulp te ontvangen moet de vrouwelijke zelfstandige een aanvraag doen bij het sociaal verzekeringsfonds waarbij ze is aangesloten, per gewone of elektronische post [, per fax] (4) of door het neerleggen van een aanvraag ter plaatse, tegen ontvangstbewijs zoals bedoeld in 2. Bijwerking 2009/1 A.5

4 De aanvraag dient te worden gedaan ten vroegste vanaf de zesde maand van de zwangerschap en ten laatste op het einde van [vijftiende week] (5) volgend op de datum van de bevalling. Elke aanvraag gedaan na deze vervaldag is onontvankelijk. 2. Het sociaal verzekeringsfonds bevestigt de ontvangst van de aanvraag en, indien de aanvraagster de in artikel 3, eerste lid, 1, vastgestelde voorwaarde vervult, nodigt het zijn aangeslotene uit om : een kopie van het attest van geboorte, [of een uittreksel uit de geboorteakte, afgeleverd door] de gemeente waar het kind werd aangegeven, voor te leggen (11); haar gebruikersnummer bij het uitgiftebedrijf mee te delen, indien zij over een dergelijk nummer beschikt of, bij gebrek hieraan, het daartoe ontworpen inschrijvingsformulier in te vullen en het behoorlijk ingevuld en ondertekend terug te zenden. 3. In het geval dat de voorwaarden beschreven in [artikel 3, eerste lid, 1 en 4 ] (6), vervuld zijn, bezorgt het sociaal verzekeringsfonds aan het uitgiftebedrijf een attest genaamd attest van begunstigde van moederschapshulp waarop wordt vermeld dat de vrouwelijke zelfstandige het recht opent op ontvangst van moederschapshulp, weliswaar afhankelijk gesteld van het behoud van haar onderwerping aan het sociaal statuut der zelfstandigen zoals bepaald in artikel 1, 2, b), tot de toekenning van de hulp en, desgevallend, van vereffening van de sociale bijdragen bedoeld in artikel 3, 2 en 3. Het attest moet het gebruikersnummer bij het uitgiftebedrijf vermelden of moet, in voorkomend geval, vergezeld zijn van de aanvraag tot inschrijving. [ ] (12) Het sociaal verzekeringsfonds bezorgt een afschrift van dit attest van begunstigde van moederschapshulp aan de aanvraagster. [Het in het eerste lid bedoelde attest moet worden bezorgd zodra de in artikel 4, 2, bedoelde documenten ontvangen zijn, en ten laatste binnen een termijn van 15 dagen vanaf deze ontvangst. Het attest mag evenwel niet worden bezorgd voor de inschrijving van het kind in het Belgisch rijksregister der natuurlijke personen in het gezin van de vrouwelijke zelfstandige.] (13) Bijwerking 2009/1 A.6

5 4. Bij ontvangst van het attest van begunstigde van moederschapshulp gaat het uitgiftebedrijf desgevallend over tot de inschrijving van de vrouwelijke zelfstandige. Het uitgiftebedrijf bevestigt aan het fonds dat het dossier volledig is en vraagt het fonds om over te gaan tot de betaling van het verschuldigde bedrag voor de aankoop van de dienstencheques die na betaling ervan aan de aangeslotene zullen worden bezorgd. 5. [Het sociaal verzekeringsfonds gaat over tot de uitbetaling van de aankoopprijs van de 105 dienstencheques ten vroegste de dag na de bevalling, mits de voorwaarden en formaliteiten van artikel 3 en dit artikel worden nageleefd.] (7) (14) In de termijn bedoeld in artikel 4, eerste lid van het koninklijk besluit van 12 december 2001 betreffende de dienstencheques, bezorgt het uitgiftebedrijf de [105] (2) dienstencheques aan de vrouwelijke zelfstandige. 6. De dienstencheques toegekend onder de in onderhavig besluit gestelde voorwaarden, hebben een geldigheidsduur van 8 maanden, overeenkomstig artikel 3, 2, van het koninklijk besluit van 12 december 2001 betreffende de dienstencheques. Artikel Indien het sociaal verzekeringsfonds vaststelt dat zij het attest van begunstigde van moederschapshulp overeenkomstig artikel 4, 3, eerste alinea van onderhavig besluit niet kan afleveren of niet had mogen, omdat de vrouwelijke zelfstandige niet beantwoordt aan de voorwaarden opgelegd door deze bepaling om te kunnen genieten van de moedershapschulp, laat het sociaal verzekeringsfonds haar via een ter post aangetekend schrijven de met redenen omklede beslissing tot weigering weten. Deze kennisgeving moet vermelden dat een beroep tegen voornoemde beslissing kan worden ingesteld bij de arbeidsrechtbank van de woonplaats van de [vrouwelijke zelfstandige] (8). Dit beroep moet ingediend worden binnen een termijn van 3 maanden na de kennisgeving van de beslissing tot weigering van de toekenning van de moederschapschulp. Het sociaal verzekeringsfonds deelt het uitgiftebedrijf deze beslissing mee, indien laatstgenoemde het in artikel 4, 3, bedoelde attest reeds heeft ontvangen. Bijwerking 2009/1 A.7

6 2. Indien de [vrouwelijke zelfstandige] (9) de moederschapshulp niet mocht genieten, terwijl ze de dienstencheques in het kader van voornoemde hulp reeds heeft verkregen, moet de vrouwelijke zelfstandige aan het sociaal verzekeringsfonds de tussenkomst van het fonds voor de aankoopprijs van de aldus verkregen dienstencheques terugbetalen. Indien de ten onrechte toegekende dienstencheques door bedrieglijke handelingen of door valse of opzettelijk onvolledige verklaringen werd bekomen moet de vrouwelijke zelfstandige aan het sociaalverzekeringsfonds 19,52 euro per aldus verkregen dienstencheque terugbetalen. De aldus teruggevorderde bedragen dienen te worden verrekend met de bedragen bedoeld in artikel 51, 1, eerste lid, van het koninklijk besluit van 19 december 1967 houdende algemeen reglement in uitvoering van het koninklijk besluit nr. 38 zoals aangevuld in artikel 8 van dit besluit. De terugvordering verjaart door verloop van 5 jaar te rekenen vanaf de uitgifte van toegekende dienstencheques. In geval van terugbetaling door de vrouwelijke zelfstandige, deelt het sociaal verzekeringsfonds dit aan het uitgiftebedrijf mee. 3. In geval van niet-terugvordering van de onverschuldigde bedragen bedoeld in 2, wanneer de niet-terugvordering voortvloeit uit een nalatigheid of bedrog van het sociaal verzekeringsfonds, wordt dit fonds aansprakelijk gesteld bij beslissing van de Minister van Middenstand en worden de nietteruggevorderde bedragen ten laste gelegd van de opbrengst van de bijdragen bestemd voor het dekken van de administratiekosten van het fonds. 4. De vordering tot betaling van de dienstencheques, bedoeld in artikel 4, 5, van dit besluit, verjaart na vijf jaar. De termijn van vijf jaar vangt aan [de eerste dag na de bevalling van de zelfstandige]. (15) Artikel 6. In artikel 3 van het koninklijk besluit van 12 december 2001 betreffende de dienstencheques, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 31 maart 2004 en 10 november 2004, worden de volgende wijzigingen aangebracht : Bijwerking 2009/1 A.8

7 1 2 wordt aangevuld met het volgende lid : In het raam van de moederschapshulp bedoeld in het koninklijk besluit van 17 januari 2006 tot invoering van een stelsel van uitkeringen voor moederschapshulp ten gunste van vrouwelijke zelfstandigen en tot wijziging van het koninklijk besluit van 12 december 2001 betreffende de dienstencheques, gebeurt de overschrijving of storting bedoeld in het eerste lid door het sociaal verzekeringsfonds bedoeld in artikel 1, 2, d), van het voornoemde besluit van 17 januari ; 2 3, eerste lid, wordt aangevuld als volgt: In het raam van de moederschapshulp bedoeld in het voornoemde koninklijk besluit van 17 januari 2006 kunnen de gebruikers evenwel bij het uitgiftebedrijf geen terugbetaling aanvragen van de dienstencheques die nog niet werden gebruikt. ; 3 3, derde lid, wordt aangevuld als volgt: In het raam van de moederschapshulp bedoeld in het voornoemde koninklijk besluit van 17 januari 2006 kan de gebruiker geen terugbetaling vragen van verloren dienstencheques (verlies of diefstal). Artikel 7. Artikel 9 van hetzelfde besluit wordt aangevuld met het volgende lid: In het raam van de moederschapshulp bedoeld in het voornoemde koninklijk besluit van 17 januari 2006 maakt het uitgiftebedrijf geen fiscaal attest over aan de gebruiker. Artikel 8. In artikel 51, 1 van het koninklijk besluit van 19 december 1967 houdende algemeen reglement in uitvoering van het koninklijk besluit nr. 38 worden de woorden de uitkeringen voor moederschapshulp ingevoegd tussen de woorden de uitkeringen van de sociale verzekering in geval van faillissement en wanneer deze betaling binnen vijf dagen dient te geschieden. Bijwerking 2006/1 A.9

8 Artikel 9. De RVA deelt in de loop van de maand die volgt op elk kwartaal en voor de eerste maal tijdens de maand april 2006, aan het Rijksinstituut mee hoeveel dienstencheques er in de loop van het voorgaande kwartaal aan een erkende onderneming betaald zijn in het kader van de moederschapshulp. Op basis van het aantal dienstencheques dat wordt meegedeeld, stort het Rijksinstituut aan de RVA een bedrag van 4,29 euro per aan een erkende onderneming betaalde dienstencheque, zonder per jaar het bedrag voorzien bij artikel 66, 3sexies, eerste lid, van de programmawet van 2 januari 2001 evenweel te mogen overschijden. In de loop van de maand januari 2006 stort het Rijksinstituut aan de RVA een eenmalig bedrag van 375 duizend euro. Dit bedrag maakt deel uit van het bedrag voorzien bij artikel 66, 3sexies, eerste lid, van de programmawet van 2 januari 2001 voor het jaar Dit eenmalig bedrag dekt onder meer de kost van de aanpassingen van het informaticasysteem die het uitgiftebedrijf moet uitvoeren. Artikel 10. Onze Minister van Werk en Onze Minister van Middenstand zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit. Artikel 11. Dit besluit treedt in werking op de datum van inwerkingtreding van artikel 21 van de programmawet van 27 december Bijwerking 2006/1 A.10

9 INDEX A (alternatieve hulp) Ref. Gewijzigd door Artikel Datum van inwerkingtreding Belgisch Staatsblad 1 KB e editie 3 KB a) , 3bis 2 1 e editie 4 3,1 5 3,2 6 3,3 7 3,4 8 4,1 9 4,2 10 KB b) ,1 12 2,2 13 2,3 14 2, a) Het artikel 5 van dit koninklijk besluit luidt als volgt: " Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2006, met uitzondering van : - artikel 1, wat betreft de verwijzing in artikel 12, 2, b), van het koninklijk besluit van 17 januari 2006, zoals vervangen bij dit besluit, naar artikel 13bis, 2, 1 en 2, van het koninklijk besluit nr. 38, dat uitwerking heeft met ingang van 1 januari 2008; - artikel 3, 2, dat in werking treedt op 1 augustus 2008 en voor de eerste maal van toepassing is op de geboorten die plaatshebben vanaf 1 juli 2008; - artikel 3, 4, dat uitwerking heeft met ingang van 1 mei 2007 en voor de eerste maal van toepassing is op de geboorten die plaatshebben vanaf 1 mei 2007.". b) Het artikel 5 van dit koninklijk besluit luidt als volgt: "Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2009, voor iedere bevalling vanaf deze datum, met uitzondering van het artikel 2, 1, datuitwerking heeft met ingang van 1 januari 2006." Bijwerking 2009/1 A.10/1

10 KONINKLIJK BESLUIT VAN 20 DECEMBER 2006 tot invoering van een stelsel van de toekenningsvoorwaarden van een adoptie-uitkering ten gunste van de zelfstandigen (B.S. 11 januari 2007) Gewijzigd door: - het koninklijk besluit van 16 januari 2010 (BS 31 januari 2011, 2e editie). Bijwerking 2010/4 A.11

11 Artikel Dit besluit voert, in het kader van de prestaties tot bevordering van de verzoening van het beroepsleven en het privé-leven van zelfstandigen bedoeld in artikel 18, 5, van koninklijk besluit nr. 38, de voorwaarden voor een adoptie-uitkering in. 2. Voor de toepassing van dit besluit dient te worden verstaan onder: a) koninklijk besluit nr. 38, het koninklijk besluit nr. 38 van 27 juli 1967 houdende inrichting van het sociaal statuut der zelfstandigen; b) zelfstandige, elke zelfstandige, helper of meewerkende echtgenoot onderworpen aan het sociaal statuut der zelfstandigen krachtens voornoemd koninklijk besluit nr. 38 die sociale bijdragen verschuldigd is, hetzij berekend minstens op een minimuminkomen zoals bedoeld in artikel 12, 1, tweede lid of 12, 1ter eerste lid, hetzij in geval van begin van activiteit, bijdragen zoals bedoeld in artikel 40, 1, 1 et 1 bis van voornoemd koninklijk besluit van 19 december 1967 houdende algemeen reglement in uitvoering van het koninklijk besluit nr. 38; c) hoofdverblijfplaats: hoofdverblijfplaats in de zin van artikel 3, eerste lid, 5, van de wet van 8 augustus 1983 tot regeling van een Rijksregister van de natuurlijke personen; d) koninklijk besluit van 20 juli 1971: koninklijk besluit houdende instelling van een uitkeringsverzekering en een moederschapsverzekering ten voordele van de zelfstandigen en van de meewerkende echtgenoten; e) verzekeringsinstelling: verzekeringsinstelling bedoeld in artikel 4 van het koninklijk besluit van 20 juli 1971 houdende instelling van een uitkeringsverzekering en een moederschapsverzekering ten voordele van de zelfstandigen en van de meewerkende echtgenoten. Artikel 2. De adoptie-uitkering wordt toegekend aan de zelfstandige, met inachtneming van de voorwaarden vastgesteld bij dit besluit, naar aanleiding van de adoptie van één of meerdere kinderen. Bijwerking 2007/1 A.12

12 Artikel 3. Het bedrag van de adoptie-uitkering wordt vastgesteld in functie van een periode van maximum zes weken, zo het kind bij het begin van deze de leeftijd van 3 jaar niet heeft bereikt, en maximum vier weken als het kind zich bevindt tussen de leeftijd van 3 tot 8 jaar. Tijdens deze periode mag de zelfstandige, ten persoonlijke titel, geen enkele beroepsactiviteit uitoefenen. Indien de zelfstandige ervoor kiest om niet het toegestane maximum aantal weken van deze periode op te nemen, dient deze ten minste een week of een veelvoud van een week te bedragen. De maximumduur van deze periode wordt verdubbeld wanneer het kind getroffen is door een lichamelijke of geestelijke ongeschiktheid van ten minste 66 % of door een aandoening die tot gevolg heeft dat ten minste 4 punten toegekend worden in pijler 1 van de medisch-sociale schaal in de zin van de regelgeving betreffende de kinderbijslag. Deze periode vangt aan op de dag die door de zelfstandige wordt gekozen maar ten vroegste de dag van de inschrijving van het kind in de hoofdverblijfplaats van de adoptant en ten laatste twee maanden na deze inschrijving. Deze periode neemt een einde op het moment waarop het kind de leeftijd van acht jaar bereikt. Artikel De gerechtigden bedoeld in artikel 3 van het koninklijk besluit van 20 juli 1971 hebben recht op een adoptie-uitkering voor het tijdvak beoogd in artikel 3 van dit besluit. 2. Voor het verkrijgen van het recht op een adoptie-uitkering moet de gerechtigde bedoeld in artikel 3 van het koninklijk besluit van 20 juli 1971 de voorwaarden bepaald in de artikelen 14 tot 18 van voornoemd besluit vervullen. Tijdens het tijdvak beoogd in artikel 3 van dit besluit, kan de gerechtigde geen aanspraak maken op primaire arbeidsongeschiktheidsuitkeringen noch op invaliditeitsuitkeringen, toegekend krachtens het koninklijk besluit van 20 juli De adoptie-uitkering wordt verminderd met het bedrag van de uitkeringen waarop de gerechtigde, tijdens het tijdvak bedoeld in artikel 3, aanspraak kan maken krachtens de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen gecoördineerd op 14 juli Bijwerking 2007/1 A.13

13 Artikel 5. De adoptie-uitkering wordt uitgekeerd en beheerd door de instellingen en organen die bevoegd zijn inzake de uitkeringsverzekering. Voorzover hiervan niet wordt afgeweken door de bepalingen van dit besluit, hebben die instellingen en organen ten aanzien van de adoptie-uitkering dezelfde bevoegdheden als ten aanzien van de uitkeringsverzekering. Artikel Om de adoptie-uitkering te ontvangen, moet de zelfstandige een aanvraag indienen bij de verzekeringsinstelling per gewone post of door het neerleggen van een aanvraag ter plaatse, tegen ontvangstbewijs zoals bedoeld in 2. De aanvraag moet worden ingediend ten vroegste vanaf de indiening van het verzoekschrift bij de bevoegde rechtbank of, bij gebrek hieraan, vanaf de datum van ondertekening van de adoptieakte, en ten laatste de dag van de inschrijving van het kind bij de hoofdverblijfplaats van de adoptant. Zonder afbreuk te doen aan de regels die vastgelegd zijn in artikel 3 van dit besluit, moet de aanvraag de periode beoogd in hetzelfde artikel aangeven in aantal weken. Elke aanvraag ingediend na deze vervaldag is onontvankelijk. 2. De verzekeringsinstelling bericht de ontvangst van de aanvraag en, indien de zelfstandige de in artikel 4, 2 vastgestelde voorwaarden vervult, nodigt zij hem (haar) uit om: - een kopie van het verzoekschrift ingediend bij de bevoegde rechtbank of, bij gebrek hieraan, een kopie van de adoptieakte voor te leggen, tenzij de instelling reeds beschikt over dit bewijs; - indien het een buitenlandse adoptie betreft, een kopie van het bewijs van registratie van een buitenlandse beslissing houdende een adoptie overeenkomstig artikel van het Burgerlijk Wetboek, afgeleverd door de Dienst internationale adopties van de FOD Justitie, voor te leggen. Bijwerking 2007/1 A.14

14 Artikel 7. Het bedrag van de adoptie-uitkering bedraagt [308,22] EUR (1) voor elke week van de periode beoogd in artikel 3. Dat bedrag is gekoppeld aan de spilindex 103,14 (basis 1996 = 100). Het bedrag van de adoptie-uitkering toegekend aan de gerechtigde is het bedrag zoals het is aangepast op de eerste dag van het hierboven beoogde tijdvak. De adoptie-uitkering wordt door de verzekeringsinstelling in één keer betaald uiterlijk één maand na de aanvangsdatum van die periode voor zover dat de voorwaarden vastgesteld in de artikelen 4, 2, en 6 worden vervuld. Artikel 8. Voorzover er niet van wordt afgeweken door dit besluit zijn de bepalingen van titel I van het koninklijk besluit van 20 juli 1971 die betrekking hebben op de uitkeringsverzekering, ook van toepassing voor de adoptie-uitkering. Wat de toepassing betreft van de voorziene bepalingen inzake de financiering, wordt de adoptie-uitkering gelijkgesteld met een primaire ongeschiktheidsuitkering. Wanneer bovengenoemde uitkering wordt toegekend aan een gerechtigde als bedoeld in artikel 10 van het koninklijk besluit van 20 juli 1971, wordt ze echter gelijkgesteld met een invaliditeitsuitkering. Artikel 9. Dit besluit is van toepassing vanaf de eerste dag van de maand die volgt op de bekendmaking in het Belgisch Staatsblad. Artikel 10. Onze Minister van Sociale Zaken en Onze Minister van Middenstand zijn, ieder wat hem (haar) betreft, belast met de uitvoering van dit besluit. Bijwerking 2010/4 A.15

15 INDEX A 2 (alternatieve hulp) Ref. Gewijzigd door Artikel Datum van inwerkingtreding Belgisch Staatsblad 1 KB B.S , 2 de editie Bijwerking 2010/4 A.15/1

16 KONINKLIJK BESLUIT VAN 22 JANUARI 2010 houdende toekenning van een uitkering ten voordele van de zelfstandige die tijdelijk zijn activiteit stopzet om palliatieve zorgen te geven aan een kind of aan zijn partner (B.S. 05 februari 2010) Bijwerking 2010/1 A.16

17 Artikel 1. Voor de toepassing van dit besluit, dient er verstaan te worden onder: 1 de zelfstandige : de zelfstandige, de helper of de meewerkende echtgenoot die sociale bijdrage verschuldigd zijn volgens artikelen 12, 1, 12, 1ter of 13bis, 2, 1 of 2 van het koninklijk besluit nr. 38 van 27 juli 1967 houdende inrichting van het sociaal statuut der zelfstandigen; 2 het kind : het kind van de zelfstandige of van zijn partner dat rechtgevend is op kinderbijslag en dat deel uitmaakt van zijn gezin; 3 de partner : de echtgenoot of echtgenote van de zelfstandige of de wettelijk samenwonende in de zin van de wet van 23 november 1998 tot invoering van de wettelijke samenwoning en die werkelijk deel uitmaakt van zijn gezin; 4 de palliatieve zorgen : de palliatieve zorgen bedoeld bij artikel 1, tweede lid van het koninklijk besluit 22 maart 1995 inzake palliatief verlof en houdende uitvoering van artikel 100bis, 4 van de herstelwet van 22 januari 1985 houdende sociale bepalingen en tot wijziging van het koninklijk besluit van 2 januari 1991 betreffende de toekenning van onderbrekingsuitkeringen. Artikel 2. De zelfstandige die zijn beroepsactiviteit tijdens minstens vier opeenvolgende weken tijdelijk stopzet om palliatieve zorgen te geven aan zijn kind of aan zijn partner kan aanspraak maken op een forfaitaire uitkering zoals gedefinieerd in artikel 6 van onderhavig besluit voor het kwartaal waarin de stopzetting van zijn beroepsactiviteit aanvangt. Artikel Als de ouders van het kind niet samenwonen en gezamenlijk het ouderlijk gezag uitoefenen in de zin van artikel 374 van het Burgerlijk Wetboek, kan de zelfstandige waarbij het kind daadwerkelijk woont gedurende zijn aandoening, ook aanspraak maken op de uitkering. Bijwerking 2010/1 A.17

18 2. Als het kind opgenomen is in een ziekenhuis, is het recht op de uitkering geopend ten voordele van de zelfstandige waarbij het kind hoofdzakelijk gehuisvest is of, wanneer er voor het kind verblijfscoouderschap is, ten voordele van de zelfstandige waarbij het kind zijn hoofdverblijfplaats heeft in de zin van artikel 3, eerste lid, 5, van de wet van 8 augustus 1983 tot regeling van een Rijksregister van de natuurlijke personen. De zelfstandige kan echter aanspraak maken op de uitkering als hij het bewijs levert dat de feitelijke situatie niet overeenstemt met de gegevens van het Rijksregister of met de beslissing betreffende de hoofdzakelijke huisvesting. Artikel 4. Om de uitkering voorzien in artikel 6 te kunnen genieten, moet de zelfstandige onderworpen geweest zijn en in orde zijn met de bijdragen gedurende minstens de twee kwartalen die dat van de tijdelijke stopzetting voorafgaan. Artikel 5. De zelfstandige die deze uitkering aanvraagt, moet een aanvraag bij zijn sociaal-verzekeringsfonds binnen een termijn van 4 weken te rekenen vanaf de onderbreking van de beroepsactiviteit, via een ter post aangetekende brief of door neerlegging van een verzoek ter plaatse tegen ontvangstbewijs, indienen. Deze aanvraag moet vergezeld zijn van een attest dat uitgereikt is door de behandelende geneesheer van de persoon die palliatieve zorgen behoeft en waaruit blijkt dat de zelfstandige zich bereid verklaard heeft deze palliatieve zorgen te geven. Dit attest dient de identiteit van de persoon die palliatieve zorgen behoeft, te vermelden. Artikel 6. Het bedrag van deze uitkering is forfaitair en gelijk aan het bedrag dat overeenstemt met twee maanden minimumpensioen van een zelfstandige, zoals bedoeld in Titel II bis van de wet van 15 mei 1984 houdende maatregelen tot harmonisering van de pensioenregelingen en die de voorwaarden van artikel 9, 1, 2, van het koninklijk besluit nr 72 van 10 november 1967 betreffende het rust- en overlevingspensioen der zelfstandigen, vervult. Bijwerking 2010/1 A.18

19 Artikel Deze uitkering wordt door het sociaal-verzekeringsfonds in drie schijven uitbetaald en is voor de eerste keer betaalbaar uiterlijk op het einde van de maand die volgt op de maand waarin de zelfstandige het attest bedoeld in artikel 5 van het huidig besluit aan zijn sociaal-verzekeringsfonds heeft overhandigd. 2. De uitbetaling van deze uitkering neemt een einde de maand die volgt op het overlijden van de persoon die de palliatieve zorgen nodig had en ten laatste na 3 opeenvolgende maanden van toekenning. 3. De betaling van de uitkering neemt eveneens een einde indien de zelfstandige in eigen naam zijn activiteit gedurende het betrokken kwartaal verder zet. Artikel 8. Het Rijksinstituut voor de sociale verzekeringen der zelfstandigen kan beslissen om volledig of gedeeltelijk te verzaken aan de terugvordering van de uitkering. Een dergelijke verzaking is slechts mogelijk : 1 als de schuldnaar zich in staat van behoefte bevindt of in een toestand die de staat van behoefte benadert; 2 wanneer de geringheid van het terug te vorderen bedrag niet verantwoordt dat er kosten worden gemaakt; 3 wanneer de terugvordering voortvloeit uit het herstel van een fout begaan door het bevoegde sociaalverzekeringsfonds. Artikel 9. Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari Artikel 10. De Minister van Zelfstandigen is belast met de uitvoering van dit besluit. Bijwerking 2010/1 A.19

KONINKLIJK BESLUIT VAN 17 JANUARI 2006

KONINKLIJK BESLUIT VAN 17 JANUARI 2006 KONINKLIJK BESLUIT VAN 17 JANUARI 2006 tot invoering van een stelsel van uitkeringen voor moederschapshulp ten gunste van vrouwelijke zelfstandigen en tot wijziging van het koninklijk besluit van 12 december

Nadere informatie

WET VAN 29 MAART 1976. betreffende de gezinsbijslag voor zelfstandigen. (B.S. 6 mei 1976)

WET VAN 29 MAART 1976. betreffende de gezinsbijslag voor zelfstandigen. (B.S. 6 mei 1976) WET VAN 29 MAART 1976 betreffende de gezinsbijslag voor zelfstandigen (B.S. 6 mei 1976) Gewijzigd door: - de wet van 17 maart 1993 (B.S. 22 april 1993) ; - de wet van 6 april 1995 (B.S. 26 juli 1995) ;

Nadere informatie

Aanvraag dienstencheques

Aanvraag dienstencheques Aanvraag dienstencheques MOEDERSCHAPSHULP VOOR ZELFSTANDIGEN DEEL 1 TERUG TE STUREN NAAR ZENITO SOCIAAL VERZEKERINGSFONDS WILLEBROEKKAAI 37 te 1000 BRUSSEL FAX : (02)403 06 62 E-MAIL : Info@zenito.be Aanvrager

Nadere informatie

KONINKLIJK BESLUIT VAN 11 MEI 2007

KONINKLIJK BESLUIT VAN 11 MEI 2007 KONINKLIJK BESLUIT VAN 11 MEI 2007 ter uitvoering van hoofdstuk VI, van titel IV, van de programmawet (I) van 27 december 2006 tot oprichting van een Schadeloosstellingfonds voor asbestslachtoffers (B.S.

Nadere informatie

SCSZ/04/85. Gelet op het auditoraatsrapport van de Kruispuntbank van 24 mei 2004; Gelet op het verslag van de heer Michel Parisse.

SCSZ/04/85. Gelet op het auditoraatsrapport van de Kruispuntbank van 24 mei 2004; Gelet op het verslag van de heer Michel Parisse. SCSZ/04/85 BERAADSLAGING NR 04/024 VAN 6 JULI 2004 M.B.T. DE MEDEDELING VAN SOCIALE GEGEVENS VAN PERSOONLIJKE AARD DOOR DE VERZEKERINGSINSTELLINGEN AAN DE SOCIALEVERZEKERINGSFONDSEN VOOR ZELFSTANDIGEN,

Nadere informatie

Inlichtingenformulier overbruggingsrecht

Inlichtingenformulier overbruggingsrecht STEUNT ELKANDER Vrij sociaal verzekeringsfonds voor zelfstandigen v.z.w. (erkend door K.B. van 23.10.1967) - R.P.R. 0407.843.626 - Stichtend lid van Eunomia v.z.w. Kolonel Bourgstraat 113 1140 BRUSSEL

Nadere informatie

PROGRAMMAWET (I) VAN 27 DECEMBER 2006. (B.S. 28 december 2006, 3e editie) Uittreksels

PROGRAMMAWET (I) VAN 27 DECEMBER 2006. (B.S. 28 december 2006, 3e editie) Uittreksels PROGRAMMAWET (I) VAN 27 DECEMBER 2006 (B.S. 28 december 2006, 3e editie) Uittreksels Aangevuld, gewijzigd of aangepast door: - de wet van 21 december 2007 houdende diverse bepalingen (I) (B.S. 31 december

Nadere informatie

Aanvraag voor uitkering mantelzorg

Aanvraag voor uitkering mantelzorg Aanvraag voor uitkering mantelzorg U kunt een aanvraag voor uitkeringen indienen door het bijgevoegde aanvraagformulier in te vullen en het ingevuld terug te sturen naar het sociaal verzekeringsfonds,

Nadere informatie

Auteur. Elfri De Neve. www.elfri.be. Onderwerp. De sociale verzekering voor zelfstandigen, in geval van faillissement. Copyright and disclaimer

Auteur. Elfri De Neve. www.elfri.be. Onderwerp. De sociale verzekering voor zelfstandigen, in geval van faillissement. Copyright and disclaimer Auteur Elfri De Neve www.elfri.be Onderwerp De sociale verzekering voor zelfstandigen, in geval van faillissement Copyright and disclaimer Gelieve er nota van te nemen dat de inhoud van dit document onderworpen

Nadere informatie

[KONINKLIJK BESLUIT VAN 6 JULI 1997

[KONINKLIJK BESLUIT VAN 6 JULI 1997 [KONINKLIJK BESLUIT VAN 6 JULI 1997 tot uitvoering van het koninklijk besluit van 18 november 1996 houdende invoering van een sociale verzekering ten gunste van zelfstandigen, in geval van faillissement,

Nadere informatie

[KONINKLIJK BESLUIT VAN 18 NOVEMBER 1996

[KONINKLIJK BESLUIT VAN 18 NOVEMBER 1996 [KONINKLIJK BESLUIT VAN 18 NOVEMBER 1996 houdende invoering van een sociale verzekering ten gunste van zelfstandigen, in geval van faillissement, daarmee gelijkgestelde situaties of gedwongen stopzetting]

Nadere informatie

R.I.Z.I.V. Rijksinstituut voor Ziekte- en Invaliditeitsverzekering

R.I.Z.I.V. Rijksinstituut voor Ziekte- en Invaliditeitsverzekering R.I.Z.I.V. Rijksinstituut voor Ziekte- en Invaliditeitsverzekering Uitkeringen Omzendbrief VI nr 2010/504 van 23 december 2010 484/4 Van toepassing vanaf 1 januari 2011 Toepassing van artikel 28bis, 2

Nadere informatie

[KONINKLIJK BESLUIT VAN 18 NOVEMBER houdende invoering van een overbruggingsrecht ten gunste van zelfstandigen.]

[KONINKLIJK BESLUIT VAN 18 NOVEMBER houdende invoering van een overbruggingsrecht ten gunste van zelfstandigen.] [KONINKLIJK BESLUIT VAN 18 NOVEMBER 1996 houdende invoering van een overbruggingsrecht ten gunste van zelfstandigen.] (20) (35) (B.S. 13 december 1996 - erratum BS 22 januari 1997) Bekrachtigd met uitwerking

Nadere informatie

(Inwerking getreden op 1 augustus 2009 Belgisch Staatsblad: 4 augustus 2009)

(Inwerking getreden op 1 augustus 2009 Belgisch Staatsblad: 4 augustus 2009) Administratieve schikking Betreffende de toepassing van de Overeenkomst betreffende de sociale zekerheid tussen het Koninkrijk België en de Oosterse Republiek Uruguay (Inwerking getreden op 1 augustus

Nadere informatie

KONINKLIJK BESLUIT VAN 11 MEI 2007

KONINKLIJK BESLUIT VAN 11 MEI 2007 KONINKLIJK BESLUIT VAN 11 MEI 2007 ter uitvoering van hoofdstuk VI, van titel IV, van de programmawet (I) van 27 december 2006 tot oprichting van een Schadeloosstellingfonds voor asbestslachtoffers (B.S.

Nadere informatie

Inlichtingenformulier overbruggingsrecht

Inlichtingenformulier overbruggingsrecht STEUNT ELKANDER Vrij sociaal verzekeringsfonds voor zelfstandigen v.z.w. (erkend door K.B. van 23.10.1967) - R.P.R. 0407.843.626 - Stichtend lid van Eunomia v.z.w. Kolonel Bourgstraat 113 1140 BRUSSEL

Nadere informatie

Inlichtingenformulier overbruggingsrecht

Inlichtingenformulier overbruggingsrecht STEUNT ELKANDER Vrij sociaal verzekeringsfonds voor zelfstandigen v.z.w. (erkend door K.B. van 23.10.1967) - R.P.R. 0407.843.626 - Stichtend lid van Eunomia v.z.w. Kolonel Bourgstraat 113 1140 BRUSSEL

Nadere informatie

Aanvraag voor uitkering mantelzorg

Aanvraag voor uitkering mantelzorg Aanvraag voor uitkering mantelzorg U kunt een aanvraag voor uitkeringen indienen door het bijgevoegde aanvraagformulier in te vullen en het ingevuld terug te sturen naar het sociaal verzekeringsfonds,

Nadere informatie

Inlichtingenformulier overbruggingsrecht

Inlichtingenformulier overbruggingsrecht STEUNT ELKANDER Vrij sociaal verzekeringsfonds voor zelfstandigen v.z.w. (erkend door K.B. van 23.10.1967) - R.P.R. 0407.843.626 - Stichtend lid van Eunomia v.z.w. Kolonel Bourgstraat 113 1140 BRUSSEL

Nadere informatie

(Inwerkingtreding , gepubliceerd in BS van )

(Inwerkingtreding , gepubliceerd in BS van ) Administratieve Schikking betreffende de toepassing van de Overeenkomst betreffende de sociale zekerheid tussen het Koninkrijk België en de Federale Republiek Brazilië (Inwerkingtreding 01-12-2014, gepubliceerd

Nadere informatie

6 MAART 2007. - Koninklijk besluit tot instelling van een regeling van sociale voordelen voor sommige geneesheren

6 MAART 2007. - Koninklijk besluit tot instelling van een regeling van sociale voordelen voor sommige geneesheren 6 MAART 2007. - Koninklijk besluit tot instelling van een regeling van sociale voordelen voor sommige geneesheren BS 20/03/2007 (dit KB vervangt het KB dd 31/03/1983 zie art 6 van KB 06-03-2007) Gewijzigd

Nadere informatie

(Inwerkingtreding 01/01/2016, gepubliceerd in BS van )

(Inwerkingtreding 01/01/2016, gepubliceerd in BS van ) ADMINISTRATIEVE SCHIKKING BETREFFENDE DE TOEPASSING VAN DE OVEREENKOMST BETREFFENDE DE SOCIALE ZEKERHEID TUSSEN HET KONINKRIJK BELGIË EN DE REPUBLIEK ARGENTINIË (Inwerkingtreding 01/01/2016, gepubliceerd

Nadere informatie

[KONINKLIJK BESLUIT VAN 18 NOVEMBER houdende invoering van een overbruggingsrecht ten gunste van zelfstandigen.]

[KONINKLIJK BESLUIT VAN 18 NOVEMBER houdende invoering van een overbruggingsrecht ten gunste van zelfstandigen.] [KONINKLIJK BESLUIT VAN 18 NOVEMBER 1996 houdende invoering van een overbruggingsrecht ten gunste van zelfstandigen.] (20) (35) (B.S. 13 december 1996 - erratum BS 22 januari 1997) Bekrachtigd met uitwerking

Nadere informatie

Informatie over stopzetting, gelijkstelling wegens ziekte, voortgezette verzekering, overbruggingsrecht

Informatie over stopzetting, gelijkstelling wegens ziekte, voortgezette verzekering, overbruggingsrecht Informatie over stopzetting, gelijkstelling wegens ziekte, voortgezette verzekering, overbruggingsrecht Incozina sociaal verzekeringsfonds vzw caisse d assurances sociales asbl Torhoutsesteenweg 384 B-8200

Nadere informatie

Gelet op het auditoraatsrapport van de Kruispuntbank ontvangen op 12 mei 2005; A. CONTEXT VAN DE AANVRAAG EN ONDERWERP ERVAN

Gelet op het auditoraatsrapport van de Kruispuntbank ontvangen op 12 mei 2005; A. CONTEXT VAN DE AANVRAAG EN ONDERWERP ERVAN SCSZ/05/69 1 BERAADSLAGING NR. 05/026 VAN 7 JUNI 2005 M.B.T. DE RAADPLEGING VAN HET WACHTREGISTER DOOR DE DIENST VOOR ADMINISTRATIEVE CONTROLE VAN HET RIJKSINSTITUUT VOOR ZIEKTE- EN INVALIDITEITSVERZEKERING

Nadere informatie

Tekst opgesteld door Dirk Torfs, augustus 2000, laatst aangepast in januari 2013.

Tekst opgesteld door Dirk Torfs, augustus 2000, laatst aangepast in januari 2013. 1 Sociaal statuut van de zelfstandige Tekst opgesteld door Dirk Torfs, augustus 2000, laatst aangepast in januari 2013. 1. Wie is een zelfstandige? Een zelfstandige is een persoon die in België een beroepsbezigheid

Nadere informatie

Aanvraag overbruggingsrecht bij economische moeilijkheden

Aanvraag overbruggingsrecht bij economische moeilijkheden Aanvraag overbruggingsrecht bij economische moeilijkheden (wet van 22 december 2016 houdende toekenning van een overbruggingsrecht ten gunste van zelfstandigen) Openingsuren Maandag - vrijdag: 08:30-11:30

Nadere informatie

Het overbruggingsrecht (wet van 22 december 2016 houdende invoering van een overbruggingsrecht ten gunste van zelfstandigen)

Het overbruggingsrecht (wet van 22 december 2016 houdende invoering van een overbruggingsrecht ten gunste van zelfstandigen) Het overbruggingsrecht (wet van 22 december 2016 houdende invoering van een overbruggingsrecht ten gunste van zelfstandigen) Wat is het overbruggingsrecht? Het overbruggingsrecht is: een maandelijkse financiële

Nadere informatie

TITEL I Algemene bepalingen

TITEL I Algemene bepalingen ADMINISTRATIEVE SCHIKKING BETREFFENDE DE TOEPASSING VAN DE OVEREENKOMST BETREFFENDE DE SOCIALE ZEKERHEID TUSSEN HET KONINKRIJK BELGIË EN DE REPUBLIEK MOLDAVIË (Inwerkingtreding 01-01-2016, gepubliceerd

Nadere informatie

RIZIV DIENST VOOR UITKERINGEN. Omzendbrief VI 2002/ 47bis/..

RIZIV DIENST VOOR UITKERINGEN. Omzendbrief VI 2002/ 47bis/.. RIZIV Rijksinstituut voor Ziekte- en Invaliditeitsverzekering DIENST VOOR UITKERINGEN Omzendbrief VI 2002/ Brussel, 47bis/.. RECHT OP BORSTVOEDINGSPAUZES. C.A.O. NR. 80 TOT INVOERING VAN EEN RECHT OP BORSTVOEDINGSPAUZES.

Nadere informatie

TITEL V MOEDERSCHAPSVERZEKERING HOOFDSTUK I INSTELLINGEN

TITEL V MOEDERSCHAPSVERZEKERING HOOFDSTUK I INSTELLINGEN art. 111-113 TITEL V MOEDERSCHAPSVERZEKERING HOOFDSTUK I INSTELLINGEN Art. 111. De moederschapsverzekering wordt geleid en beheerd door de instellingen en organen die bevoegd zijn inzake uitkeringsverzekering.

Nadere informatie

Dit besluit regelt een aangelegenheid bedoeld in artikel 128 van de Grondwet krachtens artikel 138 van de Grondwet.

Dit besluit regelt een aangelegenheid bedoeld in artikel 128 van de Grondwet krachtens artikel 138 van de Grondwet. 11 JUNI 1998. Besluit van het College van de Franse Gemeenschapscommissie betreffende de toepassing van het decreet van 18 juli 1996 houdende erkenning van de instellingen die bemiddelen bij schulden (VERTALING).

Nadere informatie

6 MAART Koninklijk besluit tot instelling van een regeling van sociale voordelen voor sommige geneesheren

6 MAART Koninklijk besluit tot instelling van een regeling van sociale voordelen voor sommige geneesheren 6 MAART 2007. - Koninklijk besluit tot instelling van een regeling van sociale voordelen voor sommige geneesheren BS 20/03/2007 (dit KB vervangt het KB dd 31/03/1983 zie art 6 van KB 06-03-2007) Gewijzigd

Nadere informatie

Artikel 110, 1 van de wet van 30 december 1992 houdende sociale en diverse bepalingen

Artikel 110, 1 van de wet van 30 december 1992 houdende sociale en diverse bepalingen Advies nr. 2016/04 Uitgebracht op vraag van de minister voor Zelfstandigen Artikel 110, 1 van de wet van 30 december 1992 houdende sociale en diverse bepalingen Brussel, 25 februari 2016 Wijzigingen in

Nadere informatie

Het overbruggingsrecht

Het overbruggingsrecht Het overbruggingsrecht (wet van 22 december 2016 houdende invoering van een overbruggingsrecht ten gunste van zelfstandigen) WAT IS HET OVERBRUGGINGSRECHT? Het overbruggingsrecht is: een maandelijkse financiële

Nadere informatie

Aanvraagformulier voor de uitkering mantelzorg

Aanvraagformulier voor de uitkering mantelzorg Aanvraagformulier voor de uitkering mantelzorg Vooraf U kunt een aanvraag voor uitkeringen indienen door het bijgevoegde aanvraagformulier in te vullen en het aangetekend terug te sturen naar ons sociaal

Nadere informatie

Aanvraag adoptie-uitkering*

Aanvraag adoptie-uitkering* Aanvraag adoptie-uitkering* Werknemers Stuur dit document zo spoedig mogelijk, ingevuld en ondertekend, terug naar uw ziekenfonds. Wie doet wat? De werknemer die een adoptie-uitkering wil aanvragen, vult

Nadere informatie

1 Refertes. Handleiding Financiële Personeelsadministratie Einde. Boek 2 Hoofdstuk 6.10 : Kraamgeld en adoptiepremie Inhoudstafel

1 Refertes. Handleiding Financiële Personeelsadministratie Einde. Boek 2 Hoofdstuk 6.10 : Kraamgeld en adoptiepremie Inhoudstafel Handleiding Financiële Personeelsadministratie Einde Boek 2 Hoofdstuk 6.10 : Kraamgeld en adoptiepremie Inhoudstafel 1 Referenties 2 Kraamgeld 2.1 Begunstigde kinderen 2.2 Bedragen 2.3 Aanvraag voorafbetaling

Nadere informatie

Hoofdstuk 2. Recht op tijdskrediet

Hoofdstuk 2. Recht op tijdskrediet Collectieve arbeidsovereenkomst van 27 juni 2013 ter uitvoering van CAO nr. 103 van 27 juni 2012 tot invoering van een stelsel van tijdskrediet, loopbaanvermindering en landingsbanen, en inzake het stelsel

Nadere informatie

Besluit van de Vlaamse Regering houdende instelling van een tegemoetkoming van het Fonds ter bestrijding van de uithuiszettingen

Besluit van de Vlaamse Regering houdende instelling van een tegemoetkoming van het Fonds ter bestrijding van de uithuiszettingen Besluit van de Vlaamse Regering houdende instelling van een tegemoetkoming van het Fonds ter bestrijding van de uithuiszettingen Datum 04/10/2013 DOCUMENT De Vlaamse Regering, Gelet op het decreet van

Nadere informatie

Titel. Inhoudstafel Tekst Begin

Titel. Inhoudstafel Tekst Begin Titel 10 AUGUSTUS 1998. - Koninklijk besluit tot invoering van een recht op loopbaanonderbreking voor bijstand of verzorging van een zwaar ziek gezinsof familielid. (NOTA : Raadpleging van vroegere versies

Nadere informatie

FEDERALE OVERHEIDSDIENST SOCIALE ZEKERHEID. Directie-generaal Sociaal Beleid. Domein Regelgeving Kinderbijslag. Ministeriële Omzendbrief nr.

FEDERALE OVERHEIDSDIENST SOCIALE ZEKERHEID. Directie-generaal Sociaal Beleid. Domein Regelgeving Kinderbijslag. Ministeriële Omzendbrief nr. 1 FEDERALE OVERHEIDSDIENST SOCIALE ZEKERHEID Directie-generaal Sociaal Beleid Domein Regelgeving Kinderbijslag Ministeriële Omzendbrief nr. 599 Omzendbrief aan de Mevrouwen Ministers, aan de Heren Ministers,

Nadere informatie

Administratieve schikking betreffende de toepassing van de Overeenkomst betreffende de sociale zekerheid tussen het Koninkrijk België en Montenegro

Administratieve schikking betreffende de toepassing van de Overeenkomst betreffende de sociale zekerheid tussen het Koninkrijk België en Montenegro 1 Administratieve schikking betreffende de toepassing van de Overeenkomst betreffende de sociale zekerheid tussen het Koninkrijk België en Montenegro (Inwerking getreden op 01/06/2014, gepubliceerd in

Nadere informatie

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling «Sociale Zekerheid»

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling «Sociale Zekerheid» Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling «Sociale Zekerheid» SCSZ/08/049 BERAADSLAGING NR. 08/016 VAN 4 MAART 2008 BETREFFENDE DE MEDEDELING VAN PERSOONSGEGEVENS VERVAT IN

Nadere informatie

(wet van 22 december 2016 houdende invoering van een overbruggingsrecht ten gunste van zelfstandigen)

(wet van 22 december 2016 houdende invoering van een overbruggingsrecht ten gunste van zelfstandigen) (wet van 22 december 2016 houdende invoering van een overbruggingsrecht ten gunste van zelfstandigen) Het overbruggingsrecht is: een maandelijkse financiële uitkering van maximaal twaalf maanden en van

Nadere informatie

INHOUDSTAFEL A. WETTELIJKE BEPALINGEN. 1. K.B. nr. 38 van 27 juli 1967 houdende inrichting van het sociaal statuut der zelfstandigen

INHOUDSTAFEL A. WETTELIJKE BEPALINGEN. 1. K.B. nr. 38 van 27 juli 1967 houdende inrichting van het sociaal statuut der zelfstandigen INHOUDSTAFEL A. WETTELIJKE BEPALINGEN 1. K.B. nr. 38 van 27 juli 1967 houdende inrichting van het sociaal statuut der zelfstandigen 2. Wet van 9 juni 1970 houdende sociale programmatie ten voordele van

Nadere informatie

FEDERALE OVERHEIDSDIENST SOCIALE ZEKERHEID. Directie-generaal Sociaal Beleid. Domein Regelgeving Kinderbijslag. Ministeriële omzendbrief nr.

FEDERALE OVERHEIDSDIENST SOCIALE ZEKERHEID. Directie-generaal Sociaal Beleid. Domein Regelgeving Kinderbijslag. Ministeriële omzendbrief nr. FEDERALE OVERHEIDSDIENST SOCIALE ZEKERHEID Directie-generaal Sociaal Beleid Domein Regelgeving Kinderbijslag Ministeriële omzendbrief nr. 596 Omzendbrief aan de mevrouwen Ministers, aan de heren Ministers,

Nadere informatie

KONINKLIJK BESLUIT VAN 8 APRIL 1976. houdende regeling van de gezinsbijslag ten voordele van de zelfstandigen. (BS 6 mei 1976)

KONINKLIJK BESLUIT VAN 8 APRIL 1976. houdende regeling van de gezinsbijslag ten voordele van de zelfstandigen. (BS 6 mei 1976) KONINKLIJK BESLUIT VAN 8 APRIL 1976 houdende regeling van de gezinsbijslag ten voordele van de zelfstandigen (BS 6 mei 1976) (Errata BS 4 september 1976) Gewijzigd door: - het koninklijk besluit van 6

Nadere informatie

ISLGEMEEN 3EHEERSCOMITE VOOR HET SOCIAAL STATUUT DER ZELFSTANDIGEN

ISLGEMEEN 3EHEERSCOMITE VOOR HET SOCIAAL STATUUT DER ZELFSTANDIGEN - wanneer ISLGEMEEN 3EHEERSCOMITE VOOR HET SOCIAAL STATUUT DER ZELFSTANDIGEN Opgericht bij de wet war, 30december 1992 Brussel, 31 oktober 2016 Advies nr. 2016114 Uitgebracht op verzoek van de minister

Nadere informatie

Inlichtingenformulier overbruggingsrecht

Inlichtingenformulier overbruggingsrecht DOCUMENT AANGETEKEND TERUG TE STUREN NAAR HET SOCIAAL VERZEKERINGSFONDS DEEL 1 ALGEMENE INLICHTINGEN OVER DE AANVRAGER A. Identificatiegegevens Naam :... Voornaam :... Rijksregister Nr (zie uw identiteitskaart)

Nadere informatie

R.I.Z.I.V. Rijksinstituut voor Ziekte- en Invaliditeitsverzekering

R.I.Z.I.V. Rijksinstituut voor Ziekte- en Invaliditeitsverzekering R.I.Z.I.V. Rijksinstituut voor Ziekte- en Invaliditeitsverzekering Uitkeringen Omzendbrief VI nr 2013/156 van 11 april 2013 249/21 Van toepassing vanaf 12 april 2013 Artikel 100, 2 van de wet betreffende

Nadere informatie

Tijdskrediet met motief 1

Tijdskrediet met motief 1 Tijdskrediet met motief 1 Reden Hoelang waarden Beperkingen / uitbreidingen Vlaamse premie RVA uitkeringen (bruto netto) MOTIEF ZORG 1. opvoeding van kinderen

Nadere informatie

INHOUDSTAFEL A. WETTELIJKE BEPALINGEN. 1. K.B. nr. 38 van 27 juli 1967 houdende inrichting van het sociaal statuut der zelfstandigen

INHOUDSTAFEL A. WETTELIJKE BEPALINGEN. 1. K.B. nr. 38 van 27 juli 1967 houdende inrichting van het sociaal statuut der zelfstandigen INHOUDSTAFEL A. WETTELIJKE BEPALINGEN 1. K.B. nr. 38 van 27 juli 1967 houdende inrichting van het sociaal statuut der zelfstandigen 2. Wet van 9 juni 1970 houdende sociale programmatie ten voordele van

Nadere informatie

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling «Sociale zekerheid»

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling «Sociale zekerheid» Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling «Sociale zekerheid» SCSZ/07/162 BERAADSLAGING NR. 07/059 VAN 6 NOVEMBER 2007 MET BETREKKING TOT DE MEDEDELING VAN PERSOONSGEGEVENS

Nadere informatie

WEBDOC AANVRAAG VOOR UITKERING MANTELZORG

WEBDOC AANVRAAG VOOR UITKERING MANTELZORG WEBDOC AANVRAAG VOOR UITKERING MANTELZORG ** Gebaseerd op de reglementering van Familieplan: mantelzorg door de zelfstandige, KB 27/09/2015, BS 05/10/2015. FORMULIER AANGETEKEND TERUGZENDEN NAAR ACERTA

Nadere informatie

BIJLAGEN. Bijlage 1: Bijdragereeks en de impact op het recht op kinderbijslag I II III IV V

BIJLAGEN. Bijlage 1: Bijdragereeks en de impact op het recht op kinderbijslag I II III IV V BIJLAGEN Bijlage 1: Bijdragereeks en de impact op het recht op kinderbijslag Naar aanleiding van de Algemene Kinderbijslagwet heeft FAMIFED een tabel opgemaakt met de impact van de verschillende bijdragereeksen

Nadere informatie

De programmawet (I) van 27 december 2006, art. 113 tot en met 133

De programmawet (I) van 27 december 2006, art. 113 tot en met 133 Verschenen in het Belgisch Staatsblad van 28 december 2006 De programmawet (I) van 27 december 2006, art. 113 tot en met 133 HOOFDSTUK VI. Schadeloosstellingfonds voor asbestslachtoffers Afdeling 1. Opdracht

Nadere informatie

Inlichtingenformulier overbruggingsrecht N80 (wet van 22 december 2016 houdende invoering van een overbruggingsrecht ten gunste van zelfstandigen)

Inlichtingenformulier overbruggingsrecht N80 (wet van 22 december 2016 houdende invoering van een overbruggingsrecht ten gunste van zelfstandigen) Inlichtingenformulier overbruggingsrecht N80 (wet van 22 december 2016 houdende invoering van een overbruggingsrecht ten gunste van zelfstandigen) Stuur dit formulier terug naar uw sociaal verzekeringsfonds

Nadere informatie

*N * Aanvraag om loopbaanonderbreking in het kader van ouderschapsverlof voor de werknemers van de autonome overheidsbedrijven

*N * Aanvraag om loopbaanonderbreking in het kader van ouderschapsverlof voor de werknemers van de autonome overheidsbedrijven Aanvraag om loopbaanonderbreking in het kader van ouderschapsverlof voor de werknemers van de autonome overheidsbedrijven U wenst uw loopbaan geheel of gedeeltelijk te onderbreken in het kader van ouderschapsverlof

Nadere informatie

Inlichtingenformulier

Inlichtingenformulier Inlichtingenformulier SOCIALE VERZEKERING TEN VOORDELE VAN ZELFSTANDIGEN IN MOEILIJKHEDEN, GECONFRONTEERD MET EEN AANZIENLIJKE DALING VAN DE OMZET OF VAN ZIJN INKOMSTEN DIE HEM IN EEN ZODANIGE ECONOMISCHE

Nadere informatie

FORMULIER AANGETEKEND TERUGZENDEN NAAR ACERTA SVF, Groenenborgerlaan 16, 2610 Antwerpen - Wilrijk. Datumregistratie ontvangst aanvraagformulier...

FORMULIER AANGETEKEND TERUGZENDEN NAAR ACERTA SVF, Groenenborgerlaan 16, 2610 Antwerpen - Wilrijk. Datumregistratie ontvangst aanvraagformulier... WEBDOC AANVRAAG SOCIALE VERZEKERING IN GEVAL VAN FAILLISSEMENT OF GEDWONGEN STOPZETTING/ ONDERBREKING FORMULIER AANGETEKEND TERUGZENDEN NAAR ACERTA SVF, Groenenborgerlaan 16, 2610 Antwerpen - Wilrijk Vak

Nadere informatie

AANVRAAGFORMULIER VOOR DE UITKERING MANTELZORG

AANVRAAGFORMULIER VOOR DE UITKERING MANTELZORG AANVRAAGFORMULIER VOOR DE UITKERING MANTELZORG I. Gegevens betreffende de aanvrager (de mantelzorger) Ik ondergetekende, (NAAM + Voornaam vermelden)......, vraag de uitkering mantelzorg aan. Rijksregisternummer

Nadere informatie

Koninklijk besluit van 7 juni 2007 betreffende het opleidingsfonds dienstencheques (BS 11.07.2007)

Koninklijk besluit van 7 juni 2007 betreffende het opleidingsfonds dienstencheques (BS 11.07.2007) Koninklijk besluit van 7 juni 2007 betreffende het opleidingsfonds dienstencheques (BS 11.07.2007) Gewijzigd bij: (1) Koninklijk Besluit van 22 juli 2009 tot wijziging van het Koninklijk besluit van 7

Nadere informatie

Gelet op het auditoraatsrapport van de Kruispuntbank ontvangen op 25 januari 2004; A. SITUERING VAN DE AANVRAAG EN ONDERWERP ERVAN

Gelet op het auditoraatsrapport van de Kruispuntbank ontvangen op 25 januari 2004; A. SITUERING VAN DE AANVRAAG EN ONDERWERP ERVAN SCSZ/05/17 1 BERAADSLAGING NR. 05/008 VAN 15 FEBRUARI 2005 M.B.T. DE MEDEDELING VAN PERSOONSGEGEVENS DOOR DE RIJKSDIENST VOOR ARBEIDSVOORZIENING AAN DE VERZEKERINGSINSTELLINGEN, VIA DE KRUISPUNTBANK VAN

Nadere informatie

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 13 februari 2018;

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 13 februari 2018; Besluit van de Vlaamse Regering houdende nadere regels betreffende de aanwijzing van de begunstigden van de gezinsbijslagen en de uitbetaling van de toelagen in het kader van het gezinsbeleid DE VLAAMSE

Nadere informatie

Op. lieten wij u weten dat wij vanaf. geen kinderbijslag meer konden betalen

Op. lieten wij u weten dat wij vanaf. geen kinderbijslag meer konden betalen OPNIEUW KINDERBIJSLAG VOOR EEN STUDENT (modules 5bis + 4 + 23 + 23bis) Op. lieten wij u weten dat wij vanaf. geen kinderbijslag meer konden betalen voor omdat hij/zij voor minder dan 27 studiepunten ingeschreven

Nadere informatie

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling «Sociale zekerheid»

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling «Sociale zekerheid» Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling «Sociale zekerheid» SCSZ/09/028 BERAADSLAGING NR 07/059 VAN 6 NOVEMBER 2007, GEWIJZIGD OP 7 APRIL 2009, MET BETREKKING TOT DE MEDEDELING

Nadere informatie

Versie van DEEL VI Titel II Hoofdstuk VII Vergoeding voor de personeelsleden die het slachtoffer zijn van een opzettelijke gewelddaad

Versie van DEEL VI Titel II Hoofdstuk VII Vergoeding voor de personeelsleden die het slachtoffer zijn van een opzettelijke gewelddaad Versie van 10-03-2011 DEEL VI Titel II Hoofdstuk VII Vergoeding voor de personeelsleden die het slachtoffer zijn van een opzettelijke gewelddaad Inhoudsopgave 1. Wettelijke en reglementaire basis 2. Begunstigden

Nadere informatie

BIJLAGEN. Bijlage 1: Bijdragereeks en de impact op het recht op kinderbijslag I II III IV V

BIJLAGEN. Bijlage 1: Bijdragereeks en de impact op het recht op kinderbijslag I II III IV V BIJLAGEN Bijlage 1: Bijdragereeks en de impact op het recht op kinderbijslag Naar aanleiding van de Algemene Kinderbijslagwet heeft FAMIFED een tabel opgemaakt met de impact van de verschillende bijdragereeksen

Nadere informatie

Titel. Inhoudstafel Tekst Begin

Titel. Inhoudstafel Tekst Begin Page 1 of 6 J U S T E L - Geconsolideerde wetgeving Einde Eerste woord Laatste woord Aanhef Inhoudstafel Einde Franstalige versie belgiëlex. be - Kruispuntbank Wetgeving ELI - Navigatie systeem via een

Nadere informatie

GEMEENTEBESTUUR VAN SINT-JOOST-TEN-NODE PREMIES VOOR DE RENOVATIE VAN WONINGEN GELEGEN OP HET GRONDGEBIED VAN DE GEMEENTE SINT-JOOST-TEN-NODE

GEMEENTEBESTUUR VAN SINT-JOOST-TEN-NODE PREMIES VOOR DE RENOVATIE VAN WONINGEN GELEGEN OP HET GRONDGEBIED VAN DE GEMEENTE SINT-JOOST-TEN-NODE GEMEENTEBESTUUR VAN SINT-JOOST-TEN-NODE PREMIES VOOR DE RENOVATIE VAN WONINGEN GELEGEN OP HET GRONDGEBIED VAN DE GEMEENTE SINT-JOOST-TEN-NODE GEMEENTELIJK REGLEMENT HOOFDSTUK I PREMIE VOOR GEVELVERFRAAIING

Nadere informatie

Koninklijk besluit van 16 juli 2004 tot bevordering van de tewerkstelling van werknemers in het kader van herstructureringen (B.S

Koninklijk besluit van 16 juli 2004 tot bevordering van de tewerkstelling van werknemers in het kader van herstructureringen (B.S Koninklijk besluit van 16 juli 2004 tot bevordering van de tewerkstelling van werknemers in het kader van herstructureringen (B.S. 06.08.2004) Gewijzigd bij: (1) koninklijk besluit van [28 maart 2007 tot

Nadere informatie

Ouderschapsverlof. 13.04.2006 Rev. 04.06.2012 Juridische dienst info@salar.be

Ouderschapsverlof. 13.04.2006 Rev. 04.06.2012 Juridische dienst info@salar.be 13.04.2006 Rev. 04.06.2012 Juridische dienst info@salar.be Ouderschapsverlof De redactie en uitgever streven naar optimale betrouwbaarheid en volledigheid van de verstrekte informatie, waarvoor ze echter

Nadere informatie

De inkomsten uit de deeleconomie

De inkomsten uit de deeleconomie De inkomsten uit de deeleconomie Belastingregeling Inkomstenbelasting EIGEN BELASTINGREGELING (Programmawet van 1.7.2016, BS 4.7.2016, Ed. 2) Deze regelgeving voorziet dat: de winst of baten die voortkomen

Nadere informatie

Kinderopvang Procedure te volgen door de ondernemingen

Kinderopvang Procedure te volgen door de ondernemingen Kinderopvang Procedure te volgen door de ondernemingen I. De premie kinderopvang a. Oorsprong 1) Conform het sectorakkoord 2013-2014 kreeg het Sociaal Fonds van elk van de paritaire comités 202, 311 en

Nadere informatie

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling Sociale Zekerheid

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling Sociale Zekerheid 1 Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling Sociale Zekerheid SCSZ/10/027 BERAADSLAGING NR 10/015 VAN 2 MAART 2010 MET BETREKKING TOT DE MEDEDELING VAN PERSOONSGEGEVENS DOOR

Nadere informatie

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op de Bijzondere Wet van 9 augustus 1980 tot hervorming van de instellingen, artikel 20;

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op de Bijzondere Wet van 9 augustus 1980 tot hervorming van de instellingen, artikel 20; Besluit van de Vlaamse Regering tot vaststelling van de nadere regels over de rechten en plichten van begunstigden in hun contacten met uitbetalingsactoren en tot vaststelling van de regels voor de ambtshalve

Nadere informatie

HOOFDSTUK 1 Inleidende bepaling. Artikel 1. HOOFDSTUK 2 Wijzigingen van het Burgerlijk Wetboek. Artikel 2

HOOFDSTUK 1 Inleidende bepaling. Artikel 1. HOOFDSTUK 2 Wijzigingen van het Burgerlijk Wetboek. Artikel 2 25 JUNI 2017. - Wet tot hervorming van regelingen inzake transgenders wat de vermelding van een aanpassing van de registratie van het geslacht in de akten van de burgerlijke stand en de gevolgen hiervan

Nadere informatie

Zijn er mogelijkheden om tijdelijk te stoppen met werken?

Zijn er mogelijkheden om tijdelijk te stoppen met werken? Zijn er mogelijkheden om tijdelijk te stoppen met werken? Mijn vader gaat de laatste tijd erg achteruit, zeker nu hij onlangs zijn heup gebroken heeft. Hij kan de deur niet meer uit om voor zijn duiven

Nadere informatie

Als zelfstandige arbeid je belangrijkste (of enige) beroepsactiviteit is, dan ben je zelfstandige in hoofdberoep.

Als zelfstandige arbeid je belangrijkste (of enige) beroepsactiviteit is, dan ben je zelfstandige in hoofdberoep. 7. Het sociaal statuut van een zelfstandige ondernemer. ---------------------------------------------------------------- 7.1. Sociaal statuut zelfstandige. 7.1.1.Hoofdberoep Als zelfstandige arbeid je

Nadere informatie

Verzoekschrift overbruggingsrecht

Verzoekschrift overbruggingsrecht Verzoekschrift overbruggingsrecht Ik, ondergetekende,, aangesloten bij Xerius Sociaal Verzekeringsfonds met maatschappelijke zetel te 2000 Antwerpen Brouwersvliet 4 Bus 2 onder referte verzoek een onderzoek

Nadere informatie

H.T. Aanvraagformulier (uitgave 2008) Huurtoelage

H.T. Aanvraagformulier (uitgave 2008) Huurtoelage Ministerie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest DIRECTIE HUISVESTING CCN - Noordstation - Vooruitgangstraat 80 bus 1 H.T 1035 Brussel Aanvraagformulier (uitgave 2008) Opdat de aanvraag op geldige wijze

Nadere informatie

HOOFDSTUK I - DEFINITIES... 3

HOOFDSTUK I - DEFINITIES... 3 Inhoudstafel HOOFDSTUK I - DEFINITIES... 3 HOOFDSTUK II VOORWERP VAN DE VERZEKERING... 3 1. Voorwerp van het contract... 3 2. Inwerkingtreding van het contract... 3 3. Grondslagen van het contract... 3

Nadere informatie

Versie 29-01-2015 DEEL VI Titel II Hoofdstuk II Begrafenisvergoeding Inhoudstafel

Versie 29-01-2015 DEEL VI Titel II Hoofdstuk II Begrafenisvergoeding Inhoudstafel Versie 29-01-2015 DEEL VI Titel II Hoofdstuk II Begrafenisvergoeding Inhoudstafel 1. Samenvattende tabel 2. Wettelijke en reglementaire grondslagen 3. Begunstigden 4. Voorwaarden 5. Bedrag 5.1 De overledene

Nadere informatie

(Inwerking getreden op 1 november 2010 Belgisch Staatsblad: 29 oktober 2010)

(Inwerking getreden op 1 november 2010 Belgisch Staatsblad: 29 oktober 2010) Administratieve Schikking houdende de toepassingsmodaliteiten van de Overeenkomst betreffende de sociale zekerheid tussen het Koninkrijk België en Quebec (Inwerking getreden op 1 november 2010 Belgisch

Nadere informatie

Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, titel III, hoofdstuk II, afdeling III, onderafdeling 4. Ondernemingen die investeren in een raamovereenkomst voor de productie van een audiovisueel werk Art. 194ter.

Nadere informatie

Verhoging van sommige uitkeringsbedragen voor zelfstandigen in het kader van het structureel mechanisme van welvaartsaanpassing

Verhoging van sommige uitkeringsbedragen voor zelfstandigen in het kader van het structureel mechanisme van welvaartsaanpassing Brussel, 23 maart 2017 Advies nr. 2017/04 In toepassing van de wet Artikel 110, 1, van de wet van 30 december 1992 houdende sociale en diverse bepalingen Verhoging van sommige uitkeringsbedragen voor zelfstandigen

Nadere informatie

Aanvraag overbruggingsrecht 1

Aanvraag overbruggingsrecht 1 Aanvraag overbruggingsrecht 1 1 Gegevens van de aanvrager Naam en voornaam: NSZ (Rijksregisternummer) : Hoofdverblijfplaats in België Straat: Nr.: Bus : Postnummer: Plaats: Tel.: Email : Post-of bankrekeningnummer

Nadere informatie

VR DOC.0395/2BIS

VR DOC.0395/2BIS VR 2018 2704 DOC.0395/2BIS Besluit van de Vlaamse Regering tot vaststelling van de nadere regels over de rechten en plichten van begunstigden in hun contacten met uitbetalingsactoren en tot vaststelling

Nadere informatie

Aanvraag om loopbaanonderbreking in het kader van ouderschapsverlof voor de werknemers van de autonome overheidsbedrijven

Aanvraag om loopbaanonderbreking in het kader van ouderschapsverlof voor de werknemers van de autonome overheidsbedrijven Terugsturen naar Hoofdbestuur van de RVA Cel OCR Keizerslaan 7-9 1000 Brussel Aanvraag om loopbaanonderbreking in het kader van ouderschapsverlof voor de werknemers van de autonome overheidsbedrijven U

Nadere informatie

SNELNIEUWS SOCIAAL RECHT Verschijnt wekelijks, ook wanneer er geen belangrijke wijzigingen zijn

SNELNIEUWS SOCIAAL RECHT Verschijnt wekelijks, ook wanneer er geen belangrijke wijzigingen zijn nr. 2005/30 SNELNIEUWS SOCIAAL RECHT Verschijnt wekelijks, ook wanneer er geen belangrijke wijzigingen zijn (22 t.e.m. 28 juli 2005) RECENTE WIJZIGINGEN Wet houdende diverse bepalingen voert weerlegbaar

Nadere informatie

Nationaal nummer :. Hoofdverblijfplaats in België : Straat :.Nr. :. Bus :.. Tel :..Fax :. E-mail : Rekeningnummer : nr...op naam van :.

Nationaal nummer :. Hoofdverblijfplaats in België : Straat :.Nr. :. Bus :.. Tel :..Fax :. E-mail : Rekeningnummer : nr...op naam van :. 1 BIJLAGE Inlichtingenformulier SOCIALE VERZEKERING TEN VOORDELE VAN ZELFSTANDIGEN IN MOEILIJKHEDEN Artikel 2bis, tweede lid, eerste twee streepjes van het KB van 18 november 1996 I. DE AANVRAGER Naam

Nadere informatie

Aanvraag om loopbaanonderbreking in het kader van palliatief verlof voor de personeelsleden van de autonome overheidsbedrijven

Aanvraag om loopbaanonderbreking in het kader van palliatief verlof voor de personeelsleden van de autonome overheidsbedrijven Aanvraag om loopbaanonderbreking in het kader van palliatief verlof voor de personeelsleden van de autonome overheidsbedrijven U wilt uw loopbaan gedeeltelijk of volledig onderbreken en de financiële tussenkomst

Nadere informatie

Uittreksel m.b.t. de doelgroepvermindering mentors :

Uittreksel m.b.t. de doelgroepvermindering mentors : Programmawet (I) van 24 december 2002 Titel IV. Werk - Hoofdstuk 7. Harmonisering en vereenvoudiging van de regelingen inzake verminderingen van sociale zekerheidsbijdragen (B.S. 31.12.2002) Uittreksel

Nadere informatie

HISTORIEK. (*) Wet van 27 februari 1987 betreffende de tegemoetkomingen aan gehandicapten (B.S. 01.04.87; erratum: B.S. 06.08.87)

HISTORIEK. (*) Wet van 27 februari 1987 betreffende de tegemoetkomingen aan gehandicapten (B.S. 01.04.87; erratum: B.S. 06.08.87) WET BETREFFENDE DE TEGEMOETKOMINGEN AAN PERSONEN MET EEN HANDICAP [het opschrift van deze wet was oorspronkelijk : Wet van 27 februari 1987 betreffende de tegemoetkomingen aan gehandicapten ; de wijziging

Nadere informatie

Aanvraag om loopbaanonderbreking In her kader van ouderschapsverlof voor de personeelsleden van de autonome overheidsbedrijven

Aanvraag om loopbaanonderbreking In her kader van ouderschapsverlof voor de personeelsleden van de autonome overheidsbedrijven Aanvraag om loopbaanonderbreking In her kader van ouderschapsverlof voor de personeelsleden van de autonome overheidsbedrijven Indien u de voorwaarden wilt kennen om onderbrekingsuitkeringen te bekomen

Nadere informatie

Programmawet van 22.12.89 en uitvoeringsbesluit van 8 maart 1990

Programmawet van 22.12.89 en uitvoeringsbesluit van 8 maart 1990 Programmawet van 22.12.89 en uitvoeringsbesluit van 8 maart 1990 rechtsbron bron/reg.nr. rechtsbrondatum publicatiedatum pagina Wet - 22.12.1989 K.B. - B.S. - 30.12.1989 21382 Wet - 29.03.2012 B.S. - 06.04.2012

Nadere informatie

(Inwerking getreden op 01 juni 2017 Belgisch Staatsblad: 23 april 2018 )

(Inwerking getreden op 01 juni 2017 Belgisch Staatsblad: 23 april 2018 ) ADMINISTRATIEVE SCHIKKING betreffende de toepassing van de Overeenkomst betreffende de sociale zekerheid tussen het Koninkrijk België en de Staat Israël (Inwerking getreden op 01 juni 2017 Belgisch Staatsblad:

Nadere informatie

In dat kader zal STEUNT ELKANDER er alles aan doen u de beste dienstverlening aan te bieden Lees meer

In dat kader zal STEUNT ELKANDER er alles aan doen u de beste dienstverlening aan te bieden Lees meer STEUNT ELKANDER is als sociaal verzekeringsfonds een onmisbare schakel tussen de overheid en de burger. Het staat, samen met de overheid, in voor de goede uitvoering van wetgeving inzake de sociale zekerheid

Nadere informatie

VR DOC.0282/1BIS

VR DOC.0282/1BIS VR 2017 2403 DOC.0282/1BIS DE VLAAMSE MINISTER VAN WERK, ECONOMIE, INNOVATIE en SPORT NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING Betreft: - ontwerp van besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het koninklijk

Nadere informatie