Tijdschrift voor Geneeskundig Adviseurs in particuliere Verzekeringszaken. GAVscoop jaargang 10, nummer 4, december pag. 86 Van de redactie

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Tijdschrift voor Geneeskundig Adviseurs in particuliere Verzekeringszaken. GAVscoop jaargang 10, nummer 4, december 2006. pag. 86 Van de redactie"

Transcriptie

1 December Tijdschrift voor Geneeskundig Adviseurs in particuliere Verzekeringszaken GAVscoop jaargang 10, nummer 4, december 2006 Inhoudsopgave: pag. 86 Van de redactie pag. 87 Van het bestuur pag. 88 PDD-NOS in verzekeringen en letselschades: een verkenning F.G.P. van der Burg pag. 94 Verwijzen en werk hervatten S. Knepper pag. 96 C-reactive protein Dr. R.J. Kraaijenhagen pag. 100 pag. 103 pag. 104 pag. 104 Professionalisering in de medische advisering Dr. F.A.J.M. van den Wildenberg Voor u gelezen: Aansprakelijkheid van artsen Agenda Colofon Gewijzigd: gavscoop@gavscoop.nl

2 Van de Redactie Panta rhei. Hoe treffend juist is deze uitspraak! Het zal wel een illusie zijn te denken dat dat juist nu in deze tijd het geval is. Ongetwijfeld zijn veranderingen en evoluties zo oud als het heelal zelf. Maar selfcentred spelen veranderingen die zich op dit moment voordoen toch wel een hele grote rol. Wat te denken van de problematiek rond de houdbaarheidsdatum van de titel arts? Wat moeten wij, medisch adviseurs, bij uitstek dagelijks bezig in het uitgebreide veld van medisch kennen en kunnen, daar van vinden? En moeten wij voor onszelf op dit moment maatregelen nemen om problemen op termijn te voorkomen? Dat gaat toch wel erg lijken op de verborgen programma s van de belastingdienst. Daar blijkt immers ook altijd achteraf dat je eerder maatregelen had moeten nemen ten einde vervelende gevolgen te vermijden, maatregelen waar je op het moment zelf geen weet van had. Want net als de huidige politiek is ook de belastingsdienst bekend met het low profile invoeren van vervelende zaken. De discussie rond het behoud van de titel arts zal één van de aandachtspunten van het vernieuwde Bestuur van de GAV zijn. Want ook het GAV Bestuur is vernieuwd. Collega Schuwirth ben ik erkentelijk, naast andere zaken, voor zijn immer waardevolle bijdragen aan GAVscoop. Ik heb mij steeds gerealiseerd dat de vervulling van mijn op zo korte termijn gedane oproepen niet altijd op een geschikt moment kwamen, reden te meer om deze inzet te waarderen. Collega Israëls heeft met zijn bijdrage een goede start gemaakt. Een bijdrage, die, een toevallige samenloop van omstandigheden overigens, ook veranderen als onderwerp heeft. Vanaf deze plaats wens ik hem veel succes en steun bij het vervullen van zijn niet geringe taak als voorzitter van de vereniging. Nog meer veranderingen. De GAV basiscursus, met enige weemoed denk ik terug aan een voorbij tijdperk. De laatste cursus is tot een goed einde gebracht. Wij zijn verheugd dat wij in dit nummer van GAVscoop een proeve daarvan konden opnemen. De GAV basiscursus, later GAVcursus geheten, is niet meer, naar een vervolg wordt gezocht. In dit verband, en zijdelings ook in verband met de discussie rond titel-behoud, wijs ik u graag op de lezenswaardige bijdrage van collega Van den Wildenberg. Hoewel op persoonlijke titel geschreven, wordt diens visie ongetwijfeld in brede GAV-kring gedragen. Ik zou nog wel even door kunnen gaan met het opnoemen van veranderingen, maar dan is het eind letterlijk zoek. Eén verandering kan ik u niet onthouden. Het Bestuur van de SBVO heeft het als uitgever van GAVscoop nuttig en wenselijk geoordeeld GAVscoop op internet te vertegenwoordigen met een eigen website. GAVscoop is op het internet te vinden op Ook het adres is gewijzigd, u kunt ons bereiken via GAVscoop@GAVscoop.nl. Een en ander impliceert overigens niet dat de pagina s grote wijzigingen hebben ondergaan, lay out en kleurstelling zal u bekend voorkomen. Iets moet toch hetzelfde blijven, voorlopig althans! K. de Wilde 86

3 Van het Bestuur Alles moet veranderen, opdat alles bij hetzelfde blijft Zó liet Giuseppe Tomasi di Lampedusa het zijn hoofdpersoon zeggen in zijn onvolprezen Tijgerkat. Wat wilde uw kersverse voorzitter daarmee zeggen, toen hij de scheidende voorzitter Wim Schuwirth toesprak? Welke veranderingen en wat blijft hetzelfde? Onze GAV zal zich moeten aanpassen aan de stormachtig verlopende veranderingen in de maatschappij en de verzekeringswereld in het bijzonder. De consument is mondig en vaak goed geïnformeerd, de regelzucht neemt toe in een complexer wordende wereld, publieke verzekeringen verschuiven naar de private markt. Verzekeringen wil men snel zonder veel poespas aan de man brengen. De WAO heeft het veld geruimd voor de WIA, die naar verwachting verder verschraald zal worden, hetgeen enorme mogelijkheden voor de particuliere verzekeraars biedt. Belangenbehartigers weten beter dan ooit de zwakke plekken in verzekeringsovereenkomsten te vinden, met ingewikkelde langdurige procedures tengevolge. Zorgverzekeringen zijn ingrijpend veranderd met meer het accent op verstrekkingen. Hoe hebben we daar als medisch adviseurs op ingespeeld? Realiseren we ons de consequenties van al deze veranderingen? Is onze kennis op peil? En zijn we nog steeds een goede gesprekspartner in deze wereld? Staan we pal voor onze mening, rekening houdend met de nuances, zonder dat we ons van de plaats laten drukken? Het zal duidelijk zijn dat we het niet meer alleen op eigen kracht kunnen. De tijd van de solistisch optredende medisch adviseur is definitief voorbij. We hebben elkaar nodig voor specialistisch advies, we moeten luisteren naar mensen werkzaam in andere disciplines: actuarissen, arbeidsdeskundigen, advocaten, marketingmensen en vele anderen. Veranderen betekent aanpassen. We dienen onze vakkennis en vaardigheden up-to-date te houden, helder te communiceren en ons open te stellen voor meningen en wensen van opdrachtgevers en klanten. Ook onze GAV zal zich meer moeten openstellen. Als we al zo divers zijn met specialisten op het gebied van leven, arbeidsongeschiktheid, personenschade en zorgverzekeringen, dan is er ook plaats voor andere dokters die iets met verzekeren hebben. We kunnen van elkaar leren, onze gezichtskring wordt erdoor vergroot. We hebben gemerkt dat aantallen spreken: een eigen, door de overheid erkende, registratie als medisch adviseur in particuliere verzekeringszaken zat er niet in. Als we de samenwerking zoeken met andere verenigingen op verzekeringsgebied lukt dat ongetwijfeld wel. Laten we die samenwerking met de collegae werkzaam in de publieke sector en in aanverwante verzekeringsgebieden dan ook tot stand brengen. Wat te denken van verdere openheid naar de verzekeraars zelf, het Verbond van Verzekeraars en de beroepsorganisaties? Deze contacten zullen we dienen uit te breiden. We hebben veel te bieden door onze kennis en inzicht in wet- en regelgeving. Het zal onze opdrachtgevers nog meer dan voorheen duidelijk gemaakt moeten worden dat het medisch advieswerk bij de dokter thuishoort, althans onder zijn/haar supervisie, en niet allen omdat de wet- en regelgeving dat nu eenmaal zo voorschrijft. Omgekeerd zullen we door te luisteren eerder beseffen wat er van een medisch adviseur verlangd wordt. Bovenal hebben we een goede, aan onze behoeften aangepaste opleiding nodig. Een brede basis en daar bovenop een ruim keuzeprogramma met modules, zodat ieder een richting kan kiezen die bij hem of haar past, allemaal leidend tot een erkenning als verzekeringsarts, maar met verschillende specialisaties. Wat hetzelfde moet blijven is dat we ons vak beheersen, dat we goed zijn als dokter. Als we dat bereiken en vasthouden en onze positie als medisch adviseur in de verzekeringswereld helder is voor iedereen, volgt de erkenning vanzelf. S.P. Israëls Voorzitter GAV 87

4 Scriptie in het kader van de GAV opleiding geneeskundig adviseur particuliere verzeringszaken, samenvatting PDD-NOS in verzekeringen en letselschades: een verkenning. F.G.P. van der Burg, namens de scriptiegroep* PDD-NOS is een aandoening die valt onder de pervasieve ontwikkelingsstoornissen, samen met autisme, het syndroom van Asperger, het Rett s syndroom en de Childhood Disintegrative Disorder. PDD-NOS is een restgroep: als de afwijkingen / stoornissen (net)niet voldoen aan de criteria van de andere aandoeningen dan volgt de conclusie PDD-NOS. Hiermee is meteen aangegeven dat in deze restgroep een grotere variatie aan afwijkingen / stoornissen te vinden is. De laatste (schattings)cijfers voor de incidentie van PDD-NOS in Nederland spreken van 8 tot 18 op de Hieronder volgt eerst een gedeelte over de diagnostiek van PDD-NOS en daarna wat de betekenis is van PDD-NOS bij levensverzekeringen, arbeidsongeschiktheidsverzekeringen, letselschadezaken en zorgverzekeringen. Diagnostiek Omdat het Rett s syndroom en de Childhood Disintegrative Disorder zeer zeldzaam zijn, is het van belang de diagnostische fase vooral op autisme en het syndroom van Asperger te richten. In de restgroep zal het veelal om PDD-NOS gaan. Criteria voor autistische stoornissen (DSM IV code ): Voor de diagnose autisme moet voldaan worden aan criteria A, B en C. *Scriptiegroep bestaande uit: mevrouw A. de Vries, J. van der Mannen, C.A.M van Exsel, F.G.P. van der Burg, dr. S.G.M. Meuwissen Correspondentieadres: F.G.P. van der Burg, RGA, Klaverblad Verzekeringen, Postbus 3012, 2700 KV Zoetermeer, fgp.vd.burg@klaverblad.nl Criterium A Er moeten minstens zes items gescoord worden in de rubrieken 1, 2 en 3 hieronder, met een minimum van twee uit rubriek 1 en minstens één uit de overige rubrieken. Rubriek 1 Kwalitatieve tekortkomingen in sociale interacties: a) opvallende afwijkingen in het gebruik van nonverbale gedragingen als oogcontact, gelaatsuitdrukkingen, lichaamshoudingen en gebaren in sociale interactie; b) tekortkomingen in het ontwikkelen van passende relaties met leeftijdsgenoten; c) gebrek aan het spontaan delen van vreugde, interesses of prestaties met andere mensen; d) gebrek aan sociale of emotionele wederkerigheid. Rubriek 2 Kwalitatieve tekortkomingen in communicatie: a) vertraagde taalontwikkeling (of gewoon geen taalontwikkeling), niet gepaard gaande met alternatieve communicatiewijzen als gebaren of mimiek; b) bij degenen waarbij wel taalontwikkeling plaatsvindt: opvallende tekortkomingen in de capaciteit om gesprekken met anderen te beginnen of gaande te houden; c) stereotiep en repetitief gebruik van taal of idiosyncratisch taalgebruik; d) gebrek aan gevarieerd, spontaan doe-alsof-spel of sociaal limitatief spel aangepast aan het ontwikkelingsniveau. Rubriek 3 Restrictieve, repetitieve en stereotiepe gedragspatronen, interesses en activiteiten: a) sterke preoccupatie ten opzichte van één of meer stereotiepe en beperkte interessegebieden, hetzij abnormaal in intensiteit, hetzij in invalshoek; b) inflexibele gebondenheid aan specifieke, nonfunctionele routines of rituelen; c) stereotiepe en repetitieve motorische activiteiten; d) extreem gefixeerd op delen van voorwerpen. 88

5 Criterium B Er moet een vertraging of abnormaal functioneren zijn in op zijn minst één van de volgende gebieden, met start van de problemen voor de leeftijd van drie jaar: a) sociale interactie; b) taal als sociaal communicatiemiddel; c) symbolisch en verbeeldend spel. Criterium C De opgemerkte stoornissen worden niet beter beschreven door het Rett's syndroom of door de Childhood Disintegrative Disorder. Criteria voor het syndroom van Asperger (DSM IV code ) zijn: 1. Kwalitatieve tekortkoming in sociale interactie zich uitend in minstens twee van de volgende kenmerken: a) opvallend tekort in het gebruik van veelvuldige non-verbale gedragingen als oogcontact, gelaatsuitdrukking, lichaamshoudingen en -bewegingen ter regulatie van sociale interactie; b) gebrekkige ontwikkeling van aan ontwikkelingsniveau aangepaste relaties met leeftijdsgenoten; c) een tekort in het spontaan delen van vreugde, interesses of prestaties met andere mensen; d) gebrek aan sociale of emotionele wederkerigheid. 2. Restrictieve repetitieve en stereotiepe gedragspatronen, interesses en activiteiten die voldoen aan tenminste één van de volgende criteria: a) sterke preoccupatie ten opzichte van één of meer stereotiepe en restrictieve interessepatronen, abnormaal zijnde in hetzij intensiteit, hetzij invalshoek; b) schijnbaar inflexibele vasthoudendheid aan specifieke, nonfunctionele routines of rituelen; c) stereotiepe en repetitieve motorische gedragswijzen; d) persistente preoccupaties met delen van voorwerpen. 3. De stoornis veroorzaakt klinisch significante tekortkomingen in sociaal, tewerkstellings- of ander belangrijk functioneringsdomein. 4. Er is klinisch geen significante algemene vertraging in taalontwikkeling. 5. Er is klinisch geen significante vertraging in de cognitieve ontwikkeling of in de ontwikkeling van leeftijdseigen zelfhulp vaardigheden, aangepast gedrag of interesse in de omgeving. 6. Criteria voor andere specifieke pervasieve ontwikkelingsstoornissen of schizofrenie worden niet beantwoord. Criteria voor Pervasive Developmental Disorder Not Otherwise Specified (PDD-NOS) (synoniem: atypisch autisme): Deze categorie wordt voorbehouden voor ernstige en pervasieve tekortkomingen in de ontwikkeling van wederkerige sociale interactie of verbale en non-verbale communicatievaardigheden, of wanneer stereotiepe gedragspatronen, interesses en activiteiten aanwezig zijn, maar de criteria voor de specifieke pervasieve ontwikkelingsstoornissen niet gehaald worden. Op basis hiervan kan tenslotte een handzame diagnostische beslisboom worden gemaakt. Het uitgangspunt hiervoor is de indeling zoals die in bovenstaande te vinden is bij 'Criteria voor autistische stoornissen'; A1 verwijst hierbij naar 'Criterium A, Rubriek 1', etc Onderling verband tussen relevante DSM-III revised classificatiecategorieën. * 1. autistic disorder; 2. pervasive developmental disorder not otherwise specified; 3. attention deficit hyperactivity disorder; 4. Gilles de la Tourette s syndrome, tics; 5. obsessive-compulsive disorder. * Uit: Het stellen van de diagnose bij kinderen met autisme en verwante contactstoornissen, R.B. Minderaa. Ned Tijdschr Geneeskd Feb 4;133(5):

6 Vraag 1: Wordt voldaan aan de criteria voor autistische stoornissen? Ja: dan is de diagnose autistische stoornis. Nee: dan vraag 2. Vraag 2: Wordt voldaan aan alle eisen bij A1, A3 en B? Ja: dan is de diagnose Syndroom van Asperger. Nee: dan vraag 3. Vraag 3: Bestaat in één van de drie criteria A1, A2 of A3 een ernstige tekortkoming? Ja: dan is de diagnose PDD-NOS. De afgrenzing met andere ziektebeelden is moeilijk. Ter illustratie treft u het onderstaand plaatje aan waarbij het onderling verband tussen PDD-NOS en (een aantal) andere ziektebeelden is verbeeld. PDD-NOS in levensverzekeringen Mensen met PDD-NOS worden met de huidige manuals / richtlijnen afgewezen voor een levensverzekering. Binnen de groep mensen met PDD-NOS bestaat veel variatie in de ernst van de afwijking, waardoor ook het risico heel gevarieerd is. Daarom is het wenselijk om binnen deze groep een differentiatie te maken. Dit heeft als doel degene zonder een sterk verhoogd risico toch een passende aanbieding te kunnen doen. Het idee is dat het aantal mensen dat de diagnose PDD-NOS krijgt enigszins toeneemt door betere bekendheid met het beeld en als gevolg daarvan betere diagnostiek. Binnen de groep met PDD-NOS neemt het aantal mensen met relatief lichte afwijkingen toe waardoor het risico gunstiger wordt. Wel moet er bij acceptatie het besef blijven dat binnen de groep mensen met PDD-NOS er een groep blijft bestaan met een sterk verhoogd risico waarvoor geen passende aanbieding mogelijk is. Belangrijke factoren om op te differentiëren zijn: het IQ, of als afgeleide de schoolprestaties - een lager IQ geeft ongunstiger risico; zelfredzaamheid - meer hulp nodig geeft ongunstiger risico; agressief gedrag - aanwezigheid van agressief gedrag is ongunstiger; leeftijd waarop de diagnose is gesteld - hoe jonger hoe ongunstiger; begeleiding / behandeling - meer begeleiding geeft ongunstiger risico. Een belangrijke bijkomende niet-medische factor is dat het veelal om een uitvaartkostenverzekering voor een kind gaat. Dit zijn relatief kleine bedragen met de bijpassende premie. Aangezien het opvragen van informatie bij de huisarts en/of specialist naar verhouding erg kostbaar is wordt dit bij voorkeur niet gedaan. Verder is het zo dat voor kinderen een veel lagere premie betaald moet worden. Als voor deze groep een percentage premieopslag geadviseerd wordt, is dit in absolute zin minimaal. Op de website van GAVscoop is de vragenlijst opgenomen die toegestuurd wordt aan de (ouders van) kandidaat-verzekerde. PDD-NOS in arbeidsongeschiktheidsverzekeringen Wanneer in het acceptatietraject zou blijken dat de kandidaat-verzekerde onder behandeling, controle of begeleiding is in verband met een PDD-NOS zal een afwijzing volgen. Mocht de situatie zich voordoen dat pas tijdens een ziekteperiode duidelijk wordt dat het gaat om PDD- NOS, en er is geen sprake van verzwijging, dan zou een poging ondernomen moeten worden om een dergelijke verzekerde te begeleiden naar beschermd werk. Dit betreft werk waar altijd iemand aanwezig is om op terug te vallen, waar duidelijke opdrachten gegeven worden en waar geen eisen gesteld hoeven te worden op het gebied van de communicatie. Tevens moet er sprake zijn van een rustige werkplek zonder veel afleidende prikkels (geluid, licht, inrichting). PDD-NOS in letselschade Aangezien PDD-NOS een ontwikkelingsstoornis is, ligt het verband met een trauma of ander letsel niet voor de hand. Toch kan de stoornis in de letselschade een rol spelen,met name als pre-existente afwijking in letselschadezaken waarin kinderen hoofd- of hersenletsel hebben opgelopen en er een ontwikkelingsachterstand ontstaat. Het is dan zeer lastig om een goede inschatting te maken van het aandeel van de PDD-NOS en de gevolgen van het ongeval. Diverse symptomen worden zowel bij de autistische spectrumstoornis als bij het traumatisch hersenletsel beschreven. Dit betreft: stoornissen van het taalbegrip verhoogde prikkelbaarheid soms apathie, soms ongeremdheid met hyperactiviteit en impulsiviteit versterkt op zichzelf gericht zijn terugtrekken uit sociale situaties Twee van de drie hoofdsymptomen van een pervasieve ontwikkelingsstoornis, tekortkomingen in sociale interacties en in communicatie, worden dus ook bij hersenletsel beschreven. Dat is niet het geval ten aanzien van het derde hoofdsymptoom, de repetitieve en stereotiepe gedragingen. Omdat dit derde hoofdsymptoom ook bij PDD-NOS niet op de voorgrond staat, zal het klinische beeld van hersenletsel, ten aanzien van de autistische spectrumstoornissen, vooral sterk op PDD-NOS kunnen lijken. Om hier tot afgrenzing te komen van eventuele 90

7 verworven traumatische letsels zal de hetero-anamnese uitgediept moeten worden. Informatie van bijvoorbeeld de leerkracht(en) betreffende gegevens over het functioneren voor en na het ongeval, zal onontbeerlijk zijn. Ter afsluiting zal een expertise door een kinderneuroloog met aandacht voor pervasieve ontwikkelingsstoornissen moeten plaatsvinden. PDD-NOS in zorgverzekeringen Voor de diagnose PDD-NOS wordt gesteld zal het kind, om andere oorzaken uit te sluiten, eerst volledig onderzocht moeten worden door een kinderarts en neuroloog. Deze kosten worden gedekt door de Zorgverzekeringswet. Vervolgens zal, wanneer de ernst van de aandoening dat noodzakelijk maakt, een verwijzing naar en behandeling binnen de psychiatrie of instellingen voor Jeugdzorg moeten plaatsvinden. Beide instanties worden vanuit de AWBZ gefinancierd. Bij de behandeling kunnen ook geneesmiddelen worden voorgeschreven, bijvoorbeeld Ritalin of andere middelen. De kosten van de geneesmiddelen zijn voor rekening van de zorgverzekering of, afhankelijk van het vergoedingsregime, gedeeltelijk voor rekening van de persoon zelf. Tenslotte kunnen er nog andere vormen van behandeling plaatsvinden, zoals logopedie of het toepassen van hulpmiddelen wanneer bijvoorbeeld ook dyslexie aanwezig is. Deze kosten worden in het algemeen door de Zorgverzekeringswet gedekt. Daarnaast kunnen er nog aanpassingen op school nodig zijn (remedial teaching, aangepaste klassengrootte, e.d.). Dat blijft hier echter buiten beschouwing aangezien dit tot de kosten van het onderwijs behoort. Conclusies en aanbevelingen PDD-NOS is de restcategorie van de pervasieve ontwikkelingsstoornissen. Het is belangrijk om in de diagnostische fase autisme en het syndroom van Asperger uit te sluiten. PDD-NOS komt in Nederland voor met een incidentie van 8-18 per Voor levensverzekeringen is acceptatie (met een premieverhoging) van PDD-NOS met gunstige kenmerken mogelijk. Een aanvraag met PDD-NOS voor een arbeidsongeschiktheidsverzekering leidt tot een afwijzing. Bij het ontdekken van PDD-NOS tijdens de verzekering is begeleiding naar een beschermde werkplek het traject van eerste keus. In letselschadezaken is het zeer lastig, vooral bij kinderen, om gevolgen van hersenletsel en klachten door PDD-NOS als pre-existente aandoening uit elkaar te halen en/of te houden. Expertise onderzoek door een kinderneuroloog met aandacht voor PDD-NOS is noodzakelijk. In zorgverzekeringen zijn PDD-NOS ers moeilijk tegen een normale premie aanvullend te verzekeren. Ondanks het feit dat veel kosten vanuit de AWBZ en het onderwijs gedekt worden. Literatuurlijst 1. Berckelaer-Onnes IA, [Sixty years of autism], Ned Tijdschr Geneeskd May 22;148(21): Review. Dutch. PMID: [PubMed - indexed for MEDLINE] 2. Burd L, Kerbeshian J, Westerland A, Labine J, Barth A, Klug MG, Wagner K., Prospective long-term follow-up of patients with pervasive developmental disorders. J Child Neurol Sep;17(9): PMID: [PubMed - indexed for MEDLINE] 3. Koenig K., Scahill L., Assessment of children with pervasive developmental disorders. J Child Adolesc Psychiatr Nurs Oct-Dec;14(4): Review. PMID: [PubMed - indexed for MEDLINE] 4. Larsen FM, Mouridsen SE. The outcome in children with childhood autism and Asperger syndrome originally diagnosed as psychotic. A 30-year follow-up study of subjects hospitalized as children. Eur Child Adolesc Psychiatry Dec;6(4): PMID: [PubMed - indexed for MEDLINE] 5. Luteijn EF, Serra M, Jackson S, Steenhuis MP, Althaus M, Volkmar F, Minderaa R. How unspecified are disorders of children with a pervasive developmental disorder not otherwise specified? A study of social problems in children with PDD-NOS and ADHD. Eur Child Adolesc Psychiatry Sep;9(3): PMID: [PubMed - indexed for MEDLINE] 6. Ruberman L. Psychotherapy of children with pervasive developmental disorders. Am J Psychother. 2002;56(2): Review. PMID: [PubMed - indexed for MEDLINE] 7. Searcy E. Helping the patient who has pervasive developmental disorder. JAAPA Oct;14(10):39-41, Review. No abstract available. PMID: [PubMed - indexed for MEDLINE] 8. Volkmar, Klin - Asperger s disorder 9. Volkmar FR, Shaffer D, First M. PDDNOS in DSM-IV. J Autism Dev Disord Feb;30(1):74-5. No abstract available. PMID: [PubMed - indexed for MEDLINE] 10. Walker DR, Thompson A, Zwaigenbaum L, Goldberg J, Bryson SE, Mahoney WJ, Strawbridge CP, Szatmari P. Specifying PDD-NOS: a comparison of PDD-NOS, Asperger syndrome, and autism. J Am Acad Child Adolesc Psychiatry Feb;43(2): PMID: [PubMed - indexed for MEDLINE] 11. Williams K, Glasson EJ, Wray J, Tuck M, Helmer M, Bower CI, Mellis CM. Incidence of autism spectrum disorders in children in two Australian states. Med J Aust Feb 7;182(3): PMID: [PubMed - indexed for MEDLINE] 91

8 Onderstaande vragenlijst maakt onderdeel uit van voorgaand artikel. De vragenlijst kan gedownload worden van Red. Vragenlijst PDD-NOS Autisme, PDD-NOS, Asperger syndroom en vergelijkbare beelden Onderstaande vragenlijst wordt voor alle leeftijden gebruikt. Wilt u ook vragen die voor u onlogisch zijn zo volledig mogelijk beantwoorden? Betreft Naam : Geboren : Adres : Woonplaats : Ingevuld door : Relatie tot bovenstaande : 1. Op welke leeftijd zijn de eerste verschijnselen ontstaan? 2. Wat waren de verschijnselen aanvankelijk? 3. Op welke leeftijd is de diagnose gesteld? 4. Wat is de exacte diagnose? 5. Welke verschijnselen / klachten zijn er nu nog? 6. Zijn er andere diagnoses gesteld, zoals depressie, angststoornis, persoonlijkheidsstoornis, schizofrenie, psychose, misbruik van middelen of alcohol, borderline? ja/nee Zo ja, welke? 7. Is er ook sprake van of is er sprake geweest van een lichamelijke stoornis? ja/nee Zo ja, welke? 8. Waaruit bestaat of bestond de behandeling? a. Medicijnen ja/nee van tot welke welke dosering b. Therapie ja/nee van tot welke c. Adviezen ja/nee van tot welke d. Psychiater ja/nee van tot welke e. Psycholoog / Psychotherapeut / RIAGG ja/nee van tot welke 92

9 f. Opname ja/nee van tot g. Dagbehandeling ja/nee van tot welke h. Overige ja/nee van tot wat 9. Is gewoon / regulier onderwijs gevolgd? Zo ja, is er sprake geweest van doublures / "blijven zitten"? ja/nee ja/nee 10. Is de scholing afgemaakt en/of is een diploma behaald? ja/nee Zo ja, wat is het hoogst behaalde diploma? 11. Is er sprake geweest van agressief of roekeloos gedrag? ja/nee Zo ja, wanneer? Wanneer werd speciaal onderwijs gevolgd? van tot 12. Hoe is de woonsituatie? inwonend (bij ouders / familie) zelfstandig met of zonder partner begeleid wonen met of zonder medebewoners overdag of s' nachts onder begeleiding / zorg opgenomen in gespecialiseerd instituut / psychiatrische inrichting anders, namelijk 13. Hoe verloopt de communicatie? kan goed spreken, respectievelijk de conversatie verloopt (vrij) normaal praat bijna niet praat wel maar zonder normale communicatie er is zo goed als geen communicatie op welke manier dan ook anders, namelijk 14. Is er sprake van arbeid in loondienst, als zelfstandige of als vrijwilliger? ja/nee Zo ja, welke en voor hoeveel per week? 15. Is er recht op een uitkering (WAJONG, WAO, WAZ, AAW, WW, bijstand?) ja/nee Zo ja, welke en sinds wanneer? 16. Is er een schatting gemaakt van het IQ? ja/nee Zo ja, hoe hoog ligt dit IQ? 17. Is er een schatting gemaakt van de leeftijd van functioneren? ja/nee Zo ja, op welke leeftijd ligt dit functioneren? 93

10 Verwijzen en werk hervatten. Over de rol van de medisch adviseur. S.Knepper* 1. Inleiding. Wanneer een verzekerde meldt zulke ernstige gezondheidsproblemen te hebben, dat hij niet naar behoren kan werken, mag verwacht worden dat hij of zij zelf (para)medische hulp zoekt. Wanneer dat niet gebeurt, roept dat vragen op over de ernst van de klachten en de wil daarvan af te komen, met een klassieke term geduid als lijdensdruk. Wanneer het wél gebeurt, maar diagnostiek en behandeling helpen niet, zal een verzekerde dat in de eerste plaats met zijn huisarts bespreken of zelf andere hulp zoeken. In geen van beide gevallen is een actieve rol voor de medisch adviseur weggelegd. Het meeste verzuim is gelukkig self limiting van aard. Het is niet nodig dat de medisch adviseur er bemoeienis mee heeft. Wanneer het verzuim langer duurt is het primair zijn taak medische informatie te (laten) verzamelen en zich mede aan de hand van arbeidskundige gegevens een beeld te vormen over de claim van de verzekerde dat deze zijn werk nog niet (helemaal) kan doen. Wanneer de werkhervatting blijft stagneren en dat niet logisch lijkt samen te hangen met de ernst van het medische beeld is een actievere rol voor de medisch adviseur weggelegd. De medisch adviseur kan dan zo nodig en mogelijk het hervattingstraject helpen vorm te geven. Vanachter een bureau is dat geen sinecure. Zo nodig en mogelijk kan de medisch adviseur daarom het beste zelf met de verzekerde spreken om het van papier verkregen beeld te bevestigen of bij te stellen. Papier is uiteindelijk maar papier. De informatie van behandelend artsen is over andere meespelende factoren dan de klinische afwijkingen doorgaans zeer beperkt. Persoonlijke communicatie met een verzekerde kan voorkómen dat er een patstelling ontstaat waarin deze zich begraaft in ziekte en onvermogen. Hier geldt het primum non nocere. Helemaal voorkómen kan de medisch adviseur deze situatie niet. In een gemedicaliseerde wereld is het slachtofferschap een belangrijke kapstok voor allerlei sociale problemen 1. Tegengestelde verwachtingen en daaruit voortvloeiende teleurstellingen voor verzekerden zijn daarom onlosmakelijk verbonden met het werk van de medisch adviseur. Ondermeer vanwege die reden past het managementetiket klantvriendelijk niet bij zijn werk. * S. Knepper, RGA, verzekeringsarts, Laren (Gld) Behalve zichzelf als onderzoeksinstrument kan de medisch adviseur sinds jaar en dag het middel van de medische expertise inzetten. Bij de beoordeling van letselschade geldt het NPP-adagium daar terughoudend mee om te springen 2. Dat is in het kader van arbeidsongeschiktheid niet anders. De medisch specialist is deskundig op een heel beperkt en bovendien klinisch terrein. Bij arbeidsongeschiktheid speelt bijna altijd een complex van factoren en er is vaak co-morbiditeit. De meeste verzekerden zijn vaak al bij diverse medisch specialisten en andere hulpverleners onder behandeling (geweest). Hoe méér deskundigen zich met hun problemen bemoeien, hoe groter de kans dat zij elkaar gaan tegenspreken, hoe moeizamer de samenhang wordt en hoe meer gelegenheid deskundigen voor die problemen verantwoordelijk te maken. Externaliseren is bepaald geen zeldzaam fenomeen in de praktijk van langdurige arbeidsongeschiktheid. Tot ongeveer tien jaar geleden had de medisch adviseur op zijn terrein weinig andere mogelijkheden een actieve rol te spelen. Met de privatisering van grote delen van de sociale zekerheid ontstond toen een commercieel circuit van providers van wachtlijstbemiddeling, rugscholen, multidisciplinaire trainingen, cognitieve gedragstherapie en psychologische begeleidingen. Al dan niet in combinatie met vormen van fitness. Daarmee kreeg de medisch adviseur een belangrijke uitbreiding van zijn mogelijkheden om verzekerden voor diagnostiek en behandeling te verwijzen. Verzekeraars hebben op die ontwikkeling ingespeeld met hun marketing, waarbij zij zich profileren als zorgverleners of een soort arbodienst voor zelfstandigen. De uit hun aard minder klantvriendelijke aspecten van de claimbeoordeling worden daarbij zelden belicht. Dat leidt gemakkelijk tot verkeerde verwachtingen bij verzekerden, zoals ik herhaaldelijk kan vaststellen. 2. Verwijzen. In dit spanningsveld is de positie van de medisch adviseur niet eenvoudig. Hoewel de meeste nieuwe faciliteiten veelal onmiskenbaar medisch zijn geïnspireerd, beschikt hij nauwelijks over een concreet instrumentarium om zijn indicatiestelling te onder- 94

11 bouwen. Wellicht dat dit er toe leidt, dat op sommige plaatsen in feite de arbeidsdeskundige of de claimbehandelaar verwijst. Ook is het mogelijk dat een gewogen indicatiestelling plaatsvindt door de provider zelf, in de vorm van een intake. Op de markt van vraag en aanbod is het dan onvermijdelijk dat die de indicatie stelt, die bij zijn aanbod past. En zo wordt bijvoorbeeld menige burnout of operante conditionering geconstateerd, waar bij nadere inhoudelijke afweging wel enige vraagtekens gezet kunnen worden. Het is lastig om evidence based iets over verwijsindicaties te zeggen omdat er vaak geen deugdelijk wetenschappelijk bewijs is, dat de aangeboden interventies effectief zijn. Maar dat betekent nog niet dat de medisch adviseur geen inhoudelijke afweging kan maken. Providers die zich in hun dienstverlening nauwelijks committeren aan het arbeidsprobleem horen thuis in de gezondheidszorg en niet bij een arbeidsongeschiktheidsverzekeraar. Vormen van dienstverlening waarbij verzekerden leren naar hun lichaam te luisteren werken klachtgericht en bevorderen vermijdingsgedrag. Daar valt naar de huidige inzichten geen resultaat van te verwachten. Het is een goede zaak wanneer verzekerden leren hun grenzen niet te overschrijden maar dan ook dat zij accepteren dat het autonome individu de materiële gevolgen van zo n keuze voor zijn welzijn en gezondheid primair voor eigen rekening neemt. Het helpt beslist wanneer verzekerden leren hun beperkingen te accepteren. Maar dan wel met de toevoeging dat de medisch adviseur uiteindelijk bepaalt in hoeverre er zulke beperkingen passen bij de polisvoorwaarden. Van de provider mag verwacht worden dat hij bij dergelijke statements zorgvuldig is tegenover de opdrachtgever en zich niet verschuilt in een vrijblijvend zorgmodel. Sommige instellingen laten verzekerden een prijzig traject doorlopen maar uiteindelijk komt het niet of nauwelijks tot werkhervatting. Die wordt dan als een soort belofte naar de toekomst geschoven. Het is niet zakelijk dergelijke instellingen herhaaldelijk in te schakelen. Ook komt het komt voor dat verzekerden zélf herhaaldelijk een aanmerkelijk minder rooskleurig beeld van de interventie en het resultaat daarvan schetsen, dan de gelikte eindrapportage van de provider vermeldt. Het lijkt mij dat de medisch adviseur daar consequenties aan zou moeten verbinden. 3. Indicatiestelling. De medisch adviseur is primair schade-expert, hij is geen hulpverlener of begeleider. Zijn verwijzing moet op meer gebaseerd zijn, dan alleen het prettige gevoel een klant te helpen. De medisch adviseur dient eerst zélf een probleemanalyse te (laten) doen en een onderbouwde indicatie te stellen. Van belang is dat de medisch adviseur zich afvraagt of er wel voldoende signalen zijn, dat de verzekerde voor een verwijzing is gemotiveerd. Een oude wetmatigheid in de geneeskunde is immers dat dit al het halve resultaat is. Wanneer verzekerden gestuurd worden kan dat vaak voorkomende gevoelens van afhankelijkheid, passiviteit en overdracht van verantwoordelijkheid versterken. Dat komt het resultaat van de verwijzing niet ten goede. Grote terughoudendheid is geboden bij verzekerden die al talloze behandelingen hebben ondergaan en daarbij telkens hebben bewezen dat niets helpt. Al te gemakkelijk wordt een interventie na verwijzing gegijzeld door het belang van de claim. Zo is de behandeling van chronische vermoeidheid aanzienlijk minder effectief wanneer er een claim speelt 3. Verschillende pijncentra beschouwen het tegelijkertijd spelen van een claim zelfs als een contraïndicatie voor behandeling. Vanwege dit verschijnsel valt te overwegen in aangewezen gevallen éérst een claimbeoordeling te doen en pas daarna te verwijzen. Bij die claimbeoordeling zal dan zo min mogelijk rekening gehouden moeten worden met vermijdings- en pijngedrag, dat in essentie doorgaans het aangrijpingspunt van de interventie is. De mate van arbeidsongeschiktheid kan direct aansluitend aan de interventie geëffectueerd worden. De verzekerde weet dan aan het begin van het traject waar hij aan toe is, dat daardoor meer kans van slagen heeft. Redelijkerwijs zou de medisch adviseur wel bereid moeten blijven bij zwaarwegende feiten op een eerder genomen beoordeling terug te komen. Een indicatie moet medisch te verantwoorden zijn. De medisch adviseur kan zich afvragen waarom de verzekerde zélf geen initiatieven ondernomen heeft, bijvoorbeeld om zijn conditie te verbeteren. Daarvoor is toch geen verwijzing nodig? Het heeft weinig zin een 58-jarige man die fysiek zwaar werk doet te verwijzen voor een rugtraining, wanneer op grond van de arbeidsanamnese aannemelijk is dat het werk te zwaar voor hem is geworden. Cognitieve gedragstherapie bij een somatiserende verzekerde die in allerlei sociale problemen is verwikkeld zal niet snel effectief blijken, wanneer tegelijkertijd niets aan die problemen gebeurt. En het heeft weinig zin verzekerden te verwijzen die na verkoop van hun bedrijf geen concreet uitzicht hebben op werkhervatting. De medisch adviseur zal zich kortom tenminste moeten afvragen of: de betrokken provider niet vanuit een vrijblijvend zorgmodel werkt de verzekerde overtuigend gemotiveerd is voor de interventie er een inhoudelijke indicatie voor interventie bestaat er een concreet uitzicht op werkhervatting is. 95

12 4. Conclusie. Medisch adviseurs kunnen een actieve rol vervullen bij het verwijzen van verzekerden naar commerciële providers die (para)medische diensten aanbieden op de markt van begeleiding en reïntegratie. De indicatiestelling hoort bij hen thuis en niet bij de belanghebbende instellingen, nóch bij arbeidsdeskundigen of andere functionarissen. Van belang is dat de medisch adviseur een grondige probleemanalyse uitvoert of laat uitvoeren en zich ervan overtuigt dat de verzekerde gemotiveerd is. Met zich in een vrijblijvend zorgmodel opstellende instellingen zou de medisch adviseur geen zaken moeten willen doen. In twijfelgevallen kan het wijsheid zijn een claimbeoordeling uit te voeren voorafgaand aan de verwijzing en daarbij zo min mogelijk rekening te houden met klachtvermijdend gedrag. Last but not least wordt het hoog tijd systematisch data te verzamelen waarmee indicaties inhoudelijk beter onderbouwd kunnen worden. 1. Veeninga AT, Secundaire traumatisering, over de besmettelijkheid Van slachtofferschap. Maandbld.Geest.Volksgez.61 (2006) 5: Nationaal Platform Personenschade Preambule aanbeveling december J.J.van Egmond, Secundaire ziektewinst en de posttraumatische stress-stoornis GAVscoop 10 (2); 31, juli C-reactive protein Dr. R.J. Kraaijenhagen* Inleiding Het CRP ofwel het C-reactief proteïne is één van de meest bekende en voor de diagnostiek meest gebruikte acuut fase eiwitten (1,2). CRP is een lid van de pentraxine familie waartoe zeer geconserveerde eiwitten behoren die een rol spelen bij de eerstelijns verdediging tegen micro-organismen. Het is in 1930 ontdekt door Tillet en Francis die het aantoonden in het serum van patiënten met pneumococcen infecties. Ze ontdekten dat het eiwit reageerde met het C polysaccharide van de bacterie. Het gen voor het CRP ligt op de korte arm van chromosoom 1. Acute fase Acuut fase eiwitten en zo ook het CRP worden bij infecties door de lever aangemaakt. Ze dienen als een niet-specifieke eerstelijns defensie bij infecties en weefselschade, zoals traumata, verbranding en neoplasmata. Eén van de bekendste acuut fase reacties overigens, waar het lichaam zich van bedient bij ontstekingen, is koorts. Er zijn vele eiwitten met acuut * Dr. R.J. Kraaijenhagen, klinisch chemicus, Klinisch chemisch laboratorium, Meander Medisch Centrum te Amersfoort. fase gedrag zoals ferritine, fibrinogeen en haptoglobine die alle in concentratie omhoog gaan onder invloed van ontstekingsmediatoren waarvan interleukine-6 de belangrijkste is. In het geval van CRP kan de stijging in sommige gevallen oplopen tot ver boven de 500 mg/l. Er zijn ook voorbeelden van acuut fase eiwitten waarvan de concentratie daalt in het bloed op het moment van optreden van een ontstekingsproces. Bekende voorbeelden hiervan zijn albumine en transferrine. Functie CRP is behulpzaam bij het opruimen van bacteriën zoals pneumococcen C, waaraan het ook zijn naam ontleent. Het CRP-gehalte in het bloed is verhoogd bij door micro-organisme veroorzaakte ontstekingen hoewel het daar niet specifiek voor is. De functie van het CRP lijkt gelegen in het helpen bij de binding van complement aan vreemde cellen en beschadigde lichaamseigen cellen. Het beïnvloedt tevens de humorale immuunrespons tegen ziektekiemen en speelt zelf een belangrijke rol door het vervullen van een vroeg 96

13 defensiesysteem tegen infecties. Dit doet het door te binden aan potentieel toxische agentia die ofwel van buiten komen of afkomstig zijn van beschadigd weefsel, waarna het complex wordt afgebroken. Reeds bij vissen en vogels wordt een CRP-achtig eiwit aangetroffen. Bepalen van CRP Er zijn verschillende meetmethoden, alle berustend op immunologische bepalingsprincipes. Een specifiek antilichaam tegen CRP bindt het CRP in het serum of plasma waarna de reactie zichtbaar wordt gemaakt met daarvoor gangbare technieken. Het kwantitatief meten van het CRP is mogelijk doordat een ijklijn wordt gemaakt met calibratoren met bekende CRP-waarden. Interpretatie kan geschieden door vergelijking van patiëntenuitslagen afgezet tegen een referentiegebied. Er lijkt sprake van een infectie als het CRP boven de 5 mg/l is, hoewel sommigen de grens nog wat hoger stellen bij 10 mg/l en anderen juist claimen dat onder normale omstandigheden het CRP zeer laag is en de grens reeds bij 1 mg/l leggen. De verblijftijd van het CRP in het bloed is relatief kort, het wordt snel aangemaakt en ook weer snel afgebroken. In 6 à 8 uur na het optreden van een ontstekingstrigger zal een CRP-stijging kunnen worden waargenomen in het bloed. Een stijging tot vele honderden malen de uitgangswaarde is mogelijk. Het CRP heeft een kortere halfwaardetijd in het bloed dan de andere acuut fase eiwitten, ook dat is van belang voor zijn klinisch praktische toepassing. Voor het vrije CRP is de halfwaardetijd in bloed ongeveer 19 uur, wanneer CRP gebonden is aan andere eiwitten is deze korter, nl circa 12 uur. Het CRP is daarmee de meest bruikbare maat voor het volgen van het beloop van een infectieus proces. Een verhoging van het CRP alhoewel aspecifiek voor het type infectie verdient daarom altijd aandacht. Het is goed om de beperkingen van de bepaling te kennen. Allereerst is er na het eerste begin van een infectie een eerste fase waarin het CRP nog niet de tijd gehad heeft te reageren. Deze periode bedraagt ongeveer 8 uur. Dan is er een niet te voorspellen interindividuele variatie, niet altijd is de hoogte van het CRP gecorreleerd aan de ernst van het proces. Hoewel er geen CRP- deficiënties of structuurvarianten beschreven zijn lijkt het wel zo te zijn dat immuun gecompromitteerden een lagere CRP-spiegel bereiken suggererend dat er minder synthese is. Recent is aangetoond dat er subtiele maar significante verschillen zijn tussen etnische groepen (3,4). Vooral in het gebruik als inschatting van risico voor atherosclerose kan dit van belang zijn. De vraag is nog niet beantwoord of er een etnisch verschil bestaat tussen blanken en mensen van het negroïde ras. Niet geheel duidelijk is of er een verschil bestaat in de regulatie van de CRP-afgifte aan het bloed tussen de rassen of dat er een onderliggend ontstekingseffect aan ten grondslag ligt. Een samenhang met sociale klasse is gesuggereerd, waarbij met name aan parodontitis een belangrijk effect wordt toegeschreven. Ook gesuggereerd is dat de relatie vooral berust op verschillen in de prevalentie van het metabool syndroom in beide etnische groepen. Diagnostiek Het gebruik van CRP in de klinische chemie is hoofdzakelijk als ontstekingsparameter. Ook bij acuut reuma en sommige andere auto-immuunaandoeningen, bij polymyalgia rheumatica, diep veneuze trombose, tumoren en ook bij operatieve ingrepen en verwondingen kan het CRP sterk oplopen. Niet goed begrepen wordt waarom het CRP zo wisselend kan reageren bij ogenschijnlijk erg op elkaar lijkende aandoeningen. Het CRP reageert niet of nauwelijks in SLE en colitis ulcerosa terwijl het torenhoog kan worden in reumatoïde arthritis en ziekte van Crohn. Rokers lijken een wat hoger CRP te hebben, ook mensen met het zogenaamd metabool syndroom al of niet in samenhang met morbide obesitas hebben een wat hoger basaal CRP van enige milligrammen per liter. Virale infecties laten doorgaans een geringere CRP-verhoging zien dan bacteriële infecties. Een gangbare vuistregel is dat het CRP niet stijgt boven de 50 mg/l in geval van een virale infectie en dat bacteriële infecties hier vaak ver bovenuit stijgen. Het is echter goed te bedenken dat hier veelvuldig uitzonderingen op voorkomen. Het CRP heeft een belangrijke plaats ingenomen in de infectiediagnostiek maar heeft in veel gevallen de aloude BSE, de bezinkingssnelheid van de erytrocyten, niet geheel vervangen. In de praktijk worden de twee infection disease recovery C-reactive protein (CRP) complement acute phase protein titre 100 (arbitrary units) 10 Ca ** opsonization days 97

14 parameters als aanvulling op elkaar gebruikt in de diagnostiek naar ontstekingsbeelden zowel in de infectieuze als niet infectieuze hoek, waarbij met name aandoeningen als polyarteritis nodosa en andere arteritiden een sterke verhoging van de BSE laten zien bij een laag CRP en microbiële infectie juist het snel en heftig reageren en fluctueren van het CRP laten zien. CRP en risico voor vaatlijden Tegenwoordig is er een tweede gebruik van het CRP in de laboratoriumsetting, namelijk die van het CRP als voorspeller voor vroegtijdige atherosclerose. Een grote stroom recente publicaties laat zien dat patiënten met verhoogde basale waarden van het CRP een verhoogd risico hebben voor diabetes, hypertensie en cardiovasculaire aandoeningen(5,6,7,8). Enkele grote langlopende epidemiologische studies waaronder de Amerikaanse nurse -studie laten duidelijk de trend zien dat de deelnemers met de hoogste vetconsumptie een significant hoger CRP hadden dan de groep met de laagste inname. Er zijn meer studies waaruit blijkt dat er een samenhang is tussen een verhoogd CRP en het optreden van het metabool syndroom. Berichten over CRP als risicofactor voor cardiovasculaire ziekten zijn soms met elkaar in tegenspraak. Sommige auteurs geloven dat CRP slechts een matige risicofactor is, anderen schrijven aan het CRP een oorzakelijke rol toe en gaan zelfs zo ver te suggereren dat remming van het CRP, als dit ooit mogelijk wordt, een effectieve therapie zou zijn in de behandeling van stroke en acuut coronair syndroom. Om het CRP in kaart te brengen als risicofactor voor atherosclerose is een gevoelige CRP-bepaling, de zogenaamde hs-crp (high sensitivity CRP) nodig, omdat het slechts om subtiele verhogingen gaat die met de conventionele generatie bepalingen binnen de detectielimiet liggen. Deze hs-crp-testen zijn in staat om concentratieveranderingen van minder dan 1 mg/l in het lage gebied te detecteren. De grote moeilijkheid is om deze subtiele variaties betrouwbaar te meten en te relateren aan voor het individu zinvolle adviezen voor het voorkómen van hart- en vaatproblemen. Op populatieniveau echter blijkt dat een CRP van 3.6 mg/l of hoger een tweemaal hogere kans op een hart-aanval oplevert. Brede toepassing in de dagelijkse klinische praktijk heeft de hs-crp nog niet gevonden. Zo doet de nieuwste multidisciplinaire standaard Cardiovasculair Risicomanagement van het CBO en Nederlands Huisartsen Genootschap (versie 2007) nog geen aanbevelingen voor het gebruik van de hs-crp (9). Samenvatting Het CRP is een gevoelig, snel reagerend acuut-fase eiwit, waarmee het een gevoelige maar niet-specifieke parameter is voor de detectie en monitoring van vele infectieziekten. Het is vaak ook verhoogd bij trombose, weefselschade en tumoren. In de toekomst valt het gebruik van het hs-crp te verwachten in het kader van de risicoschatting voor hart- en vaatziekten. Literatuur 1. C-reactive protein (CRP) in Diagnostisch Kompas, red HAIM van Leusden, uitg. College van Zorgverzekeringen, Amstelveen. 2003; C-reactive protein (CRP) in Handboek Klinisch-Chemische Tests, red JM Pekelharing et al, uitg. Bunge, Utrecht. 1995; Lakoski SG, Cushman M, Criqui M, Rundek T, Blumenthal RS, D'Agostino RB Jr, Herrington DM. Gender and C-reactive protein: data from the Multiethnic Study of Atherosclerosis (MESA) cohort. Am Heart J. 2006;152(3): Albert MA, Ridker PM C-reactive protein as a risk predictor: do race/ethnicity and gender make a difference? Circulation. 2006;114(5):e Kao PC, Shiesh SC, Wu TJ. Serum C-reactive protein as a marker for wellness assessment. Ann Clin Lab Sci ;36(2): Lloyd-Jones DM, Liu K, Tian L, Greenland P. Assessment of C-reactive protein in risk prediction for cardiovascular disease.ann Intern Med. 2006;145(1): Ridker PM, Hennekens CH, Buring JE, Rifai N. C-reactive protein and other markers of inflammation in the prediction of cardiovascular disease in women. N Engl J Med 2000;342: Labarrere CA, Zaloga GP. C-Reactive protein: from innocent bystander to pivotal mediator of atherosclerosis. Am J Med 2004; NHG-standaard Cardiovasculair risicomanagement in 98

15 DE WERELD BESTAAT NIET ALLEEN UIT ANOUKS Het liefst ziet u natuurlijk dat uw cliënten voldoen aan het ideaalbeeld: jong en kerngezond. Maar de praktijk van iedere levensverzekeraar en tussenpersoon leert dat er heel wat mensen zijn die niet aan dit beeld voldoen. Bij - voorbeeld doordat zij lijden aan diabetes, een hart afwijking, nierziekte of kanker. U zou ze graag helpen maar vindt het risico verzekeringstechnisch te groot. Dossier gesloten? Via een professioneel samenspel van maatschappij, assurantie adviseur en De Hoop is er in veel gevallen toch een oplossing op maat te vinden in de vorm van een specifieke herverzekering. Op basis van grote expertise, aanpassingen van sterftetabellen en een stevige financiële grondslag kunnen wij ook voor cliënten met een sterk verhoogd medisch risico met een offerte komen. Hoe het precies werkt is minder van belang dan dat het werkt. Inmiddels 100 jaar lang. Staat u voor zo n vraag, bedenk dan dat het geen on oplosbaar dilemma hoeft te zijn. POSTBUS 532, 2501 CM S-GRAVENHAGE. TELEFOON (070) Niemand is perfect

16 -Ingezonden- Professionalisering in de medische advisering Dr. F.A.J.M. van den Wildenberg* Sinds het tot stand komen van een aantal wetten op het gebied van de gezondheidszorg, aan het einde van de vorige eeuw, is de medisch consument veel mondiger geworden. In 1995 traden de Wet Klachtrecht Cliënten Zorgsector (WKCZ) en de Wet op de Geneeskundige Behandelingsovereenkomst ( WGBO ) in werking, en in 1998 de Wet op de Medische Keuringen (WMK). Sindsdien is het aantal klachten bij de Tuchtraad en de Inspectie voor de Volksgezondheid toegenomen. De patiënt van heden weet waar en wanneer hij zijn recht moet halen. Zijn kennis haalt hij van internet en de gang naar de letselschade-advocaat of rechtsbijstandsadviseur is, bij vermeend onzorgvuldig handelen, vanzelfsprekend. De beroepsgroepen van medische behandelaars hebben daarop gereageerd met richtlijn-ontwikkeling, kwaliteitseisen, intercollegiale toetsing en bijscholingsverplichtigingen. Met als doel: 1. het verbeteren van de kwaliteit van het medisch handelen, 2. het aangeven van referentiekaders, waarbinnen er (nog) sprake is van zorgvuldig medisch handelen, en 3. het in eigen hand houden van de regelgeving, voordat de overheid ingrijpt (door middel van nog meer regelgeving). Een groot gedeelte van deze ontwikkeling is aan de medisch adviseurs voorbij gegaan. Weliswaar zijn er gedragsregels gekomen voor medisch adviseurs met betrekking tot het beheer van dossiers, informatieverstrekking, het overleg met niet-medici et cetera, maar richtlijnontwikkeling, kwaliteitseisen en intercollegiale toetsing ontbreken volledig. Natuurlijk, er zijn eisen ten aanzien van bijscholing, en de GAV-cursus voorziet in een elementaire kennisoverdracht wat betreft de verschillende aspecten van het vak, de daarbij gehanteerde principes, begrippen en kaders, maar ten aanzien van de medisch-inhoudelijke competentie ontbreekt iedere kwaliteitseis. Iedere basisarts kan en mag adviseren, ongeacht of hij/zij ook over specifieke kennis op dat terrein beschikt. Artsen die net afgestudeerd zijn adviseren * Dr. F.A.J.M van den Wildenberg, chirurg-traumatoloog np, RGA. over medische aansprakelijkheidskwesties, arbo-artsen becommentariëren multitrauma-problematiek, en oudspecialisten brengen argumenten in stelling over onderwerpen, die zij in hun praktijk nooit zijn tegengekomen. Dat leidt soms tot heel bizarre discussies. Enkele voorbeelden: Casus I: Bij de afwikkeling van een letselschade-probleem, waarbij een fractuur tijdelijk gecompliceerd werd door een posttraumatische dystrofie, ontstaat er discussie over het voorbehoud m.b.t. de toekomst. De medisch adviseur van een van beide partijen stelt, dat er bij posttraumatische dystrofie vier typen kunnen worden onderscheiden: a) een voortschrijdend type, dat als regel binnen één jaar na het verschijnen van de verschijnselen in dezelfde extremiteit optreedt. b) een spiegelbeeld-type, dat binnen 7,5 jaar na de eerste verschijnselen spontaan, of door een nieuw incident, in de heterolaterale extremiteit optreedt. c) een onafhankelijk type, dat zich, ongeacht de lokalisatie, meestal na een hernieuwd trauma binnen 10 jaar ontwikkelt. d) een hybride type, dat zich, levenslang, na een hernieuwd trauma, in dezelfde extremiteit kan manifesteren. Afwikkeling van de schade is derhalve alleen mogelijk op basis van een levenslang voorbehoud. Commentaar: De I.A.S.P, de International Association for the Study of Pain, onderscheidt twee typen Complex Regional Pain Syndromes: de CRPS I (zonder begeleidend zenuwletsel) en II (mét zenuwletsel). Meer dan 80% van de dystrofiën zonder zenuwletsel geneest vrijwel restloos binnen 1 tot 2 jaar. De vier door de medisch adviseur beschreven typen, zijn uitbreidingsvormen in het geval de aandoening niet of onvoldoende reageert op therapeutische maatregelen. De bijbehorende prognoses zijn volkomen uit de lucht gegrepen. Er is nooit goed onderzoek gedaan naar prognoses en recidief-kansen. 100

17 Casus II: Een 40-jarige vrouw presenteert zich met intermitterende pijn in de rechter bovenbuik bij de huisarts. De huisarts laat een echo maken. Hierop is een 4 cm grote steen in de galblaas zichtbaar. Tevens zijn er concrementen in de choledochus aanwezig. De vrouw wordt door de huisarts verwezen naar de chirurg. Deze besluit tot een ERCP. Nadat de ERCP + papillotomie is verricht ontwikkelt de vrouw een oedemateuze pancreatitis en een cholecystitis. Als het proces met conservatieve maatregelen tot rust is gekomen presenteert de vrouw zich enige weken later met een ileus. Deze blijkt te zijn veroorzaakt door de galsteen, die vastzit op de ileocoecale overgang. Er volgt een laparotomie met een ileocoecaal-resectie en een cholecystectomie. De medisch adviseur van een van de partijen stelt dat de chirurg onzorgvuldig heeft gehandeld, door te besluiten tor een ERCP. Vanwege de grootte van de steen had hij direct een cholecystectomie moeten verrichten in plaats van een ERCP aan te vragen. Commentaar: De aanwezigheid van choledochusstenen bepaalt als eerste het beleid. Choledochusstenen zijn namelijk verantwoordelijk voor obstructie-icterus, necrotiserende pancreatitis, en cholangitis. Een ERCP met papillotomie ondervangt deze complicaties. Echter, een ERCP heeft als mogelijke complicatie een pancreatitis, hetgeen hier het geval was. Cholecystectomie was daardoor op dat moment niet mogelijk. De galsteenileus is een zeldzame complicatie van de cholecystitis. (1) Ten gevolge van de cholecystitis ontstaat er een fistel tussen de galblaas en de dunne darm. De ontwikkelingen in de laparoscopische chirurgie zijn in de afgelopen jaren zo hard gegaan, dat er momenteel de mogelijkheid bestaat tot een laparoscopische cholecystectomie én choledochotomie. Deze methode is echter alleen veilig in ervaren handen. (2), (3) en (4) Casus III Een jonge dakdekker loopt t.g.v. een bedrijfsongeval een dwarse talusfractuur rechts op. Alhoewel de fractuur niet verplaatst is, besluit de chirurg tot een oefenstabiele compressie-osteosynthese door middel van twee schroeven, die percutaan worden ingebracht. Het postoperatieve beloop is zeer voorspoedig. Een half jaar later is belanghebbende weer volledig aan het werk. De fractuur is in een anatomische stand geconsolideerd. De functie is uitstekend, en de schroeven zullen in situ blijven. De man wordt uit de controle door de chirurg ontslagen. Bij eventuele klachten kan hij zich opnieuw melden. Gezien het voorspoedige beloop, besluiten de medisch adviseurs van beide partijen tot een vlotte afwikkeling. Een expertise is niet nodig: er was immers sprake van een niet-gedisloceerde fractuur met een uitstekende functie. De schade wordt afgehandeld op basis van 0% B.I.G.P. en géén voorbehoud voor de toekomst, aangezien er geen sprake was van een intra-articulaire fractuur. Twee jaar later ontwikkelt belanghebbende klachten. Er ontstaat een talusnecrose met een volledige collaps van het proximale gedeelte. Een triple-arthrodese met een uitgebreide bottransplantatie blijkt noodzakelijk. Commentaar: De belangrijkste reden waarom de chirurg deze nietgedisloceerde, extra-articulaire fractuur opereerde was: de kans op een talusnecrose. Ten gevolge van de fractuur door het midden van de talus, raakt de bloeddoorstroming naar het proximale deel, die retrograad vanuit het distale gedeelte verloopt, onderbroken. Een compressie-osteosynthese verkleint deze kans op afsterven van het proximale gedeelte. (5) Casus IV Een 8-jarige leerling van de basisschool valt van een klimrek en loopt daarbij een gecompliceerde enkelfractuur op. De fractuur wordt door de chirurg gereponeerd en ingegipst. Uit profylactische overwegingen krijgt patiëntje een tetanusbooster en Floxapen-medicatie. De fractuur geneest voorspoedig. Vijf maanden na het voorval ontwikkelt de jongen diarree. De internist, naar wie hij verwezen wordt, stelt de diagnose colitis. De medisch adviseur van een van de partijen stelt, dat hier sprake is van een pseudo-membraneuze colitis t.g.v. het antibioticagebruik vijf maanden eerder. Ter ondersteuning van zijn standpunt stuurt de medisch adviseur enkele publicaties over colitis ulcerosa mee. Commentaar: Pseudo-membraneuze colitis kan ontstaan, kort na het gebruik van bepaalde typen antibiotica, waardoor er een selectie plaats vindt van Clostridium difficile. De diagnose wordt gesteld op basis van: een faeceskweek, een titerstijging van antilichamen in het bloed en de bevindingen bij coloscopie, waarbij de z.g. pseudomembranen (=losgelaten delen van de mucosa) kunnen worden gezien. De infectie treedt meestal op tijdens een ziekenhuisopname of kort daarna, als er antibiotische therapie is gegeven. (6) De stelling dat de colitis het gevolg is van het antibioticumgebruik, is niet onderbouwd door één van de bovenstaande testen, en het tijdsinterval maakt een causale relatie onwaarschijnlijk. Colitis ulcerosa is een totaal ander ziektebeeld en de literatuur-onderbouwing is derhalve irrelevant. 101

18 Casus V Een 50-jarige man wordt aan een liesbreuk geopereerd. De medisch adviseur van één van beide partijen stelt, dat er bij deze patiënt erectie-stoornissen zijn ontstaan, omdat er bij de liesbreukoperatie gekozen is voor een z.g. achterwandplastiek. Commentaar: Iedere liesbreukoperatie bestaat uit een achterwandplastiek. Dat is namelijk het principe van de operatie: er is altijd sprake van een defect in de achterwand. De opgetreden vermeende complicatie is vanuit anatomisch opzicht niet te verklaren. Uiteraard wordt deze complicatie ook in de literatuur niet vermeld. Recent werden de resultaten en complicaties van ruim 3600 verschillende typen liesbreuk-operaties in Nederland gepubliceerd. Erectiestoornissen worden daarbij niet beschreven. (7) Niet gehinderd door theoretische kennis of praktische ervaring worden er door medisch adviseurs soms meningen verkondigd of stellingen geponeerd over onderwerpen, die zo complex zijn, dat een assistent in opleiding tot specialist verscheidene jaren nodig heeft om deze problematiek te begrijpen. De bovenstaande casusbesprekingen getuigen van elementaire kennisdeficiënties, met name t.a.v. het pathologisch concept ( Wat is het? ). Ook het verwerven van aanvullende kennis door middel van literatuuronderzoek gaat daardoor mis: de actuele informatie kan niet worden ingebed in een begripsmatig patroon. Is het in de praktijk zo erg als de voorbeelden hierboven doen vermoeden? Nee, natuurlijk niet. Maar het is evident dat de vlag de lading hier absoluut niet dekt, om met Bronsema te spreken. (8) Recent pleitten Knepper (9) en Pepper (10) al voor een specifieke deskundigheid van diegenen, die in arbeidsongeschiktheid respectievelijk acceptatie adviseren. De medisch adviseur is de laatst overgebleven specialist zonder specialistische opleiding. Iedereen die in het BIG-register als arts is ingeschreven kan en mag medische adviezen geven. Zonder specifieke scholing, zonder specifieke ervaring. Vroeger gold dat ook voor de huisartsgeneeskunde, maar de tijd dat iedere arts de huisartsgeneeskunde mag beoefenen is al lang verleden tijd. Die vrij (-blijvend)heid resulteerde namelijk in te veel verkeerde beoordelingen, fouten en dus ook claims. Tot nu toe zijn claims tegen medisch adviseurs een uitzondering. Tuchtzaken beperken zich nog tot verwijten over procedurele fouten en bejegeningen. (11) Maar de stap naar claims op basis van inhoudelijke missers c.q. ondeskundige advisering is klein. Recent heeft het Medisch Tuchtcollege een uitspraak gedaan in het nadeel van een medisch adviseur, vanwege de manier waarop hij zijn standpunt heeft onderbouwd. Daarmee heeft de medisch adviseur volgens het College gehandeld in strijd met de beroepscode voor medisch adviseurs. (Uitspraak Medisch Tuchtcollege d.d ) Volgens het Tuchtcollege trad de medisch adviseur met zijn standpunten buiten zijn deskundigheid. Maar wat is nu de deskundigheid van de medisch adviseur? Voor zover bekend is dat begrip door de medisch adviseurs nooit gedefinieerd. En op grond waarvan heeft iemand deskundigheid? Ervaring ( ik doe het al jaren zo ), basiskennis ( ik ben toch arts ), of specifieke bijscholing ( ik heb toch RGA achter mijn naam )? Als de beroepsgroep van medisch adviseurs zelf dit begrip niet omschrijft, en daar basiseisen aan verbindt, doet de rechter het, of de overheid. Deskundigheidsbevordering, zoals met de titel RGA en met accreditatiepunten wordt nagestreefd (12), is hier niet voldoende. Arbeidsongeschiktheid, acceptatie, letselschade en medische aansprakelijkheid zijn totaal verschillende takken van sport, en van oud-huisartsen, oudbedrijfsartsen en oud-specialisten mag niet verwacht worden dat zij al deze onderdelen volledig beheersen. Het wordt tijd dat de medisch adviseurs, als een van de laatste medische beroepsgroepen zich gaan realiseren dat zij zelf verantwoording moeten nemen voor de kwaliteitseisen, de basiskennis en de overdracht van praktijkervaring. Ik wil binnen dit forum pleiten voor een basisopleiding medische advisering (van tenminste een jaar, misschien zelfs twee jaar) waarin de diverse aspecten van het adviesvak door middel van stages aan bod komen. Onder leiding van ervaren opleiders op dat gebied, die kunnen coachen, onderwijzen en controleren, die zichzelf onderwerpen aan controle door middel van intercollegiale toetsing, die richtlijnen moeten ontwikkelen waaraan een medisch adviseur zich dient te houden, en die de basiseisen formuleren voor de opleiding medische advisering. De opleiding kan gecoördineerd worden door de opleidingscommissie van de GAV, die daarmee de verantwoordelijkheid voor de scholingstaak overlaat aan de opleiders, maar borg staat voor de kwaliteitscontrole van de opleiding. De thans bestaande GAV-cursus kan daarbij dienen als het cement van de verschillende bouwstenen van de opleiding. Geachte collegae, ons vak verhardt, de kwaliteitseisen nemen toe en degene die ons gaat afrekenen op onze deskundigheid klopt al aan de deur. Het wordt tijd dat wij daarop anticiperen en een gepast antwoord gaan formuleren. Dat kan naar mijn mening alleen door middel van een specialistische opleiding onder auspiciën van de GAV. 102

19 Dit artikel is op persoonlijke titel geschreven en vertegenwoordigt niet de mening van een instantie, organisatie of vereniging. Ik heb met dit artikel niet de bedoeling collegae belachelijk te maken of te diskwalificeren. De voorbeelden uit de praktijk dienen om u te overtuigen van de noodzaak tot een elementaire kwaliteitsborging. Met dit artikel beoog ik de discussie daarover een positieve impuls te geven. Literatuur 1. Harris HW, Davis BR, Vitale GC: Cholecystectomy after endoscopic sphincterotomy for common bile duct stones; is surgery necessary? Surg. Innov Sept; 12 (3): Keulemans YC, Venneman NG, Gouma DJ, van Berge Henegouwen GP: New strategies for the treatment of gallstone disease Scand. J. Gastroenterol. Suppl. 2002; (236): Memon MA, Hassaballa H, Memon MI: Laparoscopic common bile duct exploration: the past, the present, and the future Am. J. Surg April; 179 (4): Cushieri A: Ductal stones: pathology, clinical manifestations, laparoscopic extraction techniques and complications Semin. Laparosc. Surg Dec; 7 (4): Early JS: Management of fractures of the talus Foot Ankle Clin Dec; 9 (4): Starr J: Clostridium difficile associated with diarrhoea: diagnosis and treatment BMJ 2005 Sept; 331 (7515): de Lange DH, Aufenacker Th J, Roest M, Simmermacher RKJ, Gouma DJ, Simons MP: Inguinal hernia surgery in the Netherlands Hernia 2005 May; 9 ( ): Bronsema J: Rol en plaats van de geneeskundig adviseur GAVscoop 2006 Maart; 10 (1): Knepper S: Claimbeoordeling GAVscoop 2006 Maart; 10 (1): Pepper S: Underwriters in the Netherlands Administrators or Highly Skilled Progessional Risk Managers GAVscoop 2006 Maart; 10 (1): Staatscourant 1997: Schotel MLA: RGA-geregistreerd! GAVscoop 2006 Maart; 10 (1): Voor u gelezen Titel: AANSPRAKELIJKHEID VAN ARTSEN, juridische theorie en medische praktijk. Auteur: R.W.M. Giard ISBN Dit proefschrift wordt uitgegeven in het kader van het onderzoeksprogramma Geschillenbeslechting van het E.M. Meiers Instituut. Een van de interfacultaire projecten binnen dat programma is De rol van de niet-juridische deskundige. De flaptekst bevat wel meer informatie maar het verdient aanbeveling dit boek te lezen omdat het op een zeer lezenswaardige manier informatie geeft over de valkuilen waar geneeskundig adviseurs en de ingeschakelde expertise-artsen mee geconfronteerd kunnen worden in hun dagelijks werk. Hoewel het accent voornamelijk ligt op het gebied van de medische aansprakelijkheid zijn toch veel aspecten die behandeld worden ook van toepassing binnen de letselschadepraktijk en ongevallenverzekeringen. Naast dat de auteur werkzaam is als epidemioloog en patholoog-anatoom, heeft hij de studierechten afgerond. Er valt veel voor te zeggen dit boek als verplichte literatuur op te nemen in de nieuwe opleiding tot geneeskundig adviseur. J.J. Meulenkamp 103

20 Colofon Tijdschrift voor Geneeskundig Adviseurs in particuliere Verzekeringszaken Redactie Mw. G.A. van Beelen (penningmeester) Mw. N.W.M. van Cappellen-de Graaf S.J.H. Eggen W.G. Fontein J.J. Meulenkamp F.S.L. Schmidt M.L.A. Schotel (secretaris) K. de Wilde (hoofdredacteur) Redactieadres Stichting tot Bevordering Verzekeringsgeneeskundig Onderzoek p/a Busselterweg KN Darp internet: Uitgave Stichting tot Bevordering Verzekeringsgeneeskundig Onderzoek. Agenda De agenda wordt verzorgd door de redactie van GAVscoop. De agenda is bestemd voor de leden van de GAV. De GAV-ledenvergaderingen zijn besloten en uitsluitend toegankelijk voor GAV-leden en genodigden. Ook de genoemde congressen e.d. zijn meestal beperkt toegankelijk. Agendapunten die van belang kunnen zijn voor de leden van de GAV kunt u aanmelden via gavscoop@gavscoop.nl. Vermeld hierbij: locatie, datum, kosten, titel, organisator, doelgroep, adres en telefoonnummer waar informatie kan worden opgevraagd en eventuele bijzonderheden februari Nascholingsdag: "Doorgaan! Stilstand = bijstand" Organisatie: Stichting Nascholing Bedrijfsartsen en Verzekeringsgeneeskundigen Noord Nederland Locatie: De Lawei, Drachten Info: volgt 13 maart PAOG: "Psychiatrie, simuleren en ziektewinst" Organisatie: Heyendael UMC Radboud Locatie: campus UMC Radboud, Nijmegen Kosten : 270,-- Info: 6 t/m 9 mei ICLAM 2007 Locatie: Berlijn, Congress Centre BCC Kosten: informatie volgt (augustus 2006) Info: Info: Druk/Lay-out Drukkerij Goudkuil, Beekbergen/ HieroSign, Apeldoorn Abonnementen G.A.V.-leden krijgen het Tijdschrift toegezonden. De abonnementsprijs voor niet-leden bedraagt 45,-- per jaar. Opgave bij de secretaris van de Stichting. Betalingen op rekeningnummer t.n.v. SBVO Breukelen. Auteursrechten Overnemen van artikelen of delen hiervan is slechts mogelijk met schriftelijke toestemming van de Stichting tot Bevordering Verzekeringsgeneeskundig Onderzoek onder vermelding van de bron. Aansprakelijkheid voor ingezonden artikelen ligt niet bij de redactie. ISSN

Deel VI Verstandelijke beperking en autisme

Deel VI Verstandelijke beperking en autisme Deel VI Inleiding Wat zijn de mogelijkheden van EMDR voor cliënten met een verstandelijke beperking en voor cliënten met een autismespectrumstoornis (ASS)? De combinatie van deze twee in een en hetzelfde

Nadere informatie

Arbeidsongeschikt. En dan? Klantbrochure

Arbeidsongeschikt. En dan? Klantbrochure Arbeidsongeschikt. En dan? Klantbrochure Voor wie is deze folder bedoeld? Deze folder is voor u van belang als u een aanvraag tot uitkering wilt indienen op uw arbeidsongeschiktheidsverzekering. Als u

Nadere informatie

Op naar de DSM 5! Autismespectrumstoornis. J. Wolthaus, GZ-psycholoog en C. Schoenmakers, GZ-psycholoog

Op naar de DSM 5! Autismespectrumstoornis. J. Wolthaus, GZ-psycholoog en C. Schoenmakers, GZ-psycholoog Op naar de DSM 5! Autismespectrumstoornis J. Wolthaus, GZ-psycholoog en C. Schoenmakers, GZ-psycholoog Autisme DSM IV: Stoornissen die meestal voor het eerst op zuigelingenleeftijd, kinderleeftijd of in

Nadere informatie

DSM IV interview. Semi-gestructureerd anamnestisch interview ter beoordeling of er sprake is van een autismespectrumstoornis.

DSM IV interview. Semi-gestructureerd anamnestisch interview ter beoordeling of er sprake is van een autismespectrumstoornis. DSM IV interview Semi-gestructureerd anamnestisch interview ter beoordeling of er sprake is van een autismespectrumstoornis. A.A. Spek Klinisch psycholoog Centrum Autisme Volwassenen GGZ Eindhoven Wanneer

Nadere informatie

Lezing voor de NVA. Door Harmke Nygard-Smith Klinisch psycholoog. Ontwikkelingsstoornissen Dimence

Lezing voor de NVA. Door Harmke Nygard-Smith Klinisch psycholoog. Ontwikkelingsstoornissen Dimence Lezing voor de NVA Door Harmke Nygard-Smith Klinisch psycholoog Ontwikkelingsstoornissen Dimence Waarom diagnostiek? Hoe doen we eigenlijk diagnostiek? De DSM 5 Wijzigingen in de DSM 5 voor de autisme

Nadere informatie

Autismespectrumstoornis. SPV REGIOBIJEENKOMST MIDDEN NEDERLAND Mandy Bekkers

Autismespectrumstoornis. SPV REGIOBIJEENKOMST MIDDEN NEDERLAND Mandy Bekkers Autismespectrumstoornis SPV REGIOBIJEENKOMST MIDDEN NEDERLAND 19-10-2016 Mandy Bekkers (mandybekkers@hotmail.com) Waarschuwing vooraf! 2 Geschiedenis Autos (Grieks: zelf) 1937-1940: Term autisme 1943 &

Nadere informatie

Bijlage 25: Autismespectrumstoornis in DSM-5 (voorlopige Nederlandse vertaling) 1

Bijlage 25: Autismespectrumstoornis in DSM-5 (voorlopige Nederlandse vertaling) 1 Bijlage 25: Autismespectrumstoornis in DSM-5 (voorlopige Nederlandse vertaling) 1 Moet voldoen aan de criteria A, B, C en D A. Aanhoudende tekorten in sociale communicatie en sociale interactie in meerdere

Nadere informatie

Arbeidsongeschikt. En dan?

Arbeidsongeschikt. En dan? Arbeidsongeschikt. En dan? Inhoud Voor wie is deze folder bedoeld? 5 Ik heb een aanvraag tot uitkering ingediend. Wat gebeurt er nu? 5 Beroepsarbeidsongeschiktheid 5 Passende arbeid 5 Gangbare arbeid

Nadere informatie

Developmental Coordination Disorder. Miriam Verstegen Kinderrevalidatiearts

Developmental Coordination Disorder. Miriam Verstegen Kinderrevalidatiearts Developmental Coordination Disorder Miriam Verstegen Kinderrevalidatiearts 11-06-2015 Inhoud Developmental Coordination Disorder Criteria Kenmerken Comorbiditeiten Pathofysiologie Behandeling Prognose

Nadere informatie

Samenvatting. Samenvatting

Samenvatting. Samenvatting Samenvatting Op grond van klinische ervaring en wetenschappelijk onderzoek, is bekend dat het gezamenlijk voorkomen van een pervasieve ontwikkelingsstoornis en een verstandelijke beperking tot veel bijkomende

Nadere informatie

Resultatenanalyse van de openbare raadpleging in het kader van het dossier Actogenix B/BE/07/BVW1

Resultatenanalyse van de openbare raadpleging in het kader van het dossier Actogenix B/BE/07/BVW1 Resultatenanalyse van de openbare raadpleging in het kader van het dossier Actogenix B/BE/07/BVW1 Voor deze proef werden 5 raadplegingsformulieren ingevuld: FORMULIER NR. 1 Het dossier ingediend door ActoGenix

Nadere informatie

Hersenstichting Nederland. Autismespectrumstoornissen

Hersenstichting Nederland. Autismespectrumstoornissen Hersenstichting Nederland Autismespectrumstoornissen 1 Autismespectrumstoornissen Een autismespectrumstoornis (ASS) is een ontwikkelingsstoornis waarbij de informatieverwerking in de hersenen verstoord

Nadere informatie

Verzekeringen & erfelijkheid

Verzekeringen & erfelijkheid Verzekeringen & erfelijkheid U wilt een levens- of arbeidsongeschiktheidsverzekering afsluiten? Hier vindt u de www.bpv.nl antwoorden op veelgestelde vragen over erfelijkheid en het aanvragen van een verzekering.

Nadere informatie

Het stimuleren van sociaalcommunicatieve vaardigheden bij jonge kinderen met een autismespectrumstoornis

Het stimuleren van sociaalcommunicatieve vaardigheden bij jonge kinderen met een autismespectrumstoornis Het stimuleren van sociaalcommunicatieve vaardigheden bij jonge kinderen met een autismespectrumstoornis Herbert Roeyers Onderzoeksgroep Ontwikkelingsstoornissen VVL Congres, Berchem, 14 maart 2014 Pervasieve

Nadere informatie

Arbeidsongeschikt, wat nu?

Arbeidsongeschikt, wat nu? Arbeidsongeschikt, wat nu? Schadefolder De assurantieadviseur Een assurantieadviseur is op de hoogte van de verschillende verzekeringen die er te koop zijn en kan u zodoende een goed verzekeringsadvies

Nadere informatie

De Commissie heeft partijen opgeroepen voor een mondelinge behandeling op 12 maart 2012.

De Commissie heeft partijen opgeroepen voor een mondelinge behandeling op 12 maart 2012. Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2012-157 d.d. 21 mei 2012 (mr. C.E. du Perron, voorzitter, mr. B.F. Keulen en dr. B.C. de Vries, leden, en mr. F.E. Uijleman, secretaris) Samenvatting

Nadere informatie

Afasie Informatie voor familieleden. Ziekenhuis Gelderse Vallei

Afasie Informatie voor familieleden. Ziekenhuis Gelderse Vallei Afasie Informatie voor familieleden Ziekenhuis Gelderse Vallei Een van uw naasten is in de afgelopen periode opgenomen in Ziekenhuis Gelderse Vallei. Er is door de logopedist een afasie geconstateerd.

Nadere informatie

Ontstekingsparameters in de huisartspraktijk. Warffum 2012

Ontstekingsparameters in de huisartspraktijk. Warffum 2012 Ontstekingsparameters in de huisartspraktijk Warffum 2012 Onderwerpen CRP, bezinking of beide CRP bij acuut hoesten CRP sneltest voor andere indicaties? CRP, bezinking of beide? Indicaties - infectie/ontsteking

Nadere informatie

10 tips voor begrijpelijke AWBZ-formulieren

10 tips voor begrijpelijke AWBZ-formulieren 0 tips voor begrijpelijke AWBZ-formulieren Dit is een uitgave van: Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties Directie Postbus 0011 00 ea Den Haag www.rijksoverheid.nl Maand 0 B-0000 0 tips

Nadere informatie

ASS in de verzekeringsgeneeskundige praktijk

ASS in de verzekeringsgeneeskundige praktijk ASS in de verzekeringsgeneeskundige praktijk Dr. P. Remijnse, psychiater UWV Breda, 4-7-2017 Disclosure belangen spreker (Potentiële) belangenverstrengeling Voor deze bijeenkomst mogelijk relevante relaties

Nadere informatie

Autisme spectrum conditie

Autisme spectrum conditie (potentiële) belangenverstrengeling Geen Autisme spectrum conditie Voor bijeenkomst mogelijk relevante relaties met bedrijven Triversum W. Veenboer Kinder- en jeugdpsychiater Dag van eerste lijn Januari

Nadere informatie

Autisme, wat weten we?

Autisme, wat weten we? Autisme, wat weten we? Matt van der Reijden, kinder- en jeugdpsychiater & geneesheer directeur Dr Leo Kannerhuis, Oosterbeek 1 autisme agenda autisme autisme en het brein: wat weten we? een beeld van autisme:

Nadere informatie

Klaverblad Verzekeringen. Wat te doen bij letselschade?

Klaverblad Verzekeringen. Wat te doen bij letselschade? Klaverblad Verzekeringen Wat te doen bij letselschade? Klaverblad Verzekeringen Afrikaweg 2 2713 AW Zoetermeer Postbus 3012 2700 KV Zoetermeer sinds 1850 Telefoon 079-3 204 204 Fax 079-3 204 291 Internet

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Addendum A 173 Nederlandse samenvatting Het doel van het onderzoek beschreven in dit proefschrift was om de rol van twee belangrijke risicofactoren voor psychotische stoornissen te onderzoeken in de Ultra

Nadere informatie

Klaverblad Verzekeringen. Rechtsbijstand bij verhaal. van letselschade

Klaverblad Verzekeringen. Rechtsbijstand bij verhaal. van letselschade Klaverblad Verzekeringen Rechtsbijstand bij verhaal van letselschade Deze folder bevat een beperkte weergave van de polisvoorwaarden. Aan deze weergave kunnen geen rechten worden ontleend. Wilt u precies

Nadere informatie

Werkgeversvereniging Oost - Regio IJssel/Vecht

Werkgeversvereniging Oost - Regio IJssel/Vecht Werkgeversvereniging Oost - Regio IJssel/Vecht 1. Welke associaties heeft u bij het begrip Autisme? Contactgestoord, nemen geen initiatief. Beperkt in het sociaal wenselijk gedrag, grotere behoefte aan

Nadere informatie

Arbeidsongeschikt, wat nu?

Arbeidsongeschikt, wat nu? Arbeidsongeschikt, wat nu? Inhoud Een goede basis bij arbeidsongeschiktheid. 3 U heeft gevraagd om een uitkering. 4 U krijgt een uitkering. 7 U heeft een klacht over Centraal Beheer Achmea. 10 Goed om

Nadere informatie

Arbeidsongeschikt. Wat nu? De beoordeling. De deskundigen. De beslissing. De uitkering. Andere betrokkenen. Wat u verder moet weten

Arbeidsongeschikt. Wat nu? De beoordeling. De deskundigen. De beslissing. De uitkering. Andere betrokkenen. Wat u verder moet weten Arbeidsongeschikt Wat nu? 1 De beoordeling 2 De deskundigen 3 De beslissing 4 De uitkering 5 Andere betrokkenen 6 Wat u verder moet weten Arbeidsongeschikt, wat nu? U bent arbeidsongeschikt geworden. Wat

Nadere informatie

Psychiatrie: ADHD. Dit thema gaat over ADHD als voorbeeld van een concentratie of aandachtsstoornis.

Psychiatrie: ADHD. Dit thema gaat over ADHD als voorbeeld van een concentratie of aandachtsstoornis. DC 13 Psychiatrie: ADHD 1 Inleiding Dit thema gaat over ADHD als voorbeeld van een concentratie of aandachtsstoornis. Beroepscontext: als onderwijsassistent kun je ingezet worden in het werken met leerlingen

Nadere informatie

Inschatting wilsbekwaamheid volgens KNMG richtlijn

Inschatting wilsbekwaamheid volgens KNMG richtlijn Naam patiënt:.. Geboortedatum patiënt:... Naam afnemer: Datum afname: Inschatting wilsbekwaamheid volgens KNMG richtlijn 1. Wilsbekwaamheid wordt altijd beoordeeld ter zake een bepaald onderzoek of bepaalde

Nadere informatie

NVAB-richtlijn blijkt effectief

NVAB-richtlijn blijkt effectief NVAB-richtlijn blijkt effectief Nieuwenhuijsen onderzocht de kwaliteit van de sociaal-medische begeleiding door bedrijfsartsen van werknemers die verzuimen vanwege overspannenheid, burn-out, depressies

Nadere informatie

Autisme en de DSM-5 symposium autismenetwerk Zuid- Holland Zuid Autismeweek

Autisme en de DSM-5 symposium autismenetwerk Zuid- Holland Zuid Autismeweek Autisme en de DSM-5 symposium autismenetwerk Zuid- Holland Zuid Autismeweek Woensdag 2 april 2014 Ad van der Sijde, Yulius Autisme Paul Reijnen, BOBA Inhoud Presentatie Vragen Veranderingen DSM-5 autisme

Nadere informatie

hoofdstuk 3 Hoofdstuk 4 Hoofdstuk 5

hoofdstuk 3 Hoofdstuk 4 Hoofdstuk 5 SAMENVATTING 117 Pas kortgeleden is aangetoond dat ADHD niet uitdooft, maar ook bij ouderen voorkomt en nadelige gevolgen kan hebben voor de patiënt en zijn omgeving. Er is echter weinig bekend over de

Nadere informatie

3.3 Delirium. herkend wordt. Onduidelijk is in hoeveel procent het delirium niet, of niet volgens de gangbare richtlijnen, behandeld wordt.

3.3 Delirium. herkend wordt. Onduidelijk is in hoeveel procent het delirium niet, of niet volgens de gangbare richtlijnen, behandeld wordt. 3.3 Delirium Delirium is waarschijnlijk de meest voorkomende neuropsychiatrische stoornis in het algemeen en academisch ziekenhuis, met een prevalentie van 15 tot 50 procent bij opgenomen oudere patiënten.

Nadere informatie

Welkom. DGM en Autisme. Esther van Efferen-Wiersma. Presentatie door

Welkom. DGM en Autisme. Esther van Efferen-Wiersma. Presentatie door Welkom DGM en Autisme Presentatie door Esther van Efferen-Wiersma Inhoud Autisme: recente ontwikkelingen Van beperkingen naar (onderwijs)behoeften DGM en autisme Hulpmiddelen en materialen Vragen? Autisme?

Nadere informatie

Patiëntenrechten van ouders en kind. Vrouw - Moeder - Kind centrum

Patiëntenrechten van ouders en kind. Vrouw - Moeder - Kind centrum 00 Patiëntenrechten van ouders en kind Vrouw - Moeder - Kind centrum In deze folder geven wij u informatie over de patiëntenrechten van u en uw kind. Deze folder is geschreven voor ouders. In de folder

Nadere informatie

Deel ggz vanaf 2008 in het basispakket

Deel ggz vanaf 2008 in het basispakket Deel ggz vanaf 2008 in het basispakket Behandeling psychische problemen voortaan in het basispakket van uw zorgverzekering In deze brochure leest u hoe het is geregeld na 1 januari 2008 Ministerie van

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Nederlandse samenvatting 119 120 Samenvatting 121 Inleiding Vermoeidheid is een veel voorkomende klacht bij de ziekte sarcoïdose en is geassocieerd met een verminderde kwaliteit van leven. In de literatuur

Nadere informatie

Autisme en een verstandelijke beperking 20 september 2016

Autisme en een verstandelijke beperking 20 september 2016 Autisme en een verstandelijke beperking 20 september 2016 Cecile Blansjaar: orthopedagoog/autisme specialist Gedragskundige Stichting de Waerden Mede oprichter De Sociale Bron Wat is Autisme? In Nederland

Nadere informatie

ARBEIDSONGESCHIKT. EN DAN?

ARBEIDSONGESCHIKT. EN DAN? ARBEIDSONGESCHIKT. EN DAN? Vragen en antwoorden ARBEIDSONGESCHIKT. EN DAN? U heeft zich arbeidsongeschikt gemeld bij Allianz. En dan? In deze folder vindt u een antwoord op de belangrijkste vragen. U leest

Nadere informatie

HOOFDSTUK 1: INLEIDING

HOOFDSTUK 1: INLEIDING 168 Samenvatting 169 HOOFDSTUK 1: INLEIDING Bij circa 13.5% van de ouderen komen depressieve klachten voor. Met de term depressieve klachten worden klachten bedoeld die klinisch relevant zijn, maar niet

Nadere informatie

Wanneer de vlag de lading niet meer dekt: over het gebruik van labels voor stoornissen

Wanneer de vlag de lading niet meer dekt: over het gebruik van labels voor stoornissen Wanneer de vlag de lading niet meer dekt: over het gebruik van labels voor stoornissen Het moeilijke kind stelt ons vragen: Wie is de volwassene is die hem of haar zo moeilijk vindt? Met welke ver(w)achtingen

Nadere informatie

arbeidsongeschiktheidsverzekering Informatie voor de ondernemer Arbeidsongeschikt Hoe nu verder

arbeidsongeschiktheidsverzekering Informatie voor de ondernemer Arbeidsongeschikt Hoe nu verder arbeidsongeschiktheidsverzekering Informatie voor de ondernemer Arbeidsongeschikt Hoe nu verder 2 Arbeidsongeschikt Hoe nu verder Deze brochure is voor u van belang als u een aanvraag tot uitkering wilt

Nadere informatie

De verschillen tussen Eerstelijns én Tweedelijns

De verschillen tussen Eerstelijns én Tweedelijns De verschillen tussen Eerstelijns én Tweedelijns & In de Bres biedt 'Eerstelijns Kortdurende Hulp' en 'Tweedelijns Specialistische Zorg', maar wat is het verschil? In Nederland ziet de zorgstructuur er

Nadere informatie

U heeft letsel opgelopen, wat nu?

U heeft letsel opgelopen, wat nu? U heeft letsel opgelopen, wat nu? Belangrijk U heeft als gevolg van een ongeval letsel opgelopen. Hierbij was een verzekerde van De Goudse betrokken en daarom ontvangt u van ons dit document. Hierin leest

Nadere informatie

Verstandelijke beperkingen

Verstandelijke beperkingen 11 2 Verstandelijke beperkingen 2.1 Definitie 12 2.1.1 Denken 12 2.1.2 Vaardigheden 12 2.1.3 Vroegtijdig en levenslang aanwezig 13 2.2 Enkele belangrijke overwegingen 13 2.3 Ernst van verstandelijke beperking

Nadere informatie

Eerste richtlijnen voor het omgaan met euthanasie vragen van cliënten en hun families die bij Geriant in behandeling zijn

Eerste richtlijnen voor het omgaan met euthanasie vragen van cliënten en hun families die bij Geriant in behandeling zijn Eerste richtlijnen voor het omgaan met euthanasie vragen van cliënten en hun families die bij Geriant in behandeling zijn Praat erover: 1. Je hoeft niet alles te weten of te begrijpen over euthanasie bij

Nadere informatie

Asperger en werk. Een dynamisch duo

Asperger en werk. Een dynamisch duo Asperger en werk Een dynamisch duo Natalie van Berkel Module Onderzoeksvaardigheden Stoornis van Asperger Kwalitatieve beperkingen in de sociale interactie, zoals blijkt uit ten minste 2 van de volgende:

Nadere informatie

Generalistische Basis GGZ en Specialistische GGZ

Generalistische Basis GGZ en Specialistische GGZ Generalistische Basis GGZ en Specialistische GGZ Informatie voor huisartsen Organisatie voor geestelijke gezondheidszorg GGZ Rivierduinen biedt vele vormen van geestelijke gezondheidszorg voor alle leeftijden;

Nadere informatie

Kinderneurologie.eu. www.kinderneurologie.eu MCDD

Kinderneurologie.eu. www.kinderneurologie.eu MCDD MCDD Wat is MCDD? MCDD is een ontwikkelingsstoornis waarbij kinderen moeite hebben om met hun gevoelens om te gaan en moeite hebben met het onderscheid tussen fantasie en werkelijkheid. Hoe wordt MCDD

Nadere informatie

Arbeidsongeschikt. En dan?

Arbeidsongeschikt. En dan? Arbeidsongeschikt. En dan? 1 Wat u van ons mag verwachten bij arbeidsongeschiktheid Inleiding U hebt zich onlangs arbeidsongeschikt gemeld. Arbeidsongeschiktheid brengt zorgen met zich mee: in de eerste

Nadere informatie

Wat heeft dit kind nodig?

Wat heeft dit kind nodig? ADHD PDD-NOS Leerstoornis Gedragsstoornis Team Wat heeft dit kind nodig? Lynn leest in haar leesboek. Tegelijkertijd tikt ze constant met haar pen op haar tafel. Dat doet ze wel vaker. De kinderen van

Nadere informatie

Antwoord van staatssecretaris Veldhuijzen van Zanten-Hyllner (Volksgezondheid, Welzijn en Sport) (ontvangen 9 december 2010)

Antwoord van staatssecretaris Veldhuijzen van Zanten-Hyllner (Volksgezondheid, Welzijn en Sport) (ontvangen 9 december 2010) AH 740 2010Z13219 Antwoord van staatssecretaris Veldhuijzen van Zanten-Hyllner (Volksgezondheid, Welzijn en Sport) (ontvangen 9 december 2010) 1 Bent u bekend met nieuw onderzoek van Michigan State University

Nadere informatie

arbeidsongeschiktheidsverzekering Informatie voor de ondernemer Arbeidsongeschikt Hoe nu verder?

arbeidsongeschiktheidsverzekering Informatie voor de ondernemer Arbeidsongeschikt Hoe nu verder? arbeidsongeschiktheidsverzekering Informatie voor de ondernemer Arbeidsongeschikt Hoe nu verder? Arbeidsongeschikt Hoe nu verder? Deze brochure is voor u van belang als u een beroep wilt doen op uw arbeids

Nadere informatie

Protocol bij claims op Individuele Arbeidsongeschiktheidsverzekeringen

Protocol bij claims op Individuele Arbeidsongeschiktheidsverzekeringen Protocol bij claims op Individuele Arbeidsongeschiktheidsverzekeringen Inleiding Verzekeraars bieden vele producten en productvarianten aan op het gebied van individuele arbeidsongeschiktheidsverzekeringen.

Nadere informatie

Welkom. DGM en Autisme. Esther van Efferen-Wiersma. Presentatie door

Welkom. DGM en Autisme. Esther van Efferen-Wiersma. Presentatie door Welkom DGM en Autisme Presentatie door Esther van Efferen-Wiersma Inhoud DGM en autisme? Autisme: recente ontwikkelingen Van beperkingen naar (onderwijs)behoeften DGM en autisme! Vragen? DGM en Autisme?

Nadere informatie

Patiënteninformatie. Acuut optredende verwardheid. (delier) Acuut optredende verwardheid (delier)

Patiënteninformatie. Acuut optredende verwardheid. (delier) Acuut optredende verwardheid (delier) Patiënteninformatie Acuut optredende verwardheid (delier) Acuut optredende verwardheid (delier) 1 Acuut optredende verwardheid (delier) Intensive Care, route 3.3 Telefoon (050) 524 6540 Inleiding Uw familielid

Nadere informatie

Grensoverschrijdend gedrag. Les 2: inleiding in de psychopathologie

Grensoverschrijdend gedrag. Les 2: inleiding in de psychopathologie Grensoverschrijdend gedrag Les 2: inleiding in de psychopathologie Programma Psychopathologie; wat is het? Algemene functionele psychopathologie DSM Psychopathologie = Een onderdeel van de psychiatrie

Nadere informatie

LETSELSCHADEREGELING. Omdat wij u graag verder helpen. Verzekerd van alle aandacht. 1 van 12

LETSELSCHADEREGELING. Omdat wij u graag verder helpen. Verzekerd van alle aandacht. 1 van 12 LETSELSCHADEREGELING Omdat wij u graag verder helpen Verzekerd van alle aandacht. 1 van 12 Inhoudsopgave Slachtoffer van een ongeval.. Wat nu? 3 Welke vormen van schade zijn er? 4 Ook recht op smartengeld

Nadere informatie

Hoe Yulius jongeren met autisme kan helpen

Hoe Yulius jongeren met autisme kan helpen Jongeren Hoe Yulius jongeren met autisme kan helpen Vragen? Voor wie is deze brochure? Je hebt deze brochure gekregen omdat je autisme hebt of nog niet zeker weet of je autisme hebt. Je bent dan bij Yulius

Nadere informatie

arbeidsongeschiktheidsverzekering Informatie voor de ondernemer Arbeidsongeschikt Hoe nu verder?

arbeidsongeschiktheidsverzekering Informatie voor de ondernemer Arbeidsongeschikt Hoe nu verder? arbeidsongeschiktheidsverzekering Informatie voor de ondernemer Arbeidsongeschikt Hoe nu verder? 2 Arbeidsongeschikt Hoe nu verder? Deze brochure is voor u van belang als u een beroep wilt doen op uw arbeids

Nadere informatie

Zelfmanagement bij mensen met beperkte gezondheidsvaardigheden door verstandelijke beperkingen

Zelfmanagement bij mensen met beperkte gezondheidsvaardigheden door verstandelijke beperkingen Zelfmanagement bij mensen met beperkte gezondheidsvaardigheden door verstandelijke beperkingen Een speciale uitdaging voor het huisartsenteam en het steunnetwerk Dr. Jany Rademakers, NIVEL Drs. Jeanny

Nadere informatie

De kinder- en jeugdpsycholoog in het ziekenhuis

De kinder- en jeugdpsycholoog in het ziekenhuis PSYCHOLOGIE De kinder- en jeugdpsycholoog in het ziekenhuis Uw kind is door een medisch specialist van het Laurentius Ziekenhuis verwezen naar de afdeling Medische Psychologie. Deze folder geeft informatie

Nadere informatie

U hoeft geen postzegel te plakken! Binnen vijf werkdagen na ontvangst van de brief nemen wij contact met u op.

U hoeft geen postzegel te plakken! Binnen vijf werkdagen na ontvangst van de brief nemen wij contact met u op. Maliebaan 87, 3581 CG Utrecht T 030 271 83 53, F 030 271 62 56 secretariaat@pvp.nl, www.pvp.nl Utrecht, 2015 Onderwerp: Informatiepakket Voorwaardelijke Machtiging Helpdesk PVP T 0900 4448888 helpdesk@pvp.nl

Nadere informatie

Omdat u verder wilt met uw leven...

Omdat u verder wilt met uw leven... Omdat u verder wilt met uw leven... Letselschade? Wij zijn er voor U! Als slachtoffer van letselschade wilt u erkenning voor het onrecht dat u is aangedaan. Daarnaast zoekt u financiële compensatie voor

Nadere informatie

Vroege Signalen en Herkenning van Autisme Spectrum Stoornissen

Vroege Signalen en Herkenning van Autisme Spectrum Stoornissen Vroege Signalen en Herkenning van Autisme Spectrum Stoornissen Rutger Jan van der Gaag & Iris Oosterling, gz-psycholoog 2006 Karakter pagina 1 Inhoud Autisme Vroege herkenning van autisme DIANE-project,

Nadere informatie

Diagnostiek en onderzoek naar autisme bij dubbele diagnose. Annette Bonebakker, PhD, klinisch neuropsycholoog CENTRUM DUBBELE PROBLEMATIEK DEN HAAG

Diagnostiek en onderzoek naar autisme bij dubbele diagnose. Annette Bonebakker, PhD, klinisch neuropsycholoog CENTRUM DUBBELE PROBLEMATIEK DEN HAAG Diagnostiek en onderzoek naar autisme bij dubbele diagnose Annette Bonebakker, PhD, klinisch neuropsycholoog CENTRUM DUBBELE PROBLEMATIEK DEN HAAG 1 Autisme spectrum stoornissen Waarom dit onderwerp? Diagnostiek

Nadere informatie

Angststoornissen. Verzekeringsgeneeskundig protocol

Angststoornissen. Verzekeringsgeneeskundig protocol Angststoornissen Verzekeringsgeneeskundig protocol Epidemiologie I De jaarprevalentie voor psychische stoornissen onder de beroepsbevolking in Nederland wordt geschat op: 1. 5-10% 2. 10-15% 15% 3. 15-20%

Nadere informatie

ADHD en ASS. Bij normaal begaafde volwassen. Utrecht, 23-01-2014 Anne van Lammeren, psychiater UCP/UMCG

ADHD en ASS. Bij normaal begaafde volwassen. Utrecht, 23-01-2014 Anne van Lammeren, psychiater UCP/UMCG ADHD en ASS Bij normaal begaafde volwassen Utrecht, 23-01-2014 Anne van Lammeren, psychiater UCP/UMCG Disclosure belangen spreker (potentiële) Belangenverstrengeling Geen Voor bijeenkomst mogelijk relevante

Nadere informatie

DSM IV interview. Semi-gestructureerd anamnestisch interview ter beoordeling of er sprake is van een autismespectrumstoornis.

DSM IV interview. Semi-gestructureerd anamnestisch interview ter beoordeling of er sprake is van een autismespectrumstoornis. DSM IV interview Semi-gestructureerd anamnestisch interview ter beoordeling of er sprake is van een autismespectrumstoornis. A.A. Spek Klinisch psycholoog Centrum Autisme Volwassenen GGZ Eindhoven Wanneer

Nadere informatie

Het aanpassingsproces na confrontatie met een hart- of vaataandoening

Het aanpassingsproces na confrontatie met een hart- of vaataandoening Auteur: Jos van Erp j.v.erp@hartstichting.nl Het aanpassingsproces na confrontatie met een hart- of vaataandoening Maakbaarheid en kwetsbaarheid Dood gaan we allemaal. Deze realiteit komt soms sterk naar

Nadere informatie

Hoofdstuk 2 Hoofdstuk 3

Hoofdstuk 2 Hoofdstuk 3 Samenvatting 11 Samenvatting Bloedarmoede, vaak aangeduid als anemie, is een veelbesproken onderwerp in de medische literatuur. Clinici en onderzoekers buigen zich al vele jaren over de oorzaken en gevolgen

Nadere informatie

Bijlage 1: Programma van Eisen

Bijlage 1: Programma van Eisen Bijlage 1: Programma van Eisen Functie: Stichting Nijmeegs Kenniscentrum Chronische Vermoeidheid afdeling Jeugd < 18 jaar Toegangscriteria 1. Karakteristieken van het kind: De algemene karakteristieken

Nadere informatie

- Geplaatst in VISUS EBM IN DE OPTOMETRIE: HOE PAS JE HET TOE?

- Geplaatst in VISUS EBM IN DE OPTOMETRIE: HOE PAS JE HET TOE? - Geplaatst in VISUS 4-2017 - EBM IN DE OPTOMETRIE: HOE PAS JE HET TOE? Om de verschillen tussen de kennis uit het laatste wetenschappelijk bewijs en de klinische praktijk kleiner te maken is de afgelopen

Nadere informatie

Kinderen met hardnekkig druk gedrag

Kinderen met hardnekkig druk gedrag Interline Achtergronden casusschetsen Kinderen met hardnekkig druk gedrag Versie 15 juli 2002 Casusschets 1 Vraag 1: Vooral druk en beweeglijk (3), + concentratieproblemen (1). Zie diagnostiek, obligate

Nadere informatie

Arbeidsongeschikt. En dan?

Arbeidsongeschikt. En dan? Arbeidsongeschikt. En dan? Voor wie is deze folder bedoeld? Krijg ik altijd een medische beoordeling? Deze folder is van belang als u een aanvraag tot uitkering en/of een aanvraag tot premievrijstelling

Nadere informatie

WAARDE VAN ADVIES - 2013 DE WAARDE VAN ADVIES VAN INTERMEDIAIRS. Avéro Achmea P13628

WAARDE VAN ADVIES - 2013 DE WAARDE VAN ADVIES VAN INTERMEDIAIRS. Avéro Achmea P13628 WAARDE VAN ADVIES - 2013 DE WAARDE VAN ADVIES VAN INTERMEDIAIRS P13628 INHOUDSOPGAVE KARAKTERISTIEKEN CONCLUSIE WAARDE VAN ADVIES KARAKTERISTIEKEN ONDERZOEKSOPZET CONCLUSIE CONCLUSIES DE WAARDE VAN ADVIES

Nadere informatie

Het antwoord op uw personele vraagstuk

Het antwoord op uw personele vraagstuk BD Recruitment BV Het antwoord op uw personele vraagstuk Wie bepaalt bij welk re-integratiebedrijf ik terecht kan? De gemeente of UWV WERKbedrijf maakt bij uw re-integratietraject vaak gebruik van een

Nadere informatie

De Commissie beslist met inachtneming van haar Reglement en op basis van de volgende stukken:

De Commissie beslist met inachtneming van haar Reglement en op basis van de volgende stukken: Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 95 d.d. 27 oktober 2009 (mr. B. Sluijters, voorzitter, mr. P.A. Offers en dr. D.F. Rijkels, arts) 1. Procedure De Commissie beslist met inachtneming

Nadere informatie

Neurofeedback: een geschikte behandeling voor autisme?

Neurofeedback: een geschikte behandeling voor autisme? Neurofeedback: een geschikte behandeling voor autisme? Mirjam Kouijzer, MSc Radboud Universiteit Nijmegen Het programma Controversiële behandelingen Wat is biofeedback? Mijn onderzoek naar de effecten

Nadere informatie

STAPPENPLAN ANGST IN DE EERSTE LIJN

STAPPENPLAN ANGST IN DE EERSTE LIJN STAPPENPLAN ANGST IN DE EERSTE LIJN Doel Vroegtijdige opsporing en behandeling van angst bij zelfstandig wonende ouderen. STAP 1: Screenen op angst in de eerste lijn (kruis aan). Voelde u zich de afgelopen

Nadere informatie

DSM-5: Nieuw, maar ook beter? Arq Herfstsymposium vrijdag 25 november 2016

DSM-5: Nieuw, maar ook beter? Arq Herfstsymposium vrijdag 25 november 2016 DSM-5: Nieuw, maar ook beter? Arq Herfstsymposium vrijdag 25 november 2016 Psychotrauma en stressorgerelateerde stoornissen Marloes de Kok, GZ-psycholoog Marthe Schneijderberg, orthopedagoog Psychotrauma

Nadere informatie

Beleidsregels indicatiestelling AWBZ 2011. Bijlage 7. Behandeling

Beleidsregels indicatiestelling AWBZ 2011. Bijlage 7. Behandeling 2011 Inhoudsopgave 1 Inleiding 3 2 Doelstelling functie 4 2.1 Algemeen 4 2.2 Continue, systematische, langdurige en multidisciplinaire zorg (CSLM) 5 2.3 gericht op herstel en/of het aanleren van vaardigheden

Nadere informatie

EACD recommendations DCD. EACD recommendations. EACD recommendations DCD. EACD recommendations DCD. What s new? EACD recommendations DCD 3-12-2013

EACD recommendations DCD. EACD recommendations. EACD recommendations DCD. EACD recommendations DCD. What s new? EACD recommendations DCD 3-12-2013 EACD recommendations NL vertaling en aanpassing H. Reinders namens DCD Stuurgroep Internationaal: Juli 2011 Vertaling: zomer 2012 Bespreken in werkgroepen najaar 2012 Stuurgroep voorstel: maart 2013 Reactie

Nadere informatie

Netwerk Ouderenzorg Regio Noord

Netwerk Ouderenzorg Regio Noord Netwerk Ouderenzorg Regio Noord Vragenlijst Behoefte als kompas, de oudere aan het roer Deze vragenlijst bestaat vragen naar uw algemene situatie, lichamelijke en geestelijke gezondheid, omgang met gezondheid

Nadere informatie

Cure + Care Solutions

Cure + Care Solutions Cure + Care Solutions is hèt landelijk behandel- en expertisecentrum voor complexe psychische aandoeningen en werkt nauw samen binnen een landelijk netwerk van zorginstellingen door het hele land. Cure

Nadere informatie

Anders denken over drukke, dwarse en dromerige kinderen

Anders denken over drukke, dwarse en dromerige kinderen Anders denken over drukke, dwarse en dromerige kinderen Laura Batstra 25 november 2014 In deze online lezing: Druk, dwars, dromerig of ADHD? ADHD en de hersenen ADHD en de maatschappij Stepped Diagnosis

Nadere informatie

Eigenrisicodragers roepen WGA'ers op voor keuringen

Eigenrisicodragers roepen WGA'ers op voor keuringen Regelingen en voorzieningen CODE 1.3.4.93 Eigenrisicodragers roepen WGA'ers op voor keuringen bronnen Antwoord staatssecretaris SZW d.d. 27.4.2011 op Kamervragen, Vergaderjaar 2010-2011, 2354 Een aantal

Nadere informatie

NAH op de werkvloer het werkt! Saskia Harmens Aletta Zandbergen

NAH op de werkvloer het werkt! Saskia Harmens Aletta Zandbergen NAH op de werkvloer het werkt! Saskia Harmens Aletta Zandbergen Introductie Stel je hebt een mooie baan, je staat actief in het leven en je wordt getroffen door hersenletsel. Hoe vanzelfsprekend is het

Nadere informatie

Als opgroeien niet vanzelf gaat. voor kinderen, jongeren en hun ouders

Als opgroeien niet vanzelf gaat. voor kinderen, jongeren en hun ouders Als opgroeien niet vanzelf gaat voor kinderen, jongeren en hun ouders Voor kinderen met een psychische stoornis gaat opgroeien niet vanzelf. Ze zijn bijvoorbeeld zo onzeker, angstig of somber dat ze niet

Nadere informatie

Post-hbo opleiding cognitief gedragstherapeutisch

Post-hbo opleiding cognitief gedragstherapeutisch Post-hbo opleiding cognitief gedragstherapeutisch werker Volwassenen en ouderen mensenkennis Van onze klinisch psycholoog heb ik een groep cliënten overgenomen, bij wie ik de instrumenten uit de opleiding

Nadere informatie

Reader. Autisme Spectrum Stoornissen

Reader. Autisme Spectrum Stoornissen Reader Autisme Spectrum Stoornissen Inhoudsopgave 1. Inleiding ASS... 3 1.1 Wat is ASS... 3 Omschrijving ASS... 3 3 hoofdkenmerken... 3 Sociale interactie... 3 Communicatie... 4 Problemen in de verbeelding...

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Nederlandse samenvatting De levensverwachting van mensen met een ernstige psychiatrische aandoening (EPA) is gemiddeld 13-30 jaar korter dan die van de algemene bevolking. Onnatuurlijke doodsoorzaken zoals

Nadere informatie

Hoofdstuk 2 Hoofdstuk 3 Hoofdstuk 4. Hoofdstuk 3 Hoofdstuk 4

Hoofdstuk 2 Hoofdstuk 3 Hoofdstuk 4. Hoofdstuk 3 Hoofdstuk 4 Samenvatting SAMENVATTING 189 Depressie is een veelvoorkomende psychische stoornis die een hoge ziektelast veroorzaakt voor zowel de samenleving als het individu. De Wereldgezondheidsorganisatie (WHO)

Nadere informatie

Ieder kind is uniek, maar vooral dat van mij. Kinderen en psychiatrie Dr. Pieter De Kimpe Kinder- en Jeugdpscychiater

Ieder kind is uniek, maar vooral dat van mij. Kinderen en psychiatrie Dr. Pieter De Kimpe Kinder- en Jeugdpscychiater Ieder kind is uniek, maar vooral dat van mij Kinderen en psychiatrie Dr. Pieter De Kimpe Kinder- en Jeugdpscychiater Kinderen en psychiatrie Ook binnen de geneeskunde vindt er nog heel wat stigmatisering

Nadere informatie

Onverklaard maakt onbemind. 8 februari 2011 Utrecht

Onverklaard maakt onbemind. 8 februari 2011 Utrecht Psychiatrisch Consultatieve Dienst SLAZ/VUmc Onverklaard maakt onbemind Prof.dr.Adriaan Honig 8 februari 2011 Utrecht Onverklaard maakt onbemind AGENDA Wat verstaan we onder somatisch onvoldoende verklaarde

Nadere informatie

RAAD VAN TOEZICHT VERZEKERINGEN. U I T S P R A A K Nr. 2000/126 Mo. i n d e k l a c h t nr. 185.99. hierna te noemen 'klager',

RAAD VAN TOEZICHT VERZEKERINGEN. U I T S P R A A K Nr. 2000/126 Mo. i n d e k l a c h t nr. 185.99. hierna te noemen 'klager', RAAD VAN TOEZICHT VERZEKERINGEN U I T S P R A A K Nr. i n d e k l a c h t nr. 185.99 ingediend door: hierna te noemen 'klager', tegen: hierna te noemen 'verzekeraar'. De Raad van Toezicht Verzekeringen

Nadere informatie

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr (mr. dr. S.O.H. Bakkerus, voorzitter enl mr. R.G. de Kruif, secretaris)

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr (mr. dr. S.O.H. Bakkerus, voorzitter enl mr. R.G. de Kruif, secretaris) Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2017-855 (mr. dr. S.O.H. Bakkerus, voorzitter enl mr. R.G. de Kruif, secretaris) Klacht ontvangen op : 23 mei 2017 Ingediend door : Consument

Nadere informatie

Onderzoek Arbeidsongeschiktheid. In opdracht van Loyalis. juni 2013

Onderzoek Arbeidsongeschiktheid. In opdracht van Loyalis. juni 2013 Onderzoek Arbeidsongeschiktheid In opdracht van Loyalis juni 2013 Inleiding» Veldwerkperiode: 27 maart - 4 april 2013.» Doelgroep: werkende Nederlanders» Omdat er specifiek uitspraken gedaan wilden worden

Nadere informatie