AUTEURS: EINDREDACTIE: MET MEDEWERKING VAN:

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "AUTEURS: EINDREDACTIE: MET MEDEWERKING VAN:"

Transcriptie

1 4 vmbo-gt handboek nask 2

2 Inhoudsopgave Voorwoord Stoffen en deeltjes 1 De indeling van stoffen 8 2 Het periodiek systeem 14 3 Het atoommodel 19 4 Ontleedbare stoffen: enkelvoudige ionen 23 5 Ontleedbare stoffen: samengestelde ionen 28 6 Moleculaire stoffen, molecuulmassa en massapercentage 33 7 Chemisch rekenen 37 Chemische reacties 1 Stoffen verhitten 46 2 Ontledingsreacties 50 3 Reactievergelijkingen opstellen 55 4 Massa s en massaverhoudingen 59 3 Verbrandingen 1 Verbrandingsreacties 66 2 Brand blussen 69 3 Rekenen aan verbrandingsreacties 72 4 Volledige en onvolledige verbranding 77 5 Brandstoffen en milieuvervuiling 82 6 Reactiesnelheid 88 4 Mengen en scheiden 1 De fasen van een stof 94 2 Onderverdeling van stoffen 97 3 Mengsels Scheiden van mengsels Samenstelling van mengsels Zouten 1 Oplossen en indampen van zouten Zoutoplossingen bij elkaar brengen Een slecht oplosbaar zout maken Ongewenste ionen verwijderen Een zout herkennen 132 Zuren en basen 1 Zure, neutrale en basische oplossingen De eigenschappen van zuren De eigenschappen van basen Zuur basereacties Zuren en basen in het milieu Titraties 156

3 H8 Stoffen en hun eigenschappen 7 Water en reinigen 1 Water Water winnen en gebruiken Hard water Schoonmaakmiddelen Materialen 1 De indeling van metalen Reacties van metalen Ertsen en de winning van ijzer De winning van aluminium en recycling Koolstofchemie 1 Aardolie Alkanen en alkenen Maken van kunststoffen Toepassing van kunststoffen 209 Vaardigheden 1 Een proefwerk of schoolexamen voorbereiden Het centraal schriftelijk eindexamen voorbereiden Algemene veiligheidsvoorschriften Werken met de brander Spatels gebruiken Werken met stoffen Filtreren Omgaan met glaswerk Een onderzoeksverslag schrijven Werken met grootheden en eenheden Werken met voorvoegsels Eenheden omrekenen Een poster maken Grafieken tekenen Blokschema s maken 231 Trefwoordenregister 232 Colofon 236

4 44

5 2 Chemische reacties Chemische reacties in de praktijk Met het slim toepassen van chemische reacties kan veel geld verdiend worden. Alfred Nobel bedacht een manier om de explosieve ontledingsreactie van nitroglycerine, de werkzame stof in dynamiet, op een gecontroleerde manier te starten. Van het geld dat hij hiermee verdiend heeft, wordt een forse geldprijs (de Nobelprijs) uitgereikt aan wetenschappers die iets bijzonders ontdekt of uitgevonden hebben. 1 Stoffen verhitten 46 2 Ontledingsreacties 50 3 Reactievergelijkingen opstellen 55 4 Massa s en massaverhoudingen 59 45

6 1 Stoffen verhitten Stoffen kunnen veranderen als je ze verhit. Het braden van vlees, het koken van water en de schroeiplekken die ontstaan bij het strijken van wasgoed zijn voorbeelden hiervan. Als je een stof verhit, kun je verschillende verschijnselen waarnemen, zoals: chemische reacties gloeien een faseverandering afbeelding 1 Bij barbecueën verdwijnen er stoffen en ontstaan er nieuwe. Er heeft dan een chemische reactie plaatsgevonden. Chemische reacties Veel stoffen veranderen wanneer je ze verhit. De stof die je verhit, verdwijnt. Uit de stof die verdwijnt ontstaan nieuwe stoffen. De nieuwe stoffen hebben andere stofeigenschappen dan de stoffen die vóór de reactie aanwezig waren. Dat kun je bijvoorbeeld zien als je op een lange zomeravond buiten lekker zit te barbecueën. Het gaar worden van het vlees is een chemische reactie (afbeelding 1). Er vindt ook een chemische reactie plaats als het vlees aanbrandt en zwart wordt. De zwarte stof bestaat voor het grootste gedeelte uit koolstof. Koolstof is een nieuwe stof die tijdens het barbecueën is ontstaan. Een aangebrand stukje vlees haal je snel van de barbecue. Als je het toch langer laat liggen, zal het vlees na enige tijd bijna geheel uit de zwarte stof bestaan. Van de oorspronkelijke stoffen waaruit het vlees bestond, is niets meer over. Deze zijn allemaal verdwenen en zijn veranderd in koolstof. Bij een chemische reactie verdwijnen stoffen en ontstaan er nieuwe stoffen. De stoffen die bij een chemische reactie ontstaan, noem je de reactieproducten. De stoffen waarmee je begint, zijn de beginstoffen. Een chemische reactie noteer je met behulp van een reactieschema: beginstof(fen) g reactieproduct(en) Verbrandingsreacties Wanneer je papier verbrandt, zie je verbrandingsverschijnselen zoals vuur en rook. Voor een dergelijke chemische reactie heb je behalve een brandstof ook altijd zuurstof nodig. 46

7 1 Stoffen verhitten Het reactieschema voor een verbrandingsreactie kun je als volgt weergeven: brandstof + zuurstof g verbrandingsproduct(en) Bij een verbrandingsreactie ontstaan de oxiden van de elementen waaruit de brandstof is opgebouwd. Bij veel verbrandingsreacties, bijvoorbeeld bij de verbranding van benzine, ontstaan koolstofdioxide en water. Het reactieschema voor de verbranding van benzine is dus: benzine + zuurstof g koolstofdioxide + water Verbrandingsreacties worden in hoofdstuk 3 verder behandeld. Ontledingsreacties Als je een paar stukjes hout in een reageerbuis sterk verhit zonder dat er zuurstof bij kan komen, zie je geen vuur (afbeelding 2). Het hout kan door gebrek aan zuurstof immers niet branden. Toch zie je allerlei nieuwe stoffen ontstaan: een vaste zwarte stof (koolstof), een heldere en kleurloze vloeistof (water) en een sterk ruikende, brandbare walm. Het reactieschema kun je als volgt noteren: hout(s) g koolstof(s) + water(l) + brandbare walm brandbaar gas hout afbeelding 2 opstelling voor de ontleding van hout bekerglas met koud water water Bij deze reactie worden uit één beginstof meerdere reactieproducten gevormd. Een dergelijke reactie noem je een ontledingsreactie. Een ontledingsreactie is een reactie waarbij uit één beginstof meerdere reactieproducten worden gevormd. 47

8 1 Stoffen verhitten Ontledingsreacties vinden plaats als je een stof verhit zonder dat er zuurstof aanwezig is. Bij verbrandingsreacties moet er juist wél zuurstof aanwezig zijn. Er is nog een verschil: een verbrandingsreactie houdt zich aan de gang met de warmte die vrijkomt. De verbranding stopt pas als de brandstof (of de zuurstof) op is. Bij een ontleding komt geen warmte vrij, maar is er juist warmte (energie) nodig. De ontleding stopt als je ophoudt met energie (warmte) toevoeren. afbeelding 3 een smid aan het werk Gloeien Als je een stof sterk verhit, kan deze gaan gloeien. Dat zie je als je een ijzeren staaf in een gasvlam houdt of als een smid bezig is met het smeden van ijzer. Het werkstuk van de smid wordt zo heet dat het licht gaat uitzenden (afbeelding 3). Hierbij verdwijnen er geen stoffen; ook ontstaan er géén nieuwe stoffen. Als de smid met een ijzeren staaf begonnen is, bestaat na het bewerken de staaf nog steeds uit de stof ijzer. Gloeien is dus géén chemische reactie. afbeelding 4 Bij het smelten van ijs ontstaan geen nieuwe stoffen. Faseverandering Als je water voldoende afkoelt, verandert het in ijs. Het vloeibare water is vast geworden, maar het water is niet in een andere stof veranderd. IJs bestaat uit de stof water. Als je het ijs gaat verhitten, smelt het en ontstaat er weer vloeibaar water. Bij dit proces verdwijnen er geen stoffen en ontstaan er geen nieuwe stoffen. Fase-overgangen zijn dus geen chemische reacties. WB MAAK NU DE OPGAVEN IN JE WERKBOEK. 48

9 1 Stoffen verhitten Plus Brandt de zon? Aan de buitenkant van de zon is de temperatuur ongeveer 6000 C. In het binnenste is de temperatuur zo n 15 miljoen C. Toch heeft de hoge temperatuur van de zon niets met brand te maken. Voor brand is namelijk zuurstof nodig en er is helemaal geen zuurstof in de ruimte. De energie die de zon verlaat, wordt geproduceerd door kernfusiereacties. Elke seconde wordt zo n ton waterstof omgezet in ongeveer ton helium. De resterende ton wordt omgezet in energie in de vorm van gammastraling. De zon is ongeveer 4,5 miljard jaar oud. Sinds haar geboorte heeft ze ongeveer de helft van haar waterstof omgezet. Ze zal nog 5 miljard jaar op een vreedzame manier blijven stralen. Dan zal al de waterstof opgebruikt zijn. afbeelding 5 Zonne-energie ontstaat niet door verbrandingsreacties, maar door kernfusie. 49

10 2 Ontledingsreacties Veel stoffen ontleden als je ze voldoende verhit. Maar ook met licht of elektrische stroom kun je stoffen ontleden. Voor het ontleden van stoffen is energie nodig. Deze energie kun je op verschillende manieren aan een stof toevoeren. Er zijn drie manieren om een stof te ontleden: door warmte door licht door elektrische stroom Thermolyse Thermolyse is een ontledingsreactie door middel van warmte. Vaak ontstaan er bij thermolysereacties gassen die je kunt ruiken (een schroeilucht of een brandlucht). In de vorige paragraaf heb je gezien dat je hout kunt ontleden door middel van warmte. Bij de thermolysereactie van hout ontstaat er onder meer koolstof. Ook suiker kun je thermolyseren (afbeelding 6). Daarbij wordt de suiker geelbruin en ruik je een karamelgeur. Wanneer je doorgaat met verhitten, ontstaat er naast water ook een brandbare walm. Uiteindelijk blijft er in de reageerbuis vrijwel alleen koolstof over. Het reactieschema van de thermolyse van suiker is: afbeelding 6 de thermolyse van suiker suiker(s) g koolstof(s) + water + brandbare walm 50

11 2 Ontledingsreacties Fotolyse Een woonhuis moet regelmatig geschilderd worden. Na verloop van tijd wordt de verf flets van kleur en hij kan uiteindelijk zelfs gaan bladderen (afbeelding 7). Dit proces wordt in gang gezet door wind, regen en zonlicht. De kleurstoffen in verf ontleden door het zonlicht en verliezen zo hun kleur. Een ontleding door middel van licht wordt fotolyse genoemd. Elektrolyse Sommige stoffen kunnen onder invloed van elektrische energie worden ontleed. Zo n ontledingsreactie heet elektrolyse. Elektrolyse is een ontledingsreactie door middel van elektrische energie. afbeelding 7 Verf ontleedt onder invloed van zonlicht. Water kan door middel van elektrolyse ontleed worden. Tijdens de elektrolyse van water ontstaan de gassen waterstof en zuurstof. Het reactieschema van de elektrolyse is: water(l) g waterstof + zuurstof elektrische energie H H O H H + O O H O H H H afbeelding 8 de elektrolyse van water Met het toestel van Hofmann kun je water ontleden door elektrolyse (afbeelding 9). In het elektrolysetoestel zijn twee elektroden in het (aangezuurde) water geplaatst. De elektroden zorgen voor het contact van de spanningsbron met het water. De elektroden zijn verbonden met de plus- en minpool van een gelijkspanningsbron. afbeelding 9 de elektrolyse van water met het toestel van Hofmann 51

12 2 Ontledingsreacties De negatieve elektrode is de elektrode die met de minpool is verbonden. De positieve elektrode is de elektrode die met de pluspool is verbonden. Bij de positieve elektrode wordt zuurstof gevormd. Bij de negatieve elektrode ontstaat waterstof. Bij de elektrolyse is het volume van de ontstane waterstof 2 zo groot als het volume van de ontstane zuurstof. Zuurstof en waterstof aantonen Je kunt de gassen waterstof en zuurstof via typerende reacties aantonen. Elke verbrandingsreactie vereist zuurstof. In zuivere zuurstof gaan verbrandingen veel sneller. Je kunt zuurstof aantonen door een gloeiende houtspaander in een reageerbuis met zuurstof te houden. In zuivere zuurstof gaat de houtspaander feller gloeien of zelfs branden (afbeelding 10). Dit is de aantoningsreactie van zuurstof. afbeelding 10 In zuivere zuurstof gaat een gloeiende houtspaander fel branden. Wanneer je waterstof wilt aantonen, vang je de waterstof op in een reageerbuis. Houd vervolgens de opening van de reageerbuis bij een vlammetje. Je hoort dan een typerend blafgeluid. Wanneer je dit specifieke geluid hoort, weet je zeker dat het gas in de reageerbuis waterstof is. Dit is de aantoningsreactie van waterstof. Waterstof is een uitstekende brandstof. Als een auto op waterstof zou kunnen rijden, zou er puur water uit de uitlaat komen! Dat lost veel milieuproblemen op. Voor het ontleden van water is echter veel elektrische energie nodig. Het heeft weinig nut om een wagen op een schone brandstof te laten rijden als het milieu vervuild wordt bij het maken van die brandstof. Dat is bijvoorbeeld het geval als de benodigde energie voor de elektrolyse opgewekt wordt in een elektriciteitscentrale die je met kolen stookt. afbeelding 11 Toyota is bezig met het ontwikkelen van een auto die op waterstof rijdt. 52

13 2 Ontledingsreacties Alleen groene stroom (elektrische energie) wordt op een milieuvriendelijke manier opgewekt (afbeelding 12). Waterstoffabrieken kun je dus het beste bouwen in de buurt van windmolenparken, waterkrachtcentrales of in gebieden waar de zon veel schijnt. De kennis en technologie om waterstof te produceren in dergelijke fabrieken is al ontwikkeld. afbeelding 12 Met zonnecellen, windmolens en waterkrachtcentrales kun je groene stroom opwekken. Ontleedbare en niet-ontleedbare stoffen Bij de ontleding van suiker ontstaat water. Water is een stof die je nog verder kunt ontleden in waterstof en zuurstof. Waterstof en zuurstof kun je, met behulp van een chemische reactie, niet meer verder ontleden. Zuivere stoffen kunnen worden verdeeld in ontleedbare stoffen en niet-ontleedbare stoffen (afbeelding 13). Een ontleedbare stof, ook wel verbinding genoemd, is een zuivere stof die je nog kunt ontleden. Verbindingen bestaan uit meerdere atoomsoorten en kunnen onderverdeeld worden in moleculaire verbindingen en ionaire verbindingen. Een moleculaire verbinding bestaat uit één soort moleculen. Een ionaire verbinding (zout) bestaat uit ionen die in een bepaalde verhouding in een vast patroon zijn gerangschikt. Een niet-ontleedbare stof bestaat uit één atoomsoort en zo n stof kun je niet meer verder ontleden. De elementen in het periodiek systeem zijn allemaal stoffen die je niet verder kunt ontleden door een chemische reactie. Lees eventueel hoofdstuk 1 nog eens na. Daar is deze theorie uitgebreid behandeld. WB MAAK NU DE OPGAVEN IN JE WERKBOEK. zuivere stoffen ontleedbare stoffen/verbindingen ontleden niet-ontleedbare stoffen/elementen afbeelding 13 overzicht van de onderverdeling van stoffen ionaire verbindingen moleculaire verbindingen 53

14 2 Ontledingsreacties Plus Meekleurende brillenglazen Proef 1 Het bijzondere van meekleurende brillenglazen is dat ze zich aanpassen aan de hoeveelheid licht. Het geheim daarvan schuilt in een stof die al heel lang in de fotografie wordt toegepast: zilverchloride. Zilverchloride is een verbinding die ontleedt onder invloed van licht. Zilverchloride wordt opgelost in het gesmolten (en dus vloeibare) brillenglas. Na afkoelen stolt het glas en kristalliseert het zilverchloride uit; het zit dan gelijkmatig verdeeld door het glas in de vorm van kleine kristallen. Als het glas wordt blootgesteld aan zonlicht, wordt dit glas donker. In zonlicht gaan de zilver-ionen over in zilveratomen. Deze klonteren samen tot kleine zilverdeeltjes. Deze zilverdeeltjes maken het glas donker en houden een deel van het licht tegen. Als een wolk voor de zon verschijnt, worden de zilveratomen wederom zilver-ionen die, met de chloride-ionen, weer zilverchloridekristallen vormen. Het glas wordt opnieuw helder. metallisch zilver zilverchloridekristallen afbeelding 14 Zilveratomen veranderen in zilverionen en weer terug. licht 54

15 3 Reactievergelijkingen opstellen Bij ontledingsreacties ontstaan nieuwe stoffen. Bij het ontleden van nitroglycerine, de werkzame stof in dynamiet, ontstaat zo veel gas dat er een explosie optreedt. Hoeveel gas er precies ontstaat, kun je nagaan door een kloppende reactievergelijking op te stellen. Het kloppend maken van een reactievergelijking Een verbinding is opgebouwd uit verschillende atomen. Bij een ontledingsreactie valt de verbinding uit elkaar in een aantal nieuwe stoffen. Als je lang genoeg doorgaat met ontleden, blijven de atomen over waar de verbinding uit is opgebouwd. Atomen kun je niet verder ontleden en ze kunnen dus ook niet verdwijnen bij een chemische reactie. Hiervan maak je gebruik bij het kloppend maken van reactievergelijkingen, bijvoorbeeld bij de ontleding van de vaste stof kaliumchloraat (KClO 3 ). Hierbij ontstaan de vaste stof kaliumchloride en zuurstofgas. Het kloppend maken begint met het opstellen van het reactieschema. Hierbij noteer je ook de fase (vast, vloeibaar, gasvormig) van alle stoffen. kaliumchloraat(s) g kaliumchloride(s) + zuurstof Wanneer je in een reactieschema de naam van elke stof vervangt door zijn formule, krijg je een reactievergelijking. Hierbij gebruik je de molecuulformules van de stoffen: KClO 3 (s) g KCl(s) + O 2 Zuurstof noteer je niet als O, maar als O 2. In hoofdstuk 1 heb je namelijk geleerd dat sommige stoffen, zoals zuurstof, alleen als twee-atomig molecuul voorkomen. In de reactievergelijking moet je zuurstof dan ook als O 2 noteren. Je controleert of deze reactievergelijking klopt, door van iedere atoomsoort na te gaan of er voor de pijl net zo veel atomen genoteerd staan als na de pijl. In 1 molecuul kaliumchloraat zijn 1 atoom kalium, 1 atoom chloor en 3 atomen zuurstof aanwezig. De reactievergelijking klopt dus al voor de chloor- en kaliumatomen, maar niet voor de zuurstofatomen. Voor de pijl staan 3 zuurstofatomen; na de pijl slechts 2. Je mag niets veranderen aan de indexgetallen in de molecuulformules. Wel mag je het aantal moleculen veranderen. Hierbij mag je, als tussenstap, met breuken werken. Je kunt de vergelijking kloppend maken door het getal 1½ in te vullen voor zuurstof. 55

16 3 Reactievergelijkingen opstellen KClO 3 (s) g KCl(s) + 1½ O 2 Het getal 1½ voor zuurstof noem je het coëfficiëntgetal. Een coëfficiëntgetal geeft het aantal deeltjes in een reactievergelijking weer. Het coëfficiëntgetal 1 wordt altijd weggelaten. Door het plaatsen van het coëfficiëntgetal 1½ klopt de reactievergelijking. Maar halve moleculen bestaan niet en kunnen dus ook niet in een reactievergelijking voorkomen. Dat los je op door de hele reactievergelijking met 2 te vermenigvuldigen. Je moet dus alle coëfficiëntgetallen met 2 vermenigvuldigen. Houd er rekening mee dat voor KClO 3 en KCl het coëfficiëntgetal 1 staat. De reactievergelijking wordt dan: 2 KClO 3 (s) g 2 KCl(s) + 3 O 2 Nu klopt de reactievergelijking voor alle aanwezige atoomsoorten. Een reactievergelijking is kloppend wanneer het aantal atomen van elke atoomsoort voor en na de reactie aan elkaar gelijk is. Let er op dat coëfficiëntgetallen altijd zo klein mogelijke, gehele getallen moeten zijn. afbeelding 15 Alfred Nobel als jonge man De ontledingsreactie in dynamiet Alfred Nobel staat bekend als de uitvinder van het dynamiet. Toch heeft hij niet zozeer het werkzame ingrediënt van dynamiet nitroglycerine uitgevonden, als wel een manier om deze stof hanteerbaar te maken als springstof. O 2 NO CH H 2 C ONO 2 H 2 C ONO 2 Nitroglycerine (afbeelding 16) is van zichzelf uiterst brandbaar. Het bestaat uit grote moleculen die gemakkelijk in kleinere stukjes uiteenvallen. Een kleine slag of stoot is al voldoende om de ontledingsreactie in gang te zetten. Als een vrachtwagen geladen met nitroglycerine door een gat in de weg rijdt, kan de lading al tot ontploffing gebracht worden. Dat maakt nitroglycerine een onvoorspelbare en dus uiterst onbetrouwbare stof. afbeelding 16 nitroglycerine, C 3 H 5 N 3 O 9 Bij de explosie ontleedt nitroglycerine, C 3 H 5 N 3 O 9, in koolstofdioxide, waterdamp, stikstof en zuurstof. Het reactieschema van deze ontledingsreactie is: nitroglycerine(l) g koolstofdioxide + water + stikstof + zuurstof C 3 H 5 N 3 O 9 (l) g CO 2 + H 2 O + N 2 + O 2 Deze reactievergelijking kun je kloppend maken met breuken: (1) C 3 H 5 N 3 O 9 (l) g 3 CO 2 + 2½ H 2 O + 1½ N 2 + ¼ O 2 56

17 3 Reactievergelijkingen opstellen Wanneer je breuken als coëfficiënt hebt gebruikt, moet je deze wegwerken. Halve en kwart moleculen bestaan namelijk niet. De breuken werk je weg door alle coëfficiënten te vermenigvuldigen met het grootste getal onder de breukstreep (de noemer). In dit geval moet je alle coëfficiënten met 4 vermenigvuldigen. De coëfficiëntgetallen moeten altijd zo klein mogelijke, gehele getallen zijn. De reactievergelijking wordt dan: 4 C 3 H 5 N 3 O 9 (l) g 12 CO H 2 O + 6 N 2 + O 2 De reactievergelijking is nu kloppend. Het aantal atomen van elke atoomsoort voor en na de pijl is aan elkaar gelijk. Zoals je kunt zien in de reactievergelijking ontstaan er alleen maar gassen. Het volume van de gassen is ongeveer 7000 zo groot als het volume van de vloeistof. Dit is een van de redenen waarom nitroglycerine een krachtige springstof is. Er ontstaat zuurstof bij de reactie. Omdat er geen zuurstof nodig is voor deze explosie, wordt nitroglycerine ook gebruikt als springstof onder water. Alfred Nobel ontdekte dat de gevoeligheid van het materiaal aanzienlijk kon worden verminderd door de nitroglycerine te laten opzuigen in een poreuze stof, zoals zaagsel of kiezelgoer (een soort poreuze klei). Deze ontdekking maakte hem rijk. afbeelding 17 Dynamiet heeft een enorme explosiekracht. 57

18 3 Reactievergelijkingen opstellen Reactievergelijking Proef 2 Je stelt een reactievergelijking als volgt op: 1 Stel het reactieschema op in woorden. 2 Zet de toestandsaanduiding, (s), (l), of (aq), achter de naam van de stof. 3 Vervang de namen van de stoffen door hun eigen formules. Ook hierachter noteer je de toestandsaanduidingen. Controleer of links en rechts van de pijl dezelfde atoomsoorten voorkomen. 4 Maak de reactievergelijking kloppend door vóór de formules de juiste coëfficiëntgetallen te plaatsen. Voor en na de pijl moet het aantal atomen van elke atoomsoort aan elkaar gelijk zijn. De coëfficiëntgetallen moeten zo klein mogelijke, gehele, getallen zijn. WB MAAK NU DE OPGAVEN IN JE WERKBOEK. Plus Slaghoedje Het mengsel van drie delen nitroglycerine plus één deel kiezelgoer noemde Alfred Nobel dynamiet. Door de combinatie met een uitvinding van een jaar eerder, het slaghoedje, maakte hij van dynamiet een zeer hanteerbaar explosief. Het slaghoedje bestaat uit een hoeveelheid knalkwik (formule: HgN 3 ) in een capsule. Als de capsule kapotgeslagen wordt, ontstaat een kleine explosie door het ontleden van het knalkwik. Het zuivere metaal kwik en stikstofgas worden gevormd. Die explosie is voldoende om vervolgens het dynamiet te laten ontploffen. Door het gebruik van knalkwik kon een grote hoeveelheid dynamiet, op een van tevoren bepaalde tijd en plaats, tot ontploffing gebracht worden. 58

19 4 Massa s en massaverhoudingen In de hoofdmotor van een raket wordt waterstof verbrand. Voor iedere kilogram waterstof die wordt verbrand, is precies acht kilogram zuurstof nodig. Dat kun je uitrekenen, omdat waterstof en zuurstof altijd in dezelfde verhouding met elkaar reageren. Massaverhouding in een reactie Bij een chemische reactie verdwijnen de beginstoffen. Uit de beginstoffen ontstaan reactieproducten. In een raketmotor wordt waterstof verbrand (afbeelding 18). Hierbij ontstaat water. De kloppende reactievergelijking ziet er als volgt uit: 2 H 2 + O 2 g 2 H 2 O Zoals je ziet, reageren 2 moleculen waterstof met 1 molecuul zuurstof. De reactievergelijking geeft de verhouding van het aantal deeltjes dat bij een reactie betrokken is. Waterstof- en zuurstofmoleculen reageren altijd in deze verhouding met elkaar. Als je een andere verhouding zou nemen, klopt de reactievergelijking niet meer. Uit de reactievergelijking kun je afleiden hoeveel gram zuurstof nodig is om, bijvoorbeeld, 4 gram waterstof te verbranden. Dan moet je eerst de molecuulmassa, uitgedrukt in atomaire massa-eenheden (u), uitrekenen (zie hoofdstuk 1). Omdat er 2 moleculen waterstof reageren met 1 molecuul zuurstof, reken je eerst de atoommassa uit van 2 moleculen waterstof en 1 molecuul zuurstof. 2 moleculen waterstof hebben een massa van 4 u; 1 molecuul zuurstof heeft een massa van 32 u. afbeelding 18 In een raketmotor wordt waterstof verbrand. Je kunt nu de verhouding ook in massa-eenheden uitdrukken. Om 4 u waterstof te verbranden is 32 u zuurstof nodig. De verhouding waarin de moleculen reageren is vast, daarom mag je de eenheid u vervangen door een andere eenheid, bijvoorbeeld gram. Om 4 gram waterstof te verbranden, is dus 32 gram zuurstof nodig. Deze verhouding is vast. Om 2 zo veel waterstof te verbranden, is ook 2 zo veel zuurstof nodig. Om 8 gram waterstof te verbranden, is dus 64 gram zuurstof nodig. Net als bij een ontledingsreactie kunnen er ook hier geen atomen verdwijnen. In dit geval zijn de atomen niet uit elkaar gevallen, maar anders gerangschikt. Zo is de nieuwe stof (water) ontstaan. Atomen kunnen niet verdwijnen, dus in deze nieuwe stof vind je alle atomen terug die oorspronkelijk in waterstof en zuurstof aanwezig waren. Niet meer, maar ook niet minder. 59

20 4 Massa's en massaverhoudingen Voorbeeld 1 Proef 3 Bereken hoeveel zuurstof nodig is om 5 gram waterstof te verbranden. Uitwerking Om 4 gram waterstof te verbranden, is 32 gram zuurstof nodig. Met behulp van een verhoudingstabel kun je nu uitrekenen hoeveel zuurstof nodig is om 5 gram waterstof te verbranden. In de verhoudingstabel zet je de stof waarvan je de hoeveelheid weet (in dit geval waterstof) op de bovenste regel. De stof waarvan je de hoeveelheid moet uitrekenen (in dit geval zuurstof), zet je op de onderste regel. De verhoudingstabel wordt dan: H O Je wilt uitrekenen hoeveel zuurstof nodig is om 5 gram waterstof te verbranden. Als je dat invult, wordt de verhoudingstabel: H O Nu kun je de hoeveelheid zuurstof uitrekenen: : 0,0004 : 4 5 H O : 4 : 0,0004 Om 5 gram waterstof te verbranden, is dus 40 gram zuurstof nodig. 5 : Je weet nu hoe je kunt uitrekenen in welke verhouding stoffen met elkaar reageren. Op een vergelijkbare manier kun je ook de hoeveelheid stof uitrekenen die gevormd wordt. afbeelding 19 Aluminium wordt gebruikt om lichte fietsen te maken. Berekening hoeveelheid gevormde stof : Als je stroom door gesmolten aluminiumoxide leidt, krijg je vloeibaar aluminium en zuurstof. Het reactieschema en de bijbehorende reactievergelijking van de elektrolyse van aluminiumoxide is: aluminiumoxide(l) g aluminium(l) + zuurstof :

21 4 Massa's en massaverhoudingen De reactievergelijking is: 2 Al 2 O 3 (l) g 4 Al(l) + 3 O 2 De molecuulmassa van Al 2 O 3 is: 54,0 u (2 27,0 u) + 48,0 u (3 16,0 u) = 102,0 u De atoommassa van Al = 27,0 u De molecuulmassa van O 2 = 2 16,0 u = 32,0 u Als je de totale massa van de deeltjes onder de reactievergelijking noteert, krijg je: 2 Al 2 O 3 (l) g 4 Al(l) + 3 O ,0 u g 4 27,0 u ,0 u 204,0 u g 108,0 u + 96,0 u Uit 204 gram aluminiumoxide kun je dus 108 gram aluminium en 96 gram zuurstof maken. De verhouding is vast en die noem je massaverhouding. De massaverhouding van deze reactievergelijking geeft de verhouding van de massa s van de stoffen die bij de reactie betrokken zijn. De massa van de beginstof aluminiumoxide is 204,0 gram. De totale massa van de reactieproducten aluminium en zuurstof is ook 204,0 gram. Wanneer je de massa van de beginstoffen bij elkaar optelt en je doet hetzelfde voor de reactieproducten, dan geldt: de totale massa van alle stoffen voor de reactie is gelijk aan de totale massa van alle stoffen na de reactie. Dit noemen we de wet van behoud van massa (afbeelding 20). 0 2 aluminiumoxide aluminium + zuurstof afbeelding 20 de wet van behoud van massa De wet van behoud van massa geldt altijd en voor alle chemische reacties. De opsteller van deze wet was de Fransman Lavoisier. Daarom wordt de wet van behoud van massa ook wel de wet van Lavoisier genoemd. Voorbeeld 2 Uit aluminiumoxide kan door elektrolyse aluminium gewonnen worden. Bereken hoeveel kg aluminium uit 30,0 kg aluminiumoxide gewonnen kan worden. Uitwerking 1 Stel eerst de reactievergelijking (RV) op: RV: 2 Al 2 O 3 (l) g 4 Al(l) + 3 O 2 2 Noteer onder de reactievergelijking de massaverhouding (MV): MV: 204,0 u g 108,0 u + 96,0 u 3 Vervang de massa-eenheid u door de massa-eenheid die in de vraag wordt genoemd. In dit rekenvoorbeeld vervang je de u dus door kg. MV: 204,0 kg g 108,0 kg + 96,0 kg 4 Plaats onder de massaverhouding de gegeven en de gevraagde stof (GG): GG: 30,0 kg g A kg 61

22 4 Massa's en massaverhoudingen 5 Bereken de massa van de gevraagde stof. Al 2 O 3 (l) Al(l) MV 204,0 kg 108,0 kg GG 30,0 kg A kg kruislings vermenigvuldigen: 204,0 A = 30,0 108,0 A = 30,0 108,0 204,0 = 15,9 kg Al(l) Let op! Hier is de hoeveelheid aluminium uitgerekend door kruislings te vermenigvuldigen. Je kunt ook de methode hiervoor (met de verhoudingstabel) gebruiken. Bij de uitwerking van de opgaven mag je zelf kiezen welke methode je het handigst vindt. In alle gevallen moet je de vijf hiervoor genoemde stappen doorlopen. Voorbeeld 3 Tijdens de elektrolyse van 10,0 g water ontstaat er waterstof en zuurstof (afbeelding 21). Bereken hoeveel gram waterstof er wordt gevormd. afbeelding 21 elektrolyse van water watermoleculen waterstofmoleculen zuurstofmoleculen Uitwerking RV: 2 H 2 O(l) g 2 H 2 + O 2 MV: 36,0 u g 4,0 u + 32,0 u 36,0 g g 4,0 g + 32,0 g GG: 10,0 g g A g H 2 O(l) H 2 MV 36,0 g 4,0 g GG 10,0 g A g 62

23 4 Massa's en massaverhoudingen kruislings vermenigvuldigen: A = 10,0 4,0 36,0 = 1,1 g H 2 BEROEPENORIËNTATIE Procesoperator, een afwisselend beroep! Bij chemische reacties reageren de stoffen in een vaste verhouding met elkaar. In een chemische fabriek is het dus van belang dat de stoffen in de juiste hoeveelheden gedoseerd worden. Dat is een van de taken waar je als procesoperator verantwoordelijk voor bent. Daarnaast verhelp je storingen en zorg je ervoor dat de apparatuur op de juiste manier is afgesteld. Hierdoor zorg je voor de juiste producten met de vereiste kwaliteit. De situatie in een chemisch proces kan van uur tot uur verschillen. Iedere keer opnieuw zorg je er als procesoperator voor dat het proces blijft lopen. Wanneer je werkt als procesoperator is geen dag hetzelfde: het is een afwisselend en boeiend beroep. afbeelding 22 De procesoperator zorgt voor de juiste producten met een goede kwaliteit. WB MAAK NU DE OPGAVEN IN JE WERKBOEK. afbeelding 23 auto op houtgas Plus Houtvergassen Bij het ontleden van hout ontstaan brandbare gassen. Op deze gassen kun je een auto laten rijden. In de Tweede Wereldoorlog gebeurde dat heel vaak, omdat er een gebrek aan benzine was. Er is nu voldoende benzine, dus er rijden niet veel auto s rond met een houtvergasser. Daarnaast is de installatie om hout te vergassen nogal opvallend. Niet iedereen wil gezien worden in zo een opvallende auto (afbeelding 23). De brandbare gassen kun je echter ook gebruiken in de centrale verwarming. De cv-ketel wordt dan niet meer gestookt met aardgas, maar met gas afkomstig uit een houtvergassingsinstallatie. De belangstelling voor houtvergassingsinstallaties neemt toe, omdat de aardgasprijs maar blijft stijgen. 63

Het smelten van tin is géén reactie.

Het smelten van tin is géén reactie. 3 Reacties Reacties herkennen (3.1 en 3.2 ) Een chemische reactie is een gebeurtenis waarbij stoffen verdwijnen en nieuwe stoffen ontstaan. Bij een reactie verdwijnen de beginstoffen. Er ontstaan nieuwe

Nadere informatie

Samenvatting Chemie Overal 3 havo

Samenvatting Chemie Overal 3 havo Samenvatting Chemie Overal 3 havo Hoofdstuk 3: Reacties 3.1 Energie Energievoorziening Fossiele brandstoffen zijn nog steeds belangrijk voor onze energievoorziening. We zijn druk op zoek naar duurzame

Nadere informatie

Hoofdstuk 4. Chemische reacties. J.A.W. Faes (2019)

Hoofdstuk 4. Chemische reacties. J.A.W. Faes (2019) Hoofdstuk 4 Chemische reacties J.A.W. Faes (2019) Hoofdstuk 4 Chemische reacties Paragrafen 4.1 Kenmerken van een reactie 4.2 Reactievergelijkingen 4.3 Rekenen aan reacties Practica Exp. 1 Waarnemen Exp.

Nadere informatie

Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 2 stoffen en reacties

Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 2 stoffen en reacties Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 2 stoffen en reacties Samenvatting door F. 1622 woorden 22 mei 2015 6,1 40 keer beoordeeld Vak Methode Scheikunde Nova Paragraaf 1 Gloeien, smelten en verdampen Als je

Nadere informatie

1) Stoffen, moleculen en atomen

1) Stoffen, moleculen en atomen Herhaling leerstof klas 3 1) Stoffen, moleculen en atomen Scheikundigen houden zich bezig met stoffen. Betekenissen van stof zijn onder andere: - Het materiaal waar kleding van gemaakt is; - Fijne vuildeeltjes;

Nadere informatie

Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 2

Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 2 Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 2 Samenvatting door Immanuel 2683 woorden 19 december 2017 4,9 10 keer beoordeeld Vak Methode Scheikunde Nova 1 Ontledings- en synthesereacties Een ontledingsreactie is

Nadere informatie

5-1 Moleculen en atomen

5-1 Moleculen en atomen 5-1 Moleculen en atomen Vraag 1. Uit hoeveel soorten moleculen bestaat een zuivere stof? Vraag 2. Wat is een molecuul? Vraag 3. Wat is een atoom? Vraag 4. Van welke heb je er het meeste: moleculen of atomen?

Nadere informatie

Samenvatting 3.1, 3.2 en 3.3 (2)

Samenvatting 3.1, 3.2 en 3.3 (2) Samenvatting 3.1, 3.2 en 3.3 (1) Kenmerkend voor het optreden van een chemische reactie is dat de stofeigenschappen veranderen. Als stofeigenschappen veranderen, dan zijn er dus nieuwe ontstaan.. Deze

Nadere informatie

Samenvatting NaSk Hoofdstuk 6 en 8

Samenvatting NaSk Hoofdstuk 6 en 8 Samenvatting NaSk Hoofdstuk 6 en 8 Samenvatting door een scholier 2783 woorden 10 april 2007 5,9 108 keer beoordeeld Vak Methode NaSk Banas Natuur- scheikunde Hoofdstuk 6 Uittreksel 6.3A Stoffen verhitten

Nadere informatie

Module 8 Chemisch Rekenen aan reacties

Module 8 Chemisch Rekenen aan reacties 1 Inleiding In deze module ga je leren hoe je allerlei rekenwerk kunt uitvoeren aan chemische reacties. Dat is van belang omdat in veel bedrijven wordt gerekend aan reacties onder andere om te bepalen

Nadere informatie

5 Formules en reactievergelijkingen

5 Formules en reactievergelijkingen 5 Formules en reactievergelijkingen Stoffen bestaan uit moleculen en moleculen uit atomen (5.1) Stoffen bestaan uit moleculen. Een zuivere stof bestaat uit één soort moleculen. Een molecuul is een groepje

Nadere informatie

3.1 Energie. 3.2 Kenmerken chemische reactie

3.1 Energie. 3.2 Kenmerken chemische reactie 3.1 Energie Wat is energie? Energie voorziening Fossiele brandstof verbranden Co2 komt vrij slecht voor het broeikaseffect Windmolen park Zonnepanelen Energie is iets wat nodig is voor een verbrandingsreactie

Nadere informatie

Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 1 + 2

Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 1 + 2 Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 1 + 2 Samenvatting door K. 1077 woorden 22 maart 2016 6,1 9 keer beoordeeld Vak Scheikunde Impact 3 vwo Scheikunde hoofdstuk 1 + 2 Paragraaf 1: Stoffen bijv. Glas en hout,

Nadere informatie

Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 3

Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 3 Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 3 Samenvatting door K. 1467 woorden 5 maart 2016 5,5 2 keer beoordeeld Vak Scheikunde Scheikunde Samenvatting H3 3V 3.1 Energie Fossiele brandstoffen -> nu nog er afhankelijk

Nadere informatie

6.9. Boekverslag door G woorden 13 december keer beoordeeld. Scheikunde

6.9. Boekverslag door G woorden 13 december keer beoordeeld. Scheikunde Boekverslag door G. 1415 woorden 13 december 2016 6.9 13 keer beoordeeld Vak Scheikunde Scheikunde H2: Chemische Reacties 1. Ontledings- en scheidingsreacties (begrippen komen op het einde) Wat zijn de

Nadere informatie

Hoofdstuk 5. Reacties en energie. J.A.W. Faes (2019)

Hoofdstuk 5. Reacties en energie. J.A.W. Faes (2019) Hoofdstuk 5 Reacties en energie J.A.W. Faes (2019) Hoofdstuk 5 Reacties en energie Paragrafen 5.1 Verbranding 5.2 Ontleding van stoffen 5.3 Overmaat en ondermaat 5.4 Energie en reactiesnelheid Practica

Nadere informatie

Database scheikunde havo- vwo

Database scheikunde havo- vwo Auteur Laatst gewijzigd Licentie Webadres Ralph Meulendijks 26 April 2016 CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie http://maken.wikiwijs.nl/67127 Dit lesmateriaal is gemaakt met Wikiwijs Maken van Kennisnet.

Nadere informatie

3.1. 1. In een reactieschema staan de beginstoffen en de reactieproducten van een chemische reactie.

3.1. 1. In een reactieschema staan de beginstoffen en de reactieproducten van een chemische reactie. 3.1 1. In een reactieschema staan de beginstoffen en de reactieproducten van een chemische reactie. 2. De pijl in een reactieschema (bijvoorbeeld: A + B C) betekent: - A en B reageren tot C of - Er vindt

Nadere informatie

Onderwerp: Onderzoek doen Kerndoel(en): 28 Leerdoel(en): - Onderzoek doen aan de hand van onderzoeksvragen - Uitkomsten van onderzoek presenteren.

Onderwerp: Onderzoek doen Kerndoel(en): 28 Leerdoel(en): - Onderzoek doen aan de hand van onderzoeksvragen - Uitkomsten van onderzoek presenteren. Vak: Scheikunde Leerjaar: Kerndoel(en): 28 De leerling leert vragen over onderwerpen uit het brede leergebied om te zetten in onderzoeksvragen, een dergelijk onderzoek over een natuurwetenschappelijk onderwerp

Nadere informatie

1 De bouw van stoffen

1 De bouw van stoffen Inhoud 1 De bouw van stoffen 1 eigenschappen van stoffen 13 Mengsels en zuivere stoffen 13 D Oplossingen 15 Zuivere stoffen herkennen 15 Scheiding van mengsels 17 2 de opbouw van de materie 19 Moleculen

Nadere informatie

Samenvatting Scheikunde H3 Reacties

Samenvatting Scheikunde H3 Reacties Samenvatting Scheikunde H3 Reacties Samenvatting door L. 710 woorden 7 december 2016 6,8 24 keer beoordeeld Vak Methode Scheikunde Chemie overal Scheikunde Hoofdstuk 3: Reacties 3.2 Kenmerken van een chemische

Nadere informatie

Aardolie is een zwart, stroperig mengsel van heel veel stoffen, wat door middel van een bepaalde scheidingsmethode in zeven fracties gescheiden wordt.

Aardolie is een zwart, stroperig mengsel van heel veel stoffen, wat door middel van een bepaalde scheidingsmethode in zeven fracties gescheiden wordt. Meerkeuzevragen Naast koolstofdioxide en waterdamp komen bij verbranding van steenkool nog flinke hoeveelheden schadelijke stoffen vrij. Dit komt doordat steenkool ook zwavel- en stikstofatomen bevat,

Nadere informatie

14 DE ATOOMTHEORIE VAN DALTON PROCESTECHNIEK

14 DE ATOOMTHEORIE VAN DALTON PROCESTECHNIEK PROCESTECHNIEK Wat leer je? uitleggen wat een reactieschema is; reactieschema's in woorden en symbolen opstellen; de kenmerken van de atoomtheorie van Dalton noemen; moleculen en atomen tekenen; scheikundige

Nadere informatie

H7 werken met stoffen

H7 werken met stoffen H7 werken met stoffen Stofeigenschappen Faseovergangen Veilig werken met stoffen Chemische reacties Stoffen Zuivere stoffen mengsels legeringen één soort moleculen opgebouwd uit een aantal verschillende

Nadere informatie

Oefenvragen Hoofdstuk 5 Reacties en energie antwoorden. Vraag 1 Geef bij iedere blusmethode aan, welk onderdeel van de branddriehoek wordt weggenomen.

Oefenvragen Hoofdstuk 5 Reacties en energie antwoorden. Vraag 1 Geef bij iedere blusmethode aan, welk onderdeel van de branddriehoek wordt weggenomen. Oefenvragen Hoofdstuk 5 Reacties en energie antwoorden Vraag 1 Geef bij iedere blusmethode aan, welk onderdeel van de branddriehoek wordt weggenomen. I. Een houtvuurtje wordt geblust met water. Het vuur

Nadere informatie

Een ei wordt tijdens het bakken verhit. Er moet constant warmte toegevoegd worden, deze reactie is daarom endotherm.

Een ei wordt tijdens het bakken verhit. Er moet constant warmte toegevoegd worden, deze reactie is daarom endotherm. 8.1 1. Tijdens de verbranding van a. aluminium ontstaat er aluminiumoxide, b. koolstof ontstaat er koolstofdioxide, c. magnesiumsulfide ontstaan er magnesiumoxide en zwaveldioxide, want de beginstof bevat

Nadere informatie

Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 1 + 2

Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 1 + 2 Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 1 + 2 Samenvatting door J. 1535 woorden 7 maart 2015 6,9 8 keer beoordeeld Vak Methode Scheikunde Chemie overal Hoofdstuk 1 scheiden en reageren 1.2 zuivere stoffen en

Nadere informatie

Uitwerkingen. T2: Verbranden en Ontleden, De snelheid van een reactie en Verbindingen en elementen

Uitwerkingen. T2: Verbranden en Ontleden, De snelheid van een reactie en Verbindingen en elementen Uitwerkingen T2: Verbranden en Ontleden, De snelheid van een reactie en Verbindingen en elementen 2008 Voorbeeld toets dinsdag 29 februari 60 minuten NASK 2, 2(3) VMBO-TGK, DEEL B. H5: VERBRANDEN EN ONTLEDEN

Nadere informatie

SCHEIKUNDE KLAS 3 REACTIES SKILL TREE

SCHEIKUNDE KLAS 3 REACTIES SKILL TREE SKILL TREE MOLEUULFORMULES Een molecuulformule geeft precies aan welke atoomsoorten en hoe vaak deze atoomsoorten in een molecuul voorkomen. Hiervoor wordt gebruik gemaakt van indexen. Deze indexen staan

Nadere informatie

Oefen opgaven rekenen 4 HAVO bladzijde 1

Oefen opgaven rekenen 4 HAVO bladzijde 1 Oefen opgaven rekenen 4 HAVO bladzijde 1 Opgave 1 uitrekenen en afronden Bij +/- rond je af op het kleinste aantal DECIMALEN, bij x/ rond je af op het kleinste aantal SIGNIFICANTE CIJFERS. Bij gecombineerde

Nadere informatie

Samenvatting Scheikunde Scheikunde Chemie overal H1 3 vwo

Samenvatting Scheikunde Scheikunde Chemie overal H1 3 vwo Samenvatting Scheikunde Scheikunde Chemie overal H1 3 vwo Samenvatting door een scholier 1193 woorden 30 oktober 2012 5,8 23 keer beoordeeld Vak Methode Scheikunde Chemie overal Samenvatting Scheikunde

Nadere informatie

6.5. Boekverslag door A woorden 10 januari keer beoordeeld. Scheikunde. Hoofdstuk 2: Stoffen en reacties

6.5. Boekverslag door A woorden 10 januari keer beoordeeld. Scheikunde. Hoofdstuk 2: Stoffen en reacties Boekverslag door A. 2258 woorden 10 januari 2011 6.5 249 keer beoordeeld Vak Methode Scheikunde Nova Hoofdstuk 2: Stoffen en reacties 2.1 Stoffen verhitten Gloeien, smelten en verdampen Als je platina

Nadere informatie

T2: Verbranden en Ontleden, De snelheid van een reactie en Verbindingen en elementen

T2: Verbranden en Ontleden, De snelheid van een reactie en Verbindingen en elementen T2: Verbranden en Ontleden, De snelheid van een reactie en Verbindingen en elementen 2008 Voorbeeld toets dinsdag 29 februari 60 minuten NASK 2, 2(3) VMBO-TGK, DEEL B. H5: VERBRANDEN EN ONTLEDEN 3(4) VMBO-TGK,

Nadere informatie

Oefenvragen Hoofdstuk 4 Chemische reacties antwoorden

Oefenvragen Hoofdstuk 4 Chemische reacties antwoorden Oefenvragen Hoofdstuk 4 Chemische reacties antwoorden Vraag 1 Geef juiste uitspraken over een chemische reactie. Kies uit: stofeigenschappen reactieproducten beginstoffen. I. Bij een chemische reactie

Nadere informatie

Eindexamen scheikunde havo 2001-II

Eindexamen scheikunde havo 2001-II Eindexamen scheikunde havo 00-II 4 Antwoordmodel Energievoorziening in de ruimte et (uiteenvallen van de Pu-38 atomen) levert energie dus het is een exotherm proces. er komt energie vrij aantal protonen:

Nadere informatie

Reactievergelijkingen

Reactievergelijkingen Auteur Laatst gewijzigd Licentie Webadres Emiel D 23 maart 2016 CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie https://maken.wikiwijs.nl/60504 Dit lesmateriaal is gemaakt met Wikiwijs Maken van Kennisnet. Wikiwijs

Nadere informatie

4 Verbranding. Bij gele vlammen ontstaat roet (4.1)

4 Verbranding. Bij gele vlammen ontstaat roet (4.1) 4 Verbranding Verbrandingsverschijnselen (4.1) Bij een verbranding treden altijd een of meer van de volgende verschijnselen op: rookontwikkeling, roetontwikkeling, warmteontwikkeling, vlammen, vonken.

Nadere informatie

Methode: Chemie. Verslag van de proeven opdracht 6, 19, 45, 70 van Hoofdstuk 3, Chemische reacties

Methode: Chemie. Verslag van de proeven opdracht 6, 19, 45, 70 van Hoofdstuk 3, Chemische reacties Proef door een scholier 1870 woorden 20 december 2005 5 23 keer beoordeeld Vak Scheikunde Methode: Chemie. Verslag van de proeven opdracht 6, 19, 45, 70 van Hoofdstuk 3, Chemische reacties Calcium (Ca)

Nadere informatie

Eindexamen scheikunde havo 2006-II

Eindexamen scheikunde havo 2006-II 4 Beoordelingsmodel Element 115 1 Calcium heeft atoomnummer 20 en americium heeft atoomnummer 95. Dus samen hebben ze 115 protonen. calcium heeft atoomnummer 20 en americium heeft atoomnummer 95 1 2 Een

Nadere informatie

7.1 Het deeltjesmodel

7.1 Het deeltjesmodel Samenvatting door Mira 1711 woorden 24 juni 2017 10 3 keer beoordeeld Vak NaSk 7.1 Het deeltjesmodel Een model van een stof Elke stof heeft zijn eigen soort moleculen. Aangezien je niet kunt zien hoe een

Nadere informatie

VMBO-GT DEEL WERKBOEK. nask 2

VMBO-GT DEEL WERKBOEK. nask 2 4 VMBO-GT WERKBOEK DEEL A nask 2 Inhoudsopgave 1 2 Stoffen en deeltjes 1 De indeling van stoffen 6 2 Het periodiek systeem 11 3 Het atoommodel 14 4 Ontleedbare stoffen: enkelvoudige ionen 16 5 Ontleedbare

Nadere informatie

Samenvatting Scheikunde Samenvatting hoofdstuk 2, Nova Scheikunde klas 3

Samenvatting Scheikunde Samenvatting hoofdstuk 2, Nova Scheikunde klas 3 Samenvatting Scheikunde Samenvatting hoofdstuk 2, Nova Scheikunde klas 3 Samenvatting door een scholier 1298 woorden 14 januari 2019 0 keer beoordeeld Vak Methode Scheikunde Nova Paragraaf 1 Ontledingsreactie:

Nadere informatie

Datum Voorzitter Secretaris Klusser

Datum Voorzitter Secretaris Klusser Datum Voorzitter Secretaris Klusser Elaborate Aan de slag 4: Het winnen van koper uit malachiet teamopdracht Inleiding De bereiding van koper uit malachiet gaat in verschillende stappen: Stap 1: het maken

Nadere informatie

Samenvatting NaSk Hoofdstuk 6: Stoffen en Moleculen

Samenvatting NaSk Hoofdstuk 6: Stoffen en Moleculen Samenvatting NaSk Hoofdstuk 6: Stoffen en Mol Samenvatting door een scholier 1296 woorden 9 november 2017 7,6 34 keer beoordeeld Vak Methode NaSk Natuur/scheikunde overal Paragraaf 6.1: stoffen herkennen

Nadere informatie

Hoofdstuk 3-5. Reacties. Klas

Hoofdstuk 3-5. Reacties. Klas Hoofdstuk 3-5 Reacties Klas 3 MOLECUULFORMULES OPDRACHT 1: MOLECUULFORMULES LEVEL 1 A H 2O C 2H 6 C C 2H 6O D CO 2 E F C 4H 8O CHN OPDRACHT 2: MOLECUULFORMULES LEVEL 1 A HNO C 3H 6O C C 2H 2 D C 6H 5NO

Nadere informatie

Water is een heel bekend begrip. De bekende molecuul formule voor water is uiteraard H2O, de stof heeft

Water is een heel bekend begrip. De bekende molecuul formule voor water is uiteraard H2O, de stof heeft Werkstuk door een scholier 996 woorden 14 mei 2003 5 152 keer beoordeeld Vak Scheikunde Inhoudsopgave Wat is waterstof? Wat is water? Wat is filtreren? Wat is destilleren? Drie fasen van water. Wat is

Nadere informatie

Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 1, Mengen, scheiden en reageren

Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 1, Mengen, scheiden en reageren Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 1, Mengen, scheiden en reageren Samenvatting door een scholier 1414 woorden 20 april 2005 6,5 200 keer beoordeeld Vak Methode Scheikunde Curie Scheikunde hoofdstuk 1.

Nadere informatie

Scheikunde Samenvatting H4+H5

Scheikunde Samenvatting H4+H5 Scheikunde Samenvatting H4+H5 Hoofdstuk 4 4.2 Stoffen worden ingedeeld op grond van hun eigenschappen. Er zijn niet-ontleedbare stoffen en ontleedbare stoffen. De niet-ontleedbare stoffen zijn verdeeld

Nadere informatie

Natuurlijk heb je nu nog géén massa s berekend. Maar dat kan altijd later nog. En dan kun je mooi kiezen, van welke stoffen je de massa wil berekenen.

Natuurlijk heb je nu nog géén massa s berekend. Maar dat kan altijd later nog. En dan kun je mooi kiezen, van welke stoffen je de massa wil berekenen. Hoofdstuk 17: Rekenen in molverhoudingen 17.1 Rekenen aan reacties: een terugblik én een alternatief In hoofdstuk 11 hebben we gerekend aan reacties. Het achterliggende idee was vaak, dat je bij een reactie

Nadere informatie

Hoofdstuk 1. Scheikunde is overal. J.A.W. Faes (2019)

Hoofdstuk 1. Scheikunde is overal. J.A.W. Faes (2019) Hoofdstuk 1 Scheikunde is overal J.A.W. Faes (2019) Hoofdstuk 1 Scheikunde is overal Paragrafen 1.1 Stofeigenschappen 1.2 Veiligheid 1.3 Faseveranderingen Practica Experiment 1 Hoe werkt de gasbrander?

Nadere informatie

SCHEIKUNDE KLAS 3 REACTIES SKILL TREE

SCHEIKUNDE KLAS 3 REACTIES SKILL TREE SKILL TREE MOLECUULFORMULES OPDRACHT 1: MOLECUULFORMULES LEVEL 1 A H 2 O C 2 H 6 C C 2 H 6 O D CO 2 E F C 4 H 8 O CHN OPDRACHT 2: MOLECUULFORMULES LEVEL 1 A HNO C 3 H 6 O C C 2 H 2 D C 6 H 5 NO E C 5 H

Nadere informatie

Samenvatting Scheikunde Hfst. 6 Chemie en schoonmaken

Samenvatting Scheikunde Hfst. 6 Chemie en schoonmaken Samenvatting Scheikunde Hfst. 6 Chemie en sch Samenvatting door een scholier 2120 woorden 23 november 2010 4,5 9 keer beoordeeld Vak Scheikunde Natuurkunde hoofdstuk 6: Chemie en sch 6.1 Elementen Indelen

Nadere informatie

Rekenen aan reacties (de mol)

Rekenen aan reacties (de mol) Rekenen aan reacties (de mol) 1. Reactievergelijkingen oefenen: Scheikunde Deze opgaven zijn bedoeld voor diegenen die moeite hebben met rekenen aan reacties 1. Reactievergelijkingen http://www.nassau-sg.nl/scheikunde/tutorials/deeltjes/deeltjes.html

Nadere informatie

Eindexamen scheikunde havo 2011 - I

Eindexamen scheikunde havo 2011 - I Beoordelingsmodel Uraanerts 1 maximumscore 2 aantal protonen: 92 aantal elektronen: 88 aantal protonen: 92 1 aantal elektronen: aantal protonen verminderd met 4 1 2 maximumscore 2 Voorbeelden van een juist

Nadere informatie

SCHEIKUNDE. Hoofdstuk 9

SCHEIKUNDE. Hoofdstuk 9 SCHEIKUNDE Hoofdstuk 9 Par. 1 Elke chemische reactie heeft een energie-effect. De chemische energie voor én na de reactie is niet gelijk. Als de reactie warmer wordt is de chemische energie omgezet in

Nadere informatie

Paragraaf 1: Fossiele brandstoffen

Paragraaf 1: Fossiele brandstoffen Scheikunde Hoofdstuk 2 Samenvatting Paragraaf 1: Fossiele brandstoffen Fossiele brandstof Koolwaterstof Onvolledige verbranding Broeikaseffect Brandstof ontstaan door het afsterven van levende organismen,

Nadere informatie

PROEFVERSIE HOCUS POCUS... BOEM DE CHEMISCHE REACTIE. WEZO4_1u_ChemischeReacties.indd 3

PROEFVERSIE HOCUS POCUS... BOEM DE CHEMISCHE REACTIE. WEZO4_1u_ChemischeReacties.indd 3 HOCUS POCUS... BOEM VERSIE PR O EF DE CHEMISCHE REACTIE WEZO4_1u_ChemischeReacties.indd 3 14/04/16 20:53 HOOFDSTUK 1 CHEMISCHE REACTIES EN FYSISCHE VERSCHIJNSELEN 1.1 Chemische reactie en fysisch verschijnsel

Nadere informatie

Chemie 4: Atoommodellen

Chemie 4: Atoommodellen Chemie 4: Atoommodellen Van de oude Grieken tot het kwantummodel Het woord atoom komt va, het Griekse woord atomos dat ondeelbaar betekent. Voor de Griekse geleerde Democritos die leefde in het jaar 400

Nadere informatie

Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 1 en 2

Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 1 en 2 Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 1 en 2 Samenvatting door een scholier 918 woorden 13 januari 2005 6,3 193 keer beoordeeld Vak Methode Scheikunde Chemie overal Hoofdstuk 1 1.2: De bouw van een atoom.

Nadere informatie

De meeste verbrandingsproducten zie en ruik je niet. Maar je kunt ze wel aantonen met een zogeheten reagens.

De meeste verbrandingsproducten zie en ruik je niet. Maar je kunt ze wel aantonen met een zogeheten reagens. Meerkeuzevragen Naast koolstofdioxide en waterdamp komen bij verbranding van steenkool nog flinke hoeveelheden schadelijke stoffen vrij. Dit komt doordat steenkool ook zwavel- en stikstofatomen bevat,

Nadere informatie

Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 1 + 2

Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 1 + 2 Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 1 + 2 Samenvatting door T. 1440 woorden 1 oktober 2014 4,7 4 keer beoordeeld Vak Scheikunde Hoofdstuk 1 1.2 Zuivere stoffen en mengsels Er bestaan tientallen miljoenen

Nadere informatie

Reacties met koper 4.1 (1)

Reacties met koper 4.1 (1) Hoofdstuk 4: ELEMENTEN Onderwerpen: Kringloopschema van koper ( ( 4.1) Kleinste deeltjes van de materie (moleculen en atomen) ( ( 4.2) Reactieschema in symbolen ( ( 4.3) Massaverhouding bij reacties (

Nadere informatie

Dit examen bestaat voor iedere kandidaat uit 20 vragen

Dit examen bestaat voor iedere kandidaat uit 20 vragen MV0-3 EXMEN MELR LGEMEEN VOORTGEZET ONERWJS N 1982 MV0-3 onderdag 6 mei, 9.00-11.00 uur NTUUR- EN SHEKUNE (Scheikunde) MEERKEUZETOETS it examen bestaat voor iedere kandidaat uit 20 vragen ij het examen

Nadere informatie

4. Van twee stoffen is hieronder de structuurformule weergegeven.

4. Van twee stoffen is hieronder de structuurformule weergegeven. MAVO Herexamen 1976 1. Beantwoord de volgende vragen over het element calcium. a. Hoeveel protonen bevat een atoom van dit element? Licht het antwoord toe. b. Hoe zijn de elektronen over de schillen verdeeld?

Nadere informatie

4 Nieuwe stoffen maken

4 Nieuwe stoffen maken 4 Nieuwe stoffen maken 5 1 Stoffen veranderen Leerstof 1 Bij een chemische reactie treedt er een verandering op. a Schrijf op welke verandering er optreedt bij een chemische reactie. De beginstoffen verdwijnen

Nadere informatie

Samenvatting Scheikunde H3 Door: Immanuel Bendahan

Samenvatting Scheikunde H3 Door: Immanuel Bendahan Samenvatting Scheikunde H3 Door: Immanuel Bendahan Inhoudsopgave 1 Atoommodel... 1 Moleculen... 1 De ontwikkeling van het atoommodel... 1 Atoommodel van Bohr... 2 Indicatoren van atomen... 3 2 Periodiek

Nadere informatie

Examen scheikunde HAVO tijdvak uitwerkingen

Examen scheikunde HAVO tijdvak uitwerkingen Examen scheikunde HAV tijdvak 2 2018 uitwerkingen Bodem bedekken 1p 1 fotosynthese/koolzuurassimilatie 2 25,0 kg 3 Aantal m 3 polymelkzuur in 1,00 m 3 bolletjes = 3 3 1,24 10 kg/m 2,016 10 2 m 3 4 Volume

Nadere informatie

Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 1, 2, 3

Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 1, 2, 3 Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 1, 2, 3 4 Samenvatting door Syb 1176 woorden 4 keer beoordeeld 4 maart 2018 Vak Scheikunde Methode Chemie overal Scheikunde H1/H2/H3 Samenvatting PARAGRAAF 1.1 Een stof

Nadere informatie

SCHEIKUNDE VWO 4 MOLBEREKENINGEN ANTW.

SCHEIKUNDE VWO 4 MOLBEREKENINGEN ANTW. OPGAVE 1 LEVEL 1 Uit de opgave haal je dat koper en zuurstof links van de pijl moeten staan en koper(ii)oxide rechts van de pijl. Daarna maak je de reactievergelijking kloppend. 2 Cu + O 2 à 2 CuO Filmpje

Nadere informatie

ßCalciumChloride oplossing

ßCalciumChloride oplossing Samenvatting door R. 1673 woorden 17 februari 2013 8 1 keer beoordeeld Vak Methode Scheikunde Pulsar chemie Additiereactie Bij een reactie tussen hexeen en broom springt de C=C binding open. Aan het molecuul

Nadere informatie

Samenvatting scheikunde hoofdstuk 1 stoffen 1 tm 7 (hele hoofdstuk) + aantekeningen h3a 1.1 zwart goud (herhaling) Fossiele

Samenvatting scheikunde hoofdstuk 1 stoffen 1 tm 7 (hele hoofdstuk) + aantekeningen h3a 1.1 zwart goud (herhaling) Fossiele Samenvatting scheikunde hoofdstuk 1 stoffen 1 tm 7 (hele hoofdstuk) + aantekeningen h3a 1.1 zwart goud (herhaling) Fossiele Aardgas, aardolie en steenkool heten ook wel fossiele brandstoffen brandstoffen

Nadere informatie

Uitleg scheikunde per onderwerp gt

Uitleg scheikunde per onderwerp gt Auteur Laatst gewijzigd Licentie Webadres Ralph Meulendijks 06 December 2016 CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie http://maken.wikiwijs.nl/66702 Dit lesmateriaal is gemaakt met Wikiwijs Maken van

Nadere informatie

Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 3 & 5.

Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 3 & 5. Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 3 & 5. Samenvatting door een scholier 1765 woorden 28 juni 2011 6 104 keer beoordeeld Vak Methode Scheikunde Chemie overal 3.2 - Een chemische reactie kun je herkennen

Nadere informatie

Hoofdstuk 6: Moleculen en Atomen 6.1) (1) Moleculen ( ( 6.1) Atomen ( ( 6.2) Rekenen aan reacties ( ( 6.3) Molecuulformules ( (

Hoofdstuk 6: Moleculen en Atomen 6.1) (1) Moleculen ( ( 6.1) Atomen ( ( 6.2) Rekenen aan reacties ( ( 6.3) Molecuulformules ( ( oofdstuk 6: Moleculen en Atomen Onderwerpen: Moleculen ( ( 6.1) Atomen ( ( 6.2) Rekenen aan reacties ( ( 6.3) 6.4) Reactievergelijkingen ( ( 6.5) Moleculen ( ( 6.1) (1) Uitleggen hoe is afgeleid dat moleculen

Nadere informatie

Kleinschalige chloorproductie (ce)

Kleinschalige chloorproductie (ce) Kleinschalige chloorproductie (ce) Bij deze opgave horen drie bronnen. Bron 1: artikel uit 'C2W Life Science' van 31 mei 2008. Bron 2: Het kwikelektrolyseproces. In een schuine goot ligt op de bodem een

Nadere informatie

Rekenen aan reacties 2. Deze les. Zelfstudieopdrachten. Zelfstudieopdrachten voor volgende week. Zelfstudieopdrachten voor deze week 18-4-2016

Rekenen aan reacties 2. Deze les. Zelfstudieopdrachten. Zelfstudieopdrachten voor volgende week. Zelfstudieopdrachten voor deze week 18-4-2016 Rekenen aan reacties 2 Scheikunde Niveau 4 Jaar 1 Periode 3 Week 4 Deze les Rekenen aan reactievergelijkingen Samenvatting Vragen Huiswerk voor volgende week Bestuderen Lezen voor deze week Bestuderen

Nadere informatie

Een mengsel van lucht, hete verbrandingsgassen en kleine deeltjes vaste stof In rook zitten ook soms vonken

Een mengsel van lucht, hete verbrandingsgassen en kleine deeltjes vaste stof In rook zitten ook soms vonken Hoofdstuk 5 In vuur en vlam 5.1 Brand! Voorwaarden voor verbranding Ontbrandingstemperatuur De temperatuur waarbij een stof gaat branden De ontbrandingstemperatuur is ook een stofeigenschap. Er zijn drie

Nadere informatie

Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 1

Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 1 Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 1 Samenvatting door W. 1173 woorden 23 juni 2016 6,9 16 keer beoordeeld Vak Methode Scheikunde Nova Scheikunde Samenvatting H1 1 t/m 7 1 Atoombouw: Atoom: Opgebouwd uit

Nadere informatie

Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 1 + 2

Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 1 + 2 Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 1 + 2 Samenvatting door A. 4666 woorden 27 oktober 2014 6,3 6 keer beoordeeld Vak Methode Scheikunde Chemie overal 1-2 Zuivere stof -Een soort moleculen -Element: een

Nadere informatie

Toets HAVO 4 Chemie Hfdst. 2 Schatkamer aarde

Toets HAVO 4 Chemie Hfdst. 2 Schatkamer aarde Toets HAVO 4 Chemie Hfdst. 2 Schatkamer aarde Opgave 1 Op het etiket van een pot pindakaas staat als een van de ingrediënten magnesium genoemd. Scheikundig is dit niet juist. Pindakaas bevat geen magnesium

Nadere informatie

Scheidingsmethoden methode principe voorbeeld. destilleren verschil in kookpunt wijn whiskey. filtreren verschil in deeltjesgrootte koffie

Scheidingsmethoden methode principe voorbeeld. destilleren verschil in kookpunt wijn whiskey. filtreren verschil in deeltjesgrootte koffie 1.2 Twee of meer atoomsoorten samen vormen een molecuul : bouwsteen die bestaat uit twee of meer atomen Atoom : bouwsteen van een molecuul Stoffen Zuivere stoffen Elementen: stoffen waarvan de bouwstenen

Nadere informatie

4. In een bakje met natriumjodide-oplossing worden 2 loden elektroden gehangen. Deze twee elektroden worden aangesloten op een batterij.

4. In een bakje met natriumjodide-oplossing worden 2 loden elektroden gehangen. Deze twee elektroden worden aangesloten op een batterij. Test Scheikunde Havo 5 Periode 1 Geef voor de volgende redoxreacties de halfreacties: a Mg + S MgS b Na + Cl NaCl c Zn + O ZnO Geef de halfreacties en de reactievergelijking voor de volgende redoxreacties:

Nadere informatie

Dit examen bestaat voor iedere kandidaat uit 20 vragen

Dit examen bestaat voor iedere kandidaat uit 20 vragen MAVO-4 II EXAMEN MIDDELBAAR ALGEMEEN VOORTGEZET ONDERWIJS IN 1982 MAVO-4 Woensdag 15 juni, 9.00 11.00 NATUUR-EN SCHEIKUNDE II (Scheikunde) MEERKEUZETOETS Dit examen bestaat voor iedere kandidaat uit 20

Nadere informatie

Er is sprake van een zuivere stof als er slechts één stof is. Salmiak is dus een zuivere stof.

Er is sprake van een zuivere stof als er slechts één stof is. Salmiak is dus een zuivere stof. Boekverslag door D. 2309 woorden 17 juni 2010 6.3 52 keer beoordeeld Vak Methode Scheikunde Pulsar chemie 3 Drop en ander snoep 3.1 Reactie en reactieschema 1 Bij het mengen worden stoffen alleen maar

Nadere informatie

Ar(C) = 12,0 u / 1 u = 12,0 Voor berekeningen ronden we de atoommassa s meestal eerst af tot op 1 decimaal. Voorbeelden. H 1,0 u 1,0.

Ar(C) = 12,0 u / 1 u = 12,0 Voor berekeningen ronden we de atoommassa s meestal eerst af tot op 1 decimaal. Voorbeelden. H 1,0 u 1,0. 5. Chemisch rekenen 1. Atoommassa De SI-eenheid van massa is het kilogram (kg). De massa-eenheid die we voor atomen gebruiken is u (unit). 1 27 1 u 1,66 10 kg m 6 C-nuclide m(h) = 1,0 u m(o) = 16,0 u m(c)

Nadere informatie

7. Chemische reacties

7. Chemische reacties 7. Chemische reacties 1. Definitie Bij een chemische reactie verdwijnen één of meer stoffen en ontstaan één of meer nieuwe stoffen. De stoffen die verdwijnen noemen we de uitgangsstoffen of reagentia.

Nadere informatie

NATIONALE SCHEIKUNDEOLYMPIADE

NATIONALE SCHEIKUNDEOLYMPIADE NATINALE SHEIKUNDELYMPIADE RRETIEMDEL VRRNDE 1 (de week van) woensdag 4 februari 2009 Deze voorronde bestaat uit 24 meerkeuzevragen verdeeld over 5 onderwerpen en 3 open vragen met in totaal 13 deelvragen

Nadere informatie

Stoffen en materialen Samenvattingen Inhoud

Stoffen en materialen Samenvattingen Inhoud Stoffen en materialen Samenvattingen Je kunt bij een onderwerp komen door op de gewenste rubriek in de inhoud te klikken. Wil je vanuit een rubriek terug naar de inhoud, klik dan op de tekst van de rubriek

Nadere informatie

Stoffen en Reacties 2

Stoffen en Reacties 2 Stoffen en Reacties 2 Practicum Metalen Naam student 1. Naam student2..... Pagina 2 van 13 Inleiding Reageert metaal met zuurstof? Sinds de mensheid metalen kent worden ze voor allerlei toepassingen gebruikt

Nadere informatie

5 a de gele vlam wappert, is minder heet en geeft roet af b vlak boven de kern c met de gasregelknop d de brander is dan moeilijk aan te steken

5 a de gele vlam wappert, is minder heet en geeft roet af b vlak boven de kern c met de gasregelknop d de brander is dan moeilijk aan te steken 3HV Antwoorden samenvatting onderouw scheikunde 1.6 Scheidingsmethoden 1 a stofnaam voorwerp c voorwerp d stofnaam e voorwerp f stofnaam 2 a goed slecht c goed d slecht e slecht f matig (zuurstof) tot

Nadere informatie

EXAMEN MIDDELBAAR ALGEMEEN VOORTGEZET ONDERWIJS IN Dit examen bestaat voor iedere kandidaat uit 8 OPGAVEN

EXAMEN MIDDELBAAR ALGEMEEN VOORTGEZET ONDERWIJS IN Dit examen bestaat voor iedere kandidaat uit 8 OPGAVEN MAVO-4 I EXAMEN MIDDELBAAR ALGEMEEN VOORTGEZET ONDERWIJS IN 1973 MAVO-4 Woensdag 9 mei, 9.00 11.00 NATUUR-EN SCHEIKUNDE II (Scheikunde) OPEN VRAGEN Dit examen bestaat voor iedere kandidaat uit 8 OPGAVEN

Nadere informatie

Aluminium reageert met zuurstof tot aluminiumoxide. Geeft het reactieschema van deze reactie.

Aluminium reageert met zuurstof tot aluminiumoxide. Geeft het reactieschema van deze reactie. RECTIESCHEM S EINDS LEVEL 2 RECTIESCHEM S EINDS C LEVEL 2 luminium reageert met zuurstof tot aluminiumoxide. Geeft het reactieschema van deze reactie. IJzer reageert met zuurstof tot IJzer(III)oxide. Geef

Nadere informatie

Dit examen bestaat voor iedere kandidaat uit 20 vragen

Dit examen bestaat voor iedere kandidaat uit 20 vragen MAVO-4 II EXAMEN MIDDELBAAR ALGEMEEN VOORTGEZET ONDERWIJS IN 1983 MAVO-C Woensdag 15 juni, 9.00 11.00 NATUUR-EN SCHEIKUNDE II (Scheikunde) MEERKEUZETOETS Dit examen bestaat voor iedere kandidaat uit 20

Nadere informatie

H7+8 kort les.notebook June 05, 2018

H7+8 kort les.notebook June 05, 2018 H78 kort les.notebook June 05, 2018 Hoofdstuk 7 en Materie We gaan eens goed naar die stoffen kijken. We gaan steeds een niveau dieper. Stoffen bijv. limonade (mengsel) Hoofdstuk 8 Straling Moleculen water

Nadere informatie

Dit examen bestaat voor iedere kandidaat uit 20 vragen

Dit examen bestaat voor iedere kandidaat uit 20 vragen MAVO-4 II EXAMEN MIDDELBAAR ALGEMEEN VOORTGEZET ONDERWIJS IN 1983 MAVO-4 Woensdag 15 juni, 9.00 11.00 NATUUR-EN SCHEIKUNDE II (Scheikunde) MEERKEUZETOETS Dit examen bestaat voor iedere kandidaat uit 20

Nadere informatie

Bacteriën maken zwavel Vragen en opdrachten bij de poster

Bacteriën maken zwavel Vragen en opdrachten bij de poster Vragen en opdrachten bij de poster Bacteriën maken zwavel Vragen en opdrachten bij de poster 3 vwo Probleem: Zuur gas T1 Waterstofsulfide ontstaat bij de afbraak van zwavelhoudende organische stoffen.

Nadere informatie

Hoofdstuk 2: Kenmerken van reacties

Hoofdstuk 2: Kenmerken van reacties Hoofdstuk 2: Kenmerken van reacties Scheikunde VWO 2011/2012 www.lyceo.nl Onderwerpen Scheikunde 2011 20122012 Stoffen, structuur en binding Kenmerken van Reacties Zuren en base Redox Chemische technieken

Nadere informatie

2 Concentratie in oplossingen

2 Concentratie in oplossingen 2 Concentratie in oplossingen 2.1 Concentratiebegrippen gehalte Er zijn veel manieren om de samenstelling van een mengsel op te geven. De samenstelling van voedingsmiddelen staat op de verpakking vermeld.

Nadere informatie

3.7 Rekenen in de chemie extra oefening 4HAVO

3.7 Rekenen in de chemie extra oefening 4HAVO 3.7 Rekenen in de chemie extra oefening 4HAVO 3.7.1 Tellen met grote getallen In het dagelijks leven tellen we regelmatig het aantal van bepaalde voorwerpen. Vaak bepalen we dan hoeveel voorwerpen er precies

Nadere informatie

Rekenen aan reacties. Deze les. Zelfstudieopdrachten. Zelfstudieopdrachten voor volgende week. Zelfstudieopdrachten voor deze week

Rekenen aan reacties. Deze les. Zelfstudieopdrachten. Zelfstudieopdrachten voor volgende week. Zelfstudieopdrachten voor deze week Rekenen aan reacties Scheikunde iveau 4 Jaar 1 Periode 3 Week 3 Deze les Molair volume Reactievergelijkingen kloppend maken Samenvatting Vragen uiswerk voor volgende week Bestuderen oofdstuk 4: Chemische

Nadere informatie