SCHEIKUNDE KLAS 3 REACTIES SKILL TREE

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "SCHEIKUNDE KLAS 3 REACTIES SKILL TREE"

Transcriptie

1 SKILL TREE

2 MOLEUULFORMULES Een molecuulformule geeft precies aan welke atoomsoorten en hoe vaak deze atoomsoorten in een molecuul voorkomen. Hiervoor wordt gebruik gemaakt van indexen. Deze indexen staan rechtsonder de atoomsoort waar ze bij horen. Het getal geeft aan hoe vaak de atoomsoort in het molecuul voor komt. ls er geen getal na het symbool staat, dan hoort er eigenlijk een 1 te staan. Deze wordt echter altijd weggelaten. Filmpje: Molecuulformules OPDRHT 1: MOLEUULFORMULES LEVEL 1 D E F Geef de molecuulformule van een stof met twee waterstofatomen en een zuurstofatoom. Geef de molecuulformule van een stof met twee koolstofatomen en zes waterstofatomen. Geef de molecuulformule van een stof zes waterstofatomen, twee koolstofatomen en een zuurstofatoom. Geef de molecuulformule van een stof met een koolstofatoom en twee zuurstofatomen. Geef de molecuulformule van een stof met vier koolstofatomen, een zuurstofatoom en acht waterstofatomen. Geef de molecuulformule van een stof met een koolstofatoom, een waterstofatoom en een stikstofatoom. OPDRHT 2: MOLEUULFORMULES LEVEL 1 D E F Geef de molecuulformule van een stof met een stikstofatoom, een zuurstofatoom en een waterstofatoom. Geef de molecuulformule van een stof met drie koolstofatomen, een zuurstofatoom en zes waterstofatomen. Geef de molecuulformule van een stof met twee koolstofatomen en twee waterstofatomen. Geef de molecuulformule van een stof met een stikstofatoom, een zuurstofatoom, 6 koolstofatomen en vijf waterstofatomen. Geef de molecuulformule van een stof met vijf koolstofatomen, twee zuurstofatomen, twee zwavelatomen en acht waterstofatomen. Geef de molecuulformule van een stof met veertien waterstofatomen, acht koolstofatomen, vier stikstofatomen en een zuurstofatoom.

3 OPDRHT 3: MOLEUULFORMULES LEVEL 2 Geef van de onderstaande molecuulformules aan welke atoomsoorten erin voor komen en hoe vaak die atoomsoorten erin voor komen. : H 3 F : 6 H 12 O 6 : N 2 SO 2 D: 4 H 9 NO 2 OPDRHT 4: MOLEUULFORMULES LEVEL 3 Geef de molecuulformules van de onderstaande stoffen. : : H H H O N N H N S H H H H H H r H H 3 l F

4 RETIESHEM S OPDRHT 5: RETIESHEM S LEVEL 1 Geef het reactieschema van de volgende reacties: De reactie tussen jood en chloor tot joodtrichloride. De reactie tussen waterstof en zuurstof tot water. De reactie tussen natrium en chloor tot natriumchloride. OPDRHT 6: RETIESHEM S LEVEL 2 Geef het reactieschema van de volgende reacties: De ontleding van methaan tot waterstof en koolstof. De reactie tussen waterstofsulfide en zuurstof tot water en zwaveldioxide. De reactie tussen zink en zuurstof waarbij zinkoxide ontstaat. OPDRHT 7: RETIESHEM S LEVEL 3 Geef het reactieschema van de volgende reacties: De ontleding van trinitrotolueen tot koolstofdioxide, water, stikstof en koolstof. De reactie tussen aceton en zuurstof waarbij water en koolstofdioxide ontstaat. De reactie tussen ijzer en zuurstof tot ijzer(ii)oxide.

5 RETIEVERGELIJKINGEN KLOPPEND MKEN Een reactievergelijking geeft de verhouding waarin stoffen met elkaar reageren aan. Voor de moleculen worden in een reactievergelijking coëfficiënten gezet. Dit zijn getallen die aangeven in welke verhouding de moleculen met elkaar reageren. Hieronder staat een kloppende reactievergelijking. Geef links van de pijl het totale aantal atomen van elke atoomsoort aan. Doe dit ook voor de atoomsoorten rechts van de pijl. Filmpje: Van Tol s Duistere Fruitproducties Filmpje: Reactievergelijkingen 2 H 2 + O 2 2 H 2 O Heb je links en rechts van de pijl exact hetzelfde aantal atomen? Dit klopt! Zowel links als rechts van de pijl heb je vier waterstofatomen en twee zuurstofatomen. tomen kunnen niet verdwijnen, het enige dat ze kunnen is op een andere manier aan elkaar gaan zitten. Op het moment dat zoiets gebeurd spreken we dan ook van een chemische reactie. De covalente bindingen tussen de atomen worden verbroken en de atomen vormen nieuwe covalente bindingen met andere atomen, waardoor er nieuwe moleculen ontstaan. Soms lijkt het wel alsof atomen verdwijnen, maar het zou kunnen dat ze reageren tot stoffen in bijvoorbeeld gasfase. Die zie je vaak niet, maar ze zijn er natuurlijk wel. Denk maar aan bijvoorbeeld de verbranding van een kaars. De kaars lijkt te verdwijnen, maar reageert tot onder andere koolstofdioxide, een gas dat je niet kan zien. De atomen bestaan nog steeds, maar ze zitten door de reactie in andere moleculen. OPDRHT 8: MOLEUULVERHOUDING LEVEL 1 Hieronder staat een reactievergelijking. Stel er reageren 5 moleculen O 2. Hoeveel moleculen H 2 O ontstaan er dan? 2 H 2 + O 2 2 H 2 O Hieronder staat een reactievergelijking. Stel er reageren 12 moleculen H 2. Hoeveel moleculen N 2 reageren daar dan mee? 3 H 2 + N 2 2 NH 3 Hieronder staat een reactievergelijking. Stel er ontstaan 2000 atomen l. Hoeveel moleculen l 2 O 3 hebben er dan gereageerd? 2 l 2 O 3 4 l + 3 O 2 D Hieronder staat een reactievergelijking. Stel er reageren moleculen O 2. Hoeveel moleculen S 8 reageren daar dan mee? S O 2 8 SO 2

6 OPDRHT 9: KLOPPEND MKEN LEVEL 1 Neem de volgende reactievergelijkingen over en maak ze kloppend. 2 a +... O 2... ao... K +... O 2 2 K 2 O... Fe + 3 O 2... Fe 2 O 3 D... Pb +... O 2 2 PbO OPDRHT 10: KLOPPEND MKEN LEVEL 2 Neem de volgende reactievergelijkingen over en maak ze kloppend H l 2... Hl... Mg +... N 2... Mg 3 N 2... N H 2... NH 3 D... H 2 O 2... H 2 O +... O 2 OPDRHT 11: KLOPPEND MKEN LEVEL 2 Neem de volgende reactievergelijkingen over en maak ze kloppend P O 2... P 2 O 5... NaN 3... Na + N 2... O +... H 2... H 3 OH D... KlO 3... Kl + O 2 OPDRHT 12: KLOPPEND MKEN LEVEL 2 Neem de volgende reactievergelijkingen over en maak ze kloppend... 3 H O 2... O H 2 O... 6 H 12 O H 5 OH +... O 2 H 2 SO 4 + u u 2 SO 4 + H 2 D Fe(OH) 3 + Na NaOH + Fe

7 OPDRHT 13: KLOPPEND MKEN LEVEL 2 Neem de volgende reactievergelijkingen over en maak ze kloppend... NH O 2... NO +... H 2 O... SO H 2 O +... r 2... H 2 SO Hr... Hl + O 2 l H 2 O D H 2 SO 4 + Fe Fe 2 (SO 4 ) 3 + H 2 OPDRHT 14: KLOPPEND MKEN LEVEL 3 Neem de volgende reactievergelijkingen over en maak ze kloppend... l +... Fe 2 O 3 l 2 O 3 + Fe FeS + O 2 Fe 2 O 3 + SO 2 Fe(OH) 3 + H 2 H 2 O + Fe OPDRHT 15: KLOPPEND MKEN LEVEL 3 Neem de volgende reactievergelijkingen over en maak ze kloppend Pl 5 + H 2 O H 3 PO 4 + Hl s + NaOH Na 3 so 3 + H 2... Fe 2 O 3 + O Fe +... O 2 Op de volgende sites kun je extra oefenen met reactievergelijkingen kloppend maken. Schrijf je kloppende reactievergelijking ook op papier. De links staan ook onder het ScheikundeFritsfilmpje over reactievergelijkingen. (kies advanced)

8 RETIEVERGELIJKINGEN MET GROEPEN OPDRHT 16: R.V. MET GROEPEN LEVEL 1 Filmpje: Reactievergelijkingen met groepen Neem de volgende reactievergelijkingen over en maak ze kloppend NaOH + K 2 S KOH + Na 2 S ao 3 + u u 2 O 3 + a lpo 4 + u u 3 PO 4 + l OPDRHT 17: RETIEVERGELIJKINGEN MET GROEPEN LEVEL 2 Neem de volgende reactievergelijkingen over en maak ze kloppend H 2 SO 4 + Fe Fe 2 (SO 4 ) 3 + H 2 KOH + H 3 PO 4 K 3 PO 4 + H 2 O Fe 2 (O 3 ) 3 + Na Na 2 O 3 + Fe OPDRHT 18: RETIEVERGELIJKINGEN MET GROEPEN LEVEL 3 Neem de volgende reactievergelijkingen over en maak ze kloppend al 2 + Na 3 PO 4 a 3 P 2 O 8 + Nal Fe 2 (O 3 ) 3 + Pb 3 (PO 4 ) 4 FePO 4 + Pb(O 3 ) 2 Fe(OH) 3 + l 2 H 2 O 2 + Fel 3

9 VERRNDINGSRETIES Verbrandingsreacties zijn reacties waarbij een brandstof reageert met zuurstof. In de reactievergelijking zet je die twee stoffen dus neer als beginstoffen. De reactieproducten kan je of uit de tekst halen of zijn bij Filmpje: Verbrandingsreacties volledige verbranding te voorspellen. De onderstaande lijst geeft aan welke reactieproducten je kan verwachten (bij volledige verbranding) als de brandstof bepaalde atoomsoorten bevat. randstof bevat Product -atomen Koolstofdioxide (O 2 ) H-atomen Water (H 2 O) S-atomen Zwaveldioxide (SO 2 ) OPDRHT 19: VERRNDINGSRETIES LEVEL 1 Welke producten ontstaan bij de volledige verbranding van de volgende stoffen? S 2 D 2 H 6 O H 2 S 2 H 2 SO OPDRHT 20: VERRNDINGSRETIES LEVEL 1 Maak de volgende reactievergelijkingen kloppend:... S 2 + O 2 O 2 + SO H 6 + O 2 O 2 + H 2 O... 4 H 10 O + O 2 O 2 + H 2 O OPDRHT 21: VERRNDINGSRETIES LEVEL 2 Maak de volgende reactievergelijkingen van volledige verbrandingen compleet en kloppend:... 4 H 8 + O 2... H 2 S + O H 8 O + O 2

10 OPDRHT 22: VERRNDINGSRETIES LEVEL 3 Maak de volgende reactievergelijkingen van volledige verbrandingen compleet en kloppend:... 4 H 4 O... 4 H 10 3 H 6 S

11 RETIEVERGELIJKINGEN OPSTELLEN OPDRHT 23: RETIEVERGELIJKINGEN OPSTELLEN LEVEL 1 Geef van de volgende reacties het reactieschema en stel de reactievergelijking op. Houdt er rekening mee dat sommige reactie verbrandingen zijn en je daarbij zelf kan bepalen wat de reactieproducten zijn. Let daarnaast goed op dat sommige elementen uit meerdere atomen bestaan. De ontleding van natriumchloride (Nal) in natrium en chloor. De volledige verbranding van methaan (H 4 ). De volledige verbranding van koolstof. OPDRHT 24: RETIEVERGELIJKINGEN OPSTELLEN LEVEL 1 Geef van de volgende reacties het reactieschema en stel de reactievergelijking op. Houdt er rekening mee dat sommige reactie verbrandingen zijn en je daarbij zelf kan bepalen wat de reactieproducten zijn. Let daarnaast goed op dat sommige elementen uit meerdere atomen bestaan. De reactie tussen jood en chloor tot joodtrichloride (Il 3 ). De volledige verbranding van ethaan ( 2 H 6 ). De volledige verbranding van waterstof. OPDRHT 25: RETIEVERGELIJKINGEN OPSTELLEN LEVEL 2 Geef van de volgende reacties het reactieschema en stel de reactievergelijking op. Houdt er rekening mee dat sommige reactie verbrandingen zijn en je daarbij zelf kan bepalen wat de reactieproducten zijn. Let daarnaast goed op dat sommige elementen uit meerdere atomen bestaan. De reactie tussen waterstof en koolstofdioxide tot water en methaan (H 4 ). De volledige verbranding van dodecaan ( 12 H 26 ). De volledige verbranding van zwavel.

12 OPDRHT 26: RETIEVERGELIJKINGEN OPSTELLEN LEVEL 2 Geef van de volgende reacties het reactieschema en stel de reactievergelijking op. Houdt er rekening mee dat sommige reactie verbrandingen zijn en je daarbij zelf kan bepalen wat de reactieproducten zijn. Let daarnaast goed op dat sommige elementen uit meerdere atomen bestaan. De ontleding van aluminiumoxide (l 2 O 3 ) in aluminium en zuurstof. De volledige verbranding van octaan ( 8 H 18 ). De volledige verbranding van ethaanthiol ( 2 H 6 S). OPDRHT 27: RETIEVERGELIJKINGEN OPSTELLEN LEVEL 2 Geef van de volgende reacties het reactieschema en stel de reactievergelijking op. Houdt er rekening mee dat sommige reactie verbrandingen zijn en je daarbij zelf kan bepalen wat de reactieproducten zijn. Let daarnaast goed op dat sommige elementen uit meerdere atomen bestaan. De reactie tussen water en koolstof tot waterstof en koolstofmono-oxide (O). De volledige verbranding van hexaan ( 6 H 14 ). De volledige verbranding van koolstofdisulfide (S 2 ). OPDRHT 28: RETIEVERGELIJKINGEN OPSTELLEN LEVEL 3 Geef van de volgende reacties het reactieschema en stel de reactievergelijking op. De reactie tussen salpeterzuur (HNO 3 ) en ijzer tot ijzernitraat (Fe(NO 3 ) 3 ) en waterstof. De volledige verbranding van aceton ( 3 H 6 O). De volledige verbranding van 2,2-disulfanylethaan-1,1-diol ( 2 H 6 S 2 O 2 ). OPDRHT 29: RETIEVERGELIJKINGEN OPSTELLEN LEVEL 3 Geef van de volgende reacties het reactieschema en stel de reactievergelijking op. De reactie tussen zwavelzuur (H 2 SO 4 ) en alumunium tot aluminiumsulfaat (l 2 (SO 4 ) 3 ) en waterstof. De volledige verbranding van ethanol ( 2 H 5 OH). De volledige verbranding van 1-sulfanylpropaan-2-ol ( 3 H 8 SO).

13 EENHEDEN OPDRHT 30: EENHEDEN LEVEL 1 Reken de volgende eenheden om: D 3,0 g = kg 2,0 dm 3 = L 5,4 kg = g 7,2 ml = L OPDRHT 31: EENHEDEN LEVEL 2 Reken de volgende eenheden om: 2,0 mg = kg 2,0 cm 3 = L 8,2 kg = g D 9,1 ml = dm 3 OPDRHT 32: EENHEDEN LEVEL 3 Reken de volgende eenheden om: 4,0 g/l = kg/m 3 2,4 g/cm 3 = g/l 5,7 ton = g D 6,2 ml = m 3 Extra oefenen kan via:

14 WET VN LVOISIER De wet van Lavoisier heb je al leren kennen en staat ook bekend als de wet van behoud van massa. De wet stelt dat massa niet kan verdwijnen, het kan zich alleen verplaatsen. Dit betekent dat de totale massa van de stoffen die gereageerd hebben altijd gelijk is aan de totale massa van de producten. OPDRHT 33: LVOISIER LEVEL 2 Water ontstaat uit de reactie tussen waterstof en zuurstof. ereken hoeveel gram waterstof en hoeveel gram zuurstof samen moeten reageren om 72 gram H 2 O te laten ontstaan. Leg uit waarom de totale massa van alle stoffen links en rechts van de pijl altijd gelijk moet zijn. OPDRHT 34: LVOISIER LEVEL 3 Water ontstaat uit de reactie tussen waterstof en zuurstof. ereken hoeveel gram water ontstaat als er 16,0 gram waterstof reageert met 128,0 gram zuurstof.

15 MOLEUULMSS Elke atoomsoort heeft een eigen specifieke massa. Stel je voor dat je een zak hebt met allemaal exact dezelfde knikkers. Op het moment dat jij hier twee knikkers uit pakt dan heb je twee keer de massa van een knikker. Op het moment dat jij er dan nog eens twee bij pakt heb je in totaal vier keer de massa van een knikker. ls jij de massa van een knikker weet, kan je dus iedere keer de totale massa in je hand uitrekenen. Filmpje: Molecuulmassa s Op dezelfde wijze werkt dit bij een molecuul. Het gas zuurstof, O 2, bestaat uit twee zuurstofatomen. Vergelijk dat met de twee knikkers uit het vorige voorbeeld. Je hebt twee atomen die exact hetzelfde zijn. Ze hebben allebei dezelfde massa. ls je de massa van een atoom (de atoommassa) weet, kan je nu de massa van het hele molecuul uitrekenen. Dit noemen we de molecuulmassa. De atoommassa heeft een eigen eenheid: u. Dit is afgesproken omdat de massa van een atoom heel erg klein is. Met deze getallen is het makkelijker rekenen. OPDRHT 35: MOLEUULMSS S LEVEL 1 ereken de molecuulmassa s van de onderstaande moleculen. Gebruik hierbij de bijlage in je boek. O 2 r 2 S 8 D O 3 OPDRHT 36: MOLEUULMSS S LEVEL 2 ereken de molecuulmassa s van de onderstaande moleculen. Gebruik hierbij de bijlage in je boek. 2 H 6 O NO 2 l 2 O 3 D 6 H 12 O 6 OPDRHT 37: MOLEUULMSS S LEVEL 3 ereken de molecuulmassa s van de onderstaande moleculen. Gebruik hierbij de bijlage in je boek. F 4 H 2 l 2 SiO 2 D l(oh) 3

16 MSSVERHOUDING OPDRHT 38: MSSVERHOUDING LEVEL 1 Frits heeft een fruitsalade gemaakt met 30 gram appels en 60 gram peren. Wat is de massaverhouding tussen de appels en de peren in de fruitsalade. Frits heeft een fruitsalade gemaakt met 60 gram druiven en 40 gram bananen. Wat is de massaverhouding tussen de druiven en de bananen in de fruitsalade. OPDRHT 39: MSSVERHOUDING LEVEL 2 Zuurstof en waterstof reageren samen tot water. ls er 8,0 gram zuurstof reageert, dan reageert er precies 1,0 gram waterstof. Wat is de massaverhouding waarin zuurstof en waterstof met elkaar reageren? Stikstof en waterstof reageren samen tot ammoniak. ls er 28,0 gram zuurstof reageert, dan reageert er precies 6,0 gram waterstof. Wat is de massaverhouding waarin zuurstof en stikstof met elkaar reageren? OPDRHT 40: MSSVERHOUDING LEVEL 3 Methaan en zuurstof reageren samen tot koolstofdioxide en water. ls er 8,0 gram methaan reageert, dan reageert er 32,0 gram zuurstof. Uit de reactie ontstaat 22,0 gram koolstofdioxide en 18,0 gram water. Wat is de massaverhouding waarin zuurstof reageert en koolstofdioxide ontstaat? Stikstof en zuurstof reageren samen tot distikstofmonoxide. ls er 14,0 gram stikstof reageert, dan reageert er precies 8,0 gram zuurstof. Wat is de massaverhouding waarin zuurstof reageert en distikstofmonoxide ontstaat?

17 MSSVERHOUDING EREKENEN Zoals je weet geeft de reactievergelijking de verhouding waarin moleculen met elkaar reageren aan. 2 H 2 + O 2 2 H 2 O In het voorbeeld hierboven zie je bijvoorbeeld dat twee waterstofmoleculen reageren met een zuurstofmolecuul. De molecuulverhouding waarin waterstof en zuurstof met elkaar reageren is dus 2:1. Filmpje: Massarekenen Dit is echter alleen de verhouding van het aantal moleculen. We kunnen niet zomaar even een paar moleculen pakken, maar je kan wel een massa afwegen. We hebben er dus soms meer aan om te weten in welke massaverhouding de stoffen met elkaar reageren. Dit reken je uit door het aantal moleculen te vermenigvuldigen met de molecuulmassa s van betreffenden moleculen. Een massaverhouding van de reagerende stoffen geeft aan in welke verhouding de massa s van de stoffen tot elkaar staan en daarmee kan je uiteindelijk uitrekenen hoeveel je van een stof nodig hebt. Met behulp van de reactievergelijking kan je de massaverhouding waarin moleculen met elkaar berekenen. OPDRHT 41: MSSVERHOUDING EREKENEN LEVEL 1 ereken de massaverhouding waarin O 2 en H 2 reageren. 2 H 2 + O 2 2 H 2 O ereken de massaverhouding waarin H 2 en N 2 reageren. 3 H 2 + N 2 2 NH 3 ereken de massaverhouding waarin l en O 2 zijn ontstaan. 2 l 2 O 3 4 l + 3 O 2 D ereken de massaverhouding waarin O 2 en S 8 reageren. S O 2 8 SO 2

18 OPDRHT 42: MSSVERHOUDING EREKENEN LEVEL 2 ereken de massaverhouding waarin H 2 en O 2 reageren. 2 H 2 + O 2 2 H 2 O ereken de massaverhouding waarin H 2 en N 2 reageren. 3 H 2 + N 2 2 NH 3 ereken de massaverhouding waarin l 2 O 3 reageert en l ontstaat. 2 l 2 O 3 4 l + 3 O 2 D ereken de massaverhouding waarin S 8 en O 2 reageren. S O 2 8 SO 2 OPDRHT 43: MSSVERHOUDING EREKENEN LEVEL 3 ereken de massaverhouding waarin H 2 reageert en H 2 O ontstaat. 2 H 2 + O 2 2 H 2 O ereken de massaverhouding waarin H 2 reageert en NH 3 ontstaat. 3 H 2 + N 2 2 NH 3 ereken de massaverhouding waarin l 2 O 3 reageert en O 2 ontstaat. 2 l 2 O 3 4 l + 3 O 2 D ereken de massaverhouding waarin S 8 reageert en SO 2 ontstaat. S O 2 8 SO 2

19 REKENEN I OPDRHT 44: MSS S EREKENEN LEVEL 1 Filmpje: Massarekenen Filmpje: Dichtheid Stikstof en zuurstof reageren in een massaverhouding van 7,0 : 4,0 tot distikstofmono-oxide. ereken hoeveel gram zuurstof reageert als er 3,0 gram stikstof reageert. OPDRHT 45: MSS S EREKENEN LEVEL 1 Natrium en chloor reageren in een massaverhouding van 23,0 : 35,5 tot natriumchloride. ereken hoeveel gram chloor reageert als je 1,5 gram natrium wilt laten reageren. OPDRHT 46: MSS S EREKENEN LEVEL 2 IJzer en zuurstof reageren in de massaverhouding 55,8 : 16,00 waarbij ijzer(ii)oxide ontstaat. ereken hoeveel gram ijzer(ii)oxide ontstaat als er 2,5 gram ijzer reageert. OPDRHT 47: MSS S EREKENEN LEVEL 2 Koper en zuurstof reageren in de massaverhouding 127,0 : 16,00 waarbij koper(i)oxide ontstaat. ereken hoeveel gram koper(i)oxide ontstaat als er 3,0 gram zuurstof reageert. OPDRHT 48: MSS S EREKENEN LEVEL 2 lumunium en zuurstof reageren in de massaverhouding 27,0 : 24,00 waarbij aluminiumoxide ontstaat. ereken hoeveel gram aluminiumoxide ontstaat als er 7,0 gram aluminium reageert. OPDRHT 49: MSS S EREKENEN LEVEL 3 alcium en chloor reageren tot calciumchloride, waarbij de massaverhouding tussen het reagerende chloor en het calciumchloride dat ontstaat 71,0 : 111,0 is. ereken hoeveel gram calcium reageert als er 3,0 gram calciumchloride ontstaat.

20 OPDRHT 50: MSS S EREKENEN LEVEL 3 alcium en zuurstof reageren tot calciumoxide, waarbij de massaverhouding tussen het reagerende calcium en de calciumoxide die ontstaat 5,0 : 7,0 is. ereken hoeveel gram zuurstof reageert met 5,0 gram calcium.

21 REKENEN II OPDRHT 51: MSS S EREKENEN LEVEL 1 ereken hoeveel gram H 2 met 4,0 gram O 2 reageert. 2 H 2 + O 2 2 H 2 O Filmpje: Massarekenen Filmpje: Dichtheid OPDRHT 52: MSS S EREKENEN LEVEL 1 ereken hoeveel gram H 2 en hoeveel gram N 2 moeten reageren om 5,0 gram NH 3 te laten ontstaan. 3 H 2 + N 2 2 NH 3 OPDRHT 53: MSS S EREKENEN LEVEL 2 ereken hoeveel gram FeS reageert als er 18,0 gram O 2 reageert. 4 FeS + 7 O 2 2 Fe 2 O SO 2 OPDRHT 54: MSS S EREKENEN LEVEL 2 ereken hoeveel gram Nal ontstaat als er 22,0 gram al 2 reageert met voldoende Na 3 PO 4 3 al Na 3 PO 4 a 3 P 2 O Nal OPDRHT 55: MSS S EREKENEN LEVEL 2 ereken hoeveel gram 6 H 12 O 6 ontstaat als er 30,0 liter O 2 reageert. De dichtheid van O 2 is 1,98 g/l. 6 O H 2 O 6 H 12 O O 2 OPDRHT 56: MSS S EREKENEN LEVEL 3 ereken hoeveel gram NaOH moet reageren om 400 milligram Na 3 so 3 te laten ontstaan. Maak eerst de reactievergelijking kloppend. s + NaOH Na 3 so 3 + H 2

22 OPDRHT 57: MSS S EREKENEN LEVEL 2 ereken hoeveel gram Pl 5 moet reageren om 3,5 gram Hl te laten ontstaan. Maak eerst de reactievergelijking kloppend Pl 5 + H 2 O H 3 PO 4 + Hl

23 OVERMT Overmaat is een hoeveelheid stof die volgens de reactievergelijking te veel is toegevoegd. Deze stof blijft na de reactie daarom ook over. De stof kan namelijk niet meer reageren als er geen stof is om mee te reageren. Door uit te reken hoeveel er van elke stof maximaal kan reageren, kan je uitrekenen welke stof in overmaat is. Filmpje: Overmaat OPDRHT 58: OVERMT LEVEL 1 25,0 gram SnO 2 en 3,0 gram H 2 bevinden zich in een afgesloten ruimte en reageren volgens de onderstaande reactievergelijking. Probeer de massaverhouding tussen SnO 2 en H 2 zelf te berekenen. ls dit niet lukt mag je er vanuit gaan dat deze 66,0 : 1,0 is. SnO H 2 Sn + 2 H 2 O ereken hoeveel gram SnO 2 reageert met 3,0 gram H 2. ereken hoeveel gram H 2 reageert met 25,0 gram SnO 2. ereken welke stof in overmaat is en hoe groot deze overmaat is. OPDRHT 59: OVERMT LEVEL 2 4,5 gram KOH en 11,0 gram H 3 PO 4 bevinden zich in een afgesloten ruimte ruimte en reageren volgens de onderstaande reactievergelijking. ereken welke stof in overmaat is en hoe groot deze overmaat is. Probeer de massaverhouding tussen KOH en H 3 PO 4 zelf te berekenen. ls dit niet lukt mag je er vanuit gaan dat deze 42,1 : 24,5 is. 3 KOH + H 3 PO 4 K 3 PO H 2 O OPDRHT 60: OVERMT LEVEL 3 12,0 gram KNO 3 en 12,0 gram H 2 O 3 bevinden zich in een afgesloten ruimte ruimte en reageren volgens de onderstaande reactievergelijking. 2 KNO 3 + H 2 O 3 K 2 O HNO 3 ereken welke stof in overmaat is en hoe groot deze overmaat is. ereken hoeveel gram K 2 O 3 en HNO 3 ontstaan.

SCHEIKUNDE KLAS 3 REACTIES

SCHEIKUNDE KLAS 3 REACTIES SHEIKUNDE KLS 3 RETIES STRUTUURFORMULES Een structuurformule geeft aan welke atomen in een molecuul aan elkaar gebonden zijn. Dit wordt aangegeven met streepjes tussen de atomen. Het aantal bindingen dat

Nadere informatie

SCHEIKUNDE KLAS 3 REACTIES SKILL TREE

SCHEIKUNDE KLAS 3 REACTIES SKILL TREE SKILL TREE MOLECUULFORMULES OPDRACHT 1: MOLECUULFORMULES LEVEL 1 A H 2 O C 2 H 6 C C 2 H 6 O D CO 2 E F C 4 H 8 O CHN OPDRACHT 2: MOLECUULFORMULES LEVEL 1 A HNO C 3 H 6 O C C 2 H 2 D C 6 H 5 NO E C 5 H

Nadere informatie

Hoofdstuk 3-5. Reacties. Klas

Hoofdstuk 3-5. Reacties. Klas Hoofdstuk 3-5 Reacties Klas 3 MOLECUULFORMULES OPDRACHT 1: MOLECUULFORMULES LEVEL 1 A H 2O C 2H 6 C C 2H 6O D CO 2 E F C 4H 8O CHN OPDRACHT 2: MOLECUULFORMULES LEVEL 1 A HNO C 3H 6O C C 2H 2 D C 6H 5NO

Nadere informatie

Aluminium reageert met zuurstof tot aluminiumoxide. Geeft het reactieschema van deze reactie.

Aluminium reageert met zuurstof tot aluminiumoxide. Geeft het reactieschema van deze reactie. RECTIESCHEM S EINDS LEVEL 2 RECTIESCHEM S EINDS C LEVEL 2 luminium reageert met zuurstof tot aluminiumoxide. Geeft het reactieschema van deze reactie. IJzer reageert met zuurstof tot IJzer(III)oxide. Geef

Nadere informatie

5 Formules en reactievergelijkingen

5 Formules en reactievergelijkingen 5 Formules en reactievergelijkingen Stoffen bestaan uit moleculen en moleculen uit atomen (5.1) Stoffen bestaan uit moleculen. Een zuivere stof bestaat uit één soort moleculen. Een molecuul is een groepje

Nadere informatie

Samenvatting Chemie Overal 3 havo

Samenvatting Chemie Overal 3 havo Samenvatting Chemie Overal 3 havo Hoofdstuk 3: Reacties 3.1 Energie Energievoorziening Fossiele brandstoffen zijn nog steeds belangrijk voor onze energievoorziening. We zijn druk op zoek naar duurzame

Nadere informatie

SCHEIKUNDE VWO 4 MOLBEREKENINGEN ANTW.

SCHEIKUNDE VWO 4 MOLBEREKENINGEN ANTW. OPGAVE 1 LEVEL 1 Uit de opgave haal je dat koper en zuurstof links van de pijl moeten staan en koper(ii)oxide rechts van de pijl. Daarna maak je de reactievergelijking kloppend. 2 Cu + O 2 à 2 CuO Filmpje

Nadere informatie

Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 3

Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 3 Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 3 Samenvatting door K. 1467 woorden 5 maart 2016 5,5 2 keer beoordeeld Vak Scheikunde Scheikunde Samenvatting H3 3V 3.1 Energie Fossiele brandstoffen -> nu nog er afhankelijk

Nadere informatie

Rekenen aan reacties 2. Deze les. Zelfstudieopdrachten. Zelfstudieopdrachten voor volgende week. Zelfstudieopdrachten voor deze week 18-4-2016

Rekenen aan reacties 2. Deze les. Zelfstudieopdrachten. Zelfstudieopdrachten voor volgende week. Zelfstudieopdrachten voor deze week 18-4-2016 Rekenen aan reacties 2 Scheikunde Niveau 4 Jaar 1 Periode 3 Week 4 Deze les Rekenen aan reactievergelijkingen Samenvatting Vragen Huiswerk voor volgende week Bestuderen Lezen voor deze week Bestuderen

Nadere informatie

Hoofdstuk 4. Chemische reacties. J.A.W. Faes (2019)

Hoofdstuk 4. Chemische reacties. J.A.W. Faes (2019) Hoofdstuk 4 Chemische reacties J.A.W. Faes (2019) Hoofdstuk 4 Chemische reacties Paragrafen 4.1 Kenmerken van een reactie 4.2 Reactievergelijkingen 4.3 Rekenen aan reacties Practica Exp. 1 Waarnemen Exp.

Nadere informatie

Samenvatting Scheikunde H3 Reacties

Samenvatting Scheikunde H3 Reacties Samenvatting Scheikunde H3 Reacties Samenvatting door L. 710 woorden 7 december 2016 6,8 24 keer beoordeeld Vak Methode Scheikunde Chemie overal Scheikunde Hoofdstuk 3: Reacties 3.2 Kenmerken van een chemische

Nadere informatie

Module 8 Chemisch Rekenen aan reacties

Module 8 Chemisch Rekenen aan reacties 1 Inleiding In deze module ga je leren hoe je allerlei rekenwerk kunt uitvoeren aan chemische reacties. Dat is van belang omdat in veel bedrijven wordt gerekend aan reacties onder andere om te bepalen

Nadere informatie

Rekenen aan reacties 3. Deze les. Zelfstudieopdrachten. Zelfstudieopdrachten voor volgende week. Zelfstudieopdrachten voor deze week

Rekenen aan reacties 3. Deze les. Zelfstudieopdrachten. Zelfstudieopdrachten voor volgende week. Zelfstudieopdrachten voor deze week Rekenen aan reacties 3 Scheikunde Niveau 4 Jaar 1 Periode 3 Week 5 Deze les Rekenen aan reactievergelijkingen (Massaverhouding) Afronding voor volgende week Bestuderen (Rekenen met de massa verhouding)

Nadere informatie

3.1 Energie. 3.2 Kenmerken chemische reactie

3.1 Energie. 3.2 Kenmerken chemische reactie 3.1 Energie Wat is energie? Energie voorziening Fossiele brandstof verbranden Co2 komt vrij slecht voor het broeikaseffect Windmolen park Zonnepanelen Energie is iets wat nodig is voor een verbrandingsreactie

Nadere informatie

Rekenen aan reacties (de mol)

Rekenen aan reacties (de mol) Rekenen aan reacties (de mol) 1. Reactievergelijkingen oefenen: Scheikunde Deze opgaven zijn bedoeld voor diegenen die moeite hebben met rekenen aan reacties 1. Reactievergelijkingen http://www.nassau-sg.nl/scheikunde/tutorials/deeltjes/deeltjes.html

Nadere informatie

5-1 Moleculen en atomen

5-1 Moleculen en atomen 5-1 Moleculen en atomen Vraag 1. Uit hoeveel soorten moleculen bestaat een zuivere stof? Vraag 2. Wat is een molecuul? Vraag 3. Wat is een atoom? Vraag 4. Van welke heb je er het meeste: moleculen of atomen?

Nadere informatie

Opgave 1. n = m / M. e 500 mg soda (Na 2CO 3) = 0,00472 mol. Opgave 2. m = n x M

Opgave 1. n = m / M. e 500 mg soda (Na 2CO 3) = 0,00472 mol. Opgave 2. m = n x M Hoofdstuk 8 Rekenen met de mol bladzijde 1 Opgave 1 n = m / M a 64,0 g zuurstofgas (O 2) = 2,00 mol (want n = 64,0 / 32,0) enz b 10,0 g butaan (C 4H 10) = 0,172 mol c 1,00 g suiker (C 12H 22O 11) = 0,00292

Nadere informatie

Rekenen aan reacties. Deze les. Zelfstudieopdrachten. Zelfstudieopdrachten voor volgende week. Zelfstudieopdrachten voor deze week

Rekenen aan reacties. Deze les. Zelfstudieopdrachten. Zelfstudieopdrachten voor volgende week. Zelfstudieopdrachten voor deze week Rekenen aan reacties Scheikunde iveau 4 Jaar 1 Periode 3 Week 3 Deze les Molair volume Reactievergelijkingen kloppend maken Samenvatting Vragen uiswerk voor volgende week Bestuderen oofdstuk 4: Chemische

Nadere informatie

1) Stoffen, moleculen en atomen

1) Stoffen, moleculen en atomen Herhaling leerstof klas 3 1) Stoffen, moleculen en atomen Scheikundigen houden zich bezig met stoffen. Betekenissen van stof zijn onder andere: - Het materiaal waar kleding van gemaakt is; - Fijne vuildeeltjes;

Nadere informatie

Natuurlijk heb je nu nog géén massa s berekend. Maar dat kan altijd later nog. En dan kun je mooi kiezen, van welke stoffen je de massa wil berekenen.

Natuurlijk heb je nu nog géén massa s berekend. Maar dat kan altijd later nog. En dan kun je mooi kiezen, van welke stoffen je de massa wil berekenen. Hoofdstuk 17: Rekenen in molverhoudingen 17.1 Rekenen aan reacties: een terugblik én een alternatief In hoofdstuk 11 hebben we gerekend aan reacties. Het achterliggende idee was vaak, dat je bij een reactie

Nadere informatie

Reactievergelijkingen

Reactievergelijkingen Auteur Laatst gewijzigd Licentie Webadres Emiel D 23 maart 2016 CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie https://maken.wikiwijs.nl/60504 Dit lesmateriaal is gemaakt met Wikiwijs Maken van Kennisnet. Wikiwijs

Nadere informatie

Uitwerkingen Uitwerkingen 4.3.4

Uitwerkingen Uitwerkingen 4.3.4 Uitwerkingen 4.3.1 1 1,5 12 = 18 eieren 2 3,25 144 = 468 figuurzaagjes 3 25 24 = 600 bierflesjes 4 3,75 20.000 = 75.000 korrels hagelslag 5 2,25 10.000.000 = 22.500.000 zoutkorrels 6 1,5 6 10 23 = 9 10

Nadere informatie

3.7 Rekenen in de chemie extra oefening 4HAVO

3.7 Rekenen in de chemie extra oefening 4HAVO 3.7 Rekenen in de chemie extra oefening 4HAVO 3.7.1 Tellen met grote getallen In het dagelijks leven tellen we regelmatig het aantal van bepaalde voorwerpen. Vaak bepalen we dan hoeveel voorwerpen er precies

Nadere informatie

Curie Hoofdstuk 6 HAVO 4

Curie Hoofdstuk 6 HAVO 4 Rekenen aan reacties Curie Hoofdstuk 6 HAVO 4 6.1 Rekenen met de mol 6.2 Rekenen met massa s 6.3 Concentratie 6.4 SPA en Stappenplan 6.1 Rekenen met de mol Eenheden en grootheden 1d dozijn potloden 12

Nadere informatie

SCHEIKUNDE KLAS TITEL VAN HET BLAD

SCHEIKUNDE KLAS TITEL VAN HET BLAD SHEIKUNDE KLS TITEL VN HET LD NMGEVING IONEN S LEVEL 2 Hoe heet het ion van broom met een lading van 1-? Wat zijn de namen van de verschillende ijzer-ionen? Hoe heet het ion van platina met een lading

Nadere informatie

T2: Verbranden en Ontleden, De snelheid van een reactie en Verbindingen en elementen

T2: Verbranden en Ontleden, De snelheid van een reactie en Verbindingen en elementen T2: Verbranden en Ontleden, De snelheid van een reactie en Verbindingen en elementen 2008 Voorbeeld toets dinsdag 29 februari 60 minuten NASK 2, 2(3) VMBO-TGK, DEEL B. H5: VERBRANDEN EN ONTLEDEN 3(4) VMBO-TGK,

Nadere informatie

Hoofdstuk 6: Moleculen en Atomen 6.1) (1) Moleculen ( ( 6.1) Atomen ( ( 6.2) Rekenen aan reacties ( ( 6.3) Molecuulformules ( (

Hoofdstuk 6: Moleculen en Atomen 6.1) (1) Moleculen ( ( 6.1) Atomen ( ( 6.2) Rekenen aan reacties ( ( 6.3) Molecuulformules ( ( oofdstuk 6: Moleculen en Atomen Onderwerpen: Moleculen ( ( 6.1) Atomen ( ( 6.2) Rekenen aan reacties ( ( 6.3) 6.4) Reactievergelijkingen ( ( 6.5) Moleculen ( ( 6.1) (1) Uitleggen hoe is afgeleid dat moleculen

Nadere informatie

Hulpmiddelen: Binas T99, T40A. Hulpmiddelen: Binas T99, T40A

Hulpmiddelen: Binas T99, T40A. Hulpmiddelen: Binas T99, T40A NAAMGEVING IONEN EINDBAAS A LEVEL 2 NAAMGEVING IONEN EINDBAAS C LEVEL 2 A Hoe heet het ion van broom met een lading van 1-? B Wat zijn de namen van de verschillende ijzer-ionen? C Hoe heet het ion van

Nadere informatie

Samenvatting NaSk Hoofdstuk 6 en 8

Samenvatting NaSk Hoofdstuk 6 en 8 Samenvatting NaSk Hoofdstuk 6 en 8 Samenvatting door een scholier 2783 woorden 10 april 2007 5,9 108 keer beoordeeld Vak Methode NaSk Banas Natuur- scheikunde Hoofdstuk 6 Uittreksel 6.3A Stoffen verhitten

Nadere informatie

woensdag 14 december 2011 16:06:43 Midden-Europese standaardtijd

woensdag 14 december 2011 16:06:43 Midden-Europese standaardtijd INLEIDING Geef de reactievergelijking van de ontleding van aluminiumoxide. 2 Al 2 O 3 4 Al + 3 O 2 Massaverhouding tussen Al en O 2 1,00 : 0,889 Hoeveel ton Al 2 O 3 is er nodig om 1,50 ton O 2 te produceren?

Nadere informatie

Hoofdstuk 5. Zouten HAVO

Hoofdstuk 5. Zouten HAVO Hoofdstuk 5 Zouten HVO 4 SHEIKUNE HVO4 ZOUTEN SKILL TREE SHEIKUNE HVO4 ZOUTEN NMGEVING IONEN OPRHT 1 LEVEL 1 Hoe heet het ion van fluor? Hoe heet het ion van chloor? Hoe heet het ion van zink? Hoe heet

Nadere informatie

Module 2 Chemische berekeningen Antwoorden

Module 2 Chemische berekeningen Antwoorden 2 Meten is weten 1 Nee, want bijvoorbeeld 0,0010 kg is net zo nauwkeurig als 1,0 gram. 2 De minst betrouwbare meting is de volumemeting. Deze variabele bepaald het aantal significante cijfers. 3 IJs: 1,5

Nadere informatie

07 MOLECUULFORMULES & CHEMISCHE BINDINGEN PROCESTECHNIEK

07 MOLECUULFORMULES & CHEMISCHE BINDINGEN PROCESTECHNIEK PROCESTECHNIEK Wat leer je? het verschil uitleggen tussen symbolenformules en molecuulformules; molecuulformules opstellen aan de hand van tekeningen van moleculen; het aantal en de soort atomen van een

Nadere informatie

universele gasconstante: R = 8,314 J K -1 mol -1 Avogadroconstante: N A = 6,022 x 10 23 mol -1 normomstandigheden:

universele gasconstante: R = 8,314 J K -1 mol -1 Avogadroconstante: N A = 6,022 x 10 23 mol -1 normomstandigheden: Nuttige gegevens: universele gasconstante: R = 8,314 J K -1 mol -1 vogadroconstante: N = 6,022 x 10 23 mol -1 normomstandigheden: θ = 0 p = 1013 hpa molair volume van een ideaal gas onder normomstandigheden:

Nadere informatie

14 DE ATOOMTHEORIE VAN DALTON PROCESTECHNIEK

14 DE ATOOMTHEORIE VAN DALTON PROCESTECHNIEK PROCESTECHNIEK Wat leer je? uitleggen wat een reactieschema is; reactieschema's in woorden en symbolen opstellen; de kenmerken van de atoomtheorie van Dalton noemen; moleculen en atomen tekenen; scheikundige

Nadere informatie

EXAMEN MIDDELBAAR ALGEMEEN VOORTGEZET ONDERWIJS IN Dit examen bestaat uit twintig vragen

EXAMEN MIDDELBAAR ALGEMEEN VOORTGEZET ONDERWIJS IN Dit examen bestaat uit twintig vragen MVO- C l EXMEN MDDELBR LGEMEEN VOORTGEZET ONDERWJS N 1984 MVO-C Vrijdag 4 mei, 9.00-11.00 uur SCHEKUNDE- meerkeuzevragen Dit examen bestaat uit twintig vragen Bij het examen scheikunde wordt de volgende

Nadere informatie

6.9. Boekverslag door G woorden 13 december keer beoordeeld. Scheikunde

6.9. Boekverslag door G woorden 13 december keer beoordeeld. Scheikunde Boekverslag door G. 1415 woorden 13 december 2016 6.9 13 keer beoordeeld Vak Scheikunde Scheikunde H2: Chemische Reacties 1. Ontledings- en scheidingsreacties (begrippen komen op het einde) Wat zijn de

Nadere informatie

Scheikunde Samenvatting H4+H5

Scheikunde Samenvatting H4+H5 Scheikunde Samenvatting H4+H5 Hoofdstuk 4 4.2 Stoffen worden ingedeeld op grond van hun eigenschappen. Er zijn niet-ontleedbare stoffen en ontleedbare stoffen. De niet-ontleedbare stoffen zijn verdeeld

Nadere informatie

Uitwerkingen 3.7.1. Uitwerkingen 3.7.4

Uitwerkingen 3.7.1. Uitwerkingen 3.7.4 Uitwerkingen 3.7.1 1 1,5 12 = 18 eieren 2 3,25 144 = 468 figuurzaagjes 3 25 24 = 600 bierflesjes 4 3,75 20.000 = 75.000 korrels hagelslag 5 2,25 10.000.000 = 22.500.000 zoutkorrels 6 1,5 6 10 23 = 9 10

Nadere informatie

Uitwerkingen. T2: Verbranden en Ontleden, De snelheid van een reactie en Verbindingen en elementen

Uitwerkingen. T2: Verbranden en Ontleden, De snelheid van een reactie en Verbindingen en elementen Uitwerkingen T2: Verbranden en Ontleden, De snelheid van een reactie en Verbindingen en elementen 2008 Voorbeeld toets dinsdag 29 februari 60 minuten NASK 2, 2(3) VMBO-TGK, DEEL B. H5: VERBRANDEN EN ONTLEDEN

Nadere informatie

Oefen opgaven rekenen 4 HAVO bladzijde 1

Oefen opgaven rekenen 4 HAVO bladzijde 1 Oefen opgaven rekenen 4 HAVO bladzijde 1 Opgave 1 uitrekenen en afronden Bij +/- rond je af op het kleinste aantal DECIMALEN, bij x/ rond je af op het kleinste aantal SIGNIFICANTE CIJFERS. Bij gecombineerde

Nadere informatie

Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 2 stoffen en reacties

Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 2 stoffen en reacties Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 2 stoffen en reacties Samenvatting door F. 1622 woorden 22 mei 2015 6,1 40 keer beoordeeld Vak Methode Scheikunde Nova Paragraaf 1 Gloeien, smelten en verdampen Als je

Nadere informatie

Rekenen aan reacties 4. Deze les. Zelfstudieopdrachten. Hulp: kennisclips. Zelfstudieopdrachten voor volgende week

Rekenen aan reacties 4. Deze les. Zelfstudieopdrachten. Hulp: kennisclips. Zelfstudieopdrachten voor volgende week 4 Scheikunde Niveau 4 Jaar 1 Periode 3 Week 6 Deze les Rekenen aan reactievergelijkingen (Volume) Afronding voor volgende week (Rekenen met volumes) Hulp: kennisclips www.patricklogister.nl of www.youtube.com/pgjlogister

Nadere informatie

SCHEIKUNDE KLAS TITEL VAN HET BLAD

SCHEIKUNDE KLAS TITEL VAN HET BLAD NMGEVING IONEN OPDRHT 1 LEVEL 1 D Fluoride-ion hloride-ion Zinkion Natriumion OPDRHT 2 LEVEL 1 D romide-ion Magnesiumion Zilverion Jodide-ion OPDRHT 3 LEVEL 2 D Fosfide-ion IJzer(II)ion Zilverion Goud(I)ion

Nadere informatie

3.1. 1. In een reactieschema staan de beginstoffen en de reactieproducten van een chemische reactie.

3.1. 1. In een reactieschema staan de beginstoffen en de reactieproducten van een chemische reactie. 3.1 1. In een reactieschema staan de beginstoffen en de reactieproducten van een chemische reactie. 2. De pijl in een reactieschema (bijvoorbeeld: A + B C) betekent: - A en B reageren tot C of - Er vindt

Nadere informatie

Chemie 4: Atoommodellen

Chemie 4: Atoommodellen Chemie 4: Atoommodellen Van de oude Grieken tot het kwantummodel Het woord atoom komt va, het Griekse woord atomos dat ondeelbaar betekent. Voor de Griekse geleerde Democritos die leefde in het jaar 400

Nadere informatie

Chemisch rekenen versie 22-03-2016

Chemisch rekenen versie 22-03-2016 Chemisch rekenen versie 22-03-2016 Je kunt bij een onderwerp komen door op de gewenste rubriek in de inhoud te klikken. Wil je vanuit een rubriek terug naar de inhoud, klik dan op de tekst van de rubriek

Nadere informatie

Uitwerkingen Basischemie hoofdstuk 2

Uitwerkingen Basischemie hoofdstuk 2 Uitwerkingen Basischemie hoofdstuk 2 Opgave 2.1 Opgave 2.2 Elementen leren Maak met de afbeeldingen 2.1A en 2.1B kaartjes met aan de ene kant de naam van het element en aan de andere kant het symbool en

Nadere informatie

Oefenvragen Hoofdstuk 4 Chemische reacties antwoorden

Oefenvragen Hoofdstuk 4 Chemische reacties antwoorden Oefenvragen Hoofdstuk 4 Chemische reacties antwoorden Vraag 1 Geef juiste uitspraken over een chemische reactie. Kies uit: stofeigenschappen reactieproducten beginstoffen. I. Bij een chemische reactie

Nadere informatie

Oefenvragen Hoofdstuk 5 Reacties en energie antwoorden. Vraag 1 Geef bij iedere blusmethode aan, welk onderdeel van de branddriehoek wordt weggenomen.

Oefenvragen Hoofdstuk 5 Reacties en energie antwoorden. Vraag 1 Geef bij iedere blusmethode aan, welk onderdeel van de branddriehoek wordt weggenomen. Oefenvragen Hoofdstuk 5 Reacties en energie antwoorden Vraag 1 Geef bij iedere blusmethode aan, welk onderdeel van de branddriehoek wordt weggenomen. I. Een houtvuurtje wordt geblust met water. Het vuur

Nadere informatie

Reacties met koper 4.1 (1)

Reacties met koper 4.1 (1) Hoofdstuk 4: ELEMENTEN Onderwerpen: Kringloopschema van koper ( ( 4.1) Kleinste deeltjes van de materie (moleculen en atomen) ( ( 4.2) Reactieschema in symbolen ( ( 4.3) Massaverhouding bij reacties (

Nadere informatie

Eindexamen scheikunde havo 2005-II

Eindexamen scheikunde havo 2005-II 4 Beoordelingsmodel Jood-129 1 aantal protonen: 53 aantal elektronen: 53 aantal protonen: 53 1 aantal elektronen: gelijk aan aantal protonen 1 2 Een voorbeeld van een juist antwoord is: Er ontstaan geen

Nadere informatie

Eindexamen scheikunde havo 2011 - I

Eindexamen scheikunde havo 2011 - I Beoordelingsmodel Uraanerts 1 maximumscore 2 aantal protonen: 92 aantal elektronen: 88 aantal protonen: 92 1 aantal elektronen: aantal protonen verminderd met 4 1 2 maximumscore 2 Voorbeelden van een juist

Nadere informatie

Dit examen bestaat voor iedere kandidaat uit 20 vragen

Dit examen bestaat voor iedere kandidaat uit 20 vragen MAVO-4 II EXAMEN MIDDELBAAR ALGEMEEN VOORTGEZET ONDERWIJS IN 1983 MAVO-C Woensdag 15 juni, 9.00 11.00 NATUUR-EN SCHEIKUNDE II (Scheikunde) MEERKEUZETOETS Dit examen bestaat voor iedere kandidaat uit 20

Nadere informatie

Paragraaf 1: Fossiele brandstoffen

Paragraaf 1: Fossiele brandstoffen Scheikunde Hoofdstuk 2 Samenvatting Paragraaf 1: Fossiele brandstoffen Fossiele brandstof Koolwaterstof Onvolledige verbranding Broeikaseffect Brandstof ontstaan door het afsterven van levende organismen,

Nadere informatie

Eén mol vrachtauto s wegen ook meer dan één mol zandkorrels en nemen ook veel meer ruimte in. Maar het aantal vrachtauto s in een mol is exact evengro

Eén mol vrachtauto s wegen ook meer dan één mol zandkorrels en nemen ook veel meer ruimte in. Maar het aantal vrachtauto s in een mol is exact evengro Hoofstuk 13: rekenen met mol 13.1 De eenheid mol en de molaire massa Er zijn allerlei manieren om aan te geven hoeveel je van een stof hebt. Je kunt de massa van een stof geven (in g of kg of...). Je kunt

Nadere informatie

1. Geef bij de volgende reactievergelijkingen steeds aan:

1. Geef bij de volgende reactievergelijkingen steeds aan: Antwoorden Bijlage VI Oxidatiegetallen 1. Geef bij de volgende reactievergelijkingen steeds aan: welke stof wordt er geoxideerd +II +I II +I 0 +III +I +III II II +I +I II C 2 H 5 OH + O 2 CH 3 COOH + H

Nadere informatie

Eindexamen scheikunde havo 2002-I

Eindexamen scheikunde havo 2002-I 4. Antwoordmodel Rood kwik 1 Een juiste afleiding leidt tot de lading 5+. berekening van de lading van twee kwik(ii)ionen en zeven oxide-ionen: tweemaal 2+ optellen bij zevenmaal 2-1 conclusie 1 Indien

Nadere informatie

Eindexamen scheikunde havo 2007-I

Eindexamen scheikunde havo 2007-I Beoordelingsmodel Nitraat in drinkwater 1 maximumscore 2 aantal protonen: 32 aantal elektronen: 34 aantal protonen: 32 1 aantal elektronen: aantal protonen vermeerderd met 2 1 2 maximumscore 1 2+ 3 maximumscore

Nadere informatie

Dit examen bestaat voor iedere kandidaat uit 20 vragen

Dit examen bestaat voor iedere kandidaat uit 20 vragen MAVO-4 II EXAMEN MIDDELBAAR ALGEMEEN VOORTGEZET ONDERWIJS IN 1983 MAVO-4 Woensdag 15 juni, 9.00 11.00 NATUUR-EN SCHEIKUNDE II (Scheikunde) MEERKEUZETOETS Dit examen bestaat voor iedere kandidaat uit 20

Nadere informatie

Eindexamen scheikunde havo 2006-II

Eindexamen scheikunde havo 2006-II 4 Beoordelingsmodel Element 115 1 Calcium heeft atoomnummer 20 en americium heeft atoomnummer 95. Dus samen hebben ze 115 protonen. calcium heeft atoomnummer 20 en americium heeft atoomnummer 95 1 2 Een

Nadere informatie

Chemisch rekenen versie

Chemisch rekenen versie Chemisch rekenen versie 27-01-2017 Je kunt bij een onderwerp komen door op de gewenste rubriek in de inhoud te klikken. Wil je vanuit een rubriek terug naar de inhoud, klik dan op de tekst van de rubriek

Nadere informatie

5 a de gele vlam wappert, is minder heet en geeft roet af b vlak boven de kern c met de gasregelknop d de brander is dan moeilijk aan te steken

5 a de gele vlam wappert, is minder heet en geeft roet af b vlak boven de kern c met de gasregelknop d de brander is dan moeilijk aan te steken 3HV Antwoorden samenvatting onderouw scheikunde 1.6 Scheidingsmethoden 1 a stofnaam voorwerp c voorwerp d stofnaam e voorwerp f stofnaam 2 a goed slecht c goed d slecht e slecht f matig (zuurstof) tot

Nadere informatie

EXAMEN MIDDELBAAR ALGEMEEN VOORTGEZET ONDERWIJS IN Dit examen bestaat voor iedere kandidaat uit 5 OPGAVEN

EXAMEN MIDDELBAAR ALGEMEEN VOORTGEZET ONDERWIJS IN Dit examen bestaat voor iedere kandidaat uit 5 OPGAVEN MAVO-4 II EXAMEN MIDDELBAAR ALGEMEEN VOORTGEZET ONDERWIJS IN 1974 MAVO-4 Dinsdag 11 juni, 9.00 11.00 NATUUR-EN SCHEIKUNDE II (Scheikunde) OPEN VRAGEN Dit examen bestaat voor iedere kandidaat uit 5 OPGAVEN

Nadere informatie

Wet van Behoud van Massa

Wet van Behoud van Massa Les 3 E42 Wet van Behoud van Massa In 1789 door Antoine Lavoiser ontdekt dat : De totale massa tijdens een reactie altijd gelijk blijft. Bij chemische reacties worden moleculen dus veranderd in andere

Nadere informatie

Eindexamen scheikunde havo II

Eindexamen scheikunde havo II Opgave aantal protonen : 48 aantal elektronen : 46 aantal protonen: 48 aantal elektronen: aantal protonen minus 2 2 selenide ion : Se 2- cadmium(ii)selenide : dse selenide-ion: Se 2- formule cadmiumselenide

Nadere informatie

Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 2

Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 2 Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 2 Samenvatting door Immanuel 2683 woorden 19 december 2017 4,9 10 keer beoordeeld Vak Methode Scheikunde Nova 1 Ontledings- en synthesereacties Een ontledingsreactie is

Nadere informatie

Samenvatting Scheikunde Samenvatting hoofdstuk 2, Nova Scheikunde klas 3

Samenvatting Scheikunde Samenvatting hoofdstuk 2, Nova Scheikunde klas 3 Samenvatting Scheikunde Samenvatting hoofdstuk 2, Nova Scheikunde klas 3 Samenvatting door een scholier 1298 woorden 14 januari 2019 0 keer beoordeeld Vak Methode Scheikunde Nova Paragraaf 1 Ontledingsreactie:

Nadere informatie

Cursus Chemie 5-1. Hoofdstuk 5: KWANTITATIEVE ASPECTEN VAN CHEMISCHE REACTIES 1. BELANGRIJKE BEGRIPPEN. 1.1. Relatieve Atoommassa (A r)

Cursus Chemie 5-1. Hoofdstuk 5: KWANTITATIEVE ASPECTEN VAN CHEMISCHE REACTIES 1. BELANGRIJKE BEGRIPPEN. 1.1. Relatieve Atoommassa (A r) Cursus Chemie 5-1 Hoofdstuk 5: KWANTITATIEVE ASPECTEN VAN CHEMISCHE REACTIES 1. BELANGRIJKE BEGRIPPEN 1.1. Relatieve Atoommassa (A r) A r = een onbenoemd getal dat de verhouding weergeeft van de atoommassa

Nadere informatie

Eindexamen vmbo gl/tl nask2 2014-I

Eindexamen vmbo gl/tl nask2 2014-I Aan het juiste antwoord op een meerkeuzevraag wordt 1 scorepunt toegekend. Natriumbrand 1 B 2 B 3 maximumscore 1 zand 4 A 5 C 6 maximumscore 3 2 Na + 2 H 2 O 2 Na + + 2 OH + H 2 uitsluitend Na en H 2 O

Nadere informatie

Eindexamen scheikunde havo 2003-II

Eindexamen scheikunde havo 2003-II 4 Antwoordmodel Superzwaar 1 Een juiste berekening leidt tot de uitkomst 50 (neutronen). opzoeken van het atoomnummer van krypton (36) 1 berekening van het aantal neutronen: 86 verminderd met het atoomnummer

Nadere informatie

- G) - Correctievoorschrift LBO-MAVO-D. ::s ~

- G) - Correctievoorschrift LBO-MAVO-D. ::s ~ - orrectievoorschrift LO-MAVO-D Q) " ::s ~ - G).c (.) u, Lager eroeps Onderwijs Middelbaar Algemeen Voortgezet Onderwijs 9 9 Tijdvak 2 Inhoud Algemene regels 2 Scoringsvoorschrift 2. Scoringsregels algemeen

Nadere informatie

Een ei wordt tijdens het bakken verhit. Er moet constant warmte toegevoegd worden, deze reactie is daarom endotherm.

Een ei wordt tijdens het bakken verhit. Er moet constant warmte toegevoegd worden, deze reactie is daarom endotherm. 8.1 1. Tijdens de verbranding van a. aluminium ontstaat er aluminiumoxide, b. koolstof ontstaat er koolstofdioxide, c. magnesiumsulfide ontstaan er magnesiumoxide en zwaveldioxide, want de beginstof bevat

Nadere informatie

Scheikunde Samenvatting H4 t/m H6

Scheikunde Samenvatting H4 t/m H6 Scheikunde Samenvatting H4 t/m H6 Hoofdstuk 4 4.2 Stoffen worden ingedeeld op grond van hun eigenschappen. Er zijn niet-ontleedbare stoffen en ontleedbare stoffen. De niet-ontleedbare stoffen zijn verdeeld

Nadere informatie

Het smelten van tin is géén reactie.

Het smelten van tin is géén reactie. 3 Reacties Reacties herkennen (3.1 en 3.2 ) Een chemische reactie is een gebeurtenis waarbij stoffen verdwijnen en nieuwe stoffen ontstaan. Bij een reactie verdwijnen de beginstoffen. Er ontstaan nieuwe

Nadere informatie

EXAMEN MIDDELBAAR ALGEMEEN VOORTGEZET ONDERWIJS IN Dit examen bestaat uit twintig vragen

EXAMEN MIDDELBAAR ALGEMEEN VOORTGEZET ONDERWIJS IN Dit examen bestaat uit twintig vragen MAVO -C I EXAMEN MIDDELBAAR ALGEMEEN VOORTGEZET ONDERWIJS IN 1985 MAVO -C Vrijdag 10 mei, 9.00-11.00 uur SCHEIKUNDE- meerkeuzevragen Dit examen bestaat uit twintig vragen Bij het examen scheikunde wordt

Nadere informatie

a. Beschrijf deze reactie met een vergelijking. In het artikel is sprake van terugwinning van zwavel in zuivere vorm.

a. Beschrijf deze reactie met een vergelijking. In het artikel is sprake van terugwinning van zwavel in zuivere vorm. PEARL GTL Oliemaatschappijen zoals Shell willen aan de nog steeds stijgende vraag naar benzine en diesel kunnen blijven voldoen én ze willen de eindige olievoorraad zoveel mogelijk beschikbaar houden als

Nadere informatie

Eindexamen scheikunde havo 2000-II

Eindexamen scheikunde havo 2000-II Eindexamen scheikunde havo -II 4 Antwoordmodel Lood Een juiste afleiding leidt tot de uitkomst (neutronen). berekening van het aantal neutronen in een U-38 atoom en berekening van het aantal neutronen

Nadere informatie

Dit examen bestaat voor iedere kandidaat uit 20 vragen

Dit examen bestaat voor iedere kandidaat uit 20 vragen MV0-3 EXMEN MELR LGEMEEN VOORTGEZET ONERWJS N 1982 MV0-3 onderdag 6 mei, 9.00-11.00 uur NTUUR- EN SHEKUNE (Scheikunde) MEERKEUZETOETS it examen bestaat voor iedere kandidaat uit 20 vragen ij het examen

Nadere informatie

Stoffen en Reacties 2

Stoffen en Reacties 2 Stoffen en Reacties 2 Practicum Metalen Naam student 1. Naam student2..... Pagina 2 van 13 Inleiding Reageert metaal met zuurstof? Sinds de mensheid metalen kent worden ze voor allerlei toepassingen gebruikt

Nadere informatie

Dit examen bestaat voor iedere kandidaat uit 20 vragen

Dit examen bestaat voor iedere kandidaat uit 20 vragen MAVO-4 II EXAMEN MIDDELBAAR ALGEMEEN VOORTGEZET ONDERWIJS IN 1982 MAVO-4 Woensdag 15 juni, 9.00 11.00 NATUUR-EN SCHEIKUNDE II (Scheikunde) MEERKEUZETOETS Dit examen bestaat voor iedere kandidaat uit 20

Nadere informatie

OEFENOPGAVEN MOLBEREKENINGEN

OEFENOPGAVEN MOLBEREKENINGEN OEFENOPGAVEN MOLBEREKENINGEN * = voor VWO Salmiak, NH 4 Cl(s), kan gemaakt worden door waterstofchloride, HCl(g), te laten reageren met ammoniak, NH 3 (g) 01 Wat is de chemische naam voor salmiak? 02 Geef

Nadere informatie

EXAMEN MIDDELBAAR ALGEMEEN VOORTGEZET ONDERWIJS IN Dit examen bestaat voor iedere kandidaat uit 5 OPGAVEN

EXAMEN MIDDELBAAR ALGEMEEN VOORTGEZET ONDERWIJS IN Dit examen bestaat voor iedere kandidaat uit 5 OPGAVEN MAVO-4 I EXAMEN MIDDELBAAR ALGEMEEN VOORTGEZET ONDERWIJS IN 1974 MAVO-4 Woensdag 8 mei, 9.00 11.00 NATUUR-EN SCHEIKUNDE II (Scheikunde) OPEN VRAGEN Dit examen bestaat voor iedere kandidaat uit 5 OPGAVEN

Nadere informatie

Database scheikunde havo- vwo

Database scheikunde havo- vwo Auteur Laatst gewijzigd Licentie Webadres Ralph Meulendijks 26 April 2016 CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie http://maken.wikiwijs.nl/67127 Dit lesmateriaal is gemaakt met Wikiwijs Maken van Kennisnet.

Nadere informatie

Oefenopgaven REDOXREACTIES vwo Reactievergelijkingen en halfreacties

Oefenopgaven REDOXREACTIES vwo Reactievergelijkingen en halfreacties Oefenopgaven REDOXREACTIES vwo Reactievergelijkingen en halfreacties OPGAVE 1 Geef de halfreactie waarbij 01 P 2 O 5 wordt omgezet in PH 3. 02 Jodaat, IO 3 - in neutraal milieu wordt omgezet in H 5 IO

Nadere informatie

Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 3 & 5.

Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 3 & 5. Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 3 & 5. Samenvatting door een scholier 1765 woorden 28 juni 2011 6 104 keer beoordeeld Vak Methode Scheikunde Chemie overal 3.2 - Een chemische reactie kun je herkennen

Nadere informatie

Hoofdstuk 4 Kwantitatieve aspecten

Hoofdstuk 4 Kwantitatieve aspecten Hoofdstuk 4 Kwantitatieve aspecten 4.1 Deeltjesmassa 4.1.1 Atoommassa De SI-eenheid van massa is het kilogram (kg). De massa van een H-atoom is gelijk aan 1,66 10 27 kg. m(h) = 0,000 000 000 000 000 000

Nadere informatie

Aardolie is een zwart, stroperig mengsel van heel veel stoffen, wat door middel van een bepaalde scheidingsmethode in zeven fracties gescheiden wordt.

Aardolie is een zwart, stroperig mengsel van heel veel stoffen, wat door middel van een bepaalde scheidingsmethode in zeven fracties gescheiden wordt. Meerkeuzevragen Naast koolstofdioxide en waterdamp komen bij verbranding van steenkool nog flinke hoeveelheden schadelijke stoffen vrij. Dit komt doordat steenkool ook zwavel- en stikstofatomen bevat,

Nadere informatie

ßCalciumChloride oplossing

ßCalciumChloride oplossing Samenvatting door R. 1673 woorden 17 februari 2013 8 1 keer beoordeeld Vak Methode Scheikunde Pulsar chemie Additiereactie Bij een reactie tussen hexeen en broom springt de C=C binding open. Aan het molecuul

Nadere informatie

SCHEIKUNDEOLYMPIADE 2017

SCHEIKUNDEOLYMPIADE 2017 SCHEIKUNDEOLYMPIADE 2017 CORRECTIEMODEL VOORRONDE 2 af te nemen in de periode van 20 tot en met 24 maart 2017 Deze voorronde bestaat uit 20 meerkeuzevragen verdeeld over 7 onderwerpen en 3 opgaven met

Nadere informatie

SEPTEMBERCURSUS CHEMIE HOOFDSTUK 3: STOICHIOMETRIE

SEPTEMBERCURSUS CHEMIE HOOFDSTUK 3: STOICHIOMETRIE SEPTEMBERCURSUS CHEMIE HOOFDSTUK 3: STOICHIOMETRIE 1 OVERZICHT 1. Basisgrootheden en eenheden 2. Berekening van het aantal mol 3. Berekening in niet-normale omstandigheden 4. Oplossingen 5. Berekeningen

Nadere informatie

Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 1

Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 1 Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 1 Samenvatting door W. 1173 woorden 23 juni 2016 6,9 16 keer beoordeeld Vak Methode Scheikunde Nova Scheikunde Samenvatting H1 1 t/m 7 1 Atoombouw: Atoom: Opgebouwd uit

Nadere informatie

vrijdag 28 oktober :40:59 Nederland-tijd Moleculaire stoffen 4havo hoofdstuk 2; Chemie Overal

vrijdag 28 oktober :40:59 Nederland-tijd Moleculaire stoffen 4havo hoofdstuk 2; Chemie Overal + Moleculaire stoffen 4havo hoofdstuk 2; Chemie Overal + 2.2 Elektrisch geleidingsvermogen Demo 2.1 Geleidt stroom als vaste stof: ja / nee Geleidt stroom als vloeistof: ja/nee Opgebouwd uit welke atoomsoorten?

Nadere informatie

Eindexamen scheikunde havo I

Eindexamen scheikunde havo I pgave (mono)stikstofmono-oxide Indien als antwoord stikstofoxide is gegeven 2 Een juiste verklaring leidt tot de uitkomst 7 (elektronen). elk atoom bevat 8 elektronen in totaal bevat het 2 - ion dus 2

Nadere informatie

I. Basiskennis. Zuivere stof*: Is materie die uit 1 stof bestaat en niet meer gescheiden kan worden door fysische scheidingstechnieken.

I. Basiskennis. Zuivere stof*: Is materie die uit 1 stof bestaat en niet meer gescheiden kan worden door fysische scheidingstechnieken. Basiskennis 5 chemie 3 de graad, 1 ste jaar = 5avv, 5av, 5bv 1 1.1 Opbouw van de materie I. Basiskennis Zuivere stof*: Is materie die uit 1 stof bestaat en niet meer gescheiden kan worden door fysische

Nadere informatie

6 VWO EXTRA OPGAVEN + OEFENTENTAMENOPGAVEN SCHEIKUNDE 1 H4, H5, H7, H13 en H14

6 VWO EXTRA OPGAVEN + OEFENTENTAMENOPGAVEN SCHEIKUNDE 1 H4, H5, H7, H13 en H14 6 VWO EXTRA OPGAVEN + OEFENTENTAMENOPGAVEN SCHEIKUNDE 1 H4, H5, H7, H13 en H14 1. Bij de reactie tussen ijzer en chloor ontstaat ijzer(iii)chloride, FeCl 3. Men laat 111,7 gram ijzer reageren met voldoende

Nadere informatie

Kleinschalige chloorproductie (ce)

Kleinschalige chloorproductie (ce) Kleinschalige chloorproductie (ce) Bij deze opgave horen drie bronnen. Bron 1: artikel uit 'C2W Life Science' van 31 mei 2008. Bron 2: Het kwikelektrolyseproces. In een schuine goot ligt op de bodem een

Nadere informatie

Chemisch rekenen versie 22-03-2016

Chemisch rekenen versie 22-03-2016 Chemisch rekenen versie 22-03-2016 Je kunt bij een onderwerp komen door op de gewenste rubriek in de inhoud te klikken. Wil je vanuit een rubriek terug naar de inhoud, klik dan op de tekst van de rubriek

Nadere informatie

Eindexamen scheikunde 1-2 vwo 2008-I

Eindexamen scheikunde 1-2 vwo 2008-I Beoordelingsmodel Broom 1 maximumscore 2 Cl 2 + 2 Br 2 Cl + Br 2 Cl 2 voor de pijl en 2 Cl na de pijl 1 2 Br voor de pijl en Br 2 na de pijl 1 2 maximumscore 2 Voorbeelden van juiste antwoorden zijn: In

Nadere informatie

Oefenopgaven REDOX vwo

Oefenopgaven REDOX vwo Oefenopgaven REDOX vwo OPGAVE 1 Geef de halfreactie waarbij 01 P 2 O 5 wordt omgezet in PH 3. 02 Jodaat, IO 3 - in neutraal milieu wordt omgezet in H 5 IO 6. 03 Methanol in zuur milieu wordt omgezet in

Nadere informatie