Intergroepemoties en Intergroepgedrag:

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Intergroepemoties en Intergroepgedrag:"

Transcriptie

1 Intergroepemoties en Intergroepgedrag: De Rol van Collectieve Angst en Schuldgevoelens bij Vooroordelen en Discriminatie Femke van der Valk Bachelorthese Sociale Psychologie Collegekaartnummer: Begeleider: Coen Wirtz Aantal woorden: 7039

2 Inhoudsgave De Rol van Groepsgebaseerde Emoties bij Vooroordelen en Discriminatie 3 De Rol van Groepsgebaseerde Angst bij Vooroordelen en Discriminatie 8 De Rol van Angst bij Vooroordelen van Hoge Statusgroepen 12 De Rol van Angst bij Vooroordelen van Lage Statusgroepen 14 De Rol van Collectieve Schuld bij Vooroordelen en Discriminatie 18 Collectieve Schuld en Positieve Attitudes 19 Collectieve Schuld en een Egalitaire Samenleving 21 Conclusie 24 Literatuur 29 2

3 Abstract Mensen kunnen elkaar inhumaan behandelen omdat zij behoren tot andere sociale groepen dan zijzelf. De Intergroup Emotions Theory verklaart dit door te stellen dat mensen op basis van groepslidmaatschap discrete emoties kunnen ervaren over leden van andere sociale groepen welke vervolgens specifieke gedragingen tot gevolg hebben. De vraag in dit overzicht betreft de rol van twee groepsgebaseerde emoties bij vooroordelen en discriminatie: angst en schuld. Angst blijkt tot negatieve vooroordelen, discriminatie en vijandigheid te leiden. Collectieve schuld daarentegen blijkt pro-sociale gedragingen tot gevolg te hebben, hoewel dit eerder voort lijkt te komen uit eigenbelang om het vervelende gevoel van schuld op te heffen dan uit de motivatie anderen te helpen en sociale gelijkheid te bewerkstelligen. Verder onderzoek is gewenst betreffende de causale relatie tussen collectieve angst en schuld en vooroordelen. De Rol van Groepsgebaseerde Emoties bij Vooroordelen en Discriminatie We are each burdened with prejudice; against the poor or the rich, the smart or the slow, the gaunt or the obese. It is natural to develop prejudices. It is noble to rise above them. Auteur onbekend, Ondanks vele maatschappelijke normen en waarden die pleiten voor gelijkheid, democratie en sociale rechtvaardigheid in de westerse wereld hebben sommige mensen toch simpelweg als gevolg van etniciteit, geslacht of andere sociale lidmaatschappen meer macht, rijkdom en welzijn dan anderen (Leach, Iyer, & Pedersen, 2006). Dergelijke onderverdelingen tussen mensen op basis van hun groepslidmaatschap kunnen desastreuze gevolgen hebben wanneer zij leiden tot vijandig gedrag tegenover leden van andere sociale 3

4 groepen (de outgroup) dan de eigen (de ingroup). De Holocaust is hier een voorbeeld van, maar ook individuele mishandelingen en moorden van mensen op basis van groepslidmaatschap zijn in het hier en nu geen uitzondering. Zo staat geregeld in de krant dat mensen in Amsterdam zijn mishandeld vanwege hun homoseksuele geaardheid. Bovenstaande voorbeelden kunnen worden beschouwd als een vorm van discriminatie. Discriminatie wordt gedefinieerd als elk positief of negatief gedrag tegenover andere mensen dat is gebaseerd op het sociale groepslidmaatschap van deze andere mensen (Smith & Mackie, 2000). De vraag of vijandig gedrag ook onder discriminatie valt of verdergaand is, valt te bediscussiëren. Omdat vijandig gedrag echter kan worden beschreven als een negatief gedrag tegenover andere mensen dat is gebaseerd op groepslidmaatschap, zal vijandig gedrag in dit overzicht wel onder de term discriminatie vallen, mits het gedrag daadwerkelijk het gevolg is van onderscheidingen op basis van groepslidmaatschap en niet een directe individuele oorzaak heeft. Vijandig of discriminerend gedrag tegenover leden van andere groepen hoeft in geen geval gebaseerd te zijn op eigen betrokkenheid, zoals blijkt uit het voorbeeld van de moord op Theo van Gogh. Na deze moord, staken enkele niet-islamitische mensen een aantal islamitische scholen in brand omdat deze scholen behoorden tot mensen die tot dezelfde sociale groep werden gerekend als de moordenaar. De niet-islamitische mensen hadden in feite niets te maken met dit incident tussen Theo van Gogh en Mohammed B. Toch besloten zij over te gaan tot vandalistische acties tegenover islamieten. Hoe kan verklaard worden dat mensen overgaan tot discriminerend gedrag zonder dat zij zelf enige betrokkenheid hadden bij het incident? Een belangrijk onderliggend mechanisme bij dergelijk gedrag en bij discriminatie in het algemeen zijn vooroordelen, oftewel een negatieve evaluatie of attitude van andere mensen gebaseerd op hun groepslidmaatschap (Miller, Smith, & Mackie, 2004). Er zijn vele 4

5 onderzoeken gedaan naar de oorzaken van vooroordelen. Een van de componenten van attitudes en daarmee vooroordelen dat vaak genegeerd is in deze onderzoeken, is emotie. Emoties blijken echter een belangrijke rol te spelen bij vooroordelen. Voor sommige sociale groepen, zoals homoseksuele mannen, is gebleken dat emotionele reacties zelfs de sterkste voorspeller zijn van attitudes (Miller et al.). In overeenstemming met dit idee, stelt Smith (1993, aangehaald in Mackie et al., 2000) daarom dat vooroordelen en dergelijk gedrag zoals in bovenstaande voorbeelden verklaard kunnen worden door groepsgebaseerde emoties, een idee gebaseerd op een combinatie van Appraisal Theories of Emotions en de Sociale Identiteitstheorie en Self-categorization Theory. Appraisal Theories of Emotions stellen dat individuen bepaalde emoties ervaren door te bekijken welke positieve of negatieve gevolgen een object of situatie heeft voor de eigen doelen en waarden. Deze emoties hebben vervolgens een bijbehorende gedragsintentie, met als functie het voorbereiden van individuen voor acties die passend zijn voor de situatie zoals deze is geïnterpreteerd (Brewer, 2003). Zo kan een individu op de vlucht slaan als deze een situatie interpreteert als bedreigend en daardoor angst ervaart of in de aanval gaan bij woede. Smith (1993, aangehaald in Mackie et al., 2000) stelt dat individuen niet alleen emotioneel reageren op situaties die hen persoonlijk treffen, maar ook op situaties die de groep raken waartoe zij behoren, zelfs wanneer zij hier niet persoonlijk bij betrokken zijn. Dit blijkt bijvoorbeeld uit de emotionele reacties van een gehele natie op de terroristische aanval op het World Trade Centre in New York op 11 september 2001, een gebeurtenis die in feite slechts een klein deel van de ingroup trof (Brewer, 2003). Het idee dat mensen emoties kunnen ervaren zonder zelf betrokken te zijn geweest bij de emotieopwekkende gebeurtenis, is gebaseerd op de Sociale Identiteitstheorie (Tajfel & Turner, 1986) en Self-categorization Theory (Turner et al., 1987, beiden aangehaald in Doosje, Branscombe, Spears, & Manstead, 1998), welke stellen dat het zelfbeeld van mensen niet alleen bestaat uit wie zij zijn als 5

6 individuen, maar ook wordt bepaald door de sociale groepen waartoe zij behoren en zich mee identificeren. Mensen kunnen hierdoor ook emotioneel reageren op situaties die hun ingroup treffen zonder daadwerkelijk zelf betrokken te zijn; ze voelen zich immers wel betrokken door hun verbondenheid met de ingroup. Uit onderzoek van Smith, Seger en Mackie (2007) blijkt dat emoties inderdaad op groepsniveau kunnen worden ervaren: groepsemoties bleken te verschillen van individuele emoties, gerelateerd te zijn aan de mate van groepsidentificatie en gedeeld te worden door leden van dezelfde groep. Door de Sociale Identiteitstheorie en de Self-categorization Theory te combineren met Appraisal Theories, ontwikkelde Smith de Intergroup Emotions Theory (IET; 1993, aangehaald in Mackie et al., 2000). De IET betoogt dat individuen, door lidmaatschap tot een bepaalde sociale categorie te zien als deel van hun identiteit, specifieke emoties zullen ervaren betreffende een outgroup. Welke emotie zij ervaren is afhankelijk van hun interpretatie van de intergroepcontext en bepaald tevens hoe zij zullen reageren op leden van de outgroup. Als men deze theorie toepast op bovenstaand voorbeeld, lijkt de IET inderdaad een mogelijke verklaring te bieden voor het vijandige gedrag van de niet-islamieten. Zij zouden zichzelf kunnen hebben gecategoriseerd als lid van dezelfde sociale groep als Theo van Gogh en Mohammed B als lid van een andere sociale groep. De moord op één van hun leden gepleegd door een lid van deze outgroup hebben de niet-islamieten mogelijk geïnterpreteerd als een aanval op of bedreiging voor de ingroup. Deze waargenomen bedreiging heeft wellicht geleid tot een gevoel van angst of woede, waardoor zij een negatieve attitude hebben ontwikkeld over en vijandig gereageerd hebben op mensen die naar hun idee tot dezelfde sociale categorie behoorden als Mohammed B: islamieten. Gegeven dat de IET stelt dat verschillende groepsgebaseerde emoties verschillende soorten gedragingen tot gevolg hebben, is het mogelijk dat verschillende groepsgebaseerde emoties ook een verschillende rol spelen bij vooroordelen en discriminerend gedrag 6

7 betreffende outgroupleden. Zo kan het zijn dat angstgevoelens voor outgroupleden ertoe leiden dat ingroupleden de outgroupleden gaan mijden of buitensluiten. Ook zouden ze een negatieve attitude kunnen ontwikkelen over de outgroup om zo bijvoorbeeld discriminerend gedrag te doen rechtvaardigen. Er bestaat veel onderzoek die stelt dat angst en bedreigingen de fundamentele oorzaken zijn van intergroep vooroordelen (W.G. Stephan, Diaz-Loving, & Duran, 2000). Een theorie die hiermee in overeenstemming is, is de Integrated Threat Theory (Stephan & Stephan, 2000, aangehaald in Corenblum & Stephan, 2001). Volgens deze theorie zijn angstgevoelens een belangrijke oorzaak van negatieve vooroordelen over outgroupleden. Groepsgebaseerde angst veroorzaakt daardoor mogelijk vooroordelen en discriminatie. Collectieve schuld daarentegen speelt mogelijk een geheel andere rol, te weten een reducerende rol. Schmitt, Branscombe en Brehm (2004) stellen dat collectieve schuld het verlangen opwekt om de waargenomen onrechtvaardigheid te herstellen en te compenseren voor het foute gedrag. Het is daarom mogelijk dat dit leidt tot pro-sociale gedragingen, welke kunnen worden waargenomen in een positievere attitude over deze outgroup en positievere attitudes over compenserende acties betreffende de outgroup. Collectieve schuld leidt daarom mogelijk tot een afname in vooroordelen en discriminatie. Het is belangrijk te onderzoeken welke rol deze emoties precies spelen bij vooroordelen en discriminatie, om zo tot verdere inzichten te kunnen komen betreffende de achterliggende mechanismen van de huidige problematiek op dit gebied. De vraag welke rol groepsgebaseerde angst en collectieve schuldgevoelens spelen bij vooroordelen en discriminatie, specifieker de vraag of groepsgebaseerde angst vooroordelen veroorzaakt en collectieve schuld vooroordelen vermindert, staat daarom centraal in dit overzicht. Om deze vraag te beantwoorden wordt allereerst gekeken naar de rol van groepsgebaseerde angst volgens de ITT. Bij vooroordelen en discriminatie gaat men veelal uit van vooroordelen en discriminatie ten opzichte van lage statusgroepen. Echter, attitudes 7

8 van hoge statusgroepen over lage statusgroepen staan niet los van attitudes van lage statusgroepen over hoge statusgroepen. De vooroordelen en discriminerende gedragingen die leden van beide groepen hebben over elkaar beïnvloeden hoe zij op elkaar reageren en over elkaar denken. Zo kunnen de vooroordelen die lage statusgroepen hebben over hoge statusgroepen ertoe leiden dat zij hen op een bepaalde manier behandelen. Dit kan weer beïnvloeden hoe hoge statusgroepen reageren op leden van lage statusgroepen enzovoorts. In dit overzicht wordt daarom tevens gekeken of de angst volgens de ITT een verschillende rol speelt bij vooroordelen over en discriminatie van hoge versus lage statusgroepen. Vervolgens wordt gekeken naar de rol van collectieve schuld. Allereerst wordt besproken hoe collectieve schuld attitudes positiever kan maken. De positievere attitudes en bij schuld behorende verlangens om rechtvaardigheid te herstellen zouden tevens kunnen leiden tot een meer egalitaire samenleving; rechtvaardigheid kan immers worden gezien als iedereen gelijk behandelen en gelijke kansen bieden. Daarom wordt tevens behandeld hoe collectieve schuld gerelateerd kan zijn aan een meer egalitaire samenleving. De Rol van Groepsgebaseerde Angst bij Vooroordelen en Discriminatie Wat de boer niet kent, dat eet hij niet. Iedereen kent deze angst voor het onbekende of vreemde, of dit nu de angst voor etenswaren is zoals in bovenstaand gezegde, de angst voor situaties of de angst voor culturen. Het is mogelijk dat men ook angst ervaart betreffende gehele sociale groepen omdat deze onbekend, vreemd of simpelweg anders zijn dan de eigen sociale groep. Volgens Greenberg et al. (1990) hebben mensen de neiging om op alles wat onbekend of anders is, te reageren met vijandigheid. Dit kan betekenen dat andere sociale groepen door hun onbekende of vreemde aard tot vijandigheid leiden. In tegenstelling tot Greenberg et al., is het echter ook mogelijk dat het onbekende niet direct maar indirect leidt tot vijandig gedrag via de emotie angst. Dit is in overeenstemming met de IET in de zin dat de 8

9 interpretatie van een sociale groep of situatie als onbekend zorgt voor een emotionele reactie leidend tot bijbehorend gedrag, in dit geval groepsgebaseerde angst en vijandigheid tegenover outgroupleden. In overeenstemming met dit idee stelt de Integrated Threat Theory (ITT, Stephan & Stephan, 2000, aangehaald in Corenblum & Stephan, 2001) dat angst voor een outgroup een belangrijke oorzaak is van vooroordelen en discriminatie betreffende leden van deze outgroup. Zij stellen echter dat deze angst niet voortkomt uit het onbekende van de outgroup, maar uit waargenomen bedreigingen. De theorie oppert vier verschillende bedreigingen van de kant van de outgroup: waargenomen realistische bedreigingen, symbolische bedreigingen, intergroepangst en negatieve stereotyperingen over de outgroup. Het is mogelijk dat niet elke vorm van bedreiging van invloed is op het veroorzaken of versterken van vooroordelen en discriminatie bij elke sociale groep. Wellicht hebben sommige bedreigingen meer effect bij vooroordelen over lage statusgroepen dan bij vooroordelen over hoge statusgroepen of bijvoorbeeld bij vooroordelen over zwarte mensen versus vooroordelen over vrouwen. Om eventuele verschillen in het effect van de vier bedreigingen beter te kunnen verklaren en begrijpen, wordt in deze paragraaf eerst besproken wat elke bedreiging inhoudt alvorens over te gaan tot empirische onderzoeken naar de rol van angst en bedreigingen volgens de ITT bij vooroordelen en discriminatie. Tevens wordt ingegaan op de relatie van de vier bedreigingen tot angst en daardoor vooroordelen en discriminatie. De eerste bedreiging volgens de ITT, is de realistische bedreiging. Deze vindt zijn oorsprong in de Realistic Group Conflict Theory (RGCT, Sherif & Sherif, 1969, aangehaald in Riek, Mania, & Gaertner, 2006). Volgens de RGCT ontstaan negatieve attitudes over de outgroup door wedijver over schaarse bronnen. Doordat beide groepen strijden om hetzelfde goed, bedreigt het succes van de ene groep het welzijn van de andere groep, wat resulteert in 9

10 negatieve attitudes over de outgroup. De ontstane intergroepconflicten kunnen ingroup solidariteit doen toenemen, welke de kloof tussen beide groepen vergroot en vijandigheid creëert. Het idee achter realistische bedreigingen is dat echte bedreigingen vijandigheid veroorzaken naar de bron van de bedreiging (LeVine & Campbell, 1972, p. 30, aangehaald in Stephan, Renfro, Esses, Stephan, & Martin, 2005). In de ITT gaat het echter om waargenomen realistische bedreigingen omdat, zo stellen Stephan et al. (2002), alleen al de waarneming ervan kan leiden tot vooroordelen, ongeacht of de bedreiging echt is of niet. Terwijl het in de RGCT slechts gaat om schaarse bronnen, gaat het in de ITT bovendien om elke bedreiging voor het welzijn van (leden van) de ingroup. Waargenomen realistische bedreigingen worden derhalve gedefinieerd als bedreigingen voor het daadwerkelijke bestaanswezen, voor de politieke en economische macht en voor het fysieke of materiele welzijn van de ingroup of leden ervan (Stephan et al.). Dit kan ervoor zorgen dat men angst ervaart. Ook volgens Cottrell en Neuberg (2005) zal angst een mogelijke emotionele reactie zijn op dergelijke bedreigingen. De tweede bedreiging is de symbolische bedreiging. Vooroordelen kunnen ook ontstaan door waargenomen verschillen tussen normen en waarden, geloven en attitudes. Mensen geloven in de morele correctheid van het waardesysteem van de ingroup, wat hen etnocentrisch maakt en leidt tot het idee dat de ingroup superieur is aan andere groepen (Sumner, 1906, aangehaald in Stephan, Ybarra, & Bachman, 1999). Groepen met andere normen, waarden en geloven bedreigen dit etnocentrisch wereldbeeld, wat leidt tot negatieve attitudes en vijandigheid jegens deze outgroupen. Hoe meer de normen en waarden, gebruiken en tradities van de ingroup worden gehinderd door de outgroup, hoe meer angst ingroupleden zullen ervaren en hoe negatiever en vijandiger zij zullen zijn. Een theorie die sterk verwant is aan dit idee van symbolische bedreigingen, is de Terror Management Theory (TMT, Greenberg, Pyszczynski, & Solomon, 1986, aangehaald in 10

11 Greenberg et al., 1990). Deze theorie stelt dat bewustwording dat het leven eindig is samen met het verlangen te blijven leven bij mensen angst veroorzaakt. Deze angst wordt echter onder controle gehouden door het culturele wereldbeeld, welke mensen een gevoel van symbolische onsterfelijkheid geeft. Hoewel het wordt gezien als de absolute waarheid, is het culture wereldbeeld een fragiele sociale constructie die constant bevestigd moet worden door anderen (McGregor et al., 1998). Wanneer deze anderen hetzelfde wereldbeeld aanhouden, wordt het geloof hierin sterker en functioneert nog krachtiger als angstbuffer. Het bestaan van anderen met een ander wereldbeeld daarentegen, bedreigt het geloof en beperkt het reduceren van angst voor de dood. Als gevolg reageren mensen meestal positief op anderen die hun culturele wereldbeeld delen en negatief op diegenen met een ander cultureel wereldbeeld (Greenberg et al., 1990; Fritsche & Jonas, 2005; Heine, Harihara, & Niiya, 2002). Mensen kunnen, door deze angst voor de dood, zelfs vijandig reageren op anderen met een verschillend cultureel wereldbeeld. In het onderzoek van McGregor et al. kregen proefpersonen, nadat de sterfelijkheid van het leven saillant was gemaakt, een essay te lezen waarin een ander persoon over vergelijkbare politieke standpunten beschikte als de proefpersoon of deze standpunten juist aanvocht. Vervolgens werd de proefpersonen gevraagd een hoeveelheid extreem hete saus te selecteren voor deze andere persoon, in een zogenaamd ongerelateerde andere studie naar smaakvoorkeuren. Proefpersonen die niet bang waren gemaakt voor de dood, gaven evenveel hete saus aan mensen die hun politieke standpunten deelden als diegenen die hun politieke standpunten niet deelden. Echter, proefpersonen die wel bang waren gemaakt voor de dood reageerden vijandig; zij gaven veel meer hete saus aan diegenen die hun culturele wereldbeeld bedreigden dan aan diegenen die dit beeld bevestigden. Een derde bedreiging volgens de ITT, is intergroepangst. Mensen ervaren intergroep angst als zij zich bedreigd voelen tijdens interacties met leden van een outgroup omdat zij 11

12 bezorgd zijn dat ze worden afgewezen, voor gek gezet worden, zich zullen schamen, uitgebuit worden of openlijk vijandige reacties krijgen. Kortom, ze verwachten negatieve consequenties uit interacties met leden van de outgroup, wat leidt tot gevoelens van angst. Deze angst zorgt ervoor dat leden van de ingroup negatieve attitudes ontwikkelen over de outgroup (Stephan et al., 1999). De laatste bedreiging is negatieve stereotypering. Stereotyperingen worden gedefinieerd als cognitieve representaties van sociale groepen, welke worden gevormd door bepaalde karakteristieken te associëren met deze groepen (Smith & Mackie, 2000). Hoewel stereotyperingen niet gezien hoeven worden als bedreigingen, worden vele negatieve stereotyperingen wel geassocieerd met gevoelens van bedreiging (C. W. Stephan, Demitrakis, Yamada, & Clason, 2000). Stereotyperingen dienen immers als basis voor verwachtingen betreffende gedrag van leden van de gestereotypeerde groep en wanneer deze stereotyperingen negatief zijn, leiden zij tot negatieve verwachtingen welke gevoelens van angst en bedreiging kunnen oproepen. Dit kan weer leiden tot vooroordelen en ook tot vermijding van outgroupleden, negatieve verklaringen voor gedrag en rechtvaardiging van discriminatie (C. W. Stephan et al.). De daadwerkelijke invloed van de vier besproken bedreigingen zijn door vele onderzoeken nagegaan bij zowel hoge als lage statusgroepen. Enkele van deze onderzoeken zullen in de komende subparagrafen worden besproken. De Rol van Angst bij Vooroordelen van Hoge Statusgroepen Stephan et al. (1999) deden onderzoek naar de rol van bovenstaande vier bedreigingen bij attitudes van Europese Amerikanen over Cubaanse en Mexicaanse immigranten. Proefpersonen werd gevraagd aan te geven in hoeverre zij het eens waren met stellingen over de immigranten betreffende de realistische en symbolische bedreigingen die de immigranten 12

13 vormden, de intergroepangst die de proefpersonen ervoeren tijdens sociale interacties met de immigranten en de negatieve stereotyperingen die zij hadden. Na een vragenlijst over hun evaluaties van Cubaanse en Mexicaanse immigranten te hebben afgenomen, bleek uit het onderzoek dat attitudes van Europese Amerikanen over Cubaanse en Mexicaanse immigranten inderdaad werd voorspeld door de vier bedreigingen. Ook Stephan et al. (2005) hebben onderzocht wat de relatie van realistische en symbolische bedreigingen, intergroepangst en negatieve stereotyperingen is met attitudes over immigranten, zij het nu immigranten in Mexico in plaats van in de VS. Het onderzoek bestond uit drie verschillende studies, waarbij proefpersonen een krantenartikel te lezen kregen waarin een bepaalde immigrantengroep werd beschreven die zou gaan immigreren naar Mexico, het land van de proefpersonen. In hun eerste studie onderzochten Stephan et al. de invloed van symbolische en realistische bedreigingen aan de hand van vier verschillende condities; immigranten werden afgebeeld als (a) een symbolische bedreiging voor de ingroup, (b) een realistische bedreiging, (c) een symbolische én realistische bedreiging, of (d) geen bedreiging. In hun tweede studie onderzochten zij de rol van negatieve stereotyperingen als oorzaak van vooroordelen. Nu werd de immigrantengroep beschreven als een groep met ofwel (a) positieve kenmerken zoals open en warm tegenover buitenstaanders, vriendelijk en respectvol, (b) negatieve kenmerken zoals alleen open en warm binnen de eigen groep, vijandig en onrespectvol, of (c) zowel positieve als negatieve kenmerken. Dit laatste werd gedaan door te stellen dat sommige leden van de immigrantengroep bijvoorbeeld vriendelijk en open waren, terwijl andere leden juist vijandig en kil bleken. In hun derde studie ten slotte, onderzochten Stephan et al. de rol van intergroepangst bij vooroordelen aan de hand van twee condities: een lage intergroepangst conditie en een hoge intergroepangst conditie. Dit keer bevatte het krantenartikel reacties van andere Mexicanen op de immigrantengroep. In de lage intergroepangst conditie werd beschreven dat andere Mexicanen de immigrantengroep onder 13

14 andere zeer voorspelbaar vonden en makkelijk in de omgang. In de hoge intergroepangst conditie werd daarentegen beschreven dat andere Mexicanen de immigrantengroep onder andere moeilijk vonden in de omgang, hen nerveus maakten en dat zij niet wisten wat ze konden verwachten van de immigrantengroep. Na de manipulaties van de verschillende bedreigingen, kregen proefpersonen een evaluatieve vragenlijst die hun attitude testte over de betreffende immigrantengroep. Uit het onderzoek bleek, in overeenstemming met de ITT, dat alle vier de bedreigingen vooroordelen voorspelden over de outgroup; symbolische en realistische bedreigingen, negatieve stereotyperingen en een hoge mate van intergroepangst leidde tot negatievere attitudes over de immigrantengroep dan in alle andere condities. Naast negatieve attitudes over immigranten is ook onderzoek gedaan naar vooroordelen over andere lage statusgroepen, zoals negatieve attitudes van Europese Canadezen over autochtone Canadezen (Corenblum& Stephan, 2001). In dit onderzoek werd op vergelijkbare manier als bij Stephan et al. (1999) proefpersonen gevraagd aan te geven in hoeverre zij het eens waren met verschillende stellingen betreffende realistische en symbolische bedreigingen, intergroepangst en negatieve stereotyperingen over autochtone Canadezen. Vervolgens moesten zij aangeven in hoeverre zij verschillende evaluatieve of emotionele reacties ervoeren op deze lage statusgroep. In overeenstemming met de ITT bleken intergroepangst, symbolische bedreigingen, realistische bedreigingen en negatieve stereotyperingen allen opnieuw negatieve attitudes te voorspellen, in dit geval over autochtone Canadezen. Tevens in overeenstemming met de voorspellingen van de ITT bleken ook negatieve attitudes over zwarte Amerikanen (Stephan et al., 2002). Proefpersonen werd wederom gevraagd aan te geven in hoeverre zij het eens waren met stellingen betreffende realistische en symbolische bedreigingen, intergroepangst en negatieve stereotyperingen ditmaal over zwarte Amerikanen. Vooroordelen werden getest aan de hand van vragenlijsten over hun evaluaties 14

15 van deze outgroup. Blanke Amerikanen bleken negatievere attitudes te hebben over zwarte Amerikanen naarmate zij meer realistische en symbolische bedreigingen waarnamen, intergroepangst ervoeren en negatieve stereotyperingen bezaten. Uit bovenstaande onderzoeken blijkt nu dat de vier bedreigingen volgens de ITT vooroordelen voorspellen over lage statusgroepen. Echter, niet altijd blijken de vier bedreigingen ook allen van invloed te zijn, zoals te zien in het onderzoek van Stephan et al. (1999). Naast attitudes over Mexicaanse en Cubaanse immigranten onderzochten zij ook negatieve attitudes over Aziatische immigranten. Deze werden echter alleen voorspeld door realistische bedreigingen en intergroepangst en niet door symbolische bedreigingen en negatieve stereotyperingen. Ook uit het onderzoek van Berrenberg, Finlay, Stephan, & Stephan (2002) bleek dat niet altijd alle bedreigingen een effect hebben op negatieve attitudes over lage statusgroepen. Berrenberg et al. onderzochten de rol van realistische en symbolische bedreigingen, intergroepangst en negatieve stereotyperingen bij vooroordelen over mensen met terminale kanker en mensen met Aids. Dit deden zij op vergelijkbare manier als de bovenstaande onderzoeken aan de hand van verschillende vragenlijsten betreffende de vier bedreigingen en attitudes over kanker- en Aids-patiënten. Negatieve attitudes over Aids-patiënten bleken voorspeld te worden door intergroepangst, realistische en symbolische bedreigingen, maar niet door negatieve stereotyperingen. Negatieve stereotyperingen bleken echter wel een voorspellende rol te spelen bij attitudes over kankerpatiënten. Attitudes over kankerpatiënten bleken daarnaast ook voorspeld te worden door realistische bedreigingen en intergroepangst, maar daarentegen niet door symbolische bedreigingen. Tenslotte bleek ook uit het onderzoek van W.G. Stephan, Diaz-Loving en Duran (2000) dat attitudes niet bij alle sociale groepen en in alle situaties worden voorspeld door de vier bedreigingen van de ITT. Aan de hand van vragenlijsten betreffende de vier bedreigingen 15

16 en attitudes van Amerikanen over Mexicanen, bleek dat alleen realistische bedreigingen, intergroepangst en negatieve stereotyperingen negatieve attitudes over Mexicanen voorspelden en symbolische bedreigingen niet. Uit bovenstaande onderzoeken kan nu geconcludeerd worden dat waargenomen bedreigingen een belangrijke rol spelen bij vooroordelen van hoge statusgroepen over lage statusgroepen en daarmee mogelijk ook discriminatie, alhoewel niet elke bedreiging altijd van belang is bij het voorspellen van vooroordelen. De vraag of waargenomen bedreigingen ook een belangrijke rol spelen bij vooroordelen van lage statusgroepen over hoge statusgroepen wordt besproken in de volgende subparagraaf. De Rol van Angst bij Vooroordelen van Lage Statusgroepen C. W. Stephan et al. (2000) hebben gekeken naar de rol van realistische en symbolische bedreigingen, intergroepangst en negatieve stereotyperingen bij attitudes van vrouwen over mannen. Zij testen de vier bedreigingen en attitudes aan de hand van vragenlijsten vergelijkbaar met bovenstaande onderzoeken. Uit het onderzoek bleek dat alleen symbolische bedreigingen en intergroepangst negatieve attitudes over mannen voorspelden. De eerder besproken onderzoeken van Corenblum en Stephan (2001) en W. G. Stephan et al. (2000) toonden een vergelijkbaar resultaat, maar voegden daaraan toe dat ook negatieve stereotyperingen de negatieve attitudes voorspelden van respectievelijk autochtone Canadezen over Europese Canadezen en Mexicaanse immigranten over Europese Amerikanen. Ook bij attitudes van zwarte Amerikanen over witte Amerikanen bleken intergroep angst en symbolische bedreigingen negatieve attitudes te voorspellen (Stephan et al., 2002). Daarnaast bleken ook realistische bedreigingen negatieve attitudes over witte Amerikanen te voorspellen, zij het in zwakkere mate dan bij attitudes van witte Amerikanen over zwarte 16

17 Amerikanen. Negatieve stereotyperingen bleken tevens een effect te hebben op attitudes, maar volgens de onderzoekers was dit effect eerder indirect dan direct; uit structurele vergelijkingsmodellen bleek dat negatieve stereotyperingen de realistische bedreigingen, symbolische bedreigingen en intergroepangst beïnvloedden, welke vervolgens negatieve attitudes voorspelden. Uit bovenstaande onderzoeken kan geconcludeerd worden dat waargenomen bedreigingen, net als bij vooroordelen van hoge statusgroepen over lage statusgroepen, tevens een belangrijke rol spelen bij vooroordelen van lage statusgroepen over hoge statusgroepen. Daarnaast blijkt dat ook nu echter niet alle bedreigingen altijd een rol spelen bij het voorspellen van vooroordelen. Een belangrijke vraag bij onderzoek naar vooroordelen en discriminatie, is hoe men vooroordelen mogelijk kan reduceren en daarmee tevens discriminatie. Aangezien waargenomen bedreigingen en derhalve angstgevoelens een belangrijke rol blijken te spelen bij vooroordelen, zou dit logischerwijs moeten kunnen door angstgevoelens en waarnemingen van bedreiging te reduceren. Uit verschillende onderzoeken blijkt dat positief contact met leden van de outgroup angstgevoelens kunnen reduceren en daardoor vooroordelen en vijandigheid doen verminderen (C. W. Stephan et al., 2000; W. G. Stephan et al., 2000; Corenblum & Stephan, 2001; Stephan et al., 2002). Het wegnemen van negatieve groepsgebaseerde emoties leidt daardoor tot minder vooroordelen en discriminatie. Er bestaat echter tevens de mogelijkheid dat een negatieve groepsgebaseerde emotie, te weten collectieve schuld, juist tot minder vooroordelen en discriminatie leidt. De volgende paragraaf bespreekt deze rol van collectieve schuld bij vooroordelen en discriminatie. 17

18 De Rol van Collectieve Schuld bij Vooroordelen en Discriminatie Schuld is een zelfbewuste emotie, die wordt ervaren als men zich niet gedraagt zoals men zich, naar eigen maatstaven, wel zou moeten gedragen (Doosje, Branscombe, Spears, & Manstead, 1998). Wanneer men iets doet dat tegen de eigen normen en waarden ingaat, is het waarschijnlijk dat men schuldgevoelens ervaart. Uit verschillende onderzoeken blijkt de ervaring van schuldgevoelens iemands verantwoordelijkheidsgevoel te doen toenemen. Als gevolg hiervan ontwikkelt men zelfcontrole, het vermogen afstand te nemen van immoreel gedrag en een afgenomen neiging het schadende gedrag te herhalen (Niedenthal et al., 2006). In overeenstemming met de eerder besproken IET (Smith, 1993, aangehaald in Mackie et al., 2000) zou men door zichzelf te categoriseren als lid van een groep tevens groepsgebaseerde schuld moeten kunnen ervaren, schuldgevoelens zonder daadwerkelijk zelf tegen de normen en waarden te zijn ingegaan. Doosje, Branscombe, Spears en Manstead (1998) hebben aangetoond dat schuld inderdaad niet alleen een individuele emotie is, maar ook kan worden ervaren namens de groep waartoe men behoort. In hun onderzoek bleken mensen groepsgebaseerde schuld te ervaren wanneer hen werd verteld dat leden van de ingroup leden van een outgroup in het verleden oneerlijk hadden behandeld. Mallet en Swim (2007) stellen daarbij dat naast zelf-categorisatie, ook ongelijkheid, rechtvaardigheid en verantwoordelijkheid voorspellers zijn voor het ervaren van collectieve schuld; bij het bekijken van privileges van de ingroup ervoeren leden hiervan meer collectieve schuld wanneer zij het belang en de voordelen van deze privileges inzagen voor de ingroup, wanneer zij de ingroup als verantwoordelijk beschouwden voor deze verschillen tussen de groepen en wanneer zij de verschillen als onrechtvaardig zagen dan wanneer zij dit niet deden. Kortom, schuld voelen namens de groep is beseffen dat er verschil wordt gemaakt tussen mensen op basis van de sociale groep waartoe zij behoren ofwel dat er sociale discriminatie bestaat, dit als onrechtvaardig beschouwen, de verantwoordelijkheid ervan bij 18

19 de ingroup leggen, en zichzelf categoriseren als lid van deze ingroup. Net als persoonlijke schuld leidt tot het weer goed willen maken en vergeven willen worden voor de schendig van morele normen en waarden (Roseman et al., 1994, aangehaald in Leach, Iyer, & Pedersen, 2006), zou ook collectieve schuld kunnen leiden tot pro-sociaal gedrag. Schmitt, Branscombe en Brehm (2004) stellen dat collectieve schuld het verlangen opwekt om de rechtvaardigheid te herstellen en om te compenseren voor het foute gedrag. Het is mogelijk dat, wanneer men collectieve schuld ervaart en rechtvaardigheid wil herstellen, dit leidt tot pro-sociale gedragingen. Deze gedragingen kunnen daarbij worden waargenomen in een positievere attitude over de betreffende outgroup en over acties om te compenseren voor het onrecht wat deze outgroup is aangedaan. Mogelijk leiden deze positievere attitudes daarmee tevens tot minder discriminatie. Door de collectieve schuld die mensen ervaren vanwege de waargenomen onrechtvaardigheid tussen sociale groepen, de positievere attitudes die zij hierdoor ontwikkelen en het verlangen voor het onrecht te compenseren, is het mogelijk dat collectieve schuld kan leiden tot een meer egalitaire en minder bevooroordeelde samenleving. De vraag of collectieve schuld leidt tot positievere attitudes over de outgroup en een minder bevooroordeelde samenleving staat centraal in deze paragraaf. Collectieve Schuld en Positieve Attitudes Powell, Branscombe en Schmitt (2005) onderzochten de relatie tussen witte schuld bij blanke Amerikanen en attitudes over zwarte Amerikanen aan de hand van verschillende vragenlijsten. Witte schuld wordt gedefinieerd als schuldgevoelens die blanke mensen ervaren over de privileges die zij hebben ten opzichte van mensen uit andere raciale groepen en werd gemeten door proefpersonen te laten aangeven in hoeverre zij het eens waren met stellingen betreffende de ervaring van schuld over witte privileges. Uit het onderzoek bleek dat de ervaring van groepsgebaseerde schuld inderdaad samen gaat met minder vooroordelen over 19

20 een outgroup; proefpersonen die collectieve schuld ervoeren over witte privileges rapporteerden op de vragenlijst betreffende attitudes minder vooroordelen over zwarte Amerikanen dan proefpersonen die geen collectieve schuld ervoeren. Ook Swim en Miller (1999) kwamen tot een vergelijkbaar resultaat; proefpersonen die aangaven witte schuld te ervaren, wat werd getest door een eigen ontworpen vragenlijst, hadden minder vooroordelen over zwarte mensen dan proefpersonen die aangaven geen witte schuld te ervaren. Swim en Miller onderzochten tevens de relatie tussen witte schuld en attitudes over acties om het onrecht betreffende de outgroup te compenseren. Uit de hiervoor bedoelde vragenlijsten bleek dat de ervaring van witte schuld iemands attitude over dergelijke acties voorspelden; wanneer proefpersonen zich schuldig voelden over de privileges van blanke mensen ten opzichte van zwarte mensen, hadden zij positievere attitudes over compensaties voor deze privileges en over compenserende acties. Doosje et al. (1998) deden onderzoek naar de rol van collectieve schuld bij vooroordelen in minimale groepen. Studenten werden zogenaamd gecategoriseerd als inductieve denkers op basis van een probleemoplossingstaakje. De studenten werd valse informatie gegeven betreffende de behandeling van deductieve denkers door inductieve denkers en door de betreffende student zelf. Wanneer de inductieve denker geloofde dat de andere inductieve denkers de deductieve denkers oneerlijk hadden behandeld, ervoeren zij schuld en verlangden zij compensatie voor dit gedrag. Doosje et al. deden tevens onderzoek bij een bestaande sociale groep: Nederlanders. Nederlanders die schuld ervoeren over het koloniale verleden met Indonesië waren eerder bereid tot compensaties van dit verleden door bijvoorbeeld gelddonaties aan goede doelen ten behoeve van Indonesië. Leach, Iyer en Pedersen (2006) onderzochten collectieve schuld aan de hand van de vragenlijst ontworpen door bovenstaande onderzoekers Swim en Miller (1999), zij het nu bij niet-aboriginals in Australië over de privileges die zij hebben in vergelijking met 20

21 Aboriginals. Hieruit bleek dat niet-aboriginals, die schuld ervoeren over hun privileges positiever attitudes hadden over compensatie aan Aboriginals door aan te geven hen een voorkeursbehandeling te willen geven in werk en educatie. Ten slotte Iyer, Leach en Crosby (2003), die collectieve schuld tevens onderzochten aan de hand van Swim en Millers (1999) vragenlijst. Uit dit onderzoek bleek dat collectieve schuld bij blanke Amerikanen motiveerde tot collectieve restituties in de vorm van compensatie en ook verontschuldigingen aan zwarte Amerikanen; diegenen die de meeste witte schuld ervoeren over oneerlijke voordelen en discriminatie stemden het meest voor compenserende acties. Uit bovenstaande onderzoeken kan nu geconcludeerd worden dat collectieve schuldgevoelens geassocieerd zijn met minder vooroordelen in de vorm van positievere of minder negatieve attitudes over outgroupleden. Collectieve schuldgevoelens blijken tevens geassocieerd te zijn met positievere atttitudes over acties om onrechtvaardigheid betreffende deze outgroup te compenseren. De vraag of deze positievere attitudes en verlangens om onrechtvaardigheid te herstellen (wat blijkt uit de positieve attitudes over compenserende acties) ook leiden tot een meer egalitaire samenleving, staat centraal in de volgende subparagraaf. Collectieve Schuld en een Egalitaire Samenleving Zowel Branscombe en Miron (2004) als Schmitt, Branscombe en Brehm (2004) onderzochten of collectieve schuld kan leiden tot de motivatie tot een meer egalitaire samenleving. Beiden concludeerden dat dit inderdaad zo is; hoe meer collectieve schuld werd ervaren, hoe groter de motivatie was een egalitaire samenleving te creëren. Ook Leach et al. (2006) onderzochten de rol van collectieve schuld bij de motivatie tot een meer egalitaire samenleving. Zij gingen echter nog een stap verder dan het onderzoeken 21

22 van alleen het willen van een egalitaire samenleving, maar onderzochten of mensen ook daadwerkelijk bereid waren bepaalde politieke acties te ondernemen om illegitieme verschillen tussen Aboriginals en niet-aboriginals te reduceren en daardoor een meer egalitaire samenleving te creëren. Zij onderzochten dit door proefpersonen te vragen in hoeverre zij bereid waren bepaalde politieke acties te ondernemen, zoals protestbrieven schrijven aan de regering, helpen organiseren van demonstraties en geld doneren aan een goed doel. Uit de resultaten bleek collectieve schuld echter slechts weinig geassocieerd te zijn met deze bereidheid; proefpersonen die meer schuld ervoeren waren niet zeer bereid acties te ondernemen. Een mogelijke verklaring voor dit resultaat ligt in het idee van focus op het zelf en focus op de ander. Een focus op de ander, zoals in empathie en sympathie zou kunnen leiden tot hulp en steun aan anderen. Volgens Hoffman (1987, aangehaald in Miron et al., 2006) is schuld gebaseerd op empathie en ook Niedenthal et al. (2006) stellen dat schuld het vermogen om empathie te ervaren en het perspectief van een ander in te nemen in zich heeft. Daardoor zou collectieve schuld ook kunnen zorgen voor hulp en steun aan de outgroup. Echter, volgens Iyer et al. (2003) is schuld juist een emotie gericht op het zelf en niet de ander. Het is een negatieve zelfbewuste emotie die suggereert dat men, of de groep waartoe men behoort, iets verkeerds heeft gedaan. Het idee dat de groep moreel en juist is wordt hierdoor bedreigd (Branscombe, Doosje, & McGarty, 2002) en dus zal het nare gevoel van schuld moeten verdwijnen. Door compensaties aan de benadeelde outgroup of vragen om vergeving neemt hoogstwaarschijnlijk dit schuldgevoel af. Het daadwerkelijk uitvoeren van politieke acties is daarom niet meer nodig, de nare emotie is immers al verdwenen. Men is bij de ervaring van collectieve schuld derhalve wellicht meer bezig zichzelf in een goed daglicht te zetten door middel van compensaties, dan daadwerkelijk de ander te willen helpen. Deze focus op zichzelf beperkt volgens Iyer et al. (2003) collectieve schuld in 22

23 het helpen bij het creëren van een egalitaire samenleving. Powell, Branscombe en Schmitt (2005) onderzochten of collectieve schuld inderdaad een emotie gericht op het zelf is en niet op de ander. Proefpersonen kregen stellingen te lezen over raciale discriminatie, waarbij zij moesten aangeven in hoeverre zij het eens waren met de stellingen. Raciale ongelijkheden werden zo geformuleerd dat de privileges van blanken werden benadrukt of het achterstellen van zwarten. Het denken over raciale ongelijkheid in termen van witte privileges leidde tot meer gevoelens van witte schuld dan het denken over raciale ongelijkheden in termen van achterstellingen die zwarten ervaren. Dit geeft aan dat collectieve schuld inderdaad een emotie gericht op het zelf is en niet op de ander. Ook Iyer et al. (2005) onderzochten of collectieve schuld een emotie is met focus op de eigen groep in tegenstelling tot de andere groep. Ook nu werd proefpersonen gevraagd aan te geven in hoeverre zij het eens waren met enkele stellingen betreffende raciale discriminatie van Afrikaanse Amerikanen. Deze stellingen werden ofwel geformuleerd in termen van de Europese Amerikaan als dader (zelffocus) ofwel de Afrikaanse Amerikaan als doelwit (focus op de ander). Vervolgens werd hen gevraagd in welke mate zij verschillende emoties ervoeren wanneer zij dachten aan raciale discriminatie. Ook nu bleek dat collectieve schuld een emotie gericht op het zelf is en niet op de ander; wanneer raciale discriminatie werd geformuleerd in termen van de Europese Amerikaan als dader leidde dat meer tot gevoelens van collectieve schuld dan wanneer deze werd geformuleerd in termen van de Afrikaanse Amerikaan als doelwit. Deze focus op de ander leidde daarentegen tot gevoelens van sympathie, wat aangeeft dat, in tegenstelling tot wat Hoffman (1987, aangehaald in Miron et al., 2006) en Niedenthal et al. (2006) beweren, schuld en sympathie verschillende emoties zijn. Uit bovenstaande onderzoeken kan nu geconcludeerd worden dat collectieve schuld niet leidt tot een meer egalitaire samenleving, aangetoond door de minimale associatie van collectieve schuld met bereidheid tot politieke acties in het onderzoek van Leach et al. (2006). 23

24 Dit komt waarschijnlijk door de zelfgerichte aard van collectieve schuld, terwijl mogelijk een focus op de ander nodig is als het gaat om het daadwerkelijk uitvoeren van acties bedoeld om gelijkheid te bewerkstelligen. Conclusie Uit bovenstaand overzicht kan geconcludeerd worden dat groepsgebaseerde angst vooroordelen veroorzaakt, terwijl collectieve schuld deze vermindert; hoe meer groepsgebaseerde angst werd ervaren betreffende een outgroup, hoe negatiever de attitude over deze outgroup was en hoe meer collectieve schuld werd ervaren over oneerlijke behandeling van de outgroup, hoe positiever de attitudes over deze outgroup. Specifieker bleek betreffende de rol van groepsgebaseerde angst uit de beschreven onderzoeken dat, in overeenstemming met de ITT, waargenomen realistische en symbolische bedreigingen, intergroepangst en negatieve stereotyperingen geassocieerd waren met negatievere attitudes over outgroups, alhoewel niet alle bedreigingen effect hadden bij elke groep. Dit komt echter overeen met het idee van Cottrell en Neuberg (2005), welke stellen dat elke outgroup een eigen identieke bedreiging vormt voor de ingroup. Deze unieke bedreiging bepaalt welke emotie men zal ervaren namens de ingroup en hoe men zich vervolgens zal gedragen. Zo blijken vooroordelen over Aziatische immigranten niet voorspeld te worden door symbolische bedreigingen en negatieve stereotyperingen. Een mogelijke verklaring hiervoor is dat Aziatische immigranten door Amerikanen als weinig verschillend in culturele normen en waarden worden beschouwd in vergelijking met Mexicaanse en Cubaanse immigranten en er meer positieve stereotyperingen bestaan (slim, hardwerkend) dan negatieve stereotyperingen, waardoor deze twee bedreigingen weinig invloed hebben op vooroordelen over Aziatische immigranten. Symbolische bedreigingen hadden ook geen effect op vooroordelen over kankerpatiënten, maar wel op vooroordelen over Aids-patiënten. Dit komt 24

25 mogelijk doordat mensen met kanker niet een specifieke outgroup met andere culturele normen en waarden vormen; kanker komt immers in alle culturen en sociale groepen voor. Aids daarentegen is een meer gestigmatiseerde ziekte, die vaak geassocieerd wordt met een non-normatieve leefstijl (Berrenberg et al., 2002). Aids-patiënten zouden daardoor dus eerder kunnen worden beschouwd als hebbende een ander cultureel wereldbeeld en derhalve als symbolische bedreiging. Ook wanneer men kijkt naar de voorspellende bedreigingen bij hogere en lagere statusgroepen valt in het bijzonder één verschil op, namelijk de voorspellende waarde van realistische versus symbolische dreigingen. Hoewel bij hogere statusgroepen realistische bedreigingen veelal wel voorspellend zijn, blijken bij lagere statusgroepen de realistische bedreiging minder voorspellende waarde te hebben en symbolische des te meer. Een logische verklaring zou kunnen zijn dat lagere statusgroepen niet sterk bedreigd kunnen worden in hun politieke en economische macht, aangezien zij deze veel minder bezitten dan hogere statusgroepen. Hogere statusgroepen, welke veel macht en vele bronnen bezitten, kunnen zich wel bedreigd voelen hierin. De voorspellende waarde van realistische bedreigingen is daardoor wellicht sterker bij attitudes van hogere statusgroepen over lagere statusgroepen dan andersom. Lagere statusgroepen worden daarnaast vaker gedwongen zich aan de bestaande dominante cultuur aan te passen, waardoor hun culturele normen en waarden veel sterker worden gehinderd door de outgroup dan andersom. Dit is zichtbaar aan de onlangs verhitte discussies over het dragen van hoofddoekjes op scholen in verschillende landen in Europa. Hoewel dit tevens laat zien dat blanke Europeanen bang zijn hun cultuur te verliezen ze proberen immers invloeden van andere culturen zo veel mogelijk te beperken zijn het toch de Moslims die hierbij zich sterker symbolisch bedreigd kunnen voelen en hun attitudes betreffende Europeanen daardoor meer laten beïnvloeden dan de blanke Europeanen. 25

26 Kritiekpunt bij de gebruikte onderzoeken naar de rol van groepsgebaseerde angst bij vooroordelen is dat geen van alle daadwerkelijk de emotionele reactie angst hebben onderzocht, maar de aanname dat gevoelens van bedreiging angstgevoelens betekenen. Er zijn echter ook andere emotionele reacties op waargenomen bedreigingen mogelijk, zoals de emotie woede. Het blijft daarom moeilijk te concluderen dat angst geassocieerd is met vooroordelen. Onderzoek heeft echter aangetoond dat angst wel een veel voorkomende emotionele reactie is op waargenomen bedreigingen (Cottrell & Neuberg, 2005). Een tweede kritiekpunt betreft de correlationele aard van de gebruikte onderzoeken, waardoor moeilijk causale conclusies kunnen worden getroffen. De relatie tussen angst en vooroordelen is andersom bijvoorbeeld ook mogelijk; vooroordelen die tot angst leiden. Is bijvoorbeeld het feit dat iemand leden van een andere sociale groep als een bedreiging waarneemt en derhalve angst ervaart niet ook al een vooroordeel? Stereotyperingen zijn mogelijk een belangrijke basis voor vooroordelen; men vormt zichzelf een mening over een bepaald persoon of een sociale groep, oftewel een vooroordeel, welke gebaseerd is op de generalisaties en verwachtingen die men heeft betreffende deze persoon of groep (stereotyperingen). Dit vooroordeel zorgt er vervolgens voor welke emotie men ervaart (angst, woede, walging, etc.). Wanneer dit angst is, kan het vooroordeel ook nog bepalen of men symbolische, realistische of intergroep angst ervaart. Zo kan men bijvoorbeeld het stereotype idee hebben dat alle Hells Angels gewelddadig zijn. Wanneer men vervolgens een Hells Angel tegenkomt, zal men zijn of haar mening al klaar hebben over deze persoon, gebaseerd op dit beeld van Hells Angels. Dit kan leiden tot angstgevoelens in de vorm van realistische bedreigingen en wellicht intergroepangst. Afhankelijk van het vooroordeel dat men heeft, zal men dus een bepaalde angst (of andere emotie) ervaren. Vervolgens zal, in overeenstemming met de IET, deze emotie bepalen hoe men zich gedraagt. In die zin kunnen vooroordelen tot angst leiden. Een nieuwe theorie die getest zou moeten worden is daarom of negatieve 26

Moral Misfits. The Role of Moral Judgments and Emotions in Derogating Other Groups C. Wirtz

Moral Misfits. The Role of Moral Judgments and Emotions in Derogating Other Groups C. Wirtz Moral Misfits. The Role of Moral Judgments and Emotions in Derogating Other Groups C. Wirtz Mensen die als afwijkend worden gezien zijn vaak het slachtoffer van vooroordelen, sociale uitsluiting, en discriminatie.

Nadere informatie

Antecedenten en consequenties van collectieve schuld

Antecedenten en consequenties van collectieve schuld Antecedenten en consequenties van collectieve schuld Een uitleg aan de hand van de Intergroup Emotion Theory Abstract In dit paper worden de antecendenten en consequenties van collectieve schuld uiteen

Nadere informatie

Geven en ontvangen van steun in de context van een chronische ziekte.

Geven en ontvangen van steun in de context van een chronische ziekte. Een chronische en progressieve aandoening zoals multiple sclerose (MS) heeft vaak grote consequenties voor het leven van patiënten en hun intieme partners. Naast het omgaan met de fysieke beperkingen van

Nadere informatie

Sociale identiteit en groepsgebaseerd schuldgevoel

Sociale identiteit en groepsgebaseerd schuldgevoel Sociale identiteit en groepsgebaseerd schuldgevoel Een analyse in het licht van de intergroep emotie theorie Universiteit van Amsterdam Afdeling Psychologie Bachelorthese Sociale Psychologie Auteur: Ira

Nadere informatie

Hoofdstuk 2: Het aanbieden van ingroup dimensies verhoogt prestatiemotivatie

Hoofdstuk 2: Het aanbieden van ingroup dimensies verhoogt prestatiemotivatie De vraag die in dit proefschrift gesteld wordt is hoe mensen die lid zijn van een groep met een lage sociale status (b.v. vrouwen, allochtone Nederlanders) gemotiveerd kunnen worden tot het verbeteren

Nadere informatie

Werken dialoogbijeenkomsten tegen discriminatie?

Werken dialoogbijeenkomsten tegen discriminatie? Werken dialoogbijeenkomsten tegen discriminatie? NOVEMBER 2016 DIALOOGBIJEENKOMSTEN KUNNEN VOOROORDELEN EN STEREOTYPERING VERMINDEREN De bestrijding van discriminatie staat in Nederland hoog op de agenda.

Nadere informatie

Moral misfits: The role of moral judgments and emotions in derogating other groups

Moral misfits: The role of moral judgments and emotions in derogating other groups UvA-DARE (Digital Academic Repository) Moral misfits: The role of moral judgments and emotions in derogating other groups Wirtz, C. Link to publication Citation for published version (APA): Wirtz, C. (2014).

Nadere informatie

Morele emoties en hulpgedrag

Morele emoties en hulpgedrag Morele emoties en hulpgedrag Een onderzoek naar de relatie tussen emoties over discriminatie en het doen van vrijwilligerswerk Werkstuk Sociale Psychologie April 2007 Annelot van Leeuwen 0026468 Begeleider:

Nadere informatie

Samenvatting. Mensen creëren hun eigen, soms illusionaire, visie over henzelf en de wereld

Samenvatting. Mensen creëren hun eigen, soms illusionaire, visie over henzelf en de wereld Samenvatting Mensen creëren hun eigen, soms illusionaire, visie over henzelf en de wereld om hen heen. Zo hebben vele mensen een natuurlijke neiging om zichzelf als bijzonder positief te beschouwen (bijv,

Nadere informatie

Red cheeks, sweaty palms, and coy-smiles: The role of emotional and sociocognitive disturbances in child social anxiety M. Nikolić

Red cheeks, sweaty palms, and coy-smiles: The role of emotional and sociocognitive disturbances in child social anxiety M. Nikolić Red cheeks, sweaty palms, and coy-smiles: The role of emotional and sociocognitive disturbances in child social anxiety M. Nikolić Rode wangen, zweethanden en coy-smiles: De rol van emotionele en socio-cognitieve

Nadere informatie

het laagste niveau van psychologisch functioneren direct voordat de eerste bestraling begint. Zowel angstgevoelens als depressieve symptomen en

het laagste niveau van psychologisch functioneren direct voordat de eerste bestraling begint. Zowel angstgevoelens als depressieve symptomen en Samenvatting In de laatste 20 jaar is er veel onderzoek gedaan naar de psychosociale gevolgen van kanker. Een goede zaak want aandacht voor kanker, een ziekte waar iedereen in zijn of haar leven wel eens

Nadere informatie

De sociale psychologie van waargenomen rechtvaardigheid en de rol van onzekerheid

De sociale psychologie van waargenomen rechtvaardigheid en de rol van onzekerheid Kees van den Bos De sociale psychologie van waargenomen rechtvaardigheid en de rol van onzekerheid In deze bijdrage wordt sociaal-psychologisch onderzoek naar sociale rechtvaardigheid besproken. Sociaal-psychologen

Nadere informatie

woorden, de vrouw in bovenstaand voorbeeld moet haar loon kunnen vergelijken met dat van andere vrouwen en mannen in vergelijkbare posities. Deze info

woorden, de vrouw in bovenstaand voorbeeld moet haar loon kunnen vergelijken met dat van andere vrouwen en mannen in vergelijkbare posities. Deze info Voor leden van gediscrimineerde groepen kan het onduidelijk zijn of de (negatieve) behandeling die zij ervaren het gevolg is van, bijvoorbeeld, gebrek aan eigen kwaliteiten of het vooroordeel van een ander.

Nadere informatie

Gemotiveerde reacties op discriminatie: ego- of systeem- motivatie

Gemotiveerde reacties op discriminatie: ego- of systeem- motivatie Samenvatting Voor leden van gediscrimineerde groepen kan het onduidelijk zijn of de (negatieve) behandeling die zij ervaren het gevolg is van, bijvoorbeeld, gebrek aan eigen kwaliteiten of het vooroordeel

Nadere informatie

Cover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation.

Cover Page. The handle   holds various files of this Leiden University dissertation. Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/20466 holds various files of this Leiden University dissertation. Author: Lelieveld, Gert-Jan Title: Emotions in negotiations : the role of communicated

Nadere informatie

Samenvatting (Summary in Dutch)

Samenvatting (Summary in Dutch) Samenvatting (Summary in Dutch) Het aantal eerste en tweede generatie immigranten in Nederland is hoger dan ooit tevoren. Momenteel wonen er 3,2 miljoen immigranten in Nederland, dat is 19.7% van de totale

Nadere informatie

Nederlandse Samenvatting (Dutch Summary)

Nederlandse Samenvatting (Dutch Summary) Nederlandse Samenvatting (Dutch Summary) 175 176 Corruptie heeft enorme negatieve gevolgen voor mensen over de hele wereld het laat het nationaal vermogen slinken (Kaufmann et al., 2006), veroorzaakt achteruitgang

Nadere informatie

Radicalisering van (moslim)jongeren: Herkenning en handeling. Presentatie voor Veiligheidsnetwerk Grote Steden. Bertjan Doosje 20 november 2014

Radicalisering van (moslim)jongeren: Herkenning en handeling. Presentatie voor Veiligheidsnetwerk Grote Steden. Bertjan Doosje 20 november 2014 Radicalisering van (moslim)jongeren: Herkenning en handeling Presentatie voor Veiligheidsnetwerk Grote Steden Bertjan Doosje 20 november 2014 1 Overzicht 1. Wat is radicalisering? 2. Hoe ontstaat het?

Nadere informatie

Ontstaan, werking, voortbestaan en verandering van stereotypen

Ontstaan, werking, voortbestaan en verandering van stereotypen Ontstaan, werking, voortbestaan en verandering van stereotypen Introductie op Module 2 Training Selecteren zonder Vooroordelen Voor de beste match! Dit opleidingsaanbod is tot stand gekomen met financiële

Nadere informatie

73 SAMENVATTING In dit proefschrift wordt een empirische toetsing van de machtafstandstheorie (Mulder, 1972, 1977) beschreven. In grote lijnen stelt deze theorie dat mensen macht prettig vinden, en dat

Nadere informatie

presentatie Algemene Onderwijs Bond

presentatie Algemene Onderwijs Bond presentatie Algemene Onderwijs Bond Identiteit, Zelfwaardering en Discriminatie Arjan de Wolf 1. Introductie Overzicht 2. Persoonlijke en sociale identiteit? 3. Wat is categorisatie? Stereotypering? Vooroordelen?

Nadere informatie

(Nederlandse samenvatting)

(Nederlandse samenvatting) SUMMARY IN DUTCH Summary in Dutch (Nederlandse samenvatting) Met goede kwalificaties en prestaties in statusdefiniërende domeinen als werk en opleiding kunnen leden van lage status groepen, zoals etnische

Nadere informatie

Werkt confrontatie met eigen vooroordelen tegen discriminatie op de arbeidsmarkt?

Werkt confrontatie met eigen vooroordelen tegen discriminatie op de arbeidsmarkt? Werkt confrontatie met eigen vooroordelen tegen discriminatie op de arbeidsmarkt? Februari 2016 SEPTEMBER 2016 ONDERZOEK NAAR DE PLAUSIBILITEIT VAN TRAININGEN GERICHT OP BEWUSTWORDING VAN VOOROORDELEN

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Nederlandse samenvatting Uit crosscultureel onderzoek is bekend dat de cultuur waarin men opgroeit van jongs af aan invloed heeft op emotie-ervaringen en emotie-uitingen. Veel minder bekend is in welke

Nadere informatie

Samenvatting in het Nederlands

Samenvatting in het Nederlands Samenvatting 1 Samenvatting in het Nederlands In dit proefschrift zijn de gevolgen van verschillende vormen van discriminatie voor de slachtoffers ervan onderzocht. Een kernelement van de studies die opgenomen

Nadere informatie

22 januari 2015. Onderzoek: Jouw vrijheid, mijn vrijheid

22 januari 2015. Onderzoek: Jouw vrijheid, mijn vrijheid 22 januari 2015 Onderzoek: Jouw vrijheid, mijn vrijheid 1 Over het EenVandaag Opiniepanel Het EenVandaag Opiniepanel bestaat uit ruim 45.000 mensen. Zij beantwoorden vragenlijsten op basis van een online

Nadere informatie

Samenvatting, conclusies en discussie

Samenvatting, conclusies en discussie Hoofdstuk 6 Samenvatting, conclusies en discussie Inleiding Het doel van het onderzoek is vast te stellen hoe de kinderen (10 14 jaar) met coeliakie functioneren in het dagelijks leven en wat hun kwaliteit

Nadere informatie

hoofdstuk 2 een vergelijkbaar sekseverschil laat zien voor buitenrelationeel seksueel gedrag: het hebben van seksuele contacten buiten de vaste

hoofdstuk 2 een vergelijkbaar sekseverschil laat zien voor buitenrelationeel seksueel gedrag: het hebben van seksuele contacten buiten de vaste Samenvatting Mensen zijn in het algemeen geneigd om consensus voor hun eigen gedrag waar te nemen. Met andere woorden, mensen denken dat hun eigen gedrag relatief vaak voorkomt. Dit verschijnsel staat

Nadere informatie

Samenvatting. Samenvatting

Samenvatting. Samenvatting Samenvatting 10 Samenvatting Samenvatting Hoe snel word je boos als iemand je provoceert? Het traditionele antwoord op deze vraag is dat het afhangt van je individuele neiging om boos te worden. Als je

Nadere informatie

Exposure to Parents Negative Emotions in Early Life as a Developmental Pathway in the Intergenerational Transmission of Depression and Anxiety E.

Exposure to Parents Negative Emotions in Early Life as a Developmental Pathway in the Intergenerational Transmission of Depression and Anxiety E. Exposure to Parents Negative Emotions in Early Life as a Developmental Pathway in the Intergenerational Transmission of Depression and Anxiety E. Aktar Summary 1 Summary in Dutch (Samenvatting) Summary

Nadere informatie

STABLE LOVE, STABLE LIFE?

STABLE LOVE, STABLE LIFE? STABLE LOVE, STABLE LIFE? De rol van sociale steun en acceptatie in de relatie van paren die leven met de ziekte van Ménière Oktober 2011 Auteur: Drs. Marise Kaper Master Sociale Psychologie, Rijksuniversiteit

Nadere informatie

Samenvatting [Summary in Dutch]

Samenvatting [Summary in Dutch] [Summary in Dutch] Werken als vrijwilliger voor een organisatie, bloed doneren of geld geven aan daklozen zijn enkele voorbeelden van prosociaal gedrag. Prosociaal gedrag betreft alle handelingen die gericht

Nadere informatie

Marrit-10-H10 24-06-2008 11:05 Pagina 131. chapter 10 samenvatting

Marrit-10-H10 24-06-2008 11:05 Pagina 131. chapter 10 samenvatting Marrit-10-H10 24-06-2008 11:05 Pagina 131 chapter 10 samenvatting Marrit-10-H10 24-06-2008 11:05 Pagina 132 Marrit-10-H10 24-06-2008 11:05 Pagina 133 Zaadbalkanker wordt voornamelijk bij jonge mannen vastgesteld

Nadere informatie

Neurocognitive Processes and the Prediction of Addictive Behaviors in Late Adolescence O. Korucuoğlu

Neurocognitive Processes and the Prediction of Addictive Behaviors in Late Adolescence O. Korucuoğlu Neurocognitive Processes and the Prediction of Addictive Behaviors in Late Adolescence O. Korucuoğlu Nederlandse Samenvatting De adolescentie is levensfase waarin de neiging om nieuwe ervaringen op te

Nadere informatie

Gedeelde Waarden in Confrontaties met Morele Weigeraars: Tegenovergestelde Effecten op Zelf- en Weigeraar Beoordelingen

Gedeelde Waarden in Confrontaties met Morele Weigeraars: Tegenovergestelde Effecten op Zelf- en Weigeraar Beoordelingen Gedeelde Waarden in Confrontaties met Morele Weigeraars: Tegenovergestelde Effecten op Zelf- en Weigeraar Beoordelingen Florien M. Cramwinckel 1, Kees van den Bos 1, Eric van Dijk 2, Anneke Bruin 1, Simone

Nadere informatie

Kwaliteit van leven Een hulpmiddel bij de voorbereiding van een zorgplan

Kwaliteit van leven Een hulpmiddel bij de voorbereiding van een zorgplan Kwaliteit van leven Een hulpmiddel bij de voorbereiding van een zorgplan De zorg en begeleiding van mensen met een verstandelijke beperking moet erop gericht zijn dat de persoon een optimale kwaliteit

Nadere informatie

Informatie over de deelnemers

Informatie over de deelnemers Tot eind mei 2015 hebben in totaal 45558 mensen deelgenomen aan de twee Impliciete Associatie Testen (IATs) op Onderhuids.nl. Een enorm aantal dat nog steeds groeit. Ook via deze weg willen we jullie nogmaals

Nadere informatie

Cover Page. The handle http://hdl.handle.net/1887/22989 holds various files of this Leiden University dissertation

Cover Page. The handle http://hdl.handle.net/1887/22989 holds various files of this Leiden University dissertation Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/22989 holds various files of this Leiden University dissertation Author: Pouw, Lucinda Title: Emotion regulation in children with Autism Spectrum Disorder

Nadere informatie

Samenvatting. (Summary in dutch)

Samenvatting. (Summary in dutch) Samenvatting (Summary in dutch) 74 Samenvatting Soms kom je van die stelletjes tegen die alleen nog maar oog hebben voor elkaar. Ze bestellen hetzelfde ijsje, maken elkaars zinnen af en spiegelen elkaar

Nadere informatie

Context Effecten op Interculturele Emotie Perceptie

Context Effecten op Interculturele Emotie Perceptie Bachelorthese Sociale Psychologie Context Effecten op Interculturele Emotie Perceptie Esther T.F. Martens Bachelorthese Sociale Psychologie 23-06-2013 Studentnummer 10007709 Begeleider: P. Kommattam 8033

Nadere informatie

Een Eigen Gezicht. Een onderzoek naar stigmatisering, sociale steun en eenzaamheid bij mensen met een gezichtsafwijking. Door Maaike van Dam

Een Eigen Gezicht. Een onderzoek naar stigmatisering, sociale steun en eenzaamheid bij mensen met een gezichtsafwijking. Door Maaike van Dam Een Eigen Gezicht Een onderzoek naar stigmatisering, sociale steun en eenzaamheid bij mensen met een gezichtsafwijking Door Maaike van Dam Rijksuniversiteit Groningen Wetenschapswinkel Geneeskunde en Volksgezondheid

Nadere informatie

Bottom-Up Influences in Representative Negotiations: How Representatives Affect Intra-Inter Group Relations Ö. Saygi

Bottom-Up Influences in Representative Negotiations: How Representatives Affect Intra-Inter Group Relations Ö. Saygi Bottom-Up Influences in Representative Negotiations: How Representatives Affect Intra-Inter Group Relations Ö. Saygi 1 Samenvatting Tijdens het schrijven van mijn proefschrift in het tijdperk van de Arabische

Nadere informatie

Opgave 1 Jeugdwerkloosheid in Europa

Opgave 1 Jeugdwerkloosheid in Europa Opgave 1 Jeugdwerkloosheid in Europa 1 maximumscore 4 Het verrichten van flexibele arbeid kan een voorbeeld zijn van positieverwerving als de eigen keuze van de jongeren uitgaat naar flexibele arbeid in

Nadere informatie

How to present online information to older cancer patients N. Bol

How to present online information to older cancer patients N. Bol How to present online information to older cancer patients N. Bol Dutch summary (Nederlandse samenvatting) Dutch summary (Nederlandse samenvatting) Goede informatievoorziening is essentieel voor effectieve

Nadere informatie

filosofie havo 2017-II

filosofie havo 2017-II Opgave 3 Grensmuren 12 maximumscore 4 een uitleg met tekst 7 dat Nunez de drie basisprincipes van Cicero kan gebruiken om het bestaan van de muur te rechtvaardigen (per juiste toepassing 1 scorepunt toekennen):

Nadere informatie

Fort van de Democratie

Fort van de Democratie Fort van de Democratie Stichting Vredeseducatie / peace education projects Het Fort van de Democratie WERKT! Samenvatting van een onderzoek door de Universiteit van Amsterdam naar de effecten van de interactieve

Nadere informatie

Samenvatting Summary in Dutch

Samenvatting Summary in Dutch 112 Samenvatting Summary in Dutch Wanneer mensen anderen zien die in een gelijke situatie of wel beter af zijn of wel slechter af zijn, kan dat sterke reacties oproepen. Mensen kunnen als reactie sterke

Nadere informatie

Nederlandse Samenvatting

Nederlandse Samenvatting Nederlandse Samenvatting Het onderwerp van dit proefschrift is depressieve en angst symptomen in chronische dialyse patiënten en andere patiënten. Het proefschrift bestaat uit twee delen (deel A en deel

Nadere informatie

Opgave 1 Heeft het vrijwilligerswerk toekomst?

Opgave 1 Heeft het vrijwilligerswerk toekomst? Opgave 1 Heeft het vrijwilligerswerk toekomst? 1 maximumscore 2 maatschappelijk belang van vrijwilligerswerk beargumenteerd met behulp van kernconcept sociale cohesie 1 maatschappelijk belang van vrijwilligerswerk

Nadere informatie

Nederlandse Samenvatting (Summary in Dutch)

Nederlandse Samenvatting (Summary in Dutch) Nederlandse Samenvatting Nederlandse Samenvatting (Summary in Dutch) Overredende gezondheidsteksten, die als doel hebben om mensen te overtuigen hun ongezonde gewoonten te veranderen, zijn alom aanwezig

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting (summary in Dutch)

Nederlandse samenvatting (summary in Dutch) Nederlandse samenvatting (summary in Dutch) 167 1 Introductie Zogeheten transnationale gezinnen, gezinnen waarvan de leden in verschillende landen woonachtig zijn, zijn het onderwerp van deze studie.

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Bij de ontwikkeling van metabole ziekten zoals overgewicht, type 2 diabetes en Anorexia Nervosa spelen omgevingsfactoren zoals dieet en fysieke activiteit een belangrijke rol. Er zijn echter grote individuele

Nadere informatie

COACHING TRAINING and CONSULTANCY. verschil: Productief maken van diversiteit

COACHING TRAINING and CONSULTANCY. verschil: Productief maken van diversiteit Work with Joy COACHING TRAINING and CONSULTANCY De spanning van het verschil: verschil: Productief maken van diversiteit Dr. Joyce Rupert Wat is diversiteit? ieder kenmerk waarvan mensen het gevoel hebben

Nadere informatie

Nederlandse Samenvatting

Nederlandse Samenvatting 220 Nederlandse Samenvatting Summary in Dutch Teams spelen een belangrijke rol in moderne organisaties (Devine, Clayton, Phillips, Dunford, & Melner, 1999; Mathieu, Marks, & Zaccaro, 2001). Doordat teams

Nadere informatie

Vernedering op interpersoonlijk en intergroepsniveau

Vernedering op interpersoonlijk en intergroepsniveau Bachelorthese Sociale Psychologie Faculteit der Maatschappij en Gedragwetenschappen Universiteit van Amsterdam Vernedering op interpersoonlijk en intergroepsniveau In hoeverre zijn inzichten vanuit interpersoonlijke

Nadere informatie

Respectvol in gesprek over gewicht en leefstijl

Respectvol in gesprek over gewicht en leefstijl Introductie Respectvol in gesprek over gewicht en leefstijl 08/03/2018 SANNE NIEMER Onderzoeker kinderen en obesitas VU-projectleider LEFF 2 Waarom lastig om te bespreken? Vrees voor negatieve reacties

Nadere informatie

Draagvlak migratiebeleid

Draagvlak migratiebeleid Rijksuniversiteit Groningen Faculteit Gedrags- en Maatschappijwetenschappen Draagvlak migratiebeleid Tom Postmes Ernestine Gordijn Toon Kuppens Frank Gootjes Katja Albada In opdracht van het Ministerie

Nadere informatie

Het Verband Tussen Symbolische Dreiging en de Attitude, Sociale Afstand en

Het Verband Tussen Symbolische Dreiging en de Attitude, Sociale Afstand en Het Verband Tussen Symbolische Dreiging en de Attitude, Sociale Afstand en Tolerantie Tegenover Moslims in Nederland en de Medieërende Functie van Emoties. Tom Brinkkemper 5828945 Universiteit van Amsterdam

Nadere informatie

Samenvatting (Dutch summary)

Samenvatting (Dutch summary) Parenting Support in Community Settings: Parental needs and effectiveness of the Home-Start program J.J. Asscher Samenvatting (Dutch summary) Ouders spelen een belangrijke rol in de ontwikkeling van kinderen.

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting Dutch summary

Nederlandse samenvatting Dutch summary 110 Ethics in Economic Decision-Making Nederlandse samenvatting Dutch summary We maken in het dagelijks leven vele beslissingen. Een groot deel van deze beslissingen bepaalt niet alleen onze eigen (financiële)

Nadere informatie

Tekst 21: The Signature Effect: Signing influences Consumption-Related Bahavior bij priming self-identity (Kettle & Haubl)

Tekst 21: The Signature Effect: Signing influences Consumption-Related Bahavior bij priming self-identity (Kettle & Haubl) Tekst 21: The Signature Effect: Signing influences Consumption-Related Bahavior bij priming self-identity (Kettle & Haubl) Inleiding Je handtekening zetten speelt een belangrijke rol in je leven. Als consument

Nadere informatie

Communicating about Concerns in Oncology K. Brandes

Communicating about Concerns in Oncology K. Brandes Communicating about Concerns in Oncology K. Brandes Nederlandse samenvatting Uit een recente rapportage van KWF Kankerbestrijding blijkt dat 64% van de (ex-) patiënten met kanker zorgen ervaart over psychosociale

Nadere informatie

Dutch Summary Acknowledgements Curriculum Vitae

Dutch Summary Acknowledgements Curriculum Vitae Dutch Summary Acknowledgements Curriculum Vitae 184 Welbevinden en hoofdpijn bij adolescenten: de rol van zelfregulatie In dit proefschrift is de rol van zelfregulatie processen voor het welbevinden van

Nadere informatie

Aantekening Levensbeschouwing Hoofdstuk 2: Waarden en normen

Aantekening Levensbeschouwing Hoofdstuk 2: Waarden en normen Aantekening Levensbeschouwing Hoofdstuk 2: Waarden en normen Aantekening door C. 814 woorden 16 januari 2014 5,6 52 keer beoordeeld Vak Methode Levensbeschouwing Standpunt Waarden, normen en moraal Waarde:

Nadere informatie

Dutch Summary Samenvatting. Pesten Gecontextualiseerd: Het Veranderen van het Groepsproces door het Veranderen van de Betrokkenheid

Dutch Summary Samenvatting. Pesten Gecontextualiseerd: Het Veranderen van het Groepsproces door het Veranderen van de Betrokkenheid Dutch Summary Samenvatting Pesten Gecontextualiseerd: Het Veranderen van het Groepsproces door het Veranderen van de Betrokkenheid van de Buitenstaanders In Hoofdstuk Een werd de theoretische achtergrond

Nadere informatie

Evaluatie van het project Mantelluisteren academiejaar 2012-2013

Evaluatie van het project Mantelluisteren academiejaar 2012-2013 Evaluatie van het project Mantelluisteren academiejaar 212-21 In academiejaar 212-21 namen 5 mantelzorgers en 5 studenten 1 ste bachelor verpleegkunde (Howest, Brugge) deel aan het project Mantelluisten.

Nadere informatie

Ondanks dat het in Nederland niet is toegestaan om alcohol te verkopen aan jongeren onder de 16 jaar, drinkt een groot deel van deze jongeren

Ondanks dat het in Nederland niet is toegestaan om alcohol te verkopen aan jongeren onder de 16 jaar, drinkt een groot deel van deze jongeren Ondanks dat het in Nederland niet is toegestaan om alcohol te verkopen aan jongeren onder de 16 jaar, drinkt een groot deel van deze jongeren alcohol. Dit proefschrift laat zien dat de meerderheid van

Nadere informatie

Communicatie, discriminatie en conflict

Communicatie, discriminatie en conflict Communicatie, discriminatie en conflict 1 Inhoud Communicatie Het communicatieproces Misverstanden Categorisatie Ingroup/ outgroupdifferentiatie Stereotypen Discriminatie 2 Communicatie (6.2-6.4) Communicatie

Nadere informatie

Framing Turkey: Identities, public opinion and Turkey s potential accession into the EU

Framing Turkey: Identities, public opinion and Turkey s potential accession into the EU UvA-DARE (Digital Academic Repository) Framing Turkey: Identities, public opinion and Turkey s potential accession into the EU Azrout, R. Link to publication Citation for published version (APA): Azrout,

Nadere informatie

Dutch summary. (Nederlandse samenvatting)

Dutch summary. (Nederlandse samenvatting) Dutch summary (Nederlandse samenvatting) 151 152 1. Inleiding Rijden onder invloed van alcohol en/of drugs is een belangrijke oorzaak van verkeersongelukken. Al is alcohol de belangrijkste veroorzaker

Nadere informatie

Samenvatting. Dutch Summary.

Samenvatting. Dutch Summary. Samenvatting Dutch Summary. 125 126 Dutch Summary Nederlandse Samenvatting (Summary in Dutch) Door de aanwezigheid van omstanders helpen mensen elkaar minder snel en minder vaak. Dit geldt voor zowel noodsituaties,

Nadere informatie

Pizza Verdi. Opdrachtenblad. Regie: Gary Nadeau Jaar: 2011 Duur: 8 minuten

Pizza Verdi. Opdrachtenblad. Regie: Gary Nadeau Jaar: 2011 Duur: 8 minuten Pizza Verdi Regie: Gary Nadeau Jaar: 2011 Duur: 8 minuten Opdrachtenblad Lesuurpakket Pizza Verdi (thema s: sociale verschillen, stereotyperingen/vooroordelen; verdiepingsopdracht Amerikaanse burgerrechten)

Nadere informatie

Perseverative cognition: The impact of worry on health. Nederlandse samenvatting

Perseverative cognition: The impact of worry on health. Nederlandse samenvatting Perseverative cognition: The impact of worry on health Nederlandse samenvatting Nederlandse samenvatting Perseveratieve cognitie: de invloed van piekeren op gezondheid Iedereen maakt zich wel eens zorgen.

Nadere informatie

Nederlandse Samenvatting. (Dutch Summary)

Nederlandse Samenvatting. (Dutch Summary) Nederlandse Samenvatting (Dutch Summary) Het aantal oudere mensen in onze maatschappij groeit en de komende jaren zal dit alleen nog maar meer toenemen. De verwachting is dat het aantal mensen dat 65 jaar

Nadere informatie

NEDERLANDSE SAMENVATTING 143. Nederlandse samenvatting

NEDERLANDSE SAMENVATTING 143. Nederlandse samenvatting NEDERLANDSE SAMENVATTING 143 Nederlandse samenvatting 144 NEDERLANDSE SAMENVATTING De Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) stelt dat psychische gezondheid een staat van welzijn is waarin een individu zich

Nadere informatie

VOORTGEZET ONDERWIJS MEER DAN HET VOOROORDEEL

VOORTGEZET ONDERWIJS MEER DAN HET VOOROORDEEL VOORTGEZET ONDERWIJS MEER DAN HET VOOROORDEEL 1 Algemene informatie Beste docent, Voor u ligt de toolkit die RADAR voor u heeft ontworpen. Vanuit de resultaten van de Diverscity-meter is deze toolkit voor

Nadere informatie

Samenvatting. Fouten en identiteitsbedreiging: Een intergroepsperspectief op het omgaan met fouten in organisaties

Samenvatting. Fouten en identiteitsbedreiging: Een intergroepsperspectief op het omgaan met fouten in organisaties Samenvatting Fouten en identiteitsbedreiging: Een intergroepsperspectief op het omgaan met fouten in organisaties In dit proefschrift stel ik dat fouten een bedreiging van de sociale identiteit kunnen

Nadere informatie

Journalistiek en radicalisering Wat is het verband?

Journalistiek en radicalisering Wat is het verband? Journalistiek en radicalisering Wat is het verband? Omgaan met radicalisering Doelen Deze aanbevelingen zijn bedoeld voor journalisten. Het is niet uw taak om de samenleving te veranderen of om radicalisering

Nadere informatie

Chapter. Samenvatting

Chapter. Samenvatting Chapter 9 9 Samenvatting Samenvatting Patiënten met chronische pijn die veel catastroferende gedachten (d.w.z. rampdenken) hebben over pijn ervaren een verminderd fysiek en psychologisch welbevinden. Het

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting (Summary in Dutch)

Nederlandse samenvatting (Summary in Dutch) (Summary in Dutch) Omgaan met Informatie over Complexe Onderwerpen: De Rol van Bronpercepties In het dagelijkse leven hebben mensen een enorme hoeveelheid informatie tot hun beschikking (bijv. via het

Nadere informatie

Samenvatting (Summary in Dutch)

Samenvatting (Summary in Dutch) Samenvatting (Summary in Dutch) Burnout, een toestand van mentale uitputting door chronische stress in de werksituatie, vormt een ernstig maatschappelijk probleem dat momenteel veel aandacht krijgt. In

Nadere informatie

Onderzoek: Jouw vrijheid, mijn vrijheid

Onderzoek: Jouw vrijheid, mijn vrijheid Onderzoek: Jouw vrijheid, mijn vrijheid Publicatiedatum: 22-01-2015 Over dit onderzoek Het 1V Jongerenpanel, onderdeel van EenVandaag, bestaat uit ruim 3000 jongeren van 12 t/m 24 jaar. Aan dit online

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting (Summary in Dutch) Het managen van weerstand van consumenten tegen innovaties

Nederlandse samenvatting (Summary in Dutch) Het managen van weerstand van consumenten tegen innovaties Nederlandse samenvatting (Summary in Dutch) Het managen van weerstand van consumenten tegen innovaties De afgelopen decennia zijn er veel nieuwe technologische producten en diensten geïntroduceerd op de

Nadere informatie

Hoe communicatie kan helpen bij het stimuleren van moeilijk gedrag, zoals plannen voor later. prof. dr. Enny Das Centre for Language Studies

Hoe communicatie kan helpen bij het stimuleren van moeilijk gedrag, zoals plannen voor later. prof. dr. Enny Das Centre for Language Studies Hoe communicatie kan helpen bij het stimuleren van moeilijk gedrag, zoals plannen voor later prof. dr. Enny Das Centre for Language Studies Fear appeals Informatie bevat vaak onbewust al persuasieve

Nadere informatie

Opdracht Levensbeschouwing Doodstraf

Opdracht Levensbeschouwing Doodstraf Opdracht Levensbeschouwing Doodstraf Opdracht door een scholier 1930 woorden 14 maart 2003 6,2 18 keer beoordeeld Vak Levensbeschouwing 0. Geef een korte argumentatie waarom jij tegen of voor de doodstraf

Nadere informatie

Samenvatting. Summary in Dutch

Samenvatting. Summary in Dutch 6 Samenvatting Summary in Dutch 112 Samenvatting Emotionele en sociale processen bij pesten, gepest worden en verdedigen Pesten op school is een wereldwijd probleem met negatieve korte- en langetermijngevolgen

Nadere informatie

RAPPORT OKTOBER Discriminatiemonitor. Midden-Drenthe TRENDBUREAU DRENTHE IS ONDERDEEL VAN CMO STAMM

RAPPORT OKTOBER Discriminatiemonitor. Midden-Drenthe TRENDBUREAU DRENTHE IS ONDERDEEL VAN CMO STAMM RAPPORT OKTOBER 2017 Discriminatiemonitor TRENDBUREAU DRENTHE IS ONDERDEEL VAN CMO STAMM Midden-Drenthe Colofon Titel Discriminatiemonitor Midden-Drenthe Datum Oktober 2017 Trendbureau Drenthe, onderdeel

Nadere informatie

Beschrijving resultaten onderzoek biseksualiteit AmsterdamPinkPanel Oktober 2014 Joris Blaauw

Beschrijving resultaten onderzoek biseksualiteit AmsterdamPinkPanel Oktober 2014 Joris Blaauw Beschrijving resultaten onderzoek biseksualiteit AmsterdamPinkPanel Oktober 2014 Joris Blaauw Dit document beschrijft kort de bevindingen uit het onderzoek over biseksualiteit van het AmsterdamPinkPanel.

Nadere informatie

Nederlandse Samenvatting

Nederlandse Samenvatting 11 Nederlandse Samenvatting Bij beslissingen over het al dan niet vergoeden van behandelingen wordt vaak gebruikt gemaakt van kosteneffectiviteitsanalyses, waarin de kosten worden afgezet tegen de baten.

Nadere informatie

Het toepassen van theorieën: een stappenplan

Het toepassen van theorieën: een stappenplan Het toepassen van theorieën: een stappenplan Samenvatting Om maximaal effectief te zijn, moet de aanpak van sociale en maatschappelijke problemen idealiter gebaseerd zijn op gedegen theorie en onderzoek

Nadere informatie

Samenvatting Docentenhandleiding

Samenvatting Docentenhandleiding Samenvatting Docentenhandleiding Cursus Selecteren zonder vooroordelen: Voor de beste match! Module 2 Ontstaan, werking, voortbestaan en verandering van stereotypering Dit opleidingsaanbod is tot stand

Nadere informatie

De psychiatrische cliënt in beeld Terugkeer in de maatschappij Psychiatrisch stigma bekeken vanuit client, familie en samenleving Job van t Veer Wat is het psychiatrisch stigma? Psychiatrisch stigma Kennis

Nadere informatie

De rol van stereotiepe verwachtingen in emotieherkenning. Gijsbert Bijlstra, Rob W. Holland, & Daniel H. J. Wigboldus. Radboud Universiteit Nijmegen,

De rol van stereotiepe verwachtingen in emotieherkenning. Gijsbert Bijlstra, Rob W. Holland, & Daniel H. J. Wigboldus. Radboud Universiteit Nijmegen, Running Head: STEREOTYPE VERWACHTINGEN IN EMOTIEHERKENNING 1 De rol van stereotiepe verwachtingen in emotieherkenning Gijsbert Bijlstra, Rob W. Holland, & Daniel H. J. Wigboldus Radboud Universiteit Nijmegen,

Nadere informatie

dat individuen met een doelpromotie-oriëntatie positieve eigeneffectiviteitswaarnemingen

dat individuen met een doelpromotie-oriëntatie positieve eigeneffectiviteitswaarnemingen 133 SAMENVATTING Sociale vergelijking is een automatisch en dagelijks proces waarmee individuen informatie over zichzelf verkrijgen. Sinds Festinger (1954) zijn assumpties over sociale vergelijking bekendmaakte,

Nadere informatie

De invloed van een negatieve beslissing van een scheidsrechter op de emoties en gedragsintenties van voetballers in Nederland

De invloed van een negatieve beslissing van een scheidsrechter op de emoties en gedragsintenties van voetballers in Nederland De invloed van een negatieve beslissing van een scheidsrechter op de emoties en gedragsintenties van voetballers in Nederland Paulien Hilbrands Universiteit Twente Naam: P. Hilbrands Studentnummer: 1170538

Nadere informatie

Samenvatting. (Summary in Dutch)

Samenvatting. (Summary in Dutch) (Summary in Dutch) Impulsieve keuzes voor aantrekkelijke opties zijn doorgaans geen verstandige keuzes op de lange termijn (Hofmann, Friese, & Wiers, 2008; Metcalfe & Mischel, 1999). Wanneer mensen zich

Nadere informatie

5 Samenvatting en conclusies

5 Samenvatting en conclusies 5 Samenvatting en conclusies In 2008 werden in Nederland bijna 5,2 miljoen mensen het slachtoffer van criminaliteit (cbs 2008). De meeste van deze slachtoffers kregen te maken met diefstal of vernieling,

Nadere informatie

Samenvatting (Dutch)

Samenvatting (Dutch) Samenvatting (Dutch) 162 Hier zal een korte samenvatting gegeven worden van de resultaten van het onderzoek gepresenteerd in dit proefschrift. Affect, Gemoedstoestand en Informatieverwerking Om te overleven

Nadere informatie

Genen, de omgeving en activiteiten

Genen, de omgeving en activiteiten Wetenschappelijk nieuws over de Ziekte van Huntington. In eenvoudige taal. Geschreven door wetenschappers. Voor de hele ZvH gemeenschap. Een actieve levensstijl kan verschil uitmaken bij ZvH symptomen

Nadere informatie