Voorschriften na te leven bij de uitvoering van opdrachten en leveringen bij het Gemeentelijk Havenbedrijf Antwerpen

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Voorschriften na te leven bij de uitvoering van opdrachten en leveringen bij het Gemeentelijk Havenbedrijf Antwerpen"

Transcriptie

1 leveringen bij het Voorschriften na te leven bij de uitvoering van opdrachten en leveringen bij het Revisie: 2 Pagina: 1 van 38

2 leveringen bij het INHOUDSOPGAVE 1 Algemeen Voorschriften die gelden bij het betreden en/of uitvoeren van werkzaamheden op of in de nabijheid van een sluisplateau of beweegbare brug in de haven van Antwerpen Stabiliteit en stevigheid voor de arbeidsplaatsen op bouwplaatsen Stabiliteit en stevigheid voor de werkplekken op bouwplaatsen In ruimten op bouwplaatsen In open lucht op bouwplaatsen Vloeren, muren en plafonds van de ruimten Ramen en bovenlichten van de ruimten Bewegingsruimte op de werkplek Afmetingen en luchtvolume van de ruimten Toegangsmiddelen en doorgangen (ARAB artikel 458 en 466) Deuren en poorten Temperatuur Ongunstige weersomstandigheden Verkeersroutes en gevarenzones Verzekeren van de openbare veiligheid Afsluiten van de bouwplaats Schuttingen Natuurlijke en kunstverlichting van werkplekken, ruimten en verkeersroutes op de bouwplaats Werktoelating bij de brug- en sluiswachter Machines, installaties en toestellen De minimumvoorschriften van de aangewende arbeidsmiddelen Uitgravingen, bouwputten, ondergrondse werkzaamheden, tunnels en grondverzetwerkzaamheden Bouwkuipen en caissons Vallende voorwerpen Metaal- en betonconstructies, bekisting en zware prefabelementen Werken op het dak Werken op hoogte Brandbeveiliging Vluchtroutes en nooduitgangen Eerste hulp en verzorging Revisie: 2 Pagina: 2 van 38

3 leveringen bij het 27 Blootstelling aan bijzondere risico s Hefwerktuigen Collectieve beschermingsmiddelen Persoonlijke beschermingsmiddelen Stellingen, ladders, werkvloeren en trappen Specifieke maatregelen voor roltrappen en paden Putten, sleuven, houders, openingen enzovoort Oprichten en losmaken van gewelfbogen, schoren en plankenbekledingen (ARAB artikel 463) Sloopwerken (ARAB artikel 464) Afbraakwerken verwijdering asbest Voertuigen en verkeer Voorafgaande kennisgeving Rapportering van ongevallen Bouwplaatsinrichting Orde en netheid Sanitaire voorzieningen Kleedruimtes en garderobekasten Douches en wastafels Toiletten en wasgelegenheid Verpozingsruimten en onderkomens Ventilatie Installaties voor energiedistributie Geluidshinder Aanwending van gevaarlijke producten Zwangere vrouwen en zogende moeders Andersvaliden Voorschriften van uiteenlopende aard Milieuvoorschriften Organisatie van de maatregelen die nodig zijn voor het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk Revisie: 2 Pagina: 3 van 38

4 leveringen bij het ALGEMENE OPMERKING: Indien wetgeving veranderd is van ARAB naar Codex is deze laatste van toepassing. 1 Algemeen Wanneer de bepalingen van het ARAB, de codex over het welzijn op het werk of andere wettelijke en reglementaire bepalingen minder streng zijn dan deze opgenomen in de voorschriften, hebben deze laatste de voorrang. Bij niet-naleving van de voorschriften kan de leidende ambtenaar de Algemene Directie Toezicht op het Welzijn op het Werk van het FOD WASO inschakelen. De artikels zijn niet limitatief maar dienen als uitdrukkelijke herinnering aan de verplichting om de noodzakelijke voorzorgs- en preventiemaatregelen te treffen. 2 Voorschriften die gelden bij het betreden en/of uitvoeren van werkzaamheden op of in de nabijheid van een sluisplateau of beweegbare brug in de haven van Antwerpen Onderstaande voorschriften gelden voor eenieder die een sluis of brug betreedt en/of er werkzaamheden in de nabijheid uitvoert. Elke partij wordt geacht om deze informatie aan zijn medewerkers en/of eventuele onderaannemers door te communiceren. 1. Elke betrokken partij die werken zal uitvoeren: is verplicht vijf werkdagen vóór aanvang van de werken, de nodige informatie betreffende de aan de eigen werken verbonden risico's aan de preventiedienst van het Gemeentelijk Havenbedrijf Antwerpen (GHA) te bezorgen via onderstaande gegevens. Deze informatie omvat in hoofdzaak een specifiek veiligheids- en gezondheidsplan met een analyse van de risico's verbonden aan de eigen werken en de te nemen preventiemaatregelen (risicoanalyse); is verplicht mee te werken aan de coördinatie en samenwerking bij de uitvoering van de maatregelen inzake veiligheid en gezondheid van de personen betrokken bij het uitvoeren van de werken; is verplicht zijn eigen werknemers passende instructies en opleiding te geven; dient als werkgever al de bepalingen inzake welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk toe te passen. 2. Elke betrokken partij die werken/inspectie zal uitvoeren aan of in de nabijheid van een brug of sluis is verplicht om zich dagelijks, bij het begin van de taak, bij de brug- en sluiswachter (BSW) van het sluizencomplex of betreffende brug aan te melden en hierbij een werktoelating aan te vragen. Belangrijk hierbij is om duidelijk aan te geven wat voor werken men gaat uitvoeren. Hierdoor wordt de BSW ook op de hoogte gesteld van de specifieke werken die op die dag worden uitgevoerd en Revisie: 2 Pagina: 4 van 38

5 leveringen bij het zal er een communicatiekanaal worden afgesproken zodat men gedurende de volledige duur van de werken in contact kan staan met de personen op de werf om mogelijke interventies door te geven. Bijkomend dient de uitvoerende partij een overzichtsplan aan de brug- en sluiswachter te bezorgen van de exacte locatie waar de werken worden uitgevoerd. Dit locatieplan dient deel uit te maken van de werktoelating. Men dient zich ook dagelijks bij het beëindigen van de werktaak af te melden bij deze brug- en sluiswachter. Op de werf dient steeds een Nederlandstalige verantwoordelijke aanwezig te zijn. 3. Bij het uitvoeren van warm werk, waarbij vonken kunnen veroorzaakt worden (zoals branden, slijpen, lassen, enz), dient men verplicht een warmwerktoelating (vuurvergunning) aan te vragen bij de havenkapiteindienst (HKD/GM). De aanvraag dient te gebeuren ter attentie van de Havenkapitein op faxnummer of via De werken dienen te worden onderbroken bij aanwezigheid van schepen met zeer licht, licht en ontvlambare of explosieve lading die te dicht in de buurt van de las- en/of slijpwerkzaamheden komen met explosie en/of brand als gevolg. Diegene die de werken uitvoert moet steeds bereikbaar zijn door de verkeersleiding (brug- en sluiswachter/verkeersleider), dient hierbij zijn gsm-nummer op te geven en over het telefoonnummer van de verkeersleiding te beschikken (zie ook de informatienota nr. 12 voor havengebruikers). Bij las-, slijp- en brandwerkzaamheden op de werkplek de gepaste brandbestrijdingsmiddelen voorzien. De personen die op de werf zijn tewerkgesteld inlichten over de aanwezigheid ervan. 4. De bouwplaats duidelijk aangeven en degelijk afsluiten voor onbevoegden (fysieke afsluiting type Heras-hekwerk). Zone waarin de werken plaatsvinden vrijhouden van onbevoegden en duidelijke instructies geven aan het personeel. Personen mogen zich nooit onder een last bevinden. 5. Indien er interactie kan zijn met de scheepvaart dan dient men op de bouwplaats, cf. het reglement van de binnenscheepvaart, de juiste en voldoende signalisatie te voorzien (onder andere rode vlag en gele flitslichten - geen dagslapers), om het risico te verminderen dat er aanvaring mogelijk is door aankomend scheepvaartverkeer. 6. Bij gebruik van kranen dient men rekening te houden met de beschikbare ruimte. Uiteraard dient dit steeds te gebeuren in samenspraak met, en volgens de aanwijzingen van de verantwoordelijke afgevaardigden van het opdrachtgevend bestuur. Tijdig duidelijke afspraken maken rond de toelaatbare massa s op bruggen, sluisplateaus of kaaien. Enkele betonnen luifels op de kaaivlakte van de deurkamer zijn niet ontworpen voor kraanverkeer of een gestationeerde kraan. Enkel de ruimte langs de kant van de toegangswegen zijn bereikbaar met een kraan. De ruimte tussen 2 deurkamers is dus niet toegankelijk voor kranen. Voorafgaand plan opstellen met de aan- en afvoerroutes van het aan te wenden materieel (vrachtwagens, kranen,.enz.). Alle hijsmateriaal en toebehoren dient gekeurd door een EDTC (externe dienst voor technische controle). Een geldig keuringsattest moet bij de machine op de werf aanwezig zijn. Op diens verzoek dient het document aan de dienst preventie te worden getoond of dient er een kopij aan hen te worden overhandigd. Indien een deel van de werken wordt uitgevoerd met behulp van een combinatie kraan/werkbak, dan dient deze combinatie gekeurd door een EDTC (externe dienst voor technische controle) vóór het eerste gebruik op de werf. Bedoelde werken dienen steeds te gebeuren conform de bepalingen van artikel 453 van het A.R.A.B. Hijsplan opmaken bij gebruik van kranen rekening houdend met Revisie: 2 Pagina: 5 van 38

6 leveringen bij het beschikbare ruimte (volledige draaicirkel moet binnen de bouwplaatsinrichting vallen). 7. Voor het uitvoeren van werken en/of het uitoefenen van toezicht/inspectie aan de rand van het water (< 1,5 m) in het havengebied en waar een collectieve bescherming ontbreekt, is het dragen van een reddingsvest steeds verplicht (ook voor kraanmannen die tijdelijk uit hun cabine stappen). Aan alle betrokken partijen duidelijk maken waar de reddingsmiddelen (reddingsstok en reddingsboei) zich bevinden. Op het sluisplateau gelden er extra regels; indien men zich in de zone bevindt tussen kaaimuur en blauwe lijn dan dient men te allen tijde verplicht een reddingsvest en een veiligheidshelm te dragen. 8. Rekening houden met eventuele gelijktijdige werken die op en rondom de bouwplaats worden uitgevoerd. Het werk mag pas starten nadat een duidelijk overzicht gegeven is van de planning en de samenlopende werken. Op voorhand de nodige afspraken maken met opdrachtgever/bestuur is daarom van het grootste belang! De aannemer zorgt steeds voor de volledige afbakening van zijn werkzone. De aannemer dient zich te houden aan de veiligheidsvoorschriften die gelden op de bouwplaats waar al werken in uitvoering zijn door een andere partij. Hij zal zich daaromtrent dienen te richten tot de verantwoordelijke van deze werken zodat er de nodige afspraken worden gemaakt. 9. Elke betrokken partij is verplicht om op het einde van elke werkdag het sluisplateau/de werkzone vrij van obstakels te maken zodat de sluis volledig ter beschikking gesteld kan worden voor de scheepvaart en het sluispersoneel. 10. Alle gebeurlijke duikwerken dienen te worden uitgevoerd in overeenstemming met de bepalingen van het KB dd. 23 december 2003, betreffende bescherming van werknemers tegen risico's bij werken in hyperbare omstandigheden. De aannemer staat zelf in voor de beveiliging van de zone van eventuele duikwerken. De aannemer is verplicht een duikvergunning aan te vragen bij de dienst Scheepvaartmanagement (Contactpersoon: mevr. Peggy Torfs - tel: ). Bij het uitvoeren van duikwerken dient dit duidelijk gecommuniceerd aan de brug- en sluiswachter van het betreffende nabijgelegen sluizencomplex. 11. Bij het werken in een besloten ruimte dient men een vrijgavemeting en vergunning aan te vragen bij de interne preventiedienst van het GHA (C/IDPB) via het telefoonnummer en dit tien dagen vooraleer de werkzaamheden worden uitgevoerd. Tijdens de werken of inspectie dient er een geattesteerde veiligheidswacht aanwezig te zijn, voorzien van de nodige communicatie- en evacuatieapparatuur (degelijk en deugdelijke evacuatiemiddel van op het laagste niveau tot boven voorzien). Tijdens de werken dient elke betrokken partij zich verplicht dagelijks bij de brug- en sluiswachter aan te melden en hierbij een werktoelating aan te vragen (zie voorgaande). Aangepast materieel en verlichting gebruiken op veiligheidsspanning. Bijkomende aandachtspunten: Er dienen op voorhand de nodige afspraken te worden gemaakt en er dient afgestemd welke ruimte men ter beschikking heeft voor de werken. Afgebakende ruimte voorzien binnen de bouwplaatsafsluiting voor opslag afbraakmateriaal. Indien niet mogelijk moet er met het bestuur Revisie: 2 Pagina: 6 van 38

7 leveringen bij het worden afgesproken waar de stockage van materieel en materiaal kan gebeuren. Tijdens de werken/inspectie zijn veiligheidsschoenen en werkkledij altijd verplicht, en dit voor iedereen die de werkzone betreedt. Veiligheidshelm verplicht bij kans op stoten van het hoofd of vallende voorwerpen OF indien er een algemene verplichting heerst. Voor deze locaties (brug, sluis, ) is een veiligheidshelm steeds verplicht. Andere PBM (reddingsvest, veiligheidsbril,.) afhankelijk van de omstandigheden of de opgelegde pictogrammen. Dagelijks de werksituatie evalueren vóór er gestart wordt met de werken (ook tijdens een inspectie, werfbezoek, ). In geval van slechte weersomstandigheden (bv. hevige wind, slechte zichtbaarheid, ) dienen de werken gestaakt. Ook dient men te controleren of er de dag/nacht voordien geen gevaarlijke voorvallen zijn gebeurd waardoor er zaken voor valgevaar/vallende voorwerpen of andere risicovolle situaties kunnen zorgen. Het dragen van een veiligheidshelm is steeds te allen tijde verplicht. Het in te zetten hijsmaterieel dient over de nodige keuringsattesten te beschikken. De aannemer dient de nodige signalisatie en beseining te voorzien en in stand te houden en dient de werken steeds te signaleren (verlichting, borden, linten, ) naar derden toe. Indien er graaf- of boorwerkzaamheden worden uitgevoerd dient de aannemer de ondergrondse leidingplannen op te vragen en te verifiëren alvorens de graafwerken aan te vatten. Werken en verkeersbelemmeringen dienen steeds gesignaleerd conform de bepalingen van het Ministerieel Besluit van 7 mei 1999, betreffende het signaleren van werken en verkeersbelemmeringen op de openbare weg. Bij werken op de openbare weg of in de berm ervan dient steeds signaalkledij van minimaal klasse 2 te worden gedragen. Ook vrachtwagenchauffeurs en bedieners van bouwplaatsmachines dienen bij het verlaten van hun voertuigcabine signaalkledij te dragen. Op voorhand de nodige afspraken maken met het bestuur over de wijze van ontruimen in geval van een incident of mogelijk gevaar uit de omgeving. Opstellen van een evacuatieprocedure met inbegrip van de nodige communicatiemiddelen. Afspreken waar de verzamelplaats zal zijn in geval van evacuatie. Gegevens preventiedienst GHA: Interne Dienst voor Preventie en Bescherming (C/IDPB) Entrepotkaai Antwerpen Tel voorkomingsbeleid@haven.antwerpen.be Revisie: 2 Pagina: 7 van 38

8 leveringen bij het 3 Stabiliteit en stevigheid voor de arbeidsplaatsen op bouwplaatsen De materialen, de outillage en algemeen gesproken elk element dat bij welke verplaatsing dan ook de veiligheid en gezondheid in gevaar kan brengen, moeten op passende veilige wijze worden gestabiliseerd. De toegang tot elke oppervlakte bestaande uit materialen die onvoldoende weerstand bieden, is slechts toegestaan indien de benodigde uitrusting of passende middelen worden geleverd om de werkzaamheden op een veilige manier te verwezenlijken. 4 Stabiliteit en stevigheid voor de werkplekken op bouwplaatsen 4.1 In ruimten op bouwplaatsen De ruimten moeten een constructie en een stabiliteit bezitten die aangepast zijn aan de aard van het gebruik dat ervan wordt gemaakt. 4.2 In open lucht op bouwplaatsen De hoger of lager gesitueerde mobiele of vaste werkplekken moeten stevig en stabiel zijn uitgevoerd. Hierbij zal men rekening moeten houden met: het globale aantal werknemers dat zich op een plek bevindt; de maximale belasting en de verdeling ervan; eventuele externe invloeden. Indien de ondersteunende en de andere samenstellende delen van deze werkplekken zelf niet stabiel zijn, moet er voor stabiliteit worden gezorgd. Dit moet gebeuren door gebruik te maken van geschikte, veilige bevestigingsmiddelen zodat een toevallige of ongewilde verplaatsing van de gehele werkplek of delen ervan wordt voorkomen. De stabiliteit en de stevigheid moeten steeds adequaat en vooral na een eventuele wijziging van de hoogte of van de diepte van de werkplek worden gecontroleerd. 5 Vloeren, muren en plafonds van de ruimten De vloeren van de ruimten moeten vast, stabiel en niet glad zijn. Ze mogen geen oneffenheden, gaten of gevaarlijke hellingen vertonen. De oppervlakken van vloeren, muren en plafonds in de ruimten moeten kunnen worden gereinigd en afgekrabd zodanig dat men de juiste hygiënische omstandigheden kan bereiken. Transparante of lichtdoorlatende wanden en volledig glazen wanden in de ruimten of in de onmiddellijke omgeving van de werkplekken en verkeersroutes, dienen duidelijk te worden gemarkeerd. Ze moeten van Revisie: 2 Pagina: 8 van 38

9 leveringen bij het veiligheidsmateriaal zijn vervaardigd of goed gescheiden zijn van deze werkplekken en verkeersroutes, zodanig dat de werknemers niet met deze wanden in aanraking kunnen komen en niet gewond kunnen raken bij verbrijzeling ervan. 6 Ramen en bovenlichten van de ruimten Ramen, bovenlichten en ventilatie-inrichtingen moeten door de werknemers zonder risico kunnen worden geopend, gesloten, geregeld en vastgezet. In geopende stand mogen zij geen gevaar voor de werknemers opleveren. De ramen en bovenlichten moeten zodanig zijn ontworpen en uitgerust dat zij kunnen worden schoongemaakt zonder gevaar voor de werknemers die dit schoonmaakwerk verrichten of voor de aanwezige werknemers. 7 Bewegingsruimte op de werkplek Het oppervlak van de werkplek moet zodanig zijn ingedeeld dat de werknemers, rekening houdend met de aanwezige noodzakelijke uitrusting of materialen, voldoende bewegingsruimte voor hun werkzaamheden hebben. 8 Afmetingen en luchtvolume van de ruimten Arbeidsruimten dienen een zodanige oppervlak en hoogte te bezitten dat de werknemers zonder gevaar voor hun veiligheid, gezondheid of welzijn hun werk kunnen uitvoeren. 9 Toegangsmiddelen en doorgangen (ARAB artikel 458 en 466) De platformen en de bruggetjes zullen steeds vrij worden gehouden van elke onnodige belemmering. Elk platform en elke andere werkvloer zullen voorzien moeten zijn van toegangsmiddelen welke alle veiligheid bieden. 10 Deuren en poorten Schuifdeuren moeten zijn voorzien van een veiligheidssysteem waardoor wordt verhinderd dat zij uit de rails lopen en omvallen. Deuren en poorten die naar boven opengaan dienen te zijn voorzien van een veiligheidssysteem waardoor zij niet kunnen terugvallen. Deuren en poorten in het tracé van vluchtroutes dienen op passende wijze te zijn gemarkeerd (KB van 17 Revisie: 2 Pagina: 9 van 38

10 leveringen bij het juni 1997 betreffende de veiligheids- en gezondheidssignalering Belgisch Staatsblad ). Wanneer de doorgang voor voetgangers niet veilig is, moeten, in de onmiddellijke omgeving van poorten die hoofdzakelijk voor het verkeer van voertuigen zijn bestemd, duidelijk zichtbaar gemarkeerde deuren aanwezig zijn, die steeds toegankelijk moeten zijn. Automatische deuren en poorten dienen zodanig te functioneren dat zij geen gevaar voor de werknemers kunnen opleveren. Zij dienen te zijn voorzien van gemakkelijk herkenbare en bereikbare noodstroomvoorzieningen en moeten, behalve wanneer zij bij stroomonderbreking automatisch opengaan, met de hand kunnen worden geopend. De locatie, het aantal, de gebruikte materialen en de afmetingen van deuren en poorten zijn afhankelijk van de aard en bestemming van de ruimten. Op doorzichtige deuren dient op ooghoogte een markering te zijn aangebracht. Klapdeuren en poorten moeten transparant zijn of van transparante kijkvensters zijn voorzien. Wanneer de transparante of lichtdoorlatende oppervlakken van deuren en poorten niet van veiligheidsmateriaal zijn vervaardigd en de vrees bestaat dat werknemers bij het verbrijzelen van een van deze oppervlakken kunnen gewond raken, dan dienen deze oppervlakken te zijn beschermd tegen het indrukken of induwen. 11 Temperatuur Rekening houdend met de toegepaste werkmethoden en de van de werknemers verlangde lichaamsinspanningen moet de temperatuur tijdens het werken zijn afgestemd op het menselijk organisme. De temperatuur van verpozingsruimten, ruimten voor personeelsleden die avond- of nachtdienst hebben, sanitaire ruimten, kantines en ruimten voor de EHBO dient op de specifieke bestemming van deze ruimten te worden afgestemd. Ramen, bovenlichten en glazen wanden dienen zodanig te worden geconstrueerd dat een té grote zonnestraling wordt vermeden. Hierbij zal men rekening moeten houden met de aard van het werk en het gebruik van de ruimte. 12 Ongunstige weersomstandigheden De werknemers moeten worden beschermd tegen ongunstige weersomstandigheden die hun veiligheid in gevaar kunnen brengen. Revisie: 2 Pagina: 10 van 38

11 leveringen bij het 13 Verkeersroutes en gevarenzones Verkeersroutes, met inbegrip van de trappen, vaste ladders, laadplatforms en hellingen, moeten zodanig worden berekend, gesitueerd, ingericht en gereedgemaakt, dat zij gemakkelijk, volledig veilig en overeenkomstig hun bestemming kunnen worden gebruikt waarbij de werknemers, die zich in de buurt van deze verkeersroutes bevinden, geen enkel risico kunnen lopen. De afmetingen van voor het verkeer van personen en/of goederen bestemde verkeersroutes, inbegrepen die waar wordt gelost of geladen, dienen te zijn afgestemd op het mogelijke aantal gebruikers en de aard van de werkzaamheden. Eveneens dienen de laadplatforms en hellingen te zijn aangepast aan de omvang van de te vervoeren lasten. De laadplatforms dienen over ten minste één uitgang te beschikken. Laadhellingen dienen veilig te zijn uitgevoerd zodanig dat de werknemers er niet ten val kunnen komen. Wanneer op de verkeersroutes vervoermiddelen worden gebruikt, moet er voor de andere op de bouwplaats aanwezige personen een voldoende veilige afstand in acht worden genomen of passende beschermende maatregelen worden getroffen. De routes dienen duidelijk gemarkeerd (zie KB van 17 juni 1997 betreffende de veiligheids- en gezondheidssignalering op het werk Belgisch Staatsblad ), regelmatig te worden gecontroleerd en onderhouden. De voor voertuigen bestemde verkeersroutes dienen op een voldoende afstand van deuren, poorten, doorgangen voor voetgangers, gangen en trappen, te zijn gelegen. Indien de bouwplaats zones bevat waarvoor een beperkte toegang geldt, dienen deze zones te zijn uitgerust met voorzieningen die verhinderen dat onbevoegde werknemers deze zones kunnen betreden. Men zal eveneens de nodige beschermingsmaatregelen moeten treffen voor werknemers die de toelating hebben om de gevarenzones te betreden. Zulke gevarenzones zullen altijd zeer duidelijk dienen te worden gemarkeerd (zie KB van 17 juni 1997 betreffende de veiligheids- en gezondheidssignalering op het werk Belgisch Staatsblad ). 14 Verzekeren van de openbare veiligheid De aannemer is gehouden alle nodige maatregelen te treffen tot het verzekeren van de openbare veiligheid. Het zal altijd, zonder voorafgaande in morastelling, het recht hebben ambtshalve, op kosten van de aannemer, te voorzien in de voorzorgen, die deze laatste zou verzuimen te nemen ter vrijwaring van de openbare veiligheid enzovoort. Zulks vermindert geenszins de verplichtingen van de aannemer. Revisie: 2 Pagina: 11 van 38

12 leveringen bij het 15 Afsluiten van de bouwplaats Schuttingen De aannemer moet de bouwplaats, indien nodig voor de openbare veiligheid, afsluiten met een stevige schutting van ten minste 2,0 m hoogte en voorzien van een toegangsdeur die met stevige grendels en sloten kan worden afgesloten. De schutting blijft na het einde van het werk eigendom van de aannemer. Taksen op schuttingen zijn niet van toepassing. 16 Natuurlijke en kunstverlichting van werkplekken, ruimten en verkeersroutes op de bouwplaats De aannemer draagt er zorg voor dat de bouwplaats en de gestapelde materialen dag en nacht duidelijk worden aangeduid en verlicht. Elke onderneming staat zelf in voor de verlichting en eventuele noodverlichting van haar werkposten. Deze verlichtingen moet worden uitgevoerd volgens de geldende reglementeringen. Voor afspraken in verband met de stroomvoorziening kan men zich richten tot de leidende ambtenaar. Werkplekken, ruimten en verkeersroutes dienen zoveel mogelijk en voldoende natuurlijk te worden verlicht en zowel s nachts als overdag, wanneer het daglicht niet volstaat, op een passende en voldoende wijze worden verlicht met kunstverlichting die geschikt is om de veiligheid en gezondheid van de werknemers te beschermen. Eventueel dient men verplaatsbare en schokbestendige lichtbronnen te gebruiken. De voor de kunstverlichting gebruikte kleur mag de waarneming van de markeringstekens of borden niet wijzigen of beïnvloeden. De installaties voor de verlichting van ruimten, werkplekken en verkeersroutes dienen zodanig geplaatst dat voor de werknemers het type van de verlichting geen ongevallenrisico met zich mag meebrengen. De ruimten, werkplekken en verkeersroutes waar het uitvallen van de kunstverlichting grote risico s voor de werknemers kan opleveren dienen met een toereikende noodverlichting te zijn uitgerust. 17 Werktoelating bij de brug- en sluiswachter Werken aan sluisdeuren, beweegbare brug of op het sluisplateau kunnen slechts worden aangevat nadat een officiële werktoelating bij de desbetreffende brug- en sluiswachter is bekomen. Zie verder ook in het deel Voorschriften die gelden bij het betreden en/of uitvoeren van werkzaamheden op of in de nabijheid van een sluisplateau of beweegbare brug in de haven van Antwerpen. Revisie: 2 Pagina: 12 van 38

13 leveringen bij het 18 Machines, installaties en toestellen Indien het van toepassing is, moet het koninklijk besluit van 5 mei 1995 (Belgisch Staatsblad ) tot uitvoering van de richtlijn van de Raad van de Europese gemeenschappen inzake de onderlinge aanpassing van de wetgevingen van de Lidstaten betreffende machines op deze aanneming worden nageleefd (machinerichtlijn - Richtlijn 2006/42/EG). Bij het eindigen van de dagtaak zullen alle machines en toestellen van de aannemer tegen misbruik worden beveiligd. De installaties, machines en uitrustingen, met inbegrip van al dan niet gemotoriseerde handwerktuigen, moeten: vakkundig zijn ontworpen en geconstrueerd, waarbij zoveel mogelijk rekening is gehouden met de beginselen van de ergonomie; in een goede staat van onderhoud zijn; uitsluitend worden gebruikt voor werkzaamheden waarvoor zij zijn ontworpen; worden bediend door werknemers die hiervoor speciaal zijn opgeleid. Installaties en toestellen onder druk moeten, overeenkomstig de vigerende reglementering, regelmatig worden nagekeken en aan tests of controles worden onderworpen. Enkel elektrisch materiaal conform met het Algemeen reglement voor de elektrische installaties mag aanwezig zijn en worden aangesloten op de daartoe voorziene verdeelborden De minimumvoorschriften van de aangewende arbeidsmiddelen Onder arbeidsmiddelen moet men verstaan: alle op de bouwplaats gebruikte machines, apparaten, gereedschappen en installaties. Met gebruik bedoelt men: elke activiteit met een arbeidsmiddel zoals ingebruikneming, buitengebruikstelling, aanwending, vervoer, herstelling, ombouwing, onderhoud, verzorging of reiniging. De aangewende arbeidsmiddelen moeten geschikt zijn voor het uit te voeren werk of daaraan zijn aangepast, zodat de veiligheid en gezondheid van de personen tijdens het gebruik van deze middelen worden gewaarborgd. Op vraag van de coördinator ontwerp/verwezenlijking moeten de gebruiksaanwijzingen en veiligheidsinstructies kunnen worden voorgelegd. Bij de keuze van de arbeidsmiddelen, moeten de aannemers, die op de bouwplaats een beroepsactiviteit uitoefenen, rekening houden met: de arbeidsomstandigheden; de uitvoering; de risico s, voor de veiligheid en de gezondheid van personen, die reeds aanwezig zijn of worden toegevoegd door het gebruik van die arbeidsmiddelen. Revisie: 2 Pagina: 13 van 38

14 leveringen bij het Wanneer het niet mogelijk is om de veiligheid en gezondheid, van de personen bij het gebruik van de arbeidsmiddelen, te waarborgen, dienen de aannemers, die op de bouwplaats een beroepsactiviteit uitoefenen, de passende maatregelen te treffen om de risico s tot een minimum te beperken. De aangewende arbeidsmiddelen zullen alleszins moeten voldoen aan de reglementaire bepalingen van de codex over het welzijn op het werk, Titel VI, Arbeidsmiddelen, Hoofdstuk 1. Indien het voorgaande niet van toepassing zou zijn of slechts ten dele, dan dienen ze te voldoen aan volgende algemene minimumvoorschriften. Algemene minimumvoorschriften: De bedieningssystemen van een arbeidsmiddel die van invloed zijn op de veiligheid, moeten duidelijk zichtbaar en herkenbaar zijn en waar nodig op een passende wijze zijn gemerkt; De bedieningssystemen dienen zich buiten de gevaarlijke zones te bevinden, behalve zonodig in bepaalde gevallen, en zodanig te zijn geplaatst dat de bediening geen extra gevaren met zich brengt. Zij mogen bij onopzettelijke behandelingen geen gevaar opleveren. De bedienaar moet vanaf de hoofdbedieningspost kunnen vaststellen of er zich personen in de gevaarlijke zones bevinden. Indien dit onmogelijk is, moet elke inschakeling automatisch worden voorafgegaan door een veilig systeem zoals een waarschuwend geluids- of lichtsignaal. De blootgestelde persoon moet de tijd en/of middelen hebben om het gevaar dat ontstaat door het starten en/of stoppen van het arbeidsmiddel snel te ontlopen; Bedieningssystemen moeten altijd veilig worden uitgevoerd en een storing of beschadiging in de bediening mag niet tot een gevaarlijke situatie leiden; Het in werking stellen van een arbeidsmiddel mag alleen kunnen geschieden door een opzettelijk verrichte handeling met een hiervoor bestemd bedieningssysteem. Dit geldt ook voor: - het opnieuw in werking stellen na stilstand, ongeacht de oorzaak ervan; - het bewerkstelligen van een belangrijke wijziging in de werking (bijvoorbeeld: snelheid, druk enzovoort), behalve indien dit opnieuw in werking stellen of deze wijziging geen risico voor de blootgestelde persoen inhoudt. Het opnieuw in werking stellen of wijzigen van de werking in het kader van het normale programma van een automatische cyclus valt hier niet onder; Elk arbeidsmiddel moet zijn voorzien van een bedieningssysteem waarmee het op veilige wijze volledig kan worden stopgezet. De bediening van deze systemen moet zijn geplaatst binnen het handbereik van de bedienaar; Elke werkpost moet zijn voorzien van een bedieningssysteem waarmee, naargelang van het risico, hetzij: - het gehele arbeidsmiddel; - een deel van het arbeidsmiddel, kan worden stilgelegd, zodat het arbeidsmiddel in veilige toestand is. De stopopdracht aan het arbeidsmiddel moet voorrang hebben op startopdrachten. Revisie: 2 Pagina: 14 van 38

15 leveringen bij het Wanneer het arbeidsmiddel of de gevaarlijke onderdelen tot stilstand zijn gekomen, moet de energievoorziening van de betrokken aandrijfmechanismen zijn onderbroken. Indien dit nodig is, met het oog op de gevaren van het arbeidsmiddel en de normale uitschakeltijd, moet een arbeidsmiddel zijn voorzien van een noodstopinrichting; Een arbeidsmiddel dat gevaar van vallende of wegschietende voorwerpen oplevert, moet zijn voorzien van geschikte veiligheidsinrichtingen die op dat gevaar zijn afgestemd. Een arbeidsmiddel dat gevaar oplevert voor gas-, damp- of stofontwikkeling ofwel vloeistoffen laat vrijkomen, moet nabij de bron van die gevaren zijn voorzien van geschikte opvang- en/of afvoerinrichtingen en voorzien van een centrale afsluiter. Indien zulks noodzakelijk is voor de veiligheid of de gezondheid van de personen, moeten arbeidsmiddelen en hun onderdelen, door bevestiging of met andere middelen, zijn gestabiliseerd; Indien het risico bestaat dat delen van het arbeidsmiddel uiteenspringen of breken, waardoor reele gevaren voor de veiligheid of de gezondheid van de personen zouden kunnen ontstaan, moeten passende beveiligingsmiddelen worden genomen. De gereedschappen van werktuigmachines die aan de invloed van de middelpuntvliedende kracht zijn onderworpen, moeten zodanig zijn bevestigd dat zij niet kunnen worden uitgeslingerd; Wanneer bij bewegende delen van een arbeidsmiddel het risico bestaat van mechanisch contact waardoor zich ongelukken zouden kunnen voordoen, moeten zij zijn uitgerust met schermen of inrichtingen waarmee de toegang tot de gevaarlijke zones wordt verhinderd of de bewegingen van gevaarlijke delen worden stilgezet voordat de gevaarlijke zones worden bereikt. De schermen en beveiligingsinrichtingen: moeten stevig zijn; mogen geen bijkomende gevaren met zich meebrengen; mogen niet op eenvoudige wijze omzeild of buiten werking worden gesteld; moeten voldoende ver van de gevaarlijke zone zijn verwijderd; moeten het zicht op het verloop van het werk zo min mogelijk belemmeren; moeten de noodzakelijke handelingen voor het aanbrengen en/of de vervanging van de delen alsmede voor de verzorgingswerkzaamheden mogelijk maken, waarbij de toegang wordt beperkt tot de sector waar het werk moet worden verricht en, zo mogelijk, demontage van het scherm of de beveiligingsmiddelen niet nodig is. De werk- en onderhoudspunten van een arbeidsmiddel moeten voor de te verrichten werkzaamheden voldoende zijn verlicht; Delen van een arbeidsmiddel met een hoge of zeer lage temperatuur moeten tegen het gevaar voor de aanraking door of ingevolge de nabijheid van betrokken personen zijn beveiligd. De alarmsignalen van het arbeidsmiddel moeten gemakkelijk en zonder onduidelijkheid waarneembaar en te begrijpen zijn. Revisie: 2 Pagina: 15 van 38

16 leveringen bij het Een arbeidsmiddel mag niet worden gebruikt voor bewerkingen en onder omstandigheden waarvoor het niet geschikt is. Onderhoudswerkzaamheden moeten kunnen plaatsvinden wanneer het arbeidsmiddel is uitgeschakeld. Indien dit niet mogelijk is, moeten er passende beveiligingsmaatregelen voor het verrichten van deze werkzaamheden worden genomen of moeten de werkzaamheden buiten de gevaarlijke zones kunnen plaatsvinden. Terwijl de werktuigen of toestellen in beweging zijn, is het verboden: - ze te reinigen of te herstellen; - de wiggen, bouten of andere dergelijke stukken vast te draaien, wanneer deze verrichtingen ongevallen kunnen veroorzaken of indien zij op of nabij gevaarlijke, in beweging zijnde werktuigdelen moeten geschieden. Het is eveneens verboden de in werking zijnde gevaarlijke delen van drijfwerken, drijf- of andere machines te smeren, tenzij de daarvoor aangenomen procédés de noodzakelijke veiligheidswaarborgen bieden. De bij de arbeidsmiddelen horende onderhoudboekjes dienen consequent te worden bijgehouden. Elk arbeidsmiddel moet zijn voorzien van duidelijk identificeerbare inrichtingen waarmee het van elk van zijn krachtbronnen kan worden losgekoppeld. De herverbinding mag geen gevaar opleveren voor de betrokken personen. Arbeidsmiddelen moeten zijn voorzien van de waarschuwingen en signaleringen die noodzakelijk zijn voor de veiligheid van de personen. Voor het verrichten van productie-, afstel- en onderhoudswerkzaamheden met of aan de arbeidsmiddelen moeten de eraan verbonden personen onder voortdurend veilige omstandigheden alle nodige punten kunnen bereiken. Elk arbeidsmiddel moet de personen op passende wijze beschermen tegen de gevaren van brand of verhitting van de arbeidsmiddelen, gas-, stof- of dampontwikkeling en het vrijkomen van vloeistoffen of andere stoffen die in het arbeidsmiddel worden gebruikt of opgeslagen. Elk arbeidsmiddel moet op passende wijze voorkomen dat er risico s van ontploffing van het arbeidsmiddel of van in het arbeidsmiddel vrijkomende, gebruikte of opgeslagen stoffen bestaat. Elk arbeidsmiddel moet de blootgestelde personen op passende wijze beschermen tegen het gevaar van rechtstreeks of indirect contact met elektriciteit. Revisie: 2 Pagina: 16 van 38

17 leveringen bij het Bij het voorgaande moet worden verstaan, onder: gevaarlijke zone: elke zone in of rondom een arbeidsmiddel waar de aanwezigheid van een blootgestelde persoon een gevaar voor zijn veiligheid of gezondheid oplevert; bij het gebruik van een arbeidsmiddel blootgestelde persoon: elke persoon die zich geheel of gedeeltelijk in een gevaarlijke zone bevindt; bediener: de persoon die tot taak heeft om het arbeidsmiddel te gebruiken. De aannemers, die op de bouwplaats een beroepsactiviteit uitoefenen, nemen de nodige maatregelen om ervoor te zorgen dat de arbeidsmiddelen tijdens de gehele gebruiksduur door een doeltreffend onderhoud in zodanige staat worden gehouden dat zij voldoen aan de hiervoor vermelde voorschriften. 19 Uitgravingen, bouwputten, ondergrondse werkzaamheden, tunnels en grondverzetwerkzaamheden Bij een uitgraving, bouwput, ondergronds werk of tunnel moeten passende voorzorgsmaatregelen worden genomen: door middel van passende stut- en taludwerkzaamheden; om gevaren in verband met het vallen van personen, materiaal, voorwerpen en overstromingsgevaar te voorkomen; om te zorgen voor voldoende ventilatie op alle werkplekken zodat er een gezonde werkomgeving ontstaat die niet gevaarlijk of schadelijk is voor de luchtwegen; om de werknemers de gelegenheid te bieden om zich in geval van brand, overstroming of instorting in veiligheid te brengen. Vóór het begin van de grondverzetwerkzaamheden moeten maatregelen worden getroffen om gevaren in verband met ondergrondse kabels en andere distributiesystemen op te sporen en tot een minimum te beperken. Voor de ondergrondse kabels, zie AREI artikel 192 en 194 ARAB artikel 467. Er moeten veilige wegen naar en vanuit de uitgraving worden aangelegd. De uitgegraven aarde, het materiaal en de voertuigen die in gebruik zijn, moeten op veilige afstand van de uitgravingen worden gehouden, eventueel moet er een passend hekwerk worden geplaatst. De bepalingen van het ARAB inzake de voorzorgsmaatregelen (artikel 435 en 437) moeten worden opgevolgd. Revisie: 2 Pagina: 17 van 38

18 leveringen bij het 20 Bouwkuipen en caissons Alle bouwkuipen en caissons moeten: goed geconstrueerd zijn, met geschikt en stevig materiaal, dat voldoende weerstandbiedend is; zijn voorzien van een adequate uitrusting die de werknemers in staat stelt een veilig onderkomen te vinden wanneer water of materiaal binnendringt; een bouwkuip of caisson mag slechts worden gebouwd, geïnstalleerd, aangepast of gedemonteerd onder toezicht van een bevoegd persoon; alle bouwkuipen en caissons moeten regelmatig door een bevoegd persoon worden geïnspecteerd. 21 Vallende voorwerpen Wanneer dit technisch mogelijk is, moeten de werknemers als groep worden beschermd tegen vallende voorwerpen met algemene middelen (zie eveneens ARAB artikel 466). Materialen en uitrusting moeten zodanig worden geplaatst of gestapeld dat zij niet kunnen instorten, verschuiven, omvallen of kantelen. Zo nodig moet er op de bouwplaats in overdekte doorgangen worden voorzien of moet de toegang tot gevaarlijke zones onmogelijk worden gemaakt. De behandeling, vervoer en opslag van voorwerpen binnen de inrichting is onderworpen aan het ARAB artikel 44 ter tot en met artikel 51. Het vallen van een hoogte moet materieel worden voorkomen door middel van stevige leuningen die hoog genoeg zijn en die ten minste een kantplint, een handleuning en een tussenleuning of een andere gelijkwaardige voorziening hebben. Werken op grote hoogten mogen in beginsel alleen worden uitgevoerd met behulp van een aangepaste uitrusting en algemene beschermingsmiddelen zoals leuningen, platforms en vangnetten. Indien het gebruik van dergelijke uitrustingen door de aard van de werken is uitgesloten, dienen er passende toegangsmiddelen voorzien en dient gebruik te worden gemaakt van een hangtuig of andere gelijkwaardige veiligheidsvoorzieningen met verankering. 22 Metaal- en betonconstructies, bekisting en zware prefabelementen Metaal- en betonconstructies samen met hun onderdelen, bekistingen, prefabelementen of tijdelijke stutten en schoren mogen slechts worden gemonteerd of gedemonteerd onder toezicht van een bevoegd persoon. Er moeten toereikende voorzorgsmaatregelen worden getroffen om de werknemers te beschermen tegen gevaren die samenhangen met de breekbaarheid of de tijdelijke instabiliteit van een werk. Revisie: 2 Pagina: 18 van 38

19 leveringen bij het Bekistingen, tijdelijke stutten en schoren moeten zodanig worden ontworpen, berekend, geïnstalleerd en onderhouden, dat zij zonder gevaar de spanning kunnen dragen waaraan zij kunnen blootstaan. 23 Werken op het dak Werken op hoogte Indien zulks nodig is om risico s te voorkomen of wanneer de hoogte of de helling de reglementaire waarden van het ARAB artikel 462, en overschrijden, moeten algemeen preventieve maatregelen worden getroffen om te vermijden dat werknemers, werktuigen of andere voorwerpen of materialen vallen. Indien werknemers moeten werken op of in de nabijheid van een dak of een ander oppervlak van breekbaar materiaal waar men door kan vallen, moeten preventieve maatregelen worden getroffen om te voorkomen dat zij het oppervlak van breekbaar materiaal per vergissing betreden of ten val komen. Bijkomend dient men bij het werken op hoogte zich te houden aan de bepalingen van het KB 31/08/2005 betreffende het gebruik van arbeidsmiddelen voor tijdelijke werkzaamheden op hoogte. 24 Brandbeveiliging De aandacht van de aannemer wordt gevestigd op de bepalingen van artikel 14 van de Verordening op het benutten van de kaaien en de afdaken in de haven, goedgekeurd door het directiecomité van 11 september 1997, volgens dewelke onder andere voor het uitvoeren van werken die brandgevaar kunnen meebrengen, zoals het uitvoeren van las- en snijwerk enzovoort, een schriftelijke toelating moet worden aangevraagd bij de havenkapitein-commandant (Fax: ). De zone of de plaats waar las- of snijwerkzaamheden worden verricht, moet worden vrijgehouden van alle brandbare stoffen (hout, karton, brandbare vloeistoffen enzovoort). Voor sommige werken kan het nodig zijn, iemand de taak toe te wijzen, toezicht te houden om het ontstaan van brand te voorkomen. Er moet een voldoende groot poederblusapparaat (met ABC-poeder) aanwezig zijn bij elk las-, snij-, brand- of soortgelijk werk (bijvoorbeeld 12kg of 2x6kg). Het is de verantwoordelijkheid van de aannemer om zich de vereiste brandblusapparaten aan te schaffen. Het is bovendien zijn verantwoordelijkheid om maatregelen te treffen op dat de brandblusapparaten onmiddellijk na gebruik opnieuw worden gevuld en gebruiksklaar gemaakt. De aannemer moet waarschuwingsborden aanbrengen, die pictogrammen welke het verbod om vuur te maken voorstellen, rondom elke brandstofopslagplaats en andere plaatsen waar brandbare stoffen worden opgeslagen. Het behandelen van gasflessen gebeurt met de meeste zorg. Gasflessen die niet in gebruik zijn worden buiten het gebouw op een vaste plaats rechtop gestockeerd, vastgemaakt, voorzien van de beschermkap Revisie: 2 Pagina: 19 van 38

20 leveringen bij het en beschermd tegen het zonlicht. De zuurstof- en brandgasflessen worden bij gebruik verticaal of schuin onder een hoek van minimum 35 geplaatst. Ze moeten zijn gemonteerd op een flessenkar. Op het einde van de dagtaak moeten de gasflessen worden dichtgedraaid en de slangen en manometers moeten volledig zijn ontspannen. De aannemer moet nagaan dat zijn werknemers voldoende vertrouwd zijn met het bedienen van de aanwezige brandblusapparaten. Alle gebruikte dekkleden moeten brandvrij zijn en als zodanig herkenbaar zijn. Brandvrije dekens van bijvoorbeeld glasvezel of brandvertragend zeildoek zijn toegestaan. Asbest is niet toegestaan, ook niet voor dekens die zijn uitgevoerd met een coating. Alle elektrische toestellen voor kantoren, werkplaatsen, werkruimtes, kleedkamers enzovoort moeten in goede staat verkeren en periodiek door de aannemer worden geïnspecteerd. Elektrische verwarmingstoestellen in houten gebouwen moeten zijn vastgezet en zijn voorzien van een degelijke bescherming, dit wil zeggen ze moeten van houten delen worden afgeschermd door brandvrij materiaal. Boven de toestellen moeten roosters worden aangebracht om te verhinderen dat kledingstukken of andere materialen op de verwarmingselementen worden gelegd. Alle elektrische toestellen moeten van een gesloten type zijn. Open gloeispiralen zijn verboden. De signalering ingevolge het KB van 17 juni 1997 betreffende de veiligheids- en gezondheidssignalering Belgisch Staatsblad moet worden nageleefd. De markering dient duurzaam te zijn en op daarvoor in aanmerking komende plaatsen aangebracht Afhankelijk van de kenmerken van de bouwplaats, de afmetingen en het gebruik van de ruimten, de aanwezige uitrusting, de fysische en chemische eigenschappen van de aanwezige stoffen of materialen alsmede het maximale aantal personen dat aanwezig kan zijn, dient er een voldoende aantal passende brandbestrijdingsmiddelen en indien nodig brandmelders en alarmsystemen geplaatst. Deze brandbestrijdingsmiddelen, brandmelders en alarmsystemen dienen regelmatig te worden gecontroleerd en onderhouden. Eveneens moeten testen en relevante oefeningen op geregelde tijdstippen plaatsvinden. De nietautomatische brandbestrijdingsmiddelen dienen gemakkelijk bereikbaar en te gebruiken zijn. De opslag van ontvlambare materialen moet geschieden volgens het ARAB art. 52, het VLAREM II en de Codex over het welzijn op het werk, Titel III Arbeidsplaatsen, Hoofdstuk IV Bijzondere arbeidsplaatsen, Afdeling 9 Opslagplaatsen voor ontvlambare vloeistoffen. 25 Vluchtroutes en nooduitgangen Vluchtroutes en nooduitgangen dienen vrij te zijn van obstakels en via de kortste weg naar een veiligheidszone te voeren. Bij gevaar moeten alle werkplekken snel en onder maximale veiligheidsomstandigheden kunnen worden Revisie: 2 Pagina: 20 van 38

21 leveringen bij het geëvacueerd. Het aantal, de verdeling en de afmetingen van de vluchtroutes en uitgangen zijn afhankelijk van de bestemming, de outillage en de afmetingen van de bouwplaats en de ruimten alsmede van het maximale aantal personen dat zich aldaar kan ophouden. De specifieke vluchtroutes en de nooduitgangen dienen gemarkeerd volgens de bepalingen betreffende de veiligheids- of gezondheidssignalering op het werk ingevolge het KB van 17 juni Belgisch Staatsblad Deze markering dient duurzaam te zijn en op daarvoor in aanmerking komende plaatsen aangebracht. De vluchtroutes en nooduitgangen alsmede de verkeersroutes en de deuren die daarop uitkomen dienen vrij te zijn van obstakels zodat ze te allen tijde zonder belemmeringen kunnen worden gebruikt. Vluchtroutes en nooduitgangen waar verlichting noodzakelijk is, dienen te worden voorzien van een veiligheidsverlichting die bij het uitvallen van de elektrische stroom voldoende lichtsterkte bezit. De deuren van nooduitgangen dienen naar buiten open te gaan. Deze deuren moeten op zodanige wijze zijn gesloten dat ze gemakkelijk en onmiddellijk kunnen worden geopend door iedereen die ze in geval van nood moet gebruiken. Schuif- en draaideuren mogen niet als nooduitgang worden gebruikt. 26 Eerste hulp en verzorging De aannemer dient ervoor te zorgen dat er op elk moment gekwalificeerd personeel aanwezig is om eerste hulp te verlenen. Er dienen maatregelen te worden getroffen om werknemers die betrokken zijn bij een ongeval of die plotseling onwel worden, te kunnen vervoeren voor medische verzorging. Wanneer de omvang van de bouwplaats of de aard van de werkzaamheden dat noodzakelijk maakt, dienen een of meer ruimten beschikbaar te zijn voor het verlenen van de eerste hulp. De voor het verlenen van de eerste hulp bestemde ruimten dienen te worden voorzien van de uitrusting en de materialen die voor deze hulp absoluut noodzakelijk zijn en dienen gemakkelijk met brancards toegankelijk te zijn. Zij worden gemarkeerd overeenkomstig de bepalingen betreffende de veiligheids- en gezondheidssignalering op het werk ingevolge het KB van 17 juni Belgisch Staatsblad Deze markering dient duurzaam te zijn en op daarvoor in aanmerking komende plaatsen aangebracht. Op alle plaatsen, waar de arbeidsomstandigheden zulks vereisen, dient er eveneens materiaal aanwezig te zijn om de eerste hulp te verlenen. Dit materiaal dient eveneens te zijn voorzien van hiervoor vermelde de reglementaire markering en moet gemakkelijk bereikbaar zijn. Tevens moeten het adres en het telefoonnummer van de plaatselijke eerste hulppost steeds duidelijk zichtbaar zijn aangegeven. Revisie: 2 Pagina: 21 van 38

22 leveringen bij het Wanneer er verdrinkingsgevaar bestaat zal zolang de leidende ambtenaar het nodig oordeelt, de aannemer tijdens de uitvoering van de werken in de onmiddellijke nabijheid een reddingsboot in gereedheid houden. Deze boot moet eveneens zijn voorzien van een reddingsboei, reddingsvesten, roeispanen en een voldoende krachtige buitenmotor. 27 Blootstelling aan bijzondere risico s De werknemers mogen niet worden blootgesteld aan een schadelijk geluidsniveau of aan schadelijke invloeden van buitenaf zoals gassen, dampen of stof. Indien werknemers een zone moeten betreden waar de atmosfeer mogelijk een giftige of schadelijke stof of onvoldoende zuurstof bevat of ontvlambaar kan zijn, dient de atmosfeer in deze zone te worden gecontroleerd en moeten passende maatregelen worden genomen om elk gevaar te voorkomen. Een werknemer mag in geen geval worden blootgesteld aan een atmosfeer met verhoogd risico. Hij moet in ieder geval permanent van buitenaf worden geobserveerd en alle passende voorzorgsmaatregelen moeten worden getroffen opdat hem onmiddellijk op doeltreffende wijze hulp kan worden geboden. 28 Hefwerktuigen Ieder hefwerktuig en elk hulpstuk, met inbegrip van de bestanddelen, bevestigingsmiddelen, verankeringen en steunen moeten: goed ontworpen, geconstrueerd en stevig genoeg zijn voor het gebruik dat ervan wordt gemaakt; op de juiste wijze worden geïnstalleerd en gebruikt; in een goede staat van onderhoud zijn; overeenkomstig de vigerende reglementering regelmatig worden nagekeken, aan tests en controles worden onderworpen; bediend worden door gekwalificeerde werknemers die hiervoor speciaal zijn opgeleid; op elk hefwerktuig en elk hulpstuk moet het maximum laadvermogen duidelijk en zichtbaar zijn aangegeven; hefwerktuigen en de hulpstukken mogen niet voor andere doeleinden worden gebruikt dan die waarvoor zij zijn bestemd. Het onderhoud moet zorgvuldig gebeuren. Ieder defect of onzeker onderdeel wordt verwijderd zodat het niet meer kan worden gebruikt (ARAB artikel 279 of machinerichtlijn). De controle van de stevigheid, de stabiliteit en het weerstandsvermogen van de hefwerktuigen en hun toebehoren (kettingen, haken, kabels enzovoort ) moeten beantwoorden aan het ARAB artikel. 268 ofwel aan de machinerichtlijn. Revisie: 2 Pagina: 22 van 38

MINISTERIE VAN TEWERKSTELLING EN ARBEID. 3 MEI Koninklijk besluit betreffende de tijdelijke of mobiele bouwplaatsen.

MINISTERIE VAN TEWERKSTELLING EN ARBEID. 3 MEI Koninklijk besluit betreffende de tijdelijke of mobiele bouwplaatsen. MINISTERIE VAN TEWERKSTELLING EN ARBEID 3 MEI 1999. - Koninklijk besluit betreffende de tijdelijke of mobiele bouwplaatsen Bijlage IV Minimumvoorschriften bedoeld in artikel 53, 4, tweede lid 1. Voorafgaande

Nadere informatie

Codex over het welzijn op het werk. Boek IV.- Arbeidsmiddelen. Titel 2. Bepalingen van toepassing op alle arbeidsmiddelen

Codex over het welzijn op het werk. Boek IV.- Arbeidsmiddelen. Titel 2. Bepalingen van toepassing op alle arbeidsmiddelen Codex over het welzijn op het werk Boek IV.- Arbeidsmiddelen Titel 2. Bepalingen van toepassing op alle arbeidsmiddelen Omzetting in Belgisch recht van de Richtlijn 2009/104/EG van het Europees Parlement

Nadere informatie

MINISTERIE VAN TEWERKSTELLING EN ARBEID. 3 MEI Koninklijk besluit betreffende de tijdelijke of mobiele bouwplaatsen.

MINISTERIE VAN TEWERKSTELLING EN ARBEID. 3 MEI Koninklijk besluit betreffende de tijdelijke of mobiele bouwplaatsen. MINISTERIE VAN TEWERKSTELLING EN ARBEID 3 MEI 1999. - Koninklijk besluit betreffende de tijdelijke of mobiele bouwplaatsen Bijlage III Minimumvoorschriften inzake veiligheid en gezondheid van toepassing

Nadere informatie

Koninklijk besluit van 12 augustus 1993 betreffende het gebruik van arbeidsmiddelen (B.S. 28.9. 1993)

Koninklijk besluit van 12 augustus 1993 betreffende het gebruik van arbeidsmiddelen (B.S. 28.9. 1993) Koninklijk besluit van 12 augustus 1993 betreffende het gebruik van arbeidsmiddelen (B.S. 28.9. 1993) Gewijzigd bij: (1) koninklijk besluit van 17 juni 1997 betreffende de veiligheids- en gezondheidssignalering

Nadere informatie

VEILIGHEIDS- EN GEZONDHEIDSPLAN

VEILIGHEIDS- EN GEZONDHEIDSPLAN Gemeentelijk Havenbedrijf Antwerpen Interne Dienst voor Preventie en Bescherming Haven 63, Siberiastraat 20, 2030 Antwerpen, België T +32 3 205 22 28, F +32 3 205 24 37 E info@haven.antwerpen.be, www.portofantwerp.com

Nadere informatie

8.1.1 Arbeidsmiddelen (K.B. 12/08/93, B.S. 28/09/93) - synthese

8.1.1 Arbeidsmiddelen (K.B. 12/08/93, B.S. 28/09/93) - synthese 8.1.1 Arbeidsmiddelen (K.B. 12/08/93, B.S. 28/09/93) - synthese Toepassingsgebied (art. 1) Op de werkgevers en werknemers en op de daarmee gelijkgestelde personen. Definitie van arbeidsmiddelen (art. 2.1)

Nadere informatie

Veiligheidscoördinatoren Coordinateurs de Sécurité

Veiligheidscoördinatoren Coordinateurs de Sécurité 12 AUGUSTUS 1993. - Koninklijk besluit betreffende het gebruik van arbeidsmiddelen.( de artikelen 1 tot 11 en de bijlage vormen titel VI, hoofdstuk I van de Codes over het welzijn op het werk). Belgisch

Nadere informatie

Voorschriften na te leven bij de uitvoering van opdrachten en leveringen bij het Havenbedrijf Antwerpen

Voorschriften na te leven bij de uitvoering van opdrachten en leveringen bij het Havenbedrijf Antwerpen Voorschriften na te leven bij de uitvoering van opdrachten en leveringen bij het Havenbedrijf Antwerpen Revisie: 3 Pagina: 1 van 43 INHOUDSOPGAVE 1 Algemeen... 4 2 Voorschriften die gelden bij het betreden

Nadere informatie

FICHE UITRUSTING VAN DE ARBEIDSPLAATSEN

FICHE UITRUSTING VAN DE ARBEIDSPLAATSEN FICHE UITRUSTING VAN DE ARBEIDSPLAATSEN Afmetingen van lokalen en werkruimten : de lokalen zijn tenminste 2,5 m hoog (de delen die geen 2,5 m hoogte bereiken worden niet meegeteld voor de bepaling van

Nadere informatie

1 Arbeidsmiddelen volgens het Arbobesluit

1 Arbeidsmiddelen volgens het Arbobesluit 1 Arbeidsmiddelen volgens het Arbobesluit Arbobesluit 7.1 Arbeidsmiddelen buiten gebruik Dit hoofdstuk is niet van toepassing op arbeidsmiddelen die op een zodanige manier zijn gedemonteerd of gesloopt,

Nadere informatie

ARAD 06 - Deel V - Titel III - Hoofdstuk II Bijlage 2 - Blz 1

ARAD 06 - Deel V - Titel III - Hoofdstuk II Bijlage 2 - Blz 1 Bijlage 2 - Blz 1 Minimumvoorschriften inzake veiligheid en gezondheid van toepassing op bouwplaatsen, (Bijlage III bij CODEX III-V) DEEL A ALGEMENE MINIMUMVOORSCHRIFTEN VOOR DE ARBEIDSPLAATSEN OP BOUWPLAATSEN

Nadere informatie

Bouwplaatsreglement. Definities:

Bouwplaatsreglement. Definities: Bouwplaatsreglement Definities: - Dossier veiligheid en De synthese van alle documenten in verband met veiligheid en gezondheid: gezondheid, door alle tussenkomende partijen samengebracht: opdrachtgever,

Nadere informatie

Wetgeving valbeveiligingsmiddelen

Wetgeving valbeveiligingsmiddelen Wetgeving valbeveiligingsmiddelen Met betrekking tot de vraag over valkeuringsmiddelen in de Vraagbaak is onderstaande wetgeving relevant: Artikel 7.4a. Keuringen 1.Een arbeidsmiddel waarvan de veiligheid

Nadere informatie

1. ORGANISATIE VAN DE PREVENTIE EN BESCHERMING

1. ORGANISATIE VAN DE PREVENTIE EN BESCHERMING Bijlage IV : Bouwplaatsreglement 1. ORGANISATIE VAN DE PREVENTIE EN BESCHERMING 1.1. De veiligheidscoördinator (VC) heeft de leiding over de coördinatie van de veiligheid en gezondheid voor het geheel

Nadere informatie

Intern transport. Ignaas Crombez Malle 31 maart 2015

Intern transport. Ignaas Crombez Malle 31 maart 2015 Intern transport Ignaas Crombez Malle 31 maart 2015 MiVeDi bvba Ignaas Crombez Preventiedeskundige - milieucoördinator Tel 32-50-816244 - Fax 32-50-816312 Email ignaas.crombez@mivedi.be inhoud Intern verkeer

Nadere informatie

Veiligheid van land- en tuinbouwmachines Algemene minimumvoorschriften voor de arbeidsmiddelen

Veiligheid van land- en tuinbouwmachines Algemene minimumvoorschriften voor de arbeidsmiddelen Onderwerp: Thema: Veiligheid van land- en tuinbouwmachines Algemene minimumvoorschriften voor de arbeidsmiddelen Alle machines op uw bedrijf die u ter beschikking stelt van werknemers moeten beantwoorden

Nadere informatie

Codex over het welzijn op het werk. Boek IX.- Collectieve bescherming en individuele uitrusting. Titel 1. Collectieve beschermingsmiddelen

Codex over het welzijn op het werk. Boek IX.- Collectieve bescherming en individuele uitrusting. Titel 1. Collectieve beschermingsmiddelen Codex over het welzijn op het werk Boek IX.- Collectieve bescherming en individuele uitrusting Titel 1. Collectieve beschermingsmiddelen Hoofdstuk I.- Algemene bepalingen betreffende de collectieve beschermingsmiddelen

Nadere informatie

-1- Over welke domeinen gaat de V&G-wetgeving? -1- Voor wie geldt de V&Gwetgeving? -1- Noem de twee vormen van overleg.

-1- Over welke domeinen gaat de V&G-wetgeving? -1- Voor wie geldt de V&Gwetgeving? -1- Noem de twee vormen van overleg. -1- Noem de groepen signaleringsborden. -1- Noem de twee vormen van overleg. -1- Noem de verschillende vormen van markeringen. -1- Over welke domeinen gaat de V&G-wetgeving? -1- Voor wie geldt de V&Gwetgeving?

Nadere informatie

Koninklijk besluit van 4 mei 1999 betreffende het gebruik van arbeidsmiddelen voor het hijsen of heffen van lasten (B.S. 4.6.1999)

Koninklijk besluit van 4 mei 1999 betreffende het gebruik van arbeidsmiddelen voor het hijsen of heffen van lasten (B.S. 4.6.1999) Koninklijk besluit van 4 mei 1999 betreffende het gebruik van arbeidsmiddelen voor het hijsen of heffen van lasten (B.S. 4.6.1999) Gewijzigd bij: (1) koninklijk besluit van 28 augustus 2002 tot aanwijzing

Nadere informatie

WS 3.8 Arbeidsplaats & Intern verkeersplan

WS 3.8 Arbeidsplaats & Intern verkeersplan WS 3.8 Arbeidsplaats & Intern verkeersplan Malle - 23 maart 2018 MiVeDi bvba Ignaas Crombez Preventiedeskundige - milieucoördinator Tel 32-50-816244 - Fax 32-50-816312 Email ignaas.crombez@mivedi.be Inhoud

Nadere informatie

RICHTLIJN VAN DE RAAD

RICHTLIJN VAN DE RAAD 1989L0654 NL 27.06.2007 001.001 1 Dit document vormt slechts een documentatiehulpmiddel en verschijnt buiten de verantwoordelijkheid van de instellingen B RICHTLIJN VAN DE RAAD van 30 november 1989 betreffende

Nadere informatie

CONTROLELIJST ARBEIDSMIDDELEN EN RISICOBEOORDELING R01/01.10.2005.IDPB.CD

CONTROLELIJST ARBEIDSMIDDELEN EN RISICOBEOORDELING R01/01.10.2005.IDPB.CD Algemene gegevens van de onderzochte uitrusting Afdeling : Volgnummer : Machine-Installatie-gereedschap: Beknopte omschrijving: Merk : Type serie nummer: bouwjaar: Uitgevoerde onderzoeken met opmerkingen

Nadere informatie

Het veiligheidsplan: Onderaanneming Betontrappen Geerts bvba

Het veiligheidsplan: Onderaanneming Betontrappen Geerts bvba Het veiligheidsplan: Onderaanneming Betontrappen Geerts bvba Het veiligheids- en gezondheidsplan heeft betrekking op de werken in opdracht van Bolcmans nv Het veiligheids- en gezondheidsplan bevat: - Projectgebonden

Nadere informatie

Artikel 3 Artikel 4 Artikel 5

Artikel 3 Artikel 4 Artikel 5 392L0057 Richtlijn 92/57/EEG van de Raad van 24 juni 1992 betreffende de minimumvoorschriften inzake veiligheid en gezondheid voor tijdelijke en mobiele bouwplaatsen (achtste bijzondere richtlijn in de

Nadere informatie

Afbraakwerken Wettelijk kader. 17 maart 2016 ir. Tom Vermeersch sociaal inspecteur TWW- FOD WASO

Afbraakwerken Wettelijk kader. 17 maart 2016 ir. Tom Vermeersch sociaal inspecteur TWW- FOD WASO Wettelijk kader 17 maart 2016 ir. Tom Vermeersch sociaal inspecteur TWW- FOD WASO Fg 60 50 40 30 20 bouw slopen 10 0 2010 2011 2012 2013 2014 Bron: Fonds voor Arbeidsongevallen Bouw: nace-codes 41,42,&

Nadere informatie

Artikel 11.03 Afmeting van de werkplekken Werkplekken moeten zo groot zijn dat iedere persoon die er werkt voldoende bewegingsvrijheid heeft.

Artikel 11.03 Afmeting van de werkplekken Werkplekken moeten zo groot zijn dat iedere persoon die er werkt voldoende bewegingsvrijheid heeft. Reglement Onderzoek Schepen Rijnvaart HOOFDSTUK 11 VEILIGHEID OP DE WERKPLEK Artikel 11.01 Algemene bepalingen 1. Vaartuigen moeten zodanig zijn gebouwd, ingericht en uitgerust, dat personen daarop veilig

Nadere informatie

Codex over het welzijn op het werk. Boek IV.- Arbeidsmiddelen. Titel 5. Arbeidsmiddelen voor tijdelijke werkzaamheden op hoogte

Codex over het welzijn op het werk. Boek IV.- Arbeidsmiddelen. Titel 5. Arbeidsmiddelen voor tijdelijke werkzaamheden op hoogte Codex over het welzijn op het werk Boek IV.- Arbeidsmiddelen Titel 5. Arbeidsmiddelen voor tijdelijke werkzaamheden op hoogte Omzetting in Belgisch recht van de Richtlijn 2009/104/EG van het Europees Parlement

Nadere informatie

4 MEI 1999. - Koninklijk besluit betreffende het gebruik van mobiele arbeidsmiddelen.

4 MEI 1999. - Koninklijk besluit betreffende het gebruik van mobiele arbeidsmiddelen. 4 MEI 1999. - Koninklijk besluit betreffende het gebruik van mobiele arbeidsmiddelen. Belgisch Staatsblad 04 juni 1999 Gewijzigd door : KB van 28/08/02 BS van 18/09/02 4 MEI 1999. - Koninklijk besluit

Nadere informatie

Concordantietabel boek III Arbeidsplaatsen van de codex welzijn op het werk

Concordantietabel boek III Arbeidsplaatsen van de codex welzijn op het werk Concordantietabel boek III Arbeidsplaatsen van de codex welzijn op het werk Koninklijk besluit van 10 oktober 2012 tot vaststelling van de algemene basiseisen waaraan arbeidsplaatsen moeten beantwoorden

Nadere informatie

Concordantietabel boek III Arbeidsplaatsen van de codex welzijn op het werk

Concordantietabel boek III Arbeidsplaatsen van de codex welzijn op het werk Concordantietabel boek III Arbeidsplaatsen van de codex welzijn op het werk Koninklijk besluit van 10 oktober 2012 tot vaststelling van de algemene basiseisen waaraan arbeidsplaatsen moeten beantwoorden

Nadere informatie

Welzijn en opleidingen

Welzijn en opleidingen Welzijn en opleidingen De wetgeving over het welzijn op het werk verplicht werkgevers de nodige maatregelen te nemen om het welzijn van de werknemers te bevorderen tijdens de uitvoering van hun werk. Een

Nadere informatie

Task Safety Requirements Working at Height Scaffolding NL. Approved by: HSSE Manager

Task Safety Requirements Working at Height Scaffolding NL. Approved by: HSSE Manager Page 1 of 5 A. INLEIDING STEIGERS Voor werken op hoogte wordt vaak beroep gedaan op steigers (ook nog stellingen) omdat deze een hogere graad van veiligheid bieden dan sommige andere arbeidsmiddelen en

Nadere informatie

Hoofdstuk I. - Bepalingen betreffende de collectieve beschermingsmiddelen. Afdeling 1. - Toepassingsgebied en definities

Hoofdstuk I. - Bepalingen betreffende de collectieve beschermingsmiddelen. Afdeling 1. - Toepassingsgebied en definities Koninklijk besluit van 30 augustus 2013 tot vaststelling van algemene bepalingen betreffende de keuze, de aankoop en het gebruik van collectieve beschermingsmiddelen (B.S. 7.10.2013) Hoofdstuk I. - Bepalingen

Nadere informatie

Koninklijk besluit van 26 maart 2003 betreffende het welzijn van de werknemers die door explosieve atmosferen gevaar kunnen lopen (B.S. 05.05.

Koninklijk besluit van 26 maart 2003 betreffende het welzijn van de werknemers die door explosieve atmosferen gevaar kunnen lopen (B.S. 05.05. Koninklijk besluit van 26 maart 2003 betreffende het welzijn van de werknemers die door explosieve atmosferen gevaar kunnen lopen (B.S. 05.05.2003) Artikel 1.- 1. Dit besluit en zijn bijlagen zijn de omzetting

Nadere informatie

ABESCO ACTIVITEITEN SITUATIES PREVENTIEMAATREGELEN INSTRUCTIES RISICO'S ALGEMENE RISICO S

ABESCO ACTIVITEITEN SITUATIES PREVENTIEMAATREGELEN INSTRUCTIES RISICO'S ALGEMENE RISICO S ACTIVITEITEN SITUATIES RISICO'S PREVENTIEMAATREGELEN INSTRUCTIES ALGEMENE RISICO S Orde en netheid - val van personen op de begane grond - de niet onmiddellijk te gebruiken materialen en gereedschappen

Nadere informatie

Veilig werken met apparaten en machines

Veilig werken met apparaten en machines Published on Arbocatalogus voor de vlakglasbranche (http://www.arbocatalogus-vlakglas.nl) Veilig werken met apparaten en machines Oplossing status: Goedgekeurd door Inspectie SZW Een machine is een arbeidsmiddel,

Nadere informatie

TOOLBOXMEETING VEILIGHEID- EN GEZONDHEIDSSIGNALISATIE

TOOLBOXMEETING VEILIGHEID- EN GEZONDHEIDSSIGNALISATIE Onderwerp: Locatie van uitvoering: Datum van uitvoering: VEILIGHEID- EN GEZONDHEIDSSIGNALISATIE WERVEN & WERKPLAATS SEPTEMBER 1. WAT ZIJN VEILIGEHEID EN GEZONDHEIDSSIGNALERINGEN: Definitie: SIGNALERING

Nadere informatie

Onderafdeling I. Toepassingsgebied en algemene beginselen

Onderafdeling I. Toepassingsgebied en algemene beginselen Koninklijk besluit van 31 augustus 2005 betreffende het gebruik van arbeidsmiddelen voor tijdelijke werkzaamheden op hoogte (B.S. 15.9.2005; errata: B.S. 22.8.2006) Onderafdeling I. Toepassingsgebied en

Nadere informatie

De doelstellingen van de Arbowet zijn: het verbeteren van de veiligheid en gezondheid van medewerkers

De doelstellingen van de Arbowet zijn: het verbeteren van de veiligheid en gezondheid van medewerkers 1. Wetgeving 1.1 Arbowet In januari 2007 is de Arbowet 2007 van kracht geworden. Het begrip Arbo staat voor Arbeidsomstandigheden en heeft betrekking op Veiligheid, Gezondheid en Welzijn (VGW). De Arbowet

Nadere informatie

KB van 28 maart 2014 Brandpreventie op de arbeidsplaatsen

KB van 28 maart 2014 Brandpreventie op de arbeidsplaatsen KB van 28 maart 2014 Brandpreventie op de arbeidsplaatsen Situering Het koninklijk besluit (KB) van 28 maart 2014 betreffende de brandpreventie op de arbeidsplaatsen vervangt en verruimt artikel 52 van

Nadere informatie

Codex over het welzijn op het werk. Boek III.- Arbeidsplaatsen. Titel 4. Ruimten met risico s voor een explosieve atmosfeer

Codex over het welzijn op het werk. Boek III.- Arbeidsplaatsen. Titel 4. Ruimten met risico s voor een explosieve atmosfeer Codex over het welzijn op het werk Boek III.- Arbeidsplaatsen Titel 4. Ruimten met risico s voor een explosieve atmosfeer Omzetting in Belgisch recht van de Europese richtlijn 1999/92/EG van het Europees

Nadere informatie

Circulaire 2015 02 BRANDPREVENTIE

Circulaire 2015 02 BRANDPREVENTIE Brandpreventie op de arbeidsplaatsen PRINCIPE De nieuwe wetgeving betreffende de brandpreventie op de arbeidsplaatsen (KB van 28 maart 2014) legt duidelijk uit welke maatregelen de werkgevers moeten nemen

Nadere informatie

VEILIG WERKEN OP HOOGTE IN EEN SCHOOL. Jan Goos

VEILIG WERKEN OP HOOGTE IN EEN SCHOOL. Jan Goos VEILIG WERKEN OP HOOGTE IN EEN SCHOOL Jan Goos VEILIG WERKEN OP HOOGTE IN EEN SCHOOL Bij het uitvoeren van werken op hoogte moet men steeds rekening houden met het valgevaar. Geïntegreerde veiligheid,

Nadere informatie

4 MEI 1999. - Koninklijk besluit betreffende het gebruik van arbeidsmiddelen voor het hijsen of heffen van lasten. Belgisch Staatsblad 04 juni 1999

4 MEI 1999. - Koninklijk besluit betreffende het gebruik van arbeidsmiddelen voor het hijsen of heffen van lasten. Belgisch Staatsblad 04 juni 1999 4 MEI 1999. - Koninklijk besluit betreffende het gebruik van arbeidsmiddelen voor het hijsen of heffen van lasten. Belgisch Staatsblad 04 juni 1999 Gewijzigd door : KB van 28/08/02 - BS van 18/09/02 ALBERT

Nadere informatie

Arbeidsplaatsen Elektrische installaties Minimale voorschriften voor de oude installaties. Infodocument

Arbeidsplaatsen Elektrische installaties Minimale voorschriften voor de oude installaties. Infodocument Arbeidsplaatsen Elektrische installaties Minimale voorschriften voor de oude installaties Infodocument Arbeidsplaatsen - Elektrische installaties - Minimale voorschriften voor de oude installaties Sinds

Nadere informatie

Circulaire BRANDPREVENTIE

Circulaire BRANDPREVENTIE OP DE ARBEIDSPLAATSEN PRINCIPE De wetgeving betreffende de brandpreventie op de arbeidsplaatsen ( Codex Boek III, Titel 3) legt duidelijk uit welke maatregelen de werkgevers moeten nemen inzake brandpreventie.

Nadere informatie

1 Beschrijving. Infofiche Nr /2017. Kleedkamers, refters, wastafels en toiletten in de werkplaatsen en burelen 1/5

1 Beschrijving. Infofiche Nr /2017. Kleedkamers, refters, wastafels en toiletten in de werkplaatsen en burelen 1/5 Infofiche Nr. 3015 09/2017 Kleedkamers, refters, wastafels en toiletten in de werkplaatsen en burelen 1 Beschrijving Er moeten sociale voorzieningen (kleedkamers, refters, wastafels, toiletten, rustlokalen,...)

Nadere informatie

Veiligheidsinstructiekaart Rolsteiger ARAB - artikel 54 quater 4. en het KB Arbeidsmiddelen (Codex Titel VI Hoofdstuk I artikel 7)

Veiligheidsinstructiekaart Rolsteiger ARAB - artikel 54 quater 4. en het KB Arbeidsmiddelen (Codex Titel VI Hoofdstuk I artikel 7) Veiligheidsinstructiekaart Rolsteiger ARAB - artikel 54 quater 4. en het KB Arbeidsmiddelen (Codex Titel VI Hoofdstuk I artikel 7) Onderwerp Algemene veiligheidsvoorschriften. Het gebruik van de rolsteiger

Nadere informatie

Reglement veiligheidsregels voor derden.

Reglement veiligheidsregels voor derden. Reglement veiligheidsregels voor derden. 1 Inleiding Dit reglement is bedoeld voor derden die geen werknemer zijn van het ziekenhuis, maar werken in ziekenhuis in het kader van een opdracht. Dit reglement

Nadere informatie

-2- Noem voorbeelden van orde en netheid (good housekeeping). -2- Bij welke werkzaamheden kan een aanvullende werkvergunning nodig zijn?

-2- Noem voorbeelden van orde en netheid (good housekeeping). -2- Bij welke werkzaamheden kan een aanvullende werkvergunning nodig zijn? -2- Bij welke werkzaamheden kan een aanvullende werkvergunning nodig zijn? -2- Noem voorbeelden van orde en netheid (good housekeeping). -2- Noem enkele gevaren op het werk. -2- Noem werkzaamheden of omstandigheden

Nadere informatie

1 Beschrijving. Infofiche Nr /2017. Kleedkamers, refters, wastafels en toiletten in de werkplaatsen en burelen 1/5

1 Beschrijving. Infofiche Nr /2017. Kleedkamers, refters, wastafels en toiletten in de werkplaatsen en burelen 1/5 Infofiche Nr. 3015 12/2017 Kleedkamers, refters, wastafels en toiletten in de werkplaatsen en burelen 1 Beschrijving Er moeten sociale voorzieningen (kleedkamers, refters, wastafels, toiletten, rustlokalen,...)

Nadere informatie

Het kader van het Welzijn op het Werk Toelichting bij de wet van 4 augustus 1996

Het kader van het Welzijn op het Werk Toelichting bij de wet van 4 augustus 1996 Het kader van het Welzijn op het Werk Toelichting bij de wet van 4 augustus 1996 Welzijnsdag 12 november 2012 1 Inhoudsopgave Korte schets wetgeving De risicoanalyse Preventiemaatregelen Rolverdeling in

Nadere informatie

Basis inspectiemodule

Basis inspectiemodule Basis inspectiemodule Inrichting arbeidsplaatsen Deelmodule: Algemeen Deze Basis Inspectie Module (BIM) is opgesteld aan de hand van de stand van de techniek en is geschreven voor intern gebruik bij de

Nadere informatie

BRANDPREVENTIE. op de arbeidsplaatsen.

BRANDPREVENTIE. op de arbeidsplaatsen. BRANDPREVENTIE op de arbeidsplaatsen. Overzicht Wat was het? KB 28/03/2014 : toepassingsgebied en definities Risicoanalyse: risicofactoren Risicoanalyse en preventiemaatregelen Specifieke preventiemaatregelen

Nadere informatie

De CE-markering voor de FABRIKANT ( dus niet voor de gebruiker) houdt in :

De CE-markering voor de FABRIKANT ( dus niet voor de gebruiker) houdt in : Betreft: Machinerichtlijn (verkorte uiteenzetting) 1. Europese wetgeving De Machinerichtlijn is van kracht geworden op 1-1-1995. Een Europese richtlijn is bindend voor de lidstaten en gaat boven de wetten

Nadere informatie

VEILIGHEIDSADVIEZEN VOOR DE BOUWNIJVERHEID

VEILIGHEIDSADVIEZEN VOOR DE BOUWNIJVERHEID VEILIGHEIDSADVIEZEN VOOR DE BOUWNIJVERHEID VOORWOORD De oorspronkelijke tekst van VEEJGHEIDSADVIEZEN is gemaakt door een werkgroep (1) samengesteld uit leden van het Comité International de Prévention

Nadere informatie

Gemotoriseerd transport

Gemotoriseerd transport Gemotoriseerd transport Provinciaal Comité 19/04/2019 ir. Steven Van Cauwenberghe, FOD WASO TWW Codex boek IV.- ARBEIDSMIDDELEN Titel 1. Definities Titel 2. Bepalingen van toepassing op alle arbeidsmiddelen

Nadere informatie

WERKEN IN BESLOTEN RUIMTEN BRON: ARBOUW

WERKEN IN BESLOTEN RUIMTEN BRON: ARBOUW WERKEN IN BESLOTEN RUIMTEN BRON: ARBOUW Inleiding Werken in besloten ruimten brengt specifieke risico s voor de veiligheid en gezondheid met zich mee. Er is kans op dodelijke ongevallen, verwondingen en

Nadere informatie

Codex over het welzijn op het werk. Boek I.- Algemene beginselen. Titel 2. Algemene beginselen betreffende het welzijnsbeleid

Codex over het welzijn op het werk. Boek I.- Algemene beginselen. Titel 2. Algemene beginselen betreffende het welzijnsbeleid Codex over het welzijn op het werk Boek I.- Algemene beginselen Titel 2. Algemene beginselen betreffende het welzijnsbeleid Omzetting in Belgisch recht van de Europese richtlijn 89/391/EEG van de Raad

Nadere informatie

Richtlijn voor Aannemers

Richtlijn voor Aannemers INHOUDSTAFEL 1. Algemeen...2 1.1 Inleiding...2 1.2 Codes...2 1.3 Definities...2 2. Veiligheidsvoorschriften en algemene richtlijnen...3 3. Regels betreffende voedselveiligheid...5 4. Referenties...5 Opgesteld

Nadere informatie

Huurvoorwaarden en reglement Welzijnsstichting Kerverland ten behoeve van de Huiskamer van Waarder

Huurvoorwaarden en reglement Welzijnsstichting Kerverland ten behoeve van de Huiskamer van Waarder Huurvoorwaarden en reglement Welzijnsstichting Kerverland ten behoeve van de Huiskamer van Waarder 1. Dit document is opgesteld door de Welzijnsstichting Kerverland te Waarder, ingeschreven bij de Kamer

Nadere informatie

Samenwerken met onderaannemers. ir. Tom Vermeersch Sociaal inspecteur TWW RD Oost-Vlaanderen

Samenwerken met onderaannemers. ir. Tom Vermeersch Sociaal inspecteur TWW RD Oost-Vlaanderen Samenwerken met onderaannemers ir. Tom Vermeersch Sociaal inspecteur TWW RD Oost-Vlaanderen Hoofdstuk IV, Afdeling 1: werken met derden Hoofdstuk V: tijdelijke of mobiele bouwplaatsen KB tijdelijke of

Nadere informatie

Artikel/lid Tekst Boete normbedrag

Artikel/lid Tekst Boete normbedrag Boetes en sancties Inspectie SZW gaat strenger optreden Per 1 januari 2013 treedt de Wet aanscherping handhaving en sanctiebeleid SZW wetgeving in werking. Dit betekent dat per 1 januari 2013 overtredingen

Nadere informatie

EUROPESE UNIE HET EUROPEES PARLEMENT

EUROPESE UNIE HET EUROPEES PARLEMENT EUROPESE UNIE HET EUROPEES PARLEMENT DE RAAD Luxemburg, 27 juni 2001 (OR. en) 1998/0327 (COD) LEX 286 PE-CONS 3634/01 SOC 247 CODEC 615 RICHTLIJN 2001/45/EG VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD TOT WIJZIGING

Nadere informatie

Arbeidsplaatsen Elektrische installaties - Algemeen. Infodocument

Arbeidsplaatsen Elektrische installaties - Algemeen. Infodocument Arbeidsplaatsen Elektrische installaties - Algemeen Infodocument Arbeidsplaatsen - Elektrische installaties - Algemeen Voor bepaalde oude elektrische installaties op de arbeidsplaatsen werden in 2008 minimum

Nadere informatie

Toolbox-meeting. Besloten ruimten

Toolbox-meeting. Besloten ruimten Toolbox-meeting serie Besloten ruimten - 2 - / 7-6-2010 / 1 van 6 Toolbox-meeting Besloten ruimten Toolbox-meeting serie Besloten ruimten - 2 - / 7-6-2010 / 2 van 6 Inleiding Voorwaarden om in elke ruimte

Nadere informatie

Minimum voorschriften arbeidsplaatsen

Minimum voorschriften arbeidsplaatsen 9 december 2012 Minimum voorschriften arbeidsplaatsen In onze vorige nieuwsbrief Defensie heeft nood aan zuurstof betreurden we dat de militaire overheid welzijn beschouwd als een meerkost. Voor ACV Openbare

Nadere informatie

RISICOANALYSE SPREADERBEAMS VOLGENS METHODE FINE EN KINNEY

RISICOANALYSE SPREADERBEAMS VOLGENS METHODE FINE EN KINNEY RISICOANALYSE SPREADERBEAMS VOLGENS METHODE FINE EN KINNEY INHOUDSOPGAVE: Hoofdstuk Omschrijving Pagina 1 Inleiding 2 2 Risicoanalyse 2 3 Risicobeoordeling 4 4 Risicoreductie 7 1. INLEIDING: Het spreader

Nadere informatie

Werken op hoogte. Ladders en steigers

Werken op hoogte. Ladders en steigers Werken op hoogte Ladders en steigers 1 Wetgeving Wetvan 4 augustus 1996 betreffende het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk (welzijnswet) Hoofdstuk V bijzondere bepalingen bepalingen

Nadere informatie

Gebruiks- en onderhoudsaanwijzing- NL

Gebruiks- en onderhoudsaanwijzing- NL Elektrische Infrarood Verwarming Model 93485 Gebruiks- en onderhoudsaanwijzing- NL 1 Algemene veiligheidsinstructies LEES DE GEBRUIKSAANWIJZING Alvorens de radiateur in bedrijf te nemen, moet u deze gebruiks

Nadere informatie

1. Organisatie veiligheid, gezondheid en milieu:

1. Organisatie veiligheid, gezondheid en milieu: 1. Organisatie veiligheid, gezondheid en milieu: De veiligheidscoördinator heeft op de werf de leiding over de coördinatie van veiligheid, gezondheid, welzijn en milieu voor het geheel van de werkzaamheden.

Nadere informatie

Nr 4146 Revisie

Nr 4146 Revisie 20100 Bedieningssystemen Waar nodig voor een juiste bediening van de machine moet een markering aangebracht Bij (on)opzettelijk verkeerd schakelen geen gevaarlijke consequenties. Goed toegankelijk geplaatst

Nadere informatie

Task Safety Requirements Working at Height Roof Work NL. Approved by: HSSE Manager

Task Safety Requirements Working at Height Roof Work NL. Approved by: HSSE Manager Page 1 of 5 A. INLEIDING WERKEN OP DAKEN Werken op daken is een zeer risicovolle activiteit. Vallen van daken veroorzaakt overwegend zeer zware verwondingen en zelfs de dood; meer nog dan bij andere vormen

Nadere informatie

(Ernstige) arbeidsongevallen & -aangifte

(Ernstige) arbeidsongevallen & -aangifte (Ernstige) arbeidsongevallen & -aangifte Infodag contactpersonen & directie Rodolf Broers Karen Brems 1 Probleemstelling In de school meldt een aannemer zich aan om te komen bekijken welke sanitaire werken

Nadere informatie

Toolbox-meeting veiligheids- & gezondheidssignalering

Toolbox-meeting veiligheids- & gezondheidssignalering Toolbox-meeting veiligheids- & gezondheidssignalering Unica installatietechniek B.V. Schrevenweg 2 8024 HA Zwolle Tel. 038 4560456 Fax 038 4560404 Toolbox-meeting: Veiligheids- & gezonheidssignalering

Nadere informatie

VEILIGHEIDSINSTRUCTIEKAART Versie 1 dd VIK-040 Laagwerker

VEILIGHEIDSINSTRUCTIEKAART Versie 1 dd VIK-040 Laagwerker Pagina 1 van 6 Onderwerp Machinenummer Type Serienummer Fabrikant/leverancier Datum fabricatie Datum indienststelling Zie navision Gebruik van de laagwerker De machine wordt gebruikt voor controle en inspectie

Nadere informatie

Hierna volgt een beknopt overzicht van de nieuwe regelgeving.

Hierna volgt een beknopt overzicht van de nieuwe regelgeving. Eerste hulp Met de publicatie van het KB van 15.12.10 betreffende de eerste hulp die verstrekt wordt aan de werknemers die slachtoffer worden van een ongeval of die onwel worden, in het BS van 28.12.10,

Nadere informatie

Introductie uitzendkrachten

Introductie uitzendkrachten Blz.: 1/7 I. Veiligheidsregels- en voorschriften Voor de specifieke veiligheids- en gezondheidsregels, alsook de vereiste PBM, wordt steeds verwezen naar de werkpostfiche, de introductiebrochure van de

Nadere informatie

Unispect - Toolbox 10 - Werken op hoogte. Inleiding

Unispect - Toolbox 10 - Werken op hoogte. Inleiding Unispect - Toolbox 10 - Werken op hoogte Inleiding Het werken op hoogte wordt als normaal beschouwd binnen de bouwnijverheid, echter vallende voorwerpen of werknemers die van grote hoogte naar beneden

Nadere informatie

Brandveiligheidsnormen en veiligheid in het algemeen

Brandveiligheidsnormen en veiligheid in het algemeen BIJLAGE 1 Brandveiligheidsnormen en veiligheid in het algemeen 0. Indeling van de inrichtingen. De inrichtingen worden ingedeeld in 3 categorieën: - Categorie 1: de lage gebouwen: dit wil zeggen gebouwen

Nadere informatie

Collectieve beschermingsmiddelen Wetgevende nota

Collectieve beschermingsmiddelen Wetgevende nota VL/NB Brussel, 10 oktober 2013 Collectieve beschermingsmiddelen Wetgevende nota Er is een nieuwe wettekst verschenen. Het gaat over: Koninklijk besluit van 30 augustus 2013 tot vaststelling van algemene

Nadere informatie

Fiche 9 (Analyse): Artikel 52 van het ARAB

Fiche 9 (Analyse): Artikel 52 van het ARAB Fiche 9 (Analyse): Artikel 52 van het ARAB Deze fiche herneemt in detail de inhoud en de grote lijnen van artikel 52 Verplichtingen van de werkgever brand voorkomen ieder begin van brand snel bestrijden

Nadere informatie

Controle van hefwerktuigen. Bliksemacties van Toezicht Welzijn op het Werk

Controle van hefwerktuigen. Bliksemacties van Toezicht Welzijn op het Werk Controle van hefwerktuigen Bliksemacties van Toezicht Welzijn op het Werk Nathalie Nouvelle, Ir Attaché bij Toezicht Welzijn op het Werk Directie Bergen 6 september 2013 1 Controle van hefwerktuigen Definities

Nadere informatie

Toolboxfiche U-008-v01

Toolboxfiche U-008-v01 Toolboxfiche U-008-v01 Gebruik van ladders op de werf Een defecte, slecht geïnstalleerde ladder of een ladder die niet geschikt is voor het uit te voeren werk, kan aan de basis van ernstige ongevallen

Nadere informatie

maatregelen worden getroffen om valgevaar te voorkomen (bv. door het gebruik van een steiger, borstwering, bordes, werkvloer, hekwerk etc.).

maatregelen worden getroffen om valgevaar te voorkomen (bv. door het gebruik van een steiger, borstwering, bordes, werkvloer, hekwerk etc.). 14.01 GEVAAR Vallen. 14.02 WERK IN UITVOERING Bij werkzaamheden boven 2,5 m moeten altijd maatregelen worden getroffen om valgevaar te voorkomen (bv. door het gebruik van een steiger, borstwering, bordes,

Nadere informatie

Beleidsregels Arbo betreden besloten ruimte. Artikel 4.6 Gevaar voor verstikking, bedwelming, vergiftiging, brand of explosie

Beleidsregels Arbo betreden besloten ruimte. Artikel 4.6 Gevaar voor verstikking, bedwelming, vergiftiging, brand of explosie Beleidsregels Arbo betreden besloten ruimte. Artikel 4.6 Gevaar voor verstikking, bedwelming, vergiftiging, brand of explosie 1. Indien kan worden vermoed dat werknemers bij verblijf op een plaats of in

Nadere informatie

Koninklijk besluit van 4 juni 2012 thermische omgevingsfactoren (Belgisch Staatsblad van 21 juni 2012)

Koninklijk besluit van 4 juni 2012 thermische omgevingsfactoren (Belgisch Staatsblad van 21 juni 2012) Koninklijk besluit van 4 juni 2012 thermische omgevingsfactoren (Belgisch Staatsblad van 21 juni 2012) Lieve Ponnet Adviseur-generaal Algemene directie humanisering van de arbeid Afdeling normen welzijn

Nadere informatie

PROJECT: Demerhuis cvba Verbouwing van een eengezinswoning tot een huisartsenpraktijk

PROJECT: Demerhuis cvba Verbouwing van een eengezinswoning tot een huisartsenpraktijk PROJECT: Demerhuis cvba Verbouwing van een eengezinswoning tot een huisartsenpraktijk VEILIGHEIDS- & GEZONDHEIDSPLAN Conform het KB 25.01.2001 Wet op het welzijn 04.08.1996 Codex & A.R.A.B. Europese richtlijn

Nadere informatie

Werken op hoogte PREVENTIEMAATREGELEN

Werken op hoogte PREVENTIEMAATREGELEN is een van de belangrijkste oorzaken van arbeidsongevallen. In deze fiche vind je de een aantal algemene preventiemaatregelen en een veiligheidsmaatregelen verbonden aan specifieke arbeidsmiddelen voor

Nadere informatie

Interventies aan machines Consignatieprocedure Paul Van Haecke FOD WASO AD Toezicht op het Welzijn op het Werk

Interventies aan machines Consignatieprocedure Paul Van Haecke FOD WASO AD Toezicht op het Welzijn op het Werk Interventies aan machines Consignatieprocedure Paul Van Haecke FOD WASO AD Toezicht op het Welzijn op het Werk 30 september 2016 1 1. Het probleem 2. De wetgeving 3. Een case (EAO) 30 september 2016 2

Nadere informatie

Toelichting en gebruik V&G-deelplan.

Toelichting en gebruik V&G-deelplan. Toelichting en gebruik V&G-deelplan. SMT Bouw & Vastgoed streeft ernaar de Veiligheid, Gezondheid en Milieu aspecten op haar projectlocaties optimaal te beheersen. Om dit te realiseren hanteert SMT Bouw

Nadere informatie

8.2 Bestelprocedure installaties, machines en gemechaniseerde werktuigen

8.2 Bestelprocedure installaties, machines en gemechaniseerde werktuigen 8.2 Bestelprocedure installaties, machines en gemechaniseerde werktuigen (voor het gemak, een machine = een installatie, machine of gemechaniseerd werktuigen, zoals bedoeld in het artikel 8.1 van het KB

Nadere informatie

Arbeidsomstandighedenbesluit Relevante artikelen

Arbeidsomstandighedenbesluit Relevante artikelen Arbeidsomstandighedenbesluit Relevante artikelen Artikel 3.16. Voorkomen valgevaar 1. Bij het verrichten van arbeid waarbij valgevaar bestaat is zo mogelijk een veilige steiger, stelling, bordes of werkvloer

Nadere informatie

Werken op hoogte Wettelijk kader. 29 april 2016 ir. Tom Vermeersch sociaal inspecteur TWW- FOD WASO

Werken op hoogte Wettelijk kader. 29 april 2016 ir. Tom Vermeersch sociaal inspecteur TWW- FOD WASO Werken op hoogte Wettelijk kader 29 april 2016 ir. Tom Vermeersch sociaal inspecteur TWW- FOD WASO Werken op hoogte Vallen van hoogte 29 april 2016 ir. Tom Vermeersch sociaal inspecteur TWW- FOD WASO Enkele

Nadere informatie

AANWIJZINGEN VOOR DE CONSTRUCTIE EN HET GEBRUIK VAN VANGNETTEN 1963 blz.1

AANWIJZINGEN VOOR DE CONSTRUCTIE EN HET GEBRUIK VAN VANGNETTEN 1963 blz.1 blz.1 1. INLEIDING Naar de praktijk leert, gebeuren elk jaar, o.a. op bouwwerken, ernstige ongevallen doordat personen van een grote hoogte vallen. Artikel 127 van het "Veiligheidsbesluit voor fabrieken

Nadere informatie

FEDERALE OVERHEIDSDIENST WERKGELEGENHEID, ARBEID EN SOCIAAL OVERLEG

FEDERALE OVERHEIDSDIENST WERKGELEGENHEID, ARBEID EN SOCIAAL OVERLEG FEDERALE OVERHEIDSDIENST WERKGELEGENHEID, ARBEID EN SOCIAAL OVERLEG KONINKLIJK BESLUIT VAN 31 AUGUSTUS 2005 BETREFFENDE HET GEBRUIK VAN ARBEIDSMIDDELEN VOOR TIJDELIJKE WERKZAAMHEDEN OP HOOGTE. (B.S. 15.09.2005

Nadere informatie

Volledig volgens het KB 31-08-2005 betreffende het gebruik van arbeidsmiddelen voor tijdelijke werkzaamheden op hoogte.

Volledig volgens het KB 31-08-2005 betreffende het gebruik van arbeidsmiddelen voor tijdelijke werkzaamheden op hoogte. Werken op hoogte Volledig volgens het KB 31-08-2005 betreffende het gebruik van arbeidsmiddelen voor tijdelijke werkzaamheden op hoogte. Risicionalyse uit te voeren Ladders: nieuwe ladders volgens NBN

Nadere informatie

PROJECT: Delvaux. Bouwen van twee halfopen bebouwingen

PROJECT: Delvaux. Bouwen van twee halfopen bebouwingen PROJECT: Delvaux Bouwen van twee halfopen bebouwingen VEILIGHEIDS- & GEZONDHEIDSPLAN Conform het KB 25.01.2001 Wet op het welzijn 04.08.1996 Codex & A.R.A.B. Europese richtlijn 92/57 EEG dossiernr: 2016-0233

Nadere informatie

euronorm Risicoanalyse Generaal Foulkesweg BZ Wageningen Transportmachine Transportmachine voor het transport van lege dozen Versie:

euronorm Risicoanalyse Generaal Foulkesweg BZ Wageningen Transportmachine Transportmachine voor het transport van lege dozen Versie: Risicoanalyse euronorm Generaal Foulkesweg 90 6703 BZ Wageningen Transportmachine Transportmachine voor het transport van lege dozen Versie: 24 Datum: 22-11-2016 Auteur: Richard pagina 1/6 Niet OK Richtlijn

Nadere informatie

VERWARMING «RED HOT» Ref 93475

VERWARMING «RED HOT» Ref 93475 VERWARMING «RED HOT» Ref 93475 GEBRUIKSAANWIJZING VOOR DE VERWARMING - NL OVERZICHT 1. ALGEMENE VEILIGHEID 2. ELEKTRISCHE AANSLUITINGEN 3. GEBRUIK 4. ONDERHOUD 5. TECHNISCHE GEGEVENS LEES, VÓÓR HET GEBRUIK

Nadere informatie