Voortgangsrapportage duurzaamheid Bunnik Webversie

Transcriptie

1 Voortgangsrapportage duurzaamheid Bunnik Webversie Copyright: Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie, microfilm of enige andere wijze, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de directie van Aannemingsbedrijf Gebr. de Koning B.V.. VERSIE DATUM OMSCHRIJVING OPGESTELD GECONTROLEERD GOEDGEKEURD Eerste uitgave J.H.M. Breems BSc L.C.J. van Dijk BEng webversie J.H.M. Breems BSc L.C.J. van Dijk BEng

2 Inhoudsopgave 1. Inleiding Algemeen Beschrijving van de organisatie Organisatorische grenzen Projectbeschrijving Projectdoelstellingen Rapportageperiode Berekeningsmethodiek Actuele berekeningsmethodiek en conversiefactoren Begrote uitstoot Directe en indirecte emissies Scope 1 & Scope Totaal scope 1, 2 & Maatregelen Genomen maatregelen Voortgang doelstellingen Te nemen maatregelen

3 1. Inleiding Ten behoeve van de CO2-prestatieladder wordt halfjaarlijks deze project-emissierapportage opgesteld voor het project Prorail; Snel Verkeer Onderdoorgang Bunnik (is SVOB; projectnummer: ). Het doel hiervan is inzicht verschaffen in de wijze waarop invulling wordt gegeven aan de duurzaamheid op dit project. 3

4 2. Algemeen 2.1 Beschrijving van de organisatie De rapporterende organisatie, Gebr. De Koning B.V., is een zelfstandige GWW MKB aannemer op de Nederlandse markt. Gebr. De Koning B.V. is een bedrijf met een lange historie. In 1900 is de voorloper van Gebr. De Koning opgericht. Het bedrijf maakt sinds die tijd een gestage groei door. Er is altijd veel geïnvesteerd in eigen materieel, wat geresulteerd heeft in een groot machinepark en een ruime hoeveelheid damwand. Gebr. De Koning is een betrouwbare, solide en pragmatische GWW-aannemer die goede oplossingen biedt aan ambitieuze klanten binnen het bedrijfsleven en de non-profitsector. Gebr. De Koning voert zowel eenvoudige als gedurfde, toonaangevende projecten uit. Met de diensten draagt Gebr. De Koning bij aan het goed, duurzaam en kostenefficiënt uitvoeren van haar projecten. Van ontwerp tot beheer en onderhoud. 2.2 Organisatorische grenzen De Koning Beheer B.V. De Koning Constructies B.V. Nanengat 1 Papendrecht (tot 1 juli 2011) Scheepvaartweg 1, Papendrecht (vanaf 1 juli 2011) De Koning Materieel B.V. Nanengat 3a Papendrecht (tot 1 juli 2011) hal 1 t/m 3; Rietgorsweg 9a Papendrecht (vanaf 1 juli 2011) hal 4; Rietgorsweg 9a Papendrecht De Koning Vastgoed B.V. Scheepvaartweg 1, Papendrecht Gebr. De Koning B.V. Nanengat 1 Papendrecht (tot 1 juli 2011) Scheepvaartweg 1, Papendrecht (vanaf 1 juli 2011) De organisatiegrenzen van Gebr. De Koning B.V. zijn in het kader van het CO 2 (kooldioxide)- bewustzijn daar neergelegd waar de invloed van de organisatie merkbaar aanwezig is. In de praktijk betekent dit dat waar activiteiten onder regie van Gebr. De Koning B.V. vallen, de verantwoording voor de CO 2-productie wordt genomen: de sturing ligt duidelijk bij de eigen organisatie. De organisatiegrenzen voor deze inventarisatie bevat De Koning Beheer B.V. met de volgende groepsmaatschappijen voor zover zij betrokken zijn bij het project Bunnik: De Koning Materieel B.V. Papendrecht Nederland De Koning Constructies B.V. Papendrecht Nederland De Koning Vastgoed B.V. Papendrecht - Nederland Gebr. De Koning B.V. Papendrecht Nederland 2.3 Projectbeschrijving Aannemingsbedrijf Gebr. De Koning B.V. (GDK) heeft opdracht gekregen voor het project Bunnik Ontwerpen en bouwen snelverkeer onderdoorgang (TROP) (het Werk, SVOB). 4

5 Het uit te voeren werk is gelegen aan de Provincialeweg (N411) tussen nr. 75 en 77, in de gemeente Bunnik. Onder de scope van het project vallen in hoofdzaak de volgende onderdelen: Onderdoorgang met spoordek (kruising baanvak Utrecht- Arnhem) en verkeersdek (Kruising verbindingsweg Houten-A12); Voorzieningen voor het handhaven van de spoorbaan; Verleggingen/aanpassingen aan de bovenleiding ter plaatse van de onderdoorgang; Verplaatsen/vernieuwen afspanportaal; Afwerking taluds onderdoorgang; Voorzieningen waterhuishouding; Beplanting; Kleine faunavoorziening; Hekwerken; Geluidsscherm; Coördinatie werkzaamheden kabels en leidingen ProRail en derden; Wegconstructie in de onderdoorgang en aansluiting met Provincialeweg N411 en kruispunt Baan van Fectio / Groenweg; Bushalte Baan van Fectio (incl. DRIS); Lichtwerend scherm noordzijde N411; Tijdelijke voorzieningen. 2.4 Projectdoelstellingen Naar aanleiding van het Convenant Duurzaam Bouwen en de contracteisen zijn de volgende projectdoelstellingen vastgesteld: A. De MKI-score van maximaal ,- aantoonbaar te verwezenlijken. 5

6 B. Duurzaamheid binnen de eigen organisaties en naar de omgeving uit te dragen. C. Duurzame initiatieven voor dit project samen te bespreken en waar mogelijk toe te passen. D. Opgedane kennis over duurzaam bouwen over te dragen aan de deelnemende organisaties. Door GDK zijn in het KAM-meerjarenplan voor scope 1, 2 en 3 reductiedoelstellingen op bedrijfsniveau vastgesteld. Deze doelstellingen zijn ook voor het project SVOB van toepassing en de voortgang op deze doelstellingen zal op bedrijfsniveau worden beoordeeld (zie bedrijfsrapportage). Een aantal doelstellingen zijn specifiek door vertaald op projectniveau. De voortgang van deze doelstellingen zal in deze rapportage worden behandeld (zie paragraaf 5.2) Het gaat hierbij om de volgende project-specifieke doelstellingen:: E. Scope 1: Over de projectduur (1,5 jaar) 0,75 % CO2-reductie (is gemiddeld per rapportageperiode 0,25%) op de emissiestroom aggregaten en groot materieel; brandstof. F. Scope 2: Voor het project 96,7% CO2-reductie door toepassen groene stro om in plaats van grijze stroom. Over de projectduur (1,5 jaar) tevens een CO2-reductie van 0,6% (is gemiddeld 0,2% per rapportageperiode) op de emissiestroom elektra project. G. Scope 3: Voor het project 5% CO2-emissie reductie ten aanzien van inkoop stalen damwand door vermindering hoeveelheid benodigd staal bij damwanden voor het project. Voor de emissiestromen waarvoor geen specifieke projectdoelstellingen zijn geformuleerd, worden wel maatregelen getroffen om aan de bedrijfsdoelstellingen te voldoen. 2.5 Rapportageperiode De rapportageperiode waarop dit document betrekking heeft, loopt van 1 april 2014 tot en met 30 september Hiermee is dit de eerste rapportage voor dit project. De overige rapportages zullen betrekking hebben op de periodes: 1 oktober 2014 tot en met 31 maart 2015 en 1 april 2015 tot en met 30 september

7 3. Berekeningsmethodiek 3.1 Actuele berekeningsmethodiek en conversiefactoren Omdat deze periodieke rapportage onderdeel is van de CO2-prestatieladder, wordt de methodiek aangehouden zoals voorgeschreven in het Handboek 2.2, geldig m.i.v. 4 april 2014, zoals uitgegeven door de SKAO. De emissiestromen die voor dit project worden bijgehouden, zijn: Scope 1 Aggregaten en groot materieel; brandstof Scope 2 Elektra project Scope 3 Inkoop stalen damwand Scope 3 Afvalverwerking Scope 3 Uitbesteed transport Voor overige emissiestromen die wel van toepassing zijn op het project, maar niet worden bijgehouden op projectniveau, wordt verwezen naar de bedrijfsadministratie betreffende de CO 2 -uitstoot. De gebruikte conversiefactoren voor deze emissiestromen zijn afkomstig uit het SKAO Handboek 2.2 bijlage C Conversiefactoren, geldig m.i.v. 4 april Begrote uitstoot Emissiestroom Beschrijving Aggregaten & groot materieel; brandstof Het begrote brandstofverbruik voor dit project is gebaseerd op het totaal aantal machine draaidagen uit de werkbegroting. Dit aantal draaidagen is vermenigvuldigd met het gemiddelde brandstofverbruik per dag om het totaal aantal liters brandstof voor dit project te bepalen. Vervolgens is de voortgang van het project bepaald op 1/3. Elektra projecten Het begrote elektriciteitsgebruik voor dit project is gebaseerd op het gemiddelde verbruik per maand van een vergelijkbaar voltooid project. De conversiefactor is gebaseerd op het gebruik van grijze stroom. Inkoop stalen damwand De begrote hoeveelheid staal voor dit project is gebaseerd op het referentieontwerp van de opdrachtgever. 7

8 4. Directe en indirecte emissies 4.1 Scope 1 & 2 Emissiestroom (in ton CO 2 ) Werkelijke uitstoot Begrote uitstoot Reductie Scope 1: Aggregaten en groot materieel; 92,9 94,3 1,4 (=1,5%) brandstof Scope 2: Elektra projecten 0,2 7,6 7,4 (=97,1%) Totaal 93,1 4.2 Scope 3 Emissiestroom (in ton CO 2 ) Werkelijke uitstoot Begrote uitstoot Reductie Scope 3: Inkoop stalen damwand 325,4 509,1 183,8 (36,1%) Scope 3: Afvalverwerking 85,8 Nvt Scope 3: Uitbesteed transport 21,0 Nvt Totaal 432,2 8

9 4.3 Totaal scope 1, 2 & 3 Emissiestroom Uitstoot (ton CO 2 ) Aandeel (%) Aggregaten en groot materieel; brandstof 92,9 17,5 Totaal scope 1 92,9 17,5 Elektra projecten 0,2 <1,0 Totaal scope 2 0,2 <1,0 Inkoop stalen damwand 325,4 61,9 Afvalverwerking 85,8 16,3 Uitbesteed transport 21,0 3,9 Totaal scope 3 432,1 82,3 Totaal scope 1, 2 & 3 525,

10 5. Maatregelen 5.1 Genomen maatregelen Scope 1: 1. Er is een vaste bouwaansluiting toegepast in plaats van de inzet van een stroomaggregaat voor de elektravoorziening. Deze bouwaansluiting is in gebruik genomen. 2. Bij het aanbrengen van de damwanden voor de bouwkuip is een hoog frequent hydraulisch trilblok ingezet met variabel moment met start/stop-systeem en instelbaar toerental. 3. Verminderen stationair draaien kranen is een doorlopend actiepunt. 4. Er is een loopbrug over de spoorbaan aangebracht om het Noordelijk en zuidelijk bouwterrein met elkaar te verbinden, om hiermee pendelverkeer tussen bouwplaats Noord en Zuid te verminderen. 5. Er is een keetvoorziening voor de projectvoorbereiding- en begeleiding op de projectlocatie ingericht om pendelverkeer tussen kantoor (Papendrecht) en projectlocatie te verminderen. 6. Carpoolen naar het project is een doorlopend actiepunt. Voor de buitendienststelling in het weekend van 13 september 2014 is een transportplanning gemaakt voor het vervoer van medewerkers naar het project. 7. Er wordt een vaste vergaderdag aan gehouden, zodat pendelverkeer tussen kantoor en projectlocatie wordt verminderd. 8. Er is gestreefd naar vermindering van de transportbewegingen en reisafstanden door optimalisatie transportplanning. Zoveel mogelijk heen- en terug vrachten worden gecombineerd en er wordt ook naar combinatie van transport naar/van andere projecten gezocht. 10

11 Scope 2: 9. Er is een vaste bouwaansluiting toegepast met groene stroom (windkracht) in plaats van grijze stroom. 10. Door het gebruik van laptops met docking stations in plaats van desktops wordt energie bespaard. 11. Bij aanschaf van de printer/kopieerapparaat is energie-besparing als inkoopcriteria gehanteerd. Scope 3: 12. Het afval wordt gescheiden ingezameld. 13. Door optimalisatie van het ontwerp van de betonconstructie is bespaard op de hoeveelheid benodigd beton. 14. Door optimalisatie van het ontwerp is bespaard op de hoeveelheid benodigde wapeningsstaal. 15. Door optimalisatie van het ontwerp van de bouwkuip in de spoorbaan is bespaard op de hoeveelheid definitief stalen damwand. 16. Door optimalisatie van het ontwerp voor de bouwkuipen is bespaard op de hoeveelheid tijdelijk stalen damwand. Overige maatregelen: 17. Dialoog met ProRail gevoerd over CO2-reductiedoelstellingen van het bedrijf en voor het project tijdens het overleg van 3 juli Gebr. de Koning werkt bij het project conform de gedragscode Bewuste Bouwers. Eén van de pijlers van de gedragscode is afvalmanagement en energiebesparing. 5.2 Voortgang doelstellingen A. Momenteel bezig om op basis van de beschikbare uitvoeringsontwerpen de gegevens te verzamelen voor de MKI-berekening. Dit wordt de komende tijd verder uitgewerkt. B. Om duurzaamheid binnen de eigen organisaties uit te dragen is er een duurzaamheidsoverleg gehouden tussen ProRail en Gebr. de Koning op 3 juli Hierbij is het projectplan Duurzaamheid besproken en zijn afspraken gemaakt over de invulling van de communicatie. Een volgend overleg staat gepland voor 23 oktober We besteden op onze website aandacht aan het project en zetten daar deze rapportage op. Er zijn verder een aantal persberichten verschenen ( in blad Civiele Techniek, op site ProRail, op Kennisplatform Duurzaamheid) verschenen waarbij de invulling van duurzaamheid bij dit project aan de orde is gekomen. We hanteren bij dit project de gedragscode Bewuste Bouwers. C. In het projectplan duurzaamheid zijn door Gebr. De Koning de volgende duurzame initiatieven voor dit project aangereikt: a. Toepassen zonnepanelen op bouwketen voor stroomvoorziening keetvoorzieningen. b. Toepassen windmolen voor stroomvoorziening keetvoorzieningen. c. (Gedeeltelijk) hergebruik bestaande verharding (verbreden onderbaan en aanbrengen nieuwe toplaag). d. Toepassen asfaltmengsel met hergebruikte materialen. e. Toepassen zonnepanelen of windmolen voor stroomvoorziening LED-verlichting onderdoorgang. f. Toepassen LED-verlichting in onderdoorgang en bij wegen. 11

12 g. Hergebruik vrijkomende grond op projectlocatie of toepassing vrijkomend zand als hoogwaardiger grondstof voor bv. betonindustrie. h. Toepassen getrapte waterberging met vegetatie/bomen rond de waterberging. i. Toepassen warmte/koudeopslag voor verwarming toeritten Tijdens het overleg van 3 juli 2014 zijn deze intitatieven besproken. Afgesproken is dat ProRail de haalbaarheid van deze inititatieven met stakeholders en binnen haar eigen organisatie zal bespreken. Tijdens het overleg van 23 oktober 2014 zal dit verder worden besproken. D. ProRail (bouwmanager Albert Hazeleger) en Gebr. de Koning (ontwerpleider Erwin van der Boer) hebben op 4 september 2014 een presentatie aan een groep studenten van de Hogeschool Amsterdam gegeven over de invulling van duurzaamheid bij dit project. E. Op de emissiestroom aggregaten en groot materieel; brandstof is in de eerste rapportageperiode 1,5% bespaard. Hiermee is de doelstelling van 0,25% gehaald. F. Op de emissiestroom elektra project is in de eerste rapportageperiode 97,1% bespaard. De doelstelling van 96,9% is hiermee gehaald. G. Door optimalisatie van het ontwerp van de spoorbaan konden lichtere damwandplanken toegepast worden waardoor 107 ton staal is bespaard. Dit heeft geleid tot een reductie van 184 ton CO2, wat overeenkomt met 36,1%. De doelstelling van 5% is hiermee gehaald. 5.3 Te nemen maatregelen Scope 1: 1. De maatregelen 1 t/m 8 zullen ook in de komende periodes worden toegepast.. Scope 2: 2. De maatregelen 9 t/m 11 zullen ook in de komende periodes worden toegepast. 3. Toepassen schermerschakelaar op bouwlampen. 4. Verwarming na werktijd lager zetten. Scope 3: 5. De maatregelen 12 t/m 16 zullen ook in de komende periodes worden toegepast 6. Voor het verbreden van de onderbaan en het verharden van de toplaag van de weg wordt onderzocht of een gedeelte van de huidige verharding hergebruikt kan worden. 7. Tevens wordt voor het bovenstaande onderzocht of hergebruikte materialen kunnen worden toegepast in het asfaltmengsel. 8. In de rondergang en bij de wegen zal LED-verlichting worden toegepast. 9. Voor het leveren van stroom aan de LED-verlichting zal worden onderzocht of dit via zonnepalen kan geschieden. 10. Bij de terreininrichting aan de Noordzijde wordt onderzocht of vrijkomende grond op enige wijze gebruikt kan worden om een verrijking voor de omgeving te zijn. 11. Hieraan gerelateerd wordt onderzocht of er een getrapte waterberging met vegetatie kan worden gerealiseerd. 12. Voor het realiseren van de geluidsschermen wordt onderzocht of gebruik gemaakt kan worden van schanskorven gevuld met vrijgekomen ballastgrind. Op deze manier hoeft geen nieuw materiaal aangevoerd te worden voor het geluidsscherm. Daarnaast kan door het inzaaien/inplanten van planten in de schanskorf een zelfreinigend geluidsscherm scherm gerealiseerd worden. 12

13 Overige te nemen maatregelen 13. In oktober 2014 houden toolboxmeeting over maatregel duurzaamheid op het project. 14. Voorzetten dialoog met ProRail. Opstarten dialoog met gemeente Bunnik en Provincie Utrecht over onze CO 2 -reductiedoelstellingen en strategie voor het bedrijf en het project. 15. Houden presentatie tijdens dag Duurzaam GWW (29 september 2014) 16. Houden presentatie/workshop (26 november 2014) over invulling duurzaamheid bij het project Bunnik tijdens lunchlezing van ProRail. 13