Nota bijzondere bijstand en minimabeleid

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Nota bijzondere bijstand en minimabeleid"

Transcriptie

1 Nota bijzondere bijstand en minimabeleid Vastgesteld door de gemeenteraad van Zandvoort : d.d. 15 mei 2008 Gepubliceerd in de Zandvoortse Courant : d.d. Inwerkingtreding : d.d. Registratienr: 2007/14048

2 Gemeente Zandvoort Telefoon: Fax: Internet: Postadres: Postbus AA Zandvoort Bezoekadres: Swaluëstraat 2 Zandvoort Bankrekening: BNG Registratienr: 2007/14048

3 INHOUDSOPGAVE Inleiding 1 Aanleiding 1 Uitgangspunten bijzonder bijstand en gemeentelijk minimabeleid 1 Wat mag en kan onder het regime van de Wwb 1 Hoofdstuk 1: Visie op armoede en minimabeleid Wat is armoede Doelstelling 4 Hoofdstuk 2: Onderscheid tussen algemene bijstand en bijzondere bijstand Onderscheid tussen algemene bijstand en bijzondere bijstand 5 Hoofdstuk 3: Voorliggende voorzieningen Collectieve ziektekostenverzekering als voorliggende voorziening Langdurigheidstoeslag Langdurigheidstoeslag als voorliggende voorziening 8 Hoofdstuk 4: Draagkracht en drempelbedrag Draagkracht Inkomen Buitengewone uitgaven Vermogen Vaststelling van de draagkracht Drempelbedrag 15 Hoofdstuk 5: Wijze van verstrekken Verstrekking als geldlening/borgtocht Bijstand voor duurzame gebruiksgoederen Duur aflossing van de lening Hoogte aflossing van de lening Lening door ex-asielzoekers/vluchtelingen Borgtocht Borgtocht voor schulden 19 Hoofdstuk 6: Procedurele en algemene beleidsregels Aanvraag- en inlichtingenformulier Termijn aanvraag bijzondere bijstand Extern deskundigen advies Toeslagen voor jongeren van 18 tot 21 jaar Voorwaarden voor toeslagverlening Hoogte van de toeslag Toeslagen voor jongeren van 18 tot 21 jaar in een inrichting Hoogte van de toeslag Toeslagen voor alleenstaande ouders in een inrichting Toeslagen bij co-ouderschap Overbruggingsuitkering Woonkosten, huurtoeslag en bijzondere bijdrage huurlasten Woonkostentoeslag huurwoning Woonkostentoeslag eigen woning 29

4 Hoofdstuk 7: Categoriale bijzondere bijstand en minimabeleid 32 Inleiding Toeslag 65 plussers, chronisch zieken en gehandicapten Collectieve ziektekostenverzekering Categoriale bijzondere bijstand ter bevordering van sociaal -culturele participatie en sportieve activiteiten Eigen bijdrage AWBZ/Zorgverzekering/Collectieve ziektekostenverzekering Schuldhulpverlening Kwijtschelding gemeentelijke belasting 35 Hoofdstuk 8: Samenvatting beleidsuitgangspunten 36 Hoofdstuk 9: Bijzondere bijstand naar kostensoort 42 Alarmeringskosten 42 Begrafenis/crematiekosten 43 Bewindvoeringskosten en Beredderingskosten 45 Bril/contactlenzen 46 Elastische kousen 47 Fysiotherapie 48 Hoortoestellen 49 Inrichtingskosten 50 Kraamzorg 52 Kunstgebit 53 Kunst-en hulpmiddelen 54 Maaltijdvoorziening 55 Orthopedische schoenen 56 Psychotherapie 57 Rechtsbijstand en griffierecht 58 Reiskosten 59 Schoolkostenregeling kinderen 12 tot 18 jaar 61 Tandartskosten 62 Thuiszorg 63 Ziekenvervoer 64 Lijst van gebruikte afkortingen 65

5 Inleiding Aanleiding Met ingang van 1 januari 2004 is de Wet werk en bijstand (Wwb) van kracht geworden. Deze nieuwe wet en de financiering hiervan hebben gevolgen gehad voor het gemeentelijke bijzondere bijstands beleid en het minimabeleid. Op grond van de Wwb was het niet langer toegestaan om categoriale bijzondere bijstand te verstrekken op enkele uitzonderingen na, zoals bijvoorbeeld categoriale bijzondere bijstand voor chronisch zieken. De aanleiding voor deze Nota Bijzondere bijstand en Minimabeleid is dat er een nota moest komen die gebaseerd is op de Wet werk en bijstand. De huidige nota uit 1999 is gebaseerd op de oude Algemene bijstandswet. Ook de invoering van de nieuwe Zorgverzekeringswet, ervaringen die zijn opgedaan met het huidige beleid de afgelopen jaren en recente jurisprudentie, waren aanleiding het beleid weer eens kritisch onder de loep te nemen. In deze nota wordt een overzicht gegeven van de verschillende soorten bijzondere bijstand, wordt aangegeven wanneer mensen wel en geen recht hebben op bijzondere bijstand, welke vormen van bijzondere bijstand er zijn en wordt een overzicht gegeven van de verschillende kostensoorten van de bijzondere bijstand. Ook worden in deze Nota twee voorstellen tot nieuw beleid gedaan te weten: Categoriale bijzondere bijstand voor kinderen die sport beoefenen en lid zijn van een sportvereniging en/of voor culturele activiteiten als de muziekschool, toneel, ballet etc. voor een bedrag van 50,-- per kind per huishouden per seizoen. Bijzondere bijstand voor schoolgaande kinderen tussen 12 en 18 jaar voor een bedrag van 150,-- per kind per jaar. Deze twee nieuwe beleidsuitgangspunten worden in hoofdstuk 7 en 8 uitgebreid beschreven. Ook wordt voorgesteld om de toeslag chronisch zieken met ingang van januari 2008 van 150,-- te verhogen naar 200,-- per huishouden per jaar. De reden hiervoor zijn de steeds hoger wordende kosten voor mensen met een handicap en het feit dat het bedrag al drie jaar hetzelfde is. Uitgangspunten bijzondere bijstand en gemeentelijk minimabeleid Uitgangspunten voor het gemeentelijk minimabeleid zijn: bijstand heeft binnen het sociale zekerheidsstelsel de functie van vangnet. Pas als de eigen inkomsten niet toereikend zijn en geen beroep kan worden gedaan op andere voorzieningen/middelen of deze niet kostendekkend zijn, kan bijstand worden overwogen. algemeen generiek inkomensbeleid is voorbehouden aan het rijk. het individualiseringsbeginsel staat centraal in de Wwb. het college heeft de opdracht de bijstand af te stemmen op de daaraan verbonden verplichtingen, omstandigheden, mogelijkheden en middelen van de klant (en). minimabeleid ter bevordering van maatschappelijke participatie kan worden ontwikkeld dan wel worden gehandhaafd. Kortom periodieke bijstand voor levensonderhoud, maar zeker ook bijzondere bijstand is bovenal een kwestie van maatwerk. Wat mag en kan onder het regime van de Wwb Zoals hierboven al aangegeven is het in de nieuwe Wet werk en bijstand niet meer mogelijk categoriale bijzondere bijstand te verstrekken. Uitzonderingen hierop zijn: 1. Categoriale bijzondere bijstand voor chronisch zieken en gehandicapten (art. 10 lid 3 Invoeringswet Wwb). 2007/14048, d.d. 1

6 2. Categoriale bijzondere bijstand voor 65-plussers (art. 35 lid 3 Wwb). 3. Collectieve aanvullende ziektekostenverzekering (art. 10 lid 2 Invoeringswet Wwb). 4. Bijzondere bijstand ter bevordering van sociaal-culturele participatie en deelname aan sportieve activiteiten. Daarnaast is individuele bijzondere bijstand altijd mogelijk (art. 35 lid 1 Wwb). Hierbij moet gedacht worden aan mensen met een inkomen- en/of vermogenssituatie op bijstandsniveau die voor noodzakelijke extra kosten komen te staan, welke niet door een voorliggende voorziening worden vergoed. Uitgangspunt van bijzondere bijstand is de beoordeling of in het geval van het individu sprake is van bijzondere noodzakelijke kosten voortvloeiend uit bijzondere omstandigheden welke niet kunnen worden betaald uit het reguliere maandinkomen en/of vermogen en er geen vergoeding mogelijk is via een voorliggende voorziening (zoals een zorgverzekeraar). Altijd zal in het individuele geval moeten worden beoordeeld of er sprake is van noodzakelijkheid en of de kosten daadwerkelijk zijn gemaakt. Het recht op bijzondere bijstand wordt niet naar kostensoort begrensd. Er kan dus voor zeer uiteenlopende zaken een verzoek voor een tegemoetkoming worden ingediend. Te denken valt aan reiskosten, medische voorzieningen, woninginrichting enz. Wel zijn in de wet enkele onderwerpen opgenomen die niet voor vergoeding in aanmerking komen (art. 14 Wwb, zoals bijvoorbeeld het voldoen van alimentatieverplichtingen en betaling van een boete). Met de invoering van de Wwb kregen gemeenten meer beleidsvrijheid inzake het bepalen van ruimte in het inkomen en/of vermogen en de periode waarover de draagkracht wordt vastgesteld (toelichting artikel 35 Wwb in relatie met artikel 34, lid 2 Wwb en artikel 31, lid 2 Wwb). In deze nota zijn hiervoor richtlijnen aangegeven. Uitgangspunt is dat wanneer een beroep gedaan kan worden op een voorliggende voorziening of tegemoetkoming die gezien aard en doel toereikend en passend is, er geen recht bestaat op bijzondere bijstand. Evenmin bestaat recht op bijstand als de voorliggende voorziening de kosten niet noodzakelijk acht (artikel 15 Wwb). Wanneer echter (zeer) dringende redenen daartoe noodzaken, kan het college, gelet op alle omstandigheden, bijstand verlenen (art. 16 Wwb en art. 4:84 Awb). Op grond van het motiveringsbeginsel dient het college de mogelijkheid om wegens (zeer) dringende redenen toch bijstand te verlenen altijd te beoordelen. Wat wél kan: Categoriale bijzondere bijstand/ minimabeleid: Collectieve aanvullende ziektekostenverzekering; Categoriale bijstand voor personen van 65 jaar, chronisch zieken en gehandicapten Voorzieningen die het bevorderen van maatschappelijke participatie voorstaan, maar die alleen betrekking mogen hebben op sociaal culturele en sportieve activiteiten Schuldhulpverlening Kwijtschelding van de gemeentelijke heffingen. Individuele bijzondere bijstand, waarbij de volgende voorwaarden gelden: een toets plaatsvindt van de individuele bijzondere omstandigheden (de omstandigheden zelf kunnen in beleidsregels worden vastgelegd); en bij deze toets is vastgesteld of de te maken kosten noodzakelijk zijn; en bij deze toets is vastgesteld tot welke kosten die bijzondere omstandigheden leiden (de kosten zelf kunnen in beleidsregels worden genormeerd); en bij deze toets is vastgesteld tot welk bedrag de kosten niet kunnen worden voldaan uit de norm en de aanwezige draagkracht; en bij deze toets is vastgesteld of, en zo ja tot welk bedrag, de betrokkene de kosten daadwerkelijk maakt (conform uitgangspunt: goedkoopst adequaat). 2007/14048, d.d. 2

7 Hoofdstuk 1 Visie op armoede en minimabeleid 1.1. Wat is armoede? Wat is armoede? Zijn er in Nederland, in Zandvoort wel echte arme mensen? Vaak zien we beelden van armoede in de derde wereld: mensen die letterlijk sterven van de honger. Dit gezicht van armoede kennen we gelukkig niet. Maar hoe ziet armoede er hier dan wel uit? In de publicatie Gemeentelijk Armoedebeleid (2005) van Stimulansz/SGBO wordt armoede als volgt gedefinieerd: Armoede is een complex verschijnsel met veelal samenhangende dimensies als inkomen, maatschappelijke participatie, opleidingsniveau, gezondheid, zelfredzaamheid, woon- en leefomgeving, waarin het toekomstperspectief een belangrijk onderscheidend kenmerk is. Dit vooral in situaties waar nauwelijks uitzicht is op werk of verandering van leefsituatie. Armoede in brede zin is sociale uitsluiting. Armoede in smalle zin wordt beschouwd als een tekort aan financiële middelen. Met andere woorden: je bent niet alleen arm als je te weinig geld hebt, maar vooral ook als dat betekent dat je niet mee kunt doen in de maatschappij. Dat je in een sociaal isolement komt, dat je je kinderen niet aan allerlei dingen mee kunt laten doen, dat je je schaamt voor het feit dat je bijna niets hebt en dus maar liever thuisblijft en dat je ook niet meer ziet hoe je uit je nare situatie kunt komen. Wij vinden dat niemand in onze gemeente aan de kant hoeft te blijven staan vanwege onvoldoende inkomen, gezondheid of andere sociaal-culturele omstandigheden. Uitgangspunt is dat inwoners van Zandvoort zelf hun weg kunnen vinden in de samenleving, zelf verantwoordelijk zijn voor hun eigen levensonderhoud en de keuzes die zij maken en ook een netwerk hebben om op terug te vallen. Toch kan het voorkomen dat burgers op enig moment hulp en bijstand nodig hebben omdat ze er zelf niet uitkomen. Burgers kunnen dan onder bepaalde voorwaarden een beroep doen op de mogelijkheden en voorzieningen die de bijzondere bijstand en minimabeleid bieden. Enerzijds bestaat de bijzondere bijstand en minimabeleid uit het verstrekken van voorzieningen en gelden en het verstrekken van een al dan niet tijdelijke inkomensondersteuning. Anderzijds moet het doel van het minimabeleid veelzijdiger zijn. Door enkel het verstrekken van categoriale voorzieningen wordt in veel gevallen aan symptoombestrijding gedaan en blijven mensen in een permanente afhankelijkheidspositie zitten. Wij willen er juist ook voor zorgen dat mensen maatschappelijke achterstanden kunnen wegwerken en ervoor kunnen zorgen dat ze economisch zelfstandig blijven en geen schulden opbouwen. 2007/14048, d.d. 3

8 1.2. Doelstelling De bijzondere bijstand en het minimabeleid binnen de gemeente Zandvoort richt zich op de volgende doelstelling: Het bevorderen of realiseren van een volwaardige participatie door burgers van Zandvoort aan de samenleving. Ook burgers die nog niet aan het werk kunnen of die niet meer hoeven te werken blijven wij stimuleren om mee te doen. 2007/14048, d.d. 4

9 Hoofdstuk 2: Onderscheid tussen algemene bijstand en bijzondere bijstand 2.1. Onderscheid tussen algemene bijstand en bijzondere bijstand In de Wwb wordt in artikel 5 onderscheid gemaakt tussen algemene bijstand en bijzondere bijstand: Algemene bijstand is de bijstand ter voorziening in de algemeen noodzakelijke kosten van het bestaan (landelijke basisnorm en de eventuele gemeentelijke toeslag voor personen van 21 jaar en ouder, vastgesteld in de Toeslagenverordening). Bijzondere bijstand is de bijstand die wordt verstrekt indien bijzondere omstandigheden in het individuele geval leiden tot noodzakelijke kosten van het bestaan waarin de algemene bijstand niet voorziet en die de aanwezige draagkracht te boven gaan. In artikel 35 Wwb wordt het recht op bijzondere bijstand vastgesteld: De alleenstaande of het gezin heeft recht op bijzondere bijstand voor zover deze niet beschikt over de middelen om te voorzien in de uit bijzondere omstandigheden voortvloeiende noodzakelijke kosten van het bestaan en deze naar het oordeel van burgemeester en wethouders niet kunnen worden voldaan uit de bijstandsnorm en de aanwezig draagkracht. De bijzondere bijstand heeft het karakter van een op de individuele omstandigheden afgestemde voorziening voor bijzondere bestaanskosten. In de regel is de landelijke basisnorm en de daarop verleende toeslag/korting toereikend voor de noodzakelijke bestaanskosten. Als een burger in de bijzondere omstandigheden verkeert waardoor hij/zij hogere en bijzonder noodzakelijke kosten heeft dan waarin de algemene bijstand voorziet, is dit de enige reden om bijzondere bijstand te verlenen. Het gaat om kosten als extra ziektekosten, inrichtingskosten ed. Naast deze individuele bijzondere bijstand zijn er de voorzieningen uit het minimabeleid en uit de categoriale bijzondere bijstand. Dit is bijvoorbeeld de collectieve ziektekostenverzekering en de toeslag chronisch zieken en de langdurigheidstoeslag. Beide vormen van bijstand worden in de volgende hoofdstukken nader uitgewerkt. 2007/14048, d.d. 5

10 Hoofdstuk 3: Voorliggende voorzieningen Een voorliggende voorziening als gevolg van artikel 5 onder e Wwb, is elke voorziening buiten deze wet waarop de persoon of gezin aanspraak kan maken of een beroep op kan doen, om middelen te verwerven of om specifieke uitgaven te kunnen betalen. Bijstand is altijd aanvullend en heeft de functie van vangnet. Vergoeding via de bijstand vindt niet plaats als de kosten ook elders vergoed kunnen worden. Inkomensaanvulling op grond van de Wwb is niet aan de orde wanneer binnen een voorliggende voorziening een bewuste beslissing is genomen over de noodzakelijkheid van een voorziening in het algemeen of een specifieke situatie. Budgettaire overwegingen om bepaalde kosten niet in de voorliggende voorziening op te nemen of overwegingen ten aanzien van de vaststelling van de reikwijdte van de voorliggende voorziening vallen hier dus niet onder. Of een voorziening gezien haar aard en doel, passend en toereikend is, is afhankelijk van de omstandigheden en mogelijkheden van het individuele geval, en wordt mede bepaald door hetgeen naar maatschappelijk inzicht aanvaardbaar wordt geacht. Als een aanvraag wordt afgewezen omdat de belanghebbende een beroep kan doen op een voorliggende voorziening, dan dient vast te staan dat de belanghebbende ook daadwerkelijk een beroep kan doen op deze voorliggende voorziening. Indien de belanghebbende bijvoorbeeld ten gevolge van een termijnoverschrijding geen beroep meer kan doen op een voorliggende voorziening, dan kan de aanvraag niet worden afgewezen in verband met een mogelijk beroep op een voorliggende voorziening. Er dient dan onderzocht te worden of er sprake is van een verwijtbaar handelen van de belanghebbende. De aanvraag kan dan worden afgewezen omdat er sprake is van een tekortschietend besef van verantwoordelijkheid voor de voorziening in het bestaan (artikel 18 lid 2 Wwb). Dit betekent dan ook dat een niet verwijtbare termijnoverschrijding eventueel wel tot verstrekking kan worden overgegaan. Dit geldt ook als de belanghebbende zich niet heeft aangesloten bij de collectieve aanvullende ziektekostenverzekering, zoals die door de gemeente Zandvoort is afgesloten met Zilveren Kruis Achmea.(zie ook hierna). Artikel 13 Wwb geeft een aantal situaties aan waarin geen recht op bijstand bestaat. Artikel 16, eerste lid Wwb geeft het college de mogelijkheid in geval van zeer dringende redenen toch bijstand te verstrekken wanneer geen recht op bijstand bestaat. In bijzondere gevallen is de mogelijkheid aanwezig, wanneer zich daartoe zeer dringende redenen voordoen, om een belanghebbende die geen recht op bijstand heeft, toch financieel bij te staan. Vast moet staan dat sprake is van een acute noodsituatie en dat de bijzondere omstandigheden waarin belanghebbende verkeert op geen enkele manier zijn te verhelpen, zodat het verlenen van bijstand volstrekt onvermijdelijk is. 2007/14048, d.d. 6

11 1. Beleidsuitgangspunt voorlopige voorzieningen Bijstandsverlening in bijzondere kosten is niet mogelijk indien: De kosten kunnen worden vergoed op grond van een voorliggende voorziening De kosten op grond van de voorliggende voorziening niet worden vergoed nadat een individuele beoordeling heeft plaatsgevonden over de (medische) noodzakelijkheid van de gemaakte kosten Het kosten van of in verband met ontwikkelingsgeneeskunde betreft (artikel 14 e Wwb) Bijstandsverlening is in principe wel mogelijk indien: Er geen daadwerkelijk beroep op een voorliggende voorziening mogelijk is De betreffende kosten om (deels) budgettaire redenen niet of niet langer op grond van een voorliggende voorziening worden vergoed (zogenaamde eigen bijdragen,eigen risico) Voor de betreffende kosten geen voorliggende voorziening bestaat Er sprake is van zeer dringende redenen (artikel 16, eerste lid Wwb) 3.1. Collectieve aanvullende ziektekostenverzekering als voorliggende voorziening De gemeente Zandvoort heeft, zoals al gezegd, een collectieve aanvullende ziektekostenverzekering (Cav) met Zilveren Kruis/Achmea afgesloten. Om in het kader van de bijzondere bijstand van een voorliggende voorziening te kunnen spreken, is vereist dat belanghebbende daar daadwerkelijk een beroep op kan doen. Dit impliceert dat: De collectieve aanvullende ziektekostenverzekering een voorliggende voorziening is als de belanghebbende bij de Cav is aangesloten en de kosten waarvoor vergoeding aangevraagd wordt onder het vergoedingenpakket van de Cav vallen; De collectieve aanvullende ziektekostenverzekering geen voorliggende voorziening is als de belanghebbende niet bij de Cav is aangesloten of de Cav de kosten niet dekt. Uit dit laatste volgt dat aan de belanghebbende die niet is aangesloten bij Zilveren Kruis/Achmea, of die medische kosten heeft die niet gedekt worden door de Cav, geen bijzondere bijstand geweigerd kan worden op grond van de aanwezigheid van een voorliggende voorziening. Wel kan dit een rol spelen bij de beoordeling van het besef van verantwoordelijkheid voor de voorziening in het bestaan (artikel 18 Wwb). Wanneer de belanghebbende hetzij bij Zilveren Kruis/Achmea verzekerd is hetzij bij een ander zorgverzekeraar, kunnen er twee situaties onderscheiden worden: 1. belanghebbende heeft in het geheel geen aanvullende verzekering 2. belanghebbende is aangesloten bij een andere aanvullende verzekering dan de Cav. In situatie 1 is er in de regel sprake van een tekortschietend besef van verantwoordelijkheid en kan maximaal het niet door de aanvullende verzekering gedekte deel door de bijzondere bijstand worden vergoed. De medische noodzakelijkheid kan dan worden vastgesteld aan de hand van een medisch advies, behalve wanneer het om geringe kosten gaat. In situatie 2 kunnen voor wat betreft de beoordeling of er sprake is van een tekortschietend besef de volgende elementen worden betrokken. De aanvullende verzekeringspakketten verschillen onderling sterk in dekking, prijs en overige prijsvoorwaarden. Het is niet 2007/14048, d.d. 7

12 ondenkbaar dat de belanghebbende daarom voor een andere verzekering dan de Cav heeft gekozen. Ook is het mogelijk dat belanghebbende onvoldoende bekend is met de mogelijkheden van de Cav. In de regel zullen deze elementen tot de conclusie leiden dat er geen sprake is van een tekortschietend besef, tenzij op grond van individuele toets een andere conclusie te rechtvaardigen is. Voor de niet vergoede kosten kan een lening worden verstrekt. Daarbij kan nog opgemerkt worden dat de Zorgverzekeringswet een vrijheid van keuze van zorgverzekeraar kent. Deze vrijheid wordt beperkt wanneer de belanghebbende verplicht wordt om zich aan te sluiten bij de zorgverzekeraar waarmee de Cav is afgesloten, omdat hij anders het recht op bijzondere bijstand voor bepaalde medische kosten verliest. De Cav is een voorliggende voorziening wanneer de belanghebbende bij de CAV is aangesloten en de kosten waarvoor vergoeding aangevraagd wordt onder het vergoedingenpakket van de CAV vallen; en De Cav is geen voorliggende voorziening wanneer de belanghebbende niet bij de CAV is aangesloten of de CAV de kosten niet dekt. 2. Beleidsuitgangspunt eigen bijdrage AWBZ/zorgverzekeraar/collectieve ziektekosten Van de belanghebbende wordt verwacht dat hij zich (collectief) aanvullend verzekert. Indien hij zich niet aanvullend verzekert is er sprake van tekort schietend besef van verantwoordelijkheid voor de voorziening in het bestaan. Voor de niet vergoedde kosten kan een lening worden verstrekt Langdurigheidstoeslag (artikel 36 Wwb) Het is de gemeenten vanaf 1 januari 2004 verboden om een eigen inkomensbeleid te voeren. Dit is voorbehouden aan het Rijk. In de Wwb is daarom vastgelegd dat de gemeente in bepaalde gevallen een langdurigheidstoeslag moet verstrekken. De middelen hiervoor zijn opgenomen in het zogenaamde Inkomensdeel dat de gemeente Zandvoort van het Rijk krijgt voor de bijstandsverstrekking. In artikel 36 Wwb is vrij specifiek geregeld aan welke voorwaarden iemand moet voldoen om in aanmerking te komen voor de langdurigheidstoeslag. De voorwaarden voor een langdurigheidtoeslag zijn: 5 jaar ononderbroken een uitkering op bijstandsniveau en geen vermogen boven het vrij te laten vermogen In die periode mogen er beperkte inkomsten zijn geweest (max. 764,00 per jaar) Gedeeltelijk of volledig arbeidsongeschikt. De bedragen worden jaarlijks vastgesteld door het rijk. De hoogte hangt af van de gezinssituatie Langdurigheidstoeslag als voorliggende voorziening In artikel 35 eerste lid Wwb wordt aangegeven dat recht op bijzondere bijstand bestaat en deze kosten niet kunnen worden voldaan uit de bijstandsnorm, de langdurigheidstoeslag, het vermogen en het inkomen. Hieruit zou geconcludeerd kunnen worden dat de langdurigheidstoeslag als voorliggende voorziening op de bijzondere bijstand zou moeten worden beschouwd. In de memorie van toelichting wordt dit echter niet bekrachtigd. De langdurigheidstoeslag wordt daarom niet als voorliggende voorziening op de bijzondere bijstand beschouwd. Dit heeft ook een praktische reden: het is voor de gemeente Zandvoort niet mogelijk om bij het verstrekken van de langdurigheidstoeslag een verantwoording te vragen over het besteden van deze middelen. De gemeente Zandvoort kan daarom niet controleren wat met 2007/14048, d.d. 8

13 het geld is bekostigd en kan daarom ook niet verwachten van belanghebbenden dat zij het geld uitgeven aan zaken waar op een later tijdstip bijzondere bijstand wordt aangevraagd. Op de regel dat de langdurigheidstoeslag niet als een voorliggende voorziening op de bijzondere bijstand wordt beschouwd bestaat één uitzondering. Gelet op het karakter van bedoelde toeslag (tegengaan van armoede als gevolg van het langdurig op het sociaal minimum aangewezen zijn) zal de langdurigheidstoeslag bij de aanvraag om een bijdrage in de kosten van duurzame gebruiksgoederen als een voorliggende voorziening worden beschouwd. 3. Beleidsuitgangspunt Langdurigheidstoeslag Langdurigheidstoeslag kan worden verstrekt onder bovenstaande voorwaarden. De langdurigheidstoeslag wordt niet als voorliggende voorziening op de bijzondere bijstand beschouwd met uitzondering van aanvragen bijzondere bijstand in de kosten van duurzame gebruiksgoederen. 2007/14048, d.d. 9

14 Hoofdstuk 4: Draagkracht en drempelbedrag 4.1. Draagkracht Het college kan in het kader van de bijzondere bijstand rekening houden met de draagkracht van een belanghebbende. Draagkracht betekent de ruimte in het inkomen om bepaalde kosten geheel of gedeeltelijk zelf te betalen. Deze draagkracht kan bestaan uit zowel inkomen als vermogen. Ook kunnen bepaalde middelen die op basis van de Wwb van toepassing zijn voor de verstrekking van algemene bijstand ook vrijgelaten worden bij de toepassing van de bijzondere bijstand. Dit worden vrijlatingbepalingen genoemd. Financiële overwegingen Het zo hoog mogelijk vaststellen van de draagkracht door het gehele vermogen in aanmerking te nemen en op het inkomen geen vrijlatingen toe te passen en eventuele buitengewone lasten en overige persoonlijke omstandigheden buiten beschouwing te laten, leidt uiteraard tot een vermindering van de uitgaven bijzondere bijstand. Daarbij kan overwogen worden dat eventueel aanwezig vermogen binnen de bijstand juist aangewend kan worden om bepaalde incidentele kosten te kunnen voorzien en dat veel buitengewone lasten gecompenseerd worden via bijvoorbeeld de belasting, huurtoeslag, of andere regelingen. Hoewel bij de keuze voor het bovenstaande, de kosten bijzonder bijstand minder zullen zijn, is hiervoor niet gekozen. Het is de bedoeling dat waar dit noodzakelijk is, juist zoveel mogelijk mensen met een inkomen op bijstandsniveau een beroep kunnen doen op de bijzondere bijstand. Voor de bepaling van de draagkracht voor de bijzondere bijstand wordt dan ook uitgegaan van hetzelfde inkomen en vermogen zoals dat is vastgesteld voor de algemene bijstand. Dit is rechtvaardig en een eenduidige lijn die ook in de uitvoering makkelijk hanteerbaar is. 4. Beleidsuitgangspunt inkomen en vermogen Indien voor de bepaling van de draagkracht wordt uitgegaan van hetzelfde inkomen en vermogen zoals dat al is vastgesteld voor de algemene bijstand, levert dit een consequente en eenduidige lijn op die ook in de uitvoering makkelijk te hanteren is Inkomen Het is zinvol om vast te leggen hoe het inkomen van belanghebbende moet worden vastgesteld. Verder is van belang over welke periode het inkomen wordt vastgesteld; wordt naar een historisch inkomen gekeken of wordt rekening gehouden met een (verwacht) toekomstig inkomen. Regels omtrent vaststellen van het in aanmerking te nemen inkomen. Nu het college zelf kan beslissen welk deel van het inkomen in aanmerking wordt genomen, kan dus ook besloten worden om de middelen bedoeld in artikel 31, tweede lid, van de Wwb en de periodieke uitkering particuliere oudedagsvoorziening bedoeld in art 33, vijfde lid, van de Wwb (toch) niet in aanmerking te nemen. Hierdoor is de inkomensvaststelling voor de algemene bijstand gelijk aan die voor de bijzondere bijstand hetgeen de uitvoering vereenvoudigt en daarmee de uitvoeringskosten (geen dubbele berekening). Bovendien betreft het hier middelen waar ook de kosten tegenover staan, zodat het niet altijd reëel is om deze middelen ook te moeten aanwenden voor andere bijzondere kosten. Gelet op de voorgaande overwegingen vindt de vaststelling van het inkomen bij bijzondere 2007/14048, d.d. 10

15 bijstand op dezelfde wijze plaats als bij de algemene bijstand. Hierop geldt één uitzondering: bij het verlenen van bijzondere bijstand voor duurzame gebruiksgoederen wordt de langdurigheidstoeslag wel meegeteld als inkomen dit gelet op het doel van de langdurigheidstoeslag 5. Beleidsuitgangspunt vaststellen in aanmerking te nemen inkomsten Om reden van doelmatigheid en billijkheid wordt uitgegaan van het actuele inkomen. Het voor de draagkracht in aanmerking te nemen inkomen wordt bepaald aan de hand van het actuele inkomen. Het actuele maandinkomen wordt omgerekend naar een jaarinkomen. Alleen bij bijzondere omstandigheden wordt hiervan afgeweken, onder meer wanneer duidelijk is dat een wijziging in het inkomen al vaststaat. Van het in aanmerking te nemen inkomen worden de middelen bedoeld in artikel 31, tweede lid, van de Wwb en artikel 33, vijfde lid van de Wwb niet tot het inkomen van belanghebbende gerekend. De middelen als bedoeld in genoemde artikelen worden dus voor de bijzondere bijstand vrijgelaten. Het inkomen wordt dus op dezelfde manier vastgesteld als bij de algemene bijstand. Dit met uitzondering bij bijstandsverlening voor duurzame gebruiksgoederen. Dan wordt de langdurigheidstoeslag als inkomen meegenomen. Bij de vaststelling van het inkomen wordt rekening gehouden met buitengewone uitgaven (zie hiervoor en/of daarna). Inkomsten uit arbeid van ten laste komende kinderen (artikel 31, tweede lid, onderheel h van de Wwb) worden alleen vrijgelaten als het bijzondere bijstand betreft voor kosten van een andere persoon dan het minderjarige kind met inkomsten. Betreft het een aanvraag voor het minderjarige kind zelf dan moeten deze inkomsten wel worden meegenomen. Inkomsten uit premies conform artikel 22 sub a reintegratie verordening worden ook vrijgelaten. Om te voorkomen dat elk zakcentje moet worden meegeteld worden alleen inkomsten van het minderjarige kind meegeteld voorzover deze meer bedragen dan de kinderbijslagnorm thuiswonende Buitengewone uitgaven Voor de vaststelling van het voor de draagkracht in aanmerking te nemen inkomen kan het college ook rekening houden met buitengewone uitgaven, die ten laste van belanghebbende komen. Deze worden op het inkomen in mindering worden gebracht. Er is een aantal buitengewone kosten dat wel op het inkomen in mindering gebracht mag worden en een aantal buitengewone kosten dat niet op het inkomen in mindering gebracht mag worden. 6. Beleidsuitgangspunt buitengewone uitgaven De volgende buitengewone uitgaven kunnen in mindering worden gebracht op het inkomen (niet limitatief): De woonkosten voor zover deze meer bedragen dan de maximale huur waarbij nog recht 2007/14048, d.d. 11

16 op huurtoeslag bestaat. Bij een aanvraag om een woonkostentoeslag blijven deze kosten uiteraard buiten beschouwing als buitengewone uitgaven. De volgende kosten kunnen in ieder geval niet als buitengewoon aangemerkt worden: - Kosten die kunnen worden voldaan uit de algemene bijstand of een daarmee vergelijkbaar inkomen - De uitgaven die bij een bepaald inkomensniveau gebruikelijk zijn - Belastingaanslagen -Rente en aflossingen van leningen - Betaling van een boete 4.4. Vermogen Nu het college zelf kan beslissen welk deel van het vermogen in aanmerking wordt genomen, kan dus ook besloten worden om de middelen bedoeld in artikel 34, tweede lid, van de Wwb (toch) niet in aanmerking te nemen. Hierdoor is de vermogensvaststelling voor de algemene bijstand gelijk aan die van de bijzondere bijstand, hetgeen de uitvoering vereenvoudigt en daarmee de uitvoeringskosten (geen dubbele berekening). Daar valt tegen in te brengen dat dit, bij de vaststelling van het recht op algemene bijstand, vrij te laten vermogen juist bedoeld is bepaalde incidentele noodzakelijke kosten van het bestaan te kunnen voldoen. Bij aanvragen in het kader van de bijzondere bijstand moet overwogen worden dat de bijzondere kosten aanzienlijk kunnen zijn. Vanwege een eenduidig beleid is het redelijk dat, evenals dit bij de algemene bijstand het geval is, de overwaarde in een woning bij de beoordeling van bijzondere bijstand wordt meegeteld. Met andere woorden: bij het bepalen van het recht op bijzondere bijstand voor belanghebbende met een eigen woning zijn dezelfde regels als bij de algemene bijstand van toepassing. 7. Beleidsuitgangspunt van het in aanmerking te nemen vermogen Alleen het vermogen dat meer bedraagt dan de vermogensgrens in de Wwb wordt bij de beoordeling van aanwezigheid van financiële draagkracht in aanmerking genomen. Bij meer vermogen wordt in principe de bijzondere bijstand in de vorm van een lening onder verband van krediethypotheek verstrekt. Bij minder vermogen wordt de bijzondere bijstand in principe om niet verstrekt. 2007/14048, d.d. 12

17 4.5. Vaststelling van de draagkracht Draagkracht is dat deel van het in aanmerking te nemen inkomen en het in aanmerking te nemen vermogen dat de belanghebbende zelf dient te betalen voor de te maken bijzondere kosten. Van dit deel van het inkomen en vermogen wordt een bepaald percentage genomen en dit vormt de eigen bijdrage. Bij de bepalingen van de hoogte van de te verstrekken bijzondere bijstand is van belang in hoeverre een belanghebbende een inkomen boven bijstandsniveau heeft en over een vermogen beschikt dat groter is dan het vrij te laten vermogen. Indien daar sprake van is, wordt verwacht dat iemand zelf gedeeltelijk of geheel kan bijdragen in de bijzondere kosten. Draagkrachtpercentage inkomen De hoogte van de draagkracht wordt uitgedrukt in een percentage van het in aanmerking te nemen inkomen (en vermogen). Er wordt in dit verband gesproken van een draagkrachtpercentage. Voor het inkomen en vermogen worden verschillende percentages gehanteerd. In het kader van de Wwb mag het college zelf bepalen met welk draagkrachtpercentage(s) rekening wordt gehouden met draagkracht in het inkomen en in het vermogen. Eenvoudig uitvoerbare en heldere regels verdienen de voorkeur. 8. Beleidsuitgangspunt draagkrachtpercentage inkomen 100% van de inkomensruimte boven de van toepassing zijnde bijstandsnorm indien er bijstand wordt gevraagd voor kosten die gerekend moeten worden tot de algemeen noodzakelijke kosten van het bestaan (met name): bijstand voor woonkosten bijstand voor premie arbeidsongeschiktheidsverzekering (bij zelfstandigen) bijstand voor duurzame gebruiksgoederen bijstand voor schulden Het draagkrachtpercentage van het meerinkomen vaststellen op: - nihil van de draagkrachtruimte tussen 0,00 en 91,-- per maand - 20% van de draagkrachtruimte tussen 91,-- en 182,-- per maand - 40% van de draagkrachtruimte tussen 182,-- en 227,-- per maand - 60% van de draagkrachtruimte tussen 227,-- en 273,-- per maand - 100% van de draagkrachtruimte van 273,-- en meer per maand. Draagkrachtpercentage vermogen Van het in aanmerking te nemen vermogen worden de middelen bedoeld in artikel 34 tweede lid, van de Wwb niet tot het draagkrachtvermogen van belanghebbende gerekend. De middelen als bedoeld in genoemd artikel worden ook voor de bijzondere bijstand vrijgelaten. Het vermogen wordt op dezelfde wijze vastgesteld als bij de algemene bijstand 9. Beleidsuitgangspunt draagkrachtpercentage vermogen 100% van het vermogen boven het vrij te laten vermogen 2007/14048, d.d. 13

18 Draagkrachtjaar De draagkrachtperiode wordt in principe voor 12 maanden vastgesteld. Er wordt bij elk eerste aanvraag bijzondere bijstand een volledig onderzoek uitgevoerd. Bij elk volgend aanvraag bijzondere bijstand binnen de draagkrachtperiode moet rekening gehouden worden met de vastgestelde draagkrachtruimte. De eenmaal berekende draagkrachtruimte blijft in principe gedurende de hele draagkrachtperiode gelden, behalve bij ingrijpende wijzigingen van omstandigheden van de aanvrager. 10. Beleidsuitgangspunt draagkrachtjaar De draagkracht wordt per draagkrachtjaar vastgesteld d.w.z. over een periode van twaalf maanden gerekend vanaf de eerste dag van de maand waarin de aanvraag wordt ingediend c.q. de eerste dag van de maand waarin de kosten zijn gemaakt. Een nieuw draagkrachtjaar hoeft dus niet aan te sluiten op een vorig draagkrachtjaar. Bij ingrijpende wijzigingen in de omstandigheden van de aanvrager kan de eerder vastgestelde draagkracht ook tijdens het draagkrachtjaar worden gewijzigd. Per geval wordt beoordeeld of een wijziging ingrijpend is of niet. Bij een incidentele verstrekking wordt de draagkracht over de gehele draagkrachtperiode in aanmerking genomen. De draagkracht over die periode wordt in éénmaal verrekend met de uit te keren bijzondere bijstand Een periodieke verstrekking wordt maximaal voor de draagkrachtperiode toegekend. De eventuele aanwezige draagkracht dient eerst verbruikt te zijn voor dat men aanspraak kan maken op bijstand in de resterende kosten. Samenloop incidenteel en periodiek. Bij de verstrekking van incidentele bijstand gedurende de looptijd van een periodieke verstrekking hoeft geen rekening meer te worden gehouden met de draagkracht; deze is of wordt verrekend met de periodieke verstrekking gedurende de lopende draagkrachtperiode. Er vindt geen herziening van de verrekening van de draagkracht plaats. 2007/14048, d.d. 14

19 Berekening van de draagkracht Netto inkomen (exclusief aanspraak op VT): Salaris/loon Sociale verzekeringen (geen KB) Pensioen Alimentatie Loon/uitkering kind jonger dan 18 jaar* Heffingskorting (en) Belastingdienst + Overig + Inkomen totaal * Alleen als de bijzondere bijstand voor dit kind wordt aangevraagd. Het draagkrachtpercentage waarover de draagkracht berekend wordt berekend conform beleidsuitgangspunt 8 op bladzijde 13. Bij berekening van de hiernavolgende bijstand voor kosten die in beginsel tot de algemeen noodzakelijke kosten van het bestaan behoren wordt geen rekening gehouden met dit percentage Hierbij wordt de volledige ruimte in het inkomen als draagkracht aangemerkt. Het betreft hier met name: bijstand voor woonkosten bijstand voor premie arbeidsongeschiktheidsverzekering bijstand voor duurzame gebruiksgoederen bijstand voor schulden. In het dossier wordt vastgelegd welk gedeelte van de draagkracht door het zelf dragen van de kosten verbruikt is. Als belanghebbende in dezelfde draagkrachtperiode weer een aanvraag bijzondere bijstand doet, wordt rekening gehouden met de reeds verbruikte draagkracht Drempelbedrag Op grond van artikel 35 Wwb heeft het college de mogelijkheid om een drempelbedrag (zijnde 111,-- per 12 maanden) toe te passen voor de verlening van de bijzondere bijstand. Het in aanmerking nemen van een drempelbedrag betekent dat voordat sprake kan zijn van verlening van bijzondere bijstand de betreffende kosten eerst door de belanghebbende zelf moeten worden voldaan tot het drempelbedrag. Op deze manier is het al dan niet invoeren van een dergelijke drempel direct van invloed op de uitgaven bijzondere bijstand. Op het moment wordt geen drempelbedrag gehanteerd. De reden dat er geen drempelbedrag wordt gehanteerd is dat de algemene bijstand er is voor de algemene kosten van het bestaan en de bijzondere bijstand voor de bijzonder noodzakelijke kosten. Het zou derhalve vreemd zijn wanneer de bijzondere noodzakelijke kosten uit de algemene bijstand betaald moeten worden. 2007/14048, d.d. 15

20 11. Beleidsuitgangspunt inzake het drempelbedrag Geen drempelbedrag hanteren. 2007/14048, d.d. 16

21 Hoofdstuk 5: Wijze van verstrekken Bijzondere bijstand kan in verschillende vormen worden verstrekt. In het algemeen zal de bijzondere bijstand om niet worden verstrekt. In sommige gevallen wordt de bijstand echter verleend in de vorm van een geldlening of borgtocht Verstrekking als geldlening/borgtocht Krachtens artikel 51 Wwb kan bijzondere bijstand voor de kosten van noodzakelijke duurzame gebruiksgoederen worden verleend in de vorm van een geldlening of borgtocht, dan wel in de vorm van een bedrag om niet. Verder is in artikel 48, lid 1 t/m 4 Wwb aangegeven dat bijstand eveneens in de vorm van een geldlening of borgtocht kan worden verleend indien: Redelijkerwijs kan worden aangenomen dat de belanghebbende op korte termijn over voldoende middelen zal beschikken om over het betreffende periode in de noodzakelijke kosten van het bestaan te voorzien De noodzaak tot bijstandsverlening het gevolg is van tekortschietend besef van verantwoordelijkheid voor de voorziening in het bestaan De aanvraag een door de belanghebbende te betalen waarborgsom betreft De bijstand ter gedeeltelijke of volledige aflossing van een schuldenlast betreft Bijstand voor duurzame gebruiksgoederen Bijstand voor duurzame gebruiksgoederen wordt in de regel in de vorm van een renteloze lening of borgtocht verstrekt. Artikel 51 Wwb zegt dat indien men tenminste beschikt over een inkomen op het niveau van het sociaal minimum, dus ook indien men algemene bijstand ontvangt, wordt in principe voldoende ruimte in het inkomen aanwezig geacht om hiervoor te reserveren, dan wel gespreid achteraf te betalen. Tevens is de langdurigheidtoeslag inkomen waarmee rekening dient te worden gehouden. Een renteloze lening voor duurzame gebruiksgoederen kan alleen worden verstrekt wanneer: a. het de direct noodzakelijke gebruiksgoederen betreffen b. en men niet heeft kunnen reserveren (bijv. bij echtscheiding) voor de duurzame gebruiksgoederen. Wanneer bijzondere bijstand wordt gevraagd voor duurzame gebruiksgoederen zal eerst doorverwijzing naar de Stadsbank voor een lening moeten plaatsvinden. In uitzonderingsgevallen kan deze doorverwijzing achterwege blijven indien bij voorbaat vaststaat dat de Stadsbank de aanvraag zal afwijzen vanwege bijvoorbeeld een teveel aan schulden. Leenbijstand zal in beginsel alleen worden verstrekt ingeval de Stadsbank niet in een lening kan voorzien. Bij verzoeken om een geldlening moet worden onderzocht: Of de kosten van het duurzame gebruiksgoed behoren tot de algemeen noodzakelijke kosten van het bestaan De hoogte van het benodigde bedrag De voorzienbaarheid van de uitgave en daarmee samenhangend de reserveringsmogelijkheden Het hebben van schulden alleen is overigens onvoldoende reden om aan te nemen dat de aanvrager niet heeft kunnen reserveren. Voor de maximale hoogte van de noodzakelijke kosten van de aanschaf van duurzame gebruikgoederen wordt uitgegaan van de richtlijnen volgens de normen die de gemeente Haarlem hanteert. De reden om bij de bedragen van Haarlem aan te sluiten is dat regionaal dan zoveel mogelijk dezelfde bedragen worden gehanteerd. Zie ook het volgende hoofdstuk duurzame gebruiksgoederen. 2007/14048, d.d. 17

22 5.3. Duur aflossing van de lening Bij de verstrekking van bijstand voor duurzame gebruiksgoederen wordt als uitgangspunt gehanteerd dat belanghebbende gedurende 36 maanden aaneengesloten aflost op de lening. Hierbij gaat het om situaties waarbij belanghebbende gedurende deze periode een bijstandsuitkering heeft ontvangen of een inkomen heeft ontvangen op bijstandsniveau. Het restant van de lening wordt in deze situaties buiten invordering gesteld (als bijstand om niet verstrekt). In de situatie dat er sprake is van een tekortschietend besef is uitgangspunt dat de aanvraag wordt afgewezen. Alleen bij bijzondere omstandigheden wordt de aanvraag wel gehonoreerd, maar wordt de looptijd van de lening gesteld op 60 maanden Hoogte aflossing van de lening De hoogte van de aflossingsbedragen wordt door belanghebbende met een inkomen ter hoogte van de bijstandsnorm vastgesteld volgens de daarvoor geldende NIBUD normen en bedraagt 6%. De aflossingsbedragen worden hoger vastgesteld als een inkomen boven de norm wordt genoten en wel zo dat van de ruimte in het inkomen 50% aangewend dient te worden voor de aflossing alsmede het eerder genoemde percentage van 6%. De totaal door de belanghebbende verschuldigde bedragen worden zo vastgesteld dat hij tenminste blijft beschikken over de beslagvrije voet (90% van de toepasselijke bijstandsnorm). Op grond van artikel 51, tweede lid, Wwb kunnen de aflossingsbedragen en/of de duur van de aflossing gewijzigd worden afhankelijk van de omstandigheden van persoon en gezin Lening door ex-asielzoekers/vluchtelingen Ten aanzien van ex-asielzoekers/vluchtelingen geldt hetzelfde beleid als hiervoor aangegeven zij het dat de mogelijkheid open wordt gehouden om (een deel van) de lening om niet te verstrekken en tevens om de leningen, voorzover nodig, te verhogen. Dit omdat deze categorie in de regel vanuit het absolute nulpunt een bestaan moet opbouwen. En aangezien de lening ook in die gevallen in 36 maanden terugbetaald moet worden, betekent dit dat een deel van de lening feitelijk omgezet wordt in bijstand om niet Borgtocht Onder borgtocht of borgstelling wordt verstaan het sluiten van een overeenkomst tussen de gemeente Zandvoort en de Stadsbank Haarlem of een vergelijkbare instantie, waarbij de gemeente Zandvoort zich verbindt de aflossingen en bijkomende kosten van een Stadsbanklening van een belanghebbende te voldoen, wanneer laatstgenoemde in gebreke blijft. De borgtocht wordt pas geëffectueerd nadat de Stadsbank al het mogelijke heeft gedaan de achterstallige termijnen in te vorderen. Als borgtocht plaatsvindt, gebeurt dit op basis van bijzondere bijstand. De Stadsbank stuurt een aanvraagformulier voor de borgtocht naar de gemeente Zandvoort. Bij verzoeken om borgtocht moet worden onderzocht: Of de kosten van het duurzame gebruiksgoed behoren tot de algemeen noodzakelijke kosten van het bestaan Of de aanschaf van het goed noodzakelijk is De hoogte van het benodigde bedrag De voorzienbaarheid en de reservemogelijkheden Het betoonde besef van verantwoordelijkheid voor de eigen bestaansvoorziening 2007/14048, d.d. 18

23 Bij borgtocht vindt rechtstreekse betaling plaats (door middel van inhouding op de uitkering van belanghebbende) aan de Stadsbank. Bij het verzoek om borgtocht dient door belanghebbende een machtiging overgelegd te worden. Voor het verlenen van een borgtocht kan slechts aanleiding zijn wanneer is vast komen te staan dat, zonder optreden van de bijstand als borg, de lening door de kredietverlenende instelling niet zal worden verstrekt. Voorkomen dient te worden dat de mogelijkheid van borgstelling leidt tot een onterechte afwenteling van het bedrijfsrisico van kredietverlenende instelling op de bijstand. De gemeente Zandvoort wil om die reden een terughoudend gebruik maken van dit instrument en zal alleen borg staan voor leningen vanaf 2250,-- onder de boven omschreven voorwaarden. Een uitzondering hierop vorm de groep mensen boven de 70 jaar omdat zij gezien hun leeftijd meestal geen lening meer kunnen krijgen, 5.7. Borgtocht voor schulden De Wwb geeft in artikel 49 de mogelijkheid voor borgtocht voor schulden. In de Wwb is overigens verankerd dat voor schulden geen bijstand kan worden verstrekt behalve om zeer dringende redenen. De reden hiervan is dat de Wwb iedere burger immers de zekerheid biedt van toereikende middelen om in het noodzakelijke te voorzien en neemt daardoor de noodzaak weg tot het maken van schulden. Schulden ontstaan dus niet uit een gebrek aan het noodzakelijke, maar uit de wijze van besteding van de middelen door belanghebbende. Indien een aanvraag bijzondere bijstand voor schulden wordt ingediend, wordt de belanghebbende verwezen naar de Stadsbank voor schuldhulpverlening. Schuldhulpverlening zal in de regel overgaan tot schuldbemiddeling cq. doorverwijzing naar de Wet Schuldsanering Natuurlijke Personen (WSNP). Bij zeer dringende redenen kan bijzondere bijstand voor schulden worden verstrekt in de vorm van een geldlening/borgtocht. Van een zeer dringende reden kan sprake zijn indien het ontstaan en voortbestaan van die schuld is veroorzaakt doordat belanghebbende in het verleden slechts beschikte over een inkomen onder het bijstandsniveau en in zijn geval ook van ontoereikende middelen kan worden gesproken. Dit moet met bewijzen door belanghebbende kunnen worden aangetoond. 12. Beleidsuitgangspunt vorm van de bijstand/duurzame gebruiksgoederen, schulden, hoogte van de aflossing In het algemeen zal de bijzondere bijstand om niet worden verstrekt. In sommige gevallen wordt de bijzondere bijstand echter verleend in de vorm van een geldlening of borgtocht. Indien de bijstand in de vorm van een geldlening wordt verleend, kunnen zekerheden worden bedongen. Bijstand voor duurzame gebruiksgoederen wordt in de regel in de vorm van een renteloze lening verstrekt. Duidelijk moet zijn dat de belanghebbende geen lening kan krijgen bij de Stadsbank Haarlem of een vergelijkbare instantie. De aflossingsduur bedraagt 36 maanden. Indien sprake is van een tekortschietend besef wordt de aanvraag afgewezen behoudens bijzondere omstandigheden. In die omstandigheden wordt de aflossingsduur gesteld op maximaal 60 maanden. 2007/14048, d.d. 19

24 Het aflossingspercentage bedraagt 6 % van de toepasselijke bijstandsnorm inclusief vakantiegeld. De aflossingsbedragen worden hoger vastgesteld als een inkomen boven de norm wordt genoten en wel zo dat van het meerinkomen 50% dient te worden aangewend als mede de genoemde 6 % inclusief vakantiegeld. Ten aanzien van ex-asielzoekers/vluchtelingen wordt de mogelijkheid open gehouden om (een gedeelte van) de lening om niet te verstrekken. Van het instrument borgtocht wordt terughoudend gebruik gemaakt en dan alleen nog voor leningen boven de 2250,--. Bijzondere bijstand voor schulden kan verstrekt worden onder voorwaarden van artikel 49 Wwb /14048, d.d. 20

25 Hoofdstuk 6: Procedurele en algemene beleidsregels Hierna wordt de aanvraagprocedure kort weergegeven. Voor belanghebbenden met een Wwb uitkering geldt een verkorte aanvraagprocedure Aanvraag-en inlichtingenformulier Voor een verstrekking bijzondere bijstand dient een aanvraag te worden ingediend. Deze aanvraag wordt gesteld op een zogenaamd aanvraagformulier. Per draagkrachtperiode dient tevens een inlichtingenformulier te worden ingevuld Bij tussentijdse aanvragen wordt aan de hand van de over te leggen salarisstrookjes bepaald of er sprake is van belangrijke wijzigingen in het inkomen die zouden moeten leiden tot het vaststellen van een nieuwe draagkrachtperiode Termijn aanvraag bijzondere bijstand. Een aanvraag om bijzondere bijstand dient in het algemeen te worden ingediend voor het moment waarop de kosten zijn gemaakt of direct nadat de kosten zijn gemaakt. Dit is nodig om te kunnen beoordelen of de gevraagde kosten noodzakelijk zijn in de zin van de Wwb. Onbetaald gebleven rekeningen, waarin achteraf bijstand wordt gevraagd, kunnen worden beschouwd als schulden waarin als regel geen bijstand wordt verleend. 13. Beleidsuitgangspunt tijdstip termijn aanvraag bijzondere bijstand Een aanvraag om bijzondere bijstand dient in het algemeen te worden ingediend voor het moment waarop de kosten zijn gemaakt of direct nadat de kosten zijn gemaakt, dat wil zeggen niet later dan één maand nadat die kosten zijn gemaakt, of duidelijk is geworden wat deze kosten zijn (bijvoorbeeld bij gedeeltelijke vergoeding door de zorgverzekeraar). De kosten dienen te worden aangetoond aan de hand van de originele nota. Pas na overlegging van die nota kan tot uitbetaling worden overgegaan. Als datering wordt de datum op de nota aangehouden. Bij een voortijdige toekenning om bijzondere bijstand dient in de beschikking vermeld te worden dat de originele nota uiterlijk binnen een maand na ontvangst dient te worden ingeleverd Extern deskundigen advies Om op een aanvraag te kunnen beslissen zal het soms nodig zijn om extern advies in te winnen. In de praktijk zal het dan vrijwel altijd gaan om een medisch advies. Op grond van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) dient dan onderzocht worden of het externe advies voldoet aan de eisen die worden gesteld aan de zorgvuldigheid en de besluitvorming. Uit het advies zal in ieder geval moeten blijken op grond van welke gegevens men tot een beslissing is gekomen en welke procedure hierbij is gevolgd. Het advies zal daarom in het algemeen het volgende moeten bevatten: Welke onderzoeken heeft de adviseur verricht? Zijn er inlichtingen ingewonnen bij de behandelaar(s), zo ja, bij wie; zo nee, waarom niet Welke diagnose is gesteld? Welke (medische) beperkingen vloeien uit deze diagnose voort? 2007/14048, d.d. 21

besluit vast te stellen de Verordening bijzondere bijstand 2015 gemeente Heerde.

besluit vast te stellen de Verordening bijzondere bijstand 2015 gemeente Heerde. Raadsbesluit De raad van de gemeente Heerde; gelezen het voorstel van het college d.d. 11 november 2014; gelet op artikel 35 van de Participatiewet; besluit vast te stellen de Verordening bijzondere bijstand

Nadere informatie

I-SZ/2015/1803. Beleidsregels Bijzondere bijstand en Minimabeleid - Algemene bepalingen 2015

I-SZ/2015/1803. Beleidsregels Bijzondere bijstand en Minimabeleid - Algemene bepalingen 2015 I-SZ/2015/1803 Beleidsregels Bijzondere bijstand en Minimabeleid - Algemene bepalingen 2015 Definitieve vaststelling Besluit College d.d. 1 september 2015 . Beleidsregels Bijzondere bijstand en Minimabeleid

Nadere informatie

Beleidsregels bijzondere bijstand WIHW 2016

Beleidsregels bijzondere bijstand WIHW 2016 Beleidsregels bijzondere bijstand WIHW 2016 Het dagelijks bestuur van WIHW; Gelezen het advies van de Regionale Cliëntenraad WIHW; Gelet op de artikel 35 van de Participatiewet; Besluit vast te stellen

Nadere informatie

B e s l u i t: Vast te stellen de Beleidsregels bijzondere bijstand zorg en minimabeleid gemeente Aalten.

B e s l u i t: Vast te stellen de Beleidsregels bijzondere bijstand zorg en minimabeleid gemeente Aalten. Beleidsregels bijzondere bijstand zorg en minimabeleid Het college van burgemeester en wethouders, Gelet op artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht: B e s l u i t: Vast te stellen de Beleidsregels

Nadere informatie

Verordening individuele bijzondere bijstand RSDHW 2015

Verordening individuele bijzondere bijstand RSDHW 2015 Verordening individuele bijzondere bijstand RSDHW 2015 Het algemeen bestuur van de Regionale Sociale Dienst Hoeksche Waard (RSDHW); Gelezen het voorstel van het dagelijks bestuur van de RSDHW d.d. 22 december

Nadere informatie

De gemeente Hulst hanteert geen drempelbedrag als bedoeld in artikel 35 lid 2 WWB.

De gemeente Hulst hanteert geen drempelbedrag als bedoeld in artikel 35 lid 2 WWB. Burgemeester en wethouders van de gemeente Hulst, overwegende, dat het van belang is in het kader van de uitvoering van artikel 35 van de Wet Werk en Bijstand (WWB) beleidsregels te hanteren; gelet op

Nadere informatie

GEMEENTELIJK BESLUIT BIJZONDERE BIJSTAND WWB

GEMEENTELIJK BESLUIT BIJZONDERE BIJSTAND WWB CVDR Officiële uitgave van Smallingerland. Nr. CVDR58228_1 21 november 2018 GEMEENTELIJK BESLUIT BIJZONDERE BIJSTAND WWB Burgemeester en wethouders van de gemeente Smallingerland besluiten; gelet op het

Nadere informatie

B&W-nr.:06.0700 d.d. 06-06-2006. Wijziging Beleidsregels Bijzondere Bijstand

B&W-nr.:06.0700 d.d. 06-06-2006. Wijziging Beleidsregels Bijzondere Bijstand Raadsaanbiedingsformulier Rv nr. Opsteller Naam: Piet Minderhoud B&W.nr.: 06.0700 Dienst: SOZA Telefoon: 516 7393 Verantwoordelijk portef.houder: Sociale Zaken B&W-besluit d.d: 6 juni 2006 en Cultuur Meningsvormend

Nadere informatie

BELEIDSREGELS MINIMABELEID GEMEENTE HOOGEVEEN

BELEIDSREGELS MINIMABELEID GEMEENTE HOOGEVEEN BELEIDSREGELS MINIMABELEID GEMEENTE HOOGEVEEN Het college van de gemeente Hoogeveen, gelet op artikel 35, Wet Werk en Bijstand, besluit vast te stellen de volgende beleidsregels: beleidsregels minimabeleid

Nadere informatie

Beleidsregels leenbijstand Participatiewet 2016

Beleidsregels leenbijstand Participatiewet 2016 Beleidsregels leenbijstand Participatiewet 2016 Boxmeer, juli 2016 I-SZ/2016/1924 / RIS 2016-456 (Bijlage) Beleidsregels leenbijstand Participatiewet 2016 Inhoudsopgave HOOFDSTUK 1 ALGEMEEN Begripsbepaling

Nadere informatie

Zundertse Regelgeving

Zundertse Regelgeving *ZD17044734* Zundertse Regelgeving Zaaknummer: Z17-006503 Documentnummer: ZD17044734 Rubriek: Maatschappelijke zorg en welzijn Naam regeling: Beleidsregels bijzondere bijstand gemeente Zundert 2018 Citeertitel:

Nadere informatie

Oplegvel Collegebesluit

Oplegvel Collegebesluit Onderwerp Beleidsregels Haarlempas Oplegvel Collegebesluit Portefeuille H. van der Molen Auteur Dhr. F. Hermans Telefoon 5114046 E-mail: fhermans@haarlem.nl SZW/BB Reg.nr. 2009/23366 Te kopiëren: A B &

Nadere informatie

- Intrekking van publicatie GB2010-058 op 7 april 2011. Gemeenteblad Nijmegen. Jaartal / nummer 2011 / 042

- Intrekking van publicatie GB2010-058 op 7 april 2011. Gemeenteblad Nijmegen. Jaartal / nummer 2011 / 042 Gemeenteblad Nijmegen Jaartal / nummer 2011 / 042 Naam Beleidsregels bijzondere bijstandsverlening Wet werk en bijstand (2011) Publicatiedatum 6 april 2011 Opmerkingen - Vaststelling van de beleidsregels

Nadere informatie

Onderwerp Beleidsregels bijzondere bijstand: lening duurzame gebruiksgoederen en drempelbedrag.

Onderwerp Beleidsregels bijzondere bijstand: lening duurzame gebruiksgoederen en drempelbedrag. Informatienota Vergadering : 27 september 2011 Voorstelnummer : Registratienummer : Portefeuillehouder : J.E. Brand Afdeling : Beleid Bijlage(n) : collegebesluit 2 augustus 2011 nr 1 B&W-datum/nummer :

Nadere informatie

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Wierden; Vast te stellen: de Beleidsregels bijzondere bijstand gemeente Wierden 2013.

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Wierden; Vast te stellen: de Beleidsregels bijzondere bijstand gemeente Wierden 2013. Beleidsregels bijzondere bijstand gemeente Wierden 2013 Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Wierden; gelet op artikel 35 van de Wet werk en bijstand; Besluit: Vast te stellen: de

Nadere informatie

besluit BenW Burgemeester en wethouders van L a n d g r a a f ; b e s l u i t e n :

besluit BenW Burgemeester en wethouders van L a n d g r a a f ; b e s l u i t e n : besluit BenW Behandeld door : M.P.P. van Ginneken Organisatieonderdeel : Maatschappelijke Ontwikkeling B.15.2283 Onderwerp : Uitvoeringsregels Individuele Bijzondere bijstand ISD BOL 2016 Burgemeester

Nadere informatie

Nieuwsbrief Minimabeleid 2010 Gemeente Schagen

Nieuwsbrief Minimabeleid 2010 Gemeente Schagen Nieuwsbrief Minimabeleid 2010 Gemeente Schagen JANUARI, 2010 In deze nieuwsbrief wordt u geïnformeerd over de volgende onderwerpen: de individuele bijzondere bijstand; de categoriale bijzondere bijstand;

Nadere informatie

Sint nthonis. Beleidsregels leenbijstand WWB 2Ol4. r-szl2ol4/t7t

Sint nthonis. Beleidsregels leenbijstand WWB 2Ol4. r-szl2ol4/t7t B Sint nthonis Beleidsregels leenbijstand WWB 2Ol4 Boxmeer, januari 2014 r-szl2ol4/t7t Befeidsregels leenbijstand WWB 2fJ14. fnhoudsopgave HOOFDSTUK 1 ALGEMEEN o Begripsbepaling. Bevoegdheid HOOFDSTUK

Nadere informatie

Vast te stellen de gewijzigde invulling van richtlijn B093 - Suppletie GKB-lening

Vast te stellen de gewijzigde invulling van richtlijn B093 - Suppletie GKB-lening Gemeenteblad nr. 93, 19 december 2013 Gelet op artikel 35 WWB Vast te stellen de gewijzigde invulling van richtlijn B093 - Suppletie GKB-lening Richtlijn B093 - Suppletie GKB-lening wordt als volgt ingevuld:

Nadere informatie

Beleidsregels Bijzondere Bijstand Noordoostpolder 2015

Beleidsregels Bijzondere Bijstand Noordoostpolder 2015 GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van gemeente Noordoostpolder. Nr. 11769 10 februari 2015 Beleidsregels Bijzondere Bijstand Noordoostpolder 2015 Inhoud 1. Algemeen 1.1. Begrippen 1.2. Aanvraag 1.3. Vormen

Nadere informatie

Beleidsregels Draagkracht Minimaregelingen Gemeente Boxtel en Gemeente Haaren Participatiewet

Beleidsregels Draagkracht Minimaregelingen Gemeente Boxtel en Gemeente Haaren Participatiewet GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van gemeente Haaren. Nr. 124649 23 december 2015 Beleidsregels Draagkracht Minimaregelingen Gemeente Boxtel en Gemeente Haaren Participatiewet 1 Begrippen In deze draagkrachtrichtlijnen

Nadere informatie

Afdeling Samenleving Richtlijn 565 Ingangsdatum: 01-11-2012 DRAAGKRACHTBEREKENING

Afdeling Samenleving Richtlijn 565 Ingangsdatum: 01-11-2012 DRAAGKRACHTBEREKENING Afdeling Samenleving Richtlijn 565 Ingangsdatum: 01-11-2012 DRAAGKRACHTBEREKENING Algemeen Op grond van artikel 35 WWB heeft men recht op bijzondere bijstand voor zover men niet beschikt over de middelen

Nadere informatie

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Wierden; Vast te stellen: de Beleidsregels bijzondere bijstand gemeente Wierden 2017.

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Wierden; Vast te stellen: de Beleidsregels bijzondere bijstand gemeente Wierden 2017. Beleidsregels bijzondere bijstand gemeente Wierden 2017 Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Wierden; gelet op artikel 35 van de Participatiewet; Besluit: Vast te stellen: de Beleidsregels

Nadere informatie

Samenleving 1 13. SAM

Samenleving 1 13. SAM Samenleving 1 13. SAM 13.01. Sociale zaken: Sociale Zekerheid Eindterm 13.01. De kandidaat kan het stelsel van de Sociale Zekerheid in Nederland omschrijven. 13.01.01. Kan de Werknemersverzekeringen, de

Nadere informatie

GEMEENTE SCHERPENZEEL

GEMEENTE SCHERPENZEEL GEMEENTE SCHERPENZEEL Beleidsregels bijzondere bijstand HOOFDSTUK 1 ALGEMENE BEPALINGEN Artikel 1.1 Begripsbepalingen 1. In deze beleidsregels wordt verstaan onder: a. de wet: de Wet werk en bijstand (WWB);

Nadere informatie

Algemene uitgangspunten bijzondere bijstandsbeleid ISD Bollenstreek

Algemene uitgangspunten bijzondere bijstandsbeleid ISD Bollenstreek Algemene uitgangspunten bijzondere bijstandsbeleid ISD Bollenstreek Artikel 1 Uitgangspunten Bij het tot stand komen van het bijzondere bijstandsbeleid spelen de volgende uitgangspunten een rol: 1. Geen

Nadere informatie

Beleidsregels bijzondere bijstand GEMEENTE WADDINXVEEN BELEIDSREGELS BIJZONDERE BIJSTAND

Beleidsregels bijzondere bijstand GEMEENTE WADDINXVEEN BELEIDSREGELS BIJZONDERE BIJSTAND GEMEENTE WADDINXVEEN BELEIDSREGELS BIJZONDERE BIJSTAND 1 HOOFDSTUK 1 ALGEMENE BEPALINGEN Artikel 1 Begripsomschrijvingen 1. Alle begrippen die in deze beleidsregels worden gebruikt en die niet in lid 2

Nadere informatie

De beleidsregel treedt in werking, de dag na publicatie, 21 februari 2013.

De beleidsregel treedt in werking, de dag na publicatie, 21 februari 2013. Gemeenteblad Nijmegen Jaartal / nummer 2013 / 036 Naam Beleidsregels Terug- en Invordering Wet werk en bijstand 2013 Publicatiedatum 20 februari 2013 Opmerkingen - Besluit van Burgemeester en Wethouders

Nadere informatie

Artikel 4 Draagkracht verstrekkingen op grond van hoofdstuk 4

Artikel 4 Draagkracht verstrekkingen op grond van hoofdstuk 4 CVDR Officiële uitgave van Nijkerk. Nr. CVDR2626_1 22 mei 2018 Beleidsregels Bijzondere Bijstand Burgemeester en wethouders van de gemeente Nijkerk, d.d. 2 juni 2008 nr. 3 b e s l u i t vast te stellen

Nadere informatie

Beleidsregels bijzondere bijstand gemeente Beek 2018

Beleidsregels bijzondere bijstand gemeente Beek 2018 GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van de gemeente Beek Nr. 231142 28 december 2017 Beleidsregels bijzondere bijstand gemeente Beek 2018 Hoofdstuk 1 Algemene uitgangspunten Het college van burgemeester en

Nadere informatie

Beleidsregel draagkracht bijzondere bijstand, gemeente Amersfoort

Beleidsregel draagkracht bijzondere bijstand, gemeente Amersfoort GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van gemeente Amersfoort. Nr. 34084 6 maart 2017 Beleidsregel draagkracht bijzondere, gemeente Amersfoort Burgemeester en wethouders van de gemeente Amersfoort; gelezen de

Nadere informatie

Versie 2.4. BELEIDSREGELS TEGEMOETKOMING ONDERSTEUNINGSFONDS CHRONISCH ZIEKEN EN GEHANDICAPTEN 2015 Gemeente Breda

Versie 2.4. BELEIDSREGELS TEGEMOETKOMING ONDERSTEUNINGSFONDS CHRONISCH ZIEKEN EN GEHANDICAPTEN 2015 Gemeente Breda Versie 2.4 BELEIDSREGELS TEGEMOETKOMING ONDERSTEUNINGSFONDS CHRONISCH ZIEKEN EN GEHANDICAPTEN 2015 Gemeente Breda 1 Beleidsregels tegemoetkoming Ondersteuningsfonds chronisch zieken en gehandicapten 2015

Nadere informatie

VERORDENING LANGDURIGHEIDSTOESLAG WWB 2013 GEMEENTE NOORD-BEVELAND

VERORDENING LANGDURIGHEIDSTOESLAG WWB 2013 GEMEENTE NOORD-BEVELAND VERORDENING LANGDURIGHEIDSTOESLAG WWB 2013 GEMEENTE NOORD-BEVELAND Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen Artikel 1. Begrippen. 1 Alle begrippen die in deze verordening worden gebruikt en die niet nader worden

Nadere informatie

Nota bijzondere bijstand Wet werk en bijstand 2006

Nota bijzondere bijstand Wet werk en bijstand 2006 CVDR Officiële uitgave van Nunspeet. Nr. CVDR370924_1 17 april 2018 Nota bijzondere bijstand Wet werk en bijstand 2006 Artikel 0 Dit artikel moet nog worden gesplitst Nota bijzondere bijstand Wet werk

Nadere informatie

Beleidsregels Armoedebeleid gemeente Aalten vast te stellen de Beleidsregels Armoedebeleid gemeente Aalten 2018.

Beleidsregels Armoedebeleid gemeente Aalten vast te stellen de Beleidsregels Armoedebeleid gemeente Aalten 2018. GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van de gemeente Aalten Nr. 38618 27 februari 2018 Beleidsregels Armoedebeleid gemeente Aalten 2018 Het college van burgemeester en wethouders; gelet op de Participatiewet

Nadere informatie

Beleidsregels Compensatieregeling Schoonmaakondersteuning WMO

Beleidsregels Compensatieregeling Schoonmaakondersteuning WMO Beleidsregels Compensatieregeling Schoonmaakondersteuning WMO Inleiding Door omstandigheden kan zich de situatie voordoen dat het inkomen van een belanghebbende niet (volledig) toereikend is ter voorziening

Nadere informatie

Beleidsregels aanvraagtermijn, drempel en draagkracht bijzondere bijstand

Beleidsregels aanvraagtermijn, drempel en draagkracht bijzondere bijstand GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van de gemeente Capelle aan den IJssel Nr. 32351 15 februari 2018 Beleidsregels aanvraagtermijn, drempel en draagkracht bijzondere bijstand 2018 Het college van burgemeester

Nadere informatie

Officiële naam regeling Verordening Individuele Inkomenstoeslag Participatiewet Breda 2015

Officiële naam regeling Verordening Individuele Inkomenstoeslag Participatiewet Breda 2015 Wetstechnische informatie Overheidsorganisatie Gemeente Breda Officiële naam regeling Verordening Individuele Inkomenstoeslag Participatiewet Breda 2015 Citeertitel Verordening Individuele Inkomenstoeslag

Nadere informatie

BELEIDSREGEL GEMEENTELIJKE TEGEMOETKOMING (KOA-kopje) IN DE KOSTEN KINDEROPVANG 2013 GEMEENTE MENTERWOLDE

BELEIDSREGEL GEMEENTELIJKE TEGEMOETKOMING (KOA-kopje) IN DE KOSTEN KINDEROPVANG 2013 GEMEENTE MENTERWOLDE BELEIDSREGEL GEMEENTELIJKE TEGEMOETKOMING (KOA-kopje) IN DE KOSTEN KINDEROPVANG 2013 GEMEENTE MENTERWOLDE HOOFDSTUK 1 ALGEMENE BEPALINGEN Artikel 1 Begripsbepalingen 1. Alle begrippen die in deze beleidsregel

Nadere informatie

Artikelsgewijze toelichting op de Toeslagenverordening WWB ISD Bollenstreek 2012

Artikelsgewijze toelichting op de Toeslagenverordening WWB ISD Bollenstreek 2012 Artikelsgewijze toelichting op de Toeslagenverordening WWB ISD Bollenstreek 2012 Artikel 1 Begripsomschrijving Om te voorkomen dat de betekenis van de begrippen van de WWB en de verordening uiteen lopen

Nadere informatie

B&W 30 maart 2010 Gemeenteblad. Vast te stellen de gewijzigde invulling van richtlijn nr. B078 Kosten rechtsbijstand

B&W 30 maart 2010 Gemeenteblad. Vast te stellen de gewijzigde invulling van richtlijn nr. B078 Kosten rechtsbijstand Jaar: 2010 Nummer: 31 Besluit: B&W 30 maart 2010 Gemeenteblad RICHTLIJN NR. B078 KOSTEN RECHTSBIJSTAND Het college van burgemeester en wethouders, Gelet op artikel 35 eerste lid Wet werk en bijstand (WWB)

Nadere informatie

Financiële regeling voor langdurige minima: langdurigheidstoeslag

Financiële regeling voor langdurige minima: langdurigheidstoeslag Agendanr. : Doc.nr : B2003 14372 Afdeling: : Sociale Zaken en Werkgelegenheid B&W-VOORSTEL Onderwerp : Langdurigheidstoeslag 2003 Financiële regeling voor langdurige minima: langdurigheidstoeslag Algemeen:

Nadere informatie

Hoofdstuk I. Algemene bepalingen

Hoofdstuk I. Algemene bepalingen Beleidsregels bijzondere bijstand Het college van burgemeester en wethouders van Wijdemeren; overwegende dat het wenselijk is kaders vast te stellen waarbinnen bijzondere bijstand kan worden verleend;

Nadere informatie

gelet op artikel 147 van de Gemeentewet en de artikel 8 van de Wet werk en bijstand;

gelet op artikel 147 van de Gemeentewet en de artikel 8 van de Wet werk en bijstand; Nr De raad van de gemeente Barneveld; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders, nr; gelet op artikel 147 van de Gemeentewet en de artikel 8 van de Wet werk en bijstand; Overwegende dat de gemeenteraad

Nadere informatie

gelet op de bepalingen van de Algemene wet bestuursrecht en de Wet werk en bijstand;

gelet op de bepalingen van de Algemene wet bestuursrecht en de Wet werk en bijstand; Nummer: Onderwerp: Beleidsregels bijzondere bijstand. Burgemeester en wethouders van Haaksbergen; gelet op de bepalingen van de Algemene wet bestuursrecht en de Wet werk en bijstand; besluiten: vast te

Nadere informatie

Gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders d.d. 2012;

Gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders d.d. 2012; RAADSBESLUIT De raad van de gemeente Hilversum, Gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders d.d. 2012; Gelet op: - artikel 147 van de Gemeentewet en; - artikel 36 en artikel 8, eerste

Nadere informatie

AANVULLENDE (EXTRA) ZIEKTEKOSTENVERZEKERING AVX EN TAND-G-PAKKET

AANVULLENDE (EXTRA) ZIEKTEKOSTENVERZEKERING AVX EN TAND-G-PAKKET Afdeling Samenleving Richtlijn 560 AANVULLENDE (EXTRA) ZIEKTEKOSTENVERZEKERING AVX EN TAND-G-PAKKET Algemeen Met ingang van 1 januari 2006 is iedere Nederlander verplicht een zorgverzekering af te sluiten.

Nadere informatie

Gemeente Den Haag. rv 126. Voorstel van het college inzake aanpassing verordening langdurigheidstoeslag 2012 ten gevolge van vervallen huishoudtoets.

Gemeente Den Haag. rv 126. Voorstel van het college inzake aanpassing verordening langdurigheidstoeslag 2012 ten gevolge van vervallen huishoudtoets. rv 126 Dienst Sociale zaken en Werkgelegenheidsprojecten BSW/2012.129 RIS 254101_121211 Gemeente Den Haag Voorstel van het college inzake aanpassing verordening langdurigheidstoeslag 2012 ten gevolge van

Nadere informatie

B&W 30 maart 2010 Gemeenteblad RICHTLIJN NR. B101 DUURZAME GEBRUIKSGOEDEREN EN INRICHTINGSKOSTEN

B&W 30 maart 2010 Gemeenteblad RICHTLIJN NR. B101 DUURZAME GEBRUIKSGOEDEREN EN INRICHTINGSKOSTEN Jaar: 2010 Nummer: 30 Besluit: B&W 30 maart 2010 Gemeenteblad RICHTLIJN NR. B101 DUURZAME GEBRUIKSGOEDEREN EN INRICHTINGSKOSTEN Het college van burgemeester en wethouders, Gelet op artikel 35 eerste lid

Nadere informatie

Raads informatiebrief

Raads informatiebrief gemeente Eindhoven Raadsnummer O8.R25I7.OOI Inboeknummer o8bstoo4o8 Dossiernummer Sr4.4oy r april zoo8 Raads informatiebrief Betreft intensivering bijzondere bijstand voor duurzame gebruiksgoederen. 1

Nadere informatie

b. WTOS: de Wet tegemoetkoming onderwijsbijdrage en schoolkosten;

b. WTOS: de Wet tegemoetkoming onderwijsbijdrage en schoolkosten; GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van gemeente Haarlem. Nr. 93478 12 juli 2016 Beleidsregels HaarlemPas Het college van de gemeente Haarlem Gelet op artikel 35, eerste lid van de Participatiewet; besluit

Nadere informatie

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 21 februari 2012, nr. R-2012-0050;;

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 21 februari 2012, nr. R-2012-0050;; DE RAAD VAN DE GEMEENTE BEEMSTER. gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 21 februari 2012, nr. R-2012-0050;; gelet op artikel 147, eerste lid van de Gemeentewet en artikel

Nadere informatie

BELEIDSREGELS BIJZONDERE BIJSTAND EN AMSTELVEENPAS GEMEENTE AMSTELVEEN. HOOFDSTUK 1. ALGEMENE BEPALINGEN. Artikel 1. Begripsomschrijving.

BELEIDSREGELS BIJZONDERE BIJSTAND EN AMSTELVEENPAS GEMEENTE AMSTELVEEN. HOOFDSTUK 1. ALGEMENE BEPALINGEN. Artikel 1. Begripsomschrijving. BELEIDSREGELS BIJZONDERE BIJSTAND EN AMSTELVEENPAS GEMEENTE AMSTELVEEN. HOOFDSTUK 1. ALGEMENE BEPALINGEN. Artikel 1. Begripsomschrijving. Voor de toepassing van deze beleidsregels wordt verstaan onder:

Nadere informatie

Beleidsregels Terug- en Invordering Participatiewet (2015) Het College van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Nijmegen,

Beleidsregels Terug- en Invordering Participatiewet (2015) Het College van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Nijmegen, GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van gemeente Nijmegen. Nr. 57658 29 juni 2015 Beleidsregels Terug- en Invordering Participatiewet (2015) Het College van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Nijmegen,

Nadere informatie

Beleidsregels Armoedebeleid gemeente Aalten 2016

Beleidsregels Armoedebeleid gemeente Aalten 2016 GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van gemeente Aalten. Nr. 26720 8 maart 2016 Beleidsregels Armoedebeleid gemeente Aalten 2016 Het college van burgemeester en wethouders; gelet op de Participatiewet en de

Nadere informatie

Onderwerp: Verordening persoonlijk minimabudget gemeente Overbetuwe 2015

Onderwerp: Verordening persoonlijk minimabudget gemeente Overbetuwe 2015 Onderwerp: Verordening persoonlijk minimabudget gemeente Overbetuwe 2015 Ons kenmerk: 14RB000110 Nr. 8f De raad van de gemeente Overbetuwe; gelezen het raadsvoorstel van burgemeester en wethouders van

Nadere informatie

Bijlage behorende bij ontwerpbesluit nr. 13Rb050 d.d. 30 oktober 2013 VERORDENING LANGDURIGHEIDSTOESLAG WWB 2013

Bijlage behorende bij ontwerpbesluit nr. 13Rb050 d.d. 30 oktober 2013 VERORDENING LANGDURIGHEIDSTOESLAG WWB 2013 Bijlage behorende bij ontwerpbesluit nr. 13Rb050 d.d. 30 oktober 2013 VERORDENING LANGDURIGHEIDSTOESLAG WWB 2013 Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen Artikel 1. Begrippen 1. In deze verordening wordt verstaan

Nadere informatie

GEMEENTEBLAD Officiële publicatie van Gemeente Wijk bij Duurstede (Utrecht)

GEMEENTEBLAD Officiële publicatie van Gemeente Wijk bij Duurstede (Utrecht) Verordening Individuele inkomenstoeslag Participatiewet Regionale Dienst Werk en Inkomen Kromme Rijn Heuvelrug Het Algemeen Bestuur van de Regionale Dienst Werk en Inkomen Kromme rijn Heuvelrug; gezien

Nadere informatie

Uitvoeringsregeling -

Uitvoeringsregeling - Uitvoeringsregeling - Uitvoeringsregeling Tegemoetkoming chronisch zieken en gehandicapten Gemeente Landgraaf 2016-2017 Artikel 1 Begripsbepalingen In deze regeling wordt verstaan onder: 1. het dagelijks

Nadere informatie

Evaluatie. Minimabeleid. gemeente De Marne

Evaluatie. Minimabeleid. gemeente De Marne Evaluatie Minimabeleid 2006 gemeente De Marne Inleiding De gemeente De Marne heeft haar minimabeleid in april 2006 geëvalueerd en besloten aanvullend op het reeds bestaande beleid een aantal regelingen

Nadere informatie

Beleidsregels bijzondere bijstand gemeente Haarlemmermeer 2019

Beleidsregels bijzondere bijstand gemeente Haarlemmermeer 2019 GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van de gemeente Haarlemmermeer Nr. 282147 28 december 2018 Beleidsregels bijzondere bijstand gemeente Haarlemmermeer 2019 Burgemeester en wethouders van de gemeente Haarlemmermeer;

Nadere informatie

Beleidsregels terugvordering & verhaal WWB, IOAW, IOAZ

Beleidsregels terugvordering & verhaal WWB, IOAW, IOAZ Beleidsregels terugvordering & verhaal WWB, IOAW, IOAZ Afdeling Samenleving, mei 2010 HOOFDSTUK 1 TERUGVORDERING ALGEMENE BEPALINGEN 1 Algemeen Alle begripsbepalingen die in deze beleidsregels worden gebruikt

Nadere informatie

Verordening Stimuleringsfonds. voor de minima

Verordening Stimuleringsfonds. voor de minima Verordening Stimuleringsfonds voor de minima De raad van de gemeente Bedum; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 23 november 2004; gelet op artikel 149 van de Gemeentewet; overwegende

Nadere informatie

Overzicht huidige minimaregelingen

Overzicht huidige minimaregelingen Datum 10 juni 2014 1 (7) Overzicht huidige minimaregelingen Auteur Eveline Bal, Beleidsadviseur Werk & Inkomen Het huidige minimabeleid van de gemeente Nieuwegein kent verschillende instrumenten ter bestrijding

Nadere informatie

De Raad van de gemeente Ede,

De Raad van de gemeente Ede, De Raad van de gemeente Ede, gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van Ede d.d. 11 november 2014; gelet op artikel 8, eerste lid, onderdeel b, en tweede lid, van de Participatiewet; overwegende

Nadere informatie

TOESLAGENVERORDENING WET WERK EN BIJSTAND 2012

TOESLAGENVERORDENING WET WERK EN BIJSTAND 2012 TOESLAGENVERORDENING WET WERK EN BIJSTAND 2012 De raad van de gemeente Losser; - gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Losser, - gelet op artikel 8, eerste

Nadere informatie

Lid 2: De begrippen die niet zijn omschreven in de WWB of Awb, of die verduidelijkt moeten worden, zijn in het tweede lid omschreven.

Lid 2: De begrippen die niet zijn omschreven in de WWB of Awb, of die verduidelijkt moeten worden, zijn in het tweede lid omschreven. ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING Artikel 1 Begripsomschrijving Om te voorkomen dat de betekenis van de begrippen van de WWB en de verordening uiteen lopen wordt in de verordening een algemene verwijzing naar

Nadere informatie

BELEIDSREGELS BIJZONDERE BIJSTAND

BELEIDSREGELS BIJZONDERE BIJSTAND Gemeente Achtkarspelen BELEIDSREGELS BIJZONDERE BIJSTAND 2016 Gemeente Achtkarspelen Januari 2016 1 BELEIDSREGELS BIJZONDERE BIJSTAND ALGEMEEN Artikel 1: begripsbepalingen In deze beleidsregels bijzondere

Nadere informatie

Minimabeleid en Bijzondere Bijstand Deze brochure geeft informatie over financiële regelingen waarop u een beroep kunt doen als u een laag inkomen en

Minimabeleid en Bijzondere Bijstand Deze brochure geeft informatie over financiële regelingen waarop u een beroep kunt doen als u een laag inkomen en Minimabeleid en Bijzondere Bijstand Deze brochure geeft informatie over financiële regelingen waarop u een beroep kunt doen als u een laag inkomen en weinig eigen vermogen heeft. Uitgave van de gemeente

Nadere informatie

Beleidsregels opschorting, intrekking en terug- en invordering Participatiewet, IOAW en IOAZ Rotterdam 2016

Beleidsregels opschorting, intrekking en terug- en invordering Participatiewet, IOAW en IOAZ Rotterdam 2016 GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van gemeente Rotterdam. Nr. 130982 31 december 2015 Beleidsregels opschorting, intrekking en terug- en invordering Participatiewet, IOAW en IOAZ Rotterdam 2016 De concerndirecteur

Nadere informatie

Beleidsregels Bijzondere Bijstand Wet Werk en Bijstand 2012

Beleidsregels Bijzondere Bijstand Wet Werk en Bijstand 2012 CVDR Officiële uitgave van Deventer. Nr. CVDR9448_2 15 maart 2016 Beleidsregels Bijzondere Bijstand Wet Werk en Bijstand 2012 Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen Artikel 1. Begripsbepalingen 1. In deze beleidsregels

Nadere informatie

Verordening individuele inkomenstoeslag gemeente Midden-Delfland 2015

Verordening individuele inkomenstoeslag gemeente Midden-Delfland 2015 GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van gemeente Midden-Delfland. Nr. 81363 24 december 2014 Verordening individuele inkomenstoeslag gemeente Midden-Delfland 2015 De raad van de gemeente Midden-Delfland gelezen

Nadere informatie

Verordening. Verordening individuele inkomenstoeslag 2015

Verordening. Verordening individuele inkomenstoeslag 2015 Verordening Verordening individuele inkomenstoeslag 2015 Artikel 1 Begrippen In deze verordening wordt verstaan onder: a. Inkomen: totaal van inkomen, bedoeld in artikel 32 van de Participatiewet en de

Nadere informatie

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van (datum);

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van (datum); Verordening individuele inkomenstoeslag gemeente Leeuwarden 2015-2 De raad van de gemeente Leeuwarden; gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van (datum); gelet op artikel

Nadere informatie

Beleidsregels Bijzondere Bijstand gemeente Schouwen-Duiveland 2016

Beleidsregels Bijzondere Bijstand gemeente Schouwen-Duiveland 2016 GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van gemeente Schouwen-Duiveland. Nr. 22792 13 februari 2017 Beleidsregels Bijzondere Bijstand gemeente Schouwen-Duiveland 2016 De begripsbepalingen van de Participatiewet

Nadere informatie

Beleidsregels bijzondere bijstand, kindregeling en maatschappelijke participatie Purmerend 2018

Beleidsregels bijzondere bijstand, kindregeling en maatschappelijke participatie Purmerend 2018 GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van de gemeente Purmerend Nr. 14217 23 januari 2018 Beleidsregels bijzondere bijstand, kindregeling en maatschappelijke participatie Purmerend 2018 Het college van Burgemeester

Nadere informatie

Bijzondere bijstand en minimaregelingen

Bijzondere bijstand en minimaregelingen Bijzondere bijstand en minimaregelingen De gemeente Duiven kent vier vormen van inkomensondersteuning. In deze folder leest u informatie over. 1. Bijzondere bijstand 2. Minimabeleid 3. Individuele inkomenstoeslag

Nadere informatie

- vast te stellen de beleidsregel bijzondere bijstand 2015 (Participatiewet); - en tegelijk in te trekken de huidige beleidsregel bijzondere bijstand

- vast te stellen de beleidsregel bijzondere bijstand 2015 (Participatiewet); - en tegelijk in te trekken de huidige beleidsregel bijzondere bijstand Beleidsregels bijzondere bijstand 2015 (Participatiewet) Het college van burgemeester en wethouders van Delft: - houdt rekening met artikel 35 van de Participatiewet, en besluit op basis hiervan: - vast

Nadere informatie

Verordening individuele inkomenstoeslag gemeente Renkum 2015

Verordening individuele inkomenstoeslag gemeente Renkum 2015 Verordening individuele inkomenstoeslag gemeente Renkum 2015 De raad van de gemeente Renkum; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 14 oktober 2014; gelet op artikel 8, eerste lid, aanhef

Nadere informatie

CVDR. Nr. CVDR466900_1. Beleidsregels bijzondere bijstand Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

CVDR. Nr. CVDR466900_1. Beleidsregels bijzondere bijstand Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen CVDR Officiële uitgave van Delft. Nr. CVDR466900_1 3 oktober 2017 Beleidsregels bijzondere bijstand 2015 Het college van burgemeester en wethouders van Delft: - houdt rekening met artikel 35 van de Participatiewet,

Nadere informatie

Verordening Individuele Inkomenstoeslag 2015

Verordening Individuele Inkomenstoeslag 2015 Verordening Individuele Inkomenstoeslag 2015 De raad van de gemeente Borne, gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d., gelet op artikel 8, tweede lid, van de Participatiewet; Overwegende

Nadere informatie

op voorstel van Burgemeester en Wethouders d.d. 13 november 2014, no.za. 14-30185/DV.14-415, afdeling Samenleving;

op voorstel van Burgemeester en Wethouders d.d. 13 november 2014, no.za. 14-30185/DV.14-415, afdeling Samenleving; No. 19. De raad van de gemeente Vlagtwedde; op voorstel van Burgemeester en Wethouders d.d. 13 november 2014, no.za. 14-30185/DV.14-415, afdeling Samenleving; gelet op artikel 8, eerste lid, aanhef en

Nadere informatie

Beleidsregels terugvordering & verhaal WWB

Beleidsregels terugvordering & verhaal WWB Beleidsregels terugvordering & verhaal WWB Afdeling Samenleving, november 2009 HOOFDSTUK 1 TERUGVORDERING ALGEMENE BEPALINGEN 1 Algemeen Alle begripsbepalingen die in deze beleidsregels worden gebruikt

Nadere informatie

Beleidsregels bijzondere bijstand 2009

Beleidsregels bijzondere bijstand 2009 Beleidsregels bijzondere bijstand 2009 Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen. Artikel 1 Begripsbepalingen. 1. Alle begrippen die in deze beleidsregels worden gebruikt en die niet nader worden omschreven hebben

Nadere informatie

gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van Heeze-Leende van 4 november 2014

gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van Heeze-Leende van 4 november 2014 . De Raad van de gemeente Heeze-Leende; gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van Heeze-Leende van 4 november 2014 gelet op Artikel 149 Gemeentewet besluit vast te stellen:.

Nadere informatie

Toelichting Verordening individuele inkomenstoeslag Deurne 2015

Toelichting Verordening individuele inkomenstoeslag Deurne 2015 Toelichting Verordening individuele inkomenstoeslag Deurne 2015 Algemeen Aan de bijstand ligt het uitgangspunt ten grondslag dat het normbedrag, bedoeld ter voorziening in de algemeen noodzakelijke kosten

Nadere informatie

Verordening individuele inkomenstoeslag Participatiewet Maastricht-Heuvelland 2015

Verordening individuele inkomenstoeslag Participatiewet Maastricht-Heuvelland 2015 DE RAAD VAN DE GEMEENTE VALKENBURG AAN DE GEUL, Gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 4 november 2014; Gelet op artikel 36 van de Participatiewet; Gezien het advies van

Nadere informatie

gelet op artikel 147, eerste lid van de Gemeentewet en artikel 8, eerste lid onder c en artikel 30 van de Wet werk en bijstand;

gelet op artikel 147, eerste lid van de Gemeentewet en artikel 8, eerste lid onder c en artikel 30 van de Wet werk en bijstand; De raad van de gemeente Bergen; gelezen het voorstel van het college van Bergen 28 februari 2012; gezien het advies van de Algemene Raadscommissie van 22 maart 2012; gelet op artikel 147, eerste lid van

Nadere informatie

Beleidsregel overbruggingsuitkering Wet werk en bijstand

Beleidsregel overbruggingsuitkering Wet werk en bijstand Beleidsregel overbruggingsuitkering Wet werk en bijstand De inhoud van de beleidsregel De beleidsregel overbruggingsuitkering op grond van de Wet werk en bijstand geeft aan in welke situatie een overbruggingsuitkering

Nadere informatie

Nota van B&W. Samenvatting

Nota van B&W. Samenvatting Nota van B&W Onderwerp Minimabeleid in de gemeente Haarlemmermeer Portefeuillehouder dr T.C.M. Horn I 8 QLkb 10 &L- 2 Inlichtingen R.J. Kouwenhoven (023 567 66 15) Collegevergadering Regirtrabenummar z00

Nadere informatie

CVDR. Nr. CVDR138719_2

CVDR. Nr. CVDR138719_2 CVDR Officiële uitgave van Vlaardingen. Nr. CVDR138719_2 10 oktober 2017 Beleidsregels bijzondere bijstand 2012 Het college van burgemeester en wethouders van Vlaardingen; VLD/2011/35165 overwegende dat

Nadere informatie

WIJZIGINGEN BELEIDSREGELS BIJZONDERE BIJSTAND 2015 (VERSIE 10 JULI 2015)

WIJZIGINGEN BELEIDSREGELS BIJZONDERE BIJSTAND 2015 (VERSIE 10 JULI 2015) WIJZIGINGEN BELEIDSREGELS BIJZONDERE BIJSTAND 2015 (VERSIE 10 JULI 2015) Wijziging bijzondere bijstand aanvulling levensonderhoud jongeren Artikel 25, tweede lid, luidt momenteel als volgt: De aanvullende

Nadere informatie

Gemeente Heerlen - Verordening Langdurigheidstoeslag 2014

Gemeente Heerlen - Verordening Langdurigheidstoeslag 2014 GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van gemeente Heerlen. Nr. 39390 15 juli 2014 Gemeente Heerlen - Verordening Artikel 1 begripsomschrijvingen 1. In deze verordening wordt verstaan onder: a. wet: Wet Werk

Nadere informatie

VERORDENING LANGDURIGHEIDSTOESLAG GEMEENTE BUREN

VERORDENING LANGDURIGHEIDSTOESLAG GEMEENTE BUREN VERORDENING LANGDURIGHEIDSTOESLAG GEMEENTE BUREN De Raad van de gemeente Buren, gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 15 mei 2012, gelet op artikel 8 lid 1 onderdeel d,

Nadere informatie

Geconsolideerde Verordening individuele inkomenstoeslag participatiewet gemeente Oegstgeest 2015

Geconsolideerde Verordening individuele inkomenstoeslag participatiewet gemeente Oegstgeest 2015 Geconsolideerde Verordening individuele inkomenstoeslag participatiewet gemeente Oegstgeest 2015 De raad van de gemeente Oegstgeest gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 25 november 2014,

Nadere informatie

Informatie over minimaregelingen

Informatie over minimaregelingen Informatie over minimaregelingen 2017 DEZE FOLDER IS VOOR U Heeft u een laag inkomen en weinig vermogen? Dan is de kans groot dat het voor u soms moeilijk is om rond te komen. Een groot deel van het inkomen

Nadere informatie

Toelichting Toeslagenverordening WWB gemeente Rijssen-Holten 2013

Toelichting Toeslagenverordening WWB gemeente Rijssen-Holten 2013 Toelichting Toeslagenverordening WWB gemeente Rijssen-Holten 2013 Algemene toelichting De gemeenteraad dient op grond van artikel 8 eerste lid onder c juncto artikel 30 van de Wet werk en bijstand (WWB)

Nadere informatie

Verordening Individuele Inkomenstoeslag. Gemeente Kerkrade

Verordening Individuele Inkomenstoeslag. Gemeente Kerkrade Verordening Individuele Inkomenstoeslag Gemeente Kerkrade 2015 Vastgesteld door de raad van de gemeente Kerkrade in zijn vergadering van 17 december 2014 (raadsbesluit 14Rb089) Pagina 2/8 Verordening Individuele

Nadere informatie

Toelichting. Conceptversie toelichting Verordening individuele inkomenstoeslag 18 september 2014 Pagina 1

Toelichting. Conceptversie toelichting Verordening individuele inkomenstoeslag 18 september 2014 Pagina 1 Toelichting Algemeen Aan de bijstand ligt het uitgangspunt ten grondslag dat het normbedrag, bedoeld ter voorziening in de algemeen noodzakelijke kosten van het bestaan met inbegrip van een component reservering,

Nadere informatie

Verordening individuele inkomenstoeslag Participatiewet 2015 Gemeente Harlingen

Verordening individuele inkomenstoeslag Participatiewet 2015 Gemeente Harlingen Verordening individuele inkomenstoeslag Participatiewet 2015 Gemeente Harlingen Besluit van de gemeenteraad van de gemeente Harlingen Onderwerp: Participatiewet De raad van de gemeente Harlingen Gelezen

Nadere informatie