ALGEMEEN Naam controleur: Datum Controle: Gesproken met:: de heer/mevrouw

Transcriptie

1 ALGEMEEN Naam controleur: Datum Controle: Gesproken met:: de heer/mevrouw Dossiernummer: Tijd: Functie: Vrije veldcontrole /Controle na melding Eigendomsgegevens Naam eigenaar: Adres: Postcode : Plaats: Postgegevens Naam: Postadres: Postcode: Plaats: Contactpers.: dhr /mw Locatiegegevens: Telefoonnr.: Faxnummer: Straat: Evt. kad. nummer: OMSCHRIJVING VAN DE SLOOP : SLOOPVERGUNNING AANWEZIG JA / NEE DATUM VERLEEND: AANVANGS MELDING ONTVANGEN JA / NEE DATUM: WIE VOERT DE S LOOP UIT: Verantwoordelijk voor sloop (bedrijfsnaam) Naam Contactpersoon Telefoon GSM : Postadres Postcode en Plaats Verantwoordelijk voor Asbestverwijdering Naam Contactpersoon Telefoon GSM : Postadres Postcode en Plaats : Certificaatnummer (SC-530) Cert.nr. DTA / DAV Naam : (zie ook vraag 14) Let op: Geldigheid van een certificaat controleren aan de hand van (register) of via de Certificerende instantie Servicepunt Handhaving Brabant Noord 1

2 UITVOERINGSVEREISTEN in orde niet in orde Documenten Art. MBV Kern * actie 1 Is er een sloopvergunning verleend Is er een Logboek aanwezig met: 4.50 / Een w erkplan (wijze van aanpak Art 4.50 Arbeidsomstandigheden) Een tekening van de locatie w aarop afzetting, deco-unit e.d. zijn aangegeven Een exemplaar van de sloopvergunning (indien je niet weet of er vergunning is verleend sloop stilleggen) en (Of stilleggen) Een exemplaar van het Asbest Inventarisatierapport. 3 Avb Facultatief te controleren: - namen w erknemers (incl. DTA) - opdrachtgever - certificaat SC geldig persoonscertificaat van DTA-er en DAV-er moet op werkplek aanwezig zijn - kopie meldingsgegevens aan : Arbeidsinspectie / Certificeerder / Gemeente - eventuele bijzonderheden die plaatsvinden (bezoekers etc.) en 3 Is de aanvang van de sloopwerkzaamheden tijdig gemeld (minimaal 7 dagen door vergunninghouder en 2 dagen door sloper) Op de slooplocatie lid 3 en lid 2 Alsnog melden; inlichten 4 Is er een DTA-er aanwezig (op voorblad naam vermelden) (SC-530 bijlage B onder 2.2) 5 Wordt er veilig gesloopt (is de veiligheid van weggebruikers, gebruikers van open erven en tuinen etc voldoende gewaarborgd) bij vrijkomen asbest buiten werkgebied kernbepaling 6 Is het terrein waar asbest verw ijderd wordt, afgezet met w aarschuw ingslint en borden (SC-530 bijlage B. 1.4 onder 3e, een waarschuwingsbord Asbest gevaarlijk dient iedere 15 meter aanwezig te zijn) t/m 4.10 Art SC- 530 en CI en inlichten 7 Ontstaan door de w ijze van verwijdering risico s op verspreiding van asbest in gebouwen, bodem of lucht?? (artikel 4 Asbestverwijderings / Bouwverordening art. ) 8 Is er een DECO-unit aanwezig. (SC-530 bijlage B. 1.4 onder 7e, Arbeidsomstandigheden) 9 Eerst verw ijderen van asbest, voordat de rest van het gebouw gesloopt (voor zover redelijkerw ijs mogelijk) w ordt (het is niet toegestaan om eerst een buitensituatie te creëren om geen containment te hoeven bouwen) 10 Verw ijdering door een gecertificeerd bedrijf (aan te tonen dmv SC-530 certificaat; bij twijfel bellen naar CI) 11 Bij de verw ijdering van asbest moeten de best bestaande technieken worden gebruikt om verontreiniging van het milieu met asbest te voorkomen. bij vrijkomen asbest buiten werkgebied kernbepaling 12 Asbest dat vrijkomt bij het slopen moet onmiddellijk w orden verzameld en in afgesloten niet luchtdoorlatend verpakkingsmateriaal w orden opgeslagen. (denk niet te bekrompen bij het woord onmiddellijk) 13 Het verpakte asbest moet worden opgeslagen in een afgesloten container of afgesloten opslagplaats (vooral na einde werktijd!)) lid lid 1 lid 2 lid arbo-om. Stilleggen en Direct laten ; Servicepunt Handhaving Brabant Noord 2

3 14 Indien het asbest qua formaat of vorm niet in niet-luchtdoorlatend verpakkingsmateriaal kan w orden opgeslagen moet het in een afgesloten container worden opgeslagen 4.9 art. 7 Avb 15 Is de verpakking voorzien van etikettering 4.9 art. 7 Avb 16 Is er een transportbegeleidingsbrief aanwezig Controleer of deze juist is ingevuld (locatie van herkomst e.d.) 17 Afvoer asbesthoudend afval door aparte transporteur dan VIHB-erkend bedrijf: nr.(zie transportbegeleidingsbrief). Asbest houdend afval is Gevaarlijk afval volgens Eural (SC-530 Bijlage B par. 5) BINNENSANERING /10.44 Direct laten ; 18 Klasse 2 binnensanering Permanente onderdruk van 20 Pascal, continu gemeten en bij elke shift geregistreerd (bij hechtgebonden asbest)(sc e en 10 e ) 19 Klasse 3 binnensanering Permanente onderdruk van 20 Pascal, continu gemeten en continu registratie (niet hechtgebonden asbest)(sc e en 10 e ) 20 In de onderdrukmachine HEPA-filter en voorfilter (SC , 13 e ) Na afloop van sloop controleren of stilleggen en CI of stilleggen en CI en 21 Het verwijderde asbest dient binnen 5 dagen te worden afgevoerd Wel in checklist, niet in protocol 22 Is het asbest en met asbest verontreinigd afval afgevoerd naar een stortplaats. (Stortbon) 23 Na verw ijdering binnenluchtmeting uitgevoerd (alleen bij binnensanering) Binnen twee weken opsturen naar gemeente Relatie met art. 9 Avb (vrijgeven werkruimte) en SC530 bijlage B onder 3 Facultatief Vrs 4 Vrs 5 Art Indien niet oké melden bij Provincie en CI en 24 Bestaat er een twijfel over de Onafhankelijkheid, Onpartijdigheid en Integriteit tussen het Inventarisatiebureau en het asbestverwijderingsbedrijf Par 6 Sc-540 Uitleg vragen Rapporteren aan CI en BEVO EGDHEID TO T STILLEGGEN Stilleggen van het slopen Wijziging Woningwet in april 2007 betekent dat stilleggen dient plaats te vinden o.g.v. 125 Gemeentewet en Awb. Zonder vergunning slopen o.g.v. art Awb (spoedshalve stilleggen) Art. 125 Awb * Uiteraard dient in elke situatie nagegaan te worden in hoeverre er sprake is van recidive, opzettelijk handelen en economisch voordeel. Dit kan het oordeel of sprake is van het overtreden van een kernbepaling beïnvloeden Servicepunt Handhaving Brabant Noord 3

4 Toelichting: 2 Artikel Bouwverordening Op het sloopterrein verplicht aanwezige bescheiden Op het sloopterrein moet de sloopvergunning of een tot toepassing van bestuursdwang of oplegging van een last onder dwangsom tot het slopen aanwezig zijn en op verzoek aan het bouwtoezicht ter inzage worden gegeven. Artikel lid 2 Bouwverordening Plichten van de houder van de sloopvergunning 2 De houder van de sloopvergunning moet een afschrift van de vergunning ter hand stellen aan het deskundig bedrijf dat het slopen krachtens aanneming van werk zal uitvoeren. Artikel 3 Asbestverwijderings 1. Degene die: a. anders dan in de uitoefening van een beroep of bedrijf een bouwwerk of object geheel of gedeeltelijk afbreekt of uit elkaar neemt, of b. een bouwwerk of object geheel of gedeeltelijk doet afbreken of uit elkaar doet nemen, beschikt met betrekking tot het bouwwerk of object, dan wel het gedeelte daarvan ten aanzien waarvan de handeling wordt verricht, over een asbestinventarisatierapport indien hij weet of redelijkerwijs kan weten dat zich in het bouwwerk of object asbest of een asbesthoudend product bevindt. 2. Degene die: a. anders dan in de uitoefening van een beroep of bedrijf asbest of een asbesthoudend product uit een bouwwerk of object verwijdert, of b. asbest of een asbesthoudend product uit een bouwwerk of object doet verwijderen, beschikt met betrekking tot het bouwwerk of object over een asbestinventarisatierapport. 3. Degene die materialen of producten doet opruimen die ten gevolge van een incident zijn vrijgekomen, beschikt met betrekking tot de materialen of producten over een asbestinventarisatierapport indien hij weet of redelijkerwijs kan weten dat zich in de materialen of producten asbest of een asbesthoudend product bevindt. 3 Pagina: 4 Artikel lid 3 Bouwverordening Plichten van de houder van de sloopvergunning 3 De houder van de sloopvergunning stelt ten minste één week voorafgaande aan de aanvang van het slopen, burgemeester en wethouders schriftelijk op de hoogte van de data en tijdstippen waarop het slopen, voorzover dat betrekking heeft op asbest, zal plaatsvinden. Artikel lid 2 Plichten van degene die sloopt 2 Aan het bouwtoezicht dienen ten minste twee dagen van tevoren de aanvang van de sloopwerkzaamheden te worden gemeld en uiterlijk op de dag van de beëindiging van de sloopwerkzaamheden het einde van die werkzaamheden. Dit melden moet schriftelijk geschieden. 5 Artikel Bouwverordening Veiligheid op het bouwterrein Het bouwen en het verrichten van alles wat daarmee in verband staat, moet geschieden op veilige wijze, onder meer zodanig dat de nodige veiligheidsmaatregelen zijn genomen ten behoeve van de weg en de in de weg gelegen werken en de weggebruikers en ten behoeve van naburige bouwwerken, open erven en terreinen en hun gebruikers. Artikel 4.9 Afscheiding van het bouwterrein 1 Het terrein waarop wordt gebouwd, grond wordt ontgraven of dergelijke werkzaamheden worden verricht, moet door een doeltreffende afscheiding van de weg en van het aangrenzende open erf of terrein zijn afgescheiden indien gevaar of hinder te duchten is. 2 De in het eerste lid bedoelde afscheiding moet zodanig zijn geplaatst en ingericht, dat het verkeer zo min mogelijk hinder ervan ondervindt en de toegang tot brandkranen en andere openbare voorzieningen, zoals leidingen, er niet door wordt belemmerd. 3 Een terrein, waarop een bouw- of grondwerk wordt uitgevoerd en dat niet van de weg en van het aangrenzende open erf of terrein is afgescheiden, moet, wanneer er niet wordt gewerkt, worden bewaakt, tenzij het bouwtoezicht dit niet nodig acht. Als er onveilige situaties voor omstanders, weggebruikers e.d. zijn direct op laten heffen, desnoods werk even stilleggen 9 Artikel Bouwverordening Wijze van slopen, verpakken en opslaan van asbest 1 Voor zover redelijkerwijs uitvoerbaar moet eerst het in een bouwwerk aanwezige asbest worden verwijderd, voordat het bouwwerk wordt gesloopt. Let op: soms wordt eerst een dak verwijderd zodat een buitensituatie ontstaat. Dit mag niet; stilleggen en alsnog als binnen sanering uit laten voeren. 6 Het niet deugdelijk afzetten van het gebied waar asbest wordt verwijderd kan gevaar voor derden opleveren, zoals onverwachte bezoekers die ongehinderd het besmette gebied kunnen betreden en zo het asbest verder kunnen verspreiden. 8 Als er geen decontaminatieunit is, is er grote kans op verspreiden van asbest via de vuile kleding. 13 Art 2.9 bijlage B SC-530 voor saneringsbedrijven geldt dit artikel; direct verpakken van vrijgekomen asbestafval; Art 7 Asbestverw.Besluit geldt voor particulieren 15 Artikel regelt de verplichte begeleidingsbrief; in SC-530 paragraaf 5.1 staat exact HOE het geregeld is: 5.1. Afvalstoffenregelgeving in het kort In principe moet bij het transport van afvalstoffen een begeleidingsbrief aanwezig zijn. Voor het vervoer van asbest (zijnde een gevaarlijke afvalstof) geldt dat per partij asbest of asbesthoudend afval een begeleidingsbrief aanwezig moet zijn in het voertuig. Dus wanneer meerdere partijen in één transport zijn verenigd, moeten meerdere begeleidingsbrieven er bij aanwezig zijn. De vervoerder moet tevens in principe een certificaat aanwezig hebben om aan te tonen dat hij op de VIHB-lijst staat vermeld. Het vervoer van asbest/asbesthoudend afval vanaf de slooplocatie naar een bedrijf dat een vergunning heeft om asbest te accepteren, kan op verschillende manieren zijn geregeld. Onderstaande situaties betreffen binnenlandse transporten. Voor vervoer naar het buitenland geeft de EVOA voorwaarden. 1. De ontdoener, zijnde een particulier, vervoert zelf het asbest; 2. De ontdoener, zijnde een bedrijf, vervoert zelf het asbest; 3. De aannemer die de sloopwerkzaamheden bij een particulier heeft uitgevoerd, vervoert het asbest naar zijn eigen inrichting of naar een andere vergunde inrichting; 4. De aannemer die de sloopwerkzaamheden bij een bedrijf heeft uitgevoerd, vervoert het asbest naar zijn eigen inrichting of naar een andere vergunde inrichting; 5. De ontdoener (of de aannemer) heeft een inzamelaar ingeschakeld. De inzamelaar wordt de eigenaar van het asbest op het moment dat het in zijn voertuig komt; 6. De ontdoener (of de aannemer) heeft een transporteur (niet zijnde een inzamelaar) ingeschakeld. Ad 1. In deze situatie is sprake van een huishoudelijke afvalstof waarvoor geen begeleidingsbrief tijdens het transport is vereist. Ook is geen plaatsing op de VIHB-lijst vereist. Ad 2. In deze situatie is sprake van een gevaarlijke afvalstof waarvoor wel een begeleidingsbrief is vereist. Er is geen plaatsing op de VIHB-lijst vereist. Ad 3. De aannemer neemt afvalstoffen mee die bij zijn eigen sloopwerkzaamheden bij een particulier zijn vrijgekomen. In dat geval is wel een begeleidingsbrief vereist. Hij hoeft niet op de VIHB-lijst te staan. Ad 4. De aannemer neemt afvalstoffen mee die bij zijn eigen sloopwerkzaamheden bij een bedrijf zijn vrijgekomen. In dat geval is wel een begeleidingsbrief Servicepunt Handhaving Brabant Noord 4

5 vereist. Hij hoeft niet op de VIHB-lijst te staan. Ad 5. De inzamelaar moet een begeleidingsbrief aanwezig hebben. Tevens moet hij met een certificaat aantonen dat hij als inzamelaar op de VIHB-lijst is geplaatst. Ad 6. De transporteur, niet zijnde een inzamelaar, moet een begeleidingsbrief aanwezig hebben. Tevens moet hij met een certificaat aantonen dat hij als vervoerder op de VIHB-lijst is geplaatst 17 Asbesthoudend afval dat bedrijfsmatig wordt vervoerd moet altijd voorzien zijn van Begeleidingsformulier zie art De vervoerder moet een kopie van VIHB vertificaat kunnen tonen (art 6 BIA Besluit Inzamelen Afvalstoffen) Zie ook SC-530 Bijlage B paragraaf 5 18 Indien er geen luchtdicht containment is bestaat de kans op vrijkomen asbestvezels naar buiten -> dan stilleggen en laten. 19 Indien er geen luchtdicht containment is bestaat de kans op vrijkomen asbestvezels naar buiten -> dan stilleggen en laten. Deze sanering heeft extra veel risico omdat het asbest niet gebonden is!! 24 Paragraaf 5.2 SC-530 en paragraaf 6.2 SC-540; partijen moeten onafhankelijk van elkaar opereren. Bij twijfel vastleggen en rapporteren aan SCA; 6.2 SC-540 Onafhankelijkheid Indien de eigendomsverhoudingen tussen het asbestinventarisatiebedrijf en het asbestverwijderingsbedrijf zodanig zijn, of indien personen een bestuurlijke functie bij beide bedrijven of organisaties vervullen of andere gronden waardoor wederzijdse beïnvloeding kan bestaan, dient het asbestinventarisatiebedrijf aantoonbaar te maken dat zij niet bij de voorbereiding en uitvoering van asbestverwijderingswerk betrokken is, noch belang heeft bij het eindresultaat van haar onderzoek. 5.2 SC-530 Relaties met een moederorganisatie Een asbestverwijderingsbedrijf dat deel uitmaakt van een groter bedrijf dat ook nog andere dan asbestverwijderingswerkzaamheden uitvoert, moet duidelijk als zelfstandig bedrijfsonderdeel binnen een dergelijk bedrijf te onderscheiden zijn. Binnen eenzelfde moederorganisatie dienen alle asbestverwijderingswerken, ook indien zij door verschillende werkmaatschappijen worden uitgevoerd, onder één procescertificaat te worden geborgd. ADRESSENLIJST Naam Adres Telefoonnummer Functie/hoedanigheid Politie Regionaal Milieuteam Beverspijken 1, 5221 EE 's-hertogenbosch of Algemeen Asbestmakelaar p/a SRE Eindhoven, Postbus 435, 5600 AK Eindhoven asbest@sephbrabant.nl Arbeidsinspectie Regio Zuid Postbus 6040 AX Roermond Verzamelpunt overtredingen Toezicht/handhaving (meldkamer) arbeidsomstandigheden Postbus 850, 5600 AW Eindhoven Tweedelijns toezicht; bevoegd bij Objecten VROM-Inspectie Zuid (A. Zwerver) Certificerende instanties Bureau Veritas Postbus 2705, 3000 CS Rotterdam C. Glas DNV Certification BV C. Morsman Eerland Certification B.V. Postbus 275, 4190 CG GELDERMALSEN E. Eerland INTRON Certificatie B.V. Postbus 267, 4100 AG Culemborg P. Kosterman LRQA Postbus 701, 3000 AS Rotterdam TH.G.J. Taen Lloyd's Register Quality Assurance TÜV Nederland Certification De Waal 21c, 5684 PH BEST H. Heijlen Kiwa N.V. Certificatie en Keuringen Sir Winston Churchillaan 273, 2288 EA Rijswijk J.C. Wielenga Sgs Systems & Services certification e.e.s.v Postbus 200, 3200 AE Spijkenisse J. Weide Qualitas Certificatie Postbus 54, 7770 AB Hardenberg J.D. Putter RW-TÚV QS W. Boekema Servicepunt Handhaving Brabant Noord 5