OMGEVINGSVERGUNNING. code: doc

Transcriptie

1 OMGEVINGSVERGUNNING Aanvrager : Radboud Universiteit Nijmegen/UMC Datum besluit : 10 januari 2012 Onderwerp : Asbest sloop verpleeggebouw A Gemeente/locatie : Nijmegen/Geert Grooteplein-Zuid 10 OLO-nummer : OLO Zaaknummer : Projectnummer : MPM23484 Activiteit : Sloop code: doc

2 1. BESLUIT OMGEVINGSVERGUNNING Onderwerp Wij hebben op 5 oktober 2011 een aanvraag voor een omgevingsvergunning ontvangen van Radboud Universiteit Nijmegen/UMC. Het betreft het verwijderen van asbest uit het verpleeggebouw A. De aanvraag gaat over Geert Grooteplein 10 te Nijmegen. De aanvraag is geregistreerd onder nummer Concreet wordt verzocht om: 1. een vergunning ex artikel 2.2, lid 1, onder a (slopen). Besluit Wij besluiten, gelet op de overwegingen die zijn opgenomen in deze vergunning en gelet op artikel 2.1 en 2.2 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht: de omgevingsvergunning te verlenen voor de volgende activiteiten: - slopen (artikel 2.2 lid 1 onder a Wabo); dat de volgende stukken onderdeel uitmaken van deze vergunning: - BCM: /Asbestinventarisatierapport TYPE A/Gebouw M608, Verpleeggebouw A. aan deze vergunning voorschriften te verbinden die zijn opgenomen in hoofdstuk 2. Ondertekening Namens Gedeputeerde Staten van Gelderland, F.A.J. Segers adjunct teammanager Vergunningverlening Milieu Omgevingsvergunning d.d. 10 januari zaaknummer besluit, pagina 2

3 2. VOORSCHRIFTEN De volgende voorschriften worden verbonden aan de omgevingsvergunning: 2.1 Contactgegevens sloopbedrijf Voor de aanvang van de sloopwerkzaamheden moet u schriftelijk mededelen de naam en het adres van degene die met het slopen zal worden belast, tenzij deze gegevens reeds zijn overgelegd. 2.2 Sloopveiligheidsplan Ten minste 3 weken voor aanvang van de sloopwerkzaamheden dient u een sloopveiligheidsplan in te dienen. Het plan moet de volgende onderdelen bevatten: een situatietekening met de ligging van het perceel en de omliggende wegen, bouwwerken e.d. de situering van het te slopen bouwwerk en grenzen van het terrein waarbinnen alle sloopactiviteiten plaatsvinden. de aan- en afvoerwegen van transportmiddelen. de laad-, los- en hijszones. de plaats van bouwketen. in of op de bodem van het perceel aanwezige leidingen. plaats/opslag van hulpmaterieel en /of vrijgekomen materialen. gegevens en bescheiden over de toe te passen sloopmethodiek. indien een bouwput moet worden gemaakt voor het ondergronds slopen; de hoofdopzet van de bouwputafscheiding en uitgangspunten voor een bemalingsplan. de (tijdelijke) maatregelen omtrent de veiligheid van de weg en de weggebruikers. Er mag pas met de sloopwerkzaamheden worden gestart nadat de goedkeuring is afgegeven. 2.3 Asbestinventarisatierapport type B Het bij deze sloopvergunning behorende asbestinventarisatierapport betreft een type-aonderzoek (conform SC-540). Minimaal 3 weken vóór start van de sloopwerkzaamheden dient u een asbestinventarisatierapport type-b (conform SC-540) ter goedkeuring voor te leggen. 2.4 Algemene opmerkingen Afschrift omgevingsvergunning: U moet een afschrift van deze omgevingsvergunning geven aan het deskundig bedrijf dat het slopen krachtens aanneming van werk zal uitvoeren Opmerkingen ten behoeve van het slopen van asbest a. U moet het slopen, voor zover dat betrekking heeft op asbest, opdragen aan een SC-530 gecertificeerd bedrijf. b. U moet een exemplaar van het asbestinventarisatierapport en andere informatie die bij de sloopaanvraag is verstrekt over de aanwezigheid van asbest, geven aan het deskundig bedrijf dat het slopen krachtens aanneming van werk zal uitvoeren. c. U moet de aanvang van het slopen van asbest indien het slopen krachtens aanneming van werk zal worden uitgevoerd, voordat met de werkzaamheden wordt begonnen, schriftelijk melden aan het districtshoofd van de Arbeidsinspectie, adres: Arbeidsinspectie Regio Oost, Janspoort 2, 6811 GE te Arnhem (of Postbus 9018, 6800 DX te Arnhem), telefoonnummer: (026) en fax: (026) U moet daarbij ook melden welk bedrijf de werkzaamheden (krachtens aanneming van werk) uitvoert en het tijdstip waarop met de werkzaamheden wordt begonnen. d. Asbest dat vrijkomt bij het slopen moet onmiddellijk worden verzameld en in afgesloten niet-luchtdoorlatend verpakkingsmateriaal worden opgeslagen. Omgevingsvergunning d.d. 10 januari zaaknummer besluit, pagina 3

4 e. Het niet-luchtdoorlatend verpakkingsmateriaal waarin bij sloop vrijkomend asbest is opgeslagen, moet worden opgeslagen in een afgesloten container of afgesloten opslagplaats. f. Indien de asbest door vorm of formaat niet in niet-luchtdoorlatend verpakkingsmateriaal kan worden opgeslagen, moet het asbest in een afgesloten container worden opgeslagen. g. Niet-luchtdoorlatend verpakkingsmateriaal of containers, waarin asbest is opgeslagen moeten: - op duidelijke wijze worden voorzien van de aanduidingen die zijn voorgeschreven op grond van het Etiketteringsbesluit asbestbevattende artikelen (Warenwet) en; - zodanig worden gereed gemaakt voor de afvoer van het sloopterrein, dat verontreiniging van het milieu met asbest wordt voorkomen. - Binnen twee dagen nadat de asbestsanering is vrijgegeven door een daartoe gecertificeerd laboratorium, dient het asbest te zijn afgevoerd van de slooplocatie naar een daartoe bevoegde verwerkingsinrichting. - Het is verboden om sloopwerkzaamheden uit te voeren indien op het sloopterrein nog asbest verpakt of onverpakt aanwezig is. 3. OVERWEGINGEN EN TOETSINGEN Procedurele aspecten 3.1 Gegevens aanvrager Op 5 oktober 2011 hebben wij een aanvraag om een omgevingsvergunning als bedoeld in de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) ontvangen. Het betreft een verzoek van: Radboud Universiteit Nijmegen. 3.2 Projectbeschrijving Het project waarvoor vergunning wordt gevraagd is als volgt te omschrijven: Het betreft het verwijderen van asbest uit het verpleeggebouw A. Een uitgebreide projectomschrijving is opgenomen in de aanvraag om vergunning. Gelet op vorenstaande omschrijving wordt vergunning gevraagd voor de in de Wabo omschreven activiteit slopen. 3.3 Bevoegd gezag Gelet op vorenstaande projectbeschrijving, alsmede op het bepaalde in hoofdstuk 3 van het Besluit omgevingsrecht (Bor) en de daarbij horende bijlage zijn wij het bevoegd gezag om de integrale omgevingsvergunning te verlenen of (gedeeltelijk) te weigeren. Daarbij zijn wij er procedureel en inhoudelijk voor verantwoordelijk dat in ons besluit alle aspecten aan de orde komen met betrekking tot de fysieke leefomgeving, zoals ruimte, milieu, natuur en aspecten met betrekking tot bouwen, monumenten en brandveiligheid. Verder dienen wij ervoor zorg te dragen dat de aan de omgevingsvergunning verbonden voorschriften op elkaar zijn afgestemd. 3.4 Volledigheid van de aanvraag en opschorting procedure Na ontvangst van de aanvraag hebben wij deze getoetst op volledigheid. Wij zijn van oordeel dat de aanvraag voldoende informatie bevat voor een goede beoordeling van de gevolgen van de activiteit op de fysieke leefomgeving. De aanvraag is dan ook in behandeling genomen. 3.5 Procedure (regulier) Deze beschikking is voorbereid met de reguliere voorbereidingsprocedure als beschreven in paragraaf 3.2 van de Wabo. Gelet hierop hebben wij op 13 oktober 2011 conform artikel 3.8 Wabo van de aanvraag kennis gegeven op Omgevingsvergunning d.d. 10 januari zaaknummer besluit, pagina 4

5 Wij hebben gebruikgemaakt van de mogelijkheid om de beslistermijn van 8 weken te verlengen met 6 weken als bedoeld in artikel 3.9, lid 2 Wabo, tot 11 januari Van deze verlenging is kennis gegeven op Adviezen, aanwijzing minister, verklaring van geen bedenkingen In de Wabo en het Bor worden bestuursorganen vanwege hun specifieke deskundigheid of betrokkenheid aangewezen als adviseur. Gelet op het bepaalde in artikel 2.26 Wabo, alsmede de artikelen 6.1 tot en met 6.5 van het Bor, hebben wij de aanvraag ter advies aan Burgemeester en Wethouders (B&W) van de gemeente Nijmegen gezonden. Naar aanleiding hiervan hebben wij de volgende advies ontvangen &W van de gemeente Nijmegen adviseren, gelet o.a. op artikel 2.2 en paragraaf 2.3 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, de aanvraag om een omgevingsvergunning te verlenen. Het verlenen van de omgevingsvergunning heeft betrekking op de activiteit: "Slopen (vergunningsplichtig op grond van de Bouwverordening)". Gelet op de Beleidsregel omgevingsvergunning Gelderland 2010 nemen wij het advies van de gemeente Nijmegen over. Overwegingen Slopen 3.7 Wettelijke grondslag Een aanvraag om een omgevingsvergunning voor zover die geheel of gedeeltelijk toeziet op het slopen van een bouwwerk ingevolge een bepaling in een gemeentelijke verordening moet worden geweigerd indien er niet wordt voldaan aan de toetsingscriteria genoemd in artikel van de Bouwverordening. Op grond van artikel van de Bouwverordening moet de omgevingsvergunning voor de activiteit "slopen van een bouwwerk voor zover dat ingevolge een gemeentelijke verordening is vereist" worden geweigerd indien: a. de veiligheid tijdens het slopen onvoldoende is gewaarborgd en ook door het stellen van voorschriften niet op een voldoende peil kan worden gewaarborgd; b. de bescherming van nabijgelegen bouwwerken in verband met het slopen onvoldoende is gewaarborgd en ook door het stellen van voorschriften niet op een voldoende peil kan worden gewaarborgd; c. een vergunning met betrekking tot de archeologische monumenten ingevolge de Monumentenwet 1988 of een provinciale of een gemeentelijke monumentenverordening is vereist en deze niet is verleend; d. een vergunning ingevolge een leefmilieuverordening op grond van de Wet op de stads- en dorpsvernieuwing, die krachtens overgangsrecht van de Invoeringswet Wet ruimtelijke ordening de werking heeft behouden, is vereist en deze niet is verleend; e. een vergunning als bedoeld in artikel 30 van de Huisvestingswet is vereist en deze niet is verleend. 3.8 Overwegingen Met betrekking tot de aanvraag om een omgevingsvergunning voor het slopen van een bouwwerk ingevolge een bepaling in een gemeentelijke verordening is er geen sprake van een van de hiervoor genoemde weigeringsgronden. Omgevingsvergunning d.d. 10 januari zaaknummer besluit, pagina 5

6 Conclusie met betrekking tot de aanvraag om een omgevingsvergunning voor zover deze geheel of gedeeltelijk ziet op het slopen van een bouwwerk ingevolge een bepaling in een gemeentelijke verordening (art. 2.2 lid 1 sub a Wabo): Gelet op wat hiervoor hebben gezegd, is er geen reden om de omgevingsvergunning ten aanzien van deze activiteit te weigeren. Belanghebbenden kunnen binnen zes weken na dagtekening van dit besluit hiertegen een bezwaarschrift indienen. Het bezwaarschrift dient te worden gezonden aan Gedeputeerde Staten, secretariaat Commissie van Advies voor Bezwaarschriften en Klachten, Postbus 9090, 6800 GX Arnhem. Op envelop en brief duidelijk "bezwaarschrift" vermelden. Degene die een bezwaarschrift heeft ingediend, kan bij de voorzieningenrechter van de rechtbank Arnhem (Postbus 9030, 6800 EM Arnhem) een verzoek indienen om een voorlopige voorziening te treffen. Voor individuele burgers (niet voor advocaten en ook niet voor gemachtigden namens een bedrijf of een organisatie) bestaat de mogelijkheid dat verzoek digitaal in te dienen. Meer informatie kunt u vinden op Voor het behandelen van een verzoek om een voorlopige voorziening wordt griffierecht geheven. Over de hoogte en de wijze van betaling van het griffierecht kunt u informatie verkrijgen bij de rechtbank Arnhem, telefoonnummer (026) of op Informatie over de bezwarenprocedure en de mogelijkheid van mediation is te vinden op de website van de provincie Gelderland ( U kunt die informatie, vervat in de brochure "Niet eens met een besluit van de provincie Gelderland? Bezwaarschrift of mediation", ook opvragen bij het Provincieloket via telefoonnummer (026) Omgevingsvergunning d.d. 10 januari zaaknummer besluit, pagina 6

7 kopie: - gemeente Nijmegen, Postbus 9105, 6500 HG Nijmegen - HH/M1 P. Kossink - HH/M1 H. Ahoud Omgevingsvergunning d.d. 10 januari zaaknummer besluit, pagina 7