DEEL 3: EMISSIEBEPERKENDE MAATREGELEN

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "DEEL 3: EMISSIEBEPERKENDE MAATREGELEN"

Transcriptie

1 'Evaluatie van het reductiepotentieel voor VOS emissies naar het compartiment lucht en de problematiek van de implementatie van de Europese richtlijn 99/13/EG in de grafische sector in Vlaanderen' DEEL 3: EMISSIEBEPERKENDE MAATREGELEN Onderzoek verricht in samenwerking met VITO in opdracht van het Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap Afdeling Algemeen Milieu- en Natuurbeleid Oktober 2002 Sitmæ Consultancy BV Paul W.Verspoor MBA Pag. 1

2 INHOUDSOPGAVE 0 SAMENVATTING & SUMMARY Samenvatting Summary INLEIDING Algemeen ILLUSTRATIEDIEPDRUK Algemeen Overzicht Emissiebeperkende maatregelen Aanvullende informatie Maatregelen volgens IIASA FLEXO & HELIO Categorie-indeling: Overzicht Emissiebeperkende maatregelen Aanvullende informatie Maatregelen volgens IIASA ZEEFDRUK Algemeen Overzicht Emissiebeperkende maatregelen: drukken Emissiebeperkende maatregelen: reinigen Aanvullende Informatie Maatregelen volgens IIASA OFFSET Algemeen Overzicht Emissiebeperkende maatregelen: Reinigen Emissiebeperkende maatregelen: Vochtwatertoevoegingen Emissiebeperkende maatregelen: Heatset droging Aanvullende informatie Maatregelen volgens IIASA GRENSWAARDEN Algemeen Aanbevolen grenswaarden Vellenzeefdruk Vellenoffset Pag. 2

3 0 SAMENVATTING & SUMMARY 0.1 Samenvatting Dit rapport maakt deel uit van een serie van drie betreffende de 'Evaluatie van het reductiepotentieel voor VOS emissies naar het compartiment lucht en de problematiek van de implementatie van de Europese richtlijn 99/13/EG in de grafische sector in Vlaanderen'. Het onderzoek werd uitgevoerd door VITO (Vlaams Instituut voor technische Ontwikkeling) in samenwerking met Sitmae Consultancy BV. Dit deelrapport betreft de emissiebeperkende maatregelen die zouden kunnen worden toegepast in de sector. Voor elk deel van de sector zijn potentiële reductiemaatregelen geïdentificeerd. De sector delen die werden bestudeerd zijn: Illustratiediepdruk, Flexo en Helio, Zeefdruk en Vellen- en Rotatieoffset. De belangrijkste schriftelijke bronnen van informatie waren de BBT documenten voor de bedrijfstak die zijn gepubliceerd door Intergraf/EGF (1999) en VITO (1998), een Nederlandse studie naar de mogelijkheden om aan de nationale Emissieplafonds te voldoen (TME/Maetis, 1999) en het IIASA rapport over de vermindering van VOS emissies in Europa. Daarnaast zijn de resultaten van de uitvoerige VITO enquête onder de Vlaamse grafische bedrijven gebruikt alsmede informele contacten met vertegenwoordigers van de sector, leveranciers en milieuspecialisten die werken bij buitenlandse brancheorganisaties. Uit praktische tests van het nieuw ontwikkelde systeem om diffuse emissies te meten bleek ook hoe deze emissies kunnen worden beperkt. In totaal zijn meer dan 50 verschillende reductiemaatregelen benoemd, beschreven en geëvalueerd. Bovendien wordt in detail achtergrondinformatie verstrekt daar waar dat nodig is om de reductiemaatregelen te kunnen begrijpen of in perspectief te plaatsen. Dit betreft onderwerpen als waterige inkten in de illustratiediepdruk, droogprocessen in flexo en helio, methoden om diffuse emissies te verminderen, naverbranding en de terugwinning van energie, het voorkomen van waterverontreiniging in de zeefdruk en het gebruik van verschillende reinigingsmiddelen in de offset. Alle door IIASA genoemde emissiebeperkende maatregelen voor de sector zijn apart van commentaar voorzien zodat vergelijking tussen de in dit rapport aanbevolen maatregelen en die van IIASA mogelijk wordt. Sommige van de beschreven emissiebeperkende maatregelen zijn buitensporig duur, andere zijn niet uitdagend genoeg. In de meeste gevallen zijn er een aantal verschillende mogelijkheden om dezelfde emissie te beperken. Het wordt aan de drukkerij overgelaten om de best passende combinatie van emissiebeperkende maatregelen te kiezen. Het laatste hoofdstuk bevat aanbevelingen voor emissiegrenswaarden. De meeste zijn gelijk aan die in de Solvent richtlijn. In twee gevallen worden emissiegrenswaarden aanbevolen die lager zijn dan die in de richtlijn. Voor de twee Vlaamse illustratiediepdrukkerijen wordt een totale emissiegrenswaarde aanbevolen van 6,5% van de referentie-emissie. Hiermee worden de emissies zo n 60% lager dan die welke het gevolg zouden zijn van de richtlijn. Pag. 3

4 Voor de grote helio bedrijven die hoofdzakelijk naverbranding gebruiken om de emissie te beperken wordt een totale emissiegrenswaarde aanbevolen van 10% van de referentie-emissie. Hiermee worden de emissies zo n 50% lager dan die welke het gevolg zouden zijn van de richtlijn. Voor vellenzeefdruk en vellenoffset is weliswaar bekend dat er emissie reducties mogelijk zijn, maar was het niet mogelijk om een passende emissiegrenswaarde vast te stellen. Voor deze delen van de sector wordt een andere benadering dan die van de emissiegrenswaarden aanbevolen. 0.2 Summary This report is one of three on a research project commissioned by the Flemish environmental authorities to VITO, the Flemish Institute for Technological Research and Sitmae Consultancy bv. The goal of the project was to determine the potential for the reduction of VOC emissions from the printing and flexible packaging industry and to identify and where possible solve problems with the implementation of the European Solvents Emissions Directive in Flanders. This report deals with the possibilities to reduce emissions in the sector. For each part of the sector potential reduction measures have been identified. The parts of the sector that were studied are Publication Gravure, Flexography and Packaging Gravure, Screen printing and Sheetfed and Webfed Offset. The most important sources of written information were the BAT documents for the industry published by Intergraf/EGF (1999) and VITO (1998), a Dutch study into the possibilities of compliance with the national Emission Ceilings directive (TME/Maetis 1999) and the IIASA report on controlling VOC emissions in Europe (IIASA 2000). Also the results from a large scale survey amongst Flemish printing companies and informal contacts with representatives from the sector, suppliers and environmental sector specialists from other countries were used. Practical tests of a newly developed method to quantify fugitive emissions provided also insight in methods to control these emissions. In total well over 50 different potential reduction measures have been identified, described and evaluated. In addition, detailed background information is provided to ensure a better understanding of the reduction measures that are described. This concerns subjects like water based inks in publication gravure, drying processes in flexography, methods to reduce fugitive emissions, incineration and energy recovery, the prevention of water pollution in screen printing and the use of cleaning agents in offset. Each of the reduction measures for the sector described by IIASA was commented on separately in order to enable comparison between the recommendations in this report and those by IIASA. Some of the reduction measures are excessively expensive, others are not challenging enough. In most cases however there are several different possibilities to reduce the same emission. In most cases it is left to the printing plant to choose the combination of reduction measures best fit for the plant in question. Pag. 4

5 In the final chapter emission limit values for the different processes are recommended. In most cases these are in conformity with those from the Solvent Emissions Directive (SED). In two cases limit values are recommended that are lower than those in the SED. For the two Flemish publication gravure plants a limit value for the total emissions is recommended of 6,5% of the reference emission. This results in emissions of some 60% lower than those envisaged by the directive. For large packaging gravure plants using mainly incineration for the reduction of emissions, and using over 150 ton of solvent per year, a limit value for the total emissions is recommended of 10% of the reference emission. This results in emissions of some 50% lower than those envisaged by the directive. For sheetfed screen printing and sheetfed offset, it is known that emission reductions are possible, but it was not possible to derive appropriate limit values. An other approach than the application of emission limit values is recommended in these cases. Pag. 5

6 1 INLEIDING 1.1 Algemeen Dit rapport bevat een overzicht van de maatregelen ter beperking van VOS emissies die mogelijk in aanmerking komen om te worden ingevoerd in de Grafische Sector. Bovenal is hier de technische haalbaarheid bezien. De economische haalbaarheid wordt getoetst door de in aanmerking komende maatregelen te plaatsen in een kostencurve en de economische draagkracht van de sector in aanmerking te nemen. Dit betreft de maatregelen die in de bedrijfstak nog geen gemeengoed zijn. Over dit deel van het onderzoek wordt door VITO gerapporteerd. Hoewel de nadruk hier ligt op de technische uitvoerbaarheid van de maatregelen wordt bij een groot deel van de besproken maatregelen ook enige informatie over de ermee gemoeide kosten en de te behalen emissiereductie verstrekt. Deze informatie heeft weliswaar gediend als startinformatie voor het samenstellen van de kostencurves, maar is daarbij aangevuld met informatie over kosten en het reducerend effect uit andere bronnen, waaronder die uit de bedrijven-enquete. Voor de maatregelen die in de kostencurves zijn opgenomen prevaleert derhalve de kosteninformatie en de informatie over de emissiereductie in dat deel van de rapportage Onderscheid naar grafische processen De sector is voor het doel van deze rapportage onderverdeeld naar: Illustratiediepdruk Flexo en helio Zeefdruk Offset Binnen de subsectoren Zeefdruk en Offset is daarnaast een onderverdeling gemaakt naar emissiebronnen die los van elkaar staan. Bij de offset betreft dit het gebruik van VOS in vochtwatertoevoegingen, het reinigen en de schouwemissies in de Heatset. Bij de zeefdruk betreft dit het drukken zelf en het reinigen. Zowel de kosten als de technische uitvoerbaarheid van veel maatregelen variëren met de grootte, het machinepark, het productiepakket of andere parameters van de bedrijven. Daar waar dit van toepassing is, is dit steeds aangegeven. De betreffende subsector is daartoe steeds naar bedrijfsgrootte onderverdeeld in een paar categorieën. Waar dat mogelijk was is de onderverdeling naar oplosmiddelgebruik genomen zoals die ook in de oplosmiddelrichtlijn wordt gehanteerd. In het geval van de zeefdruk en een deel van de offset maatregelen is een onderverdeling naar personeelsaantallen gehanteerd. Pag. 6

7 1.1.2 Onder- en bovengrens Als ondergrens is de oplosmiddelrichtlijn genomen en de maatregelen die bedrijven moeten nemen om aan die richtlijn te voldoen. Een mindere emissiereductie is immers binnen de Europese Unie niet toegestaan. Reductiemaatregelen die een effect hebben dat minder is dan wat door de solvent-richtlijn wordt vereist, zijn dan ook niet genoemd en uitgewerkt. Als bovengrens wordt genomen de maatregelen die om technische of andere redenen niet uitvoerbaar zijn, of die om financiële redenen er toe zouden leiden dat een deel van het productiepakket niet meer gemaakt kan worden of dat het bedrijf zou moeten sluiten. Het is immers altijd goedkoper om de productie te staken vóórdat een dure maatregel wordt getroffen, dan daarna. Deze maatregelen worden verder niet onderzocht of beschreven Mate van detail Gestreefd is naar volledigheid. Dit betekent dat ook maatregelen worden genoemd die nu al gemeengoed zijn in de Vlaamse Grafische Sector, die gezien hun reductie-effect niet ambitieus genoeg zijn, alsook maatregelen die de toets van de economische haalbaarheid niet zullen overleven. Dit betekent echter dat niet alle maatregelen in evenveel detail zijn uitgewerkt. De maatregelen die nog geen gemeengoed zijn in de sector en die, gezien hun plaats op de kostencurve, in aanmerking kunnen komen om daadwerkelijk in de sector te worden ingevoerd zijn in het meeste detail uitgewerkt. Daarnaast is over ingewikkelde aspecten van emissies en mogelijke maatregelen separaat aanvullende informatie verstrekt Informatiebronnen De belangrijkste schriftelijke bronnen van informatie waren: BAT document (Printing and the environment; Guidance on Best Available Techniques in Printing Industries, Intergraf/EGF, 1999) BBT studie (Beste beschikbare Technieken voor de Grafische Sector, Vlaams BBT- Kenniscentrum) TME/Maetis studie (Reductiepotentieel Grafische Industrie en Verpakkingsdrukkerijen', TME/Maetis 1999) IIASA (Estimating Costs for Controlling Emissions of Volatile Organic Compounds from Stationary Sources in Europe, IIASA 2000) Daarnaast is gebruik gemaakt van de resultaten van de bedrijvenenquete, besprekingen in de begeleidingscommissie, informele contacten met bedrijfstakvertegenwoordigers uit andere Europese landen, leveranciers en milieudeskundigen werkzaam binnen grote Europese grafische ondernemingen en parallel lopende onderzoeksprojecten in grafische bedrijven. Ook op Internet is gezocht, maar dat leverde geen aanvullende informatie op. Voor de flexo en helio is een belangrijke bijdrage gekomen vanuit het onderzoek naar het meten van diffuse emissies. Door de aard van de ontwikkelde aanpak (het meten van de diffuse emissies zelve) werd nieuw inzicht verworven en kunnen emissiereducerende maatregelen worden voorgesteld die nog niet eerder werden geformuleerd. Ook het door Pag. 7

8 Sitmæ in het voorjaar 2001 in Nederland verrichte onderzoek naar de vermindering van de blootstelling aan oplosmiddeldampen tijdens reinigingswerk in helio en flexo heeft aan dit inzicht bijgedragen. Het bovengenoemde IIASA rapport vervult een grote rol in het RAINS model, waarop de Nationale emissieplafonds zijn gebaseerd. De maatregelen die in dat rapport zijn genoemd zijn, voor zover bruikbaar, overgenomen en besproken. In enkele gevallen zitten de IIASA voorstellen zo ver van realiteit dat ze terzijde zijn gelegd. Ook is van de IIASA maatregelen niet altijd duidelijk wat men bedoelt. Voor elk drukproces is een aparte paragraaf gewijd aan de IIASA maatregelen. Van elke IIASA maatregel wordt besproken of en zo ja waar deze in dit rapport terug te vinden is en, als dat niet het geval is, waarom niet. Pag. 8

9 2 ILLUSTRATIEDIEPDRUK 2.1 Algemeen De Illustratiediepdruk is het drukproces waarin tijdschriften, brochures en catalogi in grote oplagen worden geproduceerd. Er worden dun vloeibare inkten gebruikt met tolueen als oplosmiddel. Bij de droging verdampt de tolueen. Deze wordt afgevangen in terugwininstallaties en opnieuw gebruikt. Voor een meer uitvoerige beschrijving van het proces zie het VITO deelrapport. Er zijn in Vlaanderen twee illustratiediepdrukkerijen. Beide zijn zo groot dat zij niet alleen onder de VOS richtlijn, maar ook onder de IPPC richtlijn vallen. Deze bedrijven winnen sinds jaar en dag de gebruikte tolueen terug en deze wordt deels in eigen bedrijf en deels bij de inktfabrikant hergebruikt. De bestaande terugwininstallaties kunnen voldoen aan strenge emissiegrenswaarden voor afgassen. De laatste jaren ligt echter meer de nadruk vooral op het verminderen van diffuse emissies. Beide bedrijven voldoen in de praktijk bijna aan de strengste regels die er in Europa bestaan: de kort geleden in Duitsland vastgestelde voorschriften voor nieuwe bedrijven ( Neuanlagen ). Zoals uit volgende paragrafen zal blijken, kan hieraan eigenlijk op één punt nog iets verbeterd worden. Terugwinnen van tolueen kost energie, en de Vlaamse bedrijven zijn met hun emissiereducties op een punt aangeland waar het marginale energiegebruik, en daarmee ook de marginale kosten, van de tolueenterugwinning buitensporig genoemd kunnen worden. Het is zowel vanuit milieu- als kostenoogpunt beter om iets minder nadruk op lage schouwemissies te leggen. 2.2 Overzicht Alle in dit hoofdstuk beschreven maatregelen zijn opgenomen in onderstaande tabel. Hierin is ook aangegeven welk ervan voor uitvoering worden aanbevolen: No Maatregel in het kort 1 Terugwinnen tolueen, beperking diffuus, grenswaarden VOS richtlijn 2 Toepassen reductieschema, grenswaarden VOS richtlijn 3 Toepassen reductieschema: grenswaarde volgens BAT document 4 Toepassen reductieschema: grenswaarden Duitse wetgeving n.a.v. richtlijn Aanbevolen? Neen: Afgassen grenswaarde veroorzaakt buitensporig energiegebruik. Diffuse emissies grenswaarde niet uitdagend genoeg Neen: Niet uitdagend genoeg Neen: Niet uitdagend genoeg Neen: Niet uitdagend genoeg Pag. 9

10 5 Toepassing retentie inkten Ja: Als onderdeel van de aanbevolen maatregel No.7 6 Verhogen temperatuur persruimte Neen: Maatregel 5 heeft hetzelfde effect, maar dan eenvoudiger en met minder energiegebruik 7 Toepassen reductieschema, totale emissie maximaal 6,5% 8 Verlaging gemiddelde uitlaatconcentratie TWI Ja: Vlaamse bedrijven kunnen voldoen. Deze grenswaarde laat juist genoeg ruimte om excessief energiegebruik bij de terugwinning te voorkomen. Neen: Contraproductief vanwege grote toename energiegebruik. Ook buitensporig duur 9 Closed air loop ventilation Neen: Buitensporig duur voor gering en bovendien twijfelachtig milieuvoordeel 2.3 Emissiebeperkende maatregelen Terugwinnen tolueen & beperking diffuse emissies, grenswaarden VOS richtlijn Nummer Illustratiediepdruk 1 Bron Grenswaarden & effect Maatregel Technisch VOS richtlijn Schouw: 24h: 75 mgc/nm³, 1h: 112,5 mgc/nm³ (150%), diffuse emissies: 15% resp 10% van input (bestaand resp nieuw). Reduceert emissie ruim 15% van de input (bestaand) resp. Ruim 10% (nieuw) Tolueen terugwininstallatie (TWI) met aanzienlijke capaciteit en met moderne regelingen. Geen bijzondere maatregelen ter voorkoming diffuse emissies. Terugwinning algemeen: Terugwinning in de illustratiediepdruk vindt plaats door adsorptie aan actief kool, desorptie met stoom en scheiden van oplosmiddel en water door decanteren. In de praktijk is de 1h grenswaarde bepalend voor de duur van de adsorptie. Dit leidt tot een inefficiënt gebruik van de TWI (Terugwininstallatie) omdat de adsorptie cyclus moet worden afgebroken ruim voordat het 24h gemiddelde wordt bereikt. Het 24h gemiddelde van de oplosmiddelconcentratie in de uitlaatgassen van de TWI kan in de orde van 10 mgc/nm³ liggen terwijl slechts drie of vier maal per dag de 1h emissiegrenswaarde wordt bereikt. Bewaking van de 1h grenswaarde vraagt vaak om concentratiesturing i.p.v. de eenvoudiger en goedkoper tijd- of volumesturing. Oudere TWI s zijn daartoe vaak niet uitgerust. Gevolg van de 1h grenswaarde kan zijn dat de capaciteit van bestaande TWI s onvoldoende zal blijken, zeker als deze op andere grenswaarden zijn ontworpen. Pag. 10

11 Financieel Terugwinning in Vlaanderen: Vlaamse bedrijven kunnen aan de grenswaarde voor afgassen voldoen. Het verwijderingsrendement is bij de grenswaarden van de VOS richtlijn ca 99%. Ook hier is de 1h grenswaarde is bepalend. Praktijkproeven bij een Vlaamse illustratiediepdrukkerij illustreren de inefficiency die het gevolg is van deze 1h grenswaarde: het marginale energiegebruik in de buurt van de grenswaarde bedraagt kg stoom (tegen 3 à 4 kg gemiddeld) en derhalve ruim 600 m³ aardgas per kg uit de afgassen te verwijderen tolueen. Dit komt overeen met kg CO 2 en kost ca 110,-. Dit alles pleit voor het verlengen van het adsorbtie-deel van de terugwincyclus, tot een punt waar een beter evenwicht bestaat tussen de verschillende milieufactoren. Hiertoe moet vermeden worden dat aan de 1h grenswaarde moet worden voldaan. Diffuse emissies algemeen: diffuse emissies van 15% van de input zijn zeker haalbaar met een TWI met een toevoer alleen vanaf de drogers tijdens drukken en niet van de ruimteventilatie of bij stilstand van de drogers (lage tolueen concentratie). (in BAT document wordt dit type 2 genoemd) Diffuse emissie van 10% van de input zijn zeker haalbaar met toevoer naar TWI vanaf zowel de drogers als van de ruimteventilatie, en in werking zowel tijdens drukken, als bij stilstand. (in BAT document wordt dit type 1 genoemd) Diffuse emissie in Vlaanderen: alle Vlaamse TWI s zijn van type 1 en kunnen ruimschoots aan de diffuse emissiegrenswaarden, ook die voor nieuwe bedrijven, voldoen N.v.t Toepassen reductieschema, grenswaarde VOS richtlijn Nummer Illustratiediepdruk 2 Bron Grenswaarden & effect Maatregel Technisch VOS richtlijn, IIASA Grenswaarde: Totale emissie: 20 resp.15% van referentie-emissie (bestaand resp nieuw) Effect: Reduceert emissie tot ca 20% resp 15% van de input (bestaand resp. Nieuw) Gebruik van een TWI zonder overmatige capaciteit, aanvullende maatregelen ter voorkoming van diffuse emissies. Bij toepassing reductieschema worden de aparte emissiegrenswaarden voor de schouw en de diffuse emissies vervangen door één grenswaarde op de totale emissies. Dit maakt het mogelijk om extra doorslag van een minder efficiënte TWI te compenseren door lagere diffuse emissies. Vlaamse bedrijven kunnen ruimschoots voldoen aan deze grenswaarden, ook die voor nieuwe bedrijven. Pag. 11

12 Financieel N.v.t Toepassen reductieschema: grenswaarde volgens BAT document Nummer Illustratiediepdruk 3 Bron Grenswaarde & Effect Maatregel Technisch Financieel BAT document Grenswaarde: Totale emissie: 5 à 10% van de referentie emissie Effect: Reduceert emissie tot ca 5 à 10% van de input Tolueen terugwininstallatie (TWI) met een passende combinatie van maatregelen ter voorkoming diffuse emissies. Alle Vlaamse TWI zijn van type 1. (TWI met toevoer naar TWI vanaf zowel de drogers als van de ruimteventilatie, en in werking zowel tijdens drukken, als bij stilstand). Bij een 'type 1' installatie wordt het totaal verlies niet vanzelf tot 5 à 10% beperkt. Bewust streven naar lage diffuse emissies is noodzaak. Er zijn veel verschillende technische mogelijkheden om in illustratiediepdrukkerijen diffuse emissie te beperken. De belangrijkste zijn het afvoeren van lucht uit de omkasting van de pers naar de TWI en het gebruik van retentieinkten. Om aan de grenswaarde te voldoen is een efficiënte TWI nodig. Deze hoeft weliswaar niet aan de 1h grenswaarde uit de VOS richtlijn te voldoen, maar de doorslag zal toch niet veel meer dan 1% van de input mogen zijn, anders blijft er onvoldoende ruimte voor de onvermijdelijke diffuse emissies Vlaamse bedrijven kunnen voldoen aan deze grenswaarden Alhoewel niet van toepassing in Vlaanderen zij hier opgemerkt dat het ombouwen van een type2 pers naar een type 1 pers is prohibitief duur. Het vergt een bijna volledige vervanging van de TWI en alle leidingwerk. De extra investering t.o.v. een type 2 pers bedraagt ca 0,5 miljoen per pers, de extra operationele kosten ca per jaar per pers Toepassen reductieschema: grenswaarden Duitse wetgeving Nummer Illustratiediepdruk 4 Bron Grenswaarde & effect Maatregel Duitse regelgeving n.a.v. VOS richtlijn, BAT document Totale emissie: ca 10% resp 5% van referentie-emissie (bestaand resp nieuw) Reduceert emissie tot ca 10% van de input (Vlaanderen: alleen bestaande bedrijven) Tolueen terugwininstallatie (TWI). Passende combinatie van maatregelen ter voorkoming diffuse emissies. Pag. 12

13 Technisch Financieel Als de diffuse emissies verregaand worden beperkt is het mogelijk om aan deze waarden te voldoen, ook al voldoet de TWI niet aan de 1h grenswaarde. De doorslag van de TWI mag echter niet veel groter zijn dan 1% van de input. Vlaamse bedrijven kunnen voldoen aan deze grenswaarden. Zie ook N.v.t Toepassing retentie inkten Nummer Illustratiediepdruk 5 Bron Grenswaarde & Effect Maatregel Technisch TME/Maetis rapport Grenswaarde: N.v.t. Effect: Reductie diffuse emissies met ca 1 % van de input Toepassing van speciale inkten die het restoplosmiddel in het drukwerk (tolueenretentie) verminderen. Resttolueen: Zonder maatregelen blijft in de orde van 3% van de tolueen achter in het drukwerk nadat dit de drogers gepasseerd is. Deze rest-tolueen verdampt tijdens verdere verwerking van het gedrukte product (±2/3) en tijdens transport, opslag en bij de lezer thuis (±1/3). Een retentie in de orde van 3% treedt op, als er gedroogd wordt met slechts het doel om de inkt droog genoeg te laten worden om de volgende kleur te kunnen drukken en om het gedrukte product te kunnen snijden, vouwen en stapelen. De eerste maatregel die genomen wordt om de retentie te beperken bestaat uit meer droging; meer of beter gerichte drooglucht, veelal van een hogere temperatuur. Hiermee is ongeveer halvering van de retentie te bereiken. Om de retentie nog verder terug te brengen worden retentie-inkten toegepast. Retentie-inkten bespoedigen de verdamping van de rest-tolueen waardoor deze verdamping grotendeels, tijdens het vouwen en snijden, nog in de pershal of binnen de omkasting van de pers, plaatsvindt. Als de ruimteventilatie naar de TWI wordt gevoerd vermindert dit derhalve de emissie. Toepassing heeft derhalve alleen zin bij type 1 installaties. Retentie-inkten: Retentieinkten bevatten machine-klaar ca 5% meer tolueen dan gewone inkten. In een bedrijf dat de luchthuishouding op orde heeft en de diffuse emissies adequaat bestrijdt leidt dit echter niet tot een merkbare toename van de emissie. Toepassing van retentie inkten in een bedrijf, waar de diffuse emissies niet adequaat worden bestreden, zal de totale emissie echter eerder doen toenemen dan afnemen. Vlaamse bedrijven passen deze techniek toe als één van de manieren om de diffuse emissies te beperken. Alleen toepasbaar bij type 1 persen Pag. 13

14 Financieel Vanwege het hogere tolueen gehalte van de inkt moet allerlei apparatuur opnieuw worden ingesteld. Prijs per kg inkt is af fabriek hoger, maar de benodigde hoeveelheid iets kleiner, per saldo is e.e.a. ongeveer kostenneutraal Verhogen temperatuur persruimte Nummer Illustratiediepdruk 6 Bron Grenswaarde & Effect Maatregel Technisch Financieel TME/Maetis rapport Grenswaarde: n.v.t. Effect: Reductie diffuse emissies met ca 1% Drukproces bij een hogere temperatuur laten verlopen De maatregel heeft, net als de retentie-inkten, tot doel de verdamping van de resttolueen zoveel mogelijk in de pershal te doen plaatsvonden van waar het naar de TWI kan worden gevoerd. Alternatief voor retentie-inkten, eveneens alleen toepasbaar bij type 1 persen. De hogere temperatuur is bereikbaar door minder koelen van de inkt, minder bevochtigen papierbaan en minder koelen van persruimte. Dit leidt echter niet tot minder energiegebruik. Het rendement van de TWI neemt namelijk af bij een hogere temperatuur van de toegevoerde lucht, koeling van de drooglucht wordt derhalve nodig. Minder bevochtiging betekent dat de papierbaanbreedte niet constant gehouden kan worden. Dit vereist dat hiervoor d.m.v. aangepaste gravering van de cylinder wordt gecompenseerd. Dit is een bestaande techniek die echter verlaten is. Moderne graveerinstallatie zijn hier veelal niet zonder meer toe in staat. Vlaamse bedrijven passen deze techniek niet toe. Zij hebben gekozen voor het gebruik van retentie-inkten. N.v.t Toepassen reductieschema, totale emissie maximaal 6,5% Nummer Illustratiediepdruk 7 Bron Grenswaarde & Effect Maatregel Nieuw: komt voort uit het onderhavige onderzoek Grenswaarde: Totale emissie: 6,5% van de referentie emissie Effect: Reduceert emissie tot ca 6,5% van de input Tolueen terugwininstallatie (TWI). Passende combinatie van maatregelen ter voorkoming diffuse emissies. Pag. 14

15 Technisch Financieel Gedurende de looptijd van het onderzoek is bij de Vlaamse illustratiediepdrukkerijen geëxperimenteerd met verschillende regimes voor de terugwinningsapparatuur. Hieruit blijkt dat, onder vermijding van een excessief energiegebruik, het mogelijk is om de totale tolueenverliezen te beperken tot ca 6,5% van de referentie-emissie. Gezien de leeftijd van de installaties is dit een verliespercentage dat gunstig afsteekt bij de nieuwe Duitse wetgeving (10% voor bestaande installaties en 5% voor nieuwe) en de Nederlandse voornemens om het maximaal verliespercentage over de komende jaren te laten zakken van 8,5% thans tot 5% in Aangetekend moet worden dat in Nederland sprake is van een mengsituatie van nieuwe en bestaande persen welke bovendien gemiddeld veel groter zijn dan die in Vlaanderen. Om deze waarde te bereiken moet op alle fronten de diffuse emissie bestreden worden. Er zijn veel verschillende technische mogelijkheden om in illustratiediepdrukkerijen diffuse emissie te beperken. Zo mag er bijvoorbeeld slechts een zéér geringe emissie plaatsvinden vanuit de persomkapseling. Dit kan worden bereikt door het handhaven van een onderdruk binnen die omkapseling. Daarnaast moet de tolueen retentie in het gedrukte product geminimaliseerd worden. Dit kan worden bereikt door toepassing van retentie-inkten. Vlaamse bedrijven kunnen aan deze grenswaarde voldoen. De 6,5% emissiegrens laat nèt voldoende ruimte voor een efficiënt gebruik van de bestaande TWI s en besparing op bovenmatig energiegebruik. Om juridisch de ruimte te krijgen om de lage diffuse emissies te ruilen tegen een geringe toename van de uitstoot in de afgassen dient het reductieschema uit de VOS richtlijn gevolgd te worden. Dit stelt het bedrijf vrij van de emissiegrenswaarden voor afgassen. N.v.t Verlaging gemiddelde uitlaatconcentratie TWI Nummer Illustratiediepdruk 8 Bron Grenswaarde & Effect Maatregel Nieuw Grenswaarde: Verlaging 1h gemiddelde grenswaarde (bijvoorbeeld: halveren) Effect: Halvering 1h gemiddelde grenswaarde leidt tot ca emissiereductie in de orde van 0,25% van de input Verkorten adsorptiecyclus, verhogen desorptiefrequentie Pag. 15

16 Technisch Financieel Verhoging van de desorptiefrequentie is vaak mogelijk bij TWI s die uit minder dan vier koolbedden bestaan. Omdat de ontwerp-adsorptietijd meestal 6 à 8 uur is en de benodigde desorptietijd minder dan twee uur, staat vaak een verse adsorbeur enige tijd te wachten voordat deze wordt bijgeschakeld. Men zou deze adsorbeur eerder kunnen bijschakelen en een gebruikte adsorbeur eerder gaan desorberen. Hierdoor vermindert de doorslag omdat deze hoger wordt naarmate een adsorbeur langer bijgeschakeld staat. Het nadeel van de werkwijze is de sterke toename van het energiegebruik. De hoeveelheid stoom neemt toe recht evenredig met het aantal desorptie cycli. Bij halvering van de 1h grenswaarde is de toename in de orde van een 50%, omdat de gemiddelde adsorptie tijd af moet nemen en omdat daardoor het aantal cycli toe moet nemen. De hoeveelheid teruggewonnen tolueen neemt echter nauwelijks toe. De extra energie per extra teruggewonnen kg tolueen is bijzonder hoog. Zoals eerder (in ) werd gemeld is nabij de 1h grenswaarde van 112 mgc/nm³ het marginale energiegebruik per teruggewonnen kg tolueen ruim 600 m³ aardgas. Dit komt overeen met kg CO 2 en kost ca 110,-. Het is vanuit zowel milieu- als kosten oogpunt onverstandig de emissiegrenswaarde te verlagen. Integendeel zelfs: een verlenging van de adsorptiecyclus en daarmee een geringe toename van de doorslag wordt aanbevolen. Vlaamse bedrijven zouden aan een lagere emissiegrenswaarde kunnen voldoen, maar vanuit zowel milieu- als kosten oogpunt is dit onverstandig. Marginale kosten buitensporig hoog Closed air loop ventilation Nummer Illustratiediepdruk 9 Bron Grenswaarde & Effect Maatregel Technisch BAT document Grenswaarde: nvt Effect: Reduceert de doorslag van de TWI tot nagenoeg nul, totale emissies ca 20 t/j lager. Een bijna gesloten systeem voor drooglucht en ventilatie pershal Het closed air loop systeem wordt ook wel 'zero emission system' genoemd. Deze benaming is niet correct, er blijft wel degelijk een emissie, zij het inderdaad iets kleiner dan normaal. De TWI bij dit systeem heeft een veel grotere capaciteit dan normaal, waardoor de adsorptie/desorptie cyclus zeer kort gehouden kan worden, dusdanig dat de tolueeninhoud in afgevoerde lucht steeds zó laag is dat deze lucht weer toegevoerd kan worden aan zowel de drogers als aan de ruimte. Dit vraagt uiteraard om ingewikkelde veiligheidsvoorzieningen. Pag. 16

17 Financieel Het systeem heeft alleen invloed op het aandeel schouwemissies, welk in de orde ligt van 1% van de input. De diffuse emissies van de illustratiediepdrukkerij worden hiermee niet aangepakt. De grote omvang van de koolbedden, gecombineerd met de veel frequentere desorptie doet de benodigde energie drastisch toenemen. Om de operationele kosten binnen de perken te houden wordt het systeem daarom met allerlei energiebesparende toeters en bellen te worden uitgerust. De operationele kosten zijn dan ook niet veel hoger dan die van een normale installatie, maar de investering des te meer. Voor een nieuw te bouwen 3 m pers (Etten Leur, Nederland) met een nieuw te bouwen TWI, werd berekend het Closed Loop Ventilation System 75 ton per jaar aan emissie zou schelen. Op de bestaande Vlaamse installaties, door geringere breedte en snelheid, scheelt dit maximaal in de orde van 20 ton per jaar per installatie. Retrofitting is niet mogelijk. Bij bestaande persen moet gehele TWI installatie inclusief alle leidingen worden vervangen. Voor Vlaamse bedrijven zou invoering van closed loop ventilation volledige vervanging van de bestaande TWI s inhouden. Voor één grote nieuwe pers bedraagt de méérinvestering boven een compleet nieuwe TWI al ca 5 miljoen. Door de energiebesparende maatregelen blijven de operationele kosten ongeveer gelijk. Bij afschrijving in 10 jaar en rente 7%; kosten per vermeden ton emissie ca Gebruik waterige inkten Nummer Illustratiediepdruk 10 Bron Grenswaarde & Effect Maatregel Technisch TME/Maetis rapport, IIASA Grenswaarde: N.v.t. Effect: Elimineert alle uitstoot van tolueen Vervang tolueenhoudende inkten door inkten op waterbasis Waterige inkten voor de illustratiediepdruk bestaan. De techniek is echter onvoldoende breed toepasbaar: ze zijn niet te gebruiken op gecoat of gerecycled papier, niet op persen breder dan 1,5 meter en niet bij productiesnelheden groter dan omw/uur. Toepassing van waterige inkten heeft ook neveneffecten op het milieu: het leidt tot uitstoot ammonia en ontstaan van een afvalwaterstroom, het vermindert het gebruik van gerecycled papier, het bemoeilijkt het ontinkten van oud papier, maar verlaagt het energiegebruik (geen TWI). Vanwege persbreedte en -snelheid is de maatregel voor het huidig machinepark van Vlaamse bedrijven ongeschikt. Pag. 17

18 Financieel Ombouw persen kost ca 1 miljoen per pers. Operationele kosten in aanvang zo'n 20% hoger dan conventioneel drukken, maar door leereffecten na verloop van tijd ongeveer gelijk. (20% duurder is, gezien de geringe marges, in de illustratiediepdruk prohibitief.) Werkwijze vooral v.w.b. reiniging aan de pers anders en tijdrovender. Eenmaal omgebouwde persen zijn niet eenvoudig weer geschikt te maken voor tolueen inkten. Bij de huidige beperkingen geen noemenswaardige belangstelling van de zijde van drukwerkafnemers 2.4 Aanvullende informatie Oplosmiddelarme inkten De illustratiediepdruk heeft behoefte aan inkt die niet is gebaseerd op tolueen. Dit oplosmiddel staat namelijk veel te veel in de belangstelling. Om de paar jaar wordt de MAC waarde ervan verlaagd en om de haverklap wordt het ervan beschuldigd de meest afgrijselijke ziektes te veroorzaken. Ook al wordt dit laatste regelmatig wetenschappelijk weerlegd, tolueen heeft een slechte naam en de bedrijfstak is ervoor beducht dat die slechte naam ooit ook op het in diepdruk vervaardigde product zal overslaan. Er wordt door inktfabrikanten gewerkt aan verschillende varianten van oplosmiddelvrije inkten. Behalve aan waterige inkten wordt er zeker door één inktfabrikant ook aan hot melt inkten gewerkt. Het lijdt geen twijfel dat alle fabrikanten van illustratiediepdruk-inkt momenteel doende zijn om een alternatief voor de tolueenhoudende inkten te ontwikkelen. Er zijn echter nog geen doorslaggevende successen geboekt. Met slechts één variant (waterige inkt) is gedurende enkele jaren op productieschaal geëxperimenteerd, bij RotoSmeets in Nederland. De inkt is ontwikkeld door de inktfabrikant Sun Chemical in samenwerking met RotoSmeets, waarbij bijzonder is dat tijdens het ontwikkelingsproces een oude productiepers ter beschikking heeft gestaan voor grootschalige proeven. Daarna is in Deventer een andere productiepers geheel omgebouwd voor toepassing van waterige inkten. Hiermee is gedurende enkele jaren ook commercieel geëxperimenteerd. De conclusie van dat meerjarige experiment is dat bij de huidige stand van zaken waterige inkten alleen kunnen toegepast op niet gecoat en niet gerecycleerd papier, op smalle persen en bij lage draaisnelheden. Dit zijn beperkingen die een rendabele exploitatie onder toepassing van deze inkten onmogelijk maken. In Deventer zijn deze economische beperkingen gedurende enkele jaren geaccepteerd in de hoop op technische verbetering van de inkten en in de hoop op een Scandinavische markt voor brochures geheel zonder restoplosmiddel. Geen van beide is gelukt. Het experiment is dan ook stopgezet. De betreffende pers is inmiddels afgebroken en heeft plaatsgemaakt voor een 3.80 meter brede, snellopende, conventionele diepdrukpers. Het wachten is op een volgend grootschalig experiment. Pag. 18

19 Waterige inkten in de illustratiediepdruk hebben overigens ook nadelen voor het milieu. Het gebruik gaat gepaard met enige ammoniak emissie en dwingt tot zuivering van afvalwater. Het hergebruik van papier wordt veel moeilijker. De meeste ontinktingsinstallaties kunnen namelijk papier dat met deze waterige inkten is bedrukt niet in voldoende grote hoeveelheden aan. Dit is een serieus te nemen probleem omdat nu eenmaal in diepdruk vervaardigd drukwerk een groot aandeel heeft in het ingezamelde oud papier. Bovendien kan met de huidige waterige inkten geen gerecycled papier worden bedrukt. Of en in hoeverre bij andere oplosmiddelarme inkten deze milieunadelen zullen ontbreken is niet bekend. Het positief milieueffect dat oplosmiddelarme inkten zouden kunnen hebben moet overigens ook niet overschat worden. Een goed uitgeruste en geleide illustratiediepdrukkerij kan tegenwoordig de emissie beperken tot zo n 5% van het totale oplosmiddelgebruik, terwijl daarmee alle potentiële problemen met waterige inkten voorkomen worden. 2.5 Maatregelen volgens IIASA Algemeen Uit de procesbeschrijving blijkt dat IIASA geen duidelijk onderscheid maakt tussen verpakkings- en illustratiediepdruk. Men stelt ten onrechte dat het in de illustratiediepdruk mogelijk zou zijn om andere substraten dan papier te bedrukken en men noemt niet het typische gebruik van tolueen als enig oplosmiddel. Anderzijds wordt flexography and rotogravure in packaging wel een apart proces geacht. Aangenomen mag derhalve worden dat door IIASA onder rotogravure in publication hetzelfde wordt verstaan als hier onder Illustratiediepdruk De volgende maatregelen worden mogelijk geacht: Oplosmiddelarme inkten en inkapseling (Low solvent inks and enclosure; LSI+ENC) Substitutie door waterige inkten (Substitution with waterbased inks; WBI) Inkapseling en oplosmiddel terugwinning (Enclosure and solvent recovery through carbon adsorption, ENC+ACA) Onderstaand commentaar op elk van deze mogelijkheden Oplosmiddelarme inkten en inkapseling (LSI+ENC) Deze maatregel omvat een combinatie van a) Toepassing van oplosmiddelarme inkten b) Inkapseling Volgens IIASA kunnen deze maatregelen in 80% worden toegepast en dan een rendement van 50% hebben. Oplosmiddelarme inkten Pag. 19

20 Het is niet duidelijk wat er met Oplosmiddelarme (low solvent) inkten wordt bedoeld. Gezien de geschatte efficiency van zo n 50% gaat het hier kennelijk om inkten met een verhouding tussen vaste stof en oplosmiddel van ca 1:2 in plaats van ca 1:4. Dergelijke inkten bestaan echter niet en worden, voor zover bekend, ook nergens ontwikkeld. Zie ook Oplosmiddelarme inkten. Voor de illustratiediepdruk zijn wel al jaren oplosmiddelvrije inkten in ontwikkeling. Maar dit wordt kennelijk niet bedoeld, want die inkten komen in de volgende paragraaf aan de orde. In een bedrijfstak waar alle bedrijven reeds met nageschakelde techniek zijn uitgerust zullen oplosmiddelarme inkten geen warm onthaal vinden. Zij geven immers maar een halve oplossing voor het probleem en maken de nageschakelde installatie niet overbodig. Ontwikkeling van dergelijke inkten is dan ook zinloos. Inkapseling Het is onduidelijk wat inkapseling aan emissie reductie bijdraagt als er sprake zou zijn van oplosmiddelarme inkten. Alleen als men een nageschakelde techniek toepast heeft inkapseling zin. Dan is het immers nuttig een zo groot mogelijk deel van de verdampte oplosmiddelen in de afgassen en daarmee in de nageschakelde installatie terecht te laten komen. Toepassing van een nageschakelde techniek wordt in deze maatregel echter niet genoemd Substitutie door waterige inkten (Substitution with waterbased inks; WBI) Deze maatregel omvat: a) Toepassing van waterige inkten Volgens IIASA zijn deze inkten nog in ontwikkeling, maar zullen zij weinig kunnen worden toegepast vanwege de lagere kwaliteit van de finishing. Onduidelijk is wat daarmee bedoeld wordt. Aangenomen wordt dat deze maatregel in 20% van de gevallen zou kunnen worden toegepast Waterige inkten Toepassing van waterige inkten is uitvoerig besproken in Gebruik waterige inkten en Oplosmiddelarme inkten Inkapseling en oplosmiddel terugwinning (ENC+ACA) Deze maatregel omvat: a) Terugwinning van oplosmiddelen met behulp van actief kool b) Inkapseling c) Vermindering van de oplosmiddelinhoud van inkten Aangenomen wordt dat deze maatregelen in bijna de gehele sector kunnen worden toegepast en dan een rendement van 75% hebben. Terugwinning van oplosmiddelen met behulp van actief kool Pag. 20

21 Terugwinning van oplosmiddelen met behulp van actief kool is zeer wel mogelijk omdat het enige in de illustratiediepdruk gebruikte oplosmiddel tolueen is. Dit adsorbeert gemakkelijk en mengt nauwelijks met water. Het kan met stoom worden gedesorbeerd en na condensatie van het stoom-tolueen mengsel eenvoudig worden gedecanteerd. Terugwinning wordt al sinds jaar en dag toegepast en er is in Vlaanderen geen enkele illustratiediepdrukkerij die hiermee niet is uitgerust. Zie onder meer Terugwinnen tolueen & beperking diffuse emissies Inkapseling Met behulp van inkapseling van de persen is inderdaad een fikse beperking van de diffuse emissies mogelijk. Inkapseling van de persen is in de illustratiediepdruk zeer gebruikelijk omwille van de beperking van geluidsoverlast, de klimaatbeheersing rond de pers en de beperking van de blootstelling aan tolueendampen van de werknemers. Van de inkapseling wordt gebruik gemaakt om de diffuse emissie te beperken en zoveel mogelijk oplosmiddeldampen naar de terugwin-instalatie te voeren. Zie onder meer Toepassen reductieschema, totale emissies maximaal 5%. Vermindering van de oplosmiddelinhoud van inkten Vermindering van de oplosmiddelinhoud van inkten is, gezien de toelichtende IIASA tekst kennelijk hetzelfde als low solvent inks uit eerdere paragrafen. Daar werd reeds toegelicht dat deze inkten niet bestaan en, voor zover bekend, ook niet in ontwikkeling zijn. Er bestaat zelfs een tegengestelde tendens. Om de tolueenretentie in het drukwerk (oplosmiddel dat achter blijft doordat de droging niet perfect is) te verminderen gebruikt men tegenwoordig inkten die op de machine al dieper drogen. Het oplosmiddelgehalte van deze inkten is iets hoger dan dat van gewone diepdruk inkten. Het netto effect is echter een mindere emissie omdat hiermee de verdamping van veel tolueen uit drukwerk wordt voorkomen. Pag. 21

22 3 FLEXO & HELIO 3.1 Categorie-indeling: Binnen het deel Flexo & Helio van de Grafische sector komen bedrijven van zeer verschillende grootte voor. Niet alle maatregelen zijn voor elk van die bedrijven even geschikt. Bovendien gelden voor verschillende grootte categorieën ook verschillende wetgevingsregimes. Daarom wordt onderstaande categorie-indeling aangehouden. Deze indeling is gebaseerd op jaarlijks oplosmiddelgebruik sluit mede daarom aan bij die van de VOS richtlijn. Er wordt een extra categorie geïntroduceerd: oplosmiddelgebruik >150 t/j. Dit is nodig om de grotere bedrijven apart te kunnen benoemen. De drempelwaarden in de VOS richtlijn en Vlarem slaan op het werkelijk oplosmiddelgebruik. Binnen de richtlijn en Vlarem kan een bedrijf derhalve door substitutie naar een lagere categorie overgaan. Om echter de toepasbaarheid van mogelijke reductie maatregelen aan te geven is dit niet handig. De hieronder gebruikte categorieindeling slaat daarom op de het oplosmiddelgebruik in de situatie alsof er nog geen substitutie maatregelen zouden zijn genomen. Over het algemeen is het gebruik in die gevallen ongeveer gelijk aan de referentie emissie zoals die moet worden bepaald bij gebruik van het reductieschema in de VOS richtlijn, te weten 4 x het gewicht van de vaste stof in de toegepaste inkten, lakken en lijmen. In Vlaanderen hebben veel van de grotere emittenten overigens al een naverbrander geïnstalleerd. Ook worden oplosmiddelarme inkten, lakken en lijmen al regelmatig toegepast. Categorie cat < 15 t/j cat t/j cat t/j cat > 150 t/j Beschrijving Zeer klein bedrijf. Valt niet onder de reikwijdte van de VOS richtlijn. Meestal geen helio, lakkeren of lamineren maar uitsluitend flexo. Omvat het produceren van papieren zakken, enveloppen, etiketten en dergelijke. Klein bedrijf. Valt onder de VOS richtlijn in de categorie klein. Meestal uitsluitend flexo. Bedrukken vaak, maar niet altijd, papier. Middelgroot bedrijf. Valt onder de VOS richtlijn in de categorie groot. Hoofdzakelijk flexo, weinig lamineren en lakkeren, zelden helio. Bedrukken veelal kunststof. Middelgrote en grote bedrijven. Veel helio, lamineren en lakkeren, maar vaak óók flexo. Bijna altijd kunststoffen al dan niet in combinatie met papier en aluminium folie. Er zijn in Vlaanderen ook enkele bedrijven in deze categorie die alleen in flexo drukken. Pag. 22

23 3.2 Overzicht Alle in dit hoofdstuk beschreven maatregelen zijn opgenomen in onderstaande tabel. Hierin is ook aangegeven welk ervan voor uitvoering worden aanbevolen: No Maatregel in het kort Aanbevolen? 1 Geen emissiebeperkende maatregel Neen. Ook in de kleinste bedrijven zullen zich meestal substitutie mogelijkheden voordoen. 2 Substitutie in de flexo op papier & karton Ja: Vaak toepasbaar in bedrijven met een oplosmiddelgebruik < 25 t/j 3 Substitutie in de flexo op kunststof en aluminium Ja: Soms toepasbaar in bedrijven < 25 t/j 4 Substitutie in helio Nee: Bij vervaardiging van verpakkingen meestal niet toepasbaar 5 Substitutie bij het lamineren en lakkeren van kunststof en aluminium Ja: Vaak toepasbaar bij vervaardiging van behang en verwante papieren producten. Ja: Soms toepasbaar in bedrijven > 150 t/j 6 Naverbranden Ja: Meestal toepasbaar in bedrijven >15 t/j 7 Biologische reiniging Neen: Technisch ongeschikt 8 Kooladsorptie zonder terugwinning of hergebruik van de oplosmiddelen 9 Terugwinnen en hergebruik van oplosmiddelen 10 Beperking diffuse emissies, grenswaarde richtlijn 11 Beperking totale emissies tot 10% van de input 12 Combinatie naverbranden & substitutie, gebruik reductieschema met grenswaarde richtlijn Ja: Soms toepasbaar in bedrijven < 15 t/j Ja: Soms toepasbaar in bedrijven > 500 t/j Ja: Toepasbaar bij bedrijven met naverbrander. Neen: Voor diepdrukbedrijven > 150 t/j onvoldoende ambitieus Ja: Toepasbaar in diepdrukbedrijven > 150 t/j Ja: Toepasbaar bij bedrijven met naverbrander. Neen: Voor diepdrukbedrijven > 150 t/j onvoldoende ambitieus 13 Toepassing kamerrakels Ja: Vaak toepasbaar op flexomachines die niet zijn aangesloten op nageschakelde apparatuur. Pag. 23

24 3.3 Emissiebeperkende maatregelen Opmerking vooraf: Degenen die minder bekend zijn met de techniek van de productie in flexo en helio wordt aangeraden eerst de 3.4 Aanvullende Informatie te lezen. Vooral het vooraf lezen van de onderdelen Droging, Diffuse emissies en Afwijkende verhouding tussen afgas-emissie en diffuse emissies bevatten veel informatie die vlot begrip van het onderstaande bevordert Geen emissiebeperkende maatregel Nummer Flexo & helio 1 Belangrijkste bronnen Grenswaarde & effect Maatregel Technisch Cat < 15 t/j Cat t/j VOS richtlijn, BBT studie Grenswaarde: n.v.t. Effect: Geen emissiereductie Geen emissiebeperkende maatregelen Het niet-nemen van maatregelen wordt door de VOS-richtlijn alleen toegelaten in bedrijven met oplosmiddelgebruik < 15 t/j. (Vlarem kent overigens wèl regels voor deze bedrijven) In de VOS richtlijn bleven deze bedrijven buiten de reikwijdte omdat nageschakelde technieken hiervoor te duur werden geacht en de mogelijkheden voor substitutie onvoldoende zeker om ze juridisch af te kunnen dwingen. Als deze bedrijven, zoals veel het geval zal zijn, op papier en karton eenvoudig drukwerk produceren is meestal ten minste gedeeltelijke substitutie mogelijk. Het is in dergelijke gevallen dan ook niet nodig om van het nemen van emissiebeperkende maatregelen af te zien. Volgens de VOS richtlijn toepasbaar, maar meestal niet uitdagend genoeg. Bovendien in strijd met regels in Vlarem en juridisch niet mogelijk. Juridisch niet mogelijk Cat t/j Juridisch niet mogelijk Cat > 150 t/j Financieel Juridisch niet mogelijk N.v.t Substitutie in de flexo op papier & karton Nummer Flexo & helio 2 Belangrijkste bronnen BAT document, VOS richtlijn, reductieschema, IIASA Pag. 24

25 Grenswaarde & effect Maatregel Technisch Grenswaarde: restemissie ca 30 of 25% van referentie emissie (grens uit VOS richtlijn bij >15 resp >25 t/j), Effect: Reductie van oplosmiddel emissies (meest ethanol) met ca 70 of ca 75% Vervangen van oplosmiddelhoudende inkten door oplosmiddel-vrije of -arme producten, bij het bedrukken van papier of karton in flexo, dusdanig dat ca 70% of 75% van het oplosmiddel-gebruik vervalt. Vellen en rotatie: Onderscheid moet worden gemaakt tussen het bedrukken van karton aan vellen of aan de rol. Golf- en massiefkarton worden aan vellen bedrukt. Hiervan wordt massiefkarton niet of nauwelijks in Vlaanderen verwerkt. Wel komt dit veel in Nederland voor. Dit drukken gebeurt, al sinds jaar en dag, steeds met waterige inkt. Het in rotatie bedrukken van karton valt wel onder de VOS richtlijn, maar het solventgebruik zal daarbij zo gering zijn dat de bedrijven steeds onder de laagste drempel blijven. Het onderstaande betreft dan ook alleen de flexo waarbij papier of karton van de rol wordt bedrukt. Inkten op waterbasis: Bedrijven met een klein oplosmiddelgebruik (< 25 t/j) beperken zich vaak tot relatief eenvoudig drukwerk in flexo op papier. Voor de meeste van deze toepassingen zijn waterige inkten beschikbaar. Volledige substitutie is meestal niet mogelijk. Uitzonderingen zijn bijvoorbeeld fluorescerend, goud, zeer hoge glans e.d. Hierdoor zal vaak een deel van de productie toch oplosmiddelhoudend moeten blijven. In de praktijk zal bij eenvoudig drukwerk op papier en karton vaak meer dan de door de VOS richtlijn vereiste 70 of 75% substitutie kunnen worden gehaald. In grotere bedrijven wordt meestal niet alleen op papier of karton gedrukt en als dit al gebeurt staan vaak de kwaliteitseisen grootschalige toepassing van waterige inkten niet toe. Overgang op inkten op waterbasis vraagt om nieuwe drukvormen en walsen, om experimenteren, veel management tijd, technische kennis van zaken, en uitvoerige en dure testen voor het verkrijgen van klanten-accoord. Pag. 25

DEEL 2: SOLVENTRICHTLIJN EN DE GRAFISCHE SECTOR

DEEL 2: SOLVENTRICHTLIJN EN DE GRAFISCHE SECTOR Evaluatie van het reductiepotentieel voor VOS emissies naar het compartiment lucht en de problematiek van de implementatie van de Europese richtlijn 99/13/EG in de grafische sector in Vlaanderen DEEL 2:

Nadere informatie

Instituut voor Toegepaste Milieu-Economie

Instituut voor Toegepaste Milieu-Economie KOSTEN EFFECTIVITEIT MAATREGELEN 2010 Grafische industrie en verpakkingsdrukkerijen Jochem Jantzen Henk van der Woerd 25 augustus 2003 Instituut voor Toegepaste Milieu-Economie (TME) Hogeveenseweg 24 2631

Nadere informatie

DIFFUSE OPLOSMIDDELEMISSIES IN VERPAKKINGSDIEPDRUK EN FLEXO DEEL 3: EMISSIESCHATTINGEN VOOR NEDERLAND EN MOGELIJKE REDUCTIE

DIFFUSE OPLOSMIDDELEMISSIES IN VERPAKKINGSDIEPDRUK EN FLEXO DEEL 3: EMISSIESCHATTINGEN VOOR NEDERLAND EN MOGELIJKE REDUCTIE DIFFUSE OPLOSMIDDELEMISSIES IN VERPAKKINGSDIEPDRUK EN FLEXO DEEL 3: EMISSIESCHATTINGEN VOOR NEDERLAND EN MOGELIJKE REDUCTIE 05 Ministerie VROM & Sitmæ Consultancy bv Pag. 1 INHOUDSOPGAVE 1. Inleiding...

Nadere informatie

DIFFUSE OPLOSMIDDELEMISSIES IN DEEL 1. BRONNEN, HOEVEELHEDEN EN MOGELIJKE VERPAKKINGSDIEPDRUK EN FLEXO REDUCTIEMAATREGELEN

DIFFUSE OPLOSMIDDELEMISSIES IN DEEL 1. BRONNEN, HOEVEELHEDEN EN MOGELIJKE VERPAKKINGSDIEPDRUK EN FLEXO REDUCTIEMAATREGELEN DIFFUSE OPLOSMIDDELEMISSIES IN VERPAKKINGSDIEPDRUK EN FLEXO DEEL 1. BRONNEN, HOEVEELHEDEN EN MOGELIJKE REDUCTIEMAATREGELEN 05 Ministerie VROM & Sitmæ Consultancy bv Pag. 1 INHOUDSOPGAVE 1 Samenvatting

Nadere informatie

HANDLEIDING VOS-DOCUMENTEN HANDLEIDING VOOR DE OPMAAK VAN VOS-DOCUMENTEN

HANDLEIDING VOS-DOCUMENTEN HANDLEIDING VOOR DE OPMAAK VAN VOS-DOCUMENTEN HANDLEIDING VOS-DOCUMENTEN HANDLEIDING VOOR DE OPMAAK VAN VOS-DOCUMENTEN ZOALS BEDOELD IN VLAREM II ART. 5.59.3.2 1 VLAAMSE OVERHEID DEPARTEMENT LEEFMILIEU, NATUUR EN ENERGIE AFDELING MILIEU-INSPECTIE

Nadere informatie

Handhaving Oplosmiddelenbesluit

Handhaving Oplosmiddelenbesluit Handhaving Oplosmiddelenbesluit Schakeldagen voorjaar 2009 Erwin Theelen In opdracht van Inhoudsopgave Specifieke wensen? 1. Inleiding Oplosmiddelenbesluit (10 min) 2. Praktijkblad Handhaving Oplosmiddelenbesluit

Nadere informatie

Instituut voor Toegepaste Milieu-Economie

Instituut voor Toegepaste Milieu-Economie KOSTEN EFFECTIVITEIT VOS MAATREGELEN 2010 Achtergronddocument Chemische Industrie Jochem Jantzen Henk van der Woerd 30 september 2003 Instituut voor Toegepaste Milieu-Economie (TME) Hogeveenseweg 24 2631

Nadere informatie

Evaluatie emissiereductiepotentieel voor VOS-emissies van de grafische sector

Evaluatie emissiereductiepotentieel voor VOS-emissies van de grafische sector Vertrouwelijk (Contract 00.1688) Evaluatie emissiereductiepotentieel voor VOS-emissies van de grafische sector Deel 1: Emissie-inventaris, prognosen en kostencurven Eindrapport (laatste concept) K. Briffaerts,

Nadere informatie

Instituut voor Toegepaste Milieu-Economie

Instituut voor Toegepaste Milieu-Economie KOSTEN EFFECTIVITEIT VOS MAATREGELEN 2010 Achtergronddocument Energieproductie/Nogepa Jochem Jantzen Henk van der Woerd 6 oktober 2003 Instituut voor Toegepaste Milieu-Economie (TME) Hogeveenseweg 24 2631

Nadere informatie

COGNITIEVE DISSONANTIE EN ROKERS COGNITIVE DISSONANCE AND SMOKERS

COGNITIEVE DISSONANTIE EN ROKERS COGNITIVE DISSONANCE AND SMOKERS COGNITIEVE DISSONANTIE EN ROKERS Gezondheidsgedrag als compensatie voor de schadelijke gevolgen van roken COGNITIVE DISSONANCE AND SMOKERS Health behaviour as compensation for the harmful effects of smoking

Nadere informatie

OMGAAN MET OPLOSMIDDELEN IN VERPAKKINGSDRUKKERIJEN

OMGAAN MET OPLOSMIDDELEN IN VERPAKKINGSDRUKKERIJEN OMGAAN MET OPLOSMIDDELEN IN VERPAKKINGSDRUKKERIJEN ARBO-CONVENANT PKVG-INDUSTRIE, ARBO-CONVENANT GRAFIMEDIA CHECKLIST & BEDRIJFSVERBETERPLAN LET OP! 1. Bij bijna elke paragraaf in de checklist hoort een

Nadere informatie

EEN KORTE INLEIDING OP VOS-RICHTLIJNEN

EEN KORTE INLEIDING OP VOS-RICHTLIJNEN Hempel ondersteunt zijn klanten en eindgebruikers op verschillende manieren. We verschaffen productgegevens om het VOS-gebruik te bewaken, geven advies over het samenstellen van coatingsystemen die aan

Nadere informatie

FOSSIELE BRANDSTOFFEN

FOSSIELE BRANDSTOFFEN FOSSIELE BRANDSTOFFEN De toekomst van fossiele energiebronnen W.J. Lenstra Inleiding Fossiele energiebronnen hebben sinds het begin van de industriele revolutie een doorslaggevende rol gespeeld in onze

Nadere informatie

Introductie in flowcharts

Introductie in flowcharts Introductie in flowcharts Flow Charts Een flow chart kan gebruikt worden om: Processen definieren en analyseren. Een beeld vormen van een proces voor analyse, discussie of communicatie. Het definieren,

Nadere informatie

Beste Beschikbare Technieken voor de grafische sector

Beste Beschikbare Technieken voor de grafische sector 03/06/2014 Beste Beschikbare Technieken voor de grafische sector Toon Smets BBT studiedag, 8.05.2014, Leuven Inhoud 1. Inleiding 2. Scope en aandachtspunten 3. Situering van de sector 4. Processen en milieuaspecten

Nadere informatie

ketenanalyse afvalverwijdering BESIX - OVT Utrecht

ketenanalyse afvalverwijdering BESIX - OVT Utrecht afvalverwijdering BESIX - OVT Utrecht BESIX Nederland Branch 23 februari 2015 DEFINITIEVE rapportage - 1 - Documenttitel afvalverwijdering BESIX OVT Utrecht Verkorte documenttitel Voortgangsrapportage

Nadere informatie

Instituut voor Toegepaste Milieu-Economie

Instituut voor Toegepaste Milieu-Economie KOSTEN EFFECTIVITEIT VOS MAATREGELEN 2010 Achtergronddocument Verf, bouw en doe het zelf Jochem Jantzen Henk van der Woerd Oktober 2003 Instituut voor Toegepaste Milieu-Economie (TME) Hogeveenseweg 24

Nadere informatie

EFTA-BENELUX FLEXO AWARDS 2015

EFTA-BENELUX FLEXO AWARDS 2015 EFTA-BENELUX FLEXO AWARDS 2015 - RICHTLIJNEN VOOR DE JURY - INLEIDING EFTA-Benelux (EFTA) heeft deze richtlijnen voor u samengesteld om door te nemen vóór het jureren zodat ze een hulpmiddel kunnen zijn

Nadere informatie

HOOFDSTUK I VLUCHTIGE ORGANISCHE STOFFEN (VOS) EN SOLVENTEN

HOOFDSTUK I VLUCHTIGE ORGANISCHE STOFFEN (VOS) EN SOLVENTEN Inhoudsopgave HOOFDSTUK I VLUCHTIGE ORGANISCHE STOFFEN (VOS) EN SOLVENTEN 9 1. Definities van VOS en solventen (organische oplosmiddelen) 9 2. Bronnen van VOS 11 3. Effecten van VOS-emissies 12 3.1. Belangrijkste

Nadere informatie

MANAGEMENTSAMENVATTING

MANAGEMENTSAMENVATTING MANAGEMENTSAMENVATTING Zware dieselvoertuigen hebben relatief hoge NOx- en PM-emissies. De verstrenging van de Europese emissiereglementering moet leiden tot een vermindering van deze emissies voor nieuwe

Nadere informatie

HOTCO2: alternatief voor de WKK en ketel in de tuinbouw

HOTCO2: alternatief voor de WKK en ketel in de tuinbouw HOTCO2: alternatief voor de WKK en ketel in de tuinbouw Inschatting van de potentie van efficiëntere productie van warmte en CO2 met het HOTCO2 systeem in de tuinbouwsector Erin Kimball (TNO), Ronald-Jan

Nadere informatie

Beïnvloedt Gentle Teaching Vaardigheden van Begeleiders en Companionship en Angst bij Verstandelijk Beperkte Cliënten?

Beïnvloedt Gentle Teaching Vaardigheden van Begeleiders en Companionship en Angst bij Verstandelijk Beperkte Cliënten? Beïnvloedt Gentle Teaching Vaardigheden van Begeleiders en Companionship en Angst bij Verstandelijk Beperkte Cliënten? Does Gentle Teaching have Effect on Skills of Caregivers and Companionship and Anxiety

Nadere informatie

Instituut voor Toegepaste Milieu-Economie

Instituut voor Toegepaste Milieu-Economie KOSTEN EFFECTIVITEIT VOS MAATREGELEN 2010 Achtergronddocument Op- en overslag Jochem Jantzen Henk van der Woerd 3 oktober 2003 Instituut voor Toegepaste Milieu-Economie (TME) Hogeveenseweg 24 2631 PH NOOTDORP

Nadere informatie

De Relatie tussen de Fysieke Omgeving en het Beweeggedrag van Kinderen gebruik. makend van GPS- en Versnellingsmeterdata

De Relatie tussen de Fysieke Omgeving en het Beweeggedrag van Kinderen gebruik. makend van GPS- en Versnellingsmeterdata De Relatie tussen de Fysieke Omgeving en het Beweeggedrag van Kinderen gebruik makend van GPS- en Versnellingsmeterdata The relationship Between the Physical Environment and Physical Activity in Children

Nadere informatie

Het Effect van Verschil in Sociale Invloed van Ouders en Vrienden op het Alcoholgebruik van Adolescenten.

Het Effect van Verschil in Sociale Invloed van Ouders en Vrienden op het Alcoholgebruik van Adolescenten. Het Effect van Verschil in Sociale Invloed van Ouders en Vrienden op het Alcoholgebruik van Adolescenten. The Effect of Difference in Peer and Parent Social Influences on Adolescent Alcohol Use. Nadine

Nadere informatie

Referentiejaar 2009 NTP INFRA BV

Referentiejaar 2009 NTP INFRA BV CO 2 -uitstoot / reductie Rapportage 2011 Referentiejaar 2009 NTP INFRA BV Colofon Onderwerp CO 2 -uitstoot / reductie 2011 Referentiejaar 2009 Auteur S. Rademaker Gecontroleerd door Directie NTP Datum

Nadere informatie

Voortgangsrapportage 10 ketenanalyse afvalverwijdering BESIX - OVT Utrecht

Voortgangsrapportage 10 ketenanalyse afvalverwijdering BESIX - OVT Utrecht afvalverwijdering BESIX - OVT Utrecht BESIX Nederland Branch 29 januari 2016 DEFINITIEVE rapportage 1 - Documenttitel afvalverwijdering BESIX OVT Utrecht Verkorte documenttitel Voortgangsrapportage Status

Nadere informatie

Werkbladen Grafische Techniek Grafische theorie: Project 2

Werkbladen Grafische Techniek Grafische theorie: Project 2 Werkbladen Grafische Techniek Grafische theorie: Project 2 Beste GV2R-leerlingen Voor je ligt het eerste deel van het werkboek grafische theorie. Totaal krijg je 2 van deze werkboekjes, namelijk bij project

Nadere informatie

zeoliet rotorconcentrator:

zeoliet rotorconcentrator: intro zeoliet rotorconcentrator: gecombineerd opcentreren en naverbranden van lage VOS concentraties in hoge debieten 3 April 2008 Industrie & Milieu - Rotterdam Ing. Geert De Smeyter DTA - Airprotech

Nadere informatie

GroenGas InOpwerking. Kleinschalige biogasopwaardering met Bio-Up. Rene Cornelissen (CCS) 11 maart 2015

GroenGas InOpwerking. Kleinschalige biogasopwaardering met Bio-Up. Rene Cornelissen (CCS) 11 maart 2015 GroenGas InOpwerking Kleinschalige biogasopwaardering met Bio-Up Rene Cornelissen (CCS) 11 maart 2015 Kleinschalige biogasopwaardering met Bio-Up Inhoudsopgave CCS Inleiding Situatie kleinschalige vergisting

Nadere informatie

Voortgangsrapportage 12 ketenanalyse afvalverwijdering BESIX - OVT Utrecht

Voortgangsrapportage 12 ketenanalyse afvalverwijdering BESIX - OVT Utrecht afvalverwijdering BESIX - OVT Utrecht BESIX Nederland Branch 17 februari 2017 DEFINITIEVE rapportage 1 - Documenttitel afvalverwijdering BESIX OVT Utrecht Verkorte documenttitel Voortgangsrapportage Status

Nadere informatie

Voortgangsrapportage 11 ketenanalyse afvalverwijdering BESIX - OVT Utrecht

Voortgangsrapportage 11 ketenanalyse afvalverwijdering BESIX - OVT Utrecht afvalverwijdering BESIX - OVT Utrecht BESIX Nederland Branch 23 november 2016 DEFINITIEVE rapportage 1 - Documenttitel afvalverwijdering BESIX OVT Utrecht Verkorte documenttitel Voortgangsrapportage Status

Nadere informatie

VOORSCHRIFTEN. behorende bij het besluit. betreffende de Wet milieubeheer voor de inrichting. DSM EP te Emmen

VOORSCHRIFTEN. behorende bij het besluit. betreffende de Wet milieubeheer voor de inrichting. DSM EP te Emmen VOORSCHRIFTEN behorende bij het besluit betreffende de Wet milieubeheer voor de inrichting DSM EP te Emmen 2 INHOUDSOPGAVE 1 AFVALSTOFFEN 3 1.1. Afvalscheiding 3 2 AFVALWATER 3 2.1. Monitoringsplan 3 BIJLAGE

Nadere informatie

Luchtkwaliteit: een Europees perspectief

Luchtkwaliteit: een Europees perspectief Luchtkwaliteit: een Europees perspectief Conferentie Luchtkwaliteit Brussel, 5 december 2014 Dr Hans Bruyninckx Executive Director European Environment Agency EEA rapporten 2014 Luchtverontreiniging een

Nadere informatie

Software Processen. Ian Sommerville 2004 Software Engineering, 7th edition. Chapter 4 Slide 1. Het software proces

Software Processen. Ian Sommerville 2004 Software Engineering, 7th edition. Chapter 4 Slide 1. Het software proces Software Processen Ian Sommerville 2004 Software Engineering, 7th edition. Chapter 4 Slide 1 Het software proces Een gestructureerd set van activiteiten nodig om een software systeem te ontwikkelen Specificatie;

Nadere informatie

SAMPLE 11 = + 11 = + + Exploring Combinations of Ten + + = = + + = + = = + = = 11. Step Up. Step Ahead

SAMPLE 11 = + 11 = + + Exploring Combinations of Ten + + = = + + = + = = + = = 11. Step Up. Step Ahead 7.1 Exploring Combinations of Ten Look at these cubes. 2. Color some of the cubes to make three parts. Then write a matching sentence. 10 What addition sentence matches the picture? How else could you

Nadere informatie

Vloeibaar aardgas - Liquid Natural Gas (LNG) Voordelen en uitdagingen. Jan Van Houwenhove 3 December 2015

Vloeibaar aardgas - Liquid Natural Gas (LNG) Voordelen en uitdagingen. Jan Van Houwenhove 3 December 2015 Vloeibaar aardgas - Liquid Natural Gas (LNG) Voordelen en uitdagingen Jan Van Houwenhove 3 December 2015 Agenda Cryo Advise Aardgas - eigenschappen Voordelen Uitdagingen Cryo Advise advies voor LNG systemen

Nadere informatie

liniled Cast Joint liniled Gietmof liniled Castjoint

liniled Cast Joint liniled Gietmof liniled Castjoint liniled Cast Joint liniled Gietmof liniled is een hoogwaardige, flexibele LED strip. Deze flexibiliteit zorgt voor een zeer brede toepasbaarheid. liniled kan zowel binnen als buiten in functionele en decoratieve

Nadere informatie

MBTF. Milieutechniek. Impressie: Moving Bed Trickling Filter 19 februari 2006

MBTF. Milieutechniek. Impressie: Moving Bed Trickling Filter 19 februari 2006 Milieutechniek Leeuwerik 11 8532 AW Lemmer Telefoon 0514-533746 Telefax 0514-534003 E-mail: rcl@planet.nl Impressie: Moving Bed Trickling Filter 19 februari 2006 MBTF Datum 18 februari 2006 Versie 4 RCL

Nadere informatie

Regeling oplosmiddelenboekhouding en metingen VOS-emissies

Regeling oplosmiddelenboekhouding en metingen VOS-emissies VROM Regeling oplosmiddelenboekhouding en metingen VOS-emissies Regeling van de Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer houdende voorschriften omtrent de inrichting van een

Nadere informatie

De emissie inventaris van: Holstein BV Dit document is opgesteld volgens ISO

De emissie inventaris van: Holstein BV Dit document is opgesteld volgens ISO De emissie inventaris van: Holstein 2016 Dit document is opgesteld volgens ISO 14064-1 Holstein Inhoudsopgave 1 Inleiding... 2 2 De organisatie... 4 2.1 Energiebeleid... 4 2.2 Verantwoordelijke... 4 3

Nadere informatie

Praktische voorstellen voor energiebesparing in haven en industrie. Alex Ouwehand Directeur NMZH

Praktische voorstellen voor energiebesparing in haven en industrie. Alex Ouwehand Directeur NMZH Praktische voorstellen voor energiebesparing in haven en industrie Alex Ouwehand Directeur NMZH CO2 emission CO2 reduction Ambities klimaat en energie EU en Rijk 2020 : 20 % CO 2 -reductie (tov 1990),

Nadere informatie

Geslacht, Emotionele Ontrouw en Seksdrive. Gender, Emotional Infidelity and Sex Drive

Geslacht, Emotionele Ontrouw en Seksdrive. Gender, Emotional Infidelity and Sex Drive 1 Geslacht, Emotionele Ontrouw en Seksdrive Gender, Emotional Infidelity and Sex Drive Femke Boom Open Universiteit Naam student: Femke Boom Studentnummer: 850762029 Cursusnaam: Empirisch afstudeeronderzoek:

Nadere informatie

Good Manufacturing Practices

Good Manufacturing Practices Good Manufacturing Practices Verschillende druktechnieken en drukinkten voor voedingsverpakkingen Dr. Ronny Borms HSE & Project Manager Arets Graphics NV ronny.borms@arets.com http://www.arets.com 1 Drukinkt

Nadere informatie

Voortgangsrapportage 9 ketenanalyse afvalverwijdering BESIX - OVT Utrecht

Voortgangsrapportage 9 ketenanalyse afvalverwijdering BESIX - OVT Utrecht afvalverwijdering BESIX - OVT Utrecht BESIX Nederland Branch 17 November 2015 DEFINITIEVE rapportage 1 - Documenttitel afvalverwijdering BESIX OVT Utrecht Verkorte documenttitel Voortgangsrapportage Status

Nadere informatie

3e Mirror meeting pren April :00 Session T, NVvA Symposium

3e Mirror meeting pren April :00 Session T, NVvA Symposium 3e Mirror meeting pren 689 13 April 2017 14:00 Session T, NVvA Symposium steps since April 2016 The enquiry (June to August 2016) performed by the national bodies. Resulting in 550 comments. Three/Four

Nadere informatie

Service en onderhoud. Eén telefoontje is genoeg.

Service en onderhoud. Eén telefoontje is genoeg. Service en onderhoud Onze projectmatige werkwijze garandeert snelle en adequate oplossingen. HB Group voert wereldwijd, 24 uur per dag, 7 dagen per week, service en onderhoud uit. Eén telefoontje is genoeg.

Nadere informatie

Niet-geleide emissies van stof en PM 10 voor op- en overslagactiviteiten van droge bulk goederen

Niet-geleide emissies van stof en PM 10 voor op- en overslagactiviteiten van droge bulk goederen Niet-geleide emissies van stof en PM 10 voor op- en overslagactiviteiten van droge bulk goederen In dit document wordt het rekenmodel Rekenmodel diffuse stofemissies LNE.xlsx, de achtergrond ervan en het

Nadere informatie

Het Verband Tussen Persoonlijkheid, Stress en Coping. The Relation Between Personality, Stress and Coping

Het Verband Tussen Persoonlijkheid, Stress en Coping. The Relation Between Personality, Stress and Coping Het Verband Tussen Persoonlijkheid, Stress en Coping The Relation Between Personality, Stress and Coping J.R.M. de Vos Oktober 2009 1e begeleider: Mw. Dr. T. Houtmans 2e begeleider: Mw. Dr. K. Proost Faculteit

Nadere informatie

University of Groningen

University of Groningen University of Groningen De ontwikkeling van prikkelverwerking bij mensen met een Autisme Spectrum Stoornis en de invloed van hulp en begeleiding gedurende het leven. Fortuin, Marret; Landsman-Dijkstra,

Nadere informatie

EMISSIE INVENTARISATIERAPPORT

EMISSIE INVENTARISATIERAPPORT Pagina: 315.2 1 / 6 Emissie inventaris rapport (3.A.1-2) Inhoudsopgave 1 Inleiding en verantwoording...2 2 Beschrijving van de organisatie...2 3 Verantwoordelijke...2 4 Basisjaar en rapportage...2 5 Afbakening...2

Nadere informatie

DUURZAAM DRUKWERK. Duurzaamheid in productieprocessen en grondstoffen.

DUURZAAM DRUKWERK. Duurzaamheid in productieprocessen en grondstoffen. DUURZAAM DRUKWERK Duurzaamheid in productieprocessen en grondstoffen. Situering Offsetdruk of vlakdruk is tegenwoordig de meest verspreide industriële druktechniek. Typisch is dat het te drukken beeld

Nadere informatie

Duurzame mobiliteit in de stad Klimaatavond Eindhoven Klimaatavond Eindhoven

Duurzame mobiliteit in de stad Klimaatavond Eindhoven Klimaatavond Eindhoven Duurzame mobiliteit in de stad TNO Sustainable Transport & Logistics 2 Inhoud De uitdaging Veel om uit te kiezen: het palet aan mogelijke oplossingen Niet of-of maar en-en: bijdragen van heel veel oplossingen

Nadere informatie

Voedselveiligheid & verpakking

Voedselveiligheid & verpakking Voedselveiligheid & verpakking working for you. Wereld van papier, 7 september 2011 Verpakkingen te kust en te keur! working for you. Migratie Waarom moet ik me druk maken over migratie van inkt en lak

Nadere informatie

Ketenanalyse papier (4.A.1, 5.A.2)

Ketenanalyse papier (4.A.1, 5.A.2) Ketenanalyse papier (4.A.1, 5.A.2) Inhoudsopgave 1. INLEIDING... 2 REFERENTIES... 2 2. DOELSTELLING EN BEPALEN SCOPE VAN DEZE... 2 BEOORDELING AAN DE GHG-PROTOCOL CRITERIA... 2 3. VERBRUIK... 3 IDENTIFICATIE

Nadere informatie

CO2 uit biogas Toepassing glastuibouw. Presentatie door Jeroen de Pater - Gastreatment Services 10 september 2009

CO2 uit biogas Toepassing glastuibouw. Presentatie door Jeroen de Pater - Gastreatment Services 10 september 2009 CO2 uit biogas Toepassing glastuibouw Presentatie door Jeroen de Pater - Gastreatment Services 10 september 2009 CO2 uit biogas - Inleiding - GPP -systeem - Kwaliteitseisen CO 2 voor glastuinbouw - Toepasbaarheid

Nadere informatie

1. Inleiding. Notitie Amsterdam, 8 december 2016

1. Inleiding. Notitie Amsterdam, 8 december 2016 Notitie Amsterdam, 8 december 2016 Afdeling Policy Studies Van Aan Koen Smekens, Paul Koutstaal Gijs Zeestraten (Ministerie van Economische Zaken) Kopie Onderwerp Gevolgen van scenario s uitfasering kolencentrales

Nadere informatie

Omschrijving snijfaciliteit (voorheen Feuchtwangen Duitsland )

Omschrijving snijfaciliteit (voorheen Feuchtwangen Duitsland ) Introductie In dit document zijn de huidige en de toekomstige beschrijving gegeven van de werkzaamheden van Indicator Systems B.V. te Wormerveer. Indicator Systems B.V. is de eigenaar van het pand Samsonweg

Nadere informatie

Duurzaamheid. De voordelen van blikverpakkingen

Duurzaamheid. De voordelen van blikverpakkingen Duurzaamheid De voordelen van blikverpakkingen Duurzaamheid Duurzaamheid is één van de belangrijke aandachtspunten van het bedrijfsleven. Deze brochure is een initiatief van EMPAC, de organisatie van de

Nadere informatie

3.A.1-2 Emissie inventaris rapport 2015

3.A.1-2 Emissie inventaris rapport 2015 3.A.1-2 Emissie inventaris rapport 2015 Inhoudsopgave 1 Inleiding en verantwoording 10 2 Beschrijving van de organisatie 10 3 Verantwoordelijke 11 4 Basisjaar en rapportage 11 5 Afbakening 11 6 Directe

Nadere informatie

3.A.1-2 Emissie inventaris rapport 2016

3.A.1-2 Emissie inventaris rapport 2016 3.A.1-2 Emissie inventaris rapport 2016 Inhoudsopgave 1 Inleiding en verantwoording 10 2 Beschrijving van de organisatie 10 3 Verantwoordelijke 11 4 Basisjaar en rapportage 11 5 Afbakening 11 6 Directe

Nadere informatie

LIFE Focus: Milieu en Klimaat

LIFE Focus: Milieu en Klimaat LIFE Focus: Milieu en Klimaat John Heynen 10 juni 2016 L Instrument Financier pour l Environnement Focus sessie Milieu en Klimaat Hoofdlijnen goede LIFE aanvraag Beleidsprioriteiten Presentatie PNO Vragen

Nadere informatie

1 Inleiding en verantwoording 2. 2 Beschrijving van de organisatie 2. 3 Verantwoordelijke 2. 4 Basisjaar en rapportage 2.

1 Inleiding en verantwoording 2. 2 Beschrijving van de organisatie 2. 3 Verantwoordelijke 2. 4 Basisjaar en rapportage 2. 3.A.1-2 Inhoudsopgave 1 Inleiding en verantwoording 2 2 Beschrijving van de organisatie 2 3 Verantwoordelijke 2 4 Basisjaar en rapportage 2 5 Afbakening 2 6 Directe en indirecte GHG-emissies 3 6.1 Berekende

Nadere informatie

Digitaal printen binnen Grafimedia VMBO. Opdracht

Digitaal printen binnen Grafimedia VMBO. Opdracht Digitaal printen binnen Grafimedia VMBO Opdracht Opdrachtkaart DR-06-01-01 Voorkennis: Grafische vorming Intro: Er zijn verschillende druktechnieken in de printmedia. Digitaal printen is een vrij nieuw

Nadere informatie

Door Anna Gruber (FfE), Serafin von Roon (FfE) en Karin Wiesmeyer (FIW)

Door Anna Gruber (FfE), Serafin von Roon (FfE) en Karin Wiesmeyer (FIW) Energiebesparingspotentieel door isolatie Door Anna Gruber (FfE), Serafin von Roon (FfE) en Karin Wiesmeyer (FIW) Het is bekend dat de CO 2 uitstoot tegen 2020 fors naar omlaag moet. In Duitsland zijn

Nadere informatie

Pesten onder Leerlingen met Autisme Spectrum Stoornissen op de Middelbare School: de Participantrollen en het Verband met de Theory of Mind.

Pesten onder Leerlingen met Autisme Spectrum Stoornissen op de Middelbare School: de Participantrollen en het Verband met de Theory of Mind. Pesten onder Leerlingen met Autisme Spectrum Stoornissen op de Middelbare School: de Participantrollen en het Verband met de Theory of Mind. Bullying among Students with Autism Spectrum Disorders in Secondary

Nadere informatie

Feiten en cijfers rondom ontgassingen

Feiten en cijfers rondom ontgassingen Feiten en cijfers rondom ontgassingen Notitie Opgesteld voor: Provincie Zuid-Holland, Ingrid van Leeuwen Delft, mei 2014 Opgesteld door: A. (Ab) de Buck M.J.J. (Maarten) 't Hoen 2 Mei 2014 3.D20.1 - Feiten

Nadere informatie

Stoomtechniekdag 22 November 2017 Edwin Ossel

Stoomtechniekdag 22 November 2017 Edwin Ossel Stoomtechniekdag 22 November 2017 Edwin Ossel Technisch Commercieel Medewerker 1. Introductie Thermatras 2. Waarom heetwater, stoom, condensaat, thermische olie systemen isoleren? 3. Isolatie in stoomtoepassingen

Nadere informatie

Effecten van een op MBSR gebaseerde training van. hospicemedewerkers op burnout, compassionele vermoeidheid en

Effecten van een op MBSR gebaseerde training van. hospicemedewerkers op burnout, compassionele vermoeidheid en Effecten van een op MBSR gebaseerde training van hospicemedewerkers op burnout, compassionele vermoeidheid en compassionele tevredenheid. Een pilot Effects of a MBSR based training program of hospice caregivers

Nadere informatie

Bijlage 4: Milieu en energieprestaties: Emissies van de toekomstige rwzi Utrecht (DM 851139)

Bijlage 4: Milieu en energieprestaties: Emissies van de toekomstige rwzi Utrecht (DM 851139) Notitie HASKONINGDHV NEDERLAND B.V. WATER TECHNOLOGY Bijlage 4: Milieu en energieprestaties: Emissies van de toekomstige rwzi Utrecht (DM 851139) Aan : E. Rekswinkel, M. Boersen Van : Wim Wiegant Controle

Nadere informatie

De garantie om uw electriciteitsnota te verlagen en CO2 uitstoot te verkleinen PQMS.NL/VO4BIZ

De garantie om uw electriciteitsnota te verlagen en CO2 uitstoot te verkleinen PQMS.NL/VO4BIZ De garantie om uw electriciteitsnota te verlagen en CO2 uitstoot te verkleinen Wat is VO4BIZ? VO4BIZ is een Brits ontwerp, spanningsoptimalisatie systeem dat het inkomende voltage verlaagt en de stroomkwaliteit

Nadere informatie

BESLUIT. file://e:\archief1998\besluiten\bcm\bcm1069-9810.htm

BESLUIT. file://e:\archief1998\besluiten\bcm\bcm1069-9810.htm pagina 1 van 5 BESLUIT Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Zaaknummer: 1069/Low & Bonar-Waddington

Nadere informatie

De Relatie Tussen de Gehanteerde Copingstijl en Pesten op het Werk. The Relation Between the Used Coping Style and Bullying at Work.

De Relatie Tussen de Gehanteerde Copingstijl en Pesten op het Werk. The Relation Between the Used Coping Style and Bullying at Work. De Relatie Tussen de Gehanteerde Copingstijl en Pesten op het Werk The Relation Between the Used Coping Style and Bullying at Work Merijn Daerden Studentnummer: 850225144 Werkstuk: Empirisch afstudeeronderzoek:

Nadere informatie

emissie broeikasgassen

emissie broeikasgassen Eco-efficiëntie van de industrie D index (=1) 12 11 1 9 8 7 6 5 21 22 23 24 26 27 26 bruto toegevoegde waarde totaal energiegebruik emissie fijn stof (M 2,5 ) emissie broeikasgassen emissie ozonprecursoren

Nadere informatie

Instituut voor Toegepaste Milieu-Economie

Instituut voor Toegepaste Milieu-Economie KOSTEN EFFECTIVITEIT VOS MAATREGELEN 2010 Achtergronddocument Rubber- en Kunststofverwerkende industrie Jochem Jantzen Henk van der Woerd 6 oktober 2003 Instituut voor Toegepaste Milieu-Economie (TME)

Nadere informatie

PLANNING FOR ES WITH NATURE VALUE EXPLORER

PLANNING FOR ES WITH NATURE VALUE EXPLORER PLANNING FOR ES WITH NATURE VALUE EXPLORER Spatial explicit comparison of scenarios 16/05/2018 VITO Not for distribution 1 POLICY ECOSYSTEM SERVICES IN FLEMISH POLICY Witboek Beleidsplan Ruimte Vlaanderen

Nadere informatie

1 Inleiding en verantwoording 2. 2 Beschrijving van de organisatie 2. 3 Verantwoordelijke 2. 4 Basisjaar en rapportage 2.

1 Inleiding en verantwoording 2. 2 Beschrijving van de organisatie 2. 3 Verantwoordelijke 2. 4 Basisjaar en rapportage 2. 3.A.1-2 Inhoudsopgave 1 Inleiding en verantwoording 2 2 Beschrijving van de organisatie 2 3 Verantwoordelijke 2 4 Basisjaar en rapportage 2 5 Afbakening 2 6 Directe en indirecte GHG-emissies 3 6.1 Berekende

Nadere informatie

Maatwerkvoorschriften Activiteitenbesluit milieubeheer

Maatwerkvoorschriften Activiteitenbesluit milieubeheer Besluit van Gedeputeerde Staten van Limburg Maatwerkvoorschriften Activiteitenbesluit milieubeheer Smurfit Kappa Roermond Papier BV te Roermond Zaaknummer: 2016-603446 Kenmerk: 2017/3913 d.d. 19 januari

Nadere informatie

Toelichting milieuneutrale verandering Abbott Healthcare Products B.V.

Toelichting milieuneutrale verandering Abbott Healthcare Products B.V. REPORT Weesp, The Netherlands Health, Safety & Environment Issue Date: 19 mei 2016 Toelichting milieuneutrale verandering Abbott Healthcare Products B.V. COPYRIGHT AND PROPERTY ABBOTT HEALTHCARE PRODUCTS

Nadere informatie

Hoe stellen we grenswaarden op voor kankerverwekkende stoffen zonder drempelwaarde : Een duivels dilemma?

Hoe stellen we grenswaarden op voor kankerverwekkende stoffen zonder drempelwaarde : Een duivels dilemma? Hoe stellen we grenswaarden op voor kankerverwekkende stoffen zonder drempelwaarde : Een duivels dilemma? Jan Twisk, Industrial Hygiene Technology Leader Dow Chemical Namens Werkgroep Arbeidshygiene VNCI

Nadere informatie

Instituut voor Toegepaste Milieu-Economie

Instituut voor Toegepaste Milieu-Economie KOSTEN EFFECTIVITEIT VOS MAATREGELEN 2010 Achtergronddocument Benzinestations Jochem Jantzen Henk van der Woerd 5 september 2003 Instituut voor Toegepaste Milieu-Economie (TME) Hogeveenseweg 24 2631 PH

Nadere informatie

Het nieuwe grenswaardenstelsel

Het nieuwe grenswaardenstelsel Het nieuwe grenswaardenstelsel hebben we het kind met het badwater weggegooid? Linda Schenk en Nicole Palmen Publicatie: Throwing the Baby Out with the Bath Water? Occupational Hygienists Views on the

Nadere informatie

Geloof in een Rechtvaardige Wereld en Afkeuring van Geweldsslachtoffers: De Invloed

Geloof in een Rechtvaardige Wereld en Afkeuring van Geweldsslachtoffers: De Invloed Geloof in een Rechtvaardige Wereld en Afkeuring van Geweldsslachtoffers: De Invloed van Sociale Categorisering, Persoons-identificatie, Positie-identificatie en Retributie Belief in a Just World and Rejection

Nadere informatie

ketenanalyse afvalverwijdering BESIX - OVT Utrecht

ketenanalyse afvalverwijdering BESIX - OVT Utrecht afvalverwijdering BESIX - OVT Utrecht BESIX Nederland Branch 11 april 2013 CONCEPT rapportage - 1-11 april 2013 Documenttitel afvalverwijdering BESIX OVT Utrecht Verkorte documenttitel Status CONCEPT rapport

Nadere informatie

FOR DUTCH STUDENTS! ENGLISH VERSION NEXT PAGE. Toets Inleiding Kansrekening 1 8 februari 2010

FOR DUTCH STUDENTS! ENGLISH VERSION NEXT PAGE. Toets Inleiding Kansrekening 1 8 februari 2010 FOR DUTCH STUDENTS! ENGLISH VERSION NEXT PAGE Toets Inleiding Kansrekening 1 8 februari 2010 Voeg aan het antwoord van een opgave altijd het bewijs, de berekening of de argumentatie toe. Als je een onderdeel

Nadere informatie

De emissie inventaris van: Holstein BV Dit document is opgesteld volgens ISO

De emissie inventaris van: Holstein BV Dit document is opgesteld volgens ISO De emissie inventaris van: 2018 Dit document is opgesteld volgens ISO 14064-1 Datum: 23 januari 2019 Inhoudsopgave 1 Inleiding... 3 2 De organisatie... 4 2.1 Energiebeleid... 4 2.2 Verantwoordelijke...

Nadere informatie

Ketenanalyse Afval in project "Nobelweg te Amsterdam"

Ketenanalyse Afval in project Nobelweg te Amsterdam Ketenanalyse Afval in project "Nobelweg te Amsterdam" 4.A.1_2 Ketenanalyse afval in project "Nobelweg te Amsterdam" 1/16 Inhoudsopgave 1 Inleiding 3 1.1. Wat is een ketenanalyse 3 1.2. Activiteiten Van

Nadere informatie

Baby 7.5kW. Algemeen. Afmetingen. Brandstof Pelletcontainer capaciteit Diameter pellets 6

Baby 7.5kW. Algemeen. Afmetingen. Brandstof Pelletcontainer capaciteit Diameter pellets 6 Baby 7.5kW Pelletkachel max 7,5 kw Kleuren: Zwart - Ivoor - Bordeaux Materiaal: Plaatstaal Algemeen Merk Flumenfire Verwarmend vermogen indicatie 150 m3 Aansluiting Luchtventilatie Electrisch verbruik

Nadere informatie

Inhoud DE CONSEQUENTIES...3

Inhoud DE CONSEQUENTIES...3 ALLES OVER HET UITFASEREN VAN SYNTHETISCHE KOUDEMIDDELEN Inhoud DE CONSEQUENTIES...3 MEER OVER SYNTHETISCHE KOUDEMIDDELEN...3 WAT ZIJN DE HOOFDPUNTEN UIT DE NIEUWE F- GAS WETGEVING...3 Een beperking van

Nadere informatie

3.A.1-2 Emissie inventaris rapport 2015

3.A.1-2 Emissie inventaris rapport 2015 3.A.1-2 Emissie inventaris rapport 2015 Inhoudsopgave 1 Inleiding en verantwoording 10 2 Beschrijving van de organisatie 10 3 Verantwoordelijke 11 4 Basisjaar en rapportage 11 5 Afbakening 11 6 Directe

Nadere informatie

SOLVING SET PARTITIONING PROBLEMS USING LAGRANGIAN RELAXATION

SOLVING SET PARTITIONING PROBLEMS USING LAGRANGIAN RELAXATION SOLVING SET PARTITIONING PROBLEMS USING LAGRANGIAN RELAXATION Proefschrift ter verkrijging van de graad van doctor aan de Universiteit van Tilburg, op gezag van de rector magnificus, prof. dr. F.A. van

Nadere informatie

Classification of triangles

Classification of triangles Classification of triangles A triangle is a geometrical shape that is formed when 3 non-collinear points are joined. The joining line segments are the sides of the triangle. The angles in between the sides

Nadere informatie

Interaction Design for the Semantic Web

Interaction Design for the Semantic Web Interaction Design for the Semantic Web Lynda Hardman http://www.cwi.nl/~lynda/courses/usi08/ CWI, Semantic Media Interfaces Presentation of Google results: text 2 1 Presentation of Google results: image

Nadere informatie

Ons nieuwe laboratoriuminrichtingssysteem

Ons nieuwe laboratoriuminrichtingssysteem Ons nieuwe laboratoriuminrichtingssysteem Als een ideale werking en een goed design elkaar innovatief aanvullen, hebben wij alles goed gedaan. Esthetische eisen vertalen in een goed design is één ding

Nadere informatie

Be ECO! Sustainability is about making every decision with the future in mind.

Be ECO! Sustainability is about making every decision with the future in mind. Be ECO! Crea spant zich verregaand in om haar voetafdruk voor het leefmilieu tot een minimum te herleiden en zo haar sociale verantwoordelijkheid op te nemen. We streven naar een continue ontwikkeling

Nadere informatie

footprint rapportage over 2018, 1 e half jaar In lijn met haar visie van Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen conform:

footprint rapportage over 2018, 1 e half jaar In lijn met haar visie van Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen conform: footprint rapportage over 2018, 1 e half jaar In lijn met haar visie van Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen conform: 1 Inhoud 1. Inleiding... 3 2. Beleidsverklaring van de directie... 3 3. CO2 Reductie

Nadere informatie

3.A.1-2 Emissie inventaris rapport 2017

3.A.1-2 Emissie inventaris rapport 2017 3.A.1-2 Emissie inventaris rapport 2017 Inhoudsopgave 1 Inleiding en verantwoording 10 2 Beschrijving van de organisatie 10 3 Verantwoordelijke 11 4 Basisjaar en rapportage 11 5 Afbakening 11 6 Directe

Nadere informatie

Casus workshop Knelpunten bij de uitvoering van het Oplosmiddelenbesluit op 3 november 2005

Casus workshop Knelpunten bij de uitvoering van het Oplosmiddelenbesluit op 3 november 2005 Casus workshop Knelpunten bij de uitvoering van het Oplosmiddelenbesluit op 3 november 2005 Casus: Combinatie van processen bij drukkerij. Procesomschrijving: Er worden in een drukkerij allerhande papier

Nadere informatie

De Relatie tussen Werkdruk, Pesten op het Werk, Gezondheidsklachten en Verzuim

De Relatie tussen Werkdruk, Pesten op het Werk, Gezondheidsklachten en Verzuim De Relatie tussen Werkdruk, Pesten op het Werk, Gezondheidsklachten en Verzuim The Relationship between Work Pressure, Mobbing at Work, Health Complaints and Absenteeism Agnes van der Schuur Eerste begeleider:

Nadere informatie

Zonder investeren besparen 10 tips en vragen voor de facilitair manager

Zonder investeren besparen 10 tips en vragen voor de facilitair manager Zonder investeren besparen 10 tips en vragen voor de facilitair manager Als facilitair manager bent u verantwoordelijk voor de huisvesting. Daarmee ook voor het energiegebruik van de huisvesting. In deze

Nadere informatie