De staat moet nu echt effectieve maatregelen nemen. Na het arrest van het Europese Hof is het tijd om op te treden tegen de SGP

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "De staat moet nu echt effectieve maatregelen nemen. Na het arrest van het Europese Hof is het tijd om op te treden tegen de SGP"

Transcriptie

1 1897 Wetenschap De staat moet nu echt effectieve maatregelen nemen Na het arrest van het Europese Hof is het tijd om op te treden tegen de SGP Gina de Graaff en Alinda Vermeer 1 Met de bevestigende uitspraak van het Europese Hof is de stand van zaken dezelfde als na de uitspraak van de Hoge Raad: de staat dient effectieve maatregelen te nemen die er daadwerkelijk toe leiden dat de SGP het passief kiesrecht aan vrouwen toekent. Een van de mogelijkheden is een aanpassing van de Kieswet waarbij wordt gewaarborgd dat bij het opstellen van de kieslijsten niet wordt gediscrimineerd. Hoewel deze maatregel niet direct de facto discriminatie tegengaat en een minder vergaande maatregel is dan het invoeren van een quotum, zal de maatregel op de lange termijn vermoedelijk wel effect sorteren. Belangrijk is dat als er SGPvrouwen zijn die zich kandidaat willen stellen, zij hiertoe straks het recht hebben. Het is vervolgens aan de SGP-vrouwen zelf om te bepalen hoe zij van dit recht gebruik willen maken. Deze zomer is met de uitspraak van het Europese Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM) hopelijk een einde gekomen aan een jarenlange juridische strijd van onder andere de Stichting Proefprocessenfonds Clara Wichmann en het Nederlands Juristencomité voor de Mensenrechten over het standpunt van de Staatkundig Gereformeerde Partij (SGP) met betrekking tot de verkiesbaarheid van vrouwen. 2 Vrouwen dienen volgens de SGP geen politieke functies te bekleden, zodat aan hen het passief kiesrecht in de algemeen vertegenwoordigende organen niet toekomt. Toen Riet Grabijn-van Putten in 1984 lid werd van de SGP, en meer vrouwen haar voorbeeld volgden, werd besloten het lidmaatschap niet meer aan vrouwen toe te kennen. Dit was voor de Stichting proefprocessenfonds Clara Wichmann aanleiding om een procedure te starten. Duidelijk is nu dat een politieke partij haar doelen slechts mag nastreven binnen de grenzen van fundamentele democratische principes, aldus het Europese Hof. Deze uitspraak betekent dat de staat, conform het VN-Vrouwenverdrag, effectieve maatregelen moet nemen om discriminatie van vrouwen door de SGP te beëindigen. Hoewel de uitspraak van de Hoge Raad in april 2010 de staat daar al toe verplichtte, zijn deze maatregelen nog niet genomen. De SGP wordt zelfs nog steeds door de staat ondersteund met subsidie. Het op de lange baan schuiven van het nemen van maatregelen leidt ertoe dat Nederland, meer dan twee jaar na de uitspraak van de Hoge Raad, het passief kiesrecht voor vrouwen nog altijd niet waarborgt. Naar aanleiding van het arrest van de Hoge Raad is veel verwarring ontstaan over de maatregelen die de staat zou moeten nemen. De uitspraak van het Europese Hof noch van de Hoge Raad verplicht de staat ertoe om SGPvrouwen te dwingen zich verkiesbaar te stellen; de staat dient wel het recht van SGP-vrouwen te waarborgen om zelf te bepalen of zij zich bij de SGP kandidaat willen stellen voor vertegenwoordigende organen of niet. In de navolgende beschouwing zullen wij allereerst een korte samenvatting geven van de nationale procedures, vervolgens ingaan op de uitspraak van het EHRM, en tot slot een voorzet geven ten aanzien van de maatregelen die de staat nu dient te nemen om het passief kiesrecht ook voor SGP-vrouwen te garanderen. Nationale procedures Een aantal organisaties, waaronder de Stichting proefprocessenfonds Clara Wichmann en het Nederlands Juristencomité voor de Mensenrechten, vordert een verklaring 2272 NEDERLANDS JURISTENBLAD AFL. 33

2 voor recht dat de staat onrechtmatig handelt door het tolereren en ondersteunen van de SGP. De Rechtbank Den Haag wijst de vordering toe bij vonnis van 7 september Voorts legt de rechtbank de staat een verbod op om de SGP te subsidiëren zolang de partij vrouwen niet toestaat om op dezelfde voet als mannen lid te zijn. De minister acht zich aan deze uitspraak gebonden en weigert vervolgens de SGP subsidie te verstrekken. Hiertegen heeft de SGP bezwaar gemaakt, welke procedure uiteindelijk uitmondt bij de Afdeling. 4 De Afdeling hecht doorslaggevend belang aan een brede weerspiegeling in de politiek van allerlei stromingen in de samenleving. De Afdeling komt tot de slotsom dat art. 7 aanhef en onder a en c van het Vrouwenverdrag niet noopt tot het buiten toepassing laten van de Wet subsidiëring politieke partijen (Wspp), en dat de minister de aanvraag van de SGP niet had mogen afwijzen. Onderwijl loopt de hoger beroepsprocedure tegen voornoemd vonnis van de rechtbank. Het Hof Den Haag weegt de vrijheid van godsdienst, meningsuiting en vereniging uitvoerig af tegen het discriminatieverbod op grond van geslacht en komt tot het oordeel dat het belang van handhaving van het discriminatieverbod het zwaarst moet wegen, omdat vrouwelijke leden van de SGP worden belemmerd in de uitoefening van een fundamenteel politiek recht. 5 Het hof overweegt evenwel dat het hof de staat niet kan gelasten specifieke maatregelen te nemen. De staat stelt cassatieberoep in tegen het arrest. De Hoge Raad verwerpt het beroep en overweegt eveneens dat het discriminatieverbod zwaarder weegt dan de overige in het geding zijnde grondrechten. 6 Volgens de Hoge Raad is het hof terecht tot het oordeel gekomen dat de staat gehouden is om maatregelen te nemen die er daadwerkelijk toe leiden dat de SGP het passief kiesrecht aan vrouwen toekent, maar dat de rechter de staat niet kan bevelen bepaalde maatregelen te treffen. Wel dienen de maatregelen (i) effectief te zijn en (ii) zo min mogelijk inbreuk te maken op grondrechten van de (leden van de) SGP. In het licht van het voornemen van de SGP om haar geluk bij het Europees Hof te beproeven, besluit de staat om een uitspraak van het Hof af te wachten alvorens zich te bezinnen op de maatregelen die zouden moeten worden getroffen. 7 Deze beslissing is kritisch ontvangen. Het instellen van beroep bij het Europees Hof heeft immers geen schorsende werking, zodat de beslissing van de staat om (voorlopig) geen gehoor te geven aan de uitspraak van de Hoge Raad als onrechtmatig moet worden beschouwd. Procedure bij het Hof Slachtofferstatus De SGP klaagt dat haar rechten onder art. 9 (godsdienstvrijheid), 10 (vrijheid van meningsuiting) en 11 (vrijheid van vereniging) van het EVRM zijn geschonden. Het Hof zet eerst een vraagteken bij de slachtofferstatus van de SGP, nu de staat nog geen maatregelen heeft genomen die de SGP dwingen vrouwen toe te staan zich kandidaat te stellen en zelfs openlijk heeft verkondigd geen maatregelen te zullen treffen voordat het Hof uitspraak heeft gedaan. Het Hof acht het echter niet nodig om deze vraag te beantwoorden, nu het beroep volgens hem op andere gronden als ongegrond moet worden bestempeld. Veronderstellenderwijs gaat het Hof ervan uit dat er een inbreuk is gemaakt op rechten van de SGP, dat die inbreuk voorzien is bij wet, en een redelijk doel nastreeft. Vanuit proceseconomisch oogpunt is dit een praktische keuze van het Hof. Het oordeel van het Hof wekt de indruk dat geen enkele potentiële maatregel als disproportioneel zou kunnen worden bestempeld Gelet op de opbouw van de redenering, waarbij het Hof zoals gebruikelijk eerst beziet of de inbreuk bij wet is voorzien en een redelijk doel nastreeft, lijkt het Hof impliciet te oordelen dat de klacht van de SGP sneuvelt op de klippen van de proportionaliteit. Aangezien nog geen sprake is van een concrete maatregel van overheidswege, is toetsing van de proportionaliteit niet mogelijk. Het oordeel van het Hof wekt de indruk dat geen enkele potentiële maatregel als disproportioneel zou kunnen worden bestempeld, of de staat er nu voor zou kiezen om de subsidie stop te zetten of de SGP te ontbinden. Dit verhoudt zich moeilijk tot de gebruikelijke kritische toets in het kader van de proportionaliteit waaraan het Hof maatregelen die politieke partijen beperkingen opleggen, onderwerpt. Het Hof heeft immers meermaals geoordeeld: The exceptions set out in Article 11 are, where political parties are concerned, to be construed strictly; only convincing and compelling reasons can justify restrictions on such parties freedom of association. ( ) Drastic measures, such as the dissolution of an entire political party and a disability barring its leaders from carrying on any similar activity for a specified period, may be taken only in the most serious cases. 8 Deze rechtspraak lijkt met zich te brengen dat de proportionaliteit van een inbreuk op de rechten van de Auteurs 1. Mr. R.L. de Graaff is advocaat te Den Haag. Mr. A.F. Vermeer is advocaat te Amsterdam. Beiden zijn bestuurslid van de Stichting Proefprocessenfonds Clara Wichmann. R.L. de Graaff is tevens (oud-bestuurs) lid van de Vereniging voor Vrouw en Recht. Dit artikel is op persoonlijke titel geschreven. Noten 2. Zij werden daarin bijgestaan door advocaten van Stibbe in het kader van het Stibbe pro-bonoproject. 3. Rb. s-gravenhage 5 september 2009, NJ 2005/ ABRvS 5 december 2007, AB 2008/35, m.nt. R.J.B. Schutgens. 5. Hof s-gravenhage 20 december 2007, NJ 2008/ HR 9 april 2010, AB 2010/190, m.nt. F.J. van Ommeren EHRM 13 februari 2003, zaaknrs. e.a. vs. Turkije), para Zie ook EHRM 2 mei 2010, zaaknr /04 (Christian Democratic People s Party vs. Moldavië) para. 24, en EHRM 29 juli 2007, zaaknr /02 (Sobaci vs. Turkije). NEDERLANDS JURISTENBLAD AFL

3 Wetenschap SGP kritisch beoordeeld zou moeten worden. Het Hof lijkt echter aan te nemen dat het kan oordelen over de klacht van de SGP zonder dat duidelijk is welke maatregel de staat in de toekomst zal nemen. Deze redenering lijkt in eerste instantie wat merkwaardig, maar is begrijpelijk indien men de klacht van de SGP nader beziet. De SGP stelt zich immers op het standpunt dat de uitspraak van de Hoge Raad een inbreuk op haar rechten onder het EVRM oplevert. Zoals hierboven uiteengezet, heeft de Hoge Raad overwogen dat hij niet bevoegd was om de staat te bevelen een specifieke maatregel te nemen, en heeft zich beperkt tot het oordeel dat de staat effectieve maatregelen dient te nemen. De klacht van de SGP impliceert mitsdien dat iedere maatregel die de staat zou kunnen nemen een (ongeoorloofde) schending van haar rechten onder het EVRM zou opleveren. Het Hof oordeelt hier kennelijk dat de rechten waarop de SGP zich beroept, niet per definitie aan het opleggen van een maatregel door de staat in de weg staan. Dit lijkt ons juist. Kennelijk ongegronde klacht Vervolgens licht het Hof toe waarom sprake is van een kennelijk ongegronde klacht. Het Hof begint met een herhaling van zijn vaste rechtspraak over het belang van de democratie. Democratie is volgens het Hof niet alleen een fundamenteel aspect van de Europese politieke orde, maar het Verdrag zelf is ook ontworpen om de idealen en waarden van een democratische maatschappij uit te dragen en te onderhouden. Volgens het Hof is democratie het enige politieke model dat verenigbaar is met het Verdrag. Dit impliceert dat een politieke partij onder het Verdrag slechts onder twee voorwaarden haar doelen mag nastreven: [F]irstly, the means used to those ends must be legal and democratic; secondly, the changes proposed must themselves be compatible with fundamental democratic principles. 9 Het gewicht dat het Hof toekent aan de idealen en waarden van een democratische maatschappij stemt in het licht van de nationale procedures tot nadenken. De Afdeling heeft in haar uitvoerig gemotiveerde oordeel dat de verplichtingen van de staat op grond van het Vrouwenverdrag niet met zich brengen dat de minister de SGP subsidie moet weigeren, juist (ook) doorslaggevend belang gehecht aan het belang van politieke partijen voor het democratisch staatsbestel. Volgens de Afdeling dient het subsidiëren van politieke partijen het algemeen belang dat is betrokken bij een brede weerspiegeling in het geheel van politieke partijen van de maatschappelijke, levensbeschouwelijke, ideologische en religieuze stromingen in de samenleving. 10 De Afdeling gaat ervan uit dat het algemeen belang vereist dat het binnen (al) die stromingen levende gedachtegoed ook wordt verwoord binnen het politieke debat (behoudens de beperkingen die de wet zelf kent). Haar visie op de democratie lijkt in zoverre van formele aard te zijn: de democratie wordt het beste gediend door een brede weerspiegeling van denkbeelden, ongeacht de aard en inhoud van deze denkbeelden. Net als de Afdeling is het Hof, blijkens zijn vaste rechtspraak, van oordeel dat politieke partijen en pluralisme essentieel zijn voor het functioneren van de democratie. Het Hof meent dat de rechten van het (Europees) Ver- drag daarom ook gelden voor partijen die ideeën vertolken die aanstootgevend, choquerend of verontrustend zijn. 11 Anders dan de Afdeling gaat het Hof er echter van uit dat politieke partijen slechts de bescherming van het Verdrag kunnen inroepen indien hun gedachtegoed aan bepaalde (inhoudelijke) criteria voldoet. Dit zet het Hof uitgebreid uiteen in een (hiervoor geciteerde) uitspraak, Refah Partisi e.a. vs. Turkije. 12 Daarin overweegt het Hof: The possibility cannot be excluded that a political party, in pleading the rights enshrined in Article 11 and also in Articles 9 and 10 of the Convention, might attempt to derive therefrom the right to conduct what amounts in practice to activities intended to destroy the rights and freedoms set forth in the Convention and thus bring about the destruction of democracy. ( ) In view of the very clear link between the Convention and democracy ( ), no one must be authorised to rely on the Convention s provisions in order to weaken or destroy the ideals and values of a democratic society. 13 Het gewicht dat het Hof toekent aan de idealen en waarden van een democratische maatschappij stemt tot nadenken In de visie van het Hof is democratie mitsdien een materieel begrip: indien het gedachtegoed antidemocratisch is, kan de uitdrager van dat gedachtegoed geen beroep doen op de bescherming van het Verdrag. Het Hof impliceert dat de veranderingen waar de SGP naar streeft niet verenigbaar zijn met fundamentele democratische principes, maar licht niet toe waarom. De algemene beschouwing over democratie worden meteen gevolgd door enkele eveneens algemene overwegingen over het gelijkheidsbeginsel. Het Hof stelt dat het tot stand brengen van de gelijkheid van man en vrouw een belangrijk doel is van de lidstaten van de Raad van Europa. Dit brengt met zich dat zeer zwaarwegende gronden zouden moeten worden aangevoerd om een verschil in behandeling op grond van geslacht te kunnen aanmerken als verenigbaar met het Europees Verdrag, en dat de staat niet dient bij te dragen aan een standpunt waarin de rol van de man als primair wordt beschouwd, en die van de vrouw secundair. In samenhang bezien, suggereren de overwegingen van het Hof dat de SGP geen beroep kan doen op haar rechten onder het Verdrag, omdat hetgeen zij nastreeft namelijk het uitsluiten van vrouwen van het bekleden van politieke functies niet verenigbaar is met fundamentele democratische principes. In het licht van de betekenis die men thans in Europa (doorgaans) aan het begrip democratie toekent, komt dit oordeel ons begrijpelijk voor. De consensus binnen de lidstaten van de Raad van Europa luidt immers dat het passieve en actieve kiesrecht (in beginsel) aan zowel mannen als vrouwen toekomt, 2274 NEDERLANDS JURISTENBLAD AFL. 33

4 zodra zij een bepaalde leeftijdsgrens hebben bereikt. Het Hof beschouwt het uitgangspunt dat vrouwen hun politieke rechten op gelijke voet met mannen kunnen uitoefenen kennelijk als een van de fundamentele principes van de democratische maatschappij, en niet als een standpunt dat op democratische wijze weer zou kunnen worden afgeschaft. De grenzen die hiermee aan de democratische besluitvorming worden gesteld, zijn ook al in eerdere rechtspraak van het Hof getrokken. Zo heeft het Hof in (onder meer) het arrest Christian Democratic People s Party vs. Moldavië geoordeeld dat democratie niet slechts betekent dat de ideeën van de meerderheid bepalend zijn. Een balans moet worden gevonden waarbij ook minderheden eerlijk behandeld worden en de dominante positie van de meerderheid niet wordt uitgebuit. 14 In dit licht bezien dient ons inziens de overigens ongemotiveerde overweging van het Hof, dat niet doorslaggevend is dat geen vrouw de wens heeft uitgesproken om zich via de SGP verkiesbaar te stellen, te worden begrepen. Indien het uitgangspunt dat vrouwen op gelijke wijze als mannen hun politieke rechten kunnen uitoefenen, als fundamenteel democratisch principe wordt beschouwd, kan hierop immers geen inbreuk worden gemaakt met een beroep op de gevoelens die in (een deel van) de maatschappij leven. In het eerder genoemde arrest Refah Partisi heeft het Hof voorts stilgestaan bij de mogelijkheid dat totalitaire bewegingen, georganiseerd in politieke partijen, het afschaffen van de democratie nastreven. 15 Dit gevaar kan niet worden afgewend indien met de Afdeling wordt uitgegaan van een formele benadering van het begrip democratie. Door de meer materiële benadering van het Hof is dit wel mogelijk. Het Hof ontzegt politieke partijen met antidemocratische ideeën de bescherming van het Verdrag om het voortbestaan van de democratie te waarborgen. Dat zulke bewegingen de bescherming van het Verdrag niet kunnen inroepen, is mede in het licht van art. 17 EVRM, waarin (kort gezegd) is bepaald dat de rechten van het Verdrag niet mogen worden gebruikt om de rechten en vrijheden van het Verdrag te vernietigen niet verrassend. De te nemen maatregelen Vrouwen moeten bij de eerstvolgende verkiezing na 12 september gewoon verkiesbaar kunnen zijn op SGP-lijsten, aldus de PvdA in Trouw van 21 juli Met de bevestigende uitspraak van het Europese Hof is de stand van zaken dezelfde als na de uitspraak van de Hoge Raad: de staat dient effectieve maatregelen te nemen die er daadwerkelijk toe leiden dat de SGP het passief kiesrecht aan vrouwen toekent. De SGP ziet zelf geen juridische beletselen voor een vrouw om haar passief kiesrecht uit te oefenen binnen 9. EHRM 10 juli 2012, zaaknr /10 (SGP vs. Nederland), para ABRvS 5 december 2007, AB 2008/35, (m.nt. R.J.B. Schutgens), ro EHRM 13 februari 2003, zaaknrs. e.a. vs. Turkije), para Zie ook EHRM 30 januari 1998, zaaknr. 133/1996/752/951 (United Communist Party of Turkey e.a. vs. Turkije), para EHRM 13 februari 2003, zaaknrs. e.a. vs. Turkije). 13. Para EHRM 7 juli 2009, zaaknr /07 (Hyde Park e.a. vs. Moldavië), para. 51, EHRM 2 mei 2010, zaaknr /04 (Christian Democratic People s Party vs. Moldavië) en EHRM 29 april 1999, zaaknrs /94, 28331/95 en 28443/95 (Chassagnou e.a. vs. Frankrijk). 15. EHRM 13 februari 2003, zaaknrs. e.a. vs. Turkije), para Trouw 21 juli 2012 SGP moet vrouwen op kieslijst zetten. NEDERLANDS JURISTENBLAD AFL

5 Wetenschap Het Hof ontzegt politieke partijen met antidemocratische ideeën de bescherming van het Verdrag om het voortbestaan van de democratie te waarborgen de SGP. 17 Bij het vaststellen van de kieslijsten hanteert de SGP naar eigen zeggen geen formele selectiecriteria, anders dan dat het dient te gaan om leden die trouw zijn aan de beginselen en geschikt geacht kunnen worden om zich verkiesbaar te stellen. 18 De beginselen van de partij zijn vastgelegd in het Program van Beginselen, dat ook het zogeheten Vrouwenstandpunt bevat, namelijk de opvatting dat vrouwen geen politieke functies dienen te bekleden, zodat aan hen het passief kiesrecht in de algemeen vertegenwoordigende organen niet toekomt. Iemand die vindt dat een vrouw ook kan regeren is dus niet in staat de beginselen van de partij uit te dragen en zal niet op de SGP kieslijst worden geplaatst. De Hoge Raad constateerde dat dit juridisch bindend is: men kan alleen lid worden van de SGP als men haar grondslag en doelstelling (waaronder het Program van Beginselen) onderschrijft, zodat de (vrouwelijke) leden juridisch zijn gebonden aan onder andere het Vrouwenstandpunt. 19 Indien de SGP haar reglementen zodanig zou aanpassen dat het Vrouwenstandpunt niet meer uitdrukkelijk hoeft te worden onderschreven, worden de SGP-vrouwen niet langer door het interne recht van de SGP uitgesloten van het passief kiesrecht. 20 De SGP lijkt niet genegen haar reglementen zelf aan te passen. Uit de reactie van de SGP op de uitspraak van het Europese Hof blijkt dat zij de uitkomst zeer betreurt en bij het bepalen van haar vervolgstappen van belang acht hoe de staat zal reageren. 21 Daarmee is de staat dus aan zet. De Stichting proefprocessenfonds Clara Wichmann c.s. zullen er nauw op toezien dat de staat ook daadwerkelijk zal optreden en zullen niet schromen om verdere actie te ondernemen indien de staat het nemen van effectieve maatregelen nog langer uitstelt. De criteria waaraan de door de staat te nemen maatregelen moeten voldoen, volgen uit zowel de uitspraak van de Hoge Raad als de aanbevelingen bij het VN-Vrouwenverdrag. De Hoge Raad bepaalde dat het onaanvaardbaar is dat een politieke groepering bij het samenstellen van de kandidatenlijst in strijd handelt met een grondrecht dat de kiesrechten van alle burgers waarborgt, ook al berust dit handelen op een voor die groepering in haar godsdienstige of levensbeschouwelijke overtuiging wortelend beginsel. 22 Hiertegen moeten volgens de Hoge Raad, en het Europese Hof bevestigt deze uitspraak, maatregelen worden genomen die er daadwerkelijk toe leiden dat de SGP het passief kiesrecht aan vrouwen toekent. De staat moet daarbij een maatregel inzetten die effectief is, maar tegelijkertijd ook de minste inbreuk maakt op de grondrechten van de (leden van de) SGP. 23 Daar dient direct het eerste probleem zich aan. Zoals Van Ommeren terecht opmerkt in zijn annotatie bij de uitspraak van de Hoge Raad, kunnen deze twee criteria gemakkelijk met elkaar op gespannen voet staan: de meest effectieve maatregelen kunnen een aanzienlijke inbreuk maken op de grondrechten van de (leden van de) SGP. 24 Het VN-Vrouwenverdrag spreekt van het nemen van all appropriate measures to eliminate discrimination against women in the political and public life of the country ( ). 25 Het CEDAW-Comité (het Comité ), dat onder andere toezicht houdt op de naleving van het Vrouwenverdrag en hierover aanbevelingen opstelt, gaat nader in op de vraag wat passende maatregelen zijn in de zin van het Vrouwenverdrag. Dit zijn maatregelen die garanderen dat vrouwen, gelijk aan mannen, zowel de iure als de facto gebruik kunnen maken van het recht om zich verkiesbaar te stellen. 26 Volgens Holtmaat en Timmer wil dat zeggen dat zowel formele als materiële gelijkheid is beoogd door het Vrouwenverdrag. 27 Het Vrouwenverdrag heeft dus duidelijk maatregelen voor ogen met een bredere reikwijdte dan maatregelen die slechts de formele barrières wegnemen. Het Comité noemt enkele concrete maatregelen die de verdragspartijen kunnen nemen. Gedacht kan bijvoorbeeld worden aan het gebruik van quota. 28 Deze maatregel zou recht doen aan het doel en de strekking van het Vrouwenverdrag doordat niet alleen de iure maar ook de facto discriminatie wordt bestreden. Hierbij geldt echter hetzelfde als ten aanzien van de door de Hoge Raad geformuleerde criteria al is opgemerkt: maatregelen ter voorkoming van de facto discriminatie zijn weliswaar effectiever dan wettelijke bepalingen die een einde maken aan de iure discriminatie, maar zijn ook het meest ingrijpend met betrekking tot de grondrechten van de leden van de SGP. Volgens Schutgens en Sillen weegt dat laatste zwaarder dan de effectiviteit van de maatregelen, waardoor de staat het zou moeten laten bij maatregelen die een einde maken aan de de iure discriminatie. 29 Vele maatregelen die in meer of mindere mate binnen deze criteria passen zijn de revue inmiddels gepasseerd. Het is nu tijd dat de staat een keuze maakt uit deze maatregelen. In het hiernavolgende geven wij aan welke maatregelen onze voorkeur hebben. Wijziging Kieswet (1) quotum Ten eerste kan worden gedacht aan het opnemen van een bepaling in de Kieswet die voorschrijft dat op iedere kieslijst zowel mannen als vrouwen voorkomen. Tevens kunnen eisen worden gesteld aan het aantal personen op de lijst dat van hetzelfde geslacht is (een quotum) en/of hun welke plek zij krijgen toebedeeld op de kieslijst. 30 In België en Frankrijk bestaan al dergelijke systemen. In België is wettelijk bepaald dat het verschil tussen het aantal mannen en vrouwen op een kieslijst niet groter mag zijn dan één. De eerste twee plaatsen op de lijst mogen daarnaast niet worden bezet door personen van gelijk geslacht. 31 In Frankrijk dienen mannen en vrouwen om en om op de kieslijst te worden geplaatst NEDERLANDS JURISTENBLAD AFL. 33

6 Deze maatregel wordt ook voorgesteld in de aanbevelingen van het Comité omdat het de facto discriminatie het meest effectief bestrijdt. 33 Vrouwen zullen na een dergelijke wetswijziging daadwerkelijk op de kandidatenlijst moeten worden geplaatst. In zoverre is de maatregel effectiever dan bijvoorbeeld het eerder overwogen intrekken van de subsidie. 34 Met deze maatregel voldoet de staat dus aan de verplichting om maatregelen te nemen die er daadwerkelijk toe leiden dat de SGP vrouwen het passief kiesrecht toekent. Daarnaast heeft het Comité zijn zorg uitgesproken over het feit dat vrouwen in Nederland onvoldoende zijn vertegenwoordigd in hoge posities en dat Nederland het instellen van quota niet ondersteunt. 35 Het instellen van quota in België en Frankrijk heeft in deze landen in ieder geval geresulteerd in meer vrouwen in de politiek. Maatregelen ter voorkoming van de facto discriminatie zijn het meest ingrijpend met betrekking tot de grondrechten van de leden van de SGP Aan deze wijziging van de Kieswet zitten echter ook haken en ogen. Er gaan stemmen op dat deze maatregel wel een ernstige inperking is van de politieke verenigingsvrijheid, die niet alleen de SGP treft, maar ook andere politieke partijen. 36 Bovendien is niet duidelijk hoe effectief de maatregel in de praktijk zal zijn. Indien de SGP gedwongen vrouwen op de lijst plaatst, zonder de verplichting dat vrouwen en mannen om en om op de lijst moeten staan, is het niet waarschijnlijk dat de vrouwen in kwestie op een verkiesbare plaats terecht zullen komen. Zo zij al bovenaan de lijst zouden worden geplaatst of door middel van voorkeursstemmen een zetel zouden bemachtigen, dan nog zou de benoeming niet hoeven te worden aangenomen door de betreffende vrouw. Onder druk van partijgenoten of omgeving kan de zetel bijvoorbeeld alsnog worden afgestaan aan een mannelijke collega. Bovendien is niet zonder meer gezegd dat vrouwen binnen de SGP die vóór vrouwen op de kieslijst zijn, zich ook daadwerkelijk kandidaat zullen stellen indien dit wordt mogelijk gemaakt door invoering van een quotum. In Trouw van 21 juli 2012 reageerde Maaike Langelaar, een van de jonge vrouwelijke talenten binnen de SGP, dat hoewel zij vindt dat vrouwen politieke functies moeten kunnen bekleden namens de SGP en zij zelf een plek op de lijst zou overwegen indien zij zou worden gevraagd, zij niet thuis geeft als de partij een vrouw voor op de lijst zoekt omdat het nu eenmaal moet van de staat. 37 Wijziging Kieswet (2) geen discriminatie bij opstellen van de kieslijst Als tweede optie kan worden gedacht aan wijziging van de Kieswet door het opnemen van een bepaling die voorschrijft dat het centraal stembureau een kieslijst weigert indien deze is samengesteld op grond van een procedure waarin onderscheid wordt gemaakt, al dan niet naar geslacht. Een variatie van deze maatregel zou zijn het weigeren van registratie van een politieke vereniging indien uit haar statuten of daarop gebaseerde reglementen blijkt dat de partij onderscheid maakt, al dan niet naar geslacht. Deze maatregel behoeft zich niet te beperken tot het onderscheid op basis van geslacht. Politieke partijen moeten dus ook kunnen aantonen dat niet op andere gronden is gediscrimineerd. De kieslijstvariant verdient waarschijnlijk de voorkeur, omdat de andere variant gemakkelijk te omzeilen is. Een partij kan van registratie als partij afzien en de via een discriminatoire procedure tot stand gekomen lijst door de lijsstrekker op persoonlijke titel laten indienen. 38 Bij deze maatregel kan de kanttekening worden geplaatst dat niet zeker is of er vrouwen op de kieslijst komen te staan: met de juridische gelijkstelling van mannen en vrouwen binnen de SGP, en daarmee de beëindi session 1997, recomm.htm, par R. Holtmaat en A. Timmer, De SGPzaak anders bekeken. Naar een holistische uitleg van art. 7 VN-Vrouwenverdrag, NTM/NJCM-Bulletin 2011/nr. 4, p CEDAW-Comité, General Recommendation 23 on Political and Public Life, 16th session 1997, recomm.htm, par Annotatie van R.J.B. Schutgens en J.J.J. Sillen bij Hoge Raad 9 april 2010, JB 2010/ Zie voor een bespreking van deze maatregel onder andere de annotatie van R.J.B. Schutgens en J.J.J. Sillen bij Hoge Raad 9 april 2010, JB 2010/115, en R.J.B. Schutgens en J.J.J. Sillen, De SGP, het rechterlijk bevel en het kiesrecht, NJB 2010/855, afl. 17, p e.v. 31. Art. 117bis Algemeen Kieswetboek. 32. Art. L300 Code Électoral jo. art. 1 Constitution de la République Française, zie ook J. Peters en K. Bleeker, Staat moet SGP aanpakken maar ook subsidiëren. Over botsende grondrechten, NJB 2008/ CEDAW-Comité, General Recommendation 23 on Political and Public Life, 16th session 1997, recomm.htm, par Annotatie van J.L.W. Broeksteeg bij Hoge Raad 9 april 2010, Gst. 2010/ CEDAW-Comité, Concluding comments of the Committee on the Elimination of Discrimination against Women: Netherlands, 37 th session 2007, womenwatch/daw/cedaw/cedaw25years/ content/english/concluding_com- MENTS/Netherlands/Netherlands-CO-4. pdf, par Annotatie van J.L.W. Broeksteeg bij Hoge Raad 9 april 2010, Gst. 2010/63, R.J.B. Schutgens en J.J.J. Sillen, De SGP, het rechterlijk bevel en het kiesrecht, NJB 2010/855, afl. 17, p e.v. 37. Trouw 21 juli 2012 Geen vrouw die klaagt, dus waar hebben we het over? 38. R.J.B. Schutgens en J.J.J. Sillen, De SGP, het rechterlijk bevel en het kiesrecht, NJB 2010/855, afl. 17, p e.v. ten-en-publicaties/brieven/2011/04/08/ antwoordbrief-sgp-kiesrecht-vrouwen.html. 18. Ibid. 19. Hoge Raad 9 april 2010, AB 2010/190, m.nt. F.J. van Ommeren, rov R.J.B. Schutgens en J.J.J. Sillen, De SGP, het rechterlijk bevel en het kiesrecht, NJB 2010/855, afl. 17, p e.v wli#content. 22. Hoge Raad 9 april 2010, AB 2010/190, m.nt. F.J. van Ommeren, ro Ro Annotatie van F.J. van Ommeren bij Hoge Raad 9 april 2010, AB 2010/ Art. 7 VN-Vrouwenverdrag. 26. CEDAW-Comité, General Recommendation 23 on Political and Public Life, 16th NEDERLANDS JURISTENBLAD AFL

7 Wetenschap ging van de formele ongelijkheid, is niet gezegd dat ook een einde wordt gemaakt aan de de facto discriminatie. Vrouwen die zich kandidaat willen stellen kunnen bijvoorbeeld afgewezen worden op andere gronden dan hun geslacht, terwijl hun geslacht feitelijk de doorslag heeft gegeven. Daarnaast kan het lastig zijn om te beoordelen of een kieslijst door middel van een discriminatoire selectie(procedure) is samengesteld. Op dit moment zijn drie van de vijf leden van het dagelijks bestuur van de SGP-jongeren nota bene vrouw Anderzijds zijn door deze maatregel de formele barrières verwijderd zodat, wanneer er vrouwen binnen de SGP zijn die zich kandidaat willen stellen, zij daartoe de mogelijkheid hebben. Zoals Riet Grabijn-van Putten in 1984 uitwees door, voordat het lidmaatschap van vrouwen werd verboden, lid te worden van de SGP, blijken er vanzelf vrouwen in SGP-kringen naar voren te komen die actief willen zijn binnen de partij. Uit onderzoek van Barbara Oomen c.s. blijkt dat onder de SGP-stemmers 31% van de SGP-leden en 46% van de niet-leden het niet eens is met het Vrouwenstandpunt. 39 Uit een onderzoek uit 2003 van de SGP-jongeren onder gereformeerde jongeren blijkt dat onder de jongere generatie zelfs een ruime meerderheid (70,5% van alle geïnterviewde jongeren, 57,8% van de jonge SGP-stemmers) voor een vrouwelijk Kamerlid is. 40 Het ledenbestand van de SGP-jongeren bestond in 2003 al voor de helft uit vrouwen. 41 Op dit moment zijn drie van de vijf leden van het dagelijks bestuur van de SGP-jongeren nota bene vrouw. 42 In zoverre is er dus al een beweging gaande waarbij vrouwen een actievere rol innemen binnen de partij. Wellicht dat deze jongere generatie, die volgens eigen onderzoek in meerderheid vóór de toelating van vrouwen op de kieslijst is, op den duur vanzelf vrouwen voortbrengt die zich verkiesbaar zouden willen, en dan ook kunnen, stellen. Het is daarnaast een relatief eenvoudige oplossing waar de SGP en andere Nederlandse politieke partijen zonder al te veel moeite aan kunnen voldoen. Bovendien blijft de inbreuk op de grondrechten van (de leden van) de SGP en andere politieke partijen tot een minimum beperkt. In zoverre past deze maatregel het beste binnen de door de Hoge Raad geformuleerde criteria. Meerdere auteurs zijn eveneens van mening dat het wegnemen van de formele barrières voor de hand ligt en/of de voorkeur verdient. 43 Slotsom Voor wat betreft de effectieve maatregelen die nu door de staat dienen te worden genomen om ervoor te zorgen dat de SGP het passief kiesrecht daadwerkelijk aan vrouwen toekent, lijkt de voorkeur uit te gaan naar de aanpassing van de Kieswet waarbij wordt gewaarborgd dat bij het opstellen van de kieslijsten niet wordt gediscrimineerd. Hoewel deze maatregel niet direct de facto discriminatie tegengaat en een minder vergaande maatregel is dan het invoeren van een quotum, zal de maatregel op de lange termijn vermoedelijk wel effect sorteren. Belangrijk is dat als er SGP-vrouwen zijn die zich kandidaat willen stellen, zij hiertoe straks het recht hebben. Hiervan dient geen verplichting te worden gemaakt. Het is vervolgens aan de SGP-vrouwen zelf om te bepalen hoe zij van dit recht gebruik willen maken. 39. B. Oomen, J. Guijt, I. Meijvogel, M. Ploeg en N. Rijke, Van Walswetten en de Wil van God. Orthodox-protestantse perspectieven op de gelijkebehandelingszaken, NJB 2010/165, afl. 4, p. 216 e.v. 40. Meerwaarde van een Minderheid : nctrue/sp775/letter=m/standid=3228/ index.html en het artikel in het Reformatorisch Dagblad over de uitkomsten van het onderzoek: hoofdpunten/jongeren_sgp_voor_vrouwelijk_kamerlid_1_ Meerwaarde van een Minderheid : sp775/letter=m/standid=3228/index.html R.J.B. Schutgens en J.J.J. Sillen, De SGP, het rechterlijk bevel en het kiesrecht, NJB 2010/855, afl. 17, p e.v., annotatie van F.J. van Ommeren bij Hoge Raad 9 april 2010, AB 2010/ NEDERLANDS JURISTENBLAD AFL. 33

Het passief kiesrecht, de staat en de SGP

Het passief kiesrecht, de staat en de SGP Arrest HR 9 april 2010, LJN BK4549 (Staat der Nederlanden vs. Stichting Clara Wichmann en anderen) Onderwerp De Staat der Nederlanden handelt onrechtmatig door te dulden dat de SGP vrouwen uitsluit van

Nadere informatie

Op papier mogen vrouwen meedoen

Op papier mogen vrouwen meedoen NRC, 16 maart 2013 Politiek ongeschikt, maar vooruit. SGP-vrouwen mogen op de kieslijst Lex Boon Een vrouw die sinds twee maanden lid is van de SGP luistert naar partijleider Kees van der Staaij tijdens

Nadere informatie

PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen

PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen The following full text is a publisher's version. For additional information about this publication click this link. http://hdl.handle.net/2066/85082

Nadere informatie

Onverenigbaar met de verenigingsvrijheid

Onverenigbaar met de verenigingsvrijheid TVCR OKTOBER 2010 DE STELLING 443 Onverenigbaar met de verenigingsvrijheid A.B. TERLOUW 1 De redactie heeft me gevraagd deze stelling te bestrijden. Dat doe ik graag, hoewel ik ook wel enige kritiek heb

Nadere informatie

WERKOPDRACHT 3 RECHT OP POLITIEKE VRIJHEID. 1. Inleiding

WERKOPDRACHT 3 RECHT OP POLITIEKE VRIJHEID. 1. Inleiding WERKOPDRACHT 3 RECHT OP POLITIEKE VRIJHEID 1. Inleiding ( ) 2. Verplichte literatuur - D.J. Elzinga en R. De Lange en H.G. Hoogers, Van der Pot. Handboek van het Nederlandse staatrecht, 16 de druk, Deventer:

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2017:1856

ECLI:NL:RVS:2017:1856 ECLI:NL:RVS:2017:1856 Instantie Raad van State Datum uitspraak 12-07-2017 Datum publicatie 12-07-2017 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201608063/1/A2 Eerste

Nadere informatie

De SGP-zaak: Europees Hof bewijst democratie en mensenrechten geen dienst

De SGP-zaak: Europees Hof bewijst democratie en mensenrechten geen dienst JURISPRUDENTIE EN WETGEVING De SGP-zaak: Europees Hof bewijst democratie en mensenrechten geen dienst Arrest Staatkundig Gereformeerde Partij vs. Nederland, EHRM 10 juli 2012, Application no. 58369/10.

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2013 2014 33 344 Voorstel van wet van de leden Dijkstra en Schouw tot wijziging van het Burgerlijk Wetboek en de Algemene wet gelijke behandeling met betrekking

Nadere informatie

Het medezeggenschapsreglement mag het aantal aaneengesloten zittingsperiodes in de MR niet beperken. UITSPRAAK

Het medezeggenschapsreglement mag het aantal aaneengesloten zittingsperiodes in de MR niet beperken. UITSPRAAK 107381 Het medezeggenschapsreglement mag het aantal aaneengesloten zittingsperiodes in de MR niet beperken. in het geding tussen: UITSPRAAK de medezeggenschapsraad van A, gevestigd te G, H en J, verzoeker,

Nadere informatie

I n z a k e: T e g e n:

I n z a k e: T e g e n: HOGE RAAD DER NEDERLANDEN Datum : 1 juni 2018 Zaaknr. : 18/01151 VERWEERSCHRIFT MET VOORWAARDELIJK INCIDENTEEL CASSATIEBEROEP I n z a k e: 1 Stichting SDB Gevestigd te Stichtse Vecht 2 Stichting Euribar

Nadere informatie

1 of 17 14/01/2013 14:49

1 of 17 14/01/2013 14:49 LJN: BC0619, Gerechtshof 's-gravenhage, 05/1725 Datum uitspraak: Datum publicatie: Rechtsgebied: 20-12-2007 20-12-2007 Civiel overig Soort procedure: Hoger beroep Inhoudsindicatie: Collectieve actie tegen

Nadere informatie

Eerste aanleg: ECLI:NL:RBAMS:2015:7924, Meerdere afhandelingswijzen. Algemene wet bestuursrecht 8:4 Gemeentewet Gemeentewet 83 Kieswet

Eerste aanleg: ECLI:NL:RBAMS:2015:7924, Meerdere afhandelingswijzen. Algemene wet bestuursrecht 8:4 Gemeentewet Gemeentewet 83 Kieswet ECLI:NL:RVS:2016:934 Instantie Raad van State Datum uitspraak 06-04-2016 Datum publicatie 06-04-2016 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201600302/1/A2 Eerste

Nadere informatie

Wob en Wbp. Wob en Wbp. Basisnormen. Basisnormen Wbp. Persoonsgegevens. Persoonsgegeven. Datum Datum

Wob en Wbp. Wob en Wbp. Basisnormen. Basisnormen Wbp. Persoonsgegevens. Persoonsgegeven. Datum Datum Wob en Wbp 1 2 Wob en Wbp Basisnormen Wbp 27 oktober 2011 Stadhuis Assen Mr. dr. Aline Klingenberg Ontwikkelingen Wob Afweging tussen beide Basisnormen Wbp Verdrag van Straatsburg uit 1981, EU richtlijn

Nadere informatie

de voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

de voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal > Retouradres Postbus 20201 2500 EE Den Haag de voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Korte Voorhout 7 2511 CW Den Haag Postbus 20201 2500 EE Den Haag www.rijksoverheid.nl Datum 22 augustus

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Raad vanstate 201108181/3/V4. Datum uitspraak: 9 augustus 2011 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak van de voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op een verzoek om het treffen

Nadere informatie

Module Verkiezingen 2017/331

Module Verkiezingen 2017/331 ECLI:NL:RVS:2017:363 Instantie Raad van State Datum uitspraak 13-02-2017 Datum publicatie 13-02-2017 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201701125/1/A2 Bestuursrecht Eerste

Nadere informatie

IN NAAM DER KONINGIN

IN NAAM DER KONINGIN 2 januari 1987 Eerste Kamer Nr. 12.932 RF/AT IN NAAM DER KONINGIN Hoge Raad der Nederlanden Arrest in de zaak van: "VASTELOAVESVEREINIGING DE ZAWPENSE", gevestigd te Grevenbricht, gemeente Born EISERES

Nadere informatie

ECLI:NL:CRVB:2017:172

ECLI:NL:CRVB:2017:172 ECLI:NL:CRVB:2017:172 Instantie Datum uitspraak 13-01-2017 Datum publicatie 19-01-2017 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Centrale Raad van Beroep 15/4485 AOW Socialezekerheidsrecht

Nadere informatie

PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen

PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen The following full text is a publisher's version. For additional information about this publication click this link. http://hdl.handle.net/2066/85508

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van: Raad vanstate 201109405/1 /V4. Datum uitspraak: 20 september 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep

Nadere informatie

De Minister van Veiligheid en Justitie. Postbus 20301 2500 EH Den Haag. Advies wetsvoorstel toevoegen gegevens aan procesdossier minderjarige

De Minister van Veiligheid en Justitie. Postbus 20301 2500 EH Den Haag. Advies wetsvoorstel toevoegen gegevens aan procesdossier minderjarige POSTADRES Postbus 93374, 2509 AJ Den Haag BEZOEKADRES Juliana van Stolberglaan 4-10 TEL 070-88 88 500 FAX 070-88 88 501 INTERNET www.cbpweb.nl www.mijnprivacy.nl AAN De Minister van Veiligheid en Justitie

Nadere informatie

DEEL III. Het bestuursprocesrecht

DEEL III. Het bestuursprocesrecht DEEL III Het bestuursprocesrecht Inleiding op deel III In het voorgaande deel is het regelsysteem van art. 48 (oud) Rv besproken voor zover dit relevant was voor art. 8:69 lid 2 en 3 Awb. In dit deel

Nadere informatie

betreft: [klager] datum: 8 september 2014

betreft: [klager] datum: 8 september 2014 nummer: 14/794/GA betreft: [klager] datum: 8 september 2014 De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat

Nadere informatie

Noot onder Vzr. Rb. Amsterdam 25 november 2010, B (Nestlé/Mars)

Noot onder Vzr. Rb. Amsterdam 25 november 2010, B (Nestlé/Mars) De art. 6:193a e.v. BW, art. 6:194 BW en art. 6:194a BW Paul Geerts, Rijksuniversiteit Groningen Noot onder Vzr. Rb. Amsterdam 25 november 2010, B9 9243 (Nestlé/Mars) 1. In Vzr. Rb. Amsterdam 25 november

Nadere informatie

Op 18 november 2009 heeft het raadslid Flos (VVD) onderstaande motie ingediend:

Op 18 november 2009 heeft het raadslid Flos (VVD) onderstaande motie ingediend: Reactie van het College van B en W op de motie inzake Aanpak Discriminatie Amsterdam (openstellen functies voor iedereen bij ingehuurde organisaties) van het raadslid Flos (VVD) van 18 november 2009. Op

Nadere informatie

ECLI:NL:CRVB:2009:BI9049

ECLI:NL:CRVB:2009:BI9049 ECLI:NL:CRVB:2009:BI9049 Instantie Datum uitspraak 28-05-2009 Datum publicatie 22-06-2009 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Centrale Raad van Beroep 07-4976 AOW Bestuursrecht

Nadere informatie

Rapport. Een onderzoek naar een klacht over informatieverstrekking aan derden. Oordeel

Rapport. Een onderzoek naar een klacht over informatieverstrekking aan derden. Oordeel Rapport Een onderzoek naar een klacht over informatieverstrekking aan derden. Oordeel Op basis van het onderzoek vindt de Nationale ombudsman de klacht over het Openbaar Ministerie gedeeltelijk gegrond.

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK 201403327/1/A2. Datum uitspraak: 24 april 2014 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak in het geding tussen: en de vereniging Vrouwen Partij, gevestigd te Den Haag, appellante, het centraal stembureau voor

Nadere informatie

Desgevraagd hebt u te kennen gegeven geen gebruik te willen maken van het recht te worden gehoord naar aanleiding van uw bezwaar.

Desgevraagd hebt u te kennen gegeven geen gebruik te willen maken van het recht te worden gehoord naar aanleiding van uw bezwaar. > Retouradres Postbus 20201 2500 EE Den Haag Korte Voorhout 7 2511 CW Den Haag Postbus 20201 2500 EE Den Haag www.rijksoverheid.nl Datum 15 april 2019 Betreft beslissing op uw bezwaar tegen het Wob-besluit

Nadere informatie

ECLI:NL:CRVB:2016:606

ECLI:NL:CRVB:2016:606 ECLI:NL:CRVB:2016:606 Instantie Datum uitspraak 29-02-2016 Datum publicatie 29-02-2016 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Centrale Raad van Beroep 13/6413 AW Bestuursrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:CRVB:2016:3181

ECLI:NL:CRVB:2016:3181 ECLI:NL:CRVB:2016:3181 Instantie Datum uitspraak 22-08-2016 Datum publicatie 29-08-2016 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Centrale Raad van Beroep 16/3877 PW-VV Socialezekerheidsrecht

Nadere informatie

Interventie Syrië. Faculteit der Rechtsgeleerdheid Afdeling Internationaal en Europees recht

Interventie Syrië. Faculteit der Rechtsgeleerdheid Afdeling Internationaal en Europees recht Faculteit der Rechtsgeleerdheid Afdeling Internationaal en Europees recht Oudemanhuispoort 4-6 1012 CN Amsterdam Postbus 1030 1000 BA Amsterdam T 020 5252833 Interventie Syrië Datum 29 augustus 2013 Opgemaakt

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2017:1318

ECLI:NL:RVS:2017:1318 ECLI:NL:RVS:2017:1318 Instantie Raad van State Datum uitspraak 17-05-2017 Datum publicatie 17-05-2017 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201607764/1/A2 Bestuursrecht Hoger

Nadere informatie

JPF 2013/115 Rechtbank Den Haag 11 februari 2013, C/09/419508 FA RK 12-3722; ECLI:NL:RBDHA:2013:BZ3284. ( mr. Brakel )

JPF 2013/115 Rechtbank Den Haag 11 februari 2013, C/09/419508 FA RK 12-3722; ECLI:NL:RBDHA:2013:BZ3284. ( mr. Brakel ) JPF 2013/115 Rechtbank Den Haag 11 februari 2013, C/09/419508 FA RK 12-3722; ECLI:NL:RBDHA:2013:BZ3284. ( mr. Brakel ) [De minderjarige], geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats], Frankrijk, wonende

Nadere informatie

afspraken die in het Najaarsoverleg 2008 zijn gemaakt. Volstaan wordt dan ook met hiernaar te verwijzen.

afspraken die in het Najaarsoverleg 2008 zijn gemaakt. Volstaan wordt dan ook met hiernaar te verwijzen. Reactie op de brief van de Nederlandse Orde van Advocaten (NOvA) inzake het wetsvoorstel tot wijziging van Boek 7, titel 10, van het Burgerlijk Wetboek in verband met het limiteren van de hoogte van de

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op de hoger beroepen van:

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op de hoger beroepen van: Raad vanstatc 201105933/1/V2. Datum uitspraak: 6 september 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op de hoger beroepen

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Raad vanstate 200607461/1. Datum uitspraak: 11 juli 2007 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak op het hoger beroep van: vennootschap onder firma appellante,, gevestigd te tegen de uitspraak in zaak nos.

Nadere informatie

Ontvankelijkheid. Klacht over (nog) niet verrichte handeling. Tuchtrechtelijke laakbaarheid van handelwijze in gerechtelijke procedure.

Ontvankelijkheid. Klacht over (nog) niet verrichte handeling. Tuchtrechtelijke laakbaarheid van handelwijze in gerechtelijke procedure. Ontvankelijkheid. Klacht over (nog) niet verrichte handeling. Tuchtrechtelijke laakbaarheid van handelwijze in gerechtelijke procedure. De koper van een woning (klager) verwijt de verkopend makelaar (beklaagde)

Nadere informatie

Wat is een constitutie?

Wat is een constitutie? Wat is een constitutie? Veel landen op de wereld worden op een democratische manier bestuurd. Een democratie staat echter niet op zichzelf. Bij een democratie hoort namelijk een rechtsstaat. Democratie

Nadere informatie

Zaaknummer: 2000/026 en 2000/026.1 Rechter(s): mr. Olivier Datum uitspraak: 22 mei 2000 X tegen het college van bestuur van de Universiteit Leiden

Zaaknummer: 2000/026 en 2000/026.1 Rechter(s): mr. Olivier Datum uitspraak: 22 mei 2000 X tegen het college van bestuur van de Universiteit Leiden Zaaknummer: 2000/026 en 2000/026.1 Rechter(s): mr. Olivier Datum uitspraak: 22 mei 2000 Partijen: X tegen het college van bestuur van de Universiteit Leiden Trefwoorden: Algemeen verbindend voorschrift,

Nadere informatie

het college van bestuur van de Universiteit Leiden, gevestigd te Leiden, verweerder.

het college van bestuur van de Universiteit Leiden, gevestigd te Leiden, verweerder. Zaaknummer: 2008/008 Rechter(s): mrs. Loeb, Lubberdink, Mollee Datum uitspraak: 20 juni 2008 Partijen: appellant tegen college van bestuur van de Universiteit Leiden Trefwoorden: Bijzondere omstandigheden,

Nadere informatie

Bij brief van 19 februari 2003 heeft het college een verweerschrift ingediend.

Bij brief van 19 februari 2003 heeft het college een verweerschrift ingediend. Raad van State, 200300512/1 Datum uitspraak: 29-10-2003 Datum publicatie: 29-10-2003 Rechtsgebied: Bestuursrecht overig Soort procedure: Eerste aanleg - meervoudig Inhoudsindicatie: Bij besluit van 17

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Raad vanstatc 201106725/1/V1. Datum uitspraak: 3 juli 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: de Awb) op het

Nadere informatie

* vanstate /1/V1. Datum uitspraak: 13 juli 2012

* vanstate /1/V1. Datum uitspraak: 13 juli 2012 : * fc. Raad * vanstate 201100831/1/V1. Datum uitspraak: 13 juli 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger

Nadere informatie

ECLI:NL:CRVB:2014:3478

ECLI:NL:CRVB:2014:3478 ECLI:NL:CRVB:2014:3478 Uitspraak 14/5824 WWB-VV 27 oktober 2014 Centrale Raad van Beroep Voorzieningenrechter Uitspraak op het verzoek om voorlopige voorziening Partijen: [Verzoekster]te [woonplaats] (verzoekster)

Nadere informatie

EUROPESE COMMISSIE TEGEN RACISME EN INTOLERANTIE

EUROPESE COMMISSIE TEGEN RACISME EN INTOLERANTIE CRI(97)36 Version néerlandaise Dutch version EUROPESE COMMISSIE TEGEN RACISME EN INTOLERANTIE TWEEDE ALGEMENE BELEIDSAANBEVELING VAN DE ECRI: SPECIALE ORGANEN OP NATIONAAL NIVEAU GERICHT OP DE BESTRIJDING

Nadere informatie

Wat is een constitutie?

Wat is een constitutie? Wat is een constitutie? 2 Veel landen op de wereld worden op een democratische manier bestuurd. Een democratie staat echter niet op zichzelf. Bij een democratie hoort namelijk een rechtsstaat. Democratie

Nadere informatie

Rolnummer 5678. Arrest nr. 108/2014 van 17 juli 2014 A R R E S T

Rolnummer 5678. Arrest nr. 108/2014 van 17 juli 2014 A R R E S T Rolnummer 5678 Arrest nr. 108/2014 van 17 juli 2014 A R R E S T In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 418, eerste lid, van het Wetboek van strafvordering, gesteld door het Hof van Cassatie.

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Raad vanstate 201110635/1/V1. Datum uitspraak: 15 november 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: de Awb) op

Nadere informatie

PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen

PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen The following full text is a publisher's version. For additional information about this publication click this link. http://hdl.handle.net/2066/73976

Nadere informatie

PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen

PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen The following full text is a publisher's version. For additional information about this publication click this link. http://hdl.handle.net/2066/74274

Nadere informatie

Hof van Discipline Zitting van 19 juni 2017 te uur Kenmerk: art. 515 lid 4 Sv en daartoe overwogen:

Hof van Discipline Zitting van 19 juni 2017 te uur Kenmerk: art. 515 lid 4 Sv en daartoe overwogen: Hof van Discipline Zitting van 19 juni 2017 te 14.30 uur Kenmerk: 160102 PLEITNOTA Inzake: Deken orde van Advocaten Den Haag - mr. M.J.F. Stelling Raadsman: W.H. Jebbink Geen ontzegging tot onafhankelijke

Nadere informatie

1. Onderwerp van de klacht schending van wetenschappelijke integriteit bij uitbrengen deskundigenbericht aan rechtbank

1. Onderwerp van de klacht schending van wetenschappelijke integriteit bij uitbrengen deskundigenbericht aan rechtbank 2011 1. Onderwerp van de klacht schending van wetenschappelijke integriteit bij uitbrengen deskundigenbericht aan rechtbank 2. Advies Commissie Wetenschappelijke Integriteit KLACHT Bij brief van 2010,

Nadere informatie

LJN: BB9493, Raad van State, 200609224/1 Datum uitspraak: Datum publicatie: Rechtsgebied: 05-12-2007 05-12-2007 Bestuursrecht overig Soort procedure: Hoger beroep Inhoudsindicatie: Bij besluit van 20 december

Nadere informatie

Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State Datum 27 januari 2016 ECLI:NL:RVS:2016:155

Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State Datum 27 januari 2016 ECLI:NL:RVS:2016:155 M en R 2016 afl. 5 Eventuele toekomstige gaswinning hoeft niet te worden betrokken bij de beoordeling of in verband met de exploratieboring een milieueffectrapport moet worden gemaakt. Instantie Afdeling

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2014:3368

ECLI:NL:RVS:2014:3368 ECLI:NL:RVS:2014:3368 Instantie Raad van State Datum uitspraak 10-09-2014 Datum publicatie 10-09-2014 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201311559/1/A4 Eerste

Nadere informatie

ECLI:NL:RBAMS:2016:1678

ECLI:NL:RBAMS:2016:1678 ECLI:NL:RBAMS:2016:1678 Instantie Rechtbank Amsterdam Datum uitspraak 24-03-2016 Datum publicatie 29-03-2016 Zaaknummer KK EXPL 16-200 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht

Nadere informatie

In cassatie op : ECLI:NL:GHAMS:2013:417, (Gedeeltelijke) vernietiging en zelf afgedaan Conclusie: ECLI:NL:PHR:2014:1483

In cassatie op : ECLI:NL:GHAMS:2013:417, (Gedeeltelijke) vernietiging en zelf afgedaan Conclusie: ECLI:NL:PHR:2014:1483 ECLI:NL:HR:2014:2652 Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 09-09-2014 Datum publicatie 10-09-2014 Zaaknummer 13/01257 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie In cassatie op

Nadere informatie

PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen

PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen The following full text is a publisher's version. For additional information about this publication click this link. http://hdl.handle.net/2066/37837

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2015:3233

ECLI:NL:RVS:2015:3233 ECLI:NL:RVS:2015:3233 Instantie Raad van State Datum uitspraak 21-10-2015 Datum publicatie 21-10-2015 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201500429/1/A2 Eerste

Nadere informatie

Toelichting bij brief aan Stas Klijnsma dd. 14 maart 2014, P.C./MVE/ Mag een pensioenfonds gewogen stemverhoudingen hanteren in het bestuur?

Toelichting bij brief aan Stas Klijnsma dd. 14 maart 2014, P.C./MVE/ Mag een pensioenfonds gewogen stemverhoudingen hanteren in het bestuur? Toelichting bij brief aan Stas Klijnsma dd. 14 maart 2014, P.C./MVE/2014.160 Mag een pensioenfonds gewogen stemverhoudingen hanteren in het bestuur? Pensioenfondsbesturen bereiden zich voor op hun nieuwe

Nadere informatie

Gewetensbezwaarde ambtenaren

Gewetensbezwaarde ambtenaren Opgave 1 Gewetensbezwaarde ambtenaren Bij deze opgave horen de teksten 1 tot en met 3 uit het bronnenboekje. Inleiding Op 3 september 2012 ondertekenden diverse politieke partijen het zogenaamde Roze Stembusakkoord.

Nadere informatie

Rapport. Rapport over een klacht over de Dienst Terugkeer en Vertrek te Den Haag. Datum: 14 mei 2012. Rapportnummer: 2012/081

Rapport. Rapport over een klacht over de Dienst Terugkeer en Vertrek te Den Haag. Datum: 14 mei 2012. Rapportnummer: 2012/081 Rapport Rapport over een klacht over de Dienst Terugkeer en Vertrek te Den Haag. Datum: 14 mei 2012 Rapportnummer: 2012/081 2 Klacht Verzoekster, een advocaat, klaagt erover dat de Dienst Terugkeer en

Nadere informatie

Opinie inzake HvJ EG 21 februari 2008, zaak C-412/04 (Commissie-Italië)

Opinie inzake HvJ EG 21 februari 2008, zaak C-412/04 (Commissie-Italië) Opinie inzake HvJ EG 21 februari 2008, zaak C-412/04 (Commissie-Italië) De artikelen 43 EG en 49 EG leggen overigens geen algemene verplichting tot gelijke behandeling op, maar een verbod van discriminatie

Nadere informatie

ECLI:NL:RBMNE:2014:5220

ECLI:NL:RBMNE:2014:5220 ECLI:NL:RBMNE:2014:5220 Instantie Datum uitspraak 23-10-2014 Datum publicatie 28-10-2014 Rechtbank Midden-Nederland Zaaknummer AWB - 14 _ 2227 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Bestuursrecht

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van: Raad vanstate 201111794/1 A/2. Datum uitspraak: 12 oktober 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep

Nadere informatie

ECLI:NL:RBOVE:2013:3359

ECLI:NL:RBOVE:2013:3359 ECLI:NL:RBOVE:2013:3359 Instantie Rechtbank Overijssel Datum uitspraak 17-12-2013 Datum publicatie 19-12-2013 Zaaknummer Awb 13/843 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Bestuursrecht Eerste

Nadere informatie

ECLI:NL:PHR:2008:BD1383 Parket bij de Hoge Raad Datum uitspraak Datum publicatie

ECLI:NL:PHR:2008:BD1383 Parket bij de Hoge Raad Datum uitspraak Datum publicatie ECLI:NL:PHR:2008:BD1383 Instantie Parket bij de Hoge Raad Datum uitspraak 20-06-2008 Datum publicatie 20-06-2008 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken - Inhoudsindicatie C07/041HR

Nadere informatie

» Samenvatting. JPF 2013/101 Rechtbank Den Haag 22 mei 2013, C/09/416244; ECLI:NL:RBDHA:2013:CA2361. ( mr. Bellaart mr. Brakel mr.

» Samenvatting. JPF 2013/101 Rechtbank Den Haag 22 mei 2013, C/09/416244; ECLI:NL:RBDHA:2013:CA2361. ( mr. Bellaart mr. Brakel mr. JPF 2013/101 Rechtbank Den Haag 22 mei 2013, C/09/416244; ECLI:NL:RBDHA:2013:CA2361. ( mr. Bellaart mr. Brakel mr. Brandt ) [De man] te [woonplaats], hierna: de man, advocaat: mr. C.A. Lucardie te s-gravenhage.

Nadere informatie

ADVIES. Inleiding. Voorstel. Commentaar. inzake

ADVIES. Inleiding. Voorstel. Commentaar. inzake ADVIES inzake Voorstel van wet van het Tweede-Kamerlid Halsema, houdende verklaring dat er grond bestaat een voorstel in overweging te nemen tot verandering in de Grondwet, strekkende tot invoering van

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Raad vanstate 20Ï1Ö6836/1/V2. Datum uitspraak: 6 februari 2013 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: de Awb) op

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Raad van State 201200615/1/V4. Datum uitspraak: 13 november 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: de Awb) op

Nadere informatie

prof. mr. F.R. Salomons (voorzitter), mr. A. Bus, mr. J.B. Fleers, mr. A. Rutten-Roos en mr. FP. Peijster.

prof. mr. F.R. Salomons (voorzitter), mr. A. Bus, mr. J.B. Fleers, mr. A. Rutten-Roos en mr. FP. Peijster. GCHB 2012-451 Uitspraak van 7 juni 2012 prof. mr. F.R. Salomons (voorzitter), mr. A. Bus, mr. J.B. Fleers, mr. A. Rutten-Roos en mr. FP. Peijster. Aanvraag levensverzekering geweigerd. Geschillencommissie

Nadere informatie

10 Uitspraak Hoge Raad

10 Uitspraak Hoge Raad 10 Uitspraak Hoge Raad Aan de orde is het debat naar aanleiding van een algemeen overleg op 7 juni 2011 over de uitspraak van de Hoge Raad over de SGP. Ik heet welkom de minister van Binnenlandse Zaken

Nadere informatie

Landelijk Register van Gerechtelijke Deskundigen, LRGD. Raad voor de Tuchtrechtspraak U I T S P R A A K

Landelijk Register van Gerechtelijke Deskundigen, LRGD. Raad voor de Tuchtrechtspraak U I T S P R A A K Landelijk Register van Gerechtelijke Deskundigen, LRGD Raad voor de Tuchtrechtspraak U I T S P R A A K Inzake de klacht van [Klaagster BV], gevestigd te [gemeente] aan de [adres], hierna te noemen klaagster,

Nadere informatie

Algemeen Dagblad T.a.v. Postbus TC ROTTERDAM

Algemeen Dagblad T.a.v. Postbus TC ROTTERDAM 1 > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Algemeen Dagblad T.a.v. Postbus 8983 3009 TC ROTTERDAM Turfmarkt 147 2511 DP Den Haag Postbus 20301 2500 EH Den Haag www.rijksoverheid.nl/venj Contactpersoon

Nadere informatie

Verplichte deelneming directeur in pensioenfonds PGGM

Verplichte deelneming directeur in pensioenfonds PGGM Verplichte deelneming directeur in pensioenfonds PGGM Mr. Z. Kasim 1 HR 13 juli 2007, nr. C05/331, LJN BA231 Verplichte deelneming pensioenfonds, criteria arbeidsovereenkomst BW artikel 7: 610, artikel

Nadere informatie

Opinie inzake Voorzieningenrechter Rechtbank Utrecht 17 augustus 2007, LJN: BB1867 (Sint Antonius Ziekenhuis)

Opinie inzake Voorzieningenrechter Rechtbank Utrecht 17 augustus 2007, LJN: BB1867 (Sint Antonius Ziekenhuis) Opinie inzake Voorzieningenrechter Rechtbank Utrecht 17 augustus 2007, LJN: BB1867 (Sint Antonius Ziekenhuis) mr. J.C. (Kees) van de Water, KW Legal, juli 2008 Aan de orde in onderhavige zaak is (mede)

Nadere informatie

SCHOTELANTENNES. Wettelijk kader

SCHOTELANTENNES. Wettelijk kader SCHOTELANTENNES Ondanks de technologische ontwikkelingen met betrekking tot de ontvangst van televisiesignalen blijven schotelantennes populair om televisie mee te kijken. Ook VvE s worden geconfronteerd

Nadere informatie

De Commissie stelt vast dat partijen hebben gekozen voor bindend advies.

De Commissie stelt vast dat partijen hebben gekozen voor bindend advies. Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2019-209 (prof. mr. M.L. Hendrikse, voorzitter, mr. dr. S.O.H. Bakkerus, mr. B.F. Keulen, leden en mr. I.M.L. Venker, secretaris) Klacht ontvangen

Nadere informatie

ECLI:NL:RBARN:2012:BV1332

ECLI:NL:RBARN:2012:BV1332 ECLI:NL:RBARN:2012:BV1332 Instantie Rechtbank Arnhem Datum uitspraak 17-01-2012 Datum publicatie 19-01-2012 Zaaknummer AWB 11/3732 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Bestuursrecht Eerste

Nadere informatie

ECLI:NL:CRVB:2017:2833

ECLI:NL:CRVB:2017:2833 ECLI:NL:CRVB:2017:2833 Instantie Datum uitspraak 09-08-2017 Datum publicatie 18-08-2017 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Centrale Raad van Beroep 15/8007 ZVW Socialezekerheidsrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2016:3387

ECLI:NL:RVS:2016:3387 ECLI:NL:RVS:2016:3387 Instantie Raad van State Datum uitspraak 21-12-2016 Datum publicatie 21-12-2016 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201507118/1/A1 Bestuursrecht Hoger

Nadere informatie

ECLI:NL:CRVB:2012:BY4592

ECLI:NL:CRVB:2012:BY4592 ECLI:NL:CRVB:2012:BY4592 Instantie Datum uitspraak 29-11-2012 Datum publicatie 30-11-2012 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Centrale Raad van Beroep 10/4918 MPW en 11/4917

Nadere informatie

De betekenis van publieke belangen voor het personen- en familierecht: de erkenning van polygame huwelijken. Katharina Boele-Woelki

De betekenis van publieke belangen voor het personen- en familierecht: de erkenning van polygame huwelijken. Katharina Boele-Woelki De betekenis van publieke belangen voor het personen- en familierecht: de erkenning van polygame huwelijken Katharina Boele-Woelki De Irakese tolk Terugtrekking van Deense troepen uit Irak Irakese tolk

Nadere informatie

betreft: [klager] datum: 8 augustus 2014 Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

betreft: [klager] datum: 8 augustus 2014 Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt: nummer: 14/1062/GA betreft: [klager] datum: 8 augustus 2014 De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat

Nadere informatie

DE SGP EN HET GELIJKHEIDBEGINSEL

DE SGP EN HET GELIJKHEIDBEGINSEL MEN ONLY: DE SGP EN HET GELIJKHEIDBEGINSEL 2 / 4 5 Inhoudsopgave Inleiding...4 Hoofdstuk 1: De juridische mogelijkheden van de SGP...6 1.1 Inleiding...6 1.2 Het standpunt van de SGP...6 1.3 Vrijheid van

Nadere informatie

De Hoge Raad miskent in het SGP-arrest de waarde van de politieke verenigingsvrijheid voor het functioneren van de parlementaire democratie.

De Hoge Raad miskent in het SGP-arrest de waarde van de politieke verenigingsvrijheid voor het functioneren van de parlementaire democratie. TVCR OKTOBER 2010 DE STELLING 437 De stelling in deze aflevering van TvCR luidt: De Hoge Raad miskent in het SGP-arrest de waarde van de politieke verenigingsvrijheid voor het functioneren van de parlementaire

Nadere informatie

Datum 23 februari 2012 Onderwerp Beantwoording Kamervragen over de voorlopige hechtenis van dhr. R.

Datum 23 februari 2012 Onderwerp Beantwoording Kamervragen over de voorlopige hechtenis van dhr. R. 1 > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Schedeldoekshaven 100 2511 EX Den Haag Postbus 20301 2500 EH Den

Nadere informatie

BESLUIT. 2. Bij brief van 21 oktober 2002 heeft P. Abegg tegen dit besluit bezwaar gemaakt.

BESLUIT. 2. Bij brief van 21 oktober 2002 heeft P. Abegg tegen dit besluit bezwaar gemaakt. Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Nummer 2960/ 24 Betreft zaak: Abegg - CZ Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit tot ongegrondverklaring van het tegen zijn

Nadere informatie

Nadere Notitie Burgerrechtenvereniging Vrijbit voor procedure UTR 16/3326 WBP V97 (zitting ).

Nadere Notitie Burgerrechtenvereniging Vrijbit voor procedure UTR 16/3326 WBP V97 (zitting ). 20-11-2016 Nadere Notitie Burgerrechtenvereniging Vrijbit voor procedure UTR 16/3326 WBP V97 (zitting 2-12-2016). In het verlengde van de bezwaren zoals die naar voren zijn gebracht in de bezwaarprocedure

Nadere informatie

vanstate /1/V2. Datum uitspraak: 27 juli 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

vanstate /1/V2. Datum uitspraak: 27 juli 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Raad vanstate 201104354/1/V2. Datum uitspraak: 27 juli 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

Nadere informatie

Uitspraak 201405096/1/A2

Uitspraak 201405096/1/A2 Uitspraak 201405096/1/A2 Datum van uitspraak: Tegen: Proceduresoort: Rechtsgebied: 201405096/1/A2. Datum uitspraak: 21 januari 2015 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK woensdag 21 januari 2015 Uitspraak op het

Nadere informatie

Discriminatie van politieke partijen in naam der gelijkheid

Discriminatie van politieke partijen in naam der gelijkheid 160 Discriminatie van politieke partijen in naam der gelijkheid De veroordeling van de SGP zet de bijl aan de wortel van de representatieve democratie en is een voorbeeld van toenemende intolerantie tegen

Nadere informatie

SCHEIDSGERECHT GEZONDHEIDSZORG

SCHEIDSGERECHT GEZONDHEIDSZORG SCHEIDSGERECHT GEZONDHEIDSZORG Kenmerk: 05/16 Bindend advies in de zaak van: A., wonende te Z., eiser, gemachtigde: mr. Th.F.M. Pothof tegen De Stichting B., gevestigd te IJ., verweerster, gemachtigde:

Nadere informatie

PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen

PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen The following full text is a publisher's version. For additional information about this publication click this link. http://hdl.handle.net/2066/73944

Nadere informatie

Aan de voorzitter van de Tweede Kamer der Staten- Generaal Mevrouw dr. K. Arib Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG. Geachte voorzitter,

Aan de voorzitter van de Tweede Kamer der Staten- Generaal Mevrouw dr. K. Arib Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG. Geachte voorzitter, Aan de voorzitter van de Tweede Kamer der Staten- Generaal Mevrouw dr. K. Arib Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Onderwerp Wetsvoorstel gedeeltelijk verbod gezichtsbedekkende kleding Datum 31 maart 2016 Ons

Nadere informatie

Langdurig geschil over de renovatie van panden gemeente Amsterdam stadsdeel Centrum

Langdurig geschil over de renovatie van panden gemeente Amsterdam stadsdeel Centrum Rapport Gemeentelijke Ombudsman Langdurig geschil over de renovatie van panden gemeente Amsterdam stadsdeel Centrum 2 augustus 2007 RA0612790 Samenvatting Een huizenbezitter heeft al jarenlang een geschil

Nadere informatie

BESLUIT. Openbaar. Nederlandse Mededingingsautoriteit. I. Het verloop van de procedure

BESLUIT. Openbaar. Nederlandse Mededingingsautoriteit. I. Het verloop van de procedure Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Nummer 2260-108 Betreft zaak: Vereniging Vrije Vogel vs. KLM Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit op het bezwaar van Vereniging

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 13 JANUARI 2015 P.13.1644.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.13.1644.N S V, burgerlijke partij, eiser, vertegenwoordigd door mr. Beatrix Vanlerberghe, advocaat bij het Hof van Cassatie, met kantoor

Nadere informatie