Commissie Sociale Voorzieningen

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Commissie Sociale Voorzieningen"

Transcriptie

1 SEE Raad Sociaal- Economische Commissie Sociale Voorzieningen Advies aangepast Besluit krediethypotheek Aan de staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

2 Inhoudsopqave paq. 1. Inleiding 1 2. Bijstand en het vermogen belegd in het eigen huis Algemeen Artikel 8a Bin Bijstandsbesluit krediethypotheek 4 3. Adviesaanvraag Algemeen Voorstellen van beleidsmatige aard Overgangsrecht Financiele gevolgen 3.5. Vergelijking Standpunt van de commissie Uitgangspunten Inhoud van het ontwerp-besluit Regelgeving 17 Bijlagen: 1. Adviesaanvraag 2. Samenstelling Commissie Sociale Voorzieningen 3. Notitie van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid d.d. 14 mei 1992

3 1. Inleiding Bij brief van 19 februari 1992 heeft de staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) de Commissie Sociale Voorzieningen (SoVo) van de Sociaal-Economische Raad (SER) advies gevraagd over een aangepast Bijstandsbesluit krediethypotheek^. In lijn met de doelstellingen van de herinrichting van de Algemene Bijstandswet (ABW), zoals vereenvoudiging van de regelgeving, vergroting van de uitvoerbaarheid en verbetering van de effectiviteit van besluiten, is het bestaande besluit op een aantal punten aangepast. Het nieuwe besluit dient, omdat het tot de nadere regelgeving behoort, gelijktijdig in werking te treden met de herziene ABW. De datum van inwerkingtreding daarvan is voorzien op 1 januari Het overgangsrecht zal worden geregeld in de Invoeringswet Algemene Bijstandswet. De opzet van het advies is als volgt. In hoofdstuk 2 wordt beschreven hoe thans in het kader van de ABW wordt omgegaan met het vermogen belegd in het eigen huis. In dat kader worden ook de hoofdlijnen van het huidige Bijstandsbesluit krediethypotheek besproken. Hoofdstuk 3 geeft de kabinetsvoorstellen weer. Hoofdstuk 4 ten slotte bevat het standpunt van de Commissie Soiale Voorzieningen. De Commissie Sociale Voorzieningen heeft het advies vastgesteld in haar vergadering van 14 mei ^ De brief van de staatssecretaris is als bijlage 1 bij dit advies gevoegd. Het ontwerp-besluit en bijbehorende nota van toelichting liggen ter inzage bij het secretariaat van de SER,

4 2. Huidiqe reqelqevinq; binstand en het vermogen belead in het eigen huis 2.1. Algemeen Het complementaire karakter van de ABW houdt in dat bijstand wordt verleend voor zover de eigen bestaansmiddelen van de bijstandsclient en andere inkomensbeschermende voorzieningen ontoereikend zijn. Strikt genomen is er dan ook geen reden om bijstand te verlenen aan degene die beschikt over een (aanzienlijk) vermogen vastgelegd in een eigen woning. Sinds 197, toen artikel 7a in de ABW werd opgenomen^, is het wettelijk uitgangspunt dat de aanwezigheid van vermogen dat is belegd in de eigen woning niet leidt tot uitsluiting van bijstandverlening. Het gaat immers om middelen waarover de belanghebbende veelal niet kan beschikken om in zijn bestaan te voorzien, tenzij deze de woning buiten de bijstand verder bezwaart of te gelde maakt. Aangezien verdere bezwaring wegens de daaraan verbonden hogere periodieke lasten of verkoop van de woning veelal op grote bezwaren voor de betrokkene stuit, is daarom in de wet de mogelijkheid ingevoerd van bijstandverlening onder verband van hypotheek, de zogenoemde krediethypotheek. Het op artikel 7a gebaseerde Besluit krediethypotheek trad op 1 juli 1971 in werking (KB van 23 juli 1971, Stb. 49). Dit besluit bevatte nadere regelen ten aanzien van de gevallen waarin en de voorwaarden waaronder bijstand onder verband van krediethypotheek kon worden verleend. In verband met de totstandkoming van een bijzondere vrijlatingsfaciliteit voor het in de eigen woning belegde vermogen in het Bijstandsbesluit landelijke normering (Bin) werd de uitvoeringsregeling in 1983 ingrijpend gewijzigd en vervangen door het Bijstandsbesluit 2 Artikel 7a lid 1 ABW luidt als volgt: Bijstand kan worden verleend in de vorm van een geldlening onder verband van hypotheek aan de eigenaar van een door deze zelf of zijn gezin bewoonde woning met bijbehorend erf, voor zover bezwaring of verdere bezwaring op andere wijze dan wel tegeldemaking daarvan in redelijkheid niet kan worden verlangd.

5 krediethypotheek (Stb. 1983, 62). Laatstelijk werd het Bijstandsbesluit krediethypotheek gewijzigd bij Wet van 6 november 1986, Stb. 567 (Invoeringswet stelselherziening sociale zekerheid) Artikel 8a Bin Het bescheiden vermogen dat op grond van de ABW maxiinaal wordt vrijgelaten bedraagt per 1 januari 1992 voor een echtpaar of eenoudergezin / 17.2, en voor een alleenstaande en voor een thuisinwonende / 8.6,. (artikel 8 Bin). De ABW kent een extra vrijlating van het vermogen in het eigen huis, mits de uitkeringsgerechtigde dit huis zelf bewoont. Deze vrijlating is geregeld in artikel 8a Bin. Ze bedraagt / 15., en 5 procent van het meerdere, nog niet vrijgelaten vermogen belegd in het eigen huis. De totale vrijlating, met inbegrip van het bescheiden vermogen, is begrensd tot / 77., voor echtparen en eenoudergezinnen en tot / 68.4, voor alleenstaanden. Aanvankelijk bestond er in de ABW geen extra vrijlating van het vermogen in het eigen huis. Een dergelijke vrijlating kwam begin jaren tachtig in discussie wegens de sterk gestegen werkloosheid. Een groot aantal werklozen moest een beroep doen op de bijstand en werd geconfronteerd met de middelentoets, die het interen op vermogen tot gevolg heeft, ook in het geval dit vermogen is belegd in de eigen woning. In het KB van 7 december 1983, Stb. 61, stelt het kabinet dat "uit de vele reacties vanuit verschillende maatschappelijke geledingen valt op te maken dat blijkbaar in het rechtsgevoel van velen leeft dat het niet gerechtvaardigd is het vermogensbezit, dat het eigen huis vertegenwoordigt, uiteindelijk vrijwel totaal aan te tasten". Onder handhaving van het beginsel van de ABW dat rekening moet worden gehouden met de eigen middelen acht het kabinet dan ook een zekere verruiming van de vrijlating aanvaardbaar boven het in alle gevallen geldende bedrag van het bescheiden vermogen, indien vermogen is vastgelegd in de eigen woning. De in artikel 8a Bin genoemde vrijlating geldt voor personen beneden de 65 jaar die bijstand ontvangen tot de toepasselijke

6 normbedragen. Voor degenen voor wie vermogen in de eigen woning was vrijgelaten en die na het bereiken van de 65-jarige leeftijd (nog) bijstand nodig hebben, vervalt thans de vrijlating^. Tevens gold deze vrijlating tot voor kort niet voor degenen die een vollediq inkomen genieten en uitsluitend in verband met bijzondere bestaanskosten een beroep op de ABW moeten doen. In het kader van de decentralisatie van de bijzondere bijstand, in werking getreden per 1 augustus 1991, is echter geregeld dat artikel 8a Bin ook bij de bijzondere bijstandverlening van toepassing is*. Voorts was de vrijlating oorspronkelijk ook niet van toepassing op degenen die alleen voor woonkosten een beroep op bijstand doen. Met terugwerkende kracht tot 1 januari 1987 is artikel 8a Bin op dit punt echter gewijzigd^: de vrijlating geldt vanaf die datum ook voor personen jonger dan 65 jaar, die uit een andere bron dan de bijstand een minimuminkomen hebben, doch daarnaast bijstand voor woonkosten nodig hebben^ 2.3. Bijstandsbesluit krediethypotheek Vaststellinq krediethypotheek Het thans geldende Bijstandsbesluit krediethypotheek geeft een uitvoeringsregeling voor het geval men beschikt over een in de eigen woning geinvesteerd vermogen dat de vrijlatingsnorm overtreft, zodat de bijstandsverlening onder verband van (krediet)hypotheek plaatsvindt. De regeling is uitsluitend van toepassing voor bijstandaanvragen, die ten minste een bedrag van / 1.6, te boven gaan. In 199 ontvingen 582 personen periodieke bijstand onder verband van krediethypotheek (zie ^ In het ontwerp voor een geheel herziene ABW dat op 12 maart 1992 aan de Tweede kamer is gezonden is deze leeftijdsgrens vervallen. * KB van 26 juni 1991, Stb. 1991, 337. ^ KB van 9 december 1987, Stb. 1991, 428. ^ Woonkostentoeslagen bij woonkosten boven de maximumhuurgrens voor huursubsidie vallen vanaf 1 augustus 1991 onder de bijzondere bijstand. Toeslagen tot de huursubsidiegrens (blijven) vallen onder algemene bijstand.

7 bijlage 3). Het maximum bedrag van de geldlening (de kredietruimte) wordt bepaald op de waarde van de woning, verminderd met de daarop drukkende schulden en de vrij te laten vermogensbedragen (zie schema 1). Schema 1 - Berekening vrijlating en kredietruimte per 1 januari 1992 verondersteliingen: getaxeerde waarde woning hypothecaire schuld vermogen in woning contanten/banktegoeden totaal vermogen vrijlating: bescheiden vermogen: contanten in eigen huis vast bedrag helft van het meerdere % X ( ) 31.4 totale vrijlating eigen huis 53.6 totale vrijlating 63.6 kredietruimte 31.4 Bij de vaststelling van de waarde van het huis wordt uitgegaan van de getaxeerde waarde in het economisch verkeer bij vrije oplevering. Is de leenbijstand tot het vastgestelde maximum verleend, dan wordt vervolgens zo nodig bijstand om niet verstrekt. Rente en aflossinq Behoudens over de periode dat bijstand in de algemeen noodzakelijke kosten van het bestaan tot de normbedragen wordt verleend, is de betrokkene een rente van 8 procent per jaar over de uitstaande geldlening verschuldigd^. Door de rentevrijstelling over de bijstandsperiode wordt voorkomen dat de (extra) vermogensvrijlating voor het eigen huis gedurende die periode wordt aangetast. Aan periodieke aflossing is 4 procent per jaar van de totale lening verschuldigd vanaf het ^ Het rentepercentage wordt herzien indien en voor zover de renteontwikkeling op de kapitaalmarkt daartoe aanleiding geeft (artikel 9).

8 tijdstip van beeindiging van de bijstand, zodat deze in beginsel in vijfentwintig jaar kan zijn terugbetaald. De rente en aflossing dienen maandelijks of eens per kwartaal te worden voldaan. Bij een inkomen op het niveau van het sociaal minimum wordt geen directe betaling van rente en aflossing gevergd. Dit niveau is de bijstandsnorm, vermeerderd met de eventuele (woonkosten)toeslagen op grond van de ABW, die zou gelden als belanghebbende nog steeds bijstand zou ontvangen. Er vindt dan volledig uitstel van betaling plaats. Bij een hoger inkomen wordt de betaling van rente en aflossing gesteld op een bedrag dat gelijk is aan de norm voor de eigen huurlast in het kader van de huursubsidieregeling zoals geldend voor het betreffende inkomen. Dit komt erop neer dat 45 procent van de financiele ruimte wordt ingezet. Voor het meerdere vindt uitstel van betaling plaats. Het uitstel heeft bij voorrang betrekking op de aflossing. Een uitgestelde rentebetaling wordt als renteloze vordering geschreven bij het nog openstaande bedrag van de geldlening. Deze regeling strekt ertoe dat bij de ontdooiing van de krediethypotheek de extra betalingsverplichting van rente en aflossing nooit meer kan zijn dan een redelijk gedeelte van het inkomen boven het minimum. Voor de uitwerking van een en ander is door de staatssecretaris van SZW de Regeling uitstel van betaling rente en aflossing krediethypotheek vastgesteld. Wanneer onvoldoende betalingscapaciteit aanwezig is en dientengevolge een renteloze vordering wordt bijgeschreven bij de nog openstaande schuld, loopt de schuld bij de gemeente op. Dit kan tot gevolg hebben dat het eerder in de bijstand vrijgelaten vermogen, dus vermogen boven de vastgestelde kredietruimte, toch wordt aangetast. Bij definitieve afrekening heeft betrokkene dan minder aan vermogen over dan eerder is vrijgelaten bij gelijkblijvende waarde van de woning. Teneinde Beschikking van 29 december 1986, Stcrt. 1986, 25, laatstelijk gewijzigd bij Beschikking van 15 augustus 1988, Stcrt. 1988, 161.

9 deze situatie te vermijden, is in de Regeling uitstel van betaling rente en aflossing opgenomen^ dat de schuld aan de gemeente nooit hoger kan oplopen dan tot het bedrag van de kredietruimte die is vastgesteld bij de vestiging van de krediethypotheek. Bij gelijkblijvende waarde van de woning betekent dit een garantie van het eerder in de bijstand vrijgelaten vermogen. Hernieuwde biistandverleninq na onderbrekina Bij herhaalde bijstandsverlening kunnen zich problemen voordoen in verband met de waarde van de woning. Stel dat iemand na beeindiging van de bijstand onder verband van krediethypotheek na een korte periode opnieuw op bijstand aangewezen raakt, wordt de waarde van de woning dan opnieuw getaxeerd? Uitgangspunt van het Bijstandsbesluit krediethypotheek is dat tijdens de bijstandsverlening geen hertaxatie plaatsvindt. Een hertaxatie na een korte onderbreking is daarmee niet in overeenstemming, zodat in principe de eerder vastgestelde kredietruimte niet wordt aangetast. Door het Ministerie van SZW is de duur van bedoelde onderbreking niet verder ingevuld: aanbevolen wordt een redelijk criterium te hanteren, waarbij door het departement wordt gedacht aan een onderbrekingstermijn van hoogstens twee jaar. Bij Beschikking van 15 augustus 1988, zie noot 8

10 3. Adviesaanvraaq 3.1. Alqemeen De voorgestelde wijzigingen met betrekking tot het Bijstandsbesluit krediethypotheek zijn van tweeerlei aard. In de eerste plaats zullen enkele bepalingen niet terugkeren in het nieuwe besluit omdat deze een plaats elders gevonden hebben, hetzij in de wet zelf, hetzij in (andere) nadere regelgeving. Zo wordt de drempel boven welke pas krediethypotheek aan de orde kan zijn, opgenomen in artikel 2 van de ABW^. Verder verhuizen de regels die betrekking hebben op de door burgemeester en wethouders (B&W) te verrichten onderzoeken inzake te vestigen en gevestigde krediethypotheken en te maken hebben met het debiteurenbeheer naar het Besluit verantwoording en vergoeding uitkeringskosten (Bvvu). In de tweede plaats is sprake van wijzigingen van beleidsmatige aard, waarop hieronder verder wordt ingegaan Voorstellen van beleidsmatige aard De wijzigingen die het kabinet voorstelt zijn: a. gedurende de aflossingsperiode vervalt de verplichting tot rentebetaling; alleen als sprake is van schuldige nalatigheid ten aanzien van de aflossing geldt wel een renteverplichting; b. de aflossingsperiode van vijfentwintig jaar wordt teruggebracht naar tien jaar; c. expliciet is geregeld dat B&W de krediethypotheek naar een andere koopwoning kunnen laten meenemen wanneer bijzondere omstandigheden van medische of sociale aard van betrokkene daartoe aanleiding geven; d. geregeld is op welke wijze ten aanzien van het vestigen van de hypotheek moet worden gehandeld indien de belanghebbende ^ Deze drempel zal worden gekoppeld aan de hoogte van het netto minimumloon op maandbasis. Indien de bijstand over een jaar bezien naar verwachting onder dat bedrag zal blijven, wordt deze bijstand verstrekt in de vorm van een geldlening, borgtocht of een uitkering om niet.

11 na een bijstandsperiode opnieuw op bijstand aangewezen raakt; e. de bijstand onder verband van krediethypotheek wordt alleen van toepassing verklaard op bijstand voor de algemeen noodzakelijke bestaanskosten al dan niet in combinatie met bijzondere bijstand. Ad a; rente Door afschaffing van de renteverplichting ontstaat eerder ruimte om de aflossing te voldoen. De belanghebbende wordt zo eerder in staat gesteld weer eigen vermogen op te bouwen. Het risico van een mogelijk remmende werking van een krediethypotheek op het aanvaarden van arbeid wordt volgens het kabinet op die manier tot het minimum beperkt. Daarnaast leidt onderhavig voorstel ertoe dat een aantal minder billijke situaties wordt voorkomen. Onbillijk is volgens het kabinet dat momenteel de bron van het inkomen bepaalt of men een renteverplichting heeft. Zolang men algemene bijstand ontvangt, is geen rente verschuldigd. Na de bijstandsperiode dient wel rente te worden betaald, ook wanneer men een inkomen op sociaal minimumniveau heeft. Ook is rente verschuldigd indien men uitsluitend bij stand behoeft in de vorm van een woonkostentoeslag. Verder betekent het afschaffen van de renteverplichting een verlichting van de uitvoeringslast. Indien na afloop van de aflossingsperiode van tien jaar een deel van de geldlening nog niet is afgelost, is vanaf dat moment rente verschuldigd over het nog niet afgeloste deel om het verschil met andere leningen beperkt te houden. Wanneer die rente niet kan worden betaald, wordt deze als renteloze vordering bijgeschreven bij het niet afgeloste deel van de geldlening. Het bijschrijven van rentevorderingen kent geen beperking. De huidige bepaling in de Regeling uitstel van betaling rente en aflossing dat de schuld aan de gemeente nooit hoger kan oplopen dan tot het bedrag van de kredietruimte die is vastgesteld bij de vestiging van de krediethypotheek, komt namelijk te vervallen. De nog resterende schuld bij de gemeente zal dus op termijn steeds verder kunnen oplopen. Bij het

12 onderdeel aflossing wordt verder ingegaan op een bepaling die het oplopen van de schuld afremt. 1 Ad b; aflossing Het kabinet stelt voor de aflossingsperiode terug te brengen tot ten hoogste tien jaar. Hierdoor wordt de duur waarin een aflossing gevergd wordt voor zowel de belanghebbende als de geineente overzienbaar. Gedurende die tien jaar dient jaarlijks in beginsel 1 procent van de schuld te worden terugbetaald. Deze standaardaflossing is lager dan de tot nu toe geldende verplichting van 8 procent rente en 4 procent aflossing^^. De aflossingsperiode gaat in na beeindiging van de bijstand. Evenals in de huidige situatie wordt bij een inkomen op bijstandsniveau geen aflossing gevergd. De gemeente kan het aflossingsbedrag zowel hoger als lager vaststellen indien de omstandigheden in het individuele geval daartoe aanleiding geven. De huidige normering voor het bepalen van de aflossing vastgelegd in artikel 7 lid 2 van het Bijstandsbesluit krediethypotheek en de nadere regels ter berekening van dat bedrag in de Regeling uitstel van betaling rente en aflossing, worden geschrapt. Het maandelijkse aflossingsbedrag wordt telkens voor een jaar vastgelegd. Deze wijze van vastlegging betekent dat periodiek een controle op de financiele situatie van belanghebbende plaatsvindt. Wanneer belanghebbende tijdens de aflossingsperiode van tien jaar schuldig nalatig is om de vastgestelde aflossing te voldoen, is het nog niet afgeloste deel van de geldlening terstond opeisbaar. Is het niet mogelijk de totale geldlening af te lossen binnen de periode van tien jaar, dan wordt het restant in ieder geval afgerekend bij verkoop van de woning en bij vererving. Over het niet-afgeloste deel is rente verschuldigd. Het kan voorkomen dat belanghebbende de rente of een deel daarvan kan opbrengen, ^^Althans in brutotermen. Netto hoeft dat niet het geval te zijn, omdat de verschuldigde rente van 8 procent fiscaal aftrekbaar is.

13 11 maar dat hij daardoor niet aan aflossen toe kan koitien. De renteverplichting belemmert dan het aflossen. Om dit te vermijden is in het ontwerp-besluit aangegeven dat de betaling eerst tot ten hoogste het bedrag van de renteverplichting wordt aangemerkt als aflossing. Dit is in overeenstemining met het gegeven dat in de eerste tien jaar voorrang wordt gegeven aan het aflossen van de geldlening. De bij de schuld bij te schrijven niet-betaalde rente zal vanwege de aflossingen op termijn afnemen. Omdat over de bijgeschreven rentevordering geen rente is verschuldigd loopt de totale schuld niet oneindig op. Ad c: verwisselinq van onderpand Bij de invoering van het Bijstandsbesluit krediethypotheek in 1983 was in de nota van toelichting van het parallel daaraan gewijzigde Bin over de extra vermogensvrijlating aangegeven dat alleen bij verhuizing om dringende medische redenen naar een andere koopwoning, de krediethypotheek op die nieuwe woning kon worden overgeschreven. Thans wordt een en ander in de regeling over krediethypotheek zelf vastgelegd. Daarbij wordt aangesloten bij de gangbare formulering in het raam van de ABW: verwisseling van onderpand is mogelijk wanneer bijzondere omstandigheden van medische of sociale aard van betrokkene daartoe aanleiding geven. Het betreft hier een bevoegdheid van B&W. Deze mogelijkheid betekent dat betrokkene het vrijgekomen vermogen niet hoeft in te zetten voor de bestaansvoorziening maar daarvoor een meer passende woning kan aankopen. Om het aanvaarden van werk elders niet te belemmeren is ook in die situatie verwisseling van onderpand mogelijk. Ad d: hernieuwde biistandverleninq na onderbrekinq In aansluiting op de huidige praktijk is geregeld dat in gevallen waarin betrokkene binnen een periode van twee jaar na beeindiging van de krediethypotheek wederom recht op bijstand heeft, deze wordt verleend met toepassing van de laatst gevestigde hypotheek. Is de eerder vastgestelde kredietruimte volledig aangesproken, dan wordt de bijstand verder om niet verleend.

14 12 Ad e; biizondere binstand Het aangepaste besluit is alleen van toepassing op bijstand voor de algemeen noodzakelijke bestaanskosten al dan niet in combinatie met bijzondere bijstand. Nu de bijzondere bijstandverlening sinds 1 augustus 1991 is gedecentraliseerd, is het daarmee volgens het kabinet niet in overeenstemming om in nadere regelgeving alsnog centrale aanwijzingen te geven. Het wordt aan B&W overgelaten om te bepalen of zij, in het geval van bijstandverlening voor alleen bijzondere bestaanskosten, wel of geen zekerheidsstelling vragen als er sprake is van vermogen in het eigen huis. Wel dient als voor zekerheidsstelling wordt gekozen voldaan te zijn aan de voorwaarde dat de bijstandsaanvraag het drempelbedrag te boven gaat Overqanqsrecht Het aangepaste Bijstandsbesluit krediethypotheek zal alleen van toepassing zijn op nieuwe gevallen. Het kabinet geeft hiervoor de volgende redenen. Anders dan bij bijstandverlening om niet gaat het bij bijstandverlening onder verband van hypotheek om een geregistreerd contract. Dit geeft aan de client zekerheid over zijn rechten en plichten. Toepassing van het aangepaste besluit op lopende gevallen kan volgens het kabinet afbreuk doen aan die zekerheid omdat op voorhand niet duidelijk is of dit voor belanghebbende een voordeel dan wel een nadeel betekent. Bovendien zouden in dat geval de hypotheekakten opengebroken moeten worden. Zo'n operatie brengt kosten met zich en houdt een taakverzwaring in voor de gemeenten. Een en ander betekent wel voor gemeenten dat twee aflossingssystemen moeten worden gehanteerd. Gelet op het aantal debiteuren, ongeveer zevenduizend landelijk, acht het kabinet dit geen onoverkomelijk probleem Financiele qevolqen Het kabinet stelt dat grosso modo de totale opbrengst voor het rijk gelijk blijft: het rijk derft door het voorstel renteinkomsten over de krediethypotheek; daartegenover staat dat er

15 meer zal worden afgelost, waardoor het rijk de uitgeleende middelen sneller terug ontvangt Verqeliiking In schema 2 zijn de belangrijkste verschillen tussen de huidige regeling en de voorgestelde regeling weergegeven. Schema 2 huidige regeling kabinetsvoorstellen - rente van 8 procent per jaar over uitstaande geldlening aflossing: 4 procent per jaar gedurende 25 jaar gedetailleerde normering ter bepaling van de aflossing bij inkomen boven het sociaal minimum schuld aan de gemeente kan nooit hoger oplopen dan het bedrag van de kredietruimte uitstel van betaling heeft primair betrekking op de aflossing verwisseling van onderpand om dringende medische redenen - geen termijn vastgelegd met betrekking tot hernieuwde bijstandverlening na onderbreking geen renteverplichting gedurende de aflossingsperiode van 1 jaar aflossing: 1 procent per jaar gedurende 1 jaar geen normering; overgelaten aan de gemeente geen limiet aan het oplopen van de schuld uitstel van betaling heeft primair betrekking op de rente verwisseling van onderpand bij bijzondere omstandigheden van medische of sociale aard; voorts bij werkaanvaarding elders termijn van 2 jaar in de regeling vastgelegd

16 14 4. Standpunt van de commissie 4.1. Uitqanaspunten In lijn met de doelstellingen van de herinrichtingsoperatie wil het kabinet met het aangepaste besluit krediethypotheek de regelgeving vereenvoudigen en de uitvoerbaarheid ervan vergroten. Tevens wil het de gemeente meer ruimte bieden voor een adequate afstemming van de bijstand op de specifieke omstandigheden in het individuele geval. De commissie heeft in haar verschillende adviezen over de herinrichting van de ABW deze doeleinden als zodanig onderschreven^^. Waar mogelijk dient te worden gekozen voor decentralisatie en deregulering, waardoor de gemeentelijke beleidsmarge wordt vergroot. Bij de beoordeling van voorstellen tot decentralisatie en deregulering dienen naar het oordeel van de commissie de mogelijke gevolgen voor de rechtszekerheid en rechtsgelijkheid te worden betrokken. Daarbij onderkent zij dat het inherent is aan het streven naar decentralisatie en deregulering dat, binnen zekere grenzen, verschillen in beleid tussen gemeenten zullen optreden. Het ontwerp-besluit wordt mede in het licht van genoemde uitgangspunten beoordeeld Inhoud van het ontwerp-besluit Rente en aflossinq De hoofdlijnen van de door het kabinet voorgestelde systematiek met betrekking tot rente en aflossing zijn: a. geen verplichting tot rentebetaling gedurende de aflossingsperiode behoudens in de situatie dat betrokkene schuldig nalatig is ten aanzien van de aflossing; b. gedurende de aflossingsperiode van tien jaar dient jaarlijks in beginsel 1 procent van de schuld te worden terugbetaald. ^^Zie: Interimadvies herinrichting ABW. publikatienr. 89/15, Den Haag, 1989; Advies voorontwerp van wet herinrichting ABW, publikatienr. 91/8, Den Haag, 1991.

17 15 De commissie onderschrijft de voorgestelde systematiek. Implementatie ervan leidt ertoe dat de belanghebbende eerder in staat is de schuld te voldoen en, in het verlengde daarvan, weer eigen vermogen kan opbouwen. Daarnaast heeft afschaffing van de renteverplichting als positief effect dat een ongelijkheid -de bron van het inkomen bepaalt volgens de huidige regeling of rente verschuldigd is- wordt opgeheven. De kabinetsvoorstellen terzake van rente en aflossing genereren meer beleidsruimte voor de gemeente. Zo is het aan haar om te bepalen of het maandbedrag van de aflossing lager of hoger moet worden vastgesteld dan het standaardbedrag. Na afloop van de aflossingsperiode van tien jaar beoordeelt zij of betrokkene in staat is de rente te betalen. Thans is op deze punten sprake van een gedetailleerde normering. De commissie kan zich vinden in de grotere beleidsvrijheid van de gemeente. Hierdoor wordt (meer) maatwerk mogelijk; de gemeente kan de verplichtingen van betrokkene beter afstemmmen op zijn individuele omstandigheden, bijvoorbeeld de hoogte van het inkomen en de gezinssituatie. Door het wegvallen van gedetailleerde regelgeving zullen zekere verschillen in beleid tussen de gemeenten optreden. Doordat de reikwijdte van deze verschillen door de regelgeving wordt begrensd, zullen de rechtsgelijkheid en de rechtszekerheid naar het oordeel van de commissie echter niet in het gedrang komen. Zo wordt in het ontwerp-besluit bepaald dat bij een inkomen op sociaalminimumniveau geen aflossing wordt gevergd. Verder moet op grond van het ontwerp-besluit bij de beoordeling van de omstandigheden rekening worden gehouden met noodzakelijke, voor eigen rekening van belanghebbende komende, bijzondere bestaanskosten. Deze worden in mindering gebracht op het inkomen. Wanneer betrokkene niet in staat is binnen de periode van tien jaar de schuld af te lessen, dan is hij op grond van het ontwerp-besluit over het niet afgeloste deel rente verschuldigd. De commissie heeft overwogen of het wellicht aanbeveling verdient het rentebeding te laten vervallen met uitzondering

18 16 van de situatie dat betrokkene schuldig nalatig is. Dit zou de inzichtelijkheid van de regeling vergroten. Ook zou de regeling hierdoor eenvoudiger worden en daardoor de belasting van het uitvoeringsorgaan geringer. Anderzijds gaat van onderhavige renteverplichting een stimulans naar betrokkene uit om af te lessen. Bovendien wordt daardoor het maken van afspraken tussen de belanghebbende en de gemeente over het maandelijks af te lossen bedrag vergemakkelijkt omdat beide partijen er belang bij hebben de aflossingstermijn zo kort mogelijk te houden. Daarnaast wordt door de renteverplichting het verschil met commerciele leningen beperkt gehouden. De voor- en nadelen afwegend geeft de commissie de voorkeur aan het kabinetsvoorstel, i.e. het handhaven van de renteverplichting. De commissie vindt wel, anders dan het kabinet, dat het bijschrijven van rentevorderingen bij het niet afgeloste deel van de lening gelimiteerd moet worden. De huidige bepaling dat de schuld aan de gemeente nooit hoger kan oplopen dan tot het bedrag van de kredietruimte die is vastgesteld bij de vestiging van de krediethypotheek moet dan ook gehandhaafd blijven. Op die manier wordt gegarandeerd dat het vermogen dat oorspronkelijk in de bijstand is vrijgelaten, onaangetast blijft bij gelijkblijvende waarde van de woning. Verwisselinq van onderpand In het ontwerp-besluit worden de mogelijkheden voor het meenemen van de krediethypotheek naar een andere koopwoning verruimd. Verwisseling van onderpand is mogelijk in geval van bijzondere omstandigheden van medische of sociale aard en bij het vinden van een werkkring elders, een en ander ter beoordeling aan de gemeente. De commissie kan zich in dit kabinetsvoorstel vinden. Het laat de gemeente een ruime beleidsmarge zodat maatwerk op dit punt mogelijk is. Bijzondere bijstand Het wordt aan de gemeente overgelaten of zij, in het geval van bijstandverlening voor bijzondere bestaanskosten, deze bijstand om niet verstrekt dan wel in de vorm van een geldlening onder verband van hypotheek.

19 17 Gezien de beleidsmatige en financiele verantwoordelijkheid van de gemeente voor de bijzondere bijstand kan de commissie met deze beleidsvrijheid van de gemeente instemmen. Overqanqsrecht In haar advies over de Invoeringswet herinrichting ABW heeft de commissie terzake van het overgangsrecht gesteld dat de elementen rechtszekerheid, rechtsgelijkheid, uitvoerbaarheid en doelmatigheid tegen elkaar dienen te worden afgewogen^^. Het kabinet geeft in dezen prioriteit aan de handhaving van de rechtszekerheid boven de rechtsgelijkheid: het stelt voor het aangepaste Bijstandsbesluit krediethypotheek alleen op nieuwe gevallen van toepassing te laten zijn. Het toepassen van dit besluit op lopende gevallen zou volgens het kabinet afbreuk kunnen doen aan de rechtszekerheid: op voorhand is namelijk niet duidelijk of het aangepaste besluit een voordeel dan wel een nadeel betekent. De commissie onderschrijft de opvatting van het kabinet dat het vanuit een oogpunt van rechtszekerheid wenselijk is het aangepaste Besluit krediethypotheek niet toe te passen op lopende gevallen. Overigens merkt de commissie op dat aan beide situaties, zowel het handhaven van het oude regime voor de lopende gevallen als het op hen toepassen van het nieuwe regime, bezwaren van uitvoeringstechnische aard verbonden zijn. In het eerste geval moeten door het uitvoeringsorgaan twee aflossingssystemen worden gehanteerd. In het tweede geval moeten de hypotheekakten worden opengebroken Reqelqevinq Met betrekking tot de regelgeving stelt de commissie met voldoening vast dat de kabinetsvoorstellen inzake de krediethypotheek leiden tot minder en eenvoudiger regelgeving. Zo vervalt de Regeling uitstel van betaling rente en aflossing krediethypotheek en daarmee de gedetailleerde normering voor ^^ Commissie Sociale Voorzieningen, Advies Invoeringswet herinrichtinq ABW.SER Den Haag, 13 September 1991, p. 1.

20 18 het bepalen van de aflossing. Tevens wordt op het punt van de hernieuwde bijstandverlening pseudo-regelgeving omgevormd tot officiele regelgeving hetgeen volgens de commissie de duidelijkheid bevordert: de termijn van twee jaar waarbinnen bijstand wordt verleend met toepassing van de laatst gevestigde hypotheek wordt in de regeling vastgelegd. Daarnaast is sprake van herschikking van regelgeving waardoor onder meer een aantal bepalingen, al dan niet in gewijzigde vorm, in de wet zelf is terechtgekomen. Dit strookt met een van de uitgangspunten van de herinrichting, namelijk het benadrukken van de centrale plaats van de wet in het geheel van regelgeving. Den Haag, 14 mei 1992 I. Asscher-Vonk voorzitter Th.J.H.M. Berben secretaris

21 Bijlagen behorende bij Advies aangepast Besluit krediethypotheek

22 laniitnie r^n SocUle ZAken C31 WerkgciegeaLcid Biilaqe 1 De Commlssle Soclale Voorzleningen van de Soclaal-Ex:onomlsche Raad Postbus LK 'S-GRAVENHAGE PcMitbuigoeoi 25 LV 'k-graveiihage Anna ran Hannoycntxaat 4 Tfelrfoon Telefu Uw Brief Onderareip Advlesaanvrage aangepast Bljstandsbeslult kredlethypotheek Ons kenmerk SZ/BV/UKB/AUB/624 Datum 19 februari 1992 Door kiesn unrm er CoTitactp>erBoon B. Plrson HlerblJ leg Ik een advlesaanvrage aan u voor met betrekklng tot een aangepast Bljstsindsbeslult kredlethypotheek. Het beslult dlent. omdat het tot de nadere regelgevlng behoort. gelijktljdlg In werklng te treden met de nleuwe Algemene bijstandswet. De Inwerklngtredlngsdatum daarvan ts voorzien op 1 Januarl Het beslult Is gebaseerd op artlkel 19 van de Algemene bijstandswet zoals dat artlkel wordt herzlen mede naar aanleldlng van het advies van de Raad van State over de herlnrichtlng van de ABW. Het overgangsrecht zaj worden geregeld in de Invoeringswet Algemene bijstandswet. In Iljn met de doelstelllngen van de herlnrlchtlngsoperatle. zoals vereenvoudlglng van de regelgeving. vergrotlng van de uitvoerbaarheid en verbetertng van de effecuvltelt van besluiten, is het bestaande besluit op een aantal wezenlljke punten aangepast. In de eerste plaats wordt voorrang gegeven aan het aflossen van de geldlenlng in plaats van, zoals nu het geval is, aan het betalen van de rente. Volgens de huidlge systematlek komt men minder snel aan het aflossen toe, omdat eerst aan de renteverpllchtlng van 8 procent per Jaar moet worden voldaan. Alleen wanneer het inkomen na de bljstandsperlode daaxvoor rulmte bledt wordt er afgelost. In veel gevallen, zo blljkt uit gegevens, komt men niet toe aan de structurele aflosslng van 4 procent per Jaar. Dlt betekent dat. tenzlj de wonlng wordt verkocht om de schuld aan de gemeente te delgen, exbljstandsontvangers nog lang de gevolgen ervaren van de bljstandsperlode. Ik acht dlt niet in overeenstemmlng met het streven dat bijstandsontvangers zo spoedig mogelljk in hun elgen bestaan voorzien. In samenhang hlermee komt de renteverplichting te vervallen gedurende de periode dat een aflosslng wordt gevergd. In de tweede plaats is. als logische ultwerking van het eerste punt, de aflosslngsperlode bekort. In plaats van de huidlge 25 Jaar die volgt uit het Jaarlijks aflossen van 4 procent per Jaar komt er een verpllchte aflosslngsperlode van maxlmaal 1 Jaar. In beglnsel zal er dan 1 procent per Jaar moeten worden afgelost. Dit percentage Ugt lager dan de huidlge som van 8 procent rente en 4 procen aflosslng per Jaar. De periode van 1 Jaar is geen absoluut gegeven. Afhankelljk van het Inkomen na de bljstandsperlode zal de aflosslng lager of hoger kunnen zljn dan 1 procent per Jaar.

23 BlJ een Inkomen na de bijstandsperiode dat nlet hoger Is dan het soclaal minimum hoefl er njets te worden afgelost. Een dergelljk afstemmlng op de indlviduele omstandigheden komt ook in het huidlge Bijstandsbeslult kredlethypotheek voor maar is daarin via nadere regelgevlng genomieerd. Indien er nog een restschujd Is na deze aflosstngsperlode van lojaar is er voor de ex-bljstandsontvanger geen vooraf vastgestelde verpllchting tot aflossing. In lijn met het voorrang geven aan de ailosslng en om tot voldoende aflossing gedurende de eerste lojaar en daama te blijven stimuleren is het redelljk om vanaf dat moment wel rente in rekenlng te brengen. In de derde plaats wordt de verlening van bijstand onder verband van kredlethypotheek alleen van toepasslng verklaard op bijstand voor de algemeen noodzakelljke bestaanskosten al dan nlet in combinatie met bljzondere bijstand. Nu de bljzondere bljstandverlening sinds 1 augustus 1991 Is gedecentrallseerd. is het daarmee nlet in overeenstemmlng om tn nadere regelgevlng alsnog centrale aanwljzlngen te geven. Het wordt aan burgemeester en wethouders overgelaten om te bepalen of zij. in het geval van bljstandverlening voor alleen bljzondere bestaanskosten, wel of geen zekerheldsstelllng vxagen als er sprake is van in aanmerklng te nemen vermogen in het elgen huls. Naast deze nieuwe ultgangspunten breng Ik het overgangsrecht onder uw aandacht. Hpewel Ik in begtnsel voorstander ben van een gelljke behandellng in vergelljkbare omstandigheden, ben Ik van menlng dat het aangepaste Bijstandsbeslult kredlethypotheek alleen op nieuwe gevallen van toepasslng dlent te zljn en wel om de volgende redenen. Anders dan blj bljstandverlening om nlet gaat het blj bljstandverlening onder verband van kredlethypotheek om een gereglstreerd contract. Dlt geeft aan de client zekerheld over hetgeen deze kan verwachten bij het aangaan van het contract. Wanneer het aangepaste Bijstandsbeslult kredlethypotheek ook van toepasslng zou worden op lopende gevallen moeten de hypotheekakten worden opengebroken. Zo'n operatle brengt kosten met zich mee en houdt een taakverrwarlng in voor de gemeenten. Bovendlen zou dlt afbreuk doen aan de zekerheld voor dc diftnt. By toepasslng van het aangepaste besluit op lopende gevallen Is namelijk op voorhand niet duldelijk of dlt voor belanghebbende een voordeel dan wel een nadeel betekent. Het oude en nieuwe regime zt)n tenmers In een speclfiek geval nlet zonder meer vergelijkbaar. E^en en ander betekent wel voor gemeenten dat twee aflossingssystemen moeten worden gehanteerd. Gelet op het aantal deblteuren. ongeveer 7 landelljk, en de tendens van een afnemend aantal nieuwe gevallen dat Jaarlljks Instroomt acht Ik dat niet werkelljk een probleem. Aangezlen de InwerkLngtredlngsdatum van de nieuwe Algemene bljstandswet is voorzien op 1 Januari 1993 en het aangepaste Bijstandsbeslult kredlethypotheek op dezelfde datum in werking moet treden, verzoek ik u uw advles voor 1 mel a.s. ult te brengen.

24 Een afschrlfl van het aangepaste concept Bljstandsbeslult kredlethypotheek heb Ik ter kennisnenilng toegezonden aan de Raad voor de gemeenteflnanclsn. De Staatssecretarls van Soclale Zaken en Werkgelegenheld, ixxum^ (E. ter Veld)

25 Biilaqe 2 Samenstellina Coitimissie Sociale Voorzieninqen Leden onafhankeliike leden mevrouw mr.dr. I.P. Asscher-Vonk (voorzitter) mevrouw drs. A.C.J.J. Fenijn-van Delft mr. W.C.D. Hoogendijk ondernemersleden mr. H.C.M. Genet (KNOV) mevrouw mr. C. Frenkel (VNO) ir. H.M. smets (3 CLO's) drs. G. Verheij (NCW) werknemersleden mevrouw mr. V. Domela Nieuwenhuis (FNV) T. Herrema (FNV) drs. M. Hulsegge (CNV) drs. P.M. de Jong (MHP) leden uit qemeenteliike krinq drs. F.A.M. Kerckhaert drs. T. Krouwel drs. P.H. Laman H.M.T. Lemmen ministeriele verteqenwoordiqers drs. C.A.M. Hermans (SZW) drs. J.P. Kloosterman (SZW) drs. P. de Weerd (SZW) secretariaat drs. Th.J.H.M. Berben mevrouw E.L. Fekkes-Hamburg

26 Bijlage 3 Notitle van het mlnisterle van Soclale Zaken en Werkgelegenheld n.a.v. de commlssievergaderlng van 6 maart Cijfers over leeftijddopbouw en duur bijstandverlening oudere personen. Aandeel van de personen van 5 jaar of ouder in het totale bestand en het daarln begrepen deel dat 6 jaar of Iginger bijstand ontvangt onder verband van kredlethypotheek totaal aantal personen dat periodleke bijstand ontvangt onder verband van kredlethypotheek wv, 5jaar of ouder ultgedrukt als % van totaal 45.% 44.6% 47.4% pers. van 5 jaar of ouder die langer dan 6 jaar bijstand ontvangen ultgedrukt als percentage: van totaal bestand vanpersonenvansojaar of ouder 8.2% 18.2% 1.8% 24.2% 16.2% 34.1% Van deze groep kan worden verwacht dat zlj geen inkomen zuuen verwerven boven het sociaal minimum. Dit betekent dat. na befilndiglng van de bijstand. zlj tljdens de rentevrije aflossingsperlode van 1 jaar nlet tot aflosslng zullen komen. Als gevolg daarvan ziet deze groep. door de na die perlode Inwerklng tredende rente-verpllchtlng. de schuld steeds verder oplopen. In de tabel zijn personen aangegeven die nog steeds bijstand ontvangen onder verband van kredlethypotheek en dus nlet inmlddels bijstand om niet. Dat betekent dat het bij degenen die langdurlg bijstand onder verband van kredlethypotheek ontvangen om lage bljstandsaanvulllngen gaat (bv. woonkostentoeslag). Het onderzoek dat in het eerste kwartaal 1992 bij de Rljksconsulenten SZ is uitgezet is gericht op de toepassing van de regeling ultstel van betallng rente en aflosslng. Dat betreft dus andere groepen dan die welke in de tabellen zijn verwerkt. De ultstelregeling heeft namelljk betrekklng op debiteuren en nlet op personen die nog steeds bijstand krljgen. Gelet op de opzet van het RC-onderzoek is nlet gevraagd naar de leeftijd van de debiteuren a/BPi^GvZ

27 Aantal personen met periodieke bij stand onder verband van krediethypotheek aan het eind van het Jaar naar duur en leeftijd 1988 < Ijaar 1 tot 3 Jaar 3 tot 6 Jaar 6 totlojaar )Jr en langer totaal 21-26Jaar Jaar 3-34 Jaar Jaar 4-44 Jaar Jaar 5-54 Jaar Jaar 6-64 Jaar totaal < Ijaar 1 tot 3 jaar 3 tot 6 jaar 6 totlojaar )jr en langer totaal 21-26Jaar Jaar 3-34 Jaar Jaar 4-44 Jaar 45-49jaar 5-54 Jaar jaar 6-64 Jaar totaal < Ijaar 1 tot 3 Jaar 3 tot 6 jaar 6 totlojaar ) jr en langer totaal jaar 27-29jaar 3-34 Jaar Jaar 4-44 Jaar Jaar 5-54 Jaar Jaar 6-64 jaar totaal

*Z0386B5DD05* B&W-vergadering : Registratienummer : Z -14-27454 / 29858. Onderwerp

*Z0386B5DD05* B&W-vergadering : Registratienummer : Z -14-27454 / 29858. Onderwerp *Z0386B5DD05* B&W-vergadering : Registratienummer : Z -14-27454 / 29858 Onderwerp : Beleidsregel krediethypotheek en pandrecht Participatiewet Goeree- Overflakkee 2015 Burgemeester en wethouders van Goeree-Overflakkee,

Nadere informatie

CVDR. Nr. CVDR3523_1. Gemeentelijk beleid krediethypotheek 2004

CVDR. Nr. CVDR3523_1. Gemeentelijk beleid krediethypotheek 2004 CVDR Officiële uitgave van Ede. Nr. CVDR3523_1 4 mei 2017 Gemeentelijk beleid krediethypotheek 2004 Uitgangspunt Gelet op het bepaalde in artikel 50 Wet werk en bijstand (Wwb) wordt besloten om de leenbijstand

Nadere informatie

Beleidsregel Krediethypotheek 2015

Beleidsregel Krediethypotheek 2015 Beleidsregel Krediethypotheek 2015 Algemeen Bij de beoordeling of iemand aanspraak kan maken op bijstandsverlening staat steeds de vraag centraal of de belanghebbende in zodanige omstandigheden verkeert

Nadere informatie

Besluit krediethypotheek en pandrecht bijstand 2004

Besluit krediethypotheek en pandrecht bijstand 2004 Besluit krediethypotheek en pandrecht bijstand 2004 Het dagelijks bestuur van de ISD Midden-Langstraat gevestigd te Waalwijk Gelet op het bepaalde in de artikelen 1 lid 3 en 2 lid 3 van de Verordening

Nadere informatie

Beleidsregels krediethypotheek Wet werk en bijstand. 1 januari 2005

Beleidsregels krediethypotheek Wet werk en bijstand. 1 januari 2005 Beleidsregels krediethypotheek Wet werk en bijstand 1 januari 2005 Inhoudsopgave Geregistreerd onder nummer BIVO/2013/30024 Wettelijke grondslag: Wet werk en bijstand Beleidsregels krediethypotheek Wet

Nadere informatie

Beleidsregels krediethypotheek en pandrecht Noordoostpolder 2018

Beleidsregels krediethypotheek en pandrecht Noordoostpolder 2018 GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van de gemeente Noordoostpolder Nr. 11221 18 januari 2018 Beleidsregels krediethypotheek en pandrecht Noordoostpolder 2018 Het college van burgemeester en wethouders van

Nadere informatie

Besluit krediethypotheek en pandrecht

Besluit krediethypotheek en pandrecht Besluit krediethypotheek en pandrecht Het dagelijks bestuur van de Uitvoeringsorganisatie Baanbrekers gevestigd te Waalwijk Gelet op het bepaalde in de artikelen 1 lid 3 en 2 lid 3 van de Verordening krediethypotheek

Nadere informatie

gelet op artikel 147, eerste lid, van de Gemeentewet en artikel 50 van de Wet werk en bijstand;

gelet op artikel 147, eerste lid, van de Gemeentewet en artikel 50 van de Wet werk en bijstand; De raden van de gemeenten Leek, Marum en Noordenveld; gelet op artikel 147, eerste lid, van de Gemeentewet en artikel 50 van de Wet werk en bijstand; overwegende dat het voornemen bestaat de afdelingen

Nadere informatie

Besluit krediethypotheek en pandrecht bijstand 2004 Art. 1. Bijstand voor vestigingskosten hypotheek of pand Indien bijstand wordt verleend in de

Besluit krediethypotheek en pandrecht bijstand 2004 Art. 1. Bijstand voor vestigingskosten hypotheek of pand Indien bijstand wordt verleend in de Besluit krediethypotheek en pandrecht bijstand 2004 Art. 1. Bijstand voor vestigingskosten hypotheek of pand Indien bijstand wordt verleend in de vorm van een geldlening onder verband van hypotheek cq

Nadere informatie

WWB, ( ( ( 34, ( AMVB

WWB, ( ( ( 34, ( AMVB Algemene toelichting De Wet werk en bijstand ( WWB) kent ten opzichte van de Abw een aantal wijzigingen in de regeling van de gevolgen voor de bijstand van het vermogen gebonden in voor bewoning bestemde

Nadere informatie

Beleidsregel krediethypotheek en pandrecht Participatiewet 2015

Beleidsregel krediethypotheek en pandrecht Participatiewet 2015 Beleidsregel krediethypotheek en pandrecht Participatiewet 2015 Het college maakt altijd gebruik van haar bevoegdheid om ter zekerheid van terugbetaling van de door haar verstrekte bijstand in het geval

Nadere informatie

Beleidsregels van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Den Helder houdende Krediethypotheek en Pandrecht Participatiewet

Beleidsregels van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Den Helder houdende Krediethypotheek en Pandrecht Participatiewet CVDR Officiële uitgave van Den Helder. Nr. CVDR621807_1 27 februari 2019 Beleidsregels van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Den Helder houdende Krediethypotheek en Pandrecht Participatiewet

Nadere informatie

gelet op artikel 147, eerste lid, van de Gemeentewet en artikel 50 van de Participatiewet; b e s l u i t :

gelet op artikel 147, eerste lid, van de Gemeentewet en artikel 50 van de Participatiewet; b e s l u i t : De raad van de gemeente Oegstgeest; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. datum; gelet op artikel 147, eerste lid, van de Gemeentewet en artikel 50 van de Participatiewet; b e s l u

Nadere informatie

BELEIDSREGELS KREDIETHYPOTHEEK EN PANDRECHT WOUDENBERG 2011

BELEIDSREGELS KREDIETHYPOTHEEK EN PANDRECHT WOUDENBERG 2011 Overwegende dat het college van burgemeester en wethouders als nadere uitwerking van de Wet werk en bijstand en de Wet investeren in jongeren door middel van beleidsregels: a. op grond van artikel 48,

Nadere informatie

Gelet op artikel 34, lid 2 onder d en artikel 50 van de Wet werk en bijstand:

Gelet op artikel 34, lid 2 onder d en artikel 50 van de Wet werk en bijstand: Regeling Krediethypotheek en Pandrecht bijstand Gelet op artikel 34, lid 2 onder d en artikel 50 van de Wet werk en bijstand: De Regeling krediethypotheek en pandrecht bijstand 2004. A. Hoofdstuk 1: Krediethypotheek

Nadere informatie

BELEIDSREGELS KREDIETHYPOTHEEK WWB. Afdeling Sociale Zaken Economische Zaken en Huisvesting. Zoeterwoude

BELEIDSREGELS KREDIETHYPOTHEEK WWB. Afdeling Sociale Zaken Economische Zaken en Huisvesting. Zoeterwoude BELEIDSREGELS KREDIETHYPOTHEEK WWB Afdeling Sociale Zaken Economische Zaken en Huisvesting Zoeterwoude Het college van burgemeester en wethouders van Zoeterwoude 9 november 2004, Gelet op: het bepaalde

Nadere informatie

Wetstechnische informatie

Wetstechnische informatie Wetstechnische informatie Gegevens van de regeling Overheidsorganisatie Officiële naam regeling Citeertitel Besloten door Deze versie is geldig tot (als de vervaldatum is vastgesteld) Onderwerp Gemeente

Nadere informatie

Beleidsregels Krediethypotheek WWB. Gemeente Voorst

Beleidsregels Krediethypotheek WWB. Gemeente Voorst Beleidsregels Krediethypotheek WWB Gemeente Voorst 1 KREDIETHYPOTHEEK INLEIDING /VOORWOORD 1. Krediethypotheek onder de Algemene bijstandswet (Abw) In artikel 20 Algemene bijstandswet is bepaald dat aan

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 1995 204 Besluit van 12 april 1995, houdende vaststelling van een Besluit krediethypotheek bijstand Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der

Nadere informatie

Bijlage 2. Beleidsregels krediethypotheek en pandrecht

Bijlage 2. Beleidsregels krediethypotheek en pandrecht Beleidsregels krediethypotheek en pandrecht Inleiding Het vermogen in de eigen woning was tot 1 januari 2004 geregeld in de artikelen 20, 53 lid 2 en 110 van de ABW en in het per 1 januari 2004 ingetrokken

Nadere informatie

Gelet: op door de aan het college daartoe opgelegde verplichting en verkregen bevoegdheid, als is vastgelegd in de voornoemde wetten en regelingen;

Gelet: op door de aan het college daartoe opgelegde verplichting en verkregen bevoegdheid, als is vastgelegd in de voornoemde wetten en regelingen; Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Rijswijk Gezien: de bepalingen in de Participatiewet, en het Besluit bijstandsverlening zelfstandigen 2004 en de Algemene wet bestuursrecht per

Nadere informatie

Beleidsregels krediethypotheek gemeente Edam-Volendam 2016

Beleidsregels krediethypotheek gemeente Edam-Volendam 2016 Beleidsregels krediethypotheek gemeente Edam-Volendam 2016 Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen Artikel 1. Begrippen 1. Alle begrippen die in deze beleidsregels worden gebruikt en die niet nader worden omschreven

Nadere informatie

Beleidsregels Krediethypotheek Participatiewet 2016

Beleidsregels Krediethypotheek Participatiewet 2016 Beleidsregels Krediethypotheek Participatiewet 2016 Gemeente Boxmeer Besluit College d.d. 6 september 2016 Reg.nr.: I-SZ/2016/268 / RIS 2016-482 (Bijlage) . Beleidsregels Krediethypotheek Participatiewet

Nadere informatie

CVDR. Nr. CVDR303974_1. 20 februari Officiële uitgave van Hilversum.

CVDR. Nr. CVDR303974_1. 20 februari Officiële uitgave van Hilversum. CVDR Officiële uitgave van Hilversum. Nr. CVDR303974_1 20 februari 2018 Beleid krediethypotheek en pandrecht bijstand 2008 Beleid krediethypotheek en pandrecht bijstand 2008 Deze beleidsregels geven aan

Nadere informatie

Gemeente Krimpen aan den IJssel

Gemeente Krimpen aan den IJssel pagina 1 van 5 Versie per 1 januari 2006 430 KREDIETHYPOTHEEK 1) ALGEMEEN 1.1. Algemene vermogensvrijlating De WWB kent, net als de Abw, een algemene vrijlatingsregeling voor vermogen. Alleen wanneer de

Nadere informatie

Verordening krediethypotheek en pandrecht bijstand gemeente Laarbeek

Verordening krediethypotheek en pandrecht bijstand gemeente Laarbeek CVDR Officiële uitgave van Laarbeek. Nr. CVDR110864_1 1 mei 2018 Verordening krediethypotheek en pandrecht bijstand gemeente Laarbeek De raad van de gemeente Laarbeek, gelet op de artikelen 108 en 147

Nadere informatie

Beleidsregels krediethypotheek bijstand gemeente Hilversum het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Hilversum;

Beleidsregels krediethypotheek bijstand gemeente Hilversum het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Hilversum; GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van gemeente Hilversum. Nr. 32929 12 juni 2014 Beleidsregels krediethypotheek bijstand gemeente Hilversum 2014 COLLEGEBESLUIT : Burgemeester en wethouders van Hilversum;

Nadere informatie

Artikel 5. Hoogte hypotheek, pandrecht, taxatie woning, vestigingskosten ten laste van belanghebbende

Artikel 5. Hoogte hypotheek, pandrecht, taxatie woning, vestigingskosten ten laste van belanghebbende CVDR Officiële uitgave van Almelo. Nr. CVDR36538_1 3 juni 2016 Beleidsregel Krediethypotheek en Pandrecht WWB Gemeenteblad van Almelo Geldende tekst regelingnummer: 2298 Nr. 3 B&W-besluit van 20 februari

Nadere informatie

De verordening krediethypotheek en pandrecht bijstand 2004

De verordening krediethypotheek en pandrecht bijstand 2004 CVDR Officiële uitgave van Ermelo. Nr. CVDR55825_1 12 december 2017 De verordening krediethypotheek en pandrecht bijstand 2004 Hoofdstuk 1 Krediethypotheek Artikel 1 1. Indien voor de belanghebbende die

Nadere informatie

Besluit: vast te stellen debeleidsregels Krediethypotheek Participatiewet gemeente Nunspeet 2015

Besluit: vast te stellen debeleidsregels Krediethypotheek Participatiewet gemeente Nunspeet 2015 CVDR Officiële uitgave van Nunspeet. Nr. CVDR369793_1 17 april 2018 Beleidsregels krediethypotheek Participatiewet gemeente Nunspeet 2015 Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen Beleidsregels Krediethypotheek

Nadere informatie

Uitvoeringsbesluit krediethypotheek 2015 Valkenburg aan de Geul

Uitvoeringsbesluit krediethypotheek 2015 Valkenburg aan de Geul Valkenburg aan de Geul Artikel 1. Begripsbepalingen 1. Voor de toepassing van deze beleidsregels wordt verstaan onder: a. belanghebbende: de persoon waar een krediethypotheek of pandrecht op van toepassing

Nadere informatie

Beleidsregel Krediethypotheek en pandovereenkomst 2014

Beleidsregel Krediethypotheek en pandovereenkomst 2014 Beleidsregel Krediethypotheek en pandovereenkomst 2014 De wettelijke grondslag van de beleidsregel Gelet op artikel 34 en artikel 50 van de Wet werk en bijstand is het verstrekken van een krediethypotheek

Nadere informatie

gemeenteäó Ja) Heemskerk Beiëidsregeis kreäieihypoiheek en pandovereenkomst bijstand 1 november 2015

gemeenteäó Ja) Heemskerk Beiëidsregeis kreäieihypoiheek en pandovereenkomst bijstand 1 november 2015 Scan nummer 1 van 1 - Scanpagina 1 van 8 L9 gemeenteäó Ja) Heemskerk Beiëidsregeis kreäieihypoiheek en pandovereenkomst bijstand 1 november 2015 BIVO/2015/30158! lli l lllllllllin!!lll l!h l Hl ll!hll!

Nadere informatie

Beleidsregels krediethypotheek Participatiewet 2015

Beleidsregels krediethypotheek Participatiewet 2015 Beleidsregels krediethypotheek Participatiewet 2015 Het college van de gemeente Apeldoorn; gelet op artikel 48, derde lid, en artikel 50, van de Participatiewet en artikel 4.81 van de Algemene wet bestuursrecht

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2000 408 Besluit van 26 september 2000 tot wijziging van het Uitvoeringsbesluit WIK en het Besluit krediethypotheek bijstand in verband met de vaststelling

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2004 2005 29 499 Wijziging van de Wet werk en bijstand en enige andere wetten in verband met een aantal technische verbeteringen en het herstel van enkele

Nadere informatie

BLAD GEMEENSCHAPPELIJKE REGELING

BLAD GEMEENSCHAPPELIJKE REGELING BLAD GEMEENSCHAPPELIJKE REGELING Officiële uitgave van de gemeenschappelijke regeling WerkSaam Westfriesland Nr. 947 27 juni 2018 Beleidsregel Krediethypotheek, pandrecht en geldlening WerkSaam Westfriesland

Nadere informatie

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1a 2513 AA s-gravenhage W&B/URP/04/81270

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1a 2513 AA s-gravenhage W&B/URP/04/81270 Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1a 2513 AA s-gravenhage Postbus 90801 2509 LV Den Haag Anna van Hannoverstraat 4 Telefoon

Nadere informatie

Regeling krediethypotheek en pandrecht gemeente Overbetuwe 2011. Ons kenmerk: 10bwb00699. Burgemeester en wethouders van de gemeente Overbetuwe;

Regeling krediethypotheek en pandrecht gemeente Overbetuwe 2011. Ons kenmerk: 10bwb00699. Burgemeester en wethouders van de gemeente Overbetuwe; Onderwerp: Regeling krediethypotheek en pandrecht gemeente Overbetuwe 2011 Ons kenmerk: 10bwb00699 Burgemeester en wethouders van de gemeente Overbetuwe; gelet op artikel(en) 3, zesde lid, 34, tweede lid,

Nadere informatie

Beleidsregel krediethypotheek en pandrecht

Beleidsregel krediethypotheek en pandrecht Beleidsregel krediethypotheek en pandrecht Vaststelling: College van B&W 3 november 2008 Bekendmaking: De Trompetter 11 november 2008 Inwerkingtreding: 1 januari 2009 Beleidsregel krediethypotheek en pandrecht

Nadere informatie

GEMEENTEBLAD. Nr Beleidsregels bijstand en eigen woning februari Officiële uitgave van gemeente Leiderdorp.

GEMEENTEBLAD. Nr Beleidsregels bijstand en eigen woning februari Officiële uitgave van gemeente Leiderdorp. GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van gemeente Leiderdorp. Nr. 21274 9 februari 2017 Beleidsregels bijstand en eigen woning 2017 Het college van burgemeester en wethouders van Leiderdorp; gelet op artikel

Nadere informatie

Regeling krediethypotheek en pandrecht gemeente Menterwolde 2015

Regeling krediethypotheek en pandrecht gemeente Menterwolde 2015 GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van gemeente Menterwolde. Nr. 82845 9 september 2015 Regeling krediethypotheek en pandrecht gemeente Menterwolde 2015 Het College van Burgemeester en Wethouders van Menterwolde

Nadere informatie

Beleidsregel krediethypotheek en pandrecht 2015

Beleidsregel krediethypotheek en pandrecht 2015 Beleidsregel krediethypotheek en pandrecht 2015 Artikel 1 Begripsomschrijving 1. In deze beleidsregel wordt verstaan onder: a. (Krediet)hypotheek: een te vestigen recht ter meerdere zekerheid op registergoeden;

Nadere informatie

CVDR. Nr. CVDR10087_1. Regeling bijstand en eigen woning

CVDR. Nr. CVDR10087_1. Regeling bijstand en eigen woning CVDR Officiële uitgave van Leiden. Nr. CVDR10087_1 7 augustus 2018 Regeling bijstand en eigen woning Regeling bijstand en eigen woning Artikel 1 Hypotheek en pand 1. Indien voor de belanghebbende als bedoeld

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2004 2005 29 499 Wijziging van de Wet werk en bijstand en enige andere wetten in verband met een aantal technische verbeteringen en het herstel van enkele

Nadere informatie

BELEIDSREGELS KREDIETHYPOTHEEK BIJSTAND HILVERSUM 2015

BELEIDSREGELS KREDIETHYPOTHEEK BIJSTAND HILVERSUM 2015 GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van gemeente Hilversum. Nr. 93286 8 oktober 2015 BELEIDSREGELS KREDIETHYPOTHEEK BIJSTAND HILVERSUM 2015 Behorende bij artikel 48, derde lid, en 50 Participatiewet BELEIDSREGELS

Nadere informatie

Regeling krediethypotheek en pandrecht. gemeente Overbetuwe 2010

Regeling krediethypotheek en pandrecht. gemeente Overbetuwe 2010 Onderwerp: Regeling krediethypotheek en pandrecht gemeente Overbetuwe 2010 Ons kenmerk: 09bwb00760 Burgemeester en wethouders van de gemeente Overbetuwe; gelet op artikel(en) 3, zesde lid, 34, tweede lid,

Nadere informatie

Beleidsregels krediethypotheek en pandrecht Participatiewet Zoetermeer 2015. Het college van burgemeester en wethouders van Zoetermeer;

Beleidsregels krediethypotheek en pandrecht Participatiewet Zoetermeer 2015. Het college van burgemeester en wethouders van Zoetermeer; GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van gemeente Zoetermeer. Nr. 81753 29 december 2014 Beleidsregels krediethypotheek en pandrecht Participatiewet Zoetermeer 2015 Zaaknummer 2014-000546 Het college van burgemeester

Nadere informatie

Gelet op de artikelen 34, tweede lid, onder d, 48, derde lid, en 50 van de Participatiewet;

Gelet op de artikelen 34, tweede lid, onder d, 48, derde lid, en 50 van de Participatiewet; Gemeenteblad nr. 359, 23 maart 2017 Beleidsregels krediethypotheek en pandrecht Deurne 2016 Het college van burgemeester en wethouders, Gelet op de artikelen 34, tweede lid, onder d, 48, derde lid, en

Nadere informatie

Beleidsregel krediethypotheek, pandrecht en geldlening WerkSaam Westfriesland 2017

Beleidsregel krediethypotheek, pandrecht en geldlening WerkSaam Westfriesland 2017 Beleidsregel krediethypotheek, pandrecht en geldlening WerkSaam Westfriesland 2017 Het algemeen bestuur en het dagelijks bestuur van WerkSaam Westfriesland, gevestigd te Hoorn, ieder voor zover het zijn

Nadere informatie

BLAD GEMEENSCHAPPELIJKE REGELING

BLAD GEMEENSCHAPPELIJKE REGELING BLAD GEMEENSCHAPPELIJKE REGELING Officiële uitgave van de gemeenschappelijke regeling WerkSaam Westfriesland Nr. 169 20 maart 2017 Beleidsregel krediethypotheek, pandrecht en geldlening WerkSaam Westfriesland

Nadere informatie

Verordening individuele bijzondere bijstand RSDHW 2015

Verordening individuele bijzondere bijstand RSDHW 2015 Verordening individuele bijzondere bijstand RSDHW 2015 Het algemeen bestuur van de Regionale Sociale Dienst Hoeksche Waard (RSDHW); Gelezen het voorstel van het dagelijks bestuur van de RSDHW d.d. 22 december

Nadere informatie

Beleidsregels bijstand onder verband van hypotheek en/of verpanding Wet werk en bijstand

Beleidsregels bijstand onder verband van hypotheek en/of verpanding Wet werk en bijstand Beleidsregels bijstand onder verband van hypotheek en/of verpanding Wet werk en bijstand Het dagelijks bestuur van de ISD, Optimisd, gelet op de gemeenschappelijke regeling Intergemeentelijke Sociale Dienst

Nadere informatie

Vast te stellen de gewijzigde invulling van richtlijn B093 - Suppletie GKB-lening

Vast te stellen de gewijzigde invulling van richtlijn B093 - Suppletie GKB-lening Gemeenteblad nr. 93, 19 december 2013 Gelet op artikel 35 WWB Vast te stellen de gewijzigde invulling van richtlijn B093 - Suppletie GKB-lening Richtlijn B093 - Suppletie GKB-lening wordt als volgt ingevuld:

Nadere informatie

Collegevoorstel Advies: Openbaar. Onderwerp aanpassing beleidsregel bijstand en eigen woning. Programma / Programmanummer Inkomen / 3230.

Collegevoorstel Advies: Openbaar. Onderwerp aanpassing beleidsregel bijstand en eigen woning. Programma / Programmanummer Inkomen / 3230. Collegevoorstel Advies: Openbaar Onderwerp aanpassing beleidsregel bijstand en eigen woning Programma / Programmanummer Inkomen / 3230 Portefeuillehouder L. Scholten Samenvatting Voorgesteld wordt om in

Nadere informatie

besluit vast te stellen de Verordening bijzondere bijstand 2015 gemeente Heerde.

besluit vast te stellen de Verordening bijzondere bijstand 2015 gemeente Heerde. Raadsbesluit De raad van de gemeente Heerde; gelezen het voorstel van het college d.d. 11 november 2014; gelet op artikel 35 van de Participatiewet; besluit vast te stellen de Verordening bijzondere bijstand

Nadere informatie

Artikel 7 Citeertitel Deze verordening kan worden aangehaald als Toeslagenverordening Wet werk en bijstand 2012-A.

Artikel 7 Citeertitel Deze verordening kan worden aangehaald als Toeslagenverordening Wet werk en bijstand 2012-A. De raad van de gemeente Woerden; Gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 28 augustus 2012 met overneming van de daarin vermelde motieven; gelet op artikel 8 lid 1 onderdeel c en artikel

Nadere informatie

BELEIDSREGELS BIJSTAND EN EIGEN WONING

BELEIDSREGELS BIJSTAND EN EIGEN WONING Gemeente Achtkarspelen BELEIDSREGELS BIJSTAND EN EIGEN WONING 2019 Gemeente Achtkarspelen April 2019 INLEIDING Indien een eigenaar van een woning, een woonwagen of een woonschip een aanvraag om algemene

Nadere informatie

Beleidsregels Krediethypotheek en pandrecht bijstand Kerkrade

Beleidsregels Krediethypotheek en pandrecht bijstand Kerkrade CVDR Officiële uitgave van Kerkrade. Nr. CVDR125789_1 19 september 2017 Beleidsregels Krediethypotheek en pandrecht bijstand Kerkrade A. Vooraf De begrippen krediethypotheek en pandrecht in de bijstand

Nadere informatie

Beleidsregel krediethypotheek P-wet Schagen 2015

Beleidsregel krediethypotheek P-wet Schagen 2015 GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van gemeente Schagen. Nr. 5235 20 januari 2015 Beleidsregel krediethypotheek P-wet Schagen 2015 Artikel 1 Vestigen krediethypotheek Voorzover met inachtneming van artikel

Nadere informatie

b e s l u i t e n : Vast te stellen de Beleidsregels Bijstand in de vorm van een geldlening onder zekerheid van hypotheek ISD BOL 2015

b e s l u i t e n : Vast te stellen de Beleidsregels Bijstand in de vorm van een geldlening onder zekerheid van hypotheek ISD BOL 2015 besluit BenW Behandeld door : M.P.P. van Ginneken Organisatieonderdeel : Maatschappelijke Ontwikkeling Documentnummer : Onderwerp : BELEIDSREGELS BIJSTAND IN DE VORM VAN EEN GELDLENING ONDER ZEKERHEID

Nadere informatie

Beleidsregel krediethypotheek Participatiewet Hollands Kroon 2015

Beleidsregel krediethypotheek Participatiewet Hollands Kroon 2015 Beleidsregel krediethypotheek Participatiewet Hollands Kroon 2015 Herzieningen Datum Terugwerkende Datum besluit Besluit van: inwerkingtreding kracht 01-07-2009 n.v.t. 05-06-2009 DB ISD-KNH 01-07-2009

Nadere informatie

I-SZ/2015/1803. Beleidsregels Bijzondere bijstand en Minimabeleid - Algemene bepalingen 2015

I-SZ/2015/1803. Beleidsregels Bijzondere bijstand en Minimabeleid - Algemene bepalingen 2015 I-SZ/2015/1803 Beleidsregels Bijzondere bijstand en Minimabeleid - Algemene bepalingen 2015 Definitieve vaststelling Besluit College d.d. 1 september 2015 . Beleidsregels Bijzondere bijstand en Minimabeleid

Nadere informatie

Overzicht (belangrijke) inhoudelijke wijzigingen beleid Terugvordering naar aanleiding van nieuwe beleidsregels Terug- en invordering 2017

Overzicht (belangrijke) inhoudelijke wijzigingen beleid Terugvordering naar aanleiding van nieuwe beleidsregels Terug- en invordering 2017 Overzicht (belangrijke) inhoudelijke wijzigingen beleid Terugvordering naar aanleiding van nieuwe beleidsregels Terug- en invordering 2017 Het is lastig per onderdeel verschillen en wijzigingen van beleid

Nadere informatie

B&W-nr.:06.0700 d.d. 06-06-2006. Wijziging Beleidsregels Bijzondere Bijstand

B&W-nr.:06.0700 d.d. 06-06-2006. Wijziging Beleidsregels Bijzondere Bijstand Raadsaanbiedingsformulier Rv nr. Opsteller Naam: Piet Minderhoud B&W.nr.: 06.0700 Dienst: SOZA Telefoon: 516 7393 Verantwoordelijk portef.houder: Sociale Zaken B&W-besluit d.d: 6 juni 2006 en Cultuur Meningsvormend

Nadere informatie

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 13 januari 2011;

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 13 januari 2011; De raad van de gemeente Schiermonnikoog; overwegende, dat het noodzakelijk is het verstrekken van toeslagen en het verlagen van uitkeringen van bijstandsgerechtigden jonger dan 65 jaar bij verordening

Nadere informatie

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1a DEN HAAG BZ/IW/01/63399

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1a DEN HAAG BZ/IW/01/63399 Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1a DEN HAAG Postbus 90801 2509 LV Den Haag Anna van Hannoverstraat 4 Telefoon (070) 333

Nadere informatie

CVDR. Nr. CVDR392959_1. Beleidsregel Terug- en invordering

CVDR. Nr. CVDR392959_1. Beleidsregel Terug- en invordering CVDR Officiële uitgave van Den Helder. Nr. CVDR392959_1 27 december 2018 Beleidsregel Terug- en invordering Algemeen Het college is op grond van artikel 58, eerste lid, van de Participatiewet, artikel

Nadere informatie

Beleidsregels leenbijstand Participatiewet 2016

Beleidsregels leenbijstand Participatiewet 2016 Beleidsregels leenbijstand Participatiewet 2016 Boxmeer, juli 2016 I-SZ/2016/1924 / RIS 2016-456 (Bijlage) Beleidsregels leenbijstand Participatiewet 2016 Inhoudsopgave HOOFDSTUK 1 ALGEMEEN Begripsbepaling

Nadere informatie

De gemeente Hulst hanteert geen drempelbedrag als bedoeld in artikel 35 lid 2 WWB.

De gemeente Hulst hanteert geen drempelbedrag als bedoeld in artikel 35 lid 2 WWB. Burgemeester en wethouders van de gemeente Hulst, overwegende, dat het van belang is in het kader van de uitvoering van artikel 35 van de Wet Werk en Bijstand (WWB) beleidsregels te hanteren; gelet op

Nadere informatie

Beleidsregels bijzondere bijstand WIHW 2016

Beleidsregels bijzondere bijstand WIHW 2016 Beleidsregels bijzondere bijstand WIHW 2016 Het dagelijks bestuur van WIHW; Gelezen het advies van de Regionale Cliëntenraad WIHW; Gelet op de artikel 35 van de Participatiewet; Besluit vast te stellen

Nadere informatie

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1a 2513 AA s-gravenhage

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1a 2513 AA s-gravenhage Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1a 2513 AA s-gravenhage Postbus 90801 2509 LV Den Haag Anna van Hannoverstraat 4 Telefoon

Nadere informatie

Verordening toeslagen en verlagingen Wet werk en bijstand 2013 gemeente Velsen

Verordening toeslagen en verlagingen Wet werk en bijstand 2013 gemeente Velsen Verordening toeslagen en verlagingen Wet werk en bijstand 2013 gemeente Velsen Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen Artikel 1 Begripsbepalingen. 1. In deze verordening wordt verstaan onder: a. de wet: de Wet

Nadere informatie

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1a 2513 AA s-gravenhage

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1a 2513 AA s-gravenhage Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1a 2513 AA s-gravenhage Postbus 90801 2509 LV Den Haag Anna van Hannoverstraat 4 Telefoon

Nadere informatie

Raadsvoorstel. Brunssum, d.d. : 17 mei 2005 Gemeenteblad : 2005/53 Afdeling Nr.

Raadsvoorstel. Brunssum, d.d. : 17 mei 2005 Gemeenteblad : 2005/53 Afdeling Nr. Raadsvoorstel Brunssum, d.d. 17 mei 200 Gemeenteblad 200/3 Afdeling Nr. Sociale zaken 200/7092 Portefeuillehouder Wethouder Heinen Onderwerp WWB en vermogen gebonden aan de eigen woning Uiterlijke 28 juni

Nadere informatie

TOESLAGENVERORDENING WET WERK EN BIJSTAND GEMEENTE DOETINCHEM 2012. gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 28 maart 2012;

TOESLAGENVERORDENING WET WERK EN BIJSTAND GEMEENTE DOETINCHEM 2012. gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 28 maart 2012; TOESLAGENVERORDENING WET WERK EN BIJSTAND GEMEENTE DOETINCHEM 2012 De raad van de gemeente Doetinchem; gezien het advies van de sociale raad; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 28

Nadere informatie

Beleidsregels aanvullende bijzondere bijstand levensonderhoud jongeren 18 t/m 20 jaar

Beleidsregels aanvullende bijzondere bijstand levensonderhoud jongeren 18 t/m 20 jaar Beleidsregels aanvullende bijzondere bijstand levensonderhoud jongeren 18 t/m 20 jaar Voor deze nota relevante wet- en regelgeving: -de Wet tot wijziging van de Wet werk en bijstand en samenvoeging van

Nadere informatie

Het college van burgemeester en wethouders, in zijn vergadering van 11 april 2006,

Het college van burgemeester en wethouders, in zijn vergadering van 11 april 2006, Het college van burgemeester en wethouders, in zijn vergadering van 11 april 2006, gelet op de Gemeentewet en de artikelen 1:3 van de Algemene wet bestuursrecht, artikelen 7, 31 en 34 van de Wet werk en

Nadere informatie

Gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders d.d. 2012;

Gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders d.d. 2012; RAADSBESLUIT De raad van de gemeente Hilversum, Gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders d.d. 2012; Gelet op: - artikel 147 van de Gemeentewet en; - artikel 36 en artikel 8, eerste

Nadere informatie

Toelichting behorende bij de Toeslagenverordening WWB 2010 (vastgesteld bij raadsbesluit van 5 juli 2010, nr. 21, reg.nr.

Toelichting behorende bij de Toeslagenverordening WWB 2010 (vastgesteld bij raadsbesluit van 5 juli 2010, nr. 21, reg.nr. Toelichting behorende bij de Toeslagenverordening WWB 2010 (vastgesteld bij raadsbesluit van 5 juli 2010, nr. 21, reg.nr. INT-10-00248) Algemene toelichting Op grond van de Wet werk en bijstand (WWB) dient

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1985-1986 Rijksbegroting voor het jaar 1986 19 200 Hoofdstuk XV Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid IMr. 80 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN

Nadere informatie

HOOFDSTUK 2 CRITERIA VOOR HET VERHOGEN VAN DE BIJSTANDSNORM

HOOFDSTUK 2 CRITERIA VOOR HET VERHOGEN VAN DE BIJSTANDSNORM TOESLAGENVERORDENING WET WERK EN BIJSTAND 2010 De raad van de gemeente Hattem; gelet op artikel 8, eerste lid, onderdeel c, en artikel 30 van de Wet werk en bijstand; besluit vast te stellen de volgende

Nadere informatie

Uit de toelichting op het aangenomen amendement blijkt dat met woonkosten, naast huur, ook gedoeld wordt op kosten eigen woning.

Uit de toelichting op het aangenomen amendement blijkt dat met woonkosten, naast huur, ook gedoeld wordt op kosten eigen woning. Parlementaire geschiedenis Verhoging beslagvrije voet met woonkosten (art. 475d lid 5 onder b Rv) Belangrijke passages 1 Van 1 april 1991 tot 1 januari 1996 1 Van 1 januari 1996 tot 29 juni 1996 6 Van

Nadere informatie

Sint nthonis. Beleidsregels leenbijstand WWB 2Ol4. r-szl2ol4/t7t

Sint nthonis. Beleidsregels leenbijstand WWB 2Ol4. r-szl2ol4/t7t B Sint nthonis Beleidsregels leenbijstand WWB 2Ol4 Boxmeer, januari 2014 r-szl2ol4/t7t Befeidsregels leenbijstand WWB 2fJ14. fnhoudsopgave HOOFDSTUK 1 ALGEMEEN o Begripsbepaling. Bevoegdheid HOOFDSTUK

Nadere informatie

TOELICHTING op de Bijstandsverordening / Toeslagenverordening gemeente Oegstgeest 2004

TOELICHTING op de Bijstandsverordening / Toeslagenverordening gemeente Oegstgeest 2004 TOELICHTING op de Bijstandsverordening / Toeslagenverordening gemeente Oegstgeest 2004 Algemene toelichting Tot 1 januari 1996 gold voor de bijstandsverlening een uiterst gedifferentieerde normensystematiek.

Nadere informatie

Verordening toeslagen en verlagingen Wet werk en bijstand 2011

Verordening toeslagen en verlagingen Wet werk en bijstand 2011 De raad van de gemeente Leusden; Gelezen het voorstel van het college d.d. 21 september 2010 nummer: 146598 overwegende dat het gewenst is het verstrekken van toeslagen en het verlagen van uitkeringen

Nadere informatie

Verordening Langdurigheidstoeslag Gemeente De Wolden 2012

Verordening Langdurigheidstoeslag Gemeente De Wolden 2012 Nr. XIV / 7d Verordening Langdurigheidstoeslag Gemeente De Wolden 2012 De raad van de gemeente De Wolden; Overwegende dat het noodzakelijk is om de voorwaarden waaronder een langdurigheidstoeslag wordt

Nadere informatie

De raad van de gemeente Schinnen;

De raad van de gemeente Schinnen; De raad van de gemeente Schinnen; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 3april 2012 gezien het advies van de Beleidscommissie d.d. 23 april 2012 gezien het advies van de Sociaal Maatschappelijke

Nadere informatie

Toeslagenverordening Wet Werk en Bijstand gemeente Coevorden.

Toeslagenverordening Wet Werk en Bijstand gemeente Coevorden. Toeslagenverordening Wet Werk en Bijstand gemeente Coevorden Wetstechnische informatie Gegevens van de regeling Overheidsorganisatie Officiële naam regeling Citeertitel Besloten door Deze versie is geldig

Nadere informatie

Verordening krediethypotheek en pandrecht bijstand

Verordening krediethypotheek en pandrecht bijstand Verordening krediethypotheek en pandrecht bijstand 1 Inhoudsopgave HOOFDSTUK 1: KREDIETHYPOTHEEK... 3 HOOFDSTUK 2: PANDRECHT... 3 HOOFDSTUK 3 MEEWERKINGSPLICHT EN AFSTEMMING... 4 HOOFDSTUK 4: SLOTBEPALINGEN...

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Gelet op artikel 12, tweede lid, van de Wet Centraal Orgaan opvang asielzoekers;

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Gelet op artikel 12, tweede lid, van de Wet Centraal Orgaan opvang asielzoekers; STAATSCOURANT Nr. Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. 850 24 november 2008 Regeling van de Staatssecretaris van Justitie van 12 november 2008, nr. 5557004/08, houdende bepalingen

Nadere informatie

Beleidsregels kostendelersnorm en verlagingen Participatiewet, IOAW/IOAZ Haarlemmerliede en Spaarnwoude 2015

Beleidsregels kostendelersnorm en verlagingen Participatiewet, IOAW/IOAZ Haarlemmerliede en Spaarnwoude 2015 Beleidsregels kostendelersnorm en verlagingen Participatiewet, IOAW/IOAZ Haarlemmerliede en Spaarnwoude 2015 Gelet op artikel 147 van de Gemeentewet; gelet op de artikelen 22a, 27, 28 en 33 van de Participatiewet

Nadere informatie

Verordening toeslagen en verlagingen Wet werk en bijstand gemeente Nijkerk

Verordening toeslagen en verlagingen Wet werk en bijstand gemeente Nijkerk CVDR Officiële uitgave van Nijkerk. Nr. CVDR2749_2 22 mei 2018 Verordening toeslagen en verlagingen Wet werk en bijstand gemeente Nijkerk (geconsolideerde versie, geldig vanaf 1 januari 2006) De raad van

Nadere informatie

dienst SZW Den Haag,...oktober 2003 Verordening toeslagen en verlagingen Wet werk en bijstand

dienst SZW Den Haag,...oktober 2003 Verordening toeslagen en verlagingen Wet werk en bijstand RV dienst SZW Den Haag,...oktober 2003 Op 1 januari 2004 treedt de Wet werk en bijstand (Wwb) in werking. De gemeente moet op die datum op grond van artikel 8 van de Wwb een verordening toeslagen en verlagingen

Nadere informatie

Beleidsregels Terug- en Invordering Participatiewet (2015) Het College van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Nijmegen,

Beleidsregels Terug- en Invordering Participatiewet (2015) Het College van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Nijmegen, GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van gemeente Nijmegen. Nr. 57658 29 juni 2015 Beleidsregels Terug- en Invordering Participatiewet (2015) Het College van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Nijmegen,

Nadere informatie

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 12 september 2012

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 12 september 2012 Raadsbesluit De raad van de gemeente Noord-Beveland; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 12 september 2012 gelet op artikel 147 van de Gemeentewet en artikel 8 lid 1 onderdeel d, artikel

Nadere informatie

Verordening toeslagen en verlagingen Wet werk en bijstand 2013

Verordening toeslagen en verlagingen Wet werk en bijstand 2013 De raad van de gemeente Leusden; Gelezen het voorstel van het college van 26 februari 2013 nr 200516 overwegende dat het gewenst is het verstrekken van toeslagen en het verlagen van uitkeringen van bijstandsgerechtigden

Nadere informatie

Sociaal-Economische Raad. Commissie Sociale Voorzieningen. Advies Invoeringswet herinrichting ABW

Sociaal-Economische Raad. Commissie Sociale Voorzieningen. Advies Invoeringswet herinrichting ABW Sociaal-Economische Raad Commissie Sociale Voorzieningen Advies Invoeringswet herinrichting ABW Uitgebracht aan de staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid d.d. 13 september 1991 SER Inhoudsopgave

Nadere informatie

Artikelsgewijze toelichting op de Toeslagenverordening WWB ISD Bollenstreek 2012

Artikelsgewijze toelichting op de Toeslagenverordening WWB ISD Bollenstreek 2012 Artikelsgewijze toelichting op de Toeslagenverordening WWB ISD Bollenstreek 2012 Artikel 1 Begripsomschrijving Om te voorkomen dat de betekenis van de begrippen van de WWB en de verordening uiteen lopen

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2011 2012 33 277 Wijziging van de Wet werk en bijstand in verband met de herziening van de definities van gezin en middelen (Wet afschaffing huishoudinkomenstoets)

Nadere informatie