SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN"

Transcriptie

1 SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN 1. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL Fentanyl Matrix EG 12 microgram/h pleisters voor transdermaal gebruik Fentanyl Matrix EG 25 microgram/h pleisters voor transdermaal gebruik Fentanyl Matrix EG 50 microgram/h pleisters voor transdermaal gebruik Fentanyl Matrix EG 75 microgram/h pleisters voor transdermaal gebruik Fentanyl Matrix EG 100 microgram/h pleisters voor transdermaal gebruik 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING Fentanyl Matrix EG 12 microgram/h pleisters voor transdermaal gebruik 1 pleister voor transdermaal gebruik met een actieve oppervlakte van 3,75 cm 2 bevat 2,063 mg fentanyl. De afgiftesnelheid is 12,5 microgram fentanyl per uur. Fentanyl Matrix EG 25 microgram/h pleisters voor transdermaal gebruik 1 pleister voor transdermaal gebruik met een actieve oppervlakte van 7,5 cm 2 bevat 4,125 mg fentanyl. De afgiftesnelheid is 25 microgram fentanyl per uur. Fentanyl Matrix EG 50 microgram/h pleisters voor transdermaal gebruik 1 pleister voor transdermaal gebruik met een actieve oppervlakte van 15 cm 2 bevat 8,25 mg fentanyl. De afgiftesnelheid is 50 microgram fentanyl per uur. Fentanyl Matrix EG 75 microgram/h pleisters voor transdermaal gebruik 1 pleister voor transdermaal gebruik met een actieve oppervlakte van 22,5 cm 2 bevat 12,375 mg fentanyl. De afgiftesnelheid is 75 microgram fentanyl per uur. Fentanyl Matrix EG 100 microgram/h pleisters voor transdermaal gebruik 1 pleister voor transdermaal gebruik met een actieve oppervlakte van 30 cm 2 bevat 16,5 mg fentanyl. De afgiftesnelheid is 100 microgram fentanyl per uur. Voor de volledige lijst van hulpstoffen, zie rubriek FARMACEUTISCHE VORM Pleisters voor transdermaal gebruik. Fentanyl Matrix EG 12 microgram/h pleisters voor transdermaal gebruik Transparante en kleurloze pleister met een blauwe opdruk: Fentanyl 12 microgram/h Fentanyl Matrix EG 25 microgram/h pleisters voor transdermaal gebruik Transparante en kleurloze pleister met een blauwe opdruk: Fentanyl 25 microgram/h Fentanyl Matrix EG 50 microgram/h pleisters voor transdermaal gebruik Transparante en kleurloze pleister met een blauwe opdruk: Fentanyl 50 microgram/h Fentanyl Matrix EG 75 microgram/h pleisters voor transdermaal gebruik Transparante en kleurloze pleister met een blauwe opdruk: Fentanyl 75 microgram/h Fentanyl Matrix EG 100 microgram/h pleisters voor transdermaal gebruik Transparante en kleurloze pleister met een blauwe opdruk: Fentanyl 100 microgram/h 1/171

2 4. KLINISCHE GEGEVENS 4.1 Therapeutische indicaties Volwassenen: Het product is geïndiceerd voor ernstige chronische pijn die slechts met opioïde analgetica afdoende kan worden behandeld. Kinderen: Langdurige behandeling van ernstige chronische pijn bij kinderen vanaf 2 jaar die reeds met opioïden zijn behandeld. 4.2 Dosering en wijze van toediening Dosering Volwassenen: De dosering is individueel en gebaseerd op de geschiedenis van opioïdegebruik van de patiënt en houdt rekening met: de mogelijke ontwikkeling van tolerantie de huidige algemene conditie, de medische status van de patiënt en de ernst van de aandoening De vereiste fentanyldosering wordt individueel ingesteld en dient na elke toediening regelmatig te worden beoordeeld. Patiënten die voor het eerst met opioïden worden behandeld (opioïdenaïeve patiënten) De klinische ervaring met fentanyl bij opioïdenaïeve patiënten is beperkt. Als behandeling met fentanyl als passend wordt beoordeeld bij opioïdenaïeve patiënten, wordt aangeraden deze patiënten in eerste instantie te titreren met lage dosissen kortwerkende opioïden. Er zijn pleisters met een afgiftesnelheid van 12.5 microgram/uur beschikbaar en deze dienen voor de initiële dosering te worden gebruikt. Vervolgens kunnen de patiënten worden overgezet op pleisters met 25 microgram/uur. Indien nodig kan de dosis vervolgens omhoog of omlaag getitreerd worden in stappen van 12 of 25 microgram/uur om de laagste noodzakelijke dosis fentanyl te bereiken, afhankelijk van de respons en de behoefte aan aanvullende pijnverlichting (zie ook rubriek 4.4). Bij behandelingsnaïeve oudere of zwakke patiënten wordt afgeraden een behandeling met fentanyl te starten wegens hun bekende gevoeligheid voor behandelingen met een opioïde. In deze gevallen wordt aangeraden de behandeling met lage dosissen directwerkende morfine te starten en pas na het vaststellen van de optimale dosering fentanyl voor te schrijven. Opioïdetolerante patiënten De startdosis fentanyl moet gebaseerd zijn op de behoefte aan opioïde analgesie in de afgelopen 24 uur. Overstappen van andere opioïden Wanneer wordt overgestapt van orale of parenterale opioïden naar transdermale behandeling met fentanyl, moet de startdosering als volgt worden berekend: 1. De hoeveelheid analgetica die in de afgelopen 24 uur vereist was, dient vastgesteld te worden. 2. De verkregen som dient omgerekend te worden naar de overeenkomstige orale dosis morfine met behulp van Tabel De overeenkomstige fentanyldosering dient als volgt vastgesteld te worden: a) met behulp van Tabel 2 voor patiënten die behoefte hebben aan opioïdewisseling (conversieverhouding van oraal toegediende morfine naar transdermaal fentanyl is gelijk aan 150:1) 2/172

3 b) met behulp van Tabel 3 voor patiënten onder een stabiele en goed verdragen opioïdebehandeling (conversieverhouding van oraal toegediende morfine naar transdermaal fentanyl is gelijk aan 100:1) Tabel 1: Omrekening naar equi-analgetische potentie Alle doseringen in de tabel zijn qua analgetisch effect gelijk aan 10 mg morfine. Werkzaam bestanddeel Equi-analgetische dosis (mg) Parenteraal / I.M. Oraal Morfine Hydromorfon 1,5 7,5 Methadon Oxycodon Levorfanol 2 4 Oxymorfine 1 10 (rectaal) Diamorfine 5 60 Pethidine 75 - Codeïne Buprenorfine 0,4 0,8 (sublinguaal) Ketobemidon Tabel 2: Aanbevolen dosis transdermale fentanylpleister gebaseerd op de dagelijkse dosis orale morfine 1 Orale 24-uurs morfine (mg/dag) Dosis transdermaal fentanyl (microgram/uur) < Voor pediatrische patiënten Deze spreidingen in de dagelijkse dosissen orale morfine zijn in klinische studies gebruikt als basis voor de omrekening naar transdermale fentanylpleisters. 2 Overschakeling op transdermale fentanylpleisters met dosissen hoger dan 25 microgram/uur is gelijk voor volwassen en pediatrische patiënten. Tabel 3: Aanbevolen aanvangsdosering van transdermale fentanyl gebaseerd op de dagelijkse dosis orale morfine (voor patiënten onder een stabiele en goed verdragen opioïdebehandeling) 3/173

4 Dosis orale morfine (mg/24 uur) < 60 12, Transdermale fentanylafgiftesnelheid (microgram/uur) Door verschillende transdermale pleisters te combineren, kunnen afgiftesnelheden van meer dan 100 microgram/uur worden bereikt. Vanaf het aanbrengen van de eerste pleister moet de voorgaande behandeling met een analgeticum geleidelijk worden afgebouwd tot analgetische werkzaamheid met fentanyl is bereikt. Voor zowel sterk opioïdenaïeve als opioïdetolerante patiënten dient de initiële beoordeling van het analgetische effect van fentanyl pas plaats te vinden als de pleister 24 uur lang is gedragen vanwege de geleidelijke toename van de fentanylconcentraties in het serum tot dit moment. Dosistitratie en onderhoudstherapie De pleister dient iedere 72 uur te worden vervangen. De dosering dient individueel te worden getitreerd tot analgetische werkzaamheid is bereikt. Bij patiënten die een duidelijke afname van pijnstilling waarnemen in de periode van uur na toediening, kan vervanging van de transdermale fentanylpleister na 48 uur noodzakelijk zijn. Als het analgetische effect aan het eind van de eerste toedieningsperiode onvoldoende is, mag de dosis na 3 dagen worden verhoogd tot voor iedere patiënt het gewenste effect is bereikt. Indien nodig moet dosisaanpassing van 25 microgram/uur naar 75 microgram/uur gewoonlijk in de volgende titratiestappen plaatsvinden: 25 microgram/uur, 37 microgram/uur, 50 microgram/uur, 62 microgram/uur en 75 microgram/uur. Vervolgens moet dosistitratie doorgaans plaatsvinden in stappen van 25 microgram/uur. Men dient hierbij echter rekening te houden met de extra analgetische behoeften (orale morfine 90 mg/dag transdermale fentanylpleister 25 microgram/uur) en de pijnstatus van de patiënt. Er mag meer dan één fentanylpleister worden gebruikt om de gewenste dosis te verkrijgen. Patiënten kunnen in geval van doorbraakpijn periodiek supplementaire dosissen van een kortwerkend analgeticum nodig hebben. Aanvullende of alternatieve analgetische methoden dienen in overweging te worden genomen als de transdermale fentanyldosis meer dan 300 microgram/uur bedraagt. Ontwenningsverschijnselen (zie rubriek 4.8) werden gerapporteerd bij het overschakelen van langdurige behandeling met morfine naar transdermale fentanyl, ondanks voldoende analgetische werkzaamheid. In geval van ontwenningsverschijnselen wordt aanbevolen om deze met lage dosissen kortwerkende morfine te behandelen. Bij sommige patiënten kunnen ook ontwenningsverschijnselen optreden na overschakeling van transdermaal fentanyl op andere opioïden of na dosisaanpassing. Stopzetting van de behandeling 4/174

5 Indien het stoppen van de behandeling met een fentanylpleister noodzakelijk is, moet iedere vervanging door andere opioïden geleidelijk gebeuren, te beginnen met een lage dosis die langzaam wordt verhoogd. De reden hiervoor is dat na het verwijderen van de pleister de fentanylconcentraties in het serum geleidelijk aan dalen, met een gemiddelde terminale halfwaardetijd van 13 tot 25 uur. In het algemeen moet het stoppen van opioïde analgetica geleidelijk aan gebeuren om ontwenningsverschijnselen te voorkomen. Bijzondere patiënten Bejaarden Gegevens uit studies met intraveneuze toediening van fentanyl duiden erop dat ouderen een verminderde klaring en een verlengde halfwaardetijd kunnen hebben, en dat ze gevoeliger kunnen zijn voor het geneesmiddel dan jongere patiënten. Studies met fentanylpleisters bij oudere patiënten hebben aangetoond dat de farmacokinetiek van fentanyl bij hen niet significant verschilde van die bij jonge patiënten, hoewel de serumconcentraties vaak hoger waren. Oudere, cachectische of verzwakte patiënten moeten nauwlettend worden gecontroleerd op tekenen van fentanyltoxiciteit en de dosis moet zo nodig worden verlaagd. Bij zeer oude of zwakke patiënten wordt niet aanbevolen om een behandeling met fentanyl te starten wegens hun bekende gevoeligheid voor behandelingen met een opioïde. In deze gevallen wordt aangeraden de behandeling met lage dosissen directwerkende morfine te starten en pas na het vaststellen van de optimale dosering fentanylpleisters voor te schrijven. Patiënten met lever- of nierinsufficiëntie Patiënten met een verminderde lever- of nierfunctie dienen nauwgezet te worden geobserveerd en, indien nodig, dient de dosis te worden verminderd (zie rubriek 4.4). Pediatrische patiënten Kinderen van 16 jaar en ouder: Volg de dosering voor volwassenen. Kinderen van 2 tot 16 jaar: Transdermaal fentanyl mag enkel worden toegediend aan opioïdetolerante pediatrische patiënten (van 2 tot 16 jaar) die al ten minste 30 mg orale morfine-equivalenten krijgen per dag. Zie tabel 2 Aanbevolen dosis transdermale fentanylpleister gebaseerd op de dagelijkse dosis orale morfine om pediatrische patiënten over te zetten van orale opioïden op behandeling met transdermaal fentanyl. Voor kinderen die meer dan 90 mg orale morfine per dag krijgen is er momenteel enkel beperkte informatie van klinische studies beschikbaar. In studies met kinderen werd de vereiste dosis van de transdermale fentanylpleister voorzichtig berekend: 30 mg tot 44 mg orale morfine per dag of de overeenkomende opioïdedosis werd vervangen door één fentanylpleister met een afgiftesnelheid van 12 microgram/uur. Er dient te worden opgemerkt dat dit overschakelingsschema voor kinderen enkel van toepassing is bij overschakeling van orale morfine (of het equivalent ervan) op fentanylpleisters. Het overschakelingsschema dient niet gebruikt te worden om van transdermaal fentanyl op andere opioïden over te schakelen, omdat dan overdosering kan optreden. De analgetische werking van de eerste dosis fentanylpleisters zal niet optimaal zijn tijdens de eerste 24 uur. Daarom moet de patiënt in de eerste 12 uur na de overschakeling op transdermaal fentanyl de vorige vaste dosis analgetica krijgen. Tijdens de daaropvolgende 12 uur moeten deze analgetica toegediend worden naargelang de klinische noodzaak. Aangezien de piekconcentraties van fentanyl na 12 tot 24 uur behandeling worden bereikt, wordt aangeraden de patiënt op bijwerkingen, waaronder eventueel hypoventilatie, te controleren gedurende minstens 48 uur na aanvang van de behandeling met fentanyl of een dosisverhoging (zie ook rubriek 4.4). Dosistitratie en onderhoudstherapie 5/175

6 Als de analgetische werking van fentanyl onvoldoende is, moet extra morfine of een andere kortwerkende opioïde toegediend worden. Afhankelijk van de bijkomende behoefte aan een analgeticum en de pijn die het kind heeft, kan besloten worden de dosis te verhogen. Dosisaanpassingen dienen te gebeuren in stappen van 12 microgram/uur. Wijze van toediening Voor transdermaal gebruik. De fentanylpleister moet worden aangebracht op niet-geïrriteerde en niet-bestraalde huid op een vlak oppervlak op de romp of bovenarm. Toepassing bij kinderen: Bij jonge kinderen is de bovenrug de beste plaats om de pleister aan te brengen, teneinde de kans dat kinderen de pleister verwijderen tot een minimum te beperken. Er zijn geen veiligheidsgegevens of farmacokinetische gegevens beschikbaar voor andere toepassingsplaatsen. Alle patiënten: Er moet een onbehaarde plek worden gekozen. Als dit niet mogelijk is, moet het aanwezige haar vóór de applicatie worden afgeknipt (niet geschoren). Als de plek waar de fentanylpleister wordt aangebracht, vóór de applicatie moet worden schoongemaakt, moet hiervoor water worden gebruikt. Zepen, oliën, lotions of andere stoffen die de huid zouden kunnen irriteren of de kenmerken ervan zouden kunnen beïnvloeden, mogen niet worden gebruikt. De huid moet volledig droog zijn voordat de pleister wordt aangebracht. De pleisters moeten vóór gebruik worden gecontroleerd. Pleisters die gescheurd, in stukken verdeeld of op eender welke wijze beschadigd zijn, mogen niet worden gebruikt. Fentanylpleisters moeten onmiddellijk nadat hij uit het verzegelde zakje werd gehaald, worden aangebracht. Vermijd aanraking met de kleefzijde van de pleister. Na verwijdering van de twee beschermende laagjes moet de transdermale pleister met de handpalm ongeveer 30 seconden krachtig op zijn plaats worden aangedrukt. Hierbij moet ervoor worden gezorgd dat het contact volledig is en dat vooral de randen goed vastzitten. Was de handen daarna met proper water. Aangezien de transdermale pleister aan de buitenzijde een waterafstotende laag heeft, kan hij ook tijdens het douchen worden gedragen. Soms kan het nodig zijn de pleister extra vast te plakken. Fentanylpleisters moeten ononderbroken, gedurende 72 uur worden gedragen. Elke nieuwe pleister moet, nadat de vorige transdermale pleister verwijderd is, op een andere plek worden aangebracht. Pas na enkele dagen mag een nieuwe pleister op een eerder gebruikte plek worden aangebracht. Er moet regelmatig beoordeeld worden of het noodzakelijk is de behandeling voort te zetten. 4.3 Contra-indicaties Overgevoeligheid voor fentanyl of voor één van de in rubriek 6.1 vermelde hulpstoffen Acute of postoperatieve pijn, omdat dosistitratie niet mogelijk is tijdens kortdurend gebruik Ernstige ademhalingsdepressie Ernstig verminderd functioneren van het centraal zenuwstelsel 4.4 Bijzondere waarschuwingen en voorzorgen bij gebruik Patiënten bij wie ernstige bijwerkingen zijn opgetreden, dienen ten minste 24 uur of langer - naargelang de klinische symptomen - na het verwijderen van de fentanylpleister bewaakt te worden, omdat de fentanylconcentraties in het serum slechts geleidelijk dalen en na 17 uur (spreiding 13-22) met 50 % afnemen (zie rubriek 5.2). 6/176

7 Fentanylpleisters moeten buiten het bereik van kinderen worden gehouden, zowel vóór als na het gebruik. Accidentele blootstelling door overdracht van een pleister Accidentele overdracht van een fentanylpleister op de huid van een persoon die geen pleisters draagt (in het bijzonder een kind), dit door bv. hetzelfde bed te delen of dicht fysiek contact met een pleisterdrager, kan resulteren in een opioïdoverdosis bij de persoon die geen pleisters draagt. Patiënten moet geadviseerd worden dat, als accidentele pleisteroverdracht plaatsvindt, de overgedragen pleister onmiddellijk moet worden verwijderd van de huid van de persoon die geen pleisterdrager is (zie rubriek 4.9). Het product dient alleen te worden gebruikt als onderdeel van een geïntegreerde behandeling van pijn in gevallen waarbij de patiënt voldoende medisch, sociaal en psychologisch is onderzocht. De behandeling met fentanylpleisters mag alleen gestart worden door een ervaren arts die vertrouwd is met de farmacokinetische eigenschappen van transdermale fentanylpleisters en met het risico op ernstige hypoventilatie. Het gebruik van een hogere aanvangsdosis dan 12 microgram/uur bij opioïdenaïeve patiënten wordt niet aanbevolen. Gebruik van hogere aanvangsdosissen bij opioïdenaïeve patiënten is in verband gebracht met zeer zeldzame gevallen van aanzienlijke ademhalingsdepressie en/of overlijden. Bij chronische niet-kankerpijn kan het aan te bevelen zijn de behandeling met krachtige opioïden met onmiddellijke afgifte (bv. morfine) te starten en na bepaling van de werkzaamheid en de optimale dosis van de krachtige opioïde, een transdermale fentanylpleister voor te schrijven. De transdermale pleister mag niet worden geknipt, aangezien geen informatie beschikbaar is over de kwaliteit, werkzaamheid en veiligheid van een gedeelde pleister. Indien doseringen hoger dan 500 mg morfine-equivalent nodig zijn, wordt aangeraden de opioïdebehandeling terug in overweging te nemen. Doorbraakpijn Studies hebben aangetoond dat bijna alle patiënten, ondanks de behandeling met een transdermale fentanylpleister, aanvullende medicatie met krachtige, snel vrijkomende geneesmiddelen nodig hebben om doorbraakpijn te stoppen. Ademhalingsdepressie Zoals bij alle krachtige opioïden kan bij sommige patiënten aanzienlijke ademhalingsdepressie optreden met fentanyl; de patiënten dienen hiervoor geobserveerd te worden. De ademhalingsdepressie kan na verwijdering van de fentanylpleister blijven bestaan. De incidentie van ademhalingsdepressie neemt toe naarmate de dosis fentanyl hoger is (zie rubriek 4.9). Geneesmiddelen die het centraal zenuwstelsel beïnvloeden kunnen de ademhalingsdepressie verergeren (zie rubriek 4.5). Chronische longziekte Bij patiënten die aan chronische obstructieve of andere longziekten lijden, kan fentanyl ernstigere bijwerkingen veroorzaken. Bij deze patiënten kunnen opioïden de ademhalingsfrequentie verminderen en de luchtwegweerstand verhogen. Geneesmiddelafhankelijkheid en het potentieel voor misbruik Bij herhaalde toediening van opioïden kunnen tolerantie en fysieke en psychische afhankelijkheid optreden. Iatrogene verslaving na toediening van opioïden is zeldzaam. Patiënten met een voorgeschiedenis van drugsverslaving/alcoholmisbruik hebben bij behandeling met opioïden een hoger risico op afhankelijkheid en misbruik. Patiënten met een verhoogd risico op opioïdemisbruik kunnen nog steeds op passende wijze worden behandeld met opioïdeformuleringen met gereguleerde afgifte; deze patiënten moeten echter wel gecontroleerd worden op tekenen van onjuist gebruik, misbruik of verslaving. Fentanyl kan worden misbruikt op een vergelijkbare wijze als andere 7/17

8 opioïdeagonisten. Misbruik of opzettelijk onjuist gebruik van Fentanyl Matrix EG kan leiden tot overdosering en/of overlijden. Verhoogde intracraniale druk Fentanyl moet met voorzichtigheid gebruikt worden bij patiënten die bijzonder gevoelig kunnen zijn voor de intracraniale effecten van CO 2 -retentie, zoals degenen die lijden aan een verhoogde intracraniale druk, een verminderd bewustzijn of coma. Fentanyl moet met voorzichtigheid worden gebruikt bij patiënten met hersentumoren. Hartziekte Fentanyl kan bradycardie veroorzaken. Fentanyl Matrix EG moet met voorzichtigheid worden gebruikt bij patiënten met bradyaritmie. Opioïden kunnen hypotensie veroorzaken, vooral bij patiënten met acute hypovolemie. Onderliggende symptomatische hypotensie en/of hypovolemie moet worden gecorrigeerd vóór de behandeling met transdermale fentanylpleisters wordt gestart. Verminderde leverfunctie Aangezien fentanyl in de lever wordt omgezet in inactieve metabolieten, zou een leverfunctiestoornis de eliminatie ervan kunnen vertragen. Als patiënten met een leverfunctiestoornis fentanyl krijgen, moeten ze nauwlettend worden gecontroleerd op tekenen van fentanyltoxiciteit en moet de dosis fentanyl zo nodig worden verlaagd (zie rubriek 5.2). Verminderde nierfunctie Minder dan 10 % van de fentanyl wordt onveranderd via de nieren uitgescheiden en er zijn, anders dan bij morfine, geen bekende actieve metabolieten die door de nieren worden geëlimineerd. Als patiënten met een nierfunctiestoornis fentanyl krijgen, moeten ze nauwlettend worden gecontroleerd op tekenen van fentanyltoxiciteit en moet de dosis zo nodig worden verlaagd (zie rubriek 5.2). Patiënten met koorts/toepassing van externe warmtebronnen Een farmacokinetisch model suggereert dat de fentanylconcentraties in het serum met ongeveer een derde kunnen toenemen als de huidtemperatuur tot 40 C stijgt. Daarom moeten patiënten met koorts worden gecontroleerd op opioïdebijwerkingen en moet de dosis fentanyl zo nodig worden aangepast. Er is sprake van potentiële, temperatuurafhankelijke verhogingen van de afgegeven hoeveelheid fentanyl uit de pleister, wat mogelijk kan leiden tot overdosering en overlijden. Uit een klinische farmacologische studie met gezonde volwassen proefpersonen bleek dat de toepassing van warmte op transdermale fentanylpleisters de gemiddelde AUC-waarden van fentanyl met 120 % verhoogt en de gemiddelde C max -waarden met 61 % doet stijgen. Alle patiënten moeten het advies krijgen om de plaats waar de fentanylpleister is aangebracht, niet bloot te stellen aan externe warmtebronnen, zoals een warmtekussen, elektrisch deken, verwarmd waterbed, infraroodlamp of zonnebank, intensief zonnebaden, warmwaterkruik, langdurige warme baden, sauna of warm bubbelbad. Interacties met andere geneesmiddelen Interacties met CYP3A4-remmers: Gelijktijdig gebruik van fentanyl met cytochroom P450 3A4-remmers (CYP3A4-remmers) (bv. ritonavir, ketoconazol, itraconazol, troleandomycine, claritromycine, nelfinavir, nefazodon, verapamil, diltiazem en amiodaron) kan resulteren in een stijging van de fentanylconcentraties in het plasma, wat kan leiden tot een versterking of verlenging van zowel de therapeutische effecten als de bijwerkingen, en kan ernstige ademhalingsdepressie veroorzaken. In een dergelijke situatie is speciale patiëntenzorg en -monitoring nodig. Daarom wordt gelijktijdig gebruik van transdermaal fentanyl en CYP3A4- remmers niet aanbevolen, tenzij de patiënt nauwlettend wordt bewaakt. Patiënten, vooral degenen die fentanyl en CYP3A4-remmers gebruiken, moeten worden gecontroleerd op tekenen van ademhalingsdepressie en de dosering moet zo nodig worden aangepast. Serotoninesyndroom 8/178

9 Voorzichtigheid wordt aangeraden wanneer fentanyl samen toegediend wordt met geneesmiddelen die serotonerge neurotransmittersystemen beïnvloeden. Een potentieel levensbedreigend serotoninesyndroom kan zich ontwikkelen met het gelijktijdige gebruik van serotonerge geneesmiddelen zoals selectieve serotonineheropnameremmers (SSRI's) en serotoninenoradrenalineheropnameremmers (SNRI's), en met geneesmiddelen die het metabolisme van serotonine verminderen (inclusief monoamineoxidaseremmers [MAO-remmers]). Dit kan optreden binnen de aanbevolen dosis. Een serotoninesyndroom kan bestaan uit veranderingen van de mentale status (bijv. agitatie, hallucinaties, coma), autonome instabiliteit (bijv. tachycardie, labiele bloeddruk, hyperthermie), neuromusculaire stoornissen (bijv. hyperreflexie, incoördinatie, stijfheid) en/of gastro-intestinale symptomen (bijv. misselijkheid, braken, diarree). Indien een serotoninesyndroom wordt vermoed, dient de behandeling met fentanyl te worden stopgezet. Bejaarden Gegevens uit studies met intraveneuze toediening van fentanyl duiden erop dat ouderen een verminderde klaring en een verlengde halfwaardetijd kunnen hebben, en dat ze gevoeliger kunnen zijn voor het geneesmiddel dan jongere patiënten. Als ouderen fentanyl krijgen, moeten ze nauwlettend worden gecontroleerd op tekenen van fentanyltoxiciteit en moet de dosis zo nodig worden verlaagd (zie rubriek 5.2). Pediatrische patiënten Fentanyl mag niet toegediend worden aan opioïdenaïeve pediatrische patiënten (zie rubriek 4.2). Er bestaat een risico op ernstige of levensbedreigende hypoventilatie, ongeacht de transdermaal toegediende dosis fentanyl. Transdermale fentanylpleisters zijn niet onderzocht bij kinderen jonger dan 2 jaar. Fentanylpleisters mogen uitsluitend worden toegediend aan opioïdetolerante kinderen van 2 jaar of ouder (zie rubriek 4.2). Fentanylpleisters dienen niet te worden gebruikt bij kinderen jonger dan 2 jaar. Om accidenteel inslikken bij kinderen te vermijden, dient de nodige zorg te worden besteed aan het kiezen van de toedieningsplaats voor transdermaal fentanyl (zie rubriek 6.6) en dient regelmatig te worden gecontroleerd of de pleister nog goed kleeft. Borstvoeding Aangezien fentanyl in de moedermelk wordt uitgescheden, dient het geven van de borstvoeding tijdens de behandeling met fentanyl te worden gestopt (zie ook rubriek 4.6). Patiënten met myasthenia gravis Er kunnen niet-epileptische (myo)klonische reacties optreden. Zorgvuldigheid is geboden bij de behandeling van patiënten met myasthenia gravis. Gelijktijdig gebruik van gemengde agonisten/antagonisten Gelijktijdig gebruik van buprenorfine, nalbufine of pentazocine wordt niet aanbevolen (zie ook rubriek 4.5). Verwijdering van de pleisters Gebruikte pleisters kunnen nog aanzienlijke residuen van het werkzame bestanddeel bevatten. Daarom moeten pleisters na verwijdering worden dubbelgevouwen met de kleefzijde naar binnen, zodat deze niet blootligt, en vervolgens veilig en buiten het bereik van kinderen worden weggegooid volgens de instructies in de verpakking. Maagdarmkanaal Opioïden verhogen de tonus en verminderen de propulsieve contracties van de gladde spier van het maagdarmkanaal. De daaruit voortvloeiende verlenging van de gastro-intestinale transittijd kan verantwoordelijk zijn voor het constiperende effect van fentanyl. Patiënten dient geadviseerd te worden maatregelen te nemen om constipatie te voorkomen, en in sommige situaties kan het 9/179

10 profylactische gebruik van laxantia overwogen worden. Extra voorzichtigheid is geboden bij patiënten met chronische constipatie. Indien paralytische ileus aanwezig is of vermoed wordt, moet de behandeling met fentanyl gestaakt worden. 4.5 Interacties met andere geneesmiddelen en andere vormen van interactie Het gelijktijdige gebruik van andere geneesmiddelen die het centraal zenuwstelsel onderdrukken, inclusief opioïden, sedativa, hypnotica, middelen voor algemene anesthesie, fenothiazinen, kalmeringsmiddelen, spierrelaxantia, sederende antihistaminica en alcoholische dranken, kan additieve onderdrukkende effecten veroorzaken; het optreden van hypoventilatie, hypotensie en diepe sedatie, coma of overlijden is mogelijk. Daarom is bij gelijktijdig gebruik van een van deze geneesmiddelen met fentanyl speciale patiëntenzorg en -monitoring noodzakelijk. Fentanyl, een geneesmiddel met een sterke klaring, wordt snel en in sterke mate omgezet, voornamelijk door CYP3A4. Gelijktijdig gebruik van transdermaal fentanyl met cytochroom P450 3A4-remmers (CYP3A4- remmers) (bv. ritonavir, ketoconazol, itraconazol, fluconazol, voriconazol, troleandomycine, claritromycine, nelfinavir, nefazodon, verapamil, diltiazem en amiodaron) kan resulteren in een stijging van de fentanylconcentraties in het plasma, wat kan leiden tot een versterking of verlenging van zowel de therapeutische effecten als de bijwerkingen, en kan ernstige ademhalingsdepressie veroorzaken. In een dergelijke situatie is speciale patiëntenzorg en -monitoring nodig. Het gelijktijdig gebruik van CYP3A4-remmers en transdermaal fentanyl wordt niet aanbevolen, tenzij de patiënt nauwlettend wordt bewaakt (zie ook rubriek 4.4). Het gelijktijdige gebruik met CYP3A4-inductoren (bijv. rifampicine, carbamazepine, fenobarbital, fenytoïne) kan leiden tot een daling van de plasmaconcentraties van fentanyl en een verminderd therapeutisch effect. Mogelijk vereist dit een dosisaanpassing van transdermaal fentanyl. Na stopzetting van de behandeling met een CYP3A4-inductor verminderen de effecten van de inductor geleidelijk waardoor de plasmaconcentratie van fentanyl kan stijgen, wat zowel het therapeutische effect als de bijwerkingen kan verhogen of verlengen en ernstige ademhalingsdepressie kan veroorzaken. In deze situatie moet gezorgd worden voor een zorgvuldige monitoring en dosisaanpassing. Monoamineoxidaseremmers (MAO-remmers) Fentanyl wordt niet aanbevolen voor gebruik bij patiënten bij wie gelijktijdige toediening van een MAO-remmer noodzakelijk is. Er zijn ernstige en onvoorspelbare interacties met MAO-remmers gemeld, waaronder de potentiëring van opiaateffecten of serotonerge effecten. Daarom mag fentanyl niet binnen 14 dagen na stopzetting van de behandeling met MAO-remmers worden gebruikt. Sertonerge geneesmiddelen Gelijktijdige toediening van fentanyl met een serotonerg middel zoals een selectief serotonineheropnameremmer (SSRI) of een serotoninenoradrenalineheropnameremmer (SNRI) of een monoamineoxidaseremmer (MAO-remmers) kan het risico op een serotoninesyndroom, een mogelijk levensbedreigende aandoening verhogen. Gelijktijdig gebruik van gemengde agonisten/antagonisten Gelijktijdig gebruik van buprenorfine, nalbufine of pentazocine wordt niet aanbevolen. Ze hebben een hoge affiniteit voor opioïdereceptoren met relatief lage intrinsieke activiteit en daardoor gaan ze gedeeltelijk het analgetische effect van fentanyl tegen en kunnen ze ontwenningsverschijnselen veroorzaken bij patiënten die afhankelijk zijn van opioïden (zie ook rubriek 4.4). 4.6 Vruchtbaarheid, zwangerschap en borstvoeding Zwangerschap 10/17

11 De veiligheid van fentanyl tijdens de zwangerschap is niet vastgesteld. Dierproeven hebben reproductietoxiciteit aangetoond (zie rubriek 5.3). Het mogelijke risico voor de mens is onbekend. Fentanyl mag tijdens de zwangerschap alleen worden gebruikt als dit strikt noodzakelijk is. Langdurige behandeling tijdens de zwangerschap kan bij het kind ontwenningsverschijnselen veroorzaken. Aanbevolen wordt geen fentanyl te gebruiken tijdens de weeën en het baren (inclusief bij keizersnede), aangezien fentanyl de placenta passeert en bij de pasgeborene ademhalingsdepressie kan veroorzaken. Borstvoeding Fentanyl wordt in de moedermelk uitgescheiden en kan sedatie en ademhalingsdepressie veroorzaken bij de zuigeling die borstvoeding krijgt. Het geven van borstvoeding moet daarom tijdens de behandeling en gedurende ten minste 72 uur na verwijdering van de fentanylpleisters worden gestaakt (zie ook rubriek 4.4). 4.7 Beïnvloeding van de rijvaardigheid en het vermogen om machines te bedienen Fentanyl heeft grote invloed op de rijvaardigheid en het vermogen om machines te bedienen. Dit is vooral te verwachten in het begin van de behandeling, bij elke dosisverandering en in combinatie met alcohol of tranquillizers. Aan patiënten die gestabiliseerd zijn bij een specifieke dosering, hoeven niet noodzakelijk beperkingen opgelegd te worden. Daarom dienen patiënten met hun arts te overleggen of ze mogen autorijden of machines mogen gebruiken. 4.8 Bijwerkingen De veiligheid van fentanylpleisters voor de behandeling van chronische maligne of niet-maligne pijn werd beoordeeld bij 1854 proefpersonen in 11 klinische studies (dubbelblind, met fentanylpleister [placebo of werkzame controle] en/of open-label, met fentanylpleister [geen controle of werkzame controle]). Deze proefpersonen gebruikten ten minste 1 fentanylpleister; dit leverde gegevens over de veiligheid op. Op grond van gepoolde veiligheidsgegevens uit deze klinische studies waren de meest gemelde bijwerkingen (met het percentage van de incidentie): misselijkheid (35,7 %), braken (23,2 %), constipatie (23,1 %), slaperigheid (15,0 %), duizeligheid (13,1 %) en hoofdpijn (11,8 %). De bijwerkingen gemeld bij het gebruik van fentanylpleisters in deze klinische studies, inclusief de bovengenoemde bijwerkingen, en afkomstig van postmarketing ervaring worden hieronder weergegeven. De weergegeven frequentiecategorieën zijn gebaseerd op de volgende conventie: zeer vaak ( 1/10); vaak ( 1/100, < 1/10); soms ( 1/1.000, < 1/100); zelden ( 1/10.000, < 1/1.000); zeer zelden (< 1/10.000); en niet bekend (kan met de beschikbare gegevens uit klinische studies niet worden bepaald). 11/17

12 Systeem/Orgaanklasse Immuunsystemaandoeningen Zeer vaak Vaak Soms Zelden Zeer zelden Agitatie, desoriëntatie, euforische stemming Zenuwstelselaandoeningen Slaperigheid, duizeligheid, hoofdpijn Misselijkheid, braken, constipatie Anorexia Voedings- en stofwisselingsstoornissen Psychische stoornissen Slapeloosheid, depressie, angst, verwarde toestand, hallucinaties Tremor, paresthesie Hypo-esthesie, convulsies (inclusief klonische en tonisch-klonische convulsies), geheugenverlies, spraakstoornissen Oogaandoeningen Evenwichtsorgaan- en ooraandoeningen Hartaandoeningen Bloedvataandoeningen Ademhalingsstelsel-, borstkas- en mediastinumaandoeningen Maagdarmstelselaandoeningen Conjunctivitis Vertigo Miose, amblyopie Palpitaties, tachycardie Bradycardie, cyanose Aritmie Hypertensie Hypotensie Vasodilatatie Dyspneu, Ademhalingsdepressiepoventila- Apneu, hy- geeuwen, rinitis ademnood tie Diarree, drog e mond, buikpijn, pijn in de bovenbuik, dyspepsie Ileus Subileus, hikken Pijnlijke flatulentie Niet bekend Overgevoeligheid Anafylactische shock, anafylactische reactie, anafylactoïde reactie Bradypneu 12/17

13 Skeletspierstelsel- en bindweefselaandoeningen Nier- en urinewegaandoeningen Voortplantingsstelselen borstaandoeningen Algemene aandoeningen en toedieningsplaatsstoornissen Huid- en onderhuidaandoeningen Hyperhidrose, pruritus, huiduitslag, erytheem Spierkrampen Urineretentie Vermoeidheid, perifeer oedeem, asthenie, malaise, het koud hebben Eczeem, allergische dermatitis, huidaandoening, dermatitis, contactdermatitis Spiertrekkingen Erectiele disfunctie, seksuele disfunctie Reactie op de toepassingsplaats, influenza-achtige ziekte, voelen van verandering van de lichaamstemperatuur, overgevoeligheid op de toepassingsplaats, ontwenningssyndroom Dermatitis op de toepassingsplaats, eczeem op de toepassingsplaats Oligurie, cystalgie Zoals bij andere opioïde analgetica kunnen tolerantie en fysieke en psychische afhankelijkheid optreden bij herhaald gebruik van fentanyl (zie rubriek 4.4). Bij sommige patiënten zijn opioïdeontwenningsverschijnselen (zoals misselijkheid, braken, diarree, angst en rillingen) mogelijk na overschakeling van hun eerdere opioïde analgeticum op fentanyl of na abrupte stopzetting van de behandeling (zie rubriek 4.2). Er zijn zeer zeldzame meldingen geweest van pasgeborenen met neonataal ontwenningsyndroom wanneer de moeder tijdens de zwangerschap gedurende lange tijd fentanylpleisters gebruikte (zie rubriek 4.6). Gevallen van serotoninesyndroom werden gerapporteerd wanneer producten die fentanyl bevatten gelijktijdig toegediend worden met zeer serotonerge geneesmiddelen (zie rubrieken 4.4 en 4.5) Pediatrische patiënten Het bijwerkingenprofiel bij kinderen en adolescenten die behandeld werden met fentanylpleisters, was vergelijkbaar met dat bij volwassenen. Er werd geen risico vastgesteld bij de pediatrische populatie anders dan wat verwacht wordt bij het gebruik van opioïden voor pijnverlichting in relatie tot ernstige ziekte. Er lijkt geen specifiek pediatrisch risico te zijn in samenhang met de toepassing van fentanylpleisters bij kinderen vanaf 2 jaar als deze volgens de aanwijzingen gebruikt worden. Zeer vaak gemelde ongewenste voorvallen in klinische studies met pediatrische patiënten waren koorts, braken en misselijkheid. Melding van vermoedelijke bijwerkingen Het is belangrijk na toelating van het geneesmiddel vermoedelijke bijwerkingen te melden. Op deze wijze kan de verhouding tussen voordelen en risico's van het geneesmiddel voortdurend worden 13/17

14 gevolgd. Beroepsbeoefenaren in de gezondheidszorg wordt verzocht alle vermoedelijke bijwerkingen te melden via de website: Overdosering Symptomen De symptomen van overdosering met fentanyl zijn een versterking van zijn farmacologische werking, d.w.z. lethargie, coma, ademhalingsdepressie met Cheyne-Stokes-ademhaling en/of cyanose. Andere symptomen kunnen zijn: hypothermie, verlaagde spiertonus, bradycardie en hypotensie. De tekenen van toxiciteit zijn diepe sedatie, ataxie, miose, convulsies en ademhalingsdepressie; deze laatste is het belangrijkste symptoom. Behandeling Voor de behandeling van ademhalingsdepressie moeten onmiddellijk tegenmaatregelen genomen worden, inclusief het verwijderen van de fentanylpleister en het fysiek of verbaal stimuleren van de patiënt. Dit kan gevolgd worden door toediening van een specifieke opioïdeantagonist zoals naloxon. Ademhalingsdepressie als gevolg van overdosering kan langer aanhouden dan het effect van de opioïdeantagonist. Het interval tussen de intraveneuze dosissen van de antagonist moet zorgvuldig worden gekozen vanwege de mogelijkheid van renarcotisatie na verwijdering van de pleister. Herhaalde toediening of een continue infusie van naloxon kan noodzakelijk zijn. Omkering van het narcotische effect kan leiden tot acuut optreden van pijn en de afgifte van catecholaminen. Bij volwassenen wordt een aanvangsdosis van 0,4-2 mg intraveneus naloxonhydrochloride aanbevolen. Zo nodig kan elke 2 of 3 minuten eenzelfde dosis worden gegeven of worden toegediend als een continue infusie van 2 mg in 500 ml natriumchlorideoplossing 0,9 % of glucoseoplossing 5 %. De infusiesnelheid dient aangepast te worden afhankelijk van eerdere bolusinjecties en de individuele respons van de patiënt. Als intraveneuze toediening niet mogelijk is, kan naloxonhydrochloride ook intramusculair of subcutaan worden toegediend. Na intramusculaire of subcutane toediening treedt de werking langzamer in dan na intraveneuze toediening. Bij intramusculaire toediening duurt het effect langer dan bij intraveneuze toediening. Ademhalingsdepressie als gevolg van overdosering kan langer aanhouden dan het effect van de opioïdeantagonist. Onderdrukking van het narcotische effect kan acute pijn en afgifte van catecholamines veroorzaken. Behandeling op een afdeling voor intensieve zorgen kan belangrijk zijn als de klinische toestand van de patiënt dit vereist. Als de klinische situatie dit vereist, moet een vrije luchtweg worden gerealiseerd en gehandhaafd, mogelijk met een orofaryngeale beademingsbuis of endotracheale tube, en moet zuurstof worden toegediend en moet de ademhaling zo nodig worden ondersteund of gereguleerd. Een adequate lichaamstemperatuur en vochtinname moeten in stand worden gehouden. Als er ernstige of aanhoudende hypotensie optreedt, dient rekening te worden gehouden met hypovolemie; deze toestand moet worden behandeld met een passende parenterale vochttoediening. 5. FARMACOLOGISCHE EIGENSCHAPPEN 5.1 Farmacodynamische eigenschappen Farmacotherapeutische categorie: opioïden, fenylpiperidinederivaten, ATC-code: N02AB03 Fentanyl is een opioïde analgeticum met voornamelijk affiniteit voor de μ-receptor. De belangrijkste therapeutische effecten zijn analgesie en sedatie. De serumconcentraties van fentanyl die een minimaal analgetisch effect veroorzaken bij opioïdenaïeve patiënten fluctueren tussen 0,3 1,5 ng/ml; bij serumconcentraties hoger dan 2 ng/ml wordt een verhoogde incidentie van bijwerkingen waargenomen. Zowel de laagste effectieve fentanylconcentratie als de concentratie die bijwerkingen veroorzaakt, nemen toe naarmate er een grotere tolerantie ontstaat. De neiging tot het ontwikkelen van tolerantie varieert aanzienlijk per individu. 14/17

15 Pediatrische patiënten De veiligheid van transdermale fentanylpleisters werd beoordeeld in drie open-label studies bij 293 pediatrische patiënten met chronische pijn, van 2 tot en met 18 jaar, waarvan 66 kinderen tussen 2 en 6 jaar waren. In die studies werd 30 mg tot 45 mg orale morfine per dag vervangen door één transdermale fentanylpleister met een afgiftesnelheid van 12 microgram/uur. Bij 181 patiënten die voordien op een dagelijkse opioïdedosis stonden van ten minste 45 mg per dosis orale morfine, werd een startdosering van 25 microgram/uur en hoger gebruikt. 5.2 Farmacokinetische eigenschappen Na het aanbrengen van een transdermale fentanylpleister wordt fentanyl continu door de huid geabsorbeerd gedurende een periode van 72 uur. Vanwege de polymeermatrix en de diffusie van fentanyl door de huidlagen blijft de afgiftesnelheid relatief constant. Absorptie Na de eerste toepassing van een transdermale fentanylpleister nemen de fentanylconcentraties in het serum geleidelijk aan toe, vlakken ze gewoonlijk na 12 tot 24 uur af en blijven ze gedurende het restant van de 72 uur durende applicatieperiode relatief constant. De bereikte fentanylconcentraties in het serum hangen af van de grootte van de transdermale fentanylpleister. Met de pleister voor de tweede periode van 72 uur wordt een steady-state serumconcentratie bereikt, die gehandhaafd blijft tijdens volgende toepassingen van een pleister van dezelfde grootte. Distributie De binding van fentanyl aan plasmaproteïnen is 84 %. Biotransformatie Fentanyl wordt voornamelijk in de lever gemetaboliseerd via CYP3A4. De belangrijkste metaboliet, norfentanyl, is inactief. Eliminatie Wanneer de behandeling met transdermale fentanylpleisters wordt gestaakt, nemen de fentanylconcentraties in het serum geleidelijk aan af; ze dalen ongeveer 50 % in uur bij volwassenen en in uur bij kinderen. De voortdurende absorptie van fentanyl door de huid zorgt ervoor dat de serumconcentratie langzamer daalt dan gemeten na intraveneuze infusie. Ongeveer 75 % van fentanyl wordt in de urine uitgescheiden, vooral als metabolieten, en minder dan 10 % als onveranderde actieve substantie. Ongeveer 9 % van de dosis wordt in de feces aangetroffen, voornamelijk als metabolieten. Farmacokinetiek bij speciale patiëntengroepen Afhankelijk van het lichaamsgewicht blijkt de klaring (l/u/kg) bij pediatrische patiënten 82 % hoger te zijn bij kinderen van 2 tot 5 jaar en 25% hoger bij kinderen van 6 tot 10 jaar, vergeleken met kinderen van 11 tot 16 jaar, die waarschijnlijk dezelfde klaring hebben als volwassenen. Met deze bevindingen werd rekening gehouden bij het bepalen van de dosisaanbevelingen voor pediatrische patiënten. Bij oudere en verzwakte patiënten kan de klaring van fentanyl verminderd zijn, waardoor de terminale halfwaardetijd toeneemt. Bij patiënten met een verminderde nier- of leverfunctie kan de klaring van fentanyl veranderd zijn als gevolg van veranderingen in de plasma-eiwitten en de metabole klaring, resulterend in hogere serumconcentraties (zie rubrieken 4.2 en 4.4). 5.3 Gegevens uit het preklinisch veiligheidsonderzoek In vitro vertoonde fentanyl, net als andere opioïde analgetica, mutagene effecten in een zoogdiercelkweek, alleen bij cytotoxische concentraties en samen met metabole activering. Fentanyl 15/17

16 vertoonde geen aanwijzingen voor mutageniciteit in in vivo studies met knaagdieren en bacterieanalyses. Er zijn geen dierenstudies op lange termijn uitgevoerd om het tumorvormende potentieel van fentanyl te onderzoeken. Enkele onderzoeken met vrouwtjesratten lieten verminderde fertiliteit en embryosterfte zien. Deze bevindingen waren gerelateerd aan maternale toxiciteit en niet aan een rechtstreeks effect van het geneesmiddel op het zich ontwikkelende embryo. Er werden geen teratogene effecten aangetoond. 6. FARMACEUTISCHE GEGEVENS 6.1 Lijst van hulpstoffen Kleeflaag Polyacrylaat kleeflaag Steunlaag Polypropyleenfolie Blauwe drukinkt Beschermlaag Polyethyleentereftalaatfolie (gesiliconiseerd) 6.2 Gevallen van onverenigbaarheid Niet van toepassing. 6.3 Houdbaarheid 3 jaar 6.4 Speciale voorzorgsmaatregelen bij bewaren Voor dit geneesmiddel zijn er geen speciale bewaarcondities. 6.5 Aard en inhoud van de verpakking Elke transdermale pleister is verpakt in een apart zakje. Zakjes gemaakt van samengestelde folie die de volgende lagen bevat van buiten naar binnen: gecoat kraft-papier, polyethyleenfolie met lage densiteit, aluminiumfolie, thermoplastische ethyleenmethacrylzuur copolymeer. Alternatief Kindveilige zakjes gemaakt van samengestelde folie die de volgende lagen bevat van buiten naar binnen: PET-folie, kleeflaag, aluminiumfolie, kleeflaag, ionomeer-coex-folie. Verpakkingen met 1, 3, 4, 5, 8, 10, 16 en 20 pleister(s) voor transdermaal gebruik. Niet alle genoemde verpakkingsgrootten worden in de handel gebracht. 6.6 Speciale voorzorgsmaatregelen voor het verwijderen Zie rubriek 4.2 voor instructies voor het aanbrengen van de pleister. Er zijn geen veiligheidsgegevens of farmacokinetische gegevens beschikbaar voor andere toepassingsplaatsen. Zelfs na gebruik blijven grote hoeveelheden fentanyl achter in de transdermale pleisters. Gebruikte pleisters moeten worden dichtgeplooid met de klevende zijde van het systeem naar binnen. Daarna 16/17

17 moeten ze op een veilige manier worden weggegooid. Ongebruikte pleisters dienen naar de (ziekenhuis)apotheek te worden teruggebracht. 7. HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN Eurogenerics NV Heizel Esplanade b Brussel 8. NUMMERS VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN 12 microgram/h : zakjes: BE348056, kindveilige zakjes: BE microgram/h : zakjes: BE348074, kindveilige zakjes: BE microgram/h : zakjes: BE348092, kindveilige zakjes: BE microgram/h : zakjes: BE348117, kindveilige zakjes: BE microgram/h : zakjes: BE348135, kindveilige zakjes: BE DATUM VAN EERSTE VERLENING VAN DE VERGUNNING/HERNIEUWING VAN DE VERGUNNING Datum van de eerste verlening van de vergunning: 29/09/2009 Datum van de laatste hernieuwing: 29/07/ DATUM VAN HERZIENING VAN DE TEKST Datum van goedkeuring van de tekst: 11/2015. Datum van herziening van de tekst: 12/ /17

NAAM VAN HET GENEESMIDDEL Matrifen 12, 25, 50, 75, 100 microgram/uur, pleister voor transdermaal gebruik

NAAM VAN HET GENEESMIDDEL Matrifen 12, 25, 50, 75, 100 microgram/uur, pleister voor transdermaal gebruik NAAM VAN HET GENEESMIDDEL Matrifen 12, 25, 50, 75, 100 microgram/uur, pleister voor transdermaal gebruik KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING Matrifen 12 microgram/uur (mcg/h): elke pleister voor

Nadere informatie

Fentanyl Sandoz Matrix 75 µg/uur, pleisters voor transdermaal gebruik. Fentanyl Sandoz Matrix 100 µg/uur, pleisters voor transdermaal gebruik

Fentanyl Sandoz Matrix 75 µg/uur, pleisters voor transdermaal gebruik. Fentanyl Sandoz Matrix 100 µg/uur, pleisters voor transdermaal gebruik Sandoz B.V. Page 1/19 1. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL Fentanyl Sandoz Matrix 12 µg/uur, Fentanyl Sandoz Matrix 25 µg/uur, Fentanyl Sandoz Matrix 50 µg/uur, Fentanyl Sandoz Matrix 75 µg/uur, Fentanyl Sandoz

Nadere informatie

Fentanyl Actavis 25, 50, 75, 100 microgram/uur RVG 101901, 101902, 101903, 101904

Fentanyl Actavis 25, 50, 75, 100 microgram/uur RVG 101901, 101902, 101903, 101904 1.3.1 Samenvatting van de productkenmerken Rev.nr. 1506 Pag. 1 van 19 1. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL Fentanyl Actavis 25 microgram/uur, pleister voor transdermaal gebruik Fentanyl Actavis 50 microgram/uur,

Nadere informatie

SAMENVATTING VAN DE KENMERKEN VAN HET PRODUCT. Fentanyl Matrix Sandoz 75 µg/h, pleisters voor transdermaal gebruik

SAMENVATTING VAN DE KENMERKEN VAN HET PRODUCT. Fentanyl Matrix Sandoz 75 µg/h, pleisters voor transdermaal gebruik SAMENVATTING VAN DE KENMERKEN VAN HET PRODUCT 1. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL Fentanyl Matrix Sandoz 12,5 µg/h, pleisters voor transdermaal gebruik Fentanyl Matrix Sandoz 25 µg/h, pleisters voor transdermaal

Nadere informatie

Gerenvooieerde versie CALCIPOTRIOL 50 MICROGRAM/G ZALF PCH zalf

Gerenvooieerde versie CALCIPOTRIOL 50 MICROGRAM/G ZALF PCH zalf 1.3.1 : Productinformatie Bladzijde : 1 1. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL Calcipotriol 50 microgram/g PCH,. 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING Zalf: calcipotriol 50 microgram per gram. Hulpstoffen:

Nadere informatie

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN 1. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL Lactulose EG 10 g, poeder voor drank 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING : Lactulose 670 mg/ml Lactulose EG 10 g, poeder voor

Nadere informatie

Samenvatting van de productkenmerken (SPK)

Samenvatting van de productkenmerken (SPK) Samenvatting van de productkenmerken (SPK) 1. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL Fentanyl Matrix Sandoz 12,5 microgram/uur pleister voor transdermaal gebruik Fentanyl Matrix Sandoz 25 microgram/uur pleister voor

Nadere informatie

ETOS AMYLMETACRESOL PLUS DICHLOORBENZYLALCOHOL HONING & CITROEN zuigtabletten

ETOS AMYLMETACRESOL PLUS DICHLOORBENZYLALCOHOL HONING & CITROEN zuigtabletten 1.3.1 : Productinformatie Bladzijde: 1 SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN 1. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING Elke zuigtablet bevat: Amylmetacresol 0,60 mg 2,

Nadere informatie

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN. Kruidvat Amylmetacresol Plus Dichloorbenzylalcohol honing & citroen zuigtabletten

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN. Kruidvat Amylmetacresol Plus Dichloorbenzylalcohol honing & citroen zuigtabletten SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN 1. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL Kruidvat Amylmetacresol Plus Dichloorbenzylalcohol honing & citroen zuigtabletten 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING Elke zuigtablet

Nadere informatie

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN 1. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL trianal vitis caps harde capsules 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING Elke harde capsule bevat 300 mg Vitis vinifera L., folium

Nadere informatie

2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING. Actief bestanddeel: Gezuiverd capsulair Vi polyoside van Salmonella typhi (stam Ty2): 25 microgram

2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING. Actief bestanddeel: Gezuiverd capsulair Vi polyoside van Salmonella typhi (stam Ty2): 25 microgram SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN 1. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL TYPHIM Vi, 25 microgram/dosis, oplossing voor injectie Polyoside buiktyfusvaccin 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING Eén dosis

Nadere informatie

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN. Actief bestanddeel: Mucopolysaccharide-polysulfaat 300 mg per 100 g.

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN. Actief bestanddeel: Mucopolysaccharide-polysulfaat 300 mg per 100 g. SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN 1. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL Hirudoid 300 mg/100 g crème Hirudoid 300 mg/100 g gel 2. KWALITATIVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING Actief bestanddeel: Mucopolysaccharide-polysulfaat

Nadere informatie

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN 1 1. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL Zaditen 0,25 mg/ml, oogdruppels, oplossing 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING Eén ml bevat 0,345 mg ketotifenfumaraat, wat

Nadere informatie

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN. Water voor Injecties B. Braun, oplosmiddel voor parenteraal gebruik

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN. Water voor Injecties B. Braun, oplosmiddel voor parenteraal gebruik SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN 1. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL Water voor Injecties B. Braun, oplosmiddel voor parenteraal gebruik 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING 1000 ml oplosmiddel

Nadere informatie

Thymoseptine is een traditioneel geneesmiddel op basis van planten; het gebruik bij deze specifieke indicatie is uitsluitend gebaseerd op traditie.

Thymoseptine is een traditioneel geneesmiddel op basis van planten; het gebruik bij deze specifieke indicatie is uitsluitend gebaseerd op traditie. Thymoseptine 1. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL Thymoseptine siroop 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING 5 ml siroop bevat 750 mg vloeibaar extract (1:1) van Thymus vulgaris L., herba (tijm). Oplosmiddel

Nadere informatie

Koud gevormde gelamineerde OPA/Alu/PVC blisterverpakkingen* met 7, 10, 14, 28, 30, 56, 60, 84, 90, 98, 100 capsules.

Koud gevormde gelamineerde OPA/Alu/PVC blisterverpakkingen* met 7, 10, 14, 28, 30, 56, 60, 84, 90, 98, 100 capsules. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL Valsartan Mylan 160 mg capsules, hard KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING Elke capsule bevat 160 mg valsartan. FARMACEUTISCHE VORM EN VERPAKKINGEN Capsule, hard Uiterlijk:

Nadere informatie

Kruidvat Paracetamol 120, 240, 500 en 1000 mg, zetpillen bevatten als werkzaam bestanddeel per zetpil 120, 240, 500 resp. 1000 mg paracetamol.

Kruidvat Paracetamol 120, 240, 500 en 1000 mg, zetpillen bevatten als werkzaam bestanddeel per zetpil 120, 240, 500 resp. 1000 mg paracetamol. 1.3.1.1 SmPC Page 1 of 5 1.3.1.1 SUMMARY OF PRODUCT CHARACTERISTICS Samenvatting van de productkenmerken 1. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL Kruidvat Paracetamol 120 mg, zetpillen. Kruidvat Paracetamol 240 mg,

Nadere informatie

Summary of the Product Characteristics

Summary of the Product Characteristics 1.3.1.1 Summary of the Product Characteristics 1.3.1.1-1 SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN 1. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING Bevat dinatriumcromoglicaat overeenkomend

Nadere informatie

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN 1 1. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL Pulmocap Thymus, stroop 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING 1 ml stroop (overeenkomend met 1,1 g) bevat 110 mg (0,11 ml) vloeibaar

Nadere informatie

THIAMINE HCL TEVA 25 MG THIAMINE HCL TEVA 50 MG THIAMINE HCL TEVA 100 MG tabletten

THIAMINE HCL TEVA 25 MG THIAMINE HCL TEVA 50 MG THIAMINE HCL TEVA 100 MG tabletten 1.3.1 : Productinformatie Blz. : 1 1. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL Thiamine HCl Teva 25 mg,. Thiamine HCl Teva 50 mg, Thiamine HCl Teva 100 mg, 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING Thiamine HCl

Nadere informatie

BIJLAGE I SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN

BIJLAGE I SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN BIJLAGE I SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN 1. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL Nux vomica-homaccord; Druppels voor oraal gebruik, oplossing. 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING 100 g oplossing

Nadere informatie

Pijncentrum. Butrans pleister. Buprenorfine

Pijncentrum. Butrans pleister. Buprenorfine Pijncentrum Butrans pleister Buprenorfine U heef het geneesmiddel Butrans (buprenorfine) voorgeschreven gekregen en heeft ook uitgelegd gekregen waarom u dit middel gaat gebruiken. Deze brochure is samengesteld

Nadere informatie

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN l. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL MINIMS ATROPINESULFAAT 10 mg/ml oogdruppels, oplossing 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING Atropinesulfaat 10 mg/ml. Voor de

Nadere informatie

Bijlage C. (variatie betreffende een nationaal geregistreerd geneesmiddel)

Bijlage C. (variatie betreffende een nationaal geregistreerd geneesmiddel) Bijlage C (variatie betreffende een nationaal geregistreerd geneesmiddel) BIJLAGE I WETENSCHAPPELIJKE CONCLUSIES EN REDENEN VOOR WIJZIGING VAN DE VOORWAARDEN VAN DE VERGUNING(EN) VOOR HET IN DE HANDEL

Nadere informatie

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN 1 / 6 1. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL Pulmocap Hedera, stroop 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING 1 ml siroop (overeenkomend met 1,1 g) bevat 5,4 mg extract

Nadere informatie

Bevat dinatriumcromoglicaat overeenkomend met 20 mg natriumcromoglicaat per ml.

Bevat dinatriumcromoglicaat overeenkomend met 20 mg natriumcromoglicaat per ml. 1. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL Natriumcromoglicaat oogdruppels 20 mg/ml, oogdruppels, oplossing 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING Bevat dinatriumcromoglicaat overeenkomend met 20 mg natriumcromoglicaat

Nadere informatie

Version 7.3.1, 03/2010 BIJLAGE I SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN

Version 7.3.1, 03/2010 BIJLAGE I SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN Version 7.3.1, 03/2010 BIJLAGE I SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN 1 1. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL Norit 200, capsules 200 mg, hard 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING De capsule bevat 200

Nadere informatie

BIJLAGE I SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN

BIJLAGE I SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN BIJLAGE I SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN 1 1. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL Instanyl 50 microgram/dosis neusspray, oplossing 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING 1 ml oplossing bevat fentanylcitraat

Nadere informatie

Dit geneesmiddel is een traditioneel kruidengeneesmiddel. De toepassing is uitsluitend gebaseerd op het langdurige gebruik.

Dit geneesmiddel is een traditioneel kruidengeneesmiddel. De toepassing is uitsluitend gebaseerd op het langdurige gebruik. SEDISTRESS 1. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL Sedistress 200 omhulde tabletten 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING Elke omhulde tablet bevat 200 mg droogextract van de bovengrondse delen van passiebloem

Nadere informatie

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN IAin A.1: Wijziging naam Pagina 1 van 5 1. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL. 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING Noscapine 15 mg. Hulpstof met bekend effect: Noscaflex bevat 5,00 mg aspartaam (E951)

Nadere informatie

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN 1 1. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL Lactulose 680 mg/ml drank 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING Elke ml drank bevat 0,68 g lactulose. Voor de volledige lijst

Nadere informatie

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN 1. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL Nosca-Méréprine 15 mg tabletten. 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING Noscapine HCl 15 mg. Hulpstoffen met bekend effect: geen

Nadere informatie

2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING

2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING 1. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL GRANUFINK Prosta, capsule, hard 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING 400 mg poeder van de zaden van Cucurbita pepo L. convar. citrullina I. Greb. var. styriaca I.

Nadere informatie

Hulpstoffen met bekend effect: 0,5 g vloeibare maltitol (E965) en 1,8 g isomaltitol (E953).

Hulpstoffen met bekend effect: 0,5 g vloeibare maltitol (E965) en 1,8 g isomaltitol (E953). 1. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL Strepsils Aardbei Suikervrij bij beginnende keelpijn, zuigtabletten 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING Amylmetacresol 0,6 mg en 2,4-dichloorbenzylalcohol 1,2 mg

Nadere informatie

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN 1. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL Sedistress 100 harde capsules. 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING Iedere capsule bevat 100 mg zuiver droog extract van de bovengrondse delen van Passiflora incarnata

Nadere informatie

NOSCAPINE HCl TEVA 1 MG/ML stroop. MODULE I : ALGEMENE GEGEVENS Datum : 13 november : Productinformatie Bladzijde : 1

NOSCAPINE HCl TEVA 1 MG/ML stroop. MODULE I : ALGEMENE GEGEVENS Datum : 13 november : Productinformatie Bladzijde : 1 1.3.1 : Productinformatie Bladzijde : 1 1. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL Noscapine HCl Teva 1 mg/ml, 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING Noscapine HCl Teva 1 mg/ml bevat 1 mg noscapinehydrochloride

Nadere informatie

Broomhexinehydrochloride 8 mg tabletten Samenwerkende Apothekers

Broomhexinehydrochloride 8 mg tabletten Samenwerkende Apothekers Samenvatting van de Productkenmerken Part: 1.3.1-1 of 6 1. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING Iedere tablet bevat 8 mg broomhexinehydrochloride. Voor de volledige

Nadere informatie

Beclometason Sandoz Nevel 50, neusspray suspensie 50 microgram/dosis

Beclometason Sandoz Nevel 50, neusspray suspensie 50 microgram/dosis Sandoz B.V. Page 1/5 1. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL Beclometason Sandoz Nevel 50, neusspray suspensie 50 microgram/dosis 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING Beclometason Sandoz Nevel 50 levert

Nadere informatie

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN. PROTAGENS MONO 2 %, oogdruppels, oplossing, voor éénmalig gebruik

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN. PROTAGENS MONO 2 %, oogdruppels, oplossing, voor éénmalig gebruik SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN 1. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL PROTAGENS MONO 2 %, oogdruppels, oplossing, voor éénmalig gebruik 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING 1 ml oplossing bevat 20

Nadere informatie

BIJLAGE I SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN

BIJLAGE I SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN BIJLAGE I SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN 1. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL Ferrum-Homaccord; Druppels voor oraal gebruik, oplossing 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING 100 g oplossing bevat:

Nadere informatie

LACTULOSE KELA 500ML FLES

LACTULOSE KELA 500ML FLES LACTULOSE KELA 500ML FLES LACTULOSE KELA NAAM VAN HET GENEESMIDDEL Lactulose Kela vloeistof voor oraal gebruik (KELA PHARMA) ATC5 Rangschikking Klasse Omschrijving MAAGDARMKANAAL EN STOFWISSELING LAXANTIA

Nadere informatie

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN (Ref )

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN (Ref ) SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN (Ref. 14.03.2014) 1 1. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL Antistax Forte filmomhulde tabletten 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING Een filmomhulde tablet bevat 360

Nadere informatie

MAGNESIUMHYDROXIDE TEVA 724 MG kauwtabletten. MODULE I : ALGEMENE GEGEVENS Datum : 31 mei : Productinformatie Bladzijde : 1

MAGNESIUMHYDROXIDE TEVA 724 MG kauwtabletten. MODULE I : ALGEMENE GEGEVENS Datum : 31 mei : Productinformatie Bladzijde : 1 1.3.1 : Productinformatie Bladzijde : 1 1. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL Magnesiumhydroxide Teva 724 mg, 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING Magnesiumhydroxide Teva 724 mg bevat 724 mg magnesiumhydroxide,

Nadere informatie

Version 3.1, 06/2015 SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN

Version 3.1, 06/2015 SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN Version 3.1, 06/2015 SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN 1 1. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL PYRIDOXINE LABAZ 250 mg tabletten 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING Pyridoxine hydrochloride (vitamine

Nadere informatie

1. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL

1. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL 1. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL DURATEARS oogzalf 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING Dit geneesmiddel bevat geen werkzame stoffen. Hulpstof met gekend effect: 1 g oogzalf bevat 30 mg lanoline.

Nadere informatie

SUMMARY OF PRODUCT CHARACTERISTICS

SUMMARY OF PRODUCT CHARACTERISTICS SUMMARY OF PRODUCT CHARACTERISTICS 1. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL A.Vogel Cystoforce blaasformule 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING 1 ml [ 0,955 g] A.Vogel Cystoforce blaasformule bevat: 715

Nadere informatie

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN. NORGALAX, 0,12 g / 10 g, gel voor rectaal gebruik. 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN. NORGALAX, 0,12 g / 10 g, gel voor rectaal gebruik. 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN 1. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL NORGALAX, 0,12 g / 10 g, gel voor rectaal gebruik. 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING Actief bestanddeel: Natriumdocusaat 0,12

Nadere informatie

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN 1. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL Loratadine EG 10 mg tabletten. 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING Elke tablet bevat 10 mg loratadine. Hulpstof met bekend effect:

Nadere informatie

CINNARIZINE TEVA 25 MG tabletten. Cinnarizine Teva 25 mg bevat 25 gram cinnarizine per tablet.

CINNARIZINE TEVA 25 MG tabletten. Cinnarizine Teva 25 mg bevat 25 gram cinnarizine per tablet. 1.3.1 : Productinformatie Bladzijde : 1 1. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL Cinnarizine Teva 25 mg, 25 mg. 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING Cinnarizine Teva 25 mg bevat 25 gram cinnarizine per tablet.

Nadere informatie

2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING. Vi-polysaccharide van Salmonella typhi (Ty2 stam)

2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING. Vi-polysaccharide van Salmonella typhi (Ty2 stam) 1. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL Typherix, oplossing voor injectie in een voorgevulde spuit Tyfus polysaccharidevaccin 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING Elke dosis vaccin à 0,5 ml bevat: Vi-polysaccharide

Nadere informatie

Healthypharm B.V., Etten-Leur, The Netherlands XT Luis 4% g/g, oplossing voor cutaan gebruik RVG Dimeticon

Healthypharm B.V., Etten-Leur, The Netherlands XT Luis 4% g/g, oplossing voor cutaan gebruik RVG Dimeticon 1.3.1.1 Summary of product characteristics 1.3.1.1-1 SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN 1. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL XT Luis 4% g/g oplossing voor cutaan gebruik 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING

Nadere informatie

MODULE I : ALGEMENE GEGEVENS Datum : 26 oktober : Productinformatie Bladzijde : 1

MODULE I : ALGEMENE GEGEVENS Datum : 26 oktober : Productinformatie Bladzijde : 1 1.3.1 : Productinformatie Bladzijde : 1 1. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL Livsane reis Cinnarizine 25 mg,. 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING Livsane reis Cinnarizine 25 mg bevat 25 gram cinnarizine

Nadere informatie

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN 1. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL Betahistine EG 8 mg tabletten Betahistine EG 16 mg tabletten SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING Betahistine EG 8 mg tabletten:

Nadere informatie

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN. Eén harde capsule met gereguleerde afgifte bevat 200 mg mebeverinehydrochloride.

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN. Eén harde capsule met gereguleerde afgifte bevat 200 mg mebeverinehydrochloride. SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN 1. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL Duspatal Retard 200 mg, harde capsules met gereguleerde afgifte 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING Eén harde capsule met gereguleerde

Nadere informatie

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN. BRONCHOSTOP Duo Hoestpastilles tijm- en heemstwortelextract

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN. BRONCHOSTOP Duo Hoestpastilles tijm- en heemstwortelextract SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN 1. NAAM VAN HET MEDISCH PRODUCT BRONCHOSTOP Duo Hoestpastilles tijm- en heemstwortelextract 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING 1 pastille bevat: 51,1 mg

Nadere informatie

Samenvatting van de Productkenmerken

Samenvatting van de Productkenmerken Samenvatting van de Productkenmerken 1. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL XT Luis 4% g/g oplossing voor cutaan gebruik 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING Dimeticon 4% g/g Voor een volledige lijst van

Nadere informatie

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN. Xylometazoline EG bevat 1 mg xylometazolinehydrochloride per ml.

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN. Xylometazoline EG bevat 1 mg xylometazolinehydrochloride per ml. SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN 1. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL Xylometazoline EG 100 mg/100 ml neusspray, oplossing 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING Xylometazoline EG bevat 1 mg xylometazolinehydrochloride

Nadere informatie

Bijlage : relevante rubrieken van de bijsluiter die werden herwerkt (de veranderingen in de tekst zijn onderlijnd)

Bijlage : relevante rubrieken van de bijsluiter die werden herwerkt (de veranderingen in de tekst zijn onderlijnd) Een Direct Healthcare Professional Communication (DHPC) is een schrijven dat naar de gezondheidszorgbeoefenaars wordt gezonden door de farmaceutische firma s, om hen te informeren over mogelijke risico

Nadere informatie

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN 1 1. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL Broncho-Pectoralis Carbocisteïne 250mg/5ml siroop 5% Carbocisteïne (m/v) 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING Carbocisteïne

Nadere informatie

SUMMARY OF PRODUCT CHARACTERISTICS

SUMMARY OF PRODUCT CHARACTERISTICS SUMMARY OF PRODUCT CHARACTERISTICS 1 NAAM VAN HET GENEESMIDDEL A.Vogel Aesculaforce tabletten 2 KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING Een filmomhulde tablet ( 698 mg) bevat 157,5-225,0 mg gedroogd

Nadere informatie

Hulpstof met bekend effect: Opticrom, oogdruppels bevat benzalkoniumchloride. Voor de volledige lijst van hulpstoffen, zie rubriek 6.1.

Hulpstof met bekend effect: Opticrom, oogdruppels bevat benzalkoniumchloride. Voor de volledige lijst van hulpstoffen, zie rubriek 6.1. SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN 1 NAAM VAN HET GENEESMIDDEL Opticrom, oogdruppels, oplossing 20 mg/ml Opticrom Unit Dose, oogdruppels, oplossing 20 mg/ml 2 KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING

Nadere informatie

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN 1. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL Duspatal 135 mg, omhulde tabletten 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING Eén omhulde tablet bevat 135 mg mebeverinehydrochloride.

Nadere informatie

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN 1 1. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL PROTAGENS 2%, oogdruppels, oplossing 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING 1 ml oplossing bevat 20 mg povidon (polyvinylpyrrolidon).

Nadere informatie

1. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL. SORBITOL DELALANDE 5 g poeder voor drank. SORBITOL DELALANDE Menthe 5 g poeder voor drank.

1. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL. SORBITOL DELALANDE 5 g poeder voor drank. SORBITOL DELALANDE Menthe 5 g poeder voor drank. 1. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL SORBITOL DELALANDE 5 g poeder voor drank. SORBITOL DELALANDE Menthe 5 g poeder voor drank. 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING Sorbitol 5 g per zakje. Voor de volledige

Nadere informatie

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN 1 NAAM VAN HET GENEESMIDDEL TYPHIM Vi, 25 microgram/dosis, oplossing voor injectie Polyoside buiktyfusvaccin 2 KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING Eén dosis

Nadere informatie

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN 1. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL Endekay 0,4 % Thixotrope Fluogel 0,4% met fruitsmaak 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING Bevat het werkzame bestanddeel 0,4%

Nadere informatie

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN l. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL Minims Tetracaïnehydrochloride 5 mg/ml, oogdruppels, oplossing. Minims Tetracaïnehydrochloride 10 mg/ml, oogdruppels, oplossing. 2. KWALITATIEVE

Nadere informatie

BIJLAGE I SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN

BIJLAGE I SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN BIJLAGE I SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN 1. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL Neurexan; Tabletten 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING 1 tablet (301,5 mg) bevat: Avena sativa D2 0,6 mg Coffea cruda

Nadere informatie

VITAMINE C TEVA 250 MG VITAMINE C TEVA 100 MG. VITAMINE C TEVA 500 MG tabletten

VITAMINE C TEVA 250 MG VITAMINE C TEVA 100 MG. VITAMINE C TEVA 500 MG tabletten 1.3.1 : Productinformatie Bladzijde : 1 1. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL Vitamine C Teva 50 mg, Vitamine C Teva 100 mg, Vitamine C Teva 250 mg, Vitamine C Teva 500 mg, 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING

Nadere informatie

BENZOYLPEROXIDE TEVA 50 MG/G BENZOYLPEROXIDE TEVA 100 MG/G hydrogel

BENZOYLPEROXIDE TEVA 50 MG/G BENZOYLPEROXIDE TEVA 100 MG/G hydrogel 1.3.1 : Productinformatie Bladzijde : 1 1. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL Benzoylperoxide Teva 50 mg/g, Benzoylperoxide Teva 100 mg/g, 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING Benzoylperoxide Teva 50

Nadere informatie

Summary of Product Characteristics

Summary of Product Characteristics 1.3.1.1 Summary of Product Characteristics 1.3.1.1-1 1. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL Loratadine Mdq 10 mg, tabletten 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING Elke tablet bevat 10 mg loratadine. Voor

Nadere informatie

BIJSLUITER (27.10.2010)

BIJSLUITER (27.10.2010) BIJSLUITER (27.10.2010) 1 BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR GEBRUIKERS BISOLTUSSIN 2 mg/ml siroop volwassenen (Dextromethorfan hydrobromide) Lees goed de hele bijsluiter, want deze bevat belangrijke informatie

Nadere informatie

GLYCERINE Suppo's Kela

GLYCERINE Suppo's Kela GLYCERINE Suppo's Kela GLYCERINE Suppo's Kela NAAM VAN HET GENEESMIDDEL Glycerine suppo s kela volwassenen zetpillen. Glycerine suppo s kela baby en kinderen zetpillen. (KELA PHARMA) ATC5 Rangschikking

Nadere informatie

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN 1 1. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL BIFITERAL siroop 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING 100 ml Bifiteral siroop bevatten 66,7 g lactulose galactose lactose epilactose

Nadere informatie

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN 1 1. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL DERMANOX 20 mg/g crème 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING DERMANOX bevat 20 mg enoxolone per gram crème. Voor een volledige

Nadere informatie

1. Wat is Fentanyl PharmaMatch en waarvoor wordt het gebruikt

1. Wat is Fentanyl PharmaMatch en waarvoor wordt het gebruikt BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIK(ST)ER Fentanyl PharmaMatch 12 μg/uur, pleister voor transdermaal gebruik Fentanyl PharmaMatch 25 μg/uur, pleister voor transdermaal gebruik Fentanyl PharmaMatch 50

Nadere informatie

BIJLAGE III RELEVANTE RUBRIEKEN VAN DE SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN EN BIJSLUITER. geldig ten tijde van het besluit van het Commissie.

BIJLAGE III RELEVANTE RUBRIEKEN VAN DE SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN EN BIJSLUITER. geldig ten tijde van het besluit van het Commissie. BIJLAGE III RELEVANTE RUBRIEKEN VAN DE SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN EN BIJSLUITER Opmerking: deze wijzigingen van de samenvatting van de productkenmerken en de bijsluiter waren geldig ten tijde

Nadere informatie

PETHIDINE HCl 50 MG/ML PCH oplossing voor injectie. MODULE I : ALGEMENE GEGEVENS Datum : 22 september 2011 1.3.1 : Productinformatie Bladzijde : 1

PETHIDINE HCl 50 MG/ML PCH oplossing voor injectie. MODULE I : ALGEMENE GEGEVENS Datum : 22 september 2011 1.3.1 : Productinformatie Bladzijde : 1 1.3.1 : Productinformatie Bladzijde : 1 1. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL Pethidine HCl 50 mg/ml PCH,. 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING Pethidine HCl 50 mg/ml PCH bevat 50 mg pethidinehydrochloride

Nadere informatie

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN 1 1. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL ROBINUL-NEOSTIGMINE 0,5 mg/ml 2,5 mg/ml oplossing voor injectie. 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING Glycopyrronium bromide

Nadere informatie

Summary of product characteristics

Summary of product characteristics 1 Summary of product characteristics 1 NAAM VAN HET GENEESMIDDEL Lamberts Valeriaan tabletten. 2 KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING Eén filmomhulde tablet bevat 300 mg droog extract van de wortel

Nadere informatie

Symptomatische behandeling van lichte tot matig ernstige dementie bij de ziekte van Alzheimer.

Symptomatische behandeling van lichte tot matig ernstige dementie bij de ziekte van Alzheimer. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL Rivastigmine Mylan 4,6 mg/24 h pleisters voor transdermaal gebruik Rivastigmine Mylan 9,5 mg/24 h pleisters voor transdermaal gebruik KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING

Nadere informatie

LAXEERSTROOP TEVA 667 mg/ml, stroop. MODULE I : ALGEMENE GEGEVENS Datum : 9 februari : Productinformatie Bladzijde : 1

LAXEERSTROOP TEVA 667 mg/ml, stroop. MODULE I : ALGEMENE GEGEVENS Datum : 9 februari : Productinformatie Bladzijde : 1 1.3.1 : Productinformatie Bladzijde : 1 1. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL Laxeerstroop Teva. 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING Laxeerstroop Teva is een waterige oplossing van 667 mg lactulose per

Nadere informatie

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN. Addaven bevat: 1 ml 1 injectieflacon (10 ml)

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN. Addaven bevat: 1 ml 1 injectieflacon (10 ml) SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN 1. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL Addaven concentraat voor oplossing voor infusie 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING Addaven bevat: 1 ml 1 injectieflacon (10

Nadere informatie

SAMENVATTING VAN DE KENMERKEN VAN HET PRODUCT

SAMENVATTING VAN DE KENMERKEN VAN HET PRODUCT Pagina 1 1. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL DOLENIO 1178 mg, filmomhulde tabletten 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING Eén filmomhulde tablet bevat 1884,60 mg glucosaminesulfaat natriumchloride, equivalent

Nadere informatie

Samenvatting van de productkenmerken

Samenvatting van de productkenmerken SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN Pagina 1 op 5 1. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL Aqua Cuprozincica Conforma 7,65 mg/ml - 25,5 mg/ml, oplossing voor cutaan gebruik Synoniem: Dalibourwater 2. KWALITATIEVE

Nadere informatie

BIJLAGE I SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN

BIJLAGE I SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN BIJLAGE I SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN 1. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL Oculo-Heel; Oogdruppels, oplossing 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING Oculo-Heel bevat per monodosis van 0,45 ml

Nadere informatie

BIJLAGE I SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN

BIJLAGE I SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN BIJLAGE I SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN 1 1. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL Instanyl 50 microgram/dosis neusspray, oplossing 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING 1 ml oplossing bevat fentanylcitraat

Nadere informatie

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN 1. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL Hurricaïne Oplossing 230 mg/ml, oplossing voor gingivaal gebruik Hurricaïne Gel 200 mg/g, gel voor gingivaal gebruik Hurricaïne Spray 200

Nadere informatie

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN 1. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL GAVISCON anijs, suspensie GAVISCON pepermunt, suspensie 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING Natriumalginaat 500 mg/10 ml Natriumbicarbonaat

Nadere informatie

BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIK(ST)ER. TINALOX, Druppels voor oraal gebruik, oplossing. Tilidine hydrochloride / Naloxone hydrochloride

BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIK(ST)ER. TINALOX, Druppels voor oraal gebruik, oplossing. Tilidine hydrochloride / Naloxone hydrochloride BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIK(ST)ER TINALOX, Druppels voor oraal gebruik, oplossing Tilidine hydrochloride / Naloxone hydrochloride Lees de hele bijsluiter zorgvuldig door voordat u start met

Nadere informatie

Hulpstoffen met bekend effect: 8,8 mg propyleenglycol, 1,1 g glucose en 1,4 g sucrose.

Hulpstoffen met bekend effect: 8,8 mg propyleenglycol, 1,1 g glucose en 1,4 g sucrose. 1. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL Strepsils Gember en Pruim bij beginnende keelpijn, zuigtabletten 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING Amylmetacresol 0,6 mg en 2,4-dichloorbenzylalcohol 1,2 mg Hulpstoffen

Nadere informatie

trianal 0,25mg/50mg zalf voor rectaal gebruik en trianal 0,50mg/50mg zetpillen

trianal 0,25mg/50mg zalf voor rectaal gebruik en trianal 0,50mg/50mg zetpillen Version 8 04/2016 Page 1 of 5 1. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL trianal 0,25mg/50mg zalf voor rectaal gebruik en trianal 0,50mg/50mg zetpillen 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING trianal zalf voor

Nadere informatie

BIJLAGE I SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN

BIJLAGE I SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN BIJLAGE I SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN 1. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL Hepeel; Tabletten 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING 1 tablet (301,5 mg) bevat: Colocynthis D6 90 mg Veratrum album

Nadere informatie

Voorgesteld als symptomatische behandeling bij irritatieve dermatitis, voornamelijk:

Voorgesteld als symptomatische behandeling bij irritatieve dermatitis, voornamelijk: 1 1. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL Mitosyl 200mg/g 270mg/g, zalf 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING Visleverolie 200 mg Zinkoxide 270 mg ad 1 g. Hulpstoffen met bekend effect: butylhydroxyanisol

Nadere informatie

BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIKER. Bisoltussin 2 mg/ml siroop volwassenen Dextromethorfan hydrobromide

BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIKER. Bisoltussin 2 mg/ml siroop volwassenen Dextromethorfan hydrobromide BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIKER Bisoltussin 2 mg/ml siroop volwassenen Dextromethorfan hydrobromide Lees goed de hele bijsluiter voordat u dit geneesmiddel gaat gebruiken want er staat belangrijke

Nadere informatie

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN 1. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL Mucorhinyl 0,5 mg/ml. Mucorhinyl 1 mg/ml. 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING Mucorhinyl 0,5 mg/ml: bevat 0,5 mg xylometazolinehydrochloride

Nadere informatie

Thiamini hydrochloridum 100 mg/ml, oplossing voor injectie thiaminehydrochloride

Thiamini hydrochloridum 100 mg/ml, oplossing voor injectie thiaminehydrochloride 1.3.1 : Bijsluiter Bladzijde : 1 BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIKER Thiamini hydrochloridum 100 mg/ml, thiaminehydrochloride Lees goed de hele bijsluiter voordat u dit geneesmiddel gaat gebruiken

Nadere informatie

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN 1. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL Loratadine Sandoz 10 mg tabletten 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING Elk tablet bevat 10 mg loratadine Voor de hulpstoffen,

Nadere informatie

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN

SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN 1. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL Indigokarmijn Serb 40 mg/5 ml, oplossing voor injectie 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING Indigotine (indigokarmijn)...40 mg

Nadere informatie

MAGNESIUMHYDROXIDE TEVA 724 MG kauwtabletten

MAGNESIUMHYDROXIDE TEVA 724 MG kauwtabletten 1.3.1 : Productinformatie Bladzijde : 1 1. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL Magnesiumhydroxide Teva 724 mg, 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING Magnesiumhydroxide Teva 724 mg bevat 724 mg magnesiumhydroxide,

Nadere informatie