Network Speed Dome Gebruikershandleiding

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Network Speed Dome Gebruikershandleiding"

Transcriptie

1 Network Speed Dome Gebruikershandleiding UD.6L0201D1827A01

2 Gebruikershandleiding voor Network Speed Dome 1 Gebruikershandleiding COPYRIGHT 2015 Hangzhou Hikvision Digital Technology Co., Ltd. ALLE RECHTEN VOORBEHOUDEN. Alle gegevens, inclusief, maar niet beperkt tot teksten, afbeeldingen en grafieken, zijn het eigendom van Hangzhou Hikvision Digital Technology Co., Ltd of haar dochterondernemingen (hierna Hikvision genoemd). Deze gebruikershandleiding (hierna de Handleiding genoemd) mag op geen enkele wijze geheel of gedeeltelijk worden gereproduceerd, gewijzigd, vertaald of gedistribueerd zonder schriftelijke toestemming van Hikvision. Tenzij anderszins aangegeven, verleent Hikvision geen impliciete of expliciete garanties of verklaringen met betrekking tot de Handleiding. Over deze Handleiding Deze handleiding is van toepassing op de volgende typen network speed domes: 5-inch, 6,5-inch, 7-inch IR en 8-inch IR. Deze handleiding bevat instructies voor het gebruik en beheer van het product. Afbeeldingen, grafieken en alle andere informatie in dit document zijn alleen bedoeld voor beschrijvings- en uitlegdoeleinden. De informatie in deze Handleiding kan zonder kennisgeving via firmware-updates of om andere redenen worden gewijzigd. U vindt de meest recente versie op de bedrijfswebsite ( Gebruik deze gebruikershandleiding onder begeleiding van professionals. Kennisgeving met betrekking tot handelsmerken en andere handelsmerken en logo's van Hikvision zijn het eigendom van Hikvision in verschillende rechtsgebieden. Andere handelsmerken en logo's die hieronder worden vermeld, zijn het eigendom van de respectieve eigenaars. Wettelijke vrijwaring VOOR ZOVER WETTELIJK IS TOEGESTAAN DOOR HET TOEPASSELIJK RECHT, WORDT HET BESCHREVEN PRODUCT, INCLUSIEF HARDWARE, SOFTWARE EN FIRMWARE, GELEVERD IN DE HUIDIGE STAAT ('AS IS'), INCLUSIEF GEBREKEN EN FOUTEN. HIKVISION VERLEENT GEEN GARANTIES, HETZIJ EXPLICIET, HETZIJ IMPLICIET, INCLUSIEF MAAR NIET BEPERKT TOT VERKOOPBAARHEID, VOLDOENDE KWALITEIT, GESCHIKTHEID VOOR EEN BEPAALD DOEL EN NIET-INBREUKMAKENDHEID. IN GEEN GEVAL KUNNEN HIKVISION, HAAR DIRECTEURS, BESTUURSLEDEN, WERKNEMERS OF AGENTEN AANSPRAKELIJK WORDEN GESTELD DOOR U VOOR BIJZONDERE SCHADE, GEVOLGSCHADE, SCHADE DOOR ONGEVALLEN OF INDIRECTE SCHADE, WAARONDER SCHADE DOOR VERLIES VAN BEDRIJFSWINST, BEDRIJFSONDERBREKINGEN EN VERLIES VAN GEGEVENS OF DOCUMENTATIE, DIE HET GEVOLG IS VAN HET GEBRUIK VAN DIT PRODUCT, ZELFS WANNEER HIKVISION OP DE HOOGTE WAS VAN DE MOGELIJKHEID VAN DERGELIJKE SCHADE. WAT BETREFT HET PRODUCT MET INTERNETTOEGANG, GELDT DAT HET PRODUCT GEHEEL OP EIGEN RISICO WORDT GEBRUIKT. HIKVISION KAN NIET VERANTWOORDELIJK WORDEN GESTELD VOOR INCORRECTE WERKING, PRIVACYLEKKEN OF ANDERE SCHADE DIE HET GEVOLG IS VAN CYBERAANVALLEN, HACKERSAANVALLEN, VIRUSCONTROLES OF ANDERE INTERNETBEVEILIGINGSRISICO'S. HIKVISION ZAL ECHTER TIJDIGE TECHNISCHE ONDERSTEUING BIEDEN

3 2 INDIEN DEZE VEREIST IS. DE SURVEILLANCEWETGEVING VERSCHILT PER RECHTSGEBIED. CONTROLEER ALLE TOEPASSELIJKE WETGEVING IN UW RECHTSGEBIED VOORDAT U DIT PRODUCT GEBRUIKT OM ERVOOR TE ZORGEN DAT UW GEBRUIK CONFORM HET TOEPASSELIJK RECHT IS. HIKVISION KAN NIET VERANTWOORDELIJK WORDEN GESTELD WANNEER HET PRODUCT VOOR ONRECHTMATIGE DOELEINDEN WORDT GEBRUIKT. IN HET GEVAL VAN CONFLICTEN TUSSEN DEZE HANDLEIDING EN HET TOEPASSELIJK RECHT, HEEFT HET TOEPASSELIJK RECHT VOORRANG.

4 3 Regelgevingsinformatie FCC-informatie FCC-naleving: Deze apparatuur is getest en voldoet aan de grenswaarden voor een digitaal apparaat, conform deel 15 van de FCC-regelgeving. Deze grenswaarden zijn ontworpen om redelijke bescherming te bieden tegen schadelijke interferentie wanneer de apparatuur in een commerciële omgeving wordt gebruikt. Deze apparatuur genereert en gebruikt radiofrequentie-energie, en kan deze uitstralen. Als de apparatuur niet wordt geïnstalleerd en gebruikt in overeenstemming met de instructiehandleiding, kan de apparatuur schadelijke interferentie veroorzaken aan radiocommunicatie. Het gebruik van deze apparatuur in een woonwijk kan schadelijke interferentie veroorzaken. In dat geval moet de gebruiker de interferentie op eigen kosten verhelpen. FCC-voorschriften Dit apparaat voldoet aan deel 15 van de FCC-regelgeving. Het gebruik is onderworpen aan de volgende twee voorschriften: 1. Dit apparaat mag geen schadelijke interferentie veroorzaken. 2. Dit apparaat moet ontvangen interferentie accepteren, inclusief interferentie die kan leiden tot ongewenste werking. EU-conformiteitsverklaring Dit product en (indien van toepassing) de meegeleverde accessoires zijn gemarkeerd met CE. Dit houdt in dat ze voldoen aan de toepasselijke algemene Europese standaarden onder EMC-richtlijn 2004/108/EC en RoHS-richtlijn 2011/65/EC. 2012/19/EU (WEEE-richtlijn): Producten met dit symbool mogen in de Europese Unie niet worden weggegooid als ongesorteerd restafval. Retourneer de batterij aan uw leverancier of een van de speciale inzamelingspunten voor deskundige recycling. Raadpleeg de volgende site voor meer informatie: /66/EC (batterijrichtlijn): Dit product bevat een batterij die in de Europese Unie niet mag worden weggegooid als ongesorteerd restafval. Raadpleeg de productdocumentatie voor informatie over deze specifieke batterij. De batterij is gemarkeerd met het volgende symbool. Het symbool kan afkortingen bevatten waarmee cadmium (Cd), lood (Pb) en kwik (Hg) worden aangeduid. Retourneer de batterij aan uw leverancier of een van de speciale inzamelingspunten voor deskundige recycling. U vindt meer informatie op Naleving van Industry Canada ICES-003 Dit apparaat voldoet aan de vereisten voor de standaarden van CAN ICES-3 (A)/NMB-3(A).

5 4 Veiligheidsinstructies Deze instructies zijn bedoeld om ervoor te zorgen dat de gebruiker het product op de juiste wijze kan gebruiken, en om gevaar en verlies van eigendommen te voorkomen. De voorzorgsmaatregelen zijn gemarkeerd als Waarschuwing of Let op: Waarschuwing: Als deze waarschuwingen worden genegeerd, kan dit leiden tot ernstig letsel of overlijden. Let op: Als deze meldingen worden genegeerd, kan dit leiden tot letsel of beschadigde apparatuur. Waarschuwing Volg deze veiligheidsmaatregelen op om ernstig letsel of overlijden te voorkomen. Let op Volg deze voorzorgsmaatregelen op om mogelijk letsel of materiaalbeschadiging te voorkomen. Waarschuwing: Gebruik een voedingsadapter die voldoet aan de SELV-standaard (veiligheidsstandaard voor extra lage spanning). Het energieverbruik mag niet lager zijn dan de vereiste waarde. Sluit niet meerdere apparaten aan op één voedingsadapter. Overbelasting van de adapter kan leiden tot oververhitting en brandgevaar. Wanneer het product op een muur of plafond wordt geplaatst, moet het apparaat stevig worden vastgezet. Stel het binnen gebruikte product niet bloot aan regen of vocht om het risico op brand en elektrische schokken te voorkomen. De installatie moet worden uitgevoerd door een gekwalificeerde servicemedewerker en de installatie moet voldoen aan alle lokale regelgeving. Installeer apparatuur voor stroomstoringen in het voedingscircuit om problemen bij stroomonderbrekingen te voorkomen. Als het product niet naar behoren werkt, neemt u contact op met uw dealer of het dichtstbijzijnde servicecentrum. Probeer nooit zelf het product uit elkaar te halen. (Wij nemen geen verantwoordelijkheid voor problemen die zijn veroorzaakt door ongeautoriseerde reparaties of onderhoudswerkzaamheden.) Kijk niet rechtstreeks in het laserlicht vanaf een afstand van minder dan 6 meter, aangezien laserlicht schadelijk kan zijn voor mensen.

6 5 Let op: Zorg dat de voedingsspanning correct is voordat u het product in gebruik neemt. Laat het product niet vallen en stel het niet bloot aan elektrische schokken. Installeer het product niet op trillende ondergronden of locaties. Stel het product niet bloot aan omgevingen met sterke elektromagnetische straling. Richt de lens niet op een sterke lichtbron, zoals de zon of een gloeilamp. Het sterke licht kan leiden tot onherstelbare schade aan het product. De sensor kan worden uitgebrand met een laserstraal. Als er laserapparatuur wordt gebruikt, moet het oppervlak van de sensor niet worden blootgesteld aan de laserstraal. Raadpleeg de specificatiehandleiding voor meer informatie over de bedrijfstemperatuur. Goede ventilatie is vereist om hitte weg te voeren en een correcte werkomgeving te garanderen. Het product moet tijdens verzending in de originele verpakking worden ingepakt. Gebruik de meegeleverde handschoen om de productcover te openen. Raak de productcover niet direct met uw vingers aan, aangezien de zuurgraad van het zweet op uw vingers de oppervlaktecoating van de productcover kan aantasten. Gebruik een zachte en droge doek om het binnen- en buitenoppervlak van de productcover schoon te maken. Gebruik geen basische schoonmaakmiddelen. Onjuist gebruik en onjuiste vervanging van de batterij kunnen leiden tot explosiegevaar. Gebruik het door de fabrikant aanbevolen batterijtype.

7 6 Inhoudsopgave 1.1 SYSTEEMVEREISTEN FUNCTIES DE NETWORK SPEED DOME INSTELLEN VIA EEN LAN Kabelverbinding via een LAN De speed dome activeren DE NETWORK SPEED DOME INSTELLEN VIA EEN WAN Aansluiten met statisch IP-adres Verbinding maken met een dynamisch IP-adres TOEGANG VIA WEBBROWSERS TOEGANG VIA CLIENTSOFTWARE INSCHAKELACTIE LIVEWEERGAVEPAGINA LIVEWEERGAVE STARTEN BEELDEN HANDMATIG OPNEMEN EN VASTLEGGEN PTZ-BEDIENING PTZ-bedieningspaneel Een preset instellen/aanroepen Een patrouille instellen/aanroepen Een patroon instellen/aanroepen LIVEWEERGAVEPARAMETERS CONFIGUREREN BEGINPOSITIE CONFIGUREREN BASIS-PTZ-PARAMETERS CONFIGUREREN PTZ-LIMIETSTOPS CONFIGUREREN GEPLANDE TAKEN CONFIGUREREN PARKEERACTIES CONFIGUREREN PRIVACYMASKER CONFIGUREREN SLIMME TRACKING CONFIGUREREN PTZ-BEDIENINGSPRIORITEIT CONFIGUREREN PTZ-CONFIGURATIES WISSEN LOKALE PARAMETERS CONFIGUREREN TIJDINSTELLINGEN CONFIGUREREN NETWERKINSTELLINGEN CONFIGUREREN TCP/IP-instellingen configureren Poortinstellingen configureren PPPoE-instellingen configureren DDNS-instellingen configureren SNMP-instellingen configureren X-instellingen configureren QoS-instellingen configureren FTP-instellingen configureren UPnP -instellingen configureren NAT-instellingen (Network Address Translation) configureren... 66

8 instellingen configureren HTTPS-instellingen configureren VIDEO- EN AUDIO-INSTELLINGEN CONFIGUREREN Video-instellingen configureren Audio-instellingen configureren ROI-instellingen configureren BEELDINSTELLINGEN CONFIGUREREN Scherminstellingen configureren OSD-instellingen configureren Tekstoverlayinstellingen configureren ALARMEN CONFIGUREREN EN BEHEREN Bewegingsdetectie configureren Alarm voor videosignaalverlies configureren Alarm voor videomanipulatie configureren Externe alarminputs configureren Alarmoutput configureren Uitzonderingen verwerken Audio-uitzonderingen detecteren Dubbele VCA configureren Indringerdetectie configureren Detectie van lijnoverschrijding configureren Gezichtsdetectie configureren Detectie van betreden van gebied Detectie van verlaten van gebied NAS-INSTELLINGEN CONFIGUREREN OPSLAG INITIALISEREN EN CONFIGUREREN OPNAMESCHEMA CONFIGUREREN INSTELLINGEN VOOR SNAPSHOTS CONFIGUREREN GEBRUIKERSACCOUNTS BEHEREN VERIFICATIE CONFIGUREREN ANONIEM BEZOEK CONFIGUREREN IP-ADRESFILTER CONFIGUREREN INSTELLINGEN VOOR DE BEVEILIGINGSSERVICE CONFIGUREREN APPARAATINFORMATIE WEERGEVEN ONDERHOUD De speed dome opnieuw starten Standaardinstellingen herstellen Configuratiebestand importeren/exporteren Het systeem upgraden RS-485 CONFIGUREREN AANVULLENDE VERLICHTING CONFIGUREREN VERBINDING OP AFSTAND CONFIGUREREN APPENDIX 1 - INLEIDING TOT SADP-SOFTWARE APPENDIX 2 POORTTOEWIJZING

9 8 APPENDIX 3 BESCHERMING TEGEN STATISCHE ELEKTRICITEIT, BLIKSEMONTLADING EN STROOMPIEKEN APPENDIX 4 BESCHERMING TEGEN WATER APPENDIX 5 KOEPELONDERHOUD APPENDIX 6 RS-485-BUS AANSLUITEN APPENDIX 7 DRAADTYPE EN TRANSMISSIEAFSTAND VOOR 24 V AC APPENDIX 8 DRAADTYPE EN TRANSMISSIEAFSTAND VOOR 12 V DC APPENDIX 9 TABEL MET DRAADDIKTESTANDAARDEN APPENDIX 10 ALARM IN/OUT AANSLUITEN Overzicht 1.1 Systeemvereisten De systeemvereisten voor webbrowsertoegang zijn als volgt: Besturingssysteem: Microsoft Windows XP SP1 en hoger/windows Vista/Windows 7/Windows Server 2003/Windows Server 2008 (32-bits versie) CPU: Intel Pentium IV 3,0 GHz-processor of hoger RAM: 1 GB of meer Scherm: Resolutie van of hoger Webbrowser: Internet Explorer 8.0 en hoger, Apple Safari 5.02 en hoger, Mozilla Firefox 5 en hoger, en Google Chrome 18 en hoger. 1.2 Functies De werking van de functies verschilt, afhankelijk van het speed dome-model. Limietstops De dome kan zo worden geprogrammeerd dat deze zich binnen de limietstops beweegt (links/rechts, omhoog/omlaag). Scanmodi De dome biedt ondersteuning voor 5 scanmodi: automatisch scannen, gekanteld scannen, frames scannen, willekeurig scannen en panoramisch scannen. Stilzetten voor presetovergangen Met deze functie wordt het beeld op de monitor stilgezet wanneer de dome naar een preset wordt verplaatst. Dit zorgt voor soepele overgangen tussen presetscènes. Verder wordt gegarandeerd dat het gemaskeerde gebied niet wordt weergegeven wanneer de dome naar een preset wordt verplaatst. Presets Een preset is een vooraf gedefinieerde beeldpositie. Wanneer de preset wordt aangeroepen, wordt de dome automatisch naar de gedefinieerde positie verplaatst. Presets kunnen worden toegevoegd, gewijzigd, verwijderd en aangeroepen. Labelweergave Op de monitor kan een on-screen label worden weergegeven met de presettitel, de

10 9 azimut/hoogte, het zoomniveau, de tijd en de dome-naam. De weergave van de tijd en speed dome-naam kan worden geprogrammeerd. Automatisch draaien Wanneer een object zich direct onder de speed dome verplaatst in de handmatige trackingmodus, kan het beeld automatisch 180 graden worden gekanteld in horizontale richting om de continuïteit van de tracking te behouden. De functie kan ook worden gerealiseerd met automatische beeldspiegeling, afhankelijk van het cameramodel. Privacymasker Met deze functie kunt u bepaalde gebieden van een scène blokkeren of maskeren om persoonlijke privacy tijdens opnamen en liveweergave te garanderen. Een gemaskeerd gebied wordt verplaatst in de pan- en kantelfuncties, en de grootte van het gebied wordt automatisch aangepast wanneer de lens zoomt tussen het tele- en breedbeeldbereik. 3D-positiebepaling Gebruik in de clientsoftware de linkermuisknop om op de gewenste positie te klikken in het videobeeld en een rechthoekig gebied te selecteren door naar rechtsonder te slepen. De geselecteerde positie wordt nu gecentreerd op het dome-systeem en u kunt inzoomen binnen het rechthoekige gebied. Gebruik de linkermuisknop om een rechthoekig gebied te selecteren door naar linksboven te slepen om te centreren op deze positie en te kunnen uitzoomen op het rechthoekige gebied. Proportioneel pannen en kantelen Met proportioneel pannen en kantelen wordt de pan- en kantelsnelheid automatisch verhoogd of verlaagd op basis van de zoomfactor. Bij tele-instellingen zijn de pan- en kantelsnelheid lager dan bij breedbeeldinstellingen. Hiermee wordt voorkomen dat het liveweergavebeeld zich bij een grote zoomfactor te snel verplaatst. Autofocus Met autofocus kan de camera automatisch worden scherpgesteld om de videobeelden scherp te houden. Automatisch schakelen tussen dag- en nachtmodus Overdag levert de speed dome kleurenbeelden. Wanneer het 's avonds donker wordt, schakelt de speed dome naar de nachtmodus en worden zwart-witbeelden van hoge kwaliteit geleverd. Lange sluitertijd In de modus met een lange sluitertijd wordt de sluitertijd automatisch verlengd bij weinig licht om de videobeelden scherp te houden door de belichtingstijd te verlengen. De functie kan in- en uitgeschakeld worden. Tegenlichtcompensatie (BLC, backlight compensation) Als u scherpstelt op een object met veel tegenlicht, wordt het object te donker om het goed te kunnen zien. Met de BLC-functie kan het tegenlicht voor het object worden gecompenseerd om het duidelijker te maken. Dit zorgt er echter wel voor dat de achtergrond met sterke belichting overbelicht wordt. Wide Dynamic Range (WDR) Met de WDR-functie (wide dynamic range) levert de camera scherpe beelden, zelfs

11 10 bij veel tegenlicht. Als het weergaveveld zowel zeer heldere als zeer donkere gebieden bevat, wordt met de WDR-functie de helderheid van het hele beeld gebalanceerd. Dit levert heldere, gedetailleerde beelden op. De werking van deze functie verschilt, afhankelijk van het speed dome-model. Witbalans (WB) Met de witbalansfunctie kunnen onrealistische kleurvervormingen worden verwijderd. Witbalans is de witweergavefunctie van de camera. Hiermee wordt de kleurtemperatuur automatisch aangepast op basis van de omgeving. Patrouille Een patrouille is een opgeslagen serie vooraf gedefinieerde presetfuncties. De scansnelheid tussen twee presets en de duur van het stilstaan voor de preset kunnen worden geprogrammeerd. Patroon Een patroon is een opgeslagen serie pan-, kantel-, zoom- en presetfuncties. Standaard wordt de status van de focus en iris automatisch aangepast terwijl het patroon wordt opgeslagen. Geheugenfunctie bij uitschakelen De dome biedt ondersteuning voor een geheugenfunctie bij het uitschakelen, waarbij de hervattingstijd vooraf wordt gedefinieerd. Hiermee kan de vorige positie van de dome worden hervat nadat de voeding weer is hersteld. Tijdtaak Een tijdtaak is een vooraf geconfigureerde actie die automatisch kan worden uitgevoerd op een specifieke datum en tijd. De volgende programmeerbare acties zijn beschikbaar: automatisch scannen, willekeurig scannen, patrouille 1-8, patroon 1-4, preset 1-8, frames scannen, panoramisch scannen, gekanteld scannen, dag, nacht, opnieuw starten, PT aanpassen, aux-output, enzovoort. Parkeeractie Met deze functie kan de dome een vooraf gedefinieerde actie automatisch starten na een periode van inactiviteit. Gebruikersbeheer Als u als beheerder bent aangemeld bij de dome, kunt u verschillende toestemmingniveaus toekennen aan gebruikers. Dezelfde network speed dome kan via het netwerk gelijktijdig worden benaderd en beheerd door verschillende gebruikers. 3D digitale ruisonderdrukking In vergelijking met algemene 2D digitale ruisonderdrukking, waarbij ruis in één frame wordt verwerkt, worden met 3D digitale ruisonderdrukking beelden met ruis tussen twee frames verwerkt. De ruis wordt sterk verminderd en de videobeelden zijn hierdoor helderder. Dubbele VCA Combinatie van gedetecteerde VCA-informatie in de videostream. Dit kan worden gebruikt voor de analyse op tweede niveau op het back-endapparaat.

12 11

13 Gebruikershandleiding voor Network Speed Dome 12 Chapter 2 Netwerkverbinding U bevestigt dat het gebruik van het product met internettoegang kan leiden tot netwerkbeveiligingsrisico's. Zorg voor een goede beveiliging om netwerkaanvallen en informatielekken te voorkomen. Als het product niet naar behoren werkt, neemt u contact op met uw dealer of het dichtstbijzijnde servicecentrum. U wordt aanbevolen de speed dome regelmatig te laten controleren en onderhouden om de netwerkbeveiliging van de dome te garanderen. Neem contact met ons op als dergelijk onderhoud noodzakelijk is. Voordat u begint: Als u de network speed dome via een LAN (Local Area Network) wilt instellen, raadpleegt u Sectie 2.1 De network speed dome instellen via een LAN. Als u de network speed dome via een WAN (Wide Area Network) wilt instellen, raadpleegt u Sectie 2.2 De network speed dome instellen via een WAN. 2.1 De network speed dome instellen via een LAN Doel: Als u de speed dome wilt weergeven en configureren via een LAN, moet u in hetzelfde subnet via uw computer verbinding maken met de network speed dome. Vervolgens moet u de SADP- of clientsoftware installeren om het IP-adres van de network speed dome te zoeken en te wijzigen. Raadpleeg Appendix 1 voor een gedetailleerde inleiding voor SADP Kabelverbinding via een LAN In de volgende afbeelding worden de twee methoden weergegeven waarmee een network speed dome en een computer via een kabel kunnen worden verbonden: Doel: Als u de network speed dome wilt testen, kunt u deze rechtstreeks op de computer aansluiten met een netwerkkabel, zoals weergegeven in Figure 2-1. Raadpleeg Figure 2-2 om de network speed dome in te stellen via een LAN met een switch of router.

14 13 Network Cable Figure 2-1 Rechtstreeks verbinding maken Network Cable Network Cable Speed Dome Switch or Router PC Figure 2-2 Verbinding maken via een switch of router De speed dome activeren Doel: Voordat u de speed dome kunt gebruiken, moet u deze activeren. Activering via een webbrowser, via SADP en via de clientsoftware worden ondersteund. In de volgende secties worden activering via een webbrowser en SADP als voorbeeld gebruikt. Raadpleeg de gebruikershandleiding van de speed dome voor meer informatie over activering via de clientsoftware. Activering via een webbrowser 1. Schakel de speed dome in en sluit deze aan op het netwerk. 2. Voer het IP-adres in de adresbalk van de webbrowser in. Klik op Enter om de activeringsinterface te openen. Het standaard-ip-adres van de speed dome is

15 14 Figure 2-3 Activeringsinterface (web) 3. Maak een wachtwoord en voer dit in het wachtwoordveld in. STERK WACHTWOORD AANBEVOLEN Om de beveiliging van het product te verbeteren, wordt het aanbevolen een sterk wachtwoord te kiezen dat minimaal 8 tekens bevat, inclusief hoofdletters, kleine letters, cijfers en speciale tekens. Daarnaast raden we aan om het wachtwoord regelmatig te wijzigen, vooral voor streng beveiligde systemen. U kunt uw product beter beveiligen door het wachtwoord maandelijks of zelfs wekelijks te wijzigen. 4. Bevestig het wachtwoord. 5. Klik op OK om de speed dome te activeren en de liveweergave-interface te openen. Activering via SADP-software SADP-software wordt gebruikt voor de detectie van online apparaten, het activeren van apparaten en het opnieuw instellen van wachtwoorden. Haal de SADP-software op van de meegeleverde schijf of de officiële website, en installeer de software door de prompts op te volgen. Volg de stappen op om de speed dome te activeren. 1. Voer de SADP-software uit om online apparaten te zoeken. 2. Controleer de apparaatstatus in de apparaatlijst en selecteer een inactief apparaat.

16 15 Figure 2-4 SADP-interface 3. Maak een wachtwoord, voer dit in het wachtwoordveld in en bevestig het. STERK WACHTWOORD AANBEVOLEN Om de beveiliging van het product te verbeteren, wordt het aanbevolen een sterk wachtwoord te kiezen dat minimaal 8 tekens bevat, inclusief hoofdletters, kleine letters, cijfers en speciale tekens. Daarnaast raden we aan om het wachtwoord regelmatig te wijzigen, vooral voor streng beveiligde systemen. U kunt uw product beter beveiligen door het wachtwoord maandelijks of zelfs wekelijks te wijzigen. 4. Klik op OK om het wachtwoord op te slaan. In het pop-upvenster kunt u controleren of de activering is voltooid. Als de activering is mislukt, controleert u of het wachtwoord aan de eisen voldoet en probeert u het opnieuw. 5. Wijzig het IP-adres van het apparaat naar hetzelfde subnet als dat van uw computer door het IP-adres handmatig te wijzigen of door het selectievakje DHCP inschakelen in te schakelen.

17 16 Figure 2-5 Het IP-adres wijzigen 6. Voer het wachtwoord in en klik op de knop Opslaan om de IP-adreswijziging door te voeren. Activering via clientsoftware De clientsoftware is een veelzijdige toepassing voor videobeheer voor meerdere typen apparaten. Haal de clientsoftware op van de meegeleverde schijf of de officiële website, en installeer de software door de prompts op te volgen. Volg de stappen op om de camera te activeren. 1. Open de clientsoftware. Het bedieningspaneel wordt weergegeven, zoals weergegeven in de onderstaande afbeelding.

18 17 Figure 2-6 Bedieningspaneel 2. Klik op het pictogram Apparaatbeheer om de interface voor apparaatbeheer te openen, zoals weergegeven in de onderstaande afbeelding. Figure 2-7 Interface voor apparaatbeheer 3. Controleer de apparaatstatus in de apparaatlijst en selecteer een inactief apparaat. 4. Klik op de knop Activeren om de activeringsinterface te openen. 5. Maak een wachtwoord, voer dit in het wachtwoordveld in en bevestig het.

19 18 6. STERK WACHTWOORD AANBEVOLEN Om de beveiliging van het product te verbeteren, wordt het aanbevolen een sterk wachtwoord te kiezen dat minimaal 8 tekens bevat, inclusief hoofdletters, kleine letters, cijfers en speciale tekens. Daarnaast raden we aan om het wachtwoord regelmatig te wijzigen, vooral voor streng beveiligde systemen. U kunt uw product beter beveiligen door het wachtwoord maandelijks of zelfs wekelijks te wijzigen. Figure 2-8 Activeringsinterface 7. Klik op de knop OK om de activering te starten. 8. Klik op de knop Netinfo wijzigen om de interface voor het wijzigen van netwerkparameters te openen, zoals weergegeven in de onderstaande afbeelding. Figure 2-9 Netwerkparameters wijzigen 9. Wijzig het IP-adres van het apparaat naar hetzelfde subnet als dat van uw computer door het IP-adres handmatig te wijzigen of door het selectievakje DHCP inschakelen in te schakelen.

20 Voer het wachtwoord in om de IP-adreswijziging door te voeren. 2.2 De network speed dome instellen via een WAN Doel: In deze sectie wordt uitgelegd hoe u de network speed dome kunt aansluiten op een WAN met een statisch of dynamisch IP-adres Aansluiten met statisch IP-adres Voordat u begint: Pas een statisch IP-adres van een ISP (Internet Service Provider) toe. Met het statische IP-adres kunt u via een router verbinding maken met de network speed dome, of u kunt de dome rechtstreeks met het WAN verbinden. De network speed dome via een router aansluiten 1. Verbind de network speed dome met de router. 2. Wijs een LAN-IP-adres, subnetmasker en gateway toe. Raadpleeg Sectie voor gedetailleerde informatie over IP-adresconfiguratie voor de speed dome. 3. Sla het statische IP-adres op in de router. 4. Stel poorttoewijzing in, bijvoorbeeld voor de poorten 80, 8000 en 554. De stappen voor poorttoewijzing verschillen, afhankelijk van het type router. Neem contact op met de routerfabrikant voor ondersteuning bij de poorttoewijzing. Raadpleeg Appendix 2 voor gedetailleerde informatie over poorttoewijzing. 5. Bezoek de network speed dome via internet met een webbrowser of de clientsoftware. Network Cable Network Cable Internet Network Cable Speed Dome Router with Static IP PC Figure 2-10 Via de router toegang krijgen tot de speed dome met een statisch IP-adres Rechtstreeks verbinding maken met de network speed dome met een statisch

21 20 IP-adres U kunt het statische IP-adres ook opslaan in de speed dome en zonder router rechtstreeks verbinding maken met internet. Raadpleeg Sectie voor gedetailleerde informatie over IP-adresconfiguratie voor de speed dome. Network Cable Internet Network Cable Speed Dome PC Figure 2-11 Rechtstreeks toegang krijgen tot de speed dome met een statisch IP-adres Verbinding maken met een dynamisch IP-adres Voordat u begint: Pas een dynamisch IP-adres van een ISP toe. Met het dynamische IP-adres kunt u de network speed dome verbinden met een modem of router. De network speed dome via een router aansluiten 1. Verbind de network speed dome met de router. 2. Wijs in de speed dome een LAN-IP-adres, subnetmasker en gateway toe. Raadpleeg Sectie voor gedetailleerde LAN-configuratie. 3. Stel in de router de gebruikersnaam en het wachtwoord voor PPPoE in en bevestig het wachtwoord. We raden aan een sterk wachtwoord te gebruiken voor alle functies en netwerkapparaten om uw privacy te garanderen en uw systeem beter te beschermen tegen beveiligingsrisico's. Om de beveiliging van het product te verbeteren, moet het gekozen wachtwoord minimaal 8 tekens bevatten, inclusief hoofdletters, kleine letters, cijfers en speciale tekens. De juiste configuratie van alle wachtwoorden en andere beveiligingsinstellingen is de verantwoordelijkheid van de installateur en/of eindgebruiker. 4. Stel poorttoewijzing in, bijvoorbeeld voor de poorten 80, 8000 en 554. De stappen voor poorttoewijzing verschillen, afhankelijk van het type router. Neem contact op met de routerfabrikant voor ondersteuning bij de poorttoewijzing. Raadpleeg Appendix 2 voor gedetailleerde informatie over

22 21 poorttoewijzing. 5. Pas een domeinnaam van een domeinnaamprovider toe. 6. Configureer de DDNS-instellingen in de instellingeninterface van de router. 7. Bezoek de speed dome via de toegepaste domeinnaam. De network speed dome via een modem aansluiten Doel: Deze speed dome biedt ondersteuning voor de PPPoE-functie voor automatisch inbellen. De speed dome krijgt een openbaar IP-adres via de ADSL-inbelfunctie nadat de speed dome is verbonden met een modem. U moet de PPPoE-parameters van de network speed dome configureren. Raadpleeg Sectie PPPoE-instellingen configureren voor gedetailleerde configuratie. Figure 2-12 Toegang krijgen tot de speed dome met een dynamisch IP-adres Het verkregen IP-adres wordt dynamisch toegewezen via PPPoE, dus het IP-adres wordt altijd gewijzigd wanneer de speed dome opnieuw wordt gestart. Als u dit nadeel van een dynamisch IP-adres wilt verhelpen, moet u een domeinnaam ophalen bij een DDNS-provider (zoals DynDns.com). Volg de onderstaande stappen voor omzetting van normale domeinnamen en privédomeinnamen op om het probleem te verhelpen. Omzetting van normale domeinnamen Figure 2-13 Omzetting van normale domeinnamen 1. Pas een domeinnaam van een domeinnaamprovider toe. 2. Configureer de DDNS-instellingen in de interface voor DDNS-instellingen van de

23 22 speed dome. Raadpleeg Sectie DDNS-instellingen configureren voor gedetailleerde configuratie. 3. Bezoek de speed dome via de toegepaste domeinnaam. Omzetting van privédomeinnamen Figure 2-14 Omzetting van privédomeinnamen 1. Installeer de IPServer-software en voer deze uit op een computer met een statisch IP-adres. 2. Bezoek de network speed dome via het LAN met een webbrowser of de clientsoftware. 3. Schakel DDNS in en selecteer IPServer als het protocoltype. Raadpleeg Sectie DDNS-instellingen configureren voor gedetailleerde configuratie.

24 Gebruikershandleiding voor Network Speed Dome 23 Chapter 3 Toegang tot de network 3.1 Toegang via webbrowsers speed dome 1. Open dewebbrowser. 2. In het adresveld geeft u het IP-adres van de network speed dome op, bijvoorbeeld Druk daarna op de Enter-toets om naar de aanmeldingsinterface te gaan. 3. Activeer de speed dome als u deze voor het eerst gebruikt. Raadpleeg sectie De speed dome activeren. 4. Selecteer rechts boven aan de aanmeldingsinterface Nederlands als interfacetaal. 5. Voer de gebruikersnaam en het wachtwoord in en klik op. De admin-gebruiker moet de apparaataccounts en toestemmingen voor gebruikers/operators naar behoren configureren. Verwijder niet-noodzakelijke accounts en toestemmingen voor gebruikers/operators. Het IP-adres van het apparaat wordt 60 seconden vergrendeld als de beheerder 7 keer een onjuist wachtwoord heeft ingevoerd (5 pogingen voor gasten/operators). Figure 3-1 Aanmeldingsinterface 6. Installeer de invoegtoepassing voordat u de livevideo bekijkt en de speed dome bedient. Volg de installatiemeldingen op om de invoegtoepassing te installeren.

25 24 Figure 3-2 Invoegtoepassing downloaden en installeren Figure 3-3 Invoegtoepassing installeren (1) Figure 3-4 Invoegtoepassing installeren (2)

26 25 Figure 3-5 Invoegtoepassing installeren (3) U moet de webbrowser mogelijk sluiten om de invoegtoepassing te installeren. Open de webbrowser opnieuw en meld u opnieuw aan nadat u de invoegtoepassing hebt geïnstalleerd. 3.2 Toegang via clientsoftware De product-cd bevat de clientsoftware. Met de clientsoftware kunt u de livevideo bekijken en de speed dome beheren. Volg de installatiemeldingen op om de clientsoftware en WinPcap te installeren. De configuratie-interface en de liveweergave-interface van de clientsoftware worden zoals hieronder weergegeven.

27 26 Figure 3-6 ivms-4200-bedieningspaneel Figure 3-7 Liveweergave-interface van ivms-4200 Als u VMS-software van derden gebruikt, neemt u contact op met de technische ondersteuning van onze vestiging voor de camerafirmware. Voor gedetailleerde informatie over de clientsoftware van ons bedrijf raadpleegt u de gebruikershandleiding van de software. Deze handleiding is voornamelijk een inleiding tot het verkrijgen van toegang tot de network speed dome via een webbrowser.

28 27 Chapter 4 Liveweergave In dit hoofdstuk en de daarop volgende hoofdstukken wordt de bediening van de speed dome via een webbrowser als voorbeeld gebruikt. 4.1 Inschakelactie Na het inschakelen voert de speed dome zelftestacties uit. Eerst worden lensacties getest, en vervolgens pan- en kantelbewegingen. Na de zelftestacties bij het opstarten wordt de informatie in Figure 4-1 gedurende 40 seconden op het scherm weergegeven. De systeeminformatie die op het scherm wordt weergegeven, bevat het dome-model, het adres, het protocol, de versie en andere informatie. COMMUNICATIE verwijst naar de baudrate, pariteit, gegevensbits en stopbits van de dome. Met '2400, N, 8, 1' wordt bijvoorbeeld aangegeven dat de dome is geconfigureerd met een baudrate van 2400, geen pariteit, 8 gegevensbits en 1 stopbit. Model XX-XXXXXX-X Address 0 Communication 0000,0,0,0 Software Version Vx.x.x Camera Version Vx.xx Language English Figure 4-1 Informatie bij opstarten 4.2 Liveweergavepagina Doel: Op de livevideopagina kunt u livevideo bekijken, afbeeldingen vastleggen, de PTZ bedienen, presets instellen/aanroepen en videoparameters configureren. Meld u aan bij de network speed dome om de liveweergavepagina te openen. U kunt ook op liveweergavepagina te openen. op de menubalk van de hoofdpagina klikken om de

29 28 Beschrijvingen voor de liveweergavepagina: Menu Bar Live View Parameters Show or hide PTZ control panel PTZ Control Live View Window Toolbar Preset/Patrol/Pattern Figure 4-2 Liveweergavepagina Menubalk: Klik op de verschillende tabbladen om de pagina's Liveweergave, Afspelen, Logboek en Configuratie te openen. Liveweergavevenster: Livevideo weergeven. Werkbalk: Acties voor de liveweergavepagina, zoals liveweergave, vastleggen, opnemen, audio aan/uit, audio in twee richtingen, enzovoort. PTZ-bediening: Acties voor pannen, kantelen, scherpstellen en zoomen voor de speed dome. Beheer van de verlichting, wisser, focus met één aanraking en lensinitialisatie. Preset/patrouille/patroon: Presets/patrouilles/patronen voor de speed dome instellen en aanroepen. Liveweergaveparameters: De beeldgrootte en het streamtype voor de livevideo configureren. 4.3 Liveweergave starten Klik in het liveweergavevenster zoals weergegeven in Figure 4-3 op op de werkbalk om de liveweergave van de speed dome te starten.

30 29 Figure 4-3 Liveweergave starten Table 4-1 Beschrijvingen voor de werkbalk Pictogram Beschrijving Pictogram Beschrijving Liveweergave Handmatig afbeeldingen / starten/stoppen vastleggen / Handmatige uit/aan opname / Dempen/audio aan en volume aanpassen / / Audio in twee richtingen uit/aan/ Belichting voor regio inschakelen/uitschakelen / Scherpstelling voor regio inschakelen/uitschakelen 3D-positiebepaling Handmatige tracking Niet alle speed dome-modellen bieden ondersteuning voor de bovenstaande functies. Gebruik de browserinterface van het daadwerkelijke product ter referentie. Voordat u audio in twee richtingen of opnemen met audiofuncties inschakelt, moet u het streamtype instellen op Video & Audio. Raadpleeg hiervoor Sectie Video-instellingen configureren. Volledig scherm-modus: Dubbelklik op de livevideo om de huidige liveweergave te schakelen naar volledig scherm of om terug te keren naar de normale modus vanuit de modus Volledig scherm. Scherpstelling voor regio:

31 30 1. Klik op op de werkbalk om de bedieningsmodus voor scherpstelling voor een bepaald gebied te openen. 2. Klik en sleep met de muis om een rechthoek op het beeld te tekenen en het gewenste scherpstelgebied te selecteren. 3. Klik op om de bedieningsmodus voor scherpstelling voor een bepaald gebied af te sluiten. Belichting voor regio: 1. Klik op op de werkbalk om de bedieningsmodus voor belichting voor een bepaald gebied te openen. 2. Klik en sleep met de muis om een rechthoek op het beeld te tekenen en het gewenste belichtingsgebied te selecteren. 3. Klik op om de bedieningsmodus voor belichting voor een bepaald gebied af te sluiten. 3D-positiebepaling: 1. Klik op op de werkbalk van de liveweergave-interface. 2. De 3D-positiebepalingsfunctie bedienen: Klik met de linkermuisknop op een positie in de livevideo. De bijbehorende positie wordt gecentreerd in de livevideo. Houd de linkermuisknop ingedrukt en sleep de muis naar rechtsonder in de livevideo. De bijbehorende positie wordt gecentreerd in de livevideo, en er wordt hierop ingezoomd. Houd de linkermuisknop ingedrukt en sleep de muis naar linksboven in de livevideo. De bijbehorende positie wordt gecentreerd in de livevideo, en er wordt hierop uitgezoomd. Handmatige tracking: Voordat u begint: Open de interface voor instellingen voor slimme tracking en schakel eerst slimme tracking in. Configuratie > Gevorderde configuratie > PTZ > Slimme tracking 1. Klik op op de werkbalk van de liveweergave-interface.

32 31 2. Klik op een bewegend object in de livevideo. De tracking van het object met de speed dome begint automatisch. Raadpleeg de volgende secties voor meer informatie: Opname op afstand configureren in Sectie 7.3 Opnameschema configureren. De beeldkwaliteit van de livevideo instellen in Sectie 6.1 Lokale parameters configureren en Sectie Video-instellingen configureren. De OSD-tekst voor livevideo instellen in Sectie OSD-instellingen configureren. 4.4 Beelden handmatig opnemen en vastleggen Klik in de liveweergave-interface op op de werkbalk om live afbeeldingen vast te leggen. De vastgelegde afbeeldingen worden standaard als JPEG-bestand opgeslagen op de computer. Klik op om livevideo op te nemen. De lokale paden voor het opslaan van de vastgelegde afbeeldingen en clips kunnen worden ingesteld in de interface Configuratie > Lokale configuratie. De beeldindeling kan in dezelfde interface worden bewerkt. Als u automatische opname op afstand wilt configureren, raadpleegt u Sectie 7.3 Opnameschema configureren. 4.5 PTZ-bediening Doel: In de liveweergave-interface kunt u de PTZ-bedieningsknoppen gebruiken om de pan-, kantel- en zoomfuncties te bedienen PTZ-bedieningspaneel Klik op de liveweergavepagina op om het PTZ-bedieningspaneel weer te geven of klik op om het te verbergen. Klik op de richtingsknoppen om de pan- en kantelbewegingen te bedienen. Klik op de knoppen voor zoom/iris/focus om de lens te bedienen.

33 32 Figure 4-4 PTZ-bedieningspaneel Table 4-2 Beschrijvingen voor PTZ-bedieningspaneel Knop Een preset instellen/aanroepen Beschrijving In- en uitzoomen Veraf/dichtbij scherpstellen Iris +/- Snelheid van pan- en kantelbewegingen aanpassen Doel: Een preset is een vooraf gedefinieerde beeldpositie. Voor vooraf gedefinieerde presets kunt u op de aanroepknop klikken om de gewenste beeldpositie snel weer te geven. Een preset instellen: 1. Selecteer in het PTZ-bedieningspaneel een vooraf ingesteld nummer in de lijst met presets. Figure 4-5 Een preset instellen 2. Gebruik de PTZ-bedieningsknoppen om de lens naar de gewenste positie te

34 33 verplaatsen. De speed dome naar links of rechts pannen. De speed dome omhoog of omlaag kantelen. In- of uitzoomen. De lens opnieuw scherpstellen. 3. Klik op om het instellen van de huidige preset te voltooien. 4. Klik op om de preset te verwijderen. U kunt maximaal 300 presets configureren. Een preset aanroepen: Selecteer in het PTZ-bedieningspaneel een vooraf gedefinieerde preset in de lijst en klik op om de preset aan te roepen. Figure 4-6 Een preset aanroepen Raadpleeg de volgende stappen om naar de gewenste preset te navigeren en presets zo eenvoudig te kunnen selecteren. 1. Selecteer een preset in de lijst. 2. Klik op het gewenste presetnummer op het toetsenbord. De volgende presets zijn vooraf gedefinieerd met speciale opdrachten. U kunt ze alleen aanroepen, niet configureren. Preset 99 is bijvoorbeeld Automatisch scannen starten. Als u preset 99 aanroept, wordt de functie voor automatisch scannen van de speed dome gestart. Speciale preset Functie Table 4-3 Speciale presets Speciale preset Functie

35 34 33 Automatisch draaien 93 Handmatig limietstops instellen 34 Terug naar initiële positie 94 Op afstand opnieuw starten 35 Patrouille 1 aanroepen 95 OSD-menu aanroepen 36 Patrouille 2 aanroepen 96 Een scan stoppen 37 Patrouille 3 aanroepen 97 Willekeurige scan starten 38 Patrouille 4 aanroepen 98 Framescan starten 39 IR-afbreekfilter aan 99 Automatisch scannen starten 40 IR-afbreekfilter uit 100 Kantelscan starten 41 Patroon 1 aanroepen 101 Panoramascan starten 42 Patroon 2 aanroepen 102 Patrouille 5 aanroepen 43 Patroon 3 aanroepen 103 Patrouille 6 aanroepen 44 Patroon 4 aanroepen 104 Patrouille 7 aanroepen 45 Automatisch een patrouille 105 Patrouille 8 aanroepen maken 92 Beginnen met het instellen van limietstops Figure 4-7 Speciale preset U moet mogelijk het OSD-menu (On Screen Display) gebruiken wanneer u de speed dome op afstand bedient. Als u het OSD-menu wilt weergeven op het liveweergavescherm, kunt u presetnummer 95 aanroepen Een patrouille instellen/aanroepen Doel: Een patrouille is een opgeslagen serie presetfuncties. Deze kan worden geconfigureerd en aangeroepen in de interface voor patrouille-instellingen. U kunt maximaal 8 patrouilles aanpassen. Een patrouille kan worden geconfigureerd met 32 presets. Voordat u begint: Controleer of de presets die u wilt toevoegen aan een patrouille, zijn gedefinieerd.

36 35 Een patrouille instellen: 1. Klik in het PTZ-bedieningspaneel op om de interface voor patrouille-instellingen te openen. 2. Selecteer een patrouillenummer in. 3. Klik op om de interface voor het toevoegen van presets te openen, zoals weergegeven in Figure 4-8. Figure 4-8 Presets toevoegen 4. Configureer het presetnummer, de patrouilletijd en de patrouillesnelheid. Naam Beschrijving Patrouilletijd Dit is hoe lang er bij één patrouillepunt wordt stilgestaan. Na de patrouilletijd schakelt de speed dome naar een ander patrouillepunt. Patrouillesnelheid Dit is de snelheid waarmee er tussen presets wordt geschakeld. 5. Klik op om een preset in de patrouille op te slaan. 6. Herhaal stap 3 tot en met 5 om meer presets toe te voegen. 7. Klik op om alle patrouille-instellingen op te slaan. Een patrouille aanroepen: Selecteer in het PTZ-bedieningspaneel een vooraf gedefinieerde patrouille in en klik op om de patrouille aan te roepen, zoals weergegeven in Figure 4-9..

37 36 Figure 4-9 Een patrouille aanroepen Knoppen in de patrouille-interface: Knoppen Beschrijving Een patrouille opslaan Een patrouille aanroepen Een patrouille stoppen De toevoeginterface voor presets openen Een preset wijzigen Een preset verwijderen Alle presets in de geselecteerde patrouille verwijderen Een patroon instellen/aanroepen Doel: Een patroon is een opgeslagen serie pan-, kantel-, zoom- en presetfuncties. Het kan worden aangeroepen in de interface voor patrooninstellingen. U kunt maximaal 4 patronen aanpassen. Een patroon instellen: 1. Klik in het PTZ-bedieningspaneel op om de interface voor patrooninstellingen te openen. 2. Selecteer een patroonnummer in de lijst, zoals wordt weergegeven in Figure 4-10.

38 37 Figure 4-10 Interface voor patrooninstellingen 3. Klik op om opname van de pan-, kantel- en zoomacties in te schakelen. 4. Gebruik de PTZ-bedieningsknoppen om de lens naar de gewenste positie te verplaatsen nadat Resterend programmageheugen voor patroon (%) op het scherm wordt weergegeven. De speed dome naar links of rechts pannen. De speed dome omhoog of omlaag kantelen. In- of uitzoomen. De lens opnieuw scherpstellen. 5. Klik op om alle patrooninstellingen op te slaan. Knoppen in de patrooninterface: Knoppen Beschrijving De opname van een patroon starten. De opname van een patroon stoppen. Het huidige patroon aanroepen. Het huidige patroon stoppen. Het huidige patroon verwijderen. Deze 4 patronen kunnen afzonderlijk worden bediend en hebben geen prioriteitsniveau. Wanneer u een patroon configureert en aanroept, is proportioneel pannen mogelijk, zijn limietstops en automatisch draaien niet mogelijk, en wordt gebruik van de 3D-positiebepalingsfunctie niet ondersteund.

39 Liveweergaveparameters configureren Hoofdstream/substream: U kunt, of selecteren als streamtype voor de liveweergave. De hoofdstream heeft een relatief hoge resolutie en vereist veel bandbreedte. De substream heeft een lage resolutie en vereist minder bandbreedte. De resolutie van de derde stream ligt tussen die van de hoofdstream en substream in. De standaardinstelling voor het streamtype is. Raadpleeg Sectie Video-instellingen configureren voor meer gedetailleerde parameterinstellingen voor de hoofdstream en substream. Beeldgrootte: U kunt de liveweergave opschalen en neerschalen door op,, en te klikken. De instelling voor de beeldgrootte kan 4:3, 16:9, origineel of automatisch zijn.

40 39 Chapter 5 PTZ-configuratie 5.1 Beginpositie configureren Doel: De beginpositie is de bron (het beginpunt) voor PTZ-coördinaten. Dit kan de beginpositie zijn die in de fabriek wordt ingesteld. U kunt de beginpositie ook aanpassen aan uw eigen wensen. Een beginpositie aanpassen: 1. Open de interface voor configuratie van de beginpositie: Configuratie > Gevorderde configuratie > PTZ > Beginpositie Figure 5-1 PTZ-configuratie 2. Klik op de PTZ-bedieningsknoppen om een positie te kiezen als initiële positie van de dome. U kunt ook een gedefinieerde preset aanroepen en deze instellen als de initiële positie van de dome. 3. Klik op Instellen om de positie op te slaan. Een initiële positie aanroepen/verwijderen: Klik op om de beginpositie aan te roepen. Klik op om de beginpositie te verwijderen en de beginpositie te herstellen die in de fabriek is ingesteld.

41 Basis-PTZ-parameters configureren Doel: U kunt de basis-ptz-parameters configureren, waaronder proportioneel pannen, het stilzetten voor presetovergangen, de presetsnelheid, enzovoort. 1. De interface voor configuratie van basis-ptz-parameters openen: Configuratie > Gevorderde configuratie > PTZ > Basis Figure 5-2 Configuratie-interface voor basis-ptz-parameters 2. Configureer de volgende instellingen: Basisparameters: Proportioneel pannen en het stilzetten voor presetovergangen in-/uitschakelen, de presetsnelheid instellen, de snelheid voor toetsenbordbesturing en de snelheid van automatisch scannen. Proportioneel pannen: Als u deze functie inschakelt, wordt de pan- en kantelsnelheid gewijzigd op basis van de zoomfactor. Bij een grote zoomfactor wordt de pan- en kantelsnelheid verlaagd om het liveweergavebeeld niet te snel te laten bewegen. Stilzetten voor presetovergangen: Met deze functie kan de liveweergave direct worden geschakeld van de ene scène die met een preset is gedefinieerd naar een andere, zonder het gebied tussen de twee scènes weer te geven. Hiermee wordt de efficiëntie van de surveillance vergroot. Verder wordt het bandbreedtegebruik in digitale netwerksystemen beperkt. De functie voor het stilzetten voor presetovergangen werkt niet wanneer u een patroon aanroept. Presetsnelheid: U kunt de snelheid van een gedefinieerde preset instellen op een waarde van 1 tot en met 8.

42 41 Snelheid toetsenbordbediening: De snelheid voor PTZ-bediening met een toetsenbord definiëren als Laag, Normaal of Hoog. Snelheid voor automatisch scannen: De dome biedt ondersteuning voor 5 scanmodi: automatisch scannen, gekanteld scannen, frames scannen, willekeurig scannen en panoramisch scannen. De scansnelheid kan worden ingesteld op niveau 1 tot en met 40. Zoomsnelheid: De zoomsnelheid kan worden ingesteld op niveau 1 tot en met 3. Snelheid handmatige bediening: De snelheid voor handmatige bediening kan worden ingesteld op Compatibel, Voetganger, Voertuig zonder motor, Motorvoertuig of Automatisch aangepast. Compatibel: De bedieningssnelheid is gelijk aan de snelheid voor toetsenbordbediening. Voetganger: Kies Voetganger als u monitoring van voetgangers uitvoert. Voertuig zonder motor: Kies Voertuig zonder motor als u monitoring van voertuigen zonder motor uitvoert. Motorvoertuig: Kies Motorvoertuig als u monitoring van motorvoertuigen uitvoert. Automatisch aangepast: U wordt aanbevolen de optie Automatisch aangepast in te stellen als de toepassingsscène voor de speed dome gecompliceerd is. PTZ OSD: Instellen hoe lang de PTZ-status op het scherm wordt weergegeven. Zoomstatus: Instellen hoe lang de zoomstatus op het scherm wordt weergegeven: 2 seconden, 5 seconden, 10 seconden, Altijd afsluiten of Altijd openen. PT-status: Instellen hoe lang de azimut/hoogte op het scherm wordt weergegeven tijdens pannen en kantelen: 2 seconden, 5 seconden, 10 seconden, Altijd afsluiten of Altijd openen. Presetstatus: Instellen hoe lang de presetnaam op het scherm wordt weergegeven wanneer de preset wordt aangeroepen: 2 seconden, 5 seconden, 10 seconden, Altijd afsluiten of Altijd openen. Geheugenfunctie bij uitschakelen: De dome kan worden hervat vanuit de vorige PTZ-status of -acties nadat deze opnieuw is gestart na een stroomonderbreking. U kunt het tijdpunt instellen van waaraf de PTZ-status wordt hervat voor de dome. U kunt de dome laten hervatten met de status van 30 seconden, 60 seconden, 300 seconden of 600 seconden vóór de stroomonderbreking. 3. Klik op om de instellingen op te slaan. 5.3 PTZ-limietstops configureren Doel:

43 42 De dome kan zo worden geprogrammeerd dat deze zich binnen de configureerbare PTZ-limieten beweegt (links/rechts, omhoog/omlaag). 1. Open de interface voor configuratie van de limiet: Configuratie > Gevorderde configuratie > PTZ > Limiet Figure 5-3 De PTZ-limiet configureren 2. Schakel het selectievakje Zet limiet aan in en kies handmatige stops of scanstops voor het limiettype. Handmatige stops: Wanneer handmatige limietstops zijn ingesteld, kunt u het PTZ-bedieningspaneel alleen handmatig bedienen binnen het beperkte surveillancegebied. Scanstops: Wanneer scanlimietstops zijn ingesteld, worden de functies voor willekeurig scannen, frames scannen, automatisch scannen, gekanteld scannen en panoramisch scannen alleen uitgevoerd binnen het beperkte surveillancegebied. Handmatige stops van het limiettype hebben voorrang op scanstops. Wanneer u de twee limiettypen tegelijk gebruikt, worden handmatige stops gebruikt, en niet scanstops. 3. Klik op de PTZ-bedieningsknoppen om de limietstops voor links/rechts/omhoog/omlaag te bepalen. U kunt ook de gedefinieerde presets aanroepen en deze instellen als limieten voor de dome. 4. Klik op Instellen om de limieten op te slaan of klik op Wissen om de limieten te wissen.

44 Geplande taken configureren Doel: U kunt de network dome zo configureren dat een bepaalde actie automatisch wordt uitgevoerd in een door de gebruiker gedefinieerd tijdsperiode. 1. Open de interface voor instellingen voor geplande taken: Configuratie > Gevorderde configuratie > PTZ > Geplande taken Figure 5-4 Geplande taken configureren 2. Schakel het selectievakje Geplande taken inschakelen in. 3. Stel de parkeertijd in. U kunt de parkeertijd (een inactieve periode) voordat de dome de geplande taken start, instellen. 4. Stel het schema en de taakdetails in. (1) Klik op om het taakschema te bewerken.

45 44 Figure 5-5 Het schema en taaktype bewerken (2) Kies de dag waarop u het taakschema wilt instellen. (3) Klik op Hele dag om het schema in te stellen voor de hele dag of klik op Aanpassen en voer de begintijd en eindtijd voor elke taak in. Druk op Enter op het toetsenbord om de tijd in te voeren. (4) Kies het taaktype in de vervolgkeuzelijst. U kunt kiezen uit scanfuncties, presets, patronen, enzovoort. Figure 5-6 Taaktypen (5) Nadat u de geplande taak hebt ingesteld, kunt u de taak kopiëren naar andere dagen (optioneel). (6) Klik op om de instellingen op te slaan. Er mag geen overlap bestaan tussen de tijden van de verschillende taken. Er kunnen maximaal 10 taken worden geconfigureerd voor de verschillende dagen.

46 45 5. Klik op om de instellingen op te slaan. 5.5 Parkeeracties configureren Doel: Met deze functie kan de dome een vooraf gedefinieerde parkeeractie (scanfunctie, preset, patroon) automatisch starten na een periode van inactiviteit (parkeertijd). De functie voor geplande taken heeft voorrang op die voor parkeeracties. Wanneer deze functies op dezelfde tijd zijn ingesteld, wordt alleen de functie voor geplande taken geactiveerd. 1. Open de interface voor instellingen voor parkeeracties: Configuratie > Gevorderde configuratie > PTZ > Parkeeractie Figure 5-7 De parkeeractie instellen 2. Schakel het selectievakje Parkeeractie aanzetten in. 3. Stel de parkeertijd in als de inactieve tijd van de dome voordat de parkeeracties worden gestart. 4. Kies het actietype in de vervolgkeuzelijst. Figure 5-8 Actietypen 5. Klik op om de instellingen op te slaan. 5.6 Privacymasker configureren Doel:

47 46 Met het privacymasker kunt u bepaalde gebieden van de livevideo verbergen om te voorkomen dat bepaalde gedeelten van het surveillancegebied kunnen worden bekeken en opgenomen in de liveweergave. 1. Open de interface voor privacymaskerinstellingen: Configuratie > Gevorderde configuratie > PTZ > Privacy Mask Figure 5-9 Het privacymasker tekenen 2. Klik op de PTZ-bedieningsknoppen om het gebied te zoeken waarvoor u een privacymasker wilt instellen. 3. Klik op ; klik en sleep met de muis in het livevideovenster om het gebied te tekenen. Versleep de hoeken van het rode rechthoekige gebied om een polygonaal masker te tekenen. 4. Klik op om het tekenen te voltooien of klik op om alle ingestelde gebieden te wissen zonder deze op te slaan. 5. Klik op om het privacymasker op te slaan. Het privacymasker wordt nu weergegeven in het gebied met de privacymaskerlijst. Stel de waarde voor Actieve zoomverhouding naar wens in om het privacymasker alleen weer te geven wanneer de zoomverhouding groter is dan de vooraf gedefinieerde waarde. Figure 5-10 Privacymaskerlijst 6. U kunt ook de kleur van de maskers definiëren.

48 47 Figure 5-11 Maskerkleur definiëren 7. Selecteer een masker en klik op om het uit de lijst te verwijderen. 8. Schakel het selectievakje Zet Privacy Mask aan in om deze functie in te schakelen. U kunt maximaal 24 gebieden op hetzelfde beeld tekenen. 5.7 Slimme tracking configureren Doel: Nadat u deze functie hebt geconfigureerd, kunt u bewegende objecten automatisch volgen met de speed dome. 1. Open de interface voor instellingen voor slimme tracking: Configuratie > Gevorderde configuratie > PTZ > Slimme tracking Figure 5-12 Slimme tracking configureren 2. Schakel het selectievakje in om de functie voor slimme tracking in te schakelen.

49 48 3. Klik op de PTZ-knoppen om een object te selecteren. 4. Klik op om de huidige zoomverhouding voor tracking te gebruiken. 5. Stel de trackingduur in. Als de tijd is verstreken, stopt de speed dome met de tracking. U kunt een duurwaarde van seconden invoeren. Als u de duur op 0 instelt, betekent dit dat er geen trackingduur voor de speed dome is. Niet alle speed dome-modellen bieden ondersteuning voor deze functie. Gebruik de browserinterface van het daadwerkelijke product ter referentie. 5.8 PTZ-bedieningsprioriteit configureren 1. Open de configuratie-interface: Configuratie > Gevorderde configuratie > PTZ > Prioriteit voor PTZ De speed dome kan worden bediend via het netwerk en met RS-485-signalen. U kunt de bedieningsprioriteit voor de twee signalen instellen. Bediening door operators heeft voorrang op bediening door gebruikers. Als een operator de speed dome bedient, kunnen gebruikers geen controle krijgen. Als de operator klaar is, kan de gebruiker de speed dome na de vertragingstijd weer bedienen. De vertragingstijd kan worden ingesteld in de interface voor PTZ-prioriteit, zoals hieronder weergegeven. Figure 5-13 PTZ-prioriteit 2. Klik op om de instellingen te activeren. 5.9 PTZ-configuraties wissen Doel: U kunt in deze interface PTZ-configuraties wissen, inclusief alle presets, patrouilles, patronen, privacymaskers, PTZ-limieten, geplande taken en parkeeracties.

50 49 1. Open de interface voor het wissen van configuraties: Configuratie > Gevorderde configuratie > PTZ > Wis de configuratie 2. Schakel het selectievakje in voor de items die u wilt wissen. 3. Klik op om de instellingen te wissen.

51 Gebruikershandleiding voor Network Speed Dome 50 Chapter 6 Speed dome-configuratie 6.1 Lokale parameters configureren De lokale configuratie heeft betrekking op de parameters van de liveweergave en andere bewerkingen die u kunt uitvoeren met de webbrowser. 1. Open de interface voor lokale configuratie: Configuratie > Lokale configuratie Figure 6-1 Interface voor lokale configuratie 2. Configureer de volgende instellingen: Liveweergave-instellingen: Het protocoltype, het streamtype, de beeldgrootte en de liveweergaveprestaties instellen. Protocoltype: U kunt TCP, UDP, MULTICAST en HTTP selecteren. TCP: Volledige levering van streaminggegevens en betere videokwaliteit. Dit is wel van invloed op de real-time transmissie. UDP: Real-time audio- en videostreams. HTTP: Dezelfde kwaliteit als TCP, zonder dat specifieke poorten hoeven te worden ingesteld voor streaming in bepaalde netwerkomgevingen. MULTICAST: Het wordt aanbevolen het type in te stellen op wanneer u de multicast-functie gebruikt. Raadpleeg Sectie TCP/IP-instellingen configureren voor meer informatie over multicast.

52 51 Liveweergaveprestaties: De liveweergaveprestaties instellen op Kortste vertraging of Automatisch. Regels: Hier kunt u regels voor dynamische analyse van gebeurtenissen in- en uitschakelen. Beeldformat: De vastgelegde afbeeldingen kunnen in verschillende indelingen worden opgeslagen. U kunt kiezen uit de indelingen JPEG en BMP. Instellingen gegevensbestand: De opslaglocatie instellen voor de videobestanden. Grootte gegevensbestand: De ingepakte grootte van handmatig opgenomen en gedownloade videobestanden instellen. De grootte kan worden ingesteld op 256 MB, 512 MB en 1 GB. Opnamebestanden opslaan in: De opslaglocatie instellen voor de handmatig opgenomen videobestanden. Downloads opslaan in: De opslaglocatie instellen voor de videobestanden die zijn gedownload in de -interface. Foto- en clipinstellingen: De opslaglocaties instellen voor vastgelegde afbeeldingen en videoclips. Sla snapshots in live view op: De opslaglocatie instellen voor afbeeldingen die handmatig zijn vastgelegd in de -interface. Sla snapshots tijdens afspelen op: De opslaglocatie instellen voor afbeeldingen die zijn vastgelegd in de -interface. Sla clips op: De opslaglocatie instellen voor de videobestanden waarvan een clip is gemaakt in de -interface. Klik op om de map te wijzigen waarin videobestanden, clips en afbeeldingen worden opgeslagen. 3. Klik op om de instellingen op te slaan. 6.2 Tijdinstellingen configureren Doel: Volg de instructies in deze sectie op om de tijd te configureren die in de video kan worden weergegeven. In de tijdinstellingen kunt u functies voor de tijdzone, tijdsynchronisatie en zomertijd configureren. De functie voor tijdsynchronisatie biedt de keuze uit een automatische mode op basis van de NTP-server (Network Time Protocol) en een handmatige modus.

53 52 De interface voor tijdinstellingen openen: Configuratie > Basisconfiguratie > Systeem > Tijdinstellingen Of Configuratie >Gevorderde configuratie > Systeem > Tijdinstellingen Figure 6-2 Tijdinstellingen Tijdsynchronisatie via de NTP-server configureren (1) Selecteer het keuzerondje om de NTP-functie in te schakelen. (2) Configureer de volgende instellingen: Serveradres: Het IP-adres van de NTP-server. NTP-poort: De poort van de NTP-server. Interval: Het tijdsinterval tussen twee synchronisatieacties van de NTP-server. Dit kan worden ingesteld op een waarde van minuten. Figure 6-3 Tijdsynchronisatie via NTP-server (3) Klik op de knop om te controleren of de configuratie is geslaagd. Als de speed dome is verbonden met een openbaar netwerk, moet u een NTP-server met een functie voor tijdsynchronisatie gebruiken, zoals de server van het National Time Center (IP-adres: ). Als de speed dome is ingesteld in een aangepast netwerk, kan NTP-software worden gebruikt om verbinding te maken met een NTP-server voor

54 53 tijdsynchronisatie. Tijdsynchronisatie handmatig configureren (1) Selecteer het keuzerondje Handmatige tijdsynchronisatie. (2) Klik op om de systeemtijd in te stellen vanuit de pop-upkalender. (3) Klik op om de instellingen op te slaan. U kunt ook het selectievakje Synchroniseer met computertijd inschakelen om de tijd van de speed dome te synchroniseren met de tijd van uw computer. Figure 6-4 Handmatige tijdsynchronisatie De tijdzone selecteren Doel: Wanneer de speed dome naar een andere tijdzone wordt verplaatst, kunt u de functie Tijdzone gebruiken om de tijd aan te passen. De tijd wordt aangepast op basis van de originele tijd en het tijdverschil tussen de twee tijdzones. Selecteer vanuit het vervolgkeuzemenu Tijdzone de tijdzone waarin de speed dome zich bevindt, zoals weergegeven in Figure 6-5. Figure 6-5 Tijdzone-instellingen Zomertijd configureren Doel: Als in uw land de klok gedurende een bepaalde tijdsperiode van het jaar vooruit wordt gezet, kunt u deze functie inschakelen. De tijd wordt automatisch aangepast wanneer de zomertijd begint.

55 54 (1) Open de DST-interface via Configuratie > Gevorderde configuratie > Systeem > DST (2) Schakel in om de zomertijdfunctie in te schakelen. (3) Stel de datum voor de zomertijdperiode in. (4) Klik op om de instellingen op te slaan. Figure 6-6 Zomertijdinstellingen 6.3 Netwerkinstellingen configureren TCP/IP-instellingen configureren Doel: De TCP/IP-instellingen moeten correct worden geconfigureerd voordat u de speed dome via het netwerk kunt bedienen. IPv4 en IPv6 worden allebei ondersteund. 1. Open de interface voor TCP/IP-instellingen: Configuratie > Basisconfiguratie > Netwerk > TCP/IP Of Configuratie > Gevorderde configuratie > Netwerk > TCP/IP

56 55 Figure 6-7 TCP/IP-instellingen 2. Configureer de NIC-instellingen, waaronder het IPv4(IPv6)-adres, het IPv4(IPv6)-subnetmasker en de IPv4(IPv6)-standaardgateway. 3. Klik op om de bovenstaande instellingen op te slaan. Als de DHCP-server beschikbaar is, kunt u inschakelen om automatisch een IP-adres en andere netwerkinstellingen te verkrijgen vanaf deze server. Als het IP-adres handmatig wordt ingesteld, klikt u op om te controleren of het IP-adres al wordt gebruikt. Zo voorkomt u IP-adresconflicten. Het bereik voor geldige MTU-waarden (Maximum Transmission Unit) is De standaardwaarde is Met multicast wordt een stream verzonden naar het multicast-groepsadres. Meerdere clients kunnen de stream tegelijk aanroepen door een kopie van het multicast-groepsadres aan te vragen. Voordat u deze functie gebruikt, moet u de multicast-functie van uw router inschakelen en de gateway van de network speed dome configureren. Als de DNS-serverinstellingen vereist zijn voor bepaalde toepassingen (bijvoorbeeld het verzenden van ), moet u de voorkeurs-dns-server en alternatieve DNS-server correct configureren. Schakel het selectievakje Multicast Discovery inschakelen in om ervoor te zorgen dat de speed dome kan worden gedetecteerd met clientsoftware binnen

57 56 het LAN. Figure 6-8 DNS-serverinstellingen De router moet ondersteuning bieden voor de functie voor routemededeling als u Routemededeling selecteert als IPv6-modus Poortinstellingen configureren Doel: Als u een router gebruikt en toegang wilt krijgen tot de speed dome via een WAN (Wide Area Network), moet u de 3 poorten voor de speed dome doorsturen. 1. Open de interface voor poortinstellingen: Configuratie > Basisconfiguratie > Netwerk > Poort Of Configuratie > Gevorderde configuratie > Netwerk > Poort Figure 6-9 Poortinstellingen 2. Stel de HTTP-poort, RTSP-poort, HTTPS-poort en serverpoort van de speed dome in. HTTP-poort: Het standaardpoortnummer is 80. RTSP-poort: Het standaardpoortnummer is 554. HTTPS-poort: Het standaardpoortnummer is 443. Serverpoort: Het standaardpoortnummer is Klik op om de instellingen op te slaan PPPoE-instellingen configureren Doel:

58 57 Als u geen router maar alleen een modem gebruikt, kunt u de PPPoE-functie (Point-to-Point Protocol over Ethernet) gebruiken. 1. Open de interface voor PPPoE-instellingen: Configuratie > Gevorderde configuratie > Netwerk > PPPoE Figure 6-10 PPPoE-instellingen 2. Schakel het selectievakje PPPoE inschakelen in om deze functie in te schakelen. 3. Voer de gebruikersnaam, het wachtwoord en de wachtwoordbevestiging voor PPPoE-toegang in. toegewezen. De gebruikersnaam en het wachtwoord moeten door uw ISP worden We raden aan een sterk wachtwoord te gebruiken voor alle functies en netwerkapparaten om uw privacy te garanderen en uw systeem beter te beschermen tegen beveiligingsrisico's. Om de beveiliging van het product te verbeteren, moet het gekozen wachtwoord minimaal 8 tekens bevatten, inclusief hoofdletters, kleine letters, cijfers en speciale tekens. De juiste configuratie van alle wachtwoorden en andere beveiligingsinstellingen is de verantwoordelijkheid van de installateur en/of eindgebruiker. 4. Klik op om op te slaan en de interface te verlaten DDNS-instellingen configureren Doel: Als uw speed dome is ingesteld om PPPoE als standaardnetwerkverbinding te gebruiken, kunt u DDNS (Dynamic DNS) gebruiken voor netwerktoegang. Voordat u begint: Registratie bij de DDNS-server is vereist voordat u de DDNS-instellingen van de speed dome kunt configureren.

59 58 We raden aan een sterk wachtwoord te gebruiken voor alle functies en netwerkapparaten om uw privacy te garanderen en uw systeem beter te beschermen tegen beveiligingsrisico's. Om de beveiliging van het product te verbeteren, moet het gekozen wachtwoord minimaal 8 tekens bevatten, inclusief hoofdletters, kleine letters, cijfers en speciale tekens. De juiste configuratie van alle wachtwoorden en andere beveiligingsinstellingen is de verantwoordelijkheid van de installateur en/of eindgebruiker. 1. Open de interface voor DDNS-instellingen: Configuratie > Gevorderde configuratie > Netwerk > DDNS Figure 6-11 DDNS-instellingen 2. Schakel het selectievakje DDNS inschakelen in om deze functie in te schakelen. 3. Selecteer DDNS-type. U kunt kiezen uit vier DDNS-typen: IPServer, HiDDNS, NO-IP en DynDNS. DynDNS: (1) Voer het serveradres van DynDNS in (bijvoorbeeld members.dyndns.org). (2) Voer in het tekstveld Domein de domeinnaam in die u hebt verkregen op de DynDNS-website. (3) Voer de poort van de DynDNS-server in. (4) Voer de gebruikersnaam en het wachtwoord in die u hebt geregistreerd op de DynDNS-website. (5) Klik op om de instellingen op te slaan. Figure 6-12 DynDNS-instellingen

60 59 IPServer: (1) Voer het serveradres voor IPServer in. (2) Klik op om de instellingen op te slaan. Voor het serveradres moet het statische IP-adres worden ingevuld van de computer waarop de IPServer-software wordt uitgevoerd. Voor IPServer moet u een statisch IP-adres, subnetmasker, gateway en voorkeurs-dns van de ISP invoeren. Figure 6-13 IPServer-instellingen HiDDNS: (1) Voer het serveradres in. (2) Voer de domeinnaam van de camera in. Het domein is hetzelfde als de apparaatalias in de HiDDNS-server. (3) Klik op om de instellingen op te slaan. Figure 6-14 HiDDNS-instellingen NO-IP: (1) Voer het serveradres in voor NO-IP. (2) Voer in het tekstveld Domein de domeinnaam in die u hebt verkregen op de NO-IP-website. (3) Voer de poort van de NO-IP-server in. (4) Voer de gebruikersnaam en het wachtwoord in die u hebt geregistreerd op de NO-IP-website. (5) Klik op om de instellingen op te slaan.

61 SNMP-instellingen configureren Doel: U kunt SNMP gebruiken om de speed dome-status en aan parameters gerelateerde informatie op te halen. Voordat u begint: Voordat u SNMP instelt, moet u de SNMP-software gebruiken en instellen om de speed dome-informatie te ontvangen via de SNMP-poort. Door het trap-adres in te stellen, kunnen vanuit de speed dome alarmgebeurtenissen en uitzonderingsberichten naar het surveillancecentrum worden verzonden. De SNMP-versie die u selecteert, moet overeenkomen met de versie van de SNMP-software. 1. Open de interface voor SNMP-instellingen: Configuratie > Gevorderde configuratie > Netwerk > SNMP

62 61 Figure 6-15 SNMP-instellingen 2. Schakel het toepasselijke selectievakje voor de versie in (Zet SNMP v1 aan, Zet SNMP v2c aan, Zet SNMP v3 aan) om de functie in te schakelen. 3. Configureer de SNMP-instellingen. De configuratie van de SNMP-software moet overeenkomen met de instellingen die u hier configureert. 4. Klik op om op te slaan en het instellen te voltooien X-instellingen configureren Doel: De speed dome biedt ondersteuning voor de IEEE 802.1X-standaard. IEEE 802.1X is een op poorten gebaseerde netwerktoegangscontrole. Hiermee wordt het beveiligingsniveau van het LAN verbeterd. Als apparaten verbinding maken met dit netwerk via de IEEE 802.1X-standaard, is verificatie vereist. Als de verificatie mislukt, kan het apparaat geen verbinding maken met het netwerk. Een beveiligd LAN met de 802.1X-standaard wordt als volgt weergegeven: Speed Dome Authenticator Network Switch Internet Authentication Server PC PC RADIUS Server Figure 6-16 Beveiligd LAN Voordat u de netwerkcamera aansluit op het beveiligde LAN, moet u een digitaal certificaat van een certificaatautoriteit toepassen. De netwerkcamera vraagt toegang tot het beveiligde LAN via de authenticator (een switch).

63 62 De switch stuurt de identiteit en het wachtwoord door naar de verificatieserver (RADIUS-server). De switch stuurt het certificaat van de verificatieserver door naar de netwerkcamera. Nadat alle informatie is gevalideerd, verleent de switch de netwerkcamera toegang tot het beveiligde netwerk. We raden aan een sterk wachtwoord te gebruiken voor alle functies en netwerkapparaten om uw privacy te garanderen en uw systeem beter te beschermen tegen beveiligingsrisico's. Om de beveiliging van het product te verbeteren, moet het gekozen wachtwoord minimaal 8 tekens bevatten, inclusief hoofdletters, kleine letters, cijfers en speciale tekens. De juiste configuratie van alle wachtwoorden en andere beveiligingsinstellingen is de verantwoordelijkheid van de installateur en/of eindgebruiker. 1. Sluit de netwerkcamera rechtstreeks op de pc aan met een netwerkkabel. 2. Open de interface voor 802.1X-instellingen: Configuratie > Gevorderde configuratie > Netwerk > 802.1X Figure X-instellingen 3. Schakel het selectievakje Zet IEEE 802.1X aan in om deze functie in te schakelen. 4. Configureer de 802.1X-instellingen, waaronder de gebruikersnaam en het wachtwoord. De EAP-MD5-versie moet hetzelfde zijn als die van de router of switch. 5. Klik op om het instellen te voltooien. De camera wordt opnieuw gestart als u de instellingen opslaat. 6. Na de configuratie sluit u de camera aan op het beveiligde netwerk QoS-instellingen configureren Doel:

64 63 QoS (Quality of Service) kan netwerkvertragingen en -overbelasting voorkomen door de prioriteit van verzonden gegevens te configureren. 1. Open de interface voor QoS-instellingen: Configuratie > Gevorderde configuratie > Netwerk > QoS Figure 6-18 QoS-instellingen 2. Configureer de QoS-instellingen, waaronder het DSCP voor video/audio, het DSCP voor gebeurtenissen/alarmen en het DSCP voor beheer. Het bereik voor geldige DSCP-waarden gaat van 0 tot 63. Hoe hoger de DSCP-waarde, hoe hoger de prioriteit. 3. Klik op om de instellingen op te slaan. Zorg ervoor dat u de QoS-functie van het netwerkapparaat (zoals een router) inschakelt. Het apparaat moet opnieuw worden gestart om de instellingen door te voeren FTP-instellingen configureren Doel: U kunt een FTP-server instellen en de volgende parameters configureren voor het uploaden van vastgelegde afbeeldingen. 1. Open de interface voor FTP-instellingen: Configuratie > Gevorderde configuratie > Netwerk >FTP

65 64 Figure 6-19 FTP-instellingen 2. Configureer de FTP-instellingen, inclusief serveradres, poort, gebruikersnaam, wachtwoord, map en uploadtype. We raden aan een sterk wachtwoord te gebruiken voor alle functies en netwerkapparaten om uw privacy te garanderen en uw systeem beter te beschermen tegen beveiligingsrisico's. Om de beveiliging van het product te verbeteren, moet het gekozen wachtwoord minimaal 8 tekens bevatten, inclusief hoofdletters, kleine letters, cijfers en speciale tekens. De juiste configuratie van alle wachtwoorden en andere beveiligingsinstellingen is de verantwoordelijkheid van de installateur en/of eindgebruiker. Het serveradres biedt ondersteuning voor zowel domeinnaam- als IP-adresindelingen. De map voor het opslaan van bestanden op de FTP-server instellen: In het veld Directorystructuur kunt u de hoofdmap, bovenliggende map en onderliggende map selecteren. Hoofdmap: De bestanden worden opgeslagen in de hoofdmap van de FTP-server. Bovenliggende map: De bestanden worden opgeslagen in een map op de FTP-server. De naam van de map kan worden gedefinieerd zoals wordt weergegeven in Figure Figure 6-20 Bovenliggende map Onderliggende map: Dit is een submap die kan worden gemaakt in de bovenliggende map. De bestanden worden opgeslagen in een submap op

66 65 de FTP-server. De naam van de map kan worden gedefinieerd zoals wordt weergegeven in Figure Figure 6-21 Onderliggende map Upload type: Hiermee kunt u het uploaden van de vastgelegde afbeeldingen op de FTP-server inschakelen. 3. Klik op om de instellingen op te slaan. Als u de vastgelegde afbeeldingen wilt uploaden naar een FTP-server, moet u ook de functie voor continusnapshots of door gebeurtenissen getriggerde snapshots inschakelen in de interface Snapshot. Raadpleeg Sectie 7.4 Instellingen voor snapshots configureren voor gedetailleerde informatie UPnP -instellingen configureren Doel: UPnP (Universal Plug and Play) is een netwerkarchitectuur die zorgt voor onderlinge compatibiliteit van netwerkapparatuur, software en andere hardwareapparaten. Het UPnP-protocol maakt het mogelijk apparaten naadloos aan te sluiten en de implementatie van netwerken in thuis- en bedrijfsomgevingen te vereenvoudigen. Wanneer de functie is ingeschakeld, hoeft u de poorttoewijzing voor de verschillende poorten niet te configureren en wordt de camera via de router met het WAN (Wide Area Network) verbonden. 1. Open de interface voor UPnP -instellingen: Configuratie > Gevorderde configuratie > Netwerk >UPnP 2. Schakel het selectievakje in om de UPNP -functie in te schakelen. U kunt de bijnaam van de speed dome bewerken. Deze naam kan worden gedetecteerd op gekoppelde apparaten, zoals een router. Figure 6-22 UPnP-instellingen configureren

67 NAT-instellingen (Network Address Translation) configureren 1. Stel de modus voor poorttoewijzing in: Poorttoewijzing met standaardpoortnummers: Kies Poorttoewijzing met aangepaste poortnummers: Kies U kunt de waarde van het poortnummer zelf aanpassen. Figure 6-23 Het poortnummer configureren 2. Klik op om de instellingen op te slaan instellingen configureren Doel: Het systeem kan zo worden geconfigureerd dat er een melding wordt verzonden naar alle toegewezen ontvangers wanneer een alarmgebeurtenis wordt gedetecteerd, zoals gedetecteerde beweging, videosignaalverlies, manipulatie, enzovoort. Voordat u begint: Configureer de DNS-serverinstellingen in Basisconfiguratie > Netwerk > TCP/IP of Gevorderde configuratie > Netwerk > TCP/IP voordat u de functie gaat gebruiken. 1. Open de interface voor instellingen: Configuratie > Gevorderde configuratie > Netwerk >

68 67 Figure instellingen 2. Configureer de volgende instellingen: Afzender: De naam van de afzender van de . Adres afzender: Het adres van de afzender. SMTP-server: Het IP-adres of de hostnaam van de SMTP-server (bijvoorbeeld smtp.263xmail.com). SMTP-poort: De SMTP-poort. De standaard-tcp/ip-poort voor SMTP is 25. SSL inschakelen: Schakel het selectievakje in om SSL in te schakelen, indien dit vereist is voor de SMTP-server. Bijgevoegd beeld: Schakel het selectievakje in voor Toegevoegd beeld als u s wilt verzenden met een bijgevoegde alarmafbeelding. Interval: Het interval heeft betrekking op de tijd tussen twee acties waarbij bijgevoegde afbeeldingen worden verzonden. Verificatie (optioneel): Als verificatie vereist is voor uw server, schakelt u dit selectievakje in om verificatie te gebruiken bij aanmelding bij de server. Voer de gebruikersnaam en het wachtwoord in. We raden aan een sterk wachtwoord te gebruiken voor alle functies en netwerkapparaten om uw privacy te garanderen en uw systeem beter te beschermen tegen beveiligingsrisico's. Om de beveiliging van het product te verbeteren, moet het gekozen wachtwoord minimaal 8 tekens bevatten, inclusief hoofdletters, kleine letters, cijfers en speciale tekens.

69 68 De juiste configuratie van alle wachtwoorden en andere beveiligingsinstellingen is de verantwoordelijkheid van de installateur en/of eindgebruiker. Ontvanger: Selecteer de ontvanger waarheen de wordt verzonden. U kunt maximaal 2 ontvangers configureren. Ontvanger: De naam van de gebruiker die een melding moet ontvangen. Adres ontvanger: Het adres van de gebruiker die een melding moet ontvangen. Klik op om te controleren of de instellingen geldig zijn nadat u de parameters hebt geconfigureerd. 3. Klik op om de instellingen op te slaan HTTPS-instellingen configureren Doel: HTTPS wordt gebruikt voor verificatie van websites en gerelateerde webservers waarmee wordt gecommuniceerd. Dit zorgt voor bescherming tegen man-in-the-middle-aanvallen. Voer de volgende stappen uit om het HTTPS-poortnummer in te stellen. Voorbeeld: Als u het poortnummer instelt op 443 en het IP-adres is, kunt u toegang krijgen tot het apparaat door in te voeren in een webbrowser. 1. Open de interface voor HTTPS-instellingen: Configuratie > Gevorderde configuratie > Netwerk > HTTPS 2. Maak het zelfondertekende certificaat of geautoriseerde certificaat.

70 69 Figure 6-25 HTTPS-instellingen OPTIE 1: Maak het zelfondertekende certificaat 1) Klik op de knop Maken om het volgende dialoogvenster te openen. Figure 6-26 Het zelfondertekende certificaat maken 2) Voer het land, de hostnaam, het IP-adres, de geldigheid en andere informatie in. 3) Klik op OK om de instellingen op te slaan. OPTIE 2: Maak het geautoriseerde certificaat 1) Klik op de knop Maken om het certificaatverzoek te maken. Vul de vereiste informatie in. 2) Download het certificaatverzoek en stuur het naar de vertrouwde certificaatautoriteit om het te laten ondertekenen. 3) Nadat het het geldige ondertekende certificaat hebt ontvangen, importeert u het certificaat naar het apparaat. 3. De certificaatinformatie is beschikbaar nadat u het certificaat hebt gemaakt en geïnstalleerd.

71 70 Figure 6-27 Eigenschappen van geïnstalleerd certificaat U kunt het HTTPS-poortnummer naar wens configureren. Raadpleeg Sectie Poortinstellingen configureren voor meer informatie. 4. Schakel het selectievakje HTTPS inschakelen in en klik op de knop Opslaan.

72 Gebruikershandleiding voor Network Speed Dome Video- en audio-instellingen configureren Video-instellingen configureren 1. Open de interface voor video-instellingen: Configuratie > Basisconfiguratie > Video/Audio > Video Of Configuratie > Gevorderde configuratie > Video/Audio > Video Figure 6-28 Video-instellingen configureren 2. Selecteer het streamtype van de speed dome. U kunt kiezen uit hoofdstream (standaard) of substream. De hoofdstream wordt meestal gebruikt voor opnamen en liveweergave en biedt een goede bandbreedte. De substream kan worden gebruikt voor liveweergave wanneer de bandbreedte beperkt is. Raadpleeg Sectie 6.1 Lokale parameters configureren voor informatie over het schakelen tussen de hoofdstream en substream voor liveweergave. 3. U kunt de volgende parameters voor de geselecteerde hoofdstream of substream aanpassen: Videotype: Selecteer het streamtype voor de videostream of samengestelde stream met video en audio. Het audiosignaal wordt alleen opgenomen wanneer het videotype is ingesteld op Video & Audio. Resolutie: Selecteer de resolutie van de video-output. Bitratetype: Selecteer het bitratetype: constant of variabel. Videokwaliteit:

73 72 Wanneer het bitratetype is ingesteld op Variabel, kunt u 6 niveaus selecteren voor de videokwaliteit. Beeldsnelheid: De framerate is de frequentie waarmee de videostream wordt bijgewerkt, en wordt gemeten in frames per seconde (fps). Een hogere framerate biedt voordelen bij veel bewegingen in de videostream omdat de beeldkwaliteit van hoog niveau blijft. Maximale bitrate: Stel de maximale bitrate in op Kbps. Een hogere waarde levert hogere videokwaliteit op maar vereist meer bandbreedte. Video-opname: De standaard voor videocodering kan worden ingesteld op H.264 of MJPEG. Profiel: U kunt het profielniveau instellen op Hoog profiel, Hoofdprofiel of Basisprofiel. I Frame-interval: Stel het i-frame-interval in op een waarde van SVC: SVC is een videocoderingstechnologie. Als er voldoende netwerkbandbreedte beschikbaar is, worden met deze functie frames uit de oorspronkelijke video gehaald en naar een videorecorder met ondersteuning voor de SVC-functie verzonden. Verzachten: Versleep om de waarde voor videoverzachting naar wens in te stellen. 4. Klik op om de instellingen op te slaan Audio-instellingen configureren 1. Open de interface voor audio-instellingen: Configuratie > Basisconfiguratie > Video/Audio > Audio Of Configuratie > Gevorderde configuratie > Video/Audio > Audio

74 73 Figure 6-29 Audio-instellingen 2. Configureer de volgende instellingen. Audiocodering: U kunt G.722.1, G.711ulaw, G.711alaw, MP2L2, PCM en G.726 selecteren. Bitrate audiostream: Wanneer de audiocodering is ingesteld op MP2L2, kunt u de bitrate van de audiostream configureren in de vervolgkeuzelijst. Hoe hoger de waarde, hoe beter de audiokwaliteit. Samplingsnelheid: Wanneer de audiocodering is ingesteld op MP2L2 of PCM, kunt u de samplingsnelheid configureren in de vervolgkeuzelijst. Hoe hoger de waarde, hoe beter de audiokwaliteit. Audio-uitgang: Wanneer een intercom is aangesloten op de speed dome, moet u deze optie instellen op LineIn. Wanneer een microfoon is aangesloten op de speed dome, moet u deze optie instellen op MicIn. Inputvolume: Verschuif de balk om het volume te verhogen en verlagen. U kunt een waarde van invoeren. Omgevingsruisfilter: Wanneer de gemonitorde omgeving luidruchtig is, kunt u deze functie inschakelen om een deel van het geluid weg te filteren. 3. Klik op om de instellingen op te slaan ROI-instellingen configureren Voordat u begint: ROI-codering (Region Of Interest) wordt gebruikt om de kwaliteit van vooraf opgegeven beelden te verbeteren. Open de interface voor ROI-instellingen: Configuratie > Gevorderde configuratie > Video/Audio > ROI

75 74 Figure 6-30 Region of Interest (ROI) Streamtype: U kunt de ROI-functie instellen voor de hoofdstream en substream. Selecteer een streamtype en configureer de ROI-instellingen. Vaste regio: Vaste-regiocodering houdt in dat ROI-codering wordt gebruikt voor handmatig geconfigureerde gebieden. U kunt het niveau voor verbetering van de beeldkwaliteit kiezen voor ROI-codering, en u kunt het ROI-gebied een naam geven. 1. Selecteer een regionummer. 2. Schakel het selectievakje Inschakelen voor Vaste regio in. 3. Selecteer de regio in de vervolgkeuzelijst voor ROI-instellingen. U kunt vier vaste regio's selecteren. 4. Klik op de knop en klik en sleep de muis om de ROI te tekenen in de livevideo. 5. Stel het ROI-niveau in op een waarde van 1 tot 6. Hoe hoger de waarde, hoe beter de beeldkwaliteit van het rode kader. 6. Voer een regionaam in en klik op Opslaan om de instellingen op te slaan. Beweging tracken: Op het apparaat kunnen automatisch gebieden met beweging worden herkend. Stel het niveau voor verbetering van de beeldkwaliteit voor

76 75 ROI-codering in. 1. Schakel de selectievakjes van de gewenste functies, waaronder doeltracking en gezichten volgen. Doeltracking: Wanneer een slimme gebeurtenis wordt gedetecteerd, zoals overschrijding van een lijn, wordt het object dat de vooraf gedefinieerde regel heeft getriggerd, automatisch gevolgd. De beeldkwaliteit van het trackingdoel wordt verbeterd. Gezicht volgen: Wanneer gezichtsdetectie wordt getriggerd, wordt de beeldkwaliteit van het gezicht verbeterd. Als u de functie voor doeltracking wilt inschakelen, moet u de functie voor slimme tracking inschakelen. Raadpleeg hiervoor Sectie 5.7 Slimme tracking configureren. Als u de functie voor gezichten volgen wilt inschakelen, moet de functie voor gezichtsdetectie worden ondersteund en moet deze zijn ingeschakeld. 2. Stel het respectievelijke ROI-niveau in. Hoe hoger de waarde, hoe beter de beeldkwaliteit van het rode kader. 3. Klik op Opslaan om de instellingen op te slaan. 6.5 Beeldinstellingen configureren Scherminstellingen configureren Doel: U kunt de beeldkwaliteit voor de speed dome instellen, inclusief helderheid, contrast, verzadiging, scherpte, enzovoort. De parameters in de interface Scherminstellingen verschillen, afhankelijk van het speed dome-model. Dubbelklik op de liveweergave om de modus met volledig scherm te openen. Dubbelklik opnieuw om deze modus te verlaten. 1. Open de interface voor scherminstellingen: Configuratie > Basisconfiguratie > Beeld > Scherminstellingen Of Configuratie > Gevorderde configuratie > Beeld > Scherminstellingen 2. U kunt het koppelingsscenario in de vervolgkeuzelijst selecteren. U hebt de keuze uit verschillende vooraf gedefinieerde beeldparameters.

77 76 3. Stel de beeldparameters voor de speed dome in. Figure 6-31 Scherminstellingen Beeldaanpassing Helderheid Met deze functie kunt u de helderheid van de beelden aanpassen. U kunt een waarde van invoeren. Contrast Met deze functie wordt het kleur- en lichtverschil tussen verschillende delen van een beeld verbeterd. U kunt een waarde van invoeren. Verzadiging Met deze functie kunt u de kleurverzadiging van de beelden aanpassen. U kunt een waarde van invoeren. Scherpte Met de scherptefunctie worden de details van beelden verbeterd door de randen in de beelden te verscherpen. U kunt een waarde van invoeren. De werking van deze functie verschilt, afhankelijk van het speed dome-model.

78 77 Belichtingsinstellingen Belichtingsmodus De belichtingsmodus kan worden ingesteld op Automatisch, Irisprioriteit, Sluiterprioriteit en Handmatig. Automatisch: De waarden voor iris, sluitertijd en gain worden automatisch aangepast op basis van de helderheid van de omgeving. Irisprioriteit: De iriswaarde moet handmatig worden aangepast. De waarden voor sluitertijd en gain worden automatisch aangepast op basis van de helderheid van de omgeving. Figure 6-32 Handmatige iris Sluiterprioriteit: De sluitertijdwaarde moet handmatig worden aangepast. De waarden voor iris en gain worden automatisch aangepast op basis van de helderheid van de omgeving. Figure 6-33 Handmatige sluitertijd Gain-prioriteit: De gain-waarde moet handmatig worden aangepast. De waarden voor sluitertijd en iris worden automatisch aangepast op basis van de helderheid van de omgeving. Figure 6-34 Handmatige gain Handmatig: In de handmatige modus kunt u de waarden voor Gain, Sluiter en Iris zelf aanpassen. De werking van deze functie verschilt, afhankelijk van het speed dome-model. Versterkingsbegrenzing Met deze functie kunt u de gain van de beelden aanpassen. U kunt een waarde van invoeren. Lange sluitertijd Deze functie kan worden gebruikt om onderbelichting te voorkomen. De sluitertijd

79 78 wordt verlengd om volledige belichting te verzorgen. De waarde voor sluitertijd kan worden ingesteld op Lange sluitertijd*2, *4, *6, *12, *16, *24 en *32. Figure 6-35 Lange sluitertijd Focusinstellingen Focusmodus De scherpstelmodus kan worden ingesteld op Automatisch, Handmatig en Semi-automatisch. Automatisch: De speed dome wordt altijd automatisch scherpgesteld op basis van de objecten in de scène. Semi-automatisch: De speed dome wordt eenmalig automatisch scherpgesteld na een pan-, kantelof zoombewerking. Handmatig: In de handmatige modus moet u op het bedieningspaneel gebruiken om handmatig scherp te stellen. Min. focusafstand Deze functie wordt gebruikt om de minimale scherpstelafstand te beperken. De werking van de functie voor minimale scherpstelafstand verschilt, afhankelijk van het speed dome-model. Dag/Nacht-schakeling Deze aan het IR-licht gerelateerd functie, die hieronder nader wordt uitgelegd, wordt alleen ondersteund voor IR speed domes. Dag/Nacht-schakeling De modus voor Dag/Nacht-schakeling kan worden ingesteld op Automatisch, Dag en Nacht. Automatisch: In de modus Automatisch wordt er automatisch geschakeld tussen de dag- en nachtmodus op basis van de lichtomstandigheden voor de omgeving. De schakelgevoeligheid kan worden ingesteld op Laag, Normaal en Hoog.

80 79 Figure 6-36 Gevoeligheid voor automatische modus Dag: In de dagmodus kunnen kleurenbeelden worden weergegeven op de speed dome. Deze modus wordt gebruikt voor normale lichtomstandigheden. Nacht: In de nachtmodus worden zwart-witbeelden gebruikt. In de nachtmodus kan de gevoeligheid worden verhoogd voor omstandigheden met weinig licht. Schema In de schemamodus kunt u het tijdschema voor de dagmodus instellen, zoals weergegeven in Figure Voor de resterende tijd in het schema wordt de nachtmodus gebruikt. De werking van deze functie verschilt, afhankelijk van het speed dome-model. Figure 6-37 Dag- en nachtschema Overbelichting vermijden Als het IR-licht aan staat en het midden van het beeld overbelicht is, kunt u deze functie inschakelen. IR-verlichtingsmodus De IR-verlichtingsmodus kan worden ingesteld op Automatisch en Handmatig. Automatisch: De helderheid van het infraroodlicht wordt automatisch aangepast. U kunt voor de IR-lichtgevoeligheid een waarde van invoeren. De triggermodus kan worden ingesteld op Camera en Fotogevoelig. Handmatig: u moet de helderheidswaarde voor het infraroodlicht handmatig aanpassen. De waarde voor Helderheidslimiet heeft een bereik van IR-gerelateerde functies worden alleen ondersteund voor IR speed domes. Voor gedetailleerde configuratie van de parameters voor het IR-licht kunt u het OSD-menu openen door de speciale preset 95 aan te roepen. Als de IR-verlichtingsmodus is ingesteld op Automatisch, wordt er automatisch geschakeld tussen dag- en nachtmodus op basis van de IR-verlichtingsmodus. U kunt de dag- en nachtmodus niet handmatig instellen.

81 80 Als de IR-verlichtingsmodus is ingesteld op Handmatig en de helderheidslimiet 0 is, kunt u de dag- en nachtmodus handmatig instellen. Als de IR-verlichtingsmodus is ingesteld op Handmatig en de helderheidslimiet niet 0 is, wordt de nachtmodus ingesteld als standaardmodus. U kunt de dag- en nachtmodus niet handmatig instellen. Tegenlichtinstellingen BLC Bij veel tegenlicht wordt het onderwerp vóór het tegenlicht donker of als een silhouet weergegeven. Door de BLC-functie (back light compensation) in te schakelen kunt u de belichting van het onderwerp corrigeren. De omgeving met tegenlicht wordt echter vaag of wit weergegeven. WDR (Wide Dynamic Range) Met de WDR-functie (wide dynamic range) levert de camera scherpe beelden, zelfs bij veel tegenlicht. Als het weergaveveld zowel zeer heldere als zeer donkere gebieden bevat, wordt met de WDR-functie de helderheid van het hele beeld gebalanceerd. Dit levert heldere, gedetailleerde beelden op. Schakel de WDR-functie in of uit, zoals weergegeven in Figure De waarde voor het WDR-niveau heeft een bereik van Figure 6-38 WDR De werking van deze functie verschilt, afhankelijk van het speed dome-model. HLC Met de HLC-functie (High Light Compensation) worden sterke lichtbronnen in het camerabeeld worden herkend en onderdrukt om schitteringen in het beeld te voorkomen. Zo krijgt u details te zien die normaal gesproken verborgen zouden blijven. Witbalans U kunt de witbalansmodus instellen op Automatisch, Handmatige witbalans, Buiten, Binnen, TL-lamp, Natriumlicht en Autom. traceren. Automatisch: In de modus Automatisch blijft de kleurbalans voor de camera automatisch behouden op basis van de huidige kleurtemperatuur. Handmatige witbalans: In de modus Handmatige witbalans kunt u de kleurtemperatuur handmatig

82 81 aanpassen aan uw eigen wensen, zoals weergegeven in Figure Figure 6-39 Handmatige witbalans Buiten: Selecteer deze modus wanneer de speed dome buiten is geïnstalleerd. Binnen: Selecteer deze modus wanneer de speed dome binnen is geïnstalleerd. TL-lamp: Selecteer deze modus wanneer er zich tl-licht in de buurt van de speed dome bevindt. Natriumlamp: Selecteer deze modus wanneer er zich natriumlicht in de buurt van de speed dome bevindt. Autom. traceren: In de modus Autom. traceren wordt de witbalans voortdurend in real-time aangepast op basis van de kleurtemperatuur van de scèneverlichting. De werking van deze functie verschilt, afhankelijk van het speed dome-model. Beeldverbetering Digitale ruisonderdrukking Met de functie voor digitale ruisonderdrukking wordt de ruis in het videosignaal verwerkt. Stel de functie Digitale ruisonderdrukking in op Aan en pas het DNR-niveau aan, zoals weergegeven in Figure U kunt een niveau van invoeren. Figure 6-40 Digitale ruisonderdrukking De werking van deze functie verschilt, afhankelijk van het speed dome-model. Ontwasemmodus Als het beeld wazig is, kunt u deze functie inschakelen voor een helderder beeld. EIS In bepaalde monitoringsituaties kan het livebeeld schokken en donker zijn als de camera licht trilt. Gebruik de EIS-functie (electronic image stabilization) om dit probleem te verhelpen en voor een stabiel en helder beeld te zorgen.

83 82 De werking van deze functie verschilt, afhankelijk van het speed dome-model. Videoaanpassing Spiegel Als u de functie Spiegel inschakelt, wordt het beeld gespiegeld. Dit geeft hetzelfde effect als uzelf zien in een spiegel. De spiegelrichting kan worden ingesteld op Gesloten, Links/Rechts, Hoog/Laag of Centrum. De werking van deze functie verschilt, afhankelijk van het speed dome-model. Videostandaard Stel de videostandaard in op 50 Hz (PAL) of 60 Hz (NTSC), afhankelijk van het videosysteem dat in uw land wordt gebruikt. De werking van deze functie verschilt, afhankelijk van het speed dome-model. Vastlegmodus: Stel de vastlegmodus in op Gesloten, 1280x720 met 25 fps of 1280x960 met 25 fps. Overig Lens initialiseren Wanneer u het selectievakje Lens initialiseren inschakelt, worden de bewegingen voor initialisatie beheerd met de lens. Zoomlimiet U kunt een waarde voor de zoomlimiet instellen om de maximale zoomfactor te beperken. De waarde kan worden ingesteld op 20, 40, 80, 160 en 320. De werking van deze functie verschilt, afhankelijk van het speed dome-model. Lokale output U kunt video-output via de CVBS-interface naar wens in- of uitschakelen OSD-instellingen configureren Doel: De speed dome biedt ondersteuning voor weergave van de volgende informatie op het scherm:

84 83 Uitzoomen: Hiermee wordt de zoomfactor bepaald. Richting: Hier worden de pan- en kantelrichting weergegeven in de indeling PXXX TXXX. De XXX-waarde achter 'P' geeft het aantal graden voor de panrichting weer, de XXX-waarde achter 'T' geeft het aantal graden voor de kantelpositie weer. Tijd: Ondersteuning voor tijdweergave. Presettitel: Bepaalt welke preset wordt aangeroepen. Cameranaam: Hiermee wordt de naam van de speed dome bepaald. U kunt de tijd op het scherm laten weergeven. 1. Open de interface voor OSD-instellingen: Configuratie > Gevorderde configuratie > Beeld > OSD-instellingen Figure 6-41 OSD-instellingen 2. Schakel het toepasselijke selectievakje in om de speed dome-naam, de datum of de week te laten weergeven. 3. Bewerk de speed dome-naam in het tekstveld Cameranaam. 4. Selecteer opties in de vervolgkeuzelijst om de tijdnotatie, datumnotatie en weergavemodus in te stellen. 5. U kunt met de muis het tekstkader in het liveweergavevenster aanklikken en verslepen om de OSD-positie te wijzigen.

85 84 Figure 6-42 OSD-locatie aanpassen 6. U kunt ook de tekenkleur aanpassen. Selecteer Aanpassen in de vervolgkeuzelijst en selecteer de gewenste tekenkleur. 7. Klik op om de bovenstaande instellingen te activeren Tekstoverlayinstellingen configureren Doel: U kunt de tekstoverlay aanpassen. 1. Open de interface voor tekstoverlayinstellingen: Configuratie > Gevorderde configuratie > Beeld > Tekstoverlap 2. Schakel het selectievakje vóór het tekstvak in om het OSD in te schakelen. 3. Voer de tekens in het tekstvak in. 4. Gebruik de muis om het rode tekstkader in het liveweergavevenster aan te klikken en te verslepen om de tekstoverlaypositie te wijzigen. 5. Klik op. U kunt maximaal 8 tekstoverlays configureren.

86 85 Figure 6-43 Tekstoverlayinstellingen 6.6 Alarmen configureren en beheren Doel: In deze sectie wordt uitgelegd hoe u de network speed dome kunt configureren om te reageren op alarmgebeurtenissen, waaronder gedetecteerde beweging, externe alarminput, videosignaalverlies, manipulatie en uitzonderingen. Deze gebeurtenissen kunnen de alarmacties triggeren, zoals Surveillancecentrum informeren, verzenden, Alarmoutput triggeren, enzovoort. Wanneer een extern alarm wordt getriggerd, verzendt de network speed dome bijvoorbeeld een melding naar een adres Bewegingsdetectie configureren Doel: Bewegingsdetectie is een functie waarmee alarmacties en video-opnameacties kunnen worden getriggerd wanneer er beweging plaatsvindt in de surveillancescène. 1. Open de interface voor bewegingsdetectie-instellingen: Configuratie > Gevorderde configuratie > Gebeurtenissen > Bewegingsdetectie 2. Schakel het selectievakje bij Zet bewegingsdetectie aan in als deze functie wilt inschakelen. Schakel het selectievakje Dynamische bewegingsanalyse aanzetten in als u de gedetecteerde objecten in de liveweergave wilt markeren met rechthoeken. 3. Selecteer de configuratiemodus (Normaal of Expert) en stel de toepasselijke parameters voor bewegingsdetectie in. Normaal

87 86 Figure 6-44 Instellingen voor bewegingsdetectie - Normaal (1). Klik en sleep met de muis in het livevideobeeld om een gebied voor bewegingsdetectie te tekenen. (2) Klik op om het tekenen te voltooien. U kunt maximaal 8 gebieden voor bewegingsdetectie voor hetzelfde beeld tekenen. Klik op om alle gebieden te wissen. (3) Verplaats de schuifregelaar om de gevoeligheid van de detectie in te stellen. Expert

88 87 Figure 6-45 Instellingen voor bewegingsdetectie - Expert (1) Stel de modus voor Dag/Nacht-schakeling in. U kunt kiezen uit Gesloten, Auto-omschakelen en Gepland omschakelen. Als de modus voor Dag/Nacht-schakeling is ingeschakeld, kunt u de detectieregels voor de dagen nachtmodus afzonderlijk configureren. Gesloten: Schakelen tussen dag- en nachtmodus uitschakelen. Auto-omschakelen: Automatisch schakelen tussen dag- en nachtmodus op basis van de lichtsterkte. Gepland omschakelen: Om 6.00 uur schakelen naar de dagmodus en om uur schakelen naar de nachtmodus. (2) Selecteer het gebiednummer dat u wilt configureren in de vervolgkeuzelijst. (3) Stel de gevoeligheidswaarde en vulling door het object van het gebied in. Gevoeligheid: Hoe hoger deze waarde is, hoe sneller het alarm wordt getriggerd. Proportie van object op gebied: Wanneer de grootteproportie van het bewegende object de vooraf gedefinieerde waarde overschrijdt, wordt het alarm getriggerd. Hoe lager deze waarde is, hoe sneller het alarm wordt getriggerd. 4. Stel het activeringsschema voor bewegingsdetectie in. (1) Klik op in Figure 6-46.

89 88 Figure 6-46 Activeringsschema (2) Kies de dag waarop u het activeringsschema wilt instellen, zoals wordt weergegeven in Figure Figure 6-47 Schema voor activeringstijd (3) Klik op om de tijdsperiode voor het activeringsschema in te stellen. (4) (Optioneel) Nadat u het activeringsschema hebt ingesteld, kunt u op klikken om het schema kopiëren naar andere dagen. (5) Klik op om de instellingen op te slaan. Er mag geen overlap bestaan tussen de tijden van de verschillende perioden. Er kunnen maximaal 8 perioden worden geconfigureerd voor de verschillende dagen. 5. Stel de alarmacties voor bewegingsdetectie in. U kunt de koppelingsmethode opgeven die wordt gebruikt wanneer gebeurtenissen optreden. In de inhoud hieronder wordt uitgelegd hoe u de verschillende koppelingsmethoden kunt configureren.

90 89 Figure 6-48 Koppelingsmethode Schakel een selectievakje in om een koppelingsmethode te selecteren. U kunt de volgende methoden selecteren: het surveillancecentrum informeren, een verzenden, uploaden naar FTP, kanaal triggeren en alarmoutput triggeren. Waarschuw surveillancecentrum Een uitzondering of alarmsignaal naar externe beheersoftware verzenden wanneer een gebeurtenis optreedt. Verzend Een met alarminformatie naar een of meer gebruikers verzenden wanneer een gebeurtenis optreedt. Als u de wilt verzenden wanneer een gebeurtenis optreedt, raadpleegt u Sectie instellingen configureren om de parameters in te stellen. Upload naar FTP Het beeld vastleggen wanneer een alarm wordt getriggerd en de afbeelding uploaden naar een FTP-server. U hebt een FTP-server nodig en moet eerst de FTP-parameters instellen. Raadpleeg Sectie FTP-instellingen configureren als u de FTP-parameters wilt instellen. Triggerkanaal Een video opnemen wanneer een gebeurtenis optreedt. U moet het opnameschema instellen om deze functie te kunnen gebruiken. Raadpleeg Sectie 7.3 Opnameschema configureren voor het instellen van het opnameschema. Trigger alarm Een of meer externe alarmoutputs triggeren wanneer een gebeurtenis optreedt. Als u een alarmoutput wilt triggeren wanneer een gebeurtenis optreedt,

91 90 raadpleegt u Sectie Alarmoutput configureren om de alarmoutputparameters in te stellen Alarm voor videosignaalverlies configureren 1. Open de interface voor instellingen voor videosignaalverlies: Configuratie > Gevorderde configuratie > Gebeurtenissen > Videoverlies Figure 6-49 Videosignaalverlies 2. Schakel het selectievakje Zet videoverliesdetectie aan in om deze functie in te schakelen. 3. Klik op om het activeringsschema voor detectie van videosignaalverlies te bewerken. De configuratie van het activeringsschema verloopt hetzelfde als het instellen van het activeringsschema voor bewegingsdetectie. Raadpleeg stap 2 in Sectie Bewegingsdetectie configureren. 4. Schakel het selectievakje in om de koppelingsmethode te selecteren, zoals het alarm voor videosignaalverlies, het informeren van het surveillancecentrum, het verzenden van en het triggeren van alarmoutput. Raadpleeg stap 3 in Sectie Bewegingsdetectie configureren. 5. Klik op om de instellingen op te slaan.

92 Alarm voor videomanipulatie configureren Doel: U kunt de speed dome zo configureren dat alarmacties worden getriggerd wanneer de lens wordt bedekt. 1. Open de interface voor instellingen voor videomanipulatie: Configuratie > Gevorderde configuratie > Gebeurtenissen > Tamper-proof Figure 6-50 Manipulatiealarm 2. Schakel het selectievakje Zet Tamper-proof aan in om de detectie van videomanipulatie in te schakelen. 3. Stel het gebied voor detectie van videomanipulatie in. Raadpleeg stap 1 in Sectie Bewegingsdetectie configureren. 4. Klik op om het activeringsschema voor videomanipulatie te bewerken. De configuratie van het activeringsschema verloopt hetzelfde als het instellen van het activeringsschema voor bewegingsdetectie. Raadpleeg stap 2 in Sectie Bewegingsdetectie configureren. 5. Schakel het selectievakje in om de koppelingsmethode voor videomanipulatie te selecteren. U kunt de volgende methoden selecteren: het surveillancecentrum informeren, een kanaal triggeren, een verzenden en alarmoutput triggeren. Raadpleeg stap 3 in Sectie Bewegingsdetectie configureren. 6. Klik op om de instellingen op te slaan.

93 Externe alarminputs configureren 1. Open de interface voor alarminputinstellingen: Configuratie > Gevorderde configuratie > Gebeurtenissen > Alarmingang 2. Kies het alarminputnummer en het alarmtype. Het alarmtype kan NO (normaal open) of NC (normaal gesloten) zijn. 3. Bewerk de naam in om een naam in te stellen voor de alarminput (optioneel). Figure 6-51 Alarminputinstellingen 4. Klik op om het activeringsschema voor de alarminput in te stellen. Raadpleeg stap 2 in Sectie Bewegingsdetectie configureren. 5. Schakel het selectievakje in om de koppelingsmethode voor de alarminput te selecteren. Raadpleeg stap 3 in Sectie Bewegingsdetectie configureren. 6. U kunt ook kiezen voor PTZ-koppeling voor de alarminput. Schakel het toepasselijke selectievakje in en selecteer het nummer om het aanroepen van presets, patrouilles of patronen in te schakelen. 7. U kunt uw instellingen kopiëren naar andere alarminputs. 8. Klik op om de instellingen op te slaan.

94 93 Figure 6-52 Koppelingsmethode Alarmoutput configureren 1. Open de interface voor alarmoutputinstellingen: Configuratie > Gevorderde configuratie > Gebeurtenissen > Alarmoutput 2. Selecteer één alarmoutputkanaal in de vervolgkeuzelijst Alarmuitgang. 3. Stel een naam in voor de alarmoutput in (optioneel). 4. De vertragingstijd kan worden ingesteld op 5 seconden, 10 seconden, 30 seconden, 1 minuut, 2 minuten, 5 minuten, 10 minuten of een handmatige waarde. De vertragingstijd is de tijdsduur dat de alarmoutput actief blijft nadat het alarm is opgetreden. 5. Klik op om de interface voor het bewerken van het tijdschema te openen. De configuratie van het tijdschema verloopt hetzelfde als het instellen van het activeringsschema voor bewegingsdetectie. Raadpleeg stap 2 in Sectie Bewegingsdetectie configureren.

95 94 Figure 6-53 Alarmoutputinstellingen 6. U kunt de instellingen kopiëren naar andere alarmoutputs. 7. Klik op om de instellingen op te slaan Uitzonderingen verwerken De volgende typen uitzonderingen kunnen optreden: HDD vol, HDD-fout, netwerkverbinding verbroken, IP-adresconflict en ongeldige aanmelding bij de speed domes. 1. Open de interface voor uitzonderingsinstellingen: Configuratie > Gevorderde configuratie > Gebeurtenissen > Uitzondering 2. Schakel het selectievakje in om de acties in te stellen die worden ondernomen voor het uitzonderingsalarm. Raadpleeg stap 3 in Sectie Bewegingsdetectie configureren. Figure 6-54 Uitzonderingsinstellingen 3. Klik op om de instellingen op te slaan.

96 Audio-uitzonderingen detecteren Doel: Als u deze functie inschakelt en er een audio-uitzondering optreedt, worden alarmreacties getriggerd. 1. Open de interface voor audio-uitzonderingen: Configuratie > Gevorderde configuratie > Smart Gebeurtenis > Audio-uitzondering detecteren Figure 6-55 Detectie van audio-uitzonderingen 2. Schakel het selectievakje Uitzondering bij audio-input in om de detectie van audio-inputuitzonderingen in te schakelen. 3. Schakel het selectievakje Detectie van sterke toename van geluidsintensiteit in om detectie van sterke toename in geluidsniveau in te schakelen. Gevoeligheid: Bereik [1-100]. Hoe lager de waarde is, hoe groter de toename moet zijn om de detectie te triggeren. Drempel geluidsintensiteit: Bereik [1-100]. Hiermee wordt omgevingsgeluid gefilterd. Hoe meer omgevingsgeluid er is, hoe hoger u de waarde moet instellen. U kunt de waarde aanpassen aan de werkelijke situatie. 4. Schakel het selectievakje Detectie van sterke afname van geluidsintensiteit in om detectie van sterke afname in geluidsniveau in te schakelen. Gevoeligheid: Bereik [1-100]. Hoe lager de waarde is, hoe groter de toename moet zijn om de detectie te triggeren. 5. Klik op om het activeringsschema te bewerken. De configuratie van het activeringsschema verloopt hetzelfde als het instellen van het

97 96 activeringsschema voor bewegingsdetectie. Raadpleeg stap 2 in Sectie Bewegingsdetectie configureren. 6. Schakel het selectievakje in om de koppelingsmethode voor audio-uitzonderingen te selecteren. U kunt de volgende methoden selecteren: het surveillancecentrum informeren, een verzenden, alarmoutput triggeren, enzovoort. Raadpleeg stap 3 in Sectie Bewegingsdetectie configureren. 7. Klik op om de instellingen op te slaan Dubbele VCA configureren Doel: Schakel de VCA-functie in om informatie over de objecten (zoals personen, voertuigen, enzovoort) in de videostream te markeren. U kunt regels instellen op het aangesloten back-endapparaat om gebeurtenissen te detecteren, zoals lijnoverschrijding, indringing, enzovoort. 1. Open de interface voor configuratie van dubbele VCA. Configuratie > Gevorderde configuratie > Video/Audio > Informatie weergeven In stream. 2. Schakel het selectievakje Dubbele VGA inschakelen in. 3. Klik op om de instellingen op te slaan Indringerdetectie configureren Met indringerdetectie kun u een gebied binnen de surveillancescène markeren. Zodra een object het gebied betreedt, wordt de ingestelde alarmreactie getriggerd. 1. Open de interface voor indringerdetectie: Configuratie > Gevorderde configuratie > Gebeurtenissen > Indringerdetectie 2. Schakel het selectievakje Indringerdetectie inschakelen in.

98 97 Figure 6-56 Gebied voor indringing configureren 3. De getriggerde gebeurtenis en aan de parkeeractie gerelateerde PTZ-beweging worden 180 seconden vergrendeld nadat u de interface voor indringerdetectie hebt geopend. U kunt optioneel op de knop klikken om de beweging handmatig te activeren, of de beweging vergrendelen door op de knop te klikken wanneer deze verandert in. 4. Teken het gebied. (1) Selecteer het regionummer in de vervolgkeuzelijst. (2) Klik op om een rechthoek op het beeld te teken en zo een beschermd gebied in te stellen. (3) Klik op het beeld om een hoek van de rechthoek op te geven en klik op de rechtermuisknop nadat de vier hoeken zijn geconfigureerd. Er worden maximaal vier gebieden ondersteund. Klik op om de getekende gebieden te wissen. 5. Configureer de parameters afzonderlijk voor elk beschermd gebied. Drempel: Bereik [0-10 seconden]. De drempelwaarde voor de tijd dat een object in het gebied blijft. Als u de waarde instelt op 0, wordt het alarm getriggerd direct nadat het object het gebied heeft betreden. Gevoeligheid: Bereik [1-100]. De gevoeligheidswaarde definieert de grootte van objecten waardoor het alarm wordt getriggerd. Als de gevoeligheid op een hoge waarde is ingesteld, kan het alarm worden getriggerd door uiterst

99 98 kleine objecten. Doel detecteren: U kunt in de vervolgkeuzelijst personen, voertuigen of allebei (personen en voertuigen) selecteren als detectiedoel. Als u de optie Persoon selecteert, worden alleen personen geïdentificeerd als detectieobjecten. Bij de optie Voertuig worden alleen voertuigen gedetecteerd. 6. Klik op om het activeringsschema voor indringerdetectie te bewerken. De configuratie van het activeringsschema verloopt hetzelfde als het instellen van het activeringsschema voor bewegingsdetectie. Raadpleeg stap 2 in Sectie Bewegingsdetectie configureren. 7. Schakel het selectievakje in om de koppelingsmethode te selecteren, zoals het informeren van het surveillancecentrum, het verzenden van , het triggeren van een kanaal en het triggeren van alarmoutput. Raadpleeg stap 3 in Sectie Bewegingsdetectie configureren. 8. Klik op om de instellingen op te slaan Detectie van lijnoverschrijding configureren Detectie voor virtuele vlakken kan worden toegepast voor indringerdetectie. Zodra indringing van het virtuele vlak wordt gedetecteerd op basis van de geconfigureerde richting, wordt een ingestelde alarmactie getriggerd. 1. Open de interface voor detectie van lijnoverschrijding: Configuratie > Gevorderde configuratie > Gebeurtenissen > Virtueel vlak oversteken 2. Schakel het selectievakje Virtueel vlak oversteken in. 3. Selecteer de te configureren lijn in de vervolgkeuzelijst. 4. De getriggerde gebeurtenis en aan de parkeeractie gerelateerde PTZ-beweging worden 180 seconden vergrendeld nadat u de interface voor lijnoverschrijdingsdetectie hebt geopend. U kunt optioneel op de knop klikken om de beweging handmatig te activeren, of de beweging vergrendelen

100 99 door op de knop te klikken wanneer deze verandert in. 5. Teken het gebied. Figure 6-57 De lijn configureren (1) Klik op om een lijn op het beeld te tekenen. (2) Klik op de lijn om naar de bewerkingsmodus te schakelen. Klik en versleep de uiteinden om de lengte en hoek van de lijn aan te passen. Klik en versleep de lijn om de locatie ervan aan te passen. Er worden maximaal vier lijnen ondersteund. 6. Configureer de parameters afzonderlijk voor elk beschermd gebied. Richting: Selecteer de richting in de vervolgkeuzelijst. U kunt kiezen uit A<->B, A->B en B->A. Gevoeligheid: Bereik [1-100]. De gevoeligheidswaarde definieert de grootte van objecten waardoor het alarm wordt getriggerd. Als de gevoeligheid op een hoge waarde is ingesteld, kan het alarm worden getriggerd door uiterst kleine objecten. Doel detecteren: U kunt in de vervolgkeuzelijst personen, voertuigen of allebei (personen en voertuigen) selecteren als detectiedoel. Als u de optie Persoon selecteert, worden alleen personen geïdentificeerd als detectieobjecten. Bij de optie Voertuig worden alleen voertuigen gedetecteerd. 7. Klik op om het activeringsschema voor lijnoverschrijdingsdetectie te

101 100 bewerken. De configuratie van het activeringsschema verloopt hetzelfde als het instellen van het activeringsschema voor bewegingsdetectie. Raadpleeg stap 2 in Sectie Bewegingsdetectie configureren. 8. Schakel het selectievakje in om de koppelingsmethode te selecteren, zoals het informeren van het surveillancecentrum, het verzenden van , uploaden naar FTP, het triggeren van een kanaal en het triggeren van alarmoutput. Raadpleeg stap 3 in Sectie Bewegingsdetectie configureren. 9. Klik op om de instellingen op te slaan Gezichtsdetectie configureren Doel: Als gezichtsdetectie is ingeschakeld en er zich een gezicht in het surveillancegebied bevindt, wordt het gezicht gedetecteerd en kunnen verschillende acties worden getriggerd na de detectie. 1. Schakel het selectievakje Gezichtsdetectie inschakelen in. 2. (Optioneel) Schakel het selectievakje Dynamische analyse voor gezichtsdetectie inschakelen in als u de gedetecteerde gezichten in de liveweergave wilt markeren met rechthoeken. Figure 6-58 Gezichtsdetectie configureren 3. Configureer de gevoeligheid voor gezichtsdetectie. Gevoeligheid: Bereik [1-5]. De gevoeligheidswaarde definieert de grootte van objecten waardoor het alarm wordt getriggerd. Als de gevoeligheid op een hoge waarde is ingesteld, kan het alarm worden getriggerd door uiterst kleine objecten. 4. Klik op om het activeringsschema voor gezichtsdetectie te bewerken. De configuratie van het activeringsschema verloopt hetzelfde als het instellen van het activeringsschema voor bewegingsdetectie. Raadpleeg stap 2 in Sectie Bewegingsdetectie configureren. 5. Schakel het selectievakje in om de koppelingsmethode voor gezichtsdetectie te

102 101 selecteren. U kunt de volgende methoden selecteren: het surveillancecentrum informeren, een verzenden, uploaden naar FTP, kanaal triggeren, slimme tracking en alarmoutput triggeren. Raadpleeg stap 3 in Sectie Bewegingsdetectie configureren. 6. Klik op om de instellingen op te slaan Detectie van betreden van gebied Doel: Met de functie voor detectie van het betreden van gebieden worden personen, voertuigen of andere objecten gedetecteerd die virtuele gebieden binnengaan en hier blijven. Er kunnen verschillende acties worden ondernomen wanneer een alarm wordt getriggerd. 1. Open de interface voor instellingen voor detectie van het betreden van gebieden: Configuratie > Gevorderde configuratie > Smart Gebeurtenis > Detectie van betreden van gebied 2. Schakel het selectievakje Detectie van betreden van gebied inschakelen in om de functie in te schakelen. Figure 6-59 Detectie van betreden van gebied configureren 3. Selecteer de regio in de vervolgkeuzelijst voor detectie-instellingen.

103 Klik op de knop om het tekenen van het gebied te starten. 5. Klik op de livevideo om de vier zijden van het detectiegebied op te geven. Klik op de rechtermuisknop om het tekenen te voltooien. Herhaal deze stap om andere gebieden te configureren. U kunt maximaal 4 gebieden instellen. Klik op de knop om alle vooraf gedefinieerde gebieden te wissen. 6. Stel het detectiedoel in voor detectie van het betreden van gebieden. U kunt in de vervolgkeuzelijst personen, voertuigen of allebei (personen en voertuigen) selecteren als detectiedoel. Als u de optie Persoon selecteert, worden alleen personen geïdentificeerd als detectieobjecten. Bij de optie Voertuig worden alleen voertuigen gedetecteerd. 7. Klik op de knop om het activeringsschema in te stellen. Raadpleeg stap 2 in Sectie Bewegingsdetectie configureren. 8. Selecteer de koppelingsmethoden voor detectie van het betreden van gebieden, zoals het informeren van het surveillancecentrum, het verzenden van , het uploaden naar FTP, het triggeren van een kanaal, het triggeren van alarmoutput en slimme tracking. Raadpleeg stap 3 in Sectie Bewegingsdetectie configureren. 9. Klik op de knop om de instellingen op te slaan Detectie van verlaten van gebied Doel: Met de functie voor detectie van het verlaten van gebieden worden personen, voertuigen of andere objecten gedetecteerd die vooraf gedefinieerde virtuele gebieden verlaten. Er kunnen verschillende acties worden ondernomen wanneer een alarm wordt getriggerd. 1. Open de interface voor instellingen voor detectie van het verlaten van gebieden: Configuratie > Gevorderde configuratie > Smart Gebeurtenis > Detectie van verlaten van gebied 2. Schakel het selectievakje Detectie van verlaten van gebied inschakelen in om de functie in te schakelen.

104 103 Figure 6-60 Detectie van verlaten van gebied configureren 3. Selecteer de regio in de vervolgkeuzelijst voor detectie-instellingen. 4. Klik op de knop om het tekenen van het gebied te starten. 5. Klik op de livevideo om de vier zijden van het detectiegebied op te geven. Klik op de rechtermuisknop om het tekenen te voltooien. Herhaal deze stap om andere gebieden te configureren. U kunt maximaal 4 gebieden instellen. Klik op de knop om alle vooraf gedefinieerde gebieden te wissen. 6. Stel het detectiedoel in voor detectie van het betreden van gebieden. U kunt in de vervolgkeuzelijst personen, voertuigen of allebei (personen en voertuigen) selecteren als detectiedoel. Als u de optie Persoon selecteert, worden alleen personen geïdentificeerd als detectieobjecten. Bij de optie Voertuig worden alleen voertuigen gedetecteerd. 7. Klik op de knop om het activeringsschema in te stellen. Raadpleeg stap 2 in Sectie Bewegingsdetectie configureren. 8. Selecteer de koppelingsmethoden voor detectie van het verlaten van gebieden, zoals het informeren van het surveillancecentrum, het verzenden van , het uploaden naar FTP, het triggeren van een kanaal, het triggeren van alarmoutput en slimme tracking. Raadpleeg stap 3 in Sectie Bewegingsdetectie configureren. 9. Klik op de knop om de instellingen op te slaan. Chapter 7 Opname-instellingen Voordat u begint:

105 104 Als u de opname-instellingen wilt configureren, moet u ervoor zorgen dat er een netwerkopslagapparaat is aangesloten op het netwerk, of dat er een opslagkaart in de toepasselijke kaartsleuf is geplaatst. Raadpleeg de installatiehandleiding voor de locatie van de sleuf voor opslagkaarten. 7.1 NAS-instellingen configureren Voordat u begint: De netwerkschijf moet beschikbaar zijn in het netwerk en deze moet correct zijn geconfigureerd voor opslag van opgenomen bestanden, logboekbestanden, enzovoort. 1. Open de interface voor NAS-instellingen (Network-Attached Storage): Configuratie > Gevorderde configuratie > Opslag > NAS 2. Selecteer het NAS-type: NFS of SMB/CIFS. Als u SMB/CIFS selecteert, moet u de gebruikersnaam en het wachtwoord invoeren. We raden aan een sterk wachtwoord te gebruiken voor alle functies en netwerkapparaten om uw privacy te garanderen en uw systeem beter te beschermen tegen beveiligingsrisico's. Om de beveiliging van het product te verbeteren, moet het gekozen wachtwoord minimaal 8 tekens bevatten, inclusief hoofdletters, kleine letters, cijfers en speciale tekens. De juiste configuratie van alle wachtwoorden en andere beveiligingsinstellingen is de verantwoordelijkheid van de installateur en/of eindgebruiker. Figure 7-1 NAS-type selecteren 3. Voer het IP-adres van de netwerkschijf in. De standaardopmaak van het bestandspad voor NFS-opslag is /dvr/test, zoals weergegeven in Figure 7-2. De standaardopmaak van het bestandspad voor SMB/CIFS-opslag is /test. Figure 7-2 Netwerkschijf toevoegen

106 Klik op om de netwerkschijf toe te voegen. U kunt maximaal 8 NAS-schijf verbinden met de speed dome. 7.2 Opslag initialiseren en configureren 1. Initialiseer de lokale schijf of toegevoegde netwerkschijf. (1) Open de interface voor HDD-instellingen (Gevorderde configuratie > Opslag > Opslagbeheer). Hier kunt u de capaciteit, de vrije ruimte, de status, het type en de eigenschappen van de schijf bekijken. (2) Als de status van de schijf Niet geïnitialiseerd is, zoals weergegeven in Figure 7-3, schakelt u het toepasselijke selectievakje in om de schijf te selecteren en klikt u op om de initialisatie van de schijf te starten. Figure 7-3 Schijf initialiseren Figure 7-4 Initialiseren Wanneer de initialisatie is voltooid, wordt de status van de schijf ingesteld op Normaal, zoals weergegeven in Figure 7-5. Figure 7-5 Schijfstatus weergeven 2. Configureer de quota voor het opslaan van video's en afbeeldingen. Voer het percentage voor afbeeldingen en opnamen in het tekstveld in. Het totale percentage moet 100% zijn.

107 106 Figure 7-6 Quota instellen 7.3 Opnameschema configureren Voordat u begint: Zorg ervoor dat er een lokale opslagkaart in de speed dome is geplaatst of dat de netwerkopslag aan de speed dome is toegevoegd. Doel: Er bestaan twee opnamemethoden voor de speed domes: handmatige en geplande opnamen. Voor handmatige opnamen raadpleegt u Sectie 4.4 Beelden handmatig opnemen en vastleggen. Volg de instructies in deze sectie op om geplande opname te configureren. De opnamebestanden van geplande opnamen worden standaard opgeslagen op de SD-kaart (indien ondersteund) of op de netwerkschijf. 1. Open de interface voor het opnameschema: Configuratie > Gevorderde configuratie > Opslag > Opnameschema

108 107 Figure 7-7 Interface voor opnameschema 2. Schakel het selectievakje Zet opnameschema aan in om deze geplande opnamen in te schakelen. 3. Stel de opnameparameters voor de speed dome in. Figure 7-8 Opnameparameters Pre-record: De tijd vóór de geplande tijd of gebeurtenis die u wilt opnemen. Als opname om 10:00 wordt getriggerd door een alarm en de tijd voor Vooropname is ingesteld op 5 seconden, begint de opname op de speed dome bijvoorbeeld om 9:59:55. De tijd voor Pre-record kan worden geconfigureerd met de volgende instellingen: geen vooropname, 5 s, 10 s, 15 s, 20 s, 25 s, 30 s of onbeperkt. De tijd voor Pre-record wordt gewijzigd op basis van de videobitrate. Post-record: De tijd na de geplande tijd of gebeurtenis die u wilt opnemen. Als opname voor een alarm wordt beëindigd om 11:00 en de tijd voor Post-record is ingesteld op 5 seconden, wordt de opname op de speed dome voortgezet tot 11:00:05. De tijd voor Post-record kan worden geconfigureerd met de volgende instellingen: 5 s, 10 s, 30 s, 1 min, 2 min, 5 min of 10 min.

109 108 De parameters voor Pre-record en Post-record verschillen, afhankelijk van het speed dome-model. Overschrijf: Als u deze functie inschakelt en de HDD vol raakt, worden de oudste opnamebestanden automatisch overschreven door nieuwe opnamebestanden. Streamopname: U kunt het streamtype voor opnamen instellen. U kunt kiezen uit Hoofdstream en Substream. Als u de substream selecteert, kunt u langer opnemen met dezelfde opslagcapaciteit. 4. Klik op om het opnameschema te bewerken. Figure 7-9 Opnameschema 5. Kies de dag waarvoor het opnameschema moet worden ingesteld. (1) Opname gedurende de hele dag of segmentopname instellen: Als u opname gedurende de hele dag wilt configureren, schakelt u het selectievakje Hele dag in. Als u wilt opnemen in verschillende tijdsegmenten, schakelt u het selectievakje Aanpassen in. Stel de begintijd en eindtijd in. Er mag geen overlap bestaan tussen de tijden van de verschillende segmenten. Er kunnen maximaal 8 segmenten worden geconfigureerd voor de verschillende dagen. (2) Selecteer een opnametype. Het opnametype kan worden ingesteld op Normaal, Bewegingsdetectie, Alarm, Beweging Alarm, Beweging & Alarm, Gezichtsdetectie, Indringerdetectie, Virtueel vlak oversteken,

110 109 Audio-uitzondering detecteren en Alle gebeurtenissen. Normaal Als u Normaal selecteert, wordt de video automatisch opgenomen op basis van de tijden van het schema. Opname getriggerd door bewegingsdetectie Als u Bewegingsdetectie selecteert, wordt er video opgenomen wanneer er beweging wordt gedetecteerd. Naast de configuratie van het opnameschema moet u het gebied voor bewegingsdetectie instellen en het selectievakje Triggerkanaal inschakelen voor de optie Koppelingsmethode in de interface voor bewegingsdetectie-instellingen. Raadpleeg stap 1 in Sectie Bewegingsdetectie configureren voor gedetailleerde informatie. Opname getriggerd door alarm Als u Alarm selecteert, wordt er video opgenomen wanneer het alarm wordt getriggerd via de externe alarminputkanalen. Naast de configuratie van het opnameschema moet u het alarmtype instellen en het selectievakje Triggerkanaal inschakelen voor de optie Koppelingsmethode in de interface voor alarminputinstellingen. Raadpleeg Sectie Externe alarminputs configureren voor gedetailleerde informatie. Opname getriggerd door beweging en alarm Als u Beweging & Alarm selecteert, wordt er video opgenomen wanneer er tegelijkertijd beweging wordt gedetecteerd en een alarm wordt getriggerd. Naast de configuratie van het opnameschema moet u de instellingen in de interfaces voor bewegingsdetectie en alarminputinstellingen configureren. Raadpleeg Sectie en Sectie voor gedetailleerde informatie. Opname getriggerd door beweging of alarm Als u Beweging Alarm selecteert, wordt er video opgenomen wanneer het externe alarm wordt getriggerd of er beweging wordt gedetecteerd. Naast de configuratie van het opnameschema moet u de instellingen in de interfaces voor bewegingsdetectie en alarminputinstellingen configureren. Raadpleeg Sectie en Sectie voor gedetailleerde informatie. Opname getriggerd door detectie van audio-uitzonderingen Als u Audio-uitzondering detecteren selecteert, wordt er video opgenomen wanneer audio-uitzonderingen worden gedetecteerd. Naast de configuratie van het opnameschema moet u de instellingen in de interface Audio-uitzondering detecteren configureren. Raadpleeg Sectie voor gedetailleerde informatie. Opname getriggerd door andere slimme gebeurtenissen De volgende slimme gebeurtenissen zijn beschikbaar: lijnoverschrijdingsdetectie, indringerdetectie, detectie van het betreden van gebieden en detectie van het verlaten van gebieden. Als u een van deze slimme gebeurtenissen inschakelt, wordt er video opgenomen wanneer de geselecteerde slimme gebeurtenis wordt getriggerd. Naast de configuratie

111 110 van het opnameschema moet u de instellingen in de instellingeninterface voor de gewenste gebeurtenis configureren. Opname getriggerd door alle gebeurtenissen Als u Alle gebeurtenissen selecteert, wordt er video opgenomen wanneer een van de gebeurtenissen wordt gedetecteerd. (3) Schakel het selectievakje in en klik op om de instellingen van deze dag te kopiëren naar de hele week. U kunt ook selectievakjes vóór datums inschakelen en op klikken. (4) Klik op om de instellingen op te slaan en de interface Opnameschema bewerken te verlaten. 6. Klik op om de instellingen op te slaan. 7.4 Instellingen voor snapshots configureren Doel: U kunt geplande snapshots en door gebeurtenissen getriggerde snapshots configureren. U kunt de vastgelegde afbeeldingen uploaden naar een FTP-server. Basisinstellingen 1. Open de interface voor instellingen voor snapshots: Configuratie > Gevorderde configuratie > Opslag > Snapshot

112 111 Figure 7-10 Instellingen voor snapshots 2. Schakel het selectievakje Zet timing-snapshot aan in om continusnapshots in te schakelen en configureer het schema voor getimede snapshots. Schakel het selectievakje Zet trigger gebeurtenis-snapshot aan in om door gebeurtenissen getriggerde snapshots in te schakelen. 3. Selecteer de kwaliteit van de snapshot. 4. Stel het tijdsinterval tussen twee snapshots in. 5. Klik op om de instellingen op te slaan. Uploaden naar FTP Controleer of de FTP-server online is. Volg de onderstaande configuratie-instructies op om de snapshots te uploaden naar een FTP-server. Continusnapshots uploaden naar FTP 1) Schakel het selectievakje Zet timing-snapshot aan in.

113 112 2) Configureer de FTP-instellingen en schakel het selectievakje in de interface voor FTP-instellingen in. Raadpleeg Sectie FTP-instellingen configureren voor meer informatie over de configuratie van FTP-parameters. Door gebeurtenissen getriggerde snapshots uploaden naar FTP 1) Schakel het selectievakje Zet trigger gebeurtenis-snapshot aan in. 2) Configureer de FTP-instellingen en schakel het selectievakje in de interface voor FTP-instellingen in. Raadpleeg Sectie FTP-instellingen configureren voor meer informatie over de configuratie van FTP-parameters. 3) Schakel het selectievakje in de instellingen voor bewegingsdetectie of alarminputs in. Raadpleeg stap 3 in Sectie Bewegingsdetectie configureren.

114 Gebruikershandleiding voor Network Speed Dome 113 Chapter 8 Afspelen Doel: In deze sectie wordt uitgelegd hoe u op afstand opgenomen videobestanden kunt weergeven die zijn opgeslagen op netwerkschijven. Taak 1: De videobestanden afspelen 1. Klik op op de menubalk om de afspeelinterface te openen. Figure 8-1 Afspeelinterface 2. Selecteer de datum en klik op. Figure 8-2 Video's zoeken 3. Klik op om de videobestanden af te spelen die voor deze datum zijn gevonden.

115 114 De werkbalk onder aan de afspeelinterface kan worden gebruikt om het afspeelproces te beheren. Figure 8-3 Afspeelwerkbalk Table 8-1 Beschrijvingen van de knoppen Knop Bediening Knop Bediening / Afspelen/onderbreken Stoppen Vertragen Frame voor frame afspelen / Beeld vastleggen / Videobestanden downloaden Afspeelstatus weergeven Versnellen Audio aan en volume aanpassen/dempen Het maken van videoclipbestanden starten/stoppen Vastgelegde afbeeldingen downloaden U kunt in de interface Lokale configuratie lokale bestandspaden kiezen voor gedownloade videobestanden en afbeeldingen die u wilt afspelen. Raadpleeg Sectie 6.1 Lokale parameters configureren voor meer informatie. Versleep de voortgangsbalk met de muis om een specifiek afspeelpunt te selecteren. U kunt ook de tijd invoeren en op in het veld Stel afspeeltijd in. U kunt ook op de voortgangsbalk. klikken om het afspeelpunt te selecteren klikken om in of uit te zoomen op Figure 8-4 Afspeeltijd instellen

116 115 Figure 8-5 Voortgangsbalk Met de verschillende kleuren van de video in de voortgangsbalk worden de verschillende videotypen aangeduid, zoals weergegeven in Figure 8-6. Figure 8-6 Videotype Taak 2: De videobestanden downloaden 1. Klik op in de afspeelinterface. Het pop-upmenu wordt weergegeven in Figure Stel de begintijd en eindtijd in. Klik op Zoeken. De resulterende videobestanden worden aan de linkerkant weergegeven. Figure 8-7 Downloadinterface voor video's 3. Schakel het selectievakje vóór de videobestanden in voor de bestanden die u wilt downloaden. 4. Klik op om de videobestanden te downloaden. In de voortgangsratio wordt de downloadratio van het videobestand weergegeven. Klik op om het downloaden te stoppen. Met het totale aantal wordt het aantal videobestanden aangegeven.

117 116 Taak 3: De vastgelegde afbeeldingen downloaden 1. Klik op in de afspeelinterface. Het pop-upmenu wordt weergegeven in Figure Stel het koppelingstype voor het vastleggen van afbeeldingen in, zoals tijd, alarm, beweging, enzovoort. 3. Stel de begintijd en eindtijd in. Klik op Zoeken. De resulterende afbeeldingsbestanden worden aan de linkerkant weergegeven. 4. Schakel het selectievakje vóór de bestanden in voor de bestanden die u wilt downloaden. 5. Klik op om de bestanden te downloaden. Figure 8-8 Downloadinterface voor afbeeldingen

118 Gebruikershandleiding voor Network Speed Dome 117 Chapter 9 Zoeken in logboeken Doel: De werking, alarmen, uitzonderingen en informatie voor de speed dome kunnen worden opgeslagen in logboekbestanden. U kunt de logboekbestanden naar wens exporteren. Voordat u begint: Configureer de netwerkopslag voor de speed dome of plaats een SD-kaart in de speed dome. 1. Klik op op de menubalk om de interface voor zoekopdrachten voor logboeken te openen. Figure 9-1 Interface voor zoeken in logboeken 2. Stel de zoekvoorwaarden voor logboeken in om de zoekopdracht op te geven, inclusief het hoofdtype, subtype, de begintijd en eindtijd, zoals weergegeven in Figure Klik op om het zoeken naar logboekbestanden te starten. De overeenkomende logboekbestanden worden weergegeven in de Logboek-interface. Figure 9-2 Zoeken in logboeken

119 Als u de logboekbestanden wilt exporteren, klikt u op om de logboekbestanden op uw computer op te slaan.

120 Gebruikershandleiding voor Network Speed Dome 119 Chapter 10 Overig 10.1 Gebruikersaccounts beheren Open de interface voor gebruikersbeheer: Configuratie > Basisconfiguratie > Beveiliging > Gebruiker Of Configuratie > Gevorderde configuratie > Beveiliging > Gebruiker De admin-gebruiker is gemachtigd om andere accounts te maken, bewerken of verwijderen. Er kunnen maximaal 32 gebruikersaccounts worden gemaakt. Een gebruiker toevoegen Figure 10-1 Gebruikersinformatie 1. Klik op om een gebruiker toe te voegen. 2. Voer de nieuwe gebruikersnaam in, selecteer het niveau en voer het wachtwoord in. We raden aan een sterk wachtwoord te gebruiken voor alle functies en netwerkapparaten om uw privacy te garanderen en uw systeem beter te beschermen tegen beveiligingsrisico's. Om de beveiliging van het product te verbeteren, moet het gekozen wachtwoord minimaal 8 tekens bevatten, inclusief hoofdletters, kleine letters, cijfers en speciale tekens. De juiste configuratie van alle wachtwoorden en andere beveiligingsinstellingen is de verantwoordelijkheid van de installateur en/of eindgebruiker. Met het niveau worden de toestemmingen aangegeven die u aan de gebruiker verleent. U kunt de gebruiker definiëren als Operator of Gebruiker. 3. In de velden Basistoegang en Cameraconfiguratie kunt u toestemmingen in- en uitschakelen voor de nieuwe gebruiker. 4. Klik op om het toevoegen van de gebruiker te voltooien.

121 120 Figure 10-2 Een gebruiker toevoegen Een gebruiker wijzigen 1. Klik om een gebruiker in de lijst te selecteren en klik op. 2. Wijzig de gebruikersnaam, het niveau of het wachtwoord. 3. In de velden Basistoegang en Cameraconfiguratie kunt u toestemmingen in- en uitschakelen. 4. Klik op om het wijzigen van de gebruiker te voltooien. Figure 10-3 Een gebruiker wijzigen

122 121 Een gebruiker verwijderen 1. Klik op de naam van de gebruiker die u wilt verwijderen en klik op. 2. Klik op in het weergegeven bevestigingsvenster om de gebruiker te verwijderen Verificatie configureren Doel: U kunt de streamgegevens van de liveweergave specifiek beveiligen. 1. Open de interface voor verificatie: Configuratie > Gevorderde configuratie > Beveiliging > Verificatie 2. Stel de verificatiemodus in op RTSP-verificatie. RTSP-authenticiteit: Selecteer de verificatiemodus Basis of Uitschakelen in de vervolgkeuzelijst om RTSP-verificatie in of uit te schakelen. 3. Klik op om de instellingen op te slaan Anoniem bezoek configureren Als u deze functie inschakelt, worden bezoeken toegestaan van gebruikers zonder gebruikersnaam of wachtwoord voor het apparaat. Alleen de liveweergave is beschikbaar voor anonieme gebruikers. 1. Open de interface voor anoniem bezoek: Configuratie > Gevorderde configuratie > Beveiliging > Anoniem bezoek Figure 10-4 Anoniem bezoek 2. Selecteer voor de toestemming Anoniem bezoek de optie Inschakelen of

123 122 Uitschakelen in de vervolgkeuzelijst om anoniem bezoek in of uit te schakelen. 3. Klik op Opslaan om de instellingen op te slaan. Er wordt een selectievakje Anoniem weergegeven als u zich de volgende keer aanmeldt. Figure 10-5 Aanmeldingsinterface met selectievakje Anoniem 4. Schakel het selectievakje Anoniem in en klik op Aanmelden. Door anonieme toegang tot de liveweergavefunctie te verlenen, stelt u anderen in staat om toegang te krijgen tot uw speed dome en livebeelden te bekijken zonder dat er aanmeldingsgegevens worden ingevuld. Het is daarom bij het toestaan van de functie voor anonieme liveweergave, van kritiek belang dat het weergaveveld van de camera geen impact heeft op de privacy van personen doordat er afbeeldingen worden vastgelegd zonder autorisatie daartoe. Omdat videosurveillance van nature inbreuk maakt op de privacy, is de surveillance niet geschikt voor gebieden waar mensen een hoge mate van privacy verwachten te hebben IP-adresfilter configureren Als u deze functie inschakelt, kunt u aanmelding via bepaalde IP-adressen wel of niet toestaan. Filtertype Beschrijving De IP-adressen die zijn toegevoegd in de Verboden interface IP-adresfilter, geen toestemming geven voor aanmelding. Alleen de IP-adressen die zijn toegevoegd in de Toegestaan interface IP-adresfilter, toestemming geven voor aanmelding.

124 123 Figure 10-6 IP-adresfilter 10.5 Instellingen voor de beveiligingsservice configureren 1. Open de interface Beveiligingsservice: Configuratie > Gevorderde configuratie > Beveiliging > Beveiligingsservice 2. Schakel het selectievakje in om de SSH-functie in te schakelen. SSH inschakelen: Als u de SSH-functie (Secure Shell) inschakelt, worden de gegevens versleuteld en gecomprimeerd om de verzendtijd te beperken Apparaatinformatie weergeven Open de interface voor apparaatinformatie: Configuratie > Basisconfiguratie > Systeem > Apparaatinformatie Of Configuratie > Gevorderde configuratie > Systeem > Apparaatinformatie In de interface Apparaatinformatie kunt u de apparaatnaam bewerken. De volgende overige informatie wordt weergegeven: model, apparaatnummer, serienummer, firmwareversie, coderingsversie, aantal kanalen, aantal HDD's, aantal alarminputs en aantal alarmoutputs. De informatie in dit menu kan niet worden gewijzigd. Dit zijn referentiegegevens voor onderhoud of toekomstige wijzigingen. Figure 10-7 Apparaatinformatie

125 Onderhoud De speed dome opnieuw starten 1. Open de interface voor onderhoud: Configuratie > Basisconfiguratie > Systeem > Onderhoud Of Configuratie > Gevorderde configuratie > Systeem > Onderhoud 2. Klik op om de network speed dome op afstand opnieuw te starten Standaardinstellingen herstellen 1. Open de interface voor onderhoud: Configuratie > Basisconfiguratie > Systeem > Onderhoud Of Configuratie > Gevorderde configuratie > Systeem > Onderhoud 2. Klik op of om de standaardinstellingen te herstellen. Door op de knop te klikken, worden alle parameters teruggezet op de standaardinstellingen, inclusief het IP-adres en de gebruikersinformatie. Wees voorzichtig met het gebruik van deze knop. Figure 10-8 Standaardinstellingen herstellen Configuratiebestand importeren/exporteren 1. Open de interface voor onderhoud: Configuratie > Basisconfiguratie > Systeem > Onderhoud

126 125 Of Configuratie > Gevorderde configuratie > Systeem > Onderhoud 2. Klik op om het lokale configuratiebestand te selecteren. Klik op om het importeren van het configuratiebestand te starten. U moet de speed dome opnieuw starten nadat u het configuratiebestand hebt geïmporteerd. 3. Klik op en stel de opslaglocatie voor het configuratiebestand in de lokale opslag in. Figure 10-9 Configuratiebestand importeren/exporteren Het systeem upgraden 1. Open de interface voor onderhoud: Configuratie > Basisconfiguratie > Systeem > Onderhoud Of Configuratie > Gevorderde configuratie > Systeem > Onderhoud 2. Selecteer het firmwarebestand of de firmwaremap. Firmware: als u Firmware selecteert, moet u het firmwarebestand op de computer zoeken om een upgrade voor het apparaat uit te voeren. Firmwaremap: Kies de map waarin het firmwarebestand zich bevindt. Het firmwarebestand wordt dan automatisch gevonden op het apparaat. 3. Klik op om het lokale upgradebestand te selecteren. Klik op om de upgrade op afstand te starten. Het upgradeproces duurt 1 tot 10 minuten. Verwijder de voeding van de speed dome niet tijdens het upgradeproces. De speed dome wordt automatisch opnieuw gestart na de upgrade.

127 126 Figure Upgrade op afstand 10.8 RS-485 configureren Doel: De seriële RS-485-poort wordt gebruikt om de PTZ van de camera te bedienen. De configuratie van de PTZ-parameters moet worden uitgevoerd voordat u de PTZ-eenheid gaat bedienen. 1. Open de interface voor RS-485-poortinstellingen: Configuratie> Gevorderde configuratie > Systeem > RS-485 Figure RS-485-instellingen 2. Stel de RS-485-parameters in en klik op om de instellingen op te slaan. De parameters voor baudrate, PTZ-protocol en PTZ-adres voor de speed dome moeten exact overeenkomen met die van het bedieningsapparaat Aanvullende verlichting configureren

128 Open de interface voor configuratie van de verbinding op afstand: Configuratie > Gevorderde configuratie > Systeem > Service 2. Schakel het selectievakje om de functie voor aanvullende verlichting in te schakelen. De verlichting wordt automatisch ingeschakeld wanneer er onvoldoende licht is voor videomonitoring. 3. Klik op de knop om de instellingen te activeren Verbinding op afstand configureren 1. Open de interface voor configuratie van de verbinding op afstand: Configuratie > Gevorderde configuratie > Systeem > Service 2. Voer een waarde in het tekstveld in om de bovengrens voor het aantal verbindingen op afstand in te stellen. Als u het aantal verbindingen op afstand bijvoorbeeld instelt op 10, kan de 11e verbinding op afstand niet tot stand worden gebracht. Figure Verbindingsinstellingen voor liveweergave 3. Klik op de knop om de instellingen te activeren.

129 Gebruikershandleiding voor Network Speed Dome 128 Appendix Appendix 1 - Inleiding tot SADP-software Beschrijving van SADP SADP (Search Active Devices Protocol) is een gebruiksvriendelijk zoekprogramma voor online apparaten waarvoor geen installatie vereist is. Met dit programma worden actieve online apparaten binnen uw subnet gezocht, en wordt informatie weergegeven over deze apparaten. U kunt ook de basisnetwerkinformatie wijzigen voor de apparaten waarop deze software wordt gebruikt. Actieve online apparaten zoeken Automatisch online apparaten zoeken Nadat u de SADP-software hebt gestart, wordt er elke 15 seconden automatisch gezocht naar online apparaten in het subnet waarin uw computer zich bevindt. Het totale aantal gevonden apparaten en informatie over deze apparaten worden weergegeven in de interface voor online apparaten. Er wordt apparaatinformatie weergegeven, zoals het apparaattype, IP-adres en poortnummer. Afbeelding A.1.1 Online apparaten zoeken Apparaten kunnen 15 seconden nadat ze online zijn gegaan, worden gevonden en weergegeven. De apparaten worden 45 seconden nadat ze offline

130 129 zijn gegaan, uit de lijst verwijderd. Handmatig online apparaten zoeken U kunt ook op klikken om de lijst met online apparaten handmatig te vernieuwen. De nieuwe gevonden apparaten worden aan de lijst toegevoegd. Klik op of voor de verschillende kolomkoppen om de informatie te ordenen. Klik op om de apparaattabel uit te breiden en het venster met netwerkparameters aan de rechterzijde te verbergen. Klik op netwerkparameters opnieuw weer te geven. Netwerkparameters wijzigen om het venster met 1. Selecteer in de apparaatlijst het apparaat dat u wilt wijzigen. De netwerkparameters van het apparaat worden weergegeven in het venster Netwerkparameters wijzigen aan de rechterzijde. 2. Bewerk de netwerkparameters die kunnen worden gewijzigd, zoals het IP-adres en poortnummer. 3. Geef in het wachtwoordveld het wachtwoord op van het admin-account van het apparaat en klik daarna op om de wijzigingen op te slaan. We raden aan een sterk wachtwoord te gebruiken voor alle functies en netwerkapparaten om uw privacy te garanderen en uw systeem beter te beschermen tegen beveiligingsrisico's. Om de beveiliging van het product te verbeteren, moet het gekozen wachtwoord minimaal 8 tekens bevatten, inclusief hoofdletters, kleine letters, cijfers en speciale tekens. De juiste configuratie van alle wachtwoorden en andere beveiligingsinstellingen is de verantwoordelijkheid van de installateur en/of eindgebruiker.

131 130 Afbeelding A.1.2 Netwerkparameters wijzigen

132 131 Appendix 2 Poorttoewijzing De volgende instellingen zijn van toepassing voor een TP-LINK-router (TL-R410). De instellingen verschillen, afhankelijk van het routermodel. 1. Selecteer het verbindingstype WAN, zoals hieronder weergegeven: Afbeelding A.2.1 Selecteer het verbindingstype WAN 2. Stel de LAN-parameters van de router in zoals in de onderstaande afbeelding wordt weergegeven, inclusief instellingen voor het IP-adres en subnetmasker. Afbeelding A.2.2 Stel de LAN-parameters in 3. Stel de poorttoewijzing in voor de virtuele servers voor forwarding (doorsturen) U moet de volgende poorten doorsturen voor een speed dome: 80, 8000, en 554. U kunt de poortwaarden 80, 8000 en 554 in de speed dome wijzigen via een webbrowser of de clientsoftware. In de speed dome worden de poortwaarden voor de poortwaarde 8000 gewijzigd door een constante waarde van 200 toe te voegen. Als de poortwaarde 8000 wordt ingesteld op 8005, worden de poortwaarden bijvoorbeeld gewijzigd in

133 132 Voorbeeld: Wanneer de speed domes met dezelfde router zijn verbonden, kunt u de poortwaarden van de ene speed dome doorsturen als 80, 8000, en 554 met het IP-adres , en de poortwaarden van de andere speed dome als 81, 8001, en 555 met IP-adres Raadpleeg de onderstaande stappen: 1. Zoals hierboven wordt uitgelegd, stuurt u de poortwaarden 80, 8000, en 554 door voor de network speed dome met IP-adres Stuur de poortwaarden 81, 8001, en 555 door voor de network speed dome met IP-adres Schakel alle protocollen of de TCP-protocollen in. 4. Schakel het selectievakje Inschakelen in en klik op. Afbeelding A.2.3 Poorttoewijzing De poort van de network speed dome mag geen conflicten met andere poorten opleveren. Als de routerpoort voor een webbeheerpoort 80 is, U moet u de speed dome-poort wijzigen als deze dezelfde waarde heeft als de beheerpoort.

Camera. Network Bullet-camera. Beknopte bedieningshandleiding --- Nederlands

Camera. Network Bullet-camera. Beknopte bedieningshandleiding --- Nederlands Camera Network Bullet-camera Beknopte bedieningshandleiding --- Nederlands Deze beknopte handleiding geldt voor: DS-2CD2012-I, DS-2CD2032-I UD.6L0201B1268A01EU 1 Regelgevingsinformatie EU-conformiteitsverklaring

Nadere informatie

Netwerk mini domecamera

Netwerk mini domecamera Camera Netwerk mini domecamera Beknopte bedieningshandleiding --- Nederlands Deze beknopte handleiding geldt voor: DS-2CD2312-I5, DS-2CD2332-I5 UD.6L0201B1256A01EU 1 Regelgevingsinformatie EU-conformiteitsverklaring

Nadere informatie

Camera. Network Dome-camera. Beknopte bedieningshandleiding --- Nederlands. Deze beknopte handleiding geldt voor: DS-2CD2112-(I), UD.

Camera. Network Dome-camera. Beknopte bedieningshandleiding --- Nederlands. Deze beknopte handleiding geldt voor: DS-2CD2112-(I), UD. Camera Network Dome-camera Beknopte bedieningshandleiding --- Nederlands Deze beknopte handleiding geldt voor: DS-2CD2112-(I), UD.6L0201B1254A01EU 1 Regelgevingsinformatie EU-conformiteitsverklaring Dit

Nadere informatie

Verborgen netwerkcamera. Beknopte bedieningshandleiding - Nederlands

Verborgen netwerkcamera. Beknopte bedieningshandleiding - Nederlands Verborgen netwerkcamera Beknopte bedieningshandleiding - Nederlands Deze beknopte handleiding geldt voor: DS-2CD6412FWD-10, DS-2CD6412FWD-20, DS-2CD6412FWD-30 UD.6L0201B1295A01EU 1 Regelgevingsinformatie

Nadere informatie

Camera. Network Bullet-camera. Beknopte bedieningshandleiding --- Nederlands. Deze beknopte handleiding geldt voor: DS-2CD2212-I, UD.

Camera. Network Bullet-camera. Beknopte bedieningshandleiding --- Nederlands. Deze beknopte handleiding geldt voor: DS-2CD2212-I, UD. Camera Network Bullet-camera Beknopte bedieningshandleiding --- Nederlands Deze beknopte handleiding geldt voor: DS-CD1-I, UD.6L001B170A01EU 0 Regelgevingsinformatie EU-conformiteitsverklaring Dit product

Nadere informatie

Camera. Network Dome-camera. Beknopte bedieningshandleiding - Nederlands

Camera. Network Dome-camera. Beknopte bedieningshandleiding - Nederlands Camera Network Dome-camera Beknopte bedieningshandleiding - Nederlands Deze beknopte handleiding geldt voor: DS-2CD4312F-(I)(Z)(H)(S), DS-2CD4312FWD-(I)(Z)(H)(S), DS-2CD4324F-(I)(Z)(H)(S), DS-2CD4332FWD-(I)(Z)(H)(S)

Nadere informatie

Camera. Network Cube-camera. Beknopte bedieningshandleiding - Nederlands. Deze beknopte handleiding geldt voor: DS-2CD2412F-I (W), UD.

Camera. Network Cube-camera. Beknopte bedieningshandleiding - Nederlands. Deze beknopte handleiding geldt voor: DS-2CD2412F-I (W), UD. Camera Network Cube-camera Beknopte bedieningshandleiding - Nederlands Deze beknopte handleiding geldt voor: DS-2CD2412F-I (W), UD.6L0201B1273A01EU 1 Regelgevingsinformatie EU-conformiteitsverklaring Dit

Nadere informatie

Camera. Network Dome-camera. Beknopte bedieningshandleiding --- Nederlands. Deze beknopte handleiding geldt voor: DS-2CD2712F-I(S),

Camera. Network Dome-camera. Beknopte bedieningshandleiding --- Nederlands. Deze beknopte handleiding geldt voor: DS-2CD2712F-I(S), Camera Network Dome-camera Beknopte bedieningshandleiding --- Nederlands Deze beknopte handleiding geldt voor: DS-2CD2712F-I(S), UD.6L0201B1255A01EU 1 Regelgevingsinformatie EU-conformiteitsverklaring

Nadere informatie

Beknopte bedieningshandleiding --- Nederlands

Beknopte bedieningshandleiding --- Nederlands Camera Network Box-camera Beknopte bedieningshandleiding --- Nederlands Deze beknopte handleiding geldt voor: DS-2CD4012F-(A)(P)(W)(SDI)(FC), DS-2CD4012FWD-(A)(P)(W)(SDI)(FC), DS-2CD4024F-(A)(P)(W)(SDI)(FC),

Nadere informatie

Camera. Network Mini Dome-camera. Beknopte bedieningshandleiding --- Nederlands

Camera. Network Mini Dome-camera. Beknopte bedieningshandleiding --- Nederlands Camera Network Mini Dome-camera Beknopte bedieningshandleiding --- Nederlands Deze beknopte handleiding geldt voor: DS-2CD252F-(I) (IS) (IW) (IWS), DS-2CD2532F-(I) (IS) (IW) (IWS) UD.6L020B230A0EU Regelgevingsinformatie

Nadere informatie

Gebruikershandleiding voor netwerkcamera. Netwerkcamera. Gebruikershandleiding UD.6L0201D1919A01

Gebruikershandleiding voor netwerkcamera. Netwerkcamera. Gebruikershandleiding UD.6L0201D1919A01 Netwerkcamera Gebruikershandleiding UD.6L0201D1919A01 1 Gebruikershandleiding COPYRIGHT 2015 Hangzhou Hikvision Digital Technology Co., Ltd. ALLE RECHTEN VOORBEHOUDEN. Alle gegevens, inclusief, maar niet

Nadere informatie

Basis gebruikers handleiding. ivms-4200-clientsoftware. Versie 0.1

Basis gebruikers handleiding. ivms-4200-clientsoftware. Versie 0.1 Basis gebruikers handleiding ivms-4200-clientsoftware Versie 0.1 INHOUDSOPGAVE Inleiding... 2 0.1 Beschrijving... 2 Gebruikers instructies... 3 1.0 Inleiding bedieningspaneel en hoofdmenubalk... 3 1.1

Nadere informatie

CAP1300 Beknopte installatiehandleiding

CAP1300 Beknopte installatiehandleiding CAP1300 Beknopte installatiehandleiding 09-2017 / v1.0 Inhoud van de verpakking I Productinformatie... 3 I-1 Inhoud van de verpakking... 3 I-2 Systeemvereisten... 4 I-3 Hardware-overzicht... 4 I-4 LED-status...

Nadere informatie

Netwerk Bullet Camera

Netwerk Bullet Camera Camera Netwerk Bullet Camera Korte installatiehandleiding XC-BU-34F-IR Dank u wel voor uw aankoop van dit product. Mochten er vragen of onduidelijkheden zijn, neem dan contact op met uw dealer. Over deze

Nadere informatie

Hoofdstuk 1 De Router op het internet aansluiten

Hoofdstuk 1 De Router op het internet aansluiten Hoofdstuk 1 De Router op het internet aansluiten In dit hoofdstuk wordt beschreven hoe u de router dient aan te sluiten en hoe u hiermee verbinding met het internet kunt maken. Wat zit er in de doos? De

Nadere informatie

GEAVANCEERDE NETWERK BEWAKING- EN KOEPELCAMERA

GEAVANCEERDE NETWERK BEWAKING- EN KOEPELCAMERA GEAVANCEERDE NETWERK BEWAKING- EN KOEPELCAMERA INSTALLATIEGIDS Lees deze instructies voor gebruik zorgvuldig door en bewaar het voor later naslag. 1. OVERZICHT 1.1 Inhoud verpakking Netwerkcamera Installatiegids

Nadere informatie

Camera. Network Dome Camera. Korte Installatiehandleiding XC-MD-32F-IR

Camera. Network Dome Camera. Korte Installatiehandleiding XC-MD-32F-IR Camera Network Dome Camera Korte Installatiehandleiding XC-MD-32F-IR Dank u wel voor uw aankoop van dit product. Mochten er vragen of onduidelijkheden zijn, neem dan contact op met uw dealer. Over deze

Nadere informatie

BUITEN IR-NETWERKCAMERA Serie

BUITEN IR-NETWERKCAMERA Serie BUITEN IR-NETWERKCAMERA Serie INSTALLATIEGIDS Lees deze instructies voor gebruik zorgvuldig door en bewaar het voor later naslag. 1. OVERZICHT 1.1 Inhoud verpakking Netwerkcamera Installatiesticker Installatiegids

Nadere informatie

Camera. Netwerk Dome Camera. Korte installatiehandleiding XC-MD-24F-EIR

Camera. Netwerk Dome Camera. Korte installatiehandleiding XC-MD-24F-EIR Camera Netwerk Dome Camera Korte installatiehandleiding XC-MD-24F-EIR Dank u wel voor uw aankoop van dit product. Mochten er vragen of onduidelijkheden zijn, neem dan contact op met uw dealer. Over deze

Nadere informatie

BIPAC-711C2 / 710C2. ADSL Modem / Router. Snelle Start Gids

BIPAC-711C2 / 710C2. ADSL Modem / Router. Snelle Start Gids BIPAC-711C2 / 710C2 ADSL Modem / Router Snelle Start Gids Billion BIPAC-711C2/710C2 ADSL Modem / Router Voor meer gedetailleerde instructies over het configureren en gebruik van de ADSL Modem/Router,

Nadere informatie

JVC CAM Control (voor ipad) Gebruikershandleiding

JVC CAM Control (voor ipad) Gebruikershandleiding JVC CAM Control (voor ipad) Gebruikershandleiding Nederlands Dit is de gebruikershandleiding voor de software (voor ipad) voor LiveStreaming Camera GV-LS2/GV-LS1 gemaakt door JVC KENWOODCorporatie. De

Nadere informatie

Stap Sluit de kabel vanaf uw modem aan op de Modem-aansluiting van uw router. (u herkent het juiste poortje aan de blauwe kleur)

Stap Sluit de kabel vanaf uw modem aan op de Modem-aansluiting van uw router. (u herkent het juiste poortje aan de blauwe kleur) Stap 1. 1. Sluit de kabel vanaf uw modem aan op de Modem-aansluiting van uw router. (u herkent het juiste poortje aan de blauwe kleur) 2. Sluit de adapter aan op de router en steek de stekker in het stopcontact.

Nadere informatie

Basis gebruikers handleiding. ivms-4200-clientsoftware. Versie 0.1

Basis gebruikers handleiding. ivms-4200-clientsoftware. Versie 0.1 Basis gebruikers handleiding ivms-4200-clientsoftware Versie 0.1 1.2.1 Basis handelingen in de live weergavemodus Live weergave voor één kanaal starten: Als u live video wilt weergeven, sleept u de camera

Nadere informatie

Windows Vista /Windows 7- installatiehandleiding

Windows Vista /Windows 7- installatiehandleiding Laserprinter Serie Windows Vista / 7- installatiehandleiding U dient eerst alle hardware in te stellen en de driver te installeren, pas dan kunt u de printer gebruiken. Lees de Installatiehandleiding en

Nadere informatie

HD-CVI Verkorte handleiding

HD-CVI Verkorte handleiding HD-CVI Verkorte handleiding model 5104D-5208D-5216D Version 2.0.0 2015 HDCVI DVR Verkorte handleiding Welkom Dank u voor de aankoop van onze DVR! Deze verkorte handleiding helpt u wegwijs met onze DVR

Nadere informatie

POLAR WEBSYNC VOOR POLARGOFIT.COM- GEBRUIKERS

POLAR WEBSYNC VOOR POLARGOFIT.COM- GEBRUIKERS POLAR WEBSYNC VOOR POLARGOFIT.COM- GEBRUIKERS Met Polar WebSync-software 2.2 (of later) en de Polar FlowLink kunt u gegevens uitwisselen tussen uw Polar Active activity monitor en de webservice polargofit.com.

Nadere informatie

1. Laad de software voor de camera van op het menu

1. Laad de software voor de camera van  op het menu 1. Laad de software voor de camera van www.overmax.eu. op het menu producten, selecteer RTV, dan IP camera s en uw camera model. Dan subpagina Product selecteer de [HELP] - klik op de grijze pijl symbool

Nadere informatie

EN Versie: 1.0. H.264 Handleiding

EN Versie: 1.0. H.264 Handleiding EN Versie: 1.0 H.264 Handleiding Inhoud Hardware... 2 ios View... 2 Android View... 5 PC View... 9 Contact... 11 1 Hardware verbindingen 1. Schroef de antenne in de achterkant van de camera en draai rechtop.

Nadere informatie

PnP IP/Network Camera

PnP IP/Network Camera PnP IP/Network Camera Quick Install Handleiding PnP T series Deze handleiding is van toepassing op de volgende modellen: EP-PM12WP EP-M30WP EP-P22WP HD EP-P22W EP-P10W EP-M04WP EP-PT09IP EP-M12WP EP-PM11WP

Nadere informatie

IP-CAMERA'S SERIE EASY. Lees deze handleiding vóór gebruik zorgvuldig door en bewaar hem voor toekomstig gebruik

IP-CAMERA'S SERIE EASY. Lees deze handleiding vóór gebruik zorgvuldig door en bewaar hem voor toekomstig gebruik IP-CAMERA'S SERIE EASY Lees deze handleiding vóór gebruik zorgvuldig door en bewaar hem voor toekomstig gebruik 1 Netwerkverbinding Deze productserie ondersteunt toegang en beheer via webbrowser. Standaard

Nadere informatie

Qlik Sense Desktop. Qlik Sense 1.1 Copyright 1993-2015 QlikTech International AB. Alle rechten voorbehouden.

Qlik Sense Desktop. Qlik Sense 1.1 Copyright 1993-2015 QlikTech International AB. Alle rechten voorbehouden. Qlik Sense Desktop Qlik Sense 1.1 Copyright 1993-2015 QlikTech International AB. Alle rechten voorbehouden. Copyright 1993-2015 QlikTech International AB. Alle rechten voorbehouden. Qlik, QlikTech, Qlik

Nadere informatie

Remote Administration System PDA (RASmobile)

Remote Administration System PDA (RASmobile) Divitec Nederland BV 1 Xineron RAS Mobile RAS Mobile geeft u de mogelijkheid om toegang te krijgen tot externe sites en live video te bekijken met gebruik van een op Windows Mobile gebaseerde PDA op ieder

Nadere informatie

BIPAC 7402G. 802.11g ADSL VPN Firewall Router. Snelle Start Gids

BIPAC 7402G. 802.11g ADSL VPN Firewall Router. Snelle Start Gids BIPAC 7402G 802.11g ADSL VPN Firewall Router LEDs aan de Voorzijde Voor meer gedetailleerde instructies over het configureren en gebruik van de 802.11g ADSL VPN Firewall Router, zie de online handleiding.

Nadere informatie

DRAADLOZE 11N 300MBPS BREEDBAND ROUTER

DRAADLOZE 11N 300MBPS BREEDBAND ROUTER DRAADLOZE 11N 300MBPS BREEDBAND ROUTER Korte Installatiehandleiding DN-70591 INTRODUCTIE De DN-70591 is een gecombineerd product voor een bedrade/draadloze netwerkverbinding, specifiek ontworpen voor de

Nadere informatie

Hoofdstuk 1 De Router op het internet aansluiten

Hoofdstuk 1 De Router op het internet aansluiten Hoofdstuk 1 De Router op het internet aansluiten In dit hoofdstuk wordt uitgelegd hoe u de router op uw Local Area Network (LAN) installeert en verbinding maakt met het internet. Er wordt uitgelegd hoe

Nadere informatie

Dome-camera voor netwerken

Dome-camera voor netwerken Camera Dome-camera voor netwerken Beknopte bedieningshandleiding UD.6L0201B1887A01 1 Beknopte bedieningshandleiding COPYRIGHT 2015 Hangzhou Hikvision Digital Technology Co., Ltd. ALLE RECHTEN VOORBEHOUDEN.

Nadere informatie

BIPAC 7100SG/7100G g ADSL Router. Snelle Start Gids

BIPAC 7100SG/7100G g ADSL Router. Snelle Start Gids BIPAC 7100SG/7100G 802.11g ADSL Router Snelle Start Gids Billion BIPAC 7100SG/ 7100G 802.11g ADSL Router Voor meer gedetailleerde instructies over het configureren en gebruik van de 802.11g ADSL Router,

Nadere informatie

ivms-4200-clientsoftware Beknopte bedieningshandleiding V1.02

ivms-4200-clientsoftware Beknopte bedieningshandleiding V1.02 ivms-4200-clientsoftware Beknopte bedieningshandleiding V1.02 Inhoudsopgave 1 Beschrijving... 2 1.1 Uitvoeringsomgeving... 2 1.2 Architectuur voor surveillancesysteem met de prestaties van ivms-4200-software...

Nadere informatie

Gebruiksaanwijzing. OV-BaseCore7(Z)

Gebruiksaanwijzing. OV-BaseCore7(Z) Gebruiksaanwijzing NL OV-BaseCore7(Z) Belangrijke veiligheidsinstructies Waarschuwing: Om het risico op elektrische schokken te beperken, mag u de behuizing of de achterkant niet verwijderen. Alle onderdelen

Nadere informatie

Netwerk 360 graden Camera

Netwerk 360 graden Camera Camera Netwerk 360 graden Camera Korte Installatiehandleiding XC-FE6-360F-IR Dank u wel voor uw aankoop van dit product. Mochten er vragen of onduidelijkheden zijn, neem dan contact op met uw dealer. Over

Nadere informatie

DVR0404 / DVR0804 handleiding Web interface v1.1

DVR0404 / DVR0804 handleiding Web interface v1.1 DVR0404 / DVR0804 handleiding Web interface v1.1 Open Internet Explorer en vul het IP adres van de recorder in, bijv: http://192.168.1.15 Het IP adres is ook te achterhalen via het menu op de recorder

Nadere informatie

Ladibug Document Camera Image Software Gebruikershandleiding

Ladibug Document Camera Image Software Gebruikershandleiding Ladibug Document Camera Image Software Gebruikershandleiding Inhoud 1. Introductie...2 2. Systeemvereisten...2 3. Ladibug installeren...3 4. Beginnen met de Ladibug te gebruiken...5 5. Bediening...6 5.1

Nadere informatie

Verbinding maken met whiteboard op afstand

Verbinding maken met whiteboard op afstand RICOH Interactive Whiteboard Client for Windows Snel aan de slag Lees deze handleiding zorgvuldig door voordat u dit product in gebruik neemt. Bewaar de handleiding op een handige plek voor eventueel toekomstig

Nadere informatie

Gebruikershandleiding van ivms-4200. ivms-4200-clientsoftware. Gebruikershandleiding UD.6L0202D2172A01

Gebruikershandleiding van ivms-4200. ivms-4200-clientsoftware. Gebruikershandleiding UD.6L0202D2172A01 ivms-4200-clientsoftware Gebruikershandleiding UD.6L0202D2172A01 Gebruikershandleiding COPYRIGHT 2015 Hangzhou Hikvision Digital Technology Co., Ltd. ALLE RECHTEN VOORBEHOUDEN. Alle gegevens, inclusief,

Nadere informatie

Dome-camera voor netwerken

Dome-camera voor netwerken Camera Dome-camera voor netwerken Beknopte bedieningshandleiding UD.6L0201B1879A01 1 Beknopte bedieningshandleiding COPYRIGHT 2015 Hangzhou Hikvision Digital Technology Co., Ltd. ALLE RECHTEN VOORBEHOUDEN.

Nadere informatie

KORTE HANDLEIDING VOOR. de installatie van Nokia Connectivity Cable Drivers

KORTE HANDLEIDING VOOR. de installatie van Nokia Connectivity Cable Drivers KORTE HANDLEIDING VOOR de installatie van Nokia Connectivity Cable Drivers Inhoudsopgave 1. Inleiding...1 2. Vereisten...1 3. Nokia Connectivity Cable Drivers installeren...2 3.1 Vóór de installatie...2

Nadere informatie

EnGenius Snelle Installatie Gids

EnGenius Snelle Installatie Gids EnGenius Snelle Installatie Gids Voor uw EnGenius Wireless Access Point Inhoud van de verpakking Pak de doos uit en controleer de inhoud: EnGenius Wired Wireless Access Point Categorie 5 Ethernet-kabel

Nadere informatie

BIPAC 7100SV VoIP ADSL Modem/Router

BIPAC 7100SV VoIP ADSL Modem/Router BIPAC 7100SV VoIP ADSL Modem/Router Snelle Start Gids Billion BIPAC 7100SV VoIP ADSL Modem/Router Voor meer gedetailleerde instructies over het configureren en gebruik van de VoIP ADSL Modem/Router, zie

Nadere informatie

Hoofdstuk 1 De Router op het internet aansluiten

Hoofdstuk 1 De Router op het internet aansluiten Hoofdstuk 1 De Router op het internet aansluiten In dit hoofdstuk wordt beschreven hoe u de router dient aan te sluiten en hoe u hiermee verbinding met het internet kunt maken. Wat zit er in de doos? De

Nadere informatie

Overzicht veelgestelde vragen

Overzicht veelgestelde vragen Veelgestelde vragen Overzicht veelgestelde vragen 1 VRAGEN OVER DE CAMERA & HARDWARE... 4 1.1 Welke WiFi netwerken worden ondersteund door... 4 1.2 Welke draadloze (WiFi) encryptie ondersteunt Panasonic

Nadere informatie

Uw gebruiksaanwijzing. HP COMPAQ D230 MICROTOWER DESKTOP PC

Uw gebruiksaanwijzing. HP COMPAQ D230 MICROTOWER DESKTOP PC U kunt de aanbevelingen in de handleiding, de technische gids of de installatie gids voor HP COMPAQ D230 MICROTOWER DESKTOP PC. U vindt de antwoorden op al uw vragen over de HP COMPAQ D230 MICROTOWER DESKTOP

Nadere informatie

Nederlandse versie. Inleiding. Installatie Windows 2000 en XP. LW058 Sweex Wireless LAN USB 2.0 Adapter 54 Mbps

Nederlandse versie. Inleiding. Installatie Windows 2000 en XP. LW058 Sweex Wireless LAN USB 2.0 Adapter 54 Mbps LW058 Sweex Wireless LAN USB 2.0 Adapter 54 Mbps Inleiding Stel de Sweex Wireless LAN USB 2.0 Adapter 54 Mbps niet bloot aan extreme temperaturen. Plaats het apparaat niet in direct zonlicht of in de dichte

Nadere informatie

Firmware Upgrade Utility

Firmware Upgrade Utility Firmware Upgrade Utility Inhoudsopgave Firmware Upgrade Procedure Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd. Inhoudsopgave 2 Voorbereiding 3 Modem/router resetten naar fabrieksinstellingen 3 Computer configuratie

Nadere informatie

Netwerkcamera Beknopte bedieningshandleiding V4.0.3

Netwerkcamera Beknopte bedieningshandleiding V4.0.3 Netwerkcamera Beknopte bedieningshandleiding V4.0.3 Hangzhou Hikvision Digital Technology Co., Ltd. 1 http://www.hikvision.com 1 Bedankt voor de aankoop van ons product. Neem voor vragen of verzoeken contact

Nadere informatie

Voor alle printers moeten de volgende voorbereidende stappen worden genomen: Stappen voor snelle installatie vanaf cd-rom

Voor alle printers moeten de volgende voorbereidende stappen worden genomen: Stappen voor snelle installatie vanaf cd-rom Windows NT 4.x In dit onderwerp wordt het volgende besproken: "Voorbereidende stappen" op pagina 3-24 "Stappen voor snelle installatie vanaf cd-rom" op pagina 3-24 "Andere installatiemethoden" op pagina

Nadere informatie

DU4051. Snelstartgids 15G06Q0490C0

DU4051. Snelstartgids 15G06Q0490C0 DU4051 Snelstartgids 15G06Q0490C0 Uw Eee PC inschakelen Dit zijn enkele beknopte instructies voor het gebruik van uw EeePC. Lees de uitgebreide handleiding voor gedetailleerde informatie. 1. Installeer

Nadere informatie

INSTALLATIE HANDLEIDING

INSTALLATIE HANDLEIDING INSTALLATIE HANDLEIDING Powerwifi USB Router in combinatie met de Powerwifi USB buitenantenne INLEIDING De Powerwifi USB Router kan worden gebruikt in combinatie met de Powerwifi USB buitenantenne. Hierdoor

Nadere informatie

EW-7416APn v2 & EW-7415PDn Macintosh Installatiegids

EW-7416APn v2 & EW-7415PDn Macintosh Installatiegids EW-7416APn v2 & EW-7415PDn Macintosh Installatiegids 09-2012 / v2.0 0 Voordat u begint Voordat u dit access point in gebruik neemt dient u eerst te controleren of alle onderdelen in de verpakking aanwezig

Nadere informatie

Installatiehandleiding

Installatiehandleiding F524 Energy Data Logger www.legrand.com Inhoud Energy Data Logger 1 Beschrijving 4 1.1 Mededelingen en tips 4 1.2 Hoofdfuncties 4 1.3 Legenda 5 2 Verbinding 6 2.1 Verbindingsschema 6 3 Configuratie 7

Nadere informatie

Dome-camera voor netwerken

Dome-camera voor netwerken Camera Dome-camera voor netwerken Beknopte bedieningshandleiding UD.6L0201B1895A01 1 Beknopte bedieningshandleiding COPYRIGHT 2015 Hangzhou Hikvision Digital Technology Co., Ltd. ALLE RECHTEN VOORBEHOUDEN.

Nadere informatie

BIPAC-7100S / ADSL Modem/Router. Snelle Start Gids

BIPAC-7100S / ADSL Modem/Router. Snelle Start Gids BIPAC-7100S / 7100 ADSL Modem/Router Snelle Start Gids Billion BIPAC-7100S/7100 ADSL Modem/Router Voor meer gedetailleerde instructies aangaande het configureren en gebruik van de (Draadloze) ADSL Firewall

Nadere informatie

Vigor 2850 serie Dual PPPoA/PVC - RoutIT

Vigor 2850 serie Dual PPPoA/PVC - RoutIT Vigor 2850 serie Dual PPPoA/PVC - RoutIT PPPoA en NAT + PPPoA en routing RoutIT maakt gebruik van 2 keer PPPoA, waarbij de eerste PPPoA wordt gebruikt voor NAT en de tweede PPPoA wordt toegepast voor routing.

Nadere informatie

JVC CAM Control (voor iphone) Gebruikershandleiding

JVC CAM Control (voor iphone) Gebruikershandleiding JVC CAM Control (voor iphone) Gebruikershandleiding Nederlands Dit is de handleiding voor de software (voor iphone) voor Live Streaming Camera GV-LS2/GV-LS1 van JVC KENWOOD Corporatie. De modellen die

Nadere informatie

b r o a d b a n d r o u t e r 4 p o r t s 1 0 / m b p s

b r o a d b a n d r o u t e r 4 p o r t s 1 0 / m b p s b r o a d b a n d r o u t e r 4 p o r t s 1 0 / 1 0 0 m b p s h a n d l e i d i n g N I - 7 0 7 5 3 2 n e d e r l a n d s b r o a d b a n d r o u t e r 4 p o r t s 1 0 / 1 0 0 m b p s Allereerst hartelijk

Nadere informatie

JVC CAM Control. Handleiding. for Android. Nederlands LYT2562-008A 0812YMHYH-OT

JVC CAM Control. Handleiding. for Android. Nederlands LYT2562-008A 0812YMHYH-OT JVC CAM Control for Android Handleiding Nederlands LYT2562-008A 0812YMHYH-OT Gebruik van JVC CAM Control Gebruik een Android smartphone of tablet voor het bedienen van de camera. Met de applicatie voor

Nadere informatie

Gebruikershandleiding Avigilon Gateway Web Client. Versie 6.2

Gebruikershandleiding Avigilon Gateway Web Client. Versie 6.2 Gebruikershandleiding Avigilon Gateway Web Client Versie 6.2 2006-2017,Avigilon Corporation. Alle rechten voorbehouden.avigilon, hetavigilon-logo, AVIGILON CONTROL CENTER, ACC en TRUSTED SECURITY SOLUTIONS.zijn

Nadere informatie

xdsl Bridging Een DrayTek modem kunt op twee manieren Bridgen: -PPPoA Bridgen (vanaf pagina 3) -MPoA Bridgen (vanaf pagina 6)

xdsl Bridging Een DrayTek modem kunt op twee manieren Bridgen: -PPPoA Bridgen (vanaf pagina 3) -MPoA Bridgen (vanaf pagina 6) xdsl Bridging xdsl Bridging Met deze methode kunt u de Draytek Vigor Modem zo instellen dat het publieke IP-adres (afkomstig van uw provider) doorgestuurd worden naar een computer of een Router. Hierdoor

Nadere informatie

Bulletcamera voor netwerken

Bulletcamera voor netwerken Camera Bulletcamera voor netwerken Beknopte bedieningshandleiding UD.6L0201B1897A01 1 Beknopte bedieningshandleiding COPYRIGHT 2015 Hangzhou Hikvision Digital Technology Co., Ltd. ALLE RECHTEN VOORBEHOUDEN.

Nadere informatie

DF-831 8 Digitale fotolijst Handleiding

DF-831 8 Digitale fotolijst Handleiding DF-831 8 Digitale fotolijst Handleiding Voor informatie en ondersteuning, www.lenco.eu 1. Aan de slag: Het uiterlijk bekijken: Sensor voor afstandsbediening 2. Knoppen en aansluitingen: (1). Menu/Terug;

Nadere informatie

BIPAC 5102 / 5102S / 5102G

BIPAC 5102 / 5102S / 5102G BIPAC 5102 / 5102S / 5102G (802.11g) ADSL2+ Modem/Router Snelle Start Gids Billion BIPAC 5102 / 5102S / 5102G ADSL2+ Modem/Router Voor meer gedetailleerde instructies over het configureren en gebruik

Nadere informatie

LW057 SWEEX WIRELESS LAN PCI CARD 54 MBPS. Windows zal het apparaat automatisch detecteren en het volgende venster weergeven.

LW057 SWEEX WIRELESS LAN PCI CARD 54 MBPS. Windows zal het apparaat automatisch detecteren en het volgende venster weergeven. Installatie Windows 2000 en XP LW057 SWEEX WIRELESS LAN PCI CARD 54 MBPS Windows zal het apparaat automatisch detecteren en het volgende venster weergeven. Selecteer Deze keer niet ( No, not this time

Nadere informatie

Installatiehandleiding MF-stuurprogramma

Installatiehandleiding MF-stuurprogramma Nederlands Installatiehandleiding MF-stuurprogramma Cd met gebruikerssoftware.............................................................. 1 Informatie over de stuurprogramma s en de software.............................................

Nadere informatie

150 MBIT DRAADLOZE ACCESS POINT ROUTER

150 MBIT DRAADLOZE ACCESS POINT ROUTER 150 MBIT DRAADLOZE ACCESS POINT ROUTER Snel installatiegids DN-70490 Inhoudsopgave Inhoud verpakking... Pagina 1 Netwerkverbindingen bouwen... Pagina 2 Netwerk instellen... Pagina 3 Inhoud verpakking Voordat

Nadere informatie

Verbinding maken met whiteboard op afstand

Verbinding maken met whiteboard op afstand RICOH Interactive Whiteboard Client for ipad Snel aan de slag Lees deze handleiding zorgvuldig door voordat u dit product in gebruik neemt. Bewaar de handleiding op een handige plek voor eventueel toekomstig

Nadere informatie

inex Client Quicksheet

inex Client Quicksheet inex Client Quicksheet Installeren Klik op het icoon StandardSetup. Het volgende scherm verschijnt: Klik op Next. Selecteer Client en klik op Next. Kies eventueel in welke map inex geïnstalleerd mag worden

Nadere informatie

Installatiegids Command WorkStation 5.6 met Fiery Extended Applications 4.2

Installatiegids Command WorkStation 5.6 met Fiery Extended Applications 4.2 Installatiegids Command WorkStation 5.6 met Fiery Extended Applications 4.2 Fiery Extended Applications Package (FEA) v4.2 bevat Fiery-toepassingen voor het uitvoeren van taken die zijn toegewezen aan

Nadere informatie

Voor je met de installatie begint controleer of alle benodigde onderdelen aanwezig zijn. In de verpakking dient aanwezig te zijn:

Voor je met de installatie begint controleer of alle benodigde onderdelen aanwezig zijn. In de verpakking dient aanwezig te zijn: H A N D L E I D I N G N I - 7 0 7 5 1 3 1 I N H O U D V A N D E V E R P A K K I N G 4 T E C H N I S C H E S P E C I F I C AT I E 4 T O E P A S S I N G M O G E L I J K H E D E N 4 H A R D W A R E I N S

Nadere informatie

Firmware Upgrade. Upgrade Utility (Router Tools)

Firmware Upgrade. Upgrade Utility (Router Tools) Firmware Upgrade Upgrade Utility (Router Tools) Inhoudsopgave Inhoudsopgave 2 Voorbereiding 3 Modem/router resetten naar fabrieksinstellingen 3 Computer configuratie in Windows 8/8.1 4 Computer configuratie

Nadere informatie

COMELIT IP RAS (ios) Lees deze handleiding vóór gebruik zorgvuldig door en bewaar hem voor toekomstig gebruik

COMELIT IP RAS (ios) Lees deze handleiding vóór gebruik zorgvuldig door en bewaar hem voor toekomstig gebruik COMELIT IP RAS (ios) Lees deze handleiding vóór gebruik zorgvuldig door en bewaar hem voor toekomstig gebruik INHOUD 1.1 Over COMELIT IP RAS mobile viewer... 3 1.2 Systeemvereisten... 3 1.3 Ondersteunde

Nadere informatie

myguard 7202 / 7202G (802.11g) Security ADSL2+ Router Snelle Start Gids

myguard 7202 / 7202G (802.11g) Security ADSL2+ Router Snelle Start Gids myguard 7202 / 7202G (802.11g) Security ADSL2+ Router Snelle Start Gids myguard (802.11g) Security ADSL2+ Router Voor meer gedetailleerde instructies over het configureren en gebruik van de (802.11g)

Nadere informatie

Beknopte set-up handleiding. Via Don Arrigoni, 5 24020 Rovetta S. Lorenzo (Bergamo) http://www.comelitgroup.com e-mail : export.department@comelit.

Beknopte set-up handleiding. Via Don Arrigoni, 5 24020 Rovetta S. Lorenzo (Bergamo) http://www.comelitgroup.com e-mail : export.department@comelit. Beknopte set-up handleiding Via Don Arrigoni, 5 24020 Rovetta S. Lorenzo (Bergamo) http://www.comelitgroup.com e-mail : export.department@comelit.it Image Model Beschrijving IPCAM720A Full-HD IP IR dome-camera,

Nadere informatie

Mobiele App voor VERSA alarmsystemen Versa_control_qs_nl 07/16. Configuratie handleiding

Mobiele App voor VERSA alarmsystemen Versa_control_qs_nl 07/16. Configuratie handleiding VERSA CONTROL Mobiele App voor VERSA alarmsystemen Versa_control_qs_nl 07/16 Configuratie handleiding Het VERSA, VERSA IP en VERSA Plus alarmsysteem kan ook worden bediend vanaf een mobiel apparaat (Smartphone

Nadere informatie

Netwerkcamera. Gebruikershandleiding V4.0.3. http://www.hikvision.com. Hikvision Digital Technology Co., Ltd.

Netwerkcamera. Gebruikershandleiding V4.0.3. http://www.hikvision.com. Hikvision Digital Technology Co., Ltd. Netwerkcamera Gebruikershandleiding V4.0.3 Hikvision Digital Technology Co., Ltd. http://www.hikvision.com 1 Deze handleiding is van toepassing voor de volgende cameramodellen: Type Box camera III Dome

Nadere informatie

Hoofdstuk 1 De Router op het internet aansluiten

Hoofdstuk 1 De Router op het internet aansluiten Hoofdstuk 1 De Router op het internet aansluiten In dit hoofdstuk wordt uitgelegd hoe u de router op uw Local Area Network (LAN) installeert en verbinding maakt met het internet. Er wordt uitgelegd hoe

Nadere informatie

Gebruiksaanwijzing. Gebruikershandleiding

Gebruiksaanwijzing. Gebruikershandleiding Gebruiksaanwijzing Gebruikershandleiding INHOUDSOPGAVE 1. Introductie Overzicht van RemoteConnect Support... 3 Hoe werkt deze handleiding?... 5 Symbolen... 5 Disclaimer...5 Opmerkingen...5 Terminologie...

Nadere informatie

Installatiehandleiding software

Installatiehandleiding software Installatiehandleiding software In deze handleiding wordt uitgelegd hoe u de software via een USB- of netwerkverbinding installeert. Netwerkverbinding is niet beschikbaar voor de modellen SP 200/200S/203S/203SF/204SF.

Nadere informatie

TA72 Configuration Manager

TA72 Configuration Manager TA72 Configuration Manager CM-UM-NL V1.0 2016.12 nl Gebruikershandleiding DEZE PAGINA IS MET OPZET LEEG GELATEN TA72 Configuration Manager Inhoud nl 3 Inhoud 1 Omschrijving... 5 1.1 Kenmerken... 5 1.2

Nadere informatie

Voor het insteken van de camera s is het nodig eerst de antenne aan te sluiten. Doet U dit niet dan gaat de camera stuk.

Voor het insteken van de camera s is het nodig eerst de antenne aan te sluiten. Doet U dit niet dan gaat de camera stuk. Handleiding Draadloze Wifi kit 4/8 kanaals model Voor het insteken van de camera s is het nodig eerst de antenne aan te sluiten. Doet U dit niet dan gaat de camera stuk. De antenne is eenvoudig vast te

Nadere informatie

Nokia C110/C111 draadloze LAN-kaart Installatiehandleiding

Nokia C110/C111 draadloze LAN-kaart Installatiehandleiding Nokia C110/C111 draadloze LAN-kaart Installatiehandleiding CONFORMITEITSVERKLARING NOKIA MOBILE PHONES Ltd. verklaart op eigen verantwoordelijkheid dat de producten DTN-10 en DTN-11 conform zijn aan de

Nadere informatie

Firmware Upgrade. Upgrade Utility (Router Tools)

Firmware Upgrade. Upgrade Utility (Router Tools) Firmware Upgrade Upgrade Utility (Router Tools) Inhoudsopgave Voorbereiding 3 Modem/router resetten naar fabrieksinstellingen 3 Computer configuratie in Windows 10 4 Computer configuratie in Windows 8

Nadere informatie

Verbinding maken met whiteboard op afstand

Verbinding maken met whiteboard op afstand RICOH Interactive Whiteboard Client for ipad Snel aan de slag Lees deze handleiding zorgvuldig door voordat u dit product in gebruik neemt. Bewaar de handleiding op een handige plek voor eventueel toekomstig

Nadere informatie

BIPAC-7402 / 7402W (Draadloze )ADSL VPN Firewall Router met 3DES Accelerator Snelle Start Gids

BIPAC-7402 / 7402W (Draadloze )ADSL VPN Firewall Router met 3DES Accelerator Snelle Start Gids BIPAC-7402 / 7402W (Draadloze )ADSL VPN Firewall Router met 3DES Accelerator Snelle Start Gids Billion BIPAC-7402 / 7402W (Draadloze) ADSL VPN Firewall Router met 3DES Accelerator Voor meer gedetailleerde

Nadere informatie

BIPAC-5100 / 5100W. (Draadloze) ADSL Router. Snelle Start Gids

BIPAC-5100 / 5100W. (Draadloze) ADSL Router. Snelle Start Gids BIPAC-5100 / 5100W (Draadloze) ADSL Router Snelle Start Gids Billion BIPAC-5100 / 5100W ADSL Router Voor meer gedetailleerde instructies aangaande het configureren en gebruik van de (Draadloze) ADSL Firewall

Nadere informatie

Head Pilot v Gebruikershandleiding

Head Pilot v Gebruikershandleiding Head Pilot v1.1.3 Gebruikershandleiding Inhoud 1 Installatie... 4 2 Head Pilot Gebruiken... 7 2.2 Werkbalk presentatie... 7 2.3 Profielen beheren... 13 2.3.1 Maak een profiel... 13 2.3.2 Verwijder een

Nadere informatie

BENQ_ESG103QG_DU.book Page i Tuesday, July 30, 2002 9:05 PM. Inhoudsopgave

BENQ_ESG103QG_DU.book Page i Tuesday, July 30, 2002 9:05 PM. Inhoudsopgave BENQ_ESG103QG_DU.book Page i Tuesday, July 30, 2002 9:05 PM Inhoudsopgave Introductie van ESG103/ESG104 breedband routers......................... 1 Systeem vereisten.....................................................

Nadere informatie

Nl_Rhomba CLE.fm Page 29 Wednesday, January 7, 2004 2:02 PM. Nederlands Overzicht (zie afbeelding op buitenblad)

Nl_Rhomba CLE.fm Page 29 Wednesday, January 7, 2004 2:02 PM. Nederlands Overzicht (zie afbeelding op buitenblad) Nl_Rhomba CLE.fm Page 29 Wednesday, January 7, 2004 2:02 PM Aan de slag Nederlands Overzicht (zie afbeelding op buitenblad) 1. Microfoon 7. Knop (R) Sectie herhalen 2. LCD-schermen 8. De knop Aan/Uit en

Nadere informatie

Hoofdstuk 2 Problemen oplossen

Hoofdstuk 2 Problemen oplossen Hoofdstuk 2 Problemen oplossen In dit hoofdstuk staat informatie over het oplossen van problemen met de router. Snelle tips Hier volgen een aantal tips voor het oplossen van eenvoudige problemen. Start

Nadere informatie

Box-camera voor netwerken

Box-camera voor netwerken Camera Box-camera voor netwerken Beknopte bedieningshandleiding UD.6L0201B1885A01 1 Beknopte bedieningshandleiding COPYRIGHT 2015 Hangzhou Hikvision Digital Technology Co., Ltd. ALLE RECHTEN VOORBEHOUDEN.

Nadere informatie

Uw gebruiksaanwijzing. CREATIVE DESKTOP WIRELESS 9000 PRO

Uw gebruiksaanwijzing. CREATIVE DESKTOP WIRELESS 9000 PRO U kunt de aanbevelingen in de handleiding, de technische gids of de installatie gids voor CREATIVE DESKTOP WIRELESS 9000 PRO. U vindt de antwoorden op al uw vragen over de CREATIVE DESKTOP WIRELESS 9000

Nadere informatie

Gebruikershandleiding. Wi-Fi Versterker

Gebruikershandleiding. Wi-Fi Versterker Gebruikershandleiding Wi-Fi Versterker De gesprekskosten bedragen 0,18 /minuut 2 INHOUD Introductie van de Wi-Fi versterker... 5 Inhoud van de verpakking... 5 Systeemvereisten... 6 Hardware Installatie...

Nadere informatie