HUISREGELS KINDERCENTRUM DIKKERTJE DAP

Transcriptie

1 HUISREGELS KINDERCENTRUM DIKKERTJE DAP Opgesteld door Suzanne Junggebürth en Jeanine Bax Deze regels zijn opgesteld aan de hand van veiligheids en gezondheidsrisico inventarisatielijsten en de daarbij behorende oplossingsmogelijkheden die o.a. door de GGD, brandweer, LCHV, MO groep en BOINK worden gesteld om een veilige en gezonde kinderopvang te realiseren. Algemene informatie In het lokaal dienen de volgende artikelen altijd aanwezig te zijn EHBOdoos compleet. GGDmap kinderrziekten. Map kindgegevens. Aanwezigheidsrooster kinderen. Registratieformulier ongevallen. Registratieformulier gevaarlijke situaties. Dagagenda. Gifwijzer. Voorschriften brandveiligheid tijdens feestdagen en festiviteiten in de GGDmap. Handelwijzen om de kans op wiegendood te minimaliseren, zie GGDmap. Nieuwsbrief kinderen in de zon van de GGD, zie GGDmap. Op het ouderraadbord hangt altijd de volgende informatie Vakantie/feestdagensluiting het gehele jaar. Foto van wie in de ouderraad zitten en telefoonnummers. Notulen van de ouderraad. Informatieve artikelen voor ouders en ouderraad. Brievenbus ouderraad dient door de leden van de ouderraad geleegd te worden. Haal en brengtijden Kinderen mogen s ochtends gebracht worden tussen en uur tenzij anders overeengekomen. Kinderen mogen tussen de middag gehaald en gebracht worden tussen en uur tenzij anders overeengekomen. Kinderen mogen s avonds gehaald worden tussen en uur tenzij anders overeengekomen. Tijdens de haal en brengtijden is de infooverdracht, welke de leidster kort en bondig houdt, zodat zij zich kan richten op de overige kinderen. Voor een uitvoeriger gesprek maakt de leidster met de ouder een afspraak op een rustiger moment. Tijdens de brengtijden is het geven van een maaltijd voor de kinderen niet toegestaan. Hier is eenvoudigweg geen tijd voor. Tussen en uur worden er geen maaltijden gegeven. Bij verlengde dagopvang mogen vanaf uur maaltijden worden gegeven, dit telt uiteraard voor de peutergroep. De babygroep krijgt een maaltijd tussen en uur. 1

2 HUISREGELS LEEFRUIMTE BABYGROEP Startklaar maken groepsruimte Aankleedtafel werkklaar maken. Mandjes van de kinderen die op de desbetreffende dag aanwezig zijn klaarzetten. Vuilnisbak voorzien van een vuilniszak. Aansluiten van de magnetron en snelkoker zodanig dat de electriciteitskabels buiten het bereik van de kinderen liggen. Dagagenda doornemen. Brood uit de diepvries halen. Was aanzetten en opvouwen. Meubilair Voldoende speel en loopruimte creëren in de leefruimte door de meubels aan de kant te plaatsen. Meubilair controleren op splinters en afgebladderde verf. Na iedere verschoning wordt de commode met allesreiniger (in de spuitfles) en een papieren doek schoongemaakt. Spuitfles met schoonmaakmiddel niet op de commode plaatsen maar hoog wegzetten zodat de kinderen er niet aan kunnen zitten. Box goed afsluiten met veiligheidsslot. Zorg dan handjes en voetjes bij het hekje van de box weg zijn als je hem open of dicht maakt, ook op de andere kant letten. Attendeer hier ook de ouders op als ze de box willen openen. Kinderen mogen niet zelf in de kinderstoel klimmen. Kinderen mogen alleen onder toezicht in de kinderstoelen zitten, bijv. tijdens het eten. De kinderstoel ver genoeg van de tafel af zetten, zodat ze niet af kunnen zetten tegen de tafel. Speelgoed Geen losse voorwerpen in het lokaal laten slingeren. Er wordt niet gegooid met speelgoed. Als groot en klein samenspelen, dan met speelgoed van de kleintjes of zelf meespelen. Koordjes en strikjes aan speelgoed of verkleedkleren mogen niet langer zijn dan 22 cm. Niet rennen in de groepsruimte. Speelgoed dat als opstapmogelijkheid kan dienen uit de box halen. Geen fietsen, steppen of loopauto s in het lokaal. Geel balspellen in het lokaal. Controleer speelgoed en verwijder speelgoed als het stuk is. Het speelgoed met kleine onderdelen opbergen in een afgesloten kast of doos. Grotere kinderen leren mee te helpen met het opruimen van het speelgoed. Veeg het speelgoed met een bezem bij elkaar, dan hurken door je knieën en opruimen; deze manier is beter voor je rug. Speelgoed moet één keer per week schoongemaakt worden. 2

3 Eten en drinken Werk volgens de hygiënecode. Draag altijd zorg voor een goede handhygiëne. Werk met schoon keukenmateriaal in een schone werkomgeving. De leidster maakt het middageten klaar bij de kinderen aan tafel. Als het kind groot genoeg is gaat het met een vork eten. Ben er alert op dat de kinderen van hun eigen bestek eten en uit hun eigen beker drinken; dit i.v.m. ziektekiemen. Kinderen rustig laten eten. Kinderen laten zitten bij het eten, dit geldt ook voor de koekjes en soepstengels. Kinderen altijd een slabber omdoen tijdens het eten; ook van een koekje. Gebruik voor ieder kind schone spuugdoekjes/slabbers. Ruim spuugdoekjes/slabbers na gebruik gelijk op. Als kinderen morsen gelijk opruimen. Beweeglijke kinderen (die bijv zelf uit de kinderstoel proberen te klimmen) vast maken in een tuigje en naast de groepsleidster plaatsen. Een stoelverkleiner gebruiken bij de kleintjes. Per leeftijd bekijken welk eten geschikt is, niet te vroeg met hard eten starten. De leidster snijdt het brood; kleine stukjes met een vork. De leidster eet tijdens het middageten met mes en vork. Na het eten worden handjes en gezichtjes gewassen. Na het eten wordt er geveegd en de vloer gedweild; de kinderen gaan dan even van de vloer. Evt in de box. Bord rond laten gaan met partjes fruit. Borstvoeding gekoeld meebrengen en gelijk in de koelkast zetten. Zuigelingenvoeding in containertjes mee laten brengen met een lege fles. Spenen regelmatig uitkoken. Spenen controleren op scheurtjes. Ouders attenderen op regelmatig vervangen van speentjes. Berg de speentjes na gebruik gelijk op in het eigen mandje van het kind. Ouders Alert zijn op de tassen van de ouders; vragen of ze die op tafel willen zetten en of ze die de volgende keer in de auto willen laten staan. 3

4 HUISREGELS LEEFRUIMTE PEUTERGROEP Algemeen Er mag niet gegooid worden met speelgoed. Als de kinderen met klein materiaal aan het spelen zijn, dan moet er één leidster bij de kinderen aan tafel gaan zitten. Als er speelgoed is waar de kleintjes echt niet aan mogen komen, laat de oudere kinderen er dan mee spelen als de kleintjes naar bed zijn. De kinderen leren om hun speelgoed weer op te ruimen als ze klaar zijn met spelen. Speelgoed regelmatig controleren en kapot speelgoed gelijk weggooien. Het speelgoed moet één keer per week gewassen worden. Niet rennen in de groepsruimte. Speelgoed van thuis moet worden thuis gelaten. Maximaal drie kinderen in de poppenhoek. Tijdens tvkijken niet het speelgoed uit de kasten laten halen. Als het mogelijk is één stagiaire bij de tv laten zitten. Wanneer met een nieuwe activiteit wordt begonnen, de kinderen bij de verwarming laten zitten en ze dan uitleggen wat we gaan doen. Bij een grote groep kinderen, de kinderen in groepjes verdelen en iemand erbij laten zitten. Als kinderen de handjes moeten wassen ze in een rijtje laten staan en een stagiaire op groepsleidster toezicht laten houden. Er mag niet met speelgoed gespeeld worden op de verwarming. Tijdens het dweilen bord neerzetten; waarschuwing dat het glad is. Meubilair Meubilair controleren op splinters en afgebladderde verf. De banken en tafels op de rem zetten. Voldoende loopruimte creëren rondom het meubilair om botsingen te voorkomen. Leer de kinderen zodra ze op de peutergroep komen hoe ze op de banken moeten klimmen. Kinderen mogen niet op de bank gaan staan. Als de kinderen los op de bank zitten zonder de tafel, moeten ze op de voetenplank gaan zitten anders vallen ze er af. Kinderen niet aan de banken laten hangen. Kinderen mogen niet in de kast klimmen, leer ze te vragen als ze iets willen hebben. De kinderen mogen niet op de vensterbank gaan zitten of staan, voor de vensterbank de ouders uit laten zwaaien. Oudere kinderen die uit de box kunnen klimmen (vanaf 2 ½ jaar) niet meer in de box zetten. Thematafels regelmatig vernieuwen. 4

5 Eten en drinken Voor het eten handen wassen. De leidster maakt het middageten klaar bij de kinderen aan tafel. Kinderen rustig laten eten. Kinderen laten zitten bij het eten. De kinderen eten met een vork. Beweeglijke kinderen (die zelf bv uit de kinderstoel proberen te klimmen) vast maken in een tuigje en naast de groepsleidster plaatsen. De leidster snijdt het brood; kleine stukjes met een vork. De leidster eet tijdens het middageten met mes en vork. Na het eten worden handjes en gezichtjes gewassen. Als er gemorst wordt gelijk opruimen. Na het eten wordt er geveegd en de vloer gedweild, de kinderen gaan dan even apart zitten, bv bij de tvhoek. Er wordt na het dweilen een bord geplaatst met de waarschuwing dat de vloer glad is. Bord rond laten gaan met partjes fruit. Verschoningsruimte Een kind nooit alleen achterlaten op de aankleedtafel en er goed voor gaan staan. Grotere kinderen zelf op de aankleedtafel laten klimmen; dit is beter voor je rug. Kinderen begeleiden met erop of eraf klimmen. De aankleedtafel schoonmaken met de allesreiniger in de spuitfles en papier, na elke verschoningsbeurt. Handen wassen na het verschonen. Niet laten rennen in de gang. Op elkaar laten wachten. Trapje altijd opbergen alvorens je de ruimte verlaat. Lichten uitdoen voor je de ruimte verlaat. Toliet Niet meer dan 2 kinderen tegelijk naar de w.c. De kinderen leren na het toilet handen te wassen. Leer kinderen hoe ze goed hun handen wassen (zie: handen wassen doe je als volgt, onder personeel). Er op toe zien dat kinderen hun handen wassen na gebruik van het toilet en dat ze zeep gebruiken. Nederlands taalgebruik De leidster wordt aangesproken met haar naam. Er wordt niet gescholden of geschreeuwd. Kinderen leren met twee woorden te spreken. Leidster is het grote voorbeeld voor de kinderen. Ook zij dient alert te zijn op goed Nederlands taalgebruik (ABN). Van ouders kan verwacht worden dat zij niet schreeuwen en zich onthouden van scheldwoorden of ander grof taalgebruik. 5

6 Houding groepsleidster De leidster is netjes gekleed en heeft een degelijke uitstraling welke vertrouwen oproept bij de ouders. Grote oorbellen zijn gevaarlijk en dus verboden op de groep. Pas op met sieraden, kraaltjes en ringen. Lange haren worden vast gedragen (vlecht, staartje). De leidster laat kinderen die verkouden zijn regelmatig hun neus snuiten in een papierdoekje (wcpapiertje). Daarna handen wassen. De leidster moet zorg dragen voor een goede handhygiene, wat je als volgt doet: *gebruik stromend water *maak de handen nat en neem vloeibare zeep *wrijf de handen over elkaar en zorg ervoor dat water en zeep over de gehele handen worden verdeeld *spoel de handen af wrijvend onder stromend water *droog de handen af met papier De leidster tilt het kind nooit aan de handen op, maar onder de oksels, om het middel of onder de billen. De leidster geeft de ouders aan dat ze altijd met vragen bij haar kunnen komen tenzij het te druk is. Dan kan er een afspraak gemaakt worden. De groepsleidsters zal met veel geduld en liefde de kinderen verzorgen. Wanneer een kind zich regelmatig stoot aan een object, dan het kind goed in de gaten houden of het eventueel slecht ziet of motorische problemen heeft. Kind observeren en in de kindbespreking aangeven wie er besproken moet worden, zonodig terugkoppelen naar de ouders. Bij verwijderen van schilderijen, kaarten of foto s gelijk de punaise verwijderen. Verboden te roken in alle ruimtes van het kindercentrum. Plan luidruchtige activiteiten goed in zodat geluidsoverlast voorkomen kan worden. Schriftjes kinderen De leidster probeert minimaal 1 keer per week dat het kind aanwezig is, in het schriftje te schrijven. Ouders Spreek af met ouders dat er geen pesterijen en grapjes bij de ramen worden uitgehaald. Tassen van de ouders mogen niet rondslingeren of op de grond worden neergezet (ivm het gevaar van medicijnen of sigaretten). Ouders mogen niet zelf hun kind op bed leggen ivm het vergeten of niet goed sluiten van het hekje. Ouders moeten er op letten dat broertjes en zusjes de deur achter zich sluiten en niet met de deuren gooien. Ouders moeten er op letten dat broertjes en zusjes geen andere kinderen optillen. Ouders moeten er op letten als zij de buitendeur openmaken dat er geen voertuigen langs komen. Ouders moeten er op letten dat ze de buitendeur zelf moeten sluiten. 6

7 HUISREGELS SLAAPRUIMTE De baby s en peuters hebben een gezamenlijke slaapruimte. Alleen kleine kinderen in het calamiteitenbedje leggen ivm eruit klimmen. Bedden goed afsluiten. Inbakeren alleen door degenen die goed de techniek kunnen toepassen en weten wanneer je niet mag inbakeren. Beddengoed wordt niet door verschillende kinderen gebruikt. Ieder kind heeft recht op schoon beddengoed. Om warmtestuwing te voorkomen worden niet te veel dekens gebruikt, bij warm weer alleen een laken. Temperatuur kinderen controleren door te voelen aan de voeten. Bij koorts extra controleren en niet te warm toedekken. Geen spenen aan koorden om de nek hangen, evt speen aan slaapzak met klem. Kinderen niet in de box of kinderwagen laten slapen. Bedbodems regelmatig controleren. Bed kort opmaken. Baby s en peuters in een slaapzak laten slapen. De stoelen van de leidsters pas in de slaapkamer plaatsen bij het toezicht. De slaapruimten worden dagelijks gelucht. Er ligt geen zwervend speelgoed in de slaapzaal. Tijdig lamp vervangen. Ter preventie van wiegendood worden de volgende adviezen nageleefd: *laat een baby altijd op de rug slapen *voorkom dat een baby te warm ligt *gebruik geen dekbedje *ventileer de slaapruimte regelmatig *gebruik geen kussen, hoofd en zijwandbeschemers, zeiltjes, tuigjes, koorden of voorwerpen van zacht plastic in bed *maak het bed kort op, zodat de voetjes tegen het voeteinde liggen of gebruik een slaapzakje *rust en regelmaat *houd voldoende toezicht; door leidster of dmv camera Voor uitgebreider informatie over wiegendood zie folder in GGDmap. HUISREGELS KEUKEN Lucifers of aanstekers altijd opruimen na gebruik. Geen opstapmogelijkheden in de buurt van kranen plaatsen. Schoonmaakmiddelen mogen niet in het lokaal aanwezig zijn, deze moeten in de keuken op de plank of in het magazijn (behalve de spuitbus). Kastdeuren altijd afsluiten. Het keukenaanrecht moet na gebruik schoon en leeggemaakt worden. De wasbak moet na gebruik schoon en leeggemaakt worden. 7

8 HUISREGELS HYGIENE De vensterbank moet dagelijks worden gecontroleerd op stof en vliegjes. Als er gemorst wordt dit direct opruimen. Na het middageten wordt het lokaal geveegd en gedweild. Bij het dweilen van het lokaal zorgen dat er geen kinderen in de buurt zijn die kunnen uitglijden over een natte vloer. Dit door de kinderen in een aparte hoek te laten spelen of tijdelijk in een ander lokaal te plaatsen. Waarschuwingsbord plaatsen. Regelmatig doorluchten van het lokaal. Spuitbussen hoog opbergen. Leer kinderen een goede hoesthygiëne aan. Hoofd wegdraaien bij het hoesten of niezen. Hand voor de mond en bij een vuile hand de handen wasssen. Let erop dat de kinderen na het toiletbezoek hun handen wassen. Gebruik voor de kinderen vloeibare zeep op de wc. Pak bij zichtbare verontreiniging, na vuile klusjes en minimaal elk dagdeel een schone vaatdoek. Gebruik bij gedeelde bedjes voor elk kind schoon beddengoed. Verschoon zichtbaar vuil beddengoed meteen. Reinig zichtbaar verontreinigd speelgoed direct. Reinig babyspeelgoed dat in de mond genomen wordt dagelijks. Was knuffels en stoffen speelgoed maandelijks. Knuffels moeten op 60 graden gewassen kunnen worden. Lakens en hoeslakens wekelijks wassen. Dekens maandelijks wassen. Verkleedkleren maandelijks wassen op 60 graden. Laat kinderen niet eten of drinken in de zandbak. Zandbak goed afsluiten. Na wandelingen de kinderen controleren op teken en tekenbeten. Beperk in de buitenruimte zoet eten en drinken. Vermijd plakkerige handen en monden bij buitenspelende kinderen. Gebruik bij buiten drinken rietjes of een afgesloten tuitbeker om te voorkomen dat wespen of vliegen in de mond of keel van de kinderen terecht kunnen komen. HUISREGELS VERSCHONINGSRUIMTEN EN TOILET Na het verschonen het aankleedkussen reinigen met de spuitbus. Spuitbus hoog opbergen. Bij crème of zalf aanbrengen een vingercondoom gebruiken; zijn die niet voorradig dan een stukje papier. Nooit met je vingers in de zalf. Na het verschonen de handen wassen. Geen WCblokjes in de toiletjes hangen. Regelmatig de luieremmer leeggooien in de container. De luieremmer niet naast de verwarming plaatsen. Geen chloor in de WCpot laten zitten. Toezicht houden. 8

9 HUISREGELS ENTREE / HAL Tassen van de leidsters in de kastjes opbergen. Ouders geen handtassen op de grond plaatsen ivm sigaretten of medicijnen. Sleutelkastje bovenop terug plaatsen zodat er geen kinderen bij kunnen. De deur naar buiten sluiten. Dit moet je zelf doen. In de entreeruimte staat geen speelgoed. Tijdens het halen en brengen van kinderen mogen buggy s of kinderwagens geplaatst worden in de entreeruimte mits de loopruimte van de entree naar de grote zaal en toiletten vrij blijft; anders de kinderwagens even buiten laten staan. De deuren naar de hal dienen gesloten te blijven. Uitkijken bij het verlaten van het pand dat er geen voertuigen aankomen,. Geen geintjes en pesterijen bij de ramen. Het buitenspeelgoed na gebruik schoon terugzetten. Geen speelgoed laten rondzwerven. In de hal mag niet met ballen of ander speelgoed gegooid worden. Niet rennen in de hal. Maxicosi s kunnen in de hal geplaatst worden op of onder de tafel. De hal wordt gereinigd na sluiting. Het oudercommissie prikbord wordt alleen door de oudercommissie gebruikt en voor info voor de ouderraad. HUISREGELS GARDEROBE De jassen moeten worden voorzien van naam. Ieder kind heeft een eigen mandje. De mandjes zijn voorzien van de voornamen van de kinderen die hiervan gebruik maken. Jassen in de luizenzakken stoppen; de luizenzakken gaan mee naar huis. De mandjes worden gebruikt voor nieuwsbrieven, activiteiten van de kinderen, post van het kinderdagverblijf aan de ouders, cadeautjes of traktaties. De leidsters zien erop toe dat de mandjes elke dag geleegd worden. De garderobe is geen opslagplaats voor buggy s, kinderwagens en buitenspeelgoed. HUISREGELS MAGAZIJN Knop van het magazijn is een draaiknop zodat de ruimte niet toegankelijk is voor kinderen. Magazijndeur wordt na gebruik altijd gesloten; licht uitdoen. In het magazijn staan de schoonmaakmiddelen opgeslagen op één na hoogste plank van de stellingkast. De schoonmaakmiddelen staan niet in de zon en verwijderd van de voedingsmiddelen. Kinderen mogen niet in het magazijn komen. 9

10 HUISREGELS BUITENRUIMTE Als er kinderen buitenspelen is er altijd toezicht. Bij botsingen de speelruimte anders indelen; rustig en druk spel uit elkaar halen of toestellen verplaatsen. Koordjes aan de kleding zijn niet toegestaan. Kinderen mogen niet aan de poort komen. De poort niet zelf openen. Niet tegen het hek of over het hek klimmen. Als er een bal of ander speelgoed buiten het hek komt wordt dit door de leidster gehaald. Er mogen maximaal 4 kinderen op de trampoline. Wanneer de buitenruimte vochtig of nat is gaan de kinderen niet op de trampoline. Zorg dat er geen opstapmogelijkheden zijn om over de omheining te klimmen. Kinderen mogen niet op de dichte zandbak gaan staan (ivm doorzakken) Niet teveel los speelgoed tegelijkertijd gebruiken. Buitenspelmateriaal opruimen. Kinderen leren goed met speeltoestellen om te gaan; bv trapje gebruiken bij de glijbaan i.p.v. op de glijbaan omhoog te klimmen. Glijbanen en toestellen op het gras plaatsen (voor het vallen). Er wordt alleen geschommeld onder toezicht; dit om te voorkomen dat men elkaar omver schommelt. Zomers de kinderen voordat ze naar buiten gaan met zonnebrand insmeren. Als extra bescherming tegen de zon de kinderen tshirts aan en petjes op. Zorg voor voldoende schaduw door parasols te plaatsen. Let op dat kinderen niet te lang in de zon spelen. Pas het spel aan zodat grote inspanning vermeden wordt. Beperk de duur van het buitenspelen bij extreme hitte. Kinderen in badje, dan gaat er één leidster bijzitten. Kinderen moeten een zwemluier aan. Geef kinderen in het zwembad wel badeendjes maar geen bekertjes, anders heb je kans dat de kinderen het badwater gaan drinken. Vermijd plakkerige handen en monden bij buitenspelende kinderen. Gebruik bij buiten drinken rietjes om te voorkomen dat een bij of wesp in de mond of keel terecht komt. Kapot speelgoed wordt meteen weggegooid. Voor nieuwe beplanting de juiste beplanting kiezen; zie gezondheidsinfo. 10

11 HUISREGELS OMGEVING Zorg dat kinderen bij wandelingen in bossen of spelen in struiken, beschermende kleding dragen (denk hierbij aan dichte schoenen, lange broeken en een pet). Controleer kinderen op teken. Bij uitstapjes buiten de poort worden vooraf duidelijke afspraken met de kinderen gemaakt. Kinderen lopen twee aan twee in een aaneengesloten rij als zij ergens naartoe wandelen. Het is verboden te rennen of roepen als de kinderen ergens naartoe wandelen. De leidster geeft altijd het goede voorbeeld met betrekking tot de verkeersregels bijv bij het oversteken. De kleine kinderen zitten in de bolderkar. De ouders moeten een overeenkomst hebben getekend, waarin zij hun goedkeuring geven dat de kinderen het terrein verlaten. 11