Renovatie bedrijfsruimte: hoe zit het met de bescherming van de huurder?

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Renovatie bedrijfsruimte: hoe zit het met de bescherming van de huurder?"

Transcriptie

1 Mariska Nijensteen en Anneke Werner* Renovatie bedrijfsruimte: hoe zit het met de bescherming van de huurder? Over renovatie van verhuurde bedrijfsruimte is de afgelopen jaren veel te doen geweest. Het zogenaamde Herenhuis-arrest heeft tot een belangrijke beperking geleid in de mogelijkheden om de huurovereenkomst op te zeggen op grond van financiële gronden en over te gaan tot renovatie van woonruimte. Lange tijd was onzeker of die beperking ook voor bedrijfsruimte gold. Vervolgens werd een wetsvoorstel ingediend om huurders van bedrijfsruimte beter te beschermen tegen dergelijke renovaties, welk voorstel de wettelijke status echter (nog) niet heeft bereikt. Wel bracht het veel teweeg bij huurrechtjuristen. Inmiddels is door de Hoge Raad een uitspraak gewezen waaruit blijkt dat de strenge maatstaf van het Herenhuis-arrest niet zonder meer van toepassing is bij huurrecht bedrijfsruimte. Vooralsnog lijkt van een beperking van de mogelijkheden voor verhuurders om een beroep te doen op renovatie als opzeggingsgrond derhalve nog geen sprake. 1. Inleiding Het belang van de huurder om in het verhuurde te kunnen blijven wonen of een bedrijf te kunnen blijven exploiteren, strookt niet altijd met het belang van de verhuurder. Dit kan bijvoorbeeld het geval zijn wanneer zich een (financiële of bouwkundige) noodzaak voor renovatie voordoet. Onder renovatie wordt in het huurrecht zowel sloop met vervangende nieuwbouw als gedeeltelijke vernieuwing door verandering of toevoeging verstaan. De verhuurder zal zich dan (al dan niet tijdelijk) van de huurder verlost willen zien. Er zijn drie wetsartikelen die dat mogelijk maken: artikel 7:220 BW (renovatie met voortzetting van de huurovereenkomst), artikel 7:274 lid 1 onderdeel c jo. lid 3 onderdeel a BW (opzeggingsgrond ingeval renovatie woonruimte niet zonder beëindiging van de huur mogelijk is) en artikel 7:296 lid 1 onderdeel b BW (opzeggingsgrond ingeval renovatie bedrijfsruimte niet zonder beëindiging van de huur mogelijk is). De laatste jaren hebben zich ontwikkelingen voorgedaan bij de toepassing van deze artikelen, in het bijzonder het laatstgenoemde artikel. Het wetsvoorstel 33018, 1 dat de huurbescherming van huurders van bedrijfsruimte bij renovatie zou moeten verbeteren, heeft veel pennen in beweging gebracht. 2 Op 14 februari 2014 heeft de Hoge Raad 3 daarnaast een belangrijke uitspraak gewezen die erop lijkt te duiden dat de positie van de huurder minder sterk is dan door sommige schrijvers gedacht, 4 in die zin dat het hierna te bespreken zogenaamde Herenhuis-arrest bij huurrecht bedrijfsruimte niet zonder meer van toepassing is. In de rechtspraak bestond daar tot dan toe niet absolute zekerheid over. 5 Met dit artikel wordt beoogd een overzicht te geven van deze ontwikkelingen en de thans geldende stand van zaken, in het bijzonder ten aanzien van het huurrecht bedrijfsruimte. Voor een juist begrip van de wettelijke regeling wordt daarbij ook kort stilgestaan bij de hiervoor genoemde regelingen van artikel 7:220 en 274 BW. 2. Renovatie die mogelijk is met voortzetting van de huurovereenkomst In artikel 7:220 lid 1 BW is bepaald dat indien gedurende de huurovereenkomst dringende werkzaamheden aan het verhuurde moeten worden uitgevoerd, de huurder daartoe gelegenheid moet geven. Deze gedoogplicht geldt onder bepaalde voorwaarden ook indien de verhuurder wil overgaan tot renovatie van het verhuurde met voortzetting van de huurovereenkomst. De verhuurder moet dan een schriftelijk voorstel doen, dat gelet op de belangen van de verhuurder en de huurder redelijk is. Daarbij moet blijkens de wetsgeschiedenis onder meer rekening worden gehouden met de financiële consequenties voor de verhuurder en de mogelijkheid van vervangende woonruimte voor de huurder. 6 Zoals geschreven heeft het artikel betrekking op renovatie die mogelijk is met voortzetting van de huurovereenkomst. Van voortzetting van dezelfde huurovereen- * Mr. M. Nijensteen en mr. A.A.T. Werner zijn beiden werkzaam als advocaat bij Wijn & Stael Advocaten N.V. Kamerstukken II 2011/12, 33018, 2. Zie onder meer W. Raas, Wetsvoorstel verbetering huurbescherming winkeliers, WR 2011/114 en G.I. Beij & Th.C. Visser, Wetsvoorstel ter verbetering van de huurbescherming in geval van renovatie. Een vooruitgang?, TvHB 2011, afl. 6. HR 14 februari 2014, ECLI:NL:HR:2014:338. HR 14 februari 2014, ECLI:HR:2014:338 (concl. A-G M.H. Wissink, punt 2.20) en N. Eeken & P.K. Oosterling-van der Maarel, Beëindiging van huurovereenkomsten bedrijfsruimte, TvHB 2012, afl. 6, p Onder meer: HR 16 maart 2012, WR 2012/40. Kamerstukken II 1997/98, 26089, 3, p

2 komst kan in beginsel worden gesproken indien plaats en functie van het verhuurde gelijk blijven. 7 Dat betekent niet dat de huurovereenkomst geheel ongewijzigd dient te blijven. De huurprijs kan bijvoorbeeld als gevolg van renovatie worden aangepast. Het enkele feit dat plaats en functie gelijk blijven (een huis wordt gesloopt en op dezelfde plek wordt een nieuw huis gebouwd) betekent niet dat de huurovereenkomst móét worden voortgezet. 8 Denkbaar is bijvoorbeeld dat de verhuurder overgaat tot vernieuwbouw van een huurobject dat dezelfde functie blijft behouden (bijvoorbeeld wonen), maar dat de daarmee gepaarde (redelijke) huurverhoging door de huidige huurder niet kan worden voldaan. In een dergelijk geval is renovatie zonder beëindiging van de huurovereenkomst niet mogelijk. De enkele omstandigheid dat het verhuurde tijdelijk verlaten zal moeten worden om de renovatie uit te voeren, brengt overigens niet met zich dat voortzetting van de huurovereenkomst onmogelijk is. Dit kan anders zijn indien de renovatie zeer lange tijd in beslag neemt Renovatie die zonder beëindiging van de huur niet mogelijk is In het geval dat de verhuurder niet wil overgaan tot renovatie met voortzetting van de huurovereenkomst, dient hij zowel met betrekking tot de huur van woonruimte als bedrijfsruimte aan te tonen dat de renovatie dringend is en niet kan plaatsvinden zonder beëindiging van de huurovereenkomst. In een dergelijk geval kan de verhuurder de huurovereenkomst opzeggen op grond van het bepaalde in artikel 7:296 lid 1 onderdeel b BW (of bij woonruimte: artikel 7:274 lid 1 onderdeel c jo. lid 3 onderdeel a BW). 10 De opzeggingsgronden voor de huur van woonruimte en bedrijfsruimte lijken op het eerste gezicht veel op elkaar. De verschillen in de wettekst 11 blijken echter niet onbelangrijk te zijn. Voordat de recente ontwikkelingen met betrekking tot de huur van bedrijfsruimte worden besproken, worden voor de volledigheid en een goed begrip van de recente ontwikkelingen, enige opmerkingen gewijd aan de renovatieregeling die geldt bij huur van woonruimte Woonruimte In artikel 7:274 lid 1 onderdeel c jo. lid 3 onderdeel a BW is bepaald dat de verhuurder de huurovereenkomst kan opzeggen indien hij aannemelijk maakt dat hij het verhuurde zo dringend nodig heeft voor eigen gebruik waaronder ook begrepen renovatie die zonder beëindiging van de huur niet mogelijk is dat van hem niet kan worden gevergd dat de huurovereenkomst wordt verlengd. Een rechter zal bij toetsing of hieraan is voldaan de belangen van de huurder en de verhuurder afwegen en bezien of de huurder andere passende woonruimte kan verkrijgen. Overigens zal bij beoordeling van de aanwezigheid van dringend eigen gebruik en de toepassing van de belangenafweging in de praktijk wel een zekere overlapping bestaan. 12 De dringendheid van de renovatie kan worden gestoeld op bouwkundige redenen en financiële, sociale of beleidsmatige motieven. 13 In 2010 heeft de Hoge Raad een belangrijk arrest gewezen over de mogelijkheid om over te gaan tot opzegging in verband met renovatie, (enkel) ingegeven door financiële motieven. In het zogenaamde Herenhuis-arrest had de verhuurder het voornemen om twee woningen samen te voegen en te renoveren. Van deze twee woningen werd er één (zeer verliesgevend) verhuurd. De verhuurder heeft de huurovereenkomst opgezegd met een beroep op dringend eigen gebruik. De Hoge Raad overwoog: Het enkele feit dat de verhuurder wil overgaan tot de uitvoering van een bouw- en renovatieplan, kan geen grond opleveren voor het aannemen van dringend eigen gebruik, in de regel ook niet ingeval de exploitatie van het verhuurde in ongewijzigde staat onrendabel is. Indien echter sprake is van een structurele wanverhouding tussen de exploitatiekosten en de huuropbrengsten, kan het oordeel gerechtvaardigd zijn dat de verhuurder het verhuurde in verband met renovatie zo dringend nodig heeft voor eigen gebruik dat van hem, de belangen van beide partijen naar billijkheid in aanmerking genomen, niet kan worden verlangd dat de huurverhouding wordt voortgezet. 14 De Hoge Raad concludeerde dus dat een onrendabele exploitatie alleen onvoldoende is, maar een structurele wanverhouding wel voldoende kan zijn. Wordt geoordeeld dat sprake is van dringend eigen gebruik, dan zal de rechter de belangen moeten afwegen en moeten toetsen of de huurder vervangende woonruimte kan krijgen, alvorens hij een vordering tot beëindiging van de huurovereenkomst toe kan wijzen. Naar aanleiding van het Herenhuis-arrest is veel jurisprudentie verschenen. De praktijk bleek weerbarstig: het onderscheid tussen een onrendabele exploitatie en een structurele wanverhouding is niet duidelijk en de uitkomsten van procedures vertonen een verdeeld beeld. Uit de 7. Kamerstukken II 1999/00, 26089, 6, p Zie ook Hof Arnhem 24 februari 2009, ECLI:NL:GHARN:2009:BH7552, r.o. 7, H. Hielkema e.a. (red.), Groene Serie Huurrecht, Deventer: Kluwer (losbl.), art. 7:220 BW, aant. 42b en J.K. Six, J.M. Heikens & P.M. Gompen, Renovatie: enkele overpeinzingen, WR 2007/54 ( 4.1.1). Anders: A.M. Kloosterman, H.J. Rossel & J.P. van Stempvoort, Hoofdlijnen in het huurrecht, Deventer: Kluwer 2008, p. 223: de verhuurder die de verhuurde woonruimte wil slopen en die op dezelfde plaats een nieuw pand met dezelfde functie wil realiseren, kan volgens Kloosterman, Rossel & Van Stempvoort in beginsel niet opzeggen. 9. H. Hielkema e.a. (red.), Groene Serie Huurrecht, Deventer: Kluwer (losbl.), art. 7:220 BW, aant. 42b. 10. De regeling van artikel 7:220 BW laat blijkens lid 4 van dit artikel het bepaalde in artikel 7:296 BW expliciet onverlet. 11. Het meest in het oog springende verschil betreft de expliciete toepassing van een belangenafweging bij huurrecht woonruimte en de omstandigheid dat moet blijken dat de huurder andere passende woonruimte kan verkrijgen. 12. HR 14 februari 2014, ECLI:NL:HR:2014:338 (concl. A-G M.H. Wissink, punt 2.4.2). 13. HR 14 februari 2014, ECLI:NL:HR:2014:338 (concl. A-G M.H. Wissink, punt 2.8). 14. HR 26 maart 2010, r.o , NJ 2010/190 (Herenhuis-arrest). 127

3 verschenen jurisprudentie en literatuur zijn wel omstandigheden te destilleren die een rol spelen bij de beoordeling van de vraag of een beroep op dringend eigen gebruik in verband met renovatie gerechtvaardigd is Hypotheekrente en aflossing De kantonrechter van de Rechtbank Amsterdam overwoog dat bij de beoordeling of sprake is van een structurele wanverhouding tussen de exploitatiekosten en huuropbrengsten de hypotheekrente en aflossing in beginsel geen rol spelen. De aflossing is volgens de kantonrechter geen kostenpost maar een verschuiving van het vermogen. De kantonrechter overwoog voorts: Voor deze benadering wordt steun gevonden in de conclusie van de AG Huydecoper bij voornoemd herenhuisarrest (onder 39) waar hij betoogt dat in de Polenzaak (EHRM 19 juni 2006, RvdW 2006, 849) de verliessituatie alleen de verhouding tussen de huuropbrengst en rechtstreekse kosten (en met name de onderhoudskosten) betrof. De AG stelt dat het niet zeker is of in de benadering van het EHRM ook kapitaallasten in de berekening van de verliessituatie mogen worden betrokken, maar dat uit EHRM 19 december 1989 Mellacher e.a./oostenrijk, aanwijzingen zijn te putten dat dat niet zonder meer het geval is Cijfers over in ieder geval meer dan vier jaar Het Gerechtshof Amsterdam overwoog dat uit de enkele stelling dat een bepaald bedrag aan onderhoudskosten is gemaakt niet blijkt of deze structureel zijn, of in het verleden al eens eerder dergelijke kosten zijn gemaakt en of op korte termijn opnieuw substantiële en noodzakelijke onderhoudskosten dienen te worden gemaakt. Cijfers over een periode van slechts vier jaar bieden volgens het gerechtshof te weinig aanknopingspunten om te concluderen dat de gestelde wanverhouding tussen huuropbrengsten en exploitatiekosten een structureel karakter heeft Beoogde financiële situatie na renovatie Ook de beoogde financiële situatie na renovatie speelt een rol bij de beoordeling van het dringend eigen gebruik. Als de exploitatie niet beter zou worden na renovatie, is bezwaarlijk te stellen dat er een financiële noodzaak is voor renovatie. 17 Volgens Huydecoper is voor de beoordeling niet alleen het verlies dat wordt geleden relevant. Hij sluit niet uit dat gederfde winst c.q. een voordeliger exploitatieresultaat ook tot het aannemen van dringend eigen gebruik kan leiden. Huydecoper gaat er kennelijk van uit dat in een dergelijk geval nog wel een bijkomende omstandigheid nodig is, zoals bijvoorbeeld de maatschappelijke wenselijkheid van de ontwikkeling Door verhuurder zelf veroorzaakte dringendheid Voor de beoordeling of sprake is van een dringende behoefte aan renovatie is niet relevant of de verhuurder de omstandigheden waarop hij zich beroept zelf in het leven heeft geroepen. Volgens Huydecoper mag de verhuurder die door aankoop van het verhuurde verhuurder wordt en bij die aankoop kon voorzien dat de exploitatieresultaten niet goed waren, dit niet worden tegengeworpen. 19 Aan deze omstandigheid kan wel gewicht toekomen in de belangenafweging die artikel 7:274 BW voorschrijft Waardestijging huurobject Tot slot blijkt uit het Herenhuis-arrest dat de eventuele waardestijging van het huurobject, zoals die zich na de verwerving ervan maar voor eventuele renovatie heeft voorgedaan, een rol kan spelen bij de beoordeling van de vordering tot beëindiging op grond van dringend eigen gebruik. 20 Een op het eerste gezicht onrendabele exploitatie zal in een dergelijk geval minder snel tot dringend eigen gebruik leiden. Het verlies wordt als het ware gecompenseerd door de overigens niet liquide gemaakte waardestijging. Ook Huydecoper heeft in zijn conclusie bij dit arrest geschreven dat aan een eventuele waardestijging inderdaad betekenis kan toekomen bij de beoordeling of de verliessituatie waarop een verhuurder zich beroept dusdanig nadelig is, dat dat een beroep op dringend eigen gebruik in het kader van renovatie kan (helpen) onderbouwen. 21 Gelet op de juridische benadering van het hiervoor genoemde punt, zou ook bepleit kunnen worden dat een waardestijging van het object niet in het kader van de beoordeling van de verliessituatie c.q. de dringendheid van de renovatie zou moeten worden betrokken, maar pas aan de orde komt bij de belangenafweging. De waarde van het object op papier doet immers aan de financieel benarde situatie gedurende de huurovereenkomst niet af. Om de vruchten van die waardestijging te plukken zal het huurobject verkocht moeten worden. Het is echter zeer de vraag hoe realistisch dat is. Opzegging met het oog op vervreemding is blijkens het bepaalde in artikel 7:274 lid 1 onderdeel c BW niet mogelijk. Het huurobject kan derhalve enkel worden verkocht met behoud van de huurovereenkomsten. 22 Een opvolgend eigenaar zal niet snel geneigd zijn een kennelijk onrendabele exploitatie over te nemen, althans niet tegen een koopprijs waarbij de vorige eigenaar zijn waardestijging in volle omvang realiseert Aanwezigheid vergunningen De eventuele aanwezigheid van voor de voorgenomen renovatie benodigde vergunningen speelt geen rol bij de beoordeling of sprake is van een structurele wanverhouding, maar kan wel een belangrijke rol spelen bij de vraag Rb. Amsterdam 22 april 2013, ECLI:NL:RBAMS:2013:CA0351, r.o. 17. Hof Amsterdam 19 februari 2013, ECLI:NL:GHAMS:2013:BZ3784, r.o HR 14 februari 2014, ECLI:NL:HR:2014:338 (concl. A-G M.H. Wissink, punt 2.6) (vgl. ook: Rb. Amsterdam 13 maart 2014, ECLI:NL:RBAMS:2014:2208, r.o. 10). HR 26 maart 2010 (concl. A-G J.L.R.A. Huydecoper, punt 18), NJ 2010/190. Overigens merkt Huydecoper voorts op dat er geen verschil behoort te zijn in de benadering tussen particuliere verhuurder en professionele verhuurders/vastgoedbeleggers (punt 44-48). HR 26 maart 2010 (concl. A-G J.L.R.A. Huydecoper, punt 20), NJ 2010/190, met verwijzing naar HR 9 december 1983, r.o. 3.3, NJ 1984/307. HR 26 maart 2010, r.o , NJ 2010/190. Zie ook Hof Amsterdam 15 oktober 2013, ECLI:NL:GHAMS:2013:3447, r.o HR 26 maart 2010 (concl. A-G J.L.R.A. Huydecoper, punt 56), NJ 2010/190. Artikel 7:226 BW. 128

4 of verhuurder een zwaarwegend belang bij opzegging heeft; is verhuurder wel van plan om te gaan renoveren en kan deze renovatie ook plaatsvinden? De Rechtbank Utrecht overwoog in een geschil omtrent een andere opzeggingsgrond dan dringend eigen gebruik namelijk niet toestemmen in een redelijk aanbod tot het aangaan van een nieuwe huurovereenkomst (artikel 7:274 lid 1 onderdeel d BW) dat eiser op dat moment geen zwaarwegend belang had bij de verbouwing van het verhuurde omdat hij geen bouwvergunning had aangevraagd, niet had aangegeven wanneer hij dat zou doen en niet te voorspellen was of de bouwvergunning zou worden verkregen. 23 In de praktijk blijkt de aanleiding voor renovatie vaak niet gelegen in (uitsluitend) financiële motieven, maar in een combinatie van factoren. In het geval dat de noodzaak van de renovatie reeds vaststaat op andere dan (uitsluitend) financiële gronden (bijvoorbeeld de slechte staat van het verhuurde), is de strenge maatstaf van het Herenhuis-arrest niet zonder meer van toepassing. De eventuele wanverhouding tussen huuropbrengsten en exploitatiekosten kan dan wel terugkomen in de belangenafweging. De nadruk zal dan liggen op de verhouding tussen kosten en opbrengsten ná renovatie Bedrijfsruimte Net zoals bij woonruimte zal een huurder van bedrijfsruimte behoefte hebben aan een zeker voortdurend genot van het verhuurde. Bij de aan een huurder van bedrijfsruimte toegekende huurbescherming speelt ook een rol dat de wetgever ervan uitgaat dat een huurder in de bedrijfsruimte moet investeren en huurder daarom de kans moet krijgen deze investering terug te verdienen. De daarvoor geregelde termijnbescherming is vervat in artikel 7: BW en houdt kort gezegd in dat de huurovereenkomst in beginsel geldt voor vijf plus vijf jaar. 25 De huurovereenkomst kan na ommekomst van de eerste vijf jaar slechts op grond van een tweetal gronden worden opgezegd (waaronder renovatie). Na ommekomst van de verlengde termijn is opzegging door verhuurder eenvoudiger, zij het dat de verhuurder aan de wettelijke opzeggronden van artikel 7:296 BW gebonden is. Na verloop van de eerste termijn van de huurovereenkomst kan voor zover hier relevant worden opgezegd op de grond dat de verhuurder aannemelijk maakt dat hij het verhuurde persoonlijk in duurzaam gebruik wil nemen en hij het verhuurde daartoe dringend nodig heeft. Onder duurzaam gebruik wordt ook begrepen renovatie van het verhuurde die zonder beëindiging van de huur niet mogelijk is. De verhuurder zal het bestaan van deze opzeggrond aannemelijk moeten maken. Anders dan bij de renovatieregeling voor woonruimte, volgt geen belangenafweging of de toets of een huurder een vervangend huurobject kan verkrijgen. Aan de dringendheid van renovatie kunnen vanzelfsprekend dezelfde motieven ten grondslag liggen als bij woonruimte besproken, waaronder financiële motieven. Het was lange tijd de vraag of de strenge maatstaf van het hiervoor besproken Herenhuis-arrest ook van toepassing was op de renovatieregeling voor bedrijfsruimte. In de literatuur bestonden daarover verscheidene opvattingen. Sommige commentaren gingen er zonder meer van uit dat dit wel het geval was. 26 Gelet op het in 2011 ingediende Wetsvoorstel houdende verbetering van de huurbescherming van huurders van bedrijfsruimte (hierna: het Wetsvoorstel) 27 in geval van renovatie, was die gedachte niet vreemd. Inmiddels heeft de Hoge Raad deze vraag echter ontkennend beantwoord. 28 Alvorens dat arrest nader te bezien, enige opmerkingen over het Wetsvoorstel Wetsvoorstel In 2011 is het Wetsvoorstel houdende verbetering van de huurbescherming van huurders van bedrijfsruimte ingediend. De indieners van het Wetsvoorstel meenden dat het voor verhuurders te eenvoudig was om een huurovereenkomst voor bedrijfsruimte op te zeggen. Het Wetsvoorstel voorziet onder meer in het beperken van de mogelijkheid van de verhuurder van bedrijfsruimte om de huurovereenkomst op te zeggen vanwege renovatie. Onder de opzeggingsgrond dringend persoonlijk gebruik zal na invoering van het Wetsvoorstel niet meer renovatie worden begrepen. Opzegging op grond van renovatie kan dan alleen nog plaatsvinden indien de belangenafweging als bedoeld in artikel 7:296 lid 3 BW in het voordeel van de verhuurder uitpakt en zoals bij toepassing van dit artikel gebruikelijk is pas na ommekomst van de termijn waarmee de huurovereenkomst is verlengd (doorgaans dus na verloop van tien jaar). Bovendien beoogt het Wetsvoorstel ook te komen tot een minimumbijdrage in de verhuis- en inrichtingskosten voor de huurder. Het Wetsvoorstel is kritisch ontvangen door de Afdeling advisering van de Raad van State. De Afdeling is er niet van overtuigd dat de rechter de opzeggingsgrond dringend eigen gebruik te makkelijk zou toepassen en adviseerde de noodzaak van de schrapping van dit artikel nader te motiveren. 29 In de literatuur is op vergelijkbare wijze gereageerd. Zo heeft Raas zich op het standpunt gesteld dat het Wetsvoorstel is gebaseerd op (onder meer) de onjuiste veronderstelling dat er een toename zou zijn van het aantal gevallen waarin de huurovereenkomst op grond van renovatie wordt opgezegd en verhuurders door de huidige opzet van artikel 7:296 BW de huurovereenkomst eenvoudig zouden kunnen laten beëindigen. Raas stelt dat analyse van de jurisprudentie leert dat in ieder Rb. Utrecht 17 maart 2010, ECLI:NL:RBUTR:2010:BM0376, r.o HR 14 februari 2014, ECLI:NL:HR:2014:338 (concl. A-G M.H. Wissink, punt ). Bij woonruimte geldt slechts een verbod de huurovereenkomst op te zeggen voor het einde van de overeengekomen bepaalde termijn, artikel 7:271 BW. HR 14 februari 2014, ECLI:NL:HR:2014:338 (concl. A-G M.H. Wissink, punt 2.20). Kamerstukken II 2011/12, 33018, 2. HR 14 februari 2014, ECLI:NL:HR:2014:338. Kamerstukken II 2011/12, 33018,

5 geval geen sprake is van grote aantallen; in iets meer dan acht jaar tijd zijn circa 28 uitspraken over het onderwerp gepubliceerd. Het ging daarbij om zowel toewijzingen als afwijzingen van de vordering van de verhuurder. 30 Raas meent bovendien dat het Wetsvoorstel geen grote veranderingen zal brengen in de effectieve rechtsbescherming van huurders als het gaat om renovaties. Renovatie die plaats zou moeten vinden reeds vijf jaar na aanvang van de huur zijn een zeldzaamheid. Als daarvan al sprake zou zijn, is de gewenste renovatie vaak al verdisconteerd in de huurovereenkomst. 31 Het laatste Kamerstuk omtrent dit Wetsvoorstel dateert van december Of, en zo ja wanneer, een vervolg wordt gegeven aan dit Wetsvoorstel, is onduidelijk. Hoewel kritisch ontvangen, is in te zien hoe het Wetsvoorstel een rol heeft gespeeld in de discussie omtrent de eventuele toepasbaarheid van de strenge maatstaf uit het Herenhuis-arrest voor huur van bedrijfsruimte. De roep om meer huurbescherming voor huurders van bedrijfsruimte zou toepasbaarheid van die maatstaf uit het huurrecht woonruimte wellicht hebben kunnen legitimeren Alog/Ultimo In 2013 heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden echter al overwogen dat de door de Hoge Raad in het Herenhuis-arrest geformuleerde rechtsregel dat sprake moet zijn van een structurele wanverhouding tussen exploitatiekosten en huuropbrengsten niet van toepassing is bij de beoordeling van de aanwezigheid van dringend eigen gebruik bij huur van bedrijfsruimte. 32 Begin dit jaar heeft de Hoge Raad dit bevestigd. Het ging in die zaak om het volgende. Alog huurde 700 m 2 winkelruimte in een winkelcentrum van Ultimo. Alog exploiteerde daarin een Aldi-supermarkt. Ultimo was voornemens het hele winkelcentrum te renoveren, omdat dit inmiddels ernstig verouderd was. Van het verhuurde zou 100 m 2 open terrein worden, 200 m 2 zou worden verhuurd aan een kapsalon en een Chinees restaurant en in totaal 1300 m 2 van het winkelcentrum zou worden verhuurd aan Deen-supermarkten. Voor Alog zou in de herontwikkeling geen plaats meer zijn. Blijkens het arrest zou de gemeente geen toestemming geven aan een voorgestelde uitbreiding om plaats te bieden voor twee supermarkten. Kennelijk is tussen Alog en Ultimo wel onderhandeld over een huurovereenkomst (in welk geval geen verhuur aan Deensupermarkten zou plaatsvinden). Een breekpunt in die onderhandelingen was echter dat Alog na renovatie niet meer dan 170 per m 2 wilde gaan betalen. Volgens Ultimo zou exploitatie dan niet kostendekkend zijn. Ultimo wilde om die reden de huurovereenkomst met Alog opzeggen op grond van dringend, persoonlijk gebruik. Alog stelde in cassatie aan de orde dat het enkele feit dat de exploitatie na renovatie niet kostendekkend was ontoereikend was; het hof had moeten onderzoeken of een structurele wanverhouding bestond tussen de exploitatiekosten en de huuropbrengsten, gelijk de Hoge Raad in het Herenhuis-arrest had gedaan. Wissink merkte in zijn conclusie bij het arrest op dat algemene bedrijfseconomische redenen voldoende kunnen zijn voor dringend persoonlijk gebruik. Voor beperking van de opzeggingsmogelijkheden tot de situatie waarin sprake is van een structurele wanverhouding bestaat volgens Wissink bij bedrijfsruimte geen aanleiding. 33 De Hoge Raad overwoog vervolgens als volgt: De vraag of de in genoemd arrest van 26 maart 2010 voor de beëindiging van huur van woonruimte neergelegde maatstaf ook geldt voor de beëindiging van huur van bedrijfsruimte in de zin van art. 7:290 BW, dient ontkennend te worden beantwoord op grond van het volgende. Bij beëindiging van de huur van woonruimte mag een beroep op dringend eigen gebruik van de verhuurder niet te snel worden gehonoreerd, gelet op het gewicht dat toekomt aan de door het huurrecht beoogde bescherming van de huurder van woonruimte. Naar de Hoge Raad in voormeld arrest heeft overwogen, is de enkele omstandigheid dat de exploitatie van het verhuurde in ongewijzigde staat onrendabel is, onvoldoende voor het aannemen van dringend eigen gebruik. Voor het aannemen daarvan geldt de strengere maatstaf dat sprake is van een structurele wanverhouding tussen de exploitatiekosten en de huuropbrengsten. Bij de bescherming van de huurder van bedrijfsruimte als bedoeld in artikel 7:290 BW gaat het om een bescherming van een recht van (fundamenteel) andere aard, waarbij met name bedrijfseconomische belangen van de huurder en de verhuurder een rol spelen. Van de verhuurder van bedrijfsruimte kan in een geval als het onderhavige waarin de noodzaak van renovatie tussen partijen niet ter discussie staat niet worden gevergd dat hij een huurovereenkomst voortzet die na renovatie leidt tot een niet-kostendekkende exploitatie. 34 De Hoge Raad heeft aldus geoordeeld dat de rechtsregel uit het Herenhuis-arrest niet van toepassing is bij de beëindiging van een huurovereenkomst bedrijfsruimte. Daarbij moet men wel in ogenschouw nemen dat, anders dan in het Herenhuis-arrest waar de renovatie enkel door financiële motieven was ingegeven, in het geschil dat voorlag aan de Hoge Raad de noodzaak voor renovatie al op andere gronden vaststond. Dat de exploitatie na renovatie niet kostendekkend was, was een (niet onbelangrijke) bijkomende omstandigheid. Mol merkt terecht op dat het lijkt of de Hoge Raad een slag om de arm houdt bij de vraag of een niet-kostendekkende exploitatie altijd volstaat als dringend persoonlijk gebruik bij huur bedrijfsruimte. De Hoge Raad overweegt namelijk dat in een geval als het onderhavige waarin de noodzaak van renovatie tussen partijen niet ter discussie staat niet kan worden gevergd dat hij de huur W. Raas, Wetsvoorstel verbetering huurbescherming winkeliers, WR 2011/114. Bijvoorbeeld in de vorm van een renovatiebeding of het aangaan van tijdelijke huurcontracten, zie W. Raas, Wetsvoorstel verbetering huurbescherming winkeliers, WR 2011/114. Hof Arnhem-Leeuwarden 24 september 2013, r.o. 4.10, WR 2014/22. HR 14 februari 2014, ECLI:NL:HR:2014:338 (concl. A-G M.H. Wissink, punt 2.21). HR 14 februari 2014, ECLI:NL:HR:2014:338, r.o

6 overeenkomst voortzet. 35 In een voorkomend geval zou daar dus anders over kunnen worden geoordeeld. Maar, zoveel is duidelijk: de rechtsregel van structurele wanverhouding tussen exploitatiekosten en huuropbrengsten laat zich in ieder geval niet een op een toepassen in het huurrecht bedrijfsruimte. De volgende uitgangspunten spelen wel een rol bij de beoordeling of er sprake is van dringend, persoonlijk gebruik in verband met renovatie als opzeggingsgrond Door verhuurder zelf veroorzaakte dringendheid Anders dan bij de huur van woonruimte, speelt het feit dat de omstandigheid waar een verhuurder zich op beroept door hem zelf in het leven is geroepen, wel een rol bij de beoordeling van de aanwezigheid van dringend persoonlijk gebruik. Volgens Huydecoper is dit vooral een gevolg van de verschillen in de beide regelingen. 36 Bij woonruimte kan dit aspect namelijk wel meewegen in de belangenafweging die plaatsvindt na vaststelling van de aanwezigheid van dringend eigen gebruik. Bij huur van bedrijfsruimte bestaat een dergelijke belangenafweging niet en worden dergelijke aspecten vaak betrokken bij de beoordeling van de aanwezigheid van dringend persoonlijk gebruik. Daarin lijkt een belangenafweging soms te worden geïntegreerd. Ook Raas schrijft dat hoewel formeel niet correct, rechters vaak de neiging hebben de belangen van de huurder wel expliciet mee te wegen Aannemelijk maken en aanwezigheid vergunningen De verhuurder hoeft het dringend gebruik slechts aannemelijk te maken en behoeft dit niet aan te tonen met objectieve gegevens. 38 Het is in beginsel niet vereist dat de verhuurder aantoont dat hij beschikt over de voor de voorgenomen renovatie benodigde vergunningen of dat deze zullen worden verleend. Als het gebruik waarvoor hij stelt het verhuurde nodig te hebben op praktische of juridische gronden is uitgesloten, of het verkrijgen van de benodigde vergunningen onaannemelijk is, dan zal de vordering van de verhuurder worden afgewezen. 39 Volgens Fraai betekent dit dat zal moeten blijken dat er een serieus uitvoerbaar plan zijdens de verhuurder moet bestaan, dat praktisch en juridisch gezien binnen afzienbare tijd haalbaar is. De eis om dat plan met concrete stukken te onderbouwen, wordt zwaarder naarmate het bestaan of de uitvoerbaarheid van het plan sterker worden betwist. 40 ( ) nu niet gezegd kan worden dat de voorgestelde regeling aansluit bij de opvattingen zoals die zich onder het huidige huurrecht in rechtspraak, literatuur en maatschappij hebben ontwikkeld, de voorgestelde regeling onmiskenbaar een breuk inhoudt met de huidige regeling waarin renovatie juist expliciet als duurzaam gebruik wordt aangemerkt, geen sprake is van een lacune in de huidige regeling, en de voorgestelde regeling voor wat betreft het overgangsrecht afwijkt van de in artikel 205 Overgangswet nieuw Burgerlijk Wetboek voor Titel 4 van Boek 7 BW neergelegde eerbiedigende werking Conclusie De afgelopen jaren zijn er met betrekking tot de bescherming van de huurder van bedrijfsruimte tegenstrijdige ontwikkelingen geweest. Enerzijds werd een Wetsvoorstel ingediend om de huurbescherming van de huurders van bedrijfsruimte te verbeteren, anderzijds heeft de Hoge Raad zich er in Alog/Ultimo over uitgelaten dat de strenge maatstaf van het Herenhuis-arrest niet geldt voor huur van bedrijfsruimte. Het is de vraag hoe dit debat zich verder gaat ontwikkelen. Zal naar aanleiding van het arrest van de Hoge Raad dit jaar het Wetsvoorstel weer onderwerp van debat worden? Mag uit het arrest van de Hoge Raad worden afgeleid dat de huurbescherming van huurders bedrijfsruimte juist minder sterk is dan door sommige schrijvers gedacht of vindt in de toekomst een nuancering plaats naar aanleiding van een uitspraak waar wel uitsluitend financiële motieven aan de renovatie ten grondslag liggen? Wellicht komt het Wetsvoorstel er nooit en is het arrest van de Hoge Raad niet meer en niet minder dan een bevestiging van het sinds lange tijd bestaande uitgangspunt dat het belang van de huurder van bedrijfsruimte als minder beschermingswaardig wordt gezien dan dat van de huurder van woonruimte. De tijd zal het uitwijzen Geen anticipatie Wetsvoorstel In een procedure omtrent beëindiging van de huur van bedrijfsruimte in verband met renovatie wordt (terecht) niet geanticipeerd op het Wetsvoorstel. Het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden overwoog geen aanleiding te zien om te anticiperen op het Wetsvoorstel: 35. HR 14 februari 2014, TvHB 2014, afl. 2, commentaar Mol. 36. HR 26 maart 2010 (concl. A-G J.L.R.A. Huydecoper), voetnoot 22, NJ 2010/ W. Raas, Wetsvoorstel verbetering huurbescherming winkeliers, WR 2011/ Bijvoorbeeld Hof Arnhem-Leeuwarden 24 september 2013, r.o. 4.4, WR 2014/ Hof Arnhem-Leeuwarden 24 september 2013, r.o. 4.4, WR 2014/ Th.S.M. Fraai, Hoe aannemelijk is dringend eigen gebruik?, TvHB 2014, afl. 1, p Hof Arnhem-Leeuwarden 24 september 2013, r.o. 4.5, WR 2014/22. In die zin ook HR 14 februari 2014, ECLI:NL:HR:2014:338 (concl. A-G M.H. Wissink, punt 2.18) en HR 16 maart 2012 (concl. A-G J.L.R.A. Huydecoper, punt 14 en 20), WR 2012/

Hoge Raad. 14 februari 2014 ECLI:NL:HR:2014:338 Alog-onroerend goed en handelsmaatschappij BV / Ultimo Vastgoed BV c.s.

Hoge Raad. 14 februari 2014 ECLI:NL:HR:2014:338 Alog-onroerend goed en handelsmaatschappij BV / Ultimo Vastgoed BV c.s. Jurisprudentiebespreking ( ) 6. Hoge Raad 14 februari 2014 ECLI:NL:HR:2014:338 Alog-onroerend goed en handelsmaatschappij BV / Ultimo Vastgoed BV c.s. Samenvatting Beëindiging, renovatie, dringend eigen

Nadere informatie

Vastgoed-nieuws. 21 november 2013. Huur woonruimte naar zijn aard van korte duur

Vastgoed-nieuws. 21 november 2013. Huur woonruimte naar zijn aard van korte duur Vastgoed-nieuws 21 november 2013 Huur woonruimte naar zijn aard van korte duur Essentie Verhuurders proberen vaak op creatieve manier onder dwingendrechtelijke huur(prijs)beschermingsbepalingen uit te

Nadere informatie

Renovatie van bedrijfsruimte. Het nieuwe wetsvoorstel

Renovatie van bedrijfsruimte. Het nieuwe wetsvoorstel Renovatie van bedrijfsruimte Het nieuwe wetsvoorstel Naam: L.E. van Cuilenborg Studentnr.: 5873932 Naam begeleider: G.J.P. de Vries Meelezer: F. van der Hoek Datum: 21-01-2013 Inhoudsopgave Voorblad Inhoudsopgave

Nadere informatie

Noot onder HR 24 september 2010, LJN BM9758 (Toko Mitra/PMT)

Noot onder HR 24 september 2010, LJN BM9758 (Toko Mitra/PMT) Rotterdam Institute of Private Law Accepted Paper Series Noot onder HR 24 september 2010, LJN BM9758 (Toko Mitra/PMT) Z.H. Duijnstee-van Imhoff Published in WR 2011/1, p. 14-17. 1 In dit opmerkelijke arrest

Nadere informatie

Huurrecht en gebiedsontwikkeling. 5 oktober 2017 Daniëlle de Vos Job Velthuizen

Huurrecht en gebiedsontwikkeling. 5 oktober 2017 Daniëlle de Vos Job Velthuizen Huurrecht en gebiedsontwikkeling 5 oktober 2017 Daniëlle de Vos Job Velthuizen Waar raken huurrecht en gebiedsontwikkeling elkaar? Onderwerpen Voorbereidingsfase 1. Communicatie met bewoners 2. Renovatie

Nadere informatie

Beëindigen van de huurovereenkomst in verband met renovatie. Violet Acar en Thérèse Fraai 4 april 2019

Beëindigen van de huurovereenkomst in verband met renovatie. Violet Acar en Thérèse Fraai 4 april 2019 Beëindigen van de huurovereenkomst in verband met renovatie Violet Acar en Thérèse Fraai 4 april 2019 Wat gaan we dit uur doen? Keuzevrijheid voor de verhuurder; Dringend eigen gebruik, wanneer is daar

Nadere informatie

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG > Retouradres Postbus 20011 2500 EA Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Turfmarkt 147 Den Haag Postbus 20011 2500 EA Den Haag Uw kenmerk 2014Z11661

Nadere informatie

Het huurrecht van een winkelruimte of andere bedrijfsruimte in de zin van art. 7:290 BW nader bekeken

Het huurrecht van een winkelruimte of andere bedrijfsruimte in de zin van art. 7:290 BW nader bekeken Het huurrecht van een winkelruimte of andere bedrijfsruimte in de zin van art. 7:290 BW nader bekeken In de dagelijkse praktijk komen wij van Stad&Co ondernemers tegen die vragen hebben over hun juridische

Nadere informatie

WR 2016/3: Dringend eigen gebruik woonruimte renovatie: maatstaf Herenhuis-arrest; bouwkundige noodzaak renovatie; huurders huren etage; gehele...

WR 2016/3: Dringend eigen gebruik woonruimte renovatie: maatstaf Herenhuis-arrest; bouwkundige noodzaak renovatie; huurders huren etage; gehele... Page 1 of 8 WR 2016/3: Dringend eigen gebruik woonruimte renovatie: maatstaf Herenhuis-arrest; bouwkundige noodzaak renovatie; huurders huren etage; gehele... Instantie: Hof Amsterdam Datum: 19 augustus

Nadere informatie

Supermarktvastgoed & Huurrecht

Supermarktvastgoed & Huurrecht Supermarktvastgoed & Huurrecht Vrijdag 8 maart 2013 Jodit M. de Bruin Programma Inleiding huurrecht Asbest Exploitatieplicht Afwijkende bedingen Huurprijzen Renovatie 2 Inleiding (1) Soorten huur Gebouwde

Nadere informatie

ECLI:NL:GHSGR:2008:BC8832

ECLI:NL:GHSGR:2008:BC8832 ECLI:NL:GHSGR:2008:BC8832 Instantie Datum uitspraak 02-04-2008 Datum publicatie 07-04-2008 Zaaknummer C 06/14 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof 's-gravenhage

Nadere informatie

De toepassing van de goedkeuringsgronden bij afwijkende bedingen

De toepassing van de goedkeuringsgronden bij afwijkende bedingen De toepassing van de goedkeuringsgronden bij afwijkende bedingen mr. A. de Fouw, mr. K. Keij en mr. A. Sinnige * 1. Inleiding Een huurder van 290-bedrijfsruimte wordt vergaande bescherming geboden door

Nadere informatie

Artikel 7:220 BW regelt de medewerkingplicht van een huurder bij een voorgenomen renovatie.

Artikel 7:220 BW regelt de medewerkingplicht van een huurder bij een voorgenomen renovatie. Dit artikel is als volgt onderverdeeld: I. de medewerkingplicht van de huurder; II. huurbeëindiging wegens renovatie: de mogelijkheden; III. vergoedingsrechten. I. DE MEDEWERKINGPLICHT VAN DE HUURDER Artikel

Nadere informatie

Belangenbehartiging opdrachtgever. Tijdelijke verhuur. Problemen bij oplevering vrij van huur.

Belangenbehartiging opdrachtgever. Tijdelijke verhuur. Problemen bij oplevering vrij van huur. Belangenbehartiging opdrachtgever. Tijdelijke verhuur. Problemen bij oplevering vrij van huur. Klager heeft zijn makelaar (beklaagde) een opdracht tot dienstverlening bij verkoop van zijn woonboerderij

Nadere informatie

Actualiteiten dringend eigen gebruik/renovatie en indeplaatsstelling

Actualiteiten dringend eigen gebruik/renovatie en indeplaatsstelling Actualiteiten dringend eigen gebruik/renovatie en indeplaatsstelling Donderdag 26 juni 2014 Pieter Twaalfhoven Helma Sengers Jodit de Bruin Indeplaatsstelling (1) Hoe? Onderling overleg contractsovername

Nadere informatie

zaaknummer rechtbank Amsterdam : C/13/5545011KG ZA 13-1428 arrest van de meervoudige burgerlijke kamer van 22 juli 2014

zaaknummer rechtbank Amsterdam : C/13/5545011KG ZA 13-1428 arrest van de meervoudige burgerlijke kamer van 22 juli 2014 arrest GERECHTSHOF AMSTERDAM afdeling civiel recht en belastingrecht, team II zaaknummer :200.140.465101 KG zaaknummer rechtbank Amsterdam : C/13/5545011KG ZA 13-1428 arrest van de meervoudige burgerlijke

Nadere informatie

---------------------------------------------------------------

--------------------------------------------------------------- Voorzieningenrechter Rechtbank Amsterdam k.g.-zitting : 16 juli 2004 te 9.30 uur toevoeging : verleend dan wel aangevraagd P L E I T N O T I T I E S inzake: 1. De heer H. BOS, 2. De heer W. SCHILD, 3.

Nadere informatie

Renovatie als opzeggingsgrond bij woonen. middenstandsbedrijfsruimte. Begeleider: dr. Drs. G.J.P. de Vries 2e beoordelaar: mr. R.F.

Renovatie als opzeggingsgrond bij woonen. middenstandsbedrijfsruimte. Begeleider: dr. Drs. G.J.P. de Vries 2e beoordelaar: mr. R.F. Renovatie als opzeggingsgrond bij woonen middenstandsbedrijfsruimte. Jochem Jan Spaan 9902252 Master privaatrechtelijke rechtspraktijk November 2013 Begeleider: dr. Drs. G.J.P. de Vries 2e beoordelaar:

Nadere informatie

Team huurrecht SKa Olivier Vermeulen Violet Acar Thérèse Fraai Erina Baljić 0

Team huurrecht SKa Olivier Vermeulen Violet Acar Thérèse Fraai Erina Baljić 0 Team huurrecht SKa Olivier Vermeulen Violet Acar Thérèse Fraai Erina Baljić 0 Het uitvoeren van werkzaamheden gedurende de looptijd van de huurovereenkomst Violet Acar 4 april 2019 Wat gaan we dit uur

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal Vergaderjaar 0 0 08 Voorstel van wet van de leden Gesthuizen, Smeets, Blanksma-Van den Heuvel en Van Gent tot wijziging van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek houdende verbetering

Nadere informatie

DE RIJDENDE RECHTER. Bindend Advies. gegeven door mr. F.M.Visser, verder te noemen de rijdende rechter.

DE RIJDENDE RECHTER. Bindend Advies. gegeven door mr. F.M.Visser, verder te noemen de rijdende rechter. Zaaknummer: S20-06 Datum uitspraak: 26 oktober 2012 Plaats uitspraak: Zaandam DE RIJDENDE RECHTER in het geschil tussen: R.J. Kok te Enkhuizen verder te noemen: Kok, tegen: Bindend Advies Stichting Woondiensten

Nadere informatie

ECLI:NL:RBSGR:2011:BP8136

ECLI:NL:RBSGR:2011:BP8136 ECLI:NL:RBSGR:2011:BP8136 Instantie Datum uitspraak 15-02-2011 Datum publicatie 18-03-2011 Rechtbank 's-gravenhage Zaaknummer 385723 / KG ZA 11-78 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel

Nadere informatie

Huurrecht - woonruimte

Huurrecht - woonruimte Huurrecht - woonruimte Bij huurrecht en huurovereenkomst denkt men al snel aan het (ver)huren van een onroerende zaak, meestal een gebouw, en de meeste huurvragen hebben hier ook betrekking op. De wet

Nadere informatie

PUBLICATIE NIEUWE NEN 3569; Wat zijn bouwbreed de gevolgen?

PUBLICATIE NIEUWE NEN 3569; Wat zijn bouwbreed de gevolgen? PUBLICATIE NIEUWE NEN 3569; Wat zijn bouwbreed de gevolgen? Bij het ter perse gaan van deze tweede nieuwsbrief ligt de ontwerp NEN 3569, handelend over vlakglas voor gebouwen, voor commentaar ter inzage.

Nadere informatie

De Staatssecretaris van Financiën heeft een verweerschrift ingediend. De moeder van belanghebbende (hierna: erflaatster) is op [ ] 2010 overleden.

De Staatssecretaris van Financiën heeft een verweerschrift ingediend. De moeder van belanghebbende (hierna: erflaatster) is op [ ] 2010 overleden. Uitspraak 10 oktober 2014 Nr. 13/04777 Arrest gewezen op het beroep in cassatie van [X] te [Z] (hierna: belanghebbende) tegen de uitspraak van het Gerechtshof Amsterdam van 29 augustus 2013, nr. 12/00472,

Nadere informatie

Kluwer Online Research Bedrijfsjuridische berichten Verruiming van de zorgplicht en werkgeversaansprakelijkheid

Kluwer Online Research Bedrijfsjuridische berichten Verruiming van de zorgplicht en werkgeversaansprakelijkheid Bedrijfsjuridische berichten Verruiming van de zorgplicht en werkgeversaansprakelijkheid Auteur: Mr. T.L.C.W. Noordoven[1] Hoge Raad 23 maart 2012, JAR 2012/110 1.Inleiding Maakt het vanuit het oogpunt

Nadere informatie

Bieden de renovatiebepalingen in boek 7 BW voldoende mogelijkheden aan de verhuurder om een renovatieplan uit te voeren?

Bieden de renovatiebepalingen in boek 7 BW voldoende mogelijkheden aan de verhuurder om een renovatieplan uit te voeren? Bieden de renovatiebepalingen in boek 7 BW voldoende mogelijkheden aan de verhuurder om een renovatieplan uit te voeren? Kristel van Campen Studentnummer: 5887976 Privaatrechtelijke Rechtspraktijk 2015

Nadere informatie

Actualiteiten huur. 10 december 2015. a.w.jongbloed@uu.nl

Actualiteiten huur. 10 december 2015. a.w.jongbloed@uu.nl Actualiteiten huur 10 december 2015 a.w.jongbloed@uu.nl 1 HR 25 april 2014, RvdW 2014/635 (Aldi/Kroon) Moet de HR terugkomen op de in zijn arrest Toko Mitra/PMT aanvaarde uitleg van art. 7:296 BW inzake

Nadere informatie

Rapport. Datum: 1 juli 1998 Rapportnummer: 1998/258

Rapport. Datum: 1 juli 1998 Rapportnummer: 1998/258 Rapport Datum: 1 juli 1998 Rapportnummer: 1998/258 2 Klacht Op 10 oktober 1997 ontving de Nationale ombudsman een verzoekschrift van de heer D. te Heemstede, met een klacht over een gedraging van de Huurcommissie

Nadere informatie

A. Het in het belastbaar inkomen 1998 begrijpen van het voordeel uit het tegen inkoopsprijs aankopen vaneen auto, groot fl 15.000.

A. Het in het belastbaar inkomen 1998 begrijpen van het voordeel uit het tegen inkoopsprijs aankopen vaneen auto, groot fl 15.000. C/& Z^o^jr Edelhoogachtbaar College, y> "2_ Op 17 februari j.l. is door mij namens C igllllllpljp te IHllIll^, hierna belanghebbende, beroep in cassatie aangetekend tegen de uitspraak van het Gerechtshof

Nadere informatie

VVJ Actualiteitendag Vastgoedrecht 2015. ONDERDEEL ACTUALITEITEN HUURRECHT DOOR MR. M.F.A. Evers I FAILLISSEMENT EN HUUR. 1. Wettelijke regeling

VVJ Actualiteitendag Vastgoedrecht 2015. ONDERDEEL ACTUALITEITEN HUURRECHT DOOR MR. M.F.A. Evers I FAILLISSEMENT EN HUUR. 1. Wettelijke regeling VVJ Actualiteitendag Vastgoedrecht 2015 ONDERDEEL ACTUALITEITEN HUURRECHT DOOR MR. M.F.A. Evers I FAILLISSEMENT EN HUUR 1. Wettelijke regeling Art. 39 Fw.: in geval van faillissement van de huurder kan

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal Vergaderjaar 0 0 33 08 Voorstel van wet van de leden Gesthuizen, Smeets, Blanksma-Van den Heuvel en Van Gent tot wijziging van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek houdende

Nadere informatie

a d v o k a t e n k o l l e k t i e f s l o e t s t r a a t

a d v o k a t e n k o l l e k t i e f s l o e t s t r a a t Rechtbank Arnhem Sector Kanton, Locatie Arnhem Roldatum : 17 december 2012 zaaknummer : 844779 CV EXPL 12-8235 CONCLUSIE VAN ANTWOORD inzake: J.P.H. Reijnen wonende te Arnhem, gedaagde advocaat: mr. J.H.F.M.

Nadere informatie

Nationale-Nederlanden Schadeverzekering Maatschappij N.V., gevestigd te Amsterdam, hierna te noemen Aangeslotene.

Nationale-Nederlanden Schadeverzekering Maatschappij N.V., gevestigd te Amsterdam, hierna te noemen Aangeslotene. Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2013-113 d.d. 15 april 2013 (mr. A.W.H. Vink, voorzitter, mr. E.M. Dil-Stork en mr. B.F. Keulen, leden en mevrouw mr. F.E. Uijleman, secretaris)

Nadere informatie

R/?6o3. X2. i.v. te betreffende de aanslag vennootschapsbelasting. Toelichting. Den Haag, 8 SEP Kenmerk:

R/?6o3. X2. i.v. te betreffende de aanslag vennootschapsbelasting. Toelichting. Den Haag, 8 SEP Kenmerk: R/?6o3 Den Haag, 8 SEP. 2017 Kenmerk: 2017-0000180894 Motivering van het beroepschrift in cassatie (rolnummer 17/03603) tegen de uitspraak van het Gerechtshof Den Haag van 13 juni 2017, nr. 16/00344, inzake

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2010 2011 32 856 Wijziging van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering en enkele andere wetten teneinde nader inhoud te geven aan het beginsel van openbaarheid

Nadere informatie

TWEEDE KAMER DER STATEN-GENERAAL

TWEEDE KAMER DER STATEN-GENERAAL TWEEDE KAMER DER STATEN-GENERAAL 2 Vergaderjaar 2010-2011 32 856 Wijziging van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering en enkele andere wetten teneinde nader inhoud te geven aan het beginsel van openbaarheid

Nadere informatie

ECLI:NL:GHSHE:2017:3619

ECLI:NL:GHSHE:2017:3619 ECLI:NL:GHSHE:2017:3619 Instantie Datum uitspraak 15-08-2017 Datum publicatie 16-08-2017 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof 's-hertogenbosch 200.216.119_01

Nadere informatie

ECLI:NL:GHAMS:2015:2851 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer

ECLI:NL:GHAMS:2015:2851 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer ECLI:NL:GHAMS:2015:2851 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 07-07-2015 Datum publicatie 10-07-2015 Zaaknummer 200.152.787-01 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie

Nadere informatie

DE RIJDENDE RECHTER. Bindend Advies. gegeven door mr. F.M.Visser, verder te noemen de rijdende rechter.

DE RIJDENDE RECHTER. Bindend Advies. gegeven door mr. F.M.Visser, verder te noemen de rijdende rechter. Zaaknummer: S21-29 Datum uitspraak: 29 januari 2015 Plaats uitspraak: Zeist DE RIJDENDE RECHTER Bindend Advies in het geschil tussen: S. van der Veen en T. van der Veen--Koster te Ferwert, verder te noemen:

Nadere informatie

ECLI:NL:GHSHE:2013:BZ8341

ECLI:NL:GHSHE:2013:BZ8341 ECLI:NL:GHSHE:2013:BZ8341 Instantie Datum uitspraak 24-04-2013 Datum publicatie 24-04-2013 Zaaknummer 20-000702-11 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof 's-hertogenbosch Strafrecht

Nadere informatie

Uitvoeringsinstructie 12

Uitvoeringsinstructie 12 Uitvoeringsinstructie 12 Tijdelijke Verhuur Datum van ingang: Relatie met Leegstandwet Artikel 1 Algemene bepalingen Artikel 15 Bepalingen m.b.t. vergunningverlening Artikel 16 Bepalingen m.b.t. huur en

Nadere informatie

Uitvoeringsinstructie 19

Uitvoeringsinstructie 19 Uitvoeringsinstructie 19 Vaststellen peildatum sloop- en renovatieprojecten Datum van ingang: Relatie met de Regionale Huisvestingsverordening Stadsregio Amsterdam 2010 Artikel 14 Urgentie Artikel 15 lid

Nadere informatie

Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijkrelaties

Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijkrelaties Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijkrelaties Den Haag, 21 april 2017 dossiernummer: 103601 uw kenmerk: telefoonnummer: +31 (0)70 335 35 61 e-mail: m.deregt@advocatenorde.nl Betreft: consultatie

Nadere informatie

RAAD VAN TOEZICHT VERZEKERINGEN. Voor zover voor de beoordeling van de klacht van belang, is het navolgende gebleken.

RAAD VAN TOEZICHT VERZEKERINGEN. Voor zover voor de beoordeling van de klacht van belang, is het navolgende gebleken. RAAD VAN TOEZICHT VERZEKERINGEN U I T S P R A A K Nr. i n d e k l a c h t nr. 2005.2662 (068.05) ingediend door: hierna te noemen 'klagers', tegen: hierna te noemen 'verzekeraar'. De Raad van Toezicht

Nadere informatie

Rapport. Rapport over een klacht over Huurcommissie te Den Haag. Datum: 14 september Rapportnummer: 2012/146

Rapport. Rapport over een klacht over Huurcommissie te Den Haag. Datum: 14 september Rapportnummer: 2012/146 Rapport Rapport over een klacht over Huurcommissie te Den Haag. Datum: 14 september 2012 Rapportnummer: 2012/146 2 Klacht Verzoekster, een BV, klaagt erover dat de Huurcommissie te Den Haag haar verzoek

Nadere informatie

ECLI:NL:RBAMS:2015:5812

ECLI:NL:RBAMS:2015:5812 ECLI:NL:RBAMS:2015:5812 Instantie Rechtbank Amsterdam Datum uitspraak 23-06-2015 Datum publicatie 04-09-2015 Zaaknummer CV EXPL 14-22777 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht

Nadere informatie

ECLI:NL:RBMNE:2015:5675

ECLI:NL:RBMNE:2015:5675 ECLI:NL:RBMNE:2015:5675 Instantie Datum uitspraak 29-07-2015 Datum publicatie 03-08-2015 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Rechtbank Midden-Nederland 3947956 MC EXPL 15-2480

Nadere informatie

Wet doorstroming huurmarkt 2015

Wet doorstroming huurmarkt 2015 Wet doorstroming huurmarkt 2015 Door: Susanne van de Pest Lezing Jonge Balie 2 maart 2017 Wet doorstroming huurmarkt 2015 Voorgeschiedenis Wetsvoorstel doorstroming huurmarkt 2015-21 december 2014 ingediend

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2012:BY5138

ECLI:NL:RVS:2012:BY5138 ECLI:NL:RVS:2012:BY5138 Instantie Raad van State Datum uitspraak 05-12-2012 Datum publicatie 05-12-2012 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201110184/1/A3 Bestuursrecht Hoger

Nadere informatie

1 Rechtbank Breda, 13 juli 2012

1 Rechtbank Breda, 13 juli 2012 BEDRIJFSOPVOLGINGSFACILITEIT SUCCESSIEWET OOK VOOR PRIVÉVERMOGEN? Op 13 juli 2012 heeft rechtbank Breda uitspraak gedaan in een zaak over de bedrijfsopvolgingsfaciliteit uit de Successiewet 1956 (LJN:

Nadere informatie

Het beginpunt van elke huurovereenkomst is de wet. In artikel 7:201 BW staat de definitie van een huurovereenkomst. Die luidt als volgt:

Het beginpunt van elke huurovereenkomst is de wet. In artikel 7:201 BW staat de definitie van een huurovereenkomst. Die luidt als volgt: 1.1 Wat is huur? Alles is te koop is een veelgehoorde uitdrukking. Je zou ook kunnen zeggen alles is te huur. Dit boek gaat over huurrecht. Huur is een bijzondere overeenkomst. Dat wil zeggen dat er een

Nadere informatie

het college van bestuur van de Universiteit Leiden, gevestigd te Leiden, verweerder.

het college van bestuur van de Universiteit Leiden, gevestigd te Leiden, verweerder. Zaaknummer: 2008/008 Rechter(s): mrs. Loeb, Lubberdink, Mollee Datum uitspraak: 20 juni 2008 Partijen: appellant tegen college van bestuur van de Universiteit Leiden Trefwoorden: Bijzondere omstandigheden,

Nadere informatie

Hoge Raad 30 november 2018, nr. 17/04543

Hoge Raad 30 november 2018, nr. 17/04543 Titel Bedrijfsopvolgingsvrijstelling van toepassing op de verkrijging van fictieve onroerende zaken I Nummer 49 / 2779 Belastingjaar/tijdvak 2014 Brondocumenten Beroepschrift in cassatie bij HR nr. 17/04543,

Nadere informatie

WR, Tijdschrift voor Huurrecht, Renovatie: enkele overpeinzingen

WR, Tijdschrift voor Huurrecht, Renovatie: enkele overpeinzingen WR, Tijdschrift voor Huurrecht, Renovatie: enkele overpeinzingen WR 2007, 54. Bijgewerkt tot 2007-06-01. Auteur: J.K. Six-Hummel, J.M. Heikens, P.M. Gompen Inleiding De wetgever heeft niet helder aangegeven

Nadere informatie

ECLI:NL:GHDHA:2016:3477

ECLI:NL:GHDHA:2016:3477 ECLI:NL:GHDHA:2016:3477 Instantie Gerechtshof Den Haag Datum uitspraak 29-11-2016 Datum publicatie 07-12-2016 Zaaknummer 200.181.068/01 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht

Nadere informatie

In deze nieuwsbrief:

In deze nieuwsbrief: www.legal-team.nl VRIJDAG 2 MEI 2014 Column Met genoegen brengt ons legalteam Vastgoed weer een kakelverse nieuwsbrief aan u uit. Zoals aangekondigd in onze vorige nieuwsbrief hebben wij voor u juridische

Nadere informatie

Over ontslagvergoeding: ontbinding of opzegging?

Over ontslagvergoeding: ontbinding of opzegging? Over ontslagvergoeding: ontbinding of opzegging? september 2009 mr J. Brouwer De auteur heeft grote zorgvuldigheid betracht in het weergeven van delen uit het geldende recht. Evenwel noch de auteur noch

Nadere informatie

DE RIJDENDE RECHTER. Bindend Advies. gegeven door mr. F.M.Visser, verder te noemen de rijdende rechter.

DE RIJDENDE RECHTER. Bindend Advies. gegeven door mr. F.M.Visser, verder te noemen de rijdende rechter. Zaaknummer: S21-40 Datum uitspraak: 24 september 2015 Plaats uitspraak: Zeist DE RIJDENDE RECHTER Bindend Advies in het geschil tussen: H.G. Warmer en S.H.M. Warmer-Bleij te Neede, verder te noemen: Warmer,

Nadere informatie

De vaststellingsovereenkomst. Prof. mr dr Edwin van Wechem

De vaststellingsovereenkomst. Prof. mr dr Edwin van Wechem De vaststellingsovereenkomst Prof. mr dr Edwin van Wechem Wat is een vaststellingsovereenkomst? Artikel 7:900 BW Bij een vaststellingsovereenkomst binden partijen, ter beëindiging of ter voorkoming van

Nadere informatie

Cursus huurrecht. Indeling in modules. Systematiek van de wet

Cursus huurrecht. Indeling in modules. Systematiek van de wet Cursus huurrecht Indeling in modules Systematiek van de wet Gelaagde structuur van de wetboeken; Algemene bepalingen huurrecht (artikel 7:201 BW artikel 7:231 BW); o Huur van roerende zaken; o Huur van

Nadere informatie

Edelachtbaar college,

Edelachtbaar college, Edelachtbaar college, X% Namens cliënten, a «a ^ ^ ^ ^ ^ M l e n tel^^^^ tekenen wij beroep in cassatie aan tegen de uitspraak van Gerechtshof Amsterdam van 22 september 2011 op het beroepschrift van 10

Nadere informatie

Wijziging Uitvoeringsinstructie 12 Tijdelijke Verhuur naar aanleiding van de wijzigingen in de Leegstandwet d.d. 1 juli 2013(3B, 2014, 179)

Wijziging Uitvoeringsinstructie 12 Tijdelijke Verhuur naar aanleiding van de wijzigingen in de Leegstandwet d.d. 1 juli 2013(3B, 2014, 179) GEMEENTEBLAD Nr. 65220 17 november Officiële uitgave van gemeente Amsterdam. 2014 Wijziging Uitvoeringsinstructie 12 Tijdelijke Verhuur naar aanleiding van de wijzigingen in de Leegstandwet d.d. 1 juli

Nadere informatie

Renovatie van bedrijfsruimte door de verhuurder

Renovatie van bedrijfsruimte door de verhuurder Renovatie van bedrijfsruimte door de verhuurder mr. G.I. Beij en mr. Th. C. Visser * 1. Inleiding Zowel de huurder als de verhuurder kan het nodig achten om in de looptijd van de huurovereenkomst werkzaamheden

Nadere informatie

Nadere bestudering van de juridische merites en jurisprudentie leert, dat aan dit vraagstuk nogal wat haken en ogen zitten.

Nadere bestudering van de juridische merites en jurisprudentie leert, dat aan dit vraagstuk nogal wat haken en ogen zitten. FINANCIERING VAN GROOT ONDERHOUD In de praktijk komt het regelmatig voor, dat een ouder appartementengebouw dringend aan renovatie en/of groot onderhoud toe is. In die gevallen doet de Vergadering van

Nadere informatie

Aanvraag vergunning tot tijdelijke verhuur van leegstaande woonruimte

Aanvraag vergunning tot tijdelijke verhuur van leegstaande woonruimte Aanvraag vergunning tot tijdelijke verhuur van leegstaande woonruimte Lees eerst de toelichting. 1. Betreft: Woning Gebouw Te verhuren adres: 2. De ondergetekende Naam en voorletters: Straat en huisnummer:

Nadere informatie

Zaak A 2005/1 - Bovemij Verzekeringen N.V. / Benelux-Organisatie voor de Intellectuele Eigendom

Zaak A 2005/1 - Bovemij Verzekeringen N.V. / Benelux-Organisatie voor de Intellectuele Eigendom COUR DE JUSTICE BENELUX GERECHTSHOF ~ Zaak A 2005/1 - Bovemij Verzekeringen N.V. / Benelux-Organisatie voor de Intellectuele Eigendom Nadere conclusie van de Advocaat-Generaal L. Strikwerda (stuk A 2005/1/13)

Nadere informatie

ECLI:NL:RBAMS:2016:8488

ECLI:NL:RBAMS:2016:8488 ECLI:NL:RBAMS:2016:8488 Instantie Rechtbank Amsterdam Datum uitspraak 28-11-2016 Datum publicatie 04-01-2017 Zaaknummer AWB - 16 _ 264 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Bestuursrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:GHDHA:2016:873

ECLI:NL:GHDHA:2016:873 ECLI:NL:GHDHA:2016:873 Instantie Gerechtshof Den Haag Datum uitspraak 12-04-2016 Datum publicatie 12-04-2016 Zaaknummer 200.157.850 / 01 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht

Nadere informatie

Advies van de Adviescommissie Huurrecht van de Nederlandse Orde van Advocaten 30 oktober 2012

Advies van de Adviescommissie Huurrecht van de Nederlandse Orde van Advocaten 30 oktober 2012 1 WETSVOORSTEL 33 018 Advies van de Adviescommissie Huurrecht van de Nederlandse Orde van Advocaten 30 oktober 2012 Wetsvoorstel 33 018: Voorstel van wet van de leden Gesthuizen, Smeets, Blanksma-van den

Nadere informatie

MVA HUUROVEREENKOMST VOOR ZELFSTANDIGE GELIBERALISEERDE WOONRUIMTE GERICHT OP DE HUURMARKT TEN BEHOEVE VAN EXPATS (Model april 2015)

MVA HUUROVEREENKOMST VOOR ZELFSTANDIGE GELIBERALISEERDE WOONRUIMTE GERICHT OP DE HUURMARKT TEN BEHOEVE VAN EXPATS (Model april 2015) A.175188.01/3402342/2 MVA HUUROVEREENKOMST VOOR ZELFSTANDIGE GELIBERALISEERDE WOONRUIMTE GERICHT OP DE HUURMARKT TEN BEHOEVE VAN EXPATS (Model april 2015) Toelichting ten behoeve van een verhuurder Iemand

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 17546 28 juni 2013 Regeling van de Minister voor Wonen en Rijksdienst van 21 juni 2013, nr. 2013-0000352681 tot wijziging

Nadere informatie

Grofweg is een overige bedrijfsruimte alles wat geen 290-bedrijfsruimte of woonruimte is.

Grofweg is een overige bedrijfsruimte alles wat geen 290-bedrijfsruimte of woonruimte is. Huurrecht - kantoorruimte en overige bedrijfsruimte De meeste huurvragen hebben betrekking op het huurrecht en een huurovereenkomst betreffende het (ver)huren van een onroerende zaak. De wet maakt onderscheid

Nadere informatie

Hof van Discipline Zitting van 19 juni 2017 te uur Kenmerk: art. 515 lid 4 Sv en daartoe overwogen:

Hof van Discipline Zitting van 19 juni 2017 te uur Kenmerk: art. 515 lid 4 Sv en daartoe overwogen: Hof van Discipline Zitting van 19 juni 2017 te 14.30 uur Kenmerk: 160102 PLEITNOTA Inzake: Deken orde van Advocaten Den Haag - mr. M.J.F. Stelling Raadsman: W.H. Jebbink Geen ontzegging tot onafhankelijke

Nadere informatie

Het medezeggenschapsreglement mag het aantal aaneengesloten zittingsperiodes in de MR niet beperken. UITSPRAAK

Het medezeggenschapsreglement mag het aantal aaneengesloten zittingsperiodes in de MR niet beperken. UITSPRAAK 107381 Het medezeggenschapsreglement mag het aantal aaneengesloten zittingsperiodes in de MR niet beperken. in het geding tussen: UITSPRAAK de medezeggenschapsraad van A, gevestigd te G, H en J, verzoeker,

Nadere informatie

De verhuis- en inrichtingskosten

De verhuis- en inrichtingskosten De verhuis- en inrichtingskosten van artikel 7:297 BW Aanknopingspunten bij de bepaling van de hoogte van de tegemoetkoming mr. M. Sloot en mr. A. Kemp * De huurder van 290-bedrijfsruimte, die geconfronteerd

Nadere informatie

2.1. X leeft van een uitkering op grond van de Wet werk en bijstand. Op deze uitkering worden de lopende huurbetalingen volledig ingehouden.

2.1. X leeft van een uitkering op grond van de Wet werk en bijstand. Op deze uitkering worden de lopende huurbetalingen volledig ingehouden. beschikking RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND Afdeling Civiel recht kantonrechter zittinghoudende te Utrecht zaaknummer: 2534388 UE VERZ 13805 GD/4243 Beschikking van 13 december 2013 inzake X wonende te Arnhem,

Nadere informatie

ECLI:NL:HR:2017:1064. Uitspraak. Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 16/ Conclusie: ECLI:NL:PHR:2017:410, Gevolgd

ECLI:NL:HR:2017:1064. Uitspraak. Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 16/ Conclusie: ECLI:NL:PHR:2017:410, Gevolgd ECLI:NL:HR:2017:1064 Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 09-06-2017 Datum publicatie 09-06-2017 Zaaknummer 16/04866 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Conclusie: ECLI:NL:PHR:2017:410,

Nadere informatie

Een onderzoek naar de beslissing op een beroepschrift tegen de afwijzing van een verzoek om uitstel van betaling.

Een onderzoek naar de beslissing op een beroepschrift tegen de afwijzing van een verzoek om uitstel van betaling. Rapport Een onderzoek naar de beslissing op een beroepschrift tegen de afwijzing van een verzoek om uitstel van betaling. Oordeel Op basis van het onderzoek vindt de klacht over de directeur Belastingen

Nadere informatie

Huwelijksvermogensrecht journaal. September 2015

Huwelijksvermogensrecht journaal. September 2015 Huwelijksvermogensrecht journaal September 2015 Items Vinger aan de pols: Voorstel van wet 33 987, Literatuur en wetgevingsproces Ongehuwde samenlevers en vermogensregime Ongehuwden en alimentatie Pensioen

Nadere informatie

ECLI:NL:GHAMS:2016:3579 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer /01

ECLI:NL:GHAMS:2016:3579 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer /01 ECLI:NL:GHAMS:2016:3579 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 30-08-2016 Datum publicatie 20-09-2016 Zaaknummer 200.179.219/01 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht

Nadere informatie

Actualiteiten huur. 21 mei

Actualiteiten huur. 21 mei Actualiteiten huur 21 mei 2015 a.w.jongbloed@uu.nl 1 HR 25 april 2014, RvdW 2014/635 (Aldi/Kroon) Moet de HR terugkomen op de in zijn arrest Toko Mitra/PMT aanvaarde uitleg van art. 7:296 BW inzake de

Nadere informatie

1.1 Huurbescherming. Er zijn ook bepalingen van dwingend recht. Daarvan mag sowieso niet worden afgeweken, ook niet ten voordele van de huurder.

1.1 Huurbescherming. Er zijn ook bepalingen van dwingend recht. Daarvan mag sowieso niet worden afgeweken, ook niet ten voordele van de huurder. 1 Huurbescherming Het huurrecht kenmerkt zich door regels die bescherming aan de huurder bieden. Dit geldt vooral voor huur van woonruimte en detailhandelsbedrijfsruimte. Tot aan de middeleeuwen bestond

Nadere informatie

Ontslag na doorstart faillissement

Ontslag na doorstart faillissement Ontslag na doorstart faillissement december 2006 mr De auteur heeft grote zorgvuldigheid betracht in het weergeven van delen uit het geldende recht. Evenwel noch de auteur noch kan aansprakelijk worden

Nadere informatie

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz. Besluit van PM 2018 tot wijziging van het Besluit servicekosten in verband met de verduidelijking van de doorberekening van kosten voor het leveren van warmte als servicekosten Wij Willem-Alexander, bij

Nadere informatie

I n z a k e: T e g e n:

I n z a k e: T e g e n: HOGE RAAD DER NEDERLANDEN Datum : 1 juni 2018 Zaaknr. : 18/01151 VERWEERSCHRIFT MET VOORWAARDELIJK INCIDENTEEL CASSATIEBEROEP I n z a k e: 1 Stichting SDB Gevestigd te Stichtse Vecht 2 Stichting Euribar

Nadere informatie

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal. 's-gravenhage, 27 september 2011

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal. 's-gravenhage, 27 september 2011 W03.11.0407/II T W E E D E K A M E R D E R S T A T E N - 2 G E N E R A A L Vergaderjaar 2011-2012 33 018 Voorstel van wet van de leden Gesthuizen, Smeets, Blanksma- Van den Heuvel en Van Gent tot wijziging

Nadere informatie

1.3 De Beroepscommissie heeft het principaal en het incidenteel beroep mondeling behandeld op 25 maart Beide partijen waren aanwezig.

1.3 De Beroepscommissie heeft het principaal en het incidenteel beroep mondeling behandeld op 25 maart Beide partijen waren aanwezig. Uitspraak Commissie van Beroep 2013-15 d.d. 24 mei 2013 (prof. mr. F.R. Salomons, voorzitter, mr. A. Bus, mr. F.H.J. Mijnssen, mr. F. Peijster en mr. A. Rutten-Roos, leden, en mr. M.J. Drijftholt, secretaris)

Nadere informatie

De (on)zin van artikel 7:306 BW voor de onderhuurder van een bedrijfsruimte?

De (on)zin van artikel 7:306 BW voor de onderhuurder van een bedrijfsruimte? De (on)zin van artikel 7:306 BW voor de onderhuurder van een bedrijfsruimte? mw. mr. I.C.K. Mol * Inleiding Toen de wetgever in 1999 het wetsvoorstel tot vaststelling van titel 7.4.6 van het Burgerlijk

Nadere informatie

Onroerend Goed, Bouw- en Bestuursrecht

Onroerend Goed, Bouw- en Bestuursrecht Onroerend Goed, Bouw- en Bestuursrecht Nr. 4 december 2010 In deze nieuwsbrief onder meer: een korte uiteenzetting van het nieuwe griffierechtstelsel; een bespreking van een uitspraak in een door Ekelmans

Nadere informatie

Boek 7 Burgerlijk Wetboek: 290-310 BW (huur van bedrijfsruimte)

Boek 7 Burgerlijk Wetboek: 290-310 BW (huur van bedrijfsruimte) Boek 7 Burgerlijk Wetboek: 290-310 BW (huur van bedrijfsruimte) Boek 7 BW, titel 4: Bedrijfsruimte Afdeling 6. Huur van bedrijfsruimte Artikel 290 1. De bepalingen van deze afdeling zijn van toepassing

Nadere informatie

ECLI:NL:PHR:2008:BD1383 Parket bij de Hoge Raad Datum uitspraak Datum publicatie

ECLI:NL:PHR:2008:BD1383 Parket bij de Hoge Raad Datum uitspraak Datum publicatie ECLI:NL:PHR:2008:BD1383 Instantie Parket bij de Hoge Raad Datum uitspraak 20-06-2008 Datum publicatie 20-06-2008 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken - Inhoudsindicatie C07/041HR

Nadere informatie

Trivent en RSP Makelaars. Vught najaar 2016

Trivent en RSP Makelaars. Vught najaar 2016 Trivent en RSP Makelaars Vught najaar 2016 Actuele Marktsituatie Commercieel vastgoed kantoren Winkels Bedrijfsruimte Woningen (verhuurd) 2 0 0 8 Vastgoed in de lift? Kantoren Het gaat iets beter Vooral

Nadere informatie

ECLI:NL:RBLIM:2014:7733

ECLI:NL:RBLIM:2014:7733 ECLI:NL:RBLIM:2014:7733 Instantie Rechtbank Limburg Datum uitspraak 03-09-2014 Datum publicatie 20-11-2014 Zaaknummer 2502483 CV EXPL 13-4461 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel

Nadere informatie

Tijdelijke verhuur woonruimte

Tijdelijke verhuur woonruimte Momenteel staan er veel woningen te koop. Veel mensen hebben zelfs in deze tijd al een nieuwe woning gekocht, terwijl de oude woning nog niet verkocht is. Eigenaren zijn veelal op zoek naar middelen om

Nadere informatie

Echtscheidingsproblematiek. Optreden als makelaar op grond van rechterlijk vonnis. Contact met advocaten van partijen.

Echtscheidingsproblematiek. Optreden als makelaar op grond van rechterlijk vonnis. Contact met advocaten van partijen. Echtscheidingsproblematiek. Optreden als makelaar op grond van rechterlijk vonnis. Contact met advocaten van partijen. Een makelaar is door de rechtbank als deskundige benoemd om te komen tot de verkoop

Nadere informatie

Noot onder Vzr. Rb. Amsterdam 25 november 2010, B (Nestlé/Mars)

Noot onder Vzr. Rb. Amsterdam 25 november 2010, B (Nestlé/Mars) De art. 6:193a e.v. BW, art. 6:194 BW en art. 6:194a BW Paul Geerts, Rijksuniversiteit Groningen Noot onder Vzr. Rb. Amsterdam 25 november 2010, B9 9243 (Nestlé/Mars) 1. In Vzr. Rb. Amsterdam 25 november

Nadere informatie

GEMEENSCHAPPELIJK HOF VAN JUSTITIE van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba BESLISSING

GEMEENSCHAPPELIJK HOF VAN JUSTITIE van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba BESLISSING GEMEENSCHAPPELIJK HOF VAN JUSTITIE van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba BESLISSING gegeven naar aanleiding van diverse verzoeken van de verdediging in de strafzaak in

Nadere informatie

15 Renovatieregeling in het huurrecht, in het bijzonder middenstandsbedrijfsruimte

15 Renovatieregeling in het huurrecht, in het bijzonder middenstandsbedrijfsruimte 15 Renovatieregeling in het huurrecht, in het bijzonder middenstandsbedrijfsruimte Van: Aan: Vorm: G.M. Kerpestein R.A. Dozy Commentaar stellingen OPDRACHT Art. 7:220 BW bevat de commune renovatieregeling

Nadere informatie