Wijziging WWB en samenvoeging WIJ. Wijzigingen per 1 januari 2012

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Wijziging WWB en samenvoeging WIJ. Wijzigingen per 1 januari 2012"

Transcriptie

1 Wijziging WWB en samenvoeging WIJ Wijzigingen per 1 januari 2012 Oktober 2011

2 Colofon Uitgave Stimulansz Postbus GT Utrecht T (030) F (030) info@stimulansz.nl Projectleider Wim Eiselin - Stimulansz Eindredactie Stimulansz Auteur Evelien Meester - Stimulansz Dit overzicht is tot stand gebracht met bijdragen van: Erik Rutten (adviseur Stimulansz, specialisatie verordeningen) Laurens Bouw (adviseur Stimulansz, specialisatie opleidingen) Martijn Schut (adviseur Stimulansz, specialisatie armoedebeleid) Jan Zorg (adviseur Stimulansz, specialisatie kleine regelingen) Stimulansz, september 2011 Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen of enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. Aan de totstandkoming van deze publicatie is de grootst mogelijke zorg besteed. Stimulansz kan echter niet aansprakelijk worden gesteld voor eventuele onjuistheden, noch kunnen aan de inhoud rechten worden ontleend. Wijziging WWB en samenvoeging WIJ, versie 2 oktober

3 Inhoudsopgave 1 Inleiding 4 2 Wijzigingen bij de aanvraag, versterking eigen verantwoordelijkheid De melding Een zoekperiode van vier weken voor jongeren Voor wie geldt de zoekperiode? Reguliere scholing mogelijk, dan geen WWB Aanvraag door een gezin Waar moeten 65-plussers bijstand aanvragen? Latere invoeringsdatum: zelf zoeken naar scholing Beleidsvraagstukken 9 3 Versterking van het activerende karakter en de vangnetfunctie De bijstand voor inwonenden wordt afgeschaft Alleenstaande Alleenstaande ouder Gezin Kinderen Uitzondering op verzoek: zorgbehoevend gezinslid Uitzondering ambtshalve: meerderjarige studerende kinderen met WSF of WTOS De toets op partnerinkomen wordt vervangen door een toets op het huishoudinkomen Uitzondering: inkomen uit Wajong-uitkering Onderhuurders en woongroepen Beperking vrijlating inkomsten en andere aanpassing in het begrip middelen Overgangsrecht gezinsbijstand, huishoudinkomenstoets en inkomsten uit WSF Overgangsrecht: bijstand in de vorm van een geldlening Overgangsrecht: inkomen uit studiefinanciering Beleidsvraagstukken 19 4 Aanscherping verplichtingen Plicht tot arbeidsinschakeling en tegenprestatie Plan van aanpak voor de jongere Wettelijke plicht tot tegenprestatie naar vermogen Tegenprestatie versus reguliere werkzaamheden Tegenprestatie versus participatieplaatsen Tegenprestatie en internationaal recht Aanscherping arbeidsverplichtingen alleenstaande ouders Beperking verblijfsduur in het buitenland Informatie- en medewerkingsplicht voor meerderjarige bloed- en aanverwanten Overgangsrecht alleenstaande ouders en verblijfsduur in het buitenland Overgangsrecht: alleenstaande ouders met een ontheffing van de arbeidsverplichting Overgangsrecht: beperking verblijfsduur in het buitenland Beleidsvraagstukken 27 5 Aanpassing gemeentelijk minimabeleid en bijzondere bijstand Verordeningsplicht participatie schoolgaande kinderen Overgangsrecht: normering inkomensgrens gemeentelijk minimabeleid Beleidsvraagstukken 29 6 De WIJ wordt ingetrokken Drie regimes binnen de WWB Overgangsrecht: intrekking WIJ Beleidsvraagstukken 30 Wijziging WWB en samenvoeging WIJ, versie 2 oktober

4 1 Inleiding Met ingang van 1 januari 2012 treed het wetsvoorstel tot wijziging van de Wet werk en bijstand en samenvoeging van die wet met de Wet investeren in jongeren gericht op bevordering van deelname aan de arbeidsmarkt en vergroting van de eigen verantwoordelijkheid van uitkeringsgerechtigden (verder wijziging WWB) in werking. Dit wetsvoorstel heeft een viertal uitgangspunten: 1. De eigen verantwoordelijkheid van de burger komt meer centraal te staan. De aanscherping van de WWB richt zich allereerst op de toegang tot de bijstand. Met de komst van de WIJ is het accent voor jongeren verlegd van een uitkering met eventueel daaraan verbonden verplichtingen, naar werken of leren met als afgeleide eventueel een inkomensvoorziening. De nadruk op de eigen verantwoordelijkheid wordt voor jongeren met deze aanscherping nog verder versterkt doordat de jongere, die zich bij het UWV meldt met de intentie om een aanvraag in te dienen, verplicht wordt eerst zelf vier weken naar werk te zoeken, voor hij aanspraak kan maken op ondersteuning. 2. Het activerende karakter en de vangnetfunctie van de WWB moeten verder versterkt worden. Werk is de basis voor zelfstandigheid, voor het benutten en ontwikkelen van talenten en vaardigheden en de beste manier om uit armoede te komen. In dat kader wordt de bijstand voor inwonenden afgeschaft en de toets op het partnerinkomen wordt vervangen door een toets op het huishoudinkomen. Er komt een beperkte vrijlatingsregeling voor de inkomsten van minderjarige kinderen. 3. De verplichtingen van mensen met een uitkering op grond van de WWB, IOAW of IOAZ worden aangescherpt. Er komt een wettelijke plicht tot tegenprestatie naar vermogen. De ontheffing van de arbeidsverplichtingen voor alleenstaande ouders met kinderen tot vijf jaar wordt afgeschaft. Om de WWB, IOAW en IOAZ voor deze doelgroep maximaal activerend te maken wordt in plaats hiervan de vrijlating voor het werken in deeltijd verruimd. Tot slot wordt de maximale verblijfsduur in het buitenland beperkt. 4. De WWB wordt gericht op de doelgroep die het echt nodig heeft. Om dit te bereiken wordt de inkomensgrens van gemeentelijk minimabeleid genormeerd tot 110%. Naar aanleiding van de motie Spekman/Blanksma 1 is een verordeningsplicht opgenomen voor gemeenteraden t.a.v. categoriale bijzondere bijstand voor huishoudens met schoolgaande kinderen. In deze handreiking worden de wijzigingen besproken aan de hand van deze uitgangspunten. We beginnen met de wijzigingen rondom de melding en de aanvraag (hoofdstuk 2). Vervolgens wordt gekeken naar de afschaffing van bijstand voor inwonenden en de invoering van de toets op het huishoudinkomen (hoofdstuk 3). In dit hoofdstuk komen ook de wijzigingen rondom de in aanmerking te nemen middelen aan bod. We gaan door met de aanscherping van de verplichtingen, waarbij ook de wettelijke plicht tot tegenprestatie wordt behandeld (hoofdstuk 4). Daarna komen de aanpassingen in het minimabeleid aan de orde (hoofdstuk 5) en de handreiking sluit af met een hoofdstuk over de intrekking van de WIJ (hoofdstuk 6). Aan het einde van elk hoofdstuk worden indien van toepassing het overgangsrecht behandeld en een aantal beleidsvragen genoemd. 1 Kamerstukken II 2009/10, , nr. 181 Wijziging WWB en samenvoeging WIJ, versie 2 oktober

5 2 Wijzigingen bij de aanvraag, versterking eigen verantwoordelijkheid Met de komst van de WIJ is het accent voor jongeren verlegd van een uitkering naar werken of leren, met als afgeleide eventueel een inkomensvoorziening. Dat was een wezenlijk ander uitgangspunt dan de WWB, waarbij de uitkering voorop stond met daaraan verbonden de arbeidsverplichtingen. Dit uitgangspunt wordt niet verlaten bij de samenvoeging van de WWB en de WIJ. Sterker nog, het gaat zelfs een stap verder. Waar de WIJ namelijk nog ruimte bood aan de jongere om een afwachtende en vrijblijvende houding aan te nemen in afwachting van een aanbod van het college, moet de jongere nu zelf de verantwoordelijkheid nemen om werk te zoeken of een opleiding te volgen. Jongeren tot 27 jaar krijgen na de melding daarom de gelegenheid om eerst vier weken zelf te zoeken naar werk of reguliere scholing. Dit is de zogenaamde zoekperiode. Dit hoofdstuk gaat eerst in op de wijzigingen voor de jongeren. Daarna komt de groep 27 tot 65-jarigen aan bod en ten derde komen de wijzigingen bij de aanvraag voor 65-plussers aan de orde. Aan het einde van het hoofdstuk komt een bepaling aan de orde die op een latere datum wordt ingevoerd. Het betreft hier de verplichting om zelf te zoeken naar reguliere scholing. Tot slot worden enkele aandachtspunten voor beleid genoemd. 2.1 De melding De wijze waarop jongeren zich moeten melden wijzigt. Artikel 44, tweede lid WWB schrijft voor dat iemand zich heeft gemeld als zijn naam, adres en woonplaats bij het UWV zijn geregistreerd. Tot zover niets nieuws. Voor iedereen van boven de 27 blijft dat ook zo, maar voor jongeren komt er een aanvullende eis. Een jongere heeft zich pas gemeld als, naast de hiervoor genoemde registratie van naw-gegevens, het UWV de jongere op de hoogte heeft gesteld van de arbeidsverplichtingen, de zoektermijn en de procedure daarover. Dit vergt goede afspraken tussen UWV en het college. Geeft het UWV de jongere deze informatie niet, of niet volledig, dan heeft de jongere zich officieel niet gemeld. Deze informatie aan de jongere is maatwerk. Niet aan elke jongere kunnen dezelfde arbeids- en re-integratieverplichtingen opgelegd worden. Van de ene jongere kun je verlangen dat hij in de zoekperiode twintig sollicitaties doet, voor de andere jongere is een veel lager aantal wellicht voldoende. 2.2 Een zoekperiode van vier weken voor jongeren De jongere voor wie een zoekperiode geldt en die zich meldt bij het UWV om een aanvraag in te dienen, is verplicht eerst zelf vier weken naar werk of reguliere scholing te zoeken. Pas na afloop van de zoekperiode mag de jongere een aanvraag indienen. Dient de jongere de aanvraag toch eerder dan na afloop van die vier weken in, dan legt het college een maatregel op of neemt het de aanvraag niet in behandeling. Tijdens de zoekperiode is er geen recht op een ondersteuning van de gemeente en kan er geen re-integratievoorziening worden aangeboden op grond van de Wet Participatiebudget (artikel 3, zesde lid van het Participatiebudget. Jongeren hebben gedurende de zoekperiode ook geen recht op een voorschot. Pas na de aanvraag kan de jongere om een voorschot vragen. Op deze hoofdregel is één uitzondering gemaakt. Het gaat hier de jongere die een met een Nederlander gelijkgestelde vreemdeling is: a. die na een verzoek van de Hoge Commissaris van de Verenigde Naties voor de vluchtelingen op uitnodiging van de Nederlandse regering in Nederland verblijft; of b. van wie de aanspraak op verstrekkingen als bedoeld in artikel 3, derde lid, van de Wet Centraal Orgaan opvang asielzoekers is geëindigd, omdat: a. een verblijfsvergunning is verleend en naar het oordeel van het Centraal Orgaan opvang asielzoekers passende huisvesting buiten de opvangvoorziening is gerealiseerd; of b. bij vreemdelingen die een aanvraag tot het verlenen van de verblijfsvergunning als bedoeld in artikel 14 van de Vreemdelingenwet 2000 hebben ingediend onder een beperking verband houdend met gezinshereniging met een asielzoeker aan wie verstrekkingen als bedoeld in artikel 3, derde lid van de Wet Centraal Orgaan opvang asielzoekers worden geboden, naar het oordeel van het Centraal Orgaan opvang asielzoekers passende huisvesting buiten de opvangvoorziening kan worden gerealiseerd. Deze jongeren kunnen na de melding op verzoek een voorschot krijgen in de vorm van een renteloze geldlening. Dit voorschot moet wel noodzakelijk zijn op grond van onevenredig bezwarende individuele omstandigheden. Het is dus niet de bedoeling dat elke jongere die onder deze doelgroep valt zonder meer een voorschot krijgt. Wijziging WWB en samenvoeging WIJ, versie 2 oktober

6 Deze zoekperiode geldt zonder enige uitzondering voor alle jongeren. Maar wat nu als een jongere zich meldt die onmogelijk die vier weken kan wachten, bijvoorbeeld in het geval van dreigende dakloosheid? Op grond van zeer dringende redenen kan ook binnen de zoekperiode bijstand worden verleend op grond van artikel 16 WWB. Het moet dan gaan om een acute noodsituatie, waarbij de behoeftige omstandigheden waarin de jongere verkeert op geen enkele andere wijze te verhelpen zijn 2. Jongeren die een WW-uitkering ontvangen kunnen zich vier weken voor het einde van de WW-uitkering melden. De zoekperiode valt dan samen met de laatste periode van deze uitkering, waarvoor de verplichting om te zoeken naar werk al geldt. Hier komt de verplichting om te zoeken naar scholing nu bij. Zoals gezegd kan de jongere na vier weken een aanvraag doen. Bij de aanvraag overlegt de jongere documenten die het college kunnen helpen bij de beoordeling of de jongere nog mogelijkheden heeft binnen het uit s Rijks kas bekostigde onderwijs (artikel 41, zesde lid onder a WWB). Welke bewijsstukken kan de jongere nu overleggen om aan te tonen dat hij geen mogelijkheden meer heeft binnen het regulier bekostigd onderwijs? Uitgangspunt is dat dit de verantwoordelijkheid is van de jongere zelf. Hij moet de inspanningen verrichten en van de verrichte inspanningen bewijsmateriaal verzamelen. Denk bijvoorbeeld om een verklaring van een functionaris van de regionale meld- en coördinatiefunctie voortijdig schoolverlaten, of om een bindend studieadvies. Daarnaast moet de jongere tijdens deze periode zelf op zoek naar werk. Daarbij moet hij ook buiten de eigen regio en in verschillende sectoren en bedrijfstakken naar werk zoeken. Het is aan het college om te bepalen of de jongere voldoende inspanningen heeft geleverd. Hierbij moet maatwerk worden geleverd. Bij elke jongere moet een afweging worden gemaakt die is toegesneden op de persoonlijke omstandigheden en mogelijkheden. Dit vraagt nogal wat van de communicatie tussen UWV en het college. Het UWV moet namelijk de jongere bij de melding op de hoogte stellen van de arbeidsverplichtingen, de zoektermijn en de procedure daarover. De jongere moet bij de melding dus al duidelijkheid hebben over zijn persoonlijke verplichtingen. Wanneer heeft hij voldoende gezocht naar werk? Bij hoeveel uitzendbureaus moet hij zijn ingeschreven, hoeveel sollicitaties moet hij hebben verricht? Het niet voldoen aan deze verplichting kan tot gevolg hebben dat de uitkering wordt afgestemd of zelfs wordt afgewezen. Als de jongere na de zoekperiode de aanvraag doet, zijn de volgende situaties denkbaar: De jongere heeft geen mogelijkheden binnen het regulier bekostigd onderwijs en heeft voldoende zijn best gedaan om werk te vinden. Dat is niet gelukt. De aanvraag wordt in behandeling genomen en het college kan indien nodig een voorschot toekennen, binnen vier weken na de aanvraag. Vanaf het moment van de aanvraag heeft de jongere recht op ondersteuning bij de arbeidsinschakeling. De meldingsdatum is de ingangsdatum van de uitkering. De jongere kan terug naar school. Er is in de meeste gevallen geen recht op uitkering (zie paragraaf 2.2.2) en geen recht op ondersteuning bij de arbeidsinschakeling (artikel 7, derde lid WWB). De jongere heeft niet voldoende voldaan aan zijn verplichting om werk te vinden. In dat geval verlaagt het college de uitkering op grond van de afstemmingsverordening. De mate waarin de uitkering wordt verlaagd is afhankelijk van de beoordeling van de mate van verwijtbaarheid van de jongere. Deze beoordeling wordt overgelaten aan het college. De jongere heeft zich niet ingespannen en blijft hij onwillig om aan het werk te gaan. Er is geen recht op uitkering (artikel 13, tweede lid onderdeel d WWB) en ook geen recht op ondersteuning bij de arbeidsinschakeling (artikel 7, derde lid WWB). De jongere kan zich dan opnieuw melden bij het UWV, waarna een nieuwe zoekperiode van vier weken ingaat. Het recht op een werkleeraanbod wordt hiermee vervangen door een aanspraak van de jongere op ondersteuning. Deze aanspraak betekent overigens niet dat de jongere recht heeft op een specifieke voorziening. Het college hoeft dit alleen aan te bieden als zij dit nodig vindt Voor wie geldt de zoekperiode? Deze zoekperiode is alleen voor jongeren bedoeld. Deze bepaling ziet daarom alleen op aanvragen van 2 Tweede Kamer vergaderjaar , , nr. 7 p. 13. Wijziging WWB en samenvoeging WIJ, versie 2 oktober

7 algemene bijstand van alleenstaanden en alleenstaande ouders jonger dan 27 jaar en op aanvragen van gezinnen waarvan alle gezinsleden jonger zijn dan 27 jaar (artikel 41, vierde lid WWB). Gezinnen waartoe zowel gezinsleden behoren die jonger zijn dan 27 jaar als gezinsleden die ouder zijn dan 27 jaar, kunnen wel direct bij de melding bij het UWV een aanvraag indienen. Toch moeten ook in die gezinnen de jongeren tot 27 jaar naar scholing of werk zoeken. De jongeren moeten binnen vier weken na de melding documenten overleggen die het college kunnen helpen bij de beoordeling of de jongere nog mogelijkheden heeft binnen het regulier bekostigd onderwijs (artikel 41, zevende lid onder b WWB). Als blijkt dat de jongere nog mogelijkheden heeft binnen het reguliere onderwijs, dan heeft de jongere geen recht op uitkering (artikel 13, tweede lid, onderdeel c WWB) en geen recht op ondersteuning bij de arbeidsinschakeling (artikel 7, derde lid WWB). De overige gezinsleden behouden het recht op uitkering naar de van toepassing zijnde norm. Het gaat dan om de norm waar het gezin recht op zou hebben als die jongere er geen deel van uitmaakt. Ook als de jongere gaat studeren of een opleiding gaat volgen, blijft hij uitgezonderd van de gezinsbijstand (zie paragraaf 3.1.6). Slechts als hij meer verdient dan 1.023,42 (inclusief studiefinanciering), dan wordt het meerdere gekort op de gezinsbijstand. Op die manier ontstaat er een positieve financiële prikkel voor de jongeren om te gaan studeren. In levensbedreigende noodsituaties kan het college bij uitzondering in de vier weken zoekperiode een voorschot verlenen Reguliere scholing mogelijk, dan geen WWB Eén van de speerpunten van de wijziging is de verplichting van jongeren om te zoeken naar regulier bekostigd onderwijs. Als de jongere geen mogelijkheden meer heeft binnen het regulier onderwijs en hij voldoet aan de overige voorwaarden, dan heeft hij recht op bijstand. Heeft de jongere wel mogelijkheden binnen het regulier bekostigd onderwijs, dan zijn er verschillende mogelijkheden. Als de jongere aanspraak heeft op studiefinanciering, dan heeft hij geen recht op WWB (artikel 13, tweede lid, onderdeel c onder 1º WWB). Studiefinanciering is namelijk een passende en toereikende voorliggende voorziening. Dit geldt ook voor een (rentedragende) lening op grond van de WSF. Het feit dat door deze lening een studieschuld wordt opgebouwd, doet niets af aan het feit dat het een passende voorliggende voorziening is. Een tegemoetkoming op grond van de WTOS is geen passende en toereikende voorliggende voorziening. Heeft de jongere geen recht op studiefinanciering (maar bijvoorbeeld alleen op WTOS), dan zijn er weer twee mogelijkheden. De eerste mogelijkheid is dat de jongere het onderwijs niet volgt. Hij heeft dan geen recht op bijstand, omdat hij onder de uitzonderingsgrond van artikel 13, tweede lid, onderdeel c onder 2º WWB valt. De tweede mogelijkheid is dat de jongere het onderwijs wel volgt. Volgt een jongere onderwijs en ontvangt hij een tegemoetkoming op grond van de WTOS en heeft hij verder ook onvoldoende bestaansmiddelen, dan kan hij toch in aanmerking komen voor de WWB. Bovenstaande is schematisch weergegeven in figuur 1. Het is dus noodzakelijk om te behoordelen of de jongere nog mogelijkheden heeft binnen het regulier bekostigd onderwijs. Maar hoe beoordeel je dat? Aangesloten kan worden bij het al dan niet hebben van een startkwalificatie. Dat wil zeggen een diploma op HAVO-, VWO- of MBO2-niveau. Verder kan het college bij zijn besluit gebruik maken van het zogenaamde bindend studieadvies. Met ingang van het studiejaar 2012/2013 kunnen onderwijsinstellingen hun leerlingen bindend studieadvies geven op grond van de Wet educatie en beroepsonderwijs (WEB). Een negatief studieadvies wordt gegeven als de student te weinig voortgang maakt met zijn studie omdat hij onvoldoende gemotiveerd is of onvoldoende capaciteiten heeft. Een derde aanknopingspunt kan zijn een verklaring van een functionaris van de regionale meld- en coördinatiefunctie voortijdig schoolverlaten. Voor dit onderdeel is samenwerking tussen gemeentelijke diensten en onderwijsinstellingen essentieel. Zo heeft het Regionaal Meld- en Coördinatiepunt (RMC) tot taak om niet leerplichtige voortijdig schoolverlaters tot 23 jaar terug te leiden naar regulier onderwijs. Het college kan hierbij aansluiten als een jongere, jonger dan 23 jaar, zich meldt voor een aanvraag. Ook samenwerking met onderwijsinstellingen is heel belangrijk op dit onderdeel. Het doel is een gezamenlijke aanpak voor (voortijdig) schoolverlaters en jeugdige werklozen. De Wet SUWI biedt de juridische voorzieningen om de samenwerking in te richten. Denk aan de koppelingsmogelijkheid met onderwijs (BRON-)gegevens. Via de website van de VNG zijn goede voorbeelden te vinden van samenwerking tussen gemeentelijke diensten en onderwijsinstellingen. Wijziging WWB en samenvoeging WIJ, versie 2 oktober

8 Figuur 1 Mogelijkheden binnen het regulier bekostigd onderwijs? Nee Wel recht op bijstand (als aan voorwaarden is voldaan) Ja Aanspraak op studiefinanciering? Ja Geen recht op bijstand artikel 13, tweede lid, onderdeel c onder 1 WWB Nee Volgt de jongere het onderwijs? Ja Wel recht op bijstand mits aan de overige voorwaarden is voldaan Nee Geen recht op bijstand artikel 13, tweede lid, onderdeel c onder 2 WWB 2.3 Aanvraag door een gezin Met ingang van 1 januari 2012 zal een gezin als geheel een aanvraag moeten doen. Het begrip gezin wordt in paragraaf 3.1 behandeld, maar het is toch belangrijk om nu vast even stil te staan bij de aanvraag door een gezin. Dat kan op twee manieren. De eerste manier is dat de bijstandsuitkering door de meerderjarige gezinsleden gezamenlijk wordt aangevraagd. Of het hele gezin zich dan tegelijkertijd moet melden, bepalen het UWV en de colleges. Zij zijn verantwoordelijk voor de inrichting van de uitvoering ter plekke. De tweede manier is dat de bijstandsuitkering door één of meer van hen met schriftelijke toestemming van de ander of anderen wordt ingediend. Het is in dat geval niet noodzakelijk dat alle gezinsleden zich tegelijkertijd melden. Dat geldt ook als iemand tijdelijk elders verblijft. Hij kan dan ook schriftelijk toestemming geven voor de aanvraag van een uitkering. Als iemand niet wil meewerken aan de aanvraag van een bijstandsuitkering, kan de aanvraag niet tot stand komen. Een bijstandsuitkering moet door alle meerderjarige gezinsleden worden aangevraagd, omdat het recht op en hoogte van de gezinsbijstand afhankelijk is van de omstandigheden van alle gezinsleden. Als één van de gezinsleden uitdrukkelijk weigert in te stemmen met de aanvraag om bijstand, dan zijn er de volgende mogelijkheden: Door het ontbreken van informatie is het recht niet vast te stellen, waardoor je de aanvraag buiten behandeling stelt of afwijst. Je sluit de niet-aanvrager uit van het recht op bijstand. Alle gegevens moeten dan wel bekend zijn, want inkomsten en vermogen boven de norm hebben wel invloed op het bijstandsrecht van de overige gezinsleden. Als door de weigering om in te stemmen met de aanvraag het belang van de overige gezinsleden in het gedrang komt, kan het college in uitzonderingsgevallen het recht op bijstand ambtshalve vaststellen. Wijziging WWB en samenvoeging WIJ, versie 2 oktober

9 2.4 Waar moeten 65-plussers bijstand aanvragen? Voor 65-plussers verandert er in de meeste gevallen niets. Zij melden zich bij de Sociale Verzekeringsbank (SVB) en worden bij de melding in de gelegenheid gesteld een aanvraag te doen. Ditzelfde geldt voor gehuwden waarvan één van de partners 65 jaar of ouder is en de andere partner jonger is dan 65 jaar. Maar, als de jongere partner jonger is dan 27 jaar, dan moet de SVB bij de melding wijzen op de verplichting om werk of reguliere scholing te zoeken. Gaat het om een gezin waarvan één van de gezinsleden jonger is dan 65 jaar, en dit is niet de partner van de 65- plusser, dan moet dit gezin zich in zijn geheel melden bij het college. Hiervoor is gekozen omdat het jongere gezinslid vaak nog een lange tijd aan de arbeids- en re-integratiepverplichtingen zal moeten voldoen. Omdat bij de SVB een financiële prikkel ontbreekt, zal het college beter in staat zijn om invulling te geven aan deze verplichtingen. Het is denkbaar dat klanten de aanvraag bij de verkeerde uitvoeringsinstantie indienen. De uitvoeringsinstantie is dan op grond van de Algemene wet bestuursrecht verplicht om de aanvraag door te sturen naar de uitvoeringsinstantie die wel bevoegd is de aanvraag te behandelen Latere invoeringsdatum: zelf zoeken naar scholing De verplichting van de klant om eerst zelf de mogelijkheden binnen het reguliere onderwijs te onderzoeken, wordt pas ingevoerd op 1 juli Hiermee wordt aangesloten op beoogde wijzigingen in de WEB. Met ingang van het schooljaar 2012/2013 wordt in het regulier bekostigd onderwijs de mogelijkheid van een bindend studieadvies (bij gebrek aan studievoortgang) geïntroduceerd Beleidsvraagstukken Welke afspraken maken we met het UWV over de procedure rond de melding van een jongere? o Wat moet het UWV de jongere exact vertellen (arbeidsverplichtingen op maat)? o Krijgt de jongere bagage mee voor tijdens de zoekperiode of moet hij volledig zelfstandig op zoek? Hoe beoordelen we het gedrag van de jongere tijdens de zoekperiode? o Wanneer heeft de jongere onvoldoende naar werk gezocht en volgt een afstemming? o Wanneer heeft de niet voldaan aan de verplichting om naar werk te zoeken en wordt de uitkering afgewezen? Waar ligt de grens? o Wanneer is voor een jongere nog regulier onderwijs mogelijk? Wat doe je als de jongere toch binnen vier weken een aanvraag indient (afstemmen of niet in behandeling nemen)? Met wie gaan we samenwerken om jongeren naar school of naar werk te krijgen? o ROC, RMC, AWBZ, jeugdzorg, schuldhulpverlening, Wmo? Hoe richten we de aanvraag voor gezinnen in? Moeten alle gezinsleden komen of kan één van de gezinsleden zich melden met schriftelijke toestemming van de andere gezinsleden? o En als niet alle gezinsleden zich hoeven te melden, hoe stellen we dan hun arbeidsverplichtingen vast? 3 Artikel 2:3, eerste lid, Awb 4 Tweede Kamer, vergaderjaar , , nr. 3 p. 23. Wijziging WWB en samenvoeging WIJ, versie 2 oktober

10 3 Versterking van het activerende karakter en de vangnetfunctie De arbeidsprestatie van uitkeringsgerechtigden kan lager liggen dan de kosten van het wettelijk minimumloon of het CAO-loon. Omdat de productiviteit van deze groep achterblijft is de kans op (blijvende) werkloosheid groter. Dit noemen we productiviteitsval. Daarnaast kennen we de armoedeval. De armoedeval maakt vooral laagbetaald werk en het aanvaarden daarvan onvoldoende aantrekkelijk, waardoor mensen selectiever worden in het moment waarop zij werk aanvaarden. In het Regeerakkoord staat een aantal maatregelen om deze productiviteits- en armoedeval aan te pakken. Denk aan de loondispensatie die is opgenomen in het voorstel Wet Werken naar Vermogen en aan het voornemen om de dubbele algemene heffingskorting in het referentieminimumloon af te bouwen. Daarnaast is in dit wetsvoorstel ook een aantal maatregelen genomen: 1. De bijstand voor inwonenden wordt afgeschaft. 2. De toets op het partnerinkomen wordt vervangen door een toets op het huishoudinkomen. 3. De vrijlatingsregeling voor inkomsten van minderjarige kinderen wordt beperkt. De WWB houdt rekening met de mogelijkheid om kosten te delen en de schaalvoordelen die dat oplevert. Tot nu toe werd daar rekening mee gehouden door gemeenten de mogelijkheid te geven om de toeslag of de norm aan te passen aan de woonsituatie. Maar nu wordt ook rekening gehouden met schaalvoordelen binnen de huishouding van bloed- en aanverwanten in de eerste graad. Daarbij is aangesloten bij artikel 392 van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek. Op grond van dat artikel bestaat er wederkerig een onderhoudsplicht tussen ouder(s) en eigen kind, stiefouders en stiefkind en schoonouders en aangetrouwde kinderen. Het reguliere gemeentelijke beleid van toeslagen en verlagingen blijft van toepassing. Dat betekent dat het college nog steeds rekening houdt met het ontbreken van woonkosten, of het kunnen delen van de woonkosten met een ander. 3.1 De bijstand voor inwonenden wordt afgeschaft De gezinsbijstand is aangescherpt. Dat betekent dat er nieuwe definities zijn voor de begrippen alleenstaande, alleenstaande ouder en gezin. Daarnaast is de huishoudinkomenstoets ingevoerd. Dit betekent dat niet alleen rekening wordt gehouden met de inkomsten van de aanvrager en de partner, maar met de inkomsten van alle gezinsleden. De achterliggende gedachte is dat het op deze manier meer loont om vanuit een uitkering aan het werk te gaan. Deze vorm van gezinsbijstand leidt tot een lagere uitkering waardoor een financiële prikkel ontstaat om eigen verantwoordelijkheid te nemen en werk te zoeken. Werk is de manier om de inkomenspositie te verbeteren. Dit heeft tot gevolg dat een groep mensen die nu een uitkering heeft, straks geen recht meer heeft op een uitkering omdat het gezinsinkomen te hoog is. Onder de WIJ kennen we een groep jongeren die zich niet meldt voor een WIJ werkleeraanbod. Die groep niet-melders zal straks groter worden, omdat een aantal jongeren met werkende ouders geen recht meer heeft op WWB. De activiteiten omtrent niet-melders die nu zijn opgezet, kunnen straks gewoon doorgaan. Om de groep niet-melders in beeld te krijgen beschikken de colleges over een groot aantal (onderwijs) gegevens en mogelijkheden om bestanden te koppelen 5. Wanneer valt iemand op grond van de nieuwe definities nu onder het begrip alleenstaande, alleenstaande ouder of gezin? Alleenstaande 6 De alleenstaande is de ongehuwde die: geen tot zijn last komende kinderen heeft, geen gezamenlijke huishouding voert met een ander, tenzij het gaat om 5 Een drietal wetswijzigingen per 1 januari 2011 maken de uitwisseling van gegevens op dit punt makkelijker: - wijziging besluit SUWI zodat gemeenten RMC gegevens mogen gebruiken voor de WWB en WIJ; - wijziging besluit SUWI zodat gegevens van DUO op individuele basis kunnen worden ingezien; - wijziging Wet op het onderwijstoezicht (WOT) zodat gemeenten gegevens kunnen krijgen uit BRON voor uitvoering WIJ. 6 Artikel 4, eerste lid, onder a juncto vierde lid, en artikel 3, tweede lid, onder a WWB Wijziging WWB en samenvoeging WIJ, versie 2 oktober

11 o een bloedverwant in de tweede graad 7 en er bij één van de bloedverwanten in de tweede graad sprake is van zorgbehoefte*, of om o een meerderjarig voormalig pleegkind; en niet een of meer meerderjarige kinderen heeft die hun hoofdverblijf in dezelfde woning als de ongehuwde hebben. * Wanneer is er nu sprake van zorgbehoefte? Daarvan kun je in ieder geval spreken als iemand vanwege ziekte (of één of meer stoornissen van lichamelijke, verstandelijke of geestelijke aard) blijvend niet in staat is een eigen huishouding te voeren, omdat hij dagelijks is aangewezen op intensieve zorg van anderen. Of als hij aanspraak kan maken op een plaats in een AWBZ-instelling, maar daarvan heeft afgezien of daarvoor nog op een wachtlijst staat. Een geldig indicatiebesluit (functie verblijf) is een aanwijzing voor het bestaan van een zorgbehoefte. Is die indicatie er niet, dan kun je een medisch advies aanvragen om vast te stellen of er sprake is van zorgbehoefte. Let op! Dit is dus een andere definitie van zorgbehoefte dan de definitie uit artikel 4, vijfde lid (zorgbehoevend gezinslid dat een verzoek kan doen om niet als één van de gezinsleden aangemerkt te worden). Van een alleenstaande kun je dus spreken als iemand of alleen woont, of de woning uitsluitend deelt met een tweedegraads familielid (broer, oma, kleinkind et cetera) die zorg nodig heeft of met een pleegkind dat inmiddels meerderjarig is geworden. Overigens is een zorgbehoevend gezinslid, dat op verzoek niet onder het gezin wordt begrepen (zie paragraaf 3.1.5), ook een alleenstaande. Zakelijke relaties als onderhuurders of kostgangers hebben geen invloed op de leefvorm Alleenstaande ouder 8 De alleenstaande ouder is de ongehuwde die: de volledige zorg heeft voor één of meer tot zijn last komende kinderen; en die geen gezamenlijke huishouding voert met een ander, tenzij het gaat om o een bloedverwant in de tweede graad en er bij één van de bloedverwanten in de tweede graad sprake is van zorgbehoefte of om, of o meerderjarig voormalig pleegkind; en die niet een of meer meerderjarige kinderen heeft die hun hoofdverblijf in dezelfde woning als de ongehuwde hebben. Voor de alleenstaande ouder geldt vrijwel dezelfde definitie als voor een alleenstaande. Het enige verschil is dat de alleenstaande ouder ook nog de volledige zorg heeft voor één of meerdere tot zijn last komende kinderen. Een zorgbehoevend gezinslid dat op verzoek niet onder het gezin wordt begrepen, kan nooit een alleenstaande ouder zijn Gezin 9 Onder de nieuwe definitie van gezin wordt verstaan: de gehuwden tezamen, de gehuwden met hun minderjarige en / of meerderjarige kinderen, de alleenstaande ouder met minderjarige én meerderjarige kinderen; en de alleenstaande met één of meer meerderjarige kinderen; die in dezelfde woning hun hoofdverblijf hebben. Onder echtgenoten op grond van de WWB wordt ook verstaan geregistreerde partners en ongehuwde die een gezamenlijke huishouding vormen. Op grond van de huidige jurisprudentie is gesteld dat een gezamenlijke huishouding tussen ongehuwden niet mogelijk is als er meer dan twee personen in de woning hun hoofdverblijf hebben. De enige uitzondering daarop was de situatie dat twee van de drie personen een gezamenlijke 7 Bloedverwant in de eerste graad is: vader / moeder / zoon / dochter. Bloedverwant in de tweede graad is: oma / opa / kleinzoon / kleindochter / broer / zus / tante / oom. 8 Artikel 4, eerste lid, onder b juncto vierde lid WWB 9 Artikel 4, eerste lid, onder c WWB Wijziging WWB en samenvoeging WIJ, versie 2 oktober

12 huishouding voeren en de derde als alleenstaande werd aangemerkt. Die twee personen moeten dan ten opzichte van elkaar blijk geven van een mate van zorg, die ten opzichte van de derde persoon niet aanwezig is (zie o.a. CRvB 19 oktober 2010, LJN BO1231). Hoe wordt straks vastgesteld of een ongehuwde inwonende behoort tot het gezin? In de uitleg van gezamenlijk hoofdverblijf zal niets wijzigen, maar de term wederzijdse zorg zal anders moeten worden uitgelegd. Het zal er dan om gaan of twee mensen meer zorg dragen voor elkaar, dan voor de andere gezinsleden. Hebben we nu iedereen genoemd die tot het gezin kan behoren? Nee, we zijn er nog niet helemaal. Heeft namelijk één van de thuisinwonende kinderen (ten laste komend of meerderjarig) zelf kinderen en die kinderen hebben in dezelfde woning hun hoofdverblijf, dan behoren deze kinderen ook tot hetzelfde gezin. De definitie van kinderen wordt hieronder gegeven. Dit betekent dat (alleenstaande) ouders nu een gezin vormen met hun meerderjarige inwonende kinderen. Dat was voorheen in de WWB niet mogelijk Kinderen 10 Onder kind verstaan we: het eigen kind of stiefkind; en de echtgenoot of echtgenote van het eigen kind of stiefkind; dat in Nederland woont; en voor de toepassing van de artikelen 9 (arbeidsverplichtingen), 25 eerste lid (toeslag), 26 (verlaging) en 30 tweede lid (toeslagenverordening), het in Nederland woonachtige pleegkind. Onder meerderjarige kinderen kunnen ook worden verstaan stiefkinderen en de aangetrouwde kinderen. Waarom is daarvoor gekozen? Aangetrouwde kinderen zijn familie in de eerste graad. En op grond van het Burgerlijk Wetboek 11 geldt er voor aanverwanten in de eerste graad een wederzijdse onderhoudsplicht. Er is voor gekozen om aan te sluiten bij deze onderhoudsplicht. De definitie van gezin uit de WWB wijkt overigens wel op een aantal punten af van de bepaling over onderhoudsplicht in het Burgerlijk Wetboek. Zo is het niet relevant of er in individuele gevallen echt sprake is van een onderhoudsplicht of niet. Als bloed- en aanverwanten in de eerste graad in dezelfde woning hun hoofdverblijf hebben, dan vallen zij onder de definitie van gezin. Bovendien geldt er op grond van het Burgerlijk Wetboek eigenlijk ook een onderhoudsplicht van meerderjarige uitwonende kinderen voor hun ouders 12. Deze onderhoudsplicht is in de WWB niet overgenomen. We hebben nu gezien wie er allemaal subject zijn van de bijstand. Maar er is ook een aantal uitzonderingen gemaakt voor personen die niet (altijd) tot het gezin behoren. Op verzoek kan een uitzondering worden gemaakt voor een zorgbehoevend gezinslid. Ambtshalve wordt een uitzondering gemaakt voor het meerderjarige studerende kind met WSF of WTOS Uitzondering op verzoek: zorgbehoevend gezinslid 13 Een zorgbehoevende bijstandsgerechtigde kan een verzoek indienen bij het college om niet als één van de gezinsleden aangemerkt te worden. Het college kan dit verzoek inwilligen of weigeren, afhankelijk van de (verwachte) duur van de zorg. Deze uitzondering kan niet ambtshalve worden toegepast. Om voor deze uitzondering in aanmerking te komen moet iemand: 1. in dezelfde woning wonen als zijn meerderjarige kinderen 14 ; of meerderjarig zijn en in dezelfde woning wonen als zijn ouder(s); en 10 Artikel 4, eerste lid, onder d WWB 11 Boek 1, artikel 392 BW 12 Deze onderhoudsplicht is een dode letter geworden. Dat geldt ook voor de onderhoudsplicht van meerderjarige thuisinwonende kinderen, maar deze dode letter is nu opgenomen in de WWB en krijgt daarmee weer betekenis. 13 Artikel 4, vijfde lid WWB 14 Het maakt daarbij niet uit of het gaat om een alleenstaande, alleenstaande ouder of om gehuwden. Wijziging WWB en samenvoeging WIJ, versie 2 oktober

13 2. een geldig indicatiebesluit hebben voor 10 uur of meer per week zorg op grond van de AWBZ; 3. aantonen voor één of meer van deze soorten zorg dat hij géén persoonsgebonden budget voor deze zorg ontvangt en dat de zorg niet geheel of deels wordt verleend door een zorgaanbieder als bedoeld in artikel 1, onderdeel j, van de AWBZ; 4. aannemelijk maken dat zijn ouder(s) of zijn kind(eren) de zorg verleent; 5. jonger zijn dan 65 jaar of de dag voor zijn 65 e verjaardag al voldaan hebben aan de eis onder punt 2. Ad 1: Deze uitzondering kan dus niet worden gemaakt als het enkel om gehuwden gaat. Ad 2. Het moet dan gaan om: persoonlijke verzorging, verpleging, begeleiding, verblijf, of voortgezet verblijf Waarom wordt hier alleen gekeken naar indicaties op grond van de AWBZ? De Wmo kent namelijk ook vergelijkbare indicaties voor maatschappelijke ondersteuning. De reden hiervan is dat de Wmo een gedecentraliseerde regeling is. Daarom kunnen de Wmo-indicaties per gemeente verschillen, afhankelijk van het gemeentelijk beleid. Er is voor gekozen om een eenduidig en substantieel criterium te gebruiken. Daarom mag alleen gekeken worden naar AWBZ-indicaties 15. Dit criterium is overigens ook van toepassing bij de Tegemoetkoming ouders van thuiswonende gehandicapte kinderen (TOG). Hier is het een reëel criterium gebleken. Het moet gaan om mantelzorg die voorkomt dat een zorgbehoevende uit huis wordt geplaatst. Ad 3: De zorg mag niet worden betaald vanuit een persoonsgebonden budget. In dat geval wordt het door het Rijk niet nodig gevonden dat (ook nog) een uitzondering wordt gemaakt op de gezinsbijstand 16. Aannemelijk maken is een lichtere vorm van bewijslast dan aantonen. Hieraan kan bijvoorbeeld worden voldaan door verklaringen van derden, zoals het zorgbehoevende gezinslid of andere gezinsleden, of door te wijzen op waarneembare feiten 17. Ad 4: Er kan geen uitzondering worden gemaakt als de broer/zus of de partner de zorg verleent. Bovendien moet er zorg worden verleend voor ten minste het aantal uren waarop die persoon recht heeft volgens het indicatiebesluit, maar ten minste tien uren per week. Deze uren kunnen wel door meerdere personen worden ingevuld, bijvoorbeeld als beide ouders ieder de helft van de geïndiceerde zorg verlenen. Ad 5: Mensen van 65 jaar en ouder zijn in principe uitgezonderd van deze regeling. Om te voorkomen dat het gezinsinkomen van de een op de andere dag afneemt als een zorgbehoevend persoon die 65 jaar wordt, is daar een uitzondering op gemaakt 18. Daarom kan een zorgbehoevende persoon in een gezin, zodra hij 65 jaar wordt, in aanmerking blijven komen voor de uitzondering op de gezinsbijstand vanwege een zorgbehoefte, mits hij op de dag voordat hij 65 jaar wordt een geldige AWBZ-indicatie van 10 uur per week heeft en houdt. Uiteraard moet ook aan de overige voorwaarden worden voldaan. Gevolgen voor het gezin Wat betekent dit nu concreet voor het gezin? De zorgbehoevende krijgt zelfstandig recht op bijstand, de overige gezinsleden blijven aangemerkt als gezin. Dat betekent ook dat eventuele inkomens- en vermogensbestanddelen van de overige gezinsleden geen invloed hebben op het recht op bijstand van de zorgbehoevende. De achtergrond van deze uitzondering is dat voorkomen moet worden dat zorgbehoevende gezinsleden uit huis worden geplaatst, omdat de overige gezinsleden de kosten niet meer kunnen dragen Uitzondering ambtshalve: meerderjarige studerende kinderen met WSF of WTOS Onder meerderjarig kind wordt niet verstaan het meerderjarig kind wiens in aanmerking te nemen inkomen inclusief studiefinanciering niet meer bedraagt dan 80% van het netto minimumloon inclusief vakantiebijslag ( 1.023,42 per maand), en dat: uit s Rijks kas bekostigd onderwijs volgt; en 15 Nader rapport inzake het voorstel van wet tot wijziging van de WWB en samenvoeging van die wet met de WIJ gericht op bevordering en deelname aan de arbeidsmarkt en vergroting van de eigen verantwoordelijkheid van uitkeringsgerechtigden, IVV/I/11/9738, p Tweede Kamer, vergaderjaar , , nr. 7, p Tweede Kamer, vergaderjaar , , nr. 7, p Tweede Kamer, vergaderjaar , , nr. 38 p. 3. Als iemand 65 jaar wordt, wordt de WWBuitkering vervangen door een uitkering op grond van de Algemene Ouderdomswet (AOW) en een eventueel aanvullend pensioen. De AOW-uitkering wordt dan meegenomen in de huishoudinkomenstoets. Wijziging WWB en samenvoeging WIJ, versie 2 oktober

14 aanspraak kan maken op studiefinanciering op grond van de Wet studiefinanciering 2000; of voor een tegemoetkoming op grond van hoofdstuk 4 van de Wet tegemoetkoming onderwijsbijdrage en schoolkosten in aanmerking komt. Let op! Het gaat hier om iemand die aanspraak kán maken op WSF of WTOS. Dat betekent dat dit ook geldt voor mensen die dit niet ontvangen omdat ze zelf inkomsten hebben, bijvoorbeeld uit een bijbaantje. Deze uitzondering is namelijk gemaakt om te stimuleren dat iedereen een zo hoog mogelijke kwalificatie behaalt door studie en opleiding. Dit verhoogt de arbeidsmarktkansen. Daarnaast sluit dit aan bij het uitgangspunt dat jongeren eerst de mogelijkheden binnen het regulier bekostigd onderwijs moeten onderzoeken. Ook als iemand geen studiefinanciering ontvangt omdat hij het niet heeft aangevraagd, ga je uit van het normbedrag. Dit is namelijk inkomen waar iemand redelijkerwijs over kan beschikken. Dat geldt natuurlijk niet als iemand geen studiefinanciering krijgt omdat hij te veel verdient. In dat geval kan hij niet redelijkerwijs over de studiefinanciering beschikken. Voor de bepaling van de hoogte van het inkomen, wordt uitgegaan van de normbedragen voor de kosten van levensonderhoud op grond van de Wet studiefinanciering 2000, artikel Overigens doet de vorm van de studiefinanciering niet ter zake. Ook een studielening wordt als inkomensbestanddeel aangemerkt 19. Dit normbedrag geldt voor alle studerenden. Er wordt dus geen onderscheid gemaakt, naar leeftijd, opleiding of studie. Het bedrag is gerelateerd aan het wettelijk minimumloon van 23 jaar of ouder, waarbij de beroepsbegeleidende leerweg (BBL) als uitgangspunt is genomen. Daarbij werken studenten gemiddeld vier dagen in de week en gaan ze één dag in de week naar school. Daarom is gekozen voor 80% van het WML (4/5 e deel). Eventuele vergoedingen of tegemoetkomingen voor directe studiekosten worden niet tot de middelen gerekend. Denk aan les- of cursus- of collegegeld, studieboeken, lesmaterialen, werk- of veiligheidskleding en reiskosten. De uitzondering op het begrip meerderjarige kinderen heeft tot gevolg dat deze kinderen niet tot het gezin worden gerekend en daarmee een zelfstandig recht op bijstand hebben. Stel dat het meerderjarige studerende kind nu meer verdient dan dit bedrag? Hoe ziet het plaatje er dan uit? Een meerderjarig studerend kind dat meer verdient dan 1.023,42 per maand wordt wel tot het gezin gerekend (artikel 4, tweede lid WWB). Dat betekent dat zijn vermogen volledig in aanmerking worden genomen, maar zijn inkomen wordt slechts in aanmerking genomen voor zover het meer bedraagt dan 1.023,42 per maand De toets op partnerinkomen wordt vervangen door een toets op het huishoudinkomen Het gezin moet de bijstand gezamenlijk aanvragen en krijgt recht op de gezinsuitkering ter hoogte van de huidige norm voor gehuwden op grond van de WWB, dat wil zeggen 100% van het referentieminimumloon. Deze aanscherping heeft tot gevolg dat het noodzakelijk is om de WIJ op te nemen in de WWB. Alleen op die manier is het mogelijk dat gezinnen gezamenlijk een uitkering kunnen aanvragen onder een regime dat voor ieder van de gezinsleden geldt. Alle middelen (inkomsten en vermogen) van alle gezinsleden worden in aanmerking worden genomen. Ook inkomsten uit arbeid en werkloosheids- of arbeidsongeschiktheidsuitkering van minderjarige kinderen worden in aanmerking genomen. Om minderjarige kinderen wel te stimuleren te gaan werken in bijbaantjes en actief mee te doen in de samenleving geldt er een vrijlating. De vrijlating bedraagt twee keer de inkomensgrenzen van de Algemene Kinderbijslagwet (AKW). Dit betekent dat de inkomsten van kinderen tot 16 jaar volledig worden vrijgelaten. Voor 16- en 17-jarigen geldt twee keer de inkomensgrens van de AKW. Als deze inkomensgrens wordt bereikt, raakt de klant de AKW kwijt. Zouden deze inkomsten op dat moment ook gekort worden op de bijstandsuitkering, dan wordt feitelijk twee keer rekening gehouden met deze inkomsten. De vrijlating bedraagt 827,- per maand. 19 Tweede Kamer, vergaderjaar , , nr. 7, p Artikel 4, tweede lid juncto artikel 32, vijfde lid WWB. Wijziging WWB en samenvoeging WIJ, versie 2 oktober

15 Overigens blijft gelden dat als er voor het kind geen kinderbijslag meer wordt betaald, het kind niet meer valt onder de definitie ten laste komend kind. Als dit het enige ten laste komende kind van een alleenstaande ouder is, dan moet de ouder vanaf dat moment als alleenstaande worden gezien. Vanaf het moment dat het kind de leeftijd van 18 jaar bereikt, moet een gezinsbijstand worden aangevraagd. Het meerderjarig kind valt dan samen met zijn ouder onder de definitie van gezin. Op de huishoudinkomenstoets is één uitzondering, namelijk het inkomen uit de Wajong-uitkering van één van de gezinsleden (paragraaf 3.2.1). Daarnaast vallen bepaalde groepen niet onder het huishoudinkomen. Het gaat dan om onderhuurders, woongroepen et cetera (paragraaf 3.2.2) Uitzondering: inkomen uit Wajong-uitkering Een uitzondering geldt voor het inkomen uit een arbeidsongeschiktheidsuitkering op grond van de Wet werk en arbeidsondersteuning jonggehandicapten (Wet Wajong). Het gaat hier specifiek om de uitkering op grond van hoofdstuk 2 ( nieuwe Wajong, aangevraagd op of na 1 januari 2010) en 3 ( oude Wajong, aangevraagd voor 1 januari 2010) van de Wet Wajong. De regering eerbiedigt zo bestaande uitkeringsrechten. Hier is voor gekozen omdat het vooral gaat om een groep jongeren die bij de ouders blijft wonen, ook na het 18 e jaar, omdat er een afhankelijkheidsrelatie is wegens arbeidsongeschiktheid. Deze uitzondering blijft bestaan tot de totstandkoming van de Wet werken na vermogen (Wwnv) met ingang van 1 januari Daarna verandert dit voor een deel van de Wajongers. Deze vrijlating van de Wajong-uitkering geldt overigens alleen als de Wajong-gerechtigde deel uitmaakt van een gezin (zie definitie in paragraaf 3.1.3) waartoe ook één of meerdere meerderjarige (stief/aangetrouwde) kinderen behoren Onderhuurders en woongroepen Relaties zoals onderhuurderschap, kostgangerschap of andere woonvormen zoals studentenhuizen en woongroepen vallen niet onder de huishoudinkomenstoets en gezinsbijstand. Dit zijn volledig zakelijke relaties, waarbij het gaat om deelname aan het economisch verkeer. De ene partij levert een prestatie (het gebruik van woonruimte) waarvoor een prijs is bedongen en de andere partij is bereid die prijs te betalen (huur). Met deze zakelijke relaties wordt rekening gehouden door de norm of toeslag aan te passen op grond van de verordening, of door inkomsten te korten op de uitkering. Hoe zakelijker de relatie, hoe minder de financiële verstrengeling 21. Er kunnen geen zakelijke relaties bestaan tussen bloed- en aanverwanten in de eerste graad. Let op! Dit betekent niet dat er helemaal geen gezamenlijke huishouding mogelijk is in een studentenhuis. 3.3 Beperking vrijlating inkomsten en andere aanpassing in het begrip middelen Er verandert het één en ander in het begrip middelen. Deze aanpassingen zijn in veel gevallen ook ergens anders in de handreiking besproken. In die gevallen wordt hier slechts kort iets over gezegd, met een verwijzing naar de paragraaf waar meer informatie te vinden is. Vrijlating inkomsten minderjarige kinderen Een eerste belangrijke aanpassing is de beperking van de vrijlating van inkomsten van minderjarige kinderen. Inkomsten uit arbeid, ontvangen uitkeringen uit werkloosheid en arbeidsongeschiktheid van kinderen tot 16 jaar worden volledig vrijgelaten. Voor 16- en 17-jarigen geldt een maximumbedrag van 827,- per maand per kind (paragraaf 3.2). Dit is geregeld in artikel 31, tweede lid, onder h WWB. Inkomsten uit een Wajong-uitkering Inkomsten uit een Wajong-uitkering worden volledig vrijgelaten als een Wajonger deel uitmaakt van een gezin waartoe ook één of meer meerderjarige (stief/aangetrouwde) kinderen behoren. Dit geldt tot 1 januari 2013, als de Wet werken naar vermogen wordt ingevoerd (paragraaf 3.2.1). Dit is geregeld in artikel 31, tweede lid, onder x WWB. 21 Tweede Kamer, vergaderjaar , , nr. 3, p. 7. Wijziging WWB en samenvoeging WIJ, versie 2 oktober

16 Bijdrage onderhoudsplicht jongeren onder de 21 jaar De bijdrage voor de onderhoudsplicht van ouders aan jongeren onder de 21 jaar wordt volledig vrijgelaten, als deze bijdrage op grond van artikel 12 WWB al in aanmerking is genomen bij de vaststelling van het recht op bijzondere bijstand. Dit is vooral een praktische wijziging. Voor jongeren onder de 21 jaar gelden aparte, lagere normen. In enkele gevallen zijn die normen niet toereikend. In dat geval kan de jongere bijzondere bijstand aanvragen voor de kosten van levensonderhoud. Eigenlijk zijn de ouders van jongeren onder de 21 jaar financieel verantwoordelijk, maar in bijzondere gevallen is bijzondere bijstand mogelijk als de middelen van de ouders niet toereikend zijn of als hij redelijkerwijs zijn onderhoudsrecht jegens zijn ouders niet te gelde kan maken. Stel nu dat de ouders wel een kleine bijdrage kunnen doen, maar die bijdrage is ook niet toereikend. Dan geldt de ouderlijke bijdrage niet als in aanmerking te nemen middel. Bij de vaststelling van de hoogte van de bijzondere bijstand kan hier natuurlijk wel rekening mee gehouden worden. Dit is geregeld in artikel 31, tweede lid onder w WWB. Vrijlating van heffingskortingen vervangen door vrijlating inkomsten uit arbeid Voor alleenstaande ouders met kinderen jonger dan 5 jaar bestond er een tweetal vrijlatingen. Namelijk de vrijlating van de aanvullende alleenstaandeouderkorting 22 en de inkomensafhankelijke combinatiekorting. Deze kortingen komen te vervallen. In plaats daarvan komt een vrijlating van inkomsten uit arbeid van alleenstaande ouders met kinderen jonger dan 12 jaar. De inkomsten uit arbeid kunnen worden vrijgelaten tot 12,5% van die inkomsten met een maximum van 120,- per maand voor maximaal 30 aaneengesloten maanden. De algemene vrijlatingsregeling van 6 maanden moet dan al verstreken zijn (paragraaf 4.3). Dit is geregeld in artikel 31, tweede lid, sub c (vrijlating heffingskortingen is vervallen in dit onderdeel) en r WWB. Er is gekozen voor een periode van drie jaar, omdat alleenstaande ouders langer de tijd nodig hebben om hun arbeidsuren uit te breiden dan alleenstaanden en gehuwden. Dat heeft te maken met de combinatie van werk en zorgtaken. Voor deze groep is een half jaar te kort om de uren zodanig uit te breiden dat uitstroom uit de bijstand mogelijk is. Er is nu gekozen voor een termijn van drie jaar 23. Inkomsten uit WSF of WTOS Inkomsten van meerderjarige kinderen die regulier bekostigd onderwijs volgen en aanspraak maken op studiefinanciering of WTOS worden niet in aanmerking genomen tot een bedrag van 1.023,42 per maand (paragraaf 3.1.6). Het meerdere wordt wel in aanmerking genomen. Dit is geregeld in artikel 32, vijfde lid WWB. Daarnaast is er nog een wijziging met betrekking tot de studiefinanciering. Tot nu toe werden er twee verschillende normbedragen voor studiefinanciering gehanteerd in de WWB. Het bedrag genoemd in artikel 3.18 WSF 2000 en een bedrag genoemd in artikel 33 WWB. Hoe komt dat? Per september 2007 is de Wet studiefinanciering 2000 (WSF 2000) gewijzigd. Vanaf dat moment is er één normbedrag voor levensonderhoud, waarin geen onderscheid wordt gemaakt naar aparte normbedragen voor levensonderhoud of leermiddelen. Sindsdien kunnen studenten in het hoger onderwijs ook een beroep doen op het collegegeldkrediet. Omdat studenten nu het collegegeld dat ze moeten betalen kunnen lenen, wordt hun besteedbare financiële ruimte groter. Als gehuwden in de WWB bijstand ontvangen, en één van de partners ontvangt studiefinanciering, dan wordt met dit inkomen uit studiefinanciering rekening gehouden. Ook bij een aanvraag om bijzondere bijstand wordt rekening gehouden met de inkomsten uit studiefinanciering. In deze situaties moest het bedrag genoemd in artikel 33, tweede lid WWB, in aanmerking worden genomen. Dit bedrag was opgenomen in artikel 33 (bijzonder inkomen) omdat enkel het deel dat bedoeld is voor levensonderhoud als middel in aanmerking moet worden genomen. En nadrukkelijk niet het deel dat bedoeld is voor leermiddelen. Door de wijziging van de WSF 2000 in 2007 sloten de bedragen die genoemd werden in artikel 33 niet meer aan bij het normbudget voor levensonderhoud zoals dat in de WSF 2000 werd gehanteerd. Er werd daarom bij de bijstandsverlening rekening 22 De belastingdienst heeft deze term m.i.v. het jaar 2011 gewijzigd. Er bestaat nu alleen nog maar het begrip alleenstaandeouderkorting. Dit begrip bestaat uit twee delen: één vast bedrag en een vermeerdering met een bepaald percentage van het arbeidsinkomen. Voor een goed begrip van de wijziging is ervoor gekozen om de oude term te hanteren. 23 Tweede Kamer, vergaderjaar , , nr. 7, p. 64. Wijziging WWB en samenvoeging WIJ, versie 2 oktober

17 gehouden met een te laag bedrag. Door nog maar één normbedrag te hanteren, en wel het bedrag uit artikel 3.18 WSF 2000 wordt wel met het juiste bedrag rekening gehouden. De tegemoetkoming voor het lesgeld voor degene die beroepsonderwijs volgen, wordt zo buiten beschouwing gelaten. Voor de studenten van het hoger onderwijs wordt het collegegeldkrediet buiten beschouwing gelaten. Er wordt dus alleen rekening gehouden met het budget voor levensonderhoud (zie figuur 2). Ontvangt de studerende aan het hoger onderwijs, of de deelnemer aan het beroepsonderwijs, een partnertoeslag (artikel 3.4 WSF 2000) of een toeslag voor een eenoudergezin (artikel 35. WSF 2000), dan worden deze toeslagen op grond van artikel 33, tweede lid WWB, ook in aanmerking genomen als inkomen uit studiefinanciering. Figuur 2 Beroepsonderwijs WO/HBO Thuiswonend Uitwonend Thuiswonend Uitwonend basisbeurs 75,39 246,00 95,61 266,23 aanvullende beurs of lening 308,40 328,33 221,00 240,92 basislening 64, , , , ,00 738,54 604,15 794,69 budget levensonderhoud 462,08-652,62-604,15-794,69 - ( = inkomen voor WWB) lesgeld 85,92 85,92 - * - * * collegegeld bij WO/HBO: collegeldlening Vrijlatingen gelden niet voor jongeren onder de 27 jaar Een aantal vrijlatingen en premies is niet van toepassing op jongeren onder de 27 jaar. Het gaat hier om de vrijlating van: de jonggehandicaptenkorting (artikel 31, tweede lid onder c WWB); de één- of tweemalige premie voor zover dat bedraagt aan de arbeidsinschakeling (artikel 31, tweede lid onder j WWB); een kostenvergoeding voor het verrichten van vrijwilligerswerk (artikel 31, tweede lid onder k WWB); inkomsten uit arbeid tot 25% van deze inkomsten gedurende maximaal zes aaneengesloten maanden als dit bijdraagt aan de arbeidsinschakeling (artikel 31, tweede lid, onder n WWB); de nieuwe inkomstenvrijlating voor alleenstaande ouders, van 12,5% van de inkomsten uit arbeid gedurende maximaal 30 aaneengesloten maanden als dit bijdraagt aan de arbeidsinschakeling. Dit is geregeld in artikel 31, vijfde lid WWB. 3.4 Overgangsrecht gezinsbijstand, huishoudinkomenstoets en inkomsten uit WSF De aanscherping gezinsbijstand en de huishoudinkomenstoets treedt voor een bepaalde groep pas per 1 juli 2012 in werking. Deze groep heeft een periode van zes maanden om te wennen aan de wijziging en haar gedrag (lees: uitgavenpatroon) daarop aan te passen. Of natuurlijk om zo snel mogelijk uit de uitkering te stromen. Het gaat dan om bloed- en aanverwanten in de eerste graad: die in dezelfde woning het hoofdverblijf hebben op de peildatum; en waarvan één of meer van die bloed- en aanverwanten op de peildatum een uitkering ontvangt of ontvangen op grond van de WWB of de WIJ; voor zover het recht op of de hoogte van de uitkering zou wijzigen doordat deze bloed- en aanverwanten kunnen worden aangemerkt als gezin naar de nieuwe definitie. Wat betekent dit nu concreet? Iedereen die nu een individuele uitkering heeft maar straks onder de definitie van gezin valt heeft een half jaar de tijd voor de uitkering wordt omgezet 24. Dat geldt alleen als op de peildatum aan 24 Artikel 78s WWB Wijziging WWB en samenvoeging WIJ, versie 2 oktober

18 alle voorwaarden is voldaan. De peildatum waar naar wordt gekeken is de dag onmiddellijk voorafgaande aan de inwerkingtreding van de wijziging WWB en samenvoeging met de WIJ. Is niet aan alle voorwaarden voldaan, dan vallen ze niet onder het overgangsrecht. Stel dat twee broers ieder een uitkering hebben op grond van de WWB of de WIJ op 1 januari Na die datum komt hun moeder bij hun in huis wonen. Op dat moment wijzigt er iets in de situatie en moeten ze naar de nieuwe definitie van gezin beoordeeld worden. Er moet dan meteen volgens de nieuwe criteria beoordeeld worden of er sprake is van een gezin. Aanpassing van het recht en/of de hoogte van de uitkering op andere gronden (toets op middelen of uitsluitingsgronden) vallen buiten dit overgangsrecht. De uitkering wordt in alle gevallen wel op deze wijzigingen aangepast. Een aantal artikelen is op deze groep niet van toepassing (zie figuur 3). Voor hun gelden deze artikelen zoals ze golden op 31 december 2011: Figuur 3 Artikel Omschrijving 3 gezamenlijke huishouding en woning 4 alleenstaande, alleenstaande ouder en gezin 5, onderdeel e voorliggende voorziening 9, derde lid arbeidsverplichtingen gelden voor het hele gezin 11, vierde lid recht op WWB komt alle gezinsleden gezamenlijk toe 18, vierde lid afstemming, belanghebbende = het gezin 19, eerste lid algemene voorwaarde recht op bijstand 21 normen jaar: lees voor gezin telkens gehuwden en voor meerderjarige gezinsleden telkens echtgenoten 21, onderdeel c blijft buiten beschouwing 22 normen 65 jaar en ouder: lees voor gezin telkens gehuwden en voor meerderjarige gezinsleden telkens echtgenoten 23, eerste lid onder b, tweede lid onder a en derde lid normen in inrichting 24 afwijking norm gezin 31, eerste lid en tweede lid onderdeel h middelen, inkomsten minderjarige kinderen 32, derde en vierde lid inkomen niet-rechthebbende partner 32, vijfde lid blijft buiten beschouwing 33, vijfde lid vrijlating deel particuliere oudedagsvoorziening 34, eerste lid onderdeel a, tweede lid onderdeel a, derde lid onderdeel c vermogen 35, eerste lid bijzondere bijstand 43, tweede en derde lid aanvraag bijstand door alle gezinsleden gezamenlijk 45, derde lid, aanhef, vierde en vijfde lid vaststelling en betaling 47a, eerste lid onderdeel b taak sociale verzekeringsbank 47c, vijfde lid toepassing afstemming door SVB 50, eerste lid eigen woning 59, eerste lid terugvordering gezinsleden 78m overgangsrecht gelijkstelling voormalige pleeg- en stiefkinderen aan eigen kinderen Overigens gelden de inlichtingen- en medewerkingsplicht wel al per 1 januari Vanaf dat moment geldt de informatie- en medewerkingsplicht voor meerderjarige bloed- en aanverwanten in de eerste graad die in dezelfde Wijziging WWB en samenvoeging WIJ, versie 2 oktober

19 woning hun hoofdverblijf hebben als de alleenstaande, alleenstaande ouder of de gehuwde die onder het overgangsrecht valt (artikel 78s, vierde lid WWB) Overgangsrecht: bijstand in de vorm van een geldlening Als op de peildatum 25 bijstand in de vorm van een geldlening wordt verstrekt, dan kan deze geldlening door blijven lopen als aan de volgende voorwaarden is voldaan: Het gaat om één of meer bloed- en aanverwanten in de eerste graad die in dezelfde woning het hoofdverblijf hebben. En na de peildatum wordt de bijstandsverlening voortgezet naar de gezinsnorm. Deze bijstandsverlening behoudt nu de vorm van een geldlening tot het nader door het college bij besluit te bepalen tijdstip. De rechten en plichten gelden dan voor alle gezinsleden die bij deze bijstandsverlening zijn inbegrepen Overgangsrecht: inkomen uit studiefinanciering Het inkomen uit studiefinanciering dat nu in aanmerking wordt genomen, is een te laag bedrag. Met de inwerkingtreding van deze wijziging gaan de uitkeringsgerechtigden er dus feitelijk op achteruit. Daarom gelden de artikelen 33, tweede lid en 39, eerste lid, zoals die luiden op de dag vóór de inwerkingtreding voor deze groep nog gedurende maximaal zes maanden (of tot het moment dat de uitkering beëindigd wordt). Dit overgangsrecht geldt zowel voor mensen die op 31 december 2011 een uitkering op grond van de WWB hadden, als voor jongeren die op 31 december 2011 een uitkering op grond van de WIJ hadden. 3.5 Beleidsvraagstukken Hoe informeren we onze klanten over deze wijzigingen, zodat zij optimaal gebruik kunnen maken van het overgangsrecht? Hoe zwaar wordt ingezet op handhaving en controle van de gezinssituatie? Houden we rekening met de houding van de rest van het gezin als een maatregel opgelegd moet worden? Hoe organiseren we het aanvraagproces op het moment dat een ten laste komend kind de leeftijd van 18 jaar bereikt? Wanneer maken we een uitzondering op de gezinsbijstand voor een zorgbehoevend gezinslid? Welke verordeningen moeten worden aangepast aan de nieuwe definities van alleenstaande, alleenstaande ouder en gezin? Wat doen we met afstemmingen als gevolg van de verwijtbare gedraging van één van de gezinsleden (treft het hele gezin)? Wanneer draagt arbeid voldoende bij aan de arbeidsinschakeling om in aanmerking te komen voor de nieuwe vrijlating inkomsten uit arbeid? Welke aanpassing zijn nodig in re-integratieverordening, nu vrijlatingen en premies niet van toepassing zijn op de jongeren? Tot wanneer geldt het overgangsrecht voor bijstand in de vorm van een geldlening? 25 Dat is de dag onmiddellijk voorafgaand aan de dag van inwerkingtreding 26 Tweede Kamer, vergaderjaar , , nr. 3, p. 25. Wijziging WWB en samenvoeging WIJ, versie 2 oktober

20 4 Aanscherping verplichtingen Een aantal verplichtingen is aangescherpt. Daarbij geldt in de eerste plaats een aantal maatregelen die bedoeld zijn voor jongeren, maar ook voor de andere groepen is er een aantal maatregelen genomen. Bijvoorbeeld de verplichte tegenprestatie, maar ook beperking van de maximale duur verblijf in het buitenland. In dit hoofdstuk wordt eerst ingegaan op de arbeidsverplichtingen en de plicht tot tegenprestatie. Voor we de verschillende verplichtingen zullen bespreken, wordt eerst vastgesteld voor wie nu precies welke verplichtingen gelden. Na de arbeidsverplichtingen en de plicht tot tegenprestatie komt de beperking verblijfsduur in het buitenland aan bod. Vervolgens komt de informatie- en medewerkingsplicht voor meerderjarige bloed- en aanverwanten aan de orde. Het hoofdstuk wordt afgesloten met het overgangsrecht en beleidsvraagstukken. 4.1 Plicht tot arbeidsinschakeling en tegenprestatie De arbeidsverplichtingen uit artikel 9 WWB zijn uitgebreid. Dat blijkt al meteen uit de wijziging van het opschrift van artikel 9, dat nu luidt: plicht tot arbeidsinschakeling en tegenprestatie. Dit artikel beschrijft in het eerste lid de volgende verplichtingen: a naar vermogen algemeen geaccepteerde arbeid te verkrijgen en te aanvaarden waaronder begrepen registratie als werkzoekende bij het UWV b gebruik te maken van een door het college aangeboden voorziening, waaronder begrepen sociale activering, gericht op arbeidsinschakeling en mee te werken naar een onderzoek naar zijn mogelijkheden en indien van toepassing, mee te werken aan het opstellen, uitvoeren en evalueren van een plan van aanpak (zie paragraaf 4.2) c naar vermogen een tegenprestatie te verrichten (zie paragraaf 4.3) Uitgangspunt is dat deze verplichtingen voor iedereen gelden. Maar op die hoofdregel is een aantal uitzonderingen gemaakt. Groepen op wie de verplichtingen onder a en b niet van toepassing zijn Er zijn twee categorieën personen op wie de verplichting onder a en b niet van toepassing zijn: mensen die blijkens een indicatiebeschikking of herindicatiebeschikking tot de doelgroep van de WSW behoren; en mensen die recht hebben op een arbeidsongeschiktheidsuitkering op grond van de Wet Wajong 27. De verplichtingen genoemd onder a en b zijn niet van toepassing voor deze groepen, maar de plicht om een tegenprestatie te verrichten wel (onder c). Groepen voor wie de verplichtingen onder a, b en c, enkel gelden als aan randvoorwaarden is voldaan Daarnaast zijn er twee categorieën personen die de verplichtingen alleen opgelegd kunnen krijgen als aan bepaalde randvoorwaarden is voldaan: mensen die zorg verlenen; alleenstaande ouders met kinderen jonger dan 12 jaar. Bij de eerste groep gaat het om de mensen die zorg verlenen aan een zorgbehoevend persoon, zoals bedoeld in artikel 4, vijfde lid onder c WWB. Ofwel, het college zou op grond van die zorgbehoevendheid kunnen besluiten dat deze persoon niet tot het gezin wordt gerekend. Voor deze zorgers gelden de verplichtingen alleen als het college zich genoegzaam heeft overtuigd van de mogelijkheid om die zorg te combineren met die verplichtingen. Het doet daarbij niet ter zake of er een verzoek is ingediend om deze persoon buiten de gezinsbijstand te laten. En het doet ook niet ter zake of het college op een eventueel verzoek een positief of negatief besluit heeft genomen. Reeds als de mogelijkheid bestaat om op een dergelijk verzoek een positief besluit te nemen, heeft het college de plicht om eerst na te gaan of de mogelijkheid om zorg te verlenen wel te combineren is met de verplichtingen. De verplichting om algemeen geaccepteerde arbeid te aanvaarden of om een tegenprestatie te 27 Artikel 9, vijfde lid WWB Wijziging WWB en samenvoeging WIJ, versie 2 oktober

Wijziging WWB en samenvoeging WIJ

Wijziging WWB en samenvoeging WIJ Wijziging WWB en samenvoeging WIJ Wijzigingen per 1 januari 2012 Oktober 2011 Deze publicatie is gemaakt door Stimulansz in opdracht van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. Stimulansz

Nadere informatie

Hoofdlijnen van het wetsvoorstel aanscherping WWB 2012

Hoofdlijnen van het wetsvoorstel aanscherping WWB 2012 Bijlage bij raadsvoorstel nr. 11-102 A. Inleiding Hoofdlijnen van het wetsvoorstel aanscherping WWB 2012 De regering vindt dat er meer mensen aan het werk moeten. Werk is de basis voor zelfstandigheid,

Nadere informatie

Presentatie over aangekondigde wetswijzigingen per 1-1-2012

Presentatie over aangekondigde wetswijzigingen per 1-1-2012 Presentatie over aangekondigde wetswijzigingen per 1-1-2012 door: Hans de Vroome Beleidsadviseur Werk & Inkomen BPV Regeerakkoord Meer met minder? AOW-leeftijd naar 66 jaar in 2020, daarna koppeling levensverwachting

Nadere informatie

Wijzigingen Wet Werk en Bijstand (Wwb) en de Wet investeren in jongeren (Wij) Hoofdpunten en overgangsrecht

Wijzigingen Wet Werk en Bijstand (Wwb) en de Wet investeren in jongeren (Wij) Hoofdpunten en overgangsrecht Wijzigingen Wet Werk en Bijstand (Wwb) en de Wet investeren in jongeren (Wij) Hoofdpunten en overgangsrecht Inhoudsopgave 1. Inleiding... 3 2. De wijzigingen op hoofdpunten... 4 2.1 Aanscherping voorwaarden

Nadere informatie

Wijziging Wet werk en bijstand en samenvoeging WIJ. Corina Garcia Consulent Werk, inkomen en zorg

Wijziging Wet werk en bijstand en samenvoeging WIJ. Corina Garcia Consulent Werk, inkomen en zorg Wijziging Wet werk en bijstand en samenvoeging WIJ Corina Garcia Consulent Werk, inkomen en zorg WELKOM AGENDA Uitgangspunten van de wijzigingen Meest ingrijpende wijzigingen IOAW Wijzigingen voor gemeente

Nadere informatie

Wat gaat er veranderen in de Wet werk en bijstand?

Wat gaat er veranderen in de Wet werk en bijstand? Wat gaat er veranderen in de Wet werk en bijstand? Per 1 januari 2012 is de Wet werk en bijstand (WWB) veranderd. Er gelden nieuwe regels voor mensen die een bijstandsuitkering aanvragen én voor mensen

Nadere informatie

Wet Werk en Bijstand de belangrijkste punten op een rij. Letterlijke teksten uit het wetsvoorstel

Wet Werk en Bijstand de belangrijkste punten op een rij. Letterlijke teksten uit het wetsvoorstel Wet Werk en Bijstand de belangrijkste punten op een rij. Letterlijke teksten uit het wetsvoorstel 1. inleiding Het wetsvoorstel omvat een aantal maatregelen die de vangnetfunctie van de WWB en van de Wet

Nadere informatie

Wijzigingen Wet werk en bijstand per 1 januari 2012

Wijzigingen Wet werk en bijstand per 1 januari 2012 Wijzigingen Wet werk en bijstand per 1 januari 2012 In 2012 verandert de Wet werk en bijstand (WWB). Er gelden dan nieuwe regels voor mensen die een bijstandsuitkering aanvragen én voor mensen die al een

Nadere informatie

De verlagingen zijn uitgewerkt in de artikelen 4 tot en met 7 van de verordening.

De verlagingen zijn uitgewerkt in de artikelen 4 tot en met 7 van de verordening. Toelichting op de Toeslagenverordening Wet werk en bijstand 2012 Algemeen Op grond van de Wet werk en bijstand (WWB) dient de gemeenteraad een verordening vast te stellen met betrekking tot het verhogen

Nadere informatie

Veelgestelde vragen WWB (versie 14 december 2011)

Veelgestelde vragen WWB (versie 14 december 2011) Veelgestelde vragen WWB2012-1 (versie 14 december 2011) Onderwerp: Begrippen 1. Met de WWB 2012 wordt het begrip alleenstaande aangepast. Wat houdt de wijziging concreet in? In de WWB 2012 zal een ongehuwde

Nadere informatie

Artikelsgewijs. Artikel I (Wijziging van de Wet werk en bijstand) Onderdeel A (artikel 3)

Artikelsgewijs. Artikel I (Wijziging van de Wet werk en bijstand) Onderdeel A (artikel 3) Artikelsgewijs Artikel I (Wijziging van de Wet werk en bijstand) Onderdeel A (artikel 3) In het tweede lid van artikel 3 is bepaald dat ongehuwden die een gezamenlijke huishouding voeren als gehuwden worden

Nadere informatie

Toelichting bij de verordening. Algemeen

Toelichting bij de verordening. Algemeen Toelichting bij de verordening Algemeen Het Rijk heeft per 1 januari jl. de Wet werk en bijstand (WWB) en de Wet investeren in jongeren (WIJ) samengevoegd tot een nieuwe Wet werk en bijstand. Net zoals

Nadere informatie

MEMORIE VAN TOELICHTING ALGEMEEN. 1. Inleiding

MEMORIE VAN TOELICHTING ALGEMEEN. 1. Inleiding MEMORIE VAN TOELICHTING ALGEMEEN 1. Inleiding Meer mensen aan het werk is een belangrijke opdracht van deze regering. Het regeerakkoord stelt dat mensen niet afhankelijk mogen worden gemaakt van een uitkering.

Nadere informatie

Informatieblad. Veelgestelde vragen over de veranderingen in de Wet werk en bijstand per 1 januari 2012

Informatieblad. Veelgestelde vragen over de veranderingen in de Wet werk en bijstand per 1 januari 2012 Informatieblad Veelgestelde vragen over de veranderingen in de Wet werk en bijstand per 1 januari 2012 De informatie in deze uitgave is met de grootst mogelijke zorgvuldigheid samengesteld. U kunt aan

Nadere informatie

Artikelsgewijze toelichting op de Toeslagenverordening WWB ISD Bollenstreek 2012

Artikelsgewijze toelichting op de Toeslagenverordening WWB ISD Bollenstreek 2012 Artikelsgewijze toelichting op de Toeslagenverordening WWB ISD Bollenstreek 2012 Artikel 1 Begripsomschrijving Om te voorkomen dat de betekenis van de begrippen van de WWB en de verordening uiteen lopen

Nadere informatie

Ad 1 Samenvoegen WWB en WIJ Uitgangspunten WIJ blijven onveranderd. Jongeren moeten werken of leren.

Ad 1 Samenvoegen WWB en WIJ Uitgangspunten WIJ blijven onveranderd. Jongeren moeten werken of leren. Analyse aanscherping WWB De aanscherping van de WWB betreft: 1 Samenvoegen WWB en WIJ 2 Aanscherpen gezinsbijstand en huishoudinkomenstoets 3 Tegenprestatie naar vermogen 4 Beperking van de verblijfsduur

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2011 2012 32 815 Wijziging van de Wet werk en bijstand en samenvoeging van die wet met de Wet investeren in jongeren gericht op bevordering van deelname

Nadere informatie

Tijdelijke regels aanscherping Wet Werk en Bijstand

Tijdelijke regels aanscherping Wet Werk en Bijstand CVDR Officiële uitgave van Epe. Nr. CVDR140715_1 4 juli 2017 Tijdelijke regels aanscherping Wet Werk en Bijstand Raadsbesluit 2012 registratienummer: 2012-00428 DE RAAD DER GEMEENTE EPE gelezen het voorstel

Nadere informatie

Artikel 3. Toeslagen voor alleenstaanden en alleenstaande ouders. en die derhalve de noodzakelijke kosten van het bestaan niet kan delen.

Artikel 3. Toeslagen voor alleenstaanden en alleenstaande ouders. en die derhalve de noodzakelijke kosten van het bestaan niet kan delen. CVDR Officiële uitgave van Hengelo. Nr. CVDR123452_1 22 maart 2016 Toeslagenverordening 2012 Toeslagenverordening 2012 De raad van de gemeente Hengelo, gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders

Nadere informatie

ieuwsbrief over uw recht op (financiële) steun in de rug Afdeling welzijn en burgers Nr. 4, december 2011

ieuwsbrief over uw recht op (financiële) steun in de rug Afdeling welzijn en burgers Nr. 4, december 2011 ieuwsbrief over uw recht op (financiële) steun in de rug Afdeling welzijn en burgers Nr. 4, december 2011 Als wethouder sociale zaken wil ik u namens de gemeente een gezond en gelukkig 2012 toewensen.

Nadere informatie

Titel verordening Belangrijkste wijzigingen Veranderingen voor burger? Toeslagenverordening Toeslagenverordening Algemeen: de gezinsnorm

Titel verordening Belangrijkste wijzigingen Veranderingen voor burger? Toeslagenverordening Toeslagenverordening Algemeen: de gezinsnorm Toeslagenverordening Toeslagenverordening Algemeen: In de WWB 2012 is geregeld dat bloedverwanten in de eerste [deze verordening regelt onder graad die het hoofdverblijf in dezelfde woning hebben voortaan

Nadere informatie

gezien het voorstel inzake aanpassen verordeningen Wwb in verband wetswijzigingen 2013 (Gem. blad Afd. A 2013, no. );

gezien het voorstel inzake aanpassen verordeningen Wwb in verband wetswijzigingen 2013 (Gem. blad Afd. A 2013, no. ); 2013, no. < no. > De Raad der gemeente Stein; gezien het voorstel inzake aanpassen verordeningen Wwb in verband wetswijzigingen 2013 (Gem. blad Afd. A 2013, no. ); gezien het voorstel van burgemeester

Nadere informatie

De raad van de gemeente Schinnen;

De raad van de gemeente Schinnen; De raad van de gemeente Schinnen; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 3april 2012 gezien het advies van de Beleidscommissie d.d. 23 april 2012 gezien het advies van de Sociaal Maatschappelijke

Nadere informatie

Overzicht veranderingen WWB per 1 januari 2011

Overzicht veranderingen WWB per 1 januari 2011 Overzicht veranderingen WWB per 1 januari 2011 De Tweede Kamer heeft 11 oktober 2011 het wetsvoorstel tot samenvoeging van de Wet werk en bijstand (WWB) en Wet investeren in jongeren (WIJ) zonder grote

Nadere informatie

1. In het tweede lid, onderdeel a, wordt na tenzij het betreft ingevoegd: een aanverwant in de eerste graad,.

1. In het tweede lid, onderdeel a, wordt na tenzij het betreft ingevoegd: een aanverwant in de eerste graad,. Voorstel van wet tot wijziging van de Wet werk en bijstand en samenvoeging van die wet met de Wet investeren in jongeren gericht op bevordering van deelname aan de arbeidsmarkt en vergroting van de eigen

Nadere informatie

Toeslagen- en verlagingenverordening Wwb gemeente Brielle

Toeslagen- en verlagingenverordening Wwb gemeente Brielle Toeslagen- en verlagingenverordening Wwb gemeente Brielle 2012 De raad der gemeente Brielle; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 2 december 2011; gelet op artikel 8, eerste lid onder

Nadere informatie

Toeslagenverordening 2013

Toeslagenverordening 2013 Casenummer 12G201695 Registratienr. 493933 / 493933 Toeslagenverordening 2013 De raad van de gemeente Hengelo, gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 20 november 2012, gelet op de Wet

Nadere informatie

Beleidsregel scholingsplicht jongeren gemeente Overbetuwe 2012

Beleidsregel scholingsplicht jongeren gemeente Overbetuwe 2012 Onderwerp: Beleidsregel scholingsplicht jongeren gemeente Overbetuwe 2012 Ons kenmerk: 12BWB00015 Burgemeester en wethouders van de gemeente Overbetuwe; gelezen het advies van het cliëntenoverleg Overbetuwe

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2010 2011 32 815 Wijziging van de Wet werk en bijstand en samenvoeging van die wet met de Wet investeren in jongeren gericht op bevordering van deelname

Nadere informatie

Notitie: Zoektijd Wet werk en bijstand

Notitie: Zoektijd Wet werk en bijstand Reg.nr.: I-SZ/2011/431 Notitie: Zoektijd Wet werk en bijstand 1. Inleiding/doel notitie Jongeren zijn vanaf 1-1-2012 zelf verantwoordelijk voor werk of opleiding. Daarom moeten jongeren de eerste 4 weken

Nadere informatie

Toelichting Toeslagenverordening WWB gemeente Rijssen-Holten 2013

Toelichting Toeslagenverordening WWB gemeente Rijssen-Holten 2013 Toelichting Toeslagenverordening WWB gemeente Rijssen-Holten 2013 Algemene toelichting De gemeenteraad dient op grond van artikel 8 eerste lid onder c juncto artikel 30 van de Wet werk en bijstand (WWB)

Nadere informatie

Bijlage: wijzigingen verordeningen / beleidsruimte

Bijlage: wijzigingen verordeningen / beleidsruimte Bijlage: wijzigingen verordeningen / beleidsruimte Toeslagenverordening Wet werk en bijstand gemeente Bergen 2012 Regelt in welke situaties cliënten recht hebben op een toeslag op de normuitkering of een

Nadere informatie

Vergadering van : 24 april 2012. Onderwerp : Toeslagen- en Maatregelverordening WWB 2012

Vergadering van : 24 april 2012. Onderwerp : Toeslagen- en Maatregelverordening WWB 2012 Raadsbesluit Vergadering van : 24 april 2012 Agendanummer : 11b Onderwerp : Toeslagen- en Maatregelverordening WWB 2012 Programma : Met elkaar voor elkaar / R. Dijksterhuis De raad van de gemeente DANTUMADIEL;

Nadere informatie

Toelichting bij de verordening

Toelichting bij de verordening Toelichting bij de verordening Inleiding Als gevolg van het van kracht worden van de Wet Investeren in Jongeren vanaf 1 oktober 2009 heeft de gemeente Barendrecht het plaatselijke beleid voor het verstrekken

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2011 2012 33 277 Wijziging van de Wet werk en bijstand in verband met de herziening van de definities van gezin en middelen (Wet afschaffing huishoudinkomenstoets)

Nadere informatie

B E R A A D S G R O E P

B E R A A D S G R O E P Deze Beraadsgroep kent 31 deelnemers. Sjaak Rijk is kwaliteitsadviseur bij Sociale Zaken Almere. Hij zal de deelnemers aan deze Beraadsgroep informeren over de wijzigingen in de Wet werk en bijstand sinds

Nadere informatie

TOELICHTING op de Bijstandsverordening / Toeslagenverordening gemeente Oegstgeest 2004

TOELICHTING op de Bijstandsverordening / Toeslagenverordening gemeente Oegstgeest 2004 TOELICHTING op de Bijstandsverordening / Toeslagenverordening gemeente Oegstgeest 2004 Algemene toelichting Tot 1 januari 1996 gold voor de bijstandsverlening een uiterst gedifferentieerde normensystematiek.

Nadere informatie

Verordening langdurigheidstoeslag WWB gemeente Kaag en Braassem 2012.

Verordening langdurigheidstoeslag WWB gemeente Kaag en Braassem 2012. De raad van de gemeente Kaag en Braassem; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 31 juli 2012; gelet op de artikelen 8, 1 e lid, onder d, 2 e lid, onder b en 36 van de Wet werk en bijstand;

Nadere informatie

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 7 maart 2013, nr. 13.04.12;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 7 maart 2013, nr. 13.04.12; Nr. 12A De raad van de gemeente Marum; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 7 maart 2013, nr. 13.04.12; gelet op artikel 8 eerste lid, onderdeel c en artikel 30 van de Wet werk en bijstand;

Nadere informatie

GEMEENTEBLAD. Vastgestelde beleidsregels Scholingsverplichting jongeren tot 27 jaar in relatie tot de WWB 2013

GEMEENTEBLAD. Vastgestelde beleidsregels Scholingsverplichting jongeren tot 27 jaar in relatie tot de WWB 2013 GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van de gemeente Zoeterwoude Publicatiedatum: 10-02-2014 Nummer gemeenteblad: 0026 Vastgestelde beleidsregels Scholingsverplichting jongeren tot 27 jaar in relatie tot de

Nadere informatie

PARTICIPATIEWET. Maar nu.wat verandert er allemaal??

PARTICIPATIEWET. Maar nu.wat verandert er allemaal?? PARTICIPATIEWET Inleiding Iedereen die kan werken, maar het op de arbeidsmarkt zonder steuntje in de rug niet redt, valt vanaf 1 januari 2015 onder de Participatiewet. De Participatiewet is er namelijk

Nadere informatie

Hoofdstuk 2 Criteria voor het verhogen van de bijstandsnorm

Hoofdstuk 2 Criteria voor het verhogen van de bijstandsnorm CVDR Officiële uitgave van Wageningen. Nr. CVDR145375_1 9 januari 2018 Toeslagenverordening Wet werk en bijstand Considerans De raad van de gemeente Wageningen; gelezen het voorstel van het college van

Nadere informatie

De gewijzigde verordeningen vervangen de Tijdelijke regels aanscherping WWB die in december door uw raad zijn vastgesteld.

De gewijzigde verordeningen vervangen de Tijdelijke regels aanscherping WWB die in december door uw raad zijn vastgesteld. Raadsvoorstel agendapunt Aan de raad van de gemeente IJsselstein Raadsstuknummer : 2012/05525 Datum : 28 februari 2012 Programma : Economie, Werk en Inkomen Blad : 1 van 6 Cluster : Samenleving Portefeuillehouder:

Nadere informatie

Vastgestelde verordening - Verordening individuele studietoeslag Participatiewet gemeente Zoeterwoude 2015

Vastgestelde verordening - Verordening individuele studietoeslag Participatiewet gemeente Zoeterwoude 2015 GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van de gemeente Zoeterwoude Publicatiedatum: 19-12-2014 Nummer gemeenteblad: 0355 Vastgestelde verordening - Verordening individuele studietoeslag Participatiewet gemeente

Nadere informatie

Gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van Gouda van 29 november 2011;

Gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van Gouda van 29 november 2011; 00007777 besluit van de gemeenteraad voorstelnummer 723668 onderwerp Verordening langdurigheidstoesiag 2012 29 november 2011 de raad van de gemeente gouda Gezien het voorstel van burgemeester en wethouders

Nadere informatie

Onderwerp: Verordening persoonlijk minimabudget gemeente Overbetuwe 2015

Onderwerp: Verordening persoonlijk minimabudget gemeente Overbetuwe 2015 Onderwerp: Verordening persoonlijk minimabudget gemeente Overbetuwe 2015 Ons kenmerk: 14RB000110 Nr. 8f De raad van de gemeente Overbetuwe; gelezen het raadsvoorstel van burgemeester en wethouders van

Nadere informatie

TOELICHTING TOESLAGEN- EN VERLAGINGENVERORDENING WWB

TOELICHTING TOESLAGEN- EN VERLAGINGENVERORDENING WWB TOELICHTING TOESLAGEN- EN VERLAGINGENVERORDENING WWB Algemene toelichting De Wwb kent voor de algemeen noodzakelijke kosten van het bestaan een systeem van basisnormen, toeslagen en verlagingen. De normen

Nadere informatie

gelet op artikel 147, eerste lid van de Gemeentewet en artikel 8, eerste lid onder c en artikel 30 van de Wet werk en bijstand;

gelet op artikel 147, eerste lid van de Gemeentewet en artikel 8, eerste lid onder c en artikel 30 van de Wet werk en bijstand; De raad van de gemeente Bergen; gelezen het voorstel van het college van Bergen 28 februari 2012; gezien het advies van de Algemene Raadscommissie van 22 maart 2012; gelet op artikel 147, eerste lid van

Nadere informatie

Gemeente Achtkarspelen. Verordening Langdurigheidstoeslag WWB. Dienst Werk en Inkomen De Wâlden

Gemeente Achtkarspelen. Verordening Langdurigheidstoeslag WWB. Dienst Werk en Inkomen De Wâlden Gemeente Achtkarspelen Verordening Langdurigheidstoeslag WWB Dienst Werk en Inkomen De Wâlden November 2011 1 Gemeente Achtkarspelen de Raad van de gemeente Achtkarspelen; gelet op het bepaalde in artikel

Nadere informatie

Raadsvoorstel 27 september 2012 AB12.00862 RV2012.086

Raadsvoorstel 27 september 2012 AB12.00862 RV2012.086 Raadsvergadering d.d. Casenummer Raadsvoorstelnummer Raadsvoorstel 27 september 2012 AB12.00862 RV2012.086 Gemeente Bussum Vaststellen toeslagenverordening WWB gemeente Bussum 2012 Brinklaan 35 Postbus

Nadere informatie

Onderwerp : Toeslagenverordening Wet werk en bijstand gelet op de artikelen 8, eerste lid onderdeel c en 30 van de Wet werk en bijstand;

Onderwerp : Toeslagenverordening Wet werk en bijstand gelet op de artikelen 8, eerste lid onderdeel c en 30 van de Wet werk en bijstand; Vergadering d.d. : 20 december 2011 Agendapunt : 9A Registratienummer : 364390 Onderwerp : Toeslagenverordening Wet werk en bijstand 2012 De raad van de gemeente Hof van Twente; gelezen het voorstel van

Nadere informatie

Raadsbesluit. de raad van de gemeente Borne; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van ; besluit:

Raadsbesluit. de raad van de gemeente Borne; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van ; besluit: Raadsbesluit Nummer 12INT00043 de raad van de gemeente Borne; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 27-12-2011; besluit: De navolgende verordening vast te stellen: Toeslagenverordening

Nadere informatie

Raadsinformatiebrief

Raadsinformatiebrief Raadsinformatiebrief Onderwerp : Notitie Zoektijd Wet werk en bijstand Aard : Beantwoording schriftelijke vragen Datum indiening : 27 maart 2012 Ingediend door : Maak een keuze Portefeuillehouder : Vervoort

Nadere informatie

Algemene toelichting Toeslagenverordening WWB 2012 gemeente Oldebroek

Algemene toelichting Toeslagenverordening WWB 2012 gemeente Oldebroek Algemene toelichting Toeslagenverordening WWB 2012 gemeente Oldebroek De WWB kent voor de algemeen noodzakelijke kosten van het bestaan een systeem van basisnormen, toeslagen en verlagingen. De normen

Nadere informatie

Toelichting. Algemeen. Verbeteren positie arbeidsmarkt arbeidsgehandicapten

Toelichting. Algemeen. Verbeteren positie arbeidsmarkt arbeidsgehandicapten Toelichting Algemeen De invoeringswet Participatiewet introduceert een studieregeling in de Participatiewet: de individuele studietoeslag. Hiermee krijgt het college de mogelijkheid mensen, van wie is

Nadere informatie

Wijzigingen WWB en WIJ 2012. Uitvoering Leiden en Leiderdorp

Wijzigingen WWB en WIJ 2012. Uitvoering Leiden en Leiderdorp Wijzigingen WWB en WIJ 2012 Uitvoering Leiden en Leiderdorp 2 Aanleiding In het regeer- en gedoogakkoord is vastgelegd: Bijstand voor inwonenden wordt afgeschaft Partnerinkomenstoets wordt vervangen door

Nadere informatie

Toeslagenverordening Wet werk en bijstand 2012

Toeslagenverordening Wet werk en bijstand 2012 CVDR Officiële uitgave van Delft. Nr. CVDR226482_1 3 oktober 2017 Toeslagenverordening Wet werk en bijstand 2012 De raad van de gemeente Delft; Gelezen het voorstel van het college van 4 september 2012;

Nadere informatie

Onderwerp Vaststellen verordeningen in het kader van de aanscherping van de Wet Werk en Bijstand (WWB)

Onderwerp Vaststellen verordeningen in het kader van de aanscherping van de Wet Werk en Bijstand (WWB) Raadsvoorstel Vergadering : 24 april 2012 Voorstelnummer : 04.08 Registratienummer : 12.003637 Portefeuillehouder : J.E. Brand-Boom Afdeling : Samenleving Bijlage(n) : 7 B&W-datum/nummer : 20 maart 2012,

Nadere informatie

Toeslagenverordening WWB 2012-1. gelet op de artikelen 8, eerste lid onderdeel c en 30 van de Wet werk en bijstand;

Toeslagenverordening WWB 2012-1. gelet op de artikelen 8, eerste lid onderdeel c en 30 van de Wet werk en bijstand; Vergadering d.d. : 18 december 2012 Agendapunt : 11.3 Registratienummer : 401116 Onderwerp : Toeslagenverordening WWB 2012-1 De raad van de gemeente Hof van Twente; gelezen het voorstel van burgemeester

Nadere informatie

b e s l u i t: Verordening Toeslagen en Verlagingen WWB 2008

b e s l u i t: Verordening Toeslagen en Verlagingen WWB 2008 Agendapunt x 2008 BESLUITEN Nr. x (1) De Raad der gemeente Leiderdorp; Gelezen de voorstellen van burgemeester en wethouders van 8 en 29 april 2008 Gezien het advies van de raadscommissie 1 Bestuur en

Nadere informatie

MEMO van college aan de raad

MEMO van college aan de raad MEMO van college aan de raad datum : 17 januari 2012 aan : Gemeenteraad van : College onderwerp : Wijzigingen WWB per 01-01-2012 Portefeuillehouder :Janina Luttik-Swart Inlichtingen bij : Eline van Braak

Nadere informatie

Wijziging WWB en samenvoeging WIJ

Wijziging WWB en samenvoeging WIJ Wijziging WWB en samenvoeging WIJ Voorbeeldbrieven wijzigingen 2012 December 2011 Deze publicatie is gemaakt door Stimulansz in opdracht van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. Stimulansz

Nadere informatie

Gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van Opsterland van 18 december 2012

Gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van Opsterland van 18 december 2012 De Raad van de gemeente Opsterland Gelezen het advies van het CUMO van 18 oktober 2012 Gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van Opsterland van 18 december 2012 Gelet op artikel 8, eerste

Nadere informatie

Verordening tot eerste wijziging van de Toeslagenverordening Wet werk en bijstand gemeente Bergen 2012

Verordening tot eerste wijziging van de Toeslagenverordening Wet werk en bijstand gemeente Bergen 2012 De raad van de gemeente Bergen; gelezen het voorstel van het college van Bergen van 25 september 2012; gezien het advies van de Algemene raadscommissie van 18 oktober 2012; gelet op het voorstel van Wet

Nadere informatie

Vast te stellen de navolgende Toeslagenverordening WWB 2013 HOOFDSTUK 1 ALGEMENE BEPALINGEN

Vast te stellen de navolgende Toeslagenverordening WWB 2013 HOOFDSTUK 1 ALGEMENE BEPALINGEN CVDR Officiële uitgave van Dantumadiel. Nr. CVDR339050_1 12 juni 2018 Toeslagenverordening WWB 2012 Vast te stellen de navolgende Toeslagenverordening WWB 2013 HOOFDSTUK 1 ALGEMENE BEPALINGEN Artikel 1

Nadere informatie

Verordening toeslagen en verlagingen normen Wet investeren in jongeren

Verordening toeslagen en verlagingen normen Wet investeren in jongeren CVDR Officiële uitgave van Wassenaar. Nr. CVDR70436_1 14 juni 2017 Verordening toeslagen en verlagingen normen Wet investeren in jongeren De raad van de gemeente Wassenaar; Gelezen het voorstel van het

Nadere informatie

Gemeente Heerlen - Beleidsregel scholingsplicht voor jongeren gemeente Heerlen 2015

Gemeente Heerlen - Beleidsregel scholingsplicht voor jongeren gemeente Heerlen 2015 GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van gemeente Heerlen. Nr. 65463 20 juli 2015 Gemeente Heerlen - Beleidsregel scholingsplicht voor jongeren gemeente Heerlen 2015 Artikel 1 Begripsbepalingen In deze regeling

Nadere informatie

Raadsvergadering : 12 december 2011 Agendanr. 14

Raadsvergadering : 12 december 2011 Agendanr. 14 Raadsvergadering : 12 december 2011 Agendanr. 14 Voorstelnr. : R 6870 Onderwerp : wijziging sociale zekerheidsverordeningen Stadskanaal, 25 november 2011 Beslispunten 1. De wijzigingen van de "Reïntegratieverordening

Nadere informatie

Gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van Opsterland van 30 oktober 2012

Gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van Opsterland van 30 oktober 2012 De Raad van de gemeente Opsterland Gelezen het advies van het CUMO van 18 oktober 2012 Gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van Opsterland van 30 oktober 2012 Gelet op artikel 8, eerste

Nadere informatie

Onderwerp: Verordening toeslagen en verlagingen van uitkeringsnormen op grond van de Wet werk en bijstand (Wwb).

Onderwerp: Verordening toeslagen en verlagingen van uitkeringsnormen op grond van de Wet werk en bijstand (Wwb). Nummer: Onderwerp: Verordening toeslagen en verlagingen van uitkeringsnormen op grond van de Wet werk en bijstand (Wwb). De Gemeenteraad van Haaksbergen; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders

Nadere informatie

Titel verordening Belangrijkste wijzigingen Veranderingen voor burger?

Titel verordening Belangrijkste wijzigingen Veranderingen voor burger? Titel verordening Belangrijkste wijzigingen Veranderingen voor burger? Toeslagenverordening Algemeen: In de Wet werk en bijstand (WWB) wordt het begrip gezin ingevoerd. Bloedverwanten in de eerste graad

Nadere informatie

Van WWB naar Participatiewet

Van WWB naar Participatiewet Van WWB naar Participatiewet Vanaf 1 januari 2015 heet de Wet werk en bijstand (WWB) de Participatiewet. En niet alleen de naam verandert. Iedereen die op 31 december 2014 bijstand ontvangt en daar in

Nadere informatie

Toeslagenverordening Wet werk en bijstand Peel en Maas

Toeslagenverordening Wet werk en bijstand Peel en Maas DE RAAD VAN DE GEMEENTE PEEL EN MAAS Gelet op het voorstel van het college van burgemeester en wethouders Gezien de behandeling in de gezamenlijke raadsvergadering van 7 december 2009 Gelet op het bepaalde

Nadere informatie

Beleidsregels individuele inkomenstoeslag Participatiewet 2016 IGSD Steenwijkerland/Westerveld integraal weergegeven.

Beleidsregels individuele inkomenstoeslag Participatiewet 2016 IGSD Steenwijkerland/Westerveld integraal weergegeven. Beleidsregels individuele inkomenstoeslag Participatiewet 2016 IGSD Steenwijkerland/Westerveld integraal weergegeven. Algemeen De individuele inkomenstoeslag is niet gerelateerd aan bepaalde kosten. Het

Nadere informatie

Beleidsregels individuele inkomenstoeslag 2017 IGSD Steenwijkerland/Westerveld.

Beleidsregels individuele inkomenstoeslag 2017 IGSD Steenwijkerland/Westerveld. Beleidsregels individuele inkomenstoeslag 2017 IGSD Steenwijkerland/Westerveld. Algemeen De individuele inkomenstoeslag is niet gerelateerd aan bepaalde kosten. Het is een inkomensondersteunende maatregel

Nadere informatie

Toeslagenverordening Wet Werk en Bijstand

Toeslagenverordening Wet Werk en Bijstand Concept-raadsbesluit, no. De Raad der gemeente Stein; Gezien het voorstel inzake verordeningen Wet Werk en Bijstand (Gem. blad Afd. A, no. ); gelet op artikel 8, eerste lid, onderdeel c en artikel 30 van

Nadere informatie

Beleidsregels kostendelersnorm en verlaging bijstandsnorm 2015

Beleidsregels kostendelersnorm en verlaging bijstandsnorm 2015 Beleidsregels kostendelersnorm en verlaging bijstandsnorm 2015 Het college van burgemeester en wethouders van Apeldoorn; Gelet op artikel 22a, 27 en artikel 28 van de Participatiewet, artikel 5 van de

Nadere informatie

Toeslagenverordening WWB gemeente Kerkrade 2012

Toeslagenverordening WWB gemeente Kerkrade 2012 Bijlage behorende bij ontwerpbesluit nr. 12Rb020 d.d. 25 april 2012. Toeslagenverordening WWB gemeente Kerkrade 2012 Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen Artikel 1 Begrippen 1. Alle begrippen die in deze verordening

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2010 2011 32 815 Wijziging van de Wet werk en bijstand en samenvoeging van die wet met de Wet investeren in jongeren gericht op bevordering van deelname

Nadere informatie

Vraag en antwoord: Bijstand aan vergunninghouders

Vraag en antwoord: Bijstand aan vergunninghouders Vraag en antwoord: Bijstand aan vergunninghouders SZW, versie 19 januari 2016 Krijgen vergunninghouders de inrichtingskosten vergoed? Het college van B&W heeft de bevoegdheid en verantwoordelijkheid of

Nadere informatie

VERORDENING TOESLAGEN WET WERK EN BIJSTAND GEMEENTE GELDERMALSEN 2012

VERORDENING TOESLAGEN WET WERK EN BIJSTAND GEMEENTE GELDERMALSEN 2012 VERORDENING TOESLAGEN WET WERK EN BIJSTAND GEMEENTE GELDERMALSEN 2012 De raad van de gemeente Geldermalsen, gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders d.d. 20 maart 2012, nummer

Nadere informatie

WWB wijzigt per 1 januari 2015 in Participatiewet. De kostendelersnorm

WWB wijzigt per 1 januari 2015 in Participatiewet. De kostendelersnorm WWB wijzigt per 1 januari 2015 in Participatiewet Wat gaat er veranderen in 2015 in de Wet werk en bijstand? Vanaf 1 januari 2015 heet de Wet werk en bijstand (Wwb) de Participatiewet. Iedereen die op

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2009 2010 32 037 Wijziging van de Wet werk en bijstand, de Algemene Ouderdomswet en de Wet structuur uitvoeringsorganisatie werk en inkomen in verband met

Nadere informatie

Verordening individuele inkomenstoeslag gemeente Smallingerland gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 12 november 2014;

Verordening individuele inkomenstoeslag gemeente Smallingerland gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 12 november 2014; GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van gemeente Smallingerland. Nr. 79151 24 december 2014 Verordening individuele inkomenstoeslag gemeente Smallingerland 2015 De raad van de gemeente Smallingerland ; gelezen

Nadere informatie

Nieuwsbrief BELANGRIJKE INFORMATIE. De kostendelersnorm in 2015

Nieuwsbrief BELANGRIJKE INFORMATIE. De kostendelersnorm in 2015 Nieuwsbrief BELANGRIJKE INFORMATIE De kostendelersnorm in 2015 De Eerste Kamer heeft op 1 juli 2014 ingestemd met de Participatiewet en de maatregelen in de Wet werk en bijstand. Een belangrijke verandering

Nadere informatie

Gezien het voorstel inzake gewijzigde WWB-verordeningen na vervallen huishoudinkomenstoets (Gem. blad Afd. A 2012, no. 45);

Gezien het voorstel inzake gewijzigde WWB-verordeningen na vervallen huishoudinkomenstoets (Gem. blad Afd. A 2012, no. 45); 2012, no. 45 De Raad der gemeente Stein; Gezien het voorstel inzake gewijzigde WWB-verordeningen na vervallen huishoudinkomenstoets (Gem. blad Afd. A 2012, no. 45); Gezien het voorstel van burgemeester

Nadere informatie

Onderwerp: Vaststelling van de Verordening Toeslagen en verlagingen Wet werk en bijstand 2009.

Onderwerp: Vaststelling van de Verordening Toeslagen en verlagingen Wet werk en bijstand 2009. Gemeente Boxmeer Onderwerp: Vaststelling van de Verordening Toeslagen en verlagingen Wet werk en bijstand 2009. Nummer: 7a. De Raad van de gemeente Boxmeer; gezien het advies van de Adviescommissie sociale

Nadere informatie

Verordening toeslagen en verlagingen Wet werk en bijstand 2013

Verordening toeslagen en verlagingen Wet werk en bijstand 2013 De raad van de gemeente Leusden; Gelezen het voorstel van het college van 26 februari 2013 nr 200516 overwegende dat het gewenst is het verstrekken van toeslagen en het verlagen van uitkeringen van bijstandsgerechtigden

Nadere informatie

Artikel 3 - Toeslagen voor alleenstaanden en alleenstaande ouders

Artikel 3 - Toeslagen voor alleenstaanden en alleenstaande ouders CVDR Officiële uitgave van Hengelo. Nr. CVDR21758_1 22 maart 2016 Toeslagenverordening 2009 De raad van de gemeente Hengelo, gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 8 september 2009, gelet

Nadere informatie

Toeslagenverordening Wet werk en bijstand Gemeente Wassenaar gelezen het voorstel van het college, nr Z-1932 inzake de Wet werk en bijstand,

Toeslagenverordening Wet werk en bijstand Gemeente Wassenaar gelezen het voorstel van het college, nr Z-1932 inzake de Wet werk en bijstand, CVDR Officiële uitgave van Wassenaar. Nr. CVDR330739_1 15 november 2016 Toeslagenverordening Wet werk en bijstand Toeslagenverordening Wet werk en bijstand Gemeente Wassenaar 2012 De raad van de gemeente

Nadere informatie

Toeslagenverordening Wwb 2010

Toeslagenverordening Wwb 2010 D E RAAD DER GEMEENTE HAREN, gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 12 oktober 2010; gelet op de artikelen 8, eerste lid onderdeel c, en 30 van de Wet werk en bijstand; overwegende dat

Nadere informatie

TOESLAGENVERORDENING WWB 2012 NOORD-BEVELAND 1 JULI 2012

TOESLAGENVERORDENING WWB 2012 NOORD-BEVELAND 1 JULI 2012 TOESLAGENVERORDENING WWB 2012 NOORD-BEVELAND 1 JULI 2012 Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen Artikel 1. Begrippen 1 Alle begrippen die in deze verordening worden gebruikt en die niet nader worden omschreven

Nadere informatie

Toeslagenverordening Wet werk en bijstand 2013

Toeslagenverordening Wet werk en bijstand 2013 CVDR Officiële uitgave van Losser. Nr. CVDR303226_1 8 november 2016 Toeslagenverordening Wet werk en bijstand 2013 De raad van de gemeente Losser; - gelezen het voorstel van het college van burgemeester

Nadere informatie

Artikel 7 Citeertitel Deze verordening kan worden aangehaald als Toeslagenverordening Wet werk en bijstand 2012-A.

Artikel 7 Citeertitel Deze verordening kan worden aangehaald als Toeslagenverordening Wet werk en bijstand 2012-A. De raad van de gemeente Woerden; Gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 28 augustus 2012 met overneming van de daarin vermelde motieven; gelet op artikel 8 lid 1 onderdeel c en artikel

Nadere informatie

Aanpassing verordeningen WWB

Aanpassing verordeningen WWB Aanpassing verordeningen WWB Gevolgen afschaffing huishoudinkomenstoets Juni 2012 Deze publicatie is gemaakt door Stimulansz in opdracht van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. Stimulansz

Nadere informatie

Toeslagenverordening WWB 2012 gemeente Apeldoorn. Toeslagenverordening Wet werk en bijstand 2012

Toeslagenverordening WWB 2012 gemeente Apeldoorn. Toeslagenverordening Wet werk en bijstand 2012 Toeslagenverordening Wet werk en bijstand 2012 Toeslagenverordening Wet werk en bijstand 2012 De raad van de gemeente Apeldoorn; gelezen het voorstel van het college d.d.., nr...; gelet op artikel 8, eerste

Nadere informatie

Officiële naam regeling Verordening Individuele Inkomenstoeslag Participatiewet Breda 2015

Officiële naam regeling Verordening Individuele Inkomenstoeslag Participatiewet Breda 2015 Wetstechnische informatie Overheidsorganisatie Gemeente Breda Officiële naam regeling Verordening Individuele Inkomenstoeslag Participatiewet Breda 2015 Citeertitel Verordening Individuele Inkomenstoeslag

Nadere informatie

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 21 februari 2012, nr. R-2012-0050;;

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 21 februari 2012, nr. R-2012-0050;; DE RAAD VAN DE GEMEENTE BEEMSTER. gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 21 februari 2012, nr. R-2012-0050;; gelet op artikel 147, eerste lid van de Gemeentewet en artikel

Nadere informatie

Verordening langdurigheidstoeslag. gemeente Veendam

Verordening langdurigheidstoeslag. gemeente Veendam Verordening langdurigheidstoeslag gemeente Veendam 2012 Doel: deze verordening heeft als doel regels te stellen met betrekking tot het vaststellen van de voorwaarden om in aanmerking te kunnen komen voor

Nadere informatie

TOESLAGENVERORDENING WET WERK EN BIJSTAND GEMEENTE DOETINCHEM 2012. gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 28 maart 2012;

TOESLAGENVERORDENING WET WERK EN BIJSTAND GEMEENTE DOETINCHEM 2012. gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 28 maart 2012; TOESLAGENVERORDENING WET WERK EN BIJSTAND GEMEENTE DOETINCHEM 2012 De raad van de gemeente Doetinchem; gezien het advies van de sociale raad; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 28

Nadere informatie