STANDAARD OPERATIE PROCEDURE
|
|
- Annelies Vos
- 8 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 Prébrandweerzone Rivierenland SOP Gaspakken GASPAKKEN (IGS) STANDAARD OPERATIE PROCEDURE Definitieve versie Goedgekeurd door de Prézoneraad op 10 september 2013
2 Opzet Het ontwikkelen van een procedure voor de inzet van één of meerdere IGS-teams in de brandweerzone Rivierenland die door de interventieleiders gekend is en kan toegepast worden. De procedure dient er voor te zorgen dat iedereen die betrokken is bij de alarmering en de inzet van de gaspakken niet meer moet improviseren maar dat de opeenvolgende handelingen vastliggen. Bovendien wordt de alarmering van de (sub)zonale gaspakkenteams geregeld indien deze opgeroepen worden voor bijstand te leveren in een andere Antwerpse zone. Doel Het onnodig alarmeren van al de zonale gaspakkenteams voorkomen. De interventieleiders een leidraad toereiken om te beslissen tot de inzet van lokale IGS-groep of het opstarten van de (sub)zonale gaspakorgansatie. Het alarmeren van de gaspakkenteams gemakkelijker maken en volgens een vast stramien laten verlopen. Afspraken vastleggen betreffende de nodige communicatiekanalen tussen de gaspakploegen en de lokale centrale van waaruit de coördinatie van de ploegen gebeurt. Inhoud De procedure bepaalt de deelnemers en hun benodigd materieel. De procedure bestaat verder uit een oproep- en communicatieschema, drie operatieschema s en de operatieschema s uitgeklaard in tekstvorm, 4 actiefiches en een incidentinformatieblad. Afhankelijk van gevaarsidentificatienummer van de stof, de ernst van de uitstroom, de grootte van de plas, de grootte van de wolk of het effect op de omgeving wordt één operatieschema uitgekozen en opgestart, dit sluit niet uit dat er bij escalatie verder kan opgeschaald worden naar een hoger schema. Verder wordt de invoering van een incident informatieblad besproken. Dit informatieblad zal door alle interventieleiders gekend zijn zodat het zeker bij het gebruik van schema 2 midden IGS als infoblad kan dienen voor Ovd van de zone, AGS met dienst en (sub)zonale gaspakleider. 2
3 Betrokkenen (sub)zonaal gaspakkenteam Een gaspakkenteam Een gaspakteam bestaat uit 14 personen met minimum 9 personen die de opleiding gaspakdrager, ingericht door een erkend brandweeropleidingscentrum, succesvol hebben doorlopen. Dit team wordt samengesteld uit de verschillende operationele posten, waarbij de zone 2 werd onderverdeeld in volgende subzones: Zone West: Bestaande uit de korpsen Niel, Puurs, Willebroek en Mechelen. Brandweer Puurs als lokaal aanspreekpunt (aangevuld met andere leden uit de verschillende posten uit de subzone west) met bijstand van brandweer Mechelen. Zone Oost: Bestaat uit de korpsen Duffel, Lier, Nijlen en Mechelen. Brandweer Duffel als lokaal aanspreekpunt (aangevuld met andere leden uit de verschillende posten uit de subzone oost) met bijstand van brandweer Mechelen. Het team bestaat uit minimum: 6 gebrevetteerde gaspakdragers; 2 aankleders; 2 ontsmetters; 1 gaspakleider; 1 ontsmettingsleider; 1 plotter; 1 materiaalmeester; kan worden aangevuld met AGS. Het team dient minimum over volgend materieel te kunnen beschikken: 8 gaspakken (2 reserve) + onderkledij; 4 splashpakken of gelijkwaardig; 2 tenten; decontaminatiedouche en ontsmettingsmiddelen; persluchtapparatuur en ademluchtbuffer; een prioritair voertuig; schrijfgerief, formulieren, tafels en stoelen, herkenningsvestjes; radiocommunicatie via Astrid (subzone oost) en analoog (subzone west) voor elke gaspakdrager + 2; meetapparatuur (zuurstof- en explosiemeters). De gaspakdrager De gaspakdrager is een lid van een operationele post die succesvol de opleiding tot gaspakdrager heeft doorlopen aan een erkend brandweeropleidingscentrum. De aankleder De aankleder is een lid van een operationele post die succesvol de interne opleiding heeft doorlopen en vertrouwd is met de aankleedprocedure. De ontsmetter De ontsmetter is een lid van een operationele post die rechtstreeks onder het bevel van de ontsmettingsleider de decontaminatie en het uitkleden van de gaspakdragers zal uitvoeren. De ontsmetter is vertrouwd met het volledige IGS-gebeuren (decon spoedontsmetting, ). De plotter De plotter verzorgt het secretariaat van de IGS-inzet en dient vertrouwd te zijn met de volledige IGSprocedure. De materiaalmeester De materiaalmeester dient het ontsmettingsveld te realiseren en coördineert het aanbrengen van het gevraagde materiaal tot aan de opstellijn. 3
4 De ontsmettingsleider De ontsmettingsleider heeft minimum het brevet van onderofficier en is in het bezit van het brevet gaspakdrager, uitgereikt door een erkend brandweeropleidingscentrum en zorgt samen met de materiaalmeester voor de inrichting van het ontsmettingsveld en coördineert de ontsmetting alsook de uitkleedprocedure van de gaspakdragers en coördineert eveneens de ontsmetting van de eventuele gewonden en geëvacueerden. De gaspakleider De gaspakleider heeft minimum de graad van onderofficier en is in het bezit van het brevet gaspakdrager, uitgereikt door een erkend brandweeropleidingscentrum. Hij/zij coördineert alles binnen de gevarenzone en staat onder het rechtstreeks bevel van de interventieleider. De adviseur Gevaarlijke Stoffen In de provincie zijn er een aantal mensen die een bijkomende opleiding genoten heben om de gouverneur, de burgemeesters en de dienstchefs bij te staan en te adviseren bij incidenten met gevaarlijke producten. In de provincie zijn er steeds 2 van die AGS ers van wacht, 1 voor het westelijk deel en 1 voor het oostelijk deel van de provincie. Bij incident worden beiden verwittigd. De eerste zal op het incident adviseren, terwijl de tweede de backup verzekerd, opzoekingen in naslagwerken kan verrichten en de interventieleider ondersteunt. De AGS ers kunnen enkel via het HC100 opgeroepen worden en dienen niet noodzakelijk ter plaatse te komen, vooreerst gaan ze proberen om telefonisch advies te geven. De AGS ers komen niet de leiding van de interventie overnemen, zij komen slechts advies geven dat al dan niet door de interventieleider of de beleidsmensen gevolgd kan worden. Hij beroept zich voor zijn advies op naslagwerken, productspecialisten en andere adviseurs. Hij geeft advies over: bronbestrijding, te nemen maatregelen ten opzichte van de bevolking, de te gebruiken PBM, de ontsmettingsprocedure en eventueel de nabehandeling. 4
5 Oproepschema IGS Rivierenland Ongeval GS Brand GS Melding buiten regio Beoordeling Bevelvoerder / Ovd Kleine IGS Schema 2 Midden IGS Schema 3 Grote IGS Opdracht interventieleider aan eigen centrale Opdracht interventieleider aan eigen centrale Centrale Mechelen in kennis stellen incident Oproep centrale Mechelen + fax informatieblad Inzetbewaking door interventieleider Opstart alarmering (sub)regionale IGSploeg Via HC 100 AGS + faxen informatieblad aan (sub)regio - WEST Puurs 03/ OOST Duffel 015/ Gaspakleider (sub)regionaal Communicatie : 1. subregionaal WEST : Analoog Nat 2 OOST : Astrid GB ANT B2 2. regionaal Astrid GB ANT B2 5
6 Verklaring oproepschema Tijdens de ganse duurtijd van de interventie blijft de interventieleider van het koprs dat als eerste op de plaats van de calamiteit arriveerde, het operationele bevel voeren ongeacht graad en ongeacht welk opschalingsschema (schema 2 of schema 3) werd gehanteerd. Hij/zij wordt bijgestaan door de AGS en gaspakleider van de (sub)zonale gaspakploeg. Kan een lek binnen de 30 minuten na aankomst gedicht worden met de lokale middelen, dan kan de interventieleider beslissen om toch een (aantal) subzonale gaspakploeg(en) ter versterking te laten komen (uitvoeren controle met hogere beschermingsmiddelen). Via de eigen meldkamer wordt de centrale van brandweer Mechelen gevraagd om de dichtstbijzijnde gaspakploeg(en) te alarmeren. Er dient hierbij een rendez-vous punt afgesproken te worden waarnaar de opgeroepen gaspakploeg(en) zich dient(en) te begeven. Na de alarmering nemen de opgeroepen gaspakploegen contact op met de centrale van brandweer Mechelen om kennis te nemen van het afgesproken rendez-vous-punt. Kan het lek niet binnen een kort tijdsspanne van ongeveer 30 minuten na aankomst van de interventieploegen gedicht worden en/of zijn de lokale middelen ontoereikend, dan dienen we schema 2 toe te passen. Het (sub)zonaal IGS-plan wordt opgestart. De gaspakploegen kunnen niet alleen door de regiokorpsen gevraagd worden maar ze kunnen ook in bijstand van andere regio s uit de provincie gevraagd worden bij een hele grote calamiteit (cfr. Broomincident in Antwerpen). De vraag tot bijstand zal vanuit een regionale dispatchingcentrale of vanuit het HC100 gebeuren naar de centrale van Mechelen, die de alarmering kan opstarten zoals in schema 3. Vanaf het opschalingsschema 2 zal altijd de assistentie gevraagd worden van de AGS van wacht, zo deze nog niet werd gealarmeerd door de meldkamer van de betrokken post (via hethc100). Deze hoeft niet altijd ter plaatse te komen maar kan de nodige instructies geven en de nodige informatie krijgen per telefoon. De gaspakleider zal fungeren als doorgeefluik tussen de gaspakploeg, AGS en interventieleider. 6
7 kleine IGS AANSTURING DOOR AAN WIE BIJZONDERHEDEN BESLISSING VOLGENDE ACTIE INTERVENTIELEIDER (BESLISSINGSTABEL) EIGEN MELDKAMER INTERNE OPROEP EIGEN WERKFREQUENTIE INTERVENTIELEIDER (bevelvoerder) MELDKAMER INTERVENIËREND KORPS HC100 ASSISTENTIE AGS (enkel op bevel interventieleider) VERWITTIGT MELDKAMER BRANDWEER MECHELEN EN GEEFT SITUATIERAPPORT BRENGT OvD OP DE HOOGTE VAN DE CALAMITEIT INTERVENTIELEIDER (OPSCHALING SCHEMA 2 OF SCHEMA 3) 7
8 Verklaring schema 1 kleine IGS wordt gevolgd indien er een incident is met gevaarlijke stoffen, waarbij er slechts een beperkt effectgebied is en waarbij de lokake aanwezige middelen toereikend zijn conform de beslissingstabel van de bevelvoerder (Ooffr). We hebben te maken met een klein lek dat binnen de 30 minuten na aankomst van de interventieploeg kan gedicht worden en waarbij het product wordt gedetermineerd met de aanwezigheid van volgende nummers in de GEVI-code: 4,6,8,9 en een mogelijk contact/besmetting met de stof reëel blijkt. Eveneens een calamiteit met asbest ressorteert onder dit schema 1. De bevelvoerder kan steeds beroep doen op de Ovd die conform beslissingstabel Ovd de inzet kan verfijnen. De inzet dient te gebeuren door het interveniërende brandweerkorps met beschermkledij onder de vorm van volledige interventiekledij aangevuld met PB of in chemiepak (Tychem F/ Tyvec F/ Splash 1000). De meldkamer van het interveniërende korps brengt de meldkamer van brandweer Mechelen op de hoogte en geeft een situatierapport. De centralist van de betrokken post kan op bevel van de Officier van Dienst de AGS van wacht laten verwittigen via HC 100 (contactgegevens interventieleider meegeven). Indien de bevelvoerder / Ovd dient op te schalen naar schema 2 (midden IGS) of schema 3 (grote IGS) conform de beslissingstabel zal dit door de meldkamer van het interveniërde korps worden gevraagd aan de meldkamer van brandweer Mechelen. De meldkamer van Mechelen zal vervolgens de nodige acties ondernemen conform de instructiekaart meldkamer Mechelen. 8
9 Schema 2 midden IGS AANSTURING DOOR AAN WIE BIJZONDERHEDEN BESLISSING VOLGENDE ACTIE MELDKAMER INTERVENIËREND KORPS OP VRAAG VAN BEVELVOERDER MELDKAMER BRANDWEER MECHELEN 015/ INCIDENTINFOBLAD DOORFAXEN NAAR MECHELEN 015/ BRANDWEER MECHELEN Alarmering via nummer 015/ ALLE GASPAKPLOEGEN UIT DE BETROKKEN SUBZONE COÖRDINATIE ALARMERING PER BETREFFENDE SUBZONE VIA SDS VANUIT CENTRALE BRAND- WEER MECHELEN. DOORSTUREN NAAR RENDEZ- VOUS PUNT WEST OOST Puurs Duffel Hemiksem Nijlen Niel Lier Willebroek Mechelen Mechelen INTERVENTIELEIDER (GASPAKLEIDER) (AGS) BRANDWEER MECHELEN VERWITTIGT AGS VAN WACHT VIA HC100 (zo deze nog niet werd gealarmeerd door betrokken post incidenteninfoblad) INCIDENTENFOBLAD DOORFAXEN NAAR - WEST: Puurs 03/ OF - OOST: Duffel 015/ WERKFREQUENTIE IS: (vanaf alarmering) - WEST: analoog Nat 2 OF - OOST: MAP PROVINCIE GB ANT B 2 9
10 Verklaring schema 2 midden IGS Schema 2 wordt gevolgd indien er een incident is met gevaarlijke stoffen waarbij de lokale middelen ontoereikend blijken en men niet meer kan spreken van een lokaal gebeuren (zie instructiefiche bevelvoerder). We hebben te maken met een groot lek dat niet binnen de 30 minuten na aankomst van de interventieploeg kan gedicht worden en waarbij het product wordt gedetermineerd met de aanwezigheid van volgende nummers in de GEVI-code: 4,6,8,9 en een mogelijk contact/besmetting met de stof reëel blijkt. De inzet dient te gebeuren door alle beschikbare gaspakploegen van de betreffende subzone. De interventieleider van het interveniërende korps vraagt via de centrale van brandweer Mechelen om het subzonale gaspakkenplan op te starten, hij geeft daarbij de nodige informatie met behulp van het incidentinfoblad. Dezelfde informatie faxt hij door naar de meldkamer van brandweer Mechelen. Deze gegevens worden door de centralist van brandweer Mechelen overgenomen en verder doorgefaxt naar: - of OOST: Brw Duffel 015/ of WEST: Brw Puurs 03/ Tegelijkertijd verwittigd de centralist de korpsen van de betreffende subzone met de vraag tot oproep van de IGS-ploegen volgens de actiefiche centralist Mechelen, kant subzonaal IGS-plan. Vanuit elk korps wordt er telfonisch of radiofonisch een bevestiging van ontvangst van de alarmoproep naar Mechelen terug gekoppeld. De communicatie met en door de gaspakkenploegen gebeurt vanaf alarmering: - OOST: via Astrid in de gespreksgroep GB ANT B 2 in de map PROVINCIE - WEST: analoog via Nat 2. De centralist van brandweer Mechelen laat via het HC100 de AGS van wacht verwittigen, zo deze nog niet werd gealarmeerd door de betrokken post (zie incidenteninfoblad), dat het subzonaal IGS-plan van de brandweerzone Rivierenland opgestart is en dat de assistentie van de AGS gevraagd wordt. De verdere coöordinatie van de gaspakken op het veld zal gebeuren door de gaspakleider bijgestaan door de verwittigde AGS (adviseur gevaarlijke stoffen). Het is op bevel van de gaspakleider dat zal bepaald worden, in functie van de lokale omstandigheden, welke gespreksgroep zal worden gebruikt (DMO of de vastgelegde gespreksgroep/analoog). 10
11 Schema 3 grote IGS AANSTURING DOOR AAN WIE BIJZONDERHEDEN BESLISSING VOLGENDE ACTIE MELDKAMER INTERVENIËREND KORPS OP VRAAG VAN BEVELVOERDER MELDKAMER BRANDWEER MECHELEN 015/ INCIDENTINFOBLAD DOORFAXEN NAAR MECHELEN 015/ BRANDWEER MECHELEN Alarmering via nummer 015/ DE GASPAKPLOEGEN UIT DE BETROKKEN SUBZONE WORDEN GEALARMEERD DE GASPAKPLOEGEN UIT DE NIET BETROKKEN SUBZONE WORDEN IN VOORALARM GEPLAATST COÖRDINATIE ALARMERING VIA SDS VANUIT CENTRALE BW MECHELEN. DOORSTUREN NAAR RENDEZ-VOUS PUNT BRANDWEER MECHELEN VERWITTIGT AGS VAN WACHT VIA HC100 (zo deze nog niet werd gealarmeerd door betrokken post) INCIDENTINFOBLAD DOORFAXEN NAAR - WEST: Puurs 03/ OOST: Duffel 015/ INTERVENTIELEIDER (GASPAKLEIDER) (AGS) CRISISCEL WERKFREQUENTIE IS: (vanaf alarmering) - WEST: analoog Nat 2 - OOST: MAP PROVINCIE GB ANT B 2 ^ BRW MECHELEN NIET INTERVENIERENDE SUBZONE AFMELDEN INCIDENT (EINDE VOORALARM) 11
12 Verklaring schema 3 grote IGS Schema 3 wordt gevolgd indien er een incident is met gevaarlijke stoffen waarbij we niet meer kunnen spreken van een lokaal gebeuren. We hebben te maken met een groot lek waarbij het product wordt gedetermineerd met de aanwezigheid van volgende nummers in de GEVI-code: 4,6,8,9 / 66,88,68,86 of X en een mogelijk contact/besmetting met de stof reëel blijkt (zie instructiefiche bevelvoerder). De interventieleider van het interveniërende korps vraagt via de centrale van brandweer Mechelen om het subzonale gaspakkenplan op te starten, hij geeft daarbij de nodige informatie met behulp van het incidentinfoblad. Dezelfde informatie faxt hij door naar de meldkamer van Brw Mechelen. Deze gegevens worden door de centralist van brw.mechelen overgenomen en verder doorgefaxt naar: - OOST: Brandweer Duffel 015/ WEST: Brandweer Puurs 03/ Tegelijkertijd verwittigd de centralist de korpsen van de betreffende subzone met de vraag tot oproep van de IGS-ploegen volgens de actiefiche centralist, kant subzonaal IGS-plan. Eveneens worden de gaspakploegen van de niet betrokken subzone in vooralarm geplaatst. Vanuit elk korps wordt er telefonisch of radiofonisch een bevestiging van ontvangst van de alarmoproep naar Mechelen terug gemeld. De communicatie met en door de gaspakkenploegen gebeurt vanaf alarmering: - OOST: via Astrid in de gespreksgroep GB ANT B 2 in de map PROVINCIE - WEST: analoog via Nat 2 De centralist van brandweer Mechelen laat via het HC100 de AGS van wacht verwittigen, zo deze nog niet werd gealarmeerd door de betrokken post (zie incidenteninfoblad), dat het (sub)zonaal IGS-plan van de regio Rivierenland opgestart is en dat de assistentie van de AGS gevraagd wordt. De verdere coördinatie van de gaspakken op het veld zal gebeuren door de gaspakleider bijgestaan door de verwittigde AGS (adviseur gevaarlijke stoffen). De verdere coöordinatie van de gaspakploegen op het veld zal gebeuren door de plaatselijke gaspakleider, gesteund en bijgestaan door een AGS (adviseur gevaarlijke stoffen). Bij einde van het incident dient de centralist van Brw Mechelen de in vooralarm geplaatstte subzone af te melden. 12
13 Incident informatieblad - IGS Onmiddellijk doorfaxen naar 015/ (centrale brandweer Mechelen) (Invullen in hoofdletters) Datum:..././20. Adres (correcte plaatsbepaling): Aanvraag type interventie: Type 2 (Midden IGS) - Type 3 (Grote IGS) (omcirkel) Interventiekorps: (omcirkel) Hemiksem Niel - Boom Rumst - Bornem Puurs Sint-Amands - Willebroek Nijlen Berlaar Heist o/d Berg Putte Lier Duffel - Mechelen Contactgegevens LvO : (Tel / GSM / ASTRID) RV - punt: Aanvangsuur incident: AGS verwittigd: JA - NEEN (omcirkel) Stofidentificatie: UN-nummer GEVI (hoofdletters aub) stofnaam Soort incident: 1. een gasontsnapping (omcirkel) 2. een morsing op water 3. vloeistofplas 4. ongeval - industrïele activiteit Bronsterkte: A. Instantane bron (één keer een grote ontsnapping) (omcirkel) 1. ± kg (zeer groot procesvat of opslagtank) 2. ± kg (gastank, tankwagen) 3. ± kg (kleinere bron) 4. zelf gekozen waarde bronsterkte kg B. Continue bron (een in de tijd voortdurende lek) 5. plasopp > m 2 of 1 kg/sec (breekplaat procesvat, grote diameter) < plas < m 2 of 0,1 kg/sec (afgebroken leiding, kleine diameter) 7. plasopp < 100 m 2 of 0,01 kg/sec (kleine lekkage aan flens bvb.) 8. zelf gekozen waarde bronsterkte kg/sec
14 Beslissingstabel bevelvoerder - Ooffr Verkenning ongekende GEVI GEVI - eenvoudige situatie: uitrukkledij - complexe situatie: chemiepak (Tychem F / Splash 1000 / Tyvec F) ALTIJD meetapparatuur + adembescherming - enkel identificatie + snelle redding bovenwinds - inzet aanpassen na identificatie Grote lekkage / veel vrijgekomen Kleine lekkage / weinig vrijgekomen Kans op besmetting/contact Kans op besmetting/contact Groot Klein Groot Klein Grote IGS Grote IGS Grote IGS Kleine IGS Schema 3 Schema 3 Schema 3 Midden IGS Kleine IGS Kleine IGS 66,88,68,86 OF X 6, 8 Midden IGS Schema 2 Schema 2 2 Midden IGS Midden IGS Kleine IGS Kleine IGS Schema 2 Schema 2 3, 5 Overleg met OvD Overleg met OvD Overleg met OvD Overleg met OvD 4, 9 Kleine IGS Kleine IGS Kleine IGS Kleine IGS Asbest Overleg met OvD Overleg met OvD Kleine IGS Kleine IGS 7 Overleg met OvD Overleg met OvD Overleg met OvD Overleg met OvD Ook rekening houden met Kledij - procesomstandigheden (warmte) - brandbaarheid van de stoffen - aanwezigheid van open vuur/ontstekingsbronnen/extreme koude - reddingswerkzaamheden - aanwezigheid scherpe voorwerpen - secundaire gevaren - interventiekledij (eventueel aangevuld met chemielaarzen en handschoenen) - wegwerpoverall - chemiepak - gaspak - bij overleg met OvD actiefiche OvD consulteren - indien bevelvoerder opschaalt naar schema 2 of 3 rekening houden met voldoende opstelmogelijkheden voor de ontplooiing van de gaspakkenteams - schematische voorstelling IGS-inzet 14
15 Beslissingstabel OvD Zonder brandgevaar BESLISSINGSTABEL INZET IGS OvD GEEN BRANDGEVAAR Doel Beslissingen op niveau Ooffr te bevestigen of te nuanceren i.f.v. (langdurige) inzet. Het gebruik ervan vereist consulatie van de chemiekaarten, MSDS en resistentietabel. Toxiciteit op basis van GEVI Laag Middel 6/8 Middel 6/8 Groot 66,88,68,86,6X,8X Vluchtigheid Damspanning Laag < 10 mbar Middel < 100 mbar Middel < 100 mbar Hoog > 100 mbar Reactiviteit Niet Langzaam Langzaam Hoog Agressiviteit Niet Laag Middel Hoog (inwerking op kledij/huid) Besmettingskans Zeer klein Klein Middel Hoog (effect contact) Hoeveelheid Zeer klein < 1 liter Klein < 200 l Middel 1000 l Groot > 200 l Inzetduur Klein < 15 min Beperkt < 30 min Relatief 30 min Lang > 30 min Kledij interventiekledij chemiepak chemiepak gaspak (NFPA) (Tychem F / Splash1000) (Tyvec F) Reactiviteit - sterk oxiderend of sterk hygroscopisch - ontleden of reageren met vocht leidend tot agressieve dampen Besmettingskans Bij primair of secundair contact het lichaam kunnen besmetten en verder inwerken door Ook rekening houden met Opmerking hun giftige of bijtende eigenschappen verder inwerken op het lichaam. - resistentie voor het betreffende product - procesomstandigheden (warmte) - brandbaarheid van de stoffen - aanwezigheid van open vuur/ontstekingsbronnen/extreme koude - reddingswerkzaamheden - beschikbaarheid beschermkledij - aanwezigheid scherpe voorwerpen - secundaire gevaren - bijkomend advies via AGS op te vragen 15
16 Beslissingstabel OvD Met brandgevaar Doel Brandgevaar Brandbestrijding Algemeen BESLISSINGSTABEL INZET IGS OvD BRANDGEVAAR Beslissingsboom ter ondersteuning van de inzet bij IGS met mogelijk brandgevaar Ontstekingsgevaar - toxiciteit - BEREIKBAARHEID? (bovenwinds) en vluchtweg (binnen/buiten?) - KANS CONTACT? Product / dampen/ rookgassen / warme objecten - INZETTYPE? afdichten / redding / beschuimen / vloeistof betreden - RESISTENTIE? beschermmiddelen (resistentie daalt bij t stijging) Ontstekingsgevaar Toxiciteit - vlampunt omgevingstemperatuur - giftig/infectueus 66 > 60 - proces-transporttemp< vlampunt - corrosief 88 > 80 - lage LEL explosiegrens/schokgevoelig - door de huid opgenomen? - dampen zwaarder dan lucht - verdund? Oplosmiddel? Zuiver? Mix? - aanwezigheid ontstekingsbronnen - NFPA diamant gezondheid 4 > 0 - gedrag bij t stijging smelten? - giftige verbrandingsproducten? - damspanning hoog - damspanning hoog - voor brandbestrijding mobiele middelen laten primeren - bij betreden installatie / lekkage / bluswater steeds rubberlaarzen - geen binnenbrandbestrijding met chemiekledij onder brandkledij - let op met brandstof onder schuimtapijt, ontsteekst steeds opnieuw indien O 2 en voldoende temp. Niet vanuit schuimtapijt werken - bij nablussen en afbreken slangen aangepaste kledij/adembescherming dragen - met explosiemeter - met stand-by team en gevulde waterstraal of schuim - indien ontsteking = afbreken inzet en terugtrekken tot veilige afstand - contact vermijden met product/bluswater Kledij Normaal Chemisch lek / nablussen chemie - interventiekledij - brandhandschoen - perslucht - interventielaarzen - interventiekledij - chemiehandschoen onder brandhandschoen - perslucht - chemielaars (geel) Toxisch/ zeer corrosief - chemiepak onder interventiekledij - chemiehandschoen onder brandhandschoen - perslucht - chemielaars (geel) - alle verbindingen getaped - onderkledij met lange mouwen Nazorg - decontaminatie voorzien - niet eten, roken en drinken zonder decontaminatie - persoonlijke hygiëne op werkplek en kazerne (douche, vervangen onderkledij) - geen gecontamineerde kledij / wagens / materiaal zonder reiniging - kledij laten reinigen reserve kledij vragen - strikte registratie blootstelling / decontaminatie Uitzondering Gaspak - bij zeer toxische of zeer corrosieve producten - brandgevaar ondergeschikt maar aanwezig - steeds kevlar handschoen boven chemiehandschoen - gaspak bestand tegen 30 seconden bevlamming/zelfdovend Benaderingspak - gaspak inzet onder dekking of na beschuiming - hitte straling bij vloeistof-drukbranden - spatten bij branden van metalen, gesmolten glas - bij werkzaamheden onder voortdurende waterkoeling ter bescherming isolatiewaarde interventiekledij 16
17 Actiekaart - GASPAKLEIDER 1. Voorwaarden: De gaspakleider heeft minimum de graad van onderofficier en is in het bezit van het brevet gaspakdrager, uitgereikt door een erkend brandweeroplelsidingscentrum. Hij/zij coördineert alles binnen de gevarenzone en staat onder het rechtstreeks bevel van de interventieleider. 2. Uit te voeren acties: trekt kazuifel GASPAKLEIDER aan bepaalt in overleg met de INTERVENTIELEIDER de locatie van de opstellijn coördineert alles binnen de gevarenzone stuurt de in versterking gekomen gaspakkenteams aan. Blijft leider gedurende de ganse inzet stelt de ONTSMETTINGSLEIDER, de PLOTTER en de MATERIAALMEESTER aan en stuurt ze verder aan communiceert duidelijk het verleggen van de opstellijn naar de definitieve positie duidt de verschillende gaspakploegen aan en coördineert de aankleedprocedures bepaalt welke middelen nodig zijn (bevrijdingsmateriaal, takelwagen, bijkomend team, ) communiceert met de ONTSMETTINGSLEIDER betreffende de te volgen ontsmetitngsprocedure 3. Communicatieschema GASPAKDRAGER ONTSMETTINGSLEIDER GASPAKLEIDER PLOTTER MATERIAALMEESTER INTERVENTIELEIDER Communicatie conform SOP zone Rivierenland Communicatie anders dan conform SOP 17
18 Actiekaart - GASPAKDRAGER 1. Voorwaarden: De gaspakdrager is een lid van een operationele post die succesvol de opleiding tot gaspakdrager heeft doorlopen aan een erkend brandweeropleidingscentrum. 2. Uit te voeren acties: meldt zich bij de GASPAKLEIDER neemt samen met de HELPER het hem/haar toegewezen gaspak en ademluchttoestel doet het gaspak aan conform de geldende procedures, gecoördineerd door GASPAKLEIDER vermeld bij radiotest duidelijk: o nummer gaspakploeg o nummer gaspak o zijn/haar naam o begindruk ademlucht doet de door de GASPAKLEIDER gevraagde verkennning of inzet communiceert met de PLOTTER over de druk - inzettijden comminiceert met de GASPAKLEIDER over de intervntie gebonden informatie communiceert met de ONTSMETTINGSLEIDER betreffende de te volgen ontsmetitngsprocedure doet de ontsmetting en het uitdoen van het pak volgende de aangeleerde procedures 3. Communicatieschema GASPAKDRAGER ONTSMETTINGSLEIDER GASPAKLEIDER PLOTTER MATERIAALMEESTER INTERVENTIELEIDER Communicatie conform SOP zone Rivierenland Communicatie anders dan conform SOP 18
19 Actiekaart - PLOTTER 1. Voorwaarden: De plotter verzorgt het secretariaat van de IGS-inzet en dient vertrouwd te zijn met de volledige IGS-procedure. 2. Uit te voeren acties: meldt zich bij de GASPAKLEIDER trekt kazuifel PLOTTER aan voorziet van radiocommunicatie (conform SOP) doet het secretariaat (drukken, inzettijden, luchtverbruik, noteren (relevante informatie)) van de inzet in samenspraak met GASPAKLEIDER roept, indien nodig en mist toestemming van GASPAKLEIDER, de GASPAKDRAGERS terug voor onstmetting in samenspraak met ONTSMETTINGSLEIDER houdt de verschillende documenten bij voor latere verwerking in de persoonlijke fiches vult na de inzet en in samenspraak met de GASPAKLEIDER de verschillende documenten in (besmet materiaal, ingezette pakken,.) 3. Communicatieschema GASPAKDRAGER ONTSMETTINGSLEIDER GASPAKLEIDER PLOTTER MATERIAALMEESTER INTERVENTIELEIDER Communicatie conform SOP zone Rivierenland Communicatie anders dan conform SOP 19
20 Actiekaart - MATERIAALMEESTER 1. Voorwaarden: De materiaalmeester dient het ontsmettingsveld te realiseren in samenspraak met de gaspakleider en coördineert het aanbrengen van het gevraagde materiaal tot aan de opstellijn 2. Uit te voeren acties: meldt zich bij de GASPAKLEIDER trekt kazuifel MATERIAALMEESTER aan zorgt samen met ONTSMETTINGSLEIDER voor het leggen van het ontsmettingsveld onder het bevel van de GASPAKLEIDER zorgt samen met de ONTSMETTINGSLEIDER voor de decontaminatie van de geëvacueerden en de overdracht aan de medische discipline coördineert het gebruiksklaar maken van het gevraagde materiaal en brengt dit tot aan de opstellijn 3. Communicatieschema GASPAKDRAGER ONTSMETTINGSLEIDER GASPAKLEIDER PLOTTER MATERIAALMEESTER INTERVENTIELEIDER Communicatie conform SOP zone Rivierenland Communicatie anders dan conform SOP 20
21 Actiekaart - ONTSMETTINGSLEIDER 1. Voorwaarden: De ontsmettingsleider heeft minimum het brevet van onderofficier en is in het bezit van het brevet gaspakdrager, uitgereikt door een erkend brandweeroplelsidingscentrum. 2. Uit te voeren acties: meldt zich bij de GASPAKLEIDER trekt kazuifel ONTSMETTINGSLEIDER aan coördineert en zorgt voor de inrichting van het ontsmettingsveld samen met de MATERIAALMEESTER onder het bevel van de GASPAKLEIDER let er op dat er geen slangen dwars door het ontsmettingsveld gelegd worden houdt streng toezicht dat niet-beschermden zich niet over de opstellijn begeven de definitieve opstellijn wordt bijkomend gemarkeerd met kegels en lint voor betere visuele waarneming vraagt aan de GASPAKLEIDER het geschikte ontsmettingsmiddel en methode coördineert de ontsmetting en de uitkleedprocedure van de GASPAKDRAGERS coördineert en organiseert samen met de MATERIAALMEESTER de ontsmetting van de geëvacueerden en gewonden en de overdracht aan de medische discipline controleert de ONTSMETTERS (= overbrengen van materiaal van de opstellijn naar de gaspakdragers aan de wachtzone en uitvoeren of begeleiden van de ontsmetting) zorgt voor de groepering van besmet materiaal voor verdere ontsmetting 3. Communicatieschema GASPAKDRAGER ONTSMETTINGSLEIDER GASPAKLEIDER PLOTTER MATERIAALMEESTER INTERVENTIELEIDER Communicatie conform SOP zone Rivierenland Communicatie anders dan conform SOP 21
22 Ontsmettingsveld 22
MEETPLOEGEN STANDAARD OPERATIE PROCEDURE
Prébrandweerzone Rivierenland SOP Meetploegen MEETPLOEGEN STANDAARD OPERATIE PROCEDURE Definitieve versie Goedgekeurd door de Prézoneraad op 10 september 2013 Opzet Het ontwikkelen van een procedure voor
Nadere informatieInzetprocedure O.G.S.
Inzetprocedure O.G.S. PBO Cursus Sergeant 2010 Hoofdstuk 9 O/Lt. Filip Van Acker Brandweer Zelzate Filip.vanacker@brandweervlaanderen.be 0475/58.95.58 Waarom een procedure? Ongevallen met Gevaarlijke stoffen
Nadere informatieop de openbare weg PROCEDURE BEVEILIGING VAN INTERVENTIES OP DE OPENBARE WEG STANDAARD OPERATIE PROCEDURE
Prébrandweerzone Rivierenland SOP Procedure beveiliging van interventies op de openbare weg PROCEDURE BEVEILIGING VAN INTERVENTIES OP DE OPENBARE WEG STANDAARD OPERATIE PROCEDURE Definitieve versie Goedgekeurd
Nadere informatieVesta. Inzetprocedure gevaarlijke stoffen. Vesta. basisregels. niveau sergeant module gevaarlijke stoffen
niveau sergeant module gevaarlijke stoffen Inzetprocedure gevaarlijke stoffen De brandweeropleidingen 2010 2012 APB olt P. Deboel 1 basisregels resultaat inzet > risico ingezet personeel steeds ploegen
Nadere informatie1. Kenmerken van een inzet bij OGS. 2. Belangrijkste Risico's bij OGS. 3. Specifieke zaken voor Beeldvorming bij OGS
Beeld-, oordeel- en besluitvorming bij OGS Oefenkaart Lesstof Overige bronnen 222A Beeld-, oordeel- en besluitvorming bij OGS Bevelvoerder, tekstboek OGS Inleiding Deze achtergrondinformatie gaat over
Nadere informatieOpleiding Gaspakdragers
Opleiding Gaspakdragers Adjudant Rony De Donder Brandweer Dendermonde Programma Hoofdstuk 5. Beginfase van de interventie: inrichting van het ontsmettingsveld en de aankleedplaats Hoofdstuk 6. Werken op
Nadere informatieResultaten Workshop IBGS
De meeste aandacht ging duidelijk uit naar het vuilwerkpak; daarover maakt men zich de meeste zorgen, zie tabel Veel discussie over inzet bedrijfsbrandweer buiten terrein: variërend van laat het over aan
Nadere informatie# Overwegingen Aantekeningen 1 Alarm
# Overwegingen Aantekeningen 1 Alarm Rust, ruimte & overzicht 2 Uitrukken 1 Controle MS 2 Bericht 3 Bovenwinds aanrijden 4 Veilig aanrijden 5 Berichtgeving 6 Commando s 3 OGS melding 1 GEVI-nummer 2 Stofnaam
Nadere informatie2e druk, 6e oplage, februari Instituut Fysieke Veiligheid ISBN
Bevelvoerder OGS Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij
Nadere informatieBijlage : Te gebruiken documenten bij een gaspakinzet
Bijlage : Te gebruiken documenten bij een gaspakinzet Leerdoel : Kennismaking met de te gebruiken documenten bij een gaspakinzet. Opzet: Een uniform documentgebruik in de ganse provincie, zodat suprazonale
Nadere informatieInzetten van de gaspakdrager
DOEL VAN DE FICHE Aangeven hoe men op een georganiseerde en risicobeheersende manier interventies kan doen met gaspakdragers. WAT Organisatie van de inzet van gaspakdragers. WANNEER Inzetten van de gaspakdrager
Nadere informatieOefeningen en evenementen binnen het HC 112/100 OVL
1 Nota Oefeningen en evenementen binnen het HC 112/100 OVL 1 Oefening 1.1 Soorten oefening 1.1.1 Oefening met participatie van het HC 112/100 OVL Het Hulpcentrum 112/100 OVL (HC 112/100 OVL) neemt deel
Nadere informatieProtocol Decontaminatie. Irene van der Woude
Protocol Decontaminatie Irene van der Woude Inhoud Geschiedenis Protocol: Wat is (de)contaminatie (ont/besmetting)? Hoe kun je worden besmet? Waarom moet er (ter plekke) worden ontsmet? Hoe kan een besmetting
Nadere informatieANIP Provincie Antwerpen 21/04/2011 ACTIEKAARTEN
ACTIEKAARTEN Nummer Titel Pagina 1 Melding van de afkondiging van een gemeentelijke fase aan de 2 gouverneur 2 Melding van de afkondiging van een gemeentelijke fase met de vraag 4 over te gaan naar de
Nadere informatieOptreden bij buisleiding incidenten. Drs. B.M.G. Janssen MCDM Directeur Gezamenlijke Brandweer Voorzitter NVBR Netwerk OGS
Optreden bij buisleiding incidenten Drs. B.M.G. Janssen MCDM Directeur Gezamenlijke Brandweer Voorzitter NVBR Netwerk OGS 1 2 Om dit te voorkomen of te bestrijden!! 3 Jaren geleden! Melding stoom uit de
Nadere informatieVan OGS naar IBGS versie 1: 2017
Van OGS naar IBGS: de verschillen en gevolgen op een rij Implementeren van de visie IBGS vraagt om het maken van keuzes. Onderstaande tabel laat zien hoe namen, termen, procedures, functies, etc. worden
Nadere informatieOGS ontsmetting. (benaming wordt decontaminatie kortweg DECO)
OGS ontsmetting (benaming wordt decontaminatie kortweg DECO) Landelijke les en leerstof is aangepast in deze presentatie worden de verschillen tussen oude en nieuwe situatie weergegeven. Tevens wordt een
Nadere informatieBRANDWEERTAKEN & SAMENWERKING BIJ
BRANDWEERTAKEN & SAMENWERKING BIJ CBRNe Multi CBRNe meerdaagse op 16 en 17 oktober 2012 te Ossendrecht Wil & Dick Onderwerpen Landelijke organisatie OGS Diverse piketten brandweer Meetapparatuur brandweer
Nadere informatieRISICOZINNEN (R-ZINNEN)
RISICOZINNEN (R-ZINNEN) R-code R-zin 1 In droge toestand ontplofbaar. 2 Ontploffingsgevaar door schok, wrijving, vuur of andere ontstekingsoorzaken. 3 Ernstig ontploffingsgevaar door schok, wrijving, vuur
Nadere informatieIdentificatie gevaarlijke stoffen
Identificatie gevaarlijke stoffen 2 Gas 3 Brandbare vloeistof 4 Brandbare vaste stof 5 Oxiderende werkende stof of Organische peroxide 6 Giftige stof 7 Radioactieve stof 8 Bijtende stof 9 Diverse gevaarlijke
Nadere informatieBijlage 1: Algemeen radioprofiel brandweer
Bijlage 1: Algemeen radioprofiel brandweer Voor alle duidelijkheid: GB BWLOK is een groep van de lokale brandweer GB BWZON is een groep van de brandweerzone. GB PROV is een groep van de provincie waartoe
Nadere informatieSpecialisten van de VRU. Ongevalsbestrijding Gevaarlijke Stoffen (OGS)
Specialisten van de VRU Ongevalsbestrijding Gevaarlijke Stoffen (OGS) Utrecht is een knooppunt van vitale transportroutes over de weg, het spoor en het water, waarover ook grote volumes gevaarlijke stoffen
Nadere informatieZeer licht ontvlambaar
Blauwzuurgas (HCN) Algemene gegevens CAS nr: 74-90-8 EU-etikettering: R-zinnen: 12-26-50/53 S-zinnen: (1/2), 7/9-16-36/37-38-45-60-61 Zeer licht ontvlambaar Zeer giftig Milieugevaarlijk CLP (EU-GHS): Signaalwoord:
Nadere informatieDISPATCHERS FIRE FOR LIFE
BRANDWEERZONE In de week van 9 november stellen we het ontwerp van meerjarenbeleidsplan van Brandweerzone Rivierenland voor aan de postoversten, de officieren en de burgemeesters. Alle andere medewerkers
Nadere informatieKWALIFICATIEPROFIEL VOOR GASPAKDRAGER
KWALIFICATIEPROFIEL VOOR GASPAKDRAGER werkzaam bij de brandweer Status Dit kwalificatieprofiel is op 5 maart 2009 te Arnhem vastgesteld door de Deelprojectgroep Kwaliteitsinstrumenten van het Project Kwaliteit
Nadere informatieBeeldcasus OGS-1 Lekkage tankwagen
lekkage tankwagen Beeldcasus OGS-1 Lekkage tankwagen Melding Op 21 mei, om 14.05 uur, krijgt u als bevelvoerder de melding dat een voorbijrijdende auto een explosie heeft gehoord en roodbruine dampen ziet
Nadere informatieToolbox-meeting Gevaarlijke stoffen
Toolbox-meeting Gevaarlijke stoffen Unica installatietechniek B.V. Schrevenweg 2 8024 HA Zwolle Tel. 038 4560456 Fax 038 4560404 Inleiding In het dagelijks leven kunnen we niet meer zonder chemische stoffen.
Nadere informatieSTANDAARD OPERATIONELE PROCEDURE. Aflegsysteem lage druk: bundels
Aflegsysteem lage druk: bundels Filename : 2016 01 11 SOP Aflegsysteem lage druk: bundels Locatie : U 09 C 02 A Doel : Een eenvormige procedure vastleggen voor een lage druk instelling. De beslissing om
Nadere informatieVacature beroepsbrandweerman (m/v) B0-0, B0-1, B0-2, B0-3, B0-4 via professionalisering in dezelfde graad bij hulpverleningszone Rivierenland
Vacature beroepsbrandweerman (m/v) B0-0, B0-1, B0-2, B0-3, B0-4 via professionalisering in dezelfde graad bij hulpverleningszone Rivierenland DE INWONERS VAN DE GEMEENTEN IN HULPVERLENINGSZONE RIVIERENLAND
Nadere informatieDIENSTNOTA 2005/14. alarmering brandweer HERENTALS door brandweer GEEL met ingang van 14.05.05 8u00: informatie, procedures, handelwijze
Herentals, 28 april 2005 DIENSTNOTA 2005/14 BETREFT : alarmering brandweer HERENTALS door brandweer GEEL met ingang van 14.05.05 8u00: informatie, procedures, handelwijze Oud-Strijderslaan 2200 Herentals
Nadere informatieDIR - MED ACTIEKAART C4. Coördinerend ADJUNCT DIRECTEUR MEDISCHE HULPVERLENING 1 E MUG VERPLEEGKUNDIGE TER PLAATSE ADJ DIR MED
Functieomschrijving: De eerste MUG heeft de taak om na aankomst het HC 100 zo snel als mogelijk een SITREP te geven en een eerste organisatie op te zetten zodat de medische hulpverlening op de meest efficiënte
Nadere informatieGevaarlijke stoffen zijn stoffen die gevaarlijk zijn voor je gezondheid. Op je werk, maar ook thuis zijn veel meer gevaarlijke stoffen dan je denkt.
Gevaarlijke stoffen Gevaarlijke stoffen zijn stoffen die gevaarlijk zijn voor je gezondheid. Op je werk, maar ook thuis zijn veel meer gevaarlijke stoffen dan je denkt. Giftig Een stof is giftig als deze
Nadere informatieBeperkt OGS Manschappen en bevelvoerder (ploeg) Frequentie: minimaal 1 keer per oefencyclus
Ongeval met gevaarlijke stoffen bij stationaire Oefening Doel Basisbrandweerzorg Beperkt OGS en bevelvoerder (ploeg) Frequentie: minimaal 1 keer per oefencyclus Algemeen doel De ploeg voert veilig en effectief
Nadere informatieAls de rook om je hoofd is verdwenen Marc Ruijten, CrisisTox Consult
Als de rook om je hoofd is verdwenen Marc Ruijten, CrisisTox Consult Onderwerpen van vanmiddag Chemische incidenten exotisch of alledaags Voorbereiding van uw SEH - Herkenning - Opvang en behandeling Toxidromen:
Nadere informatieDecontaminatie. Irene van der Woude
Decontaminatie Irene van der Woude Wat is contaminatie? Contaminatie (besmetting) betekent dat er een hoeveelheid van de ontsnapte stof(fen) is achtergebleven op mensen of materieel. Mogelijk gevaar voor:
Nadere informatie1. Identificatie van de stof of het mengsel en van de vennootschap / onderneming
VEILIGHEIDS INFORMATIE BLAD 1. Identificatie van de stof of het mengsel en van de vennootschap / onderneming 1.1 Productidentificatie: DECAL MZ 1.2 Relevant geïdentificeerd gebruik van de stof of het mengsel
Nadere informatieNORM / LSA (Natural Occurring Radioactive Material / Lage Specifieke Activiteit)
S HSE guidelines mei 2012 NORM / LSA (Natural Occurring Radioactive Material / Lage Specifieke Activiteit) HSE LIFE THE NATIONAL OIL&GAS INDUSTRY STANDARD FOR PROFESSIONALS Werk veilig of werk niet Bij
Nadere informatieMINISTERIËLE OMZENDBRIEF VAN 14 AUGUSTUS 2015 BETREFFENDE DE INTERVENTIEKLEDIJ.
MINISTERIËLE OMZENDBRIEF VAN 14 AUGUSTUS 2015 BETREFFENDE DE INTERVENTIEKLEDIJ. Mevrouw de Voorzitster, Mijnheer de Voorzitter, Deze omzendbrief heeft als doel om de hulpverleningszones en de Brusselse
Nadere informatieCoördinerend ACTIEKAART C3 DIRECTEUR MEDISCHE HULPVERLENING 1 E MUG ARTS TER PLAATSE - DIR MED DIR - MED. ACTIEKAART C3 : DIR MED 1e MUG arts - 1/5
ACTIEKAART C3 Coördinerend DIRECTEUR MEDISCHE HULPVERLENING 1 E MUG ARTS TER PLAATSE - DIR MED DIR - MED Functieomschrijving: De eerste MUG heeft de taak om na aankomst het HC 100 zo snel als mogelijk
Nadere informatieBijlage A, behorende bij artikel 2 lid 1 Besluit personeel veiligheidsregio s
Bijlage A, behorende bij artikel 2 lid 1 Besluit personeel veiligheidsregio s Supplement n. Functie manschap A Functie zoals genoemd in artikel 2 lid 1 sub n Besluit personeel veiligheidsregio s 1.1 Algemene
Nadere informatieCoördinerend ACTIEKAART C4 DIR - MED ADJUNCT DIRECTEUR MEDISCHE HULPVERLENING 1 E MUG VERPLEEGKUNDIGE TER PLAATSE ADJ DIR MED
ACTIEKAART C4 FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu Coördinerend ADJUNCT DIRECTEUR MEDISCHE HULPVERLENING 1 E MUG VERPLEEGKUNDIGE TER PLAATSE ADJ DIR MED DIR - MED Functieomschrijving:
Nadere informatieBeperkt OGS Manschappen en bevelvoerder (ploeg) Frequentie: minimaal 1 keer per oefencyclus. waarbij een gevaarlijke stof vrijkomt.
Verkeersongeval waarbij gevaarlijke stoffen vrijkomen Oefening Doel Beginsituatie Samenstelling oefenstaf Mogelijke opdrachten Hulpmiddelen Specifieke aandachtspunten voor veiligheid en milieu Specifieke
Nadere informatieDIENSTNOTA 2006/13. Herentals, 17 juli BETREFT : standaard operatie procedures brandweer Herentals
BRANDWEER HERENTALS GEWESTCENTRUM Z Herentals, 17 juli 2006 DIENSTNOTA 2006/13 BETREFT : standaard operatie procedures brandweer Herentals Een werkgroep samengesteld uit de officieren en de bevelvoerders
Nadere informatiegas onder druk Als het gas vrijkomt, bereikt het zeer snel een concentratie in de lucht die gevaarlijk is voor de gezondheid.
Algemene gegevens CAS nr: 7803-51-2 EU-etikettering: R-zinnen: 12, 17, 26, 34, 50 S-zinnen: (1/2), 28, 36/37, 45, 61, 63 licht ontvlambaar zeer giftig milieugevaarlijk CLP(EU-GHS): Signaalwoord: GEVAAR
Nadere informatieUitrukprocedure bij branden hulpverleningstaken
Sergeant Brandbestrijding & Hulpverlening Uitrukprocedure bij branden hulpverleningstaken 1 Besluitvorming tijdens inzet 1. Verzamelen van de noodzakelijke info 2. Beoordeling van de toestand 3. Besluitvorming
Nadere informatieRelatiebeheerders Land- en Tuinbouw Provincie Antwerpen Gemeente Relatiebeheerder Adres
Relatiebeheerders Land- en Tuinbouw Provincie Antwerpen Gemeente Relatiebeheerder Adres Aartselaar Arendonk Baarle Hertog Balen Balen Tel: 014 44 83 63 Beerse jef.meuws@kbc.be Beerse Tel: 014 44 83 45
Nadere informatieSCHRIFTELIJKE INSTRUCTIES VOLGENS HET ADN. Maatregelen in het geval van een ongeval of noodgeval
SCHRIFTELIJKE INSTRUCTIES VOLGENS HET ADN Maatregelen in het geval van een ongeval of noodgeval In het geval van een ongeval of noodgeval dat tijdens het vervoer kan voorkomen of optreden, moeten de leden
Nadere informatieOrganisatie. - X-korpsen - Zuiver beroepskorpsen - Antwerpen, Luik, Brussel, Charleroi, Gent
D1 - BRANDWEER Organisatie - X-korpsen - Zuiver beroepskorpsen - Antwerpen, Luik, Brussel, Charleroi, Gent - Y-korpsen - Louter beroeps, of beroeps, aangevuld met vrijwilliger - 25-tal - Z-korpsen - Vrijwilligers
Nadere informatielicht ontvlambaar licht ontvlambaar
Tipkaart 22.5 1,2-dichloorethaan (C2H4Cl2) Algemene gegevens CAS nr: 107-06-2 EU-etikettering: R-zinnen: 45-11-22-36/37/38 S-zinnen: : 53-45 licht ontvlambaar zeer giftig CLP(EU-GHS): Signaalwoord: GEVAAR
Nadere informatieWat doet een GAGS bij een ongeval met gevaarlijke stoffen op de weg? Henk Jans, Vz GAGS platform
Wat doet een GAGS bij een ongeval met gevaarlijke stoffen op de weg? Henk Jans, Vz GAGS platform Wie ben ik: Henk Jans Wat ben ik: milieuarts chemicus gezondheidskundig adviseur gevaarlijke stoffen (GAGS)
Nadere informatieCoördinerend ACTIEKAART C2 ADJUNCT DIRECTEUR MEDISCHE HULPVERLENING ADJ DIR MED ADJ DIR MED ACTIEKAART C2 : ADJ DIR MED 1/5
ACTIEKAART C2 Coördinerend ADJUNCT DIRECTEUR MEDISCHE HULPVERLENING ADJ DIR MED Functieomschrijving: Helpt mee in het takenpakket van de DIR MED. De DIR MED heeft de operationele leiding over de medische,
Nadere informatieBRANDWEER BRUSSEL KORTE VOORSTELLING
2017 1 BRANDWEER BRUSSEL KORTE VOORSTELLING 10/2017 2 BRANDWEER BRUSSEL Dienst Brandweer en Dringende Medische Hulp => DBDMH 10/2017 3 DBDMH BRUSSEL Ongeveer 940 beroeps WACHT = 24u systeem Gemiddeld 152
Nadere informatieRepressief optreden in Biologische Laboratoria s. 16-apr-2010 Author/location
Repressief optreden in Biologische Laboratoria s Author/location Repressief optreden in Biologische Laboratoria s Inhoud presentatie Kennisniveau t.a.v. biologische agentia Algemene veiligheidsregels Bespreken
Nadere informatieBrandweer Sliedrecht Draaiboek brand- en ontruimingsoefening ASZ Sliedrecht 26-10-2010
Draaiboek brand- en ontruimingsoefening ASZ Sliedrecht 26-10-2010 Referentie oefenkaart / lesbrieven Oefenkaart(en) Manschappen Oefenkaarten: L103 : Gevaren bij repressief optreden 105-A : Verkenning 105-B
Nadere informatieBIJLAGE 3 AANBEVOLEN TECHNISCHE NORMEN
BIJLAGE 3 AANBEVOLEN TECHNISCHE NORMEN In het kader van de uitvoering van de overeenkomst en het bereiken van de doelstellingen moeten de OPZ hun noden inzake personeel en materieel bepalen en een nulmeting
Nadere informatieACTIEKAART C2. Coördinerend ADJUNCT DIRECTEUR MEDISCHE HULPVERLENING ADJ DIR MED ADJ DIR MED DIR MED
Functieomschrijving: Helpt mee in het takenpakket van de. De heeft de operationele leiding over de medische, sanitaire en psychosociale hulpverlening, aangewend voor de medische hulpverleningsketen. Hij
Nadere informatieAflegsysteem brandbestrijding
Aflegsysteem brandbestrijding De door de ploeg te verrichten handelingen die tot doel hebben de juiste blusmiddelen volgens de juiste tactiek en techniek op de brandhaard aan te brengen 1976 Doelstellingen
Nadere informatieInformatiemateriaal NORM/LSA
H2 Informatiemateriaal NORM/LSA HSEQ Werk veilig of werk niet Werkzaamheden mogen pas beginnen na toestemming van Noordgastransport. Lees de werkvergunning nauwkeurig en controleer of de daarin omschreven
Nadere informatieStoSilent A-Tec Panel Alu 1200 x 625 x 25 mm
1. IDENTIFICATIE VAN DE STOF OF HET PREPARAAT EN VAN DE ONDERNEMING Identificatie van de stof of het preparaat Gebruik van de chemische stof/preparaat Identificatie van de onderneming : : Akoestieksysteem
Nadere informatieVoorzitter Valideringscommissie: Lt-Kol ir VANDEVOORDE. Leden van de werkgroep procedure
Piloot van de procedure: Marc CAMBRESY Date :... Visa :... Voorzitter Valideringscommissie: Lt-Kol ir VANDEVOORDE Date :... Visa :... Directeur KCCE : Johan SCHOUPS Date :... Visa :... Leden van de werkgroep
Nadere informatiePRODUCT VEILIGHEIDSBLAD pagina 1 van 5
BIJLARD BOUWCHEMIE B.V. Edisonstraat 87 2723 RT Zoetermeer tel : 079-3437538 fax: 079-3437539 e-mail: bijlard@wxs.nl datum uitgifte: 12 januari 2001 revisiedatum : 01 januari 2002 CAS-nummer: 64742-49-0
Nadere informatieCalamiteitenplan Gorlaeus Laboratoria
Calamiteitenplan Gorlaeus Laboratoria Versie WEB 5 In het calamiteitenplan zijn de procedures vastgelegd die binnen de Gorlaeus Laboratoria gevolgd worden in geval van een (milieu)calamiteit of brand.
Nadere informatieFEDERALE OVERHEIDSDIENST BINNENLANDSE ZAKEN EN FEDERALE OVERHEIDSDIENST VOLKSGEZONDHEID, VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN EN LEEFMILIEU
FEDERALE OVERHEIDSDIENST BINNENLANDSE ZAKEN EN FEDERALE OVERHEIDSDIENST VOLKSGEZONDHEID, VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN EN LEEFMILIEU KONINKLIJK BESLUIT VAN 17 OKTOBER 2011 BETREFFENDE DE DISPATCHING VAN
Nadere informatieTexaco Ruitensproeier antivries concentraat
1. Identificatie van het product : Texaco ruitenproeier antivries concentraat Toepassing : Ruitenproeier antivries concentraat Leverancier : Firma J. van der Graaf & Zn. Patrijsweg 1 4791 RV Klundert -
Nadere informatieGEVAARLIJKE STOFFEN: BESCHERMING EN ONTSMETTING. Jacco Veldhuyzen AIOS-SEH MCA CLO 21 februari 2013
GEVAARLIJKE STOFFEN: BESCHERMING EN ONTSMETTING Jacco Veldhuyzen AIOS-SEH MCA CLO 21 februari 2013 INCIDENTEN KOMEN VOOR INHOUD Leerpunten Besmetting met gevaarlijke stoffen Ontsmetten (video) Persoonlijke
Nadere informatieHandreiking voorbereiding bestrijding Buisleidingincidenten
Handreiking voorbereiding bestrijding Buisleidingincidenten De Handreiking voorbereiding bestrijding buisleidingincidenten geeft inzicht in de (soms ingewikkelde) informatiestromen bij een buisleidingincident.
Nadere informatieWerk veilig of werk niet
H2 NORM/LSA HSEQ Werk veilig of werk niet Werkzaamheden mogen pas beginnen na toestemming van GDF SUEZ. Lees de werkvergunning nauwkeurig en controleer of de daarin omschreven beheersmaatregelen daadwerkelijk
Nadere informatieHandelsnaam: * Identificatie van het product * - Aard van het product: dispersie op waterbasis
Veiligheidsinformatie - blad BLZ 1 MSDS datum 6/5/05 Project primer antigifcentrum België 070/245,245 1. Identificatie van het produkt en de onderneming Handelsnaam: Project primer * Identificatie van
Nadere informatiegrootschalige tankbranden.
16 17 grootschalige tankbranden. Jan Jacobs, projectsecretaris IBGS, schetst klip en klaar waarom de taak in- herziening toe is. Het is een specialisme dat maar heel weinig daadwerkelijk wordt ingezet.
Nadere informatieWat kan de kennistafel LNG hierin betekenen?
Landelijk Informatiepunt Omgevallen Gevaarlijke Stoffen Het gedrag van LNG bij incidenten Wat kan de kennistafel LNG hierin betekenen? 7-9-2016 Marco van den Berg 1 Kennistafel LNG Relevante kennis verzamelen
Nadere informatieAsbestincidenten Zijn brandweermensen asbestwerkers?
Asbestincidenten Zijn brandweermensen asbestwerkers? Jetty Middelkoop AGS BAA Waarom heeft I-SZW aandacht voor de brandweer? Melding uit Rotterdam Rijnmond over onverantwoord omgaan met asbest door de
Nadere informatieIDENTITEIT ONBEKEND. omgaan met potentieel zeer gevaarlijke stoffen in het laboratorium Jeroen van der Meer
IDENTITEIT ONBEKEND omgaan met potentieel zeer gevaarlijke stoffen in het laboratorium Jeroen van der Meer EVEN VOORSTELLEN Jeroen van der Meer Opleiding: HBO Analytische Chemie in 2006 Belangrijkste expertise:
Nadere informatieGRIP 2, zeer grote brand Wieringerwerf 6 april 2017, gemeente Hollands Kroon
GRIP 2, zeer grote brand Wieringerwerf 6 april 2017, gemeente Hollands Kroon 1. Overzicht Incident 6 april 2017 Zeer grote brand, kringloopwinkel Saartje Gemeente Hollands Kroon GRIP 2 Omschrijving Op
Nadere informatieLeidraad Kernongevallenbestrijding
Leidraad Kernongevallenbestrijding In deze paragraaf worden enige algemene operationele uitgangspunten beschreven die voor alle betrokken (operationele) diensten van belang zijn. Het gaat hier om de te
Nadere informatieArbocatalogus pkgv- industrie Besloten Ruimten
Arbocatalogus pkgv- industrie Besloten Ruimten Bijlage 6 Redding uit besloten ruimte 1. BHV en redding uit besloten ruimten 1.1 De rol van de BHV bij hulpverlening in besloten ruimten Werkzaamheden in
Nadere informatieVEILIGHEIDSINFORMATIEBLAD
Normaal gebruik: Kleefstof blz 1 van 5 IDENTIFICATIE VAN DE ONDERNEMING COPAGRO CV Pachtgoedstraat 1 B-9140 TEMSE Tel. (03) 760 00 10 Fax (03) 760 00 19 Tel. Nr. voor noodgevallen : Leverancier : (03)760
Nadere informatieBrandbestrijding bedrijfsgebouwen. Oefening
503 Brandbestrijding bedrijfsgebouwen Oefening Doel Basisbrandweerzorg Brandbestrijding en bevelvoerder (ploeg) Frequentie: minimaal 2 keer een oefenkaart uit serie 500 per oefencyclus Algemeen doel De
Nadere informatieAard der bijzondere gevaren toegeschreven aan gevaarlijke stoffen en preparaten (R-zinnen)
Document Milieu-, Natuur- en Energiebeleid Koning Albert II-laan 20 bus 8 1000 Brussel Tel 02 553 03 55 - Fax 02 553 80 06 beleid@lne.vlaanderen.be Onderwerp Status versie datum auteur R-zinnen en S-zinnen
Nadere informatieWij hebben uw aanvraag voor begeleiding door het mobiel team Emergo goed ontvangen.
Geachte, Mobiel Team Wij hebben uw aanvraag voor begeleiding door het mobiel team Emergo goed ontvangen. Uw aanvraag kan vlot behandeld worden indien deze voldoet aan volgende voorwaarden : - U bent in
Nadere informatie1 De coördinatie van de inzet
1 De coördinatie van de inzet Zodra zich een incident voordoet of dreigt voor te doen, wordt de rampenbestrijdingsorganisatie via het proces van opschaling opgebouwd. Opschalen kan worden gedefinieerd
Nadere informatieAard der bijzondere gevaren toegeschreven aan gevaarlijke stoffen en preparaten: R-zinnen
1 van 8 Rzinnen & S zinnen Datum: 18032013 Aard der bijzondere gevaren toegeschreven aan gevaarlijke stoffen en preparaten: Rzinnen R 1 R 2 R 3 R 4 R 5 R 6 R 7 R 8 R 9 R 10 R 11 R 12 R 14 R 15 R 16 R 17
Nadere informatieProcedure afzetlint Versie 3.1 d.d. 08 april 2013
Procedure afzetlint Versie 3.1 d.d. 08 april 2013 Procedure afzetlint Inhoud Doelstelling 2 Doelgroep 2 Vaststelling en beheer 2 Algemeen 3 Functie 3 Soorten afzetlint 3 A. Rood-Wit 3 B. Rood-Geel-Reflecterend
Nadere informatieInformatiebundel bevorderingsprocedure. Sergeant-vrijwilliger
Informatiebundel bevorderingsprocedure Sergeant-vrijwilliger Doel van de functie De operationele leiding over een team medewerkers om door een efficiënte en effectieve inzet van hoge kwaliteit menselijke
Nadere informatieProtocol Bedrijfsnoodplan en bedrijfshulpverlening
Bedrijfsnoodplan en Nederlandse Vereniging van Dierentuinen Postbus 15458 1001 ML Amsterdam 020 5246080 Info@nvddierentuinen.nl Versie D2 van juni 2012 1. Inleiding Dierenparken moeten zijn voorbereid
Nadere informatieBEDRIJFSNOODPLAN. Amstelveen
BEDRIJFSNOODPLAN Amstelveen 1. Inleiding Algemeen De Arbo-wet verplicht ieder bedrijf of instelling om passende bedrijfshulpverlening (BHV) te organiseren teneinde de gevolgen voor werknemers bij ongevallen
Nadere informatieVGWM A WAY OF LIVING BENZEEN. Standaards voor professionals, wees alert!
VGWM A WAY OF LIVING Standaards voor professionals, wees alert! Werk veilig of werk niet Bij werkzaamheden aan gesloten installaties en systemen zijn strikte procedures van kracht. Er bestaat immers een
Nadere informatieBranchestandaard blijvende vakbekwaamheid
Branchestandaard blijvende vakbekwaamheid Functie gaspakdrager werkzaam bij de brandweer De Brandweeracademie is onderdeel van het Instituut Fysieke Veiligheid 2 Branchestandaard blijvende vakbekwaamheid
Nadere informatie2e druk, 5e oplage, juni Instituut Fysieke Veiligheid ISBN
Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch,
Nadere informatiegiftig doelorgaan - toxisch acuut toxisch
Algemene gegevens CAS nr: 50-00-0 EU-etikettering: R-zinnen: 23/24/25-34-40-43 S-zinnen: (1/2)-26-36/37/39-45-51 giftig CLP(EU-GHS): Signaalwoord: GEVAAR H: 351-331-311-301-314-335-317 acuut toxisch doelorgaan
Nadere informatieBijlage A, behorende bij artikel 2 lid 1 Besluit personeel veiligheidsregio s
Bijlage A, behorende bij artikel 2 lid 1 Besluit personeel veiligheidsregio s Supplement u. Functie officier van dienst Functie zoals genoemd in artikel 2 lid 1 sub u Besluit personeel veiligheidsregio
Nadere informatieCoördinerend DIRECTEUR MEDISCHE HULPVERLENING DIR MED DIR - MED
ACTIEKAART C1 Coördinerend DIRECTEUR MEDISCHE HULPVERLENING DIR MED DIR - MED Herkenbaarheid: Functieomschrijving: De DIR MED heeft de operationele leiding over de medische, sanitaire en psychosociale
Nadere informatieSpecialisten van de VRU. Hoogtereddingsteam: voor redden op hoogte én diepte
Specialisten van de VRU Hoogtereddingsteam: voor redden op hoogte én diepte Nederland gaat de lucht in. Figuurlijk althans. De druk op de beschikbare ruimte wordt steeds groter en dus wordt er steeds hoger
Nadere informatieVEILIGHEIDSINFORMATIEBLAD
Normaal gebruik: Kleefstof blz 1 van 6 IDENTIFICATIE VAN DE ONDERNEMING COPAGRO CV Pachtgoedstraat 1 B-9140 TEMSE Tel. (03) 760 00 10 Fax (03) 760 00 19 Tel. Nr. voor noodgevallen : Leverancier : (03)760
Nadere informatieProcedure Ongevalsbestrijding Gevaarlijke stoffen
Procedure Ongevalsbestrijding Gevaarlijke stoffen Versie: 1.0, januari 2009 Versiebeheer Versie Versienr Auteur Opmerkingen 0.01 H. Scholing Op basis van: Handboek OGS, Hulpverleningsregio Haaglanden,
Nadere informatieVeiligheidsinformatieblad Opgemaakt : /
- 1 - Veiligheidsinformatieblad Opgemaakt : 01-2005/02-2007 Volgens EG-richtlijnen 93/112/EG 1 Identificatie van de stof of het preparaat en de vennootschap/onderneming * Handelsnaam: PRORADIX AGRO * Fabrikant/leverancier:
Nadere informatieBHV 10 TIPS VOOR DE BHV ER ALS DE BRANDWEER KOMT DE BEWONERS- HULPVERLENER. 1. Zorg voor herkenbaarheid van de BHV ers.
10 TIPS VOOR DE ER ALS DE BRANDWEER KOMT DE BEWONERS- HULPVERLENER Helpt de minderzelfredzame medebewoner vluchten. Is aanspreekpunt voor externe hulpdiensten. //////////////////////////////////////////
Nadere informatieAlgemeen Ziekenhuis Vesalius Studenten- Stagiairs
W E R K P O S T F I C H E In uitvoering van het KB van 03.05.1999 betreffende de bescherming van de jongeren op het werk en de omzendbrief van 12.01.2004 betreffende het gezondheidstoezicht van stagiairs
Nadere informatieVEILIGHEIDSINFORMATIEBLAD
1. IDENTIFICATIE VAN DE STOF OF HET PREPARAAT EN VAN DE VENNOOTSCHAP / ONDERNEMING Productnaam: Chemische naam: Handelsnaam: Synoniemen: Chemische familie: Gebruik als: Slakkendood: metaldehyde Metaldehyde
Nadere informatieBrandbestrijding voertuigen, vaartuigen en vliegtuigen. Oefening
Brandbestrijding voertuigen, vaartuigen en vliegtuigen Oefening Doel Basisbrandweerzorg Brandbestrijding Ploeg; manschappen, manschap b(optioneel) en bevelvoerder Frequentie: minimaal 2 keer een oefenkaart
Nadere informatieKWALIFICATIEPROFIEL VOOR MANSCHAP A
KWALIFICATIEPROFIEL VOOR MANSCHAP A werkzaam bij de brandweer Status Dit kwalificatieprofiel is op 6 september 2007 te Arnhem vastgesteld door de Deelprojectgroep Kwaliteitsinstrumenten van het Project
Nadere informatie