Wijziging Regeling Bouwbesluit materialen VROM

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Wijziging Regeling Bouwbesluit materialen VROM"

Transcriptie

1 Wijziging Regeling Bouwbesluit materialen VROM 31 maart 1998/MJZ Centrale Directie Juridische Zaken De Staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer, Gelet op de artikelen 33, 127, 204 en 416 van het Bouwbesluit 1 en op richtlijn nr. 83/477/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 19 september 1983 betreffende de bescherming van werknemers tegen de risico s van blootstelling aan asbest op het werk (PbEG L 263, tweede bijzondere richtlijn in de zin van artikel 8 van richtlijn nr. 80/1107/EEG) 2 ; Besluit: Artikel I De Regeling Bouwbesluit materialen wordt gewijzigd als volgt: A Artikel 1.1 komt te luiden: Artikel In deze regeling wordt verstaan onder: a. asbest: stoffen of producten, die een of meer van de volgende vezelachtige silicaten bevatten: 1. actinoliet (Cas-nummer ); 2. amosiet (Cas-nummer ); 3. anthofylliet (Cas-nummer ); 4. chrysotiel (Cas-nummer ); 5. crocidoliet (Cas-nummer ); 6. tremoliet (Cas-nummer ). b. Besluit: Bouwbesluit; c. containment: constructie waarmee een deel van een voor mensen toegankelijke ruimte wordt afgeschermd van de omgeving en waarin ter voorkoming van verspreiding van asbestvezels een onderdruk in stand wordt gehouden; d. mengventilator: ventilator voor het gelijkmatig mengen van lucht met asbestvezels in een containment; e. ve: vezelequivalenten; f. vezel: een deeltje dat een breedte heeft van minder dan 3 micrometer en een lengte/breedteverhouding van meer dan 3/1; g. vezelequivalent: maat voor de carcinogene potentie van de soorten asbest en de vezellengte waarbij geldt: 1. 1 chrysotiele vezel met een lengte van meer dan 5 micrometer: equivalentiefactor 1; 2. 1 chrysotiele vezel met een lengte van ten hoogste 5 micrometer: equivalentiefactor 0,1; 3. 1 amfibole vezel met een lengte van meer dan 5 micrometer: equivalentiefactor 10, en 4. 1 amfibole vezel met een lengte van ten hoogste 5 micrometer: equivalentiefactor In deze regeling wordt voorts verstaan onder asbest: amfiboolasbest, zijnde een stof of product, dat één of meer van de volgende vezelachtige silicaten bevat: 1. actinoliet (Cas-nummer ); 2. amosiet (Cas-nummer ); 3. anthofylliet (Cas-nummer ); 4. crocidoliet (Cas-nummer ); 5. tremoliet (Cas-nummer ). B Onder vernummering van hoofdstuk IV in hoofdstuk V en van de artikelen 4.1 tot en met 4.3 in 5.1 tot en met 5.3, wordt een hoofdstuk ingevoegd, luidende: Hoofdstuk IV Beperking van de aanwezigheid van asbestvezels Afdeling 1 Voorschriften omtrent de concentratie van asbestvezels Artikel 4.1 De getalswaarde van het verschil tussen de concentratie van asbestvezels in de binnenlucht van een voor mensen toegankelijke ruimte van een gebouw en de concentratie van asbestvezels in de buitenlucht, uitgedrukt in ve/m 3, mag, voor zover deze concentratie afkomstig is uit een of meer constructie-onderdelen die de ruimte begrenzen dan wel uit een of meer in die ruimte aanwezige constructieonderdelen, niet groter zijn dan Afdeling 2 Bepaling van de concentratie van asbestvezels Paragraaf 1 Bepalingsmethode Artikel Het verschil, bedoeld in artikel 4.1, is bepaald aan de hand van de concentraties asbestvezels door onderzoek van een monster van de binnenlucht en van de buitenlucht; het monster van de buitenlucht is genomen in de directe omgeving van het te onderzoeken gebouw, doch op een zodanige afstand dat de emissie van asbestvezels uit het gebouw de asbestconcentratie van het monster niet beïnvloedt; indien de gemeten concentratie aan asbestvezels van de binnenlucht groter is dan ve/m 3 en de soort asbestvezels in de binnenlucht, bepaald volgens VDI/DIN 3492, overeenkomt met de soort asbestvezels van het asbesthoudend materiaal dat in het gebouw aanwezig is, dan mag de monsterneming van de buitenlucht achterwege blijven. 2. Op basis van visuele inspectie wordt het gedeelte van de ruimte geselecteerd waar de emissie van het asbesthoudende materiaal naar die ruimte het grootst is; ter plaatse van dit gedeelte wordt een containment aangelegd; de netto-inhoud van dit containment is ten minste 25 m 3 en ten hoogste 40 m 3 ; het asbesthoudend oppervlak in het containment is, indien mogelijk, 15 m 2, doch is niet kleiner dan 5 m Indien het asbesthoudend materiaal is afgeschermd van het containment door elementen die niet aard en nagelvast zijn verbonden met het gebouw, worden die elementen vóór de meting verwijderd. 4. Het onderzoek naar de concentratie van asbestvezels in de binnenlucht vindt plaats aan een monster, genomen uit het containment; het monster bestaat uit twee monstereenheden, die gedurende 120 min ± 5 min worden bemonsterd; ten aanzien van de plaats van de monsterneming (meetpunt) geldt het volgende: a. een meetpunt mag zich niet bevinden op een plaats waar de luchtstroom direct afkomstig is van de ventilator die het asbesthoudend oppervlak belast; b. de afstand tussen een meetpunt en Uit: Staatscourant 1998, nr. 77 / pag. 22 1

2 een constructie-onderdeel bedraagt ten minste 0,5 m; c. de afstand tussen de twee meetpunten is zo groot mogelijk, doch ten minste 1 m; d. de afstand tussen de ventilator die het asbesthoudend oppervlak belast en een meetpunt is ten minste 1 m en ten hoogste 5 m, en e. de afstand tussen een meetpunt en de vloer van het containment is 1,5 m ± 0,1 m. Indien de afstand tussen de ventilator die het asbesthoudend oppervlak belast en een meetpunt groter is dan 5 m wordt een mengventilator geplaatst; de ventilatiestroom van deze ventilator mag het asbesthoudend oppervlak van het containment niet belasten. 5. Tijdens de monsterneming wordt een kunstmatige, fysische belasting op het asbesthoudende oppervlak in het containment aangelegd; voor het aanleggen van deze belasting wordt gebruik gemaakt van één ventilator; de ventilator is zodanig opgesteld dat: a. de afstand tussen de uitblaasopening van de ventilator en het punt van het asbesthoudend oppervlak dat zich het dichtst bij de ventilator bevindt, 1,5 m ± 0,1 m is, en b. de luchtsnelheid langs het asbesthoudende oppervlak van het containment, gemeten met de luchtsnelheidsmeter op een afstand van 0,2 m ± 0,02 m, ten hoogste 6 m/s en ten minste 0,5 m/s is. 6. De wijze van monsterneming vindt plaats volgens VDI/DIN 3492; de monstereenheden worden vervolgens geanalyseerd volgens dat normblad; het meetresultaat van de ene monstereenheid ligt binnen de tolerantie van het meetresultaat van de andere monstereenheid; deze tolerantie is bepaald volgens VDI/DIN 3492; indien een meetresultaat niet binnen de tolerantie ligt, wordt een mengventilator geplaatst; de ventilatiestroom van deze ventilator mag het asbesthoudend oppervlak van het containment niet belasten; indien het plaatsen van een mengventilator is vereist, vindt monsterneming en de analyse van de monstereenheden opnieuw plaats. 7. Indien het oppervlak aan asbesthoudend materiaal van het containment kleiner is dan 15 m 2, wordt het meetresultaat evenredig omgerekend naar een oppervlak van 15 m 2 ; daarbij is uitgegaan van een rechtlijnig verband tussen het oppervlak en de vezelconcentratie. Paragraaf 2 Voorwaarden Artikel Op het vloeroppervlak van het containment wordt een folie aangebracht, behoudens in de situatie dat de vloer het gedeelte van de ruimte is waar de emissie van het asbesthoudende materiaal naar die ruimte het grootst is; alle beweegbare constructieonderdelen, deel uitmakend van een inwendige scheidingsconstructie, die zich binnen het containment bevinden, zijn geopend; alle ventilatie-openingen, die zich bevinden tussen het containment en de buitenlucht, zijn afgeplakt. 2. In het containment worden gedurende ten minste één uur, voorafgaand aan de monsterneming, de luchttemperatuur, de relatieve vochtigheid en de onderdruk in het containment bepaald; de monsterneming ten behoeve van de bepaling van de concentratie asbestvezels in het containment vindt plaats bij: a. een luchttemperatuur tussen 5 C en 35 C; b. een relatieve luchtvochtigheid van ten hoogste 80%; c. een ventilatievoud, bepaald volgens onderdeel 5.1 van NEN 1087, van ten hoogste 1,5; d. een voortdurende onderdruk ten opzichte van de omringende ruimten van ten minste 2 Pa en ten hoogste 4 Pa. 3. Gedurende ten minste één uur, voorafgaande aan de monsterneming, mogen zich uitsluitend personen in het containment bevinden die belast zijn met de monsterneming. Paragraaf 3 Apparaten, toestellen en hulpmiddelen Artikel De omstandigheden, bedoeld in artikel 4.3, tweede lid, zijn bepaald met behulp van: a. een geijkte luchttemperatuurmeter met een meetgebied tussen 0 C en 50 C en met een meetonnauwkeurigheid van ten hoogste 0,5 C van de meetwaarde, en b. een geijkte luchtvochtigheidsmeter met een meetgebied tussen 10% en 90% en met een meetonnauwkeurigheid van ten hoogste 5% van de meetwaarde; c. Een geijkte drukverschilmeter met een (totaal) meetgebied tussen 0 Pa en 70 Pa; de resolutie van de drukverschilmeter is kleiner dan 0,2 Pa; de onnauwkeurigheid van de drukverschilmeter mag niet groter zijn dan 0,5 Pa. Indien een luchttemperatuurmeter, een luchtvochtigheidsmeter of een drukverschilmeter wordt gebruikt in combinatie met registratie-apparatuur, is die registratie-apparatuur geijkt. 2. De kunstmatige, fysische belasting, bedoeld in artikel 4.2, vijfde lid, is tot stand gebracht met een ventilator met de volgende eigenschappen: a. een debiet van ten minste 0,2 m 3 /s en ten hoogste 0,4 m 3 /s, en b. een doorsnede van de uitblaasopening van ten minste 100 cm 2 en ten hoogste 200 cm De luchtsnelheid, opgewekt door de ventilator, is bepaald met behulp van een geijkte luchtsnelheidsmeter met een meetgebied tussen 0 m/s en 30 m/s en een meetonnauwkeurigheid van ten hoogste 1 m/s van de meetwaarde. 4. Het debiet van de mengventilator is ten minste 0,05 m 3 /s en ten hoogste 0,1 m 3 /s. Afdeling 3 Nadere voorschriften omtrent de toepassing van normen NEN 1087 Artikel 4.5 Waar in dit hoofdstuk is verwezen Uit: Staatscourant 1998, nr. 77 / pag. 22 2

3 naar NEN 1087, is bedoeld: NEN 1087, 3e druk, mei VDI/DIN 3492 Artikel 4.6 Waar in dit hoofdstuk is verwezen naar VDI/DIN 3492, is bedoeld: VDI/DIN 3492, Blatt 1, april Artikel II 1. Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 april Artikel 4.1 blijft buiten toepassing ten aanzien van een aanvraag om bouwvergunning als bedoeld in artikel 40, eerste lid, van de Woningwet, ingediend vóór de inwerkingtreding van deze regeling, alsmede ten aanzien van enig bezwaar of beroep, ingesteld tegen een besluit omtrent een dergelijke aanvraag. s-gravenhage, 31 maart De Staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer, D.K.J. Tommel. 1 Besluit van 29 december 1991 houdende technische voorschriften omtrent het bouwen van bouwwerken en de staat van bestaande bouwwerken (Stb. 1991, 680); laatstelijk gewijzigd bij Besluit van oktober 1997, houdende wijziging van het Bouwbesluit (aanscherping energieprestatiecoëfficiënt voor woningen en woongebouwen 1998) (Stb. 1997, 461). 2 Gewijzigd bij richtlijn nr. 91/382/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 25 juni 1991 tot wijziging van de richtlijn nr. 83/477/EEG betreffende de bescherming van werknemers tegen de risico s van blootstelling aan asbest op het werk (PbEG L 206, tweede bijzondere richtlijn in de zin van artikel 8 van de richtlijn nr. 80/1107/EEG). Toelichting I. Algemeen 1. Achtergrond De artikelen 33, 127, 204 en 377 van het Bouwbesluit bieden de mogelijkheid om bij ministeriële regeling voorschriften te geven met betrekking tot de toepassing van schadelijke materialen. Aan die mogelijkheid is tot nu toe alleen uitvoering gegeven voor formaldehydehoudende materialen en bouwdelen. Deze voorschriften zijn opgenomen in de Regeling Bouwbesluit materialen. Bij brief van 13 oktober 1993, heeft de toenmalige minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal medegedeeld dat hij voornemens is voorschriften te geven waarin de voor het binnenmilieu toelaatbare concentratie van asbestvezels wordt geregeld. Deze voorschriften zijn noodzakelijk omdat weliswaar op grond van de Arbeidsomstandighedenwetgeving beroepsmatige verwerking van asbesthoudende materialen en bouwdelen in bouwwerken niet meer is toegestaan, maar het de burger niet is verboden asbest te verwerken. De voorschriften betreffende toelaatbare concentraties van asbestvezels in de lucht zijn in de onderhavige regeling gegeven, welke strekt tot wijziging van de Regeling Bouwbesluit materialen. Door de onderhavige regeling wordt de toepassing van asbestbevattende materialen in bouwwerken door particulieren, praktisch gezien, onmogelijk. Voorts heeft deze Regeling tot gevolg dat het voor gemeenten eenvoudiger wordt eigenaren van met name gebouwen waarin zich zogenoemde niet-hechtgebonden asbestbevattende bouwmaterialen bevinden die niet of niet goed zijn afgeschermd, aan te schrijven tot het treffen van voorzieningen. Deze voorzieningen, die zijn gericht op het tegengaan van blootstelling aan asbest van gebruikers van die gebouwen, kunnen bestaan uit verwijdering of afscherming van het niet-hechtgebonden asbestbevattend materiaal. De voorschriften die zijn gegeven voor de in gebouwen gelegen ruimten, zijn, conform de opzet van het Bouwbesluit, gegeven in de vorm van een prestatie-eis. Deze prestatie-eis bestaat uit een grenswaarde en een ondubbelzinnig meetbare en controleerbare bepalingsmethode. De regeling heeft geen betrekking op asbesthoudende producten die worden toegepast aan de naar de buitenlucht toegekeerde zijde van een gebouw. Dit vindt zijn oorzaak in de beperking van de reikwijdte van de bepalingsmethode. De regeling heeft voorts geen betrekking op asbest afkomstig uit asbesthoudende producten, geen bouwproducten zijnde, zoals vloerbedekking en dergelijke. Immers het Bouwbesluit bevat op grond van artikel 2 van de Woningwet slechts technische voorschriften. Verder kan de bepalingsmethode alleen worden toegepast in een ruimte die is ontdaan van de inrichting. Los asbeststof, afkomstig uit producten, geen bouwproducten zijnde, wordt mitsdien niet in de meting betrokken. Om de hiervoor bedoelde voorschriften te kunnen geven, is een bepalingsmethode ontwikkeld en vastgelegd in het TNO Bouw rapport 96- BKR-R0637. Voor de meting van een asbestvezelconcentratie is uitgegaan van het daaromtrent gestelde in de milieukwaliteitsdoelstellingen voor asbest (kamerstukken II, , , nr. 86). In deze doelstellingen, die zijn gebaseerd op een advies dat de Gezondheidsraad in 1988 over asbest heeft uitgebracht, is gebruik gemaakt van equivalentiefactoren (ev). Hierbij dient voor grenswaarden (waarbij de niet-bouwkundige inrichting buiten beschouwing blijft) te worden uitgegaan: voor het verwaarloosbaar risiconiveau (VR) van een jaargemiddelde van 1000 ve/m 3, en voor het maximaal toelaatbare risiconiveau (MTR) van een jaargemiddelde van ve/m 3. Voor de prestatie-eis is uitgegaan van een grenswaarde op het niveau van het verwaarloosbaar risiconiveau (VR-niveau), waarbij de actuele asbestconcentratie de waarde van duizend vezelequivalenten per kubieke meter niet mag overschrijden. Er is derhalve geen sprake van bepaling van de jaargemiddelde asbestconcentratie. Gelet op de voorwaarden die aan een prestatie-eis worden gesteld, is de bepalingsmethode primair gebaseerd op elektronen-microscopie. Alleen met deze techniek is het mogelijk om asbestvezels in luchtmonsters te onderscheiden van andere vezelvormige bestanddelen en om het type asbestvezels vast te stellen. In de praktijk zullen zich omstandigheden voordoen waarbij met een relatief eenvoudige bepaling voldoende betrouwbaar kan worden vastgesteld of het VR-niveau dan wel het MTR-niveau is overschreden. Daarom is naast de meting door middel van elektronenmicroscopie tevens een bepalingsmethode opgesteld voor inschatting van het potentiële risico door middel van visuele inspectie of lichtmicroscopie. Onderzocht is of hiermee een voldoende betrouwbare uitspraak kan worden gedaan. Daarbij is vastgelegd welke grenswaarden/criteria hierbij gehanteerd dienen te worden en hoe deze gerelateerd zijn aan de prestatie-eis(en) die verbonden zijn aan de elektronenmicroscopische methode. Onderstaand is deze vereenvoudigde methode, ontleend aan het TNO Bouw rapport 96-BKR-R0637, weergegeven. Aan de hand van deze methode kan worden vastgesteld of er sprake is van een forse overschrijding Uit: Staatscourant 1998, nr. 77 / pag. 22 3

4 dan wel van een forse onderschrijding van de eis. In die situaties is de vereenvoudigde methode voor een ieder toereikend. In de situatie dat geen helder oordeel op grond van de vereenvoudigde methode, zoals beschreven in paragraaf 3, wordt verkregen (twijfelgevallen), zal de methode, vastgelegd in de onderhavig regeling moeten worden toegepast om uitsluitsel te verkrijgen. 2. Uitvoering en handhaving Aan het onderhavige voorschrift zal bij het bouwen uitvoering moeten worden gegeven. Dit wil zeggen dat een bouwplan zodanig moet zijn ingericht dat aan het onderhavige voorschrift is voldaan. Daarvan is zonder meer sprake indien in het bouwplan niet is voorzien in de toepassing van asbesthoudende bouwmaterialen of bouwdelen. Wanneer in het bouwplan is voorzien in de toepassing van asbesthoudende bouwmaterialen of bouwdelen, dan zal ten genoegen van burgemeester en wethouders door de aanvrager van de bouwvergunning moeten worden aangetoond dat als gevolg van die toepassing de grenswaarde (het VR-niveau), zoals voorgeschreven in deze regeling, niet wordt overschreden. Immers, bij vergunningplichtige bouwwerken zullen burgemeester en wethouders op grond van artikel 44 van de Woningwet moeten nagaan of onder meer aan het onderhavige voorschrift is voldaan. Is daaraan voldaan, dan kan dit voorschrift van het Bouwbesluit geen grond zijn voor het weigeren van de bouwvergunning. Bij de toepassing van asbest zal het VR-niveau echter vrijwel altijd worden overschreden. Deze preventieve toetsing (een vorm van handhaving van de voorschriften) vindt volgens de artikelen 42 en 43 van de Woningwet niet plaats bij respectievelijk meldingplichtige en vergunningsvrije bouwwerken. Bij die bouwwerken ligt de verantwoordelijkheid dat aan de voorgeschreven grenswaarde (het VR-niveau) wordt voldaan, geheel bij de opdrachtgever tot het bouwen of de bouwer. Mochten burgemeester en wethouders na realisatie van het meldingplichtige of vergunningsvrije bouwwerk van oordeel zijn dat het VR-niveau is overschreden, hetgeen bij de toepassing van asbestbevattende materialen, praktisch gezien, altijd het geval zal zijn, dan kunnen zij door toepassing te geven aan de artikelen 14 of 17 van de Woningwet de eigenaar of degene die uit anderen hoofde bevoegd is tot het treffen van voorzieningen dwingen het gebouwde alsnog in overeenstemming daarmee te brengen; ook een vorm van handhaving van het onderhavige voorschrift. Dit vloeit onder meer voort uit artikel 100 van de Woningwet. Op grond van dat artikel dient de gemeente toe te zien op het bouwen en wonen. Dat toezicht strekt zich ook uit over de periode waarin wordt gebouwd. Indien tijdens het bouwen wordt geconstateerd dat in afwijking van de verleende bouwvergunning of van het onderhavige voorschrift van het Bouwbesluit wordt gebouwd, dan kan de bouw worden stilgelegd totdat het reeds gebouwde met de bouwvergunning of het onderhavige voorschrift in overeenstemming is gebracht dan wel voor die afwijking, voor zover het een vergunningplichtig bouwwerk is, toestemming is verleend. Op grond van artikel 13 van de Woningwet moeten burgemeester en wethouders ook de staat van de bestaande voorraad nagaan. Dit kan ook betrekking hebben op de concentratie aan asbestvezels in het binnenmilieu van een bestaand gebouw. Daarvoor kan de in deze regeling vervatte bepalingsmethode worden gehanteerd. Deze bepalingsmethode is namelijk ook geschikt om de staat van de bestaande bouw op dit punt te beoordelen. Deze beoordeling kunnen burgemeester en wethouders gebruiken indien zij, in geval van een ontoelaatbare concentratie aan asbestvezels in het binnenmilieu van een bestaand gebouw, toepassing willen geven aan het eerste lid van de artikelen 14 of 17 van de Woningwet, ter motivering van een aanschrijving tot het treffen van noodzakelijke voorzieningen. De grenswaarde die burgemeester en wethouders nog toelaatbaar achten bij een bestaand gebouw, alvorens zij in uiterste instantie overgaan tot aanschrijving, is hun bevoegdheid. Overschrijding van het MTR-niveau zou, gelet op het advies van de Gezondheidsraad, zonder meer reden moeten zijn om tot aanschrijving over te gaan. Bij concentraties aan asbestvezels tussen het MTR-niveau en het VRniveau zullen burgemeester en wethouders een afweging moeten maken ten aanzien van de bij het treffen van de voorzieningen betrokken belangen. In de aanschrijving moet worden aangegeven welke grenswaarde na de verbouwing ten hoogste aanwezig mag zijn. Het is aan de aangeschrevene om zodanige voorzieningen te treffen dat die grenswaarde niet wordt oversch reden. De aangeschrevene kan kiezen voor verwijdering van het asbest met in achtneming van de voorschriften van de gemeentelijke bouwverordening omtrent het verwijderen van asbest uit een bouwwerk, ontleend aan het Asbestverwijderingsbesluit of voor afscherming van de asbestbron. De wijze waarop gemeenten vaststellen of er sprake is van een te hoge concentratie aan asbestvezels in het gebouw, is een kwestie van gemeentelijk beleid. Dit wil zeggen dat die vaststelling kan plaatsvinden op basis van visuele waarneming of meting. Of visuele waarneming voldoende is, hangt van de omstandigheden af. Er kunnen zich situaties voordoen waarin bij visuele waarneming buiten twijfel staat dat er een te hoge concentratie aan asbestvezels aanwezig is. Wanneer de gemeente overgaat tot aanschrijving, zal zij die aanschrijving moeten motiveren ofwel moeten aangeven dat en waardoor er een te hoge concentratie aan asbestvezels is. Dit kan bij voorbeeld worden aangetoond met toepassing van de vereenvoudigde bepalingsmethode. De aanschrijving moet echter worden beschouwd als een uiterste middel, omdat er van wordt uitgegaan dat eerst wordt getracht de te treffen voorzieningen langs vrijwillige weg te laten realiseren door de eigenaar van het desbetreffende gebouw. Is deze daartoe niet bereid, dan ligt het in de rede een aanschrijving uit te vaardigen. Gemeenten kunnen ook tot handelend optreden overgaan nadat van bijvoorbeeld een huurder of gebruiker van het gebouw een klacht is ontvangen. In dit verband kan ook een derde, zoals de Inspectie volkshuisvesting of de Inspectie milieuhygiëne burgemeester en wethouders verzoeken handelend op te treden. In het kader van de uitvoering van de Woningwet, met name artikel 13 van die wet, zijn burgemeester en wethouders verantwoordelijk voor het onderzoek dat wordt uitgevoerd. De kosten voor zodanig onderzoek komen dan ook voor rekening van de gemeente. Dit laat onverlet dat ook die derde ter onderbouwing van zijn of haar klacht of, voor zover het om de inspectie gaat, het advies, vergezeld mag doen Uit: Staatscourant 1998, nr. 77 / pag. 22 4

5 gaan van een onderzoeksrapport dat voor eigen rekening is opgesteld. De in deze regeling beschreven bepalingsmethode en de in de paragraaf 3 van deze toelichting beschreven vereenvoudigde bepalingsmethode zijn niet direct van toepassing in onder meer de volgende gevallen: de toepassing door een particulier van asbest aan de buitenzijde van een gebouw; bij de aanwezigheid van los asbeststof in een gebouw; bij de aanwezigheid van minder dan vijf vierkante meter (niet-hechtgebonden) asbest in een gebouw; bij de aanwezigheid van (niet-hechtgebonden) asbest aan de buitenzijde van een gebouw (zoals zwaar verweerd asbestcement). Burgemeester en wethouders kunnen in dergelijke gevallen desalniettemin wel gebruik maken van één van deze bepalingsmethoden, mits de resultaten van het onderzoek maar gemotiveerd worden gerelateerd naar het desbetreffende geval. De bepalingsmethode is geschikt om op zowel het VR- als MTR-niveau metingen te kunnen uitvoeren. Tevens is aangegeven hoeveel luchtmonsters dienen te worden genomen en onder welke condities monsterneming dient plaats te vinden. In dit verband wordt nog gewezen op de taak die het staatstoezicht op de volkshuisvesting ingevolge artikel 93 van de Woningwet heeft, te weten: a. het verrichten van onderzoek naar de staat van de volkshuisvesting, waaronder begrepen het wonen in woonwagens op standplaatsen, en, waar nodig, het aangeven en bevorderen van middelen tot verbetering van de volkshuisvesting en b. het handhaven van de wetten en de krachtens die wetten gegeven voorschriften op het gebied van de volkshuisvesting, voor zover ter zake geen andere wettelijke regeling geldt. Als de inspectie volkshuisvesting, die is belast met het staatstoezicht, een gemeente voorstelt ten aanzien van een woning maatregelen te nemen, zal de gemeente op zodanig voorstel een beslissing moeten nemen. Die beslissing is een voor bezwaar en beroep als bedoeld in de Algemene wet bestuursrecht, vatbaar besluit. Ook de inspectie volkshuisvesting kan ten einde te komen tot zo n voorstel gebruik maken van de onderhavige bepalingsmethode dan wel van de vereenvoudigde bepalingsmethode, zoals besproken in paragraaf 3. Een vergelijkbare positie heeft de Inspectie milieuhygiëne bij niet tot bewoning bestemde gebouwen, voortvloeiend uit haar algemene taakstelling. Bij de Inspectie Volkshuisvesting en de Inspectie milieuhygiëne berust dus het zogeheten tweede lijnstoezicht, terwijl bij de gemeente het eerste lijnstoezicht en daarmee de daadwerkelijke handhaving van de onderhavige regeling berust. 3. Vereenvoudigde methode De vereenvoudigde bepalingsmethode gaat uit van een visuele inspectie op de aanwezigheid van asbesthoudende materialen en de conditie waarin deze verkeren. Het materiaal wordt op de volgende vier materiaaleigenschappen beoordeeld, te weten: Type asbesthoudend materiaal; Asbestsoort; Oppervlaktestructuur; Conditie van het oppervlak. De visuele inspectie moet worden uitgevoerd door een persoon, die naast de nodige kennis op het gebied van asbesthoudende materialen ook kennis moet hebben van de bouwkundige staat van het gebouw zelf. Het inspectieformulier ziet er uit als aangegeven in afbeelding 1. De ontwikkelde methode laat zich als volgt omschrijven. 1. Bepalingsmethode 1.1 De toename van de concentratie asbestvezels in de binnenlucht is bepaald aan de hand van de beoordeling van de concentratie asbestvezels, bepaald door visuele inspectie van de te meten binnenruimte. 1.2 De bepalingsmethode van de concentraties asbestvezels, bedoeld in 1.1, mag slechts zijn toegepast, indien is voldaan aan de voorwaarden van onderdeel Onderzoek als bedoeld in onderdeel 1.1 vindt plaats door middel van een inventarisatie van asbesthoudende materialen in de te beoordelen binnenruimte in combinatie met een gerichte monsterneming van asbestverdachte materialen. Daarna vindt een kwalitatieve bepaling van asbest plaats van de verzamelde asbestverdachte materiaalmonsters. De visuele inspectie of inventarisatie wordt uitgevoerd aan de hand van een inspectieformulier zoals opgenomen in afbeelding 1. Voor elke ruimte en voor elk type materiaal moet een apart formulier worden gebruikt. Per categorie mag slechts 1 vakje worden aangekruist. De kwalitatieve bepaling van asbest in bulkmaterialen wordt uitgevoerd met behulp van een gestandaardiseerde methode gebaseerd op polarisatiemicroscopie. Opmerking Voor de bepaling van asbest in materialen is een concept normblad opgesteld (concept NEN 5896). 1.4 De beoordeling van de totaalscore, bepaald met behulp van onderzoek als bedoeld in 1.3, moet plaatsvinden door gebruik te maken van het inspectieformulier opgenomen in afbeelding 1. Opmerking Het stroomschema (afbeelding 2) gaat uit van een zogenaamde worst-case schatting, waardoor een goedkeuring met deze vereenvoudigde bepalingsmethode nooit tot afkeuring zal leiden bij de toepassing van de referentiemethode. 2. Voorwaarden 2.1 De schatting van het potentiële risico op basis van visuele inspectie als bedoeld in 1.3 wordt uitgevoerd door een deskundig persoon 3 die getraind is in het herkennen en beoordelen van asbesthoudende materialen. 2.2 Bij de schatting van het potentiële risico op basis van visuele inspectie als bedoeld in 1.3 zijn alle op grond van hoofdstuk 4, afdelingen 1 en 4, van het Uit: Staatscourant 1998, nr. 77 / pag. 22 5

6 Arbeidsomstandighedenbesluit in acht genomen. Afbeelding 1. Inspectieformulier vereenvoudigde bepalingsmethode Uit: Staatscourant 1998, nr. 77 / pag. 22 6

7 3. Geldigheidsgebied van de vereenvoudigde methode De vereenvoudigde methode is toepasbaar voor het beoordelen van de volgende categorieën asbesthoudende materialen: a) Hechtgebonden asbesthoudende producten die in goede tot redelijke staat verkeren. Opmerking Toepassing van de in de Regeling Bouwbesluit materialen zal in deze situatie leiden tot een asbestconcentratie beneden de te stellen grenswaarde. b) Ongebonden of slecht gebonden asbesthoudende producten die niet zijn afgescheiden door asbestvrij materiaal. Opmerking Toepassing van de Regeling Bouwbesluit materialen zal in deze situatie leiden tot een asbestconcentratie boven de te stellen grenswaarde. Voor toepassingen van asbesthoudende producten die niet onder de categorieën a of b zijn genoemd (het z.g. grijze gebied ) wordt aanbevolen alsnog de Regeling Bouwbesluit materialen te hanteren. 4. Apparaten, toestellen en hulpmiddelen 4.1 Hulpmiddelen voor de schatting van het potentiële risico op basis van visuele inspectie en het vastleggen van de waarnemingen. * inspectieformulieren * lamp of zaklantaarn * loep * monsterzakjes * pincetten * schaar en mes * tang * holle boor * spuitfles met water * fototoestel * viltstiften en etiketten * plakband * meetlint of afstandmeter * schroevendraaier * impregneermiddel * labjournaals * schrijfgerei 4.2 Veiligheidsartikelen * disposable (wegwerp)overalls * helmen (indien vereist) * afspoelbare overall * disposable overschoenen * veiligheidshandschoenen * P3-overdrukmaskers met filters en laadapparaten * vuilniszakken * plakband en zakken met opschrift asbest gevaarlijk. Bij een visuele inspectie zijn in de regel geen uitgebreide persoonlijke beschermingsmiddelen (veiligheidsartikelen) nodig. Verder is ook het nemen van alle veiligheidsmaatregelen, genoemd onder 4.2, niet altijd nodig bij het nemen van materiaalmonsters als onderdeel van de vereenvoudigde bepalingsmethode. Indien er sprake is van monstername in een ruimte waar geen sprake is van een verhoogde asbestconcentratie, kan worden volstaan met bronmaatregelen om het vrijkomen van asbeststof bij monstername te voorkomen en met het dragen van een weggooioverall en een filtrerend gelaatsstuk kwaliteit P3. Overall en gelaatsstuk mogen slechts één maal worden gebruikt. Toepassing van deze bepalingsmethode leidt voor veelvoorkomende situaties tot de volgende beoordeling: a. binnenruimte met asbestcement golfplaten dakbedekking 10 punten: geen potentieel blootstellingsrisico aanwezig; sanering niet noodzakelijk; b. binnenruimte met asbesthoudende zachtboard plafondplaten 20 punten: mogelijk potentieel blootstellingsrisico aanwezig; testmeting uitvoeren conform referentiebepalingsmethode c. binnenruimte met spuitasbest laag op de wanden en steunbalken 38 punten: potentieel blootstellingsrisico aanwezig; sanering dringend noodzakelijk (direct) 4. Relatie met andere regelgeving De onderhavige regeling heeft een relatie met het Arbeidsomstandighedenbesluit. In dat besluit zijn ter implementatie van de Asbestrichtlijn (83/477/EEG) voorschriften gegeven omtrent het beroepsmatig werken met asbest, waaronder begrepen asbesthoudende materialen. Verder heeft deze regeling een relatie met de voorschriften omtrent het verwijderen van asbest uit een bouwwerk, zoals deze voorschriften zijn gegeven in de gemeentelijke bouwverordening, ontleend aan het Asbestverwijderingsbesluit. Immers, op grond van dat besluit, waar de gemeentelijke bouwverordeningen op grond van artikel 8, achtste lid, van de Woningwet mee in overeenstemming zijn gebracht, moet in het kader van een sloopvergunning onderzoek worden verricht naar waar in een bouwwerk asbest zit ten einde dat op verantwoorde wijze te kunnen laten verwijderen. Dat onderzoek naar en de verwijdering van asbest dient volgens die voorschriften in de meeste gevallen te geschieden door onderscheidenlijk een deskundig asbestonderzoeksbedrijf en een deskundig Uit: Staatscourant 1998, nr. 77 / pag. 22 7

8 asbest-verwijderingsbedrijf. Met name het asbest-onderzoeksbedrijf zal zich ook van de bepalingsmethode, vervat in de onderhavige regeling kunnen bedienen, voor zover dat onderzoek niet alleen is gericht op de plaatsen waar zich asbest bevindt, maar ook op de risico s van de aanwezigheid (of het slopen van) asbesthoudende materialen. 5. Financiële gevolgen Gegeven het feit dat de beroepsmatige toepassing van asbest reeds op grond van het Arbeidsomstandighedenbesluit is verboden, zullen de financiële gevolgen van de onderhavige regeling beperkt zijn. Deze regeling maakt de toepassing van asbest door particulieren in het inwendige van een gebouw nagenoeg onmogelijk. Immers, bij de toepassing van asbest zal de grenswaarde, zoals beschreven in artikel 4.1 (VR-niveau) niet mogen worden overschreden. Ook, wanneer bij de bestaande bouw toepassing wordt gegeven aan één van de bepalingsmethoden, zijn de financiële gevolgen gering, hetgeen hieronder wordt toegelicht. Op basis van de in deze regeling gegeven bepalingsmethode kan immers ook voor de bestaande bouw worden nagegaan of er in een gebouw een voor de gezondheid schadelijke concentratie aan asbest aanwezig is. Dit zal alleen het geval zijn wanneer zich niet-hechtgebonden asbestbevattende materialen in het gebouw bevinden die niet of niet goed zijn afgeschermd. Wanneer dat uit onderzoek mocht blijken, kunnen burgemeester en wethouders overgaan tot het uitvaardigen van een aanschrijving als bedoeld in de artikelen 14 en 17, telkens het eerste lid, van de Woningwet wegens strijd met de nieuwbouwvoorschriften van het Bouwbesluit. De noodzaak van de te treffen voorzieningen moet dan wel in de aanschrijving gemotiveerd zijn. Daarbij is het doorgaans niet nodig de in de regeling beschreven bepalingsmethode toe te passen, hetgeen kostenbesparend is. Gaan burgemeester en wethouders over tot het uitvaardigen van zodanige aanschrijving, dan is de aangeschrevene (de eigenaar of degene die uit anderen hoofde bevoegd is tot het treffen van de voorzieningen waartoe is aangeschreven) op grond van artikel 21, eerste lid, van de Woningwet die aanschrijving uit te voeren binnen de in de aanschrijving gestelde termijn. Indien de aangeschrevene daar niet toe overgaat of, wanneer het een spoedeisend geval is, kunnen burgemeester en wethouders met toepassing van bestuursdwang de aanschrijving voor rekening van de aangeschrevene (laten) uitvoeren. Een en ander is geregeld in de artikelen 21 tot en met 26 van de Woningwet. In zo n situatie heeft de onderhavige regeling ook financiële gevolgen, zij het dat het niet om directe financiële gevolgen gaat. Immers, op grond van de artikelen 14, 17 en 18, telkens het eerste lid, van de Woningwet kunnen burgemeester en wethouders een aanschrijving ook baseren op de zinsnede uit anderen hoofde indien het Bouwbesluit geen grondslag biedt. Nu het Bouwbesluit een grondslag biedt, zal het eventueel aanschrijven wel eenvoudiger zijn. 6. Notificatie De ontwerp-regeling is op 11 december 1997 (notificatienummer 97/0860/NL) gemeld aan de Commissie van de Europese Gemeenschappen ter voldoening aan artikel 8, eerste lid, van richtlijn nr. 83/189/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 28 maart 1983 betreffende een informatieprocedure op het gebied van normen en technische voorschriften (PbEG L 109) (notificatienr. 97/860/NL). De ontwerp-regeling is voorts op 26 januari 1998 (reg.nr.: WTO98/0034) gemeld aan het Secretariaat van de Wereld Handelsorganisatie ter voldoening aan artikel 2, negende lid, van het op 15 april 1994 te Marakech tot stand gekomen verdrag inzake technische handelsbelemmeringen (Trb. 1994, 235). De Europese Commissie, noch enige lidstaat van de Europese Unie heeft binnen de standstill-periode, die op 20 maart 1998 afliep, bezwaren tegen de ontwerp-regeling ingebracht. Ook van de zijde van de Wereld Handelsorganisatie zijn geen bezwaren ingebracht. 7. Inspraak De ontwerp-regeling is toegezonden aan het Overlegplatform Bouwregelgeving, opdat dat platform zijn zienswijze daarover kenbaar kan maken. Verder is de ontwerp-regeling toegezonden aan de Vereniging van Nederlandse Gemeenten. Deze vereniging is gevraagd haar zienswijze op de ontwerp-regeling in te brengen bij het Overlegplatform Bouwregelgeving, opdat ter zake een reactie wordt uitgebracht. Het Overlegplatform Bouwregelgeving heeft in zijn advies van 16 februari 1998 te kennen gegeven te kunnen instemmen met de onderhavige regeling. II. Artikelsgewijs Onderdeel B Artikel 4.1 bevat de grenswaarde die gelijk is gesteld aan het verwaarloosbaar risiconiveau (VR-niveau). In artikel 4.2 is de bepalingsmethode beschreven. Ten aanzien van het tweede lid moet het volgende in ogenschouw worden genomen. Indien het oppervlak aan asbesthoudend materiaal in het containment groter is dan 15 m 2 moet dit worden afgeplakt, waarbij het slechtste gedeelte wordt vrijgelaten. Indien een oppervlak aan asbesthoudend materiaal aanwezig is dat kleiner is dan 5 m 2 is de meetmethode op die situatie niet toegesneden. Dan moet op basis van het in het Bouwbesluit neergelegde gelijkwaardigheidsbeginsel tot een oordeel worden gekomen. Bij toepassing van het derde lid gaat het bijvoorbeeld om losse kasten die voor een wand zijn geplaatst. Opgemerkt wordt nog dat de uitvoering van de meting dient te geschieden met inachtneming van de voorschriften van het Arbeidsomstandighedenbesluit, waaronder de voorschriften dat na uitvoering van de meting alle wanden van het containment moeten worden afgenomen met een natte doek en dat een vrijgave-meting moet worden uitgevoerd conform dat besluit. Pas na vrijgave mag het containment worden afgebroken. In artikel 4.3 zijn de aan te houden voorwaarden neergelegd. De onderdruk, als aangegeven in het tweede lid, is lager dan de druk die tijdens sloopwerkzaamheden wettelijk moet worden aangehouden. De reden Uit: Staatscourant 1998, nr. 77 / pag. 22 8

9 daarvoor is dat een worst-case moet worden nagebootst. Het aanleggen van een lage onderdruk zou er toe leiden dat de te meten asbestvezels worden afgezogen waardoor er een lagere asbestconcentratie wordt gemeten dan er in werkelijkheid aanwezig is. De Staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer, D.K.J. Tommel. 3 Persoon die over een duidelijk aantoonbare ervaring beschikt in het beoordelen van asbesthoudende materialen. Dit kan zowel een externe deskundige zijn als een (milieu)ambtenaar die daartoe een aanvullende instructie heeft ontvangen. Uit: Staatscourant 1998, nr. 77 / pag. 22 9

Regeling Bouwbesluit materialen 1998 VROM

Regeling Bouwbesluit materialen 1998 VROM Regeling Bouwbesluit materialen 1998 VROM 10 juli 1998/Nr. MJZ98067010 Centrale Directie Juridische Zaken Afdeling Wetgeving De Staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer,

Nadere informatie

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz. Besluit van 16 december 2005, houdende vaststelling van regels voor het inventariseren van asbest en het verwijderen van asbest in het algemeen en uit een bouwwerk in het bijzonder en in verband hiermee

Nadere informatie

Samenvatting. Achtergrond

Samenvatting. Achtergrond Samenvatting Achtergrond Blootstelling aan asbest kan in diverse organen kanker veroorzaken. Het meest voorkomende gevolg is longvlies- en buikvlieskanker (mesothelioom) en longkanker. Omdat beide typen

Nadere informatie

Rapport NEN 2991 blootstellingsonderzoek inkaderingsonderzoek

Rapport NEN 2991 blootstellingsonderzoek inkaderingsonderzoek Rapport NEN 2991 blootstellingsonderzoek inkaderingsonderzoek versie 2 - december 2014 NEN 2991 onderzoek in/aan: De sportschool gelegen aan de Noordeind 88 te 7815 PE Emmen Opdrachtgever Naam Loon- en

Nadere informatie

Beleidsregels voor de uitvoering van artikel 7A van de Woningwet

Beleidsregels voor de uitvoering van artikel 7A van de Woningwet Beleidsregels voor de uitvoering van artikel 7A van de Woningwet VROM Circulaire De beleidsregels voor de uitvoering van artikel 7a van de Woningwet van 29 januari 1999 zijn toegevoegd aan de circulaire

Nadere informatie

Besluit van. tot intrekking Asbestbesluit milieubeheer

Besluit van. tot intrekking Asbestbesluit milieubeheer Besluit van tot intrekking Asbestbesluit milieubeheer Op de voordracht van de Staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer van, nr. MJZ, Directie Juridische Zaken, Afdeling

Nadere informatie

2015 no. 58 AFKONDIGINGSBLAD VAN ARUBA

2015 no. 58 AFKONDIGINGSBLAD VAN ARUBA 2015 no. 58 AFKONDIGINGSBLAD VAN ARUBA MINISTERIЁLE REGELING van 2 december 2015 ter uitvoering van artikel 2, tweede lid, van de Veiligheidsverordening (AB 1990 no. GT 31) (Regeling asbestverwijdering)

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds De Arbeidsomstandighedenregeling wordt als volgt gewijzigd:

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds De Arbeidsomstandighedenregeling wordt als volgt gewijzigd: STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 67085 12 december 2016 Regeling van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 2 december 2016, 2016-0000258315,

Nadere informatie

De Raad van State gehoord (advies van, nr. ); HEBBEN GOEDGEVONDEN EN VERSTAAN:

De Raad van State gehoord (advies van, nr. ); HEBBEN GOEDGEVONDEN EN VERSTAAN: Concept Besluit van... houdende wijziging van het Besluit stortplaatsen en stortverboden afvalstoffen (zeer laag radioactief afval) Op de voordracht van de Staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke

Nadere informatie

Verkennende risicobeoordeling conform NEN 2991

Verkennende risicobeoordeling conform NEN 2991 Burgemeester Verderlaan 17 3544 AD Utrecht 030-3040084 www.afrs.nl IBAN: NL37RABO0184877121 KvK Midden-Nederland 60.784.318 BTW NL 854058692B01 Verkennende risicobeoordeling conform NEN 2991 Erven Treffers

Nadere informatie

NEN-2991 Onderwerp en toepassingsgebied

NEN-2991 Onderwerp en toepassingsgebied Inhoud Onderwerp en toepassingsgebied Verwijzingen naar normen Beoordeling van de potentiële blootstelling Bepaling van de actuele blootstelling Kwaliteit en veiligheid Stripmonsters Beoordeling van de

Nadere informatie

Toelichting. I. Algemeen. 1. Inleiding

Toelichting. I. Algemeen. 1. Inleiding Toelichting I. Algemeen 1. Inleiding Aanleiding voor deze regeling is de wet van 21 juni 2001 houdende wijziging van de Wet milieubeheer (structuur beheer afvalstoffen) (Stb. 346) die op 8 mei 2002 in

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 1997 459 Beschikking van de Minister van Justitie van 9 oktober 1997, houdende plaatsing in het Staatsblad van de tekst van het Besluit luchtkwaliteit

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 1999 122 Wet van 25 februari 1999 tot wijziging van de Wet milieubeheer, de Wet rampen en zware ongevallen en de Arbeidsomstandighedenwet ter uitvoering

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 1999 429 Besluit van 23 september 1999, houdende wijziging van het Warenwetbesluit Bereiding en behandeling van levensmiddelen en van het Warenwetbesluit

Nadere informatie

Stasco Environmental Research B.V. Tav: dhr D. Hendriks Aalscholverstraat 37 1444 VP Purmerend. Uw kenmerk Ons kenmerk Rotterdam 2013008766.

Stasco Environmental Research B.V. Tav: dhr D. Hendriks Aalscholverstraat 37 1444 VP Purmerend. Uw kenmerk Ons kenmerk Rotterdam 2013008766. Stasco Environmental Research B.V. Tav: dhr D. Hendriks Aalscholverstraat 37 1444 VP Purmerend Uw kenmerk Ons kenmerk Rotterdam - 2013008766.1 13-03-13 Betreft: resultaten asbestonderzoek Van Ijsendijkstraat

Nadere informatie

https://zoek.officielebekendmakingen.nl/stb html

https://zoek.officielebekendmakingen.nl/stb html Aanpassingen Arbeidsomstandighedenbesluit (Hoofdstuk 4, Afdeling 5) inzake asbestgrenswaarden en risicoklasse-indeling asbest (en deskundigheidseis DIA) Situatie per 1-1-2017. Aan deze tekst kunnen geen

Nadere informatie

Rapportnummer: 08022008-1-4/4437/DG Projectcode: HBA001-1-4. Bijlage 1: Overzichtstekening(en)

Rapportnummer: 08022008-1-4/4437/DG Projectcode: HBA001-1-4. Bijlage 1: Overzichtstekening(en) Bijlage 1: Overzichtstekening(en) Bijlage 2: Fotoreportage Fotoreportage: Foto 1: M1, plaat op deur Foto 2: M2, golfplaten Foto 3: VH1, buis lang achtergevel Foto 4: VH2, plaat in open haard Foto 5: VH3,

Nadere informatie

Beleidsregels aanbesteding van werken 2005

Beleidsregels aanbesteding van werken 2005 Beleidsregels aanbesteding van werken 2005 Beleidsregels van de Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer, de Minister van Verkeer en Waterstaat, de Staatssecretaris van Defensie

Nadere informatie

https://zoek.officielebekendmakingen.nl/stb html

https://zoek.officielebekendmakingen.nl/stb html Aanpassingen Arbeidsomstandighedenbesluit (Hoofdstuk 4, Afdeling 5) inzake asbestgrenswaarden en risicoklasse-indeling asbest (en deskundigheidseis DIA) Situatie per 1-1-2017. Aan deze tekst kunnen geen

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds De Arbeidsomstandighedenregeling wordt als volgt gewijzigd:

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds De Arbeidsomstandighedenregeling wordt als volgt gewijzigd: STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 17996 27 juni 2014 Regeling van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 23 juni 2014, 2014-0000088548 tot

Nadere informatie

STAATSCOURANT. Nr

STAATSCOURANT. Nr STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 30107 14 september 2015 Regeling van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 8 september 2015, nr. 2015-0000245143,

Nadere informatie

Rapport LUCHT- en KLEEFMONSTER ONDERZOEK ASBEST conform NEN 2991

Rapport LUCHT- en KLEEFMONSTER ONDERZOEK ASBEST conform NEN 2991 Rapport LUCHT en KLEEFMONSTER ONDERZOEK ASBEST conform NEN 2991 School De Wielstraat 6 te Beusichem Onderzoek identificatie Projectnummer: 773344 Autorisatiedatum: 22 januari 2015 Opdrachtgever: Intersell

Nadere informatie

Op de voordracht van Onze Minister voor Wonen en Rijksdienst van 2013, nr. ;

Op de voordracht van Onze Minister voor Wonen en Rijksdienst van 2013, nr. ; Besluit van tot wijziging van het Bouwbesluit 2012 betreffende de uitvoering van de verordening bouwproducten Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau,

Nadere informatie

Programma. 1. Voordracht new age in de asbestsector : Jan van Willigenburg

Programma. 1. Voordracht new age in de asbestsector : Jan van Willigenburg bme.nl Programma 1. Voordracht new age in de asbestsector : Jan van Willigenburg 2. Intervisie asbestcasussen Regionaal Overleg Asbest voor gemeenten (ROA): Cees Verkade en Jan van Willigenburg bme.nl

Nadere informatie

Arbeidsomstandighedenbesluit Geldend van t/m heden

Arbeidsomstandighedenbesluit Geldend van t/m heden De wegwijzer naar informatie en diensten van alle overheden Arbeidsomstandighedenbesluit Geldend van 0-0-0 t/m heden Afdeling. Aanvullende voorschriften asbest. Definities en toepasselijkheid Artikel..

Nadere informatie

datum x kenmerk x uw kenmerk/brief van x doorkiesnummer x R41/ 010 284 8664

datum x kenmerk x uw kenmerk/brief van x doorkiesnummer x R41/ 010 284 8664 datum x kenmerk x uw kenmerk/brief van x doorkiesnummer x R41/ 010 284 8664 onderwerp x X behandeld door/e-mail x sloopvergunning (nummer 20090194) verwijderen asbesthoudend plafond Wormerhoek W.L.G. Bolleboom

Nadere informatie

houdende wijziging van het Voertuigreglement in verband met de invoering van typegoedkeuringseisen voor landbouw- of bosbouwtrekkers categorie T4.

houdende wijziging van het Voertuigreglement in verband met de invoering van typegoedkeuringseisen voor landbouw- of bosbouwtrekkers categorie T4. Besluit van houdende wijziging van het Voertuigreglement in verband met de invoering van typegoedkeuringseisen voor landbouw- of bosbouwtrekkers categorie T4.2 Op de voordracht van Onze Minister van Verkeer

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Nr. Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. 109 17 juni 2009 Regeling van de Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer van 8 juni 2009,

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 51173 3 oktober 2016 Advies Raad van State inzake het ontwerp van een algemene maatregel van bestuur tot wijziging van

Nadere informatie

Asbest Jan W.C. van Willigenburg (beleid en communicatie) BME Asbestconsult BV Vianen

Asbest Jan W.C. van Willigenburg (beleid en communicatie) BME Asbestconsult BV Vianen De Huurdersvereniging van Portaal Nijmegen (HvPN) Asbest Jan W.C. van Willigenburg (beleid en communicatie) BME Asbestconsult BV Vianen Programma Wat is asbest? Risico s en normen Toepassingen Voorbeelden

Nadere informatie

tot wijziging van het Besluit kerninstallaties, splijtstoffen en ertsen (nucleaire drukapparatuur)

tot wijziging van het Besluit kerninstallaties, splijtstoffen en ertsen (nucleaire drukapparatuur) Besluit van tot wijziging van het Besluit kerninstallaties, splijtstoffen en ertsen (nucleaire drukapparatuur) Op de voordracht van de Staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer,

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2003 62 Wet van 6 februari 2003 tot wijziging van de Bestrijdingsmiddelenwet 1962 (verbetering van de handhaving en bepalingen inzake uitbreidingstoelatingen)

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2014 217 Besluit van 5 juni 2014 tot wijziging van het Arbeidsomstandighedenbesluit in verband met de herziening van de grenswaarden voor asbest alsmede

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 36206 28 juni 2019 Regeling van de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van 26 juni 2019, nr. 2019-0000343502,

Nadere informatie

Asbest, hoe zit het nu echt?

Asbest, hoe zit het nu echt? Asbest, hoe zit het nu echt? Door: Hans de Jong Programma Korte introductie Search/SGS; Inleiding asbest; Waar asbest aan te treffen; Wettelijk kader; Wat is asbest? Grieks asbestos Onverwoestbaar Onvergankelijk

Nadere informatie

Kleefmonstername conform NEN Straatsburgflat Omgeving Straatsburgflat te Uithoorn

Kleefmonstername conform NEN Straatsburgflat Omgeving Straatsburgflat te Uithoorn Kleefmonstername conform NEN-2991-2005 Straatsburgflat Omgeving Straatsburgflat te Uithoorn Oesterbaai Midden BV Regio Midden De Limiet 28 4131 NR Vianen The Netherlands T+31 (0)347-370 255 Iwww.oesterbaai.nl

Nadere informatie

Achtergrond. Ministerie van SZW. Suzanne Spaan, Jody Schinkel, Peter Tromp

Achtergrond. Ministerie van SZW. Suzanne Spaan, Jody Schinkel, Peter Tromp Notitie Aan Ministerie van SZW Van Suzanne Spaan, Jody Schinkel, Peter Tromp Earth, Life & Social Sciences Utrechtseweg 48 3704 HE Zeist Postbus 360 3700 AJ Zeist www.tno.nl T +31 88 866 60 00 F +31 88

Nadere informatie

Instructie voor ambtenaren Bouw- en Woningtoezicht.

Instructie voor ambtenaren Bouw- en Woningtoezicht. CVDR Officiële uitgave van Deventer. Nr. CVDR14362_1 15 maart 2016 Instructie voor ambtenaren Bouw- en Woningtoezicht. HOOFDSTUK I ALGEMENE BEPALINGEN Artikel 1 In deze instructie wordt verstaan onder:

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2014 2015 33 662 Wijziging van de Wet bescherming persoonsgegevens en enige andere wetten in verband met de invoering van een meldplicht bij de doorbreking

Nadere informatie

(Regeling formulieren Leegstandwet)

(Regeling formulieren Leegstandwet) VROM Regeling formulieren Leegstandwet Regeling van de Minister van Volkshuisvesting, van 3 mei 2005, Directie Juridische Zaken, Afdeling Wetgeving, nr. MJZ2005052804, houdende vaststelling van de modellen,

Nadere informatie

Besluit van 24 maart 2005, houdende regels voor verpakkingen, verpakkingsafval, papier en karton (Besluit beheer verpakkingen en papier en karton)

Besluit van 24 maart 2005, houdende regels voor verpakkingen, verpakkingsafval, papier en karton (Besluit beheer verpakkingen en papier en karton) (Tekst geldend op: 02-08-2007) Besluit van 24 maart 2005, houdende regels voor verpakkingen, verpakkingsafval, papier en karton (Besluit beheer verpakkingen en papier en karton) Wij Beatrix, bij de gratie

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2008 2009 31 991 Wijziging van oek 5 van het urgerlijk Wetboek en de Woningwet in verband met het plegen van onderhoud door verenigingen van eigenaars Nr.

Nadere informatie

Asbest in gemeentelijke gebouwen. Een praktisch handvat voor het omgaan met asbest

Asbest in gemeentelijke gebouwen. Een praktisch handvat voor het omgaan met asbest Asbest in gemeentelijke gebouwen Een praktisch handvat voor het omgaan met asbest Bezit uw gemeente gebouwen waarin asbest is verwerkt? Het kan voorkomen dat u als gemeentelijke gebouwbeheerder met asbest

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2016 340 Besluit van 19 september 2016 tot wijziging van het Arbeidsomstandighedenbesluit in verband met de herziening van een grenswaarde voor asbest,

Nadere informatie

Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo)

Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) 29 Wet van 6 november 2008, houdende regels inzake een vergunningstelsel met betrekking tot activiteiten die van invloed zijn op de fysieke leefomgeving en inzake handhaving van regelingen op het gebied

Nadere informatie

Interpretatiedocument Sloopmelding m.b.t. reparatie- of mutatieonderhoudswerkzaamheden

Interpretatiedocument Sloopmelding m.b.t. reparatie- of mutatieonderhoudswerkzaamheden In welke situaties zijn reparatie- of mutatieonderhoudswerkzaamheden van toepassing? Interpretatiedocument Sloopmelding m.b.t. reparatie- of mutatieonderhoudswerkzaamheden Omgevingsdienst NL - Werkkamer

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2010 2011 32 424 Wijziging van de Wet personenvervoer 2000, houdende regels ter bevordering van de kwaliteit in het taxivervoer A GEWIJZIGD VOORSTEL VAN

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 1995 361 Besluit van 27 juni 1995 tot wijziging van een aantal algemene maatregelen van bestuur met het oog op de uitvoering van de Overeenkomst betreffende

Nadere informatie

ONTWERPBESLUIT. aan de aanvraag planologische medewerking kan worden verleend middels het nemen van een projectbesluit;

ONTWERPBESLUIT. aan de aanvraag planologische medewerking kan worden verleend middels het nemen van een projectbesluit; ONTWERPBESLUIT Projectbesluit Bokt 19 en besluit reguliere bouwvergunning (10/1132/1111649) Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Eindhoven; gezien de op 1 april 2010 ingekomen aanvraag

Nadere informatie

Financiële consequenties Naar wij verwachten zal uit de voorgestelde wijzigingen geen meer- of minderopbrengst voortvloeien.

Financiële consequenties Naar wij verwachten zal uit de voorgestelde wijzigingen geen meer- of minderopbrengst voortvloeien. rv 86 Gemeentelijke Belastingdienst nr. 0008140 RIS 73637_000330 Den Haag, 24 maart 2000 Aan de gemeenteraad Wijziging Legesverordening. De inwerkingtreding van de herziene Wet op de Ruimtelijke Ordening

Nadere informatie

Blootstellingsonderzoek door middel van luchtmonsters

Blootstellingsonderzoek door middel van luchtmonsters Blootstellingsonderzoek door middel van luchtmonsters (analyse conform NEN 2991:2015) Pakking Projectgegevens: Projectnummer: PLM1602 Locatie onderzoek: Oude IJsselweg 14 te Etten Datum onderzoek: 8 maart

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2016 448 Wet van 14 november 2016 tot wijziging van de Gezondheidswet en de Jeugdwet teneinde een mogelijkheid op te nemen tot openbaarmaking van

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2002 461 Wet van 20 juni 2002 tot wijziging van de Bestrijdingsmiddelenwet 1962 (implementatie biociden richtlijn) Wij Beatrix, bij de gratie Gods,

Nadere informatie

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA Den Haag

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA Den Haag > Retouradres Postbus 30941 2500 GX Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA Den Haag Rijnstraat 8 Postbus 30941 2500 GX Den Haag www.vrom.nl Betreft Beantwoording

Nadere informatie

Artikel 45 Woningwet en artikel 3.22 Wet ruimtelijke ordening

Artikel 45 Woningwet en artikel 3.22 Wet ruimtelijke ordening Tijdelijke bouwvergunning en tijdelijke ontheffing Artikel 45 Woningwet en artikel 3.22 Wet ruimtelijke ordening Burgemeester en Wethouders van Texel; beschikkende op de aanvraag om een bouwvergunning

Nadere informatie

OMGEVINGSVERGUNNING VOORBLAD

OMGEVINGSVERGUNNING VOORBLAD VOORBLAD Besluit Burgemeester en wethouders hebben op 6 december 2013 een aanvraag voor een omgevingsvergunning ontvangen voor het plaatsen van 2 'te koop' borden. De aanvraag gaat over diverse locaties

Nadere informatie

ONTWERP OMGEVINGSVERGUNNING LET OP! Dit is nog geen omgevingsvergunning. Hiermee kunt u nog niet starten met de werkzaamheden.

ONTWERP OMGEVINGSVERGUNNING LET OP! Dit is nog geen omgevingsvergunning. Hiermee kunt u nog niet starten met de werkzaamheden. VOORBLAD Besluit Burgemeester en wethouders hebben op 12 september een aanvraag voor een omgevingsvergunning ontvangen voor het plaatsen van een. De aanvraag gaat over nabij Van Heemstraweg 2 te Weurt

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2005 2006 29 874 (R 1777) Goedkeuring en uitvoering van de op 17 december 1991 te München tot stand gekomen Akte tot herziening van artikel 63 van het Verdrag

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2009 533 Besluit van 30 november 2009, houdende wijziging van het Warenwetbesluit algemene chemische produktveiligheid in verband met verordening

Nadere informatie

De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid BESLUIT:

De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid BESLUIT: Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Besluit van de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, van 6 maart 2006, Directie Arbeidsomstandigheden, nr. ARBO/A&V/2006/14012 houdende/tot

Nadere informatie

Op de voordracht van de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van [[Datum openlaten]], nr. [[nr invullen]],);

Op de voordracht van de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van [[Datum openlaten]], nr. [[nr invullen]],); Ontwerpbesluit van, houdende redactionele en beperkte beleidswijzigingen van het Arbeidsomstandighedenbesluit en enkele Warenwetbesluiten Op de voordracht van de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Nadere informatie

Wijzigingsverordening tot 10 e wijziging van de Verordening op de heffing en de invordering van leges 2000

Wijzigingsverordening tot 10 e wijziging van de Verordening op de heffing en de invordering van leges 2000 D E RAAD DER GEMEENTE HAREN, gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 12 augustus 2008; gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdeel b, van de Gemeentewet; b e s

Nadere informatie

D *D * Besluit op aangevraagde omgevingsvergunning (geweigerd)

D *D * Besluit op aangevraagde omgevingsvergunning (geweigerd) D161278889 *D161278889* Besluit op aangevraagde omgevingsvergunning (geweigerd) Wij hebben op 20 juni 2016 een aanvraag voor een omgevingsvergunning ontvangen van: voor het plaatsen van een parasoldoek

Nadere informatie

8 juli 2014 Mevrouw B. Bartelds mei 2013 Projectomgevingsvergunning

8 juli 2014 Mevrouw B. Bartelds mei 2013 Projectomgevingsvergunning 8 juli 2014 Mevrouw B. Bartelds 2013-0068 0595 42 1140 2 mei 2013 Projectomgevingsvergunning (Adres) (Aanhef), Burgemeester en wethouders hebben op 2 mei 2013 een aanvraag voor een omgevingsvergunning

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2013 462 Besluit van 11 november 2013, houdende wijziging van het Bouwbesluit 2012 betreffende de uitvoering van de verordening bouwproducten 0 Wij

Nadere informatie

Lucht- en asbestlaboratorium

Lucht- en asbestlaboratorium Lucht- en asbestlaboratorium Translab doet onderzoek naar de aanwezigheid van asbest in lucht, in water, puin, afval, pasteuze stoffen en andere. Translab is tevens gespecialiseerd in het inspecteren van

Nadere informatie

LICHTE BOUWVERGUNNING

LICHTE BOUWVERGUNNING Reg. Nummer: 4881 LICHTE BOUWVERGUNNING BURGEMEESTER EN WETHOUDERS VAN DORDRECHT, Gelezen de op 9 april 2008 ingekomen aanvraag van de heer C. Heuverling, Romboutslaan Dordrecht om aan aanvrager lichte

Nadere informatie

Blootstellingsonderzoek door middel van luchtmonsters

Blootstellingsonderzoek door middel van luchtmonsters Blootstellingsonderzoek door middel van luchtmonsters (analyse conform NEN 2991:2015) Remschoenen Projectgegevens: Projectnummer: PLM1994-1 v2 Locatie onderzoek: Oude IJsselweg 14 te Etten Datum onderzoek:

Nadere informatie

3 december 1992, houdende plaatsing in het

3 december 1992, houdende plaatsing in het Beschikking van de Minister van Justitie van 3 december 1992, houdende plaatsing in het Staatsblad van de tekst van de Wet verontreiniging zeewater (Stb. 1981,695), zoals deze luidt na wijziging krachtens

Nadere informatie

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz. B e s l u i t g e l u i d s b e l a s t i n g g r o t e l u c h t v a a r t Besluit van 17 december 1996, houdende vaststelling van grenswaarden voor de geluidsbelasting binnen en buiten de geluidszones

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2005 2006 30 438 Wijziging van de Wegenverkeerswet 1994 in verband met de wijziging in de procedure betreffende de aanvraag en afgifte van rijbewijzen Nr.

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 12040 30 april 2015 Regeling van de Staatssecretaris van Economische Zaken van 28 april 2015, nr. WJZ / 14188328, tot

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2008 325 Besluit van 15 juli 2008, houdende wijziging van het Bouwbesluit 2003 (aanscherping energieprestatiecoëfficiënt voor niet tot bewoning bestemde

Nadere informatie

* * * *

* * * * *18-0011304* *18-0011304* Omgevingsvergunning Kenmerk : WABO-2017-0118 Aanvraagnummer (OLO) : 2818780 Aanvrager : R.A.G. van Gool Onderwerp : tijdelijk - persoonsgebonden- gedoogbeschikking ten behoeve

Nadere informatie

ASBESTINVENTARISATIE PLANGEBIED ODIJK-WEST

ASBESTINVENTARISATIE PLANGEBIED ODIJK-WEST Dit is een rapportage van een asbestinventarisatie op basis van inschattingen vanaf luchtfoto s met een veldinspectie vanaf de openbare weg. Er zijn geen percelen betreden en er heeft geen monstername

Nadere informatie

Besluit tot het vaststellen van de subsidieverordening Asbest van het dak Noord-Beveland

Besluit tot het vaststellen van de subsidieverordening Asbest van het dak Noord-Beveland Besluit tot het vaststellen van de subsidieverordening Asbest van het dak Noord-Beveland 2018-2019 De gemeenteraad van Noord-Beveland, Gezien het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 13 maart 2018;

Nadere informatie

OMGEVINGSVERGUNNING Datum: 11 november 2014

OMGEVINGSVERGUNNING Datum: 11 november 2014 OMGEVINGSVERGUNNING Datum: 11 november 2014 Burgemeester en wethouders hebben op 14 januari 2013 een aanvraag voor een omgevingsvergunning ontvangen voor het legaliseren van appartementen. De aanvraag

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STTSCOURNT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 34076 3 december 2014 Regeling van de Minister voor Wonen en Rijksdienst van 24 november 2014, nr. 2014-000023518, houdende

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 1995 37 Besluit van 23 januari 1995, houdende regelen als bedoeld in artikel 3a, eerste lid, van de Bestrijdingsmiddelenwet 1962 (Besluit milieutoelatingseisen

Nadere informatie

Model Leegstandverordening

Model Leegstandverordening Model Leegstandverordening De raad van de gemeente - naam-, gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van, nr ; gelet op artikel 149 van de Gemeentewet en artikel 2 van de Leegstandwet;

Nadere informatie

Blootstellingsonderzoek door middel van luchtmonsters

Blootstellingsonderzoek door middel van luchtmonsters Blootstellingsonderzoek door middel van luchtmonsters (analyse conform NEN 2991:2015) Remblokken Projectgegevens: Projectnummer: PLM1994-2 Locatie onderzoek: Oude IJsselweg 14 te Etten Datum onderzoek:

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2008 388 Besluit van 28 augustus 2008, houdende wijziging van het Warenwetbesluit attractie- en speeltoestellen (WAS) teneinde regels te stellen over

Nadere informatie

1. definitie voor asbestverontreiniging ( besmetting )

1. definitie voor asbestverontreiniging ( besmetting ) 1. definitie voor asbestverontreiniging ( besmetting ) Asbestverontreiniging ( besmetting *): het aantreffen van visueel zichtbare restanten asbesthoudend materiaal en/of het aanwezig zijn van asbestvezels

Nadere informatie

ONJUISTE AANLEIDING Vaak vindt het advies voor het uitvoeren van een NEN 2991 niet op objectieve gronden plaats.

ONJUISTE AANLEIDING Vaak vindt het advies voor het uitvoeren van een NEN 2991 niet op objectieve gronden plaats. RIR Publicatie NEN 2991 weggegooid geld? ONJUISTE AANLEIDING Vaak vindt het advies voor het uitvoeren van een NEN 2991 niet op objectieve gronden plaats. Deels wordt dit veroorzaakt door: de emotionele

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2008 444 Besluit van 3 november 2008, houdende wijziging van het Besluit draagbare blustoestellen 1997 Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der

Nadere informatie

Omgevingsvergunning. De omgevingsvergunning wordt verleend onder de bepaling dat de gewaarmerkte stukken en bijlagen deel uitmaken van de vergunning.

Omgevingsvergunning. De omgevingsvergunning wordt verleend onder de bepaling dat de gewaarmerkte stukken en bijlagen deel uitmaken van de vergunning. Dossiernummer: 2011/16386 Omgevingsvergunning Burgemeester en wethouders van Zundert zijn voornemens om overeenkomstig de besluitvormingsprocedure als bedoeld in artikel 3.10 van de Wet algemene bepalingen

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2006 2007 30 595 Wijziging van artikel 247 van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek, de Uitvoeringswet huurprijzen woonruimte en enkele andere wetten als gevolg

Nadere informatie

Zaaknummer: Vergunninghouder: Projectomschrijving: Overwegingen Activiteit: Bouwen

Zaaknummer: Vergunninghouder: Projectomschrijving: Overwegingen Activiteit: Bouwen Zaaknummer: 822352 Vergunninghouder: Maatschap Kloosterman Projectomschrijving: het ontwikkelen van een zonnepanelenpark op het perceel Middenraai 22 te NIEUWEROORD, kadastraal bekend gemeente Westerbork,

Nadere informatie

FAQ n.a.v. de wijzigingen in de grenswaarde van asbest amfibolen en de risicoklassen. Achtergrond. Risicoklassen

FAQ n.a.v. de wijzigingen in de grenswaarde van asbest amfibolen en de risicoklassen. Achtergrond. Risicoklassen FAQ n.a.v. de wijzigingen in de grenswaarde van asbest amfibolen en de risicoklassen Aangepast: 17 november 2016 Achtergrond 1) Waarom wordt de grenswaarde voor asbest amfibolen verlaagd? De grenswaarde

Nadere informatie

Ontwerpbeschikking d.d. 6 september 2012 Omgevingvergunning L

Ontwerpbeschikking d.d. 6 september 2012 Omgevingvergunning L Ontwerpbeschikking d.d. 6 september 2012 Omgevingvergunning L20120260 Grietenij 22 verplaatsen van 24 spaceboxen (tijdelijk) en handelen in strijd met regels ruimtelijke ordening (tijdelijk) Sjoerd van

Nadere informatie

Regeling uitvoering Besluit typekeuring luchtverontreiniging trekkers en motoren voor mobiele machines

Regeling uitvoering Besluit typekeuring luchtverontreiniging trekkers en motoren voor mobiele machines (Tekst geldend op: 30-12-2008) Regeling uitvoering Besluit typekeuring luchtverontreiniging trekkers en motoren voor mobiele machines De Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer,

Nadere informatie

Rapport NEN2991 (Risicobeoordeling) Rozenstraat 15 te Zutphen

Rapport NEN2991 (Risicobeoordeling) Rozenstraat 15 te Zutphen Rapport NEN2991 (Risicobeoordeling) Rozenstraat 15 te Zutphen Projectnummer: 2018-0001 NEN2991 Autorisatiedatum: 12-01-2018 Opdrachtgever: Rabobank Oosttolland Omschrijving: Blok met woningen Project nr.

Nadere informatie

Omgevingsvergunning. De omgevingsvergunning wordt verleend onder de bepaling dat de hieronder genoemde stukken deel uitmaken van de vergunning:

Omgevingsvergunning. De omgevingsvergunning wordt verleend onder de bepaling dat de hieronder genoemde stukken deel uitmaken van de vergunning: inn i in MI ii mm ii ii OOG O O Omgevingsvergunning Burgemeester en wethouders hebben op 29 juli 2013 een aanvraag om een omgevingsvergunning ontvangen voor het bouwen van een woning met bijgebouw. De

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2005 233 Wet van 28 april 2005 tot wijziging van de Wet milieubeheer en de Wet op de economische delicten ten behoeve van de invoering van een systeem

Nadere informatie

Ontwerp-Asbestverwijderingsbesluit 2005

Ontwerp-Asbestverwijderingsbesluit 2005 VROM, SZW Ontwerp-Asbestverwijderingsbesluit 2005 Ontwerpbesluit houdende vaststelling van regels voor het inventariseren van asbest en het verwijderen van asbest in het algemeen en uit en bouwwerk in

Nadere informatie

Risicobeoordeling Asbest in stof en lucht

Risicobeoordeling Asbest in stof en lucht Risicobeoordeling Asbest in stof en lucht Breestraat 76-80 te Leiden Behoort bij beschikking van Burgemeester en Wethouders van Leiden BV. 111529 161704 projectnummer : PAV-17563 locatieomschrijving :

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2001 264 Besluit van 23 mei 2001, houdende wijziging van het Warenwetbesluit Vlees, gehakt en vleesproducten Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin

Nadere informatie

Op de voordracht van Onze Minister van Justitie van.. augustus 2005, directie Wetgeving, nr. /05/6;

Op de voordracht van Onze Minister van Justitie van.. augustus 2005, directie Wetgeving, nr. /05/6; BEATRIX Besluit van houdende wijziging van het Besluit alcoholonderzoeken in verband met de toepassing van dit besluit op onderzoeken bij beginnende bestuurders van motorrijtuigen als bedoeld in artikel

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 17546 28 juni 2013 Regeling van de Minister voor Wonen en Rijksdienst van 21 juni 2013, nr. 2013-0000352681 tot wijziging

Nadere informatie