RAAD VA DE EUROPESE U IE. Brussel, 16 juli 2012 (17.07) (OR. en) 12649/12 E ER 350 E V 619 DELACT 40

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "RAAD VA DE EUROPESE U IE. Brussel, 16 juli 2012 (17.07) (OR. en) 12649/12 E ER 350 E V 619 DELACT 40"

Transcriptie

1 RAAD VA DE EUROPESE U IE Brussel, 16 juli 2012 (17.07) (OR. en) 12649/12 E ER 350 E V 619 DELACT 40 I GEKOME DOCUME T van: de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie ingekomen: 13 juli 2012 aan: de heer Uwe CORSEPIUS, secretaris-generaal van de Raad van de Europese Unie Nr. Comdoc.: C(2012) 4641 final Betreft: GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) Nr. /.. VAN DE COMMISSIE van houdende aanvulling van Richtlijn 2010/30/EU van het Europees Parlement en de Raad met betrekking tot de energie-etikettering van elektrische lampen en verlichtingsarmaturen Hierbij gaat voor de delegaties Commissiedocument C(2012) 4641 final Bijlage: C(2012) 4641 final 12649/12 jg DG E L

2 EUROPESE COMMISSIE Brussel, C(2012) 4641 final GEDELEGEERDE VERORDE I G (EU) r. /.. VA DE COMMISSIE van houdende aanvulling van Richtlijn 2010/30/EU van het Europees Parlement en de Raad met betrekking tot de energie-etikettering van elektrische lampen en verlichtingsarmaturen (Voor de EER relevante tekst) NL NL

3 TOELICHTI G 1. ACHTERGRO D VA DE GEDELEGEERDE HA DELI G Motivering en doelstellingen van het voorstel Het milieueffect van lampen voor verlichting in de EU is significant, met name het elektriciteitsverbruik ervan tijdens het gebruik, dat werd geschat op 344 TWh per jaar in 2007 of 138 Mt CO 2 -equivalent. Om consumenten in staat te stellen lampen met een groter energierendement te kopen, zijn bij Richtlijn 98/11/EG 1 van de Commissie verplichte eisen vastgesteld wat de etikettering van het energieverbruik van lampen voor huishoudelijk gebruik betreft (met uitzondering van gerichte lampen) in het kader van Richtlijn 92/75/EEG betreffende de energie-etikettering van huishoudelijke apparaten 2 (inmiddels vervangen door Richtlijn 2010/30/EU van het Europees Parlement en de Raad betreffende de energie-etikettering van energiegerelateerde producten 3 ). De regeling voorzag in standaardinformatie over het energieverbruik van (niet-gerichte) lampen voor huishoudelijk gebruik door de producten in een schaal van A tot en met G in te delen. Verordeningen (EG) nr. 244/ en 245/ van de Commissie bevatten bepalingen tot uitvoering van Richtlijn 2009/125/EG 6 van het Europees Parlement en de Raad betreffende eisen inzake ecologisch ontwerp voor niet-gerichte lampen voor huishoudelijk gebruik en voor lampen die doorgaans worden gebruikt in professionele verlichting. Een verordening betreffende ecologisch ontwerp voor gerichte lampen is eveneens gepland. De uitvoeringsmaatregelen betreffende ecologisch ontwerp breiden het toepassingsgebied van het energie-efficiëntiebeleid van de EU inzake verlichtingsproducten uit tot de professionele sector, alsmede tot gerichte lampen, en hervormen de markt door de eisen inzake minimaal energierendement voor verlichtingsproducten te verscherpen. Om deze redenen moeten de uitvoeringsmaatregelen gepaard gaan met de vervanging van Richtlijn 98/11/EG door een gedelegeerde handeling, overeenkomstig Richtlijn 2010/30/EU, die een groter toepassingsgebied en een herziene schaal voor de energie-etikettering van elektrische lampen invoert PB L 71 van , blz. 1. PB L 297 van , blz. 16. PB L 153 van , blz. 1. Verordening (EG) nr. 244/2009 van de Commissie van 18 maart 2009 houdende uitvoeringsbepalingen van Richtlijn 2005/32/EG van het Europees Parlement en de Raad voor het vaststellen van eisen inzake ecologisch ontwerp voor niet-gerichte lampen voor huishoudelijk gebruik, PB L 76 van , blz. 3, gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 859/2009 van de Commissie, PB L 247 van , blz. 3. Verordening (EG) nr. 245/2009 van de Commissie van 18 maart 2009 tot uitvoering van Richtlijn 2005/32/EG van het Europees Parlement en de Raad betreffende eisen inzake ecologisch ontwerp voor fluorescentielampen zonder ingebouwd voorschakelapparaat, voor hogedrukgasontladingslampen en voor voorschakelapparaten en armaturen die deze lampen kunnen laten branden, en tot intrekking van Richtlijn 2000/55/EG van het Europees Parlement en de Raad, PB L 76 van , blz. 17, gewijzigd bij Verordening (EU) nr. 347/2010 van de Commissie, PB L 104 van , blz. 20. PB L 285 van , blz. 10. NL 2 NL

4 Algemene context Een van de voornaamste redenen waarom nog veel laagrenderende lampen worden verkocht, is dat eindgebruikers hun aankoop baseren op de aankoopkosten en niet kijken naar de kosten van het product tijdens zijn gehele levenscyclus. Dit wordt in de hand gewerkt door het vaak enorme verschil in aankoopprijs tussen spaarlampen en minder efficiënte alternatieven. Bovendien is de voor kopers beschikbare informatie over energierendement beperkt tot bepaalde categorieën lampen, hetgeen tot een verstoord evenwicht leidt. Mogelijke verbeteringen voor de eindgebruiker die kosteneffectief zijn, worden daarom vaak niet verwezenlijkt. Een ander probleem vormen de "gescheiden prikkels", waarbij bijvoorbeeld de eigenaar van een gebouw die de professionele lampen aankoopt en installeert een lagere aankoopprijs beoogt, met als gevolg dat de huurders hogere elektriciteitsrekeningen moeten betalen. In de afgelopen dertien jaar heeft de in Richtlijn 98/11/EG van de Commissie uiteengezette regeling inzake de etikettering van energieverbruik van lampen voor huishoudelijk gebruik deze problemen gedeeltelijk opgelost. Dit heeft tussen 1998 en 2008 geleid tot een verhoging van het energierendement met ongeveer 10%. Hoewel de huidige etiketteringsregeling de markt blijft stimuleren tot verbetering van het energierendement van lampen voor huishoudelijk gebruik, is de etiketteringsschaal niet van toepassing op professionele lampen of gerichte lampen en lampen met extra lage spanning. Daarnaast maakt de regeling geen onderscheid tussen de meest efficiënte apparaten van klasse A, terwijl ledlampen de lat steeds hoger leggen. Bijgevolg bleek uit de voorbereidende studie en effectbeoordelingen van niet-gerichte lampen voor huishoudelijk gebruik en gerichte lampen dat, als de huidige energie-efficiëntieklassen niet worden herzien, de reeds behaalde geringe verbetering van het energierendement (1% per jaar) zal stagneren. Dit is voornamelijk te wijten aan het huidige ontwerp van het etiket. Volgens de effectbeoordelingen was de totale voorraad lampen voor verlichting in 2005 goed voor een totaal elektriciteitsverbruik van 344 TWh in de EU-27, hetgeen in 2020 zal toenemen tot 445 TWh indien geen verdere maatregelen worden genomen (d.w.z. indien de huidige etiketteringsregeling ongewijzigd blijft). Deze toename is voornamelijk te wijten aan een toenemende verkoop. De bedoeling van dit voorstel is de verwachte toename van het energieverbruik van deze lampen te beperken. Het gecombineerde effect van zowel bestaande en mogelijke nieuwe eisen inzake ecologisch ontwerp als van de herziene etiketteringsregeling die in deze gedelegeerde ontwerpverordening is uiteengezet, zou leiden tot een geschatte afname van 100 TWh in Bestaande bepalingen op het door het voorstel bestreken gebied Naast de mogelijke uitvoeringsmaatregel inzake ecologisch ontwerp van gerichte lampen hebben de volgende maatregelen betrekking op de milieuprestaties van elektrische lampen: Verordening (EG) nr. 244/2009 van de Commissie van 18 maart 2009 houdende uitvoeringsbepalingen van Richtlijn 2005/32/EG van het Europees Parlement en de Raad voor het vaststellen van eisen inzake ecologisch ontwerp voor niet-gerichte lampen voor huishoudelijk gebruik; Verordening (EG) nr. 245/2009 van de Commissie van 18 maart 2009 tot uitvoering van Richtlijn 2005/32/EG van het Europees Parlement en de Raad betreffende eisen NL 3 NL

5 inzake ecologisch ontwerp voor fluorescentielampen zonder ingebouwd voorschakelapparaat, voor hogedrukgasontladingslampen en voor voorschakelapparaten en armaturen die deze lampen kunnen laten branden; Richtlijn 98/11/EG van de Commissie van 27 januari 1998 houdende uitvoeringsbepalingen van Richtlijn 92/75/EEG van de Raad wat de etikettering van het energieverbruik van lampen voor huishoudelijk gebruik betreft; Besluit 2011/331/EU van de Commissie van 6 juni 2011 tot vaststelling van de milieucriteria voor de toekenning van de EU-milieukeur voor lichtbronnen 7 ; Richtlijn 2002/96/EG van het Europees Parlement en de Raad van 27 januari 2003 betreffende afgedankte elektrische en elektronische apparatuur 8 ; Richtlijn 2002/95/EG van het Europees Parlement en de Raad van 27 januari 2003 betreffende beperking van het gebruik van bepaalde gevaarlijke stoffen in elektrische en elektronische apparatuur 9. Samenhang met andere beleidsgebieden en doelstellingen van de EU Dankzij onder meer de toegenomen introductie van lampen met een hoger energierendement op de markt door de invoering van nieuwe energie-efficiëntieklassen en de bestaande en mogelijke nieuwe eisen inzake ecologisch ontwerp, zal de potentiële energiebesparing met 20% tegen 2020, als bepaald in het Actieplan voor energie-efficiëntie (COM(2006) 545), kunnen worden bereikt. De toepassing van Richtlijn 2010/30/EU draagt op haar beurt bij tot het bereiken van de EUdoelstelling om de uitstoot van broeikasgassen tegen 2020 met ten minste 20% te verminderen. De bevordering van de introductie van efficiënte lampen op de markt voldoet aan de Lissabonstrategie en de vernieuwde strategie voor duurzame ontwikkeling, aangezien hierdoor investeringen in O&O worden aangemoedigd en gelijke mededingingsvoorwaarden worden gewaarborgd. Dit is ook in overeenstemming met het actieplan inzake duurzame consumptie en productie en een duurzaam industriebeleid (COM(2008) 397). Het Europees economisch herstelplan (COM(2008) 800) noemt energie-efficiëntie als een van de belangrijkste prioriteiten, met name het bevorderen van het gebruik van producten "waarbij grote energiebesparingen mogelijk zijn", zoals lampen. Tot slot draagt deze maatregel bij tot het bereiken van de doelstelling om economische groei los te koppelen van het gebruik van hulpbronnen, als bepaald in de Europa 2020-strategie (COM(2010) 2020) in het kader van het kerninitiatief "Efficiënt gebruik van hulpbronnen" PB L 148 van , blz. 13. PB L 37 van , blz. 24. PB L 37 van , blz. 19. NL 4 NL

6 2. RAADPLEGI GE VOORAFGAA D AA DE GOEDKEURI G VA DE HA DELI G Raadpleging van betrokken partijen Wijze van raadpleging, belangrijkste geraadpleegde sectoren en algemeen profiel van de respondenten Vanaf het allereerste begin van de voorbereidende studies werden internationale en EUbelanghebbenden en deskundigen uit de lidstaten geraadpleegd. Naast eisen inzake ecologisch ontwerp kwam energie-etikettering aan bod in het bij Kaderrichtlijn 2009/125/EG inzake ecologisch ontwerp opgerichte Overlegforum ecologisch ontwerp. Het overlegforum is samengesteld uit deskundigen van de lidstaten en een evenwichtige vertegenwoordiging van belanghebbenden, met name milieu-ngo's en consumentenverenigingen, kleinhandelaren en fabrikanten. Tijdens de bijeenkomst van het overlegforum op 28 maart 2008 legden de diensten van de Commissie een werkdocument voor over het ecologisch ontwerp van lampen voor algemene verlichting (nu Verordening 244/2009 betreffende niet-gerichte lampen voor huishoudelijk gebruik) en kondigden ze aan dat een bijwerking van de maatregel voor energie-etikettering voor lampen (Richtlijn 98/11/EG van de Commissie) samen met de maatregel voor het ecologisch ontwerp van gerichte lampen zou worden besproken. Op de bijeenkomst van het forum van 5 juli 2011 legden de diensten van de Commissie een werkdocument voor waarin eisen inzake ecologisch ontwerp voor gerichte lampen en een energie-efficiëntierangorde voor alle lampen voor verlichting werden voorgesteld. Een technische subgroep bestaande uit de leden van het forum die daartoe hun belangstelling hadden aangegeven, besprak op 23 september 2011 de technische details van de ontwerpverordeningen inzake ecologisch ontwerp en energie-etikettering. Alle relevante werkdocumenten werden naar de deskundigen en belanghebbenden verzonden en samen met de door belanghebbenden schriftelijk toegezonden opmerkingen in het CIRCAsysteem van de Commissie gepubliceerd. Ze werden ook op de EUROPA-website van het DG Energie geüpload en ter informatie naar het Europees Parlement verzonden. Bovendien werd het voorstel besproken op tal van bijeenkomsten van de diensten van de Commissie met belanghebbenden en lidstaten, maar ook met internationale partners zoals het Internationaal Energieagentschap, Australië en de VS. Het ontwerp van gedelegeerde verordening werd volgens de overeenkomst inzake technische handelsbelemmeringen aan de Wereldhandelsorganisatie gemeld om te waarborgen dat geen handelsbelemmeringen worden gecreëerd. NL 5 NL

7 Samenvatting van antwoorden en hoe ermee rekening is gehouden In het algemeen wordt een herziene energie-etiketteringsregeling die overeenkomstig de herschikte energie-etiketteringsrichtlijn wordt uitgebreid naar alle elektrische lampen, goed ontvangen door de belanghebbenden en lidstaten. De volgende antwoorden op de belangrijkste aspecten van het voorstel werden ontvangen: Productomschrijving en -classificatie De aanvankelijke antwoorden van fabrikanten gaven blijk van terughoudendheid om alle lampen voor verlichting in de regeling op te nemen, inclusief lampen die hoofdzakelijk in professionele toepassingen worden gebruikt. Alle andere belanghebbenden steunden de uitbreiding echter, en uiteindelijk stond het bedrijfsleven er ook niet ongunstig tegenover. Het initiële voorstel van de Commissie om de verplichting van energie-etikettering uit te breiden naar verlichtingsarmaturen (op grond van de lampen waarmee ze verenigbaar zijn) werd door het bedrijfsleven gesteund, maar unaniem door alle andere belanghebbenden verworpen, omdat het onbegrijpelijk voor consumenten werd bevonden. Daarom werd besloten om af te wijken van het gebruik van uitsluitend pictogrammen en om aanvullende informatie in tekstvorm te verstrekken, aangevuld met een waarschuwing indien de verlichtingsarmatuur niet verenigbaar is met lampen met een hoog energierendement, teneinde consumenten de precieze draagwijdte van het etiket te helpen begrijpen. Energie-etiketteringsschalen Aanvankelijk stelden meerdere lidstaten, milieu-ngo's en consumentenverenigingen voor om één energie-etiketteringsschaal voor zowel niet-gerichte als gerichte lampen te creëren. Een dergelijk amalgaam zou echter geen rekening houden met de verschillende functies van de twee technologieën, met name dat niet-gerichte lampen voornamelijk worden gebruikt voor de verlichting van een volledige ruimte, terwijl gerichte lampen voornamelijk bedoeld zijn om de nadruk te leggen op delen van een ruimte of op bepaalde voorwerpen. Bovendien hangt de keuze van de eigenaar van de installatie waar lampen moeten worden vervangen voornamelijk af van de bestaande installatie: bv. alleen als de installatie met gerichte lampen werkt, zal de eigenaar uitkijken naar gerichte lampen en ze vergelijken. Sommige belanghebbenden vroegen om een herschaling van het bestaande energie-etiket voor niet-gerichte lampen, in plaats van het invoeren van meerdere klassen naast klasse A. De Commissie is echter van mening dat de overgang van een op gloeilampen gebaseerde verlichtingsmarkt naar een markt die door spaarlampen wordt gedomineerd, nog niet is voltooid en dat het daarom meer aangewezen is om de etiketteringsschaal (die oorspronkelijk voor de op gloeilampen gebaseerde markt werd ontwikkeld) tijdens de geplande herziening van de etiketteringsmaatregel in 2015 opnieuw te beoordelen. Het klopt dat vanaf 2012 de laagste energieklasse die volgens de verordening voor niet-gerichte lampen is toegestaan, klasse C zal zijn, waarbij klassen D en E niet meer van toepassing zullen zijn. De geplande regeling inzake ecologisch ontwerp van gerichte lampen staat echter tot 2016 halogeenlampen op de markt toe, waarvoor het zinvol is om een onderscheid te maken tussen lampen uit klasse E, D, C en B. Hoewel van consumenten niet wordt verwacht de twee schalen te vergelijken, zou het verwarrend zijn als alle halogeenlampen in een volledig herziene etiketteringsschaal voor niet-gerichte lampen in klasse E zouden zijn opgenomen, waarbij de rest van de klassen voor fluorescentielampen, leds en hogedrukgasontladingslampen bestemd zou zijn, terwijl in de schaal voor gerichte lampen klassen tot B nog steeds halogeenlampen zouden bevatten. Lampen voor verlichting in bijzondere omstandigheden (zoals noodsituaties of moeilijke NL 6 NL

8 omgevingen) moeten niet aan de minimumeisen inzake energie-efficiëntie voldoen, maar wel aan de etiketteringsverplichting. Het blijft nuttig om deze lampen in de laagste klassen in te delen om consumenten erop te wijzen dat die lampen niet voor klassieke verlichting zijn bedoeld. Sommige belanghebbenden waren het niet eens met het voorstel om een nieuwe berekeningsmethode voor de energierendementsindex voor de sterkere professionele lampen (meer dan 1300 lumen) in te voeren, hetgeen gelijke voorwaarden zou scheppen voor de professionele technologieën (leds, fluorescentielampen en hogedrukgasontladingslampen) omdat de efficiëntie van deze lampen niet meer van het vermogen afhangt, terwijl de oude berekeningsmethode zou worden gehandhaafd voor de markt van lampen voor huishoudelijk gebruik met een lagere lichtopbrengst waar gloeidraadlampen, waarvan de doeltreffendheid toeneemt naargelang het vermogen, nog steeds domineren. De belanghebbenden die alternatieve opties aanbevolen, hebben echter niet uitgelegd hoe ze de nadelen zouden aanpakken die voor die opties zijn aangetoond in de toelichting van de Commissie van juli 2011 bij het werkdocument van het overlegforum over energie-etikettering van lampen. De Commissie is van mening dat voor dit vraagstuk geen ideale oplossing bestaat, maar dat de in de ontwerpverordening voorgelegde oplossing de minste schade berokkent en de meeste voordelen biedt. Informatie over andere lampparameters op het etiket De consumentenverenigingen, die hierin door enkele lidstaten werden gesteund, waren voorstander van de vermelding van een maximumaantal lampparameters (levensduur, aantal schakelcycli, kleurtemperatuur, opwarmingstijd, enz.) in een grafische standaardvorm op het etiket zelf. Ze beweerden dat consumenten hierdoor gemakkelijker lampen kunnen vergelijken dan in de huidige situatie, waarbij fabrikanten hun eigen grafische weergave mogen gebruiken om lampparameters op een willekeurige plaats op de verpakking weer te geven. De Commissie (gesteund door het bedrijfsleven en sommige lidstaten) stelde daarentegen voor om alleen het elektriciteitsverbruik van de lamp per uur optioneel naast de schaal op het etiket te vermelden. Bewijsmateriaal van de vermeende ontoereikendheid van de huidige productinformatiepraktijken van de fabrikanten is momenteel louter anekdotisch. Het vereisen van andere parameters op het etiket zou de productinformatie-eisen van Verordening (EG) nr. 244/2009 van de Commissie inzake ecologisch ontwerp van niet-gerichte lampen voor huishoudelijk gebruik overlappen. De Commissie is niet van plan die verordening vóór de geplande herziening in 2014 te wijzen om deze in overeenstemming te brengen met de aanvullende parametereisen in de bijgewerkte verordening inzake energie-etikettering van lampen. Een ander belangrijk punt is dat niet alle parameters op de uiterst kleine lampverpakking kunnen worden vermeld. Bijeenbrengen en benutten van deskundigheid Input van wetenschappelijke deskundigen Een voorbereidende studie en een effectbeoordeling verschaften de relevante technische, markt- en economische analyses die nodig waren voor het tot stand brengen van een herziene energie-etiketteringsregeling. De studies werden uitgevoerd door externe adviseurs namens het directoraat-generaal Energie (DG ENER) van de Commissie. Belangrijkste geraadpleegde organisaties en deskundigen NL 7 NL

9 De voorbereidende studie vond plaats in een open proces waarbij rekening werd gehouden met de input van relevante belanghebbenden, waaronder fabrikanten en fabrikantenorganisaties, milieu-ngo's, consumenten- en detailhandelsverenigingen, deskundigen uit EU/EER-lidstaten en internationale organisaties zoals het Internationaal Energieagentschap (IEA). De ontwerpmaatregel werd volgens de overeenkomst inzake technische handelsbelemmeringen aan de Wereldhandelsorganisatie gemeld. Samenvatting van de ingewonnen en benutte adviezen Er werden geen potentieel ernstige risico's met onomkeerbare gevolgen genoemd. Effectbeoordeling Etikettering moet worden beoordeeld naast andere beleidsopties, zoals zelfregulering of vaststelling van minimale prestatie-eisen (inzake energierendement). In het kader van een effectbeoordeling die werd uitgevoerd krachtens artikel 15, lid 4, onder b), van Richtlijn 2009/125/EG werd ook de etiketteringsoptie onderzocht. De hieronder vermelde opties werden in een vroeg stadium afgewezen: geen EU-maatregelen (de huidige wetgeving zou niet worden gewijzigd en er zou geen nieuwe wetgeving worden aangenomen). Deze optie houdt in dat een aanmerkelijk deel van de potentiële verbetering niet zou worden verwezenlijkt, omdat de belemmeringen voor het verbeteren van de milieuprestaties van elektrische lampen zouden blijven bestaan. Voorts zouden lidstaten afzonderlijke, nietgeharmoniseerde maatregelen kunnen treffen. Dit zou de werking van de interne markt verstoren en tot hoge administratieve lasten en kosten voor fabrikanten leiden, wat in strijd is met de streefdoelen van EU-wetgeving. Daarnaast zou het mandaat van de wetgever niet worden nageleefd; een vrijwillige inzet van het bedrijfsleven ondersteunen. Deze optie werd afgewezen, aangezien dergelijke voorstellen door het bedrijfsleven zelf uitbleven; uitsluitend eisen inzake ecologisch ontwerp aannemen. Deze optie werd afgewezen, aangezien hiermee de aanvullende potentiële besparingen door de meest efficiënte resterende technologieën niet in aanmerking zouden worden genomen en de consumenten geen indicatie zouden hebben van het energierendement ervan (de meeste ervan zouden zich immers in klasse A bevinden of niet geëtiketteerd zijn); alleen de bestaande etiketteringsregeling herzien (zonder eisen voor ecologisch ontwerp). Deze optie werd afgewezen, aangezien ze niet de verwachte besparingen zou opleveren. Bijgevolg werd gekozen voor de optie van het aannemen van eisen voor ecologisch ontwerp en het herzien van de bestaande etiketteringsregeling, aangezien deze optie de grootste besparingen oplevert en ook door alle belanghebbenden wordt verkozen. Deze optie zorgt ervoor dat: lopende energieverbeteringen aangehouden en gestimuleerd worden; eerlijke mededinging en productdifferentiatie zich blijven richten op energieverbeteringen; NL 8 NL

10 een kosteneffectief niveau van energieverbruik wordt bereikt; het mededingingsvermogen van het bedrijfsleven wordt gesteund door de interne EU-markt voor duurzame producten uit te breiden; de lasten voor leveranciers, waaronder het mkb (midden- en kleinbedrijf), niet buitensporig zijn, aangezien tijdens de overgangsperioden rekening wordt gehouden met cycli voor herontwerp; er geen negatief effect is op de werkgelegenheid in de EU. 3. JURIDISCHE ASPECTE VA DE GEDELEGEERDE HA DELI G Samenvatting van de voorgestelde maatregel De maatregel zet nieuwe en herziene bindende eisen inzake energie-etikettering uiteen voor leveranciers die elektrische lampen in de handel brengen en voor handelaren die deze lampen aanbieden in een verkooppunt of middels verkoop op afstand, zoals via catalogussen of het internet. De bestaande energie-etikettering wordt naar gerichte en professionele lampen uitgebreid en nieuwe klassen boven A worden ingevoerd ten behoeve van een beter onderscheid tussen meer geavanceerde technologieën, waarbij met name de nadruk wordt gelegd op de betere prestaties van efficiënte leds dan van compacte fluorescentielampen die tot nu toe boven in de schaal stonden. Het toepassingsgebied van de maatregel is zoveel mogelijk afgestemd op bestaande en mogelijke nieuwe uitvoeringsmaatregelen inzake ecologisch ontwerp waarin minimumeisen voor energierendement, functionaliteit en informatie voor lampen voor verlichting zijn vastgesteld. Tevens wordt een etiket voor verlichtingsarmaturen ingevoerd, waarop de energie-efficiëntieklassen van de lampen waarmee de verlichtingsarmatuur verenigbaar is, worden aangeduid, alsook van de lampen die samen met de verlichtingsarmatuur worden verkocht (in voorkomend geval). Gedetailleerde toelichting van enkele bepalingen Artikel 2 (definities): het concept van "uiteindelijke eigenaar" moet worden geïntroduceerd naast "eindgebruiker". In het geval van professionele lampen zijn het namelijk niet de eindgebruikers (bv. kantoorpersoneel, voetgangers, enz.) die de aankoopbeslissingen nemen en door etiketklassen moeten worden beïnvloed, maar wel de persoon die de lamp aan het einde van de waardeketen bezit, d.w.z. de eigenaar van de verlichtingsinstallatie. In het geval van verlichting voor huishoudelijk gebruik is de uiteindelijke eigenaar tegelijkertijd ook de eindgebruiker. Artikel 9: Een bijzondere overgangsbepaling is vereist, omdat de nieuwe etiketteringsverordening een breder toepassingsgebied heeft dan Richtlijn 98/11/EG van de Commissie. Op de lampen die voor het eerst onder het toepassingsgebied zullen vallen, hoeven pas een jaar na de inwerkingtreding van de verordening energie-etiketten te worden aangebracht. Kleinhandelaren moeten extra tijd krijgen om hun voorraad daarna te vernieuwen en fabrikanten van verlichtingsarmatuur om hun etiketten voor verlichtingsarmaturen te ontwikkelen. NL 9 NL

11 Bijlage V: In deze gedelegeerde verordening zijn de meetmethoden en controleprocedures met het oog op markttoezicht zoveel mogelijk afgestemd op die voor dezelfde parameters in alle bestaande of mogelijke nieuwe uitvoeringsmaatregelen inzake ecologisch ontwerp. Bijlage VI: Onderstaande tabel toont aan welke lamptechnologieën tot de klassen met de in tabel 1 opgenomen grenzen behoren, met vermelding of de technologie nu of in de toekomst geleidelijk wordt afgebouwd of in de parallelle verordeningen inzake ecologisch ontwerp zal worden opgenomen. Energieefficiëntieklasse iet-gerichte lampen Gerichte lampen A++ (hoogste rendement) Momenteel lege klasse, met uitzondering van enkele lagedruknatriumlampen voor straatverlichting. Bevat binnenkort de beste leds. Momenteel lege klasse, bevat binnenkort de beste leds. A+ Beste ledlampen in 2012, beste lineaire fluorescentie-, compacte fluorescentie- en hogedrukgasontladingslampen. Beste ledlampen in A Gemiddelde leds in 2012, gemiddelde compacte fluorescentielampen en energiearme lineaire fluorescentielampen en energiearme hogedrukgasontladingslampen (voor de twee laatstgenoemde, afbouwing tussen 2010 en 2017). Gemiddelde leds in 2012, gemiddelde tot goede compacte fluorescentielampen en hogedrukgasontladingslampen (voorstel om af te bouwen in fase 3 in 2016). B C Energiearme compacte fluorescentielampen en leds (op enkele na afgebouwd in 2009), beste (infrarood gecoate) halogeenlampen. Met xenon gevulde halogeenlampen voor netspanning (af te bouwen in 2016, behalve G9- en R7s-lampen). Energiearme compacte fluorescentielampen en leds (voorstel om af te bouwen in fase 1 in 2013), beste halogeenreflectorlampen met extra lage spanning (infrarood gecoat of met xenon gevuld). Gemiddelde conventionele halogeenlampen met extra lage spanning, voorstel om af te bouwen in fasen 1 en 2 (2013 en 2014). D Conventionele halogeenlampen en beste gloeilampen (volledig afgebouwd tegen 2012). Energiearme conventionele halogeenlampen met extra lage spanning (voorstel om af te bouwen in fase 1 in 2013), kwalitatief hoogwaardige halogeenlampen voor netspanning (voorstel om onder bepaalde voorwaarden af te bouwen in fase 3 in 2016). E (least efficient) Standaardgloeilampen (volledig afgebouwd tegen 2012). Reflectorlampen met gloeidraad en energiearme halogeenlampen voor netspanning, voorstel om af te bouwen in fasen 1 en 2 (2013 en 2014). NL 10 NL

12 Tabel 2: Wat fluorescentielampen betreft, geeft het gebruik van een complexe correctiefactor voor voorschakelapparaten precies dezelfde algemene uitkomst in klasse A als de specifieke formule in Richtlijn 98/11/EG van de Commissie. Dit opent de deur voor het toepassen van dezelfde correctiefactor voor ballast op formules die de nieuw toegevoegde bovenste klassen A+ en A++ bepalen waarin fluorescentielampen kunnen zijn opgenomen, waardoor een afzonderlijke kolom voor de EEI van fluorescentielampen in bijlage VI dus niet nodig is. Berekening van het referentievermogen (P ref ) voor lampen < 1300 lm (komt overeen met klassieke verlichting voor huishoudelijk gebruik met peervormige lampen): het gebruik van de oude formule uit Richtlijn 98/11/EG van de Commissie biedt het voordeel dat consumenten er, in de nog steeds omvangrijke categorie halogeenlampen, niet toe worden aangespoord lampen met een hoger vermogen, die van nature efficiënter zijn maar ook meer energie verbruiken, te gebruiken, aangezien ze in tegenstelling tot een lineaire schaal niet zo gemakkelijk in efficiënte klassen kunnen worden opgenomen. Tegelijkertijd zullen consumenten ertoe worden bewogen leds met een lager vermogen te installeren, omdat ze eerder efficiënter lijken te zijn dan leds met een hoger vermogen die een hogere efficiëntie moeten bereiken om in dezelfde klasse te worden opgenomen (ook al zijn ze van nature niet efficiënter). Berekening van het referentievermogen (P ref ) voor lampen < lm (komt overeen met professionele verlichting): het voordeel van het gebruik van de nieuwe lineaire formule is dat het gelijke voorwaarden schept voor technologieën waarbij gloeidraadlampen niet domineren, zodat er weinig verband bestaat tussen efficiëntie en lichtopbrengst. Tabel 3: Het nuttige licht van gerichte lampen bevindt zich doorgaans binnen een hoek van de lichtbundel van 90, wat de bedoeling is van accentverlichting. Een assortiment compacte fluorescentieproducten lijkt echter te zijn ontwikkeld als retrofitinrichtingen voor halogeenlampen die onjuist werden gebruikt in inbouwspotinstallaties (verstrekking van verlichting voor een volledige ruimte). In dit geval (en alleen dan) is verlichting met een grotere hoek nuttig, maar moeten gebruikers nog steeds worden gewaarschuwd dergelijke compacte fluorescentielampen niet als accentverlichting te installeren. Rechtsgrondslag Dit ontwerp van gedelegeerde verordening vormt een aanvulling op Richtlijn 2010/30/EU en met name op artikel 10 daarvan. Subsidiariteitsbeginsel Dit ontwerp voor een gedelegeerde verordening vormt een aanvulling op Richtlijn 2010/30/EU overeenkomstig artikel 10. Evenredigheidsbeginsel In overeenstemming met het evenredigheidsbeginsel gaat deze maatregel niet verder dan hetgeen nodig is voor het bereiken van de doelstelling. NL 11 NL

13 Deze aanvullende maatregel heeft de vorm van een gedelegeerde verordening die rechtstreeks toepasselijk is in elke lidstaat. Dit zorgt ervoor dat nationale en EUbestuursorganen geen kosten dragen voor de omzetting van de aanvullende wetgeving in nationale wetgeving. Wat overeenstemmingsbeoordeling betreft, zijn er voor lampen voor huishoudelijk gebruik geen extra kosten ten opzichte van de huidige situatie, aangezien energieetikettering reeds verplicht is. De extra kosten voor de uitbreiding van de etikettering naar professionele en gerichte lampen en verlichtingsarmaturen worden door de fabrikanten en kleinhandelaren gedragen en zullen naar verwachting geen significant effect op de productprijzen hebben. NL 12 NL

14 Keuze van het rechtsinstrument Voorgesteld instrument: gedelegeerde verordening. GEVOLGE VOOR DE BEGROTI G Het voorstel heeft geen gevolgen voor de begroting van de Unie. AA VULLE DE I FORMATIE Intrekking van bestaande wetgeving De vaststelling van de gedelegeerde handeling impliceert de intrekking van Richtlijn 98/11/EG. Evaluatie-/herzienings-/uitdovingsclausule Het ontwerp bevat een herzieningsclausule. Europese Economische Ruimte De voorgestelde maatregel betreft een onderwerp dat onder de EER-overeenkomst valt en moet bijgevolg worden uitgebreid tot de Europese Economische Ruimte. NL 13 NL

15 GEDELEGEERDE VERORDE I G (EU) r. /.. VA DE COMMISSIE van houdende aanvulling van Richtlijn 2010/30/EU van het Europees Parlement en de Raad met betrekking tot de energie-etikettering van elektrische lampen en verlichtingsarmaturen (Voor de EER relevante tekst) DE EUROPESE COMMISSIE, Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, Gezien Richtlijn 2010/30/EU van het Europees Parlement en de Raad van 19 mei 2010 betreffende de vermelding van het energieverbruik en het verbruik van andere hulpbronnen op de etikettering en in de standaardproductinformatie van energiegerelateerde producten 10, en met name artikel 10, Overwegende hetgeen volgt: (1) Op grond van Richtlijn 2010/30/EU moet de Commissie gedelegeerde handelingen vaststellen met betrekking tot de etikettering van energiegerelateerde producten die een significant potentieel voor energiebesparing bieden en die een soortgelijke werking hebben, maar sterk verschillen wat hun prestatieniveaus betreft. (2) De bepalingen betreffende de etikettering van het energieverbruik van lampen voor huishoudelijk gebruik zijn vastgesteld in Richtlijn 98/11/EG van de Commissie 11. (3) Het elektriciteitsverbruik van elektrische lampen vertegenwoordigt een belangrijk deel van het totale energiebehoefte in de Unie. Het energierendement is weliswaar al verbeterd, maar het energieverbruik van elektrische lampen kan nog veel verder worden teruggedrongen. (4) Richtlijn 98/11/EG dient te worden ingetrokken en nieuwe bepalingen dienen in deze verordening te worden vastgesteld zodat het etiket met energie-informatie fabrikanten stimuleert om het energierendement van elektrische lampen verder te verbeteren en de overgang van de sector naar energiezuinige technologieën te versnellen. Het toepassingsgebied van Richtlijn 98/11/EG is beperkt tot bepaalde technologieën in de categorie lampen voor huishoudelijk gebruik. Opdat de etikettering zou bijdragen aan een verbetering van het energierendement van andere lamptechnologieën, met inbegrip PB L 153 van , blz. 1. PB L 71 van , blz. 1. NL 14 NL

16 van professionele verlichting, moet deze verordening ook van toepassing zijn op gerichte lampen, lampen met extra lage spanning, leds en lampen die hoofdzakelijk voor professionele verlichting worden gebruikt, zoals hogedrukgasontladingslampen. (5) Verlichtingsarmaturen worden vaak verkocht met de lampen reeds geïntegreerd of daarbij meegeleverd. Deze verordening moet ervoor zorgen dat de consument wordt voorgelicht over de verenigbaarheid van deze verlichtingsarmatuur met spaarlampen en over het energierendement van de lampen die bij de verlichtingsarmatuur worden meegeleverd. Deze verordening mag fabrikanten van verlichtingsarmaturen en detailhandelaars administratief gezien niet onevenredig zwaar belasten, noch leiden tot een verschillende behandeling van verlichtingsarmaturen wat de verplichting betreft om de consument informatie over het energierendement te verstrekken. (6) De op het etiket vermelde informatie moet worden verkregen volgens betrouwbare, nauwkeurige en reproduceerbare meetmethoden waarbij rekening wordt gehouden met de erkende meest recente meetmethoden, met inbegrip van, voor zover beschikbaar, de geharmoniseerde normen die door Europese normaliseringsinstanties zijn opgesteld, zoals vermeld in bijlage I bij Richtlijn 98/34/EG 12. (7) Bij deze verordening moet een eenvormig model worden vastgesteld voor het ontwerp en de inhoud van het etiket voor elektrische lampen en verlichtingsarmaturen. (8) Voorts moeten in deze verordening eisen worden vastgesteld voor de technische documentatie van elektrische lampen en verlichtingsarmaturen en voor de productkaart van elektrische lampen. (9) Bovendien moeten bij deze verordening eisen worden vastgesteld inzake de informatie die moet worden verstrekt voor elke vorm van verkoop op afstand, reclame en technisch promotiemateriaal voor elektrische lampen en verlichtingsarmaturen. (10) Het is passend deze verordening te herzien in het licht van de technologische vooruitgang. (11) Teneinde de overgang van Richtlijn 98/11/EG naar deze verordening te vergemakkelijken, moeten lampen voor huishoudelijk gebruik waarvan het etiket overeenkomstig deze verordening is opgesteld, worden beschouwd als in overeenstemming met Richtlijn 98/11/EG. (12) Richtlijn 98/11/EG dient daarom te worden ingetrokken, HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD: Artikel 1 Onderwerp en toepassingsgebied 1. Bij deze verordening worden eisen vastgesteld inzake de etikettering van en het verstrekken van aanvullende productinformatie over elektrische lampen, zoals: 12 PB L 204 van , blz. 37. NL 15 NL

17 (a) (b) (c) (d) gloeidraadlampen; fluorescentielampen; hogedrukgasontladingslampen; ledlampen en ledmodules. Bij deze verordening worden ook eisen vastgesteld voor de etikettering van verlichtingsarmaturen die deze lampen kunnen laten branden en die aan eindgebruikers worden verkocht, met inbegrip van verlichtingsarmaturen die zijn ingebouwd in andere producten (zoals meubelen) waarbij de energietoevoer niet noodzakelijk is voor de vervulling van hun belangrijkste functie. 2. Deze verordening is niet van toepassing op de volgende producten: (a) (b) (c) lampen en ledmodules met een lichtstroom van minder dan 30 lumen; lampen en ledmodules die op de markt worden gebracht voor gebruik met batterijen; lampen en ledmodules die op de markt worden gebracht voor toepassingen waarvan verlichting niet het hoofddoel is, zoals: i) de productie van licht als een agens in chemische of biologische processen (zoals polimerisatie, fotodynamische therapie, tuinbouw, dierenverzorging, insectenwerende producten); ii) iii) iv) beeldvastlegging en projectie (zoals flitsers voor fototoestellen, kopieerapparaten, videoprojectoren); verwarming (zoals infraroodlampen); seingeving (zoals luchthavenverlichting). Deze lampen en ledmodules zijn niet vrijgesteld wanneer ze voor verlichtingsdoeleinden op de markt worden gebracht; (d) (e) lampen en ledmodules die als onderdeel van een verlichtingsarmatuur worden verkocht en niet bedoeld zijn om door de eindgebruiker te worden verwijderd, behalve wanneer ze te koop, te huur of in huurhoop worden aangeboden of afzonderlijk worden uitgestald, bijvoorbeeld als reserveonderdeel; lampen en ledmodules die op de markt worden gebracht als onderdeel van een product waarvan verlichting niet het hoofddoel is. Indien zij echter afzonderlijk, bijvoorbeeld als reserveonderdeel, te koop, te huur of in huurkoop worden aangeboden of worden uitgestald, vallen zij wel binnen het toepassingsgebied van deze verordening; NL 16 NL

18 (f) (g) lampen en ledmodules die niet voldoen aan de eisen die in 2013 en 2014 van kracht worden op grond van de Verordeningen ter uitvoering van Richtlijn 2009/125/EG 13. verlichtingsarmaturen die uitsluitend zijn ontworpen voor het gebruik met in de punten a) tot en met c) opgesomde lampen en ledmodules. Artikel 2 Definities Met het oog op de toepassing van deze verordening gelden de definities van artikel 2 van Richtlijn 2010/30/EU en wordt verstaan onder: 1. "lichtbron": een oppervlak of voorwerp dat is ontworpen om hoofdzakelijk zichtbare optische stralen uit te zenden die worden geproduceerd door de omvorming van energie. De term "zichtbaar" verwijst naar een golflengte van nm; 2. "verlichting": de belichting van een ruimte, voorwerpen of hun omgeving om deze zichtbaar te maken voor de mens;. 3. "accentbelichting": een vorm van verlichting waarbij het licht op een voorwerp of op een deel van een ruimte wordt gericht; 4. "lamp": een eenheid waarvan de prestaties onafhankelijk kunnen worden beoordeeld en die uit een of meer lichtbronnen bestaat. Onder dit begrip kunnen ook aanvullende onderdelen vallen die nodig zijn om de lamp te doen ontbranden, van stroom te voorzien of stabiel te doen werken, dan wel voor de verspreiding, filtering of omzetting van de optische straling indien die onderdelen niet kunnen worden verwijderd zonder de eenheid blijvend te beschadigen; 5. "lampvoet": het deel van een lamp dat zorgt voor de aansluiting op de elektrische voeding door middel van een lamphouder of -connector en dat ook kan dienen om de lamp in de houder te bevestigen; 6. "lamphouder": een inrichting die de lamp vasthoudt, meestal doordat de voet erin wordt bevestigd, waarbij zij dus ook dient om de lamp op de elektrische voeding aan te sluiten; 7. "gerichte lamp": een lamp met een lichtopbrengst van minstens 80% binnen een ruimtehoek van π sr (overeenkomend met een kegel met een hoek van 120 ); 8. "niet-gerichte lamp": een lamp die niet een gerichte lamp is; 9. "gloeidraadlamp": een lamp waarin licht wordt voortgebracht door middel van een draadgeleider die door de doorgang van een elektrische stroom tot gloeiens toe wordt verhit. De lamp kan al dan niet gassen bevatten die het gloeiproces beïnvloeden; 10. "gloeilamp": een gloeidraadlamp waarin de gloeidraad werkt in een luchtledige peer of omgeven is door een edelgas; 13 PB L 285 van , blz. 10. NL 17 NL

19 11. "halogeenlamp (met een gloeidraad van wolfraam)": een gloeidraadlamp waarin de gloeidraad van wolfraam is vervaardigd en wordt omringd door gas dat halogenen of halogeenverbindingen bevat. Zij worden met of zonder ingebouwde voeding geleverd; 12. "ontladingslamp": een lamp waarin het licht direct of indirect wordt opgewekt door een elektrische ontlading met behulp van een gas, een metaaldamp of een mengsel van verscheidene gassen en dampen; 13. "fluorescentielamp": een ontladingslamp van het lagedrukkwiktype waarin het meeste licht wordt voortgebracht door één of meer lagen fosfor die worden aangeslagen door de ultraviolette straling die door de ontlading wordt opgewekt. Fluorescentielampen worden met of zonder geïntegreerde ballast geleverd; 14. "fluorescentielamp zonder geïntegreerde ballast": een fluorescentielamp met een enkelvoudige of dubbele lampvoet zonder geïntegreerde ballast; 15. "hogedrukgasontladingslamp": een lamp waarin een elektrische gasontlading wordt opgewekt en waarbij de lichtvoortbrengende boog door de oppervlaktemperatuur wordt gestabiliseerd en de boog een hoger toegevoerd vermogen per eenheid binnenoppervlak heeft dan 3 watt per vierkante centimeter; 16. "lichtdiode" of "led": een lichtbron die bestaat uit een halfgeleidertoestel dat pnjuncties omvat. De junctie geeft optische straling af wanneer het door elektrische stroom wordt aangeslagen; 17. "ledpakket": een inrichting waarin één of meer leds zijn verwerkt. De inrichting kan een optisch element bevatten, alsook thermische, mechanische en elektrische interfaces; 18. "ledmodule": een inrichting zonder voet die bestaat uit een of meer ledpakketten op een printplaat. De inrichting kan zijn voorzien van elektrische, optische, mechanische en thermische onderdelen, interfaces en voorschakelapparaten; 19. "ledlamp": een lamp die uit één of meer ledmodules bestaat. De lamp kan voorzien zijn van een voet; 20. "voorschakelapparaat voor lampen": een apparaat tussen de voeding en een of meer lampen dat een functioneel doeleinde heeft in de werking van de lamp(en), zoals het omzetten van de voedingsspanning, het beperken van de stroom van de lamp(en) tot de vereiste waarde, het leveren van ontsteekspanning en voorverwarmingsstroom, het tegengaan van koude start, het corrigeren van de vermogensfactor of het terugdringen van radiostoring. Het apparaat kan zo zijn ontworpen dat het moet worden aangesloten op andere voorschakelapparaten voor lampen om deze functies te kunnen vervullen. De term verwijst niet naar: bedieningsapparaten, voedingen die de netspanning in een andere spanning omzetten en die ontworpen zijn als voeding van tegelijk verlichtingsproducten en producten met een ander hoofddoel dan verlichting; NL 18 NL

20 21. "bedieningsapparaat": een elektronisch of mechanisch apparaat dat de lichtstroom van een lamp regelt of bewaakt op een andere manier dan door stroomomvorming voor de lamp, zoals tijdschakelaars, exploitatiesensoren, lichtsensoren en apparaten voor het regelen van het natuurlijke licht. Ook dimmers met faseaansnijding of - afsnijding worden als bedieningsapparaten beschouwd; 22. "extern voorschakelapparaat voor lampen": een niet-ingebouwd voorschakelapparaat dat bestemd is om buiten de behuizing van een lamp of verlichtingsarmatuur te worden geïnstalleerd of uit de behuizing kan worden verwijderd zonder de lamp of de verlichtingsarmatuur blijvend te beschadigen; 23. "ballast": een voorschakelapparaat dat tussen de netvoeding en een of meer ontladingslampen wordt geplaatst en, door middel van zelfinductie, capacitantie of een combinatie van zelfinductie en capacitantie, in hoofdzaak dient om de stroom van de lamp(en) te beperken tot de vereiste waarde; 24. "voorschakelapparaat voor halogeenlampen": voorschakelapparaat dat de netspanning omzet in een bijzonder lage spanning voor halogeenlampen; 25. "compacte fluorescentielamp": een fluorescentielamp die alle onderdelen omvat die nodig zijn voor het ontsteken en de stabiele werking van de lamp; 26. "verlichtingsarmatuur": een inrichting die het door een of meer lampen uitgestraalde licht verspreidt, filtert of omvormt en alle onderdelen bevat die nodig zijn om de lampen te ondersteunen, te bevestigen en te beschermen, waaronder, indien nodig, hulpstroombanen en voorzieningen om deze op de voeding aan te sluiten; 27. "verkooppunt": een fysieke locatie waar het product wordt uitgestald en/of te koop, te huur of in huurkoop wordt aangeboden aan de eindgebruiker; 28. "eindgebruiker": een natuurlijke persoon die een elektrische lamp koopt of naar verwachting zal kopen voor doeleinden die niets te maken hebben met zijn commerciële, industriële of ambachtelijke activiteit dan wel zijn vrije beroep; 29. "uiteindelijke eigenaar": de natuurlijke of rechtspersoon die een product bezit in de gebruiksfase van de levenscyclus daarvan, dan wel elke natuurlijke of rechtspersoon die handelt in naam van een dergelijke natuurlijke of rechtspersoon. Artikel 3 Verantwoordelijkheden van leveranciers 1. Leveranciers van elektrische lampen die als afzonderlijke producten in de handel worden gebracht, zien erop toe dat: (a) (b) een productkaart, zoals bedoeld in bijlage II, beschikbaar wordt gesteld; de in bijlage III bedoelde technische documentatie op verzoek ter beschikking van de instanties van de lidstaten en van de Commissie wordt gesteld; NL 19 NL

21 (c) (d) (e) in alle reclameadvertenties, formele prijsoffertes of inschrijvingen voor aanbestedingen voor een specifieke lamp die energiegerelateerde of prijsinformatie bevatten, de energie-efficiëntieklasse wordt vermeld; in al het technisch promotiemateriaal voor een specifieke lamp waarin de specifieke technische parameters zijn opgenomen, de energie-efficiëntieklasse van die lamp wordt vermeld; wanneer de lamp bedoeld is om via een verkooppunt in de handel te worden gebracht, een etiket met de opmaak en de informatie zoals beschreven in punt 1 van bijlage I wordt aangebracht of afgedrukt op, dan wel gehecht aan, de buitenzijde van de afzonderlijke verpakking en op de verpakking, elders dan op het etiket, het nominale vermogen van de lamp wordt aangegeven. 2. Leveranciers van verlichtingsarmaturen die bedoeld zijn om te worden verkocht aan eindgebruikers, zien erop toe dat: (a) (b) de in bijlage III bedoelde technische documentatie op verzoek ter beschikking van de instanties van de lidstaten en van de Commissie wordt gesteld; in de volgende situaties de in punt 2 van bijlage I bedoelde informatie op het etiket wordt vermeld: i) in alle reclameadvertenties, formele prijsoffertes of inschrijvingen voor aanbestedingen voor een specifieke verlichtingsarmatuur die energiegerelateerde of prijsinformatie bevatten; (ii) in al het technisch promotiemateriaal voor een specifieke lamp waarin de specifieke technische parameters zijn opgenomen. In deze gevallen mag de informatie in een andere vorm worden aangegeven dan die welke is omschreven in punt 2 van bijlage I, zoals een volledige beschrijving in woorden. (c) (d) Wanneer de verlichtingsarmatuur bestemd is om via een verkooppunt in de handel te worden gebracht, wordt kosteloos een etiket in de vorm en met de informatie als beschreven in bijlage I ter beschikking van de handelaar gesteld in elektronische vorm of op papier. Wanneer de leverancier kiest voor een regeling waarbij hij de etiketten slechts op verzoek van de handelaars ter beschikking stelt, verstrekt de leverancier de etiketten onverwijld wanneer een handelaar ze aanvraagt. Wanneer de verlichtingsarmatuur in de handel wordt gebracht in een verpakking voor eindgebruikers waarin elektrische lampen zijn begrepen welke de eindgebruiker in het verlichtingsarmatuur kan vervangen, wordt de oorspronkelijke verpakking van die lampen in de verpakking van de verlichtingsarmatuur bijgesloten. Zo niet wordt de informatie die op de oorspronkelijke verpakking van de lampen is weergegeven en verplicht is krachtens deze verordening en de verordeningen van de Commissie tot vaststelling van eisen inzake ecologisch ontwerp van lampen op grond van NL 20 NL

22 Richtlijn 2009/125/EG 14, op een andere manier op of in de verpakking van de verlichtingsarmatuur aangegeven. Leveranciers van verlichtingsarmaturen, bestemd om via een verkooppunt in de handel te worden gebracht, die op grond van deze verordening informatie verstrekken, zijn als distributeur hun verantwoordelijkheden nagekomen met betrekking tot de productinformatie-eisen voor lampen die zijn vastgesteld in de verordeningen van de Commissie tot vaststelling van eisen inzake ecologisch ontwerp van lampen op grond van Richtlijn 2009/125/EG. Artikel 4 Verantwoordelijkheden van handelaars 1. Handelaars in elektrische lampen zien erop toe dat: (a) (b) (c) elk model dat te koop, te huur of in huurkoop wordt aangeboden, waarbij de uiteindelijke eigenaar het product vermoedelijk niet uitgestald ziet, in de handel wordt gebracht met de overeenkomstig bijlage IV door de leveranciers te verstrekken informatie; in alle reclameadvertenties, formele prijsoffertes of inschrijvingen voor aanbestedingen voor een specifiek model die energiegerelateerde of prijsinformatie bevatten, de energie-efficiëntieklasse wordt vermeld; in al het technisch promotiemateriaal voor een specifiek model waarin de specifieke technische parameters zijn opgenomen, de energie-efficiëntieklasse van dat model wordt vermeld. 2. Handelaars in verlichtingsarmaturen die aan eindgebruikers worden verkocht, zien erop toe dat: (a) de in punt 2 van bijlage I bedoelde informatie in de volgende situaties op het etiket wordt aangegeven: i) in alle reclameadvertenties, formele prijsoffertes of inschrijvingen voor aanbestedingen voor een specifieke verlichtingsarmatuur die energiegerelateerde of prijsinformatie bevatten; ii) in al het technisch promotiemateriaal voor een specifieke verlichtingsarmatuur waarin de specifieke technische parameters zijn opgenomen. In deze gevallen mag de informatie in een andere vorm worden aangegeven dan die welke is omschreven in punt 2 van bijlage I, zoals een volledige beschrijving in woorden. 14 PB L 285 van , blz. 10. NL 21 NL

23 (b) elk model dat in een verkooppunt wordt aangeboden, vergezeld gaat van het in punt 2 van bijlage I bedoelde etiket. Het etiket wordt op één van de volgende twee manieren gepresenteerd: i) in de nabijheid van de uitgestalde verlichtingsarmatuur, zodat het duidelijk zichtbaar en herkenbaar is als het etiket dat bij het model hoort, zonder dat de merknaam of het modelnummer op het etiket hoeft te worden afgelezen; ii) duidelijk bij de gemakkelijkst zichtbare informatie (zoals de prijs of technische informatie) over de in het verkooppunt uitgestalde verlichtingsarmatuur; (c) wanneer de verlichtingsarmatuur wordt verkocht in een verpakking voor eindgebruikers waarin elektrische lampen zijn begrepen welke de eindgebruiker in de verlichtingsarmatuur kan vervangen, wordt de oorspronkelijke verpakking van die lampen in de verpakking van de verlichtingsarmatuur bijgesloten. Zo niet wordt de informatie die op de oorspronkelijke verpakking van de lampen is weergegeven en verplicht is krachtens deze verordening en de verordeningen van de Commissie tot vaststelling van eisen inzake ecologisch ontwerp van lampen op grond van Richtlijn 2009/125/EG, op een andere manier op of in de verpakking van de verlichtingsarmatuur aangegeven. Artikel 5 Meetmethoden De op grond van de artikelen 3 en 4 te verstrekken informatie wordt verkregen met behulp van betrouwbare, nauwkeurige en reproduceerbare meetmethoden, waarbij rekening wordt gehouden met de erkende meest recente meetmethoden, zoals uiteengezet in bijlage V. Artikel 6 Controleprocedure met het oog op markttoezicht Wanneer zij de overeenstemming van de opgegeven energie-efficiëntieklasse en het energieverbruik beoordelen, passen de lidstaten de in bijlage V vastgelegde procedure toe. Artikel 7 Herziening Uiterlijk drie jaar na de inwerkingtreding van deze verordening beoordeelt de Commissie deze verordening in het licht van de technologische vooruitgang. Tijdens deze beoordeling worden met name de in bijlage V vastgestelde controletoleranties gecontroleerd. Artikel 8 Intrekking Richtlijn 98/11/EG van de Commissie wordt ingetrokken met ingang van 1 september NL 22 NL

24 Verwijzingen naar Richtlijn 98/11/EG van de Commissie worden gelezen als verwijzingen naar deze verordening. Verwijzingen naar bijlage IV van Richtlijn 98/11/EG worden gelezen als verwijzingen naar bijlage VI van deze verordening. Artikel 9 Overgangsbepalingen 1. Artikel 3, lid 2, en artikel 4, lid 2, zijn vóór 1 maart 2014 niet van toepassing op verlichtingsarmaturen. 2. Artikel 3, lid 1, onder c) en d), en artikel 4, lid 1, onder a) tot en met c), zijn niet van toepassing op drukwerk voor reclamedoeleinden en gedrukt technisch promotiemateriaal dat vóór 1 maart 2014 is gepubliceerd. 3. De in artikel 1, leden 1 en 2, van Richtlijn 98/11/EG bedoelde lampen die vóór 1 september 2013 in de handel zijn gebracht, zijn in overeenstemming met Richtlijn 98/11/EG. 4. De in artikel 1, leden 1 en 2, van Richtlijn 98/11/EG bedoelde lampen die in overeenstemming zijn met deze verordening en die vóór 1 september 2013 in de handel worden gebracht of te koop, te huur of in huurkoop worden aangeboden, worden beschouwd als in overeenstemming met Richtlijn 98/11/EG. Artikel 10 Inwerkingtreding en toepassing 1. Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie. 2. Zij is met ingang van 1 september 2013 van toepassing, behalve in de in artikel 9 genoemde gevallen. Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat. Gedaan te Brussel, op Voor de Commissie De Voorzitter José Manuel BARROSO NL 23 NL

25 BIJLAGE I Etiket 1. I HET VERKOOPPU T GETOO DE ETIKET VOOR ELEKTRISCHE LAMPE (1) Wanneer het etiket niet op de verpakking wordt afgedrukt, moet het zijn als hieronder afgebeeld: I II III IV (2) De volgende informatie wordt op het etiket vermeld: I. naam van de leverancier of het handelsmerk; II. III. IV. de typeaanduiding van de leverancier, d.w.z. de doorgaans alfanumerieke code waarmee een specifiek lampmodel wordt onderscheiden van andere modellen met hetzelfde handelsmerk of dezelfde leveranciersnaam; de energie-efficiëntieklasse, zoals bepaald overeenkomstig bijlage VI; de punt van de pijl waarin de energie-efficiëntieklasse van de lamp is vermeld, wordt op dezelfde hoogte geplaatst als de punt van de pijl van de relevante energieefficiëntieklasse; het gewogen energieverbruik (EC) in kwh per uur, berekend en afgerond tot op het dichtstbijzijnde gehele getal, overeenkomstig bijlage VII. NL 24 NL

26 (3) Wanneer het etiket op de verpakking wordt afgedrukt en de in punt 2, onder I, II en IV, bedoelde informatie elders op de verpakking wordt vermeld, mag deze informatie op het etiket achterwege worden gelaten. Het etiket wordt dan gekozen uit de onderstaande illustraties: NL 25 NL

27 (4) Het ontwerp van het etiket is als volgt: waarbij het volgende geldt: (a) de in de bovenstaande illustratie en onder d) vermelde afmetingen zijn van toepassing op lampetiketten met een breedte van 36 mm en een hoogte van 75 mm. Indien het etiket kleiner of groter wordt afgedrukt, moet de inhoud in verhouding tot de bovenvermelde specificaties blijven. De in de punt 1) en 2) bedoelde versie van het etiket moet ten minste 36 mm breed en 75 mm hoog zijn en de in punt 3 bedoelde versies moeten respectievelijk ten minste 36 mm breed en 68 mm hoog en ten minste 36 mm breed en 62 mm hoog zijn. Als geen enkele zijde van de verpakking groot genoeg is om het etiket met zijn blanco rand daarop te kunnen aanbrengen of wanneer deze combinatie meer dan 50% van de oppervlakte van de grootste zijde in beslag neemt, mogen etiket en rand worden verkleind, maar niet meer dan nodig om beide voorwaarden te kunnen vervullen. In geen enkel geval echter mag de lengte van het etiket minder dan 40% van de hoogte van het standaardformaat bedragen. Als de verpakking te klein is om daarop een verkleind etiket te kunnen aanbrengen, moet een etiket met een breedte van 36 mm en een hoogte van 75 mm aan de lamp of de verpakking worden gehecht; b) de achtergrond van zowel de meerkleuren- als de eenkleurige versies van het etiket moet wit zijn. NL 26 NL

28 c) voor de meerkleurenversie van het etiket zijn de gebruikte kleuren cyaan, magenta, geel en zwart, zoals in het onderstaande voorbeeld: X-00: 0 % cyaan, 70 % magenta, 100 % geel, 0 % zwart. (d) het etiket moet aan alle hierna genoemde voorwaarden voldoen (de cijfers verwijzen naar de bovenstaande illustratie en de kleurspecificaties gelden enkel voor de meerkleurenversie van het etiket): Lijndikte van de rand: 2 pt kleur: cyaan 100% afgeronde hoeken: 1 mm. EU-logo kleuren: X en X-00. Energielogo: kleur: X Pictogrammen zoals afgebeeld: EU-logo en energielogo (samen): breedte: 30 mm, hoogte: 9 mm. Rand sublogo's: 1 pt kleur: cyaan 100% lengte: 30 mm. Schaal A++-E Pijl: hoogte: 5 mm, tussenruimte: 0,8 mm kleuren: hoogste klasse: X-00-X-00, tweede klasse: X-00, derde klasse: X-00, vierde klasse: X-00, vijfde klasse: X-00, zesde klasse: X-00, laagste klasse: 00-X-X-00. Tekst: Calibri bold 15 pt, hoofdletters en wit; "+"-symbolen: Calibri bold 15 pt, superscript, wit, op één enkele lijn. Energie-efficiëntieklasse Pijl: breedte: 11,2 mm, hoogte: 7 mm, 100% zwart; Tekst: Calibri bold 20 pt, hoofdletters en wit; "+"-symbolen: Calibri bold 20 pt, superscript, wit, op één enkele lijn. Gewogen energieverbruik Waarde: Calibri bold 16 pt, 100 % zwart; en Calibri standaard 9 pt, 100% zwart. De naam van de leverancier of het handelsmerk De typeaanduiding van de leverancier De naam van de leverancier of het handelsmerk en de typeaanduiding moet passen in een ruimte van 30 x 7 mm. NL 27 NL

29 Niets (gedrukt dan wel aangebracht) op de afzonderlijke verpakking mag de zichtbaarheid van het etiket belemmeren of verminderen. In afwijking daarvan mag, wanneer aan een bepaald model een "EU-milieukeur" is toegekend krachtens Verordening (EG) nr. 66/ van het Europees Parlement en de Raad, een kopie van de EU-milieukeur worden toegevoegd. 15 PB L 27 van , blz. 1. NL 28 NL

30 2. ETIKET VOOR VERLICHTI GSARMATURE DIE I EE VERKOOPPU T WORDE UITGESTALD (1) Het etiket is opgesteld in de passende taalversie en is zoals de illustratie hieronder, dan wel een variant daarvan als bepaald in de punten 2 en 3. I II III IV V [* Numbering of the Regulation to be added on the label before publication in the OJ] (2) De volgende informatie wordt op het etiket vermeld: I. de naam van de leverancier of het handelsmerk; II. III. IV. de typeaanduiding van de leverancier, d.w.z. de doorgaans alfanumerieke code waarmee een specifiek model van verlichtingsarmaturen wordt onderscheiden van andere modellen met hetzelfde handelsmerk of dezelfde leveranciersnaam; de in het voorbeeld in punt 1) weergegeven zin of eventueel één van de alternatieven uit de voorbeelden in punt 3) hieronder. In plaats van het woord "verlichtingsarmatuur" kan een meer nauwkeurige term worden gebruikt voor de beschrijving van het specifieke verlichtingsarmatuurtype of het product waarin de verlichtingsarmatuur is geïntegreerd (zoals meubilair), mits het duidelijk blijft dat de term verwijst naar het te koop aangeboden product dat de lichtbronnen kan laten branden; het bereik van de energie-efficiëntieklassen overeenkomstig deel 1 van deze bijlage, vergezeld van de volgende elementen, indien van toepassing: NL 29 NL

31 a) een lamppictogram dat de klassen van de door de gebruiker vervangbare lampen aangeeft waarmee de verlichtingsarmatuur verenigbaar is overeenkomstig de meest recente eisen inzake verenigbaarheid; b) een kruis over de lampenklassen waarmee de verlichtingsarmatuur niet verenigbaar is overeenkomstig de meest recente eisen op het gebied van verenigbaarheid; c) de letters "LED" verticaal onder elkaar naast de klassen A tot en met A++ indien de verlichtingsarmatuur ledmodules bevat die niet bedoeld zijn om door de eindgebruiker te worden verwijderd. Als een dergelijke verlichtingsarmatuur niet is voorzien van lamphouders voor door de gebruiker vervangbare lampen, wordt bovenop de klassen B tot en met E een kruis afgebeeld; V. Indien van toepassing, één van de volgende opties: a) indien de verlichtingsarmatuur werkt met lampen die door de eindgebruiker kunnen worden vervangen en die lampen in de verpakking van de armatuur zijn bijgesloten, de in voorbeeld 1) vermelde zin met vermelding van de passende energieklassen. De zin kan zo nodig worden aangepast om te verwijzen naar één lamp of meerdere lampen en één energieklasse of meerdere energieklassen; b) indien de armatuur uitsluitend ledmodules bevat die niet bedoeld zijn om door de eindgebruiker te worden verwijderd, de in het voorbeeld in punt 3 b) getoonde zin; c) indien de armatuur zowel houders voor vervangbare lampen bevat als integrale ledmodules die niet bedoeld zijn om door de eindgebruiker te worden verwijderd en er geen lampen bij de armatuur zijn meegeleverd, de in het voorbeeld in punt 3 d) getoonde zin; d) indien de armatuur alleen functioneert met door de eindgebruiker vervangbare lampen en die lampen niet bij de armatuur worden meegeleverd, wordt de ruimte blanco gelaten als getoond in het voorbeeld in punt 3 a). NL 30 NL

32 (3) De volgende illustraties zijn, in aanvulling op de illustratie van punt 1, voorbeelden van typische etiketten voor verlichtingsarmaturen, maar bestrijken niet alle mogelijke combinaties. a) Verlichtingsarmatuur die door de gebruiker vervangbare lampen kan laten branden en verenigbaar is met lampen van alle energieklassen en waarbij geen lampen zijn meegeleverd: [* Numbering of the Regulation to be added on the label before publication in the OJ] NL 31 NL

33 (b) Verlichtingsarmatuur met uitsluitend ledmodules die niet kunnen worden vervangen: [* Numbering of the Regulation to be added on the label before publication in the OJ] NL 32 NL

34 (c) Verlichtingsarmatuur met zowel onvervangbare ledmodules als houders voor door de gebruiker vervangbare lampen, waarbij de lampen zijn meegeleverd: [* Numbering of the Regulation to be added on the label before publication in the OJ] NL 33 NL

35 (d) Verlichtingsarmatuur met zowel onvervangbare ledmodules als houders voor door de gebruiker vervangbare lampen, waarbij geen lampen zijn meegeleverd: [* Numbering of the Regulation to be added on the label before publication in the OJ] NL 34 NL

(Niet-wetgevingshandelingen) VERORDENINGEN

(Niet-wetgevingshandelingen) VERORDENINGEN 26.9.2012 Publicatieblad van de Europese Unie L 258/1 II (Niet-wetgevingshandelingen) VERORDENINGEN GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) Nr. 874/2012 VAN DE COMMISSIE van 12 juli 2012 houdende aanvulling van

Nadere informatie

Hierbij gaat voor de delegaties Commissiedocument SEC(2008) 2863

Hierbij gaat voor de delegaties Commissiedocument SEC(2008) 2863 RAAD VA DE EUROPESE U IE Brussel, 19 november 2008 (20.11) (OR. en) Interinstitutioneel dossier: 2008/0222 (COD) 15906/08 ADD 2 E ER 390 E V 847 CO SOM 188 CODEC 1585 I GEKOME DOCUME T van: de heer Jordi

Nadere informatie

(Besluiten waarvan de publicatie voorwaarde is voor de toepassing)

(Besluiten waarvan de publicatie voorwaarde is voor de toepassing) 10.3.98 NL Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen L 71/1 I (Besluiten waarvan de publicatie voorwaarde is voor de toepassing) RICHTLIJN 98/11/EG VAN DE COMMISSIE van 27 januari 1998 houdende uitvoeringsbepalingen

Nadere informatie

RAAD VA DE EUROPESE U IE. Brussel, 27 januari 2012 (30.01) (OR. en) 5859/12 Interinstitutioneel dossier: 2012/0002 ( LE) FISC 15

RAAD VA DE EUROPESE U IE. Brussel, 27 januari 2012 (30.01) (OR. en) 5859/12 Interinstitutioneel dossier: 2012/0002 ( LE) FISC 15 RAAD VA DE EUROPESE U IE Brussel, 27 januari 2012 (30.01) (OR. en) 5859/12 Interinstitutioneel dossier: 2012/0002 ( LE) FISC 15 VOORSTEL van: de Europese Commissie d.d.: 26 januari 2012 Nr. Comdoc.: COM(2012)

Nadere informatie

RAAD VA DE EUROPESE U IE. Brussel, 18 september 2008 (18.09) (OR. en) 13187/08 FSTR 20 FC 5 REGIO 25 SOC 516

RAAD VA DE EUROPESE U IE. Brussel, 18 september 2008 (18.09) (OR. en) 13187/08 FSTR 20 FC 5 REGIO 25 SOC 516 RAAD VA DE EUROPESE U IE Brussel, 18 september 2008 (18.09) (OR. en) 13187/08 FSTR 20 FC 5 REGIO 25 SOC 516 VOORSTEL van: de Commissie d.d.: 16 september 2008 Betreft: Voorstel voor een Verordening (EG)

Nadere informatie

(Niet-wetgevingshandelingen) VERORDENINGEN

(Niet-wetgevingshandelingen) VERORDENINGEN 17.5.2014 L 147/1 II (Niet-wetgevingshandelingen) VERORDENINGEN GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) Nr. 518/2014 VAN DE COMMISSIE van 5 maart 2014 tot wijziging van de Gedelegeerde Verordeningen (EU) nr. 1059/2010,

Nadere informatie

de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie

de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie Raad van de Europese Unie Brussel, 8 maart 2017 (OR. en) Interinstitutioneel dossier: 2017/0047 (NLE) 7098/17 VOORSTEL van: ingekomen: 3 maart 2017 aan: Nr. Comdoc.: Betreft: AELE 28 EEE 7 N 9 ISL 4 FL

Nadere informatie

GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) Nr. /.. VAN DE COMMISSIE. van 3.5.2013

GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) Nr. /.. VAN DE COMMISSIE. van 3.5.2013 EUROPESE COMMISSIE Brussel, 3.5.2013 C(2013) 2458 final GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) Nr. /.. VAN DE COMMISSIE van 3.5.2013 houdende aanvulling van Richtlijn 2010/30/EU van het Europees Parlement en de

Nadere informatie

GEDELEGEERDE RICHTLIJN../ /EU VAN DE COMMISSIE. van 30.1.2015

GEDELEGEERDE RICHTLIJN../ /EU VAN DE COMMISSIE. van 30.1.2015 EUROPESE COMMISSIE Brussel, 30.1.2015 C(2015) 383 final GEDELEGEERDE RICHTLIJN../ /EU VAN DE COMMISSIE van 30.1.2015 tot wijziging, met het oog op aanpassing aan de technische vooruitgang, van bijlage

Nadere informatie

de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie

de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie Raad van de Europese Unie Brussel, 14 oktober 2015 (OR. en) 13021/15 ENER 354 ENV 627 DELACT 136 BEGELEIDENDE NOTA van: ingekomen: 12 oktober 2015 aan: Nr. Comdoc.: Betreft: de heer Jordi AYET PUIGARNAU,

Nadere informatie

GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) Nr. /.. VAN DE COMMISSIE. van 17.7.2014

GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) Nr. /.. VAN DE COMMISSIE. van 17.7.2014 EUROPESE COMMISSIE Brussel, 17.7.2014 C(2014) 4580 final GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) Nr. /.. VAN DE COMMISSIE van 17.7.2014 betreffende de voorwaarden voor de indeling in klassen zonder tests van bepaalde

Nadere informatie

de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie

de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie Raad van de Europese Unie Brussel, 17 maart 2017 (OR. en) 7415/17 ENV 270 MI 241 DELACT 52 BEGELEIDENDE NOTA van: ingekomen: 15 maart 2017 aan: Nr. Comdoc.: Betreft: de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur,

Nadere informatie

Hierbij gaat voor de delegaties Commissiedocument C(2013) 817 final Part 4/9.

Hierbij gaat voor de delegaties Commissiedocument C(2013) 817 final Part 4/9. RAAD VA DE EUROPESE U IE Brussel, 26 februari 2013 (28.02) (OR. en) 6846/13 ADD 3 E ER 61 E V 149 DELACT 10 BEGELEIDE DE OTA van: de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van

Nadere informatie

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE Brussel, 29.5.2013 COM(2013) 307 final 2013/0159 (E) Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD over de toepassing van Reglement nr. 41 van de Economische Commissie voor Europa van de Verenigde

Nadere informatie

(Niet-wetgevingshandelingen) VERORDENINGEN

(Niet-wetgevingshandelingen) VERORDENINGEN 27.8.2015 L 224/1 II (Niet-wetgevingshandelingen) VERORDENINGEN VERORDENING (EU) 2015/1428 VAN DE COMMISSIE van 25 augustus 2015 houdende wijziging van Verordening (EG) nr. 244/2009 van de Commissie betreffende

Nadere informatie

Hierbij gaat voor de delegaties document C(2015) 4394 final. Bijlage: C(2015) 4394 final /15 hh DGG 3A. Raad van de Europese Unie

Hierbij gaat voor de delegaties document C(2015) 4394 final. Bijlage: C(2015) 4394 final /15 hh DGG 3A. Raad van de Europese Unie Raad van de Europese Unie Brussel, 6 juli 2015 (OR. en) 10588/15 BEGELEIDENDE NOTA van: aan: Nr. Comdoc.: Betreft: MI 444 ENT 133 COMPET 333 DELACT 84 de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de

Nadere informatie

BIJLAGEN. bij GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) VAN DE COMMISSIE

BIJLAGEN. bij GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) VAN DE COMMISSIE EUROPESE COMMISSIE Brussel, 5.5.2015 C(2015) 2874 final ANNEXES 5 to 10 BIJLAGEN bij GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) VAN DE COMMISSIE houdende aanvulling van Richtlijn 2010/30/EU van het Europees Parlement

Nadere informatie

GEDELEGEERDE RICHTLIJN../ /EU VAN DE COMMISSIE. van

GEDELEGEERDE RICHTLIJN../ /EU VAN DE COMMISSIE. van EUROPESE COMMISSIE Brussel, 30.1.2015 C(2015) 386 final GEDELEGEERDE RICHTLIJN../ /EU VAN DE COMMISSIE van 30.1.2015 tot wijziging, met het oog op aanpassing aan de technische vooruitgang, van bijlage

Nadere informatie

Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE Brussel, 30.5.2016 COM(2016) 317 final 2016/0159 (COD) Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD tot vervanging van de lijsten van insolventieprocedures en

Nadere informatie

de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie

de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie Raad van de Europese Unie Brussel, 24 januari 2017 (OR. en) Interinstitutioneel dossier: 2017/0010 (NLE) 5569/17 ENV 50 COMPET 37 VOORSTEL van: ingekomen: 19 januari 2017 aan: Nr. Comdoc.: Betreft: de

Nadere informatie

Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE Brussel, 9.8.2017 COM(2017) 422 final 2017/0189 (COD) Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD tot vervanging van bijlage A bij Verordening (EU) 2015/848 betreffende

Nadere informatie

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD. van [...]

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD. van [...] EUROPESE COMMISSIE Brussel, 15.6.2010 COM(2010)280 definitief 2010/0168 (E) Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD van [...] betreffende de verplichte toepassing van Reglement nr. 100 van de Economische

Nadere informatie

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 22 maart 2012 (OR. en) 7975/12 ENER 109 ENV 226

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 22 maart 2012 (OR. en) 7975/12 ENER 109 ENV 226 RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 22 maart 2012 (OR. en) 7975/12 ENER 109 ENV 226 INGEKOMEN DOCUMENT van: de Europese Commissie ingekomen: 20 maart 2012 aan: secretariaat-generaal van de Raad Nr. Comdoc.:

Nadere informatie

Raad van de Europese Unie Brussel, 18 augustus 2016 (OR. en)

Raad van de Europese Unie Brussel, 18 augustus 2016 (OR. en) Raad van de Europese Unie Brussel, 18 augustus 2016 (OR. en) Interinstitutioneel dossier: 2016/0248 (NLE) 11723/16 TRANS 324 VOORSTEL van: ingekomen: 17 augustus 2016 aan: Nr. Comdoc.: Betreft: de heer

Nadere informatie

Hierbij gaat voor de delegaties document D048132/02.

Hierbij gaat voor de delegaties document D048132/02. Raad van de Europese Unie Brussel, 25 januari 2017 (OR. en) 5607/17 ENV 58 BEGELEIDENDE NOTA van: de Europese Commissie ingekomen: 24 januari 2017 aan: Nr. Comdoc.: D048132/02 Betreft: het secretariaat-generaal

Nadere informatie

Hierbij gaat voor de delegaties Commissiedocument SEC(2008) 1995.

Hierbij gaat voor de delegaties Commissiedocument SEC(2008) 1995. RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 12 juni 2008 (13.06) (OR. fr) Interinstitutioneel dossier: 2008/0110 (COD) 10637/08 ADD 2 AGRILEG 104 CODEC 769 INGEKOMEN DOCUMENT van: de heer Jordi AYET PUIGARNAU,

Nadere informatie

Voorstel voor een UITVOERINGSBESLUIT VAN DE RAAD

Voorstel voor een UITVOERINGSBESLUIT VAN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE Brussel, 29.5.2015 COM(2015) 231 final 2015/0118 (NLE) Voorstel voor een UITVOERINGSBESLUIT VAN DE RAAD tot wijziging van Beschikking 2009/790/EG waarbij Polen wordt gemachtigd een bijzondere

Nadere informatie

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE Brussel, 14.11.2012 COM(2012) 654 final 2012/0312 (NLE) Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD waarbij België wordt gemachtigd een bijzondere maatregel toe te passen die afwijkt van artikel

Nadere informatie

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 4 februari 2010 (OR. en) 6056/10 Interinstitutioneel dossier: 2010/0028 (NLE) ANTIDUMPING 8 COMER 16

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 4 februari 2010 (OR. en) 6056/10 Interinstitutioneel dossier: 2010/0028 (NLE) ANTIDUMPING 8 COMER 16 RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 4 februari 2010 (OR. en) 6056/10 Interinstitutioneel dossier: 2010/0028 (NLE) ANTIDUMPING 8 COMER 16 VOORSTEL van: de Commissie d.d.: 4 februari 2010 Betreft: Voorstel

Nadere informatie

Raad van de Europese Unie Brussel, 9 juni 2017 (OR. en)

Raad van de Europese Unie Brussel, 9 juni 2017 (OR. en) Raad van de Europese Unie Brussel, 9 juni 2017 (OR. en) Interinstitutioneel dossier: 2017/0124 (NLE) 10201/17 FISC 137 VOORSTEL van: ingekomen: 8 juni 2017 aan: Nr. Comdoc.: Betreft: de heer Jordi AYET

Nadere informatie

RAAD VA DE EUROPESE U IE. Brussel, 19 februari 2012 (OR. en) 6596/13 Interinstitutioneel dossier: 2013/0050 ( LE) ECO 22 E T 54 MI 113 U ECE 6

RAAD VA DE EUROPESE U IE. Brussel, 19 februari 2012 (OR. en) 6596/13 Interinstitutioneel dossier: 2013/0050 ( LE) ECO 22 E T 54 MI 113 U ECE 6 RAAD VA DE EUROPESE U IE Brussel, 19 februari 2012 (OR. en) 6596/13 Interinstitutioneel dossier: 2013/0050 ( LE) ECO 22 E T 54 MI 113 U ECE 6 BEGELEIDE DE OTA van: de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur,

Nadere informatie

GEDELEGEERDE RICHTLIJN../ /EU VAN DE COMMISSIE. van

GEDELEGEERDE RICHTLIJN../ /EU VAN DE COMMISSIE. van EUROPESE COMMISSIE Brussel, 30.1.2015 C(2015) 328 final GEDELEGEERDE RICHTLIJN../ /EU VAN DE COMMISSIE van 30.1.2015 tot wijziging, met het oog op aanpassing aan de technische vooruitgang, van bijlage

Nadere informatie

Raad van de Europese Unie Brussel, 4 augustus 2017 (OR. en)

Raad van de Europese Unie Brussel, 4 augustus 2017 (OR. en) Raad van de Europese Unie Brussel, 4 augustus 2017 (OR. en) Interinstitutioneel dossier: 2017/0183 (NLE) 11618/17 FISC 172 VOORSTEL van: ingekomen: 3 augustus 2017 aan: Nr. Comdoc.: Betreft: de heer Jordi

Nadere informatie

Hierbij gaat voor de delegaties Commissiedocument SEC(2008) 2167.

Hierbij gaat voor de delegaties Commissiedocument SEC(2008) 2167. RAAD VA DE EUROPESE U IE Brussel, 8 juli 2008 (09.07) (OR. fr) Interinstitutioneel dossier: 2008/0141 (COD) 11555/08 ADD 2 SOC 413 CODEC 936 I GEKOME DOCUME T van: de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur,

Nadere informatie

Ecodesign en energielabel

Ecodesign en energielabel Ecodesign en energielabel Voor alle in het Europese Parlement vertegenwoordigde landen zijn in de afgelopen jaren tal van richtlijnen vastgelegd met als doel het energiegebruik en de milieubelasting te

Nadere informatie

GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) Nr. /.. VAN DE COMMISSIE. van 27.4.2015

GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) Nr. /.. VAN DE COMMISSIE. van 27.4.2015 EUROPESE COMMISSIE Brussel, 27.4.2015 C(2015) 2623 final GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) Nr. /.. VAN DE COMMISSIE van 27.4.2015 houdende aanvulling van Richtlijn 2010/30/EU van het Europees Parlement en

Nadere informatie

Raad van de Europese Unie Brussel, 7 november 2016 (OR. en)

Raad van de Europese Unie Brussel, 7 november 2016 (OR. en) Raad van de Europese Unie Brussel, 7 november 2016 (OR. en) Interinstitutioneel dossier: 2016/0346 (NLE) 14116/16 COEST 289 WTO 316 VOORSTEL van: ingekomen: 31 oktober 2016 aan: Nr. Comdoc.: Betreft: de

Nadere informatie

Voorstel voor een UITVOERINGSBESLUIT VAN DE RAAD

Voorstel voor een UITVOERINGSBESLUIT VAN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE Brussel, 24.10.2014 COM(2014) 653 final 2014/0302 (NLE) Voorstel voor een UITVOERINGSBESLUIT VAN DE RAAD tot verlenging van Uitvoeringsbesluit 2012/181/EU van de Raad waarbij Roemenië

Nadere informatie

de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie

de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie Raad van de Europese Unie Brussel, 24 augustus 2017 (OR. en) Interinstitutioneel dossier: 2017/0205 (NLE) 11719/17 FISC 175 VOORSTEL van: ingekomen: 23 augustus 2017 aan: Nr. Comdoc.: Betreft: de heer

Nadere informatie

de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie

de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie Raad van de Europese Unie Brussel, 8 februari 2017 (OR. en) Interinstitutioneel dossier: 2017/0018 (NLE) 6080/17 FISC 37 VOORSTEL van: ingekomen: 7 februari 2017 aan: Nr. Comdoc.: Betreft: de heer Jordi

Nadere informatie

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 18 oktober 2005 (20.10) (OR. fr) 13441/05 STAT 24 FIN 375. VOORSTEL de Commissie d.d.: 12 oktober 2005 Betreft:

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 18 oktober 2005 (20.10) (OR. fr) 13441/05 STAT 24 FIN 375. VOORSTEL de Commissie d.d.: 12 oktober 2005 Betreft: RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 18 oktober 2005 (20.10) (OR. fr) 13441/05 STAT 24 FIN 375 VOORSTEL van: de Commissie d.d.: 12 oktober 2005 Betreft: Voorstel voor een verordening (EG, EURATOM) van de

Nadere informatie

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 20 mei 2014 (OR. en) 10071/14 Interinstitutioneel dossier: 2014/0134 (NLE) AVIATION 120 COEST 175 NIS 27 RELEX 437

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 20 mei 2014 (OR. en) 10071/14 Interinstitutioneel dossier: 2014/0134 (NLE) AVIATION 120 COEST 175 NIS 27 RELEX 437 RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 20 mei 2014 (OR. en) 10071/14 Interinstitutioneel dossier: 2014/0134 (NLE) AVIATION 120 COEST 175 NIS 27 RELEX 437 BEGELEIDENDE NOTA van: de heer Jordi AYET PUIGARNAU,

Nadere informatie

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE Brussel, 31.5.2016 COM(2016) 351 final 2016/0162 (NLE) Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD tot vaststelling van het namens de Europese Unie in het kader van de betrokken comités van

Nadere informatie

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 31 augustus 2005 (02.09) (OR. fr) 11843/05 FISC 96

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 31 augustus 2005 (02.09) (OR. fr) 11843/05 FISC 96 RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 31 augustus 2005 (02.09) (OR. fr) 11843/05 FISC 96 VOORSTEL van: de Europese Commissie d.d.: 29 augustus 2005 Betreft: Voorstel voor een BESCHIKKING VAN DE RAAD waarbij

Nadere informatie

GEDELEGEERDE RICHTLIJN (EU).../ VAN DE COMMISSIE. van

GEDELEGEERDE RICHTLIJN (EU).../ VAN DE COMMISSIE. van EUROPESE COMMISSIE Brussel, 13.3.2017 C(2017) 1521 final GEDELEGEERDE RICHTLIJN (EU).../ VAN DE COMMISSIE van 13.3.2017 tot wijziging, met het oog op aanpassing aan de technische vooruitgang, van bijlage

Nadere informatie

GEDELEGEERDE RICHTLIJN../ /EU VAN DE COMMISSIE. van

GEDELEGEERDE RICHTLIJN../ /EU VAN DE COMMISSIE. van EUROPESE COMMISSIE Brussel, 31.10.2014 C(2014) 7993 final GEDELEGEERDE RICHTLIJN../ /EU VAN DE COMMISSIE van 31.10.2014 tot wijziging van bijlage III bij Richtlijn 2014/32/EU wat betreft het debietsbereik

Nadere informatie

(Voor de EER relevante tekst)

(Voor de EER relevante tekst) 30.11.2010 Publicatieblad van de Europese Unie L 314/47 GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) Nr. 1061/2010 VAN DE COMMISSIE van 28 september 2010 houdende aanvulling van Richtlijn 2010/30/EU van het Europees

Nadere informatie

Voorstel voor een. VERORDENING (EU) Nr. VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

Voorstel voor een. VERORDENING (EU) Nr. VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE Voorstel voor een Brussel, 6.10.2010 COM(2010) 544 definitief 2010/0272 (COD) C7-0316/10 VERORDENING (EU) Nr. VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD tot intrekking van Verordening (EG)

Nadere informatie

de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie

de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie Raad van de Europese Unie Brussel, 17 december 2015 (OR. en) Interinstitutioneel dossier: 2015/0314 (NLE) 15405/15 ASIM 176 BEGELEIDENDE NOTA van: ingekomen: 16 december 2015 aan: Nr. Comdoc.: Betreft:

Nadere informatie

de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie

de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie Raad van de Europese Unie Brussel, 1 juni 2017 (OR. en) Interinstitutioneel dossier: 2017/0105 (NLE) 9741/17 VOORSTEL van: ingekomen: 29 mei 2017 aan: Nr. Comdoc.: Betreft: COEST 113 PHYTOSAN 8 VETER 42

Nadere informatie

GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE. van

GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE. van EUROPESE COMMISSIE Brussel, 22.5.2018 C(2018) 2980 final GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE van 22.5.2018 tot wijziging van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 29/2012 wat betreft de eisen

Nadere informatie

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE Brussel, 17.8.2016 COM(2016) 508 final 2016/0248 (NLE) Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD tot vaststelling van het standpunt van de Unie met betrekking tot de wijzigingen van de bijlagen

Nadere informatie

Raad van de Europese Unie Brussel, 12 maart 2015 (OR. en)

Raad van de Europese Unie Brussel, 12 maart 2015 (OR. en) Raad van de Europese Unie Brussel, 12 maart 2015 (OR. en) Interinstitutioneel dossier: 2013/0371 (COD) 7105/15 BEGELEIDENDE NOTA van: ingekomen: 10 maart 2015 aan: Nr. Comdoc.: Betreft: ENV 162 MI 162

Nadere informatie

Raad van de Europese Unie Brussel, 13 oktober 2014 (OR. en)

Raad van de Europese Unie Brussel, 13 oktober 2014 (OR. en) Raad van de Europese Unie Brussel, 13 oktober 2014 (OR. en) Interinstitutioneel dossier: 2014/0288 (NLE) 14222/14 FISC 154 VOORSTEL van: ingekomen: 10 oktober 2014 aan: Nr. Comdoc.: Betreft: de heer Jordi

Nadere informatie

Raad van de Europese Unie Brussel, 9 januari 2017 (OR. en)

Raad van de Europese Unie Brussel, 9 januari 2017 (OR. en) Raad van de Europese Unie Brussel, 9 januari 2017 (OR. en) Interinstitutioneel dossier: 2016/0417 (NLE) 5087/17 FISC 1 VOORSTEL van: ingekomen: 6 januari 2017 aan: Nr. Comdoc.: Betreft: de heer Jordi AYET

Nadere informatie

PUBLIC. Brussel, 6 april 2009 (07.04) (OR. en) RAAD VA DE EUROPESE U IE 8424/09 LIMITE COMPET 196 E V 287 CHIMIE 33 MI 144 E T 86

PUBLIC. Brussel, 6 april 2009 (07.04) (OR. en) RAAD VA DE EUROPESE U IE 8424/09 LIMITE COMPET 196 E V 287 CHIMIE 33 MI 144 E T 86 Conseil UE RAAD VA DE EUROPESE U IE Brussel, 6 april 2009 (07.04) (OR. en) 8424/09 LIMITE PUBLIC COMPET 196 E V 287 CHIMIE 33 MI 144 E T 86 I GEKOME DOCUME T van: de Europese Commissie ingekomen: 1 april

Nadere informatie

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE Brussel, 6.11.2017 COM(2017) 640 final 2017/0282 (NLE) Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD betreffende het namens de Europese Unie in het Gemengd Comité van de EER in te nemen standpunt

Nadere informatie

Raad van de Europese Unie Brussel, 2 maart 2015 (OR. en)

Raad van de Europese Unie Brussel, 2 maart 2015 (OR. en) Raad van de Europese Unie Brussel, 2 maart 2015 (OR. en) Interinstitutioneel dossier: 2015/0051 (NLE) 6144/15 VOORSTEL van: ingekomen: 3 maart 2015 aan: Nr. Comdoc.: Betreft: SOC 70 EMPL 31 ECOFIN 97 EDUC

Nadere informatie

Raad van de Europese Unie Brussel, 20 oktober 2014 (OR. en)

Raad van de Europese Unie Brussel, 20 oktober 2014 (OR. en) Raad van de Europese Unie Brussel, 20 oktober 2014 (OR. en) 14484/14 EF 267 ECOFIN 940 DELACT 200 BEGELEIDENDE NOTA van: ingekomen: 17 oktober 2014 aan: Nr. Comdoc.: Betreft: de heer Jordi AYET PUIGARNAU,

Nadere informatie

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 20 juni 2014 (OR. en) 11190/14 Interinstitutioneel dossier: 2014/0188 (NLE) AVIATION 137 ISR 2

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 20 juni 2014 (OR. en) 11190/14 Interinstitutioneel dossier: 2014/0188 (NLE) AVIATION 137 ISR 2 RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 20 juni 2014 (OR. en) 11190/14 Interinstitutioneel dossier: 2014/0188 (NLE) AVIATION 137 ISR 2 BEGELEIDENDE NOTA van: de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens

Nadere informatie

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE Brussel, 22.2.2017 COM(2017) 86 final 2017/0038 (NLE) Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD tot vaststelling van het namens de Europese Unie in de betrokken comités van de Economische

Nadere informatie

Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD

Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE Brussel, 7.11.2013 COM(2013) 770 final 2013/0378 (NLE) Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD houdende aanpassing, met ingang van 1 juli 2013, van het pensioenbijdragepercentage van

Nadere informatie

L 76/24 Publicatieblad van de Europese Unie 24.3.2009 BIJLAGE III

L 76/24 Publicatieblad van de Europese Unie 24.3.2009 BIJLAGE III L 76/24 Publicatieblad van de Europese Unie 24.3.2009 BIJLAGE III Eisen inzake ecologisch ontwerp voor fluorescentielampen en hogedrukgasontladingslampen en voor voorschakelapparaten en armaturen die deze

Nadere informatie

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN Brussel, 8.5.2008 COM(2008) 246 definitief Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD tot wijziging van de bijlagen A en B bij Verordening (EG) nr. 1346/2000 betreffende

Nadere informatie

GEDELEGEERDE RICHTLIJN (EU).../ VAN DE COMMISSIE. van

GEDELEGEERDE RICHTLIJN (EU).../ VAN DE COMMISSIE. van EUROPESE COMMISSIE Brussel, 15.3.2017 C(2017) 1527 final GEDELEGEERDE RICHTLIJN (EU).../ VAN DE COMMISSIE van 15.3.2017 tot wijziging, met het oog op aanpassing aan de technische vooruitgang, van bijlage

Nadere informatie

Raad van de Europese Unie Brussel, 4 juli 2014 (OR. en)

Raad van de Europese Unie Brussel, 4 juli 2014 (OR. en) Raad van de Europese Unie Brussel, 4 juli 2014 (OR. en) Interinstitutioneel dossier: 2014/0194 (COD) 5520/14 BEGELEIDENDE NOTA van: ingekomen: 26 juni 2014 aan: Nr. Comdoc.: Betreft: ECOFIN 49 UEM 12 STATIS

Nadere informatie

RAAD VA DE EUROPESE U IE. Brussel, 19 november 2012 (21.11) (OR. en) 16449/12 AGRILEG 170

RAAD VA DE EUROPESE U IE. Brussel, 19 november 2012 (21.11) (OR. en) 16449/12 AGRILEG 170 RAAD VA DE EUROPESE U IE Brussel, 19 november 2012 (21.11) (OR. en) 16449/12 AGRILEG 170 I GEKOME DOCUME T van: de Europese Commissie ingekomen: 15 november 2012 aan: het secretariaat-generaal van de Raad

Nadere informatie

RAAD VA DE EUROPESE U IE. Brussel, 27 maart 2012 (28.03) (OR. en) 8173/12 Interinstitutioneel dossier: 2012/0056 ( LE)

RAAD VA DE EUROPESE U IE. Brussel, 27 maart 2012 (28.03) (OR. en) 8173/12 Interinstitutioneel dossier: 2012/0056 ( LE) RAAD VA DE EUROPESE U IE Brussel, 27 maart 2012 (28.03) (OR. en) 8173/12 Interinstitutioneel dossier: 2012/0056 ( LE) E V 242 MAR 33 TRA S 101 COMER 71 I GEKOME DOCUME T van: de heer Jordi AYET PUIGARNAU,

Nadere informatie

PUBLIC LIMITE L. Brussel, 3 oktober 2011 (04.10) (OR. en) RAAD VA DE EUROPESE U IE 15023/11 LIMITE MI 465 SA 196 ECO 119 E T 205

PUBLIC LIMITE L. Brussel, 3 oktober 2011 (04.10) (OR. en) RAAD VA DE EUROPESE U IE 15023/11 LIMITE MI 465 SA 196 ECO 119 E T 205 eil UE RAAD VA DE EUROPESE U IE PUBLIC Brussel, 3 oktober 2011 (04.10) (OR. en) 15023/11 LIMITE MI 465 SA 196 ECO 119 E T 205 I GEKOME DOCUME T van: de Europese Commissie ingekomen: 30 september 2011 aan:

Nadere informatie

Raad van de Europese Unie Brussel, 12 november 2015 (OR. en)

Raad van de Europese Unie Brussel, 12 november 2015 (OR. en) Raad van de Europese Unie Brussel, 12 november 2015 (OR. en) 13998/15 CONSOM 190 MI 714 BEGELEIDENDE NOTA van: de Europese Commissie ingekomen: 29 oktober 2015 aan: het secretariaat-generaal van de Raad

Nadere informatie

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE Brussel, 4.5.2015 COM(2015) 186 final 2015/0097 (NLE) Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD betreffende het namens de Europese Unie in te nemen standpunt in het Gemengd Comité van de

Nadere informatie

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz. (Tekst geldend op: 11-03-2015) Besluit van 25 februari 2012, houdende regels betreffende de etikettering van het energieverbruik van energiegerelateerde producten (Besluit etikettering energieverbruik

Nadere informatie

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE Brussel, 29.5.2017 COM(2017) 267 final 2017/0106 (NLE) Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD tot vaststelling van het namens de Europese Unie in het kader van de betrokken comités van

Nadere informatie

de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie

de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie Raad van de Europese Unie Brussel, 12 april 2017 (OR. en) 8199/17 BEGELEIDENDE NOTA van: ingekomen: 10 april 2017 aan: Nr. Comdoc.: Betreft: DENLEG 31 AGRI 197 SAN 150 DELACT 71 de heer Jordi AYET PUIGARNAU,

Nadere informatie

Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE Brussel, 19.12.2017 COM(2017) 769 final 2017/0347 (COD) Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD tot intrekking van Verordening (EU) nr. 256/2014 van het Europees

Nadere informatie

Besluit van de Commissie van XXX tot vaststelling van de milieucriteria voor de toekenning van de EU-milieukeur aan matrassen

Besluit van de Commissie van XXX tot vaststelling van de milieucriteria voor de toekenning van de EU-milieukeur aan matrassen RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 15 januari 2014 (OR. en) 5282/14 ENV 25 BEGELEIDENDE NOTA van: de Europese Commissie ingekomen: 9 januari 2014 aan: Nr. Comdoc.: D029989/02 Betreft: het secretariaat-generaal

Nadere informatie

Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD

Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE Brussel, 10.4.2013 COM(2013) 186 final 2013/0098 (NLE) Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD tot wijziging van bijlage I bij Verordening (EEG) nr. 2658/87 met betrekking tot de tarief-

Nadere informatie

Toelichting Ecodesignverordeningen. Verlichting

Toelichting Ecodesignverordeningen. Verlichting Toelichting Ecodesignverordeningen Verlichting Inhoudsopgave O BEHANDELDE DOCUMENTEN... 2 O TIJDSLIJN ECODESIGN... 3 O VERORDENING NR. 244 - LAMPEN VOOR HUISHOUDELIJK GEBRUIK... 4 ENERGIELABEL... 4 VERBANNING

Nadere informatie

(Niet-wetgevingshandelingen) VERORDENINGEN

(Niet-wetgevingshandelingen) VERORDENINGEN 30.11.2010 Publicatieblad van de Europese Unie L 314/1 II (Niet-wetgevingshandelingen) VERORDENINGEN GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) Nr. 1059/2010 VAN DE COMMISSIE van 28 september 2010 houdende aanvulling

Nadere informatie

(Niet-wetgevingshandelingen) VERORDENINGEN

(Niet-wetgevingshandelingen) VERORDENINGEN 17.6.2017 L 155/1 II (Niet-wetgevingshandelingen) VERORDENINGEN GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) 2017/1018 VAN DE COMMISSIE van 29 juni 2016 tot aanvulling van Richtlijn 2014/65/EU van het Europees Parlement

Nadere informatie

(Voor de EER relevante tekst) (2014/313/EU)

(Voor de EER relevante tekst) (2014/313/EU) L 164/74 BESLUIT VAN DE COMMISSIE van 28 mei 2014 tot wijziging van de Besluiten 2011/263/EU, 2011/264/EU, 2011/382/EU, 2011/383/EU, 2012/720/EU en 2012/721/EU teneinde rekening te houden met de ontwikkelingen

Nadere informatie

RAAD VA DE EUROPESE U IE. Brussel, 11 juni 2012 (12.06) (OR. en) 11197/12 Interinstitutioneel dossier: 2012/0145 (COD)

RAAD VA DE EUROPESE U IE. Brussel, 11 juni 2012 (12.06) (OR. en) 11197/12 Interinstitutioneel dossier: 2012/0145 (COD) RAAD VA DE EUROPESE U IE Brussel, 11 juni 2012 (12.06) (OR. en) 11197/12 Interinstitutioneel dossier: 2012/0145 (COD) A TIDUMPI G 52 COMER 143 WTO 220 CODEC 1636 VOORSTEL van: de Europese Commissie d.d.:

Nadere informatie

Voorstel voor een UITVOERINGSBESLUIT VAN DE RAAD

Voorstel voor een UITVOERINGSBESLUIT VAN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE Brussel, 3.8.2017 COM(2017) 410 final 2017/0183 (NLE) Voorstel voor een UITVOERINGSBESLUIT VAN DE RAAD tot wijziging van Uitvoeringsbesluit 2011/335/EU waarbij de Republiek Litouwen

Nadere informatie

GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) Nr. /.. VAN DE COMMISSIE. van 21.8.2013

GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) Nr. /.. VAN DE COMMISSIE. van 21.8.2013 EUROPESE COMMISSIE Brussel, 21.8.2013 C(2013) 5405 final GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) Nr. /.. VAN DE COMMISSIE van 21.8.2013 tot wijziging van Verordening (EU) nr. 1169/2011 van het Europees Parlement

Nadere informatie

Voorstel voor een RICHTLIJN VAN DE RAAD

Voorstel voor een RICHTLIJN VAN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE Brussel, 7.8.2013 COM(2013) 577 final 2013/0280 (CNS) C7-0268/13 Voorstel voor een RICHTLIJN VAN DE RAAD tot wijziging van de Richtlijnen 2006/112/EG en 2008/118/EG wat betreft de Franse

Nadere informatie

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE Brussel, 18.10.2017 COM(2017) 602 final 2017/0262 (NLE) Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD betreffende het standpunt dat namens de Europese Unie moet worden ingenomen in de betrokken

Nadere informatie

Raad van de Europese Unie Brussel, 14 april 2015 (OR. en)

Raad van de Europese Unie Brussel, 14 april 2015 (OR. en) Raad van de Europese Unie Brussel, 14 april 2015 (OR. en) Interinstitutioneel dossier: 2015/0074 (NLE) 7910/15 FISC 32 VOORSTEL van: ingekomen: 13 april 2015 aan: Nr. Comdoc.: Betreft: de heer Jordi AYET

Nadere informatie

Hierbij gaat voor de delegaties Commissiedocument D014768/02.

Hierbij gaat voor de delegaties Commissiedocument D014768/02. RAAD VA DE EUROPESE U IE Brussel, 27 juni 2011 (28.06) (OR. en) 12170/11 AVIATIO 181 I GEKOME DOCUME T van: de Europese Commissie ingekomen: 20 juni 2011 aan: de heer Pierre de BOISSIEU, secretaris-generaal

Nadere informatie

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 15 mei 2008 (22.05) (OR. en) 9192/08 Interinstitutioneel dossier: 2008/0096 (CNB) UEM 110 ECOFIN 166

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 15 mei 2008 (22.05) (OR. en) 9192/08 Interinstitutioneel dossier: 2008/0096 (CNB) UEM 110 ECOFIN 166 RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 15 mei 2008 (22.05) (OR. en) 9192/08 Interinstitutioneel dossier: 2008/0096 (CNB) UEM 110 ECOFIN 166 INGEKOMEN DOCUMENT van: de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur,

Nadere informatie

Voorstel voor een UITVOERINGSBESLUIT VAN DE RAAD

Voorstel voor een UITVOERINGSBESLUIT VAN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE Brussel, 10.11.2017 COM(2017) 659 final 2017/0296 (NLE) Voorstel voor een UITVOERINGSBESLUIT VAN DE RAAD waarbij de Republiek Letland wordt gemachtigd een bijzondere maatregel toe te

Nadere informatie

7566/17 eer/gys/sl 1 DGG 3B

7566/17 eer/gys/sl 1 DGG 3B Raad van de Europese Unie Brussel, 23 maart 2017 (OR. en) Interinstitutioneel dossier: 2016/0279 (COD) 7566/17 PI 33 CODEC 463 NOTA van: aan: het secretariaat-generaal van de Raad de delegaties nr. vorig

Nadere informatie

de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie

de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie Raad van de Europese Unie Brussel, 28 mei 2018 (OR. en) Interinstitutioneel dossier: 2018/0163 (NLE) 9361/18 VOORSTEL van: ingekomen: 25 mei 2018 aan: Nr. Comdoc.: Betreft: EPPO 12 EUROJUST 58 CATS 38

Nadere informatie

RAAD VA DE EUROPESE U IE. Brussel, 15 februari 2013 (OR. en) 6486/13 Interinstitutioneel dossier: 2013/0043 ( LE) FISC 30

RAAD VA DE EUROPESE U IE. Brussel, 15 februari 2013 (OR. en) 6486/13 Interinstitutioneel dossier: 2013/0043 ( LE) FISC 30 RAAD VA DE EUROPESE U IE Brussel, 15 februari 2013 (OR. en) 6486/13 Interinstitutioneel dossier: 2013/0043 ( LE) FISC 30 VOORSTEL van: de Europese Commissie d.d.: 13 februari 2013 Nr. Comdoc.: COM(2013)

Nadere informatie

de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie

de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie Raad van de Europese Unie Brussel, 9 februari 2016 (OR. en) 5969/16 BEGELEIDENDE NOTA van: ingekomen: 13 januari 2016 aan: Nr. Comdoc.: Betreft: COMPET 43 ENT 26 EDUC 22 ETS 3 JUR 65 MI 70 DELACT 18 de

Nadere informatie

de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie

de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie Raad van de Europese Unie Brussel, 12 juli 2016 (OR. en) Interinstitutioneel dossier: 2016/0213 (NLE) 11120/16 VOORSTEL van: ingekomen: 12 juli 2016 aan: Nr. Comdoc.: Betreft: ENER 281 RELEX 619 COWEB

Nadere informatie

Voorstel voor een RICHTLIJN VAN DE RAAD

Voorstel voor een RICHTLIJN VAN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE Brussel, 14.12.2015 COM(2015) 646 final 2015/0296 (CNS) Voorstel voor een RICHTLIJN VAN DE RAAD tot wijziging van Richtlijn 2006/112/EG betreffende het gemeenschappelijke stelsel van

Nadere informatie

Hierbij gaat voor de delegaties Commissiedocument D014779/01

Hierbij gaat voor de delegaties Commissiedocument D014779/01 RAAD VA DE EUROPESE U IE Brussel, 25 juli 2011 (27.07) (OR. en) 13234/11 E V 630 I GEKOME DOCUME T van: de Europese Commissie ingekomen: 18 juli 2011 aan: het secretariaat-generaal van de Raad Nr. Comdoc.:

Nadere informatie

RAAD VA DE EUROPESE U IE. Brussel, 1 september 2008 (02.09) (OR. en) 12583/08 ADD 2 FISC 109

RAAD VA DE EUROPESE U IE. Brussel, 1 september 2008 (02.09) (OR. en) 12583/08 ADD 2 FISC 109 RAAD VA DE EUROPESE U IE Brussel, 1 september 2008 (02.09) (OR. en) 12583/08 ADD 2 FISC 109 I GEKOME DOCUME T van: de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese

Nadere informatie

de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie

de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie Raad van de Europese Unie Brussel, 21 september 2017 (OR. en) 12415/17 BEGELEIDENDE NOTA van: ingekomen: 20 september 2017 aan: Nr. Comdoc.: Betreft: AGRI 492 AGRIFIN 92 AGRIORG 88 DELACT 160 de heer Jordi

Nadere informatie

GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE. van

GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE. van EUROPESE COMMISSIE Brussel, 4.3.2019 C(2019) 1616 final GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE van 4.3.2019 tot wijziging van de bijlagen VIII en IX bij Richtlijn 2012/27/EU wat betreft de

Nadere informatie